DvhN High Tech & Innovatie Special

8
High Tech & Innovatie special De topsector High Tech Syste- men & Materialen (HTSM) speelt een essentiële rol in het beden- ken en realiseren van oplossin- gen voor de wereldwijde maat- schappelijke uitdagingen op het gebied van gezondheid, mobili- teit, energie, veiligheid en klimaat. Om ontwikkelingen op dit gebied te versnellen hebben bedrijven en kennisinstellingen hun gezamenlijke ambities voor onderzoek vastgelegd in de Ken- nis- en Innovatieagenda 2016- 2019, uitgewerkt in 17 roadmaps. De Nederlandse hightech werkt intensief samen met andere sectoren en wetenschappe- lijke disciplines. Zo is de brede onderzoeks- agenda 'Smart Industry' als sectoroverstijgende roadmap ondergebracht binnen de topsector HTSM. In december 2015 heeft de topsector HTSM besloten middelen vrij te maken om vier Smart Industry FieldLabs versneld van start te kunnen laten gaan. En Noord-Nederland heeft natuurlijk zelf het initiatief 'Region of Smart Factories' ontwikkeld. Andere mooie voorbeel- den zijn de samenwerking van HTSM met Agri & Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen op het belangrijke terrein van 'Smart Farming' en de samenwerking op het gebied van compo- sietmaterialen, waar Nederland een sterke positie in heeft. Dagelijks zien we de voorbeelden van innovatief mkb: bij de optimalisering van productie- processen, maar ook de introductie van nieuwe technologische oplossingen bij grotere bedrij- ven. Het mkb is cruciaal voor de dynamiek, werkgelegenheid, innovatie en groei binnen de hightech sector. Ik ben daarom ook bijzonder verheugd met het voornemen van de drie Noor- delijke Provincies om ook in 2016 weer bij te dragen aan de regeling MKB Innovatiestimule- ring Topsectoren (MIT). Dit is een succesvolle regeling die goed aansluit op de ondernemers- behoefte en waarmee het afgelopen jaar veel mkb-bedrijven hun kennis- en marktpositie hebben kunnen versterken. De ambitie van de topsector HTSM is om Nederland door innovatie en exportgroei inter- nationaal tot de top te laten blijven behoren. Om dit te kunnen realiseren moeten zowel bedrijven als onderzoeksorganisaties hun R&D-investe- ringen in Nederland verder opvoeren en moeten we ervoor zorgen dat we genoeg talent, kennis en kunde binnen de sector krijgen en houden. Daarom investeren we ook in Centra voor Innovatief Vakmanschap (mbo) en Centers of Expertise (hbo). Samen komen we verder in de regio, in Neder- land én op het internationale speelveld. Amandus Lundqvist, Boegbeeld Topteam HTSM Voorwoord Het realiseren van product- en dienstinnovaties vraagt om meer dan alleen investeringen in onder- zoek en ontwikkeling (R&D). Innovatieve manieren van organi- seren, managen, werken en samenwerken – sociale innovatie – vormen een minstens zo belang- rijke bron van concurrentie- voordeel. Bevindingen van de Eras- mus Concurrentie en Innovatie Monitor 2015 tonen aan dat de high tech sector bovengemiddeld scoort op meerdere indicatoren van innovatie. De regio Noord- oost Nederland kent echter een meer gefragmenteerd beeld op de verschillende typen innovatie. Tekst: Henk Volberda & Kevin Heij, INSCOPE – Research for Innovation/ Rotterdam School of Management, Erasmus Universiteit Rotterdam Ontwikkelingen als kortere productle- venscycli, toenemende globalisatie, en veranderende voorkeuren van klanten maken bestaande concurrentievoorde- len van organisaties minder van- zelfsprekend. Innovatie wordt als cru- ciale aanjager gezien van het creëren van nieuwe concurrentievoordelen. Veelal wordt innovatie geassocieerd met technologie waarbij investeringen in R&D of het aantal patenten promi- nente indicatoren zijn. Nieuwe tech- nologische kennis verkregen door R&D-investeringen verklaart echter maar in beperkte mate het innovatie- succes van organisaties. Innovatieve organisatievormen, het ontwikkelen van nieuwe managementvaardigheden, het realiseren van hoogwaardige arbeidsrelaties, en co-creatie worden gezien als belangrijke aanvullende bronnen van concurrentievoordeel die minstens net zo belangrijk zijn als tech- nologische innovatie. Deze niet- technologische aspecten van innovatie staan ook wel bekend als sociale inno- vatie. Het onderzoeksinstituut INSCOPE – Research for Innovation van de Erasmus Universiteit Rotterdam voert – sinds 2006 – jaarlijks de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor uit: één van de meest grootschalige jaar- lijkse onderzoeken naar verschillende typen innovatie in Nederland. Zo komt uit de analyse van de data van deze monitor naar voren dat de high tech sector gekenmerkt wordt door een hoge mate van R&D-investeringen (12,6% boven het landelijk gemiddelde) en ICT-investeringen (4,5% boven het landelijke gemiddelde), zie ook Figuur 1. Ook op sociale innovatie is de high tech sector bovenge- middeld (+5,9%) actief. De high tech sector voert eveneens de ranglijst aan van de onderzochte sectoren wat betreft de meer incrementeel nieuwe product- en dienstinnovaties (verbeterde producten en diensten voor bestaande klanten en markten) en de meer radicaal nieuwe product- en dienstinnova- ties (nieuwe producten en diensten voor nieuwe markten en klanten). Dit gaat om achtereenvolgens 10,5% en 18,7% boven het landelijk gemiddelde. Een voorbeeld van een organisatie uit de high tech sector die in staat is om technologische innovatie en sociale innovatie handzaam te combineren is de winnaar van de Erasmus Innovatie Award 2015: Resato International B.V. uit Roden. Deze organisa- tie ontwikkelt en fabriceert componenten en systemen op het gebied van hogedruk- toepassingen, waaronder een water- straalsnijmachine: de ACM waterjet. Mogelijkheden voor eigen initiatief van medewerkers, tolerantie voor het maken van fouten, kennisdeling en leren nemen een prominente positie in bij het bedrijf uit Roden. Over de gehele linie bekeken blijft de regio Noordoost Nederland (postcodegroep 8000-9999) echter achter op sociale innovatie ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Dit gaat om een verschil van 1,4%, zie ook Figuur 2. Ook wat betreft de meer incrementeel nieuwe product- en dienstinnovaties blijft de regio Noordoost Nederland achter (-6,0%) in vergelijking met het landelijk gemiddelde. Daar staat tegenover dat de regio wel boven het lan- delijk gemiddelde scoort (+3,0%) op de meer radicaal nieuwe product- en dien- stinnovaties. Uit de data van de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor 2015 komt naar voren dat de high tech sector in vergelij- king met andere sectoren in Nederland de ranglijst aanvoert wat betreft R&D-inves- teringen, ICT-investeringen, en op pro- duct- en dienstinnovaties. Op sociale innovatie scoort deze sector eveneens bovengemiddeld. De regio Noordoost Nederland scoort boven het landelijk gemiddelde op radicale product- en dien- stinnovaties, maar blijft achter op sociale innovatie en incrementele product- en dienstinnovaties. Deze regio dient nog wel een sprong te maken om de prestaties van de voorhoedespeler op sociale innovatie en product- en dienstinnovaties te evena- ren: de regio Midden-/Oost-Brabant waar de high tech campus in Eindhoven onder- deel van uitmaakt. Sociale innovatie vormt daar een voornaam handvat toe. Sociale innovatie als aanjager van nieuwe concurrentievoordelen Figuur 1: Mate van R&D-investeringen, ICT-investeringen, en sociale innovatie per sector. Figuur 2: Mate van sociale innovatie per regio. Mate van sociale innovatie cq. R&D en ICT-investeringen per sector ten opzichte van alle observaties tezamen (in %) Om op lange termijn succesvol te zijn is het voor MKB bedrijven niet alleen belangrijk om bestaande pro- ducten of diensten continue te ver- beteren, maar is het ook van belang om radicaal te innoveren. Radicale innovatie verwijst hierbij naar het creëren van producten en diensten die nieuw zijn voor de markt. De Erasmus Concurrentie en Innova- tie Monitor 2015 geeft aan dat Noord-Nederland het opvallend goed doet op het vlak van radicale innovatie. Toch zijn er ook grote verschillen tussen organisaties. Zo zijn sommige high-tech bedrijven heel goed in het vermarkten van doorbraak technologieën, terwijl anderen er maar moeilijk in slagen om de markt te betreden met radi- caal nieuwe diensten en producten. In 2015 voerde Professor Dries Faems van de Rijks- universiteit Groningen in samenwerking met het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) een diepgaand onderzoek uit naar de innovatie acti- viteiten bij 270 Noord-Nederlandse MKB bedrijven. Op basis van deze data werd een analyse uitgevoerd naar de factoren die verklaren waarom sommige Noord-Nederlandse MKB bedrijven meer radicaal innoveren dan anderen. Een eerste belangrijke fac- tor is het investeren in onderzoek en ontwikkeling. Hoe meer bedrijven investeren in onderzoek en ont- wikkeling, hoe groter de kans of radicale innovatie. Tegelijkertijd geven de bevraagde Noord Neder- landse MKB bedrijven aan dat gebrek aan financiële middelen juist de belangrijkste belemmerende fac- tor is voor innovatie. Bovendien geven nationale sta- tistieken consistent aan dat in Noord Nederland minder wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwik- keling dan in andere Nederlandse regio’s. Kortom er bestaat een duidelijke spanning tussen de noodzaak om radicaal te innoveren en het verkrijgen van geld daarvoor. Een tweede factor die de radicale innovatiekracht van Noord Nederlandse MKB bedrijven bepaald is het menselijk kapitaal. In het onderzoek verhoudt het percentage van hoogopgeleide werknemers zich positief tot de mate van radicale innovatie binnen MKB bedrijven. De respondenten gaven aan dat ze op dit moment geen moeite hebben met het vinden van (hoogopgeleid ) personeel voor innovatie- projecten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek voorspelt echter dat, in de toekomst, de potentiële beroepsbevolking in Noord Nederland zal afnemen en dat deze afname sterker is dan het nationale gemiddelde. Het aantrekken van menselijk kapitaal lijkt dan ook een cruciale uitdaging voor de Noord Nederlandse regio om de ambitieuze doelstellingen van de Noord Nederlandse innovatie agenda waar te maken. Een laatste factor die naar voren komt uit het onderzoek is het belang van organisatorische inno- vatie. Wanneer Noord Nederlandse MKB bedrijven succesvol willen zijn in radicale innovatie moeten ze niet alleen investeren in technologische middelen en mensen, maar moeten ze ook een innovatieve werk- context creëren waarin financiële investeringen en de creativiteit van de werknemers optimaal kunnen renderen. Deze bevindingen sluiten naadloos aan bij de resultaten van de Erasmus Concurrentie en Innovatie Monitor 2015 die het belang van sociale innovatie beklemtoont. Dries Faems is Hoogleraar Innovatie en Organisa- tie aan de Rijksuniversiteit Groningen. Radicale Innovatiekracht van het Noord-Nederlandse MKB

description

High Tech & Innovatie special 2015 Dagblad van het Noorden

Transcript of DvhN High Tech & Innovatie Special

Page 1: DvhN High Tech & Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

De topsector High Tech Syste-men & Materialen (HTSM) speelteen essentiële rol in het beden-ken en realiseren van oplossin-gen voor de wereldwijde maat-schappelijke uitdagingen op hetgebied van gezondheid, mobili-teit, energie, veiligheid en klimaat. Om ontwikkelingen opdit gebied te versnellen hebbenbedrijven en kennisinstellingenhun gezamenlijke ambities vooronderzoek vastgelegd in de Ken-nis- en Innovatieagenda 2016-2019, uitgewerkt in 17 roadmaps.

