Ecunomist, Year 15, Issue 3

36
Jaargang 15, editie 3 The hidden costs of oil Energie en de toekomst Bindend studieadvies T H E M A N U M M E R T H E M A N U M M E R T H E M A N U M M E R ENERGIE

description

The ECU'nomist is an edition published by the Editorial Commitee, on behalf of Study Association ECU'92. Study Association ECU'92 represents the students at the Economics department of Utrecht University.

Transcript of Ecunomist, Year 15, Issue 3

Page 1: Ecunomist, Year 15, Issue 3

Jaargang 15, editie 3

The hidden costs of oil

Energie en de toekomst

Bindend studieadvies

THEMANUMMER

•T

HE

MA

NUMMER•TH

EMA

NU

MM

ER

ENERGIE

Page 2: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De wereld verandert, zet jij ‘m naar je hand? De klant

van vandaag is niet die van morgen. Weet jij daarop in te spelen met producten en

diensten die onze toekomst bepalen? Ben jij een non-conformist die zichzelf voort-

durend vragen stelt en oplossingen biedt? Oftewel: heb jij genoeg Why Potential?

That’s the Question. Doe de test op www.thats-the-question.com

Page 3: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 3

Inhoud & Colofon

Redactioneel 4 From the president 5Agenda and Association news 6 New future for nuclear energy? 7 Onderwijs 8REBO gala 9

Nederlandse ontwikkelingshulp aan Afrika en "Good Governance"10

Onderzoek Onderzocht: drs. Marc Schramm 12

Quotes uit de ECU Kamers 15

Beroemde EconoomDe Club van Rome 16

Schandalige schulden?! Het debat. 18

De hoofdredacteur vraagt... 20

Energie en de toekomst 22

Beledigend Selectief Algoritme 24

Werken bij Cargill 26

DGEFP 27

The Hidden Costs of Oil 28

Paspoort: 30

Reflections of a Bellusaurus 32

Uitsmijter: Gebrek aan... 34

De redactie v.l.n.r.: Joëlle Tabak, SilvesterBosma en Rob Grootendorst.

De Ecunomist verschijnt vijfmaal per jaar in eenoplage van 1400 voor de leden, begunstigers,Æcunomen en externe contacten van ECU’92.

Uitgave van:Studievereniging ECU’92Vredenburg 1383511 BG UtrechtTel.: 030-253 9680E-mail: [email protected]: www.ecu92.nl

Hoofdredacteur:Silvester Bosma

Eindredactie:Joëlle Tabak

Redactie:Silvester BosmaRob GrootendorstJoëlle Tabak

Lay-out:Rob Grootendorst

Drukwerk:Hakker van Rooijen

Verder werkten mee:Het bestuur van ECU’92Y.S. Brenner Florian Krätke Eva Hagendoorn Malu KnippenbergJan Reijnders R. R. Rofson

KopijStukken kunnen worden aangeleverd op diskettebij een van de redacteuren, of via de e-mail ([email protected]). De redactieheeft het recht om stukken in te korten of teweigeren voor publicatie.

© Studievereniging ECU’92 Overname van artikelen is, met bronvermelding,toegestaan.

Page 4: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 20064

Redactioneel

Ecu’92, Hoofdredacteur redactie

econoom'). Zij voorspelde een totale ineenstor-ting van de wereldeconomie door onder andereeen uitputting van de natuurlijke grondstoffen.Hoewel zij met haar berekeningen volledig deplank missloeg, blijft de dreiging bestaan.

Om het positieve er een beetje in te houden gooiik er nog maar een uitdrukking tegenaan: "Jemoet niet denken in problemen maar in oplos-singen." Nou zullen we in deze editie niet alleantwoorden kunnen geven, maar met verschil-lende achtergrond artikelen, de mening van eenmacro-econoom, dhr. Reijnders, en een leukevisie van dhr. Brenner proberen we in iedergeval het referentiekader wat te verbreden. Eeninterview met een topman van bijvoorbeeldEssent of Nuon zou erg leuk zijn geweest, maardeze waren beide niet bereikbaar vanwege deperikelen op de energiemarkt. Als dat maargeen voorbode is...

Voor mensen die helemaal niks hebben metenergie hebben we ook genoeg te bieden. Eeninterview met Marc Schramm, een verslag vanhet succesvolle schuldendebat en bijbehorendachtergrondartikel en ons nieuwe item:'Paspoort' met Frank van der Salm. Ik hoop jul-lie over een paar maanden te zien op het con-gres van ECU'92!

In de eerste editie van de Ecunomist van dit jaarhadden we al een soort van themanummergekoppeld aan de aankomende bedrijvendag.De derde editie van de Ecunomist is gekoppeldaan het thema van het aankomende congres:olie. Hoewel olie dominant aanwezig blijft, ver-breedt deze editie dit thema naar energie. In dehuidige wereld met computers en technologiekunnen we immers bijna niet meer zonder ener-gie en olie. Reden genoeg om er een themanum-mer van te maken, zo besloten wij van deEcunomist begin januari 2006.

Onder het motto: 'Great minds think alike',begon George W. Bush in zijn State of theUnion van 31 januari 2006 over de afhankelijk-heid van Amerika van het Midden-Oosten enzijn olie. Hoewel hierbij verschillende belangeneen rol spelen onderkende hij ook dat Amerikamoet kijken naar alternatieven voor olie enmoet zoeken naar nieuwe manieren om energieop te wekken. Wat zal er gebeuren als we zon-der olie en energie komen te zitten? Terug naarde steentijd lijkt mij. Was er toen al economie?Hangt ervan af hoe je het definieert, maar hetwas in ieder geval een stuk simpeler.

De Club van Rome voorzag in 1972 al proble-men naar aanleiding van de afhankelijkheid vannatuurlijke grondstoffen (zie ook 'De beroemde

Silvester Bosma - In de vorige editie heb ik het gehad overmijn aversie tegen de soms te theoretische benaderingvan de economie studie. Een aantal mensen verteldenlater dat ze het een wat negatief geladen stuk vondenen vroegen of het allemaal wel goed met me ging.Weesgerust, het komt wel goed, ik barst van de energie. Daarhet niet mijn bedoeling is om mensen depressief temaken zal ik deze editie proberen wat positiever overte komen om zo het yin-yang evenwicht in stand tehouden. Electric Avenue van Eddy Grant op repeat engaan.

Page 5: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 5

ECU’92, Voorzitter

bably have somemore questionsand thoughtswhich youwould like tosee answered orconfirmed. Bethere!

This day isn't allwe have in storethe coming months, the week of the 20th ofMarch is our anniversary week: the DiesNatalis. Keep an eye on all the promotionalmaterial! What I already can reveal to you isthat our reception is held on the 20th while wego abroad on the 21st to explore a city somew-here in Belgium. Another date to mark in youragenda is Thursday the 23rd, since this will bethe day of our big ECU'92 party in the CityHall.

Make sure that your energy supplies will notrun out during or right before that week, becau-se we want to make it an unforgettable one.Therefore we need your help, because withoutyour attendance it will be rather lonely for us.

Kasper StuijvenbergPresident of the board 2005-2006Students' association ECU'92

PS: my apologies for the picture in the previousedition, no more freedom of press!

My day started rather awkward, because I gotup real early in the morning (that is, way befo-re the opening hour of ECU'92) to put togetheran IKEA cupboard for in my corridor. On itself,this isn't a real problem, but when I was wal-king to University College I felt something waswrong. My stomach was making all sorts ofpeculiar noises and when I finally arrived on thefirst floor of the U-building it struck me: I for-got to take my morning energy supplier, mysuper crisp cereal!

Speaking about energy: on the 7th of June thecongress committee will organise an unforget-table day with the theme 'Oil and Gas, the dri-ving forces of the economy'. For the first time inthe history of ECU'92 the day will be complete-ly in English to make sure all our members areable to attend one of the most important activi-ties of this year. The day will be an idealmoment to reflect and realise what impact oiland gas have on our lives and more general thewhole economy. What is going to happen whenthe demand for energy keeps rising due to thegrowing needs of China? Will the politicalinstable middle east become a war zone? Arethere any alternatives that will possibly enterthe energy market, or is the big internationalshell/exxonmobil/totalelffina etc.-lobby tostrong?

These are just a few questions that came intomind when thinking about energy and theimpact it has on our world. I can imagine youare all very curious about the congress and pro-

Kasper Stuijvenberg - Finally, you must think, a messagefrom Kasper in English. It's an unstoppable develop-ment which the whole association has to face oneday. From now on the Dutch and English speakingwill be served every other edition of the Ecunomist.

From the president,

Page 6: Ecunomist, Year 15, Issue 3

27th of April - Study TripECU'92-roomsSince all board members are joining this fan-tastic trip to Budapest, you may take intoaccount that both rooms will be closed untilthe 8th of May. Possibly the rooms are open fora few days, but this cannot be guaranteed.

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 20066

14th of March - Blue Room, VredenburgGeneral MeetingHereby we would like to invite you for theGeneral meeting (GM) of ECU'92 on the 14thof March 2006. The GM will start at 19:00 inthe Blue Room, Vredenburg 138. The minutes of the GM from the 21st ofDecember can be picked up at the ECU'92-room at Vredenburg. You can also find the con-cept versions of the revised articles of associa-tion, regulations and semi-annual reports fromthe 7th of March. If you are not able to pickthem up, we can email them on request. Pleasesend your request to [email protected] If you are not Dutch and if you wish to come tothe GM please let us know before the 17th ofFebruary, since this gives us enough time toprepare the documents in English, except forthe articles of association and the regulations.

20th till 24th of MarchDiesweek20th > Diesreception, at Dock 15421st > Excursion Abroad22nd > Landbouwdebat (Dutch activity)23rd > Diesparty24th > Cabaret (Dutch activity)

31st of March till 2nd of April - RijssenECU-weekendOne of the highlights each year. Join us andhave the time of your live

3rd of April - Café De SteegBOMBIt's the first Monday of the month, whichmeans the sirens will announce the BOMB!

Agenda en Association news

ECU’92, Coördinator Intern

We are still looking for committee members for the

editors of this beautiful magazineand for the Almanac committee!

Interested? Mail to:[email protected]

Page 7: Ecunomist, Year 15, Issue 3

1960, Pittsburgh, Pennsylvania became theworld's first nuclear powered city. No majormeltdowns had occurred until then, and thefuture seemed bright and shiny. In 1954, thechairman of the United States Atomic EnergyCommission famously declared that nuclearpower would be "too cheap to meter" and fore-saw 1000 nuclear plants on line in the USA bythe year 2000.

That was an optimistic guess but now 20% ofthe USA's energy production is already nuclearenergy. The rest of the world also slowly seemsto recover from the 1986 Chernobyl shock andplans for new plants are being made all over theworld. Even here in the Netherlands the issue isdiscussable again.

I personally think it should be. Of course thereare a lot of problems regarding safety and thestorage of the nuclear waste but with the pre-sent state of technology, it must be possible todecrease the risks to a minimum, at least withindecennia. For now, I think nuclear energy is themost likely source of energy that can replacefossil fuels and supply the world with enoughenergy to keep revolving.

New future for nuclear energy?

But of course, that's only the bright side. Afterall that wonderful energy is released, there isnuclear waste, which is the real problem here.The radioactive waste remains dangerous formillennia and has to be stored in some reallysafe place. This makes the issue of nuclear ener-gy subject to an ongoing international debate.And of course there are more reasons why peo-ple are a little scared by a big power plant intheir backyard. This is even more understanda-ble when we consider the origins of nuclearpower. It all started in Nazi-Deutschland Berlinin 1938 when German physicists successfullyexperimented with nuclear fission, and proba-bly not with the best intentions. The Americansdeveloped the technique during the secondworld war and used it for what they code-named the "Fat Man". It was the bomb droppedon Nagasaki. So that's what nuclear power cando. Maybe terrorists could use plants as a tar-get. And even when there is no bad intention atall, it can still go horribly wrong. After all,Chernobyl is not famous for its unspoiled natu-re or its renaissance architecture.

