Economische vooruitzichten Nederland

8
Dutch Economic Outlook ING Economisch Bureau Lichtpuntjes in donkere dagen Herstel wereldeconomie moet neergang in Nederland stoppen Dutch Economic Outlook 19 december 2012 1 De Nederlandse economie bevindt zich in zwaar weer. Het inkomen per hoofd daalt al twee jaar en voor de komende twee kwartalen moet rekening worden ge- houden met een verdere daling. Dan zijn we weer te- rug op het welvaartsniveau dat we ook hadden ten tijde van het dieptepunt van de financiële crisis in 2009. Bij een zich herstellende wereldeconomie kan aan deze daling in de tweede helft van volgend jaar echter een einde komen. Een verlies aan inkomen, banen en vermogen resulteert in een ongekende daling van de particuliere consumptie. Nooit eerder sinds het einde van de tweede wereldoorlog is er sprake geweest van drie achtereenvolgende jaren van da- lende particuliere consumptie. Overheidsbestedingen en bedrijfsinvesteringen ontwikkelen zich eveneens negatief. En onder invloed van een krimpende Europese economie wordt het voor de Nederlandse export steeds moeilijker om te groeien. Op korte termijn is een krachtig herstel van de bin- nenlandse vraag niet erg aannemelijk. Koopkrachtverlies en algemene onzekerheid zorgen voor een terughoudend be- stedingspatroon van de consument, de overheid gaat door met bezuinigen en bedrijven zien, gegeven de matige afzet- verwachtingen en lage bezettingsgraad, voorlopig weinig reden om te investeren. Een herstel van economische groei moet dan ook vooral uit het buitenland komen. Niet alleen door meer uitvoer naar de traditionele exportbestemmingen in Europa en de VS maar ook door het aanboren van nieuwe afzetmarkten in Azië en Zuid-Amerika. Voorzichtig optimisme Gelukkig vallen er ten aanzien van de wereldeconomie licht- puntjes te ontwaren. In de VS herstelt de huizenmarkt ge- staag, daalt de werkloosheid en zou 2013 – bij een gunstige afloop van de begrotingsdiscussie tussen Democraten en Republikeinen – een relatief goed economisch jaar kunnen worden. Zeker als dan de in 2012, vanwege de begrotings- onzekerheid, uitgestelde vraag alsnog zal worden uitgeoe- fend. Als de voortekenen niet bedriegen (aantrekken kre- dietverlening, toenemende energieproductie) is ook de Chi- nese economie het dal gepasseerd en kan de groei volgend jaar, mede dankzij overheidsstimulansen, weer terug richting de 9% van 2011. Dit zou direct en indirect – via de Duitse economie – positief van invloed kunnen zijn op onze econo- mie. Een gunstiger wereldconjunctuur zou de krimp van de Ne- derlandse economie in de tweede helft van 2013 tot staan kunnen brengen. Voorwaarde is dan wel dat de begrotings- onderhandelingen in de VS goed aflopen en het huidige posi- tivisme ten aanzien van het verdere verloop van de eurocri- sis in stand blijft. Een gelukkiger tweede helft 2013! Belangrijkste conclusies De Nederlandse economie in 10 vragen (blz. 2 – 6) 1. De bijdrage van Europa aan de groei van de wereldeco- nomie zal ook volgend jaar nog erg bescheiden zijn. Groeikansen moeten dan ook vooral buiten Europa wor- den gezocht. 2. Er zijn economische lichtpuntjes in zowel de VS, China als de eurozone. 3. De Duitse economie ontwikkelt zich gunstiger dan de Nederlandse, vanwege een groter belang van technolo- gisch hoogwaardige(r) exportproducten, minder over- heidsbezuinigingen en een gunstiger huizenmarkt. 4. De Nederlandse industrie kan volop profiteren van de gunstige(r) economische ontwikkeling in Duitsland. Vooral de Duitse machinebouw, elektrotechnische indu- strie en automotivesector bieden kansen voor Neder- landse toeleveranciers uit de metaal, rubber-, kunststof en hightechindustrie. 5. Steeds meer huishoudens spreken hun spaargeld aan. 6. De zwakke huizenmarkt heeft een groot effect op de Ne- derlandse economie en is een belangrijke reden waar- om deze achterblijft bij omringende eurolanden. 7. De bezuinigingen van consumenten gaan vooral ten kos- te van duurzame goederen. De uitgaven in supermarkten en afname van diensten kunnen op peil blijven. De totale particuliere consumptie daalt in 2013 verder. 8. De vraag naar bedrijfspanden en machines blijft waar- schijnlijk laag. Wel is er meer vraag naar ICT. 9. Ondanks een lichte stijging in de tweede helft van 2013 blijven de marktrentes waarschijnlijk laag. 10. Zonder aanvullende maatregelen en de incidentele op- brengst van de veiling van telecommunicatiefrequenties zou het begrotingstekort in 2013 uitkomen op 3,4%. ING voorspellingen op blz. 7

description

Outlook Dutch economy

Transcript of Economische vooruitzichten Nederland

Page 1: Economische vooruitzichten Nederland

Dutch Economic Outlook ING Economisch Bureau

Lichtpuntjes in donkere dagen Herstel wereldeconomie moet neergang in Nederland stoppen

Dutch Economic Outlook 19 december 2012 1

De Nederlandse economie bevindt zich in zwaar weer. Het inkomen per hoofd daalt al twee jaar en voor de komende twee kwartalen moet rekening worden ge-houden met een verdere daling. Dan zijn we weer te-rug op het welvaartsniveau dat we ook hadden ten tijde van het dieptepunt van de financiële crisis in 2009. Bij een zich herstellende wereldeconomie kan aan deze daling in de tweede helft van volgend jaar echter een einde komen.

