echt

72
1 Ardennen Vertrek In alle vroegte (om kwart over 8 al!) moesten we op dinsdag 6 mei op school verschijnen. Welkom in de rommel! De ingang werd versperd door tassen en de gangen waren vol van enthousiaste en zenuwachtige leerlingen en ouders. Nadat we met elkaar begonnen waren in de aula werden de busjes en de grote bus volgestouwd met enorme koffers en tassen. Drie kwartier later dan gepland vertrokken we. Op naar de Ardennen! Kamp Vught Onderweg stopten we bij kamp Vught, waar we een rondleiding kregen en een indrukwekkende boswandeling hebben gemaakt. Tijdens de rondleiding kregen we uitleg over het leven in het kamp en hoorden we voorbeelden van het lijden dat mensen daar mee hebben moeten maken. De boswandeling leidde ons naar de fusilladeplaats (een muur met namen van de mensen die daar doodgeschoten zijn), waar nog kransen stonden van de dodenherdenking. Aankomst We vervolgden onze weg naar Malmedy, waar we afgeleverd werden om boodschappen te doen. Het personeel van de winkel stond met open mond naar de groep gestreste leerlingen te kijken. Nadat iedereen flink met z’n geld gesmeten had (voor de meesten ongeveer 70% van hun budget) en de busjes zo mogelijk nóg voller kwamen te zitten, reden we nu eindelijk naar Stavelot, waar een park vol sfeervolle huisjes op

Transcript of echt

Page 1: echt

1

ArdennenVertrek

In alle vroegte (om kwart over 8 al!) moesten we op dinsdag 6 mei op school verschijnen. Welkom in de rommel! De ingang werd versperd door tassen en de gangen waren vol van enthousiaste en zenuwachtige leerlingen en ouders. Nadat we met elkaar begonnen waren in de aula werden de busjes en de grote bus volgestouwd met enorme koffers en tassen. Drie kwartier later dan gepland vertrokken we. Op naar de Ardennen!

Kamp VughtOnderweg stopten we bij kamp Vught, waar we een rondleiding kregen en een indrukwekkende boswandeling hebben gemaakt. Tijdens de rondleiding kregen we uitleg over het leven in het kamp en hoorden we voorbeelden van het lijden dat mensen daar mee hebben moeten maken. De boswandeling leidde ons naar de fusilladeplaats (een muur met namen van de mensen die daar doodgeschoten zijn), waar nog kransen stonden van de dodenherdenking.

AankomstWe vervolgden onze weg naar Malmedy, waar we afgeleverd werden om boodschappen te doen. Het personeel van de winkel stond met open mond naar de groep gestreste leerlingen te kijken. Nadat iedereen flink met z’n geld gesmeten had (voor de meesten ongeveer 70% van hun budget) en de busjes zo mogelijk nóg voller kwamen te zitten, reden we nu eindelijk naar Stavelot, waar een park vol sfeervolle huisjes op ons stond te wachten. Het bord: “Domain Long Pré” werd met gejuich begroet .

WoensdagOp deze dag splitsten onze programma’s zich op in verschillende excursies. Zo ging er een groep naar Aken (Duits), een groep naar Luik (Frans) en een groep naar Hautes-Fagnes (biologie). Hieronder volgen kort de ervaringen over de verschillende excursies, achtereenvolgens Aken, Luik en Hautes-Fagnes.

Page 2: echt

2

Aken: Na twee uur rijden kwamen we aan in Aken. We moesten een stuk lopen naar het grote plein dat ons verzamelpunt was. Op dit plein staat een reusachtig gebouw, waar we opdrachten bij moesten maken. De opdrachten werden uitgedeeld en we konden aan de slag. De hulp van aardige bewoners kwam goed van pas bij het ontrafelen van de opdrachten. Er waren vooral beelden en monumenten te zien die ons veel over de geschiedenis van Aken vertelden. Al met al was het een leuke excursie.

Luik: Een uurtje rijden, en daar waren we dan! Nadat we de ultieme ervaring van het Luikse traplopen tegemoet zagen (waar iedereen het altijd over heeft als je Luik zegt), trokken we verder de stad in. We moesten een speurtocht doen, waar niemand een touw aan vast kon knopen. Daarom zijn we halverwege maar gestopt en hebben we onze tijd verder besteedt aan winkeltjes kijken. De bio-leerlingen hadden geluk, ze hoefden de gigantische trap niet meer op. Tsja, de anderen kunnen in ieder geval wel met trots vertellen dat ze een trap van 273 treden hebben beklommen!

Page 3: echt

3

Hautes-Fagnes: Eerst kregen we uitleg over de opdracht in een stikheet lokaaltje, wat nogal onduidelijk overkwam, aangezien onze gids alles behalve Nederlands sprak. Gelukkig toonde meneer Wolters begrip voor de situatie… Vervolgens gingen we op pad naar een heel mooi stukje Ardennen en er klonk vrolijk: “De paaaaden op, de laaaaaanen in!” Door het leuke reliëf hadden we weinig moeite met de afdaling naar de beekjes, waar we opdrachten moesten doen. De terugtocht was iets minder aangenaam…

DonderdagVoor deze dag stonden Bastogne (voor geschiedenis), de waterkrachtcentrale (natuurkunde) en de survival op het programma. Bastogne: We hebben 70 minuten in de bus gezeten, op weg naar Bastogne. Het was heerlijk weer, dus je zal begrijpen dat het geen pretje was! Toen we de bus uitkwamen, konden we gelijk het museum in. Daar volgden we een rondleiding, door middel van een audiotour. Zie je ’t voor je, een grote groep leerlingen met een soort middeleeuwse telefoon bij hun oor? Niet iedereen was er zo enthousiast over, gelukkig konden we daarna naar buiten om een monument te bekijken. En eerlijk is eerlijk, dat was het leukste van heel de excursie. Waterkrachtcentrale: De natuurkunde-leerlingen kregen eerst drie kwartier voorlichting in het huisje van de docenten. Het was erg warm en daardoor nam de zin wat af… Daarna gingen we met kleine busjes richting de waterkrachtcentrale, waar we in het echt hebben gezien wat we in de presentatie gehoord hadden. Vervolgens gingen we naar de watervallen van Coo, waar we foto’s hebben gemaakt en lekker in het zonnetje een ijsje gegeten hebben. En dat was natuurkunde. Survival: Misschien is dit wel het hoogtepunt van heel de Ardennenweek te noemen. Iedereen leefde er naar toe, en vol verwachting verzamelde de groep op het park. Na een intensieve tocht door en over de bergen waarbij we erg nat en vies werden, namen we gezellig met z’n allen een heerlijk modderbad. Het koude water van de rivier maakte níets meer uit en als jonge honden spetterden we vrolijk rond, in de hoop wat modder van je benen te krijgen. En dan zo snel mogelijk naar je huisje, om alle zooi op te ruimen en een warme douche te nemen. Met de nadruk op snel, want de meesten hadden na de survival nog een excursie of moesten boodschappen gaan doen. Het was geweldig, en als klap op de vuurpijl volgde nog… een supergezellig kampvuur! Een mooie afsluiting van een geweldige week, wat een bonte avond…

Page 4: echt

4

VrijdagHelaas, helaas. De Ardennenweek was bijna voorbij. Iedereen was van het vreselijke feit doordrongen, en enigszins weemoedig raapte ieder z’n spullen bijeen. Om 9 uur vertrokken de meesten richting Margraten, een klein gedeelte van de groep ging naar Aken (zie woensdag). Margraten is een Amerikaanse begraafplaats, waar 8.000 gedenktekens staan. Daarna zijn we naar Ysselsteyn geweest, een Duitse begraafplaats, waar 30.000 gedenktekens staan. Het was prachtig weer, de zon scheen behoorlijk. Een apart gevoel om van de zon te genieten en tegelijk door de rijen kruizen heen te lopen. Dit waren de laatste geplande excursies van deze week. En de echte afsluiter? Nog even langs de Mac op de terugweg. Back in Holland! Vermoeid maar met fantastische ervaringen kwamen we weer aan op school…

Page 5: echt

5

Bezinning“Gij zult niet begeren…” (Ex. 20:17)

Laat me raden: Jij bent van plan deze bladzij over te slaan. Waarom eigenlijk? Begeerte naar de rest van de schoolkrant? Ik daag je uit om deze keer eens tot het eind door te lezen.

God zegt tegen jou en mij “Gij zult niet begeren”. Je kent natuurlijk deze woorden uit het tiende gebod wel. Ze staan in Ex. 20. Zie je Israël staan, bij de berg Horeb? Er staan hekken om de berg. Iedereen moet afstand houden! En toen uit de wolk bliksem en donder kwam, wìlde men wel afstand houden ook. Wat zal dat een indrukwekkend moment zijn geweest! Ik denk dat het voor veel mensen ook wel afschrikwekkend was. Het is op dàt moment, dat deze woorden klinken: “Gij zult niet begeren…”.

Wàt? Mag je niets verlangen? Is dat niet een beetje al te gek? Wat zullen die mensen daar in de woestijn begeerd hebben? Ik denk dat ze verlangden naar een eigen huis, naar een eigen land en een beetje rust. En vooral naar drinken, in die hitte. En zou dat niet mogen? Dat staat er niet. Je mag niet begeren “iets dat van je naaste is”. Of het nu gaat om zijn vrouw, zijn huis, zijn personeel, zijn vervoermiddel of zijn landbouw-werkdier, dat maakt niet uit. Dáár gaat het om.

“De begeerte naar geld (“geldgierigheid”) is de wortel van alle kwaad”. Het steekt jaloersheid, haat, overspel en diefstal aan als een vuur onder een vat benzine. En zo leidt de kleine begeerte tot heel veel grote zonden. God weet wel hoe wij in elkaar zitten. Jakobus zegt dat de begeerlijkheid, als ze “ontvangen heeft, de zonde baart”. Dat moet je maar zien als een vruchtbare vrouw. Ze wordt zwanger, en haar kind is de zonde. Het begint zo klein en het eindigt zo groot…

Page 6: echt

6

Keer het tiende gebod eens om in het positieve: “Gij zult tevreden zijn”. Echt vrede hebben met wat God je geeft, dàt geeft pas rust! Dan valt er heel veel onrust van je af. Dan heb je tijd en rust om het goede en mooie te zien dat de Heere ons nu al geeft, in plaats van altijd maar - ontevreden en onrustig - te verlangen naar meer, groter, mooier, verder, harder, sterker, stoerder, slanker, bruiner, gezonder, of weet ik waar we niet allemaal naar verlangen kunnen. Het leven vol begeerte maakt het tot een onrustige boel, hier beneden. Maar het is een harde les voor ons om dat te leren.