But after WWII, in the 1950's, the first com-mercial nuclear power plants emerged and in

Elias Hermans - Everybody knows, and knows it for some time: our fossil fuelswill be exhausted eventually.We probably could stretch it to maybe the endof this century, but then it will be over.We need new energy, a lot of newenergy. Of course there is solar power and we have some windmills but inthe end that is probably not enough. So despite the catastrophic accidentsthat can happen, and have happened, nuclear power might be inevitable.Unlike with fossil fuels, we don't need to worry about shortages in the nucle-ar fuel, 'uranium-238'. Experts have estimated that there is "anywhere from10,000 to five billion years worth of Uranium-238 for use" for the now wellover 400 nuclear reactors in the world. In a similar mass, nuclear fuel con-tains millions of times more energy than chemical fuel, like gasoline. Inshort, theoretically there should be quite enough nuclear energy for a while.And besides the radioactive waste, it is pretty clean energy with respect tothe environment.

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 7

Thema

Page 8: Ecunomist, Year 15, Issue 3

gedaan, kraamkamers voor de leiders van detoekomst? Vaak lijkt het daar niet bepaald op;je kunt je wel eens afvragen waar de echte top-pers zijn. Gelukkig zijn ze er nog wel, de 'high potentials',gewild bij bedrijven en opleidingen. En USEgaat vanaf komend studiejaar iets bijzondersvoor deze toppers doen: het HonoursProgramme. Een aansprekend extraatje voor degoede student die bereid is net dat beetje extraenergie in zijn studie te steken.

Energie en ECU'92Energie is niet voor niets een actueel onderwerpin de economie. Wie heeft er niets meegekregenvan het vrijgeven van de energiemarkt, en deeventuele splitsing van productie, transport enlevering? Het is een interessante markt, waar jeals econoom bij bijvoorbeeld de NMA ook na jestudie mee te maken zou kunnen krijgen. Ookin je studie zie je het vaak terug komen, bijvoor-beeld bij vakken als Economie van de PubliekeSector of Institutionele Economie. Energie, bij-voorbeeld in de vorm van olie of gas, vormt ten-slotte de 'drijvende kracht van de economie'.Het congres van ECU'92 op 7 juni a.s. staat danook niet voor niets in het teken van dit thema.

Voorlopig staat de vrijdagochtend waaropondergetekende dit artikel schrijft echter in hetteken van een gebrek aan energie. Daadkracht,arbeidsvermogen, waar is het? De fysieke motorkent nog duidelijk wat opstartproblemen, endient dan ook gesmeerd te worden met eenandere vorm van brandstof die een stoot aanenergie teweeg kan brengen: koffie.

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 20068

Allereerst is het goed om te weten wat energienu precies is. Hiervoor citeren we Van Dale:

ener·gie (de ~ (v.), ~ën) 1 kracht waarmee men iets doet, naar

iets streeft => daadkracht, fut, geestkracht, pep, pit, puf, slagkracht, stootkracht

2 [nat.] arbeidsvermogen

Energie is dus erg belangrijk bij onderwijs.Zoals elke econoom wel weet gaat het uiteinde-lijk om de output, maar zonder input komt dieniet. Je moet ergens naar streven (zie betekenis1) en nog wat er mee doen ook (2). Zie jezelfeens als een lampje: zonder constante aanvoervanuit het verdeelstation (USE) zul je je intel-lectuele licht zeker niet zo duidelijk kunnenlaten schijnen later. Met een stuk zelfstudie alsde dynamo.

Honours ProgrammeHet principe van efficiëntie is echter ook eenpopulaire onder studenten. Nutsmaximalisatie,maar ook inspanningsminimalisatie? Met zomin mogelijk inspanning zo veel mogelijk halen- de 'zesjesmentaliteit' - zien we dat niet iets teveel soms? Met een klein beetje energie doet hetlicht het ook nog wel, maar of je daar nu rende-ment en voldoening uit haalt is maar de vraag.Als je er geen energie in steekt moet je ook nietgek opkijken als je je vakken niet haalt, of zelfseen negatief bindend studieadvies krijgt.Universiteiten als epicentra van kennisverga-ring, intellectuele verzamelplaatsen waar ophoog niveau aan onderwijs en onderzoek wordt

Klaas Damstra - Energie.Wat heeft onderwijs met energie te maken? Dat wasde eerste vraag die in mij opkwam bij een thema-artikel betreffende energieen onderwijs. Bij nader inzien bleek dit er toch wel veel mee te maken tehebben. Je moet namelijk best wel wat energie erin steken wil je een goedeindresultaat behalen, en wat te denken van de actuele problemen met deenergiemarkt en de bijbehorende rekeningen?

Onderwijs

Thema

Page 9: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 9

Verslag Activiteit

toch een ander verhaal. Maar goed, alle begin ismoeilijk en oefening baart gelukkig kunst. Dusin de traditie van deze clichés ga ik er vanuit datdeze misverstanden voor het volgende gala uitde wereld geholpen zijn.

Ik geef nu mis-schien wel eenerg vertekendbeeld van watin weze vooraleen stijlvolleavond was.Het is leuk ommensen indivi-dueel uit hundak te ziengaan, maar nogmooier is het

om partners ofbekenden samen te zien dansen - opgaand in demuziek en elkaar. Ook mooi is het besef datiedereen dit keer extra zijn best heeft gedaanom er zo chique uit te zien. Natuurlijk is deambiance erg belangrijk, maar uiteindelijk zijnhet de mensen die een gala haar elan geven. Engezien de bijzondere sfeer die er heerste kan ikhet gala met recht een zeer geslaagde activiteitnoemen.

Dit zijn slechts losse fragmenten uit het boeien-de schouwspel dat zich op die ene avond/nacht/ochtend in februari afspeelde. De drankvloeide rijkelijk, en daardoor was in ieder gevalhet vrouwentoilet drukbezocht. Het levertaparte beelden op als je nietsvermoedend detoiletruimte komtbinnentrippelen enje een dame tegende verwarming zietaanhangen, terwijlde ander haarstrapless jurk nogeens omhoog hijstvoor de spiegel ende volgende uit hettoilet komt strom-pelen. Zelf kwamik er geregeld ommijn met drank over-goten jurk enigszins te fatsoeneren... én om uithet toilet te strompelen.Verder viel er helaas nog wat aan te merken opde kledingkeuze van sommige galagangers. Eenwit jasje, wijd uitlopende broek met All-Stars,topje en rokje, smoking, niets verhullende jur-ken, jurkjes tot boven de knie. Hoewel demeeste van deze kledingstukken niet zoudenmisstaan op een REBO feest is het bij een gala

Joëlle Tabak - De primeur: het allereerste REBO gala in de geschiedenis. En ikbehoorde tot het selecte gezelschap dat hiervan getuige mocht zijn. Getuigevan dames met hoge, maar vooral dunne hakken, die de wanhoop nabij zijnals ze te horen krijgen dat ze nog naar het andere einde van het stadionmoeten lopen. Getuige van hoe diezelfde vrouwen zich bij de garderobe vankleding en tasjes ontdoen en hoe de garderobemedewerkers proberen dezevrachtladingen op één hangertje te krijgen. Getuige van de onverantwoordeposes die sommige dames en heren moeten aannemen om dat ene, perfec-te, moment te vangen voor het verleidende oog van de fotocamera. Getuigevan hoe de heren in rokkostuum zich dapper staande houden in een, door deoverslaande vonken, opwarmende ruimte

REBO gala

Page 10: Ecunomist, Year 15, Issue 3

IDA-performance indexHoewel er volgens de Wereldbank geen blauw-druk bestaat van de institutionele kenmerkendie noodzakelijk zijn voor een bestuur dat ont-wikkeling bevordert, heeft de organisatie weleen bepaalde index ontwikkeld voor beleid enbestuur van een land: de zogenaamde IDA-per-formance index. Nederland selecteert partner-landen voor ontwikkelingssamenwerkingonder ander aan de hand van de score op dezeindex.De IDA-performance index is opge-bouwd uit een aantal zogenaamde CPIA-crite-ria. Deze kunnen worden onderverdeeld in eenaantal criteria voor het economische beleid vaneen land, een aantal voor het 'structurele beleid'(hebben te maken met handelsbeleid en definanciële sector), voor het beleid voor socialebetrokkenheid en gelijkheid en de besturingvan de publieke sector en instituties. De CPIA-score wordt daarna weer vermenigvuldigd meteen 'governance factor'. Al met al is deze metho-de erg omslachtig en weinig transparant. Het isniet wetenschappelijk bewezen dat landen diehoger scoren op de IDA-performance index, dehulp ook echt effectiever gebruiken. In mijneigen econometrische onderzoek kan ik danook geen relatie vinden tussen een hogere scoreop de IDA-index en een grotere effectiviteit vanhulp voor economische groei. Ook anderewetenschappers hebben kritiek op het gebruikvan de index. Ian Vásquez (onder andere hoofd

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200610

Verschillende economische onderzoeken uit dejaren negentig constateerden dat ontwikke-lingshulp geen aantoonbaar effect had op eco-nomische groei. Als reactie hierop werd er eenonderzoek gedaan door Craig Burnside enDavid Dollar van de Wereldbank, waarin zijdeze relatie in combinatie met het beleid enbestuur van een land bekeken. Zij concludeer-den dat als een land het juiste macro-economi-sche beleid voert (met weinig inflatie, een kleinbegrotingstekort en een grote openheid voorhandel), de hulp wél een positieve invloed heeftop economische groei. Toen echter andere onderzoekers ofwel metdezelfde data of met andere data en andere vari-abelen deze relatie onderzochten, kon geen vanhen dit onderzoeksresultaat van deWereldbank bevestigen. Toch zijn er steedsmeer donorlanden die ontwikkelingslanden aande hand van bepaalde "Good Governance" crite-ria selecteren. Elk donorland hanteert echterweer een andere definitie van "GoodGovernance" (ook wel afgekort als GG).Nederland heeft zich tijdens de periode 'Pronk'vooral gericht op mensenrechten en democra-tie. Onder Herfkens verschoof deze focus naareen meer technocratische benadering van GG,die beter aansloot op de definitie van GG, die deWereldbank hanteerde.

Eva Hagendoorn - Het grote armoede vraagstuk is weer 'hot'. Dankzij anders-globalisten als Noreena Hertz en Naomi Klein, popsterren als Bono enMadonna en initiatieven als Live 8 is Afrika weer op de kaart gezet. Het ver-geven van de schulden zou een belangrijke oplossing voor armoede zijn. Eenandere discussie binnen de ontwikkelingshulptheorie blijft echter onderbe-licht: het nut van het selecteren van ontwikkelingslanden door donorlandenaan de hand van bepaalde "Good Governance" criteria. Een land met een'beter' bestuur zou de ontwikkelingshulp effectiever gebruiken. Is dit ook zo?Een samenvatting van mijn scriptie over dit onderwerp.

Nederlandse ontwikkelingshulp aanAfrika en "Good Governance"

Wetenschappelijk Artikel

Page 11: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 11

van het project van het Cato Instituut over"Internationale Economische Vrijheid") noemtin zijn kritiek het voorbeeld van India enSenegal, die een "goede" score op de IDA-perfor-mance index halen, terwijl ze in een lijst van hetFraser Institute voor het niveau van economi-sche vrijheid in de onderste helft terecht kwa-men. Onder de "zeer goede" landen waren bij-voorbeeld Argentinië en Brazilië, terwijl dezelanden in die periode leden onder zware econo-mische crises en een teruggang in beleid.

