Agri & Food Special DvhN
-
Upload
specials-leeuwarder-courant-dagblad-van-het-noorden -
Category
Documents
-
view
228 -
download
0
description
Transcript of Agri & Food Special DvhN
Om trots op te zijnDe agri & food sector is een belangrijke pijler on-
der de Nederlandse economie. Ze zorgt voor
ongeveer 10% van ons nationaal inkomen, 10%
van de werkgelegenheid, 25% van de export en
meer dan 50% van ons exportoverschot. Zonder
de sector zou Nederland een importerend land
zijn. Babymelkpoeder is zelfs het grootste ex-
portproduct van alles wat Nederland exporteert.
Wereldwijd onderzoek noemt ons het beste
voedselland ter wereld, met het meest gevari-
eerde, betaalbare en voedselrijke dieet. Gewel-
dig. Iets om oprecht trots op te zijn!
Dankzij een hoge productie per hectare en per
dier en een zeer efficiënte toeleverende en ver-
werkende industrie, produceert Nederland het
voedsel ook nog eens met de kleinste footprint,
dat wil zeggen met de minste grond en grond-
stoffen per kg product en met de minste uitstoot
aan broeikasgassen. En dit alles tegen de inter-
nationaal hoogste standaarden voor kwaliteit,
voedselveiligheid en dierenwelzijn Een presta-
tie van formaat, waarvoor de hele wereld naar
ons komt kijken, van ons wil kopen en van ons
wil leren.
Als Topsector Agri & Food is het onze ambitie
deze mondiale toppositie verder uit te bouwen
en te versterken. Want het kan altijd beter. Denk
alleen al aan wat het digitale tijdperk ons nog al-
lemaal zal gaan brengen. Slimme technologie
waarmee we ziekten in planten en dieren eerder
kunnen ontdekken, machines waarmee we nog
nauwkeuriger het land kunnen bewerken en de
gewassen kunnen oogsten en e-commerce plat-
forms waarmee de consument rechtstreeks en
wereldwijd in contact kan komen met de pro-
ducent en zo op maat kan worden bediend. Een
fantastisch perspectief voor een wereld, waarin
de komende decennia de vraag naar voedsel
nog gaat verdubbelen.
Als Topsector hebben we samen met de regio’s
het initiatief genomen, om mooie voorbeelden
en nieuwe ontwikkelingen eenmaal per jaar in
de etalage te zetten, en wel tijdens de Dutch
Agri Food Week. Dit initiatief is vorig jaar op-
gestart en vindt dit jaar plaats van 12 – 25 ok-
tober. Voor iedereen en in het hele land. Doe
mee en kijk voor meer informatie op
www.dafw.nl.
Aalt Dijkhuizen
Voorzitter Topsector Agri & Food
Voorwoord
Het gegeven: een boer die niet tevreden wasmet zijn draaimelkstal en over de hele wereldging kijken of het niet beter kon. Die uitein-delijk tot een concept kwam en op zoek gingnaar iemand die begreep wat hij wilde enzijn idee kon uitwerken. Het resultaat: eeninnovatieve zij-aan-zij binnenmelker, waarinéén man in één uur maar liefst 160 koeienkan melken. Op z'n gemak.
Tekst: Fred Ootjers
De boer was Pieter Schouten, de man die voor de uit-
werking zorgde Tjark Hulst, van Hulst Innovatie in
Westeremden. Een bedrijf dat vooral werkzaam is in
de offshore-industrie, onder andere het vervaardigen
van draaiende platforms. "Die kennis van draaiende
platforms kwam zeer goed van pas bij de ontwikke-
ling van de draaimelkstal. Voor de niet-ingewijden:
de draaimelkstal is een roterende stal in de vorm van
een carrousel. De koe loopt de stal aan de buitenzijde
van de ring binnen en staat dus met de achterpoten
naar het centrum. Het melken gebeurt vervolgens
tussen de achterpoten door."
"Het grote voordeel van de door ons ontwikkelde
draaimelkstal -die we 3C (Cows, Comfort, Capacity)
hebben gedoopt- is de hoge capaciteit. Die wordt be-
reikt door de vlotte manier van binnenlopen van de
koeien, het snel innemen van hun plaats en het ver-
nuftige systeem van wegdraaiende voederbakken.
Het grote voordeel voor de boer is dat hij het melken
dus met één man af kan, wat een aanzienlijke be-
sparing op de loonkosten betekent. Daarnaast is de
arbeidsbelasting laag en is de stal zeer eenvoudig in
gebruik. Maar ook en vooral heeft de koe er zelf
voordeel van. Ze kan makkelijk in- en uitlopen, staat
direct goed op haar plek, kan lekker aan het vreten
gaan en loopt ná de melkbeurt in één rechte lijn de
stal uit, zonder obstakels onderweg."
De 3C draaimelkstal is leverbaar in meerdere uit-
voeringen met verschillende aantallen standen en
elke stal wordt door Hulst Innovatie door eigen
mensen in het eigen bedrijf geproduceerd, opge-
bouwd en gecontroleerd. De stal vraagt relatief wei-
nig ruimte: de 36 stands carrousel heeft slechts een
buitendiameter van 12,5 meter, de 50-stands maar
15 meter. Daarmee past de 3C carrousel in bijna
elke doorloopstal die aan vervanging toe is.
Hulst InnovatieVierburenweg 9, Westeremden
T (0596) 551 895
I www.3ccarrousel.com
Samen sta je sterk. Samen bereik je meer.Het verband van foodbedrijven in Noord-Nederland 'Innexus' werkt samen methogescholen en overheid aan de ontwik-keling van nieuwe voedingsconcepten endiensten. De bedrijven nemen daar ac-tief in deel en geven hieraan richting van-uit de marktvraag. Daarbij is het totaalméér dan de som van de afzonderlijkedelen, juist door de focus op innovatie enonderwijs. Zo nemen bedrijven samenmet scholen verantwoordelijkheid voorhet ontwikkelen van gezonde en duur-zame voeding
Tekst: Fred Ootjers
De foodbedrijven die zich in Noord-Nederland
hebben aangesloten bij Innexus, behoren tot het
MKB. "Krap tien jaar geleden is het initiatief
INNEXUS
Verbindenen inspireren
LTO NOORD DRENTHE
'Laat zien waarje als boer meebezig bent'
LTO NOORD GRONINGEN
'Samen sta jesterker en komje tot meer'
"We maken overuren om uit teleggen waar we mee bezig zijn",lacht Arend Steenbergen, voor-zitter LTO Noord Drenthe. Eenopen en transparante communi-catie aangaan met iedereen dieop wat voor manier dan ook be-trokken is bij of betrokkenheidtoont met de landbouw, is eenvan de speerpunten waarvoorArend zich graag het vuur uit desloffen loopt.
Tekst: Fred Ootjers
"Als LTO Noord staan we midden in
de maatschappij", vertelt Arend. "We
zien veel moties en emoties voorbij-
komen. We staan op de bres voor de
belangen van onze leden en dragen de
boodschap met enthousiasme uit: Een
boer is trots op waar hij mee bezig is
en de bijdrage die hij levert aan de
Nederlandse voedselvoorziening en
economie. Een trots die hij graag deelt
met de omgeving waarin hij leeft. Hij
weet heel goed van de -juiste of on-
juiste- denkbeelden van burgers over
de branche en hij doet daar iets mee.
Hoe? Door zelf het contact te zoeken
met de mensen. Ze hebben er recht
op om te weten wat er op zijn bedrijf
gebeurt, omdat ze immers vaak de af-
nemers zijn van de producten die hij
als ondernemer voortbrengt."
Lees verder op pagina 4
Verbinding leggen tussen ver-schillende belangen. Wat Almaden Hertog betreft, sinds april2015 voorzitter LTO Noord Gro-ningen, een van de uitdagingenwaar de Groninger landbouwvoor staat.
Tekst: Fred Ootjers
De Groninger landbouw bloeit. Een
prestatie die gevestigd is op een tradi-
tie van succesvol boeren en ook bij
burgers en buitenlui respect afdwingt.
Hoe is dat succes te verklaren? "Vooral
door lang vooruit te denken", aldus
Alma. "En ook: kansen benutten door
creatief te denken. Praat je over crea-
tief denken, dan hebben we het over
innovatie. Die niet alleen de bodem
vormt onder een gezonde economie,
maar ook ruimte geeft aan zaken als
nieuwe toepassingen van producten,
dierwelzijn, milieu en wetenschappe-
lijk onderzoek. Zaken die verder rei-
ken dan alleen het belang van de boe-
ren, maar ook die van burgers en het
platteland raakt."
"We maken ons sterk voor de noorde-
lijke regio en met samenwerken kom
je het verst. Dat geldt voor ons als in-
dividuele ondernemer ook. We hebben
het goed en gezellig met de buren, ze
weten waar we mee bezig zijn en we
helpen elkaar als er ergens een
Lees verder op pagina 4
Vergadering met Jan Buining, bestuursvoorzitter Innexus, over 'Bedrijven praten samen over innovatie'
Lees verder op pagina 4
Agri & Food specialHULST INNOVATIE
De meest uitgekiendedraaimelkstal
Lees verder op pagina 7
COWHOUSE INTERNATIONAL
Denken vanuit de koe
ColofonEen uitgave gemaakt door Multiplus BV,i.o.v. NDC Mediagroep
Multiplus BVStationsweg 21 • 9201 GG DrachtenT 0512- 20 41 00E [email protected]
Uitgavemanagement:Siebrand Osinga, Alexander Zijlstra
Redactie + Fotografie:Miriam Nooi, Fred OotjersBureau Peer, Henk PokerDeelnemers zelf
Opmaak: Maurice de Jong
Weten wat je eet. Maarvooral: weten waar hetvandaan komt. Wetenvan het verhaal achterde aardappel op jebord, het stukje vlees,de groente en de yog-hurt met aardbeien ná.We worden ons steedsbewuster van wat weeten, ook in het restau-rant. Een gegeven waarBidvest Deli XL met hetunieke concept Vers24/7 alert en creatief opinspeelt.
