e pijpleiding Nieuw Laura H. - UvA · 2020. 9. 9. · muziek. Nu gaat het over de capaciteit voor...

3
Zaterdag 17 november & Zondag 18 november 2018 x(7B0BB4*QKKKPT( +.!&!]!=!: PRIJS €3,85 JAARGANG 13 no. 210 Bezorginformatie www.nrc.nl/serviceof 088 572 0572 ma t/m vr 08.00-19.45 u, zat 11.00-16.30 u A.F.Th. van der Heijden, Kees van den Bos, Hanneke Hendrix, Fatih Birol Muzikaliteit Advertenties OLD MASTERS TO MODERNISTS Veiling: maandag 26 november, 14 uur Kijkdagen: 23 t/m 25 november, 10-17 uur Catalogus: WWW.VEILINGHUISAAG.COM Lekstraat 63 | 1079 EM Amsterdam 020 - 3012950 | [email protected] Advertentie Sylvana Simons Laura H. ‘Ik dacht dat ik niet bang was’ INHETNIEUWS16-17 Nieuwe pijpleiding FOTOCLAIREWITTEVEEN over het kalifaat, de ontsnapping en haar terugkeer WEEKEND26-29 De kaketoe en de zeeleeuw hebben gevoel voor ritme WETENSCHAP6-7 Meer Russisch gas naar West-Europa ECONOMIE6-7

Transcript of e pijpleiding Nieuw Laura H. - UvA · 2020. 9. 9. · muziek. Nu gaat het over de capaciteit voor...

Page 1: e pijpleiding Nieuw Laura H. - UvA · 2020. 9. 9. · muziek. Nu gaat het over de capaciteit voor muziek. Die menselijke muzikaliteit bestaat op zijn minst uit twÈÈ centrale vermogens,

Zaterdag 17 november & Zondag 18 november 2018

x(7B0BB4*QKKKPT( +.!&!]!=!:PRIJS�€3,�8�5JAARGANG�13 no.�21�0

B�e�zo�r�g�i�n�f�o�r�m�a�t�i�e�www.nrc.nl/service�of088�572�0572�ma�t/m�vr�08.00-19.45�u,�zat�11.00-16.30�u

A.F.Th. van der Heijden, Kees van den Bos, Hanneke Hendrix, Fatih Birol

Muzikaliteit

A�d�ve�r�t�e�n�t�i�e�s

OLD MASTERS TO MODERNISTSVeiling: maandag 26 november, 14 uur Kijkdagen: 23 t/m 25 november, 10-17 uurCatalogus: WWW.VEILINGHUISAAG.COM

Lekstraat 63 | 1079 EM Amsterdam020 - 3012950 | [email protected]

A�d�ve�r�t�e�n�t�i�e

Sylvana�Simons

Laura H.

‘Ik dacht datik niet bang was’IN�HET�NIEUWS�16-17

Nieuwe�pijpleiding

FOTO�CLA

IRE�W

ITTEVEEN

over het kalifaat,de ontsnapping

en haar terugkeerWEEKEND�26-29

De kaketoe en dezeeleeuw hebbengevoel voor ritmeWETENSCHAP�6-7

Meer Russisch gas naar West-EuropaECONOMIE�6-7

Page 2: e pijpleiding Nieuw Laura H. - UvA · 2020. 9. 9. · muziek. Nu gaat het over de capaciteit voor muziek. Die menselijke muzikaliteit bestaat op zijn minst uit twÈÈ centrale vermogens,

nrc | weekend zaterdag 17 november & zondag 18 november 2018

FOTO�IS

TOCK,�B

EELD

BEWERKIN

G�NRC�FOTODIENST

12

Vra�a�gWaarom zijn diel e d - ko p l a m p e n

toch zo fel?

1 011

R�a�d�i�ca�l�i�s�e�r�i�n�gVa n

o n z e ke r h e i dnaar woede

23

C�h�ro�o�m�-�6Welke verf

moet je er danop smeren?