Een verlies aan inkomen, banen en vermogen resulteert in een ongekende daling van de particuliere consumptie. Nooit eerder sinds het einde van de tweede wereldoorlog is er sprake geweest van drie achtereenvolgende jaren van da-lende particuliere consumptie. Overheidsbestedingen en bedrijfsinvesteringen ontwikkelen zich eveneens negatief. En onder invloed van een krimpende Europese economie wordt het voor de Nederlandse export steeds moeilijker om te groeien. Op korte termijn is een krachtig herstel van de bin-nenlandse vraag niet erg aannemelijk. Koopkrachtverlies en algemene onzekerheid zorgen voor een terughoudend be-stedingspatroon van de consument, de overheid gaat door met bezuinigen en bedrijven zien, gegeven de matige afzet-verwachtingen en lage bezettingsgraad, voorlopig weinig reden om te investeren. Een herstel van economische groei moet dan ook vooral uit het buitenland komen. Niet alleen door meer uitvoer naar de traditionele exportbestemmingen in Europa en de VS maar ook door het aanboren van nieuwe afzetmarkten in Azië en Zuid-Amerika. Voorzichtig optimisme Gelukkig vallen er ten aanzien van de wereldeconomie licht-puntjes te ontwaren. In de VS herstelt de huizenmarkt ge-staag, daalt de werkloosheid en zou 2013 – bij een gunstige afloop van de begrotingsdiscussie tussen Democraten en Republikeinen – een relatief goed economisch jaar kunnen worden. Zeker als dan de in 2012, vanwege de begrotings-onzekerheid, uitgestelde vraag alsnog zal worden uitgeoe-fend. Als de voortekenen niet bedriegen (aantrekken kre-dietverlening, toenemende energieproductie) is ook de Chi-nese economie het dal gepasseerd en kan de groei volgend jaar, mede dankzij overheidsstimulansen, weer terug richting de 9% van 2011. Dit zou direct en indirect – via de Duitse economie – positief van invloed kunnen zijn op onze econo-mie.

Een gunstiger wereldconjunctuur zou de krimp van de Ne-derlandse economie in de tweede helft van 2013 tot staan kunnen brengen. Voorwaarde is dan wel dat de begrotings-onderhandelingen in de VS goed aflopen en het huidige posi-tivisme ten aanzien van het verdere verloop van de eurocri-sis in stand blijft. Een gelukkiger tweede helft 2013!

Belangrijkste conclusies De Nederlandse economie in 10 vragen (blz. 2 – 6) 1. De bijdrage van Europa aan de groei van de wereldeco-

nomie zal ook volgend jaar nog erg bescheiden zijn. Groeikansen moeten dan ook vooral buiten Europa wor-den gezocht.

2. Er zijn economische lichtpuntjes in zowel de VS, China als de eurozone.

3. De Duitse economie ontwikkelt zich gunstiger dan de Nederlandse, vanwege een groter belang van technolo-gisch hoogwaardige(r) exportproducten, minder over-heidsbezuinigingen en een gunstiger huizenmarkt.

4. De Nederlandse industrie kan volop profiteren van de gunstige(r) economische ontwikkeling in Duitsland. Vooral de Duitse machinebouw, elektrotechnische indu-strie en automotivesector bieden kansen voor Neder-landse toeleveranciers uit de metaal, rubber-, kunststof en hightechindustrie.

5. Steeds meer huishoudens spreken hun spaargeld aan. 6. De zwakke huizenmarkt heeft een groot effect op de Ne-

derlandse economie en is een belangrijke reden waar-om deze achterblijft bij omringende eurolanden.

7. De bezuinigingen van consumenten gaan vooral ten kos-te van duurzame goederen. De uitgaven in supermarkten en afname van diensten kunnen op peil blijven. De totale particuliere consumptie daalt in 2013 verder.

8. De vraag naar bedrijfspanden en machines blijft waar-schijnlijk laag. Wel is er meer vraag naar ICT.

9. Ondanks een lichte stijging in de tweede helft van 2013 blijven de marktrentes waarschijnlijk laag.

10. Zonder aanvullende maatregelen en de incidentele op-brengst van de veiling van telecommunicatiefrequenties zou het begrotingstekort in 2013 uitkomen op 3,4%.

