eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde –...

17
ee EEN DEBAT

Transcript of eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde –...

Page 1: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

eee e n d e b a t

Page 2: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

I n l e I d I n g n I e u w e a n t w o o r d e n n o d I g w e r k w I j z e a c h t w o r k s h o p s workshop 1 > Hoe kan zelforganisatie worden gestimuleerd? > pagina 10 workshop 2 > Hoe kan burgeractivisme in de alledaagse leefomgeving worden bevorderd? > pagina 12 workshop 3 > Hoe kunnen nieuwe vormen van netwerkactivisme worden gestimuleerd? > pagina 14 workshop 4 > Hoe kunnen maatschappelijke instellingen worden gerevitaliseerd? > pagina 16 workshop 5 > Hoe kunnen ngo’s worden geactiveerd? > pagina 18 workshop 6 > Hoe kan vermaatschappelijking worden bevorderd? > pagina 20 workshop 7 > Hoe kan een verbindende overheid inhoud krijgen? > pagina 22 workshop 8 > Wat doen ze in het buitenland? > pagina 25

I n I t I a t I e f n e m e r s

I n h o u d

3788

2 6

Page 3: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

I n l e I d I n g

Wat is het positieve dat ons bindt? Nederland heeft als land stevig ingezet op het bevorderen van sociale cohesie. In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak en de Goede Doelen Loterijen hebben veel activiteiten van harte ondersteund. De uitbouw van de Nationale Postcode Loterij met de sociale ‘poot’ van duurzaamheid getuigt daarvan. Beneficiënten zoals het Oranje Fonds, het Skanfonds, Jantje Beton, de Johan Cruyff Foundation, Resto Van Harte, maar ook Stichting DOEN en initiatieven als Buurtlink leveren wezenlijke bijdragen aan de samenhang binnen bestaande groepen.

Maar steeds vaker worden we ons bewust van de spanningen tussen (groepen) mensen. In de 21minuten.nl internetenquête, met een kleine honderdduizend deelnemers de grootste in zijn soort, stond het gebrek aan waarden en normen niet zonder reden op de eerste plaats van zorgpunten. De spanningen lopen ook op langs etnische lijnen, zelfs in ‘brave’ gemeentes als Culemborg en Gouda. Wetenschappers waarschuwen voor de toenemende kloof tussen laag- en hoogopgeleiden en het wantrouwen tegen beleidsmakers, politici voorop, neemt toe. Waar het aan ontbreekt is tegenbinding: ons collectieve vermogen om de omgangsvormen ‘civiel’ te houden.

Gek genoeg kunnen we dat wel, ieder die ooit een drukke stationshal doorkruiste mag zich zelfs grootmeester noemen. We botsen nauwelijks omdat we een gezamenlijk belang hebben bij een voorspoedige overtocht. Waardoor we op elkaar letten en het gezamenlijk belang dienen. In ons eigen belang. We doen dat ook in het verkeer, op rotondes geven we de voorrang weg met een enkel handgebaar: ga maar. Op het voetbalveld houden we ons aan ongeschreven regels: de bal teruggeven als die na een blessure over de zijlijn is getrapt of de keeper niet aanranden in zijn doelgebied. Maar op andere plaatsen waar we met vreemden de publieke ruimte delen, is het te vaak nog behelpen.

De vraag dringt zich op of zelfs superieure samenbinding en tegenbinding voldoende kunnen zijn om de maatschappe-lijke onvree die zich in brede delen van de samenleving manifesteert, het hoofd te bieden. Na de ontzuiling van de jaren zestig boetten sociale kaders en bewegingen zoals de kerken, vakbonden en het verenigingsleven aan belang in. Daardoor verzwakte de bovenbinding die zij van oudsher boden aan hun achterbannen: speciaal lager opgeleide

3.

Page 4: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

burgers geloven niet langer dat hun stem telt en dat zij gehoord worden door de ‘hoge heren’. Nieuwe kaders zijn nog weinig voorhanden, waardoor gevoelens van onrust en onbehagen in de samenleving moeilijk te kanaliseren zijn en zich uiten in een bijna vanzelfsprekende onvree ten aanzien van beleidsmakers. Mensen voelen zich op afstand gezet, hebben naar hun gevoel nog minder te vertellen in de maatschappij dan tevoren. Toen hun clubs aan hen de zekerheid boden dat er – ergens ver weg – net zulke mensen als zij zich druk maakten over dezelfde besognes. Toen ‘hun’ kerk of vakbond zo nodig voor hun belangen ten strijde trok.

OnvreeDe onvree in brede lagen van de bevolking is voor een wezenlijk deel gegrond op gevoelens van achterstelling. ‘Anderen’ krijgen te veel aandacht en worden zelfs ‘voorgetrokken’. Bewoners van kleinere dorpen voelen zich achtergesteld ten opzichte van grotere buurdorpen: kijk eens naar hun winkels en bij ons kan er zelfs geen fietspad af. Men hoort er voor het eigen gevoel niet bij en voelt zich door de te snelle veranderingen binnen de ‘eigen’ leefomgeving zelfs opzij gezet. Hoogopgeleiden hebben makkelijk praten met hun dikbetaalde banen en topondernemers en politici zijn, totdat anders is bewezen, graaiers. Een te grote groep burgers – volgens onderzoeksbureau Motivaction meer dan een kwart van de bevolking - voelt zich overvraagd door een ‘boze’ buitenwereld. Of zoals een recent onderzoeksrapport concludeerde: 'Men voelt een grote innerlijke nood – niet gehoord worden, geen erkenning, weggedrukt zijn – en er is niemand die daar naar wil luisteren.'

Was dat het enige, dan zagen de vaderlandse beleidsmakers – politici voorop – zich al geconfronteerd met een forse uitdaging. Maar er is meer reden tot zorg. Een grote groep – alweer zo’n kwart – gaat zijn eigen weg. Daar is, behalve uit democratisch standpunt, op zich weinig tegen. Maar ze kiezen massaal in werk en vermaak voor meer individualistische wegen. Hun rol in het verenigingsleven of in de politiek is beperkt, om over hun inzet in het traditionele vrijwilligerswerk niet te spreken. Ze voelen zich niet uitgedaagd door de grote organisaties van dit moment. Velen van hen zijn echter buitenge-woon actief op het net, bijvoorbeeld via sociale media. Zouden we maar tien procent van hun – onbetaalde – inzet kunnenomzetten in maatschappelijk zinvolle bemoeienis, dan groeide ons vrijwilligerswerk explosief. Velen van hen zijn ook met een natte vinger te lijmen tot grote persoonlijke inzet bij het aanpakken van wereldproblemen. Alleen het is ander

vrijwilligerswerk dan tevoren: niet meer dagelijks ziekenbezoek maar projectmatige en enigszins onvoorspelbare blokbetrokkenheid. Je zou kunnen spreken van een veenbrandbetrokkenheid: zo wakkert het op tot een hoog vuur en zo is het weer verdwenen. Om dan, onverwachts en op een geheel andere plaats en wijze, weer op te laaien.

