Agri & Food Special DvhN

8
Om trots op te zijn De agri & food sector is een belangrijke pijler on- der de Nederlandse economie. Ze zorgt voor ongeveer 10% van ons nationaal inkomen, 10% van de werkgelegenheid, 25% van de export en meer dan 50% van ons exportoverschot. Zonder de sector zou Nederland een importerend land zijn. Babymelkpoeder is zelfs het grootste ex- portproduct van alles wat Nederland exporteert. Wereldwijd onderzoek noemt ons het beste voedselland ter wereld, met het meest gevari- eerde, betaalbare en voedselrijke dieet. Gewel- dig. Iets om oprecht trots op te zijn! Dankzij een hoge productie per hectare en per dier en een zeer efficiënte toeleverende en ver- werkende industrie, produceert Nederland het voedsel ook nog eens met de kleinste footprint, dat wil zeggen met de minste grond en grond- stoffen per kg product en met de minste uitstoot aan broeikasgassen. En dit alles tegen de inter- nationaal hoogste standaarden voor kwaliteit, voedselveiligheid en dierenwelzijn Een presta- tie van formaat, waarvoor de hele wereld naar ons komt kijken, van ons wil kopen en van ons wil leren. Als Topsector Agri & Food is het onze ambitie deze mondiale toppositie verder uit te bouwen en te versterken. Want het kan altijd beter. Denk alleen al aan wat het digitale tijdperk ons nog al- lemaal zal gaan brengen. Slimme technologie waarmee we ziekten in planten en dieren eerder kunnen ontdekken, machines waarmee we nog nauwkeuriger het land kunnen bewerken en de gewassen kunnen oogsten en e-commerce plat- forms waarmee de consument rechtstreeks en wereldwijd in contact kan komen met de pro- ducent en zo op maat kan worden bediend. Een fantastisch perspectief voor een wereld, waarin de komende decennia de vraag naar voedsel nog gaat verdubbelen. Als Topsector hebben we samen met de regio’s het initiatief genomen, om mooie voorbeelden en nieuwe ontwikkelingen eenmaal per jaar in de etalage te zetten, en wel tijdens de Dutch Agri Food Week. Dit initiatief is vorig jaar op- gestart en vindt dit jaar plaats van 12 – 25 ok- tober. Voor iedereen en in het hele land. Doe mee en kijk voor meer informatie op www.dafw.nl. Aalt Dijkhuizen Voorzitter Topsector Agri & Food Voorwoord Het gegeven: een boer die niet tevreden was met zijn draaimelkstal en over de hele wereld ging kijken of het niet beter kon. Die uitein- delijk tot een concept kwam en op zoek ging naar iemand die begreep wat hij wilde en zijn idee kon uitwerken. Het resultaat: een innovatieve zij-aan-zij binnenmelker, waarin één man in één uur maar liefst 160 koeien kan melken. Op z'n gemak. Tekst: Fred Ootjers De boer was Pieter Schouten, de man die voor de uit- werking zorgde Tjark Hulst, van Hulst Innovatie in Westeremden. Een bedrijf dat vooral werkzaam is in de offshore-industrie, onder andere het vervaardigen van draaiende platforms. "Die kennis van draaiende platforms kwam zeer goed van pas bij de ontwikke- ling van de draaimelkstal. Voor de niet-ingewijden: de draaimelkstal is een roterende stal in de vorm van een carrousel. De koe loopt de stal aan de buitenzijde van de ring binnen en staat dus met de achterpoten naar het centrum. Het melken gebeurt vervolgens tussen de achterpoten door." "Het grote voordeel van de door ons ontwikkelde draaimelkstal -die we 3C (Cows, Comfort, Capacity) hebben gedoopt- is de hoge capaciteit. Die wordt be- reikt door de vlotte manier van binnenlopen van de koeien, het snel innemen van hun plaats en het ver- nuftige systeem van wegdraaiende voederbakken. Het grote voordeel voor de boer is dat hij het melken dus met één man af kan, wat een aanzienlijke be- sparing op de loonkosten betekent. Daarnaast is de arbeidsbelasting laag en is de stal zeer eenvoudig in gebruik. Maar ook en vooral heeft de koe er zelf voordeel van. Ze kan makkelijk in- en uitlopen, staat direct goed op haar plek, kan lekker aan het vreten gaan en loopt ná de melkbeurt in één rechte lijn de stal uit, zonder obstakels onderweg." De 3C draaimelkstal is leverbaar in meerdere uit- voeringen met verschillende aantallen standen en elke stal wordt door Hulst Innovatie door eigen mensen in het eigen bedrijf geproduceerd, opge- bouwd en gecontroleerd. De stal vraagt relatief wei- nig ruimte: de 36 stands carrousel heeft slechts een buitendiameter van 12,5 meter, de 50-stands maar 15 meter. Daarmee past de 3C carrousel in bijna elke doorloopstal die aan vervanging toe is. Hulst Innovatie Vierburenweg 9, Westeremden T (0596) 551 895 E [email protected] I www.3ccarrousel.com Samen sta je sterk. Samen bereik je meer. Het verband van foodbedrijven in Noord- Nederland 'Innexus' werkt samen met hogescholen en overheid aan de ontwik- keling van nieuwe voedingsconcepten en diensten. De bedrijven nemen daar ac- tief in deel en geven hieraan richting van- uit de marktvraag. Daarbij is het totaal méér dan de som van de afzonderlijke delen, juist door de focus op innovatie en onderwijs. Zo nemen bedrijven samen met scholen verantwoordelijkheid voor het ontwikkelen van gezonde en duur- zame voeding Tekst: Fred Ootjers De foodbedrijven die zich in Noord-Nederland hebben aangesloten bij Innexus, behoren tot het MKB. "Krap tien jaar geleden is het initiatief INNEXUS Verbinden en inspireren LTO NOORD DRENTHE 'Laat zien waar je als boer mee bezig bent' LTO NOORD GRONINGEN 'Samen sta je sterker en kom je tot meer' "We maken overuren om uit te leggen waar we mee bezig zijn", lacht Arend Steenbergen, voor- zitter LTO Noord Drenthe. Een open en transparante communi- catie aangaan met iedereen die op wat voor manier dan ook be- trokken is bij of betrokkenheid toont met de landbouw, is een van de speerpunten waarvoor Arend zich graag het vuur uit de sloffen loopt. Tekst: Fred Ootjers "Als LTO Noord staan we midden in de maatschappij", vertelt Arend. "We zien veel moties en emoties voorbij- komen. We staan op de bres voor de belangen van onze leden en dragen de boodschap met enthousiasme uit: Een boer is trots op waar hij mee bezig is en de bijdrage die hij levert aan de Nederlandse voedselvoorziening en economie. Een trots die hij graag deelt met de omgeving waarin hij leeft. Hij weet heel goed van de -juiste of on- juiste- denkbeelden van burgers over de branche en hij doet daar iets mee. Hoe? Door zelf het contact te zoeken met de mensen. Ze hebben er recht op om te weten wat er op zijn bedrijf gebeurt, omdat ze immers vaak de af- nemers zijn van de producten die hij als ondernemer voortbrengt." Lees verder op pagina 4 Verbinding leggen tussen ver- schillende belangen. Wat Alma den Hertog betreft, sinds april 2015 voorzitter LTO Noord Gro- ningen, een van de uitdagingen waar de Groninger landbouw voor staat. Tekst: Fred Ootjers De Groninger landbouw bloeit. Een prestatie die gevestigd is op een tradi- tie van succesvol boeren en ook bij burgers en buitenlui respect afdwingt. Hoe is dat succes te verklaren? "Vooral door lang vooruit te denken", aldus Alma. "En ook: kansen benutten door creatief te denken. Praat je over crea- tief denken, dan hebben we het over innovatie. Die niet alleen de bodem vormt onder een gezonde economie, maar ook ruimte geeft aan zaken als nieuwe toepassingen van producten, dierwelzijn, milieu en wetenschappe- lijk onderzoek. Zaken die verder rei- ken dan alleen het belang van de boe- ren, maar ook die van burgers en het platteland raakt." "We maken ons sterk voor de noorde- lijke regio en met samenwerken kom je het verst. Dat geldt voor ons als in- dividuele ondernemer ook. We hebben het goed en gezellig met de buren, ze weten waar we mee bezig zijn en we helpen elkaar als er ergens een Lees verder op pagina 4 Vergadering met Jan Buining, bestuursvoorzitter Innexus, over 'Bedrijven praten samen over innovatie' Lees verder op pagina 4 Agri & Food special HULST INNOVATIE De meest uitgekiende draaimelkstal Lees verder op pagina 7 COWHOUSE INTERNATIONAL Denken vanuit de koe Colofon Een uitgave gemaakt door Multiplus BV, i.o.v. NDC Mediagroep Multiplus BV Stationsweg 21 • 9201 GG Drachten T 0512- 20 41 00 E [email protected] Uitgavemanagement: Siebrand Osinga, Alexander Zijlstra Redactie + Fotografie: Miriam Nooi, Fred Ootjers Bureau Peer, Henk Poker Deelnemers zelf Opmaak: Maurice de Jong

description

 

Transcript of Agri & Food Special DvhN

Page 1: Agri & Food Special DvhN

Om trots op te zijnDe agri & food sector is een belangrijke pijler on-

der de Nederlandse economie. Ze zorgt voor

ongeveer 10% van ons nationaal inkomen, 10%

van de werkgelegenheid, 25% van de export en

meer dan 50% van ons exportoverschot. Zonder

de sector zou Nederland een importerend land

zijn. Babymelkpoeder is zelfs het grootste ex-

portproduct van alles wat Nederland exporteert.

Wereldwijd onderzoek noemt ons het beste

voedselland ter wereld, met het meest gevari-

eerde, betaalbare en voedselrijke dieet. Gewel-

dig. Iets om oprecht trots op te zijn!

Dankzij een hoge productie per hectare en per

dier en een zeer efficiënte toeleverende en ver-

werkende industrie, produceert Nederland het

voedsel ook nog eens met de kleinste footprint,

dat wil zeggen met de minste grond en grond-

stoffen per kg product en met de minste uitstoot

aan broeikasgassen. En dit alles tegen de inter-

nationaal hoogste standaarden voor kwaliteit,

voedselveiligheid en dierenwelzijn Een presta-

tie van formaat, waarvoor de hele wereld naar

ons komt kijken, van ons wil kopen en van ons

wil leren.

Als Topsector Agri & Food is het onze ambitie

deze mondiale toppositie verder uit te bouwen

en te versterken. Want het kan altijd beter. Denk

alleen al aan wat het digitale tijdperk ons nog al-

lemaal zal gaan brengen. Slimme technologie

waarmee we ziekten in planten en dieren eerder

kunnen ontdekken, machines waarmee we nog

nauwkeuriger het land kunnen bewerken en de

gewassen kunnen oogsten en e-commerce plat-

forms waarmee de consument rechtstreeks en

wereldwijd in contact kan komen met de pro-

ducent en zo op maat kan worden bediend. Een

fantastisch perspectief voor een wereld, waarin

de komende decennia de vraag naar voedsel

nog gaat verdubbelen.