ING voorspellingen op blz. 7

Page 2: Economische vooruitzichten Nederland

Dutch Economic Outlook 19 december 2012 2

DE NEDERLANDSE ECONOMIE IN 10 VRAGEN EN ANTWOORDEN 1. Wat kunnen we volgend jaar van het buitenland verwachten? Azië is de belangrijkste groeimotor geweest… In de afgelopen jaren is de groei van de wereldeconomie geleidelijk afgenomen van meer dan 5% in 2010, tot rond de 3½% in 2011 en naar verwachting minder dan 3% in 2012. Het aflopen van eerder tijdens de financiële crisis getroffen stimuleringsmaatregelen, het ontstaan van de eurocrisis en maatregelen om overheidsschulden te verkleinen liggen aan deze groeivertraging ten grondslag. Alle regio’s in de wereld hebben het tempo van economische groei in deze jaren in meer of mindere mate zien afnemen. Onveranderd is echter, dat de landen in Azië (exclusief Japan) de belangrijkste groeimotor van de wereldeconomie zijn gebleven. De groei-bijdrage van de eurozone is steeds kleiner geworden en uit-eindelijk in 2012 zelfs negatief. …en zal dit ook in 2013 weer zijn Voor 2013 verwachten we voor de wereldeconomie als ge-heel een licht hoger groeitempo. Die (beperkte) groeiver-snelling komt vooral voor rekening van de landen in Azië (exclusief Japan). Voor de andere regio’s gaan we uit van ruwweg eenzelfde bijdrage aan de mondiale economische groei als in 2012. Groeikansen vooral buiten Europa De bijdrage van de eurozone en de andere landen in West-Europa aan de groei van de wereldeconomie zal naar ver-wachting ook volgend jaar nog erg bescheiden zijn. Groei-kansen moeten dan ook vooral buiten Europa worden ge-zocht. Figuur 1 Europese groeibijdrage is minimaal

-1

0

1

2

3

4

5

6

2010 2011 2012 2013

Overige

Latijns Amerika

Azië (ex Japan)

OverigeindustrielandenOost-Europa

Overig West-EuropaEurozone

Groei wereldeconomie(bijdrage aan BBP-groei in %-punten)

Bron: ING

2. Waar zitten de lichtpuntjes?

Lichtpuntjes in Amerika… In de VS herstelt de huizenmarkt gestaag en daalt de werk-loosheid. Ook lijkt er nogal wat vraag te worden uitgesteld totdat er meer zekerheid is over de zogenoemde ‘begro-tingsafgrond’. Dit is de mogelijkheid dat de Amerikaanse economie in een recessie terecht zou komen door een com-binatie van automatische bezuinigingen en lastenverzwarin-gen. Als die ‘begrotingsafgrond' zou kunnen worden verme-den dan zou dat tot extra vraag in 2013 kunnen leiden. …China… Dit jaar heeft de Chinese economie flink geleden onder de verslechtering van afzetmogelijkheden in Europa en de ne-gatieve effecten van eerdere monetaire verkrapping. Voor 2013 gaan we uit van een weer aantrekkende economische groei vanwege gunstiger economische omstandigheden we-reldwijd en enige versoepeling van maatregelen op de Chi-nese huizenmarkt (toestaan hogere ‘loan-to-value’ ratio’s). …en Europa In Europa leidt de bestrijding van de eurocrisis tot enig suc-ces. Zo verbetert de concurrentiepositie van de probleem-landen en nemen de tekorten op de betalingsbalans af. Seinen nog niet op groen Niettemin staan de seinen voor de wereldeconomie nog niet op groen. Een goede afloop van de Amerikaanse begro-tingsbesprekingen is geen uitgemaakte zaak en afschrijvin-gen op de Griekse overheidsschuld en politieke onrust in Spanje en Italië kunnen nog tot de nodige turbulentie op de financiële markten leiden. Ook lijken de voorstellen van EU-voorzitter Van Rompuy, om de weeffouten van de muntunie te herstellen, niet zonder slag of stoot te worden aangenomen. Figuur 2 Eurozone minder onevenwichtig

-16

-12

-8

-4

0

4

2000 2002 2004 2006 2008 2010 2012

Saldo lopende rekening(4-kwartaalsgemiddelde, % BBP

Ierland Griekenland SpanjeItalië Portugal

Bron: Eurostat, bewerking ING

Page 3: Economische vooruitzichten Nederland

Dutch Economic Outlook 19 december 2012 3

3. Waarom gaat het in Duitsland eigenlijk zoveel beter dan hier in Nederland? Sinds het dieptepunt van de recessie in 2009, is de Duitse economie veel harder gegroeid dan de Nederlandse. De Duitse economie is sindsdien met 9% gegroeid, terwijl het herstel in Nederland is blijven steken op 2%. Hierdoor ligt het inkomen per hoofd van de bevolking in Duitsland nu weer boven dat ten tijde van het economische dieptepunt in 2009 terwijl dit in ons land weer bijna terug op dat niveau is. Ander exportpakket Er zijn drie belangrijke redenen voor deze uiteenlopende ontwikkeling. Ten eerste groeit de Duitse uitvoer sneller dan die van Nederland. Die betere uitvoerprestaties kunnen voor een deel worden toegeschreven aan een verschillend ex-portpakket. Het aandeel van technologisch hoogwaardige(r) fabricaten in het Duitse exportpakket is meer dan 60% terwijl dit in ons land rond de 50% ligt. Uit onderzoek van De Neder-landsche Bank blijkt dat een groter aandeel technologisch hoogwaardige(r) producten leidt tot een hogere exportgroei. Begrotingsrem minder sterk Een ander verschil is dat in Duitsland minder wordt bezui-nigd (of lasten verhoogd) dan in Nederland. In Duitsland is er sprake van een relatief beperkt begrotingstekort (gemiddeld 1,8% in 2010-2012), terwijl Nederland met forse budgettaire inspanningen probeert het tekort weer onder de EMU-norm van 3% te brengen (gemid. tekort 2010-2012: -4,6%). Stijgende huizenprijzen Bovendien is in Duitsland sprake van stijgende huizenprijzen, terwijl die in ons land dalen. Sinds het dieptepunt van de re-cessie, begin 2009, zijn de huizen in Duitsland met gemid-deld 6% in waarde gestegen terwijl die in Nederland met 14% zijn gedaald.