Er is ook nog een iets kleinere en afnemende groep volgzame burgers. Ze wonen in dorpen en in oude volksbuurten; veel allochtonen horen hiertoe. Ze leven in een relatief kleine wereld, met sterke familiebanden en relatief besloten ‘clubs’. Indien je daarvan geen onderdeel uitmaakt, hoor je hen niet. Ze verdwijnen daardoor makkelijk van het maatschappelijk radarscherm. Dat is niet goed want ook hun ontbreekt het aan de bovenbinding. En zowel in de kwetsbare volksbuurten als op de plattelandsdorpen spitsen veel vraagstukken zich toe. Nieuwe Nederlanders voelen zich meer dan tevoren geen, of op z’n best een ongewenst, onderdeel van de samenleving. Grote delen van het platteland worden bedreigd met krimp: afnemende bevolkingsaantallen met de daarbij behorende afkalving van voorzieningen en dalende huizenprijzen. ‘We’ zijn niet goed in het aanpakken van dit soort vraagstukken, dat hebben we de laatste jaren wel bijgeleerd. Maar het lastige is dat volgzame burgers zelden hardop klagen: ze zijn immers volgzaam. En daardoor krijgt hun problematiek, met inbegrip van de afbouw van de cohesie binnen hun leefomgeving, niet de aandacht die noodzakelijk is.

Zo bekeken is er maar één groep burgers die zich goed kan vinden in het maatschappelijk aanbod van betrokkenheid. Hun toerusting en de uitdaging die op hen afkomt, passen bij elkaar. Het zijn daarom actieve burgers: ze doen mee. Lezen de krant, kijken naar de publieke omroep, stemmen. Ze werken bij de overheid of in witteboordenbanen in het bedrijfsleven. Het zijn ook de leden van de grote niet-gouvernementele organisaties (ngo’s): de beneficiënten van de Goede Doelen Loterijen. Maar het is wel Albert Heijn-plus publiek: hoger opgeleid en twee keer modaal om het zo maar uit te drukken. En of ze de andere groepen werkelijk op hun netvlies hebben, mag worden betwijfeld. Dat is lastig want uit hun midden komen ook de regenten van het middenveld en de politiek. Vroeger zorgden zij voor de verzoening van de gescheiden zuilen. Kunnen ze dat nog wel als de bovenbinding is weggevallen? Kunnen onze volksvertegenwoordigers nog wel de belangen van een achterban representeren?

4. 5.

Page 5: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

Het beeld kristalliseert uit. Actieven zitten ‘goed in hun vel’: de uitdagingen op hun pad ‘passen’ bij hun toerusting voor die uitdaging, maar – belangrijker - ze doen ‘iets’ omdat ze verwachten er voldoening aan te beleven. Het mooie woord daarvoor is intrinsieke motivatie: ze zijn betrokken zonder dat iemand van buitenaf daarvoor druk hoeft uit te oefenen. De volgzamen zijn vaak de grootmeesters van hun directe leefomgeving, maar op het bovenlokale front worden ze weinig uitgedaagd en kunnen ze ook relatief weinig aan. Worden (groepen) burgers in een bepaalde relatie echter overvraagd (dus linksboven op de prent), dan overheerst frustratie. Is de uitdaging op hun pad te gering (rechtsbeneden), dan dreigt verveling. Samenbinding maar zeker tegenbinding en bovenbinding krijgen daardoor minder inhoud dan mogelijk is.

6. 7.

niet uitgedaagden

intrinsieke motivatie

uitdaging

toerusting➔

n I e u w e a n t w o o r d e n n o d I g

Hoe kan vorm en inhoud worden gegeven aan de samenbinding, tegenbinding en bovenbinding in een land waar het goed toeven is voor alle bewoners? Dat zijn de vragen die Socires en de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) zich stelden. En hoe kunnen de Goede Doelen Loterijen en Stichting DOEN daar op de meest zinvolle wijze aan bijdragen, voegen de loterijen en DOEN eraan toe.

Tegen die achtergrond nodigen wij u uit om deel te nemen aan een of meer workshops waar diepgaand en creatief kan worden nagedacht over bovenstaande vragen. In totaal worden acht workshops georganiseerd met telkens maximaal 20 deelnemers. De gedachten vanuit die workshops worden gebundeld en bewerkt in een publicatie. De uiteindelijke doelstelling van de initiatiefnemers is het bevorderen van een erkenning, dat hier een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van deze tijd ligt; een beëindiging van onmacht of acceptatie van maatschappelijke verbrokkeling, nonparticipatie en desintegratie en dat vooral door het openen van handelingsperspectieven voor burgers, hun maatschappelijke instellingen en de overheid. De WRR zal de resultaten gebruiken in de voorbereiding van een advies 'Vertrouwen in de burger' dat rond de jaarwisseling wordt aangeboden aan het Kabinet. De Goede Doelen Loterijen en DOEN hopen op basis van de verkregen inzichten de eigen inzet op het gebied van sociale cohesie toe te spitsen. Maar voorop staat de verdieping door de deelnemers zelf. Hun eindproduct moet een inspiratiebron vormen voor anderen door antwoord te geven op de vraag: wat is het handelingsperspectief voor burgers en beleidsmakers?

volgzamen

actievenovervraagden

Page 6: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

w e r k w I j z e

In de discussie worden drie slagen onderscheiden:

1. startbijeenkomst, 29 juni 2011Toonaangevende wetenschappers, publicisten en beleidsmakers wordt gevraagd de discussie aan te zwengelen rond vragen van sociale cohesie, maatschappelijke participatie, integratie en multiculturaliteit. Minister Donner zal de aftrap verrichten.Ook The Big Society - het aanvalsplan van de Engelse regering voor het herstel van burgerverantwoordelijkheid en maatschappelijke verbanden – krijgt aandacht.