De Nederlandse hightech werkt intensief

samen met andere sectoren en wetenschappe-

lijke disciplines. Zo is de brede onderzoeks-

agenda 'Smart Industry' als sectoroverstijgende

roadmap ondergebracht binnen de topsector

HTSM. In december 2015 heeft de topsector

HTSM besloten middelen vrij te maken om vier

Smart Industry FieldLabs versneld van start te

kunnen laten gaan. En Noord-Nederland heeft

natuurlijk zelf het initiatief 'Region of Smart

Factories' ontwikkeld. Andere mooie voorbeel-

den zijn de samenwerking van HTSM met Agri

& Food en Tuinbouw & Uitgangsmaterialen op

het belangrijke terrein van 'Smart Farming' en

de samenwerking op het gebied van compo-

sietmaterialen, waar Nederland een sterke

positie in heeft.

Dagelijks zien we de voorbeelden van innovatief

mkb: bij de optimalisering van productie-

processen, maar ook de introductie van nieuwe

technologische oplossingen bij grotere bedrij-

ven. Het mkb is cruciaal voor de dynamiek,

werkgelegenheid, innovatie en groei binnen de

hightech sector. Ik ben daarom ook bijzonder

verheugd met het voornemen van de drie Noor-

delijke Provincies om ook in 2016 weer bij te

dragen aan de regeling MKB Innovatiestimule-

ring Topsectoren (MIT). Dit is een succesvolle

regeling die goed aansluit op de ondernemers-

behoefte en waarmee het afgelopen jaar veel

mkb-bedrijven hun kennis- en marktpositie

hebben kunnen versterken.

De ambitie van de topsector HTSM is om

Nederland door innovatie en exportgroei inter-

nationaal tot de top te laten blijven behoren. Om

dit te kunnen realiseren moeten zowel bedrijven

als onderzoeksorganisaties hun R&D-investe-

ringen in Nederland verder opvoeren en moeten

we ervoor zorgen dat we genoeg talent, kennis

en kunde binnen de sector krijgen en houden.

Daarom investeren we ook in Centra voor

Innovatief Vakmanschap (mbo) en Centers of

Expertise (hbo).

Samen komen we verder in de regio, in Neder-

land én op het internationale speelveld.

Amandus Lundqvist,

Boegbeeld Topteam HTSM

Voorwoord

Het realiseren van product- endienstinnovaties vraagt om meerdan alleen investeringen in onder-zoek en ontwikkeling (R&D).Innovatieve manieren van organi-seren, managen, werken ensamenwerken – sociale innovatie –vormen een minstens zo belang-rijke bron van concurrentie-voordeel. Bevindingen van de Eras-mus Concurrentie en InnovatieMonitor 2015 tonen aandat de high tech sectorbovengemiddeld scoort opmeerdere indicatoren vaninnovatie. De regio Noord-oost Nederland kent echtereen meer gefragmenteerdbeeld op de verschillendetypen innovatie.

Tekst: Henk Volberda & Kevin Heij,

INSCOPE – Research for Innovation/

Rotterdam School of Management,

Erasmus Universiteit Rotterdam

Ontwikkelingen als kortere productle-

venscycli, toenemende globalisatie, en

veranderende voorkeuren van klanten

maken bestaande concurrentievoorde-

len van organisaties minder van-

zelfsprekend. Innovatie wordt als cru-

ciale aanjager gezien van het creëren

van nieuwe concurrentievoordelen.

Veelal wordt innovatie geassocieerd

met technologie waarbij investeringen

in R&D of het aantal patenten promi-

nente indicatoren zijn. Nieuwe tech-

nologische kennis verkregen door

R&D-investeringen verklaart echter

maar in beperkte mate het innovatie-

succes van organisaties. Innovatieve

organisatievormen, het ontwikkelen

van nieuwe managementvaardigheden,

het realiseren van hoogwaardige

arbeidsrelaties, en co-creatie worden

gezien als belangrijke aanvullende

bronnen van concurrentievoordeel die

minstens net zo belangrijk zijn als tech-

nologische innovatie. Deze niet-

technologische aspecten van innovatie

staan ook wel bekend als sociale inno-

vatie.

Het onderzoeksinstituut INSCOPE –

Research for Innovation van de

Erasmus Universiteit Rotterdam voert – sinds 2006

– jaarlijks de Erasmus Concurrentie en Innovatie

Monitor uit: één van de meest grootschalige jaar-

lijkse onderzoeken naar verschillende typen

innovatie in Nederland. Zo komt uit de analyse van

de data van deze monitor naar voren dat de high

tech sector gekenmerkt wordt door een hoge mate

van R&D-investeringen (12,6% boven het landelijk

gemiddelde) en ICT-investeringen (4,5% boven het

landelijke gemiddelde), zie ook Figuur 1. Ook op

sociale innovatie is de high tech sector bovenge-

middeld (+5,9%) actief. De high tech sector voert

eveneens de ranglijst aan van de onderzochte

sectoren wat betreft de meer incrementeel nieuwe

product- en dienstinnovaties (verbeterde producten

en diensten voor bestaande klanten en markten) en

de meer radicaal nieuwe product- en dienstinnova-

ties (nieuwe producten en diensten voor nieuwe

markten en klanten). Dit gaat om achtereenvolgens

10,5% en 18,7% boven het landelijk gemiddelde.

Een voorbeeld van een organisatie uit de high tech

sector die in staat is om technologische innovatie en

sociale innovatie handzaam te combineren is de

winnaar van de Erasmus Innovatie Award 2015:

Resato International B.V. uit Roden. Deze organisa-

tie ontwikkelt en fabriceert componenten

en systemen op het gebied van hogedruk-

toepassingen, waaronder een water-

straalsnijmachine: de ACM waterjet.

Mogelijkheden voor eigen initiatief van

medewerkers, tolerantie voor het maken

van fouten, kennisdeling en leren nemen

een prominente positie in bij het bedrijf

uit Roden.

Over de gehele linie bekeken blijft de regio

Noordoost Nederland (postcodegroep

8000-9999) echter achter op sociale

innovatie ten opzichte van het landelijk

gemiddelde. Dit gaat om een verschil van

1,4%, zie ook Figuur 2. Ook wat betreft de

meer incrementeel nieuwe product- en

dienstinnovaties blijft de regio Noordoost

Nederland achter (-6,0%) in vergelijking

met het landelijk gemiddelde. Daar staat

tegenover dat de regio wel boven het lan-

delijk gemiddelde scoort (+3,0%) op de

meer radicaal nieuwe product- en dien-

stinnovaties.

Uit de data van de Erasmus Concurrentie

en Innovatie Monitor 2015 komt naar

voren dat de high tech sector in vergelij-

king met andere sectoren in Nederland de

ranglijst aanvoert wat betreft R&D-inves-

teringen, ICT-investeringen, en op pro-

duct- en dienstinnovaties. Op sociale

innovatie scoort deze sector eveneens

bovengemiddeld. De regio Noordoost

Nederland scoort boven het landelijk

gemiddelde op radicale product- en dien-

stinnovaties, maar blijft achter op sociale

innovatie en incrementele product- en

dienstinnovaties. Deze regio dient nog wel

een sprong te maken om de prestaties van

de voorhoedespeler op sociale innovatie

en product- en dienstinnovaties te evena-

ren: de regio Midden-/Oost-Brabant waar

de high tech campus in Eindhoven onder-

deel van uitmaakt. Sociale innovatie

vormt daar een voornaam handvat toe.

Sociale innovatie als aanjager vannieuwe concurrentievoordelen

Figuur 1: Mate van R&D-investeringen, ICT-investeringen,en sociale innovatie per sector.

Figuur 2: Mate van sociale innovatie per regio.

Mate van sociale innovatie cq. R&D en ICT-investeringen persector ten opzichte van alle observaties tezamen (in %)

Om op lange termijn succesvol tezijn is het voor MKB bedrijven nietalleen belangrijk om bestaande pro-ducten of diensten continue te ver-beteren, maar is het ook van belangom radicaal te innoveren. Radicaleinnovatie verwijst hierbij naar hetcreëren van producten en dienstendie nieuw zijn voor de markt. DeErasmus Concurrentie en Innova-tie Monitor 2015 geeft aan datNoord-Nederland het opvallendgoed doet op het vlak van radicaleinnovatie. Toch zijn er ook groteverschillen tussen organisaties. Zozijn sommige high-tech bedrijvenheel goed in het vermarkten vandoorbraak technologieën, terwijlanderen er maar moeilijk in slagenom de markt te betreden met radi-caal nieuwe diensten en producten.

In 2015 voerde Professor Dries Faems van de Rijks-

universiteit Groningen in samenwerking met het

Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN)

een diepgaand onderzoek uit naar de innovatie acti-

viteiten bij 270 Noord-Nederlandse MKB bedrijven.

Op basis van deze data werd een analyse uitgevoerd

naar de factoren die verklaren waarom sommige

Noord-Nederlandse MKB bedrijven meer radicaal

innoveren dan anderen. Een eerste belangrijke fac-

tor is het investeren in onderzoek en ontwikkeling.

Hoe meer bedrijven investeren in onderzoek en ont-

wikkeling, hoe groter de kans of radicale innovatie.

Tegelijkertijd geven de bevraagde Noord Neder-

landse MKB bedrijven aan dat gebrek aan financiële

middelen juist de belangrijkste belemmerende fac-

tor is voor innovatie. Bovendien geven nationale sta-

tistieken consistent aan dat in Noord Nederland

minder wordt geïnvesteerd in onderzoek en ontwik-

keling dan in andere Nederlandse regio’s. Kortom er

bestaat een duidelijke spanning tussen de noodzaak

om radicaal te innoveren en het verkrijgen van geld

daarvoor.

Een tweede factor die de radicale innovatiekracht van

Noord Nederlandse MKB bedrijven bepaald is het

menselijk kapitaal. In het onderzoek verhoudt het

percentage van hoogopgeleide werknemers zich

positief tot de mate van radicale innovatie binnen

MKB bedrijven. De respondenten gaven aan dat ze

op dit moment geen moeite hebben met het vinden

van (hoogopgeleid ) personeel voor innovatie-

projecten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek

voorspelt echter dat, in de toekomst, de potentiële

beroepsbevolking in Noord Nederland zal afnemen

en dat deze afname sterker is dan het nationale

gemiddelde. Het aantrekken van menselijk kapitaal

lijkt dan ook een cruciale uitdaging voor de Noord

Nederlandse regio om de ambitieuze doelstellingen

van de Noord Nederlandse innovatie agenda waar te

maken.