Ik denk dat de les van het “gij zult niet begeren” nooit echt geleerd wordt, tot de dood. Volgens mij komt geen gelovige die zonde ooit helemaal te boven, tot aan de rand van het graf. Het is een zonde die als een ziekte in ons woekert, en die we er niet uit kunnen krijgen. Er is maar één medicijn tegen bestand. Ook een begeerte, namelijk. De ene tegen de andere. Het is het vurig verlangen naar God. Hoe meer dat je hart vervult, hoe meer de verkeerde begeerte eruit wordt verjaagd. Zoals een emmer water en een grote steen: Hoe dieper de steen in het water zakt, hoe meer water er over de rand loopt. Probeer het maar.

Canterbury

Page 7: echt

7

Woensdag, 6 uur ’s ochtends. Het ultieme tijdstip om heel wat duffe koppen te signaleren op school. Een voor een zijn de leerlingen (de meesten gebracht door hun ouders) binnen komen druppelen. Hier en daar klinkt gekreun. Het gekreun is afkomstig van de leerlingen die al in de klaslokalen zitten en te doen hebben met een hyperactieve leraar. Is natuurlijk altijd erg, maar ’s ochtends vroeg zit niet iedereen erop te wachten…Uiteindelijk hebben de leraren al hun leerlingen dan toch bij zich in het lokaal verzameld om de dag te beginnen en het verblijf in Engeland te bespreken. Haastig wordt gecontroleerd of iedereen z’n identiteitskaart bij zich heeft en z’n label aan de tas heeft bevestigt. Dat blijkt gelukkig (bijna) overal zo te zijn en weldra klinkt er een stem door de intercom die meldt in welke bus welke klas hoort. Het lijkt wel alsof opeens iedereen wakker wordt. De deuropeningen zijn te klein voor een massale stormloop naar de bussen.

Tijdens de reis is het officieel verboden mp3 te luisteren, zoals altijd. Eveneens zoals altijd luistert toch bijna iedereen mp3. Tja, de techniek gaat vooruit, de leraren hebben het nou eenmaal niet meer zo snel door of iemand luistert of niet. Tot hun grote vreugde zijn echter de gesprekken ook niet van de lucht, serieus of minder serieus. Zelf doen ze daar enthousiast aan mee en gezelligheid kent opeens geen tijd.

Na een uurtje of wat is er een tussenstop. Pakjes sigaretten worden ingeslagen, meiden gaan naar de wc (je kunt ook zeggen: naar de spiegel) en leraren bestellen koffie. Na de welverdiende rust der buschauffeuren trekt men eensgezind op naar Calais. De laatste slaapkoppen zijn inmiddels wakker geworden (op zich wel wat laat)en de eerste zonnestralen bereiken nu ook de bus, tot groot ongenoegen van de schaduwdenkers. Maar ook deze fleuren op bij het zien van de zee, of moet ik zeggen ‘Het Kanaal’?

Page 8: echt

8

Op de boot (neem me niet kwalijk: het schip) zoekt iedereen al gauw zijn eigen weg. Toch zijn de meesten wel op het dek te vinden, waar uitgebreide fotosessies plaatsvinden. De eerste Engelse zinnetjes worden hier en daar al gehoord. Na een uurtje worden de krijtrotsen van het Britse rijk met gejuich begroet. De bussen stromen weer vol en rijden weldra de boot af. Na een flinke tijd komen ze aan op een enorme parkeerplaats. Opnieuw stapt iedereen uit (dit keer zien we de eerste kreukels op de verschillende gelaten al verschijnen en kreunt er hier en daar een knieschijf). We zijn gearriveerd bij de ‘Historic Dokyard’ een oude scheepsmakerij, waar je kan zien hoe het er vroeger aan toe ging. Voor het eerst moet ieder zich per tien verzamelen onder leiding van (hoe verzinnen ze het) een leraar. Men stuit hier op de eerste problemen van de afvallige schapen die zich hier niet onder willen schikken. Dat zal verderop in de week helaas meer dan eens voorkomen. Maar als dan toch iedereen gevonden is die erbij hoort, en iedereen weggejaagd die er niet bij mag horen, begint het programma. Wij hadden de eer eerst kennis te maken met het leven van een scheepsbouwer, en leerden hoe (niet in praktijk uiteraard) men een schip bouwde. Daarvoor liepen we door een museum en (de kreunen niet meegeteld) was het best te doen. Lol was er in ieder geval. En je moest tenslotte ook genieten van de enige excursie zonder opdrachten. Weldra werd echter iedereen enthousiast, want het was tijd naar een duikboot uit de WOII te gaan. We moesten achteruit afdalen van een smal en steil trappetje om binnen te komen, waarbij de schoen van degene die achter je liep nogal eens verstrikt raakte met je neus. Maar er werd natuurlijk niet geklaagd, want je staat niet iedere dag in een duikboot. Alles was vrij nauw en de matrassen waar de bemanning op lag waren niet echt je-van-het. Vrij schoon konden ze zich ook niet houden, in verband met het waterrantsoen. Laat wel gezegd worden dat het echte helden waren.

We bezochten nog een scheepstouwmakerij (waar nog steeds arbeid wordt verricht) en bekeken nog wat oude boten, pardon: schepen. Daarna was het opnieuw tijd om naar de bussen te gaan. De limiet van vijfentwintig mensen tegelijk in het winkeltje werd uiteraard overschreden aangezien niemand van plan was te wachten tot de rest was doorgelopen. De bussen stopten eerst in

Page 9: echt

9

Whitstable, waar de helft van de leerlingen onder groot gejoel werd afgehaald door hun ‘host families’, alias gastgezinnen. Deze werden uiteraard door de achterblijvers gekeurd en bekritiseerd. Toen vertrok onze bus naar Herne Bay. Naarmate de reis verstreek steeg ook bij ons de spanning: waar zouden we terecht komen?

Weldra brak ook voor ons het moment aan dat onze gastvrouw op de parkeerplaats waar de bus reeds stond, arriveerde. Een voor een werden de leerlingen afgehaald (of afgevoerd in sommige gevallen) door hun gastheer, –vrouw of het gehele gezin. Thuis aangekomen kregen we de langverwachte maaltijd, die bij de een goed, bij de ander wat minder goed viel. Dat hing waarschijnlijk van de kookkunst van de host familie af, maar helemaal zeker is dat niet. Na de maaltijd namen we een douche, waarbij gelijk de hele badkamer gecleand werd. Toen was het tijd voor het geven van de cadeautjes aan het gastgezin. Deze waren daar uiteraard enorm blij mee (of ze deden alsof, bij Engelsen kun je dat nooit weten, aangezien zij altijd beleefd blijven). Naarmate de tijd verstreek werd het ook tijd om het bed eens op te zoeken. Hilariteit alom natuurlijk, want ze waren er werkelijk in allerhande soorten. Harde, te zachte, krakende, bedden waar de veren door heen staken… Maar er mag niet geklaagd worden. Lol hadden we in ieder geval genoeg.

Donderdag. Iedereen verzamelde zich uitgelaten op de parkeerplaats. Vandaag was het de enige dag waarop vrije tijd stond ingepland en we zouden onze klasgenoten die in Whitstable waren ingekwartierd weer ontmoeten. We misten ze natuurlijk enorm. Maar eerst moesten we een townquiz doen, een soort speurtocht waarbij je dingen moest invullen in je groene reader, hét handboek voor de drie dagen in Engeland. Dit was voor sommigen wat teveel gevraagd, vooral voor hen die niet al te veel slaap hadden gehad de afgelopen nacht. De optocht zag er dan ook als volgt uit: voorop liepen enkele leerlingen die heel actief meededen …..Een paar meter daarachter liep een leraar, vaak gewapend met camera. Deze zei iedere keer het goede antwoord. Hier achter liep een groepje dat niet het niet meer helemaal trok, maar toch dapper genoeg was om fier gebogen mee te lopen. Uiteindelijk was ook de speurtocht ten einde. De bus werd bestormd en met luid gejuich vertrok men naar Whitstable.

Page 10: echt

10

Nadat de kameraden uit Whitstable hartstochtelijk waren begroet trokken we op naar Canterbury. IJverige leerlingen maakten alvast interviews om af te nemen tijdens het programma. Andere leerlingen sliepen, luisterden mp3 of maakten wat lol. Aangekomen in Canterbury was het (helaas) weer zover: iedereen werd weer ingekwartierd onder leiding van een leraar. Dit verliep

zoals altijd wat moeizaam, maar uiteindelijk konden de afzonderlijke programma’s toch worden gestart. Ik zal uitgaan van het programma dat wij hadden deze dag. Allereerst moesten wij mensen gaan interviewen in een drukke winkelstraat. Dit is natuurlijk zeker voor de dames een beproeving, al die etalages of kraampjes om je heen. Hierna was er opnieuw een quiz en daarvan was de bedoeling dat we Canterbury beter leerden kennen. Na deze quiz, die ongeveer verliep zoals de vorige, was het tijd om naar de kathedraal te gaan. Tot groot verdriet van de leraren was het daar mogelijk zogenaamd te verdwalen, achterop te raken of verstekeling te worden bij de

vorige groep. In de kathedraal moesten we een opdrachtenboekje maken voor godsdienst. Nadat dit af was, begon de vrije tijd. De tijdstippen waarop dit begon, was echter per begeleider verschillend. Dit hing vooral af van de snelheid waarmee deze zich verplaatste. Toen brak het grote moment aan: de evensong zou worden bijgewoond. Hiervoor waren een aantal strenge regels opgesteld, dus moest het wel bijzonder zijn. En het mag gezegd worden: dat was het ook. Wat het helemaal precies inhield kan ik jullie niet vertellen, maar we waren getuige van het zingen van een jongenskoor. Wie niet van klassiek hield, deed dat stiekem toch voor een uur.

Page 11: echt

11

Na afloop verhuisden van het ene motorvoertuig in de andere: op de parkeerplaats stonden de host families alreeds te wachten. Kreunend rolden de oververmoeide leerlingen en patat-pubers de auto in. De dagelijkse bewegingslimiet was weer gehaald en overschreden. Compliment! Eenmaal ‘thuis’ viel eenieder hongerig aan (behalve zij die te veel chocola of iets dergelijks ophadden) en werden ervaringen uitgewisseld. De douche bleef niet ongebruikt en al snel hing ieder schoon en droog op de bank voor de buis (onze excuses, hier wordt uitgegaan van de eigen situatie). Helaas vielen de ogen al snel dicht waarna het hele spul naar boven verhuisde. Eenmaal daar aangekomen begon echter opvallend genoeg het leven weer. Er werd gebeld met andere klasgenoten, hier en daar vlogen appels door de lucht, werd op bedden gesprongen of werden vreemde geluiden waargenomen. Onze gastvrouw stond dan ook algauw niet al te vrolijk op de stoep, pardon, drempel. Maar over het algemeen heeft iedereen zich goed gedragen, en was het een verblijf om nooit meer te vergeten!