2. workshops, augustus-september 2011Besloten samenspraak van beleids- en uitvoeringsverantwoordelijken (ook uit de particuliere sector, bijvoorbeeld maatschappelijke organisaties, sportinstellingen of wooncorporaties) met wetenschappers en waarnemers. De uitnodigingen voor deze bijeenkomsten zijn op naam gesteld. Om een vrije gedachtegang te bevorderen wordt zonder instemming vooraf niet extern geciteerd. Van de bijeenkomsten wordt verslag bijgehouden dat aan de deelnemers wordt voorgelegd.

3. slot, najaar 2011 Aanbieding eindverslag.

a c h t w o r k s h o p sOp de volgende bladzijdes worden de gespreksthema’s van de workshops nader omschreven, dit niet om de discussie in te perken maar veeleer om een gerichte keus tot deelnemen te bevorderen.

8.

Page 7: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

Wat is er mogelijk? Wat willen en kunnen burgers voor hun rekening nemen? Hoe kunnen beleidsmakers en ngo’s hen daarbij stimuleren en ondersteunen? Of moet de overheid wellicht vooral op afstand blijven en het initiatief bij de burgers laten?

op welke beleidsterreinen is vordering te maken? En bij wie ligt het initiatief? Is het stimuleren van nieuwe energie-initiatieven in de buurt een middel om binding te bevorderen? Bij veiligheid – algemeen onderkend als een prioriteit – liggen kansen maar het huidige beleid is halfslachtig, om het aardig te zeggen. Dat geldt in nog sterkere mate voor de betrokkenheidsinitiatieven op kwetsbare terreinen als maatschappelijke ondersteuning/welzijn, inburgering/integratie en schooluitvalbestrijding. Hoe is daar verandering in te brengen?

Beschikken burgers over voldoende informatie en weten ze wat ze aan een vraagstuk kunnen doen? Zijn mensen meer bereid tot actie indien ze weten wat ze kunnen ‘verdienen’ met eigen handelen? Is bijvoorbeeld een kwantumsprong mogelijk bij energiebesparing indien vergelijkbare gebruikscijfers per huishouden beschikbaar zijn? Is het zinvol financiële prikkels in te bouwen die eigen actie stimuleren? Een bonus-malus regeling bijvoorbeeld, niet alleen voor veilig rijden maar ook voor veilig wonen? Met minder inbraak en ongelukken, omdat ‘we’ onszelf meer verantwoordelijk achten.

Is het zinvol burgerbetrokkenheid te institutionaliseren van bovenaf? Of gebeurt er al veel van onderen op en moeten beleidsmakers juist dat faciliteren? En wie moet dat doen? Bedrijven, overheid of ngo’s?

hoe bereiken beleidsmakers de ondernemende aanjager die een initiatief neerzet en anderen meekrijgt?

w o r k s h o p 1 > h o e k a n z e l f o r g a n I s a t I e w o r d e n g e s t I m u l e e r d ?

kunnen we bevorderen dat individuele burgers meer inhoud willen geven aan een eigen verantwoorde- lijkheid voor ‘hun’ samenleving? het gaat dan om de tegenbinding tussen burgers onderling, zonder tussenkomst van organisaties of overheden. elke enquête wijst onveranderlijk uit dat het verval van waarden en normen – noem het: fatsoen – in de openbare ruimte de grootste zorg is, ongeacht de samenstelling van ‘het publiek’. het curieuze is tegelijkertijd dat beleidsmakers juist op dit gebied op onderdelen wezenlijke voortgang hebben gemaakt. Vroeger stonden we ’s nachts om half een stil voor een rood verkeerslicht om dat een ambtenaar dat zo had bepaald. nu kijken we op een rotonde onze medeweggebruiker aan en is een handgebaar of hoofdknikje voldoende om onze voorrang te ‘regelen’. met een betere doorstroming en minder schade als blijmoedig gevolg.

Er is ook nog een andere ontwikkeling zichtbaar met betrekking tot de wijze waarop mensen met elkaar omgaan in de openbare ruimte. Ze organiseren buurtinitiatieven en geven de anonieme publieke ruimte een nieuwe functie: van buurttuinen tot oude winkels die omgetoverd worden tot nieuwe ontmoetingsplekken.

Zouden het rotondedenken en de nieuwe vormen van binding ook op andere beleidsterreinen kunnen werken? Kunnen we burgers ook verbinden met volgende generaties of veel kwetsbaarder mensen in veraf gelegen landen? Het milieubeleid is vrij ver verinnerlijkt binnen de samenleving: ‘we’ doen en laten dingen omdat dat goed is voor het milieu. Een aantal andere ervaringen stemt echter minder hoopvol. De WMO bijvoorbeeld heeft bedenkelijke uitvoeringstrekjes. Uitgangspunt was een sterker accent op mantelzorg: niet professionele zorgverleners maar veeleer ‘naasten’ – familie, buren, vrienden – zouden de eerste zorglijn vormen voor hulpbehoevenden. Maar ging het wellicht om een ‘platte’ bezuiniging waarbij de overheid de zorg doorschoof naar vrijwilligers?

››

10. 12.workshop 1.

Page 8: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

w o r k s h o p 2 > h o e k a n B u r g e r a c t I V I s m e I n d e a l l e d a a g s e l e e f o m g e V I n g w o r d e n B e V o r d e r d ?

de grote winnaar bij de drie meest recente gemeenteraadsverkiezingen was de ‘lokale partij’. Bij de raadsverkiezingen in 2010 werden lokale partijen in een-derde van de gemeenten de grootste partij. In totaal stemde 23,7 % op een lokale partij. hun aanhang wordt in de eerste plaats gemotiveerd door een concreet, inhoudelijk probleem dat naar gedeeld inzicht onmiddellijke oplossing behoeft. ook de lokale burgerinitiatieven ontpoppen zich op vergelijkbare wijze. Veel actiegezelschappen voeren campagne tegen gemeentelijke plannen die door de bewoners als een aanslag op de leefbaarheid van hun omgeving wordt gezien, van het bouwen van ‘megalomane’ gemeentehuizen tot het asfalteren van natuurgebieden. Veiligheid en milieu staan standaard bovenaan de lijst van actiepunten.