Een laatste factor die naar voren komt uit het

onderzoek is het belang van organisatorische inno-

vatie. Wanneer Noord Nederlandse MKB bedrijven

succesvol willen zijn in radicale innovatie moeten ze

niet alleen investeren in technologische middelen en

mensen, maar moeten ze ook een innovatieve werk-

context creëren waarin financiële investeringen en de

creativiteit van de werknemers optimaal kunnen

renderen. Deze bevindingen sluiten naadloos aan

bij de resultaten van de Erasmus Concurrentie en

Innovatie Monitor 2015 die het belang van sociale

innovatie beklemtoont.

Dries Faems is Hoogleraar Innovatie en Organisa-

tie aan de Rijksuniversiteit Groningen.

Radicale Innovatiekracht vanhet Noord-Nederlandse MKB

Page 2: DvhN High Tech & Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

De maakindustrie is een van de be-langrijkste economische pijlers inNoord-Nederland. Met de TaskforceHigh Tech Systems & Materials(HTSM) wordt die noordelijkemaakindustrie een nieuw tijdperkbinnengeloodst. Naast de inzet vande nieuwste (informatie)technolo-gie is flexibele samenwerking tus-sen bedrijven – groot en klein - enkennisinstellingen daarbij van we-zenlijk belang. Rob Goossens, di-recteur bij Fokker Aerostructuresin Hoogeveen, gelooft in detaskforce. “We hebben voldoendekennis en massa om wereldwijdcompetitief te zijn. Zolang we be-reid zijn om over de provinciegren-zen heen te kijken en samenwerkingte zoeken.”

Volgens Rob Goossens, vice president & managing

director Special Products van Fokker Aerostructures

B.V. heeft de maakindustrie in Noord-Nederland de

toekomst. Samen met vertegenwoordigers van Phi-

lips Consumerlifestyle, ASTRON, de Hanzehoge-

school, de Rijksuniversiteit Groningen, het Innova-

tiecluster Drachten, diverse lokale overheden en de

Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij Noord-

Nederland (NOM) zit Goossens in de Taskforce

HTSM, dat diverse initiatieven ontplooit om de

maakindustrie in Noord-Nederland op de kaart te

zetten. Speerpunten zijn Embedded Intelligence (op

basis van informatietechnologie), Advanced Mate-

rials (nieuwe materialen en/of nieuwe productie-

technieken), Adaptive Manufacturing (de ontwik-

keling van Smart Factories door middel van

samenwerking via internet en Big Data) en High

Tech Instrumentation (innovaties op gebied van op-

tica, mechanica en elektronica).

Competitiekracht vergroten“De maakindustrie is in Noord-Nederland, meer nog

dan de dienstensector of de kenniseconomie, van

groot belang voor de economie. De regio kent tal

van high tech productiebedrijven die voorop lopen.

Grote bedrijven als Fokker en Philips, maar ook veel

kleine, flexibele start-ups. Er is veel kennis op gebied

van ict en materiaaltechnologie, maar die is ver-

snipperd over bedrijven en kennisinstituten. Dan is

het zaak om over de provinciegrenzen heen te kijken

en samenwerking te zoeken. Met de taskforce HTSM

slagen we daar in toenemende mate in. Grotere be-

drijven werken samen met kleine, innovatieve en

flexibele organisaties en kennisinstituten om kennis

en ervaring over verbetering van productieprocessen

uit te wisselen. Nieuwe, gedigitaliseerde productie-

processen vergroten de competitiekracht van de re-

gio.”

Slimme fabriekenEén van de projecten van de Taskforce is de Region

of Smart Factories (RoSF). Dit project, waarmee de

concurrentiepositie van de maakindustrie in Noord-

Nederland wordt versterkt en waaraan inmiddels

meer dan dertig bedrijven en kennisinstellingen

meewerken, richt zich op de ontwikkeling van Smart

Factories. Goossens kent het resultaat, want bij Fok-

ker werd, door samenwerking met andere noorde-

lijke bedrijven in één slimme, fors gedigitaliseerde fa-

briek, een sterk verbeterde composietenfabricage

gerealiseerd. Het is de eerste stap naar voorspel-

baar (lees: foutloos) produceren. “Digitalisering

maakt het mogelijk om snel en efficiënt samen te

werken, nieuwe, klantspecifieke fabricageprocessen

te ontwikkelen en deze processen ook foutloos en dus

veel efficiënter uit te voeren. Daarmee kun je de

kostprijs drukken en je competitiviteit vergroten.”

Meer informatie over de Taskforce HTSMen de Region of Smart Factories is te vin-den op de websites www.htsm-nn.nl enwww.nom.nl

Het was de vader van de huidigeeigenaar van Slijptechniek Noorddie het credo introduceerde: 'Jemoet beter kunnen meten dan deklant'. Een zienswijze die door zoonErik Vos nog altijd hoog wordtgehouden en er mede toe heeftgeleid dat er uit het slijperijtje van1976 een toonaangevend high techbedrijf is gegroeid met ruim twintigvakmensen.

Het begon krap veertig jaar geleden aan de overzijde

van het huidige bedrijfspand in Musselkanaal. Vos

senior sleep daar als eenmansonderneming aller-

hande gereedschap voor mensen uit de buurt. De

ploegscharen en maaimessen voor de boeren, het

tuingereedschap voor de hoveniers en particulieren,

beitels en handzaken voor de timmerman en in de

winter de schaatsen voor wie maar schaatsen kon.

De werkzaamheden breidden zich geleidelijk uit en

midden jaren tachtig volgde er een verhuizing naar

de andere kant van het kanaal.

De zaken floreerde, het werd 2010 en Vos senior was

toe aan een welverdiende rust. Hij deed de zaak over

aan zijn zoon, die tussen het slijpen groot was

geworden. En zoals dat nu eenmaal gaat met het

aantreden van een volgende generatie: Vos junior

zette een andere koers in. Erik: "Niet een andere

koers in onze corebusiness -het slijpen-, maar in het

innoveren van de bedrijfsprocessen. Vanaf 2010 is

er fors geïnvesteerd in high tech apparatuur, om

beter en sneller in te kunnen spelen op de wensen

van de klant. Dat heeft er onder andere in geresul-

teerd dat er nu elf robotten het hele jaar door

volcontinu staan te draaien."

Het pakket van Slijptechniek Noord omvat een vijf-

tal disciplines: productie, herslijpen, balanceren,

meten en adviseren. Voor de automotive-, metaal-

en houtindustrie ontwikkelt en vervaardigt Slijp-

techniek Noord meerdere gereedschappen zoals

boren, zagen en wisselplaten, die aan de hoogste

kwaliteitseisen voldoen. In serie gemaakt of als spe-

cials en voorzien van de benodigde meetprotocollen.

Met inzet van het geavanceerde machinepark en de

expertise en ervaring van de vakmensen, kunnen

vrijwel alle verspanende gereedschappen opnieuw

worden geslepen. Als enige in Nederland is Slijp-

techniek Noord in staat de gereedschappen te

eroderen. Erik: Dat doen we met onze Vollmer

QWD. We brengen het gereedschap daarmee weer

in topconditie."

"Het erodeerproces wordt ook wel vonkverspanen

genoemd. Dit gebeurt met een draad die door mid-

del van spanning tussen de draad en een snijkant

met koeling wordt bewerkt. Eroderen gebeurt onder

hoge temperaturen. Het spanningsverschil tussen

de draad en het gereedschap slaat door middel van

vonken over op het gereedschap via de olie. Deze

vonken verbranden het diamanten (PKD) snijmate-

riaal, zodat er weer een scherpe snijkant ontstaat."

Een geautomatiseerd meetsysteem stelt Slijptech-

niek Noord in staat vrijwel alle gereedschappen te

voorzien van de juiste meetprotocollen. "Onze hui-

dige apparatuur meet tot op 1/1000 nauwkeurig. In

de tweede week van januari wordt een optische

meetmachine geplaatst die gereedschappen tot

maximaal 200 keer vergroot. Daarmee kunnen we

er foutjes van 2 tot 3 MU uit halen. We hebben de

reputatie dat we heel goed kunnen meten, maar het

kan naar ons idee altijd beter."

Bij intensief gebruik kunnen frezen en zagen uit

balans raken. Goed gebalanceerde gereedschappen

bieden een economisch voordeel door een hogere

standtijd van een gereedschap en een betere opper-

vlaktekwaliteit in de afwerking van een product.

Slijptechniek Noord balanceert elke gereedschap

binnen twee werkdagen opnieuw uit. Een termijn

die overigens ook geldt voor het herslijpen van

gereedschappen.

Slijptechniek Noord wil voor haar klanten een com-

petent aanspreekpartner zijn. Ze adviseert dan ook

graag bij het ontwikkelen en optimaliseren van pro-

ductie-methodieken en over de inzet van

verspanende gereedschappen. "We hebben als

bedrijf inmiddels bijna veertig jaar ervaring in deze

business. Een expertise die we graag delen met onze

klanten!"

Slijptechniek NoordCeresstraat 28-29, Satsdkanaal

(0599) 616 441

[email protected]

www.slijptechniek-noord.nl

SLIJPTECHNIEK NOORD

Meesters in meten

TASKFORCE HIGH TECH SYSTEMS & MATERIALS Nieuwe, slimme maakindustrie maakt Noord-Nederland weer competitief

Tekst: Fred Ootjers

Tekst: Fred Ootjers

Ze werden in 2014 uitgeroepen totFriese Onderneming van het jaar.Een voorlopige kroon op het werkvan een bedrijf dat nog maar eenrelatief jonge geschiedenis kent,maar onder de naam ZiuZ in dewereld van de visuele intelligentieis uitgegroeid tot een wereldspeler.

Tekst: Fred Ootjers

Het is niet direct de plek waar je een high tech

onderneming als ZiuZ Visual Intelligence zou ver-

wachten: tegen het centrum aan van het Friese

stadje Gorredijk, waar ze een modern bedrijfsge-

bouw deelt met de Rabobank. Onwillekeurig denk je

toch meer aan een plek als de Zuid-as bij Amster-

dam of een bedrijventerrein bij

Eindhoven. "Is dat zo?", lacht Gerrit

Baarda, samen met Ed van den

Brand in 2002 oprichter van ZiuZ.

"Onze roots zijn anders zo Fries als

het maar kan zijn: we zijn begonnen

boven een garage in Waskemeer. Ik

heb als programmeur bij IBM in het

verleden natuurlijk veel buiten de

provincie Friesland gewerkt, maar

toen we ZiuZ oprichtten was er geen

enkele noodzaak om daar de provin-

ciegrens voor over te gaan. De

producten die we hier ontwikkelen

zijn zodanig specifiek en gericht op

een nichemarkt, dat de vestigings-

plaats er minder toe doet.

Noodzakelijk is vooral de aanwezig-

heid van hoogwaardige kennis. En

die hebben we hier in de regio gelukkig voldoende

voorhanden."

Zo trad ZiuZ afgelopen zomer toe tot het Innovatie

Cluster Drachten, een samenwerkingsverband van

high tech bedrijven in de regio Drachten. De parti-

ciperende bedrijven houden zich bezig met de

ontwikkeling, productie en verkoop van high tech

producten en hebben gezamenlijk ruim 2700 mede-

werkers in dienst van wie 850 product-

ontwikkelaars. Baarda: "Om nog maar even een

paar cijfers te noemen: in de regio Drachten wordt

jaarlijks meer dan 100 miljoen euro geïnvesteerd in

onderzoek en ontwikkeling. Dat komt neer op 10 tot

20% van de totale omzet die aan R&D wordt uitge-

geven. Voor afgestudeerden met ambities liggen er

hier in de regio dus de wereld aan uitdagingen. Let-

terlijk de wereld: als ZiuZ halen we meer dan de

helft van onze omzet uit de Verenigde Staten. We

hebben in het Friesland House in New York een

eigen kantoor, maar doen daarnaast zaken met zo'n

48 landen."