Eigen initiatiefWat is dan wel een goede methode om de ont-wikkelingshulp effectiever te maken? Ondanks het negatieve beeld dat men van deAfrikaanse economieën ten zuiden van deSahara kent, zijn er ook een aantal succesverha-len in de regio. Een voorbeeld hiervan isOeganda: Een land waar president YoweriMuseveni sinds 1986 veel gunstige hervormin-gen doorgevoerd heeft. In het begin waren dezehervormingen vooral beïnvloedt door donorlan-den, maar later begon de regering zelf steedsmeer achter de hervormingen te staan en dat iseen cruciale voorwaarde voor succes. Ook voorsuccesvolle landen als Botswana en Zuid-Afrikageldt dat vooral de onafhankelijkheid vandonorlanden en het volledig achter bepaaldehervormingen staan van de regering belangrijkwas. Eigen initiatief is de sleutel.Dit eigen initiatief kan weliswaar beloond wor-den door donorlanden door middel van hulp-geld, maar hierbij moet worden gewaakt voorhet stellen van bepaalde voorwaarden voorhulp. In Oeganda wordt bijvoorbeeld het goedlopende Aids-beleid ondermijnd door de condi-tionele hulp van de Amerikanen. Zij eisen dat ereen einde wordt gemaakt aan het promoten vancondoomgebruik en dat er wordt geconcen-treerd op onthouding als methode tegen Aids-verspreiding.

Vrije marktMisschien is de markt zelf nog het best in staatom goed beleid te belonen. Indien een land dejuiste hervormingen doorvoert en zijn economieopbouwt, zou de "invisible hand" als vanzelfbedrijven hiernaartoe moeten geleiden. Een

steuntje in de rug door regeringen kan hierbijechter geen kwaad. Zo worden er door deNederlandse overheid verschillende subsidiesverstrekt aan Nederlandse bedrijven die vanplan zijn iets op te zetten in bepaalde 'risicovol-le' landen. Het openstellen van de Europesemarkt voor landbouwproducten uit het buiten-land zou een andere belangrijke impuls zijnvoor de Afrikaanse economieën.Indien blijkt dat het lonend is om bepaalde her-vormingen door te voeren doordat steeds meerbuitenlands kapitaal wordt aangetrokken, zul-len er ook steeds meer Afrikaanse landenkomen die achter deze hervormingen gaanstaan. Nu heerst echter nog te veel de gedachtedat Afrikaanse landen vooral moeten zorgenzoveel mogelijk donorgeld aan te trekken. Hetaantrekken van bedrijven is eigenlijk veel inte-ressanter.

ConclusieDe gedachte dat landen met een goed beleid enbestuur beloond worden met meer ontwikke-lingshulp is op zichzelf niet slecht. Het pro-bleem is vooral de meetmethode voor GG, diegehanteerd wordt. Er moet meer gekeken wor-den naar eigen initiatief van een land en ditmoet beloond worden door meer bedrijvigheid.Het door regeringen van donorlanden financieelcompenseren van bepaalde risico's die bedrij-ven in ontwikkelingslanden in Afrika lopen,kan een belangrijke impuls hiervoor zijn.Uiteindelijk zal het proces langzaam zijn, maarsuccesverhalen als Oeganda, Botswana enZuid-Afrika geven hoop.

Wetenschappelijk Artikel

Page 12: Ecunomist, Year 15, Issue 3

is om hiermee te experimenteren, gebruiktSchramm historische gebeurtenissen als experi-ment. Een voorbeeld van een dergelijk histo-risch experiment is de ontwikkeling van Duitsesteden na hun verwoesting door geallieerdebombardementen in de Tweede Wereldoorlog.Uit de verwevenheid van deze historische expe-rimenten met de economische geografie is denieuwe economische geografie geboren. Het'nieuwe' zit in de gebruikmaking van de term'padafhankelijkheid' in onderzoeksmodellen.Een term die vooral bij geschiedenis wordtgehanteerd. Zo hangt het effect van de verhui-

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200612

Na een korte afwezigheid in de vorige tweedeedities van de Ecunomist is het interview metde onderzoeker van USE weer helemaal terug.Met in deze editie Marc Schramm: onderzoekerin het veld van de nieuwe economische geogra-fie.

Schramm begon zijn economische carrière alsstudent algemene economie aan de universiteitvan Rotterdam. Daarna vertrok hij richtingNijmegen om daar te promoveren tot doctoran-dus in de economie. In het kader van deEuropese Integratie, deed hij onderzoek naar dewijze waarop de arbeidsmarkt regionale schok-ken opvangt. Zijn vizier richtte zich over delandgrenzen heen naar Duitsland waarmeeSchramm zijn onderzoekscarrière aan het insti-tuut voor Duitsland studies begon. Toen degeldkraan werd dichtgedraaid en de afdelingDuitsland studies werd opgeheven maakte hijde overstap richting USE. Een logische keuzewant Utrecht had net als Nijmegen een focusop economie in combinatie met een tweede dis-cipline. Een minder romantische reden is dat erin Utrecht, in tegenstelling tot Nijmegen, welgeld beschikbaar was voor zijn onderzoek.

Nieuwe Economische GeografieHet onderzoeksgebied waar Schramm zich inbegeeft, de nieuwe economische geografie,houdt zich bezig met het op een economischemanier analyseren van geografische verschillentussen gebieden. Een voorbeeld hiervan is devraag waarom op bepaalde locaties grote stedenontstaan, terwijl er op andere plekken enkeldorpen zijn. Omdat het praktisch niet mogelijk

Joëlle Tabak en Rob Grootendorst - Na een korte afwezigheid in de vorige twee-de edities van de Ecunomist is het interview met de onderzoeker van USEweer helemaal terug. Met in deze editie Marc Schramm: onderzoeker in hetveld van de nieuwe economische geografie.

drs. Marc Schramm

Onderzoek onderzocht

Page 13: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 13

zing van overheidsdiensten op de economischeactiviteit in Groningen af van het al aanwezigeeconomische niveau in die provincie. Nieuwe economische geografie wordt voorna-melijk uitgeoefend door economen die metbehulp van hun economische "toolbox" probe-ren nieuwe vakgebieden te analyseren.Geografen daarentegen moeten niet zo heel veelhebben van de economische "regressie" model-len en blijven zich bezighouden met hunbeschrijvende wetenschap. Schramm noemtzichzelf een 'pure econoom': "Het merendeelvan de geografen kan ik niet begrijpen".

SamenwerkingAan de ene kant is het onderzoek van Schrammdus een schoolvoorbeeld van multidisciplinaironderzoek zoals het door USE bedoeld is; eenmooie combinatie tussen Economie,Geschiedenis en Geografie. Aan de andere kantduidt bovenstaande quote er op dat er tussen deverschillende disciplines een onoverbrugbarekloof bestaat in onderzoeksmethodes, die inter-disciplinair onderzoek in de weg staat. Ditwordt bevestigd door Schramm, die op de vraagof er in de toekomst nog veel samengewerktgaat worden tussen de verschillende vakgebie-den, antwoordt: "Forget it". Dit neemt echterniet weg dat Schramm vooral aanraadt omonderzoeker te worden: "Onderzoek is leuk".Hierbij onderscheidt de universiteit zich nogeens positief van de overheid door veel meervrijheid in onderzoekskeuze te bieden.

ToekomstVoor toekomstig onderzoek lijkt het Schramminteressant om de pestepidemie in de middel-eeuwen in Italië onder de loep te nemen.Tijdens de pestepidemie vluchtten veel mensende stad uit om besmetting te voorkomen.Hierdoor daalde het aantal inwoners zeerdrastisch en groeiden de kleine plaatsen omzo'n stad heen. Het bijzondere is dat na eentijdspanne van twaalf jaar de steden weer tothun oorspronkelijke omvang waren terugge-keerd. Schramm zou graag willen weten welkefactoren hier aan bij gedragen hebben en watbepaalt of een schok een tijdelijk of permanenteffect heeft.

Voor de toekomst valt er nog zeer veel aan deonderzoeksmodellen te verbeteren. Momenteelzijn deze nog lastig te gebruiken voor hetmaken van beleidsbeslissingen over bijvoor-beeld het aanleggen van een magneetzweeftreintussen de randstad en Groningen. Toch ver-wacht Schramm niet dat hij zich tot aan zijnpensioen bezighoudt met het doen van onder-zoek: "Als je ouder wordt heb je op een gegevenmoment alles al gezien en meegemaakt. Dan staje niet meer open voor frisse ideeën die je verderkunnen helpen met je onderzoek."

Kortom, de toekomst in het onderzoek ligt bijde huidige USE studenten. En het is aan die-zelfde studenten om de oorspronkelijkegedachte van het TCKI weer opnieuw uit tegaan dragen door te laten blijken dat niet alleenmultidisciplinair, maar ook interdisciplinaironderzoek mogelijk is. De onderzoeksmaster,die vol op in ontwikkeling is, moet hiervoor eenmooie aanzet vormen.

Advertentie:

Onderzoek onderzocht

Gezocht!Bestuurders voor onze mooie vereniging.

Denk je dat je het in je hebt om aan hetroer te staan van één van de grootste

Utrechtse studieverenigingen?

Wil je leren hoe het is om een bedrijf terunnen, beleidsmatig bezig te zijn, mooieprojecten te begeleiden en wil je wetenhoe het is om midden in het wervelendeUtrechtse studentenleven te staan met je

bestuursleden?

Vraag informatie aan [email protected]

Page 14: Ecunomist, Year 15, Issue 3

laat je niet langer oplichten!

Master in Economic Books/

Studieboeken zijn al duur genoeg,

Profiteer jij al van de scherpste prijzen op je boeken? Bestel je boeken bij ECU’92!

Bruna.nl Campus

Page 15: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 15

Nadat een dief iets jat uit de P&C "Houd de dief!": Kasper: "Laten we anders wat iPods jat-ten uit de Mediamarkt…" Elias: "Ok, maar dan wel binnen 24 uur een handgeschreven briefschrijven voor een borrel."

Kasper: "Shit, ze hebben bij Dell nu een goedkopere pc, maar wel bezorgkosten, wij hadden gratis bezorgkosten!" Elias: "Altijd fijn, gratis kosten!"

Elias: "Kunnen wij ook niet blikjes en repen gaan verkopen, zoals ze bij andere verenigin-gen doen?" Harry: "Bij andere verenigingen kan er dan geld in een potje worden gedaan,hier moet elke verkochte reep worden opgeschreven."

Priscilla na de receptie: "Ik drink het minst maar toch was ik het nuchterst van allemaal!"

Harry en Elias hebben het over de verkoop van snacks en dus ook snickers. Elias: "Ik vindhet ook niet grappig om een huilende neger een snicker te noemen."

Joëlle bezig op internet: "Wat doe ik toch fout?!?" Elias: "Ehh, waar zal ikbeginnen…"

Elias komt terug van de tandarts: "Wat deed dat pijn zeg." Joëlle: "Wat moest er gebeurendan?" "Een gat vullen" "En dat zat op je zenuw?" Klaas: "Had je geen verdoving dan?" Elias:"Nee, ik had nog geen verzekering en ik dacht: dat kost vast extra…"

Priscilla: "Ik heb zo'n hoofdpijn maar ik heb er geen enkele aanleiding voor…" Joëlle: "Nou ja, dat kan van alles zijn: moe, te lang achter de computer, Klaas…"

Kasper aan Aashish: "Have you ever been to the red light district in Amsterdam?" Aashish:"Yes, once." Kasper: "You went there once, you came twice!"

Kasper: "Hoe kun je jezelf nou vergeten! Egoist…"

Klaas heeft het over een pro-zelfmoordorganisatie: "Die man is al jaren voorzitter, dusdaar klopt iets niet helemaal..."