Bepalend voor hun succes is de aanwezigheid van verbinders, mensen die draagvlak hebben binnen de eigen gemeenschap maar ook toegang hebben tot de wereld van beleidsmakers en bestuurders. Niet zonder reden spreken we daarom van netwerkactivisme: door het koppelen van netwerken worden nieuwe verbindingen gelegd op het speelveld van burgerbetrokkenheid. Vaak zijn die trekkers en ook de vereiste deskundigen aanwezig binnen de eigen kring. Is dat niet het geval, dan gaat het erom hun te homogene gemeenschap te ‘spikkelen’ door het van buiten af ‘droppen’ van verbinders. Dicht bij huis, in de volkswijken en dorpen met weinig gestudeerde burgers, zijn het vaak de frontlijnwerkers van de maatschappelijke instellingen die die rol vervullen: de huismeesters van de wooncorporaties, buurtagenten, welzijnwerkers, gemeentelijke wijkcoördinatoren, supporterscoördinatoren bij het profvoetbal. Maar op nationaal niveau treden ook steeds vaker BN-ers in het strijdperk: Jort Kelder (tunnel bij Naardermeer) en Youp van ’t Hek (T-Mobile) vormen daarvan voorbeelden.

Beleidsmakers voelen zich slecht op hun gemak met dit soort ontregelende initiatieven. Aan de andere kant weten velen dat een deel voor het vraagstuk van burgerbetrokkenheid vermoedelijk hier is te vinden. De vragen dringen zich op:

Bieden de nieuwe vormen van burgerinitiatief de ‘gewone man’ een alternatief voor de weggevallen zuilen? Hoe kunnen in dat geval bestaande drempels worden weggenomen zodat ze vlugger tot resultaat kunnen komen? Op welke wijze kan bijvoorbeeld de helpende hand worden uitgestoken door externe verbinders ‘in stelling’ te brengen?

welke gerichte actie kan de niet-uitgedaagden – de voortrekkers van de kenniseconomie - verleiden tot grotere maatschappelijke betrokkenheid? Kan dat bijvoorbeeld door het opwaarderen van de stedelijke openbare ruimte waar ze elkaar treffen in cafés, musea, bibliotheken, loungeplekken, winkelstraten, pleinen en parken?

moeten politieke partijen afstand houden van die terreinen waar het apolitieke burgerinitiatief floreert en bijvoor-beeld de buurt uitgaan om zo de vereiste ruimte te creëren? Welke afstand moeten deskundige ambtenaren houden om te voorkomen dat ze burgerinitiatief verstikken?

hoe kan het ongemak onder beleidsmakers worden bestreden? Op welke wijze kan de overheidscultuur tegemoetkomen aan de behoeften en kwaliteiten van het ‘ontregelende’ activisme van voortdurend wisselende groepen burgers?

››

12. workshop 2.

Page 9: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

w o r k s h o p 3 > h o e k u n n e n n I e u w e V o r m e n V a n n e t w e r k a c t I V I s m e w o r d e n g e s t I m u l e e r d ?

de ontwikkeling van nieuwe media – met name de opkomst van sociale media – biedt burgers veel meer mogelijkheden om bij elkaar en bij hun omgeving betrokken te raken. het is door de nieuwe media veel makkelijker om met elkaar in contact te komen en zo nodig zelfs gezamenlijk in actie te komen. de maatschappelijke turbulentie in noordelijk afrika en het midden-oosten getuigen daarvan. echter ook in eigen land zijn vele nieuwe netwerken actief – en ook effectief – als uiting van burgerbetrokkenheid en nieuwe binding. Beleidsmakers weten zich van hun kant daarbij vaak overvraagd; de scholierenstaking en het ‘kritisch prikken’ bijvoorbeeld veroorzaakten lichte ontreddering rond de hofvijver. en dan hebben we het nog niet gehad over wikileaks.

De meeste door deze groepen gemaakte media-items zijn echter bijzonder positief van aard, terwijl je dat geluid in de landelijke media nauwelijks hoort. Het initiatief Samen Online bijvoorbeeld, brengt ouderen en jongeren met elkaar in contact door middel van computerlessen. In steden en dorpen ontstaan lokale mediaplatforms die hun kijk op de leefomgeving geven. Goed nieuws en ander nieuws is mogelijk! Belangrijk is ook dat de redacties gemengd zijn. Jong en oud, migranten en oorspronkelijke Nederlanders door elkaar.

Dergelijke ad-hoc vormen van netwerkactivisme worden ‘bemenst’ door een nieuwe generatie ict-vaardigen. Een groot deel daarvan is nauwelijks geïnteresseerd in ‘de landelijke politiek’ maar kan zich, als ’t nodig is, snel en effectief organiseren in informele veenbrandinitiatieven: zo zijn ze er niet en zo zijn ze er wel. Hun acties richten zich, zoals in de volkswijken, op hun fysieke leefomgeving: er ontstaat positieve reuring voor het behoud en verbeteren van de leefomgeving. Probeer maar eens bomen te kappen op een stadsplein of het parkeerbeleid c.q. de sluitingstijden van de horeca op de schop te nemen. Maar hun horizon strekt zich ook uit buiten hun directe omgeving. Het zijn de grootmeesters van de kopersstaking die hun

‘macht’ bundelen om zo onhaalbare doelen te verwezenlijken (zie ook workshop 6. Stimuleren van vermaatschappelijking). Het zijn ook de grootmeesters van de flash mobs, soms met alleen een ludiek sociaal doel maar altijd de ‘dreiging’ van een gedeeld beleidsdoel. Het vergaren van veertigduizend handtekeningen – de drempel voor een nationaal burgerinitiatief – is voor hen een fluitje van een cent.

wat zijn de nieuwe netwerkvormen en hoe kunnen beleidsmakers en bestuurders die de ruimte geven?hoe zien de nieuwe netwerken er uit? Zijn ze vluchtig of duurzaam? Welke onderwerpen gaan een hoofdrol spelen en op welke wijze kristalliseren de initiatieven zich uit?

hoe kunnen we de oude netwerken en de nieuwe netwerken aan elkaar linken? Of zijn ze dat al? Kunnen we de informatie uit de lokale media-initiatieven overbrengen aan de gevestigde media? Krijgen we dan misschien vaker goed nieuws? Vormen de sociale media een werkelijk alternatief voor de klassieke media en kunnen ze de kwetsbare informerende, analyserende en activerende rollen vervullen?

hoe kunnen beleidsmakers de voorwaarden scheppen die de actieve betrokkenheid van de nieuwe generatie ict-vaardigen kan bevorderen? Welke vorm van informatie-uitwisseling is het meest productief en hoe kunnen waarden als privacy worden gewaarborgd? Worden minder toegeruste burgers niet overmatig op achterstand gesteld? Hoe verhouden deze nieuwe vormen van netwerken zich tot samenbinding en/of tegenbinding?

kunnen kleine en besloten groepen activisten niet een overmatige invloed uitoefenen? Moeten beleidsmakers bevorderen dat het netwerkactivisme niet overmatig doorschiet? Steeds bestaat de dreiging van hypes, cascades, echokamers. Moeten ook producenten – binnen de traditionele marktwerking het doelwit van consumentenbescher-ming – bij de nieuwe netwerking worden beschermd tegen de gebundelde macht van burgers die hen op een willekeurig moment kunnen ‘overvallen’? Geldt hetzelfde rond beleidsmakers? Of gaat het hier om een niet te stuiten of te organiseren maatschappelijke ontwikkeling? Een fact of life met als spelregel: wie er het best mee omgaat, mag ‘blijven’?

workshop 3.