Om 8 uur moesten we verzamelen op de parkeerplaats in Herne Bay of Whistable. Na een zwaar afscheid met onze gastgezinnen was het tijd om de bussen in te stappen. Deze laatste dag gingen we naar 2 kastelen, Dover castle, en Deal castle. Als eerste gingen we naar Dover. Doordat Dover op een heuvel aan de kust staat heb je een heel mooi uitzicht. Dover is een heel oud kasteel wat al in de tijd van Napoleon gebruikt werd. Napoleon heeft allemaal ondergrondse tunnels gebouwd. Later zijn er nog meer van gebouwd, en zelfs in de Tweede Wereldoorlog is er nog gebruik gemaakt met name van de tunnels. En ook omdat het een strategische ligging heeft. Als eerste gingen we dus ook echt die tunnels in! Begeleid door een gids keken we eerst een film ter voorbereiding te zien. Daarna gingen we er echt in! Het rook er erg muf en je had ook echt het gevoel dat je erg diep in de grond zat. In de Tweede Wereldoorlog waren de tunnels vooral gebruikt als ziekenhuis. Ze hadden dus ook alles nog in de oude staat laten staan, dus je zag oude spullen en bedden. Ook werd het veel gebruikt voor het contact met o.a. vliegtuigen.

Page 12: echt

12

Maar Dover bestaat niet alleen uit de tunnels. Het is echt nog groot. Er was niet alleen een kasteel maar ook nog een oude Romeinse vuurtoren, een klein kerkje. En natuurlijk de Keep. Een grote burcht, ter beveiliging. In de Keep vind je Arthur’s Hall. Een grote hal waar vroeger het leven was. Verder was daar in nog een kapelletje, grote slaapkamers en een kerker.

Rond 1 uur gingen we de bus weer in en gingen we naar Deal Castle. Ook een kasteel aan de kust. Het had grote kanonnen, ook een strategische ligging. Het ligt ook aan de kust. Het had een hele aparte ronde vorm overal. En alles was heel laag. We gingen ook het dorpje Deal zelf ook nog in. Maar gelukkig mochten we snel iets voor ons zelf gaan doen. We hebben toen nog een half uur op het strand gezeten. En wat ik nog steeds niet snap. Hier is het strand van zand. Maar in Engeland is het strand van kiezelstenen. Je zou denken: het is dezelfde zee dus je hebt overal hetzelfde… maar toch niet…

Om 3 uur gingen we de bus weer in voor de lange rit naar huis. Iedereen was erg moe, maar dan uit je dat ook weer anders. In de ene bus hadden ze niet veel bijzonders gedaan terwijl in de andere bus iemand zijn haar gedaan was en we met z’n alle ‘van voor naar achter’ hadden gezongen. Al met al waren het 3 geweldige dagen

Page 13: echt

13

DocentenmodeWat voor sok draagt onze gemiddelde leraar? Wij gingen gewapend met camera en al de docenten tegemoet op weg naar de lerarenkamer. En op de vraag of we hun sokken mochten zien bracht toch wat hilariteit met zich mee. Tsjaa, van sommige weten we dus ook waar ze te koop zijn… Geel, gestipt, rood, gestreept, zwart, bruin, blauw of groen, wat is de gemiddelde sok in de docentenschoen? De vrouwelijke docenten bekeken we op een andere manier. Wij gingen op zoek naar die modieuze sokken en hebben gekeken of ze kunnen (top!) of dat ze echt niet kunnen (flop!).

Wie is dit: Kwik, Kwek of Kwak? Dit is het enige paar dat overgebleven is van de Jonge Woudlopers. De paden op, de lanen in! Wat verwacht u allemaal in school, meneer Hoogenboom? Bergen? Rotsen? Trappen kunnen ook een uitdaging zijn… Even een tip: legerprint staat ook cool!We hebben een primeur! De oudste persoon van de school met de hipste strop. Dit pak kan in deze tijd ook nog wel door de beugel. De beige knopen maken het helemaal af. Meneer Markus, haal uw hand maar weg, u hoeft zich niet te schamen!

Page 14: echt

14

Gewaagde combinatie. Half afgezaagde leren kaplaarzen die heel goed gepoetst zijn. Staat dat garant voor iemand die zelfstandig beslist? Wat ons betreft krijgt meneer Snijders de originaliteitprijs. Waar zouden deze schoenen te koop zijn? Allstars vs. Keurig gepoetste schoenen van meneer van de Wild. Nette schoenen + net pakje = goed geklede docent. Onze complimenten!

Wit is in de zomer altijd leuk. Zeker de blingbling-metalen ringen maken het heeelemaal af.

Page 15: echt

15

Dit is dus echt helemaal flop, Meneer Wijland. Sowieso geiten wollen sokken in de lente, en de sokken passen niet bij de broek en de schoenen. Wij geven dit een 5, omdat het totaal niet bij elkaar past. De punten heeft u verdiend aan het originele patroon van de sokken.

Meneer Vedder: dit is flop. Ten eerste omdat de schoenen er raar uitzien en omdat sokken in sandalen echt fout zijn. Ook omdat de blauwe sokken helemaal niet bij de broek passen. We geven dit plaatje toch een 5,9, omdat wij het stoer vinden dat u op zulke schoenen durft te lopen.Meneer Sinke: flop, flop en nog een flop! Wie doet er nou geiten wollen sokken aan onder een nette broek en nette schoenen? Dit is totaal geen combinatie. we geven u hiervoor een 5,5 omdat u schoenen er zo netjes gepoetst uitzien!

Mevrouw Stougie: dit is nog eens wat je noemt top! De schoenen bij die rok, fantastisch gewoon, echt een goede combinatie. het ziet er netjes en strak uit! Een 8,5 is hier wel op zijn plaats.

Page 16: echt

16

Meneer Van Vliet, die snor van u is de bom. Staat er zo goed bij als het gemeenteplantsoen. Ook staat uw bril er goed bij. U mag wel eens de snor verven: we zien allemaal grijze haartjes! Wij geven u een 7,9; een 8 is voor snorren zonder grijze haartjes.Een frisse hema- sok met een sportieve schoen ! Vooral dát, met natuurlijk de combinatie van de leeftijd maakt het super hip. U bent een voorbeeld voor docenten van die leeftijd, meneer Zwijnenburg! U scoort hier een 7.5 mee.

Veel vrouwelijke docenten zouden kunnen leren van mevrouw Trommel. Ze weet precies de goede schoenen te scoren. Ook zien ze er nog uit als nieuw, en dat is nog eens top ook. Want afgetrapte schoenen: not-done! U scoort een 8!Tsjaa, het is jammer van die o zo harige benen. En het lijkt of de sok ook te groot is, want boven de rand van de schoen is het hielstukje te zien. Jammer, want voor de rest is het een goede combinatie hoor, meneer Offermans. Daarom een mager 6’je.

Page 17: echt

17

Een sportieve sok voor een 50-plusser. Het is met een motief van cross-wereld. Misschien wel z’n favoschaatssokken ? De combinatie met de schoen is uitstekend en daarom scoort meneer Mallegrom een dikke 8 !Allereerst : zit er meer haar op z’n been of in zijn sok ? Al met al, een sportieve witte enkelsok die perfect past bij de nike-schoenen. Erg sportief hoor, meneer Krijger. U verdient zeker een 7 !

Page 18: echt

18

ExamensTafeltjes in lange rijen opgesteld. Voorovergebogen hoofden. Rondspiedende leraren. Naast je klinkt een diepe zucht. STRESS! Verder is het alleen maar stil. Op de gang hangen overal de bordjes ‘STILTE, EXAMEN’.

Voor alle examenleerlingen begon het er halverwege mei echt om te spannen. Heel het jaar hadden ze al voor de examens geoefend, maar nu kwam het er wel op aan! Vol goede moed gingen ze aan de slag…

Caroline Klerk & Carolien Weggeman 4gt1

Welk vak hebben jullie vandaag?Maatschappijleer

Hebben jullie je goed voorbereid?Ja, best wel. Allebei ongeveer 3 uur.

Zien jullie er tegenop?Nee hoor, helemaal niet.

Wat willen jullie hierna gaan doen?Beide meiden zijn van plan volgend jaar aan de Havo te beginnen.!

Ard Vogelaar, 5h1

Welk vak heb je vandaag? Duits 1,2 Ben je goed voorbereid? Tuurlijk, we hebben het hele jaar geoefend! Zie je er tegenop? Nee

Wat wil je hierna gaan doen? Ik ga bij m’n broer werken; die heeft een hoveniersbedrijf.

Page 19: echt

19

Uitslagen

Inmiddels hebben we vernomen dat de geïnterviewde kandidaten zijn geslaagd. Ard Vogelaar was in eerste instantie niet geslaagd, maar hij kon nog van het soort wiskunde veranderen, zodat hij nu toch gewoon geslaagd is. Een meevaller!Lianne heeft een 6 gehaald voor aardrijkskunde. Daarmee heeft ze het voldoende afgesloten. Ze gaat geen herkansing doen, school is gewoon even voorbij!Hoe zijn de uitslagen van onze school in cijfers? Van de 68 VMBO examenkandidaten is er één definitief gezakt. Ook heeft er één een herexamen. Procentueel gezien is dus 97,1% geslaagd. Op de HAVO is dit cijfer iets minder rooskleurig, namelijk 85,2%. Gelukkig kan dit nog flink naar boven worden bijgesteld: slechts één kandidaat is definitief gezakt. De overige 8 krijgen nog een tweede kans. Ook het VWO heeft heel aardig gepresteerd: slechts één kandidate moest (definitief) worden afgewezen. De overige 37 VWO’ ers zijn in één keer geslaagd. Dat is 97,4%. Van alle examenkandidaten, 167 in totaal, is na het eerste tijdvak 92,8% geslaagd.

Bij deze willen we alle geslaagden van harte feliciteren en veel succes toewensen met hun vervolgopleiding. Daarnaast willen we degenen die een her hebben heel veel succes toewensen, ook al zijn de herexamens al achter de rug op het moment dat deze schoolkrant verschijnt. Maar laten we vooral niet vergeten mee te leven met hen die definitief moesten worden afgewezen. Heel veel sterkte toegewenst!

Lianne Fokker, 6a1 (wilde niet van de voorkant gefotografeerd worden. Zou het aan de wallen onder haar ogen liggen, die ze aan het leren had overgehouden…?)

