Een boer in zijn tijd

download Een boer in zijn tijd

of 27

description

Een boer in zijn tijd gaat over het leven van een oude boer in de omgeving van Groningen. Zijn land, zijn vee, zijn melk, zijn sobere leven.

Transcript of Een boer in zijn tijd

  • Ontmoeting van schrijver en boer aan de stadsrand

    Bijna achteloos aait de hand even over de neus van de koe. Ze heeft net voor de tweede keer hooi gehad en het is 9 uur in de ochtend. Dit zal Klaas Makken toch zeker al zon zeventig jaar doen. Een leven vergroeid met het vee waar hij voor zorgt. Eerst de dieren, dan zelf wat eten.

    Een boer in zijn tijd

  • Een boer in zijn tijd 2 Een boer in zijn tijd 3

    Onder de boom

    In het najaar van 2006 was ik thuis, niet aan het werk, en bezig uit te vinden hoe ik verder wilde met de betaalde arbeid in mijn leven. Mij werd aangeraden toch vooral onder de boom te zitten: mooie dingen doen, en dan kwam de rest vanzelf wel. Nou, die mooie zaken dien-den zich aan langs het Omgelegde Eelderdiep in de Peizermaden, waar ik vaak zat met mijn fototoestel en schrijfblok. Mijn uitzicht werd gevormd door een fraai koppel blaarkoppen. Het viel me ook op dat er altijd een oude boer bezig was. In alles rustig en welover- wogen, het was me een genoegen om te kijken naar de boer en zijn vee. Dat najaar hebben we regelmatig ontmoetingen gehad, je leest het in de eerste drie verhalen.

    Het tweede deel van deze uitgave speelt zich vijf jaar later af. In de tussentijd deed ik allerlei slimme en domme dingen, en weer was er in 2011- een periode van rust en bezinning op de toekomst. En als vanzelf kwam ik weer bij de oude boer terecht. Zo werd dit het verhaal van de ontmoeting tussen de boer, Klaas Makken en de schrijver, Simon Wijma.

    Een wandeling met mijn kinderen. Zicht op Eelderwolde, voorjaar 1997.

  • Een boer in zijn tijd 4 Een boer in zijn tijd 5

    Wat altijd blijft

    Middagzon over de Peizermaden. In het weiland liggen veertien blaarkoppen, dertien rode en n is het zwarte schaap. In de verte komt langzaam een oud trekkertje aanhobbelen met twee oude aan-hangers erachter. Een nog oudere boer stapt af. Hij loopt erg krom. De koeien blijven rustig liggen herkauwen. Na een tijd rommelen met de melkbussen loopt de boer naar zn oudste koe en streelt haar rug tot ze langzaam overeind komt en zich mee laat voeren. Een emmer biks, de melk vloeit. Na een kwartier herhaalt zich het ritueel. Het vee kijkt niet op of om, zwarte Bertha is immers altijd als tweede aan de beurt.

    Als de derde koe te ver weg ligt wordt de trekker een eindje verder het land in gereden. Want het gaat allemaal wel, maar lopen is ook moeizaam. Zeker op deze niet vlakgeploegde weiden waar je nog verleden in het land kunt zien.

    Verderop is al een hap uit de weilanden genomen. Opslag van stenen voor de bestrating van een nieuwe woonwijk. Waar nu het trekkertje hobbelt, spelen over een paar jaar kinderen op een strak grasveldje. Spelen ze dan nog wel eens boerderijtje?

    Ondertussen wacht het vee. De boer loopt krom. Het is nooit anders geweest en zal dat nooit worden, stadsuitbreiding of niet.

    september 2006

  • Een boer in zijn tijd 6 Een boer in zijn tijd 7

    Slootschonen

    Ik fiets op een fraaie najaarsmiddag door de Peizermaden. Al van verre zie ik het bekende witte trekkertje staan. Vlak naast het natuur-gebied Elsburger Onland heeft de oude boer nog twee weilandjes. Te beschermen tegen de oprukkende natuurlijke wanorde. De slo-ten moeten schoongemaakt. Hij zit op de trekhaak van de stokoude Belarus even uit te blazen. Het is zwaar werk met de sloothaak. We maken voor het eerst een praatje, en hebben het wat over het weer en over zn veertien koeien. Hij staat altijd om half vijf op en melkt ze in het land. Vroeger was het hier zo donker dat je s morgens tegen de koeien opbotste in het land. Maar nu met die stad en al dat licht enzo..

    Hij staat op en gaat verder. Ondanks zijn kromme rug zwaait hij behendig met de sloothaak. Die plonst in de smalle sloot, en lang-zaam haalt hij het taaie riet naar de kant. Hij heeft de tijd. Er ligt nog een haak, dus ik help een tijdje mee. Gelukzalige jeugdherinneringen komen boven. Zaterdagmiddag bij de boer werken, mijn vader in de tuin helpen, een met de stille natuur..Het begint zacht te motregenen, maar daar stopt een boer niet om. Pas als het melkenstijd is stapt hij op de trekker en ik op de fiets. Ik vertel dat ik hem wel vaker bezig zie en er zelfs een stukje over heb geschreven. Hij draait zijn hoofd opzij en kijkt me even echt verbaasd aan. Ik beloof vervolgens dat ik het wel kom brengen. Nu weet ik tenminste ook dat hij op de Kershof woont.

