Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in...

22
juni 2014 Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid Je gezondheid in de steigers

Transcript of Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in...

Page 1: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

juni 2014

Arbouw

Postbus 2133840 AE Harderwijk

T 0341 46 62 00F 0341 46 62 [email protected]

Voor vragen over arbeidsomstandigheden:Infolijn 0341 46 62 22

bestelcode: 14-171ISBN: 9789490943332 9789490943226

Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid

Je gezondheid in de steigers

ARB 9888

Page 2: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

Arbouw is hét kennis- en service-instituut op het gebied van arbeidsomstandigheden in

de bouwnijverheid. Arbouw biedt praktische informatie, instrumenten en richtlijnen op

basis van onderzoek naar arbovriendelijke werkmethoden, risico’s, ongevallen en

beroepsziekten. Arbouw organiseert ook de uitvoering van het cao-pakket

preventiezorg. Dit alles met het doel de gezondheid, veiligheid en duurzame

inzetbaarheid van werknemers in de bouw te verbeteren en het ziekteverzuim te

verminderen. In het bestuur zijn vertegenwoordigd: Bouwend Nederland, FOSAG,

NOA, FNV Bouw en CNV Vakmensen.

© Stichting Arbouw 2014. Alle rechten voorbehouden.

De producten, informatie, tekst, afbeeldingen, foto’s, illustraties, lay-out, grafische

vormgeving, technische voorzieningen en overige werken van Stichting Arbouw (“de

werken”), waarin substantieel is geïnvesteerd, zijn beschermd onder de Auteurswet, de

Benelux Merkenwet, de Databankenwet en andere toepasselijke wet- en regelgeving.

Behoudens wettelijke uitzonderingen mag niets daarvan worden verveelvoudigd, aan

derden ter beschikking gesteld of openbaar gemaakt, zonder voorafgaande

toestemming van Stichting Arbouw. Het bekijken van de werken en het maken van

kopieën voor eigen individueel gebruik is toegestaan voorzover binnen de

toepasselijke wet- en regelgeving aangegeven grenzen.

De woord- en beeldmerken op de werken zijn van Stichting Arbouw en/of haar

licentiegever(s). Het is niet toegestaan één of meerdere van deze merken en logo’s te

gebruiken zonder voorafgaande toestemming van Stichting Arbouw of betrokken

licentiegever(s).

Stichting Arbouw is niet aansprakelijk voor (de inhoud van) haar (informatie)

producten, software daaronder mede begrepen, noch voor het (her) gebruik daarvan

door derden.

Page 3: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

DUURZAME INZETBAARHEID IN DE BOUWNIJVERHEID

‘Je Gezondheid in de Steigers’

Auteur:

Karen M. Oude Hengel, TNO

Bestelcode: ARB 0000 9888

Rapportnummer: 14-171

ISBN: 9789490943332

Harderwijk, juni 2014

Page 4: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

2

Page 5: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

3

INHOUDSOPGAVE

SAMENVATTING ....................................................................................................... 4

1 INLEIDING .................................................................................................... 5

2 VRAAGSTELLING ....................................................................................... 6

3 METHODE ..................................................................................................... 7

3.1 Identificeren van factoren willen en kunnen doorwerken ................................ 7

3.2 Ontwikkelen van een preventieprogramma ...................................................... 7

3.3 Evaluatie preventieprogramma ......................................................................... 7

4 RESULTATEN ............................................................................................... 8

4.1 Factoren geassocieerd met het willen en kunnen doorwerken tot aan de

pensioenleeftijd ................................................................................................. 8

4.2 Preventieprogramma ......................................................................................... 8

4.3 Resultaten van het preventieprogramma .......................................................... 9

5 CONCLUSIE ................................................................................................ 11

REFERENTIES .......................................................................................................... 12

APPENDIX A: TOOLBOX 1: BEDRIJFSFYSIOTHERAPEUT ......................... 13

APPENDIX B: WERK-PAUZE TOOL .................................................................... 17

APPENDIX C: TOOLBOX 2: DE EMPOWERMENT TRAINER ...................... 18

Page 6: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

4

SAMENVATTING

Karen Oude Hengel onderzocht tijdens haar promotietraject de duurzame

inzetbaarheid van bouwvakkers. De vergrijzing en stijgende pensioenkosten maken

langer doorwerken van de beroepsbevolking noodzakelijk. Werknemers in de bouw

verlaten echter nog altijd vroegtijdig de arbeidsmarkt: in 2012 was de gemiddelde

pensioenleeftijd 62,5 jaar. Sectoren met zware beroepen, zoals de bouw, lijken

daarmee nog ver verwijderd van de in het regeerakkoord vastgelegde AOW-leeftijd

van 67 jaar in 2021.