Een vreemde vogeldie dansen kan

67

Page 3: e pijpleiding Nieuw Laura H. - UvA · 2020. 9. 9. · muziek. Nu gaat het over de capaciteit voor muziek. Die menselijke muzikaliteit bestaat op zijn minst uit twÈÈ centrale vermogens,

nrcZATERDAG�17�NOVEMBER�& ZONDAG�18�NOVEMBER�2�0�18

nrcZATERDAG�17�NOVEMBER�& ZONDAG�18�NOVEMBER�2�0�18 Wetenschap W7W6 We t e n sch a p

Hoelang al klinkt muziek op aar-de? Het oudst bekende muziek-instrument is een hol spaak-been van een vale gier, met vijfgaten. Opgegraven in de HoheFels-grot in Centraal-Duitsland,

35.000 tot 40.000 jaar oud, en ooit bespeelddoor Cro Magnonmensen in de ijstijd. Ook nunog kan een experimenteel archeoloog op eenreplica heel aardig het Amerikaanse volksliedlaten klinken. De gaten zijn zo geplaatst dat jeeen ‘ge wo n e’ pentatonische toonladder kuntspelen.

Is de oudste muziek zo oud? Niemand weethet. Misschien zongen 200.000 jaar geleden deNeanderthalers honderduit en dansten miljoe-nen jaren geleden de Australopithici al iedereavond. Daar zijn geen resten van. Het moderneonderzoek naar de oorsprong van muziek be-kijkt menselijke muzikaliteit daarom op eenandere manier. Van binnenuit. „We kijken naarde muzikale vermogens van de mens”, zegtHenkjan Honing, hoogleraar muziekcognitieaan de Universiteit van Amsterdam, „en we on-derzoeken of die ook bij dieren voorkomen.”

Deze zomer verscheen onder Honings redac-

Hoe ontstond ooitmuziek? Henkjan Honingzoekt de oorsprong vanmenselijke muzikaliteit bijspreeuwen, makaken enbaby ’s. En bij eenbijzonder duo: dezeeleeuw en de kaketoe.Door�Hendrik�Spiering

Is�iedereenmuzikaal?

Overal�op�de�we-reld�wordt�muziekg�e�m�a�a�kt�,�maar�nietiedereen�is�évenmuzikaal.�Somsdoor�hersenscha-de.�Oliver�Sachsbeschrijft�in�zijnboek�M�u�s�i�co�p�h�i�l�i�a(2007)�zelfs�iemanddie�door�een�blik-seminslag�ineenshéél�muzikaal�is�ge-worden,�maarmeestal�is�het�effectn�e�g�a�t�i�e�f.

Er�bestaan�ookaangeboren�pro-blemenmet�mu-ziek.�Serieuze�de-fecten�in�ritmege-voel�zijn�moeilijk�tevinden.�Maar�zo’n1,5�procent�van�demensen�is�toon-doof�(amusisch).Terwijl�die�mensenverder�normaal�ho-ren�en�denken�heb-ben�zij�moeite�ommelodieën�te�her-kennen�en�om�valsenoten�op�te�mer-ken.�Met�hun�maat-gevoel�is�meestalweinig�mis.�In�hetbrein�van�deze‘amusici’ zijn�afwij-kingen�gevonden,maar�het�is�zekerdat�het�om�een�ge-netisch�defect�gaat.

Er�is�ook�nog�hetopmerkelijke�ver-schijnsel�van�ab-soluut�gehoor:�hetkunnen�herkennenen�juist�benoemenvan�toonhoogtenzonder�referentieaan�een�anderetoon.�Ongeveer0,15�procent�van�debevolking�kan�dat,maar�bij�wie�al�jongmet�een�muzikaleopleiding�is�begon-nen�komt�het�va�ke�rvo�o�r.