    september 2006

  • Een boer in zijn tijd 8 Een boer in zijn tijd 9

    Val

    Een paar dagen later staat de witte trekker weer tussen de blaarkoppen. En weer zit de oude man op de trekhaak. Een eind verderop ga ik zitten met mn schrijfboek. Af en toe kijk ik even naar hem en schrijf mijn stadse beslommeringen van me af. De boer is het land ingelo-pen en knielt neer. Hij zal een mol vangen want hij zit bewegingloos. Lang, veel te lang. En iets in zijn houding is merkwaardig. Scheefge-zakt, zoals je soms ook een autoband kan verwisselen. Enkele koeien komen hem even nieuwsgierig besnuffelen. Ik stop met schrijven en wacht. Dit is spannend. Het duurt zo lang dat ik wel even wil kijken, maar er is een hele brede sloot tussen ons. Bovendien, een vreemde tussen het vee - daar houdt een boer niet van. Dan staat hij toch op, loopt naar de trekker, en rijdt naar huis.

    Weer een aantal dagen later, op 13 oktober bel ik aan bij de Kershof. De schoonmaakster doet open. Ja, hij ligt in het ziekenhuis. Hij heeft een beroerte gehad. Maar hij komt er wel weer bovenop hoor. Hij heeft al weer praatjes. Vanmiddag gaan we heen, geef het stukje maar mee.

    Als ik de boer na een paar weken opzoek wordt het me allemaal duidelijk. Niks mollen vangen. Daar op zijn land, tussen zijn vee, waar hij thuishoort, was het bijna gebeurd. Maar wanneer is het iemands tijd.

    oktober 2006

    Mooi dat dat vee altijd dezelfde kant op loopt, steeds maar heen en weer in het land. Ook hier heeft Klaas de sloot net geschoond. In het land staat de melkmachine. Gele-verd in 1963, de houtopbouw was gemaakt door sociale werkvoorziening Stadspark.

  • Een boer in zijn tijd 10 Een boer in zijn tijd 11

    Toen alles anders werd

    Later heeft Klaas het nog regelmatig over oktober 2006, toen alles anders werd. De week dat hij geregeld niet helemaal in orde was. En die dag dat hij zich helemaal niet goed voelde. Hij belde uiteindelijk een buurman om te helpen met het melken. En toen toch maar naar het ziekenhuis.Het was pas de tweede keer in zijn leven dat Klaas de zorg voor het vee uit handen moest geven. Daarna moest het besluit vallen zijn melkvee weg te doen vanwege zijn gezondheid, maar ook door de huizenbouw op zijn land. De stad kwam niet voor het eerst te dichtbij en eiste land op voor uitbreiding.

  • Een boer in zijn tijd 12 Een boer in zijn tijd 13

    Een boer in zijn tijd

    Bijna achteloos aait de hand even over de neus van de koe. Ze heeft net voor de tweede keer hooi gehad en het is 9 uur in de ochtend. Dit zal Klaas toch zeker al zon zeventig jaar doen. Een leven vergroeid met het vee waar hij voor zorgt. Eerst de dieren, dan zelf wat eten.

    Weer binnen warmen we de koffie even op. Koek erbij. En de verhalen komen los, terwijl er niets gemist wordt van wat op straat langskomt. Over de bovenstaande tekst zegt hij later: eigenlijk is het tachtig jaar dat ik al vee verzorg. Ik zat op mn zesde al te melken. De schooltijd kwam tussendoor, maar dan rende je na school naar huis, kon je gauw weer helpen.

    Klaas is geboren in 1926. Zijn ouders boerden langs het Winschoter-diep. Opa en oma woonden in. Je leefde bijna in de stal. Het woon-huis was onverwarmd, de kachel stond in de stookhut. Op zondag en met visite kwam alleen de kachel aan in huis. En natuurlijk nooit voordat de Zuidlaardermarkt geweest was. Als kinderen hadden wij ons speelgoed in de stal, daar was het warm, en er was altijd wat te doen. Opa ventte de morgenmelk uit in de stad en leverde de middag-melk aan het roomse ziekenhuis in Helpman. Er werd ook gekarnd op de boerderij. Venten met een handkar in de stad was geen sine-cure door alle keien en andere niet-vlakke bestrating. Het liefst reden ze met de kar door de tramrails, dat paste precies en hobbelde niet zo. Voor de oorlog was de boerderij behoorlijk zelfvoorzienend met energie. Er was een pomp vanuit de waterput. In 1943 werd de waterput af-gekeurd, toen moest er waterleiding komen. Dat scheelde veel werk, soms waren de jongens dagelijks een uur bezig water uit de sloot te halen voor het vee op stal. Een juk met twee emmers, beide dertig liter. In de crisisjaren kwamen de beurtschippers bij de boerderij om werk vragen. Ze konden als er een klus was van 6 tot 6 werken voor een gulden. Echtparen trokken de boot, kinderen van 6 aan het roer. Als er wat gebeurde..

  • Een boer in zijn tijd 14 Een boer in zijn tijd 15

    Hulp was in drukke tijden welkom, zeker bij het hooien. Het was zwaar werk op de boerderij hooibalen en melkbussen versjouwen, paarden mennen. Klaas: Wat waren we blij toen de balen kunstmest van 100 naar 80 kilo gingen.