Als Topsector hebben we samen met de regio’s

het initiatief genomen, om mooie voorbeelden

en nieuwe ontwikkelingen eenmaal per jaar in

de etalage te zetten, en wel tijdens de Dutch

Agri Food Week. Dit initiatief is vorig jaar op-

gestart en vindt dit jaar plaats van 12 – 25 ok-

tober. Voor iedereen en in het hele land. Doe

mee en kijk voor meer informatie op

www.dafw.nl.

Aalt Dijkhuizen

Voorzitter Topsector Agri & Food

Voorwoord

Het gegeven: een boer die niet tevreden wasmet zijn draaimelkstal en over de hele wereldging kijken of het niet beter kon. Die uitein-delijk tot een concept kwam en op zoek gingnaar iemand die begreep wat hij wilde enzijn idee kon uitwerken. Het resultaat: eeninnovatieve zij-aan-zij binnenmelker, waarinéén man in één uur maar liefst 160 koeienkan melken. Op z'n gemak.

Tekst: Fred Ootjers

De boer was Pieter Schouten, de man die voor de uit-

werking zorgde Tjark Hulst, van Hulst Innovatie in

Westeremden. Een bedrijf dat vooral werkzaam is in

de offshore-industrie, onder andere het vervaardigen

van draaiende platforms. "Die kennis van draaiende

platforms kwam zeer goed van pas bij de ontwikke-

ling van de draaimelkstal. Voor de niet-ingewijden:

de draaimelkstal is een roterende stal in de vorm van

een carrousel. De koe loopt de stal aan de buitenzijde

van de ring binnen en staat dus met de achterpoten

naar het centrum. Het melken gebeurt vervolgens

tussen de achterpoten door."

"Het grote voordeel van de door ons ontwikkelde

draaimelkstal -die we 3C (Cows, Comfort, Capacity)

hebben gedoopt- is de hoge capaciteit. Die wordt be-

reikt door de vlotte manier van binnenlopen van de

koeien, het snel innemen van hun plaats en het ver-

nuftige systeem van wegdraaiende voederbakken.

Het grote voordeel voor de boer is dat hij het melken

dus met één man af kan, wat een aanzienlijke be-

sparing op de loonkosten betekent. Daarnaast is de

arbeidsbelasting laag en is de stal zeer eenvoudig in

gebruik. Maar ook en vooral heeft de koe er zelf

voordeel van. Ze kan makkelijk in- en uitlopen, staat

direct goed op haar plek, kan lekker aan het vreten

gaan en loopt ná de melkbeurt in één rechte lijn de

stal uit, zonder obstakels onderweg."

De 3C draaimelkstal is leverbaar in meerdere uit-

voeringen met verschillende aantallen standen en

elke stal wordt door Hulst Innovatie door eigen

mensen in het eigen bedrijf geproduceerd, opge-

bouwd en gecontroleerd. De stal vraagt relatief wei-

nig ruimte: de 36 stands carrousel heeft slechts een

buitendiameter van 12,5 meter, de 50-stands maar

15 meter. Daarmee past de 3C carrousel in bijna

elke doorloopstal die aan vervanging toe is.

Hulst InnovatieVierburenweg 9, Westeremden

T (0596) 551 895

E [email protected]

I www.3ccarrousel.com

Samen sta je sterk. Samen bereik je meer.Het verband van foodbedrijven in Noord-Nederland 'Innexus' werkt samen methogescholen en overheid aan de ontwik-keling van nieuwe voedingsconcepten endiensten. De bedrijven nemen daar ac-tief in deel en geven hieraan richting van-uit de marktvraag. Daarbij is het totaalméér dan de som van de afzonderlijkedelen, juist door de focus op innovatie enonderwijs. Zo nemen bedrijven samenmet scholen verantwoordelijkheid voorhet ontwikkelen van gezonde en duur-zame voeding

Tekst: Fred Ootjers

De foodbedrijven die zich in Noord-Nederland

hebben aangesloten bij Innexus, behoren tot het

MKB. "Krap tien jaar geleden is het initiatief

INNEXUS

Verbindenen inspireren

LTO NOORD DRENTHE

'Laat zien waarje als boer meebezig bent'

LTO NOORD GRONINGEN

'Samen sta jesterker en komje tot meer'

"We maken overuren om uit teleggen waar we mee bezig zijn",lacht Arend Steenbergen, voor-zitter LTO Noord Drenthe. Eenopen en transparante communi-catie aangaan met iedereen dieop wat voor manier dan ook be-trokken is bij of betrokkenheidtoont met de landbouw, is eenvan de speerpunten waarvoorArend zich graag het vuur uit desloffen loopt.

Tekst: Fred Ootjers

"Als LTO Noord staan we midden in

de maatschappij", vertelt Arend. "We

zien veel moties en emoties voorbij-

komen. We staan op de bres voor de

belangen van onze leden en dragen de

boodschap met enthousiasme uit: Een

boer is trots op waar hij mee bezig is

en de bijdrage die hij levert aan de

Nederlandse voedselvoorziening en

economie. Een trots die hij graag deelt

met de omgeving waarin hij leeft. Hij

weet heel goed van de -juiste of on-

juiste- denkbeelden van burgers over

de branche en hij doet daar iets mee.

Hoe? Door zelf het contact te zoeken

met de mensen. Ze hebben er recht

op om te weten wat er op zijn bedrijf

gebeurt, omdat ze immers vaak de af-

nemers zijn van de producten die hij

als ondernemer voortbrengt."

Lees verder op pagina 4

Verbinding leggen tussen ver-schillende belangen. Wat Almaden Hertog betreft, sinds april2015 voorzitter LTO Noord Gro-ningen, een van de uitdagingenwaar de Groninger landbouwvoor staat.

Tekst: Fred Ootjers

De Groninger landbouw bloeit. Een

prestatie die gevestigd is op een tradi-

tie van succesvol boeren en ook bij

burgers en buitenlui respect afdwingt.

Hoe is dat succes te verklaren? "Vooral

door lang vooruit te denken", aldus

Alma. "En ook: kansen benutten door

creatief te denken. Praat je over crea-

tief denken, dan hebben we het over

innovatie. Die niet alleen de bodem

vormt onder een gezonde economie,

maar ook ruimte geeft aan zaken als

nieuwe toepassingen van producten,

dierwelzijn, milieu en wetenschappe-

lijk onderzoek. Zaken die verder rei-

ken dan alleen het belang van de boe-

ren, maar ook die van burgers en het

platteland raakt."

"We maken ons sterk voor de noorde-

lijke regio en met samenwerken kom

je het verst. Dat geldt voor ons als in-

dividuele ondernemer ook. We hebben

het goed en gezellig met de buren, ze

weten waar we mee bezig zijn en we

helpen elkaar als er ergens een

Lees verder op pagina 4

Vergadering met Jan Buining, bestuursvoorzitter Innexus, over 'Bedrijven praten samen over innovatie'

Lees verder op pagina 4

Agri & Food specialHULST INNOVATIE

De meest uitgekiendedraaimelkstal

Lees verder op pagina 7

COWHOUSE INTERNATIONAL

Denken vanuit de koe

ColofonEen uitgave gemaakt door Multiplus BV,i.o.v. NDC Mediagroep

Multiplus BVStationsweg 21 • 9201 GG DrachtenT 0512- 20 41 00E [email protected]

Uitgavemanagement:Siebrand Osinga, Alexander Zijlstra

Redactie + Fotografie:Miriam Nooi, Fred OotjersBureau Peer, Henk PokerDeelnemers zelf

Opmaak: Maurice de Jong

Page 2: Agri & Food Special DvhN

Weten wat je eet. Maarvooral: weten waar hetvandaan komt. Wetenvan het verhaal achterde aardappel op jebord, het stukje vlees,de groente en de yog-hurt met aardbeien ná.We worden ons steedsbewuster van wat weeten, ook in het restau-rant. Een gegeven waarBidvest Deli XL met hetunieke concept Vers24/7 alert en creatief opinspeelt.

Tekst: Fred Ootjers

De voortgaande globalisering

maakt van de hele wereld letter-

lijk één markt. We kunnen ons

voor wat betreft voedingsmidde-

len oriënteren op de meest uit-

heemse producten,

afkomstig uit de meest ver

weg gelegen landen. Een

goede en positieve ontwik-

keling, maar het maakt

ook dat we steeds meer

vervreemden van dat

'vreemde' eten. Gaven we

er ons eerder zonder voor-

behoud aan over, de trend

is nu dat we willen weten

wat we eten, waar het van-

daan komt en onder welke

condities het is gegroeid of

samengesteld.

Een en ander maakt dat de

consument steeds vaker

en intensiever op zoek is

naar eerlijke en gezonde

producten uit de streek.

Peter Terwindt, manager

Vers 24/7: "Bidvest Deli

XL is leverancier voor de

horeca en catering. Om in

te spelen op de vraag van

de consumenten en daar-

aan gekoppeld die van de

restauranthouders, hebben we

het marktplatform Vers 24/7 ont-

wikkeld. Een online markt waar

aanbieders van streekproducten

en de afnemers -lees: horeca- el-

kaar treffen. Vergelijkbaar met

een traditionele markt, van ouds-

her dé ontmoetingsplek voor ver-

kopers en kopers."

Die aanbieders bestaan bijvoor-

beeld uit boeren, telers, slagers en

kaasmakers die op een eerlijke en

authentieke manier met hun be-

drijf bezig zijn. "Dat kan biolo-

gisch zijn, maar dat is geen

vereiste. Om in aanmerking te

komen als leverancier, dienen ze

echter wel over de vereiste certifi-

caten te beschikken, gericht op

duurzaam ondernemen. We heb-

ben Nederland opgedeeld in tien

regio's, waarbinnen zo'n 120 vers-

specialisten actief zijn. Die bieden

hun waren online aan, aangevuld

met het verhaal achter elk pro-

duct."

"Hoe werkt het in de praktijk?

Stel je bent chef-kok in een res-

taurant in de provincie Gronin-

gen en je wilt graag gaan koken

met streekproducten. Maar a. je

weet niet wie bij jou in de buurt

streekproducten levert, b. je weet

niet hoe je ze geleverd kunt krij-

gen en c. je hebt eigenlijk hele-

maal geen tijd om je met de

rompslomp van het uitzoeken

bezig te houden. Dan biedt Vers

24/7 de uitkomst, want het is dé

plek voor vraag en aan-

bod. Zodoende is de

chef-kok ontzorgd en

snijdt het mes aan twee

kanten: hij kan zeggen

dat hij kookt met streek-

producten en de gast

krijgt waar hij of zij om

vraagt: producten direct

van de bron."

Op dit moment richt

Vers 24/7 zich met haar

streekproducten op

vlees, vis, groente, kaas,

wijn en bier. Binnenkort

wordt het aanbod uitge-

breid met leveranciers

van delicatessen, zoals

chutney's, jams, choco-

lade, koek en gebak en

cruesli. Genoeg redenen

om deze online markt in

de gaten te houden.

www.vers247.nl

Stel, je bent kippen-boer en je wilt je tradi-tionele TL-verlichtingvervangen door LED.Je kijkt eens naar al diearmaturen in de lood-sen en de eerste ge-dachte is: 'Dat ver-vangen gaat mij een ka-pitaal kosten. Duurtjáren voordat ik die in-vestering heb terugver-diend. Dat doen we dusmaar niet.'