Dat�er�bij�absoluutgehoor�een�duide-lijke�genetischecomponent�mee-speelt�is�duidelijk:identieke�tweelin-gen�hebben�hetveel�vaker�allebeidan�twee-eiigetweelingen.�Honingheeft�ook�plannenom�met�een�inter-nationale�groepwetenschappersde�genetische�vari-atie�bij�verschillenin�‘dagelijkse�muzi-ka�l�i�t�e�i�t�’ in�kaart�tegaan�brengen:�hoegoed�kun�je�een�in-terval�schatten,hoor�je�goed�de�val-se�noten,�hoe�snelmerk�je�ritmischeafwijkingen?

Ve rs l a a f d aan de

btie een kloek wetenschappelijk overzichtswerkThe Origins of Musicality, een magnum opus.Honing: „We zijn nu echt verder dan 10, 15 jaargeleden, dankzij nieuwe inzichten uit de biolo-gie. Er heerst een razende hypothesedrift!” In2000 verscheen bij dezelfde wetenschappelij-ke uitgeverij (MIT Press) een vergelijkbaargroot handboek onder de titel The Origins ofMusic, Honing: „Onze nieuwe titel is natuurlijkexpres gekozen. Toen ging het om het object:muziek. Nu gaat het over de capaciteit voormuziek. Die menselijke muzikaliteit bestaat opzijn minst uit twéé centrale vermogens, den-ken we: maatgevoel en relatief gehoor. Dat jedus haast gedachteloos met muziek kan mee-klappen of meebewegen én dat je een melodiedie iets hoger of lager wordt gezongen gewoonherkent als dezelfde melodie.” Wegens een ern-stige ziekte moet Honing het nu rustig aandoen, maar hij maakt graag tijd vrij om in eenAmsterdams café enthousiast te spreken overzijn vakgebied. Honing: „Natuurlijk, van mu-ziek als menselijk fenomeen kun je ook de oor-sprong zoeken, maar dan kijk je vooral naaruniversele patronen in de muziek van verschil-lende culturen. Wat gemeenschappelijk is, zalwel een lange evolutionaire geschiedenis heb-ben, hoop je dan maar.”

Culturele statistiekUit die universele aanpak komen ook wel in-zichten voort, zegt Honing. „Bijvoorbeeld dathet octaaf overal voorkomt en dat dat vaakwordt opgedeeld in een klein aantal tonen, vijfà zeven, met ongelijke afstanden tussen de to-nen. Maar waarom is dat zo? Omdat onze her-senen dat graag willen? Of omdat je op die ma-nier heel veel variatie kunt maken? Je maakteen soort culturele statistiek op basis van vakeren minder vaak voorkomende muzikale patro-nen, maar je kijkt niet naar de onderliggendebiologische capaciteit voor muziek.”

In een etnografische aanpak loop je ook snelop tegen de problematische definitie van mu-ziek. Want het stuk ‘4’33 ”’ van componist John

Cage, uit 1952, geldt nu eenmaal óók als mu-ziek: ruim vier minuten stilte, terwijl de pianistwel achter de piano zit. En denk niet dat zoietsgeks alleen in de moderne cultuur als muziekgeldt. In de jaren zestig schreef muziekantro-poloog Allan Merriam al over de muziekdefini-ties van niet-westerse volkeren (in The Anthro-pology of Music, 1964). Als je op een fluit blaastals signaal tijdens de jacht is dat echt geen mu-ziek, vinden de Basongye, uit Congo. Maar bin-nen een muziekstuk wél. Stilte zonder pianistis ook geen John Cage-muziekstuk.

Honing: „Als je muzikaliteit gaat onderzoe-ken heb je veel meer houvast. De biologischebasisvaardigheden kun je dan bij dieren onder-zoeken, om het evolutionaire verleden van diemuzikale eigenschappen te onderzoeken”. Debedoeling is niet om vast te stellen waarinmensen uniek zijn. „Wij willen de kern van on-ze muzikaliteit begrijpen en zoeken naar paral-lellen en varianten van die eigenschappen bijandere dieren. Onze muziek is natuurlijk nietuit de lucht komen vallen.”