"Goh Kas, lekker hoestje." Kasper: 'vogelgriep, het heerst'

Elias heeft van 8 uur 's avonds tot 4 uur 's nachts gepokerd. Joëlle: "Kan je dat dan, zo langscherp blijven?" Elias: "Ja hoor, dat lukt me wel. Als ik het ook maar van 10 tot 4 kon..."

Kasper (over het uurtje southpark kijken): "Welk seizoen vind je het leukst?" Elias: "De lente."

Joëlle tegen Harry: "Daarom zal het ook nooit wat worden tussen ons.." Harry: "Jij kan nietluisteren en daarom zal het ook nooit wat worden tussen jou en welke man dan ook!"

Joëlle aan de telefoon: "Mag ik Priscifhddhdg even?" Elias: "Priscilla?" "Ja, je weetwel, meisje uit je bestuur…leuk koppie, lang haar.."

ECU’92 - Quotes uit de ECU kamers

Page 16: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200616

Beroemde Econoom

Doelstellingen van de Club van Rome zijn danook:" Onderzoek naar de effecten en de

gevolgen van de wereldproblemen (bevolkingsgroei, voedselproductie, industrialisatie, uitputting natuurlijke hulpbronnen, vervuiling; uitgewerkt in een zogenaamd wereldmodel);

" De problemen onder ogen van de wereldbevolking brengen;

" Regeringen en politici stimuleren totgecoördineerde maatregelen ter verbetering van de situatie.

Een groot probleem waar de Club van Romekeer op keer mee te maken krijgt is het feit datze geen politieke of economische macht kent.Beïnvloeding van politiek of economie zonderenige vorm van macht maakt het een langzaamen niet altijd even succesvol proces. De belang-rijkste instrumenten om de ideeën bij het grotepubliek kenbaar te maken, nieuwe problemenaan de orde te stellen en debatten op gang tebrengen zijn conferences en rapporten.

Grenzen aan de groeiDe Club van Rome heeft haar bekendheid vooralte danken aan een rapport van Dennis L.Meadows in 1972: "Grenzen aan de Groei". Indit rapport werd voor het eerst een verbandgelegd tussen economische groei en de gevolgenhiervan voor het milieu.

Het beginDe oprichting van de Club van Rome werd geï-nitieerd door de Italiaanse industrieel AurelioPeccei en de Schotse wetenschapper AlexanderKing. Na een speech van Peccei in 1965, waar-mee hij de dramatische veranderingen in dewereld op het gebied van technologie en weten-schap ter sprake bracht, benaderde King hemom samen te kijken naar de (milieu)problemendie deze ontwikkeling met zich meebracht.Want zowel Peccei als King geloofde niet datdeze opgelost konden worden door de markt oftechnologische vooruitgang. Dit was de redenwaarom zij in April 1968 36 Europese weten-schappers uitnodigden voor een bijeenkomst inRome. Hiermee was de Club van Rome gebo-ren. Vanaf dat jaar kwam het gezelschap elkjaar in een ander land bijeen om over het milieute praten.

De drijfverenDe Club van Rome wil bijdragen aan het vindenvan een oplossing voor de wereldproblematiek.Het gaat hier om politieke, sociale, economi-sche, technologische, milieugerelateerde,psychologische en culturele problemen die eengevaar voor de mensheid zouden kunnen vor-men.

Rob Grootendorst en Silvester Bosma - De Club van Rome werd opgericht in1968 en is naast een non-profit en een non govermental organisation eenorganisatie die wetenschappers, economen, zakenmensen en (ex-)wereldlei-ders van alle vijf de continenten bij elkaar brengt en hen samen laat naden-ken over de grote problemen van de wereld. De Club ziet zichzelf liever als"een groep van wereldburgers die zich samen zorgen maakt over de toe-komst van de mensheid en handelen om het publieke debat te stimuleren,onderzoeken te sponsoren, wereldproblemen te analyseren en deze kenbaarte maken aan mensen die beslissingen kunnen nemen."

De Club van Rome

Page 17: Ecunomist, Year 15, Issue 3

Het rapport kent twee belangrijke conclusies : 1. Als de huidige groeitrends in de

wereldpopulatie, industrialisatie, vervuiling, productie- en grondstoffenverbruik onveranderd doorgaat, dan zullen de grenzen aan de groei opdeze planeet binnen de volgende 100 jaar worden bereikt. Het meest waarschijnlijke resultaat zal een onverwachte en ongecontroleerde afname in populatie en industriële capaciteiten zijn.

2. Het is mogelijk deze groeitrends te wijzigen en een conditie voor economische en ecologische stabiliteit te creëren die tot lang in de toekomst stand kan houden.

De meest belangrijke boodschap van het rap-port was dat op internationaal niveau grenzenaan de economische groei dienen te wordengesteld. Door schaarste aan voedsel, natuurlijkehulpbronnen en door milieuvervuiling zou eranders een catastrofale ineenstorting van debevolkings- en productiegroei kunnen komen.Het rapport laat zien dat het gezichtsveld vande mens zowel in ruimte als tijd erg beperkt is.Dit bemoeilijkt een goede langetermijnplanningwaar het milieuproblemen betreft.

Het rapport had een geweldige impact op dewereld. Het beeld van snel oprakende grond-stof- en voedselvoorraden werd bovendien ver-sterkt door de oliecrisis die in 1973 door de isla-mitische landen (OPEC) werd veroorzaakt nade overwinning van Israël in de Jom-kippoer-oorlog. Uiteindelijk werd het rapport doorvelen een ongefundeerd doemscenariogenoemd. Deze critici worden door de feitengesteund. Vrijwel alle prognoses zoals diegesteld zijn in het rapport zijn niet uitgekomen.Meadows wijst er in het rapport al op dat veelvan de gebruikte data schattingen en prognoseszijn, maar - zo stelt hij - toch is er genoeg zeker-heid om deze conclusies te kunnen trekken. Terverdediging kunnen Meadows en de Club vanRome aanvoeren dat in de tijd van het uitkomenvan het rapport veel landen hun kerncijfers zelfniet eens wisten. Bevolkingsomvang van ver-

schillende landen moest worden geschat. Ookde computers van die tijd hadden nauwelijks decapaciteit om de ingewikkelde modellen vanMeadows te schatten.

De ledenDe Club van Rome bestaat uit actieve leden,aanverwante leden, ereleden en institutioneleleden. De maximaal 100 actieve leden wordenvoorgedragen en gekozen voor een bepaaldeperiode. Deze leden hebben een gevestigdereputatie en zijn bereid om actief de boodschapvan de Club van Rome te promoten. De actieveleden worden zo gekozen dat er een balansbestaat tussen regio's, culturen, werkgebied engeslacht. Anno 2006 staat de Club van Romeonder leiding van de Sjeik van Jordanië: Prins ElHassan bin Talal. Om de diversiteit van de Clubaan te geven: ere-voorzitter is Dr. Eberhard vonKoerber, CEO van verschillende investerings-en consultancymaatschappijen en ook de inUtrecht bekende Noreena Hertz, docent aan deuniversiteit van Cambridge en Engels schrijf-ster, maakt deel uit van de actieve leden.Onder de ereleden bevinden zich de wat meerbekende namen. Ereleden zijn mensen van wiezijn positie, beroemdheid, reputatie of werkkan helpen bij het uitdragen van het gedachte-goed van de Club van Rome. Vanuit Nederlandzijn we vertegenwoordigd door Ruud Lubbers,maar ook door Koningin Beatrix. Zij verkerenin goed gezelschap want ook Frederik de Klerk,Dennis Meadows, Enrique Iglesias en koningJuan Carlos I mogen zich erelid van de Club vanRome noemen.

Succes?Ondanks het uitblijven van de voorspeldegebeurtenissen kan het rapport voor de Clubvan Rome een groot succes genoemd worden.30 jaar later is het rapport in 37 talen vertaalden zijn er 12 miljoen exemplaren van verkochtonder de gehele wereld. Het rapport heeft erwel degelijk voor gezorgd dat milieu wereld-wijd op de politieke agenda is komen te staan.De dreiging voor het doemscenario als gesteldin "Grenzen aan de groei" bestaat wel degelijk.Maar of bepaalde, niet nader te noemen,wereldleiders er iets mee doen is de vraag.

Beroemde Econoom

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 17

Page 18: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200618

Verslag Activiteit

SchuldensaneringVoor deze leningen moesten de landen echteraan Structurele Aanpassing Programma's vol-doen. De resultaten hiervan zijn zeer gemengd.In navolging van de schuldensaneringen inLatijns-Amerika, werd in 1988 ook begonnenmet het (beperkt) kwijtschelden van de schul-den in Afrika. Omdat de omvang van de kwijt-schelding te gering was en de economie funda-menteel nog steeds slecht in elkaar zat, heeft ditniet gewerkt. Het HIPC-project uit 1996 (ver-beterde versie in 1999) is de meest recenteinspanning. Hierbij is voor 38 zeer arme landenmet een ondragelijke schuldenlast een opschor-ting van afbetalingen van drie jaar overeengeko-men. Na die periode kunnen hun schulden ver-

De focus van het debat lag vooral op Afrika.Daar is na de ondoordachte dekolonisatie eeninstabiele situatie ontstaan met een rijke voe-dingsbodem voor corruptie. Om Afrika te hel-pen bij het zelfstandig opereren op de vrijewereldmarkt, verstrekten veel landen en multi-laterale instellingen hen leningen. Ondanks degestage groei van de schuldenlast bleven zijgeld uitlenen. Dit deden ze deels om ervoor tezorgen dat deze landen in elk geval genoeg geldhadden om de commerciële banken terug tebetalen, deels omdat gedacht werd dat deAfrikaanse landen een tijdelijk geldprobleemhadden dat met uitstel opgelost kon worden,niet een structureel cashflowprobleem.

Malu Knippenberg - De uiterst sfeervolle Van Lier en Egginkzaal was al hele-maal gevuld met koffiedrinkende mensen die hun debatvaardigheden aan-scherpten om alle debaters aan academische kritiek te onderwerpen. Na eenkorte introductie door de alom bekende Ton van Rietbergen hield GreetjeLubbi (Jubilee, ex-Novib) een inleidende lezing om alle geografen, bestuurs-wetenschappers, economen en debaters van UDS op één lijn te krijgen watvoorkennis betreft.

Schandalige schulden?! Een heftig debat

Page 19: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 19

licht worden tot een aanvaardbaar niveau alshun plannen voor hervormingen worden goed-gekeurd. Over de resultaten van dit projectbestaat ook de nodige discussie.

Het DebatNa de gepassioneerde voordracht van de hier-boven samengevatte lezing kon Greetje hetstokje doorgeven aan de debaters. Mat Herbenhad helaas (ruim een uur voor aanvang) verstekmoeten laten gaan wegens dringende andereverplichtingen, maar een scherpzinnige, rechtsevrijwilliger uit het publiek nam het op zich omhet gedachtegoed van 'Pim' uit te dragen. Deoverige debaters (Farah Karimi vanGroenLinks, Marc Schramm van onze eigenUSE, Varina Tjon-A-Ten van de PvdA en eenietwat nietszeggend meisje van Jubilee) lekenhet in eerste instantie heel erg met elkaar eenste zijn over de noodzaak van schuldenkwijt-schelding bij armoedebestrijding. Alleen deeconoom nam het afwijkende standpunt in datarmoedebestrijding moet komen uit groei endat die bereikt kan worden door een succesvol-le en efficiënte exportsector op te bouwen.Hierop reageerde mevrouw Karimi met te zeg-gen dat dit niet mogelijk is door het zeer pro-tectionistische beleid van de ontwikkeldewesterse wereld.