Tekst: Fred Ootjers

"Een misverstand", weet Ste-

phan Peijer van JP LED uit

Veendam. "Ik kan die kippen-

boer maar één advies geven: het

wél doen. Wat veel mensen na-

melijk niet weten is dat met de

nieuwste LED-verlichting ruim

95 procent van de armaturen ge-

woon kunnen blijven zitten. Het

is simpel een kwestie van de lam-

pen vervangen, wat draadjes om-

zetten en de starter wisselen. De

winst? Weinig arbeidsuren voor

het doen vervangen van de lam-

pen, een veel zuiniger, duurza-

mer en betere verlichting én een

snelle terugverdientijd."

Stephan zit al ruim 25 jaar in de

verlichting, werkt sinds 2002

voor zichzelf en heeft zich de

laatste jaren gespecialiseerd in

de talloze mogelijkheden van

LED-verlichting. "Niet alleen

voor het gebruik in stallen is het

ideaal, maar ook voor gebruik in

de foodsector. LED-lampen vol-

doen namelijk aan de zeer

strenge HACCP regels, die de

voedselveiligheid moeten waar-

borgen. Het laatste wat je in een

productieproces van bijvoor-

beeld levensmiddelen kunt ge-

bruiken, is dat er een lamp knapt

en het glas op de productielijn te-

recht komt. Bij de conventionele

verlichting moet de armatuur dat

ondervangen, met als gevolg

lichtverlies. Een LED-lamp is ge-

maakt van kunststof en kán he-

lemaal niet springen. Super vei-

lig dus."

En een LED-lamp kun je gewoon

24 uur laten branden, ook in

ruimtes tot -25 graden. "Zelfs al

branden ze continu, dan nog

gaan ze 4 tot 5 keer langer mee

dan een TL-lamp. Ik heb het

eens uitgerekend: in de paar jaar

dat ik actief ben in de LED-ver-

lichting, heb ik al voor 5 mega-

watt aan energie bespaard. Dat is

gelijk aan de productie van 2 re-

latief kleine windmolens of

20.000 zonnepanelen. LED-ver-

lichting levert écht alleen maar

voordelen op!"

www.jpled.nl

VERS 24/7

Het streekverhaalachter de pieper enhet speklapjeOp de grens van Fries-

land en Groningen –daar waar aardappel-en uienvelden rijk ver-tegenwoordigd zijn – isPommeq gevestigd. Hetbedrijf is gespeciali-seerd in de levering-op-maat van landbouwma-chines voor de aard-appel- en uienteelt enbedient vanuit het Mun-nekezijl de hele wereld.Efficiency, kwaliteit eninnovatie zijn de waar-den waar Pommeq opstuurt.

Tot 1998 werkte Beeno Oldenhuis

voor diverse landbouwmachine-

fabrikanten en –leveranciers in

het binnen- en buitenland. Net

als veel anderen zag hij de

enorme dichtheid van mechani-

satiebedrijven en het overschot

aan landbouwmachines. “Terwijl

in Nederland een overschot ont-

stond, was in het buitenland veel

vraag naar machines”, herinnert

Oldenhuis zich de start van zijn

eigen onderneming. “Nederland

is op gebied van landbouwme-

chanisatie koploper, terwijl

Noord-Nederland ook nog eens

het centrum is van de aardappel-

en uienteelt. Zo ontstond het idee

om nieuwe en gebruikte machi-

nes voor het zaaien, poten, oog-

sten en verpakken van

aardappelen en uien te gaan ex-

porteren.”

MaatwerkOnder de vlag van Oldenhuis

Export namen de activiteiten een

behoorlijke vlucht. Maar ook in

Nederland ontstond vraag naar

de machines en de kennis van Ol-

denhuis en zijn zes collega’s.

Vanaf 2014 heet het bedrijf Pom-

meq en worden ook Nederlandse

boeren in de regio bediend. “We

zijn innovatief, servicegericht en

hebben over de volle breedte en

diepte expertise in huis”, zegt Ol-

denhuis. “Zo leveren we materi-

aal en onderdelen van gere-

nommeerde fabrikanten als

onder andere Dewulf-Miedema

Areco, Struik, Schouten en Hola-

ras. Het betekent dat we voor ie-

dere opdrachtgever maatwerk

van de hoogste kwaliteit leveren.

Daarnaast doen we onderhoud en

reparatie zowel in onze werk-

plaats, of bij de klant op het erf.”

StuwadoorPommeq is inmiddels ook gespe-

cialiseerd is in het verladen van

landbouwmachines voor vervoer

overzee, inclusief ‘containerise-

ren’ en alle administratie. Olden-

huis: “Dat doen we natuurlijk

allang voor onszelf, maar we wor-

den ook ‘ontdekt’ door collega-be-

drijven en andere partijen die

grote goederen naar het buiten-

land willen vervoeren. Boven Rot-

terdam zijn er nauwelijks

bedrijven die dat doen. Wij weten

hoe het moet, dus waarom zou-

den we dat specialisme niet voor

anderen inzetten?”

www.pommeq.nl

POMMEq

Maatwerk van dehoogste kwaliteit

Buffelfarm Kelder (mozzerela kaas), Coevorden

Klaverweide, Damwoude

Natuurtuin Hummelhus, Oudehorne

Stephan Peijer: 'Wij komen graag langs voor een vrijblijvende (gratis) energiescan voor verlichting'

JP LED

‘Wij verkopen besparing’

Agri & Food special 2

Page 3: Agri & Food Special DvhN

De maatschappij staataan de vooravond vangrote veranderingen.Het kan niemand ont-gaan dat de voorraadfossiele brandstoffenopraakt en de vraagnaar een alternatiefsteeds luider klinkt.Een alternatief dat ge-vonden wordt in de Bi-obased Economy(BBE). Een schone enduurzame vervangingvoor het vervaardigenvan producten, waar-voor men nu nog vaakde vervuilende aardolieals grondstof gebruikt.

Tekst: Miriam Nooi

"Onnodig", aldus Rob van Haren,

vanaf 31 maart dit jaar lector

Transitie Bio-Economie aan de

Hanzehogeschool Groningen. Hij

laat zien dat zowel opleidingen als

bedrijven al flink wat stappen

hebben gezet op het gebied van

duurzaamheid en circulaire eco-

nomie. Daar waar sommige be-

drijven bijvoorbeeld bezig zijn

ondergoed van hennep of brand-

netel te maken en boterhamzak-

jes van mais, gaat de Hanze-

hogeschool Groningen verder.

Rob toont een apparaat, een van

de vele zoals die staan opgesteld

in de hal van Zernike Advanced

Processing Faciliteit in Gronin-

gen, kortweg ZAP. "Extractie op

basis van superkritische CO2

wordt hier gebruikt voor het ont-

trekken van inhoudstoffen uit

planten. Het is een groene extrac-

tie technologie die geen gebruik

maakt van fossiele en giftige op-

losmiddelen. Dat vormt de basis

voor natuurlijke bioceuticals,

ofwel medicijnen, cosmetica of

nutraceuticals. Een paar voor-

beelden: een grondstof voor me-

dicijnen tegen kanker uit de

wortels van fluitekruid, make-up

met puur natuurlijke ingrediën-

ten uit lupine, bijvoorbeeld

zoiy.eu, en voedingssupplemen-

ten en voedingssupplementen die

direct op hun doel afgaan door

gebruik van bio-afbreekbare en

verteerbare nanodeeltjes."

Hanzehogeschool Groningen doet

het onderzoek niet alleen. "Ei-

landjes van kennis werken al lang

niet meer en zijn zeer inefficiënt:

dezelfde onderzoeken worden

naast elkaar gedaan en je blijft

vaak met onoplosbare vraagstuk-

ken zitten. Daarmee gaat veel tijd

en geld verloren. We werken in-

tensief samen met andere kennis

en onderwijsinstellingen, zoals

Rijksuniversiteit Groningen, TU

Delft en Noorderpoort college.

Maar vooral met het bedrijfsle-

ven. Dat komt met concrete vra-

gen voor businesscases, wij laten

er onze kennis in de vorm van on-

derzoekers en studenten op los,

die samen met de bedrijven aan

de slag gaan. Dat levert een wis-

selwerking en meerwaarde op. De

bedrijven -grote én kleine- krijgen

antwoorden op hun vragen met

betrekking tot biobased grond-

stoffen. Die vormen de basis voor

producten en kennis die zij kun-

nen gebruiken voor de verdere

ontwikkeling. De studenten van

hun kant doen praktijkervaring

op en krijgen vaak een goede sta-

geplek. Er is een grote vraag naar

goed opgeleide chemici. Dat komt

deels door de vergrijzing, maar

ook door de transitie naar een

Biobased Economy. De duizend

studenten die wij hier nu hebben,

weten zich vrijwel zeker van een

baan."

Hanzehogeschool Groningen

werkt op dit moment aan ZAP II,

een faciliteit voor bedrijven

waarin ze gebruik kunnen maken

van alles dat de hogeschool te bie-

den heeft op het gebied van BBE

en circulaire economie. "Een be-

drijf zal niet snel een apparaat

aanschaffen voor het extraheren

van bioceuticals. De apparatuur is

kostbaar en als die dan ook nog

eens de meeste tijd ongebruikt

staat... Maar daarmee gaan voor

de ondernemer wel kansen verlo-

ren. Met ZAP II bieden wij de fa-

ciliteiten om toch testen te

kunnen doen, aangevuld met de

know how die hier rondloopt."

Er valt met de Biobased Economy

alleen maar te winnen. Voor het

milieu, voor de economie en

vooral voor de maatschappij. Kijk

maar eens naar alles wat we met

deze technologie kunnen berei-

ken. Dingen waar we vroeger al-

leen maar van konden dromen.

Om het bedrijfsleven bewust te

maken van de kansen en moge-

lijkheden, organiseren we regel-

matig informatie en demon-

stratiedagen en workshops, die

tegelijk bedoeld zijn voor aspi-

rant-studenten om ze kennis te

laten maken met alles wat wij te

bieden hebben voor een schone

en duurzame toekomst."

www.hanze.nl/ilst

HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN

De basis van denieuwe wetenschap

Het is een stelling waarweinig tegen in valtbrengen: alles begintmet de bodem. Of hetnu om akkerbouw, vee-teelt, tuinbouw, natuuren landschap of recrea-tief groen gaat: als desamenstelling van debodem in disbalans is,gaat dat ten koste vande groene functies..

Tekst: Fred Ootjers

Het Nutriënten Management In-

stituut (NMI) in Wageningen is

een onderzoeks- en adviesbureau

dat onderzoek doet naar bodem-

kwaliteit en de resultaten daarvan

vertaalt naar toepassingen voor

de zogenaamde 'groene ruimte'.

"Praten we over de bodem, dan

praten we -zeker in Nederland-

ook al snel over bemesting", aldus

Romke Postma, senior project

manager bij NMI. "In een dicht

bevolkt land als het onze is er

rond die bemesting een voortdu-

rende aandacht. Actueel in dit

verband zijn de fosfaatrechten die

een te hoge mestproductie ook in

het noorden tegen moeten gaan.

Na het wegvallen van het melk-

quotum hebben veel boeren hun

veestapel uitgebreid. Echter:

méér koeien betekent méér mest.

En daar biedt de bodem in Ne-

derland geen plaats meer voor."

