Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

28
Lesbrief bij de exposities ter gelegenheid van tien jaar galerie Help U Zelven in samenwerking met Tricot Winterswijk mei-augustus 2010 Kennismaken met beeldende kunst en toegepaste kunst Dat is echt genieten!

description

Lesbrief bij project 'Help U Zelven in Tricot' - Winterwijk

Transcript of Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Page 1: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Lesbrief bij de exposities

ter gelegenheid van tien jaar galerie Help U Zelven

in samenwerking met Tricot Winterswijk

mei-augustus 2010

Kennismaken met beeldende kunst en toegepaste kunst

Dat is echt genieten!

Page 2: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Deze lesbrief is geschreven en samengesteld door

Rob Smolders voor Tricot Winterswijk,

expositieruimte voor moderne kunst/collectie Wim Izaks.

Tricot Winterswijk werkt voor dit project samen met

galerie Help U Zelven in Winterswijk.

De lesbrief is tot stand gekomen onder begeleiding van

Rose Figdor, adviseur EDU-ART.

Met dank aan de leden van de werkgroep

van het basisonderwijs,

‘de denktank’, voor het meedenken en de praktische bijdragen:

Nanja Dronkers

Wilma Floor

Jeanet Graaskamp

Anja Kruse

Simone de Moel-van Esser.

Vormgeving Robbert Zweegman

Voor alle vragen rond dit scholenproject

kunt u contact opnemen met:

Rob Smolders

06 414 252 37

[email protected]

De lesbrief verschijnt ter gelegenheid van

de twee jubileumexposities van Help U Zelven

bij het tienjarig bestaan van de galerie.

De exposities lopen van 16 mei tot en met 15 augustus 2010.

Help U Zelven Wilhelminastraat 9 Winterswijk.

Tricot Winterswijk Tricot 11 Winterswijk.

Openingstijden (buiten schoolbezoeken):

woensdag tot en met zondag, 12.00 tot 17.00 uur.

Voor informatie en beeldmateriaal: www.helpuzelven.nl

Colofon

Page 3: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Inleiding 4

Hoe wordt het project uitgevoerd? 6

Het verhaal van Carla Aalberts:

tien jaar galerie Help U Zelven 8

De voorbereidende les op school 12

Workshop voor leerkrachten 19

Het bezoek aan de tentoonstellingen 21

Verwerking op school 23

Bijlage 1: kijkwijzer 25

Bijlage 2: gastles van Mirjan Koldeweij 27

Inhoud

I

II

III

IV

V

VI

VII

Page 4: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Dat is echt genieten!

Galerie Help U Zelven en Tricot Winterswijk nodigen het

onderwijs uit te komen kijken naar kunst. Het presenteren van

beeldende en toegepaste kunst van hoge kwaliteit is onze

specialiteit. Nu voor het eerst maken we een educatief

programma dat scholieren en leerkrachten in staat stelt actief

met ons mee te doen. Want kijken naar kunst is niet alleen

passief vermaak. Het vraagt inlevingsvermogen, oefening,

meedenken. En als het goed is, heeft iedereen na het bekijken

van de tentoonstellingen zin om zelf aan de slag te gaan.

Kunst prikkelt de verbeelding. Kunst brengt je op ideeën die

je met je hoofd en je handen kunt uitvoeren.

Help U Zelven en Tricot Winterswijk presenteren dit programma

gezamenlijk. De aanleiding is het tienjarig bestaan van Help U

Zelven in mei 2010. Carla Aalberts heeft haar galerie in die tien

jaar een heel eigen gezicht gegeven, met textiel, mode,

vormgeving en beeldende kunst als vaste onderdelen. Zij heeft

oog voor mooie, bijzondere dingen. In deze lesbrief vertelt zij zelf

hoe haar belangstelling vorm krijgt in een expositieprogramma.

Er komen twee exposities. Eén in haar galerie en nog een in de

Tricot. Deze jubileumexposities hebben als thema meegekregen:

genieten. Die term hoor je de laatste tijd vaak. Toeristen en

recreanten komen naar Winterswijk om te genieten van het

landschap, de rust en de ruimte. Daar sluiten wij ons bij aan.

Er valt in Winterswijk veel te genieten, ook op het gebied van de

kunst en cultuur.

Deze lesbrief is tot stand gekomen in nauw overleg met de

basisscholen, onder andere met de interne cultuur-

coördinatoren. Met hen is de periode en de leeftijdsgroep

afgestemd. We richten ons met name op de groepen 5 en 6

van het basisonderwijs. Het lesmateriaal is zo samengesteld

dat leerkrachten van andere groepen het zonder veel moeite

ook voor jongere of oudere kinderen kunnen gebruiken.

Een werkgroep van leerkrachten en interne cultuur-

coördinatoren uit het basisonderwijs heeft intensief

meegedacht over de invulling van met name de praktische

opdrachten. Daarmee is het een gezamenlijk project geworden,

Lesbrief Dat is echt genieten! 4

I Inleiding

Page 5: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

het eerste in een samenwerking die wat ons betreft nog jaren

mag duren.

Het doel is: leren kijken naar kunst, en vooral het plezier

ontdekken dat de beleving van kunst los kan maken. Natuurlijk

willen we ook bereiken dat het praktische kunstonderwijs

erdoor gestimuleerd wordt.

Groepen die het project van begin tot eind volgen zullen merken

dat het een cirkel beschrijft: we beginnen met vragen stellen

over het ervaren en ondergaan van kunst, dan volgt het kijken

naar de originele kunstwerken en vervolgens gaan de kinderen

zelf dingen maken die weer in een expositie gepresenteerd

kunnen worden. Van ondergaan naar zelf doen, een leerzaam

proces.

Tricot en Help U Zelven willen, gesteund door de gemeente

Winterswijk, een langdurige relatie opbouwen met het

onderwijs. Dan levert de energie die we nu hebben

geïnvesteerd, steeds meer op. Die energie komt nu al tot

uiting in het enthousiasme waarmee we aan dit project

hebben gewerkt. We trainen ook de leerkrachten in kunst-

beschouwing. Het provinciaal adviesbureau EDU-ART heeft

het hele traject intensief begeleid en daarmee is een stevig

fundament gelegd voor de toekomst.