Tekst: Fred Ootjers
De voortgaande globalisering
maakt van de hele wereld letter-
lijk één markt. We kunnen ons
voor wat betreft voedingsmidde-
len oriënteren op de meest uit-
heemse producten,
afkomstig uit de meest ver
weg gelegen landen. Een
goede en positieve ontwik-
keling, maar het maakt
ook dat we steeds meer
vervreemden van dat
'vreemde' eten. Gaven we
er ons eerder zonder voor-
behoud aan over, de trend
is nu dat we willen weten
wat we eten, waar het van-
daan komt en onder welke
condities het is gegroeid of
samengesteld.
Een en ander maakt dat de
consument steeds vaker
en intensiever op zoek is
naar eerlijke en gezonde
producten uit de streek.
Peter Terwindt, manager
Vers 24/7: "Bidvest Deli
XL is leverancier voor de
horeca en catering. Om in
te spelen op de vraag van
de consumenten en daar-
aan gekoppeld die van de
restauranthouders, hebben we
het marktplatform Vers 24/7 ont-
wikkeld. Een online markt waar
aanbieders van streekproducten
en de afnemers -lees: horeca- el-
kaar treffen. Vergelijkbaar met
een traditionele markt, van ouds-
her dé ontmoetingsplek voor ver-
kopers en kopers."
Die aanbieders bestaan bijvoor-
beeld uit boeren, telers, slagers en
kaasmakers die op een eerlijke en
authentieke manier met hun be-
drijf bezig zijn. "Dat kan biolo-
gisch zijn, maar dat is geen
vereiste. Om in aanmerking te
komen als leverancier, dienen ze
echter wel over de vereiste certifi-
caten te beschikken, gericht op
duurzaam ondernemen. We heb-
ben Nederland opgedeeld in tien
regio's, waarbinnen zo'n 120 vers-
specialisten actief zijn. Die bieden
hun waren online aan, aangevuld
met het verhaal achter elk pro-
duct."
"Hoe werkt het in de praktijk?
Stel je bent chef-kok in een res-
taurant in de provincie Gronin-
gen en je wilt graag gaan koken
met streekproducten. Maar a. je
weet niet wie bij jou in de buurt
streekproducten levert, b. je weet
niet hoe je ze geleverd kunt krij-
gen en c. je hebt eigenlijk hele-
maal geen tijd om je met de
rompslomp van het uitzoeken
bezig te houden. Dan biedt Vers
24/7 de uitkomst, want het is dé
plek voor vraag en aan-
bod. Zodoende is de
chef-kok ontzorgd en
snijdt het mes aan twee
kanten: hij kan zeggen
dat hij kookt met streek-
producten en de gast
krijgt waar hij of zij om
vraagt: producten direct
van de bron."
Op dit moment richt
Vers 24/7 zich met haar
streekproducten op
vlees, vis, groente, kaas,
wijn en bier. Binnenkort
wordt het aanbod uitge-
breid met leveranciers
van delicatessen, zoals
chutney's, jams, choco-
lade, koek en gebak en
cruesli. Genoeg redenen
om deze online markt in
de gaten te houden.
www.vers247.nl
Stel, je bent kippen-boer en je wilt je tradi-tionele TL-verlichtingvervangen door LED.Je kijkt eens naar al diearmaturen in de lood-sen en de eerste ge-dachte is: 'Dat ver-vangen gaat mij een ka-pitaal kosten. Duurtjáren voordat ik die in-vestering heb terugver-diend. Dat doen we dusmaar niet.'
Tekst: Fred Ootjers
"Een misverstand", weet Ste-
phan Peijer van JP LED uit
Veendam. "Ik kan die kippen-
boer maar één advies geven: het
wél doen. Wat veel mensen na-
melijk niet weten is dat met de
nieuwste LED-verlichting ruim
95 procent van de armaturen ge-
woon kunnen blijven zitten. Het
is simpel een kwestie van de lam-
pen vervangen, wat draadjes om-
zetten en de starter wisselen. De
winst? Weinig arbeidsuren voor
het doen vervangen van de lam-
pen, een veel zuiniger, duurza-
mer en betere verlichting én een
snelle terugverdientijd."
Stephan zit al ruim 25 jaar in de
verlichting, werkt sinds 2002
voor zichzelf en heeft zich de
laatste jaren gespecialiseerd in
de talloze mogelijkheden van
LED-verlichting. "Niet alleen
voor het gebruik in stallen is het
ideaal, maar ook voor gebruik in
de foodsector. LED-lampen vol-
doen namelijk aan de zeer
strenge HACCP regels, die de
voedselveiligheid moeten waar-
borgen. Het laatste wat je in een
productieproces van bijvoor-
beeld levensmiddelen kunt ge-
bruiken, is dat er een lamp knapt
en het glas op de productielijn te-
recht komt. Bij de conventionele
verlichting moet de armatuur dat
ondervangen, met als gevolg
lichtverlies. Een LED-lamp is ge-
maakt van kunststof en kán he-
lemaal niet springen. Super vei-
lig dus."
En een LED-lamp kun je gewoon
24 uur laten branden, ook in
ruimtes tot -25 graden. "Zelfs al
branden ze continu, dan nog
gaan ze 4 tot 5 keer langer mee
dan een TL-lamp. Ik heb het
eens uitgerekend: in de paar jaar
dat ik actief ben in de LED-ver-
lichting, heb ik al voor 5 mega-
watt aan energie bespaard. Dat is
gelijk aan de productie van 2 re-
latief kleine windmolens of
20.000 zonnepanelen. LED-ver-
lichting levert écht alleen maar
voordelen op!"
www.jpled.nl
VERS 24/7
Het streekverhaalachter de pieper enhet speklapjeOp de grens van Fries-
land en Groningen –daar waar aardappel-en uienvelden rijk ver-tegenwoordigd zijn – isPommeq gevestigd. Hetbedrijf is gespeciali-seerd in de levering-op-maat van landbouwma-chines voor de aard-appel- en uienteelt enbedient vanuit het Mun-nekezijl de hele wereld.Efficiency, kwaliteit eninnovatie zijn de waar-den waar Pommeq opstuurt.
Tot 1998 werkte Beeno Oldenhuis
voor diverse landbouwmachine-
fabrikanten en –leveranciers in
het binnen- en buitenland. Net
als veel anderen zag hij de
enorme dichtheid van mechani-
satiebedrijven en het overschot
aan landbouwmachines. “Terwijl
in Nederland een overschot ont-
stond, was in het buitenland veel
vraag naar machines”, herinnert
Oldenhuis zich de start van zijn
eigen onderneming. “Nederland
is op gebied van landbouwme-
chanisatie koploper, terwijl
Noord-Nederland ook nog eens
het centrum is van de aardappel-
en uienteelt. Zo ontstond het idee
om nieuwe en gebruikte machi-
nes voor het zaaien, poten, oog-
sten en verpakken van
aardappelen en uien te gaan ex-
porteren.”
MaatwerkOnder de vlag van Oldenhuis
Export namen de activiteiten een
behoorlijke vlucht. Maar ook in
Nederland ontstond vraag naar
de machines en de kennis van Ol-
denhuis en zijn zes collega’s.
Vanaf 2014 heet het bedrijf Pom-
meq en worden ook Nederlandse
boeren in de regio bediend. “We
zijn innovatief, servicegericht en
hebben over de volle breedte en
diepte expertise in huis”, zegt Ol-
denhuis. “Zo leveren we materi-
aal en onderdelen van gere-
nommeerde fabrikanten als
onder andere Dewulf-Miedema
Areco, Struik, Schouten en Hola-
ras. Het betekent dat we voor ie-
dere opdrachtgever maatwerk
van de hoogste kwaliteit leveren.
Daarnaast doen we onderhoud en
reparatie zowel in onze werk-
plaats, of bij de klant op het erf.”
StuwadoorPommeq is inmiddels ook gespe-
cialiseerd is in het verladen van
landbouwmachines voor vervoer
overzee, inclusief ‘containerise-
ren’ en alle administratie. Olden-
huis: “Dat doen we natuurlijk
allang voor onszelf, maar we wor-
den ook ‘ontdekt’ door collega-be-
drijven en andere partijen die
grote goederen naar het buiten-
land willen vervoeren. Boven Rot-
terdam zijn er nauwelijks
bedrijven die dat doen. Wij weten
hoe het moet, dus waarom zou-
den we dat specialisme niet voor
anderen inzetten?”
www.pommeq.nl
POMMEq
Maatwerk van dehoogste kwaliteit
Buffelfarm Kelder (mozzerela kaas), Coevorden
Klaverweide, Damwoude
Natuurtuin Hummelhus, Oudehorne
Stephan Peijer: 'Wij komen graag langs voor een vrijblijvende (gratis) energiescan voor verlichting'
JP LED
‘Wij verkopen besparing’
Agri & Food special 2
De maatschappij staataan de vooravond vangrote veranderingen.Het kan niemand ont-gaan dat de voorraadfossiele brandstoffenopraakt en de vraagnaar een alternatiefsteeds luider klinkt.Een alternatief dat ge-vonden wordt in de Bi-obased Economy(BBE). Een schone enduurzame vervangingvoor het vervaardigenvan producten, waar-voor men nu nog vaakde vervuilende aardolieals grondstof gebruikt.
Tekst: Miriam Nooi
"Onnodig", aldus Rob van Haren,
vanaf 31 maart dit jaar lector
Transitie Bio-Economie aan de
Hanzehogeschool Groningen. Hij
laat zien dat zowel opleidingen als
bedrijven al flink wat stappen
hebben gezet op het gebied van
duurzaamheid en circulaire eco-
nomie. Daar waar sommige be-
drijven bijvoorbeeld bezig zijn
ondergoed van hennep of brand-
netel te maken en boterhamzak-
jes van mais, gaat de Hanze-
hogeschool Groningen verder.