"De grondgebondenheid van vee-

boeren in het noorden is relatief

groot ten opzichte van andere ge-

bieden in Nederland. Dat wil zeg-

gen dat veel van het benodigde

ruwvoer in de vorm van gras en

mais van het eigen bedrijf komt

en dat ook een groot deel van de

mest binnen het eigen bedrijf

blijft. Dat is een sterk punt en er is

nog veel winst te behalen bij een

verdere optimalisatie van die

voer-mestkringloop op de bedrij-

ven. We zien nu echter dat er op

veel melkveebedrijven teveel

mest komt en die moet dus van de

bedrijven worden afgevoerd. Ge-

lukkig is die mest prima bruik-

baar in de akkerbouw, bij-

voorbeeld in de Veenkoloniën,

maar ook op de klei. Een betere

samenwerking tussen melkvee-

houderij en akkerbouw in Noord-

Nederland, zal er toe leiden dat er

in het noorden minder behoefte is

aan varkensmest uit Zuid- en

Oost-Nederland. Als NMI willen

we graag onze bijdrage leveren

aan die betere samenwerking tus-

sen de sectoren en een efficiënt

(her)gebruik van mineralen in de

hele regio."

NMI heeft ruim zeventig jaar er-

varing op het gebied van bodem-

kwaliteit, nutriëntenkringlopen,

meststoffen en gerelateerde wet-

geving. Postma: "We beschikken

over een grote expertise inzake

goed bodembeheer. En die kennis

is ook in deze tijd nog hoogst ac-

tueel. Door de aangescherpte me-

stregels van de afgelopen jaren is

er in de landbouwsector grote be-

zorgdheid over het teruglopen

van de bodemvruchtbaarheid. Dit

is iets om goed in de gaten te hou-

den en als NMI leveren we tools

die helpen om de achteruitgang

van de bodemkwaliteit tegen te

gaan. Daarnaast ontwikkelen we

ook tools die gericht zijn op het

verhogen van de efficiëntie van de

bemesting en die voorkomen dat

de voedingsstoffen in grond- en

oppervlaktewater terecht

komen."

De adviezen van het NMI strek-

ken zich vaak uit over een langere

termijn, maar ook zaken op korte

termijn vallen onder hun exper-

tise. "We hebben het dan over het

effect van één seizoen, van voor-

jaar tot najaar, en waarin de boer

direct profijt wil zien van onze ad-

viezen. Precisiebemesting is daar

een goed voorbeeld van, waarbij

het gaat om de juiste gift met de

juiste meststof op de juiste plaats

en het juiste tijdstip. Zo kan met

inzet van GPS en sensoren heel

precies worden bepaald welke

meststof, wanneer, waar en met

welke techniek wordt toegepast.

Niet te veel bemesten, maar ook

zeker niet te weinig. Met behulp

van sensoren worden tijdens de

groei van het gewas metingen ge-

daan, waarbij naast het volume

vooral de kleur van belang is.

Techniek dus als hulpmiddel,

maar ook: hoe interpreteer ik als

boer de resultaten van die metin-

gen? Wat moet ik ondernemen?

Als NMI zetten we in op deze ont-

wikkeling om in de toekomst nog

preciezer te kunnen bemesten."

NUTRIËNTEN MANAGEMENT INSTITUUT

Kennis tot op debodem van de bodem

Het team van NMI (op de foto ontbreekt Laura van Schöll)

Met een brede scope naar alle

in het landelijk gebied actieve

partijen ontwikkelt NMI op

pro-actieve wijze innovatieve

oplossingen voor bodem gere-

lateerde vraagstukken. Des-

kundig, onafhankelijk,

betrouwbaar en integer zijn de

kernwaarden van NMI, gedra-

gen door een creatieve hou-

ding, flexibele opstelling en

klantgerichtheid. NMI streeft

ernaar een bijdrage te leveren

aan de kwaliteit en duurzaam-

heid van onze leefomgeving.

www.nmi-agro.nl

Agri & Food special 3

Page 4: Agri & Food Special DvhN

genomen tot oprichting van het

samenwerkingsverband", weet

Paul Visschedijk, directeur In-

nexus. "Voor de meeste MKB be-

drijven gold -en geldt nog- dat ze

zelf onvoldoende toekomen aan

belangrijke zaken als onderzoek,

ontwikkeling, opleiding en on-

derwijs. Ze zijn zich, om concur-

rerend te zijn én te blijven, echter

terdege bewust van het belang van

deze aspecten. Innexus is van en

voor ambitieuze foodbedrijven en

vervult de rol van hét platform

waar leden met elkaar in gesprek

komen, aan de hand van thema's

kennis uitwisselen en new busi-

ness projecten genereren. Daar-

naast hebben deze bedrijven ook

gezamenlijke doelen. Niet ieder

bedrijf kan feed back geven aan

overheden over het innovatiebe-

leid of aan het onderwijs over de

leerplannen. Daarvoor is Innexus

een prima aanspreekpunt en kan

mee richting geven aan die on-

dersteuning."

Lag de focus in aanvang vooral op

innovatie, al snel kwam daar ook

het aspect van onderwijs bij.

"We hebben het dan over kennis-

overdracht. De overheid verwijst

dan als snel naar scholen als ken-

nisinstellingen, maar daar ligt de

kennis niet alleen. Die zit voor een

groot deel bij de bedrijven. Een

school is een onderwijsinstelling,

dat is wezenlijk iets anders. Als

Innexus slaan wij een brug tus-

sen bedrijfsleven en onderwijs,

ook om jongeren enthousiast te

maken voor de foodbedrijven. Dat

kunnen ondernemingen zijn die

voedingsmiddelen en/of voe-

dingsingrediënten en halffabrica-

ten produceren, maar ook bedrij-

ven die diensten of producten

leveren aan de voedingsindustrie

of daarvan afnemer zijn. Bedrij-

ven openen op gezette tijden let-

terlijk hun deuren voor bijna-

schoolverlaters, een mogelijkheid

waarvan in 2015 maar liefst dui-

zend scholieren gebruik hebben

gemaakt."

De samenwerking tussen de food-

bedrijven vertaalt zich onder an-

dere in een proeftuinproject dat

wordt uitgevoerd in nauwe

samenwerking met HANNN. "We

hebben het dan over Healthy

Ageing, over gezond ouder wor-

den. Voedsel speelt een belang-

rijke rol voor gezondheid en als

Innexus starten we een proeftuin,

waarmee we een gevarieerd pak-

ket aan gezonde voeding willen

neerzetten. Foodbedrijven heb-

ben de lead binnen de ontwikke-

ling en samenstelling van dat pak-

ket, dat nieuwe kansen biedt voor

de toekomst. Voor de ouder wor-

dende mens én voor de onderne-

mers!"

www.innexus.eu

COLUMNVoeding op maat - Werken in ketens broodnodig

Een op maat gesneden voe-

dingspatroon en/of op maat ge-

maakte voedingsproducten/sup-

plementen, waardoor je gericht

bepaalde ziektes kunt vermijden.

Het is momenteel nog een uto-

pie. Er zijn echter aanwijzingen

dat het kan werken. Wel zijn er

nog de nodige hordes te nemen.

Personalised Food – kansenvoor de sectorOp 18 februari jl. vond in Thialf

een bijeenkomst plaats over dit

thema, georganiseerd door In-

nexus, Food Circle en Avebe in

samenwerking met o.a. Hoge-

school Van Hall Larenstein en

de Hanzehogeschool. Dit event

was de eerste in een serie bijeen-

komsten over prangende issues

in de sector. Voeding op maat of-

wel personalised food is niet ge-

lijk iets wat hier en nu speelt,

maar wat op termijn wel aan-

zienlijke gevolgen voor de sector

kan hebben.

Ongeveer 70 deelnemers vanuit

bedrijfsleven, kennisinstellingen

en overheid waren aanwezig om

gezamenlijk de kansen voor per-

sonalised food te verkennen. De

film laat een impressie zien van

de dag met de kernboodschap

van de sprekers.

Systeembioloog Hans Wester-

hoff (Universiteit van Amster-

dam en Vrije Universiteit) stelde

dat het mogelijk is, met het in

kaart brengen van het menselijk

genoom en het opstellen van een

metabole kaart, om per individu

te onderzoeken wat hij of zij no-

dig heeft aan voedingsstoffen om

problemen wat genen of omge-

ving betreft te omzeilen. 'De me-

tabole kaart is een soort route-

kaart waarin circa 5000

metabolieten en ruim 7500 en-

zymreacties zijn opgenomen. De

metabolieten zijn de steden en

enzymreacties de verbindings-

wegen tussen deze steden.

’ Gezien het hoge aantal metab-

olieten en enzymreacties en de

verschillen in hun genen en le-

vensstijl is het voorspelbaar dat

mensen anders kunnen reageren

op verscheidene voedingsstoffen.

Het verklaart waarom sommige

mensen lactose-intolerant zijn of

dat een identieke calorie-inname

bij de een leidt tot ge-

wichtstoename en bij de

ander niet.

De crux is nu om per indi-

vidu te bepalen, op basis

van een DNA-paspoort en

een metabole 'routekaart',

welke wegen eventueel

versperd zijn zodat be-

paalde metabolieten niet

of onvoldoende worden

aangemaakt. Deze 'di-

agnose' moet vervolgens

leiden tot een gepersona-

liseerd advies.

Daarvoor is wel degelijk een

markt, zo stelde Gaston Rem-

mers, procesarchitect bij zijn bu-

reau Habitus, en mede-oprich-

ter van Platform Patiënt en

Voeding. Remmers stelde dat in

Nederland zo’n driekwart van de

kankerpatiënten bezig is om

voedselroutines te ontwikkelen

waar ze zich beter door voelen

en die wellicht bijdragen aan her-

stel.

'Wat je ziet, is dat iedereen het

wiel uit probeert te vinden. Indi-

viduele patiënten experimente-

ren met combinaties van ver-

schillende voedingsmiddelen,

maar jammer genoeg blijven hun

ervaringen - en mogelijke resul-

taten - uit het zicht. Hun bevin-

dingen zouden ook meegenomen

moeten worden in de ontwikke-

ling van nieuwe producten.

Het concept van een voedings-

patroon en/of supplementen

(cocktail) voor een bepaalde po-

pulatie is interessant, zowel van-

uit het perspectief van publieke

gezondheid als in bedrijfsecono-

misch opzicht. Dit gaat alleen

werken als partijen zoals life sci-

ences, plantwetenschappen, pa-

tiëntenverenigingen, tuinbouw

en voedingsmidde-

lenindustrie nauw

met elkaar gaan sa-

menwerken om con-

crete resultaten te

boeken.

VervolgsessiesTijdens de bijeen-

komst van 18 fe-

bruari jl. zijn vele

ideeën naar voren

gekomen, waarop

we meer in detail tij-

dens vervolgsessies kunnen in-

gaan. De volgende sessie op 20

april gaat over Differentiatie van

voedsel: kansen voor bedrijven.

De andere sessie staat gepland

op 18 mei.

Heeft u interesse in het onder-

werp, heeft u ideeën of wilt u op

de hoogte gehouden worden van

de vervolgsessies, neem dan

contact op met Saskia van

Gend, projectmanager TCNN,

via [email protected] of

06-47438324.

probleem is. 'Onze deur draait al-

tijd naar binnen', zeg ik dan

maar. Iedereen is welkom en aan

de keukentafel worden de meeste

gesprekken gevoerd. Dat geldt ook

in de provincie en noordelijk voor

ons als LTO Groningen: met an-

dere ketenpartners, maatschap-

pelijke organisaties en politiek

trekken we gezamenlijk op om za-

ken te realiseren. Samen sta je

sterker en kom je tot meer."