    Tot de elektriciteit kwam, ook in 1943, vormden petroleumlampen de verlichting. Daar moest je erg omzichtig mee omgaan met al dat hooi. Het is altijd goed gegaan. De schuur is wel ooit afgebrand, in 1916, maar dat kwam door de bliksem. Een enorme bui op een middag, gelijktijdig met de begrafenis van de bekende Groninger majoor Thompson, vertelde Klaas vader later vaak. Hij had altijd mooie verhalen. Zo vertelde hij over Klaas overgrootvader (geboren in 1876) dat deze soms met paarden voor de verkoop naar Parijs liep. Ze waren dan zeker drie weken onderweg.

    OorlogstijdIn de oorlog kwamen veel mensen om melk vragen. Klaas ouders hebben nooit van de schaarste willen profiteren. De vaste prijs was 16 cent per liter. Wat veel gebeurde in tijden van armoede was stiekem water bijmengen bij de melk. Dou der moar wat wotter bie, Klaas dut dat zulf toch nait. Dit ving hij een keer op over Klaas opa. Die zou de mensen nooit voor de gek houden. Klaas werkte op de boerderij, en dat ene woordje in zijn persoonsbe-wijs spaarde hem voor de Arbeidseinsatz: koemelker. De Duitse bezet-ter zag het strategische belang in van een goede voedselvoorziening.Klaas kwam in 1941 van de ambachtsschool. Hij deed metaalbe-werking. Hij is van jongsaf gewend van alles te repareren of zelf te maken. In zijn schuur heeft hij nog steeds een metaalwerkplaats. Sommige machines zijn 100 jaar oud. Een zaagmachine heeft nog in kartonfabriek De Halm gestaan. De boormachine kwam in 1928 van-uit een smederij in de Moesstraat naar een nieuwe smederij in Eelder-wolde. Dit werd in 1959 het bedrijf van Jannes Oomkens. De bevrijding verliep aan het Winschoterdiep redelijk rustig. Wel zitten er in een oude linnenkast, die nu op zolder staat, nog wat kogelgaten. Want her en der zaten Duitsers in de boerderijen verscholen.

    september 2011

  • Een boer in zijn tijd 16 Een boer in zijn tijd 17

    Verhuizing naar Eelderwolde

    De boerderij van Klaas ouders moest weg vanwege de bouw van de Hunzecentrale. Ze verhuisden in 1959 naar Eelderwolde. Het is dus niet de eerste keer dat Klaas moet wijken voor de stad. Maar op-winding hierover is hem vreemd. Hij verbaast zich hooguit over de verspilling en blunders bij de bouw van de nieuwe wijk vlak achter zijn huis. Man die zijn leven lang zuinig is op spullen, denkt voor het doen: zo ben je en blijf je eigen baas als boer. Aan boekhouden werd niet veel gedaan, en investeringsplannen of zoiets Klaas: Je leefde zo ongeveer bij de dag. Ging er wat stuk dan kwam er wel weer ergens wat geld vandaan. En je had goede en mindere jaren.

    Klaas heeft een zus en twee broers. Als oudste bleef Klaas op het bedrijf werken. De ene broer werd vrachtwagenchauffeur, de ander melkrijder. Hij moest voor melkfabriek de Ommelanden aan de Frie-sestraatweg de bussen tweemaal daags ophalen, s winters eenmaal per dag (inhoud 40 liter melk, de bus woog ook zeker 10 kilo). Later werden de bussen 30 liter. Melkrijders hadden geen lange carrire, dit werk was slopend.

    De melk van Klaas bedrijf moest altijd s morgens zeven uur, en s middags zes uur bij de weg staan. Als altijd weet Klaas feilloos de cijfers: Wij hadden 12 bussen bij de weg staan, Luinge aan de overkant 18. Trouwens, er was nog wat fraais met die melkbussen. Klaas vertelt dat er op markt- en feestdagen, met veel volk bij de weg, zo hier en daar wel eens wat meer bussen dan nodig bij de weg stonden. Die waren dan niet vol. Maar ja, het oog wil ook wat De melkrijders hadden er de pest over in natuurlijk. In 1980 stapte de Nederlandse melkveehouderij over op melktanks.

    Klaas begint over de veemarkthallen. Oh ja, aan de Sontweg, waar nu Ikea staat, zegt u dan. Nou nee, Klaas denkt in andere jaren. Het was de voorloper hiervan, de veemarkt van voor 1964 op de plek waar nu de Oosterpoort staat. Elke dinsdag was er veemarkt, en aan het Zuiderdiep was elke week een kleindierenmarkt.

    Eelderwolde in 1966. De snelweg A28 was toen net in aanleg. Maar nog geen Hoornse Plas, Piccardthof, Ter Borch, Hoornse Meer enz. Aerophoto Eelde.

  • Een boer in zijn tijd 18 Een boer in zijn tijd 19

    In huis hangen en staan overal fotos van vee. Hij weet feilloos alle namen, alle jaren: Sara, verkocht naar Peize. Was een mooi droge herfst toen. Klaas heeft de tijd zijn leven te overdenken. Maar weet ook hoe de grasoogst in Denemarken dit jaar is. Hij leest zijn vakbladen.

    Klaas heeft op 11 bunder 28 melkkoeien gehad. Meer plek was er niet in de stallen met alle jongvee er nog bij. Soms werd er land bij gehuurd, op Nieuwklap bij Aduard. Klaas liep ook wel heen en weer met vee. Twee stuks per keer, twaalf kilometer ver. Er was tijd.Soms ging alle melkvee naar Aduard. Dan fietsten ze daar twee keer per dag heen om te melken. Later ging het met de trekker of de vrachtauto.