Rob toont een apparaat, een van
de vele zoals die staan opgesteld
in de hal van Zernike Advanced
Processing Faciliteit in Gronin-
gen, kortweg ZAP. "Extractie op
basis van superkritische CO2
wordt hier gebruikt voor het ont-
trekken van inhoudstoffen uit
planten. Het is een groene extrac-
tie technologie die geen gebruik
maakt van fossiele en giftige op-
losmiddelen. Dat vormt de basis
voor natuurlijke bioceuticals,
ofwel medicijnen, cosmetica of
nutraceuticals. Een paar voor-
beelden: een grondstof voor me-
dicijnen tegen kanker uit de
wortels van fluitekruid, make-up
met puur natuurlijke ingrediën-
ten uit lupine, bijvoorbeeld
zoiy.eu, en voedingssupplemen-
ten en voedingssupplementen die
direct op hun doel afgaan door
gebruik van bio-afbreekbare en
verteerbare nanodeeltjes."
Hanzehogeschool Groningen doet
het onderzoek niet alleen. "Ei-
landjes van kennis werken al lang
niet meer en zijn zeer inefficiënt:
dezelfde onderzoeken worden
naast elkaar gedaan en je blijft
vaak met onoplosbare vraagstuk-
ken zitten. Daarmee gaat veel tijd
en geld verloren. We werken in-
tensief samen met andere kennis
en onderwijsinstellingen, zoals
Rijksuniversiteit Groningen, TU
Delft en Noorderpoort college.
Maar vooral met het bedrijfsle-
ven. Dat komt met concrete vra-
gen voor businesscases, wij laten
er onze kennis in de vorm van on-
derzoekers en studenten op los,
die samen met de bedrijven aan
de slag gaan. Dat levert een wis-
selwerking en meerwaarde op. De
bedrijven -grote én kleine- krijgen
antwoorden op hun vragen met
betrekking tot biobased grond-
stoffen. Die vormen de basis voor
producten en kennis die zij kun-
nen gebruiken voor de verdere
ontwikkeling. De studenten van
hun kant doen praktijkervaring
op en krijgen vaak een goede sta-
geplek. Er is een grote vraag naar
goed opgeleide chemici. Dat komt
deels door de vergrijzing, maar
ook door de transitie naar een
Biobased Economy. De duizend
studenten die wij hier nu hebben,
weten zich vrijwel zeker van een
baan."
Hanzehogeschool Groningen
werkt op dit moment aan ZAP II,
een faciliteit voor bedrijven
waarin ze gebruik kunnen maken
van alles dat de hogeschool te bie-
den heeft op het gebied van BBE
en circulaire economie. "Een be-
drijf zal niet snel een apparaat
aanschaffen voor het extraheren
van bioceuticals. De apparatuur is
kostbaar en als die dan ook nog
eens de meeste tijd ongebruikt
staat... Maar daarmee gaan voor
de ondernemer wel kansen verlo-
ren. Met ZAP II bieden wij de fa-
ciliteiten om toch testen te
kunnen doen, aangevuld met de
know how die hier rondloopt."
Er valt met de Biobased Economy
alleen maar te winnen. Voor het
milieu, voor de economie en
vooral voor de maatschappij. Kijk
maar eens naar alles wat we met
deze technologie kunnen berei-
ken. Dingen waar we vroeger al-
leen maar van konden dromen.
Om het bedrijfsleven bewust te
maken van de kansen en moge-
lijkheden, organiseren we regel-
matig informatie en demon-
stratiedagen en workshops, die
tegelijk bedoeld zijn voor aspi-
rant-studenten om ze kennis te
laten maken met alles wat wij te
bieden hebben voor een schone
en duurzame toekomst."
www.hanze.nl/ilst
HANZEHOGESCHOOL GRONINGEN
De basis van denieuwe wetenschap
Het is een stelling waarweinig tegen in valtbrengen: alles begintmet de bodem. Of hetnu om akkerbouw, vee-teelt, tuinbouw, natuuren landschap of recrea-tief groen gaat: als desamenstelling van debodem in disbalans is,gaat dat ten koste vande groene functies..
Tekst: Fred Ootjers
Het Nutriënten Management In-
stituut (NMI) in Wageningen is
een onderzoeks- en adviesbureau
dat onderzoek doet naar bodem-
kwaliteit en de resultaten daarvan
vertaalt naar toepassingen voor
de zogenaamde 'groene ruimte'.
"Praten we over de bodem, dan
praten we -zeker in Nederland-
ook al snel over bemesting", aldus
Romke Postma, senior project
manager bij NMI. "In een dicht
bevolkt land als het onze is er
rond die bemesting een voortdu-
rende aandacht. Actueel in dit
verband zijn de fosfaatrechten die
een te hoge mestproductie ook in
het noorden tegen moeten gaan.
Na het wegvallen van het melk-
quotum hebben veel boeren hun
veestapel uitgebreid. Echter:
méér koeien betekent méér mest.
En daar biedt de bodem in Ne-
derland geen plaats meer voor."
"De grondgebondenheid van vee-
boeren in het noorden is relatief
groot ten opzichte van andere ge-
bieden in Nederland. Dat wil zeg-
gen dat veel van het benodigde
ruwvoer in de vorm van gras en
mais van het eigen bedrijf komt
en dat ook een groot deel van de
mest binnen het eigen bedrijf
blijft. Dat is een sterk punt en er is
nog veel winst te behalen bij een
verdere optimalisatie van die
voer-mestkringloop op de bedrij-
ven. We zien nu echter dat er op
veel melkveebedrijven teveel
mest komt en die moet dus van de
bedrijven worden afgevoerd. Ge-
lukkig is die mest prima bruik-
baar in de akkerbouw, bij-
voorbeeld in de Veenkoloniën,
maar ook op de klei. Een betere
samenwerking tussen melkvee-
houderij en akkerbouw in Noord-
Nederland, zal er toe leiden dat er
in het noorden minder behoefte is
aan varkensmest uit Zuid- en
Oost-Nederland. Als NMI willen
we graag onze bijdrage leveren
aan die betere samenwerking tus-
sen de sectoren en een efficiënt
(her)gebruik van mineralen in de
hele regio."
NMI heeft ruim zeventig jaar er-
varing op het gebied van bodem-
kwaliteit, nutriëntenkringlopen,
meststoffen en gerelateerde wet-
geving. Postma: "We beschikken
over een grote expertise inzake
goed bodembeheer. En die kennis
is ook in deze tijd nog hoogst ac-
tueel. Door de aangescherpte me-
stregels van de afgelopen jaren is
er in de landbouwsector grote be-
zorgdheid over het teruglopen
van de bodemvruchtbaarheid. Dit
is iets om goed in de gaten te hou-
den en als NMI leveren we tools
die helpen om de achteruitgang
van de bodemkwaliteit tegen te
gaan. Daarnaast ontwikkelen we
ook tools die gericht zijn op het
verhogen van de efficiëntie van de
bemesting en die voorkomen dat
de voedingsstoffen in grond- en
oppervlaktewater terecht
komen."
De adviezen van het NMI strek-
ken zich vaak uit over een langere
termijn, maar ook zaken op korte
termijn vallen onder hun exper-
tise. "We hebben het dan over het
effect van één seizoen, van voor-
jaar tot najaar, en waarin de boer
direct profijt wil zien van onze ad-
viezen. Precisiebemesting is daar
een goed voorbeeld van, waarbij
het gaat om de juiste gift met de
juiste meststof op de juiste plaats
en het juiste tijdstip. Zo kan met
inzet van GPS en sensoren heel
precies worden bepaald welke
meststof, wanneer, waar en met
welke techniek wordt toegepast.
Niet te veel bemesten, maar ook
zeker niet te weinig. Met behulp
van sensoren worden tijdens de
groei van het gewas metingen ge-
daan, waarbij naast het volume
vooral de kleur van belang is.
Techniek dus als hulpmiddel,
maar ook: hoe interpreteer ik als
boer de resultaten van die metin-
gen? Wat moet ik ondernemen?
Als NMI zetten we in op deze ont-
wikkeling om in de toekomst nog
preciezer te kunnen bemesten."
NUTRIËNTEN MANAGEMENT INSTITUUT
Kennis tot op debodem van de bodem
Het team van NMI (op de foto ontbreekt Laura van Schöll)
Met een brede scope naar alle
in het landelijk gebied actieve
partijen ontwikkelt NMI op
pro-actieve wijze innovatieve
oplossingen voor bodem gere-
lateerde vraagstukken. Des-
kundig, onafhankelijk,
betrouwbaar en integer zijn de
kernwaarden van NMI, gedra-
gen door een creatieve hou-
ding, flexibele opstelling en
klantgerichtheid. NMI streeft
ernaar een bijdrage te leveren
aan de kwaliteit en duurzaam-
heid van onze leefomgeving.
www.nmi-agro.nl
Agri & Food special 3
genomen tot oprichting van het
samenwerkingsverband", weet
Paul Visschedijk, directeur In-
nexus. "Voor de meeste MKB be-
drijven gold -en geldt nog- dat ze
zelf onvoldoende toekomen aan
belangrijke zaken als onderzoek,
ontwikkeling, opleiding en on-
derwijs. Ze zijn zich, om concur-
rerend te zijn én te blijven, echter
terdege bewust van het belang van
deze aspecten. Innexus is van en
voor ambitieuze foodbedrijven en
vervult de rol van hét platform
waar leden met elkaar in gesprek
komen, aan de hand van thema's
kennis uitwisselen en new busi-
ness projecten genereren. Daar-
naast hebben deze bedrijven ook
gezamenlijke doelen. Niet ieder
bedrijf kan feed back geven aan
overheden over het innovatiebe-
leid of aan het onderwijs over de
leerplannen. Daarvoor is Innexus
een prima aanspreekpunt en kan
mee richting geven aan die on-
dersteuning."
Lag de focus in aanvang vooral op
innovatie, al snel kwam daar ook
het aspect van onderwijs bij.
"We hebben het dan over kennis-
overdracht. De overheid verwijst
dan als snel naar scholen als ken-
nisinstellingen, maar daar ligt de
kennis niet alleen. Die zit voor een
groot deel bij de bedrijven. Een
school is een onderwijsinstelling,
dat is wezenlijk iets anders. Als
Innexus slaan wij een brug tus-
sen bedrijfsleven en onderwijs,
ook om jongeren enthousiast te
maken voor de foodbedrijven. Dat
kunnen ondernemingen zijn die
voedingsmiddelen en/of voe-
dingsingrediënten en halffabrica-
ten produceren, maar ook bedrij-
ven die diensten of producten
leveren aan de voedingsindustrie
of daarvan afnemer zijn. Bedrij-
ven openen op gezette tijden let-
terlijk hun deuren voor bijna-
schoolverlaters, een mogelijkheid
waarvan in 2015 maar liefst dui-
zend scholieren gebruik hebben
gemaakt."