Boeren en burgers. We leven -ze-

ker in het dichtbevolkte Neder-

land- in dezelfde omgeving en de-

len tal van zaken met elkaar.

Alma: "We zijn blij en trots met de

omgeving waarin we wonen en

werken met elkaar. Veel mensen

zoeken graag het platteland op,

onder andere om kennis te ma-

ken met het boerenleven. Het is

belangrijk dat mensen de verbin-

ding weten te leggen tussen het

voedsel in de koelkast en de pro-

ducten op het land, Dat we ons

bewust zijn dat gezond en goed

toegankelijk voedsel een groot

goed is."

www.ltonoord.nl

Aan de ene kant dus het lobbyen

voor de belangen van de boeren-

stand in Drenthe, aan de andere

het kweken van begrip voor de re-

sultaten van dat lobbyen. Arend:

"Een missie, maar zeker geen on-

mogelijke missie. We merken elke

dag weer dat heel veel mensen

nieuwsgierig zijn naar hoe het er

tegenwoordig op een boerderij ei-

genlijk aan toe gaat. Ik heb zelf

een veehouderij en als we weer

eens een open dag hebben, is het

altijd hartstikke druk. Dat zie ik

ook bij mijn collega's. Die organi-

seren het hele jaar door allerlei

activiteiten, waar steevast veel pu-

bliek op afkomt."

LTO Noord Drenthe is zich er dan

ook goed van bewust dat je be-

grip voor de belangen van de boer

niet aan de burger kunt overdra-

gen met alleen tabellen. "Die zijn

voor de onderbouwing van je ar-

gumenten onmisbaar, maar je lost

er geen emoties mee op. Je moet

zaken beeldend maken, zodat bur-

gers er ook een beleving mee kun-

nen hebben. Nodig ze uit op je be-

drijf en leg uit waarom je dingen

doet en wat je kunt. Laat mensen,

kortom, zien waar je als boer mee

bezig bent."

www.ltonoord.nl

Vervolg van de voorpagina LTO NOORD DRENTHE Vervolg van de voorpagina LTO NOORD GRONINGEN

Arend Steenbergen Alma den Hertog

Vervolg van de voorpagina INNExuS

Innexusleden bezoeken de 'Supermarkt van de toekomst' in Keulen.

Agri & Food specialCOLUMNDat smaakt naar meer!Creatief ondernemerschap, authentieke merken.

Wist u dat de Noordelijke MKB-

bedrijven in de levensmiddelen-

industrie opvallend innovatief

en internationaal gericht zijn?

En wist u dat deze bedrijven het

minst gebruik maken van subsi-

dies? Althans, dat zijn enkele

conclusies uit het LEI-rapport

‘Dat smaakt naar meer’ dat vorig

jaar is gepubliceerd.

Voor beleidsmakers is deze con-

statering uitermate interessant.

Immers, de conclusies suggere-

ren dat de vele subsidieregelin-

gen niet nodig zijn voor het

stimuleren van innovatie bij het

MKB. In dit geval kan de over-

heid simpelweg besluiten om het

aantal subsidies te verminderen.

Intrigerend is de vraagstelling of

het MKB überhaupt subsidies

nodig heeft?

Wat hebben de oprichters van

de Noordelijke familiebedrijven

zoals Koopmans Meel, Borge-

sius, Smilde Foods, Steensma

Ingredients, Van der Meulen en

Hooghoudt bewogen om jaren

geleden een bedrijf in levens-

middelen te starten? Het ant-

woord hierop moet gezocht

worden in het contact met de

consument en het besef ‘iets be-

ters en anders te kunnen doen’.

De oprichters waren oprecht in

hun beweegreden en de klant

gunde hen hierdoor de business.

Authenticiteit en creativiteit als

leidmotief voor ondernemer-

schap! Vroeger, nu maar ook in

de toekomst?

Een duurzaam markt-perspectief in foodNa decennia waarin voedsel iets

vanzelfsprekends was, krijgt de

consument weer waardering

voor het product en - minstens

zo belangrijk - de producent. En

stelt daarbij de vraag 1. hoe

wordt mijn voedsel gemaakt? en

2. waar komt mijn voedsel van-

daan? Authenticiteit van het

merk en creativiteit van de on-

dernemer worden weer beloond!

Zo ook in Noord-Nederland.

Koopmans Meel in Leeuwarden

heeft in samenwerking met de

stichting Veldleeuwerik een lo-

kale en unieke keten ontwikkeld

van graan, bloem en ambachte-

lijk brood. Sinds haar oprichting

in 2011 bedient de bierbrouwe-

rij Maallust in Veenhuizen met

25 aandeelhouders ‘De Zware

Jongens’ succesvol de Noorde-

lijke horeca met speciaal bieren.

De Kleinste Soepfabriek in Leek

levert onder haar authentieke

merk nu ook de grote super-

markten. Ook Huls in

Vlagtwedde weet het ambachte-

lijke karakter van droge worst op

een authentieke wijze onder de

aandacht van de Nederlandse

consument te krijgen. Zelfs

Hooghoudt maakt gebruik van

het zuivere water van de Drent-

sche Aa om hierdoor extra

waarde aan het merk Hoog-

houdt en het product jenever toe

te voegen.

Om terug te komen op de vraag

of het Noordelijke MKB in de le-

vensmiddelenindustrie subsi-

dies nodig heeft? Niet om

creatief ondernemerschap of een

authentiek merk te ondersteu-

nen. Wel om gezamenlijk te in-

vesteren in een foodrelevante

infrastructuur. Dat smaakt naar

meer!

Halbe Vogel

4

Page 5: Agri & Food Special DvhN

De agrarische sector staatbol van innovatie en veran-deringen. Wetten en regelge-vingen, stijgende kostentegenover dalende opbreng-sten. Het maakt dat bedrij-ven steeds bewuster zijn vanhun middelen, materialen enopbrengsten. Hoe kunnenwe zo efficiënt mogelijk om-gaan met onze processen enhalen we zoveel mogelijkbruikbare data uit verschil-lende informatiestromen.Dat is waar Rovecom Op-Maat zich dagelijks mee be-zighoudt.

Tekst: Kim de Jong

Complexe materieRovecom OpMaat is onderdeel

van Rovecom, groot geworden met

de ontwikkeling van kennis-inten-

sieve software voor de agrarische

sector. Al jaren wordt wetenschap-

pelijke kennis omgezet in prakti-

sche software ten behoeve van,

bijvoorbeeld, rantsoenoptimalisa-

tie. Rovecom OpMaat gaat echter

een stapje verder. “Wij passen au-

tomatiseringsprocessen aan het

bedrijf aan, in plaats van an-

dersom”, zegt Rangko Venhuizen,

directeur IT-ontwikkeling bij Ro-

vecom. “Wij zien vaak dat bedrij-

ven proberen de bedrijfs-

processen om de bestaande syste-

men heen te bouwen, omdat ze

hieraan vastzitten en geen alter-

natief denken te hebben. Het

komt ook voor dat ze op zoek zijn

naar een applicatie voor een be-

kend probleem of juist een uniek

nieuw product, maar niet de ca-

paciteiten hebben om hiermee

zelf aan de slag te gaan. Wij ken-

nen de complexiteit van de vraag-

stukken uit de agrarische sector.

Dat onze mensen daarnaast zelf

ook allemaal uit de sector komen,

is voor deze bedrijven des te meer

reden om bij ons te komen met

hun automatiseringsvraagstuk.”

UitdagingEen voorbeeld van een applicatie

waarin kennis van complexe ma-

terie gecombineerd wordt met

kennis van de sector, is de ont-

wikkeling van een bemestingsap-

plicatie. Hierin wordt de be-

mestingsfilosofie van meerdere

partijen toegepast in een online

applicatie. Telers en melkveehou-

ders kunnen zelf online en real

time hun bemestingsplan samen-

stellen, uiteraard rekening hou-

dend met de wettelijke kaders.

Venhuizen: “De rekenmotor die

wij hebben ontwikkeld, berekent

– aan de hand van geanalyseerde

bodem-, perceel- en mestinfor-

matie – hoeveel nutriënten de

grond nodig heeft om in optimale

conditie te blijven. Best een be-

hoorlijke uitdaging. Belangrijk

was om gedurende het hele pro-

ces goed te luisteren naar de wens

van de klant, daarmee intensief in

het project samen te werken en

vooral mee te denken. Het succes

van de bemestingsapplicatie laat

zien dat dit goed is gelukt.”

Big DataDat samenwerken een van de pij-

lers is van Rovecom OpMaat,

blijkt uit de bijdrage die wordt ge-

leverd aan het project Smart

Dairy Farming (red.). Binnen dit

grootschalige project, waarbij

meerdere marktpartijen samen-

werken, is een datahub voor de

melkveesector ontwikkeld.

“We leven in een wereld van Big

Data. Het is de kunst om uit alle

data die via verschillende kanalen

binnenkomt, de maximale

waarde te halen. Deze datahub is

de basis voor het praktisch toe-

pasbaar maken van Big Data in de

melkveesector.”

Betere informatie-voorzieningRovecom OpMaat zet niet alleen

haar tanden in vraagstukken van

externe partijen. Ook wordt ge-

werkt aan het doorontwikkelen

van de eigen producten. Zo ook

voor Agroboekhouden. Voor dit

agrarische boekhoudprogramma

is een webapplicatie ontwikkeld,

waar de boer en zijn accountant

real time de prestaties van zijn

bedrijf ziet. Via een dashboard

wordt visueel wat de actuele situ-

atie is en wat de prognoses voor

morgen zijn. “Het dashboard dat

wij hebben ontwikkeld, maakt

Excelrapporten overbodig en

voorziet de boer van real time in-

formatie. Echt een oplossing waar

zowel de boer als accountant blij

mee is. Het past binnen de trend

waarbij de boer, in samenwerking

met zijn adviseur, steeds meer in-

zicht wil hebben en houden in zijn

eigen financiële situatie”, aldus

Venhuizen.

Oog voor detailRovecom OpMaat is niet alleen

actief binnen de agrarische sec-

tor, maar levert haar unieke dien-

sten ook buiten deze branche. Het

concept blijft echter hetzelfde.

Mensen en systemen bij elkaar

brengen. De combinatie tussen

technische kennis van de mensen

van Rovecom OpMaat aan de ene

kant, en hun consultancyrol aan

de andere kant, is uniek. Zij kun-

nen op detailniveau meepraten en

nemen vervolgens zelf deel aan de

uitvoerende projectgroep. “Het

komt regelmatig voor dat de klant

aansluit bij deze projectgroep. En

wij vinden dat niet meer dan nor-

maal. Op die manier worden de

deelprocessen en projectfasen op-

timaal gemonitord en waar nodig

tijdig bijgestuurd. Oog voor detail

bij het ontwikkelen van applica-

ties is en blijft belangrijk. De

details maken namelijk het ver-

schil tussen een oplossing die

werkt en een oplossing die de

klant ook echt resultaat oplevert.”