    Het werk werd altijd met twee paarden gedaan. Voor grasmaaien had je twee paarden nodig, maar ook om pulp te halen van de sui-kerfabriek. Een vracht van 5 ton trekt een paard niet alleen over het Emmaviaduct. Een van de paarden ging weg toen er een oude leger-vrachtauto bijkwam. Die werd overal voor ingezet. In 1973 werd het laatste paard kreupel. Bovendien vonden ze het met paard en wagen in de stad steeds lastiger worden: drukker verkeer, stoplichten. Er werd een Fendt-trekker aangeschaft. In 96 kwam de Belarus waar Klaas nu nog op rijdt.

    Een man die alle veranderingen gezien heeft, en op zijn manier is blijven boeren. De buitenkant oogt wat van vroeger, maar hij is oh zo bij de tijd. Als ik wegga wijst hij me op de groene streep van mos en gras midden op de oprit: Vroeger had je dat niet. Dan liepen de paarden daar.

    september 2011

  • Een boer in zijn tijd 20 Een boer in zijn tijd 21

    De Tien Maten

    We kijken op een regenachtige middag fotos van Klaas land, het is er te nat om wat te doen momenteel. Twee weiden vlak tegen het Elsburger Onland aan. De Tien Maten heet het, zegt Klaas, vroe-ger waren er tien landjes op een rij. De meeste zijn nu verruigd. Het is nu voor de n natuur en voor de ander rommel.

    Op de Tien Maten moet het vroeger een drukte van belang zijn geweest. De weilandjes, afgewisseld met bos staan al sinds mensen-heugenis op oude kaarten. Voor de weiden langs werd een laantje aangelegd, de Haarlaan. Het is goede grond, vroeger werd er groente geteeld. Eelde is per slot een omgeving van kwekers. De landjes ken-den veel verschillende eigenaren. Tien Maten. Een mat is een oude oppervlaktemaat van 49 are, vertelt Klaas. En een mansmat is het stuk dat een goede maaier in een dag kan maaien met de zeis. Wat is trouwens een dag- de seizoensarbeiders van begin 20e eeuw begon-nen om 3 uur s nachts, sliepen overdag als het heet was, en maaiden dan vanaf zes uur weer tot het donker was.

    De boer laat zijn markeringen achter in het landschap. Diepe sporen van tientallen jaren prikkeldraad. Prikkeldraad was de belangrijkste landbouwvernieuwing sinds de oertijd. Het maakte van herders veehouders. Allemaal pas geleden, 19e eeuw.

    Een kaart uit 1913. Waar Nieuwe Elsburg staat liggen de Tien Maten. Het Eelder-diep is nog niet omgelegd. Vroeger was de Hooiweg de hoofdverbinding met Gro-ningen. Paterswoldse Meer en Elsburger Onland vormden een geheel. Er werd veel turf gewonnen. Later werd over een oude legakker in het Onland de nieuwe weg naar Groningen aangelegd (de rode lijn). De streek rond Eelderwolde is een gebied van veenputten en zandkoppen- kleine verhogingen in het laaggelegen terrein. Een ervan heet de Makken hoogte (vlakbij Bruilweering). Wellicht een teken dat de familienaam al lang in de streek voorkomt.

    De Tien Maten in 2005 vanuit de lucht gezien. Het is goed te zien welk land door een boer onderhouden wordt.

  • Een boer in zijn tijd 22 Een boer in zijn tijd 23

    In de twintigste eeuw werden de bospercelen voor de ontspanning gebruikt. Er kwamen zomerhuisjes. Families brachten er het weekend door, ze haalden dan bussen water van de omringende boerderijen.

    In het bosje bij het land van Klaas staat ook een oude hut. Zaten onderduikers in in de oorlog. Het was hier afgelegen toen. Een stuk-je van de sloot bij het bosje hebben we nog samen schoongemaakt, in de regen. Klaas weet het nog precies. Achter het behang kranten uit 1968. Was dat het laatste jaar van be-woning? Ik kwam zelf alweer jaren geleden eens bij dit hutje en toen stonden de theekopjes nog op tafel. Alles volledig in stijl, het was net een klein museumpje in het bos. Daar heb ik dan helaas geen fotos van.

    Het hutje valt langzaam ten prooi aan de jeugd en aan de elementen. Maar het is een mooie plek, waar ook een deel van dit verhaal ge-schreven is.

    De toegang tot een van de bospercelen waar een zomerhuisje stond

  • Een boer in zijn tijd 24 Een boer in zijn tijd 25

    Grasoogst

    Dit jaar (2011) was natuurlijk een drama, met zoveel regen. Klaas had nauwelijks gras kunnen maaien. Hij zat er echt op te wachten, vers voer voor de wintertijd. s Maandags had Klaas al een verkenning uitgevoerd op beide land-jes: ik zag later de soms diepe sporen. Ik kwam hem tegen op het fietspad. Moest hij weer aan de kant, het is soms druk met al die fietsers. Hij ging overleggen met de grasdrogerij. Ik heb al weer wat geschreven, zei ik. Ik kom langs. Ik zag zn ogen even glunderen. De volgende dag toch maar eens even weer naar de Kershof, ik was nieuwsgierig hoe het zou worden met het maaien. Belangrijk, want het gras stond goed op snee. Genoeg voor de halve winter, meldde Klaas met een toch wat begerige blik in de ogen -net een jager die van een plek verneemt waar goed wild zit.Klaas was achter de boerderij bezig de cyclomaaier aan te koppelen. De grasdrogerij kan daar niet komen, de machines zijn te zwaar. Ze zeiden: misschien kun je een loonbedrijf vinden. Ik maai het maar gewoon, en dan zien we weer verder, zegt hij met enige berusting. Ik ga vroeg eten, dan kan het vanmiddag.

    s Middags ga ik kijken. Het tweede landje is al gemaaid en ligt er netjes bij. Dan maakt Klaas op het voorste stuk een proefronde. Maar net als vorig jaar blijkt dit land gewoon te nat. Je ziet de trekker af en toe te diep wegzakken. En het risico om vast te komen zitten neem je niet. De kans is natuurlijk klein dat het nog beter wordt dit jaar. Deze fraaie late septemberweek is op zich al een buitenkans.