De samenwerking tussen de food-
bedrijven vertaalt zich onder an-
dere in een proeftuinproject dat
wordt uitgevoerd in nauwe
samenwerking met HANNN. "We
hebben het dan over Healthy
Ageing, over gezond ouder wor-
den. Voedsel speelt een belang-
rijke rol voor gezondheid en als
Innexus starten we een proeftuin,
waarmee we een gevarieerd pak-
ket aan gezonde voeding willen
neerzetten. Foodbedrijven heb-
ben de lead binnen de ontwikke-
ling en samenstelling van dat pak-
ket, dat nieuwe kansen biedt voor
de toekomst. Voor de ouder wor-
dende mens én voor de onderne-
mers!"
www.innexus.eu
COLUMNVoeding op maat - Werken in ketens broodnodig
Een op maat gesneden voe-
dingspatroon en/of op maat ge-
maakte voedingsproducten/sup-
plementen, waardoor je gericht
bepaalde ziektes kunt vermijden.
Het is momenteel nog een uto-
pie. Er zijn echter aanwijzingen
dat het kan werken. Wel zijn er
nog de nodige hordes te nemen.
Personalised Food – kansenvoor de sectorOp 18 februari jl. vond in Thialf
een bijeenkomst plaats over dit
thema, georganiseerd door In-
nexus, Food Circle en Avebe in
samenwerking met o.a. Hoge-
school Van Hall Larenstein en
de Hanzehogeschool. Dit event
was de eerste in een serie bijeen-
komsten over prangende issues
in de sector. Voeding op maat of-
wel personalised food is niet ge-
lijk iets wat hier en nu speelt,
maar wat op termijn wel aan-
zienlijke gevolgen voor de sector
kan hebben.
Ongeveer 70 deelnemers vanuit
bedrijfsleven, kennisinstellingen
en overheid waren aanwezig om
gezamenlijk de kansen voor per-
sonalised food te verkennen. De
film laat een impressie zien van
de dag met de kernboodschap
van de sprekers.
Systeembioloog Hans Wester-
hoff (Universiteit van Amster-
dam en Vrije Universiteit) stelde
dat het mogelijk is, met het in
kaart brengen van het menselijk
genoom en het opstellen van een
metabole kaart, om per individu
te onderzoeken wat hij of zij no-
dig heeft aan voedingsstoffen om
problemen wat genen of omge-
ving betreft te omzeilen. 'De me-
tabole kaart is een soort route-
kaart waarin circa 5000
metabolieten en ruim 7500 en-
zymreacties zijn opgenomen. De
metabolieten zijn de steden en
enzymreacties de verbindings-
wegen tussen deze steden.
’ Gezien het hoge aantal metab-
olieten en enzymreacties en de
verschillen in hun genen en le-
vensstijl is het voorspelbaar dat
mensen anders kunnen reageren
op verscheidene voedingsstoffen.
Het verklaart waarom sommige
mensen lactose-intolerant zijn of
dat een identieke calorie-inname
bij de een leidt tot ge-
wichtstoename en bij de
ander niet.
De crux is nu om per indi-
vidu te bepalen, op basis
van een DNA-paspoort en
een metabole 'routekaart',
welke wegen eventueel
versperd zijn zodat be-
paalde metabolieten niet
of onvoldoende worden
aangemaakt. Deze 'di-
agnose' moet vervolgens
leiden tot een gepersona-
liseerd advies.
Daarvoor is wel degelijk een
markt, zo stelde Gaston Rem-
mers, procesarchitect bij zijn bu-
reau Habitus, en mede-oprich-
ter van Platform Patiënt en
Voeding. Remmers stelde dat in
Nederland zo’n driekwart van de
kankerpatiënten bezig is om
voedselroutines te ontwikkelen
waar ze zich beter door voelen
en die wellicht bijdragen aan her-
stel.
'Wat je ziet, is dat iedereen het
wiel uit probeert te vinden. Indi-
viduele patiënten experimente-
ren met combinaties van ver-
schillende voedingsmiddelen,
maar jammer genoeg blijven hun
ervaringen - en mogelijke resul-
taten - uit het zicht. Hun bevin-
dingen zouden ook meegenomen
moeten worden in de ontwikke-
ling van nieuwe producten.
Het concept van een voedings-
patroon en/of supplementen
(cocktail) voor een bepaalde po-
pulatie is interessant, zowel van-
uit het perspectief van publieke
gezondheid als in bedrijfsecono-
misch opzicht. Dit gaat alleen
werken als partijen zoals life sci-
ences, plantwetenschappen, pa-
tiëntenverenigingen, tuinbouw
en voedingsmidde-
lenindustrie nauw
met elkaar gaan sa-
menwerken om con-
crete resultaten te
boeken.
VervolgsessiesTijdens de bijeen-
komst van 18 fe-
bruari jl. zijn vele
ideeën naar voren
gekomen, waarop
we meer in detail tij-
dens vervolgsessies kunnen in-
gaan. De volgende sessie op 20
april gaat over Differentiatie van
voedsel: kansen voor bedrijven.
De andere sessie staat gepland
op 18 mei.
Heeft u interesse in het onder-
werp, heeft u ideeën of wilt u op
de hoogte gehouden worden van
de vervolgsessies, neem dan
contact op met Saskia van
Gend, projectmanager TCNN,
via [email protected] of
06-47438324.
probleem is. 'Onze deur draait al-
tijd naar binnen', zeg ik dan
maar. Iedereen is welkom en aan
de keukentafel worden de meeste
gesprekken gevoerd. Dat geldt ook
in de provincie en noordelijk voor
ons als LTO Groningen: met an-
dere ketenpartners, maatschap-
pelijke organisaties en politiek
trekken we gezamenlijk op om za-
ken te realiseren. Samen sta je
sterker en kom je tot meer."
Boeren en burgers. We leven -ze-
ker in het dichtbevolkte Neder-
land- in dezelfde omgeving en de-
len tal van zaken met elkaar.
Alma: "We zijn blij en trots met de
omgeving waarin we wonen en
werken met elkaar. Veel mensen
zoeken graag het platteland op,
onder andere om kennis te ma-
ken met het boerenleven. Het is
belangrijk dat mensen de verbin-
ding weten te leggen tussen het
voedsel in de koelkast en de pro-
ducten op het land, Dat we ons
bewust zijn dat gezond en goed
toegankelijk voedsel een groot
goed is."
www.ltonoord.nl
Aan de ene kant dus het lobbyen
voor de belangen van de boeren-
stand in Drenthe, aan de andere
het kweken van begrip voor de re-
sultaten van dat lobbyen. Arend:
"Een missie, maar zeker geen on-
mogelijke missie. We merken elke
dag weer dat heel veel mensen
nieuwsgierig zijn naar hoe het er
tegenwoordig op een boerderij ei-
genlijk aan toe gaat. Ik heb zelf
een veehouderij en als we weer
eens een open dag hebben, is het
altijd hartstikke druk. Dat zie ik
ook bij mijn collega's. Die organi-
seren het hele jaar door allerlei
activiteiten, waar steevast veel pu-
bliek op afkomt."
LTO Noord Drenthe is zich er dan
ook goed van bewust dat je be-
grip voor de belangen van de boer
niet aan de burger kunt overdra-
gen met alleen tabellen. "Die zijn
voor de onderbouwing van je ar-
gumenten onmisbaar, maar je lost
er geen emoties mee op. Je moet
zaken beeldend maken, zodat bur-
gers er ook een beleving mee kun-
nen hebben. Nodig ze uit op je be-
drijf en leg uit waarom je dingen
doet en wat je kunt. Laat mensen,
kortom, zien waar je als boer mee
bezig bent."
www.ltonoord.nl
Vervolg van de voorpagina LTO NOORD DRENTHE Vervolg van de voorpagina LTO NOORD GRONINGEN
Arend Steenbergen Alma den Hertog
Vervolg van de voorpagina INNExuS
Innexusleden bezoeken de 'Supermarkt van de toekomst' in Keulen.
Agri & Food specialCOLUMNDat smaakt naar meer!Creatief ondernemerschap, authentieke merken.
Wist u dat de Noordelijke MKB-
bedrijven in de levensmiddelen-
industrie opvallend innovatief
en internationaal gericht zijn?
En wist u dat deze bedrijven het
minst gebruik maken van subsi-
dies? Althans, dat zijn enkele
conclusies uit het LEI-rapport
‘Dat smaakt naar meer’ dat vorig
jaar is gepubliceerd.
Voor beleidsmakers is deze con-
statering uitermate interessant.
Immers, de conclusies suggere-
ren dat de vele subsidieregelin-
gen niet nodig zijn voor het
stimuleren van innovatie bij het
MKB. In dit geval kan de over-
heid simpelweg besluiten om het
aantal subsidies te verminderen.
Intrigerend is de vraagstelling of
het MKB überhaupt subsidies
nodig heeft?
Wat hebben de oprichters van
de Noordelijke familiebedrijven
zoals Koopmans Meel, Borge-
sius, Smilde Foods, Steensma
Ingredients, Van der Meulen en
Hooghoudt bewogen om jaren
geleden een bedrijf in levens-
middelen te starten? Het ant-
woord hierop moet gezocht
worden in het contact met de
consument en het besef ‘iets be-
ters en anders te kunnen doen’.
De oprichters waren oprecht in
hun beweegreden en de klant
gunde hen hierdoor de business.
Authenticiteit en creativiteit als
leidmotief voor ondernemer-
schap! Vroeger, nu maar ook in
de toekomst?
Een duurzaam markt-perspectief in foodNa decennia waarin voedsel iets
vanzelfsprekends was, krijgt de
consument weer waardering
voor het product en - minstens
zo belangrijk - de producent. En
stelt daarbij de vraag 1. hoe
wordt mijn voedsel gemaakt? en
2. waar komt mijn voedsel van-
daan? Authenticiteit van het
merk en creativiteit van de on-
dernemer worden weer beloond!