››

14.

Page 10: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

w o r k s h o p 4 > h o e k u n n e n m a a t s c h a p p e l I j k e I n s t e l l I n g e n w o r d e n g e r e V I t a l I s e e r d ?

de maatschappelijke instellingen – onderwijs- en zorginstellingen, wooncorporaties, welzijnswerk, vervoersbedrijven - vormen de thuisbasis voor de belangrijkste maatschappelijke voorzieningen van burgers. ze vormen in de dagelijkse praktijk een belangrijke toetssteen voor de mate van tevredenheid van burgers. willen ‘we’ hun onvree bestrijden, dan is het dus zaak hen meer te betrekken.

Dat is verre van eenvoudig. De bestuurlijke cultuur van veel instellingen ademt nog de geest van de ‘oude’ zuilen, ingekapseld en gebureaucratiseerd door de overheid. Er is ook sprake van een enorme schaalvergroting en vooral binnen de grotere instituties fungeren bestuurders gescheiden van professionals. Nog breder is echter de kloof die hen gezamenlijk als ‘witte boorden’ scheidt van de ‘blauwe boorden’ van de uitvoerende frontlijnwerkers en de cliënten (zorgbehoevenden, leerlingen, huurders, reizigers).

Dat bijt, zeker wanneer een betere dienstverlening gebaat is bij een verbrede taakstelling van de maatschappelijke instellingen zodat ze niet als kokers naast elkaar ‘leven’ maar elkaars hand kunnen vinden om maatschappelijke gaten te dichten die zich voordoen in de leefomgeving van ‘hun’ doelgroep. Hun taak is het borgen van de kwaliteit van het maatschappelijk vangnet voor de meest kwetsbaren in de samenleving en dat kan niet zonder een intensieve samenwerking en een sterkere betrokkenheid van de blauwe boorden. Ondanks grote inspanningen is de doorwerking in de vorm van patiëntenraden in de zorg, medezeggenschapsraden in het onderwijs, bewonersbetrokkenheid binnen de wooncorporaties, etc. beperkt succesvol. Zonder pretentie van volledigheid roept dat een aantal vragen op:

kunnen de frontlijnwerkers van de maatschappelijke instellingen de vereiste bruggen slaan in hun dagelijkse wisselwerking met cliënten? Krijgen ze daarvoor voldoende ruimte en ondersteuning van hun ‘bazen’?

hoe kan de institutionele tegenbinding tussen de vertegenwoordigers van witte en blauwe boorden (b.v. medezeggenschaps- en ondernemingsraden) worden verbeterd? Hoe kan worden bevorderd dat frontlijnwerkers en cliënten mondiger worden en beter voorzien van de toerusting daartoe?

Is de schaal van veel maatschappelijke instellingen niet te ver doorgeschoten voor een zinvolle bovenbinding? Wie is sowieso eigenlijk de ‘eigenaar’ van een maatschappelijke instelling? Is het zinvol het huidige coöptatiesysteem van raden van toezicht of commissarissen te doorbreken ten faveure van meer inbreng van gebruikers of medewerkers?

moeten burgers ook geen directere invloed hebben op de politieke besluitvorming op dit terrein? Het betreft vrijwel altijd regionale voorzieningen (regionale opleidingscentra (roc’s), streekziekenhuizen, streekvervoer, woning- en arbeids-markt, jeugd- en ouderenzorg). Beleid wordt ‘gemaakt’ binnen bestuurlijke regio’s (samenwerkingsverbanden vangemeenten). Burgers staan echter door de getrapte aanstelling van de regionale beleidsmakers op grote afstand. Hoe kan dit worden verbeterd? Door het schrappen van gemeenten ten faveure van regio’s? Door directe verkiezingen van de top-bestuurders van de instellingen op regionaal niveau zoals in de VS?

welke rol hebben maatschappelijke instellingen bij het herleven van kwetsbare buurten en het beperken van de gevolgen van krimp? Zonder hun medewerking vallen er mogelijk te grote gaten in de voorzieningen. Mogen hun bestuur-ders worden aangesproken op de noodzakelijke samenwerking en welke sancties dienen te gelden? En wat is de rol van burgers in het opstellen van langetermijn plannen?

hoe ver rekken we de kerntaken op van maatschappelijke instellingen? Moeten scholen zich beperken tot ‘rekenen en taal’ of moeten ze, zeker waar het betreft de meest kwetsbare jongeren, worden ‘afgerekend’ op de bredere taakstelling van ‘structuur en verbondenheid’? Mogen wooncorporaties worden aangekeken op meer dan stenen stapelen en waar wordt de grens van hun maatschappelijke betrokkenheid getrokken? Dienen zorginstellingen de helpende hand uit te steken naar mantelzorgers of andere vrijwilligers? Moeten de verzekeraars, behalve met uitvoerende taken in de gezondheidszorg, ook worden belast met een grotere verantwoordelijkheid op het gebied van veiligheid?

workshop 4.

››

16.

Page 11: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

w o r k s h o p 5 > h o e k u n n e n n g o ’ s w o r d e n g e a c t I V e e r d ?

nergens zijn zoveel burgers lid of donateur van een not-for-profit organisatie als in nederland. op elk beleidsterrein drukt een andere ‘verzameling’ spelers een stempel. het blijkt ook wel degelijk mogelijk invloed uit te oefenen op concrete beslissingen. de tegenbinding op het maatschappelijk middenveld heeft zich daardoor de afgelopen decennia sterk ontwikkeld. dat leidt tot ongemak bij de gevestigde orde op het middenveld. zullen politieke partijen het met hun grote Verhaal ooit kunnen ‘winnen’ van single issue bewegingen die – soms met voorbijgaan van wetten en praktische bezwaren - de absolute prioriteit voor hun invalshoek uiteen plegen te zetten?

