Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

78
5 januari Welkom! Lever allemaal je artikel in op een stapel vooraan in de klas a.u.b. Lesdoelen: - Artikels: Na deze les weet ik hoe ik mijn artikel kan verbeteren. - Lesstof: En heb ik een beter begrip van paragraaf 2.6 en 2.1.

Transcript of Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Page 1: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

5 januari

Welkom!

Lever allemaal je artikel in op een stapel vooraan in de klas a.u.b.

Lesdoelen:- Artikels: Na deze les weet ik hoe ik mijn artikel

kan verbeteren.- Lesstof: En heb ik een beter begrip van

paragraaf 2.6 en 2.1.

Page 2: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Om op te starten: 2 keuzes

1)Artikel lezen van scherm

2)Naam bedenken en ontwerpen van ons economieperiodetijdschrift

Page 3: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Naam economieperiodetijdschrift ontwerpen

1) Bedenk een goede naam voor ons tijdschrift

2) Ontwerp de naam op je schetsblad

Page 4: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

LeesopdrachtStap 1: een vrijwilliger om de computer te

bedienenhttps://decorrespondent.nl/388/99-problemen-1-oorzaak/14916660-5a5eee06

Stap 2: de vrijwilliger scrollt naar beneden en laat de klas meelezen (de klas geeft het tempo aan).

Opdracht tijdens lezen:Denk na: wat vind je goed / niet goed aan het

artikel?

Stap 3: we bespreken het klassikaal na.

Page 5: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Feedbackopdracht: 15 minuten

(1) Ruil je artikel met je buurman of vrouw(2) Lees het artikel(3) Schrijf op een los blad je commentaar. Schrijf op

dit los blad je eigen naam en de naam van de schrijver van het artikel. Beantwoord vervolgens deze vragen:

1. Is het artikel duidelijk geschreven?2. Heeft het artikel een goede structuur? (inleiding,

alinea's, afsluiting)3. Trekt het de aandacht van de lezer? (is het interessant

en vlot geschreven, pakkende titel, etcetera..)4. Klopt de bronvermelding? (wordt er goed geciteerd en

geparafraseerd?)

Page 6: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

feedback klassikaal

Laatste tips voor de laatste verbeteringen

Page 7: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Feedbackopdracht: 15 minuten

Lever allen morgen in:

Artikel versie 1 + je ontvangen feedback

Artikel versie 2 (een verbetering van versie 1)

Page 8: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Uitleg paragrafen

Ten eerste: SCHRIJF JE ANTWOORDEN IN JE PERIODESCHRIFT (en niet op de kopieën zelf)

Geef aan het eind van de periode de kopieën weer terug. Ga er dus voorzichtig mee om!

Page 9: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Uitleg paragrafen

Ten tweede: Schrijf ergens op in je periodeschrift (kies zelf een handige plek):

Deze opgaven hoef ik NIET te maken: 2.6 (van ruilen..):

2b, 4fg, 10, 11 2.1 (wat is geld?):

5, 6bc, 7abc, 8ab, 9, 10, 11abcd, 12ab, 13d 4.1 (groter, sneller..):

3, 4, 9, 10, 12b, 14ab

Page 10: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Uitleg paragraaf 2.6

Page 11: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Arbeidsverdeling

https://www.youtube.com/watch?v=DfGs2Y5WJ14

Het opsplitsen van werk in verschillende taken

Page 12: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

ArbeidsproductiviteitDe productie per persoon (in een bepaalde tijd)

Stel: 2 mensen smeren in 1 uur in totaal 300 broodjes gezamenlijk.

Hoeveel is de arbeidsproductiviteit per uur?

Page 13: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

ArbeidsproductiviteitDe productie per persoon (in een bepaalde tijd)

Stel: 2 mensen smeren in 1 uur in totaal 300 broodjes gezamenlijk.

Hoeveel is de arbeidsproductiviteit per uur?

300 ÷ 2 = 150

Page 14: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

ArbeidsproductiviteitDe productie per persoon (in een bepaalde tijd)

Stel: 5 mensen aan de lopende band draaien werken samen in een werkdag van 8 uur. Samen draaiien ze in totaal 144.000 schroeven aan.

Hoeveel is de arbeidsproductiviteit per werknemer per uur?

Page 15: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

ArbeidsproductiviteitDe productie per persoon (in een bepaalde tijd)

Stel: 5 mensen aan de lopende band draaien werken samen in een werkdag van 8 uur. Samen draaiien ze in totaal 144.000 schroeven aan.