Het publiek heeft tot na de openingspleidooienvan alle debaters moeten wachten, maar springtdan ook meteen op om kritische vragen te stel-len. Corruptie was een veelbesproken onder-

werp, waar vooral mevrouw Tjon zeer heftig opreageerde, bijgevallen door mevrouw Karimi dieblijkbaar lekken bij de AIVD en de Bouwfraudegelijk te stellen vindt met de corruptie van eenpresident Mugabe. Marc Schramm wordt hetvuur aan de schenen gelegd met een vraag naarde monitorkosten bij het naleven van de voor-waarden die aan de leningen worden verbon-den. In het algemeen wordt meerdere kerendoor zowel publiek als debaters gezegd dat dealgehele situatie van de maatschappij cruciaal isbij het mogelijk maken van een stabiele, duur-zame groei, maar op de vraag hoe je zo'n maat-schappij kan creëren moet iedereen het ant-woord schuldig blijven…Al met al dus geen sluitend antwoord op devraag van deze avond, maar wel een gelegenheidom een interdisciplinair academisch straatje tebewandelen. Dat en een lekker bakje koffieheeft deze inspanning van vier verenigingen allemoeite waard gemaakt!

Het volgende debat van ECU'92 zal plaatsvinden tijdende Diesweek op woensdag 22 maart vanaf 19:45 en zalgaan over het landbouwbeleid van de Euroepse Unie.Iedereen is van harte welkom in het Auditorium opUniversity College.

Verslag Activiteit

Page 20: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200620

Vraag

maar om wederzijdse afhankelijkheid. Ik doelhier met name op de afhankelijkheid die voort-vloeit uit het principe van de arbeidsdeling. Inhet beroemde voorbeeld van de speldenfabriekgeeft Adam Smith aan hoe door middel van dedeling van de arbeid de arbeidsproductiviteittot grote hoogte kan worden opgestuwd. Demet de arbeidsdeling samenhangende speciali-satie tilt niet alleen de productiviteit van deindividuele werker naar een hoger plan maarmaakt ook de mechanisering en automatiseringvan (delen van) het productieproces mogelijk.Onder invloed hiervan reikt de arbeidsproduc-tiviteit tot nog grotere hoogten. Dit is de kernvan het proces van economische ontwikkeling. De consequentie van de met arbeidsdelingsamenhangende specialisatie is dat individuenzich toeleggen op de voortbrenging van slechtseen deel van het totale maatschappelijke pro-duct. Daarmee worden ze mede afhankelijk vande productie van anderen. In de loop van hetmaatschappelijke ontwikkelingsproces vertaaltde arbeidsdeling op individueel niveau zichnaar het niveau van ondernemingen, industrie-takken, sectoren, nationale economieën en ver-der. Zo is er in de loop van de tijd een interna-tionale arbeidsdeling ontstaan waarin de deel-

Beste Silvester,

George "Dubbayou" Bush' noodkreet "Amerikais verslaafd aan olie" heeft een apocalyptischeondertoon. Hij suggereert dat het land in noodis en dat er maatregelen moeten worden getrof-fen om de natie van de ondergang te redden. Als"Dubbayou's" diagnose correct zou zijn, zouNederland er nog aanzienlijk slechter aan toezijn. Niet dat Nederland even "verslaafd" is aanolie als de Verenigde Staten. Nederland is welsterker afhankelijk van de invoer van olie.Rusland, Nederland's grootste olieleverancier,dekt ongeveer eenderde van de Nederlandseoliebehoefte. Eenderde komt uit het gebiedrond de Perzische golf. De rest wordt gefour-neerd door een groep kleinere leveranciers:Noorwegen, Groot-Brittannië, Nigeria en Iran.Is het daarmee voor Nederland zaak om deafhankelijkheid te reduceren om het tij tekeren? De econoom zal de neiging hebben om dezevraag ontkennend te beantwoorden. Hoe merk-waardig het voor de leek ook moge klinken,afhankelijkheid vormt eigenlijk de basis van demoderne economische ontwikkeling. Het gaatdaarbij niet om afhankelijkheid in absolute zin

"The State of the Union" hoorde ik president Bush roepen dat Amerika min-der afhankelijk moet zijn van de olieleveranties uit het Midden-Oosten. Eenpaar weken daarvoor was er lichte paniek toen Rusland de gaskraan naarOekraïne dichtdraaide en Oekraïne op zijn beurt illegaal "ons" gas aftapte.Dat zet toch te denken. Hoe zit het nou met de Nederlandse economie? Zijnwij niet teveel afhankelijk van het buitenland als we denken aan gas en oliele-veringen? Wat merkt de Nederlandse economie überhaupt van energieperi-kelen op de wereldmarkt?

Je hoofdredacteur,

Silvester

De hoofdredacteur vraagt....

....Macro Antwoordt

Page 21: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 21

nemende landen zich hebben toegelegd op devoortbrenging van een specifiek deel van dewereldproductie. Vanwege deze internationalearbeidsdeling zijn ook nationale staten vanelkaar afhankelijk geworden. Ze zijn onderlingverbonden door een ingewikkeld netwerk vaneconomische relaties waarin in principe ieder-een van iedereen afhankelijk is. In dit licht dient ook onze afhankelijkheid vande olieproducerende landen te worden bezien.Nederland is slechts een radertje in het mecha-nisme van de internationale arbeidsdeling. Hetgaat hierbij niet alleen om olie. Voor onze auto-'s zijn we afhankelijk van Duitsland, Frankrijken Japan, onze computeronderdelen komen uitChina en Taiwan, ze worden geassembleerd inIerland waarna ze voorzien van software uit deVerenigde Staten worden afgeleverd doorPoolse transportondernemingen. Ziehier devorm van afhankelijkheid die het toonbeeld isvan moderniteit en een hoog ontwikkelingsni-veau. Geen zinnig mens die dan nog roept"Nederland is verslaafd aan auto's en compu-ters. Daarom moet Nederland zijn afhankelijk-heid van het boze buitenland verminderen". Hetzou een stap terug in de geschiedenis zijn.Vanuit het standpunt van de economische the-orie kan "Dubbayou's" droom dan ook wordenafgedaan als HillBilly's romantische hunkeringnaar een niet langer bestaanbare autarkie.Behalve het economische perspectief is er ech-ter ook nog het politiek-strategische of zo uwilt geo-politieke perspectief. Olie en andereenergiedragers zijn zowel letterlijk als figuur-lijk de brandstof van het moderne leven. Valt deenergievoorziening weg dan ligt niet alleen hetdagelijkse leven maar ook de economie plat. Dithebben we recent nog kunnen ondervinden indat ene weekend waarin vanwege de sneeuw eneen gebroken hoogspanningskabel het oostenvan ons land naar het stenen tijdperk leek terugte vallen. Er zijn verschillende mogelijkheden om op ditpolitiek-strategische probleem te reageren. Eeneerste defensieve reactie zou zijn om spaarza-mer om te gaan met energie. Dit lost weliswaarhet probleem niet op maar verkleint de kwanti-tatieve omvang ervan en geeft een gevoel vanveiligheid, zoiets als fluiten in het donker. Een

andere meer proactieve reactie zou zijn hetspreiden van risico door differentiatie. Dit kandoor differentiatie van leveranciers: door devraag te laten afdekken door een groter aantalproducenten. Gezien de concentratie van deolieproductie in een beperkt aantal landen lij-ken de mogelijkheden daartoe voorshandsbeperkt. Een andere mogelijkheid is de energie-vraag te spreiden over een groter aantal energie-dragers. Hierbij komen alternatieve energie-bronnen om de hoek kijken, zoals waterkracht,zonne- en windenergie, biobrandstof, waterstofen - denk aan staatssecretaris Geel's recentevoorstellen - helaas ook kernenergie. In de praktijk zal het moeilijk blijken om degenoemde maatregelen op korte termijn in rea-liteit om te zetten. De economie zou echter deeconomie niet zijn als hier niet een stan-daardoplossing voor zou worden aangereikt.Immers, de toenemende vraag naar energie zalde prijs van energiedragers opstuwen. De gelei-delijke prijsstijgingen zullen op de eerste plaatseen spaarzamer gebruik met zich meebrengen.Zij zullen bovendien tot gevolg hebben dat ookde olie- en gaswinning op minder rendabele vel-den (het continentaal plat) weer economischhaalbaar wordt. Hierdoor komen meer veldenin productie en worden de mogelijkheden totdifferentiatie van leveranciers groter. De prijs-stijgingen bieden tevens meer economischekansen voor alternatieve energiebronnenwaardoor ook grotere mogelijkheden ontstaantot differentiatie van energiedragers. U ziet het meneer de hoofdredacteur: uiteinde-lijk komt het goed. De stijgende prijzen vanenergiedragers zorgen dat de eerdergenoemdecombinatie van maatregelen min of meer auto-matisch wordt gerealiseerd. Het probleem isalleen dat de oplossing er pas op de lange ter-mijn zal komen en, zoals ons aller JohnMaynard Keynes al lang geleden opmerkte "Inthe long run we are all dead".

Jan Reijnders is econoom. Hij is als UniversitairHoofddocent verbonden aan de leerstoelgroepMacro-Economie van de Utrecht School ofEconomics

Antwoord

Page 22: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200622

Thema

'Wat is het toch fantastisch. Je stopt er niks inen er komt elektriciteit uit'. De Toekomst, ofniet? Allereerst zonne-energie. Gezien dekosten levert dit niet veel energie op. Een zon-nepaneel van 500 euro zal je ongeveer eenbesparing van ongeveer € 15,= per jaar op elek-triciteit opleveren. Op deze manier zal het ruim30 jaar duren voor het paneel zijn kosten zalhebben terugverdiend. Bovendien is degemiddelde levensduur van een zonnepaneelmomenteel nog maar 15 tot 30 jaar.

Windenergie daarentegen is een iets beteralternatief. De gemiddelde kostprijs van eenKwh elektriciteit uit een windmolen is tussende 5 en de 9 cent. Dit is slechts net iets boven dekostprijs (3 á 4 cent) van een conventionele gasgestookte elektriciteitscentrale. Dit relatiefkleine verschil valt natuurlijk te overzien, zekerals de olieprijzen nog verder stijgen. Toch is hetzomaar bouwen van windmolenparken nietmogelijk. Het probleem is namelijk vooral tech-nisch van aard. Ons elektriciteitsnetwerk kangeen grote hoeveelheden windmolens aan. Teneerste hebben windmolens een klein effect opde frequentie waarmee elektriciteit op het net-werk wordt getransporteerd.

Ten tweede zijn er zeer grote problemen met destabiliteit van windenergie. Windmolens kun-nen alleen energie opwekken in de wind tussende 3 en de 9 beaufort. Maar wat nu als tijdens deWK finale Nederland - Duitsland de wind

De voorraden olie, het smeermiddel van onzeeconomie, raken op. Niet vandaag, niet morgen,maar ooit. Momenteel hebben we op aarde nog1.170.000.000.000 vaten van 159 liter ruwe oliein de grond zitten, en dit zijn alleen nog maar debewezen voorraden. Dit moet met het huidigeverbruik genoeg zijn voor de komende 40 jaar.Bovendien vinden olie-experts bij de oliecon-cerns nog dagelijks oliebellen in onzeaardkorst. Nadeel is wel dat de meest makkelijkte winnen olie al lang is opgepompt en dat deproductiekosten van het overgebleven deel veelhoger zullen. Ook het toenemende belang vanluchtverontreiniging, de CO2 uitstoot bij ver-branding van fossiele brandstoffen, zal er toebijdragen dat we de komende decennia lang-zaam over zullen gaan op alternatieven.

De meeste mensen denken bij alternatievenvoor fossiele brandstoffen aan windmolenpar-ken en zonne-energie. Beide energiebronnen lij-ken op het eerste gezicht fantastisch. Wie heefter nooit naast een windmolen gestaan en dacht:

Rob Grootendorst - Dat energie ons elke winter weer warm houdt is alge-meen bekend, maar deze winter slaat alles. Hoge CO2 uitstoot, olieprijzendie harder stijgen dan de aandelenkoersen van de dot com bedrijven eindjaren negentig en na meer dan 25 jaar een hernieuwde discussie over hetbouwen van kernsplitsingreactoren. Kortom, energie is op dit moment echteen "hot" topic. Iedereen is voor schone energie, maar wil er het liefst zomin mogelijk voor betalen en liever niet wonen in de buurt van een windmo-lenpark.