Figuur 3 Gunstiger groei-omgeving in Duitsland

Duitsland Nederland

Bron: ING berekeningen o.b.v. cijfers DNB, ECB, OESO. * Cumulatieve verandering 2010-2012 van het onderliggende, conjunctuur gecorri-geerde, primaire overheidssaldo; + = negatief voor groei.

4. Welke kansen biedt de Duitse economische groei voor Nederlandse ondernemers? Kansen voor onder meer toeleverende industrie… De Duitse industrie kent een omzet van bijna € 2.000 miljard. Voor de Nederlandse industrie liggen er nog genoeg kansen richting deze gigantische Duitse sector. Meer specifiek biedt de machinebouw, elektrotechnische industrie en automotive-sector in Duitsland kansen voor Nederlandse toeleveranciers uit de metaal, rubber-, kunststof en hightechindustrie. Suc-cesvol zakendoen in Duitsland vergt echter een gefocuste strategie en een langdurig commitment. Business komt vaak pas na een meerjarige investering van tijd, geld en energie. Het volgen van de Duitse gang van zaken en gebruiken is essentieel om zaken te kunnen doen met onze oosterburen. …en logistiek Ook de Nederlandse transportsector kan meer profiteren van de uitvoer van Duitse producten. Hamburg speelt nu de be-langrijkste rol, maar een grotere rol voor Rotterdam als ex-porthaven is mogelijk. Daarnaast rijden/varen transporteurs nog vaak leeg terug, in de binnenvaart zelfs in meer dan de helft van de gevallen. Een grote efficiencyslag wordt gemaakt wanneer containers met Duitse industriële producten mee teruggevaren worden richting Rotterdam. Noordrijn-Westfalen zwaartepunt Meer dan 40% van de Nederlandse export naar Duitsland heeft Noordrijn-Westfalen als bestemming. Nog altijd is dit een regio met groeipotentieel voor de Nederlandse industrie, maar ook voor de transport- en bouwsector. Ten slotte zou de Nederlandse positie in het economische sterke zuiden van Duitsland kunnen worden versterkt. Figuur 4 Nederlandse export naar Duitsland

Bron: Statistisches Bundesamt, ING

Aandeel hoog-waardige(r) fabri-caten in export (%)

Begrotingsrem* Mutatie huizen-prijs in periode

K1.09 - K3.12

0.6 1.9 5.9

-14.1

60 50

Page 4: Economische vooruitzichten Nederland

Dutch Economic Outlook 19 december 2012 4

5. Spreken huishoudens hun spaargeld aan nu de kop-kracht onder druk staat? Aantal huishoudens dat inteert op spaargeld stijgt … ‘Harde’ cijfers zijn niet beschikbaar, maar in enquêtes van het CBS geven steeds meer consumenten aan dat ze interen op hun spaargeld. In 2009, aan het begin van de crisis, zei 3% van de consumenten dat te doen. Dat is nu 6%. Voor een klei-ne groep zijn de financiële problemen inmiddels groter. 2% zegt schulden te maken om rond te kunnen komen. Dat is iets hoger dan begin 2009, maar nog steeds in lijn met het histo-risch gemiddelde. Uit de enquêtes blijkt dat het overgrote deel van de consumenten – ruim 90% - nog zonder spaargeld aan te spreken of schulden te maken rondkomt. De helft van deze groep geeft aan dat ‘precies’ te kunnen. De andere helft houdt nog (ruim) geld over om opzij te zetten. …en top lijkt nog niet bereikt Het aantal Nederlanders dat inteert op zijn spaargeld kan de komende tijd verder stijgen en uitkomen boven het percen-tage in de periode 2003-2005. Toen werden er flinke bezui-nigingen doorgevoerd door de kabinetten Balkenende. Het huidige pakket is echter nog groter en de echte bezuini-gingsjaren moeten nog komen. Spaartegoeden scheef verdeeld Ondanks dat consumenten zeggen in te teren, is het gemid-delde spaartegoed per huishouden toegenomen. Dat komt doordat spaargeld niet gelijk over alle Nederlanders is ver-deeld. Van de €325 miljard aan spaargeld is bijna de helft in handen van de 20% hoogte inkomens. De mediaan – het middelste tegoed als alle Nederlanders naar omvang van spaartegoed worden gerangschikt – geeft daarom een bete-re indicatie van de ontwikkeling van het ‘doorsnee’ tegoed. Volgens deze maatstaf is het (mediane) banktegoed de afge-lopen jaren gedaald naar 13 dzd euro (2008: 15 dzd). Figuur 5 Daling koopkracht, interen op spaargeld