Zo ook in Noord-Nederland.
Koopmans Meel in Leeuwarden
heeft in samenwerking met de
stichting Veldleeuwerik een lo-
kale en unieke keten ontwikkeld
van graan, bloem en ambachte-
lijk brood. Sinds haar oprichting
in 2011 bedient de bierbrouwe-
rij Maallust in Veenhuizen met
25 aandeelhouders ‘De Zware
Jongens’ succesvol de Noorde-
lijke horeca met speciaal bieren.
De Kleinste Soepfabriek in Leek
levert onder haar authentieke
merk nu ook de grote super-
markten. Ook Huls in
Vlagtwedde weet het ambachte-
lijke karakter van droge worst op
een authentieke wijze onder de
aandacht van de Nederlandse
consument te krijgen. Zelfs
Hooghoudt maakt gebruik van
het zuivere water van de Drent-
sche Aa om hierdoor extra
waarde aan het merk Hoog-
houdt en het product jenever toe
te voegen.
Om terug te komen op de vraag
of het Noordelijke MKB in de le-
vensmiddelenindustrie subsi-
dies nodig heeft? Niet om
creatief ondernemerschap of een
authentiek merk te ondersteu-
nen. Wel om gezamenlijk te in-
vesteren in een foodrelevante
infrastructuur. Dat smaakt naar
meer!
Halbe Vogel
4
De agrarische sector staatbol van innovatie en veran-deringen. Wetten en regelge-vingen, stijgende kostentegenover dalende opbreng-sten. Het maakt dat bedrij-ven steeds bewuster zijn vanhun middelen, materialen enopbrengsten. Hoe kunnenwe zo efficiënt mogelijk om-gaan met onze processen enhalen we zoveel mogelijkbruikbare data uit verschil-lende informatiestromen.Dat is waar Rovecom Op-Maat zich dagelijks mee be-zighoudt.
Tekst: Kim de Jong
Complexe materieRovecom OpMaat is onderdeel
van Rovecom, groot geworden met
de ontwikkeling van kennis-inten-
sieve software voor de agrarische
sector. Al jaren wordt wetenschap-
pelijke kennis omgezet in prakti-
sche software ten behoeve van,
bijvoorbeeld, rantsoenoptimalisa-
tie. Rovecom OpMaat gaat echter
een stapje verder. “Wij passen au-
tomatiseringsprocessen aan het
bedrijf aan, in plaats van an-
dersom”, zegt Rangko Venhuizen,
directeur IT-ontwikkeling bij Ro-
vecom. “Wij zien vaak dat bedrij-
ven proberen de bedrijfs-
processen om de bestaande syste-
men heen te bouwen, omdat ze
hieraan vastzitten en geen alter-
natief denken te hebben. Het
komt ook voor dat ze op zoek zijn
naar een applicatie voor een be-
kend probleem of juist een uniek
nieuw product, maar niet de ca-
paciteiten hebben om hiermee
zelf aan de slag te gaan. Wij ken-
nen de complexiteit van de vraag-
stukken uit de agrarische sector.
Dat onze mensen daarnaast zelf
ook allemaal uit de sector komen,
is voor deze bedrijven des te meer
reden om bij ons te komen met
hun automatiseringsvraagstuk.”
UitdagingEen voorbeeld van een applicatie
waarin kennis van complexe ma-
terie gecombineerd wordt met
kennis van de sector, is de ont-
wikkeling van een bemestingsap-
plicatie. Hierin wordt de be-
mestingsfilosofie van meerdere
partijen toegepast in een online
applicatie. Telers en melkveehou-
ders kunnen zelf online en real
time hun bemestingsplan samen-
stellen, uiteraard rekening hou-
dend met de wettelijke kaders.
Venhuizen: “De rekenmotor die
wij hebben ontwikkeld, berekent
– aan de hand van geanalyseerde
bodem-, perceel- en mestinfor-
matie – hoeveel nutriënten de
grond nodig heeft om in optimale
conditie te blijven. Best een be-
hoorlijke uitdaging. Belangrijk
was om gedurende het hele pro-
ces goed te luisteren naar de wens
van de klant, daarmee intensief in
het project samen te werken en
vooral mee te denken. Het succes
van de bemestingsapplicatie laat
zien dat dit goed is gelukt.”
Big DataDat samenwerken een van de pij-
lers is van Rovecom OpMaat,
blijkt uit de bijdrage die wordt ge-
leverd aan het project Smart
Dairy Farming (red.). Binnen dit
grootschalige project, waarbij
meerdere marktpartijen samen-
werken, is een datahub voor de
melkveesector ontwikkeld.
“We leven in een wereld van Big
Data. Het is de kunst om uit alle
data die via verschillende kanalen
binnenkomt, de maximale
waarde te halen. Deze datahub is
de basis voor het praktisch toe-
pasbaar maken van Big Data in de
melkveesector.”
Betere informatie-voorzieningRovecom OpMaat zet niet alleen
haar tanden in vraagstukken van
externe partijen. Ook wordt ge-
werkt aan het doorontwikkelen
van de eigen producten. Zo ook
voor Agroboekhouden. Voor dit
agrarische boekhoudprogramma
is een webapplicatie ontwikkeld,
waar de boer en zijn accountant
real time de prestaties van zijn
bedrijf ziet. Via een dashboard
wordt visueel wat de actuele situ-
atie is en wat de prognoses voor
morgen zijn. “Het dashboard dat
wij hebben ontwikkeld, maakt
Excelrapporten overbodig en
voorziet de boer van real time in-
formatie. Echt een oplossing waar
zowel de boer als accountant blij
mee is. Het past binnen de trend
waarbij de boer, in samenwerking
met zijn adviseur, steeds meer in-
zicht wil hebben en houden in zijn
eigen financiële situatie”, aldus
Venhuizen.
Oog voor detailRovecom OpMaat is niet alleen
actief binnen de agrarische sec-
tor, maar levert haar unieke dien-
sten ook buiten deze branche. Het
concept blijft echter hetzelfde.
Mensen en systemen bij elkaar
brengen. De combinatie tussen
technische kennis van de mensen
van Rovecom OpMaat aan de ene
kant, en hun consultancyrol aan
de andere kant, is uniek. Zij kun-
nen op detailniveau meepraten en
nemen vervolgens zelf deel aan de
uitvoerende projectgroep. “Het
komt regelmatig voor dat de klant
aansluit bij deze projectgroep. En
wij vinden dat niet meer dan nor-
maal. Op die manier worden de
deelprocessen en projectfasen op-
timaal gemonitord en waar nodig
tijdig bijgestuurd. Oog voor detail
bij het ontwikkelen van applica-
ties is en blijft belangrijk. De
details maken namelijk het ver-
schil tussen een oplossing die
werkt en een oplossing die de
klant ook echt resultaat oplevert.”
RovecomElbe 2 Hoogeveen
0528 22 35 35
www.rovecom.nl
Veel bedrijven weten delectoren, onderzoekers,docenten of studentenvan hogeschool CAHVilentum in Dronten tevinden voor diverse op-drachten. Onderne-merschap, onderwijsen onderzoek zijn as-pecten die de hoge-school goed voor elkaarheeft. Studenten waar-deren het onderne-mende karakter van dehogeschool en kiezenvanwege het nauwecontact met het be-drijfsleven vaak vooreen studie in Almere ofDronten. Ondernemer-schap van de hoge-school is erkend in debijzondere waardering(accreditatie) die deNVAO heeft afgegevenin 2015.
Lectoren en docentonderzoekers
hebben vanuit diverse rollen
nauw contact met studenten.
Zowel in de rol van docent, on-
derzoeker en ook als begeleider.
Het onderzoeksteam van CAH Vi-
lentum bestaat uit zo’n 30 men-
sen die samen een totale omzet
van circa 6 miljoen euro per jaar
realiseren. Het grootste deel van
deze omzet komt voor rekening
van de onderzoeksprojecten die
sterk gericht zijn op agrofood &
ondernemen. De focus ligt daar-
bij op de primaire productie, on-
dernemerschap en duurzame
bedrijfsvoering. Binnen duur-
zame bedrijfsvoering wordt onder
meer gekeken naar nieuwe ver-
dienmodellen en circulaire
economie. Een groot deel
van de lectoraten gaat met
deze thema’s aan de slag al
dan niet samen binnen het
onderwijs. ,,Studenten
komen heel snel in aanra-
king met het nieuwe on-
dernemen en kunnen hier
enorm veel ervaring mee
opdoen’’, zegt Rieke de
Vlieger, directeur CAH
Vilentum.
Diverse lectoren en docentonder-
zoekers voeren onderzoek uit bij
het Aeres Praktijkcentrum Dron-
ten waar onder meer twee melk-
veebedrijven, een intensief-,
akkerbouw- en paardenbedrijf
zijn gevestigd die ook door stu-
denten gerund worden. Veel on-
derzoeksopdrachten zijn bedrijfs-
opdrachten. Studenten van de op-
leiding Dier- en veehouderij (mo-
menteel de grootste opleiding in
zijn soort van Nederland) voeren
tijdens hun studie veel bedrijfs-
opdrachten uit. Dit geldt ook voor
de nieuwe studie Varkens- en
pluimveehouderij.
Echte praktijkopdrachtDe positieve ervaring om jezelf te
kunnen ontwikkelen heeft ook
Foppe Sinnema. Hij is tweede-
jaars student Bedrijfskunde &
agrifoodbusiness en erg enthou-
siast over het onderne-
mende karakter van de
hogeschool en het nauwe
contact met het bedrijfsle-
ven. ,,Een assessment is
bij deze hogeschool altijd
een échte praktijkop-
dracht en niet een casus
die achter het bureau is
bedacht. Je moet zelf op
zoek naar een bedrijf of er
is een bedrijf met een spe-
cifieke vraag. Vervolgens
ga je met de onderzoeksvraag aan
de slag. We moesten bijvoorbeeld
voor een Friese graanhandel de
bedrijfsprocessen optimaliseren.
Behalve de inhoud doe je tijdens
je studie enorm veel contacten op
die straks ook handig kunnen zijn
op de arbeidsmarkt.’’
CAH en Dronten zijn twee be-
grippen die bij elkaar horen.