Energie en de toekomst

Page 23: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 23

Thema

opeens gaat liggen en overal de stroom uitvalt?Dit is iets wat absoluut niet mag gebeuren.Betrouwbaarheid is het belangrijkste criteriumom een keuze te maken voor een toekomstigeenergiebron. Een mogelijke oplossing hiervoorzou opslag van energie kunnen zijn, maar dat isnog niet zo eenvoudig. Kortom, windenergie zalbetekenen dat we veel overcapaciteit aan elek-triciteitsproductie moeten neerzetten en datwe een rendabele en snel aanspreekbare maniervan elektriciteitsopslag moeten bouwen.

In de toekomst zal de opslag van elektrischeenergie bijzonder belangrijk worden. Zekerwanneer we gebruik zullen gaan maken vanbronnen die geen stabiel aanbod kunnen leve-ren. De opslag van energie is op zich technischmogelijk alleen gaat het op het moment niet ergefficiënt. Denk bijvoorbeeld aan een oplaadbarebatterij waar veel meer energie ingestopt wordtdan wat er uiteindelijk uitkomt. Bovendien ishet gebruik van batterijen op grote schaal eenbijzonder kostbare investering. Een anderemogelijkheid om energie (via een omweg) op teslaan is met behulp van een stuwmeer. Op diemanier kan je in tijden dat er energie over is hetstuwmeer volpompen en als een energietekortzich aanbiedt met het stuwmeer een generatoraandrijven. Een stuwmeer zou in Nederlandniet mogelijk zijn natuurlijk, maar we kunnenweldegelijk hetzelfde principe toepassen metonze lege gasbellen in Groningen.

Een andere mogelijkheid van energieopslagwordt geboden door middel van waterstof.Deze mogelijkheid zal in de toekomst met namegebruikt worden om brandstof voor auto's op teslaan. Iedereen zal dan met een waterstoftankin zijn auto gaan rijden. Onderweg wordt deze

waterstof dan omgezet in elektriciteit en kan deauto vooruit komen. Dit principe kan natuurlijkook worden toegepast op de opslag van onzedagelijkse energie. Er zijn alleen een paar kleineproblemen waar nog hard aan zal moeten wor-den gewerkt. Ten eerste is het proces vanomzetten van en naar waterstof niet bijzonderefficiënt - er gaat dus veel energie verloren. Tentweede neemt het opslaan van waterstofgas bij-zonder veel ruimte in en ten slotte is het spulook nog zeer licht ontvlambaar. Waarschijnlijkzullen er weinig mensen zijn die in de directeomgeving van een waterstofopslagtank willenwonen.

Een nieuwe methode om energie op te wekkendient zich aan: de zogenaamde kernfusie.Kernfusie is het tegenovergestelde proces vande kernsplitsing die plaatsvindt in de huidigekerncentrales en wordt door de zon gebruiktom aan zijn energie te komen. Bij kernfusieworden twee atomen samengesmolten, terwijldeze bij kernsplitsing van elkaar wordengescheiden. Bij beide processen wordt eratoommassa omgezet in energie (E=MC≈). Hetgrote verschil is dat er bij kernfusie geen radio-actieve stoffen vrij komen, de grondstof vrijwelonbeperkt is en dat het geen kettingreactiebetreft. Dit betekent dat een ongeluk in eenfusiereactor niet tot een enorm ontploffing zalleiden zoals in Tsjernobyl.

Welke kant we ook op gaan, waterstof zal eenzeer belangrijke rol gaan spelen in onze econo-mie. Sommige wetenschappers spreken al vaneen 'waterstofeconomie'. Maar over hoe diewaterstofeconomie er uit zou moeten gaan zienheerst nog geen overeenstemming. Vandaar dathet van belang is om voorlopig nog niet op ééntechnologie in te zetten en rustig af te wachtenwat de toekomst brengt.

Page 24: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200624

Studeren en zo…

advies, zowel voorlopig als bindend, geeft naarzeggen meer inzicht in de studiehouding van deindividuele student, en kan zo gebruikt wordendoor zowel de faculteiten als de student omdeze laatste meer en bewuster te kunnen sturenin zijn of haar keuzes over de studie en eeneventuele overstap naar een andere studie.

Daarnaast hopen universiteiten hun algemeneniveau en studierendement te verhogen door ditbindende advies te hanteren. Het vormt eenzekere bescherming tegen het gevreesde feno-meen 'de eeuwige student' evenals een aanspo-ring voor de studenten om zich al vanaf de eer-ste periode harder in te zetten voor hun studie.De slagingspercentages stijgen dan wel nietdrastisch, maar wat men overhoudt aan serieu-ze(re) studenten na het eerste jaar zal uiteinde-

lijk een hoger rendement geven danvoorheen; een hogere kwaliteit vande deelnemende studenten isbelangrijker dan een kwantitatievegroei van het studentenaantal,aldus het Strategische Plan 2005-2009.

TwijfelKlinkt allemaal zeer dringend en

nobel, zoals het er staat. Er zijnechter dingen tegenin te brengen.Ten eerste twijfel ik er, als meer-voudige hartpatiënt, aan of wij alseerstejaars nog meer druk nodighebben. Als we te maken hebben

met (voor velen) een nieuwe leerwij-

Punten zijn dus niet meer weg te denken uit hetopleidingsleven. Maar dit jaar komt daar voorde eerstejaarsstudenten aan de USE een schep-je bovenop; we krijgen voor het eerst te makenmet het bindend studieadvies (BSA). Hoewelhet overgrote deel van de studenten tegenzoiets is (zie de grafiek) is toch besloten dit inte voeren, naar aanleiding van het StrategischePlan 2005-2009 van de Universiteit Utrecht,waarin de doelstelling staat om voor 2009 iede-re bacheloropleiding te voorzien van een BSA.

Zo slecht nog niet…Dit naar aanleiding van het feit dat veel stu-

denten het eerste jaar een ongeschikte studiekiezen en daar wellicht meerdere jaren aanvastzitten voordat er wordt ingegrepen. Het

Florian Krätke - Niets is zo finaal, zo definitief als een punt. Of het nu alsschrijfteken of als telmiddel wordt toegepast, het is onherroepelijk bewijsvan het einde van iets, een feitelijke weergave van de stand van zaken. In dezwart-wit wereld van het onderwijs worden punten dan ook in gigantischemate benut, grotendeels als maatstaaf voor van alles en nog wat. Er is geenontsnappen aan de stiptheid van de punt.

BSA - Beledigend Selectief Algoritme

Page 25: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 25

ze, een nieuwe omgeving, nieuwe boeken, nieu-we stof, nieuwe mensen, nieuweproblemen…kortom, een nieuw leven, dan zinktvoor velen de moed al in de schoenen wanneerze te horen krijgen dat er nog meer beperkendeeisen worden opgelegd. En gezien de eersteperiode voor vele aspirant-economen als dezwaarste wordt ervaren, naderen de hartkwa-len met rasse schreden.

Dat brengt mij op tegenargument nummertwee, zeer duister van aard. Het is namelijk eenfeit dat een faculteit alleen een BSA mag hante-ren als "de studiebegeleiding en de studeerbaar-heid van het programma niets te wensen overla-ten" (volgens de LandelijkeStudentenvakbond). Nu valt er best door USEheen te komen, maar er bestaan enkele grotestruikelblokken in het eerste jaar (wiskunde &statistiek, anyone?) die het halen van een posi-tief advies benadelen. De opleiding doet wat zijkan om alles zo gesmeerd mogelijk te latengaan, maar een bonafide glijbaan zal het nooitworden, vrees ik. Is het wel verstandig om,zoals het nu is, dit BSA in te voeren, alleenomdat andere opleidingen zich genoodzaaktvoelen dat te doen? Worden wij gebruikt alsproefkonijnen, waarop beledigenderwijsschoonheidsmiddelen worden getest? En is hetniet zo dat een vak zoals het bovengenoemdewiskunde & statistiek op zichzelf al een soortfilter is voor studenten, gemotiveerd dan welongemotiveerd?

WantrouwenBetrek daarbij het feit dat eerstejaarsstudentenna de eerste periode een voorlopig (niet-bin-dend) studieadvies ontvangen, gebaseerd op dieeerste periode en de daarin behaalde resultaten,terwijl dit voor bijna elke student de moeilijk-ste periode zal zijn. Veel studenten voelen zichdan ook beledigd waneer ze dit in de bus krij-gen, en vragen zich stampvoetend van woede afmet welk lef hen wordt voorgehouden dat zealleen door een mogelijke "sterke veranderingvan uw studiewijze en inzet de resultaten nogkunt verbeteren". Axel Schiphof, bezorgd eer-stejaarsstudent, verwoordt het dan ook sterkwanneer hij zegt: "Het is belachelijk dat defaculteit het lef heeft zoveel studenten een

negatief tussentijds advies te geven, wanneerdeze is gebaseerd op (de door de universiteitaangeboden) vakken waar een slagingspercen-tage van nog geen 20% voor geldt." Bijgestaandoor zijn medestudenten zegt hij al helemaalgeïrriteerd te raken wanneer de schuld wordtgelegd bij de houding van de studenten.

Toegegeven, een student moet op tijd waar-schuwing en advies krijgen dat hij zijn resulta-ten moet verbeteren, maar het is veel realisti-scher om na of gedurende de tweede periodeeen advies uit te reiken, aangezien het resulta-tenbeeld dan veel representatiever zal zijn, entoch nog op tijd te zijn om voor de '1 februari-regel' een advies uit te delen. Tevens is dit derichtlijn die de Universiteit Utrecht voorstelt(advies na het eerste semester, niet na de eersteperiode) en ik zie geen reden daar van af te wij-ken.

Een voorlopig advies lijkt sowieso al overbo-dig; een student beseft ongetwijfeld dat het nietgoed gaat en velen besluiten dan ook uit eigenbeweging al op te stappen uit zekere voorzorg.Er lijkt veel te weinig vertrouwen te zijn voorhet afwegende karakter van de meeste studen-ten, waardoor wordt aangenomen dat de stu-dent geen duidelijke keuzes kan maken enalleen studeert om te studeren.

Wat nu?Maar wat is dan de oplossing voor ons, dekwetsbare student? Staken? Massaal liegenover persoonlijke problemen? Hoe cliché hetook klinkt, lijkt het gewoon het beste te zijn jebest te doen onder de omstandigheden; die 30punten zijn zeker te halen als men zijn bestdoet, zelfs na een langzame start. Op een gege-ven moment zal de gemiddelde student zichmoeten afvragen wat hij nu werkelijk wil endan een compromis met zichzelf sluiten, degouden handdruk die hem maakt of breekt. Indie zin lijkt het BSA toch een zekere subtiele,angstaanjagend psychologische werking tehebben.

En mocht zelfs hard blokken niet werken, dankun je je alsnog tot de civiele rechtbank wen-den; ik zal een goed woordje voor je doen.

Studeren en zo…

Page 26: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200626

Werken bij...

over de dingen die je doet en het werkt ergmotiverend wanneer een nieuwe IT-tool, die jijhebt bedacht, voor tijdwinst en meer inzichtzorgt.

Het internationale karakter van Cargill komt inmijn huidige baan erg sterk naar voren. Van de18 mensen van Sugar Amsterdam is de helftafkomstig uit Nederland. De voertaal is dan ookengels. Ook onderhouden we dagelijks contactmet de locatie Geneve voor overleg over dage-lijkse activiteiten, nieuwe gezamenlijke projec-ten en onze posities (long/short).