-2

0

2

4

6

1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011 2013

Mutatie koopkracht (mediaan) in %% huishoudens dat spaargeld aanspreekt

Bron: CPB, CBS, koopkrachtramingen CPB, bewerking ING

6. Hoe belangrijk is de huizenmarkt voor de Neder-landse economie? Grote impact huizenmarkt op consumptie… Hoe de huizenmarkt ervoor staat heeft grote invloed op de prestaties van de economie. Zo is een groot deel van de con-sumptieve uitgaven van huishoudens gerelateerd aan ver-huisbewegingen. Denk aan de verkoop van meubels, keu-kens en gordijnen. De uitgaven hieraan zijn goed voor zo’n 15% van de totale non-food detailhandelsverkopen. Verder vertalen stijgende huizenprijzen zich in vermogenswinsten voor huizenbezitters. Meer vermogen versterkt het vertrou-wen, waardoor ook de uitgaven die niet aan de woningmarkt zijn gerelateerd kunnen toenemen. De Nederlandsche Bank schat dat door daling van het huizenvermogen de consump-tie in de periode 2012-2014 met 1% per jaar wordt gedrukt. …investeringen en arbeidsmarkt Ook het investeringsvolume – nieuwbouw, maar ook onder-houd – hangt sterk af van de huizenmarkt. Voordat de crisis in 2008 begon maakten deze investeringen 6 tot 7% uit van het bruto binnenlands product. Dat is nu minder dan 5%. De af-genomen activiteit op de woningmarkt bedreigt ook veel ba-nen, zoals die van bouwvakkers, ontwikkelaars, winkeliers, makelaars en notarissen. Een voorzichtige schatting is dat in Nederland 10% van de banen direct verbonden is aan de woningmarkt. Nederland op achterstand door huizenmarkt De afgelopen jaren is de omzet (prijzen x aantal transacties) op de Nederlandse huizenmarkt gehalveerd. Mede hierdoor blijft de economie nu al enige tijd achter bij de economieën om ons heen. Terwijl de Belgische en Franse economie min of meer terug zijn op het niveau van vóór de crisis en de Duitse economie zelfs alweer groter is, ligt het Nederlandse bbp, ondanks enig herstel, nog altijd onder het niveau van 2008. Het is niet toevallig dat in deze omringende landen de huizenmarkt een stuk beter draait dan in Nederland. Figuur 6 Huizenmarkt zet NL op achterstand

88

92

96

100

104

40

60

80

100

120

'07 '08 '09 '10 '11 '12 '07 '08 '09 '10 '11 '12

NL DUI BEL FRA

omzet huizenmarkt bbp

piek NL = 100

Bron: Hypostat, CBS, bewerking ING. 2012 o.b.v. beschikbare data.

Daling koopkracht

Page 5: Economische vooruitzichten Nederland

Dutch Economic Outlook 19 december 2012 5

7. Welk type consumentenbestedingen doen het nog relatief goed? Vooral bezuinigen op grote aankopen Huishoudens hebben nu al 7 kwartalen op rij minder uitge-geven. Vooral aan duurzame goederen wordt minder uitge-geven. Woonwinkels en bouwmarkten hebben de grootste klap gehad. Daar wordt nu, vergeleken met 2008, een kwart minder verkocht. De autoverkopen zijn ook flink gedaald. De auto staat dan ook, na vakantie en uitgaan, hoog op de bezui-nigingslijst. Kledingwinkels verkopen ook minder. Hun afzet-volume ligt ongeveer 8% lager dan in 2008 (figuur 7). Elek-tronicazaken doen het daarentegen nog relatief goed, moge-lijk door de verkoop van smartphones en tablets. Die luxe willen consumenten zich nog niet ontzeggen. Daarnaast hiel-pen het EK voetbal en de Olympische Spelen de tv-verkoop. Afname diensten en uitgaven supermarkt nog op peil In tegenstelling tot de consumptie van duurzame goederen is het afzetvolume van supermarkten robuust gebleken. Er is zelfs sprake van groei. Dat komt onder andere doordat op eerste levensbehoeften vaak wordt bezuinigd via een ver-schuiving naar goedkopere merken en winkels. Daadwerke-lijk minder eten en drinken kopen, dat gebeurt niet zo snel. Net als de afzet van supermarkten dalen de uitgaven aan diensten ook niet zo snel. Weliswaar wordt de horeca minder vaak bezocht, maar op een grote uitgavenpost als zorg wordt niet snel bezuinigd. Totaal particuliere consumptie daalt verder in 2013 De totale particuliere consumptie zal volgend jaar verder dalen. Door de oplopende werkloosheid en lastenverzwarin-gen neemt het beschikbaar inkomen van huishoudens dan namelijk verder af. Weliswaar kunnen de uitgaven aan eerste levensbehoeften en diensten op peil blijven, maar dat weegt niet op tegen de verwachte verdere daling bij de duurzame goederen. Figuur 7 Vooral minder afzet duurzame goederen

75

80

85

90

95

100

105

110

115

2008 2009 2010 2011 2012

Med. diensten

Supermarkten

Elektronica

Diensten, ovg

Kleding

Horeca

Auto's

Bouwmarkten

Woonwinkels

volume-ontwikkelingindex, 2008=100

Bron: CBS. Bewerking ING. 2012 o.b.v. eerste drie kwartalen.