De preventie van een burn-out en het bevorderen van een sociaal werkklimaat zijn

nodig bij oudere werknemers om door te kunnen en te willen werken tot 65 jaar. Niet

alleen een slechtere gezondheid en een hogere fysieke werkbelasting, maar

ook de psychosociale werkbelasting speelt een rol bij het kunnen en willen

doorwerken tot de pensioenleeftijd bij bouwvakkers.

De algemene conclusie van het preventieprogramma gericht op zowel de fysieke als

psychosociale werkbelasting is dat het programma niet het werkvermogen, de fysieke

en mentale gezondheid, de sociale steun en de bevlogenheid van de deelnemers

in de interventiegroep verbeterde, noch de fysieke werkbelasting en herstelbehoefte

verminderde. Echter, de statistisch niet-significante afnames van de prevalentie van

bewegingsapparaatklachten en ziekteverzuim en het feit dat het programma

winstgevend is voor werkgevers is intrigerend. Dit, in combinatie met het feit dat de

werknemers in de bouwnijverheid redelijk positief gestemd waren over de interventie,

geeft aan dat interventies gericht op fysieke en psychosociale factoren potentie hebben

om duurzame inzetbaarheid te bevorderen bij werknemers in de bouwnijverheid.

Page 7: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

5

1 INLEIDING

Het bevorderen van de inzetbaarheid van de beroepsbevolking is een van de grootste

uitdagingen voor de geïndustrialiseerde landen in de komende decennia (European

Commission, 2010). Duurzame inzetbaarheid is een belangrijk maatschappelijk thema

vanwege de vergrijzende en krimpende personeelsbestanden van bedrijven en

organisaties. Ondanks de toegenomen levensverwachting, betere levensomstandig-

heden en een betere gezondheid van werknemers is de gemiddelde tijd die mensen

doorbrengen in betaald werk in de meeste Europese landen afgenomen in de afgelopen

jaren (Ilmarinen 2006; Ilmarinen 2001). Eén van de redenen hiervoor is dat de sociale

zekerheidsstelsels in het verleden hebben aangemoedigd dat werknemers eerder met

pensioen gingen dan de officiële pensioenleeftijd van 65 jaar. Door de krimp in het

aandeel werkende mensen in Nederland, is vervroegde uittreding echter niet langer

betaalbaar. In het regeerakkoord is nu vastgelegd dat de AOW-leeftijd wordt verhoogd

naar 67 jaar in 2021.

De uitdaging om werknemers aan het werk te houden is het grootst voor de sectoren

waar de fysieke belasting hoog is, zoals de bouw. In vergelijking met andere sectoren

is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds

minder jonge werknemers kiezen voor een baan die fysiek zwaar is. Daarnaast hebben

werknemers in de bouw een verhoogd risico op een verminderde gezondheid

(Karpansalo e.a., 2004; Seitsamo & Klockars, 1997) en werkvermogen (Gould e.a.,

2008; Aittomäki e.a., 2003), waardoor zij tot op heden eerder met pensioen mogen

gaan dan de officiële pensioengerechtigde leeftijd. In 2012 was de gemiddelde

pensioenleeftijd van werknemers 62 jaar in de bouw (CBS, 2012). Ook geven

werknemers vaker dan werknemers in andere sectoren aan niet door te kunnen en te

willen werken tot de leeftijd van 65 jaar (Koppes e.a., 2010). Werknemers in de bouw

langer vitaal en productief te behouden voor het bedrijfsleven is dus niet alleen een

kwestie van het verhogen van de pensioenleeftijd in cao’s en regeerakkoorden, maar

ook van beleid en interventieprogramma’s gericht op het werkvermogen en

gezondheid van de bouwvakkers.

Karen Oude Hengel onderzocht in haar promotietraject1 of bouwvakkers in hun

huidige fysieke zware baan tot aan hun pensioenleeftijd kunnen en willen blijven

doorwerken. De bevindingen hiervan worden in dit rapport gepresenteerd.