Winterswijk, april 2010

Carla Aalberts, galerie Help U Zelven

Rob Smolders, Tricot Winterswijk

Lesbrief Dat is echt genieten! 5

Page 6: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Doelgroep: groepen 5 en 6 van het basisonderwijs.

Het lesmateriaal is ook toepasbaar in jongere en

oudere groepen, met aanpassingen naar eigen inzicht

van de leerkracht.

Stappenplan

Dit project is op verschillende manieren uit te voeren naar

gelang de mogelijkheden van leerkrachten en scholen.

Wat wordt van de leerkracht verwacht en waar liggen keuze-

mogelijkheden? Dat staat beschreven in het onderstaande

stappenplan.

Januari 2010

scholen hebben zich met een aantal groepen opgegeven voor

deelname aan het project

Begin april

scholen ontvangen deze lesbrief ten behoeve van de

leerkrachten.

scholen ontvangen ook

het bezoekrooster voor de beide tentoonstellingen

het rooster voor de workshops voor leerkrachten

een antwoordformulier voor de mogelijkheid werken van

leerlingen in te zenden voor de scholierenexpositie in de Tricot.

Vanaf medio april tot aan datum tentoonstellingsbezoek

(dag of dagen naar keuze leerkracht)

deelnemende groepen behandelen op school de voor-

bereidende les. Het gaat om één les in drie stappen, naar

eigen behoefte uit te breiden tot drie afzonderlijke themalessen

of extra praktische onderdelen.

Zondag 16 mei

officiële opening van de beide exposities

Maandag 17 mei en dinsdag 18 mei

workshops voor leerkrachten die met hun groep naar

de exposities komen.

Tijd: 16.00 – 17.30 uur.

Lesbrief Dat is echt genieten! 6

II Hoe wordt het project uitgevoerd?

.

.

.

Page 7: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Vanaf donderdag 20 mei

Deelnemende groepen bezoeken de tentoonstellingen bij

Help U Zelven en de Tricot. De leerkracht leidt tweemaal de helft

van de groep rond bij Help U Zelven. De andere helft van de

groep krijgt tegelijkertijd een rondleiding onder leiding van een

gids in de Tricot. Duur: 1,5 uur (2 x 45 minuten).

Elke groep brengt twee digitale camera’s mee waarmee een

kunstwerk of detail naar keuze van elk kind wordt vastgelegd

(met de naam van het kind leesbaar in beeld).

Na het tentoonstellingsbezoek

Leerkrachten bespreken op school (dag naar eigen keuze)

werken uit de tentoonstellingen met de leerlingen aan de hand

van de gemaakte foto’s.

Tot en met dit onderdeel dienen groepen het project te volgen

om effectief te kunnen zijn.

Daarna maken de kinderen individueel of in groepjes een

praktische opdracht op school waarin de kinderen de opgedane

ervaringen gaan verbinden met het maken van een eigen werk-

stuk. De uitvoering hiervan is door de leerkracht zelf in te vullen.

Er is een mogelijkheid beeldend kunstenaar Mirjan Koldeweij te

vragen een gastles te verzorgen. Elementen uit die les zijn als

bijlage bij deze lesbrief gevoegd.

Beeldmateriaal van Mirjan Koldeweij is te vinden op haar

website: www.kunstvankoldeweij.nl.

Deze les maakt geen vast onderdeel uit van het project.

Scholen dienen er zelf budget voor in te zetten.

Tenslotte doen wij de suggestie de werkstukken van de kinderen

te exposeren op school.

En om het voor de kinderen extra aantrekkelijk te maken is er

de mogelijkheid dat van elke groep één werkstuk wordt

tentoongesteld in de Tricot voor de resterende duur van de

tentoonstelling (tot en met 15 augustus). De werkstukken

mogen dan niet groter zijn dan 30 x 30 centimeter.

Carla Aalberts of Rob Smolders zal hiervoor uw school

bezoeken als de leerkracht heeft aangegeven hieraan mee te

willen doen. Hiervoor krijgt de leerkracht een antwoordformulier

waarop een selectiedatum kan worden aangegeven.

Digitale afbeeldingen van de deelnemende kunstenaars zijn te

vinden op de website van galerie Help U Zelven:

www.helpuzelven.nl. U kunt ze gebruiken als voorbereiding op

het tentoonstellingsbezoek en als geheugensteun achteraf.

Lesbrief Dat is echt genieten! 7

Page 8: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Carla Aalberts begon tien jaar geleden een galerie in de

Wilhelminastraat in Winterswijk. Op de gevel van het

huis staat: Help U Zelven, en dat is ook de naam van

haar galerie. Zij heeft die naam niet zelf bedacht.

Het huis was ooit een soort winkel voor de mensen die

werkten bij de textielfabriek Tricot die er tegenover

staat.

Waarom ben je een galerie begonnen?

Ik heb vroeger veel dingen gedaan die handig zijn als je een

galerie begint. Les geven in beeldende vakken (handenarbeid

en textiel), schrijven voor een krant, in besturen gezeten en ik

heb veel verschillende dingen georganiseerd. En ik had altijd al

veel belangstelling voor kunst en mooie dingen.

De galerie werd geopend op 1 mei 2000. Dat was precies

100 jaar nadat de winkel Help U Zelven werd opgericht.

We hebben het huis helemaal gerestaureerd zodat het er

weer uit ging zien zoals het was in 1925. Op het gebied van

beeldende kunst was er in Winterswijk niet veel. Ik ben

tentoonstellingen gaan maken met allerlei verschillende

kunstvormen. Werk in het platte vlak zoals schilderijen en

tekeningen. Ruimtelijk werk in diverse technieken zoals textiel,

keramiek, hout en papier. Ook laat ik veel werk zien van

vormgevers die sieraden, tassen, mode en interieurtextiel maken.

Hoe kies je uit wat je in een tentoonstelling wilt hebben?

Ik kies heel veel op mijn gevoel en dan past het ook meestal

bij me. Ik ga geregeld naar kunst kijken, lees tijdschriften over

kunst en praat met kunstenaars.Door veel te zien ga je vanzelf

leren wat je mooi vindt en waar je niet van houdt .Soms zijn er

ook verrassingen en ga ik iets mooi vinden wat ik daarvoor niet

mooi vond. Ik ben soms zelf verbaasd waarom ik iets heel erg

mooi vind en dikwijls heb ik niet eens een antwoord en laat ik

het maar zo.