Welk vak heb je vandaag?Aardrijkskunde Heb je er veel aan gedaan?Valt wel mee hoor, alles bij elkaar denk ik een uurtje of 9. Dus nog best veel geleerd, maar niet genoeg. Zie je er tegenop?Een beetje wel hoor! Wat ben je van plan hierna te gaan doen?Volgend jaar wil ik een jaartje in Engeland gaan werken, in een bejaardentehuis. Daarna ga ik waarschijnlijk SPH doen, maar daar kan ik dus nog een jaartje over nadenken. Van de zomer lekker feesten, geslaagd of niet. 3 keer op vakantie, dus dat lukt wel... Hoe is je examen Aardrijkskunde gegaan?Het viel een beetje tegen, hopelijk haal ik nog de 6 gemiddeld!

Page 20: echt

20

FaalangstWat is faalangst eigenlijk? En hoe kun je weten dat je faalangst hebt? Veel mensen weten niet wat faalangst eigenlijk inhoud. Daarom interviewen we mevrouw Van Meppelen Scheppink, want zij begeleidt de mensen die faalangst hebben.

1. Wat houdt faalangst precies in?Faalangst is een vorm van angst die optreedt als je een prestatie moet leveren die beoordeeld wordt. Een beetje spanning is prima, maar als je gehinderd wordt door die spanningen en je werk lijdt eronder, heb je faalangst. Dat kan cognitieve faalangst zijn (beïnvloedt je leerprestaties), sociale faalangst (dat je blokkeert bij een spreekbeurt door al die ogen die op je gericht zijn) of motorische faalangst (je wìlt wel over de bok springen bij gym, maar steeds stop je net voor je moet gaan springen..).

2. Wat kun je er aan doen?Een BOF-training volgen, bijvoorbeeld bij mevrouw Hamelink-de Jong en mij! BOF= Beter Omgaan met Faalangst

3. Wat doe je bij een faalangsttraining?Allerlei oefeningen, bijvoorbeeld ademhalings- en ontspanningsoefeningen. Oefeningen om je zelfvertrouwen te vergroten. Maar ook beter om leren gaan met je eigen gedachten. Je gevoel van spanning wordt veroorzaakt door je eigen gedachten en vaak kloppen die gedachten helemaal niet. Dan is dat gevoel van spanning helemaal niet nodig!

4. Hoe kun je merken dat je faalangst hebt?Als je thuis de stof prima snapt, maar tijdens de repetitie weet je niks meer (black-out), dan kan dat faalangst zijn. Sommige leerlingen kunnen niet stoppen met leren, uit angst voor een slecht cijfer. Anderen stellen het leren

Page 21: echt

21

zolang mogelijk uit. Weer anderen slapen slecht voor een toets of hebben dan hoofdpijn, klamme handen e.d..

5. Hoe ziet een faalangsttest er uit?Een faalangsttest is een hele serie meerkeuzevragen, waaruit blijkt hoe je met spanning omgaat.

6. Kun je nog van faalangst afkomen?Faalangst is geen ziekte, waar je van kunt genezen! Spanningen horen bij het (school)leven. De kunst is om er mee om te leren gaan, zodat je weer grip krijgt op de situatie. Jij moet de baas zijn over je spanningen en niet andersom! En dat valt te leren. Het blijft een leerproces, soms een leven lang.

7. Waarom vindt u het leuk om mensen met faalangst te begeleiden?Het is altijd leuk om met groepen jongeren om te gaan en te horen wat ze écht bezighoudt. En als je daarbij een beetje kunt helpen, is dat geweldig. Leerlingen zijn tijdens de BOF-training vaak heel open, er moet een sfeer van vertrouwen zijn. En als ik dan merk, dat leerlingen iets hebben aan de oefeningen die we gedaan hebben, ben ik daar oprecht blij mee! Zoals vorig jaar een meisje dat een poëzie presentatie moest houden bij Nederlands en daar vreselijk tegen op zag. De week daarna kwam ze bijna huppelend binnen bij de BOF, omdat ze haar spanningen onder controle had gehad tijdens de presentatie en een 7,5 had gehaald. Dat is toch prachtig! Ik zie soms leerlingen die de eerste keer binnenkomen en niets kunnen (durven) opnoemen waar ze goed in zijn. Dat vind ik jammer, want ze zijn toch een waardevol en uniek schepsel van God! Vervolgens geef ik ze de opdracht om aan vrienden en familie te vragen hoe die over hen denken en dan houden ze een prachtige presentatie over zichzelf. Dat vind ik genieten, omdat ik ze dan zie groeien. Ik hoop dan dat ze daar hun hele leven iets aan hebben!

Mevrouw Van Meppelen Scheppink, bedankt voor het beantwoorden van de vragen!

Page 22: echt

22

Gedicht

Kiezen…

Een mens moet in het levenzo vaak een keuze maken

om soms een draai te gevenaan verschillende zaken

Wanneer je eens moet kiezenvoor welke school, welk werkwelke vrienden of welke kerk vraag dan altijd om adviezen

Alleen los je ’t vaak niet op en er is er altijd wel iemanddie je wil pakken bij de handen die wil helpen in je getob

Heb je niemand hier op aard’die je om hulp kunt vragen en ervaar je donkere dagen ga naar Hem, ’t is het waard

Want wie kan er beter helpendan de Enige die alles weet? Hij hoort toch elke noodkreeten kan je twijfels verhelpen

Vergeet de levenskeuze niet’t Is voor God of tegen God Of leven, of dood is ons lotKies je vreugde of verdriet?

Page 23: echt

23

HumorWaar ergert het bestek zich aan in de bestekbak?Aan de opscheplepel

Jan en zijn vrouw hebben op een avond knallende ruzie, waarop Jan vroeg naar zijn bed gaat. Hij legt een briefje op het nachtkastje van zijn vrouw met de tekst ‘wek me om 6:30’. ’s Morgens om 9 uur, als Jan wakker wordt, ligt er een briefje op zijn nachtkastje met de tekst ‘opstaan Jan, het is 6:30’.

Waarom speelt een tandarts niet mee in de Lotto? - Hij maakt sowieso al bij elke trekking winst.

De meester vraagt aan Jantje: "Waar ligt Turkije?" Jantje weet het niet, dus de meester zegt hem dat 'ie het thuis moet vragen, en de volgende dag in de klas het antwoord mag geven. Thuis gekomen vraagt Jantje aan zijn vader waar Turkije ligt. "Heel precies weet ik het niet," begint vader, "maar echt ver kan het nooit zijn, want bij ons op de zaak werkt een Turk en die komt elke dag op de fiets."

Bij een bankroof is de politie meteen ter plaatse. Dan komt een agent de inspecteur buiten adem melden: "De dief is onsnapt, inspecteur!" De inspecteur is woedend. "Ik zei toch dat je bij elke uitgang een mannetje neer moest zetten!", schreeuwt hij. "Hoe kan hij dan zijn ontkomen?!" "Via de ingang, inspecteur..."

Er loopt een verkouden pyromaan langs Jantje. Zegt Jantje: “Niemand aansteken, hè!” Wat is het voordeel van een Australische echtgenote?Dat je schoonmoeder aan de andere kant van de wereld woont. Komt een goudvis bij de dokter. Zegt de dokter: “O, ik zie het al, uit de kom.”

Page 24: echt

24

InbruggeringDe één had er al lang naar uit gekeken, een ander vond het wel een beetje eng. Maar op 11 juni was het zover: voor het eerst naar de Revius!

De bruggers

Eef en Ricardo zijn twee jongens uit Rotterdam. ‘we zijn op de fiets gekomen, hebben er best wel een beetje zin in. Toch is het ook wel spannend bij wie je in de klas komt!” Ricardo heeft al een broer in de 1e, dus weet al een beetje hoe het er hier aan toe gaat. Eef kwam hier weer een oud-klasgenoot tegen waar hij in groep 1 en 2 bij in de klas had gezeten. Dat is best leuk!

Dorenda en Marylien zitten bij elkaar in de klas en zijn al heel lang vriendinnen. Ze komen allebei uit Rotterdam. De ene is op de fiets gekomen, de ander lopend. Ze zijn allebei benieuwd wie hun mentor gaat worden en een beetje spannend is zo’n nieuwe school toch ook wel!! Er zitten verder nog 3 bekenden bij hen in de klas. Dorenda heeft wel 1

broer in de 2e, voor Marylien is het echt helemaal nieuw.

Silvan komt uit Krimpen en is komen fietsen. Een paar mensen uit zijn klas kent hij uit de kerk of van zijn vorige school. Hij heeft er erg veel zin in en erg leuk om te komen. Hij heeft verder geen broers of zussen boven zich dus hij is echt de eerste. Extra nieuw dus!

Page 25: echt

25

De juniormentoren

Het avontuur begon al toen we een briefje inleverden bij meneer Van der Wilt. Het aanmeldingsbriefje om juniormentor te worden! Daarna was het vol spanning afwachten! Eenmaal aangenomen keken we erg uit naar de grote dag, waarop we ‘onze’ nieuwe bruggertjes mochten verwelkomen. Toen we met onze mentor naar buiten kwamen, stond daar een hele bende chronisch huppelende jeugd. Nadat we uiteindelijk ons klasje hadden gevonden gingen we naar het lokaal. ‘Echt leuk om de zenuwachtig om zich heen kijkende bruggers te begeleiden!’ We begonnen met een voorstellingsrondje: iedereen vertelde kort iets over zichzelf en over zijn of haar hobby’s. In 1hv2 zit enorm veel muzikaal talent, zoals: piano, orgel, hobo, keyboard, dwarsfluit en gitaar. Ook aan sporters geen gebrek: voetbal, volleybal, korfbal, tennis, paardrijden en zwemmen. In 1th2 kwam één leerling nu al te laat! Gelukkig hoefde hij nu nog geen kaart te halen, maar als na de vakantie het gewone leventje op school weer begonnen is, kunnen we zoiets natuurlijk niet meer

door de vingers zien! Nadat meneer Mallegrom, die de écht mentor van 1th2 waarnam, vertelde dat meneer van Zomeren hun mentor was, hoorde je vanuit alle hoeken: ‘Oh, die!’ of: ‘mijn broer zegt ……’ Dat beloofd wat voor volgend jaar!

Daarna was het tijd om de school te verkennen. In twee groepen gingen we de school rond: de mediatheek, de centrale hal, aula en de kamer van Bisschop: ‘owwh, da’s de directeur!’ Voor veel leerlingen is de nieuwe school toch wel érg groot, en dus een beetje eng! Maar na de vakantie zal alles heus wel goed komen!