8. Naar welke investeringsgoederen zal volgend jaar de meeste vraag uitgaan? Investeringen vallen dit jaar weer terug Na een korte opleving in 2011 hebben bedrijven en de over-heid hun investeringen dit jaar weer met 5% terugge-schroefd. Bedrijven investeren inmiddels 20% minder dan in 2008. De overheid staat op -12%. Er wordt vooral minder geïnvesteerd in woningen (-29%) en bedrijfsruimten (-25%), maar ook op nieuwe machines en voertuigen (beide -11%) wordt bespaard. Uitzondering zijn de computers en randap-paraten. De aanschaf van smartphones en tablets voor me-dewerkers lijkt die categorie een impuls te hebben gegeven. Vraag naar bedrijfspanden en machines blijft laag De investeringen in bedrijfspanden zullen in 2013 verder afnemen. Zolang de consument de hand op de knip houdt, blijven de afzetverwachtingen voor de detailhandel en hore-ca somber en daalt de vraag naar nieuwe bedrijfsruimten. De vraag wordt ook gedrukt door de beweging naar verkoop per internet. In de zakelijke dienstverlening drukt, naast de zwakke economie, de opkomst van het thuiswerken de vraag naar kantoorruimte. Mocht er toch behoefte zijn aan kantoor-ruimte, dan is er met 15% leegstand voldoende keus. De lage bezettingsgraad in de industrie betekent dat de vraag naar machines ook laag blijft. Wel meer vraag naar ICT De vraag naar vrachtwagens daalt verder, maar nadert wel een keerpunt. Dit vanwege het verouderde wagenpark in de transport- en logistieksector en de invoering van nieuwe emissienormen in 2014. Het gaat dan vrijwel uitsluitend om vervangingsvraag. ICT-investeringen hebben echter de bes-te vooruitzichten. Efficiency-verhogingen zijn een steeds be-langrijker investeringsmotief. Zie bijvoorbeeld de automati-sering in de groothandel. Daarnaast zijn er ontwikkelingen als webwinkels in de detailhandel en het “nieuwe werken” in de dienstverlening die investeringen in ICT vereisen. Figuur 8 Investeringen in ICT houden stand

70

80

90

100

110

2008 2009 2010 2011 2012

volume-ontwikkelingindex, 2008=100

Bron: CBS, bewerking ING. 2012 o.b.v. eerste drie kwartalen.

+13%

+1%

0%

-8%

-12%

-20%

-25%

+9%

-11%

-25%

-29%

-9%

+1%

Computers, etc.

Machines Voertuigen

Gebouwen

Woningen

Page 6: Economische vooruitzichten Nederland

Dutch Economic Outlook 19 december 2012 6

9. In welke richting bewegen de geld- en kapitaal-marktrentes zich volgend jaar? Marktrentes liggen op zeer laag niveau Bij het beeld van een kwakkelende Europese economie pas-sen marktrentes die op een (zeer) laag niveau liggen. Sinds de renteverlaging van de ECB begin juni staat de rente die banken krijgen op hun deposito's bij de ECB op 0%. Als ge-volg hiervan is de euriborrente naar een historisch diepte-punt gedaald van 0,2%. Door de extreem lage korte rente, het zwakke macro-economisch nieuws uit Europa en aan-houdende zorgen over het verdere verloop van de eurocrisis is de rente op Nederlandse 10-jaars staatsobligaties ook erg laag. Die ligt momenteel rond de 1,6%. Heel lichte stijging marktrentes richting 2014 Naar onze verwachting zal het 3-maands euribortarief de komende maanden rond het huidige niveau van 0,2% blijven. Zeker als de ECB zou besluiten de refi-rente begin 2013 ver-der te verlagen (van 0,75% naar 0,5%). Pas als de groeivoor-uitzichten verbeteren – mogelijk richting 2014 – zien wij de geld- en kapitaalmarktrentes (heel) geleidelijk oplopen. De 3-maands euribortarief zien we eind 2013 op 0,4% staan. Dat is nog steeds een historisch laag niveau. De rente op Neder-landse 10-jaars staatsobligaties loopt iets sneller op, maar met een verwacht niveau van iets boven de 2% eind volgend jaar blijft die ook relatief laag. Figuur 9 Marktrentes voorlopig laag

0

1

2

3

4

5

6

03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13

3M EuriborRente op Nederlandse 10-jaars staatsobligaties

%

Bron: Ecowin, ramingen ING

10. Zal de overheid extra gaan bezuinigen als volgend jaar het begrotingstekort boven de 3% uitkomt? Overheidstekort in 2013 boven de 3% Volgens de doorberekeningen van het Regeerakkoord zou het begrotingstekort in 2013 uitkomen op 2,6%. Maar die be-rekeningen gingen er vanuit dat de Nederlandse economie, na een krimp van ½% in 2012, in 2013 weer met ¾% zou gaan groeien. Inmiddels is duidelijk dat deze groeiveronder-stellingen te optimistisch zijn geweest. Wij gaan thans voor 2012 uit van een krimp van 1% gevolgd door nog een jaar van krimp met ½%. Tegenvallende economische groei leidt tot tegenvallende belastinginkomsten. Uitgaande van onze economische verwachtingen zou het overheidstekort in 2013 zonder aanvullende maatregelen uitkomen op 3,4%. Dit is 0,4% boven de EMU-norm van 3%, ofwel 2½ miljard euro. Door een incidentele opbrengst vanwege veiling van 4G fre-quenties blijft het tekort echter toch nog beperkt tot 2,8% BBP. Politiek beslist over extra maatregelen In het Regeerakkoord staat dat de Europese begrotingsaf-spraken leidend zijn, dat de begroting kan ”mee ademen met de economische ontwikkeling” en er niet direct actie hoeft te worden ondernomen bij een meevaller of tegenvaller. Het antwoord op de vraag of en in hoeverre deze inkomstente-genvaller zal worden tegengegaan door extra bezuinigingen en/of lastenverzwaringen is dan ook in hoge mate een poli-tieke. Extra bezuinigen is economisch onverstandig Economisch gezien lijken extra bezuinigingen en/of lasten-verzwaringen in ieder geval onwenselijk omdat deze de eco-nomische groei nog meer zou drukken. Extra maatregelen zijn ook niet direct nodig zolang het kabinet het vooruitzicht van op langere termijn houdbare overheidsfinanciën overtui-gend overeind houdt. Voor internationale beleggers is dit belangrijker dan de tekortontwikkeling op de korte termijn. Figuur 10 Minder tekortreductie dan gedacht