Hoeveel is de arbeidsproductiviteit per werknemer per uur?

144.000 ÷ 5 ÷ 8 = 3600

Page 16: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Henk en Jan doen beiden iedere dag: hun huis schoonmaken en maken 1 kledingstuk

Hoeveel werken ze in totaal gezamenlijk in de week?

Page 17: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Henk en Jan doen beiden iedere dag: hun huis schoonmaken en maken 1 kledingstuk

Hoeveel werken ze in totaal gezamenlijk in de week?

7 x (2 uur + 7 uur) + 7 x (4 uur + 5 uur) = 126 uur

Page 18: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Henk en Jan doen beiden iedere dag: hun huis schoonmaken en maken 1 kledingstuk

Wat als ze aan arbeidsverdeling zouden doen. Wie zou dan wat beter kunnen doen?

Page 19: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Henk en Jan doen beiden iedere dag: hun huis schoonmaken en maken 1 kledingstuk

Wat als ze aan arbeidsverdeling zouden doen. Wie zou dan wat beter kunnen doen?

Henk beter schoonmakenJan beter kledingstukken maken

Page 20: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Henk en Jan doen beiden iedere dag: hun huis schoonmaken en maken 1 kledingstuk

Henk gaat de 2 huizen schoonmaken elke dag. Jan gaat 2 kledingstukken maken per dag. Hoeveel werken ze dan in totaal gezamenlijk?

Page 21: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Henk en Jan doen beiden iedere dag: hun huis schoonmaken en maken 1 kledingstuk

Henk gaat de 2 huizen schoonmaken elke dag. Jan gaat 2 kledingstukken maken per dag. Hoeveel werken ze dan in totaal gezamenlijk?

7 x (2 x 2 uur) + 7 x (2 x 5 uur) = 98Is minder dan 128 eerst → specialisatie!

Page 22: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Henk en Jan kun je nog afspraken maken onderling,

maar...

Met meer mensen wordt het

ingewikkeld om directe ruil te

organisen

Page 23: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)
Page 24: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Uitleg paragraaf 2.7

Page 25: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Vraag: om welke functie gaat het hier?- Ik betaal een fiets met mijn pinpas.- Ik vergelijk de prijs van een appel met die van een peer: 2 appels zijn even duur als 3 peren.

Page 26: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Vraag: Ik stort 500 euro aan bankbiljetten op mijn rekening.

Neemt de hoeveelheid chartaal geld in de economie toe of af?Neemt de hoeveelheid giraal geld in de economie toe of af?

Page 27: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Je saldo = hoeveel geld je op je rekening hebt

Debetsaldo: een tekort op je betaalrekening (je staat dan rood)

Creditsaldo: een overschot op je betaalrekening.

Vraag: ik heb een debetsaldo van 500. Ik stort 1500 euro op mijn rekening. Wat is mijn nieuwe saldo?A. een creditsaldo van 2000B. een debetsaldo van 2000C. een creditsaldo van 1000D. een debetsaldo van 1000

Page 28: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Centrale Banken brengen geld in omloop

De Nederlandse Bank (DNB) brengt de muntgeld in omloop

De Europese Centrale Bank (ECB) brengt bankbiljetten in omloop

Page 29: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Niet ieder EU lid heeft de euro(alleen de blauwe landen hier)

Page 30: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Niet ieder EU lid mag aan de euro meedoen

Het land mag pas meedoen als:

Er een lage inflatie is in het land Het land een lage rente heeft Het 'huishoudboekje' moet op orde zijn (de

overheid mag niet teveel schulden hebben)

Page 31: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

4.1: BBP

Page 32: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Bruto Binnenlands Product (BBP)

De totale waarde van alle goederen en diensten die in een jaar zijn geproduceerd door een land

Page 33: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

BBP van landen (via google)

Page 34: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

CBS over bbp

https://www.youtube.com/watch?v=hoNBBIarbVs

Page 35: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

BBP groeit door

1)Toename van productiefactoren

2)Kwaliteit van productiefactoren

3)Arbeidsproductiviteit en arbeidsverdeling

Page 36: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

BBP groeit door

Toename van productiefactoren

[Een productiefactor is letterlijk datgene wat van invloed is op de productie, ofwel: dat wat de productie mogelijk maakt of bepaalt.]

Page 37: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Vraag:Welke productiefactor is sterk gegroeid in

Nederland, meer dan in andere landen?