    Klaas is om twee uur klaar met maaien. Hij rijdt naar de boerderij, om de oplaadwagen te halen. Dan is er alvast een vrachtje vers gras binnen. Geduld wordt beloond.

  • Een boer in zijn tijd 26 Een boer in zijn tijd 27

    De laatste droge dagOp 4 oktober, vlak voor de voorspelde weersomslag, maait Klaas toch nog het voorste landje. Hoeven we niet de hele winter tegen dat russengras aan te kijken. We laten het maar liggen. Je ziet de veran-dering in de lucht na weken blauw. De schudder is rond 1970 tweedehands uit Peize gehaald. Heeft nog een paardenzitje, maar is aangepast voor gebruik met de trekker. Zon machine werd door metaalman Klaas helemaal uit elkaar ge-haald en dan grondig gereviseerd. De acrobaat (sweeler zeiden wij thuis) is in prima staat. Aan het ma-teriaal is een leven lang ervaring goed af te zien: alles goed in het vet, nauwelijks roest, alles loopt dus inderdaad gesmeerd.

    september/oktober 2011

    Het smalle fietspadBegin oktober fiets ik langs het Omgelegde Eelderdiep. En zie de witte trekker in de verte stilstaan. De bouwers van de nieuwbouw-wijk op het land van Klaas hebben een grote buis over het fietspad gelegd om water af te voeren. Over de buis zijn planken bevestigd. De randen lopen veel te steil af. Fietsen die bouwers zelf wel eens? De cyclomaaier is er op vastgelopen. Ik help door de maaier een eind op te tillen, zodat Klaas weer verder kan. Nou je bent wel de redder in de nood, meent Klaas.Even verderop maak ik de foto. Klaas vindt het maar niks op het fietspad, trekker en fietsers kunnen elkaar door de slappe berm maar moeizaam passeren. Hij maakt zich zorgen dat mensen vallen bij het voorbijgaan. En zo wordt het toch telkens een stukje lastiger te boeren aan de stadsrand.

  • Een boer in zijn tijd 28 Een boer in zijn tijd 29

    Deel van je leven

    Waar je altijd gewerkt hebt. Waar de tijd wat stilstaat. Altijd schemerig. Oeroud spinrag. Hanebalken om af te springen in het hooi. Hooi is je kindertijd, maar ook het weten dat je bedrijf altijd verder gaat. Bestaan. Hoor je het vee, zie je je vader hier nog wat vegen?

  • Een boer in zijn tijd 30 Een boer in zijn tijd 31

    De winter nadert

    Eind oktober, vlak voor de winter. Vier stuks vee, ze mogen over t algemeen zelf bekijken of ze zin hebben buiten te zijn. V.l.n.r: Veline, Femke, Fedor, Felix. Felix is een best stierkalf, daar is wel een koper voor. De gebroeders Oldenburger in Peize maar eens bellen. De liggende koe, Femke, die werd ziek. Op de foto oogt ze al niet zo florissant. Hoesten, niezen, t zijn soms net mensen. Ze was grieperig, rillerig. Femke kreeg maar liefst twee kuren, maar het knapte niet op. Klaas kon het na een tijdje niet meer aanzien. En heeft de veearts toch maar laten komen. Die heeft Femke naast de boerderij geleid, uit het zicht. Voor haar laatste spuitje. Het andere vee stond maar te kijken naar die hoek waar ze om was gelopen, net of ze het wisten. Ze stonden nog twee dagen te loeien en almaar uit te kijken naar Femke. Maar ja die komt niet weer...

    Op 14 oktober is het al een stuk natter. Gelukkig heeft Klaas de schudder in huis kunnen halen. Dan lukt de acrobaat ook nog wel!

    November. De sloten zijn geschoond, het hek is dicht. We wachten op het voorjaar.

    Klaas heeft eind oktober nog mest naar het land gebracht, dit wordt in het voorjaar verspreid.