-5

-4

-3

-2

-1

0

2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017Regeerakkoord

Huidige inzichten ING (ex 4G opbrengsten)

Overheidssaldo (in % BBP)

Bron: CPB, ING

Page 7: Economische vooruitzichten Nederland

Dutch Economic Outlook 19 december 2012 7

ING Voorspellingen

NEDERLANDSE ECONOMIE K1 K2 K3 K4 Jaar K1 K2 K3 K4 Jaar K1 K2 K3 K4 Jaar K1 K2 K3 K4 Jaar

BBP In % kok 0,4 0,5 0,3 0,9 0,5 -0,1 -0,2 -0,7 0,1 0,1 -1,1 -0,2 -0,1 0,0 0,2 0,3Particuliere consumptie 0,7 -0,2 0,1 0,8 -0,9 -0,4 -0,3 -0,8 -0,1 -0,3 -0,6 -0,3 -0,1 -0,2 0,0 0,1Overheidsconsumptie -1,8 1,3 0,5 0,1 -1,2 1,2 -0,2 0,0 0,6 -0,2 -0,1 -0,1 -0,1 -0,1 0,0 0,0Bedrijfsinvesteringen -2,8 0,9 -0,2 -0,3 11,3 -2,8 0,0 0,3 -1,9 -0,3 -3,7 -0,5 -0,3 -0,1 -0,1 0,3Uitvoer 4,3 1,8 2,5 2,5 0,5 -0,1 -0,2 -0,1 2,0 2,6 -2,4 1,1 0,5 0,6 0,7 0,9Invoer 3,7 2,8 1,2 1,7 1,9 -0,5 -0,7 -0,3 2,1 2,1 -1,1 0,1 0,2 0,4 0,5 0,7Voorraadvorming (% bijdrage BBP) 0,4 1,0 -1,4 0,2 0,6 0,2 -0,8 -0,3 0,2 0,5 0,1 -0,3

BBP In % joj 0,4 2,1 1,7 2,3 1,6 2,6 1,4 0,9 -0,8 1,0 -0,8 -0,5 -1,3 -0,9 -1,0 -1,2 -1,4 -0,1 0,4 -0,5Particuliere consumptie -0,9 0,2 0,7 1,4 0,3 0,0 -0,6 -1,2 -2,3 -1,0 -0,7 -1,3 -1,8 -1,3 -1,5 -1,4 -1,3 -0,6 -0,2 -0,8Overheidsconsumptie 1,3 1,0 0,5 0,2 0,7 0,6 0,6 -0,3 -0,4 0,1 0,9 0,1 0,2 0,1 0,5 -0,5 -0,1 0,0 0,0 -0,4Bedrijfsinvesteringen -14,4 -8,4 -6,7 -2,6 -8,2 12,8 7,9 6,8 8,1 8,9 -4,3 -2,0 -5,9 -6,3 -4,6 -4,8 -4,6 -1,0 -0,2 -2,7Uitvoer 9,1 12,6 11,6 11,6 11,2 7,6 5,5 2,6 0,1 3,9 2,6 4,4 1,6 3,2 2,7 1,6 -0,3 2,8 2,7 1,7Invoer 6,7 13,7 10,5 9,8 10,2 8,0 4,6 2,1 0,1 3,6 1,6 3,9 1,8 3,2 2,4 1,3 -0,4 1,2 1,8 1,0Voorraadvorming (% bijdrage BBP) 0,9 2,8 0,9 0,1 1,2 0,3 -0,5 0,2 -0,3 -0,1 -0,8 -0,4 0,5 0,5 0,0 0,3 -0,3 -0,5 -0,3 -0,2

Industriële productie (verwrk. indus.) 6,4 8,2 7,0 6,3 7,0 7,0 2,6 2,6 1,5 3,3 -0,8 -0,6 -0,9 -2,0 -1,0 -1,5 -0,2 0,5 1,1 0,0

Nationale CPI 0,9 1,0 1,6 1,7 1,3 2,0 2,2 2,6 2,5 2,3 2,5 2,2 2,3 3,0 2,5 3,0 2,9 2,4 1,8 2,5Geharmoniseerde CPI 0,5 0,4 1,3 1,5 0,9 1,9 2,2 3,1 2,6 2,5 2,9 2,6 2,6 3,2 2,8 3,0 2,9 2,4 1,8 2,5Uurlonen (particuliere sector) 1,4 1,1 1,1 1,0 1,1 1,1 1,1 1,2 1,3 1,2 1,3 1,6 1,7 1,9 1,6 1,9 1,9 1,8 1,8 1,9Werkloosheid (in % beroepsbev.) 5,7 5,6 5,3 5,2 5,5 5,1 5,1 5,4 5,8 5,3 5,9 6,2 6,5 6,8 6,4 7,0 7,2 7,4 7,4 7,3