Mijn voorliefde gaat wel uit naar textiel en keramiek dus kijk ik

daar extra naar en weet ik er ook veel van. Van het werk van

sommige kunstenaars hou ik heel veel en die mogen dan

wat vaker exposeren.

Verder ga ik altijd naar eindexamenwerk kijken van academie-

Lesbrief Dat is echt genieten! 8

III Even voorstellen: Carla Aalbers

Page 9: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

studenten. Daar zie ik weer hele nieuwe en gedurfde dingen die

leuk zijn om in de galerie te exposeren.

Hoe richt je een tentoonstelling in?

Ik bekijk het werk goed en beslis dan wat bij elkaar kan staan of

hangen. Dat heeft met vormen, met kleuren en met grootte te

maken. Meestal plaats ik dingen bij elkaar die in harmonie zijn

met elkaar maar soms is het spannender om het contrast te

zoeken. De ruimte waarin tentoongesteld wordt is erg belangrijk,

je moet rekening houden met de ruimte om de werken heen, met

het licht en de hoogte.Als je van verschillende kunstenaars werk

bij elkaar hebt is het nog moeilijker om daar een eenheid in te

brengen.

Maar van tevoren heb ik natuurlijk al een keuze gemaakt voor

de kunstenaars zodat ik al weet dat ze bij elkaar passen. Als we

echt gaan inrichten bepalen we de definitieve keuze.

Je moet ook altijd goeie spullen hebben om het werk op te

hangen, mooie kubussen, prijslijsten en kaartjes met namen en

titels.

Wat heb je gekozen om te laten zien bij het tienjarig bestaan?

Ik had twee ideeën die allebei uitgevoerd worden omdat we

met de Tricot over extra ruimte kunnen beschikken. In de galerie

komen van ongeveer vijftig kunstenaars kunstwerken die

gemaakt zijn met, of in, een kartonnen doosje dat ik aan de

kunstenaars heb gestuurd. Ik heb er de tekst van een oud liedje

bijgedaan:

Ik zou je het liefst in een doosje willen doen,

En je bewaren, je heel goed bewaren…

Dat gaat over wat het kostbaarst is in je leven. De kunstenaars

hebben mij verrast met zoveel verschillende en mooi uitgevoerde

doosjes. De tentoonstelling wordt er heel gevarieerd en vrolijk

door.

In de Tricot krijgen tien kunstenaars de ruimte om hun werk

te laten zien. Daar zijn enkele kunstenaars bij die met textiel

werken:

Els van Baarle, die laag over laag werkt met was en verf,

papier en draad. Haar werk voert ze uit op grote lappen zijde

veelal gecombineerd met poëzieteksten.

Zij won vele textielprijzen en in de textielwereld geniet zij

internationale bekendheid.

Lesbrief Dat is echt genieten! 9

Page 10: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Petra Vonk maakt gebruik van de allernieuwste breitechnieken.

Haar ruimtelijke weefsels worden als raambedekking toegepast

in het interieur, bij scholen, kantoren en openbare gebouwen.

In haar modeaccessoires experimenteert ze verder met verfijnde

breisels in combinatie met kunststoffen en oud kant en in

breisels wordt de lasertechniek toegepast waardoor er weer

geheel nieuwe effecten optreden

Het werk van Helmie van de Riet concentreert zich op het

menselijk (vooral vrouwelijk) lichaam. Haar fascinatie voor

lichaamssappen, bloed, organische verbindingen, lichaams-

processen, laat ze zien door middel van grote textielinstallaties,

textiele beelden en tekeningen. Ze gebruikt vaak oude hand-

werktechnieken zoals punniken, haken en knopen om haar

installaties op te bouwen

Iris van Herpen maakt mode, kleding die niet of nauwelijks

draagbaar is. Het zijn sculpturen waarvan het lichaam de drager

mag zijn. Futuristische kledingstukken gemaakt uit leer, kunst-

stoffen en metaal. Het werk van Iris van Herpen trekt op dit

moment veel nationale en internationale belangstelling.

In 2009 werd zij genomineerd voor een van de Nederlandse

designprijzen in Eindhoven en dat vier jaar na haar afstuderen

aan de Academie van Arnhem!

Marian Bijlenga maakt objecten en ontwikkelt structuren.

Ze maakt gebruik van textiele materialen zoals katoen, papier en

paardenhaar. Op dit moment is ze bezig om te experimenteren

met glas in samenwerking met Barbara Nanning. Geliefde

thema's zijn de natuur, milieu en ecologie.

Daarnaast zijn er kunstenaars die met andere technieken en

materialen werken:

Het keramische werk van Simone van Bakel onderscheidt

zich door monumentale soberheid en perfectie. Van gietklei

maakt zij zowel toegepast als autonoom werk. De laatste jaren

richt ze zich vooral op glasobjecten.

De schilder H.F. van Steensel werkt in een combinatie van

olieverf en textiel waarmee ze op een uiterst vrije manier omgaat.

De risico's die ze daar bij loopt weet ze echter alle te vermijden.

Haar heldere kleurgebruik en de wijze van penseelvoering geven

haar werk een sterke associatie met textiel. Dikke boven elkaar

liggende lagen verf, worden op een authentieke manier

gecombineerd met draad, lappen stof, en andere materialen.

Lesbrief Dat is echt genieten! 10

Page 11: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Een van de jonge talenten is sieraadontwerpster Ursula

Woerner. Op een geheel eigen wijze combineert ze edele

metalen, edelstenen en parels met gevonden voorwerpen.

Afgietsels in zilver van alledaagse dingen, een oude zilveren

lepel of een oud ijzertje smeedt ze aan een tot een collier met

een klassieke uitstraling. Op deze expositie presenteert ze haar

sieraden in vreemde kastjes en glazen bollen waardoor er een

installatieachtig geheel ontstaat.

Cees Andriessen is vooral bekend om zijn tekeningen,

houtsneden en linosneden waarin hij een sierlijk, gevoelig

handschrift heeft ontwikkeld.