Page 26: echt

26

Ook gingen we allemaal apart op de foto. Gert (juniormentor van 1th2): ‘Wat zouden jullie vanmorgen gedaan hebben als je wist dat je vandaag op de foto zou gaan?’ Waarop de meiden antwoorden: ‘ziek melden natuurlijk!’

Toch was niet iedereen zenuwachtig. In 1hv1 was het een té gezellige boel. Af en toe vloog er een voorwerp naar buiten en sommige kids zaten ónder in plaats van áchter de tafel. Maar verder was het reuze gezellig

De juniormentoren hebben er allemaal veel zin in: ‘Het is voor de bruggers fijn dat er nog iemand is die tussen hen en de mentor in staat. We hebben er enorm veel zin in om volgend jaar de klas te begeleiden, het wordt vast heel leuk!’

Ook mevrouw Weiss, mentrix van 1hv2, heeft er weer zin in. ‘Op een dag als deze denk ik altijd terug aan mijn huidige mentorklas, en dan denk ik: tsjonge, wat is het jaar toch weer snel voorbij. Bovendien is het erg leuk om te zien hoe veel bruggers in een paar maanden tijd veranderen’.

Page 27: echt

27

Jong en lui“Haar hele schooltijd heeft ze verknoeid met zo oud te willen zijn als ze nu is, en de hele rest van haar leven gaat ze verknoeien met te proberen niet ouder te worden. Alles wat zij wil is zo snel mogelijk de leeftijd bereiken waarop de mensen hun raarste dingen doen, en daar dan zo lang mogelijk stil blijven staan.” C.S. Lewis

In zekere zin zijn we op deze school allemaal jong. Of jong-zijn echt zo negatief is als hierboven beschreven, valt te betwisten.Mw. Korteweg: “Lui zijn is geen huiswerk maken, niet leren. Kenmerk van een luie leerling: geen zin hebben iets te presteren, maar wel het vermogen hebben.”

Betekent jong zijn per definitie lui zijn? Volgens de leraren wel… ze zeuren als je je huiswerk niet hebt gemaakt. (En als dat wel hebt gedaan zijn ze nog steeds niet blij. “Want,” zeggen ze dan, “dat is je ‘plicht’”.)

Wat houdt jong en lui zij in? Een zeker iemand: “Kijk naar mij! :-) Niet bereid zijn iets te doen. Zwaar beneden je capaciteiten wíllen presteren. Bijvoorbeeld: bij maatschappijleer van meneer Sinke (en bij wiskunde) ben ik erg lui. Met opzet!

Van jongere mensen wordt weleens gezegd dat ze denken ‘de hele wereld te kunnen veroveren’. En dat is eigenlijk helemaal niet lui. Maar misschien denken jongere mensen ‘de hele wereld te kunnen veroveren’, en tegelijkertijd te luieren… slapend rijk worden, bijvoorbeeld.

Als jongeren lui zijn, zoals veel ouderen beweren kunnen wij zeggen: “Hoe ouder, hoe gekker.”Mw. Korteweg: “Oud en lui is in je leven zo weinig geleerd hebben dat je nog steeds niks doet.”

Page 28: echt

28

Kolderdag

Page 29: echt

Wij houden het achterdeurtje open

Na gedane arbeid is het goed rusten

Het doel heiligt de middelen Van welke ongelikte beer is dit?

29

LerarenkamerWe vallen maar meteen met de deur in huis: we doen het boekje open over de zaken rond de nieuwe docentenkamer. Wij van de schoolkrant zijn één en al oor voor die nieuwe plannen en spelen dan ook graag voor nieuwsgierig Aagje. We laten er geen doekjes om winden en tonen de docentenkamer in zijn huidige staat.

Een oude Bijbel die braak ligt… Een niet opgeruimd afzakkertje

Page 30: echt

30

Page 31: echt

31

MarathonHallo lezers van de schoolkrant,

Woensdag 19 maart begonnen wij (beide havo 5 klassen) aan een spellenmarathon. We begonnen om 4 uur ’s middags, tot de volgende dag half negen. We hebben door middel van de spellenmarathon geld opgehaald voor KIKA. Dit is een fonds dat strijd tegen kinderkanker. Om 4 uur begonnen we met het spel ‘levend stratego’. Om ongeveer half 6 was het tijd om te eten, want iedereen had aardig wat trek. Op het menu stond gourmet.(Ja, dat roken jullie dus toen jullie de volgende morgen de school binnen kwamen!). Na heerlijk te hebben gegeten moest er natuurlijk worden afgewassen door een paar ‘slachtoffers’,

de rest had even vrije tijd. Half 8 moesten we verzamelen in de aula, want er waren mensen gekomen van KIKA. We gaven hun het bedrag van 2395,85 euro. Dit bedrag bestond uit sponsorgeld van leerlingen en een bijdrage van onze school. Hierna gingen we weer spelletjes spelen. Om half 11 begon mevrouw Stougie in de aula een verhaal te vertellen. Om ongeveer kwart over 11 was dit afgelopen waarna we het spel ‘weerwolven’ gingen spelen. En ja hoor…om 2 uur ’s nachts sporten! We werden in 3 groepen verdeeld en deden een krattenrace, met 4 netten volleybal en een soort touwtrekken waarbij je de bal van een pion moet tikken. Na dit alles was er nog een wedstrijdje touwtrekken tussen de beide klassen. Jammer genoeg was 5h1 niet hellemaal in vorm en verloor. Dit kwam door de alle zwaargewichten van klas 5h2, anders hadden ze natuurlijk geen schijn van kans gehad..

Page 32: echt

32

Na het sporten gingen we weer verder met de bordspellen. De vermoeidheid begon intussen al aardig toe te slaan. Om 6 uur ’s ochtends gingen we ontbijten. We hadden helemaal geen trek, maar toch heeft iedereen wel wat gegeten. Hierna moesten we alles opruimen. Om zeven uur was alles schoon en klaar voor een nieuwe schooldag. Een aantal mensen bij wie de ogen al halfdicht zaten gingen naar huis, maar de echte bikkels bleven tot half 9 op school om jullie te verwelkomen.

Hierbij willen wij het team bedanken dat dit allemaal heeft georganiseerd. Het was een geslaagde nacht! Het organisatieteam,

Leonie & Martha (5h1)

Page 33: echt

33

Niet op tijdWe schrijven 21 mei. We onderzoeken wat ‘de niet op tijd-komers’ allemaal voor smoezen verzinnen. We zijn erg laat, waardoor we al een heleboel telaatkomers gemist hebben. Na een poosje wachten bij de conciërge komen er eindelijk telaatkomers. Het zijn Bas en Claudia. Ze vragen aan meneer Zwijnburg een telaatkaart. We vragen de reden waarom ze te laat zijn. Ze antwoorden: “We moesten met onze familie op de foto.”Ze mogen naar binnen. Gelukkig....

Omdat we zo laat waren gingen we maar de school in om te kijken of daar nog telaatkomers waren. En ja hoor, we vonden er nog 2 leerlingen. De eerste was Lennard Tieleman uit 1hv1. We vragen aan hem zijn reden dat hij te laat was. Hij antwoordt: “We hadden last van een wisselstoring.” De tweede die we tegen komen is Kim Stam uit

4h1. We vragen ook haar reden. Deze is: “De bussen staken, dus ik kan niet met de bus.”

Maandag 26 mei: we gaan nog een keer bij de concergie staan, want de vorige keer visten we achter het net. Dit keer zijn we wel op tijd (wat eigenlijk helemaal niet nodig was, want de telaatkomers kwamen pas 10 minuten na de bel). De eerste telaatkomer is in aantocht, Abel Vijfhuizen uit 2bk1. Hij loopt naar het loket en vraagt om een kaart. De conciërge vraagt hem zijn reden

waarop hij antwoordt: “Ik kom van boord.” Na even wachten komt de volgende: Janneke Stam uit 2gt1. De conciërge vraagt haar reden, waarop ze kort maar krachtig zegt: “OV.” Kort daarna komt de volgende, Pieter Verweij uit 3h2, hij wilde eerst geen kaart halen, maar de conciërge roept hem en vraagt of hij het eerste uur moet beginnen. Daarop antwoordt Pieter: “Ja”.

Hij moet terug komen en een kaart halen. De conciërge vraagt zijn reden. “Het weer zat tegen.” Weer wat later komt de volgende, Tamara Boers uit 1th1. We vragen haar reden, waarop zij haast hetzelfde antwoordt als Pieter Verweij,

Lennard Tieleman

Bas en Claudia

Page 34: echt

34

namelijk: “Ik had tegenwind.” Na enige tijd wachten komt de volgende telaatkomer, Alice Zwiggelaar 4h2 , met een reden die we al eerder gehoord hadden: “Ik kom van boord.” Na Alice komen er 3 vriendinnen, genaamd Marionne de Jong en Dorothea Liefting uit 2h1 en Laura Zandee uit 2a1. Ze hebben alle drie wel een andere (originele) reden. Marionne de Jong geeft als reden op: “Ik was mijn gymspullen vergeten.” Dorothea Liefting geeft als reden op: “Ja hè, ik ben jarig, dan mag dat toch wel?” Laura Zandee zegt: “Ik moest op iemand wachten.” Achter de drie dames komen er twee leerlingen zonder reden. De ene was Ralph Vermeulen uit 1hv1 en de andere is Johanna van der Want uit 4h1. De telaatkomers blijven maar komen en zo ook Herbert Struijs uit 3a2. De conciërge vraagt zijn reden. “Dat past denk ik niet op het regeltje”. De conciërge antwoordt: “Vertel maar.” Hij vertelde zijn verhaal. Hij voelde zich niet lekker thuis en ging op de bank liggen. Een poosje later ging het weer beter en toen is hij toch nog maar naar school gekomen…..De conciërge schrijft als reden op: een beetje ziek. Achter Herbert staat nog iemand, namelijk Nick Heurter uit 3h1. Hij vertelt zijn reden: “Ik reed door rood en de politie kwam toen achter me aan.” De laatste telaatkomer van deze dag is Nico van Aken uit 2bk1. Zijn reden is dat hij van boord komt.

Zoals jullie zien, zijn de conciërges erg goedgelovig. Dus wees creatief en verzin een goede smoes!