De aanhang van het overgrote deel van de ngo’s wordt bovendien gedomineerd door – wat we eerder noemden - actieve burgers. Daardoor is het ‘vacuüm’ van de ontzuiling vooral voelbaar bij de niet-uitgedaagden (die zich echter wel ‘redden’ via hun eigen, vaak informele netwerken), de overvraagden (zijn zij mede daardoor overvraagd?) en bij volgzamen die niet alleen te maken kregen met een terugloop van kerken en van oudsher bindende organisaties als ‘plattelandsvrouwen’ en coöperaties, maar ook de status van natuurlijke verbinders zoals artsen en hoofdonderwijzers zagen eroderen. In de grootstedelijke omgeving werd de samenbinding verder onder druk gezet door grootschalige migratie, waarvoor – naast de moskee - geen natuurlijke opvang bestond.

Tegelijk groeit de internationale dimensie. De rol van Nederland wordt in een steeds grotere wereld allengs kleiner. Nederlandse beleidsmakers zijn in toenemende mate onmachtig om internationale besluitvorming te beïnvloeden. Burgers zijn zich daarvan bewust maar voelen zich er ongemakkelijk bij. Ze zoeken daarom ook andere beïnvloedingswe-gen die hen deels worden aangereikt door internationale ngo’s of protestacties. Activisten kunnen zonder al te veel kosten in voortdurend wisselende samenstellingen een gezamenlijke invloed organiseren. Flexibele netwerkorganisaties kunnen snel op nieuwe ontwikkelingen inspelen, gemakkelijk oplossingen genereren, en vlot initiatieven ontplooien. Daarbij steken overheidsinstanties vaak af als inefficiënt, ineffectief, en soms irrelevant. Veel ngo’s hebben grote stappen gemaakt maar ook hún functioneren roept vragen op:

staan ngo’s wel borg voor een voldoende tegenbinding richting beleidsmakers? Een aantal traditionele ngo’s lijkt in hoge mate ‘gedomesticeerd’: ingekapseld door beleidsmakers die niet schuwen de financiële koorden aan te trekken. Worden ze niet overmatig ingezogen in het zompige middenveld? Hoe kan een betere informatievoorziening van burgers worden bevorderd, zodat ze in staat zijn om ngo’s te beoordelen op hun presteren en vervolgens te stemmen met hun voeten?

door hun professionalisering zijn ngo’s in staat de media beter te ‘bewerken’, fondsen beter te werven, lobbies beter inhoud te geven. Deze ontwikkeling kan echter ook leiden tot een grotere afstand tot hun achterban waardoor de bovenbinding gering is. Hebben hun leden en donateurs voldoende invloed? Zo niet, hoe kan dat worden verbeterd? Vertillen de ngo’s zich niet en trekken ze niet een te grote broek aan? Het zijn vaak relatief kleine organisaties met beperkte personele en financiële middelen en een zeer lange agenda.

hoe kunnen de grote ngo’s een bovenbinding bieden aan nieuwe achterbannen? Volgzame burgers, allochtonen in kwetsbare buurten maar ook de plattelandsbewoners in krimpgebieden? Wat kunnen ze beteken voor niet-uitgedaagden? Spelen bestaande formules nog wel voldoende in op de behoeften en kwaliteiten van brede lagen van de bevolking? Zo niet, zijn ngo’s dan wel gelegitimeerd in hun belangenbehartiging?’

doen de ngo’s er verstandig aan om hun heil te zoeken in een intensieve wisselwerking met beleidsmakers of kunnen ze hun doelen beter dienen in partnerships met ondernemingen of, zelfs nog een slag verder, het werken via de band met burgers? Overheden blijken vaak matig betrouwbare partners; wisselingen van de politieke wacht leidt regelmatig tot een andere opstelling waarbij eerdere afspraken een beperkte waarde blijken te hebben. Is directe actie via ‘de markt’ niet effectiever (zie ook workshop 6. Stimuleren van vermaatschappelijking)?

kunnen de - relatief zeer grote – nederlandse ngo’s een grotere rol vervullen in de mondiale besluitvorming? Internationaal slaan nationale beleidsmakers niet vaak genoeg een deuk in een pak boter. Kan een krachtenbundeling met ngo’s en ‘Nederlandse’ multinationale ondernemingen in geselecteerde nissen ‘scoren’? Kan de Nederlandse overheid, wellicht in samenwerking met de Goede Doelen Loterijen, een favoriete thuishaven bieden voor internationale ngo’s en vergaderfora?

workshop 5.

››

18.

Page 12: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

w o r k s h o p 6 > h o e k a n V e r m a a t s c h a p p e l I j k I n g w o r d e n B e V o r d e r d ?

ondernemingen worden steeds vaker het doelwit van ad-hoc acties van vaak informele actienetwerken die de veenbrand zeer plots en in betrekkelijk onvoorspelbare vormen doen oplaaien in hun naaste omgeving. Burgers oefenen een toenemende invloed uit ‘via de band’ van de vijf markten: productenmarkt, arbeidsmarkt, kapitaalmarkt, burenmarkt en zingevingsmarkt. traditioneel beschouwen we die als gescheiden van elkaar.

Burgers zijn actief in verschillende rollen als consumenten, werknemers, beleggers, buurlieden en betrokken burgers. Ook ‘producenten’ vervullen andere rollen: zij zijn de aanbieders van producten, banen en aandelen of dingen in de burenmarkt door goed nabuurschap naar de gunst van hun directe omgeving die hun de zogenoemde license to operate verschaft: de goodwill die het verschil kan maken als er onverhoopt iets fout gaat of als er een nieuwe vergunning nodig is. Het zijn vaak ondernemingen en instellingen die in die markten met elkaar concurreren. Slechts de zingevingsmarkt wordt gedomineerd door andere spelers: kerken bijvoorbeeld of goededoelenorganisaties en verenigingen maar ook politieke partijen die met hun inzet op het gebied van maatschappelijke zingeving dingen naar de gunst van burgers.