Dus zoek je een innovatief en dynamisch bedrijfdat sterk internationaal georiënteerd is enwaarin je in een vroeg stadium veel verant-woordelijkheden krijgt, solliciteer dan bijCargill!

Persoon op foto: Anja van der Hulst

Ik ben bij de Business Unit Sugar aan de slaggegaan. Dit is een erg dynamische markt, vooralnu de EU heeft besloten de subsidieregelingenop suiker binnen de EU drastisch te verande-ren. Als financial management trainee leer je deeerste maanden van je traineeship een aantalalgemene zaken zoals de software waar je dage-lijks mee werkt, de verschillende afdelingenbinnen Cargill en dagelijkse controles. Het ken-nismaken met Cargill gebeurt ook d.m.v. ver-schillende cursussen met trainees. Dit is ergleuk omdat je dan andere trainees spreekt enervaringen kunt delen. Ook worden er traineed-agen georganiseerd door de verschillende BU'szodat je alles hoort over de betreffende BU.

Sugar bestaat nog maar twee jaar in Amsterdamen dat maakt het als managent trainee erg leuk.Ik ben verantwoordelijk voor de maand- enkwartaalrapportages, het verklaren van hetresultaat en het bepalen van verschillende risi-co's. Omdat Sugar Amsterdam nog maar net isopgezet, is er nog veel ruimte voor verbeteringvan processen. Veel werkzaamheden kunnenefficiënter worden uitgevoerd of moeten nogworden opgezet. Dit leert je goed na te denken

Na mijn studie Economie aan de ErasmusUniversiteit Rotterdam, met als afstudeer-varianten Controlling en Accounting, wildeik in de financiële hoek aan de slag. Hierbijvond ik vooral de voedingsmiddelensectorinteressant en wilde ik graag bij een bedrijfgaan werken met een internationaal karak-ter. Zodoende kwam ik bij Cargill terecht,een bedrijf met het karakter wat precies bijmij past: direct en no-nonsense. Nadat desollicitatie binnen drie weken was afgerond,kon ik twee weken later al aan de slag alsfinancial management trainee!

Cargill

Page 27: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 27

De Grote ECU’92Fotopagina

Page 28: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200628

Thema

demand, the price has to rise (as any freshmaneconomics student can tell you) and so it hasrisen: from USD 18 per barrel during the 1960's

to USD 31 during the 1990's .Luckily, contrasting with theclaims of the adherents of thePeak Oil Theory**, the world'soil supply isn't running out forat least another 50 years. In thewords of Sheikh ZakiYamani:"The Stone Age did not end for

lack of stone, and the Oil Age willend long before the world runs out of oil."

Unfortunately, easy oil is running out. The bulkof today's oil comes from large oil fields, in 2030this will be the case for no more than 40% vande world's production . Furthermore, these"small" fields are often located in dismal envi-ronments, such as the uninhabited wildernessof Alaska or the freezing tundra of Siberia.Secondly, just three regions contain the greatershare of proven petroleum reserves: the CaspianSea in central Asia, the Gulf of Guinea (WestAfrica) and, of course, the "Gulf states" of theMiddle-East. Important sources of crude oiltoday, like the North Sea or the Gulf of Mexicowill not be of much help in 2030. To put itmicro-economically, the marginal costs of pro-duction will increase and the number of sup-

At first glance, the economist is inclined toregard a 1-percent share as insignificant.However, this figure understates the truedependence of the worldeconomy on oil. The per-centage is an average: aworld in which a vastmajority of the populationdoes not own a car or apersonal computer, theenergy intensity of it'seconomy is low. The lesswell-off world citizen devotes a smaller share ofhis income to energy because he has so littleuses for it: no car to be powered by it, no televi-sion too. This in contrast to our economies,which are literally driven by fossil fuel.Analogously, the income share a western per-son devotes to energy expenditure is larger,namely around 3 to 5 percent of GDP . With theindustrialization of China and India, the ener-gy-intensity of their economies will increase toa western level.

So world oil demand will increase, both as aabsolute figure and as a percentage of WorldGross Product. How about supply? As with anyprogressively used resource of limited availabi-lity, it's supply is being out done by demand. Tomaintain market equilibrium at increasing

R.R. Roffson - Since the drilling of the first oil well in northwesternPennsylvania in 1859 , the production, distribution and consumption of thisfossil fuel plays an increasingly important role in our economic lives. Naturalpetroleum has been known to man since classical era, seeping from cracksand gorges in the surface of the Middle-Eastern desert and the steppes ofcentral Asia.The large scale drilling of oil made the resource available forcommercial and industrial uses: first lighting, heating and lubrication (ofmachinery, mind you) and later, with the advent of the combustion engine,transportation. In 2003, the economies of the world expended about USD*725 billion on crude oil, 1.2% of World Gross Product .

The Hidden Cost of Oil

"People wanteconomy and theywill pay any price

to get it"

Page 29: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 29

Thema

pliers will decrease. A fairly complicatedStackelberg equation - for all you game theory-lovers out there - shows the result of both pro-cesses: higher prices per barrel of crude. The oilage will not end because of a lack ofoil, it might end because of alack competitive oil.

The triple unfortunates of incre-ased demand, decreasing supplyand increased market concen-tration will raise the price of oilto unprecedented heights thecoming decades. But the depen-dency of industrial nations and emerging eco-nomies on this black gold, brings with it a greathidden cost. According to the American maga-zine Foreign Policy and the Fund for Peace,over two-thirds of the world's oil reserves arelocated in so-called "failed states" . These statesare characterized by oppressive government,ethnical or religious conflicts and a general dis-regard for human rights. A increasing depen-dence on e.g. Iranian oil would cost a great dealeconomically, but even more morally. Thesixty-or-more dollars a barrel paid for bywestern motorists at the pump tomorrow, willbuy the Ayatollah's the nuclear missile neededto bombard Tel Aviv next week. Demandingthe Iranian islamists to be good neighborsmight be easy today - plenty of alternatives forIranian oil - but not so much so in anothertwenty years.

Besides making compromises to one's conscien-ce - take for example the cartoon-crisis of thepast weeks: who would dare to depictMohammed if the Arabian states supplied all ofthe world's oil? - the political situation of oilproducing countries has a real economic conse-quence. Besides despotism, failed (oil) statesare, for the greater part, very unstable. Take theoccasional terrorist bombing by extremists inSaudi Arabia; or more recently the kidnappingof four foreign engineers employed by Shell inthe oil rich Niger Delta of Nigeria. With oil sup-plies dwindling, the loss of an existing produ-cer (due to civil war or revolution) has a enor-mous impact on the world economy. Military

intervention might be necessary to prevent aworld wide depression, but war doesn't comecheap: the US invasion of Iraq - a military inter-vention suspected by some of being an attempt

to secure oil supplies - costs theAmerican government 60 bil-lion per month.

The reader might wonderwhy the west uses oil at all:for the economic problems ofit's supply plus their moraland geopolitical implications,

it's a costly source of energyindeed. But oil has an extremely high inherentutility. It's energetic enough to heat houses andpower electrical generators, and it's weightcompared to other sources of energy (like coal)is low enough to drive cars and airplanes.Imagine a 747 running on coal: it would neverleave the runway, if it moves at all. Besidesthese uses, petroleum is a basis element or pre-cursor of plastics and all kinds of pharmaceuti-cals. A very useful resource indeed. To end witha quote:

“People want economy and they will pay anyprice to get it”

*United States Dollars**Peak Oil Theory: The idea that oil production willpeak within ten to twenty years, or has already peaked in1995, 2000 or 2005 (which every comes first/last). Fromthe peak onwards, modern industrial society will des-cend into a abyss of poverty and pre-industrial ignoran-ce, in short the Apocalypse. (www.peakoil.rog)

The "economy"of oil is great,but at what

price?

Page 30: Ecunomist, Year 15, Issue 3

met de twee vakken die worden gegeven in deeerste periode: Inleiding Algemene Economie(IAE) en Wiskunde & Statistiek (W&S). Tochheeft de Universiteit besloten om een bindendstudieadvies in te voeren. Studenten krijgenvoor de rest van het jaar dus nog een extra drukerbij. Werken of activiteiten naast de studiekunnen worden ontmoedigd. Een ander argu-ment is dat studenten ook wel voor zichzelfkunnen beslissen of ze al dan niet doorgaan metde studie.Het bindend studieadvies (BSA) is een slech-te zaak en zou teruggedraaid moeten worden"Neen, het BSA is prima. De grens ligt op 30 ECTS, en hetlijkt me heel verstandig om uit te kijken naar een anderestudie wanneer je dat, uitgezonderd aparte omstandig-heden, niet kan halen. Zonder IAE en W&S blijven er nog45 ECTS over, dus dat moet makkelijk kunnen, ook metandere activiteiten erbij."

Als docent bent u onder studenten vrij popu-lair. U bent al enkele malen door de studentengekozen als beste docent. Wat maakt een docent een goede docent?Komen jonge docenten beter over op studen-ten?"Een goede docent is een docent die interesse heeft in deideeën en prestaties van studenten. Het verschil tussenjonge en oudere docenten zal waarschijnlijk in het feit

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200630

Een aantal jaren geleden is in het middelbaaronderwijs de zogenaamde tweede fase inge-steld. De achterliggende gedachte was om deovergang naar het hoger en wetenschappelijkonderwijs te vergemakkelijken. Toch blijkt dateerstejaarsstudenten vaak moeite hebben omhet eerste jaar en zeker de eerste twee vakkenvan in dit geval Economie door te komen.De overgang van de middelbare school naarde universiteit is ondanks de tweede fase nogsteeds te groot."De overgang van de middelbare school naar de univer-siteit is zeker niet te groot. Het maakt niet veel uit wat zeer van maken op de middelbare school, het zal altijdenige gewenning kosten om aan een nieuwe instelling tewennen. Voor onze eerstejaars valt dat ook nog eenssamen met de twee moeilijkste vakken van het eerstejaar, waardoor de resultaten niet zo indrukwekkendzijn."

En meer specifiek:Economie op de middelbare school sluit nietgoed aan/ is van een te laag niveau"Dit is niet aan de orde, sterker nog: wat mij betreft hoe-ven ze helemaal geen economieachtergrond te hebben.Die economie leren wij ze wel, ik heb liever dat ze de spel-ling van de Nederlandse taal beheersen, want dat kunnenwe niet meer corrigeren."Eerstejaarsstudenten blijken moeite te hebben

Frank van der Salm Geboortedatum: 16-09-1970Geboorteplaats: ApeldoornOpleiding/studie: Algemene Economie, KUB Tilburg,specialisatie economie vanontwikkelingslanden/Milieu-economie Muziek: de DijkBoek: Blauwe maandagen,Arnon GrunbergHobby's: Mijn dochtertje en in de tijd die er nog over is: sportVoorbeeldeconoom/idool: Rick vd Ploeg (slim, breed en origineel)

Paspoort

Page 31: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 31

liggen dat starters vaak enthousiaster zijn over hunonderwijsactiviteiten. Of wellicht is het contact laag-drempeliger wanneer het leeftijdsverschil minder grootis. Toch zie ik genoeg (oudere) collega's die nog steedsmet veel plezier onderwijs verzorgen. Die kunnen evengoed overkomen als de jonge docenten."

Als econoom geeft u ook bij verschillende facul-teiten les. Een van de vakken die u geeft ismilieueconomie. Tussen milieu en economiebestaat al decennia lang frictie. Economischeontwikkeling zou ten koste gaan van hetmilieu. Het milieu daarentegen zou economi-sche ontwikkeling in de weg staan. Kyoto-akkoorden zijn slechts een pleister opde wonden"De Kyoto-normen vangen slechts een klein deel van demondiale milieuproblemen op, daarmee zou je het eenpleister kunnen noemen, met een stevig prijskaartje. Aande andere kant bieden dergelijke akkoorden eindelijk eenoplossing voor prisoner's dilemma's die de aanpak vanmilieuproblemen verhinderen."