Die zaken betreffen vooral het ontwikkelen en ver-

vaardigen van praktische en gebruiksvriendelijke

oplossingen voor politie- en veiligheidsdien-

sten en de farmaceutische wereld. "We

werken hier vanuit een maatschappelijke

betrokkenheid. We zijn weliswaar een com-

mercieel bedrijf met zo'n vijftig

medewerkers, maar we willen met onze pro-

ducten een wezenlijke bijdrage leveren aan

maatschappelijk relevante problemen. Zo'n

probleem is bijvoorbeeld de explosieve groei

van de hoeveelheid digitaal beeldmateriaal

en hoe die te beheersen, ordenen en herken-

nen."

"Nemen we als voorbeeld kindermisbruik.

Bij een inval door de politie worden 500.000

plaatjes en 1000 uur video in beslag geno-

men. Het is dan ondoenlijk voor de politie

dat allemaal door te nemen. Met inzet van

onze software worden bepaalde beelden -bij-

voorbeeld die van één specifiek slachtoffer- herkent.

Doel is om de politie via het slachtoffer bij de dader

te brengen. Hoe eerder hoe liever, liefst zo dicht

mogelijk bij 'het moment van heterdaad'. Dat

moment komt dankzij de inzet van onze producten

en de voortdurende innovaties, steeds dichter bij."

Behalve bij de Nederlandse politie worden de syste-

men van ZiuZ ook gebruikt door onder andere

Interpol en FBI. Baarda: "Met inzet van onze syste-

men koppelen we zo'n 48 landen aan elkaar. Met

elkaar werkt dat als een net dat steeds fijnmaziger

wordt en dat zich sneller om een dader sluit. De pak-

kans wordt groter, er wordt aanzienlijk op het

budget bespaard en politiemensen krijgen meer tijd

om zich met andere, even belangrijke zaken bezig te

houden die anders vertraging oplopen."

Voor de farmaceutische sector ontwikkelde ZiuZ

hardware waarmee de persoonsgebonden dosering

medicijnen voor patiënten wordt gecontroleerd. Die

dosering wordt in plastic zakjes gedaan, geseald en

als een strip aan de gebruiker verstrekt. "De erva-

ring leert dat er dan altijd de kans bestaat dat er bij

die dosering iets mis gaat. Het verkeerde medicijn

op het verkeerde moment of te veel of te weinig

medicijnen. Onze apparatuur 'leest' de medicijnen

naar vorm en kleur, waarmee het risico verkleint

wordt van 1,3 op 1.000.000. Ook deze machines

worden inmiddels wereld-

wijd toegepast bij onder

andere ziekenhuizen, zorg-

centra en apothekers.

Developed by ZiuZ, Gorre-

dijk, Friesland."

www.ziuz.com

ZIUZ VISUAL INTELLIGENCE

Developed by ZiuZ. Gorredijk. Friesland.

Page 3: DvhN High Tech & Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Hij is met zijn Artec 3D scanner alom heel wat celebrities heengedraaid. Zo scande Edwin Rap-pard van 4 Creative Cad CamConsultants (4 CCCC) recent nog djGiel Beelen, die zichzelf als eenbuste een paar uur later uit de 3Dprinter omhoog zag komen. Just forfun, maar er zijn ook al contactenmet uitvaartondernemers dieinspelen op de vraag naar 3D sculp-turen als grafmonument. Een vande vele mogelijkheden van toepas-singen van het 3D scannen,waarvan de toepassingen volgensEdwin vrijwel onbegrensd zijn.

Tekst: Fred Ootjers

"Als slogan hanteren we het statement dat de Artec

scan door iedereen die tot 3D wil tellen, gebruikt

kan worden", aldus Edwin. "Het is een relatief nieuw

fenomeen en binnen korte tijd razend populair

geworden. Dat komt vooral door de gebruiksvrien-

delijkheid van de apparatuur. De Artec scanner

werkt als een video-camera, heel eenvoudig uit de

hand. Met een snelheid van 15 beelden per seconde

legt ze de omgeving vast, waarna ze in real time wor-

den uitgelijnd. Dat maakt de scanner interessant

voor special effect en animatie, maar vooral voor

medische en bedrijfsmatige toepassingen."

Als exclusief dealer voor Noord-Nederland heeft

Edwin met zijn bedrijf onder andere de politie, de

Koninklijke Marine, TU Delft, TU Eindhoven, ROC

Friese Poort, Visser Jachtbouw in Workum en Foto-

studio Kruger in Assen als klant. Edwin: "Een van

de modellen van Artec is de Artec Spider, die speci-

aal is ontwikkeld voor CAD gebruikers en ideaal

inzetbaar is voor reverse engineering, product

design, kwaliteitscontrole en massaproductie. De

hoge precisie, resolutie en nauwkeurigheid, in com-

binatie met een veelvoud aan meettools, bieden de

perfecte mogelijkheid om productiestandaarden

vast te houden. Deformatie wordt voortdurend

gemeten en bewaakt en productiefouten geëlimi-

neerd."

[email protected]

4CCCC

Voor iedereen die tot 3D wil tellen

Noord-Nederland; land van aard-appelen en suikerbieten… De regiogeldt als een van de oudste agro-complex ter wereld en speelt nogsteeds een voorname rol in de win-ning en verwerking van agrarischegrondstoffen. Die rol krijgt eennieuwe, duurzame dimensie met deZernike Advanced Processing (ZAP)facility; een leer- en proeffabriekwaar organisaties op gebied vanR&D, onderwijs en productie bijeenkomen om uit biologische reststro-men nieuwe, hoogwaardige pro-ducten te ontwikkelen en zo eennieuwe, groene markt te creëren.

‘Educatie en innovatie; dat zijn de twee hoofddoe-

len van ZAP’, zegt drs. Derwin Schorren, die, als pro-

jectleider van ZAP, de Hanzehogeschool, het

Noorderpoortcollege, de Rijksuniversiteit en diverse

betrokken (productie)bedrijven met elkaar verbindt.

Schorren: “Samen willen de partijen op zoek naar

efficiënte methoden om biologische reststromen (bi-

omassa) energiezuinig te verwerken of – beter nog –

er nieuwe halffabricaten uit te ontwikkelen. De eer-

ste stap werd in september gezet met de opening van

de semi-industrieel opgezette ZAP hal 1; een inspi-

rerende plaats waar de toekomstige werknemer, in

nauw overleg met het werkveld, wordt opgeleid.”

Uniek projectVolgend jaar september wil de Hanzehogeschool

ZAP hal 2 opleveren. Samen met de onderwijs- en

kennisinstellingen en het werkveld wordt daar on-

derzocht of het mogelijk is om de gezamenlijke ken-

nis naar commercieel haalbare producten, processen

of diensten te ‘verwaarden’. Schorren: “Biologische

reststromen kunnen hier straks worden verwerkt tot

allerlei halffabricaten voor food- en non-food. In

ZAP hal 2, waar studenten mbo, hbo en wo gaan

samenwerken met mensen uit het bedrijfsleven, zul-

len de partijen gedegen toegepast onderzoek gaan

doen. Zo werken we gezamenlijk aan nieuwe pro-

cestechnologieën die direct toepasbaar zijn. En aan

nieuwe procestechnologen, die met de nodige prak-

tijkervaring voor de arbeidsmarkt beschikbaar

komen.”

“Het is een uniek project en de belangstelling is

groot”, weet Schorren. “Bedrijven als Avebe, Suiker

Unie en Akzo Nobel – allen uit het Noorden – heb-

ben zich verbonden aan ZAP en ook veel kleinere be-

drijven op gebied van agrarische procestechnologie

willen meedoen. Samen tillen we verwerking en

hergebruik van biomassa naar een nieuw, hoger ni-

veau.”

(website in de maak) www.nnaf.eu

‘ZAP Groningen tilt verwerkingen hergebruik van biomassanaar een nieuw niveau’

V.O. Patents & Trademarks

Genereer waarde metinnovatieInnoveren is een must, maar wat alsde concurrent met jouw nieuwe,met bloed, zweet en tranen ontwik-kelde innovatie aan de haal gaat? Enwat als investeerders afhakenomdat er geen octrooi op de inno-vatie is verkregen? Juist voor inno-vatieve, jonge bedrijven is beleid opgebied van Intellectueel Eigendomvan levensbelang. V.O. Patents &Trademarks weet de weg, zowel inNederland als daarbuiten.

Met ruim zestig professionals, verdeeld over meer-

dere vestigingen in Nederland, België en Duitsland,

beschikt V.O. Patents & Trademarks over een brede,

actuele, internationale kennis over het aanvragen,

verwerven en behouden van octrooien in een breed

scala van technische vakgebieden. Ondertussen

hebben de verschillende vestigingen oog voor de lo-

kale omstandigheden. “We hebben goed zicht op de

ontwikkelingen in Noord-Nederland”, zegt Kim Tan,

hoofd van de Groningse vestiging van V.O. Patents

& Trademarks. “Op gebieden als life sciences en ICT

is in Noord-Nederland veel innovatieve activiteit. En

juist daar is beleid op gebied van Intellectueel Ei-

gendom (IE) van belang. De grotere, langer be-

staande bedrijven en vooral multinationals hebben

hun octrooibeleid doorgaans behoorlijk op orde,

maar juist bij de jonge, en nog kleine organisaties is

vaak weinig kennis en ervaring op het gebied van oc-

trooibeleid aanwezig.”

Valley of deathJuist voor innovatie gedreven start-ups is een por-

tefeuille van kansrijke octrooiaanvragen, die de in-

novatie waar het bedrijf op gebaseerd is goed afdekt,

van groot belang, aldus Tan. “Daarbij komt dat de

weg naar een vermarktbaar product lang en kost-

baar is en voor startende ondernemingen veelal

voert door een zogenaamde valley of death voordat

er sprake is van break even en voor de continuïteit

benodigde inkomsten. Eén van de succesfactoren

voor het overleven is daarbij het vinden van (ver-

dere) investeerders, maar die eisen vaak dat de oc-

trooibescherming goed geregeld is. Dit spannings-

veld vormt voor ons als octrooigemachtigden een

extra uitdaging om enerzijds meer met het bedrijf

mee te denken dan nodig is voor langer bestaande

bedrijven die hun octrooibeleid op de rails hebben,

maar anderzijds binnen een begrensd budget een

goede basis te leggen. Gelukkig is het juist in de be-

ginfase van octrooibeschermingstrajecten goed mo-

gelijk om binnen vooraf bepaalde budgetten te

werken.”