  • Een boer in zijn tijd 32 Een boer in zijn tijd 33

    Neem nou eens die roller. Die gebruik je als boer hooguit een paar weken in het jaar. Het vee vertrapt het natte land in de herfst, de vorst scheurt de boel open, in het voorjaar ga je dan met de roller over het land om het weer mooi vlak te maken, en wel voordat de weidevogels nestelen. Dat bedenkt Klaas zelf, daar heb je geen natuur-beleid voor nodig. De roller is eigendom van de Landbouwvereniging Eelderwolde. De investering in een landbouwmachine spreid je over de leden. Dan hoef je ook minder intensief te boeren en dus minder te groeien. Minder van alles eigenlijk: kunstmest, gif, nieuwbouwstallen, en waarschijnlijk ook stress. Vroeger werd er ook van alles gezamenlijk ingekocht, dan kwam een schip op de losplek in het Hoornsediep en haalden de boeren daar hun kolen of kunstmest vandaan. De vereniging organiseerde ook gezellige avonden. Er zijn nu nog acht leden, ze komen niet vaak meer bijeen, als 101-jarige vereniging.Rond de buurtschap lag de Eelderwolderpolder. Van 1917 tot rond 1956 was dit een zelfstandig waterschap van 1154 hectare, een van de vele tientallen in de provincie. Dat krijgt nu snel het stempel ineffectief, want klein en weinig professioneel. Het klopt, maar er was ook geen gedoe: iedereen kende elkaar en men verspilde geen gulden. Dit soort samenwerking was vrijwel vanzelfsprekend. Net als elkaar helpen bij het verweiden van vee, of het afkalven s nachts, of hooien, of wanneer je elkaar ook maar nodig had. De boerenstand. IJverig volk, altijd onderweg. Een boer wandelt dan ook niet. Hij loopt.

    Ook in deze tijd werken boeren nog volop samen. Zo kennen alle boeren met blaarkopvee uit de wat verdere omtrek elkaar wel. Ze hebben elkaar ook nodig om de veestapel steeds weer van vers bloed te voorzien. Zo heeft Klaas de afgelopen tijd vee verkocht naar De Groeve, naar Schelfhorst en naar Peize. Hij is altijd benieuwd hoe het met zijn dieren gaat en wil graag eens een kijkje nemen. In de rustige decembermaand is er tijd voor een bezoek aan oude bekenden: de gebroeders Oldenburger in Peize.

    De boer in ons leven

    Boer. Het is een oeroud woord. Het woord boer is verwant aan buur, de betekenis gaat ondermeer terug op buurman, dorpeling. Om het eenvoudiger te stellen: iedereen is buur of boer, en zo was het na-tuurlijk ook ooit. We stammen vrijwel allemaal uit landbouwfamilies, en anders wel uit andere praktische beroepen. Van uit de tijd dat we in ons werk allemaal nog binding hadden met grond, omgeving en voedsel, dat de bestaansmiddelen een centrale plek in het leven in-namen, en zelfs vaak overleving betekenden. Het spreekt ons aan, wat een boer doet. Of moet ik zeggen, deed? Zeker heb ik wel heimwee naar overzichtelijke tijden. Niet vanuit nostalgie - hooguit een romantische inslag - maar vanwege de mense-lijke maat. We nemen niet uitsluitend de economie, maar mensen en dieren als maatstaf.

  • Een boer in zijn tijd 34 Een boer in zijn tijd 35

    Bezoek aan de gebroeders Oldenburger

    Op t zeil dikke stapels brood. Half tien. De kachel loeit, de koffiekan pruttelt, met het zeefje schenkt de vrouw de eerste kokendhete koffie. De mannen zitten met de overall half uit. Pet hangt aan stoel. Over het weer kunnen we kort zijn, het is december en sneeuwt niet. Inwoners en oud-inwoners van Peize en Eelde komen voorbij. Die-en-die is ook al uit de tijd geraakt, zegt Klaas dan. Het laatste loonbedrijf van Eelderwolde is gestopt. Te weinig werk. Er zijn minder boeren, de mannen constateren het maar klagen niet. Hoe staat het vee erbij, heb je hooi genoeg. Hoe is het met de paarden, Wietse en Knelis werken nog deels met belgen. Zonder woorden nog een derde bak koffie. Sjekkie draaien. Wietse, de oudste, rookt met genoegen. En luistert. Zijn ogen glimmen af en toe van plezier. t Is ook wel weer om nog even lekker binnen te zitten.Telkens even stil en dan stelt Knelis een vraag. Knelis legt zijn kopje plat, hoeft niet meer koffie. De afwasteil komt op tafel. En erachteraan de groente om te snijden voor het middageten.

    Als er bijgepraat is gaan de mannen naar de stal. Overall, stevels, pet op. Elke beweging een doel, dat is de boer. We komen in de warme stal. Om eerlijk te zijn ben ik er even helemaal stil van, deze aanblik van al dat vee. Zo moet het op de Kershof ook geweest zijn. En ja, dit doet mij heel erg aan vroeger denken, aan de boerderijen in Oldekerk-Niekerk waar ik zelf speelde of werkte.

    Feilloos weten ze alledrie wie deze brug over het Eelderdiep gebouwd heeft en wie nu eigenaar is

    Links Knelis en Wietse Oldenburger, rechts Klaas Makken

  • Een boer in zijn tijd 36 Een boer in zijn tijd 37

    Het vee hoor je nauwelijks. Wat gezucht en gesteun en af en toe een klaterende straal of het plop plop plop van degelijke koemest. Een zacht rammelende ketting. De bezem die veegt. De geur is overbe-kend en hoort ook bij vroeger. Het is wat schemerig. Het geeft een gevoel van rust, dat dit zo hoort, dat een mens dit bij kan houden. Klaas is al aan t eind van de stal- daar staat de bol die hij vorig jaar aan de gebroeders heeft verkocht. Fred. Geboren in 2010. Aai over de snoet, even bijpraten. Ja, Fred krijgt het nog druk. Hij moet de hele veestapel van vers bloed voorzien. En iets verderop heb je dat andere stierkalf van Klaas, Felix, nog wat in de onnozele leeftijd.