RovecomElbe 2 Hoogeveen

0528 22 35 35

www.rovecom.nl

Veel bedrijven weten delectoren, onderzoekers,docenten of studentenvan hogeschool CAHVilentum in Dronten tevinden voor diverse op-drachten. Onderne-merschap, onderwijsen onderzoek zijn as-pecten die de hoge-school goed voor elkaarheeft. Studenten waar-deren het onderne-mende karakter van dehogeschool en kiezenvanwege het nauwecontact met het be-drijfsleven vaak vooreen studie in Almere ofDronten. Ondernemer-schap van de hoge-school is erkend in debijzondere waardering(accreditatie) die deNVAO heeft afgegevenin 2015.

Lectoren en docentonderzoekers

hebben vanuit diverse rollen

nauw contact met studenten.

Zowel in de rol van docent, on-

derzoeker en ook als begeleider.

Het onderzoeksteam van CAH Vi-

lentum bestaat uit zo’n 30 men-

sen die samen een totale omzet

van circa 6 miljoen euro per jaar

realiseren. Het grootste deel van

deze omzet komt voor rekening

van de onderzoeksprojecten die

sterk gericht zijn op agrofood &

ondernemen. De focus ligt daar-

bij op de primaire productie, on-

dernemerschap en duurzame

bedrijfsvoering. Binnen duur-

zame bedrijfsvoering wordt onder

meer gekeken naar nieuwe ver-

dienmodellen en circulaire

economie. Een groot deel

van de lectoraten gaat met

deze thema’s aan de slag al

dan niet samen binnen het

onderwijs. ,,Studenten

komen heel snel in aanra-

king met het nieuwe on-

dernemen en kunnen hier

enorm veel ervaring mee

opdoen’’, zegt Rieke de

Vlieger, directeur CAH

Vilentum.

Diverse lectoren en docentonder-

zoekers voeren onderzoek uit bij

het Aeres Praktijkcentrum Dron-

ten waar onder meer twee melk-

veebedrijven, een intensief-,

akkerbouw- en paardenbedrijf

zijn gevestigd die ook door stu-

denten gerund worden. Veel on-

derzoeksopdrachten zijn bedrijfs-

opdrachten. Studenten van de op-

leiding Dier- en veehouderij (mo-

menteel de grootste opleiding in

zijn soort van Nederland) voeren

tijdens hun studie veel bedrijfs-

opdrachten uit. Dit geldt ook voor

de nieuwe studie Varkens- en

pluimveehouderij.

Echte praktijkopdrachtDe positieve ervaring om jezelf te

kunnen ontwikkelen heeft ook

Foppe Sinnema. Hij is tweede-

jaars student Bedrijfskunde &

agrifoodbusiness en erg enthou-

siast over het onderne-

mende karakter van de

hogeschool en het nauwe

contact met het bedrijfsle-

ven. ,,Een assessment is

bij deze hogeschool altijd

een échte praktijkop-

dracht en niet een casus

die achter het bureau is

bedacht. Je moet zelf op

zoek naar een bedrijf of er

is een bedrijf met een spe-

cifieke vraag. Vervolgens

ga je met de onderzoeksvraag aan

de slag. We moesten bijvoorbeeld

voor een Friese graanhandel de

bedrijfsprocessen optimaliseren.

Behalve de inhoud doe je tijdens

je studie enorm veel contacten op

die straks ook handig kunnen zijn

op de arbeidsmarkt.’’

CAH en Dronten zijn twee be-

grippen die bij elkaar horen.

Sinds 2010 heeft CAH ook een

vestiging in Almere. En in 2013

zijn CAH en Stoas Hogeschool in

Wageningen samen verdergegaan

als Vilentum Hogeschool. Per

september aanstaande draagt Vi-

lentum Hogeschool de naam

Aeres Hogeschool. De Vlieger:

,,Een nieuw logo, andere kleuren

en een nieuwe naam. De verpak-

king wijzigt en dus hijsen we

straks een andere vlag. Belangrij-

ker is dat onze identiteit en de

kwaliteit van ons onderwijs en

onderzoek ongewijzigd en gega-

randeerd blijft’’

Kennismaken met de oplei-dingen die de hogeschool inDronten biedt?Donderdag 21 april

CAH Vilentum De Drieslag 4

8251 JZ Dronten

www.cahvilentum.nl

CAH Vilentum

CAH Vilentum laat studentenbuiten hun kaders denken

ROVECOM

OpMaat naar resultaat voor de sectorTeamoverleg dashboard Agroboekhouden

Rangko Venhuizen: 'Het is de kunst om uit alledata de maximale waarde te halen.'

TE KOOP TE KOOP GEVRAAGDVERKOCHT

Buinen, perceel bosgrond 8 haStadskanaal, diverse kavels

grasland van 1-2 ha, gelegen tegen dorpskern

Siddeburen, luxe woning met 4 loodsen met

bedrijvenbestemming thans ca. 300 caravans

Eext, 7 ha bouwlandMidlaren, 3 ha bouwland

Ees, verkocht 12 ha bouwlandNoordbroek, verkocht

8 ha bouwland

Wegens doorlopende verkopen percelen

landbouwgrond te koop gevraagd en

akkerbouwbedrijf 70 ha met courante percelen

AgriTeam Makelaars ZuidlarenT: (050) 409 61 90

E: [email protected]

: KOEN WARNERS KOR WERKMAN

Agri & Food special 5

Page 6: Agri & Food Special DvhN

Uw aardappel verdient een LAPACK A-BOX!

T: (+31) (0)599 41 24 37F: (+31) (0)599 41 35 00E: [email protected]

LAPACK B.V. Open Einde 39581 AM Musselkanaal

200 keer steviger dan een gebruikelijke aardappelkist*

Geen lekluchtverlies

Energiezuiniger

Optimale bescherming door nieuw ontwikkelde hoekstijlen *) Berekening volgens FEM analyse.

Model agrarische bewaarkist LAPACK B.V. is gedeponeerd bij O.H.I.M.

www.a-box.nl

Recent haalde het be-drijf de regionale enlandelijke media met deintroductie van een100% glutenvrij haver.Maar het veredelen enverhandelen van zaai-zaad voor haver is maareen van de activiteitenvan Vandinter Semo inScheemda.

Tekst: Fred Ootjers

Vandinter Semo werd in 1914 op-

gericht door de families Zwaan en

De Wiljes als een bedrijf in zaad-

teelt en handel. "En eigenlijk

doen we dat ruim honderd jaar

later nog steeds", aldus de huidige

eigenaar Bert-Jan van Din-

ter. "Door de jaren heen

zijn de activiteiten echter

uitgebreid met zaadscho-

ning, zaadcoating en zaad-

verpakking en zijn we ook

een kweekbedrijf voor cru-

ciferen, dat zijn kruisbloe-

mige gewassen, zoals

bladrammenas, gele mos-

terd en Japanse haver. We

hebben in Nederland 350

akkerbouwers die de zaden

voor ons telen op een to-

taaloppervlak van 3000

hectare en we exporteren

naar ruim dertig landen."

In nauwe samenwerking

met nationale en interna-

tionale onderzoeksinstitu-

ten initieert Vandinter

Semo programma’s die lei-

den tot kennistoename over

zaadveredeling en effectieve

groenbemesting, maar ook

over ‘renewable crops’ als ve-

zelhennep en olifantsgras,

eiwithoudende gewassen

zoals gras en lupine en het

eerder genoemde glutenvrije

haver.

"De consument wil steeds

meer weten over wat hij nu

precies eet en drinkt. De pro-

ducent speelt daarop in door

de kwaliteitsnormen van zijn

producten voortdurend op te

schalen. Voor de akkerbou-

wer geldt dat het verhaal be-

gint met de grond, maar

direct daarna met het zaai-

goed. En je kunt als boer nog

zulke beste grond hebben, als

het zaad niet superieur is

krijg je nooit het gewenste resul-

taat."

"Wij helpen de akkerbouwer bij

het zoeken naar het voor zijn

grond beste zaaigewassen, met de

hoogst haalbare opbrengst in

kwantiteit én kwaliteit. Door

voortdurend te onderzoeken en te

innoveren wordt niet alleen tege-

moet gekomen aan de wensen

van de producent, maar vooral

aan die van de kritische consu-

ment. Het is immers de eindge-

bruiker die -zoals altijd- het

laatste woord heeft."

Vandinter SemoStationsstraat 124, Scheemda

T (0597) 591 233

I www.vandintersemo.nl

VANDINTER SEMO

Uitzonderlijk goed in zaaigoed

Lekdijk 136 • 2957 CJ Nieuw-LekkerlandM +31 615 043 031

[email protected] • www.denboerbeton.nl

Agri & Food special 6

Het bedrijf is nog maaramper een goede twin-tig jaar geleden opge-richt, maar heeftsindsdien een gestagegroei doorgemaakt. Re-cent is de kantoor-ruimte uitgebreid omde administratieve ver-werking van de expedi-tie letterlijk meerruimte te gunnen. Deproducten van BUMAHandel in het FrieseNijemirdum vindenhun afnemers namelijkin geheel Nederland.

Tekst: Fred Ootjers

BUMA Handel is een handelson-

derneming in artikelen voor

grond, groen en infra. Voor de

land- en tuinbouw zijn dat onder

andere loonbedrijven, voor de

weg- en waterbouw de aannemers

en voor het groen de hoveniers.

Het artikelbestand is inmiddels

uitgebreid tot zo'n 10.000 artike-

len, waarvan een groot deel direct

vanuit voorraad geleverd wordt.

Veel van deze artikelen zijn te vin-

den en te bestellen in de BUMA

webshop. Jan Willem Strampel,

directeur BUMA Handel: "Dat

veel artikelen via de webshop be-

keken en besteld kunnen worden,

betekent echter niet dat er niet

ook gewoon gebeld kan worden.

Onze binnendienst staat de klan-

ten graag te woord om een prijs of

advies te geven en ook een offerte

op maat is snel gemaakt."

Maar met alleen een groot aan-

bod aan artikelen ben je er niet.

"Om te beginnen moeten de arti-

kelen van topkwaliteit zijn. Het

mag nooit gebeuren dat onze

klanten op karwei vertraging

oplopen omdat de producten van

inferieure kwaliteit zijn. Dat

gebeurt dus ook niet. Verder is

ook een snelle levering heel

belangrijk. Tijd is geld en we zor-

gen ervoor dat de bestelde artike-

len stipt op tijd op de werkplek

zijn."

Een derde factor waarin BUMA

Handel zich onderscheidt, is de

grote kennis van zaken. Jan Wil-

lem: "Er werken hier vijftien me-

dewerkers, waarvan de meeste al

tien jaar of langer bij ons in dienst

zijn. Verloop is er nauwelijks. Dat

maakt dat er een grote expertise

is opgebouwd. Kennis die we

graag delen met onze afnemers,

zodat ze er hun voordeel mee

kunnen doen. Op die manier

bouw je aan duurzame relaties,

waarmee uiteindelijk beide par-

tijen het best zijn gediend."

BUMA HandelHoitebuorren 31a, Nijemirdum

T (0514) 571 826

I www.buma.com

BUMA HANDEL

Alles in huis voor groen, grond en infra

Wij zijn gevestigd in Leek en maken daar mooie

smaakvolle avontuurlijke biologische soepen in

glas! Het is gelukt om via een start-up fase in

Noordbroek te kunnen doorgroeien tot een

nieuw merk in de afgelopen 10 jaar!