Duiven en karpersVooralsnog vertonen niet veel dieren kenmer-ken van menselijke muzikaliteit. Ja, jaren gele-den al kon je in een lab duiven en zelfs karpersgoed leren om onderscheid te maken tussen,zeg, orgelmuziek van Bach en de Sacre du Prin-temps van Stravinsky. Maar ja, waar letten diedieren dan op? Want maatgevoel of relatief ge-hoor hebben ze niet. Een duif die perfect eendriekwartsmaat van een vierkwartsmaat heeftleren onderscheiden, raakt totaal in de war alshet ritme iets langzamer wordt afgespeeld. Eneen melodie die op andere toonhoogte afge-speeld wordt, herkent het dier ook niet als het-zelfde. Honing: „Dan denk je weleens: dat hóórje toch. Maar nee hoor.”

In 2016 werd door Honings collega AniruddhPatel een doorbraak bereikt in het onderzoeknaar toongevoel bij andere dieren. Want verho-gingen en verlagingen van simpele melodietjesbleken door spreeuwen wél herkend te wordenals dezelfde melodie als de wolk van bovento-nen (het timbre) van iedere toon hetzelfdebleef. Voor mensenoren klinken die melodie-tjes heel vreemd suizend, maar voor de spreeu-wen was dát ‘ge s u i s ’ dus juist het patroonbepa-lende element, en niet de toonhoogte. Niettoonhoogte, maar timbre telt bij spreeuwen.

Maatgevoel is nog wel enigszins terug te vin-den bij heel verre verwanten van de mens, zo-als tsjirpende krekels en knipperende vuur-vliegjes. Die kunnen dat knipperen zo aanpas-sen dat ze allemaal tegelijk aan en uit gaan. Datvisuele (niet auditieve) vermogen is wel be-perkter dan dat van de mens. Vuurvliegjes kun-

nen alleen synchroniseren met elkaar. Terwijlmenselijk maatgevoel gaat om meebewegenmet de puls in ritmisch geluid, en op veel meersnelheden dan de vuurvlieg. Bij die insecten ishet ‘m a atge vo e l’ het grootst als de puls rond de2 Hz ligt (120 beats per minuut). Overigens,omdat die 120 bpm ook een geliefd ritme vanmensen is, zouden de vuurvliegjes wel weer –zo is berekend in The Origins of Musicality – intheorie met bijna 60 procent van de westersepopmuziek kunnen meeknipperen.

Bij naastere verwanten van de mens is datmaatgevoel nog ver te zoeken. Bij één chim-pansee, het vrouwtje Ai, is ooit in een com-plexe proef in Japan vastgesteld dat ze e nigs-zins de regelmaat van klinkend ritme overnam,maar alleen als dat ritme een tempo had van –alweer – rond de 2 Hz (120 bpm). Honing: „Mis-schien is dat wel de eigen frequentie van haararm, en de snelheid waarop je het lekkerstheen en weer beweegt.” Een paar jaar geledenis bij een experiment met trommels in een die-rentuin nog gezien dat een bonobo enigzins demaat van een ander overnam. Voorlopig blijftde conclusie: alleen de menselijke p r i m a atheeft maatgevoel.