Als laatste de kunstenaar Balta. Als grafisch ontwerpster

concentreert zij zich de laatste tijd op installaties en

buitenbeelden. Van haar hand is o.a. het vuurwerkmonument in

Enschede. Voor deze expositie maakt zij een installatie ‘blind

date’ bestaande uit twee delen. Binnen in de ruimte komt een

tafel met geborduurd tafellaken, waarop twee borden en

menu kaart staan. Het straalt verveling en ongemak uit, hetgeen

verwijst naar de oppervlakkigheid van deze tijd en het

onvermogen tot communiceren.

Het tweede deel van de installatie bestaat uit teksten en

uitdrukkingen over het weer op de ramen van de Tricot,

verwijzend naar de eerste vorm van gesprekken die mensen

met elkaar voeren.

De bezoekers van de Tricot ontvangen een kaart met daarop

een van de weerteksten die door Balta zijn uitgezocht om hun

poëtische betekenis.

Lesbrief Dat is echt genieten! 11

Page 12: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

In deze les gaan we proberen drie stappen te zetten:

wat is ervaren, voelen, beleven?

hoe spelen ontwerpers van functionele, dagelijkse

voorwerpen daarmee? (denk aan kleding, serviesgoed,

huizen enzovoort)

wanneer noemen we iets kunst en wat heeft dat met

gevoel te maken?

De les bestaat uit:

Een onderwerp waarover iedereen kan meepraten

(kan een boswandeling zijn maar ook iets dat zich in de

school heeft afgespeeld).

Een kringgesprek waarvan notities bewaard blijven.

Verder kan gebruik worden gemaakt van voorwerpen

zoals kleding, serviesgoed, een sieraad.

Voorbereidende les, stap 1

Z I N T U I G E N

De leerkracht kiest iets, of organiseert iets, waaruit de kinderen

zoveel mogelijk zintuiglijke ervaringen halen. Bijvoorbeeld, als

daar tijd voor is, een boswandeling waarbij geuren, kleuren,

warm of koud, ruw of glad, licht of donker, geluiden, worden

benoemd. Iets vergelijkbaars kan ook in de klas of op het

schoolplein plaatsvinden.

De site: www.proefjes.nl geeft onder het trefwoord zintuigen

allerlei suggesties voor de groepen 1 tot en met 4.

Voorbeelden

Proeven: Brood met verschillende soorten beleg. (Boterham in

4 of 6 stukjes) Blinddoek voor en raden wat er op het brood zit.

Erg leuk.

Geurdoosjes (van de fotograaf) per groepje zelf vullen

(o.b.v. een ouder, bijv.) in het park en terug op school elkaar

laten ruiken met blinddoek voor.

(Geurtjes als aarde, gras, bloeiende bloemen, voor de grap

misschien aanvullen met koffie, (af)wasmiddel o.i.d.)

Lesbrief Dat is echt genieten! 12

IV De voorbereidende les op school

1

2

3

Page 13: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Voeldoos met bijzondere voorwerpen en laten raden wat ze

voelen. (op een blad laten invullen)

Zien: idem met voorwerpen bekijken en bedekken.

Opschrijven/vertellen wat je je nog herinnert. (KIM-spel)

Arabisch gezegde: Ervaring is de bril van het verstand.

Kringgesprek

In het kringgesprek gaat het over zintuigen, waar ze voor dienen,

wat je ermee kunt.

Laat ieder kind opschrijven wat voor hem of haar belangrijk is.

Die aspecten komen van pas als ze aan het eind van het project

zelf iets gaan maken.

Is alles wat je door je zintuigen leert kennen ook fijn?

Of kan het ook niet fijn zijn?

Kunnen dingen fijn zijn voor de een, en vervelend voor de ander?

Hoe komt dat?

Het kan altijd twee kanten op: dingen die je proeft kunnen lekker

zijn, of vies.

Dingen die je voelt kunnen fijn zijn of naar.

Dingen je ruikt kunnen lekker ruiken of stinken.

Het komt natuurlijk ook voor dat dingen niet bijzonder prettig

zijn en ook niet vervelend. Iets ertussenin. Gewoon. Dat is bij

heel veel dingen zo.

Maar als je mocht kiezen, dan zou je steeds voor fijn kiezen.

Of voor lekker. Fijn is verbonden met mooie dromen, met

plannen die je maakt (bijvoorbeeld voor de vakantie), met wat

je later wil worden. Je wil het liefst iets worden dat je fijn vindt.

Of eten wat je lekker vindt.

Toch kan het leven niet alleen maar fijn zijn. Kijk maar eens

hoeveel mensen (en zeker ook kinderen) niet kunnen kiezen wat

ze willen eten, aantrekken, naar welke school ze gaan.

Heel veel dingen die wij fijn noemen, hebben te maken met

genoeg geld en vrije tijd en goede winkels. We noemen dat

allemaal samen ook wel ‘luxe’. De mensen in Nederland leven

in luxe omdat ze bij heel veel dingen kunnen kiezen wat ze het

liefste willen.

En als je heel veel geld hebt, kun je steeds meer dingen

bedenken die je fijn vindt om te hebben.

Een eigen zwembad.

Een dure sportauto.

Een boot.

Dure kleren.

Lesbrief Dat is echt genieten! 13

Page 14: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Heeft luxe nog iets te maken met je zintuigen? Eigenlijk niet.

Luxe is een idee in je hoofd. Dat je meer hebt dan een ander,

bijvoorbeeld. Dat je alles kunt kopen wat je wilt. Dat je kunt laten

zien dat je een goede smaak hebt: kleren van het goede merk,

een mooie auto, een spannend kapsel.

Heb je luxe nodig om je fijn te voelen? Nee.

Kinderen die arm zijn, kunnen zich heel fijn voelen bij hun familie

of vriendjes.

Soms beleef je meer plezier aan een kartonnen doos die een

huis kan voorstellen, of een auto, dan aan heel duur speelgoed.

Fijn heeft ook te maken met tevreden zijn. Met waarderen wat je

hebt.

Voorbereidende les, stap 2

M O O I E D I N G E N D I E O O K N U T T I G Z I J N

Vervolg kringgesprek

Als mensen kunnen kiezen tussen lekker en vies,

kiezen ze lekker.

Als ze kunnen kiezen tussen mooi en lelijk,

kiezen ze mooi.