In toenemende mate vervloeien de vijf markten. Burgers gebruiken hun ‘macht’ in de ene markt om doelen in de andere af te dwingen. Shell (Brent Spar), Nike (kinderarbeid) en Heineken (‘foute’ investering in Birma) kregen te maken met een kopersstaking. ‘Kiloknallers’ werden onder druk gezet, niet-duurzame chocoladeletters mogen niet meer mee met de Sint. Unilever koos een verstandige weg voorwaarts na ‘bedreiging’ door Greenpeace vanwege ‘foute’ palmolie-inkoop. Vakbonden spraken zich uit over milieu en werknemers verwachten van hun ‘bazen’ goed gedrag op het gebied van mensenrechten: geen kinderarbeid bijvoorbeeld of discriminatie en wel gelijke kansen voor vrouwen en allochtonen. Pensioenfondsen oefenen als grootbeleggers druk uit op multinationale ondernemingen en stellen op aandeelhoudersver-gaderingen scherpe vragen over te hoge beloningen. Van de politiek verwachten we dat die ingrijpt bij oneigenlijke

activiteiten van wooncorporaties of ‘asociale’ strategische ondernemingskeuzes zoals de sluiting van een groot laboratorium.Veel ondernemers, en met hen beleidsmakers en ook verontruste burgers, volgen deze ontwikkeling met argusogen. Dreigt niet de macht van het irrationalisme: de veenbrand, met de bijbehorende risico’s van doorschietende hypes, als het nieuwe middenveld? Er zijn ook andere vragen die een antwoord behoeven:

moeten beleidsmakers de vermaatschappelijking van het bedrijfsleven actief bevorderen, zoals de recent aangetreden Vk regering expliciet stelt in zijn manifest Building the Big society? Kunnen (financiële) prikkels samenwerking van ondernemers bevorderen, bijvoorbeeld voor de fysieke inrichting en veiligheid van de ‘eigen’ bedrijfsomgeving (b.v. business improvement districts)? Moeten beleidsmakers als onderdeel van het marktontwikkelings-beleid toezicht organiseren op de wijze waarop ondernemingen maatschappelijke belangen behartigen (c.f. AFM met consumentenbelangen en DNB met stabiliteit van het financiële systeem)?

of moeten beleidsmakers zich juist onthouden van actie en ‘de markt’ het werk laten doen? Kunnen ze daartoe de spelregels van de verschillende markten beïnvloeden en de zuiverheid daarvan waarborgen? Kan de werking van het reputatiemechanisme worden versterkt door de positie van ngo-waakhonden en klokkenluiders te versterken?

welke informatie is vereist om met name de – groeiende – groep niet-uitgedaagden goed te bevoorraden? Zij kunnen hun zaakjes regelen buiten de overheid om. Kunnen offensieve ngo’s en/of e-veenbrandinitiatieven hen effectief activeren? En hoe kunnen beleidsmakers en/of Goede Doelen Loterijen hen hierbij optimaal faciliteren?

kan het zijn dat maatschappelijk verantwoord ondernemen, gestimuleerd door zowel betrokken burgers als beleidsmakers in alle vijf markten, ‘normaal’ wordt: de enige manier om te ‘passen’ binnen een samenleving? En kan het zijn dat Europa – niet Amerika met zijn nadruk op corporate social responsibility als een kwetsbare vorm van charitatief handelen – hierbij de leiding zal nemen? Hoe kan in dat geval Nederland een sleutelpositie innemen, als een spin in het mondiale web?

workshop 6.

››

20.

Page 13: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

w o r k s h o p 7 > h o e k a n e e n V e r B I n d e n d e o V e r h e I d I n h o u d k r I j g e n ?

Beleidsmakers blijken veelal hun beste vijand. In het onderzoek van de wrr blijken initiatiefnemers steeds aan te lopen tegen dezelfde drempels voor verandering. In de eerste plaats domineert de korte termijn bijna altijd de lange termijn: burgers hebben een korte tijdshorizon maar ook de agenda van beleidsma- kers wordt bepaald door onmiddellijke vraagstukken. In de tweede plaats werken de bestaande overheidsstructuren en -systemen remmend op het burgerinitiatief: de klassieke weber-hiërarchie wordt bovendien niet graag ontregeld. In de derde plaats schuurt de logica van de beleidsmakers met die van de burgers en hun eigen uitvoerders aan de frontlijn. dat geeft vooral bij overvraagden voeding aan een we-tegen-ze gevoel of aan onverschilligheid bij niet-uitgedaagden. en tenslotte worstelen velen, beleidsmakers voorop, met onzekerheid: weten we wel wat we echt willen en kunnen we dat dan ook?

Onzekere beleidsmakers kunnen niet verbinden. Ze hebben geen verhaal dat kan verwarmen en inspireren. Mensen voelen hun onzekerheid die op tv uitvergroot als onechtheid. Te makkelijk grijpen beleidsmakers naar machobeleid, centraliseren ze beleidstouwen om krachtdadig te kunnen optreden. Met – onvermijdelijk - als neveneffect een mindere burgerbetrokken-heid. Is dat erg? Uiteindelijk vormt burgerbetrokkenheid de basis voor een levende democratie. Wanneer te veel burgers niet stemmen of zich niet betrokken voelen bij 'hun' overheid, dan rijzen er vragen over de legitimiteit van de volksvertegenwoor-diging. Overvraagden en niet-uitgedaagden tellen op dit moment al op naar meer dan de helft van de bevolking. Wat zijn de contouren van een verbindende overheid? Hoe kunnen de vier drempels voor verandering worden weggenomen of – op z’n minst – verlaagd?

welke meerjarenaanpak kan een doorbraak teweegbrengen in de verbinding tussen beleidsmakers en burgers? En daardoor een halt toeroepen aan de projectencarrousel die op dit moment samenbinding probeert te bevorderen? Of moet veeleer worden gericht op de samenbinding en tegenbinding tussen (groepen) burgers onderling? Welke rol kunnen de Goede Doelen Loterijen hierbij spelen indien de overheid achterblijft?

zijn de huidige structuren en systemen voor burgerbetrokkenheid wellicht te veel afgestemd op de behoeften en kwaliteiten van de actieve burgers? Kunnen andere uitdagingen worden geformuleerd die beter passen bij de toerusting van overvraagden, volgzamen en niet-uitgedaagden? Gaat het daarbij om andere structuren - gekozen burgemeesters, referenda, etc. – waarmee de laatste decennia veelvuldig is geëxperimenteerd? Gaat het wellicht om het inperken van de bestuurlijke drukte : welke lagen of kokers of spelers kunnen we ‘kwijt’? Of is de territoriale structurering van het Huis van Thorbecke achterhaald en ontbreekt er een passende EU-dimensie? Of gaat het veeleer om de procedures die niet langer passen bij de mondigere, beter geïnformeerde burgers van vandaag?