C h i m p a n s e e f e e stMaar wat dan weer te denken van het ‘c arnivaldisplay ’ van wilde chimps dat door verschillen-de onderzoekers is beschreven? Het komt voorbij ontdekking van een rijk beladen fruitboomof wanneer twee subgroepen elkaar weer ont-moeten: luid roepen, stampen, rondrennen,slaan op boomstronken en andere vormen vanchaotisch lawaaimaken. Géén synchroon be-wegen dat op dansen lijkt, maar het ‘fe e s t ’ kanuren doorgaan. Als de Bayaka, pygmeeën uithetzelfde woud in Congro Brazzaville, datapenlawaai horen, schieten ze in de lach. DeBayaka zien het als een mislukte poging van deharige bosbewoners om een ritueel uit te voe-ren. Het is natuurlijk geen muziek, schrijvenonderzoekers in The Origins of Musicality,maar we zien hier misschien wel een soort oer-motivatie om feest te vieren waarin – v a n u itmensenstandpunt – muziek toch perfect zoupassen.

Het zijn twee niet-primaten die de laatste ja-ren het maatgevoelonderzoek domineerden:een kaketoe en een zeeleeuw. Honing: „Het be-gon met Snowball de kaketoe. In 2007 dook in-eens een filmpje van Snowball op, een witte ka-ketoe, die met een aantal liedjes ritmisch gingmee bewegen. Leuk om te zien, maar eerst ge-loofde ik er niks van. Hij deed het alleen als zijnbaas er bij was, en ook maar bij een beperktaantal liedjes. Ik zat toen ook nog helemaal inhet kamp: muziek is cultureel bepaald.”

Maar in vervolgonderzoek waarbij liedjesversneld en vertraagd werden afgespeeld, gingSnowball daar goed in mee. „Dat onderzoek –ook van Patel trouwens – was een grote victorievoor een theorie dat maatgevoel zou kunnensamenhangen met vocaal leervermogen, datmensen én vogels hebben, maar apen niet. Ho-ning: „Wie goed kan luisteren naar een ander,om zijn geluid over te nemen, zou ook weleensgoed ritme kunnen horen. En nu was er een vo-gel met maatgevoel, en ook nog eens van eensoort die beroemd was om zijn vocale leerver-mogen! Snowball werd op slag ambassadeurvan ons vakgebied.” Bij andere kaketoes en pa-pegaaien werd hetzelfde maatgevoel gevon-den.

Maar helaas: in 2013 was daar ineens Ronande zeeleeuw. Een paar jaar eerder was ze alseenzaam jong langs de kustweg Highway 1 inCalifornië gevonden, en uiteindelijk in een zee-biologisch lab van de Universiteit van SantaCruz terechtgekomen. Daar besloten twee jon-ge onderzoekers te kijken of ze haar maatge-voel konden aanleren, als weekendproject. Naiedere reeks hoofdknikjes in de maat van demuziek, kreeg Ronan een stukje haring. En ofzij dat kon! Honing: „Ik heb het met eigen ogengezien, en zij kan het echt beter dan ik: head-bangen op ‘Boogiewoogie wonderland’, vanEarth, Wind & Fire. Ze doet het voor de vis,maar óók voor de lol. Ze heeft meteen de eerstetel goed, beter en sneller dan een mens.” E enprobleem: zeeleeuwen hebben écht geen vo-

caal leervermogen, weg theorie.„Daarom zou het nou zo mooi zijn als we ook

bij apen zoiets zouden kunnen vinden”, ver-zucht Honing. In Japan wordt inmiddels uiterstgeduldig vervolgonderzoek gedaan met dechimpansee Ai, wier zoontje met haar mee lijktte bewegen, als ze bepaalde maatgevoel-expe-rimenten doet. „Elke dag weer, nu al weer tweejaar lang, wordt dat geobserveerd en geanaly-seerd. Maar we moeten afwachten tot mijn Ja-panse vrienden die analyses rond krijgen.”