Huizenprijs (Kadaster, WWI) -4,3 -2,0 -0,6 -1,0 -2,0 -1,2 -1,9 -2,7 -3,4 -2,3 -3,8 -5,0 -8,0 -7,9 -6,2 -8,5 -8,5 -6,4 -6,8 -7,6

Overheidssaldo In % BBP -5,1 4,5 -3,8 -2,8**

FINANCIËLE MARKTEN Periode ultimo

Driemaandsrente (Euribor, %) 0,63 0,77 0,89 1,01 1,18 1,49 1,50 1,29 0,68 0,65 0,22 0.18* 0,20 0,20 0,30 0,40Tienjaarsrente (NL staatsobligatie,%) 3,33 2,81 2,50 3,14 3,64 3,34 2,29 2,17 2,34 2,11 1,72 1.58* 2,00 1,75 2,00 2,25EUR/USD 1,35 1,22 1,36 1,34 1,42 1,45 1,35 1,30 1,32 1,27 1,29 1.32* 1,18 1,20 1,25 1,28EUR/GBP 0,89 0,82 0,87 0,86 0,88 0,90 0,87 0,84 0,83 0,81 0,80 0.81* 0,76 0,77 0,78 0,80

INTERNATIONALE OMGEVING

BBP In % joj

VS 1,9 2,5 2,8 2,4 2,4 1,8 1,9 1,6 2,0 1,8 2,4 2,1 2,5 1,7 2,2 1,5 1,9 2,0 2,3 1,9Eurozone 1,0 2,3 2,3 2,2 1,9 2,4 1,6 1,3 0,6 1,5 -0,1 -0,5 -0,6 -0,6 -0,4 -0,6 -0,2 0,1 0,7 0,0

Duitsland 2,6 4,7 4,6 4,2 4,0 4,8 3,0 2,7 1,9 3,1 1,2 1,0 0,9 0,7 0,9 1,0Frankrijk 1,0 1,6 1,9 1,8 1,6 2,4 1,8 1,5 1,1 1,7 0,2 0,1 0,1 -0,3 0,0 0,0Italië 1,1 1,9 1,9 2,2 1,8 1,3 1,0 0,4 -0,5 0,6 -1,3 -2,3 -2,4 -2,3 -2,3 -1,0Spanje -1,5 -0,2 0,0 0,4 -0,3 0,5 0,5 0,6 0,0 0,4 -0,7 -1,4 -1,6 -0,9 -1,3 -1,0België 2,0 3,0 2,5 2,2 2,4 2,9 2,0 1,4 0,9 1,8 0,4 -0,3 -0,3 0,1 -0,2 0,3

VK 1,2 2,1 2,4 1,5 1,8 1,4 0,7 0,6 0,7 0,9 -0,1 -0,5 -0,1 0,5 0,0 1,1 1,7 1,1 1,4 1,3

Consumentenprijsinflatie In % jojVS 2,4 1,8 1,1 1,3 1,6 2,1 3,3 3,8 3,3 3,1 2,8 1,9 1,9 2,2 2,2 2,3 2,8 2,0 2,1 2,3Eurozone 1,1 1,5 1,7 2,0 1,6 2,5 2,7 2,7 2,9 2,7 2,7 2,5 2,5 2,5 2,5 2,1 1,9 1,8 1,7 1,9

Duitsland 0,3 0,8 1,0 1,2 1,2 2,2 2,5 2,6 2,6 2,5 2,4 2,1 2,1 2,0 2,1 2,1Frankrijk 1,8 1,8 1,8 1,9 1,7 2,0 2,2 2,3 2,7 2,3 2,6 2,4 2,0 1,7 2,0 0,8Italië 1,3 1,6 1,7 2,0 1,6 2,3 2,9 2,7 3,7 2,9 3,6 3,6 3,4 2,6 3,3 1,8Spanje 1,3 2,3 2,1 2,6 2,1 3,2 3,3 2,9 2,8 3,1 1,9 2,0 2,8 3,2 2,5 2,1België 1,0 2,2 2,6 3,0 2,2 3,4 3,5 3,6 3,6 3,5 3,6 2,7 2,5 2,0 2,8 2,0

VK 3,4 3,5 3,1 3,4 3,3 4,1 4,4 4,7 4,6 4,5 3,5 2,8 2,4 2,7 2,6 1,9 1,9 2,2 2,1 2,0

Bron: ING. Voorspellingen cursief * stand per 17 december 2012 **Incl opbrengst 4G veiling. Exclusief -3,4%.

2010 2011 2012 2013

- 4,1% (1,0 %)

Page 8: Economische vooruitzichten Nederland

Meer weten? Kijk op ING.nl/zakelijk Of bel met

Maarten Leen Hoofd Macro- en Consumenteneconomie

020 56 34406 Dimitry Fleming Senior Econoom 020 56 39497 Jurjen Witteveen Sector Econoom Industrie 020 56 34439

Disclaimer De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of me-ningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefe-ning van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeve-ling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V. geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan ge-wijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werkne-mers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van (de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zet-fouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter be-scherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publica-tie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten. De tekst is afgesloten op 18 december 2012.