Sinds 2010 heeft CAH ook een
vestiging in Almere. En in 2013
zijn CAH en Stoas Hogeschool in
Wageningen samen verdergegaan
als Vilentum Hogeschool. Per
september aanstaande draagt Vi-
lentum Hogeschool de naam
Aeres Hogeschool. De Vlieger:
,,Een nieuw logo, andere kleuren
en een nieuwe naam. De verpak-
king wijzigt en dus hijsen we
straks een andere vlag. Belangrij-
ker is dat onze identiteit en de
kwaliteit van ons onderwijs en
onderzoek ongewijzigd en gega-
randeerd blijft’’
Kennismaken met de oplei-dingen die de hogeschool inDronten biedt?Donderdag 21 april
CAH Vilentum De Drieslag 4
8251 JZ Dronten
www.cahvilentum.nl
CAH Vilentum
CAH Vilentum laat studentenbuiten hun kaders denken
ROVECOM
OpMaat naar resultaat voor de sectorTeamoverleg dashboard Agroboekhouden
Rangko Venhuizen: 'Het is de kunst om uit alledata de maximale waarde te halen.'
TE KOOP TE KOOP GEVRAAGDVERKOCHT
Buinen, perceel bosgrond 8 haStadskanaal, diverse kavels
grasland van 1-2 ha, gelegen tegen dorpskern
Siddeburen, luxe woning met 4 loodsen met
bedrijvenbestemming thans ca. 300 caravans
Eext, 7 ha bouwlandMidlaren, 3 ha bouwland
Ees, verkocht 12 ha bouwlandNoordbroek, verkocht
8 ha bouwland
Wegens doorlopende verkopen percelen
landbouwgrond te koop gevraagd en
akkerbouwbedrijf 70 ha met courante percelen
AgriTeam Makelaars ZuidlarenT: (050) 409 61 90
: KOEN WARNERS KOR WERKMAN
Agri & Food special 5
Uw aardappel verdient een LAPACK A-BOX!
T: (+31) (0)599 41 24 37F: (+31) (0)599 41 35 00E: [email protected]
LAPACK B.V. Open Einde 39581 AM Musselkanaal
200 keer steviger dan een gebruikelijke aardappelkist*
Geen lekluchtverlies
Energiezuiniger
Optimale bescherming door nieuw ontwikkelde hoekstijlen *) Berekening volgens FEM analyse.
Model agrarische bewaarkist LAPACK B.V. is gedeponeerd bij O.H.I.M.
www.a-box.nl
Recent haalde het be-drijf de regionale enlandelijke media met deintroductie van een100% glutenvrij haver.Maar het veredelen enverhandelen van zaai-zaad voor haver is maareen van de activiteitenvan Vandinter Semo inScheemda.
Tekst: Fred Ootjers
Vandinter Semo werd in 1914 op-
gericht door de families Zwaan en
De Wiljes als een bedrijf in zaad-
teelt en handel. "En eigenlijk
doen we dat ruim honderd jaar
later nog steeds", aldus de huidige
eigenaar Bert-Jan van Din-
ter. "Door de jaren heen
zijn de activiteiten echter
uitgebreid met zaadscho-
ning, zaadcoating en zaad-
verpakking en zijn we ook
een kweekbedrijf voor cru-
ciferen, dat zijn kruisbloe-
mige gewassen, zoals
bladrammenas, gele mos-
terd en Japanse haver. We
hebben in Nederland 350
akkerbouwers die de zaden
voor ons telen op een to-
taaloppervlak van 3000
hectare en we exporteren
naar ruim dertig landen."
In nauwe samenwerking
met nationale en interna-
tionale onderzoeksinstitu-
ten initieert Vandinter
Semo programma’s die lei-
den tot kennistoename over
zaadveredeling en effectieve
groenbemesting, maar ook
over ‘renewable crops’ als ve-
zelhennep en olifantsgras,
eiwithoudende gewassen
zoals gras en lupine en het
eerder genoemde glutenvrije
haver.
"De consument wil steeds
meer weten over wat hij nu
precies eet en drinkt. De pro-
ducent speelt daarop in door
de kwaliteitsnormen van zijn
producten voortdurend op te
schalen. Voor de akkerbou-
wer geldt dat het verhaal be-
gint met de grond, maar
direct daarna met het zaai-
goed. En je kunt als boer nog
zulke beste grond hebben, als
het zaad niet superieur is
krijg je nooit het gewenste resul-
taat."
"Wij helpen de akkerbouwer bij
het zoeken naar het voor zijn
grond beste zaaigewassen, met de
hoogst haalbare opbrengst in
kwantiteit én kwaliteit. Door
voortdurend te onderzoeken en te
innoveren wordt niet alleen tege-
moet gekomen aan de wensen
van de producent, maar vooral
aan die van de kritische consu-
ment. Het is immers de eindge-
bruiker die -zoals altijd- het
laatste woord heeft."
Vandinter SemoStationsstraat 124, Scheemda
T (0597) 591 233
I www.vandintersemo.nl
VANDINTER SEMO
Uitzonderlijk goed in zaaigoed
Lekdijk 136 • 2957 CJ Nieuw-LekkerlandM +31 615 043 031
[email protected] • www.denboerbeton.nl
Agri & Food special 6
Het bedrijf is nog maaramper een goede twin-tig jaar geleden opge-richt, maar heeftsindsdien een gestagegroei doorgemaakt. Re-cent is de kantoor-ruimte uitgebreid omde administratieve ver-werking van de expedi-tie letterlijk meerruimte te gunnen. Deproducten van BUMAHandel in het FrieseNijemirdum vindenhun afnemers namelijkin geheel Nederland.
Tekst: Fred Ootjers
BUMA Handel is een handelson-
derneming in artikelen voor
grond, groen en infra. Voor de
land- en tuinbouw zijn dat onder
andere loonbedrijven, voor de
weg- en waterbouw de aannemers
en voor het groen de hoveniers.
Het artikelbestand is inmiddels
uitgebreid tot zo'n 10.000 artike-
len, waarvan een groot deel direct
vanuit voorraad geleverd wordt.
Veel van deze artikelen zijn te vin-
den en te bestellen in de BUMA
webshop. Jan Willem Strampel,
directeur BUMA Handel: "Dat
veel artikelen via de webshop be-
keken en besteld kunnen worden,
betekent echter niet dat er niet
ook gewoon gebeld kan worden.
Onze binnendienst staat de klan-
ten graag te woord om een prijs of
advies te geven en ook een offerte
op maat is snel gemaakt."
Maar met alleen een groot aan-
bod aan artikelen ben je er niet.
"Om te beginnen moeten de arti-
kelen van topkwaliteit zijn. Het
mag nooit gebeuren dat onze
klanten op karwei vertraging
oplopen omdat de producten van
inferieure kwaliteit zijn. Dat
gebeurt dus ook niet. Verder is
ook een snelle levering heel
belangrijk. Tijd is geld en we zor-
gen ervoor dat de bestelde artike-
len stipt op tijd op de werkplek
zijn."
Een derde factor waarin BUMA
Handel zich onderscheidt, is de
grote kennis van zaken. Jan Wil-
lem: "Er werken hier vijftien me-
dewerkers, waarvan de meeste al
tien jaar of langer bij ons in dienst
zijn. Verloop is er nauwelijks. Dat
maakt dat er een grote expertise
is opgebouwd. Kennis die we
graag delen met onze afnemers,
zodat ze er hun voordeel mee
kunnen doen. Op die manier
bouw je aan duurzame relaties,
waarmee uiteindelijk beide par-
tijen het best zijn gediend."
BUMA HandelHoitebuorren 31a, Nijemirdum
T (0514) 571 826
I www.buma.com
BUMA HANDEL
Alles in huis voor groen, grond en infra
Wij zijn gevestigd in Leek en maken daar mooie
smaakvolle avontuurlijke biologische soepen in
glas! Het is gelukt om via een start-up fase in
Noordbroek te kunnen doorgroeien tot een
nieuw merk in de afgelopen 10 jaar!
Door de enorme groei van de laatste maanden
gaan we in mei starten met een crowdfun-
dingsactie om klanten te vragen om mee te
doen aan de uitbreiding van Kleinstesoepfa-
briek via https://crowdaboutnow.nl/ , dit
omdat we ons machinepark moeten uitbreiden!
Wat mij opvalt is dat wij en medevoedingspro-
ducenten ons werk doen en erg intern gericht
zijn op het maken van een(mooi) product. Hier-
door is het eigenlijk onduidelijk wat er achter
al die muren van hardwerkende bedrijven ge-
beurd .
Ik vermoed dat er bij klanten die de producten
kopen en gebruiken een behoefte is om deze
bedrijven te bezoeken, en te kijken en te proe-
ven hoe de producten gemaakt worden. Zie het
grote succes van ‘lekker naar de biologische
boer “ dat al jaren veel mensen weet te trekken
om eens op een (biologische) boerderij of bij
een primaire verwerker te kijken.(Zie ook alle
me-too acties van grote retailers en gangbare
producenten)
Mogelijk is de weerslag van deze behoeft ook de
opkomst en succes van streekproducten van zelf
ver marktende boeren tot merken als “Willem
&Drees”, en informatieve en kritische pro-
gramma’s als Wouter Klootwijk zijn ‘de Wilde
Keuken” en de “Keuringsdienst van waarde’.
Leuk lijkt het mij nu om producten / produ-
centen en klanten elkaar te laten ontmoeten in
de vorm van bedrijfsbezoeken , en proeverijen,
zodat duidelijk word wat voor mooie voedings-
producten er in Nederland worden gemaakt, en
er over en weer waardering kan komen voor
elkaars rol in de economie!
Zelf zijn we bezig om in samenwerking met
‘Kantinewerk “ een inspirerend bedrijfsbezoek
mogelijk te maken bij ons met mogelijkheden
van samen soep eten tot creatieve inspirerende
trainingen!
Michel Jansen
Kleinstesoepfabriek
De melkproductie perkoe verhogen en tege-lijk het comfort van hetdier significant verbete-ren. Het hoeft elkaarniet uit te sluiten. Ster-ker nog: het één is zelfswetenschappelijk aan-toonbaar het gevolg vanhet ander. Rinse An-dringa van CowhouseInternational ging bijhet ontwerpen van zijnunieke ligboxconceptuit van de leefwereldvan de koe, met eenverbluffend resultaat.