Sinds een aantal jaren werkt Honing zelf aande hypothese van de ‘Graduele AudiomotorEvolutie Hypothese’ waarbij de bijzonderemaatgevoeligheid van de mens niet plotselingis ontstaan maar is voortgekomen uit eensteeds sterker ontwikkelend gevoel voor gelijk-matig in de tijd verdeelde geluiden. Want re-

susapen hebben inderdaad gevoel voor de re-gelmaat van geluiden, maar dus niet voor depuls in een variërend ritme (maatgevoel), zostelde hij vast in een recent experiment (Fro n -tiers in Neuroscience, 16 juli 2018). Cruciaalvoor Honing is dat hij en zijn Mexicaanse colle-g a’s zagen dat de apen de regelmatigheden inritme registreerden met een netwerk van driehersengebieden dat bij mensen óók voor hetmaatgevoel belangrijk is. „Het systeem is dus almin of meer beschikbaar! Alle primaten hebbenhet, maar bij ons mensen is de controle beter.Bij taal is iets vergelijkbaars aangetoond: bijapen vind je veel dezelfde ‘p r a atge b i e d e n’ inhet brein: fysiologisch gezien zouden ze kun-nen praten, maar controle en aansturing lijkente ontbreken. Maatgevoel zou dan op vergelijk-bare manier uit al bestaande hersenenstructu-ren kunnen zijn ontstaan. Hoe dat bij chimpan-sees zit, weten we nog niet, bij hen zou dan desterkte van de verbindingen in dat netwerk er-gens tussen makaken en ons in moeten zitten,volgens onze theorie. We zullen zien.”

eat

Als�er�inderdaad�een�diepe�biologi-sche�basis�is�voor�muzikaliteit,�dan�is�ermisschien�wel�een�probleem.�Want�vrij-wel�iedereen�die�van�muziek�houdt,noemt�de�emotionele�impact�als�basisvoor�die�muziekliefde.�Maar�juist�datemotionele�effect�is�enorm�verschillendper�cultuur�en�zelfs�per�persoon.�Hetmoet�wel�aangeleerd�gedrag�zijn,�den-ken�sommige�onderzoekers�daarom.

„Het�is�duidelijk�dat�het�dopamine-systeem�in�het�brein�een�grote�rolspeelt�bij�de�kickdie�mensen�krijgenvan�een�lekkere�beat,�of�beter�nog:�vaneen�minieme�afwijking�van�de�beat.Prachtig�vinden�we�dat.�Iedere�eerstetel�komt�er�weer�nieuwe�dopamine�vrij!”zegt�Henkjan�Honing.�„Maar�ja,�triggertdie�dopamine�de�beatperceptie?�Of�ishet�andersom?�We�weten�het�niet.�Nogniet.”

In�The�origins�of�musicalitydoet�de�Ame-rikaanse�hersenonderzoeker�David�Hu-ron�(pag.�310�en�verder)�een�moedigepoging�om�toch�nog�een�paar�biologi-sche�patronen�in�de�emotionaliteit�vanmuziek�te�vinden.�Grote�dieren�zijn�ge-vaarlijker�dan�kleine,�en�door�hun�om-vang�maken�ze�doorgaans�lagere�gelui-den.�In�het�algemeen�staan�lage�dieren-geluiden�vaak�in�verband�met�a�g�re�s�s�i�een�gevaar,�hoge�geluiden�met�angst,onderwerping�en�verwantschap.�Enzie:�in�de�opera�worden�heldenrollenmeestal�aan�de�hoge�stemmen�gege-ven�(sopraan,�tenor)�en�de�booswich-ten�zingen�meestal�lager�(alt,�bas).

Er�blijven�genoeg�raadsels�over,�schrijftHeron.�Want�waarom�kan�muziek�wel�zogoed�emoties�overbrengen�als�uitbun-digheid,�mededogen�en�liefde,�maarhelemaal�niet�jaloezie�of�schuldgevoel?

Lage�tonen�klinken�groot�en�gevaarlijk

Tot�ieders�verras-sing�blijkt�dat�eenkaketoe�en�eenzeeleeuw�maat-gevoel�hebben.

FOTO

�ISTO

CK,�B

EELD

BEWERKING�NRC�FOTO

DIENST

Bij spreeuwen teltniet toonhoogte,maar timbre