Marijn van Leeuwenburgh en meneer Zwijnenburg

Page 35: echt

35

OrthopedagogeZe gedraagt zich niet als een ‘normaal’ persoon. Haar klasgenoten begrijpen haar totaal niet; ze leeft in een eigen wereld. De contacten die ze heeft buiten school met lotgenoten worden er ook niet vrolijker op. Nooit zegt iets over haar bezigheden. In haar schriften staan kruizen en doodskoppen. Vreemde teksten laten weten hoe zij zich voelt en hoe ze over het leven denkt. Niemand begrijpt haar en niemand kan haar ook helpen. Tenminste, dat denken haar klasgenoten. Zij geeft op een vreemde, bijna onbegrijpelijke manier aan dat ze hulp nodig heeft. Hulp van een professioneel persoon die haar ken helpen. Van hoge cijfers halen komt niet meer zoveel van, en de problemen met docenten worden ook alleen maar erger. Daarom is ze dankzij haar mentor terechtgekomen bij de orthopedagoge. Die helpt haar door tijdens gesprekken tips te geven om bepaalde dingen beter aan te pakken. Zo kan ze een andere weg gaan in haar leven, de weg naar haarzelf zodat zij zich beter kan verwoorden naar de buitenwereld toe. Samen proberen ze tot oplossingen te komen.

Een extreem geval, maar dit komt ook zeker binnen onze school voor. Zulke mensen moet je helpen door erover te praten met je mentor of adjunct. Zij

kunnen dan bepalen of zo’n iemand naar de orthopedagoge moet. Bij ons op school is dat mevrouw van Dorp-Stolk. Ze is er één dag in de week, op dinsdag. Ze gaat dan gesprekken voeren met leerlingen die het nodig hebben. Samen proberen ze dan een oplossing te zoeken voor het probleem. Ze overlegt ook met je adjunct en/of mentor. Er kan ook naar huis gebeld worden, omdat het thuisfront over bepaalde dingen ook ingelicht moet worden. Dit alles is in het belang van de leerling.

Mevrouw van Dorp-Stolk

Het kan ook zo zijn dat de orthopedagoge binnen de school te weinig hulp kan bieden. Dan kan het gebeuren dat ze je doorverwijst naar een instelling zoals Eleos, SGJ, Bavo of GGZ. Natuurlijk zijn er ook andere, maar deze komen geregeld voor.

Binnen de school kan het probleem zo zijn zoals het beschreven staat in de intro. Er kan gekeken worden naar de oorzaak van de slechte cijfers of de conflicten met de docent(en). Als het echt erg wordt kan de orthopedagoge een gesprek voeren met de desbetreffende docent om hem/haar iets meer in te lichten over de situatie.

Page 36: echt

36

Het is niet zo dat als jij je elke keer rot voelt moet gaan denken: ik geloof dat ik ook wel geholpen moet worden. Het hoort ook bij de puberteit, maar als je denkt dat je er echt niet meer uit komt door alle problemen, neem dan iemand in vertrouwen en bespreek het eens. Misschien kan die je helpen en als het echt nodig is. Dan kan een gesprek met de orthopedagoge noodzakelijk zijn.

Page 37: echt

37

Publicatiebord

De wedstrijd voor een nieuw ontwerp publicatiebord is uitgesteld tot eind september 2008. Je maakt dus nog steeds kans op de hoofdprijs: jouw publicatiebord wordt echt gemaakt!. Daarnaast krijg je ook nog eens een waardebon van €25,-. Lever het ontwerp dus in, en vergeet niet je naam en klas te vermelden. De ontwerptekeningen kun je inleveren op de administratie in de witte brievenbus van de schoolkrant. Deze actie is geldig t/m volgend cursusjaar. Er moeten minimaal 5 ontwerpen ingeleverd zijn!

Page 38: echt

38

QualiteitZijn de lessen wel goed genoeg?

Vroeger was alles beter, dat weten we allemaal. Alhoewel: als je vroeger niet geïnteresseerd uit je ogen keek, niet rechtop zat in de bank kreeg je ‘de pechvogel’ naar je hoofd geslingerd, je kreeg flinke klappen van de meester en je moest de hele zomervakantie het schoolplein schoonvegen. Gelukkig is daar iets op bedacht: luier-uren. Beter bekend als Z-uren. En ook de gewone lessen kunnen maar weinig mensen boeien.

Ligt dit aan de mentaliteit van ‘de jeugd van tegenwoordig’, zijn scholieren altijd lui (zie artikel ‘J’)? Of… is de kwaliteit van het onderwijs achteruitgegaan? Natuurlijk moet het een combinatie van die twee zijn. Maar nu wil ik de nadruk op het laatste leggen: kwaliteit.

Je plukt een Power Point Presentatie van internet, bedenkt er een leuk verhaaltje bij en noemt het aardrijkskunde. Of je legt een sheet op een overheadprojector, noemt het ‘belangrijke-aantekeningen-voor-de-toets’ en laat de leerlingen maar schrijven.

Maar vaak verschilt het interessegehalte per leerling. Als je geschiedenis een leuk vak vindt, zul je de lessen ook kunnen waarderen. En ook: als je biologie ‘lekkah boeiah’ vindt, zal de les je ook niet erg nuttig lijken.

Een hopeloze situatie dus. Toch móet er iets aan te doen zijn. Als ik lessen vervelend vind, maar de leraar (die die lessen geeft) erg aardig, ga ik de les automatisch waarderen. Daarom moeten leraren meer inspirerend worden en leerlingen minder lui. De oplossing: de leraar bereid één hele goede, interactieve, pedagogische (moeilijke woorden voor ‘leuke’) les voor, en de leerlingen doen één les alsof ze nog nooit zoiets interessants hebben gehoord. Met een beetje acteertalent moet dat lukken. Waarschijnlijk, misschien, hopelijk vindt je die ene les wél echt interessant en zo zul je de volgende lessen ook kunnen waarderen. De leraar ontdekt dat jullie (als jullie je best doen) best een aardige, geïnteresseerde klas kunnen zijn(/lijken) en hij/zij zal jullie ook gaan waarderen, bovendien zal hij/zij merken dat een goed voorbereide les bepaalde voordelen heeft.

Zo kunnen we, met z’n allen, een kwalitatief betere school maken.

Page 39: echt

39

ReformatorischMeneer Bisschop was bereid ons een helpende hand te bieden bij het woord ‘reformatorisch’. Een woord dat ons bekend in de oren klinkt, maar wat wil het nou eigenlijk zeggen? We zitten dan wel op een reformatorische school, maar heeft dat meerwaarde dan een christelijke school?

Meneer Bisschop: Een christelijke school die daadwerkelijk dat karakter heeft, ligt dicht bij een reformatorische school. Als er echter alleen de ‘c’ in de naam staat en er verder niet naar wordt geleefd, is er een groot verschil. De kracht van het reformatorische (echt christelijke) onderwijs is dat er hetzelfde klimaat heerst als thuis. Dan is het confessionele onderwijs een voordeel. De leerlingen zijn in een bepaalde ontwikkelingsfase, een soort vormingsgang. Het is dan heel belangrijk dat ze gevormd worden in harmonie en toerusting krijgen (ook op school) in bepaalde punten.

Stelling: Refo’s zijn bekrompen en hechten teveel waarde aan regeltjes.

Reactie: Oneens, deze stelling is veel te algemeen. Er zullen mensen zijn die niet verder kijken dan hun neus lang is en op eigen regeltjes zitten. Maar dit is ook in andere bevolkingsgroepen zo en het is niet terecht als dit alleen op refo’s wordt afgegeven. Daarom wijken christenen

niet heel erg af.

Aan regels zitten ook bepaalde regels. Ze hebben een functie, moeten duidelijk zijn, motiveren, rechtvaardigen en zeker ook een doel hebben. Regels dienen als middel het klimaat te garanderen. Overal geldt hetzelfde, en je hebt regels nodig.

Weetje:Reformatorisch is sinds de jaren ’70 de aanduiding voor de zuil van organisaties van de ‘bevindelijk gereformeerden’.

Weetje:De eerste organisatie die het begrip ‘reformatorisch’ beperkte tot de bevindelijk gereformeerde zuil was het Reformatorisch Dagblad.

Weetje:In technische zin heeft het woord ‘reformatorisch’ een veel bredere strekking, namelijk: geïnspireerd door de Reformatie van de zestiende eeuw.

Page 40: echt

40

Stage ervaringenNatuurlijk kun je niet heel je leven in de schoolbanken blijven zitten. Er komt een moment dat je deze school gaat verlaten. En dan? De één gaat direct werken, een volgende gaat naar het hogere beroepsonderwijs en een derde wil naar de universiteit. Het is lastig om een richting uit te kiezen voor later. En als je al een bepaalde richting in denkt, hoe kom je dan te weten of dat wel écht zo leuk is? Om ons daarbij een handje te helpen organiseert de school in alle voorexamenjaren een stageweek. Zo leren wij regelrecht de praktijk. En hoe dat bevalt? We trokken de school in voor een paar vraagjes!

Marian van den Nieuwendijk uit 3gt2 heeft een aantal dagen stage gelopen bij een schoonheidspecialiste ‘Alma Boerland’. ‘Het werk op zich vind ik wel leuk, maar die week was erg saai. ‘Ik mocht eigenlijk niets doen. Op zich wel logisch hoor, vindt ze. Je kunt natuurlijk niet zomaar de klanten een beetje gaan zitten bewerken ’. Ze heeft deze week wel veel geleerd. Ze weet in ieder geval zeker dat ze dit niet wil worden!

De Johannes Bogermanschool in Capelle aan den IJssel was een week lang de werkplek van Marieke Nagel uit 3gt3 en Lisanne Buijk uit 3gt2. Vooral Marieke heeft erg goede ervaringen: ‘Het was heel leuk en we mochten erg veel doen. Ik mocht zelfs met groepjes kinderen gaan rekenen’. ‘En we zijn in bijna alle groepen geweest’, vult Lisanne aan. ‘Groep 1,2, 5, 6 en 8’. Marieke vond de kleuters uit groep 2 het leukst: “Ik mocht daar voorlezen en de kinderen vonden het geweldig”. Beide dames hebben een heel leuke week achter de rug. Marieke is er nu zeker van dat ze dit wil gaan doen, Lisanne niet: ‘Ik was een beetje laat met het regelen van een stageplaats, dus toen kon ik hier nog bij. Ik heb het wel naar m’n zin gehad, maar wil dit niet altijd gaan doen. Wat ik wel wil, weet ik nog niet, daar ga ik nog over nadenken’.

Toekomstig verpleegster Marjolein van Blois uit 4h1 heeft een aantal dagen meegelopen in het ziekenhuis. ‘Een middag in het St. Franciscus Rotterdam en twee dagen in het IJsselland Ziekenhuis in Capelle aan den IJssel. ‘In het Franciscus kreeg ik een hele rondleiding over hoe alles in elkaar zit. In het IJsslland heb ik het echte werk gezien’. Marjolein liep twee dagen met een verpleegster mee die haar de fijne kneepjes van het vak bijbracht. ‘Af en toe mocht ik wat simpele werkjes doen, maar verder niet heel veel. Op zich wel logisch, het gaat natuurlijk om mensenlevens’. Marjolein heeft in ieder geval

Page 41: echt

41

goed zicht gekregen op het interne van het ziekenhuis, en wil hiermee in de toekomst absoluut aan de slag!