Page 38: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

BBP groeit door

Kwaliteit van productiefactoren

- Kwaliteit arbeid verbetert door onderwijs

- Kwaliteit van kapitaal vebetert door innovaties in technologie

Page 39: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

BBP groeit door

Arbeidsproductiviteit en arbeidsverdeling

Page 40: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

BBP groeit door

1)Toename van productiefactoren

2)Kwaliteit van productiefactoren

3)Arbeidsproductiviteit en arbeidsverdeling

Page 41: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Economieperiode.wordpress.comwachtwoord: klas84

Page 42: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Economieperiode.wordpress.comwachtwoord: klas84

Page 43: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Economieperiode.wordpress.comwachtwoord: klas84

Page 44: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)
Page 45: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)
Page 46: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Leerdoelen

Na deze les begrijp ik de begrippen van 4.2, 1.1 en 1.2:

4.2. Concurrentie & innovatie.

1.1. Schaarste & behoefte, inkomensvormen

1.2. Goederen en diensten, schaarse / vrije goederen, soorten behoeften (basis, luxe, inferieur), koopkracht & inflatie.

Page 47: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Werkvorm

Uitleg 4.2

Werken (met overleg op fluisterniveau)

Uitleg 1.1

Werken (met overleg op fluisterniveau)

Uitleg 1.2

Werken (met overleg op fluisterniveau)

Page 48: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Tijdens werken:

Lees eerst de uitleg en maak daarna de opgaven.

Kom je niet uit een vraag? → 1. lees de tekst aandachtig door2. overleg met je buurman/vrouw. 3. vraag de docent

Kom je er nog steeds niet uit en wordt je vraag niet beantwoord door de docent? Ga door maar houd de checklist bij: zet een minnetje bij de vragen die je niet begreep.

Klaar met een paragraaf? Controleer je antwoorden!

Page 49: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

4.2. innovatie

Page 50: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

4.2. innovatie

Steve Jobs

NOS over Steve Jobs

http://nos.nl/video/279596-steve-jobs-56-overleden.html

Tegenlicht met Mariana Mazzucato

https://www.youtube.com/watch?v=oj9qb6kDck0

http://ineteconomics.org/ideas-papers/blog/what-the-steve-jobs-movie-wont-tell-you-about-apples-successhttps://www.groene.nl/artikel/de-lasten-niet-de-lusten

Page 51: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

1.1 schaarste en inkomensvormen

Page 52: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

We hebben allemaal behoeften

Page 53: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Welvaart: in hoeverre een mens in zijn/haar behoeften kan voorzien

Page 54: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Schaarste

De spanning tussen onbeperkte behoeften (we willen in principe altijd meer goederen en diensten) en de beperkte beschikbaarheid van die goederen en diensten.

Page 55: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Voor het vervullen daarvan hebben we vaak geld nodig.

Page 56: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

En hoe komen we aan geld?

Inkomen uit arbeid

Inkomen uit bezit

Overdrachtsinkomen

Page 57: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

En hoe komen we aan geld?

Inkomen uit arbeid: loon, winst

Voorbeelden: bakker, leraar, ondernemer

Inkomen uit bezit: rente, huur, pacht, winst

Voorbeelden: rente op spaargeld, verhuur van een gebouw, pacht over land, winst over een onderneming

Page 58: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Of: overdrachtsinkomen

Inkomen vanuit de overheid zonder tegenprestatie van ontvanger:

WAO uitkering (arbeidsongeschikten)

Kinderbijslag (voor ouders)

Bijstand (voor werklozen)

Huurtoeslag (voor hulp bij betalen van huur)

Zorgtoeslag (voor hulp bij betalen van zorgpremie)

Page 59: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Of: overdrachtsinkomen

Inkomen vanuit de overheid zonder tegenprestatie

Page 60: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Samengevat: hoe komen we aan een inkomen?

Inkomen uit arbeid

Inkomen uit bezit

Overdrachtsinkomen

Gates' bezit

http://www.quotenet.nl/Lijstjes/Dit-is-een-deel-van-de-imposante-vastgoedportfolio-van-Bill-Gates

Page 61: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Schaarste

De spanning tussen onbeperkte behoeften (we willen in principe altijd meer goederen en diensten) en de beperkte beschikbaarheid van die goederen en diensten.

Page 62: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Schaarse goederen

Alle goederen waarvoor de mens productiemiddelen moet oppofferen om het te verkrijgen.