meer vertrouwen in burgers? Het is makkelijk gezegd maar waar trekken we grenzen? Waarom stellen we bijvoorbeeld voortdurend nieuwe toezichthouders aan om burgers te beschermen? Kunnen ze dat zelf vaak niet veel effectiever? Tv-programma’s als TROS Radar en Kassa weten kennelijk een snaar te raken. En het rotondedenken blijkt ook te werken.

hoe kunnen politici vorm en inhoud geven aan een inspirerende politiek? Kan de klassieke Weber-hiërarchie worden omgevormd tot een meer verwarmende werkomgeving voor hun ambtenaren en uitvoerders? Herkennen burgers zich nog wel in de indirecte samenstelling van kabinetten en colleges van B&W of haken ze daarop af? Wat is in dat geval het alternatief? Een direct gekozen minister-president die een ‘zwaar’ maar niet superpolitiek kabinet samenstelt? Zodat het zwaartepunt van ‘het politieke debat’ komt te liggen in de volksvertegenwoordiging? Of is er een ander model dat beter herkenbaar is? Of zijn politici met hun noodzaak tot het afwegen van belangen structureel kansloos ten opzichte van populisten of single-issue ngo’s? En wat is dan de toekomst van onze vorm van democratie of is er een andere vorm die wel kan overleven?

workshop 7.

››

22.

Page 14: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

w o r k s h o p 8 > w a t d o e n z e I n h e t B u I t e n l a n d ?

nederland staat met het bindingsprobleem niet alleen. gevoelens van achterstelling en onvrede en spanningen tussen mensen en groepen, ook langs etnische lijnen, doen zich eveneens voor in onze buurlanden, in België, duitsland, frankrijk, het Verenigd koninkrijk en de scandinavische landen. elke nationale context kent daarbij zijn eigen specifieke wordingsgeschiedenis en kenmerken, maar overal verschuiven de verhoudingen tussen overheid, 'markt', instellingen, burgers, maatschappelijke organisaties en ngo’s.

België, met name Vlaanderen, kent een breed middenveld en rijk verenigingsleven maar net als in Nederland spelen ook hier vragen naar de effecten van schaalvergroting, 'inpoldering' door de overheid, eigenaarschap en binding met de achterban. Frankrijk worstelt met de dubbele problematiek van ontstatelijking en multiculturaliteit. Ook in Duitsland en de Scandinavische landen worden recentelijk twijfels geuit over de levensvatbaarheid van de multiculturele samenleving. Behalve etniciteit spelen armoede / inkomensongelijkheid en stedelijke context hierbij een belangrijke rol.

De vragen die in deze workshop aan de orde worden gesteld zijn de volgende: • Opwelkewijzeeninwelkevormendoetzichdeproblematiekvanmaatschappelijkeverbrokkeling,non-participatieen desintegratie voor in de ons omringende landen? • Welkeanalysekaderswordendaargehanteerd,welkeinzichtengegenereerd,welkeinitiatievenenbeleidsaanzetten ontwikkeld? • Watleverenzeopvoordegezochtehandelingsperspectievenvoorburgers,hunmaatschappelijkeinstellingen en de overheid?• InhoeverrezijndeverschillendebenaderingenenoplossingsrichtingenrelevantvoordeNederlandseproblematiek, en wat verklaart de grote verschillen?• Kane.e.a.ookleidentoteennieuwecommunicatie,coördinatieofharmonisatieopEuropeesniveau,ofisditjuist ongewenst?

workshop 8.

››

24. 25.

Page 15: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

I n I t I a t I e f n e m e r s

sociresSocires is een expertisecentrum dat zich richt op de publiek-private verhoudingen, rond thema’s als maatschappelijke organisaties in publieke dienstverlening, samenwerking tussen overheid, markt, en maatschappelijke organisaties, en de rol van religies in de samenleving.

Socires organiseert onderzoek en debat, veldprogramma’s en training. In de visie van Socires liggen persoonlijke betrokkenheid, organisatorische prestaties en maatschappelijke vitaliteit in elkaars verlengde. Met ideeën en beleidsvoorstellen draagt Socires bij aan duurzame maatschappelijke vernieuwing.

wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid (wrr) Het doel van de WRR is de regering te adviseren over toekomstige ontwikkelingen die van groot maatschappelijk belang zijn. Bij die adviezen staat de wetenschappelijke benadering voorop. De regering kan deze adviezen gebruiken om bestaand beleid tegen het licht te houden, bij de ontwikkeling van nieuw beleid of voor onderbouwing van de besluitvorming. De raad wil verder het wetenschappelijke debat over inhoud en methodes stimuleren. Vanzelfsprekendheden worden ter discussie gesteld en mogelijke beleidsalternatieven geanalyseerd op hun toekomstige maatschappelijke uitwerking.

goede doelen loterijen De BankGiro Loterij, de Nationale Postcode Loterij en de VriendenLoterij behoren allen tot de Holding Nationale Goede Doelen Loterijen NV. De Nationale Postcode Loterij steunt goede doelen op het gebied van mens en milieu, de BankGiro Loterij steunt het behoud van cultureel erfgoed en de VriendenLoterij steunt diverse goede doelen organisaties op het gebied van gezondheid en welzijn. De opbrengst van de drie loterijen gezamenlijk bedraagt ruim 750 miljoen euro per jaar; de afdracht aan goede doelen bereikt daardoor het recordbedrag van dik 375 miljoen euro.

stichting doenStichting DOEN is het fonds van de Goede Doelen Loterijen. De stichting werd in 1991 opgericht door de Nationale Postcode Loterij voor het ondersteunen van kleine initiatieven. Sinds 1998 ontvangt DOEN ook bijdragen van de VriendenLoterij en sinds 2004 van de BankGiro Loterij. Stichting DOEN werkt aan een leefbare wereld waaraan iedereen kan meedoen. DOEN is aanjager van duurzame, culturele en sociale voorlopers. DOEN vindt, ondersteunt, verbindt en inspireert deze voorlopers.

De supervisie over het gehele traject berust bij een stuurgroep bestaande uit Sigrid van Aken, Wim van de Donk, Jos van Gennip, René Paas, Nina Tellegen en Pieter Winsemius.

26.

Page 16: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak

De CO2-emissies van dit product werden gecompenseerd door CO2-emissiecertificaten. Certificaatnummer: xxx-xxxxx-xxxx-xxxx www.CO2-certificaat.nlGrafisch ontwerp: Studio van Haaren | Druk: Bejo Druk & Print

Page 17: eeeen debat - Socires · In de zomermaanden dampen veel buurten van de – gesubsidieerde – barbecues die onze gemeenschapszin dienen te bevorderen. Samenbinding is een goede zaak