Daarom zijn er mensen die proberen steeds nieuwe, lekkere

gerechten te bedenken. Dat zijn koks in goede restaurants.

Wat ze maken moet lekker zijn en ook verrassend. Niet steeds

hetzelfde.

Je hebt ook mensen die nieuwe kleding bedenken en ontwer-

pen. Hoe noem je die? Modeontwerpers.

Waar moet je rekening mee houden als je kleding ontwerpt?

Alleen dat het mooi is? Nee, dat is niet genoeg. Je moet het

kunnen dragen. Het moet goed zitten. En ze moeten erbij zeggen

voor welk moment de kleding het meest geschikt is. Voor de

zomer of de winter? Alleen voor een feest of ook naar school?

Voor jongens of voor meisjes? Voor wie van kleur houdt of voor

wie zwart-wit het mooist vindt? Voor jonge mensen of oude?

Er zijn mensen die meubels ontwerpen. Waar moet je aan

denken als je een stoel ontwerpt? Of een lamp?

Je hebt mensen die sieraden ontwerpen.

En je hebt mensen die serviesgoed ontwerpen. Borden en

kopjes, glazen, bloemenvazen.

Lesbrief Dat is echt genieten! 14

Page 15: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Voorbeelden zijn te vinden op de cd met afbeeldingen uit de

tentoonstelling)

Suggestie om als verwerking met de kinderen te doen:

Iris van Herpen – kleding;

Simone van Bakel – keramiek;

H.F van Steensel – gemengd materiaal

Mogelijke opdracht:

Kies als leerkracht een van deze kunstenaars om hun werk

wat beter te bekijken. Natuurlijk kan je ze ook alle drie verder

uitdiepen en daarna de kinderen zelf uit de volgende opdrachten

laten kiezen.

N.a.v. Iris van Herpen:

Nodig:

een (oud) t-shirt ong. maat M ;

smalle stroken papier max. 2 cm breed;

textiellijm

Opdracht:

Door stroken plat, bollend, gekruld, opgerold e.d. op of aan het

shirt te plakken maak je een t-shirt om op een modeshow te

laten zien. Het moet dus ook draagbaar zijn!

Laat de kinderen de shirts aan een kledinghangertje hangen,

zodat er goed ruimtelijk gewerkt kan worden. Bijv. aan een paar

draden in de klas ophangen. De hangertjes met een wasknijper

op z’n plaats houden.

De modeshow kan voor de hele school gehouden worden of

voor ouders.

Suggestie groep 1-2:

Laat de kinderen het shirt met de stroken (plat opgeplakt)

versieren.

Groep 3-4:

Laat de kinderen symmetrie aanbrengen in de linker- en

rechterhelft.

N.a.v. Simone van Bakel:

Nodig:

Fijne klei; stokjes, wc-rolletjes, lapjes stof, sinaasappelnetjes,

gaas e.d. om reliëf aan te kunnen brengen.

Opdracht:

Maak je eigen ‘nachtbeker’ (die je zelfs in het donker kan

herkennen).

Lesbrief Dat is echt genieten! 15

Page 16: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

N.a.v. H.F. Steensel:

Nodig:

Tekenvel (A3 formaat), kleurpotloden, stiften, wasco, verf e.d.,

kosteloos materiaal, kranten (lijm, penselen).

Opdracht:

‘Kan je me nog vinden?’

Begin met een tekening van jezelf of een (uitgeprinte) foto.

Daarop, over, naast laat je stukjes van dingen van jezelf zien,

bijv. je slaapkamer: een stukje behang, een stukje gordijn;

je hobby’s: een stukje van een bal, een beeldscherm;

je lievelingsdieren: pantervlekken, paardenhoofdstel enz.

Uiteindelijk moet de foto/tekening van jezelf nog wel terug te

vinden zijn.

Gebruik daarvoor verschillend materiaal, let daarbij op

doorzichtig en dekkend materiaal.

Voorbereidende les, stap 3

K U N S T

Vervolg kringgesprek

Soms, als we iets mooi vinden, noemen we het kunst.

Kunst kun je op heel veel plaatsen vinden. Bij je thuis aan de

muur, bijvoorbeeld. In een museum. Op straat.

Wie kan voorbeelden noemen van kunstwerken op straat?

Wat hangt er bij jullie thuis aan de muur? Een ingelijste foto?

Een schilderij of tekening? Een poster?

En nu een moeilijke vraag: waarom hangt dat daar? Wie heeft er

iets aan?

De meeste mensen hangen wel iets aan de muur in hun huis.

En ze zetten dingetjes op de vensterbank of in de kast.

Dingen die ze mooi vinden, niet omdat ze nuttig zijn.

Een huis zonder mooie dingen is kaal en ongezellig.

Bloemen in een mooie vaas, ook zoiets.

Hebben die mooie dingen iets met kunst te maken? Ja. Als je je

omgeving versiert met mooie dingen, voel je je prettig. Niet

iedereen vindt hetzelfde mooi. Dus wat jij kiest, of wat je ouders

kiezen, maakt ook dat jullie huis anders is dan het huis van de

buren.

Door te laten zien wat je mooi vindt, laat je ook zien wie je bent.

Dat je van rood houdt of van geel. Van bloemen of van glas.

‘Houden van iets’, daarmee zeg je iets over je gevoel.

Lesbrief Dat is echt genieten! 16

Page 17: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Dingen helpen ons iets over onze gevoelens te zeggen.

Dan zijn die dingen toch nuttig. Niet omdat je er water in kunt

doen of er brood mee kunt snijden, maar omdat je er iets mee

kunt zeggen zonder woorden.

Is dat dan kunst? Misschien.

Kunst noemen we dingen die gemaakt zijn door een kunstenaar.

Een kunstenaar maakt dingen die met zijn gevoel te maken

hebben. Wat hij mooi vindt maar ook waar hij een hekel aan

heeft. De kunstenaar vertelt een verhaal zonder woorden. Hij laat

zien wie hij is, wat hij meegemaakt heeft, wat hij mooi vindt of

belangrijk. Wat hij goed kan.

Soms herken je iets in een kunstwerk dat iemand anders

gemaakt heeft. Dat is fijn omdat die ander jou helpt om iets te

zeggen zonder woorden.

Soms herken je er helemaal niets in. Dan is die kunstenaar in zijn

hoofd bezig met heel andere dingen dan waarmee jij bezig bent.