Een niet alledaagse stageplek was weggelegd voor Levi van Buuren uit 4h3. Twee dagen liep hij rond op het Leids Universitair Medisch Centrum. De eerste dag keek hij rond in het longfunctielaboratorium. ‘Hoe apparaten werken, welke problemen je ermee aan het licht kunt brengen enzovoort’. Zijn tweede dag bracht hij door op de technische afdeling. ‘Allerlei reparaties en divisies’, aldus Levi. De eerste dag vond hij erg leuk en interessant, maar de tweede dag was helaas wat minder. ‘Er kwamen die dag 150 nieuwe computers binnen, dus ik heb de hele dag dozen uit mogen pakken. Hierdoor heeft Levi niet zo’n geweldig zicht gekregen op het werk op de technische afdeling. Toch heeft hij het erg naar z’n zin gehad. Maar of hij dit later ook echt wil gaan doen?

Pieter-Jan Visser uit 5A2 heeft zijn stage doorgebracht bij PKF Wallast, een accountantsbureau. Of hij het naar zijn zin had? ‘Ik vond het geweldig’, vertelt hij. ‘Voordat ik aan deze stage begon, had ik het idee dat accountants duffe en saaie mensen waren. Dat beeld is na deze stage flink bijgesteld.’PKF is een kleinschalig bedrijf, waar iedereen elkaar kent, wat Pieter-Jan waardeert: ‘De sfeer bij PKF was erg gezellig, daarom zou mijn voorkeur hier ook altijd naar uitgaan, en niet naar een grote organisatie waar iedereen in feite een nummertje is.’Op dag twee kreeg ik ‘the dark side’ van het accountantsbestaan onder ogen: de cijfers moesten ingevoerd worden! ‘Wisjal (zijn stagebegeleider) maakte me al snel duidelijk dat 40% van het vak bestond uit jaarrekeningen maken en 60% uit controle. Dat betekent dus dat je werk altijd nagekeken wordt, je moet erg nauwkeurig werken.’ Of hij dit later ook wil gaan doen? We vroegen hem naar zijn studiekeuze: ‘Ik ben er ook nog niet helemaal uit, maar dat het een economische studie gaat zijn, staat vast.’

Page 42: echt

42

TussenuurIedereen heeft wel eens een tussenuur, maar wat doe je nou eigenlijk in een tussenuur? Ben je aan het vervelen, of ben je aan het leren, of ga je even lekker naar de Bas, om wat snoep en chips te halen voor de volgende lessen? We zijn met deze vragen de gangen op gegaan en hebben jullie mede-leerlingen gevraagd wat zijn doen in een tussenuur. Misschien zitten er nog wel tips voor je bij. Ook hebben we 2 leraren gevraagd wat zij in een tussenuur doen…

Annelies Brouw (4h1): Tijdens een tussenuur klets ik wat met m’n vriendinnen. Ook leer ik weleens of ga ik naar de Bas van der Heijden.

Meneer Geuze is tijdens zijn tussenuren heel nuttig bezig. Hij begeleidt studenten of is bezig met het voorbereiden van de lessen voor de lerarenopleiding.

Deborah Doornenkamp en Laura Barbi uit 1gt1 stelden wij de vraag wat ze nu het liefst doen tijdens een tussenuur. Ideeën kwamen al snel boven: Kletsen, rondhangen en natuurlijk roddelen!

Meneer van der Lugt: Tijdens een tussenuur houd ik mij bezig met het gereedschap, dan controleer ik of alles nog heel is. Ook ga ik weleens naar de Gamma om inkopen te doen.

Page 43: echt

43

Matthijs Hofman (3h2): Tijdens een tussenuur ben ik vaak aan het voetballen. Als het regent ben ik binnen bij mijn vrienden aan het chillen in de centrale hal.

Bertjan Agteresch & Anne Lagerwaard uit 1HV1: Tijdens een tussenuur voetballen wij of zitten achter de computer. Ook gaan we weleens naar de Bas.

We namen een kijkje nemen bij de Bas van der Heijden, het toevluchtsoord voor de Revianen tijdens een tussenuur. We hebben een aantal medewerkers gevraagd wat ze nu eigenlijk van al die lastposten vinden. Lang werd er niet nagedacht. “De leerlingen gedragen zich prima en mogen best bij ons komen winkelen zolang ze maar geen klanten storen”. Tenslotte voegt de manager er aan toe: “Als ze maar een mandje nemen.”

Stefan Ashley

Page 44: echt

44

Hier een paar lekkere dingen die veel door onze Revianen gekocht worden:

Je merkt wel dat er genoeg leuke dingen zijn die je kunt doen tijdens je tussenuur. Kletsen, voetballen, computeren, naar de Bas, of gewoon lekker lezen. Je hoeft je dus niet te vervelen. Als je nou écht niets te doen hebt zou je heel misschien aan je huiswerk kunnen werken…

Page 45: echt

45

Eruitgestuurd (gele kaart)

De gemiddelde leerling maakt dat zeker wel een keer mee in zijn schoolcarrière: je wordt uit de les gestuurd. En om het net wat officiëler te laten lijken, krijg je een gele kaart mee waarop die docent zijn ergernis over jou kwijt kan. Gelukkig is er ook nog ruimte voor jouw kritiek en die kan jij vast zeker goed gebruiken.

We zaten te verzinnen wat je nu moet: een gele kaart, wat kan je er verder mee? We kwamen op de vraag: worden er in de onderbouw meer gele kaarten gegeven dan in de bovenbouw? En: hoeveel gele kaarten zouden de adjunct- directeuren gemiddeld krijgen? Met die vragen kwamen we op het idee om de adjuncten te interviewen. We namen meneer Offermans van VMBO onderbouw en meneer Sinke van HAVO en VWO bovenbouw.

Hoeveel gele kaarten krijgt u gemiddeld per week? Offermans: (na veel gereken) ‘Ongeveer 4 per week.’ Sinke: ‘Ongeveer 4 per week.’Zijn de redenen van de docenten soms zo vreemd dat u eigenlijk geen straf kan geven?Offermans: ‘Ja, dat komt wel eens voor inderdaad.’ Sinke: ‘Ja, dat ook. Maar wel minder dan vorig jaar.’Welke leraren geven de meeste gele kaarten?Offermans: ‘Daar ga ik geen antwoord op geven..’ Sinke: ‘Dat weet ik niet precies en als ik het zou weten, zou ik het nog niet zeggen.’Wat is de ergste straf die u ooit voor een gele kaart hebt gegeven?Offermans: ‘Schorsing, maar dat was niet met een gele kaart volgens mij.’ Sinke: ‘Twee keer drie uur.’

Toen we op vraag 3 geen duidelijk antwoord kregen, zijn we maar op zoek leraren gegaan. De leraren die we tegenkwamen hebben we gevraagd of ze wel eens gele kaarten gaven. Ze hadden eigenlijk allemaal zoiets van: ik geef

Page 46: echt

46

geen gele kaarten, ik handel het zelf wel af. Anderen gaven er 2 of 3 in een jaar. Maar de meeste leraren gaven ze gewoon niet.

Veluwe

Eldorado & Bospark

Op dinsdagmorgen begonnen we met alle 3GT-klassen in de aula. De tassen in de bus en gaan met die banaan! Niet direct naar de bungalows, maar eerst naar Paleis Het Loo, waar we een wiskunde opdracht moesten maken. Daarna deden we boodschappen. Het was de afspraak dat er de hele week géén alcohol werd gedronken. Maa als de leraren (Eldorado: meneer v.d. Klooster, meneer Wassink en meneer Geuze; Bospark: meneer Offermans, meneer Hoogeboom, meneer de Heer en meneer v.d. Velden) in hun bungalow aan het filmen waren in hun huisje, werd de camera snel naar het plafond gericht. Waar zou dat nu goed voor zijn..

Nadat we aangekomen waren bij de bungalows werden we ingedeeld. Daarna moesten we nog wachten tot de leraren eindelijk bij onze bungalow kwamen. En natuurlijk gingen de leraren het eerst naar binnen! Niet controleren of alles nog in orde was; nee, dat moesten de leerlingen doen. ‘t Enige wat ze kwamen doen, was de stekker van de TV eruit halen. Het gekke is dat niemand in het huisje de stekker eruit mocht halen…

Page 47: echt

47

Na De Grote Controle konden we het park verkennen en de fietsen halen.

De eerste avond deden we een puzzeltocht door het bos. Het groepje dat de puzzeltocht het beste had gemaakt, kreeg een heerlijke slagroomtaart. Maar de leraren wisten niet dat er een groepje meiden bijna overstuur terugkwam, omdat er ‘enge mannetjes’ in het bos liepen. Ze durfden zelfs niet meer met de avondwandeling mee (die uiteindelijk echt elke avond super was)! Ze moesten toch. Gelukkig had uiteindelijk niemand er spijt van dat zij waren meegegaan.

We werden al voorbereid voor de volgende dag. Dan zouden we een verschrikkelijk eind gaan fietsen. Gelukkig viel dat mee. De échte fietstocht kwam de volgende dag pas. Woensdag gingen we naar het Kröller-Müller Museum. Iedereen was gelijk ontmoedigd, want dit was al een heel eind. Maar het fietsen was echt elke keer heel gezellig en relaxedBij het KrollerMoller moesten we (eventjes?) op meneer Boerman wachten. Want welke leraar heeft nou meer interesse en verstand (meneer Wassink!) van kunst dan hij? We werden binnen rondgeleid en daarna door de beeldentuin buiten. En dan het fietstocht(je) terug! Onderweg stopten we nog een keer om wat boodschappen te halen. ‘s Avonds deden we eerst een bijbelstudie en daarna, zoals elke avond, met 2 bungalows avondsluiting. En daarna met het hele kamp (Eldorado of Bospark) een spannende avondwandeling! Maar eerst de lange fietstocht… Op zich viel het best mee, het was alleen maar heuveltje op en heuveltje af. Vandaag gingen we naar het watermuseum. Eerst een film kijken over water, en daarna opdrachten maken. En daarna terugfietsen! Heuveltje op…nog een heuveltje op… en na een paar keer, konden we eindelijk heuveltje af. Onderweg haalden we nog wat boodschappen en ’s middags was er sport. De leraren wilden natuurlijk ook sportief lijken/zijn. De échte winnaars, een groep jongens, hebben ze maar laten winnen. Mannen worden nooit volwassen, toch?