    De stallen staan goed vol deze winter, er kan niks meer bij. Het vee is meteen onrustig van vreemd volk, de bewegingen wat schrikkerig. Her en der wordt de blaas geleegd, net als schapen altijd doen. Ze staan ook nog maar net binnen, verklaart Wietse. Hij veegt wat, er is lang genoeg niks gedaan. Een kalf zit met zn kop klem en wordt bevrijd. Een koe krijgt een por: overeind, even zien of er niks is. Zo lopen we de hele stal wat door. Het jongvee staat niet aan de ketting.

  • Een boer in zijn tijd 38 Een boer in zijn tijd 39

    Knelis is gauw de stallen door. Hij heeft de volgende klus al in t hoofd, een van de acht paarden inspannen. Knelis werkt als jongste het meest met de paarden. Imposante belgen, wat een trekkracht! Als we terugrijden naar Eelderwolde is Klaas een tijdje in gedachten. En zegt dan wat plechtig: Op 20 oktober 2006 werden in Eelderwolde voor het laatst koeien gemolken.

  • Een boer in zijn tijd 40 Een boer in zijn tijd 41

    Alles zijn plek, zijn taak, zijn tijd van het jaar

    Ringen om de paarden of koeien aan vast te binden op het erf.

    Naast de bossen pakjetouw een hele stapel winterdekken voor het vee, zelfgemaakt van kunstmestzakken.

    Over goal, toal en gouw

    Als geboren Groninger viel me op dat Klaas nauwelijks dialect spreekt, meer met een accent. Natuurlijk woonde en woont hij aan de stadsrand, dat speelt mee. En Eelderwolde is grensgebied Groningen-Drenthe. De kinderen Makken gingen in de Polderstraat naar school (de katholieke lagere school in de Oosterpoort). Daar spraken alle kinderen wel Nederlands, een tegenstelling met de dorpsscholen van die tijd. Bovendien kwam Klaas moeder uit Duitsland- ze leerde keurig Nederlands spreken.Toch zit zijn taal vol van de streek; dan duiken opeens mij vertrouw-de woorden op als goent (sommige) of slim (erg). De goal (de hooivak-ken bovenin de schuur) noemt hij (heu)gouw, dat is dan weer Drents. Iemand is voortijdig overleden, daar staat mij nog wat van voor.

    Welke wind waait vandaag?

  • Een boer in zijn tijd 42 Een boer in zijn tijd 43

    Een denker en een lezer is Klaas. Op een middag pakt hij een oud boek uit de kast. Er valt iets moois en ouds uit trouwens. Een zilver-bon, waardepapier van voor de oorlog.Wat denkt u van t weer? is de titel van het boek. Als boer is Klaas hier uiteraard deskundig in, maar hij neemt ook graag wat boeken-wijsheid tot zich. Hij kan je haarfijn het verschil tussen ruigvorst en rijp uitleggen. Maar naast het dagelijks afspeuren van de lucht heeft hij ook altijd de dieren geobserveerd. Dieren reageren op het weer. Als het lang droog is geweest en er nadert regen, dan gaan de zwalu-wen laag vliegen. Dat is vanwege de insecten die dan ook laag vlie-gen. Maar de roeken gaan op de richelpaaltjes en de hekken zitten. Hoe verklaar je dit?

    De laatste veertien jaar woont Klaas alleen op de boerderij. Maar hij heeft zijn taalgebruik niet aangepast: We zetten meestal geen thee s middags. Klaas moeder overleed toen ze bijna 80 was. Vader en zoon woonden nog bijna vijftien jaar met zn tween. Zijn vader werd 93 en heeft tot het laatst toe op de boerderij gewoond. Toen hij niet meer kon doen wat hij zich voorgenomen had, was het gauw gebeurd. Hij had geen doel meer. Het is iets wat Klaas zelf ook na aan het hart ligt. Jezelf redden en het een en ander te doen hebben.

    Klaas zuster woont naast hem. Nu komt dat ook goed uit voor wat hulp. Met wat thuiszorg en maaltijdbezorging gaat het verder prima. Op vrijdag zijn er vaste koffiedrinkers. Een tijdje terug werd op die vrijdagmorgen met enige trots vastgesteld dat Klaas sinds kort de oudste inwoner van Eelderwolde is.

    Wintertijd

    Op een natte dinsdag, 3 januari 2012 zit ik bij Klaas aan de thee. Het fietspad staat blank, de straatverlichting is s avonds al een paar dagen uit. Een tijdje terug zijn riolering en leidingen vervangen. Ja, zegt Klaas, er is maar weinig meer wat tegenwoordig in n keer goed gemaakt wordt. Maar alles is binnenkort weer op de regel.

    Vroeger stond je op het balkonnetje en zag je de autos over de He-reweg gaan. Achter de boerderij kon je soms de tram naar Drachten zien rijden. Er was niets aan bebouwing. Maar wel werd elk stukje land benut. Al die natuurontwikkeling vindt hij maar niks. Logisch als je altijd hebt gezorgd dat het land er netjes bijligt en dat je altijd alles gebruikt. Je zit s winters aan de thee, en dan leg je je handschoe-nen op de kachel te drogen. Dat is het benutten van de warmte.

    Waar de Hoornse Plas nu ligt heeft Klaas ook geboerd. Er was nog geen lichtweerkaatsing van de stad Groningen. Dus aardedonker. Klaas zette in het land witte emmers met zand neer, dan kon je ten-minste de dam vinden naar het volgende stuk land. Je was blij als er ook maar een reepje maan was. Eerder, toen ze nog met paarden werkten hoefde je niet te markeren. Paarden vinden de weg wel. Koeien ook trouwens. Een dier heeft hele andere waarnemingen dan een mens. Klaas zegt het niet zomaar, ook hier heeft hij veel over nagedacht. En dan een kleine bekentenis: Ik zou wel een dag een koe willen zijn , hoe of dat dan is.