Als je nieuwsgierig bent, blijf je toch kijken om er meer van te

weten te komen. Als het je niets kan schelen, dan ga je wat

anders doen.

Je kunt natuurlijk ook zelf iets tekenen en daarmee een verhaal

vertellen zonder woorden. Dat is heel persoonlijk: die tekening is

gemaakt door jou en hij gaat over jou. Als iemand anders de

tekening mooi vindt, heb je iemand een plezier gedaan met wat

jijzelf belangrijk vond om te laten zien. Zo werkt het met kunst

ook.

Je hebt veel soorten kunst. Dingen die aan de muur hangen:

schilderijen, tekeningen, foto’s. Dingen die op de vloer staan:

beelden. Je hebt kunst die beweegt, die ruikt, die licht geeft.

Je hebt videofilms die kunst zijn. En verhalen en gedichten, dat

is kunst met woorden. Dan heb je nog muziek en dans.

Suggestie voor uitwerking naar aanleiding van het taalwerk

van Balta.

N.a.v. Balta

Associaties m.b.v. locatie of voorwerp waar historie aan zit.

Bijvoorbeeld een huis:

Waar staat het, wat was dit vroeger: bos, wei, heide?

Welke machines zijn gebruikt om het huis te bouwen?

Welk materiaal is voor dit huis gebruikt:

Hout: waar komt dat vandaan?

Glas: wat is daar voor nodig?

Lesbrief Dat is echt genieten! 17

Page 18: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Kunststof: waar komt dat vandaan?

Waar wordt het van gemaakt?

Baksteen: waar komt dat vandaan?

Waar wordt het van gemaakt?

Vanuit elke vraag wordt een van de antwoorden als steekwoord

gebruikt. Zo krijg je bijv het volgende lijstje: wei – betonmolen –

tropisch regenwoud – vuur – plastic korrels – rivier.

Geef de kinderen de opdracht een tekening te maken waarin

alle elementen van het bovenstaande lijstje terug te vinden is.

Laat ze zelf een titel verzinnen die verwijst naar het uitgangspunt:

‘huis’.

Lesbrief Dat is echt genieten! 18

Page 19: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Het project met het thema ‘genieten’ is helemaal

gebouwd rond de twee exposities die Help U Zelven

en Tricot Winterswijk aanbieden. Het bezoek aan de

beide tentoonstellingen is dan ook een belangrijk

moment. De leerlingen komen dan oog in oog te staan

met originele kunstwerken van hoge kwaliteit, uit het

hele land nar Winterswijk gehaald en prachtig

uitgestald.

Het tentoonstellingsbezoek moet eigenlijk een ervaring

zijn die kinderen niet snel vergeten.

De leerlingen worden begeleid door een geschoolde rondleider

in de Tricot.

Bij Help U Zelven gaat de leerkracht zelf met de kinderen langs

de kunstwerken.

Voor sommigen leerkrachten is dat misschien even wennen

omdat ze hier geen ervaring mee hebben.

Is dat wel verstandig, zullen ze misschien denken?

Kunnen ze dat niet beter overlaten aan iemand die daarvoor

opgeleid is?

Wij denken van niet.

Wij denken dat het van groot belang is dat de leerkracht het

tentoonstellingsbezoek op dezelfde, intensieve manier

meemaakt als de kinderen. En dat het goed is als wij ook de

leerkrachten opleiden tot ervaren kunstkijkers, zodat ze de

volgende keer weer met plezier komen.

Wat heeft de leerkracht nodig om een rondleiding te kunnen

verzorgen?

Hij of zij moet weten waar de tentoonstelling over gaat.

Daarvoor is deze lesbrief en de workshop.

Het onderwerp moet met de kinderen al besproken zijn.

Daarvoor zorgt de voorbereidende les.

De kinderen moeten worden voorbereid op het tentoonstellings-

bezoek. Wat is een tentoonstelling, wat kun je er beleven, wat is

het verschil tussen kunst en een foto van kunst? Wat mag er wel

en niet in een tentoonstelling?

Lesbrief Dat is echt genieten! 19

V De workshop voor leerkrachten

Page 20: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Eén ding is zeker: er mag worden gepraat in de tentoonstelling.

Nodig de kinderen uit om hardop te zeggen wat ze zien en

vinden.

Om ervoor te zorgen dat de leerkrachten weten wat er in de

exposities te zien is en hoe wij (en zij) met de kinderen er

een gesprek over kunnen voeren, organiseren wij een voor-

bezichtiging voor leerkrachten (en rondleiders), kort na de

officiële opening van de exposities.

Deze workshops duren anderhalf uur en worden gegeven op

maandag 17 mei en dinsdag 18 mei, steeds vanaf 16.00 uur.

In het bezoekrooster staat welke leerkrachten wanneer worden

verwacht.

Lesbrief Dat is echt genieten! 20

Page 21: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Voorbereiding door leerkrachten:

de workshop bijwonen

groepsindeling maken

ouders regelen voor het rijden en hen voorbereiden

op het bezoek

twee digitale camera’s regelen (met opgeladen

batterijen)

Het is waarschijnlijk de eerste keer dat de kinderen met de hele

groep naar een kunsttentoonstelling gaan kijken. Bereid ze

daarop voor.

Belangrijke tips:

Creëer met elkaar een fijne, rustige sfeer. In een rustige

omgeving wordt beter gekeken en kunnen de kinderen elkaar

beter verstaan.

Leg uit dat je kunstwerken niet mag aanraken omdat ze

kwetsbaar zijn en beschadigd kunnen raken. Ook al is het

soms verleidelijk, het kan echt niet.

Houd de groep bij elkaar en de aandacht centraal.

Op plaatsen waar de groep langer blijft gaan de kinderen zitten.

Ouders zijn van harte welkom om me te lopen met de

rondleiding. Ze krijgen een informatieblad zodat ze weten

waar de tentoonstelling over gaat. En wij vragen hen als de

groep vertrekt aan te geven wat ze het mooist vonden.

Er zijn twee tentoonstellingen die we gaan bekijken.

Daarvoor is anderhalf uur nodig.

De leerkracht meldt zich met de groep bij de Tricotruimte

(ingang tussen de beide gebouwen, bij de grote bloempotten).