Een oplossing voor het milieueconomie pro-bleem bestaat niet"Er is geen 'milieueconomieprobleem': de economischeanalyse van milieuproblemen bieden juist een oplossingvoor de problemen. Juist door efficiënt om te gaan metnatuurlijke hulpbronnen, kun je gestelde milieudoelentegen de minste kosten bereiken. Daarmee wordt de kansop succes aanzienlijk groter."

Als ik het bij de UU/USE voor het zeggenhad, dan zou ik….de hele boel verkassen naarhet University College en onze eigen USE cam-pus inrichten.

Als ik het in Nederland voor het zeggen haddan zou ik …..ervoor zorgen dat alle ministeriesen provinciehuizen leeg komen te staan;Allemaal aan de slag in de uitvoering.

Paspoort

Keuzes Aanwezigheidsverplichting: Ja of Nee? Nee

Doctoraal of BaMa? BaMA

Onderzoeker of Docent of Coördinator? Docent

Links (Milieu) of Rechts (Economie)? Links (Als dat de basis van 't onderscheid is…)

WK voetbal of Olympische Spelen? Olympische Spelen

-Studio Sport of de Wedstrijden? Studio Sport

-Zalm of Balkenende? Balkenende

-Queen (Who wants to live forever?) of The Beegees (Staying alive)? Queen

-UCU of de Binnenstad? Binnenstad

-De euro of de gulden? Euro

Page 32: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200632

Column

vehicles and consumer products would swiftlyreduce the consumption of coal and oil andcurb the damage to Earth's climate, and saveimmense amounts of money for businesses andhouseholds. In fact, he claims that U.S. oil con-sumption and imports can be profitably slashedby doubling the efficiency of energy use in vehi-cles, buildings and industries. Further, heclaims that reductions can be achieved byreplacing oil with competitive substitutes suchas advanced biofuels, natural gas, and hydrogenfuel."

My neighbour looked at me. "So that is whatthe paper meant when it wrote 'Pesident neemtafscheid van olieboer Bush'2 and that in ourcountry the Algemene Energieraad also pleasfor strong measures in the energy sector."3

I remained silent and let him go on."I still remember that in the 1970s Brazilians

were already running their cars on ethanol, andI know from experience that since thenEuropean and Japanese motor-car producershave found new ways to reduce automobiles'fuel consumption."

Again I made no comment."So you honestly agree with the U.S.

President?""Of course I do. Who wouldn't wish less

energy to be wasted, and new sources of energyto be developed? But how to achieve this,President Bush doesn't tell us. It's like the oldjoke about the man who came to the PatentOffice to take out a Patent on a device to pro-tect railway workers from being crashed bet-ween wagons when they try to attach onewagon to the next. The official at the PatentOffice agreed that such a device was very neces-

Y.S. Brenner - My neighbour saw me in thegarden and came to the fence to tell me thatPresident Bush wants Americans to be "econ-omical" with oil and make efforts to discoveralternative sources of energy.

I laughed. "A very good idea.""So you agree with Bush," my neighbour

smiled. "It is the first time I hear you sayingsomething positive about the man."

"Sure. When he is right, he is right!"

My neighbour looked at me. "Well? I'm wai-ting for the but."

I grinned. "No but. All he has to do is to con-vince the American people to use less fuel andto find new sources of energy."

"He did. He said that America should useethanol instead of fossil oil and develop newtechnologies."

I agreed. "Excellent. I hope the Americanpeople will do what he tells them."

My neighbour asked: "Do I detect a touchof irony in what you say?"

"Good Lord. Me? Irony? Never! Like thePresident, or his speech writer, I too readAmory Lovins article in the ScientificAmerican1 where he explains that focussing onenergy efficiency will not only make the envi-ronmentalist happy, but will make businessesand consumers richer."

"Make businesses and consumers richer?"My neighbour repeated after me. He was obvi-ously still suspicious, wondering if I wasn't pul-ling his leg.

"You needn't worry." I tried to put his mindat ease. "Mr Lovins really said that improvingthe energy efficiency of factories, buildings,

Reflections of a Bellusaurus

Page 33: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 2006 33

sary and welcome. But when he wanted to seethe plans for the device, the man told him thatthere were no plans. What he wanted to bepatented was his idea. The rest, he said, wasonly a matter of technology. I agree thatPresident Bush has a good idea, but unless hecan explain how his idea can be practicallyapplied, I don't think it can be patented."

My neighbour laughed. "I knew you willcome up with a but. Will not the ever rising pri-ces of oil encourage a more economical use offossil energy? Will it not stimulate businessesto search for, and promote the use of new alter-natives to oil?"

"Yes, this is a possibility. However, will theAmericans be happy with further rising oil pri-ces before the time when the desirable changesbecome reality? And what will take the place ofthe enormous array of non-energy materialsbased on oil refining? The management of RoyalDutch Shell, which knows a thing or two aboutoil production, and which since the 1970s hasbeen investing in alternative sources of energy -in ethanol, sun-panels, and wind-energy -- does

not believe that Bush's call to save energy, andtrust in the imminent discovery of new sourcesof energy, are realistic Why else should theyplan to spend millions in the coming years onconventional oil exploration and on solutionsfor the environmental problems the use of oil iscausing?"4

We could have continued the conversation,and talked about Peter Vogtländer and GeorgeVerberg's report about the future of energy pro-vision in the Netherlands,5 but it was too coldthat day to go on chatting outside by the gardenfence.

Bilthoven: February 2006

Notes1) . Scientific American . September 2005 pp.52-612). de Volkskrant 02.02.2006 p.53). de Volkskrant 14.01.2006 p.54). de Volkskrant 03.02.2006 p.7 5). de Volkskrant 14.01.2006 p.8

Column

De DLC presenteert:

Een debat over het:

EuropeseLandbouwbeleid

Met:Gerrit Faber

Thijs BermanTon van Vuuren

Page 34: Ecunomist, Year 15, Issue 3

De Ecunomist - Jaargang 15, Editie 3 - Maart 200634

Uitsmijter

op zich zou dat voor sommige ministerpostennog niet zo slecht geweest zijn...Een titel als "Honger Hedrick is nog lang nietgestild" laat tenminste raden naar de inhoud.Als fervent volger van de Olympisch Spelenweet ik dat het niet om ondervoede vluchtelinggaat, maar om die tenenkrommendeAmerikaanse hardrijder op de schaats, die deNederlanders in hun zucht om goud voortdu-rend voor de voeten loopt - of eerder, rijdt. Hijassocieert 'energie' met de energie die deOlympische geest uitdroeg toen Hedrick met deopening het stadion binnenliep. Zijn directeconcurrenten waren niet bij de opening aanwe-zig en dat irriteert me. Het hele idee achter deOlympische Spelen is toch die van saamhorig-en verbondenheid? Natuurlijk is die goudenplak het ultieme doel, maar dat verlangen naareen olympische medaille komt voort uit de bij-zondere lading die de Spelen heeft verkregen.En dat is juist alleen te danken door het conceptdat voor twee weken niet de onderlinge ver-schillen, maar juist de overeenkomsten, wordenbenadrukt. Dus ik zou zeggen: ga gewoon naarde opening, neem de sfeer in je op, voel deuniekheid van het moment. Dat stimuleertalleen maar tot grootse daden en niet tot 'strui-kelblokjes' op de olympische schaatsbaan...

Aangezien ik van te voren al had aangekondigddat ik totaal niets aan het thema van deze editietoe te voegen had, vind ik dat ik door het helestuk heen vrij consequent aan deze beweringvastgehouden heb. Maar goed, daar heb jeimmers een uitsmijter voor.

Wat de eerste interpretatie betreft, heb ik wei-nig toe te voegen. Ik schat namelijk in dat al veleschrijvers in deze editie van deze betekeniservan gebruik hebben gemaakt of het in iedergeval hebben mogen ervaren tijdens het schrij-ven van hun artikel. Over de voorkeur van VanGeel zal ik 'kernachtig' zijn: mooi hoor dat hetbouwen van kerncentrales helpt om de klimaat-doelstellingen in 2020 te halen. Zullen we datkernafval dan maar gewoon dumpen opUtrecht Terwijde? Dan hebben we meteen eennuttige invulling voor dit verder troosteloze gat- alvast mijn excuses aan en tevens medelevenmet de lezers die er woonachtig zijn.Hoe breed de context is waarbinnen de hetwoord 'energie' geplaatst kan worden, wordtpas echt duidelijk, als je dit op een willekeurigekrantensite als zoekterm invoert. Als je een titelin beeld krijgt die luidt: "Vrouwen kunnen hetzonder De Geus", dan ga je je toch dingen afvra-gen, bijvoorbeeld waarom dit voor iemand inNederland nog nieuws is en wat we onder 'het'moeten verstaan... Open je het artikel dan blijkthet te gaan over zijn oproep om bij de komendegemeenteraadsverkiezingen vooral op een voor-keursstem op vrouwen uit te brengen. In eenreactie op deze uitspraak schrijft Jellie Kiefte-Boersema, fractieassistent van de ChristenUniein Ede, dat een 'raadslidmaatschap zoveel tijden energie vergt dat vrouwen met een gezin metopgroeiende kinderen dit niet als eerste prio-riteit stellen'. Overigens vind ik het onzin omop te roepen vooral op vrouwen te stemmen.Als vrouwen goed genoeg zijn dan spelen zezich vanzelf wel in de kijker, en hebben ze echtgeen voorkeursstemmen nodig. Als het nou omeen ordinaire Missverkiezing ging. Alhoewel,

Joëlle Tabak - In eerste instantie vroeg ik me af of ik met deze uitsmijter über-haupt nog wat toe te voegen had aan het thema 'energie'. Ik kan nu al ver-tellen dat dat er niet inzit, maar ik kan misschien wel een frisse blik werpenop de vele interpretaties die aan het woord 'energie' gegeven kunnen wor-den.Ter illustratie: de gemiddelde student haalt dit woord vaak aan in combi-natie met de woorden 'gebrek aan', terwijl staatssecretaris Pieter van Geel'energie' bij voorkeur samenvoegt met 'kern'.

Gebrek aan....

Page 35: Ecunomist, Year 15, Issue 3

@#

De meeste mensen zien studenten.

Wij onze toekomstige managers.

ING is een internationaal, financieel

concern dat actief is in ruim zestig landen.

Wereldwijd biedt ING producten en

diensten op het gebied van bankieren,

verzekeren en vermogensbeheer. Altijd

klantgericht en pro-actief in hun aanpak:

dat is wat onze 115.000 medewerkers

wereldwijd kenmerkt en dat is ook wat

ING maakt tot een uitstekende plek om

een professionele toekomst op te bouwen.

ING Talent Programme

Wat zie jij? Een groep studenten of een aantalpotentiële managers? Het is maar net hoe je ertegenaan kijkt. Bij ING kijken we in ieder gevalanders naar studenten, studies en de ‘traditionele’carrières die daarbij horen. In iedere student met

talent en persoonlijkheid zien wij iemand die kanuitgroeien tot een veelzijdige manager of specialist.

Het ING Talent Programme is een traineeship vooracademici en kent maar liefst zes verschillendestartrichtingen. Het is een driejarig programmavoor studenten die zichzelf én hun talentenverder willen ontwikkelen.

Voor het ING Talent Programme zoeken we veelbelovende starters met hooguit twee jaarwerkervaring. Alle academische studierichtingen(master) zijn welkom. Ontdek je mogelijkheden op:www.recruitment.ing.nl.

A5 tokomstige man. buiten 16-02-2005 14-09-2005 15:14 Pagina 1

Page 36: Ecunomist, Year 15, Issue 3