Doorlopend procesDe specialisten van V.O. Patents & Trademarks zijn

niet alleen juridisch onderlegd, ook op gebied van

technische innovatie hebben ze – wetenschappelijk

en/of bètageschoold – verstand. Tan: “We kunnen

bij high tech start ups meedenken over de strategie,

omdat we in staat zijn de technologie en de toepas-

sing daarvan te begrijpen en ook de kansen en be-

dreigingen op octrooigebied te onderkennen. We

zijn in staat om octrooieerbare aspecten van inno-

vaties te herkennen en risico’s van inbreuk op het

gebied van octrooien van anderen in kaart te bren-

gen. Hierbij kijken we ook naar de langere termijn,

want octrooien kunnen tot twintig jaar na de aan-

vraagdatum van kracht blijven, dus de octrooistra-

tegie moet passen bij de lange termijn strategie van

een bedrijf. Wet- en regelgeving verandert ook -

denk bijvoorbeeld aan het Unitair octrooi, waardoor

een Europees octrooi niet alleen voor gekozen lan-

den, maar voor de meeste EU landen in één keer van

kracht zal blijven en inbreukgeschillen voor al die

landen in één keer berecht zullen worden in plaats

van per land apart. Kortom; Intellectueel Eigendom

is voor ieder innovatief bedrijf een doorlopend pro-

ces.”

V.O. Patents & Trademarkswww.vo.eu

Adriaan Seerden, Karel de Jong en Kim Tan (octrooigemachtigde Annemiek Tepper ontbreekt op defoto): “De octrooistrategie moet passen bij de lange termijn strategie van een bedrijf.”

Page 4: DvhN High Tech & Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Witec Fijnmechanische Techniek inTer Apel. Leverancier en ontwikke-laar van fijnmechanische delen enhigh-tech componenten met dehoogste standaardniveaus, voordiverse industrieën. Een bedrijfdat, aldus mede-eigenaar RaimonWarta, 'onbeperkt kan groeien',maar goed opgeleidt personeel debelemmerende factor was. Op ini-tiatief namelijk van Witec is hetopleiding/detacheringsbureau Dok-4 opgericht, om op korte én langetermijn in de grote vraag naar vak-bekwaam technisch personeel tevoorzien.

Tekst: Fred Ootjers

Witec Fijnmechanische Techniek is actief in meer-

dere high-tech markten. Cross-overs in kennis

geven Witec de brede basis waardoor ze optimaal

kan presteren voor haar klanten. Ze heeft meerdere

mogelijkheden om klanten te bedienen, van leve-

rancier van precisieonderdelen tot ketenregisseur

bij modules en systemen. Zo ontwikkelt ze lijmdo-

seringssystemen die onder andere bij de fabricage

van luiers en in de autoindustrie worden toegepast,

spoelen voor lineaire motoren, medische technolo-

gie in opdracht van onder andere het UMCG,

machines voor de fabricage van chips voor ASML en

componenten in opdracht van de Stichting Ruimte

Onderzoek Nederland.

De werkzaamheden bij Witec zijn even divers als

verschillend in niveau. Om de capaciteiten van elke

werknemer optimaal tot zijn recht te laten komen,

ontwikkelde Witec met Dok-4 een even eenvoudig

als geniaal classificeringsmodel. "Het niveau van de

werkzaamheden verdelen we in de klassen A, B, C

en D, waarbij A staat voor relatief eenvoudige han-

delingen en D voor de meest gecompliceerde High

Impact Parts. Iedere werknemer krijgt na een zorg-

vuldige screening de taak die het beste bij hem of

haar past en de meeste voldoening geeft. Binnen die

taak krijgen ze optimaal de kans om door te groeien

en hun eigen gestelde doelen te halen. Doel van

Witec en Dok-4 is dat iedere werknemer op de plek

komt waar hij of zij het beste presteert en het meest

gelukkig is. Op alle fronten en in alle geldingen

werkt dat voor het bedrijf het meest efficiënt."

Vanuit het unieke classificeringsmodel ontstond het

idee om een opleiding/detacheringsbureau op te

richten. "Om het gat tussen vraag -het bedrijfsleven-

en aanbod -de scholen- te dichten, werken we al

jaren intensief samen met het Noorderpoortcollege

in Stadskanaal. We hebben daar een 1:1 situatie van

Witec geïnstalleerd waar de leerlingen worden opge-

leid tot vakmensen. Op dit moment wordt de

instroom voor 100% door Dok-4 gerealiseerd en

vindt de uitstroom ook voor 100% werk bij Witec.

Maar dat is niet voldoende. Zoals gezegd zijn de

groeimogelijkheden voor Witec onbeperkt. We heb-

ben nu een omzet van vijf miljoen euro, maar we

worden uitgenodigd door opdrachtgevers die ons de

mogelijkheid bieden de omzet te verveelvoudigen.

Daar hebben we meer goed opgeleid personeel voor

nodig, die we naast afgestudeerden ook vinden in

samenwerking met de gemeente Stadskanaal en uit-

keringsinstanties. Op dit moment wordt de

instroom grotendeels gerealiseerd door Dok-4,

waarna ze doorstromen naar de partnerbedrijven.

Maar dat is niet voldoende. Zoals gezegd zijn de

groeimogelijkheden voor Witec onbeperkt."

Maarten van der Vlist, bedrijfsleider Dok-4: "Met als

uitgangspunt het ABCD classificeringsmodel lukt

het ons om de juiste kandidaat voor langere termijn

bij onze partnerbedrijven te plaatsen. Mensen van-

uit heel andere beroepen, die soms al jaren werkloos

thuis zitten, worden getest en blijken onvermoed

over technisch talent te beschikken. Dok-4 zoekt

naar wat mensen wél kunnen. We gaan samen me

de kandidaat op zoek naar de mogelijkheden, we

verzorgen de opleiding, houden de vinger aan de

pols en laten ieder in z'n waarde. Want al die waar-

den bij elkaar opgeteld, maakt ze voor elke

onderneming -niet alleen voor Winteb- waardevol."

"We zijn dan ook op zoek naar meerdere partnerbe-

drijven die de werkwijze van Witec en Dok-4

onderschrijven en efficiënt willen groeien naar de

toekomst", aldus Maarten. "Onderschrijven, maar

liever nog daarin willen participeren. Dat hoeven

geen technisch gerelateerde ondernemingen zijn,

maar bedrijven die ook met het probleem van de

instroom van vakbekwame en gemotiveerde werk-

nemers zitten. En als ze niet met dat probleem

zitten, méér efficiency -en dus een hoger rende-

ment- uit de onderneming willen halen. Onze

ervaring is dat -mits goed geïnvesteerd- het beste

nog altijd uit de mensen zélf is te halen!"

Witec Fijnmechanische TechniekMercuriusweg 4, Ter Apel

(0599) 588 010

www.witec.nl | www.dok-4.nl

Als het aan prof. dr. Lambert Scho-maker (RUG) en de bij het projectMANTIS aangesloten wetenschap-pers en bedrijven ligt, staatbinnenkort een nieuwe generatieproductierobots op. Robots die instaat zijn te leren van menselijkeoperators om adequaat te reagerenop verstoringen van het proces.Daarmee komt een voorspelbaarproductieproces dichterbij.

Het project MANTIS, waar naast de RUG nog bijna

vijftig wetenschappelijke instituten en (high

tech)bedrijven zijn aangesloten, werkt aan een

nieuwe generatie robots, waarmee incidenten in het

productieproces worden opgespoord én opgelost,

zonder dat het proces wordt onderbroken. MANTIS

wordt financieel gesteund door de Europese Com-

missie, want een slimmer productieproces verstevigt

de concurrentiepositie van de Europese maakin-

dustrie. Het is aan Schomaker en ‘zijn’ vakgroep

Kunstmatige Intelligentie van de Faculteit Wis-

kunde en Natuurwetenschappen om de lerende

software voor de robots te ontwikkelen.

De maakindustrie doet al tientallen jaren z’n voor-

deel met robotica, want een robot levert – anders

dan een mens van vlees en bloed - voortdurend

dezelfde prestatie, spreekt de baas niet tegen en is

nooit ziek. In theorie, want robots zijn aan slijtage

onderhevig zijn en weten niet wat te doen zodra

omstandigheden veranderen, zoals bij een incident.

Deze beperkte autonomie, veroorzaakt door wat

Lambert Schomaker ‘draaiorgelrobotica’ noemt, is

de achilleshiel van de huidige productierobots. “Er

is een revolutie aanstaande”, zegt Schomaker met

een glimlach. “De nieuwe generatie robots is zelfle-

rend en verwerkt nu veel meer sensorische

informatie, om te detecteren waar het fout gaat en

daar vervolgens op reageren, net als een biologisch

systeem.”

In samenwerking met regionale industrie werkt de

vakgroep aan software, waarmee complete produc-

tielijnen als een levend organisme kunnen opereren

en in staat zijn om zélf incidenten op te lossen. In

die software is, met behulp van sensoren, big data

en trainingsvoorbeelden van de menselijke opera-

tors, kennis over het gehele productieproces

gebundeld. “Met die software kun je een systeem

met robots ontwikkelen dat zelf een optimale oplos-

sing kiest zodra het proces wordt verstoord”, aldus

Schomaker. “Hoewel de mens nog altijd een enorme

evolutionaire voorsprong heeft, mogen we toch wel

van een revolutie spreken.”

www.rug.nl Mantis: tinyurl.com/q9u33r3AAAI Video: tinyurl.com/oh7wp8l

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

De nieuwe robot komt eraan

De wereld verandert in hoog tempo.De maatschappij vraagt om nieuweontwikkelingen, het liefst zo snel enzo goed mogelijk. Het is aan bedrij-ven om aan die vraag te voldoen.

Tekst: Miriam Nooi

Een bedrijf als Stork gaat volop mee in die ontwik-

kelingen. Met Nederland als bakermat maar

wereldwijd opererend staat Stork stevig met beide

voeten op de grond. En daarmee wordt elke trilling

die het werkvlak afgeeft opgemerkt. Waarna men bij

Stork niet rustig blijft afwachten op de dingen die

komen gaan, maar volop in de innovatie stapt.

"Stork is kort en bondig gezegd een multidisciplinair

onderhoudsbedrijf", vertelt Martijn Glass, innova-

tieaanjager van Stork in Utrecht. "Zo zijn we één van

de hoofdaannemers voor onderhoud op de Gronin-

ger gasvelden van de NAM en verrichten we veel

onderhoud in Chemie Park Delfzijl. Projecten in

markten die nu volop in beweging zijn. Tot voor kort

konden bedrijven zich nog terughoudend opstellen

ten aanzien van de onderhoudsinnovaties, maar

door de dalende gas- en olieprijzen komt daar snel

verandering in. Innovaties die voor kort niet

bespreekbaar waren, vinden nu wel een gewillig oor.

Elke kostenbesparing of een dag minder buiten

bedrijf staan kan immers het verschil betekenen tus-

sen winst en verlies.”

"Neem bijvoorbeeld een inspectie uitvoeren ergens

hoog in een installatie. Tot voor kort was het van-

zelfsprekend dat er dan eerst een hele constructie

van steigerbuizen opgetuigd moest worden, al wist

iedereen dat dat veel tijd en geld kost. Maar na de

simpele vraag ‘Kunnen we niet zonder steigers het-

zelfde doel bereiken?’, bleken er tal van andere

oplossingen te zijn. Bijvoorbeeld ‘roping’: klimtou-

wen inzetten, waarmee de inspecteur als een alpinist

door de installatie beweegt. Veilig en effectief, bin-

nen enkele minuten kan hij al aan het werk. Of wat

te denken van een robotje dat met behulp van mag-

netische rupsbandjes tegen een wand omhoog

klimt? Of visuele inspecties die uitgevoerd worden

door een drone? En als je weet dat je periodiek

ergens een bepaalde inspectie moet uitvoeren,

waarom zouden we dan geen permanente sensoren

op bijvoorbeeld een pijpleiding aanbrengen? De

praktijk toont aan dat er geweldige alternatieven

bestaan wanneer je een conventionele houding wat

laat varen."