De groep wordt gesplitst. De ene helft gaat met een rondleider

van Tricot eerst de Tricot bezoeken. De andere helft gaat met

de eigen leerkracht galerie Help U Zelven bezoeken.

Na 45 minuten komen de beide groepen elkaar tegen bij de

ingang van Tricot. De leerkracht neemt de andere helft van de

klas mee naar Help U Zelven.

Na het tweede deel verzamelen de kinderen zich weer bij de

Tricot.

Lesbrief Dat is echt genieten! 21

VI Het bezoek aan de tentoonstellingen

Page 22: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Elke leerkracht brengt twee kleine digitale camera’s mee en

bordjes met goed leesbaar de namen van de kinderen in de

groep. De kinderen kiezen in een van de tentoonstellingen

iets dat ze bijzonder aanspreekt. Met behulp van een leeg

diaraampje bepalen ze hun keuze voor een uitsnede die daarna,

met de naam van het kind erbij, wordt gefotografeerd.

Samengevat

Leerkracht:

Twee keer een halve klas meenemen naar en rondleiden in

Help U Zelven.

Duur:

Twee keer 45 minuten.

Meenemen:

Twee digitale camera’s

Kleine, op de foto goed leesbare naambordjes van de kinderen.

In de Tricot exposeren tien kunstenaars. De rondleider kiest een

aantal plekken uit waarbij de kinderen gaan zitten om rustig te

kunnen kijken en praten.

In galerie Help U Zelven is het heel vol, er zijn meer dan vijftig

kunstwerken. Probeer ze niet allemaal te bespreken. Kies er

enkele uit en bespreek ze met de kinderen. Stel vragen waarvoor

de kinderen goed moeten kijken en probeer te ontdekken wat de

kunstenaars met het doosje hebben gedaan.

Na afloop krijgen alle kinderen een eenmalige gezinstoegangs-

kaart om met hun gezinsleden nogmaals naar de exposities te

komen.

Lesbrief Dat is echt genieten! 22

Page 23: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Voorbereiding:

zorg dat de foto’s die in de tentoonstelling zijn gemaakt,

beschikbaar zijn!

Uitgangspunt:

wat vinden kinderen zo fijn of kostbaar of waardevol dat

ze het de vorm van een kunstwerk zouden willen geven?

Welke bijzondere ervaringen willen ze vastleggen?

Start:

groepsgesprek aan de hand van een werk dat de voorkeur had

van een van de leerlingen.

Bespreken aan de hand van de kijkwijzer.

Waarom is het mooi of bijzonder?

Wat herinneren de andere kinderen zich van de exposities?

Welke keuzes maken zij?

Deze keuzes bespreken op dezelfde manier als die van de

leerkracht.

Teruggrijpen op de notities gemaakt in de voorbereidende les:

wat is voor ons genieten?

Wat zou ik zelf willen maken?

Deze vraag nu leiden naar een kunstwerk dat de kinderen zelf

gaan maken.

Praktische opdracht waarin wordt teruggekeken:

we hebben over ervaren en voelen gesproken en we hebben

kunst bekeken.

Hoe geef je dat vorm?

Motto: proberen kinderen te laten doen wat ze normaal niet

doen.

De kinderen gaan zelf een werkstuk maken.

Ze houden rekening met:

Functie:

wat willen ze dat het resultaat is? Iets nuttigs of iets moois of

allebei? Een doosje om dingen in te bewaren, een doosje als

kunstwerk, een doosje op wielen als speelgoed, iets anders?

Materiaalkeuze:

verf, textiel, papier, gips, knopen, foto’s, andere?

Lesbrief Dat is echt genieten! 23

VII Verwerking op school

Page 24: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Wat vinden ze mooi? Hebben ze zelf een idee, hebben ze iets

gezien in de tentoonstelling dat ze bezighoudt?

Onderwerp:

Waar gaat het over? Hun huisdier, een verzameling, een

vakantie, lekker eten, koud of warm, muziek, mode?

Of is het klaslokaal een hele grote doos waar we met z’n allen

inzitten en die we mooi gaan maken? Dan doen we het samen

en verdelen we de taken.

Vergeet niet om foto’s te maken van het eindresultaat!

Hoe maak je een tentoonstelling?

Nu alle kinderen zo druk bezig zijn geweest om zelf iets te

maken, is de mooiste manier om het af te maken een expositie

in de school te maken.

Hoe doe je dat?

Lees nog eens over hoe Carla Aalberts het aanpakt.

Je gaat eerst selecteren: rustig kijken, beschrijven wat er

allemaal is, benoemen wat bij elkaar past. Je maakt groepjes

van werken.

Hoe ga je ze neerzetten? Welke materialen heb je? Tafels,

sokkels, vensterbanken?

Zorg voor een rustige omgeving en een rustige, monochrome

achtergrond. Op die manier is alles goed zichtbaar. Let ook op

dat je de mooie kant van de werkstukken goed in het zicht hebt.

Er moet natuurlijk ook informatie bij. een kaartje waarop de

naam van de maker staat. En misschien de foto die hij of zij bij

het tentoonstellingsbezoek heeft laten maken.

Wat nog meer?

Vraag je af: wie is je publiek? Wat weten zij van het project

waar de kinderen aan gewerkt hebben? Misschien moet er een

informatieblad bij waar het allemaal kort wordt samengevat.

Lesbrief Dat is echt genieten! 24

Page 25: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Is kijken naar kunst met kinderen moeilijk?

Meestal niet. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en ze denken

minder in hokjes dan veel volwassenen. Dat maakt het plezierig

om met hen over kunst te praten. Kunstenaars willen iets

origineels en verrassends laten zien en kinderen laten zich graag

verrassen.

Kunst is een communicatiemiddel. De kunstenaar probeert en

ander iets te zeggen, meestal zonder woorden te gebruiken.

Hij spreekt in beelden. Dat is niet zomaar. Als hetzelfde even-

goed met woorden te zeggen was geweest, was de kunstenaar

wel schrijver geworden.

Beelden zijn zelf een vorm van taal. En kijken is de manier om die

taal te leren begrijpen.

Begin met kijken met een open houding, zonder vooroordelen.

Neem de tijd.

Laat kinderen elkaar aanvullen: wat zie je allemaal?