Tekst: Fred Ootjers
Aan de basis van het concept van
de ligbox van Cowhouse Interna-
tional -de zogenaamde Comfort
Zone- ligt het gedrag van de koe
in de vrije natuur. "In het weiland
dus", aldus Rinse. "We hebben de
koe nauwkeurig geobserveerd in
al haar bewegingen. Wat je dan
ziet is dat koeien altijd in groeps-
verband gaan liggen, op de
ruimte. Elke koe heeft voor het
proces van liggen en opstaan een
lengte -wat wij de 'Comfort Zone'
noemen- van drie meter nodig.
Het liggen en opstaan voltrekt
zich in een soort harmonicabewe-
ging, waarvoor ze die drie meter
nodig heeft. Feit is dat de
melkproductie bij de koe het
hoogst is wanneer ze ligt. Dus hoe
eerder en hoe langer ze ligt, hoe
hoger het rendement. Ideaal is
dat ze van de 24 uur er gemiddeld
14 ligt."
De situatie in de meeste ligbox-
stallen staat echter mijlenver ver-
wijderd van de praktijk in het
open weiland. Rinse: "De conven-
tionele ligboxstallen bieden niet
die drie meter ruimte Comfort
Zone. Bovendien fungeren aller-
lei stangen en beugels van het
hekwerk als obstakels voor de
koe. We hebben cameraobserva-
ties gedaan naar het gedrag van
koeien zodra ze uit de melkstal
komen. De beelden laten zien dat
het vaak anderhalf tot twee uur
duurt voordat de eerste koeien
eindelijk gaan liggen. Veel vee-
houders zijn zich dat niet bewust,
omdat ze gedragingen van de
koeien niet volgen."
Bij ligboxstallen met het Cow-
house systeem blijken de koeien,
nadat ze zijn gemolken en gevre-
ten hebben, vaak al binnen een
kwartier op hun
gemak in een ligbox
aan het herkauwen te
zijn. "Berekend is dat
elk uur dat een koe
langer ligt, gemid-
deld 1,5 liter meer
mek oplevert. Een re-
kensommetje bij 200
koeien leert dat dat
per dag bij twee
melkmomenten 400
uur extra oplevert.
Per dag dus. Verme-
nigvuldigen we dat
met 305 melkdagen,
dan zijn dat 122.000
uren. Vermenigvul-
dig je dat met die 1,5
liter extra opbrengst
melk, dan kom je op
183.000 liter melk
uit. Tegen een prijs
van 28 cent per liter praat je dan
over een hogere opbrengst per
jaar op 200 koeien van maar liefst
51.000 euro."
Cijfers die er niet om liegen en die
onwillekeurig de vraag oproept
waarom niet alle veehouders een
Cowhouse Comfort Zone inrich-
ting hebben. "De inrichting is
vaak sluitpost bij de bouw van een
nieuwe stal. De eerste aandacht
gaat vooral uit naar de melkstal.
Dat is ook zeker belangrijk. Je
moet echter niet vergeten dat
melk in de ligboxen wordt ge-
maakt. Dat corrigeer je niet met
welk type melkstal dan ook.
Stalinrichting wordt vaak als aan-
vulling op de melkstal bij dezelfde
leverancier gekocht. Veehouders
zouden dit los moeten koppelen.
Prijzen worden daarmee transpa-
rant, zonder dat veehouders con-
cessies doen aan de voorkeur voor
een inrichting."
De ligboxsystemen van Cowhouse
International vinden al jaren hun
weg naar landen als Duitsland,
Frankrijk en Zweden, maar ook
Rusland. Rinse: "Ze worden daar
toegepast in megastallen met dui-
zenden koeien. Ook in andere
landen in West-Europa wordt ons
concept toegepast in de bouw of
de renovatie van stallen. Tegelijk
is het verrassend dat er nog altijd
veehouders zijn in bijvoorbeeld
Friesland, die nog nooit van ons
hebben gehoord. Om die reden
gaan we vaak letterlijk de boer op
en maken we de problematiek
rond de huisvesting van de koe
inzichtelijk met feiten, cijfers en
filmbeelden. Vrijwel zonder uit-
zondering zijn die presentaties
echte eye-openers voor de
veehouders. Een vorm van be-
drijfsblindheid maakt vaak dat ze
geen idee hebben van wat een koe
eigenlijk doet overdag."
Behalve de Comfort Zone biedt
Cowhouse een compleet
programma voor het inrichten
van een stal. Zie voor een totaal
overzicht de website.
Cowhouse InternationalNobelweg 1, Leeuwarden
+31 (0) 88 1012 900
www.cowhouse.com
COLUMN
Wij zijn dé Agri& FoodregioHet Noorden. Daar moet je zijn
als je echt iets wil met agri of
food. Zoek je een omgeving om
nieuwe technologie in praktijk te
brengen? Kom naar het Noor-
den. Wil je innoveren ergens in
de keten van grondstof tot eind-
product? Kom naar het Noor-
den.
De rest van de wereld weet dat
nog onvoldoende. Dat zou te
maken kunnen hebben met onze
noordelijke doe-maar-gewoon-
houding. Maar het is ook een ge-
brek aan inzicht: dat samen
optrekken iedereen sterker
maakt. En dat is doodzonde.
Van aardappel tot frietfabriek,
van koe tot melkindustrie. En
daaromheen kennisinstellingen,
onderwijs, chemische industrie.
We hebben ruimte, we hebben
stimuleringsmaatregelen. Dat
hebben we als we met zijn allen
optrekken als één Noord-Neder-
land. En dat doen we nog niet
genoeg. We moeten niet blijven
hangen in het oude provinciale
denken. Melk is niet Fries, aard-
appelen zijn niet Gronings, bio-
chemie is niet Drents. Het is
allemaal Noord-Nederlands.
Het wordt hoog tijd dat we dat
met zijn allen harder gaan roe-
pen. Hier hebben we bijna alles!
Zo maken we het geheel meer
dan de som der delen en komen
hier echt nieuwe, kansrijke pro-
jecten van de grond.
Joep de VriesNOM Foreign Direct Invest-ment Manager Agri & Food
Agri & Food special 7
De agrarische sector is eendynamisch sector met eendynamische omgeving. Sterkschommelende prijzen, kli-maatverandering, duur-zaamheid, dierwelzijn, bio-wetenschap en techniek.Allemaal facetten die agra-risch ondernemen tot eenuitdaging maken.
Om succesvol te blijven is actuele
kennis een absolute randvoor-
waarde. Als Niscoo is dit onze
missie. Wij zijn een onafhanke-
lijke Kennis Coöperatie van ca.
800 agrarische ondernemers uit
Noord Nederland.
Wij doen dit o.a. door het organi-
seren van themabijeenkomsten,
over bijvoorbeeld precisieland-
bouw, bodem en financierings-
mogelijkheden . Daarnaast ver-
strekken wij subsidies aan agra-
risch gerelateerde projecten, zoals
de pootgoedacademie en het AJF.
Ook beheren wij een sprekers-
fonds waaruit een bijdrage gege-
ven wordt voor het inhuren van
sprekers voor studiegroepen, ver-
enigingen enz.
Individuele leden kunnen een bij-
drage krijgen als zij deelnemen
aan een bepaalde studiegroep of
voor een bedrijfsplan, dat helpt
bij hun bedrijfsontwikkeling.
Wij hebben zelf geen kennis in
huis, maar bieden aan andere par-
tijen een platform om hun kennis
met onze achterban te delen.
Hierbij staat altijd objectieve in-
formatievoorziening centraal.
Steeds meer boeren vinden de
weg naar Niscoo. Niscoo is uniek
in Nederland en wil een belang-
rijke bijdrage leveren om kennis
bij de boer te krijgen.
Klaas HoekstraVoorzitter Niscoowww.niscoo.nl
COWHOUSE INTERNATIONAL
Denken vanuit de koe
NISCOO: PARTNER IN KENNIS
Onze missie: zorg dat kennis bij de boer komt
De agrarische schouw is een een-
daagse openlucht beurs waar
een scala aan toeleverende be-
drijven aan de agrarische wereld
hun handel aanprijzen aan po-
tentiële klanten. Jaarlijks wordt
deze beurs gehouden op de 4e
donderdag van september. Door
zijn historie is deze beurs uitge-
groeid tot een evenement, waar
veelal boeren tot ver over de pro-
vinciale grens elkaar treffen.
Het feit dat de beurs in het park
Herema State te Joure wordt ge-
houden geeft een extra dimensie
aan dit gebeuren, vooral qua
sfeer. De standhouders stellen
hun stands op langs de hier en
daar krommende looppaden en
diverse terreinen. Variërend van
dienstverlenende bedrijven tot
mechanisatiebedrijven en van
bouwbedrijven tot fouragebe-
drijven is de belangstelling voor
een plekje op deze beurs erg
groot. Een bezoekersaantal van
5000 , ca 150 stands en de bij-
zondere ambiance van dit
gebeuren verklaren deze popula-
riteit. Voorafgaand aan de
beursdag is op de woensdag de
openingsavond in ‘T Haske in
Joure. Het van tevoren bepaalde
thema op de beurs komt dan aan
de orde. De organisatie streeft
ernaar één of meerdere aanspre-
kende spreker(s) voor deze
avond aan te trekken. Zowel
standhouders als agrariërs wor-
den hiervoor uitgenodigd. Zoals
eerder aangegeven, de agrari-
sche schouw is niet meer weg te
denken, niet op zichzelf en ook
niet als onderdeel van “Jouster
Merke”. U bent van harte wel-
kom op donderdag 22 septem-
ber 2016 vanaf 8.30 uur.AGRARISCHE SCHOUW
Met enige regelmaat sta ik voor een zaal-
tje met melkveehouders. Zij vormen de
basis voor de zuivelindustrie, wier pro-
ducten wereldwijd een premium imago
hebben. Vaak komen we dan te spreken
over lastige thema’s als kalveren of wei-
degang en krijg ik de vraag waar al die
maatregelen voor nodig zijn die zij op hun
bedrijf moeten doorvoeren?