Door de enorme groei van de laatste maanden

gaan we in mei starten met een crowdfun-

dingsactie om klanten te vragen om mee te

doen aan de uitbreiding van Kleinstesoepfa-

briek via https://crowdaboutnow.nl/ , dit

omdat we ons machinepark moeten uitbreiden!

Wat mij opvalt is dat wij en medevoedingspro-

ducenten ons werk doen en erg intern gericht

zijn op het maken van een(mooi) product. Hier-

door is het eigenlijk onduidelijk wat er achter

al die muren van hardwerkende bedrijven ge-

beurd .

Ik vermoed dat er bij klanten die de producten

kopen en gebruiken een behoefte is om deze

bedrijven te bezoeken, en te kijken en te proe-

ven hoe de producten gemaakt worden. Zie het

grote succes van ‘lekker naar de biologische

boer “ dat al jaren veel mensen weet te trekken

om eens op een (biologische) boerderij of bij

een primaire verwerker te kijken.(Zie ook alle

me-too acties van grote retailers en gangbare

producenten)

Mogelijk is de weerslag van deze behoeft ook de

opkomst en succes van streekproducten van zelf

ver marktende boeren tot merken als “Willem

&Drees”, en informatieve en kritische pro-

gramma’s als Wouter Klootwijk zijn ‘de Wilde

Keuken” en de “Keuringsdienst van waarde’.

Leuk lijkt het mij nu om producten / produ-

centen en klanten elkaar te laten ontmoeten in

de vorm van bedrijfsbezoeken , en proeverijen,

zodat duidelijk word wat voor mooie voedings-

producten er in Nederland worden gemaakt, en

er over en weer waardering kan komen voor

elkaars rol in de economie!

Zelf zijn we bezig om in samenwerking met

‘Kantinewerk “ een inspirerend bedrijfsbezoek

mogelijk te maken bij ons met mogelijkheden

van samen soep eten tot creatieve inspirerende

trainingen!

Michel Jansen

Kleinstesoepfabriek

Page 7: Agri & Food Special DvhN

De melkproductie perkoe verhogen en tege-lijk het comfort van hetdier significant verbete-ren. Het hoeft elkaarniet uit te sluiten. Ster-ker nog: het één is zelfswetenschappelijk aan-toonbaar het gevolg vanhet ander. Rinse An-dringa van CowhouseInternational ging bijhet ontwerpen van zijnunieke ligboxconceptuit van de leefwereldvan de koe, met eenverbluffend resultaat.

Tekst: Fred Ootjers

Aan de basis van het concept van

de ligbox van Cowhouse Interna-

tional -de zogenaamde Comfort

Zone- ligt het gedrag van de koe

in de vrije natuur. "In het weiland

dus", aldus Rinse. "We hebben de

koe nauwkeurig geobserveerd in

al haar bewegingen. Wat je dan

ziet is dat koeien altijd in groeps-

verband gaan liggen, op de

ruimte. Elke koe heeft voor het

proces van liggen en opstaan een

lengte -wat wij de 'Comfort Zone'

noemen- van drie meter nodig.

Het liggen en opstaan voltrekt

zich in een soort harmonicabewe-

ging, waarvoor ze die drie meter

nodig heeft. Feit is dat de

melkproductie bij de koe het

hoogst is wanneer ze ligt. Dus hoe

eerder en hoe langer ze ligt, hoe

hoger het rendement. Ideaal is

dat ze van de 24 uur er gemiddeld

14 ligt."

De situatie in de meeste ligbox-

stallen staat echter mijlenver ver-

wijderd van de praktijk in het

open weiland. Rinse: "De conven-

tionele ligboxstallen bieden niet

die drie meter ruimte Comfort

Zone. Bovendien fungeren aller-

lei stangen en beugels van het

hekwerk als obstakels voor de

koe. We hebben cameraobserva-

ties gedaan naar het gedrag van

koeien zodra ze uit de melkstal

komen. De beelden laten zien dat

het vaak anderhalf tot twee uur

duurt voordat de eerste koeien

eindelijk gaan liggen. Veel vee-

houders zijn zich dat niet bewust,

omdat ze gedragingen van de

koeien niet volgen."

Bij ligboxstallen met het Cow-

house systeem blijken de koeien,

nadat ze zijn gemolken en gevre-

ten hebben, vaak al binnen een

kwartier op hun

gemak in een ligbox

aan het herkauwen te

zijn. "Berekend is dat

elk uur dat een koe

langer ligt, gemid-

deld 1,5 liter meer

mek oplevert. Een re-

kensommetje bij 200

koeien leert dat dat

per dag bij twee

melkmomenten 400

uur extra oplevert.

Per dag dus. Verme-

nigvuldigen we dat

met 305 melkdagen,

dan zijn dat 122.000

uren. Vermenigvul-

dig je dat met die 1,5

liter extra opbrengst

melk, dan kom je op

183.000 liter melk

uit. Tegen een prijs

van 28 cent per liter praat je dan

over een hogere opbrengst per

jaar op 200 koeien van maar liefst

51.000 euro."

Cijfers die er niet om liegen en die

onwillekeurig de vraag oproept

waarom niet alle veehouders een

Cowhouse Comfort Zone inrich-

ting hebben. "De inrichting is

vaak sluitpost bij de bouw van een

nieuwe stal. De eerste aandacht

gaat vooral uit naar de melkstal.

Dat is ook zeker belangrijk. Je

moet echter niet vergeten dat

melk in de ligboxen wordt ge-

maakt. Dat corrigeer je niet met

welk type melkstal dan ook.

Stalinrichting wordt vaak als aan-

vulling op de melkstal bij dezelfde

leverancier gekocht. Veehouders

zouden dit los moeten koppelen.

Prijzen worden daarmee transpa-

rant, zonder dat veehouders con-

cessies doen aan de voorkeur voor

een inrichting."

De ligboxsystemen van Cowhouse

International vinden al jaren hun

weg naar landen als Duitsland,

Frankrijk en Zweden, maar ook

Rusland. Rinse: "Ze worden daar

toegepast in megastallen met dui-

zenden koeien. Ook in andere

landen in West-Europa wordt ons

concept toegepast in de bouw of

de renovatie van stallen. Tegelijk

is het verrassend dat er nog altijd

veehouders zijn in bijvoorbeeld

Friesland, die nog nooit van ons

hebben gehoord. Om die reden

gaan we vaak letterlijk de boer op

en maken we de problematiek

rond de huisvesting van de koe

inzichtelijk met feiten, cijfers en

filmbeelden. Vrijwel zonder uit-

zondering zijn die presentaties

echte eye-openers voor de

veehouders. Een vorm van be-

drijfsblindheid maakt vaak dat ze

geen idee hebben van wat een koe

eigenlijk doet overdag."

Behalve de Comfort Zone biedt

Cowhouse een compleet

programma voor het inrichten

van een stal. Zie voor een totaal

overzicht de website.

Cowhouse InternationalNobelweg 1, Leeuwarden

+31 (0) 88 1012 900

www.cowhouse.com

COLUMN

Wij zijn dé Agri& FoodregioHet Noorden. Daar moet je zijn

als je echt iets wil met agri of

food. Zoek je een omgeving om

nieuwe technologie in praktijk te

brengen? Kom naar het Noor-

den. Wil je innoveren ergens in

de keten van grondstof tot eind-

product? Kom naar het Noor-

den.

De rest van de wereld weet dat

nog onvoldoende. Dat zou te

maken kunnen hebben met onze

noordelijke doe-maar-gewoon-

houding. Maar het is ook een ge-

brek aan inzicht: dat samen

optrekken iedereen sterker

maakt. En dat is doodzonde.

Van aardappel tot frietfabriek,

van koe tot melkindustrie. En

daaromheen kennisinstellingen,

onderwijs, chemische industrie.

We hebben ruimte, we hebben

stimuleringsmaatregelen. Dat

hebben we als we met zijn allen

optrekken als één Noord-Neder-

land. En dat doen we nog niet

genoeg. We moeten niet blijven

hangen in het oude provinciale

denken. Melk is niet Fries, aard-

appelen zijn niet Gronings, bio-

chemie is niet Drents. Het is

allemaal Noord-Nederlands.

Het wordt hoog tijd dat we dat

met zijn allen harder gaan roe-

pen. Hier hebben we bijna alles!

Zo maken we het geheel meer

dan de som der delen en komen

hier echt nieuwe, kansrijke pro-

jecten van de grond.

Joep de VriesNOM Foreign Direct Invest-ment Manager Agri & Food

Agri & Food special 7

De agrarische sector is eendynamisch sector met eendynamische omgeving. Sterkschommelende prijzen, kli-maatverandering, duur-zaamheid, dierwelzijn, bio-wetenschap en techniek.Allemaal facetten die agra-risch ondernemen tot eenuitdaging maken.

Om succesvol te blijven is actuele

kennis een absolute randvoor-

waarde. Als Niscoo is dit onze

missie. Wij zijn een onafhanke-

lijke Kennis Coöperatie van ca.

800 agrarische ondernemers uit

Noord Nederland.

Wij doen dit o.a. door het organi-

seren van themabijeenkomsten,

over bijvoorbeeld precisieland-

bouw, bodem en financierings-

mogelijkheden . Daarnaast ver-

strekken wij subsidies aan agra-

risch gerelateerde projecten, zoals

de pootgoedacademie en het AJF.

Ook beheren wij een sprekers-

fonds waaruit een bijdrage gege-

ven wordt voor het inhuren van

sprekers voor studiegroepen, ver-

enigingen enz.

Individuele leden kunnen een bij-

drage krijgen als zij deelnemen

aan een bepaalde studiegroep of

voor een bedrijfsplan, dat helpt

bij hun bedrijfsontwikkeling.

Wij hebben zelf geen kennis in

huis, maar bieden aan andere par-

tijen een platform om hun kennis

met onze achterban te delen.

Hierbij staat altijd objectieve in-

formatievoorziening centraal.

Steeds meer boeren vinden de

weg naar Niscoo. Niscoo is uniek

in Nederland en wil een belang-

rijke bijdrage leveren om kennis

bij de boer te krijgen.

Klaas HoekstraVoorzitter Niscoowww.niscoo.nl

COWHOUSE INTERNATIONAL

Denken vanuit de koe

NISCOO: PARTNER IN KENNIS

Onze missie: zorg dat kennis bij de boer komt

De agrarische schouw is een een-

daagse openlucht beurs waar

een scala aan toeleverende be-

drijven aan de agrarische wereld

hun handel aanprijzen aan po-

tentiële klanten. Jaarlijks wordt

deze beurs gehouden op de 4e

donderdag van september. Door

zijn historie is deze beurs uitge-

groeid tot een evenement, waar

veelal boeren tot ver over de pro-

vinciale grens elkaar treffen.