Wat valt je op?

Laat de kinderen de verschillende aspecten benoemen.

Welke materialen zijn gebruikt?

Is het werk groot of klein?

Zijn er herkenbare dingen?

Gaat er rust van uit of maakt het onrustig?

Elke mening telt. De leerkracht maakt geen onderscheid tussen

goede en foute opmerkingen maar helpt de leerlingen te

verwoorden wat die vindt en waarom.

Open vragen van de leerkracht helpen daarbij.

Kijken naar kunst roept ook associaties op. Daar moet ook alle

ruimte voor zijn. Die associaties maken het kunstwerk rijker van

betekenis. Er ontstaat een verbinding tussen de beleving van de

kunstenaar en die van de kijker (dus ook het kind).

Kinderen kunnen soms rare gedachtesprongen maken.

Dat kunnen leuke aanknopingspunten zijn om met elkaar over

te praten.

Lesbrief Dat is echt genieten! 25

Bijlage 1: kijkwijzer

—.

.

.

—.

.

.

.

Page 26: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

Tip

In een kringgesprek wordt waarschijnlijk meer gezegd dan de

deelnemers zich achteraf kunnen herinneren. Daarom kan het

nuttig zijn aantekeningen te maken en dingen vast te houden. Je

zou zelfs een collage van trefwoorden en stukjes beeldmateriaal

kunnen maken om de veelzijdigheid van de kunst te benaderen.

Als kinderen in stat zijn dingen die ze in een tentoonstelling

hebben gezien te combineren met beelden uit hun eigen

belevingswereld, hebben ze goed gekeken. Dat blijft ze bij.

Kinderen kunnen ook verbanden leggen met andere kunst-

vormen zoals muziek of dans.

Het ordenen van materiaal in een tentoonstelling is een manier

om overzicht te krijgen in de veelheid van meningen en

associaties. Je kunt dingen groeperen rond thema’s die de

kinderen zelf bedenken.

En tenslotte is het bezig zijn met kunstbeschouwing zelf de

moeite waard om te registreren, bijvoorbeeld op foto of video,

of door middel van tekeningen, aangevuld met notities.

Lesbrief Dat is echt genieten! 26

Page 27: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

‘Ge Niet en Meer’

Ik zal mij even voorstellen. Ik ben Mirjan Koldeweij, woon en

werk in Eibergen. Als beeldend kunstenaar maak ik vooral

monumentale objecten met een eigen gelaagdheid van diverse

materialen zoals metaal, hout, papier en maak ik werk in

opdracht voor particulieren, instellingen en gemeentes. Als

kunstenaar neem ik zelf deel aan de tentoonstelling ‘Genieten’

bij galerie Help U Zelven. Daarnaast ben ik werkzaam als

beroepskunstenaar in de klas en verzorg kunstlessen en

projecten voor primair en voortgezet onderwijs. Veelal ontwikkel

ik voor speciale thema’s een project op maat.

Vindt u het lastig praktisch gezien de vertaalslag te maken met

de leerlingen, als ruimtelijk vormgever heb ik hier veelal mee van

doen en als kunstenaar durf ik het anders aan te pakken.

De meerwaarde is om vanuit het eigen gevoel van idee naar

resultaat te komen door het gebruik van de opgedane

ervaringen. Hieronder leest u wat ik u aanbied.

Gastles ‘Ge Niet en Meer’

Ik stel me voor en laat zien wat ik maak, dit aan de hand van

mijn eigen echte werk dat ik ook bespreek met de kinderen.

De leerlingen leren door naar kunst te kijken, te praten meer

inzicht te krijgen in hun eigen leefwereld en die van een ander.

Uitgaande van de inspiratie middels een foto die de leerlingen

hebben opgedaan bij de tentoonstelling ‘Genieten’, en

daarnaast de verhaaltjes die ze hebben geschreven, de

materialen die ze meebrengen waarvan ze genieten of die een

bepaalde emotionele waarde hebben, gaan we met de

leerlingen vrij en vanuit hun gevoel met elkaar associëren over

datgene wat ze hebben ervaren. Mijn missie is de eigen inbreng

van de leerlingen en dat ze zich leren in te leven in hun eigen

kunstwerk. Ze niet alleen laten kijken, maar ook leren zien en

laten ondervinden (dieper ingaan op verschillende aspecten).

De leerlingen leren op basis van hun belevingen hun eigen

fantasie om te zetten in een eigen of gezamenlijk gemaakt

ruimtelijk kunstwerk. De kwaliteit van deze gastles is dat aan

het gemaakte kunstwerk hun eigen gevoel, de eigen inbreng en

fantasie van de leerlingen te zien is en dat is genieten.

Lesbrief Dat is echt genieten! 27

Bijlage 2:

gastles van beeldend kunstenaar

Mirjan Koldeweij

Page 28: Lesbrief ''Dat is echt genieten!''

De moeilijkheid om een kunstwerk werkelijk te maken zit vooral in

de omzetting van 2- naar 3-dimensionaal. Met behulp van het

basismateriaal bamboe, tape en ijzerdraad met daarbij de eigen

meegebrachte materialen of voorwerpen ondervinden de

leerlingen dat het kunstwerk werkelijk zal gaan staan in de

ruimte. Hiervoor wordt het driehoekprincipe uitgelegd. In de

uitvoering krijgen ze de volledige vrijheid qua afmeting.

Deze les is ook heel goed toe te passen in de bovenbouw.

Mocht u interesse hebben of vragen neem gerust geheel

vrijblijvend contact met me op. Zie voor meer informatie

www.kunstvankoldeweij.nl en/of mail naar

[email protected].

Ik ben te bereiken op: 0545 474421 / 06 3089 3026

Ochtendworkshop, 1 klas (3 uur) 145,- euro

Materiaal bamboe/tape/ijzerdraad 2,- euro per leerling

Reiskosten 0,19 euro per km

Middagworkshop, 1 klas (2 uur) 105,- euro

Materiaal bamboe/tape/ijzerdraad 2,- euro per leerling

Reiskosten 0,19 euro per km

Beschikbaar op maandag, dinsdag en donderdag

Mirjan Koldeweij

Groenloseweg 37

7151HH Eibergen

Lesbrief Dat is echt genieten! 28