Page 48: echt

48

De laatste dag alweer… Alles inpakken, opruimen (de TV snoer kwam weer op z’n plaats ), tassen weer in de bus en nee, niet naar huis; naar het Airborne museum. We stapten in de bus, duf en moe, maar toch hadden we er allemaal zin in! De parken werden weer gesplitst, Eldorado ging eerst naar de begraafplaats en Bospark naar het museum zelf. Hiernaast kijken ze heel geïnteresseerd naar de film. Lekker geslapen vannacht?Nadat beide ‘parken’ alles bekeken hadden, gingen we met z’n allen de bus weer in, eindelijk naar huis! Iedereen was vreselijk moe, dat was wel te merken! Van de op een andere manier dan de ander. De ene helft maakte een vreselijk kabaal, waardoor de andere helft op de zoveel tijd wakker werd.

Op school werd de supergezellige en gave week afgesloten. Het was inderdaad het hoogtepunt!

Groetjes,3gt1 (Boomschorsers)

Page 49: echt

49

Winkeltje+automaten

Wie kent het niet:

De spanning stijgt, de laatste minuten worden afgeteld… het worden seconden… En dan… het grote moment is daar: het geluid van de pauzebel (nouja, bel… eerder een wat snerpende toon) schalt door de klaslokalen. Jordy zit al klaar achter zijn tafel en springt meteen op. De klas stormt naar de deur, de klas in een chaos van stoelen en scheve tafels achterlatend. Hier en daar dwarrelt een vergeten papiertje rond. De leraar kijkt verbijstert toe als de troep uitgelaten tegen de deur opknalt. Een van de aanvoerders ziet kans de deurknop te bereiken: met een klap zwaait de deur open. De achtersten duwen de voorste mensen naar voren waarbij enkele ongelukkigen onder de voet worden gelopen. De deur is intussen hard tegen de muur aangeknald en vliegt weer terug, de glazen van een bril worden schaamteloos vernield. Maar het deert de drager niet. Vooruit! De horde spurt de gang op en in luttele seconden botst de klas op tegen een ander legioen. Een gigantische veldslag ontstaat: wie is het eerst bij de deur naar de trap? Weldra vliegt ook deze deur open en rollen vechtende kluwen jongeren richting de trap. De ogen van de conciërge, die halverwege de trap staat, worden groot. Als aan de grond genageld blijft hij staan. Dat is voor hem noodlottig. Als een razende kudde vliegen de leerlingen over hem heen. Hier en daar besloot een enkeling met een buikschuiver beneden te komen. Piepende en kreunende gewrichten zijn te horen boven het gejoel der strijdenden uit, wanneer een welverdiende dreun wordt verkocht. De deuren beneden de trap worden bereikt en bijna uit hun voegen gerukt wanneer de horde losgeslagenen er als één man doorheen vliegt. Het doel komt in zicht. Een dof geluid klinkt als de mensen tussen de hekken van de ruimte voor een rij belandt. Iedereen staat meteen klem, maar de achterhoede dringt op en zorgt ervoor dat er wat schot in de zaak zit. Achter het raam staan de moedigste en tevens dapperste

Page 50: echt

50

mensen van de school, in volle uitrusting. Ietwat gespannen staan ze klaar om de eerste bestelling razendsnel te voldoen.

Kapitein Overduidelijk over het winkeltje: ‘In het winkeltje zijn dingen te koop.’

Je raadt het al: we zijn aangeland bij het winkeltje van onze school. De troost, de redding, de basis en vesting voor het talrijke aantal mensen binnen onze school. Maar bovenal: de plaats waar men aan calorierijke producten kan komen. Bovenstaand verhaal is uiteraard sterk overdreven. De populariteit van het winkeltje en de snoepautomaten (ook de frisdrankautomaat voor klanten die zich achtergesteld voelen) verschilt duidelijk per leerling. Dat bleek uit de enquête die de schoolkrant hield bij een aantal klassen. Laten we eens kijken naar de verschillende visies op ons winkeltje (ja ja… en de snoep- en frisdrankautomaat).

Paspoort van winkeltje:Leeftijd: onbekendKleur: rood, blauw en glasHobby’s: verkoop van productenBeste vrienden: de verkopers en meneer Zwijnenburg, een enkele grootafnemer zoals Kapitein OverduidelijkVerstrekt: snoep, chips, ijs en snacksMotto: een dag niet verkocht is een dag niet open geweest

Ongeveer driekwart van de leerlingen koopt regelmatig iets in het winkeltje. Hoe vaak er iets wordt gekocht, verschilt enorm. Er zijn mensen die we dagelijks als trouwe klant het heuveltje naar het winkeltje zien betreden. Er zijn er ook die iets minder trouw in de week, of eens in de maand komen. Jongens gaan gemiddeld 9x per week de weg naar het winkeltje of de automaten, meisjes zo’n 6x. Maar waarom komt het overige deel nooit naar het winkeltje toe? Deze vraag stelden wij verschillende leerlingen. De redenen lopen nogal uiteen. De meeste komen hierop neer:

Er worden geen gezonde dingen verkocht in het winkeltje, enkel caloriebommen

Het assortiment van het winkeltje bevat niet de producten die ik wil kopen

Page 51: echt

51

We stelden tevens de vraag welke producten men dan graag in het winkeltje wilde hebben. Het liefst willen de leerlingen:

Belegde broodjes Koeken (gevulde koeken, stroopwafels, cake, roze koeken etc.) Fruit (zeer veel gevraagd) Kauwgom

Verder werden er nog wat tips aangedragen voor het winkeltje: Meer soorten ijs Maltesers (komen eraan!) Salades Yoghurt Energiedrink Wafels Melk Chocolade

We komen zo onderhand aan het einde van ons artikel. We hebben gezien dat heel veel leerlingen dagelijks naar het winkeltje gaan, dat er tips zijn en dat men het winkeltje niet kwijt wil. Ook de verkopingen die voor het goede doel worden gehouden zo af en toe, mogen vaker voorkomen, vinden de ondervraagden (nee, het was geen verhoor). Onze complimenten voor het winkeltje!

Page 52: echt

52

XternVoor deze letter mochten wij zelf creatieve dingen verzinnen. Het was nog best moeilijk, want je wilt natuurlijk iets nieuws, maar ook iets leuks of informatiefs. Na wat rondvragen binnen de school kregen we de tip om iets te doen met de buurtbewoners rond de school. We zagen daar onze kansen liggen en hadden snel een enquête gemaakt. We zijn langs de huizen gegaan om de bewoners een paar vragen te stellen. Het ging over overlast van school. Dus niet alleen van ons tijdens schooltijd, maar ook na schooltijd van jongeren uit de buurt.

Meneer van nummer 12:“Ik woon hier al 28 jaar en heb als het ware alles zien opgroeien hier. De wijk op zich is achteruit gegaan, maar voor de rest valt de sfeer best mee. We hebben ook jullie school zien opgroeien en in het begin hadden we nog wel zoiets van: wat moet dat nu weer? We kregen namelijk eerst een voorstel te horen dat het een park zou worden. Maar, je kunt beter een christelijke school hebben dan die scholen daar bij het Alexandrium. We hebben géén overlast van jullie leerlingen. Na schooltijd zien we wel eens jongeren uit de buurt rondhangen maar we ervaren dat niet als onprettig. We zien dan ook wel dat er gedeald word en dat er alcohol gedronken wordt. We zouden niets weten om de sfeer te verbeteren. Wat wel vervelend is: het draaihekje maakt herrie als er ’s morgens leerlingen doorheen gaan terwijl wij nog liggen te slapen. Dus misschien dat daar wat aan gedaan kan worden? Verder is het allemaal goed!”

Mevrouw van nummer 10:“Ik woon nu al 4 jaar hier en de wijk is voor gezinnen met kinderen erg goed. Ik heb van jullie als leerlingen overdag geen overlast. We hebben meer last van de hangjongeren na schooltijd. Vooral als men door blijft gaan tot 3 uur ’s nachts, en dan overdrijf ik echt niet hoor! We hebben de jongeren er nog niet over aangesproken, maar als we een tip mogen geven: zorg voor hekken die dicht kunnen, zodat er na schooltijd geen mensen meer op het plein kunnen komen. Ook is het vervelend als de school ’s avonds activiteiten heeft en wij onze auto’s niet kunnen parkeren, omdat de mensen het dan in de wijk doen in

Page 53: echt

53

plaats van op het schoolplein. Misschien dat dát beter aangegeven kan worden?”

Mevrouw van nummer 55:“Ik woon er al 14 jaar en de wijk op zich is prima. Ik ervaar geen overlast van de leerlingen. Ik zie na schooltijd nog weleens leerlingen op het schoolplein, maar vindt dat niet zo erg. Ik spreek hun er ook niet op aan.”

Mevrouw van nummer 57:“Ik woon hier al 20 jaar en het is een goede wijk. Wat erg vervelend is aan de leerlingen: tijdens de pauze is er overlast van ballen die over het hek heengaan. Dat is erg vervelend omdat er ook moeders rijden met kleine kinderen en onze auto’s er staan. Ook als de leerlingen een rondje lopen komt er veel afval op de stoep en in de sloot rond de wijk. Ook het gehang in de portiekjes is niet erg prettig. Na schooltijd zien we ook wel jongeren uit de buurt hangen op het schoolplein, maar dat ervaar ik niet als onprettig. Ik ben al een aantal jaar in strijd met de leerlingen die overlast veroorzaken. Onze regel met de bal die tegen het raam komt: je bent hem kwijt, want we steken een mes erin. Maar voor de rest valt het wel mee!”Op dit nummer waar we langs zijn gegaan woont een iemand die ook regelmatig aan het ‘chillen’ is op ons schoolplein. We stellen hem dan ook gelijk de vraag of die rommel die er achtergelaten wordt (lege zakjes van drugs en ander afval daarvan en bierflesjes), waarop hij lachend antwoordt dat het best van hun groep afkomstig kan zijn. En nu over onze enquête:“Ik woon hier 6 jaar en het is een leuke wijk. De overlast van leerlingen heeft vooral te maken met de ballen die over het hek heenkomen en op mijn auto terecht komen, zodat er schade aangericht wordt. Ik had het een keer dat er gewoon een deuk in mijn motorkap zat en dan baal je wel. De sfeer hoeft niet verbeterd te worden, het is goed zo.”

De mensen vinden dat er al veel verbeterd is in de afgelopen jaren. Laten we er met z’n allen ervoor zorgen dat de mensen nog minder last van ons hebben. Zo zorgen ook wij voor een goede sfeer in deze wijk!

Page 54: echt

54