"Wij hebben mensen die durven. Ze zien wat er

gedaan moet worden en gaan vervolgens actief op

zoek naar verschillende oplossingen: ze bellen col-

lega’s in andere vestigingen – ook buiten Nederland

– en vragen ook toeleveranciers om mee te denken

hoe dat probleem opgelost kan worden. Dus DEN-

KEN en dan ook echt DOEN. En daarna actief delen

hoe het gelukt is met anderen in het bedrijf. Je ziet

wat dat betreft de mindset veranderen. De nieuws-

gierige techneut krijgt steeds meer de kans om

zijn/haar creativiteit aan te wenden en op totaal

nieuwe manieren de kosten te drukken. En dat

merkt de klant. Keer op keer. Dat is Stork: samen

positief de klant verrassen!"

www.stork.com

STORK

Innovatief onderhoud

���������������������������������� ������������������������������������������� � �� ������������ ���� � �� � �� ������������!������"�����#��$ � ��%��� � ���� � � � &'�� ���( � ��##��) � )����������������� � �����*� � ����������� � $�� � ��������� � ��� � �� +��� � ��������#��)� � ,�% � ���� � �) ���%�� � ������ ��� � ����� ������%�����

������%%��#

WITEC / DOK-4

Het beste uit de mensen halen

Page 5: DvhN High Tech & Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Ze vieren in 2016 het twintigjarigbestaan van het familiebedrijf.Twee decennia, waarin de een-mans-onderneming van Gert JanVenema uitgroeide tot een bedrijfmet zo'n twintig werknemers, datzich toelegt op het ontwerpen, pro-duceren en onderhouden vanhoogwaardige machines in metname de deegverwerkende sector.

Tekst: Fred Ootjers,

Het is slechts bij insiders bekend, maar zo'n 90%

van de voor decoratie ingesneden broodjes (bij-

voorbeeld stokbrood) die elke dag in heel Nederland

bij de supermarkten worden verkocht, zijn gesneden

met de Venmatic Decojet van Venema Techniek &

Service (VT & S). En als we toch met getallen bezig

zijn: de door VT & S ontwikkelde en vervaardigde

kleinbroodlijn, is in staat om 30.000 stuks klein-

brood per uur te produceren. Een opmerkelijke

prestatie voor een ondernemer die ruim twintig jaar

geleden nog maar met één enkel serviceautootje

rondreed.

"Ik ben begonnen als servicemonteur voor bakkerij-

machines", vertelt Gert Jan. "Mijn werk lag vooral

bij de zogenaamde 'industriële bakkerijen', maar

ook de individuele ambachtelijke bakker behoorde

tot mijn klantenkring. Door de sterke opkomst van

versheid, geur- en smaakbeleving van de voedings-

middelen, is de hele foodsector al jaren in beweging.

Ook de bakkerijen zijn de laatste jaren sterk aan ver-

andering onderhevig. De opkomst van bijvoorbeeld

spelt- en zuurdesembrood, vereiste een andere aan-

pak en daarom aanpassing van de bestaande

machines. Op die veranderingen hebben wij op tijd

ingespeeld, van het een kwam het ander en in 2000

zijn we klantspecifieke machines voor voornamelijk

de bakkerijsector gaan ontwikkelen en produceren."

De fabricage van de machines van VT & S omvatten

het hele proces vanaf de engineering tot aan de

oven. "Als mensen horen dat je machines maakt

voor de bakkerijen, denken ze in eerste instantie dat

je dan wel ovens zult maken", lacht Gert Jan. "Dat

er eerst iets gemaakt moet worden om überhaupt in

de oven te kunnen schuiven, vergeten ze vaak.

Ovens maken we dus niet, maar wel zoals gezegd

alle machines die nodig zijn bij het maken van

brood, tot aan het moment dat ze de oven worden

ingeschoven. Maar ook op de inpakafdeling hebben

wij ervaring met klantspecifieke oplossingen."

Onder de eigen merknaam 'Venmatic' produceert

VT & S onder ander de Decojet, een watersnijder op

maat, die inmiddels over de hele wereld bij indus-

triële bakkerijen wordt gebruikt. In verschillende

uitvoeringen, van stationaire opstellingen tot robot

bestuurde systemen. Voor het interne transport is

er de Venmatic Transportbaan die naar elke

gewenste specificatie van de opdrachtgever wordt

ontwikkeld, vervaardigd en geplaatst. Naast nog een

aantal andere componenten zoals deegdoseer-

trechters en sterdoseringen onder eigen naam,

onderscheidt VT & S zich binnen het segment met

de Venmatic Strooi-installaties. Geschikt voor

groot- en kleinbrood en voor alle soorten strooisels.

Gert Jan: "De robotisering zal in de komende jaren

steeds interessanter worden, ook en juist voor de

ambachtelijke bakkerijen en het middenbedrijf. De

techniek is bijna onuitputtelijk en worden steeds

betaalbaarder."

Voor wat betreft de machines die nodig zijn voor het

kneden van het deeg, is VT & S exclusief dealer voor

Nederland van het gerenommeerde merk Diosna.

Diosna is al sinds 1885 toonaangevend voor onder

andere de bakkerijsector, een reputatie die gestoeld

is op kwaliteit, betrouwbaarheid en duurzaamheid.

Voor Nederland, België, Noord-Frankrijk en (deels)

Duitsland, is VT & S bovendien de servicepartner

van Diosna.

Behalve in het ontwerpen, produceren en onder-

houden van losse machines voor de bakkerijsector,

is VT & S gespecialiseerd in het opzetten van

compleet nieuwe productielijnen of onderdelen

daarvan. En vanuit de roots van Gert Jan als ser-

vicemonteur, is technisch onderhoud, reparaties en

revisie aan het machinepark én een 24/7 storings-

dienst, een vanzelfsprekendheid van Venema

Techniek & Service BV, ongeacht door welke fabri-

kant de machine is geleverd.

Venema Techniek & Service BV is altijd op zoek naar

allround technici om het team te versterken. Gert

Jan: "Wat we vooral zoeken zijn mensen met een

hart voor techniek. Die gemotiveerd zijn en een

mentaliteit hebben van aanpakken. Voor die men-

sen bieden we een werkplek waarin ze niet alleen

hun talenten kwijt kunnen, maar waarin ze ook kun-

nen groeien. Wie denkt dat zo'n baan wel iets voor

hem is, kan altijd bellen voor een afspraak!"

Venema Techniek & Service BVRobert Scottstraat 11, Emmen

(0591) 31 33 77

[email protected]

www.venematechniek.nl

VENEMA TECHNIEK & SERVICE BV

Komt voor de bakker!

Page 6: DvhN High Tech & Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

Noord-Nederland heeft een ruimepotentie op het gebied van innova-tie. Tijdens een bijeenkomst in 2014van verschillende partijen werdgekeken naar de mogelijkheden omhet bedrijfsleven en opleidingsin-stituten -maar ook de opleidings-instituten onder elkaar- beter metelkaar te laten samenwerken als hetgaat om innovaties en ontwikkelin-gen. Een bijeenkomst met eenbelofte voor Noord-Nederland.

Tekst: Miriam Nooi

Na afloop van de bijeenkomst was de eensluidende

conclusie dat Noord-Nederland over voldoende ken-

nis en kunde beschikt om een grote rol te spelen op

het gebied van High Tech Systems and Materials

(HTSM). Voorwaarden zijn dat de regionale kennis

en ecostructuur moeten worden versterkt, er meer

rendement uit kennis en innovatie dient te worden

gehaald en er meer technisch talent wordt opgeleid

om de bedrijven te versterken. Voor dit doel is het

platform HTSM-NN opgesteld, een coalitie tussen

de belangrijkste hightech initiatieven en organisa-

ties in het Noorden.

In dat platform HTSM-NN speelt Stenden Hoge-

school Emmen een cruciale rol. "We hebben de

laatste jaren een grote kennisinhoudelijke expertise

opgebouwd binnen de disciplines Life Science,

Werktuigbouwkunde, Technische Informatica en

Informatica," vertelt Richard Delger, hoofd van de

Techniek Faculteit van Stenden. "Life Science loopt

al wat langer mee, maar de ander drie zijn relatief

nieuw en nog volop in ontwikkeling. Voor wat

betreft de opleiding Werktuigbouwkunde ligt die

vooral op de ontwerpfase in het industrieel proces,

voor Informatica op het gebied van datamanage-

ment en IT-security. Die laatste hebben we

onderverdeeld in twee lectoraten die we studenten

aanbieden."

"Het eerste lectoraat is de Data Security. Processen

gaan steeds meer digitaal. De vraag komt dan op:

hoe kwetsbaar maakt dat ons? Een bank wil niet dat

van alle klanten plotseling het geld wegvloeit door

een hack, een vliegtuigontwikkelaar huivert bij de

gedachte dat plannen in handen komen van de con-

currentie en een particulier wil niet dat zijn

telefoongesprekken worden afgeluisterd. Met Data

Security richten we ons op het onderzoeken en ont-

wikkelen van beveiligingssystemen van data in een

productieomgeving."

"Het tweede lectoraat betreft de Smart Manufactu-

ring. Daarbij gaat het om het ontwikkelen van een

systeem dat zelf problemen detecteert en ze ook

weet op te lossen, zodat het de volgende keer niet

dezelfde fout maakt. Een embedded system dus, een

zelf-lerend systeem dat werkt volgens het First Time

Right principe. Daarnaast kijken we naar de bevei-

liging van logistieke processen. Neem als voorbeeld

een vliegtuig. Dat bestaat uit heel veel onderdelen

die allemaal op een bepaald punt samen moeten

komen. En natuurlijk moeten passen. Het kleinste

foutje gaat in de eerste plaats ten koste van de vei-

ligheid, maar ook van tijd en geld. Door de

processen perfect en naadloos op elkaar af te stem-

men bespaart een bedrijf zich een hoop onzekerheid

en eventuele rampspoed. Ook en juist in de vlieg-

tuigindustrie geldt het credo: First Time Right."

De lectoraten HTSM starten in het nieuwe kalen-

derjaar en gaan binnen IT security met wtb en ICT

docenten en studenten, toegepast onderzoek doen

in samenwerking met het bedrijfsleven. De lectora-

ten zijn innovatief en praktijkgericht. Richard: "We

werken nauw samen met partijen als Fokker, Phi-

lips, Plantronics en Landes High End Machining,

waarvoor we 'real life cases' oplossen. Cases die we

uit kunnen werken tot complete leerlijnen in de

vorm van meerjarige vakken waar studenten uit alle

disciplines zich op mogen storten."

"Steeds meer processen verlopen volgens het prin-

cipe van IT. De opleiding van de toekomst heeft een

IT basis, waarop verder doorgeborduurd wordt. Stu-

denten kunnen dan kiezen voor de creatieve kant,

die van de toepasbaarheid of voor de beveiliging.