Het feit dat de beurs in het park

Herema State te Joure wordt ge-

houden geeft een extra dimensie

aan dit gebeuren, vooral qua

sfeer. De standhouders stellen

hun stands op langs de hier en

daar krommende looppaden en

diverse terreinen. Variërend van

dienstverlenende bedrijven tot

mechanisatiebedrijven en van

bouwbedrijven tot fouragebe-

drijven is de belangstelling voor

een plekje op deze beurs erg

groot. Een bezoekersaantal van

5000 , ca 150 stands en de bij-

zondere ambiance van dit

gebeuren verklaren deze popula-

riteit. Voorafgaand aan de

beursdag is op de woensdag de

openingsavond in ‘T Haske in

Joure. Het van tevoren bepaalde

thema op de beurs komt dan aan

de orde. De organisatie streeft

ernaar één of meerdere aanspre-

kende spreker(s) voor deze

avond aan te trekken. Zowel

standhouders als agrariërs wor-

den hiervoor uitgenodigd. Zoals

eerder aangegeven, de agrari-

sche schouw is niet meer weg te

denken, niet op zichzelf en ook

niet als onderdeel van “Jouster

Merke”. U bent van harte wel-

kom op donderdag 22 septem-

ber 2016 vanaf 8.30 uur.AGRARISCHE SCHOUW

Met enige regelmaat sta ik voor een zaal-

tje met melkveehouders. Zij vormen de

basis voor de zuivelindustrie, wier pro-

ducten wereldwijd een premium imago

hebben. Vaak komen we dan te spreken

over lastige thema’s als kalveren of wei-

degang en krijg ik de vraag waar al die

maatregelen voor nodig zijn die zij op hun

bedrijf moeten doorvoeren?

Mijn antwoord is dat Nederland niet al-

leen heel geschikt voor de productie van

melk, maar ook een van de duurste lan-

den ter wereld. Kijk alleen als eens naar

de prijs van een hectare land. Laten we

eens doen of we met elkaar één bedrijf

zijn. Hoe zouden we onze hogere produc-

tiekosten willen terugverdienen in de

markt? We zouden met dat ene bedrijf

ons willen onderscheiden door de beste,

gegarandeerde kwaliteit te bieden met het

meest duurzame productieproces ter we-

reld. Ook maatschappelijk zouden we ons

willen onderscheiden: we staan geza-

menlijk voor het familiebedrijf, grondge-

bondenheid en weidegang.

De markt zal niet meteen al deze elemen-

ten belonen, maar uiteindelijk zijn het al-

lemaal onderdelen van ons premium

imago. Een premium product, productie-

proces en imago komen niet uit de lucht

vallen. Daar is moed en ondernemer-

schap voor nodig, zeker in deze slechtere

tijden. Laten we met elkaar die kracht

bundelen en zo ons gezamenlijk blijven

onderscheiden!

Tjeerd de GrootDirecteur Nederlandse Zuivel Organisatie

COLUMN

Waarom?

Page 8: Agri & Food Special DvhN

Agri & Food special 8

De gebroeders Cor enKlaas Greydanus zijn deeigenaren van hetFriese familiebedrijf datin 1930 werd opgerichtdoor hun grootvader envervolgens door hun va-der werd uitgebreid totexportbedrijf én leve-rancier van de legenda-rische grootgrutter DeGruyter. “Totdat zedaar het verpakken zelfhadden uitgevonden”,merkt Klaas Greydanusdroog op. Het heeft degroei van GreydanusAardappelgroothandel& Transport niet in deweg gestaan, want van-uit Heerenveen beleverthet bedrijf een fors aan-tal supermarkten in deregio en wordt ook hetbuitenland nog steedsbediend.

De vader van Cor en Klaas Grey-

danus is, ondanks zijn leeftijd

(79), nog dagelijks te vinden op

het bedrijf, waar inmiddels meer

familieleden onder de zestien

werknemers te vinden zijn. “We

zijn een compact, hecht team. We

verpakken en leveren het hele

jaar door aardappelen en zijn als

traditioneel Fries bedrijf gericht

op de regio. Maar we leveren bij-

voorbeeld ook aan Kroatië en

Roemenië,” vat Klaas Greydanus

de core business van het bedrijf

samen. “Daarnaast leveren we nu

ook verse streekgroente en -fruit.

Onze vrachtwagens rijden toch,

dus waarom zouden we die

service dan ook niet verlenen?”

FlexibelDe aardappelgroothandel levert

en vervoert haar producten

vooral aan supermarkten (fran-

chisers) in het Noorden van het

land. Greydanus: “Naast kwaliteit

is flexibiliteit van groot belang.

We hebben hele korte lijnen met

leveranciers en afnemers. Wan-

neer afnemers meer aardappelen

willen hebben dan aanvankelijk

besteld, omdat het bijvoorbeeld

typisch stampottenweer is, kun-

nen we de benodigde aardappe-

len vaak nog dezelfde dag leveren.

De aardappelen worden gesor-

teerd, gewassen, verpakt en

bezorgd elke gewenste verpak-

king. “We gaan binnenkort expe-

rimenteren met een speciale

papieren verpakking voor onze

biologische aardappelen,” kon-

digt Greydanus aan. “Daarnaast

wordt er gekeken naar andere

aardappelen die op de markt

komen, zoals de rode en paarse

soorten die wellicht een nieuwe

groep consumenten aanspreekt.”

Earlik IteEen ander nieuw initiatief is het

vervaardigen van complete maal-

tijden op basis van Friese streek-

producten. ‘Earlik Ite’ is

inmiddels te vinden in de schap-

pen van diverse regionale super-

markten. De maaltijden worden

door topkoks vervaardigd in een

hagelnieuwe, professionele

keuken en bestaan uit vlees van

een ambachtelijke slager, groente

uit de regio en natuurlijk de on-

misbare ‘Greydanus-aardappe-

len’. Het is opnieuw een

voorbeeld van de manier waarop

Greydanus en collega’s kwaliteit

en flexibiliteit combineren.

DuurzaamEn duurzaamheid… Want ook op

gebied van energie en milieu is

het bedrijf vooruitstrevend. In het

bedrijfsgebouw is naast opslag-

ruimte en machines voor het

indrukwekkende sorteer-, was-

en verpakkingsproces ook plaats

voor een waterzuiveringsinstalla-

tie, waarmee het ‘aardappelwas-

water’ vrijwel in zijn geheel wordt

hergebruikt. Daarnaast wordt

energie gewonnen uit zonnepane-

len en een windmolen. Greyda-

nus: “We zijn nog niet klimaat-

neutraal, maar willen, net als in

ons producten- en dienstenaan-

bod, ook op gebied van duur-

zaamheid blijven innoveren.”

GREyDANUS

Aardappelgroothandel & Transport BV

www.aardappelgroothandel.eu

Terwijl we wachten ophet gesprek met Ruuden Henk Eisenga van degelijknamige kaas-groothandel in Ooster-wolde, zien we zojuisteen van de marktwa-gens met daarop het ty-perende beeldmerk vanhet Hollandse kaas-vrouwtje, vol geladenworden met kaas enspecialiteiten. "Zo ken-nen de meeste mensenEisenga inderdaad hetbest", lacht Ruud evenlater. "We zijn op allemarkten in Noord-Ne-derland inmiddels we-reldberoemd."

Tekst: Fred Ootjers

Maar Eisenga Kaas is veel meer

dan alleen maar de ambulante

handel op markten. "Wij zijn in-

middels de vijfde generatie die in

de zuivelhandel zit, toegespitst op

kaas. We betrekken die van ver-

schillende leveranciers en slaan

ze op in Oosterwolde, waarna wij

er de naam Eisenga of een van

onze andere merknamen aan ver-

binden. We kunnen hier een ca-

paciteit aan van 1000 ton kaas,

die automatisch wordt gekeerd en

dankzij het rijpingsproces op de

juiste smaak komt."

Daarna vinden de kazen hun weg

onder andere naar de noordelijke

markten, maar ook naar de tien

Kaasvoordeelshops van Eisenga.

Ruud: "De liefhebber vindt daar

alle soorten kaas tegen een vaste

prijs. Dat kan omdat we alle over-

headkosten laag houden en uit

een een constant aanbod van

grote partijen kunnen putten. De-

zelfde uitstekende kwaliteit, maar

voor een vaste lage prijs."

En dan is er de Kaasbus, waarvan

er een legertje in het Noorden

rondrijdt en die de kaas huis aan

huis bezorgt. Een nieuw initiatief

is de Kaaskoperij. Juist deze

maand openden er twee hun deu-

ren, in Smilde en Leeuwarden.

Henk: "De Kaaskoperij is een

echte kaasspeciaalzaak. Met niet

alleen een breed aanbod aan

kazen, maar ook noten, wijnen,

gedroogde vruchten en dergelijke.

Een winkel kortom voor de echte

fijnproevers."

En natuurlijk weten ze bij Eisenga

Kaas ook de Duitsers lekker te

maken voor de beste kazen.

"Duitsland is inderdaad een be-

langrijk exportland voor ons",

aldus Ruud. "Ze importeren onze

kazen, waardoor we in Duitsland

ook al jaren een vertrouwde ver-

schijning zijn!"

Eisenga KaasPloeggang 16, Oosterwolde

(0516) 431 672

www.eisengakaas.nl

EISENGA KAAS

De kaassmaakmakers

Henk (links) en Ruud Eisenga, de kaassmaakmakers

Lely Center Noord maakt on-derdeel uit van de wereld-wijd opererende Lely groep.Het bedrijf is vanuit Heeren-veen verantwoordelijk voorde verkoop van- en de serviceaan de Lely Dairy machinesin Friesland, Groningen enNO Drenthe. De Lely Astro-naut melkrobot is daarin debelangrijkste en grootste fac-tor.

De afgelopen jaren zijn de aantal-

len Lely melkrobotsystemen en

andere Lely robotsystemen flink

gegroeid. Het investeringsklimaat

is een flinke periode goed geweest.

Er zijn veel stallen vernieuwd en

veel melkveehouders hebben hun

bedrijf laten groeien. Deze groei

gaat veelal gepaard met de wens

naar optimalisatie van melkpro-

ductie en voer efficiëntie. De Lely

Astronaut melkrobot en de Lely

Vector passen vaak in het plaatje

om deze doelen te bereiken.

Naast de investeringsdrift van de

melkveehouders is het voor cen-

termanager Anne Meestringa dui-

delijk dat de toegewijde en be-

trokken medewerkers van Lely

Center Noord een flinke rol spelen

in het succes. “In deze business is

24/7 beschikbaarheid van flexi-

bele en gedreven medewerkers

een must. Binnen ons team zie ik

dat mensen elkaar versterken en

enthousiasmeren, en dat is prach-

tig om te zien”.

Inmiddels is de mijlpaal van de

1000ste operationele Lely Astro-

naut melkrobot in de regio van

Lely Center Noord binnen hand-

bereik. De markt voor de Lely Dis-

covery en Lely Juno zit al jaren in

de lift. De after market ontwik-

keld zich binnen het bedrijf als

een factor van belang.

Dat de omstandigheden verande-

ren door de momenteel lage

melkprijs en de regelgeving om-

trent fosfaatrechten is duidelijk.

De huidige markt is stabiel en ver-

gelijkbaar met een gemiddeld

jaar. Bij Lely overheerst de

overtuiging dat melkveehouders

veerkracht hebben en hun

bedrijfsvoering weten aan te pas-

sen aan de nieuwe regelgeving.

Het is vooral belangrijk dat er

duidelijkheid is, waardoor weer

plannen kunnen worden gemaakt.

Lely Center Noord wil daarin

graag een gesprekspartner zijn.

LELy CENTER NOORD

Toegewijde en betrokkenmedewerkers succesfactor

Anne Meestringa