Mijn antwoord is dat Nederland niet al-
leen heel geschikt voor de productie van
melk, maar ook een van de duurste lan-
den ter wereld. Kijk alleen als eens naar
de prijs van een hectare land. Laten we
eens doen of we met elkaar één bedrijf
zijn. Hoe zouden we onze hogere produc-
tiekosten willen terugverdienen in de
markt? We zouden met dat ene bedrijf
ons willen onderscheiden door de beste,
gegarandeerde kwaliteit te bieden met het
meest duurzame productieproces ter we-
reld. Ook maatschappelijk zouden we ons
willen onderscheiden: we staan geza-
menlijk voor het familiebedrijf, grondge-
bondenheid en weidegang.
De markt zal niet meteen al deze elemen-
ten belonen, maar uiteindelijk zijn het al-
lemaal onderdelen van ons premium
imago. Een premium product, productie-
proces en imago komen niet uit de lucht
vallen. Daar is moed en ondernemer-
schap voor nodig, zeker in deze slechtere
tijden. Laten we met elkaar die kracht
bundelen en zo ons gezamenlijk blijven
onderscheiden!
Tjeerd de GrootDirecteur Nederlandse Zuivel Organisatie
COLUMN
Waarom?
Agri & Food special 8
De gebroeders Cor enKlaas Greydanus zijn deeigenaren van hetFriese familiebedrijf datin 1930 werd opgerichtdoor hun grootvader envervolgens door hun va-der werd uitgebreid totexportbedrijf én leve-rancier van de legenda-rische grootgrutter DeGruyter. “Totdat zedaar het verpakken zelfhadden uitgevonden”,merkt Klaas Greydanusdroog op. Het heeft degroei van GreydanusAardappelgroothandel& Transport niet in deweg gestaan, want van-uit Heerenveen beleverthet bedrijf een fors aan-tal supermarkten in deregio en wordt ook hetbuitenland nog steedsbediend.
De vader van Cor en Klaas Grey-
danus is, ondanks zijn leeftijd
(79), nog dagelijks te vinden op
het bedrijf, waar inmiddels meer
familieleden onder de zestien
werknemers te vinden zijn. “We
zijn een compact, hecht team. We
verpakken en leveren het hele
jaar door aardappelen en zijn als
traditioneel Fries bedrijf gericht
op de regio. Maar we leveren bij-
voorbeeld ook aan Kroatië en
Roemenië,” vat Klaas Greydanus
de core business van het bedrijf
samen. “Daarnaast leveren we nu
ook verse streekgroente en -fruit.
Onze vrachtwagens rijden toch,
dus waarom zouden we die
service dan ook niet verlenen?”
FlexibelDe aardappelgroothandel levert
en vervoert haar producten
vooral aan supermarkten (fran-
chisers) in het Noorden van het
land. Greydanus: “Naast kwaliteit
is flexibiliteit van groot belang.
We hebben hele korte lijnen met
leveranciers en afnemers. Wan-
neer afnemers meer aardappelen
willen hebben dan aanvankelijk
besteld, omdat het bijvoorbeeld
typisch stampottenweer is, kun-
nen we de benodigde aardappe-
len vaak nog dezelfde dag leveren.
De aardappelen worden gesor-
teerd, gewassen, verpakt en
bezorgd elke gewenste verpak-
king. “We gaan binnenkort expe-
rimenteren met een speciale
papieren verpakking voor onze
biologische aardappelen,” kon-
digt Greydanus aan. “Daarnaast
wordt er gekeken naar andere
aardappelen die op de markt
komen, zoals de rode en paarse
soorten die wellicht een nieuwe
groep consumenten aanspreekt.”
Earlik IteEen ander nieuw initiatief is het
vervaardigen van complete maal-
tijden op basis van Friese streek-
producten. ‘Earlik Ite’ is
inmiddels te vinden in de schap-
pen van diverse regionale super-
markten. De maaltijden worden
door topkoks vervaardigd in een
hagelnieuwe, professionele
keuken en bestaan uit vlees van
een ambachtelijke slager, groente
uit de regio en natuurlijk de on-
misbare ‘Greydanus-aardappe-
len’. Het is opnieuw een
voorbeeld van de manier waarop
Greydanus en collega’s kwaliteit
en flexibiliteit combineren.
DuurzaamEn duurzaamheid… Want ook op
gebied van energie en milieu is
het bedrijf vooruitstrevend. In het
bedrijfsgebouw is naast opslag-
ruimte en machines voor het
indrukwekkende sorteer-, was-
en verpakkingsproces ook plaats
voor een waterzuiveringsinstalla-
tie, waarmee het ‘aardappelwas-
water’ vrijwel in zijn geheel wordt
hergebruikt. Daarnaast wordt
energie gewonnen uit zonnepane-
len en een windmolen. Greyda-
nus: “We zijn nog niet klimaat-
neutraal, maar willen, net als in
ons producten- en dienstenaan-
bod, ook op gebied van duur-
zaamheid blijven innoveren.”
GREyDANUS
Aardappelgroothandel & Transport BV
www.aardappelgroothandel.eu
Terwijl we wachten ophet gesprek met Ruuden Henk Eisenga van degelijknamige kaas-groothandel in Ooster-wolde, zien we zojuisteen van de marktwa-gens met daarop het ty-perende beeldmerk vanhet Hollandse kaas-vrouwtje, vol geladenworden met kaas enspecialiteiten. "Zo ken-nen de meeste mensenEisenga inderdaad hetbest", lacht Ruud evenlater. "We zijn op allemarkten in Noord-Ne-derland inmiddels we-reldberoemd."
Tekst: Fred Ootjers
Maar Eisenga Kaas is veel meer
dan alleen maar de ambulante
handel op markten. "Wij zijn in-
middels de vijfde generatie die in
de zuivelhandel zit, toegespitst op
kaas. We betrekken die van ver-
schillende leveranciers en slaan
ze op in Oosterwolde, waarna wij
er de naam Eisenga of een van
onze andere merknamen aan ver-
binden. We kunnen hier een ca-
paciteit aan van 1000 ton kaas,
die automatisch wordt gekeerd en
dankzij het rijpingsproces op de
juiste smaak komt."
Daarna vinden de kazen hun weg
onder andere naar de noordelijke
markten, maar ook naar de tien
Kaasvoordeelshops van Eisenga.
Ruud: "De liefhebber vindt daar
alle soorten kaas tegen een vaste
prijs. Dat kan omdat we alle over-
headkosten laag houden en uit
een een constant aanbod van
grote partijen kunnen putten. De-
zelfde uitstekende kwaliteit, maar
voor een vaste lage prijs."
En dan is er de Kaasbus, waarvan
er een legertje in het Noorden
rondrijdt en die de kaas huis aan
huis bezorgt. Een nieuw initiatief
is de Kaaskoperij. Juist deze
maand openden er twee hun deu-
ren, in Smilde en Leeuwarden.
Henk: "De Kaaskoperij is een
echte kaasspeciaalzaak. Met niet
alleen een breed aanbod aan
kazen, maar ook noten, wijnen,
gedroogde vruchten en dergelijke.
Een winkel kortom voor de echte
fijnproevers."
En natuurlijk weten ze bij Eisenga
Kaas ook de Duitsers lekker te
maken voor de beste kazen.
"Duitsland is inderdaad een be-
langrijk exportland voor ons",
aldus Ruud. "Ze importeren onze
kazen, waardoor we in Duitsland
ook al jaren een vertrouwde ver-
schijning zijn!"
Eisenga KaasPloeggang 16, Oosterwolde
(0516) 431 672
www.eisengakaas.nl
EISENGA KAAS
De kaassmaakmakers
Henk (links) en Ruud Eisenga, de kaassmaakmakers
Lely Center Noord maakt on-derdeel uit van de wereld-wijd opererende Lely groep.Het bedrijf is vanuit Heeren-veen verantwoordelijk voorde verkoop van- en de serviceaan de Lely Dairy machinesin Friesland, Groningen enNO Drenthe. De Lely Astro-naut melkrobot is daarin debelangrijkste en grootste fac-tor.
De afgelopen jaren zijn de aantal-
len Lely melkrobotsystemen en
andere Lely robotsystemen flink
gegroeid. Het investeringsklimaat
is een flinke periode goed geweest.
Er zijn veel stallen vernieuwd en
veel melkveehouders hebben hun
bedrijf laten groeien. Deze groei
gaat veelal gepaard met de wens
naar optimalisatie van melkpro-
ductie en voer efficiëntie. De Lely
Astronaut melkrobot en de Lely
Vector passen vaak in het plaatje
om deze doelen te bereiken.
Naast de investeringsdrift van de
melkveehouders is het voor cen-
termanager Anne Meestringa dui-
delijk dat de toegewijde en be-
trokken medewerkers van Lely
Center Noord een flinke rol spelen
in het succes. “In deze business is
24/7 beschikbaarheid van flexi-
bele en gedreven medewerkers
een must. Binnen ons team zie ik
dat mensen elkaar versterken en
enthousiasmeren, en dat is prach-
tig om te zien”.
Inmiddels is de mijlpaal van de
1000ste operationele Lely Astro-
naut melkrobot in de regio van
Lely Center Noord binnen hand-
bereik. De markt voor de Lely Dis-
covery en Lely Juno zit al jaren in
de lift. De after market ontwik-
keld zich binnen het bedrijf als
een factor van belang.
Dat de omstandigheden verande-
ren door de momenteel lage
melkprijs en de regelgeving om-
trent fosfaatrechten is duidelijk.
De huidige markt is stabiel en ver-
gelijkbaar met een gemiddeld
jaar. Bij Lely overheerst de
overtuiging dat melkveehouders
veerkracht hebben en hun
bedrijfsvoering weten aan te pas-
sen aan de nieuwe regelgeving.
Het is vooral belangrijk dat er
duidelijkheid is, waardoor weer
plannen kunnen worden gemaakt.
Lely Center Noord wil daarin
graag een gesprekspartner zijn.
LELy CENTER NOORD
Toegewijde en betrokkenmedewerkers succesfactor
Anne Meestringa