Brood, appels, auto's

Vrije goederen:

Regen, wind, zonlicht

Page 63: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Welkom bij deze les over markt en overheid

1. Geef je kopieën terug en pak van elk boek 1 + nieuwe checklist

2. Bespreek onderling de vraag: wat is het verschil tussen het socialisme en het kapitalisme/markteconomieën? Schrijf kenmerken op van elk systeem op het grote blad papier.

Leerdoelen: na deze les kun je....

4.5: uitleggen hoe op de markt een evenwicht ontstaat tussen vraag (vanuit kopers) en aanbod (vanuit verkopers).

5.2: uitleggen waarom de overheid nodig is voor het bouwen van dijken (collectieve goederen).

5.5: uitleggen welke problemen ontstaan door de markt en wat de overheid daaraan kan doen.

6.3: uitleggen dat het soms goed en soms slecht gaat met de economie (hoogconjunctuur en laagconjunctuur)

Page 64: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Ellen ten damme (3 minuten)

https://www.youtube.com/watch?v=-8g3cfz1054

Page 65: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Feodalisme heerste van de val van het West-Romeinse Rijk (ca. 500) tot de Franse revolutie (1789) in Europa heerste

Page 66: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Kapitalisme: een politiek-economisch systeem dat onder andere gekenmerkt wordt door privé-eigendom van de productiemiddelen (zoals: machines, grond, gebouwen, grondstoffen en arbeid).

Page 67: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Communisme is een ideologie die is gericht op het opbouwen van een gelijke (klasseloze) socialistische samenleving op basis van gemeenschappelijk eigendom van de productiemiddelen, waarbij iedereen produceert naar vermogen en neemt naar behoefte.

Page 68: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

De Koude Oorlog (1945 – 1991)was een periode van gewapende vrede tussen de communistische en de kapitalistische wereld in de tweede helft van de 20e eeuw.

Page 69: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

De economische theorie toont hoe 'goed' de markt werkt

Page 70: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Friedrich von Hayek (1899 – 1992): laat de markt vrij!

Want via de markt worden automatisch de producten geproduceerd waar behoefte aan is en ontstaat automatisch een evenwicht tussen vraag en aanbod.

Terwijl een centrale (socialistische) staat zou nooit kunnen weten waar behoefte aan is onder mensen.

Page 71: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Werk aan 4.5 in periodeschrift

- Gebruik ruitjesblad voor de tekenvragen- Kijk naar de uitleg “vergelijkingen oplossen” voor extra uitleg

Page 72: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

5.2 De overheid bemoeit zich

Page 73: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

5.2 De overheid bemoeit zich

Page 74: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

5.2 De overheid bemoeit zich

Collectieve goederenKunnen niet worden verkocht als individueel leverbare eenheden. Kunnen daarom alleen door de staat worden geleverd (niet de markt)

Individuele goederen. Zijn wel in individueel leverbare eenheden te verkopen

Page 75: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

5.5 Wat moet de overheid

Nadelen van de vrije markteconomie (zonder overheid)

1. Geen collectieve goederen

2. (te) grote verschillen in inkomen

3. onwenselijke 'bijwerkingen' (vervuiling etcetera)

Page 76: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

6.3 Goede tijden slechte tijdenHoogconjunctuur- Stijgende consumptie- Stijgende prijzen- stijgende lonen- stijging van BBP

Laagconjunctuur- dalende consumptie- dalende prijzen- dalende lonen- daling van BBP

Page 77: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

6.3 Goede tijden slechte tijden

Structuurwerkloosheid (of: structurele werkloosheid)

Ontstaat door de manier van produceren: doordat robots worden ingevoerd of fabrieken worden verplaatst naar lagelonenlanden bijvoorbeeld

Conjuncturele werkloosheidOntstaat doordat er weinig goederen en diensten gekocht worden (oorzaak: de laagconjunctuur)

Page 78: Economieperiode klas 8.4 (2015 - 2016)

Terugblik op leerdoelen

Leerdoelen: na deze les kun je....

4.5: uitleggen hoe op de markt een evenwicht ontstaat tussen vraag (vanuit kopers) en aanbod (vanuit verkopers).

5.2: uitleggen waarom de overheid nodig is voor het bouwen van dijken (collectieve goederen).

5.5: uitleggen welke problemen ontstaan door de markt en wat de overheid daaraan kan doen.

6.3: uitleggen dat het soms goed en soms slecht gaat met de economie (hoogconjunctuur en laagconjunctuur)