  • Een boer in zijn tijd 44 Een boer in zijn tijd 45

    Even naar achteren

    Op een zonnige wintermiddag gaan we samen na de thee naar achteren.

    Bij de deur worden de klompen voor in huis verruild voor de klom-pen voor op de deel. In de bijkeuken bevriest soms het een en ander. Klaas verwarmt niet meer dan n vertrek in huis. De waterleiding naar achteren is ook bevroren. Sjouwen dus met emmers water, net als vroeger. Gelukkig is het geen zomer, dus het vee drinkt veel minder. Vroeger was er een waterput in de stal. Dat was handig, die bevroor nooit.

    Vakantie

    Met de ambachtsschool is Klaas ooit een week naar Schiermonnikoog geweest. De boot vanaf Oostmahorn. Ze zaten in Hotel van der Werff. En vakantie? Een keer een familiebezoek in Duitsland, een paar dagen. Verder? Klaas kijkt me nog eens aan en trekt zijn conclusie: Ik heb altijd vakantie. Op 15 maart 1941 kreeg ik vakantie. Het was de dag dat hij van school afging.

  • Een boer in zijn tijd 46 Een boer in zijn tijd 47

    De biks gaat altijd schoon op. Iedere koe op zijn eigen manier. Hoe-veel stuks vee zul je wel niet gehad hebben als boer, in zon lang werkzaam leven?

    Als we teruggaan naar binnen bekijkt Klaas de oude melkmachine nog eens en laat de theems zien waarmee hij altijd molk. En meldt weer eens: Ja, zo komt aan alles een eind. Maar niet aan alles. Dat loopje naar achteren daar kun je niet meer zonder.

    De hooikar komt mee. Klaas kijkt tegen de lage winterzon in. Waar staan de koeien; is alles zoals het hoort.

    Het duurt even voor Veline en Fedor komen. Er is een vreemde bij. Na een paar keer kennen ze je wel, zegt Klaas. Vroeger kwam je de stal in en dan stonden daar op de balken al die namen in krijt. Sara lll, Anja lV; Bertha Vll. Het heeft me altijd gefascineerd, die vele genera-ties. De naamskeuze is gewoon een kwestie van de meisjesnamen die in zijn. Klaas: Op een tijd had je zon beetje om de andere koe Anitas maar das nou geloof ik weer minder. Boven de koeien stond ook de afkalfmaand, handig voor als anderen eens het vee verzorgden.

    Even de boel schoon. Wat stro erbij en de mest weg. De hark is nog van Klaas grootmoeder geweest. Versleten maar toch vlijmscherp.

  • Een boer in zijn tijd 48 Een boer in zijn tijd 49

    Levensjaren

    Als ik langskom zit Klaas meestal in een makkelijke stoel te lezen. Hij kan deze jaren best wel stilzitten. De arbeid is immers gedaan. En het is winter-tijd.Zijn brede handen zijn door het werk getekend. Kou, warmte, eindeloos melken, de grond, die schroef die opeens toch losschoot.Zijn ogen kijken onbevangen de wereld in. Nieuwsgierig, laat zich soms verrassen, maar heeft je altijd helder in beeld. En wat om ons heen is. Zijn stem is met de melodie van het leven erin, wat omhoog, omlaag; wordt niet verhefd. Maar besluit wel als dat nodig is. Het is een stem die niets vraagt maar veel meedeelt over de wereld om ons heen. Waar hij middenin staat. En tegelijk heeft hij zoveel over vroeger te melden. Constateringen, verwondering, vraagtekens. Geen oordeel of beter weten; we laten de kerk in het midden.

    Levensjaren. Jaren van leven.

  • Een boer in zijn tijd 50 Een boer in zijn tijd 51

    Tot slot: Een boer en een schrijver

    Tja, en waarom schrijf ik dit nu allemaal? Is het toevallig dat Klaas en ik elkaar steeds tegenkwamen? Ook net als de trekker vastzat op het fietspad? En toen in het land..?Waarom ben ik vier jaar niet langs geweest?Vragen, en de antwoorden zijn niet belangrijk. Wel ben ik blij in twee verschillende periodes in mijn leven zelf tijd te hebben gehad om een man te ontmoeten die de tijd heeft.Ik zie weer voor me hoe Klaas zich aan tafel altijd diep over mijn verhalen en fotos buigt, het een en ander grondig bestudeert, en dan iets mompelt als ja zo was het. Wat wil een schrijver nog meer? En wat wil de boer? Op de Kershof wordt in het late voorjaar een kalfje verwacht.

    Groningen/ Eelderwolde, 2006 en 2012

    Simon Wijma

  • Een boer in zijn tijd 2012 tekst en fotos Simon Wijma

    Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, fotokopien, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke

    andere wijze ook zonder schriftelijke toestemming van de auteur

    ISBN

    met dank aan: Roeleke Scholten, Anita Hanemanfotos van Klaas en Simon: Else Wijma

    foto Simon pag. 3: Joke Fenengafoto pag. 16: met dank aan Aerophoto Eeldeproduktie: drukkerij de Marge, Groningen

    correspondentie:Van Moerkerkenlaan 7

    9721 TA Groningentel. 050 526 96 23 of 06 411 480 97

    [email protected]