Het menselijk aspect echter ligt aan alles ten grond-

slag. Een machine kan weliswaar een brug bouwen,

maar hij zal nooit uit zichzelf denken: 'Daar loopt

een watertje, ik wil naar de overkant dus heb ik een

brug nodig'. Ooit zullen programma's wel zelfden-

kend worden, maar het empathische vermogen van

de mens blijft een onmisbare factor."

Studenten komen vanuit alle windstreken naar

Emmen. "Wij hebben een uniek aanbod aan oplei-

dingen in huis, wat vooral veel Duitse studenten

naar Emmen trekt. De Nederlandse taal is niet ver-

plicht: de studies kunnen ook in het Engels worden

gevolgd. Dat maakt dat je als opleidingsinstituut niet

beperkt bent tot een werkveld in Nederland. Ons

werkveld is de hele wereld."

"We zijn bezig met het opzetten van een advanced

study program bij hochschule Lingen en gaan dat

komend jaar ook proberen met kreisstadt Leer en

het daar aanwezige bedrijfsleven. Daarnaast lenen

we ook docenten uit. Zo werken we samen met het

Hondsrug College in het ontwikkelen van een les-

programma. En we hebben een Associate Degree

programma ontwikkeld voor leerlingen die van het

MBO komen en geen vervolgopleiding willen doen,

maar wel net dat beetje extra nodig hebben om ver-

der te kunnen in het vak van hun keuze."

"We staan aan de vooravond van een kentering. Een

omslag die zijn basis vindt in de IT. We boren tel-

kens nieuwe bronnen aan, ontginnen nieuwe

gebieden. We werken aan en met de toekomst. Hier

ontstaat een nieuwe wetenschap."

www.stenden.com

STENDEN HOGESCHOOL

‘Ons werkveld is de hele wereld’

Richard Delger

Page 7: DvhN High Tech & Innovatie Special

High Tech & Innovatie special

“Zonne-energie biedt veel meermogelijkheden dan veel mensendenken”, aldus Martien Buist vanBuist Solar technologie in Stadska-naal. Een bedrijf dat kwaliteit eneen eerlijk advies voorop heeftstaan. Dat men daar goed in slaagt,blijkt uit het feit dat ruim 80% vande nieuwe opdrachtgevers viabestaande klanten binnenkomt.“Wij doen geen concessies aan dekwaliteit en komen onze afsprakenna, dat spreekt aan.”

“Een zonnepaneel alleen bepaalt niet de kwaliteit,

daar komt veel meer bij kijken”, begint Martien

Buist. “Bepalend voor een goede installatie is vooral

wat er achter de panelen gebeurt. Denk bijvoorbeeld

aan het goed en degelijk vastzetten van de panelen

maar ook aan de dikte van de kabels die je gebruikt.

Verder is de kwaliteit van de omvormer van groot

belang en moet alles veilig en netjes op de groepen-

kast worden aangesloten.”

Buist Solar technologie gebruikt alleen omvormers

van de beste kwaliteit. Als hart van de installatie is

de omvormer namelijk bepalend voor het uiteinde-

lijke rendement van de zonnepanelen. Ook zijn er

grote verschillen in levensduur, storingsgevoelig-

heid en geluidsniveau.

Het belang van een degelijke montage wordt vaak

onderschat. Dit kan namelijk zelfs een rol spelen

voor de verzekering. Martien: “Er zijn meerdere

systemen waarbij de panelen zonder te schroeven

aan de dakpannen zijn bevestigd. Als er dan iets mis

gaat, kan dat vervelende gevolgen hebben.”

Eerlijk adviesVoorafgaand aan elke opdracht, komen de specia-

listen van Buist Solar technologie bij de klant over

de vloer. “Niet alleen om te praten over de wensen

van de klant, maar ook om de situatie in ogen-

schouw te nemen. Bij een eerlijk advies, waarvoor

we de tijd nemen, past ook een heldere uitleg over

de te verwachten opbrengst van de zonnepanelen.

Dat is in elke situatie weer anders”, geeft Martien

aan. “Als extra service wordt het terugvragen van de

btw kosteloos geregeld. Ook bij het aanvragen van

diverse subsidies bieden we onze klanten een maxi-

male ondersteuning.”

Naast de zonnepanelen, die we op steeds meer

daken zien, zijn mensen steeds meer geïnteresseerd

in andere mogelijkheden die zonne-energie biedt.

Martien: “Je moet daarbij denken aan allerlei moge-

lijkheden om meer gebruik te maken van stroom die

je zelf hebt geproduceerd. Dat kan een zonne-

stroomboiler zijn, maar ook een luchtwarmtepomp,

elektrische cv-ketel of het koken met behulp van een

inductiekookplaat. Allemaal mogelijkheden om het

gasgebruik terug te brengen en te vervangen door je

eigen stroom. We zijn inmiddels voorbij het punt

waarop veel mensen nog twijfelen of ze zonne-ener-

gie willen opwekken. De hoge energiebelasting, de

perikelen rondom ons gas en het feit dat mensen

onafhankelijk en zelfvoorzienend hun energie wil-

len opwekken zijn daar debet aan.”

RendabelDe ontwikkelingen in de markt staan dan ook niet

stil. Zo wordt de terugverdientijd van zonnepanelen

steeds korter. Martien Buist: “Die ligt op dit

moment voor een particulier rond de zeven jaar.

Natuurlijk vergt het een investering, maar je bent

wel vanaf dag één minder voor je energie kwijt.”

Voor bedrijven is de investering nog sneller renda-

bel, omdat de fiscus voor een deel bijdraagt in de

kosten.

“Deze markt is niet meer te stoppen. Ik denk dat

Nederland in de komende vijf tot tien jaar voor een

groot deel voorzien gaat worden van zonnepanelen.

Daarna gaat de situatie veranderen en ontstaat er

steeds meer een vervangingsmarkt. Tegen die tijd

zullen een aantal ‘snelle jongens’ alweer zijn ver-

dwenen en blijven de serieuze bedrijven over.”

Buist Solar technologieStelmaker 17a

Stadskanaal

T: 0599 70 02 26

I: www.buistsolar.nl

E: [email protected]

Het gegeven: de grote vraag van hetnoordelijk bedrijfsleven naar goedopgeleide mbo'ers. De klacht:onvoldoende aansluiting van die-zelfde mbo'ers op de actueleberoepspraktijk. De oplossing:Regionaal Co-Makership, waarvoorhet Alfa-college de komende 4 jaar6 miljoen euro beschikbaar heeft.

Tekst: Fred Ootjers

Het bedrag bestaat uit 2 miljoen euro dat aan het

Alfa-college is toegekend uit het Regionaal Investe-

ringsfonds (RIF), aangevuld met 4 miljoen euro van

regionale bedrijven, instellingen en lokale overhe-

den. Gerard Krikken, programmamanager

Regionaal Investeringsfonds MBO bij het Alfa-col-

lege: "Het Regionaal Co-Makership is gericht op het

maken van een optimale aansluiting tussen arbeids-

markt en het onderwijs. Te lang is daar in het

verleden sprake geweest van een kloof, minder in de

theoretische kennis als wel in de praktijk. Natuur-

lijk wordt elk beroep vooral in de praktijk geleerd,

maar het moderne bedrijfsleven kan daar niet lan-

ger mee uit de voeten. Bedrijfsvoering in de 21ste

eeuw vraagt om optimaal voorbereide schoolverla-

ters, die soepel de beroepspraktijk instromen."

Regionaal Co-Makership is een vervolg op twee eer-

der vergelijkbare initiatieven: de pilot ReCoMaLab

en activiteiten binnen het project Value beyond the

Valley. Vanuit het dubbellectoraat 'Duurzame inno-

vatie in de regionale kenniseconomie' van

Alfa-college en Stenden Hogeschool, zijn destijds de

eerste innovatievraagstukken in de regio ontwik-

keld. Werken en leren raken steeds meer met elkaar

verweven. Het beroepsonderwijs zal eerder de werk-

praktijk betreden en werkenden blijven langer leren.

Hiervoor zijn nieuwe combinaties van leren en wer-

ken nodig, waarbij beroepsonderwijs en

bedrijfsleven strategische partnerschappen aan

moeten gaan. Samenwerkingsverbanden die verder

gaan dan de huidige onderwijsrelatie met de onge-

veer 10.000 stagebedrijven.

Centraal binnen het Regionaal Co-Makership model

staat het uitvoeren van innovatieve en échte prak-

tijkopdrachten uit het bedrijfsleven door de

mbo-leerlingen, ondersteund door betrokken en

actieve ondernemers. Leerlingen uit diverse disci-

plines werken aan zo'n opdracht, in samenwerking

met hbo-studenten. Krikken: "De opzet is dat de

grenzen tussen school en werkveld vervagen. De

bedrijven komen -bijvoorbeeld voor het verzorgen

van gastlessen door mensen uit de praktijk- naar de

scholen en het onderwijs komt naar het bedrijfsle-

ven. Op die manier krijg je een vruchtbare en

noodzakelijke wisselwerking tussen praktijk en

onderwijs: het 'lerend netwerk'."

De ervaringen met ReCoMaLab en Value beyond the

Valley resulteerden onder andere in het opstellen

van een energiemaatwerkadvies door leerlingen van

het Alfa-college voor het multifunctioneel centrum

De Bosrand in Hoogersmilde en het participeren in

de ontwikkeling van De Zorgvilla in Veenoord. Bij

dat laatste project inventariseerden leerlingen mbo

van het Alfa-college en hbo-studenten van Stenden

Hogeschool hoe Zorg en Welzijn elkaar konden ver-

sterken en welke activiteiten voor de daginvulling er

georganiseerd konden worden. Inmiddels draait er

in De Zorgvilla een volwaardig leerwerktraject.

"Het mes snijdt aan alle kanten: leerlingen uit ver-

schillende disciplines en van verschillende niveaus

werken met elkaar aan opdrachten waar het

bedrijfsleven werkelijk behoefte aan heeft. Ze leren

niet alleen welke expertise ze zelf mee moeten bren-

gen, maar ook hoe een bedrijf in de praktijk

functioneert en wat daar allemaal bij komt kijken.

Het maakt ze kortom, bewuster en gemotiveerder

voor het vakgebied waarvoor ze worden opgeleid. Ze

weten namelijk al voordat ze eindexamen gaan doen

of ze aan de eisen van het bedrijfsleven kunnen vol-

doen. Dat voorkomt teleurstellingen aan beide

kanten."

alfa-college.nl

BUIST SOLAR TECHNOLOGIE

Specialisten in zonne-energie

DEELPROJECTEN:ReCoMa 2.0

Praktijk Instituut Techniek (PIT)

AC Duurzaam

ICT Academy

Oplaadpunt Het Klooster

Oplaadpunt Hunebedcentrum / Geopark De

Hondsrug

Werkplaats Entree

Vitaal Vechtdal Academie

Binnen het Regionaal Co-Makership worden acht

innovatieprojecten doorontwikkeld. Elk project

heeft een verschillende achtergrond, regionale set-

ting en ambities. Bij alle projecten zijn Healthy

Ageing, Energie/Duurzaamheid en Ondernemer-

schap echter de speerpunten. Naast het

Alfa-college, Stenden Hogeschool en Hanze Hoge-

school participeren zo'n 75 partners uit het

bedrijfsleven en lokale overheden in de regio's

Groningen, Drenthe en Noord-Overijssel in het

Regionaal Co-Makership.

ALFA-COLLEGE

Subliem samen-werkingsverband

De Zorgvilla

Gerard Krikken

Installatietechniek

Monteur-mechatronica

Page 8: DvhN High Tech & Innovatie Special

Wanneer inkopende organisaties leren om een vraag te stellen aan leveranciers in plaats van “stan-daard” producten aam de markt tevragen wordt innovatie gestimu-leerd.

Een voorbeeld:Een provincie in Nederland was opzoek naar een

methode om op het wegennet gladheid te vermin-

deren. Door innovatief in te kopen en een voor

Nederland nieuw soort asfalt (met een verlaagt vries-

punt) in te kopen hoeft er minder gestrooid te wor-

den.

Dit nieuwe asfalt is 40% goedkoper in aanleg, levert

een bijdrage van

20% aan CO2

reductie en heeft

minder onder-

h o u d s k o s t e n ,

dan de oplossing

die de provincie

in eerste instan-

tie zelf voor ogen

had.

Een tweede voor-

beeld is een ge-

meente die ver-

lichting voor een tunnel vraagt in plaats van dat er

standaard verlichting wordt ingekocht. De stad kreeg

vernieuwende en slimme stadsverlichting: verlich-

ting die (pas) aangaat als je door een tunnel fietst of

rijdt (maar ook weer uit als er niemand rijdt).

Maar ook bij het inkopen van zorg kan innovatie

worden gestimuleerd. Tegenwoordig wordt er in de

zorg veelal ingekocht en betaald naar geleverde en

aangetoonde prestaties en niet meer betaald naar het

aantal verrichtingen. Eigenlijk logisch. Maar nog

niet zo lang de praktijk.

Innovatief inkopen kan veel opleveren maar vraagt

een andere blik en het lef om zaken eens anders aan

te pakken.

Hoe kan je innovatie inkopen?De eerste stap vereist dat je als inkopende partij je

heel goed af vraagt waarom je eigenlijk iets wilt

kopen en wanneer je blij zal zijn met hetgeen je gaat

kopen. Daarbij is belangrijk dat je je realiseert dat

leveranciers veel meer verstand van zaken en ideeën

hebben over het de kopen product of de aan te schaf-

fen dienst dan jij. Daarom: laat je adviseren. Ver-

tel de leverancier(s) je probleem en laat deze met een

oplossing komen. Bedenk het niet zelf. Alleen zo kan

je een (onverwacht) betere oplossing aangereikt krij-

gen dan je zelf hebt bedacht. Maar…dit vraagt wel

wat van een organisatie.

Veel organisaties zijn gewend zelf een oplossing te

bedenken en deze door de markt te laten leveren. We

zijn niet gewend ons door de markt innovatief te la-

ten bedienen.

Daarom is het

verstandig om bij

de introductie

van een innova-

tieve aanpak be-

geleiding te orga-

niseren.

Van Hes Project-

management be-

geleid al meer

dan 5 jaar bedrij-

ven en overhe-

den bij het inno-

vatief inkopen. Wij begeleiden van start tot

oplevering een inkoop-traject. Dat kan een viaduct of

vispassage zijn, de levering van koffie en/of thee of

schoonmaakdiensten. Kortom alles wat in te kopen

valt tot en met onderhoudscontracten voor gebou-

wen of wegen. Het proces om innovatief in te kopen

dat Van Hes Projectmanagement gebruikt is duide-

lijk en vastomlijnd. Door de gedegen voorbereiding

helpen wij uw organisatie om voorgeschreven

oplossingen los te laten en nieuwe mogelijkheden te

ontdekken. Al meer dan 50 organisaties zijn u voor-

gegaan!

Bent u nieuwsgierig geworden? Neem contact met

ons op om te kijken wat wij voor u kunnen beteke-

nen.

Kijk voor meer informatie opwww.vanhesprojectmanagement.nl

High Tech & Innovatie special

Durf, toonaangevend onderzoek,voortdurend ontwikkelend studie-aanbod en verbindingen metwetenschap, het bedrijfsleven en(very) young potentials; ziedaar desuccesfactoren van de FaculteitWiskunde en Natuurwetenschap-pen van de RUG. Het ENGineeringand TEchnology institute Gronin-gen (ENTEG) en de wetenschaps-karavaan Science LinX zijn tweeuithangborden van de faculteit…

Met een indrukwekkende set opleidingen, waarbij

wetenschappen als bedrijfskunde, chemie, natuur-

kunde, wiskunde en biologie worden gekoppeld aan

engineering, heeft ENTEG nationaal en internatio-

naal een unieke, toonaangevende plaats veroverd.

Het onderzoeks- en onderwijsinstituut werkt samen

met andere faculteiten én het bedrijfsleven om het

fundamentele en engineering-onderzoeksterrein

(‘waar technische toepassingsmogelijkheden zijn, is

ENTEG’, lijkt het motto) te verdiepen en te verbre-

den. “Daar plukken zowel studenten als

samenwerkende bedrijven vruchten van”, zegt prof.

dr. ir. Jacquelien Scherpen, directeur van ENTEG.

“Studenten doen veel kennis, vaardigheden en con-

tacten op, terwijl research & development voor de

samenwerkende bedrijven efficiënt en betaalbaar

wordt. We werken samen met de op Noord-Neder-

land gerichte taskforce High Tech Systems &

Materials (www.htsm-nn.nl - red.), hebben nauwe

contacten met het innovatiecluster Drachten en

werken samen met tal van andere kennisinstituten,

multinationals en MKB-bedrijven. Daarmee leveren

we een bijdrage aan de kenniseconomie in het Noor-

den en versterken we de positie van onze faculteit.”

Met de komst van een nieuw Engineering Center en

verdere uitbreiding van het studieaanbod met

Mechanical Engineering/Advanced Instrumenta-

tion en Systems and Control (regeltechniek) worden

ook de werelden van, bijvoorbeeld, ruimtevaart en

medische technologie betreden. Scherpen: “ENTEG

kijkt over de grenzen van vakgebieden en facultei-

ten heen en staat open voor nieuwe

onderzoeksvelden en nieuwe samenwerkingsvor-

men. Door het ontwikkelen en delen van nieuwe,

excellente kennis, kunnen we onze steeds sterkere

positie op gebied van engineering verder uitbou-

wen.”

Science LinX; voor leerlingen en scholenTerwijl de engineering opleidingen van de RUG

onder het bedrijfsleven en vakbroeders het nodige

aanzien genieten, is het

zaak om dit ook onder

de aandacht te brengen

van studenten-in-de

dop; scholieren in de

bovenbouw van het vwo

met een stevig ontwik-

kelde bètaknobbel of

technische interesse. Zij

zijn de wetenschappers

en engineers van de

toekomst, dus is het

zaak om ze zo vroeg

mogelijk te interesseren

voor een studie die hun

interesse heeft. De

faculteit zet daarvoor

Science LinX in; een

science center dat met ten-

toonstellingen, een science

truck, master classes, web-

klassen en symposia

Noord-Nederland door-

kruist en leerlingen en

docenten creatief in aanra-

king brengt met het

vakgebied. Voor scholieren

koppelt Science LinX

natuurwetenschap en tech-

nologie aan het dagelijkse

leven met games, visualisa-

ties en gadgets, voor

docenten en decanen is Sci-

ence LinX de motor achter

Netwerk Noord, dat VO-

docenten ondersteunt bij

het inspirerend overdragen van kennis én het inte-

resseren van scholieren voor techniek en

wetenschap. “In Noord-Nederland is veel vraag naar

goed opgeleid technisch personeel”, zegt Science

LinX-‘aanvoerder’ Bart van de Laar. “Door te laten

zien dat techniek altijd mensenwerk is en enorm

veel interessante en nuttige aspecten kent, kunnen

we geïnteresseerde scholieren, docenten en het

bedrijfsleven een stuk dichter bij elkaar brengen.”

Voor meer informatiewww.rug.nl/research/entegwww.rug.nl/sciencelinx

RIJKSUNIVERSITEIT GRONINGEN

Engineering en RUG; toonaangevend voor leerlingen èn studenten

Jacquelien Scherpen

Ze hebben recent voor NKL Con-tactlenzen, producent van zachte enharde maatwerklenzen in Emmen,een geavanceerde machine ontwik-keld en vervaardigd voor het inpak-ken van lenzen in kunststofhouders.Een technisch hoogstandje vanStevens Engineering uit datzelfdeEmmen en een specialist in het bie-den van een totaaloplossing voor deopdrachtgever.

Tekst: Fred Ootjers

Stevens Engineering is een onafhankelijk technisch

ontwerp- en adviesbureau en werkt met multidisci-

plinaire teams in PMG’s (Product Markt Groepen).

Zo is zij actief binnen Documentbeheer & Datama-

nagement, Process & Energy, Food & Pharma en

Manufacturing & Machinery. Teamleider van de

laatstgenoemde PMG is Jan Grootjans. "Voor de

maakindustrie ontwerpen wij speciaalmachines en

systemen voor het testen en assembleren van pro-

ducten. Wij ontwikkelen bijvoorbeeld voor de vesti-

ging van Philips in Drachten al jaren lang apparatuur

die wereldwijd wordt toegepast in de Senseo-pro-

ductie. In een vroeg stadium worden wij betrokken

bij de ontwikkeling door mee te denken over efficiënt

produceren. Om de ambities van de klant te kunnen

realiseren werken wij nauw samen met leveranciers

en onze klant."

Vanuit het samenwerkingsverband SKS werkt

Stevens Engineering al jaren met diverse partners die

de ontwerpen kunnen bouwen, installeren, onder-

houden en beheren. Grootjans: "Om het hele proces

van ontwerp tot en met installatie en realisatie opti-

maal te beheersen, blijft de ontwerper nauw betrok-

ken bij de bouw van de machine. Een representatief

voorbeeld is de machine die we voor NKL in Emmen

hebben ontwikkeld. Bij NKL worden klantspecifieke

zachte en harde contactlenzen gemaakt in aantallen

van honderdduizenden exemplaren per jaar. Die

werden tot voor kort allemaal met de hand ingepakt

voor verzending naar de opticiens. Een arbeidsin-

tensief werk, met altijd het risico dat er iets fout kan

gaan. Bijvoorbeeld dat een lens niet overeenkomt

met de informatie van de barcode die op het len-

zendoosje staat."

Met inzet van vision-

technologie ontwikkelde

Stevens Engineering niet

alleen een machine die

elke tien seconden een

hermetisch geseald len-

zendoosje met inhoud af-

levert, maar garandeert

ook dat de juiste lens in

het juiste doosje zit.

Beide hightech bedrijven

hebben sterke focus op

innovatie. "Bovendien …

samen zijn we sterk in

het leveren van maat-

werk!"

www.stevens.nl

STEVENS ENGINEERING

‘De kracht van maatwerk’

Bart van der Linden, Technisch Directeur NKL en Jan Grootjans, Teamleider Stevens Engineering bij de lenzen verpakkingsmachine.

Kan een innovatieve inkoopmethodewaarde toevoegen en/of kosten verlagen? Het antwoord is ja! Lees hier hoe dat kan

Susan van Hes Jan Hutten