1 Oude Hengel KM. Sustainable Employability in the Construction Industry. Thesis,. VU, Amsterdam,

Amsterdam, 8 maart 2014. Verkrijgbaar via:

http://dare.ubvu.vu.nl/bitstream/handle/1871/39888/title_page.pdf?sequence=12

Page 8: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

6

2 VRAAGSTELLING

De belangrijkste vraagstellingen van het onderzoek zijn:

1. Welke werk- en gezondheidskenmerken beïnvloeden het langer willen en

kunnen doorwerken van werknemers in de bouw?

2. Welk preventieprogramma kan worden ontwikkeld om het werkvermogen en de

gezondheid van werknemers in de bouwnijverheid te bevorderen?

3. Is dit preventieprogramma effectief in het verbeteren van, onder andere, de

gezondheid en het werkvermogen van bouwplaatspersoneel?

Page 9: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

7

3 METHODE

3.1 Identificeren van factoren willen en kunnen doorwerken

Voor het identificeren van factoren die willen en kunnen doorwerken tot 65 jaar is

gebruik gemaakt van de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden. De NEA wordt

sinds 2003 uitgevoerd. De doelpopulatie van de NEA zijn werknemers tussen 15 en 65

jaar die in Nederland wonen en werken. Gemiddeld doen per jaar ruim 23.000

werknemers mee. De verzamelde gegevens worden door weging representatief

gemaakt voor de populatie. Daardoor is het mogelijk om op basis van de NEA valide

uitspraken te doen over alle werknemers van Nederland. Voor dit onderzoek zijn uit

het NEA-bestand 5.610 werknemers in de bouwnijverheid geïncludeerd uit 2007, 2008

en 2009.

3.2 Ontwikkelen van een preventieprogramma

De interventie voor bouwplaatspersoneel is ontwikkeld met de Intervention Mapping

methodiek. Intervention Mapping is een methode die op een gestructureerde manier

helpt om een interventie te ontwikkelen aan de hand van zes stappen (inventarisatie

van probleem tot implementatieplan). In IM staat centraal dat wetenschappelijke

kennis over gedrag en de problemen in de sector worden gekoppeld aan kwalitatieve

gegevens. In de ontwikkeling van deze interventie is literatuur gecombineerd met

kwalitatieve gegevens uit focusgroepen met oudere werknemers uit de bouw, human

resource managers, trainers en onderzoekers.

3.3 Evaluatie preventieprogramma

Een cluster-gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek is uitgevoerd om te evalueren

wat de invloed is van de interventie op de gezondheid en het werkvermogen van de

werknemers. Aan het onderzoek deden 293 medewerkers van zes bouwbedrijven in

Nederland mee. Van de vijftien afdelingen die mee deden, werden acht afdelingen

ingedeeld in een interventiegroep. De overige afdelingen werden ingedeeld in een

controle groep (zij kregen géén programma aangeboden). Alle werknemers zijn een

jaar lang gevolgd. De interventiegroep kreeg de eerste zes maanden een programma

aangeboden. Zowel de interventiegroep als de controlegroep ontving vier keer een

vragenlijst: bij de start van het onderzoek en na drie, zes en twaalf maanden. In de

vragenlijst kwamen de volgende onderwerpen aan bod: werkvermogen (mate waarin

medewerkers in staat zijn hun werk uit te voeren), mentale en fysieke gezondheid,

bewegingsapparaatklachten, sociale steun op het werk, bevlogenheid, herstelbehoefte

en fysieke werkbelasting. Na twaalf maanden werd in beide groepen data over

ziekteverzuim verzameld bij de groepen.

Page 10: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

8

4 RESULTATEN

4.1 Factoren geassocieerd met het willen en kunnen doorwerken tot aan de

pensioenleeftijd

Uit de analyse van de gegevens van 5.610 bouwvakkers uit de Nationale Enquête

Arbeidsomstandigheden blijkt dat oudere werknemers in de bouw weliswaar vaker

denken door te kunnen werken tot de pensioengerechtigde leeftijd, maar dat minder

vaak willen dan jongere werknemers. Wat betreft werkkenmerken, blijkt dat naast het

fysiek zware werk ook de psychosociale werkbelasting ervoor zorgt dat werknemers

minder vaak kunnen en willen doorwerken tot aan de pensioenleeftijd. Specifiek

zorgen weinig taakvariatie en weinig steun van de leidinggevende ervoor dat

werknemers het werk niet kunnen en willen volhouden. Bewegingsapparaatklachten

zoals knie- en rugklachten blijken belangrijk voor werknemers om niet door te willen

en kunnen werken tot 65 jaar. Burn-outklachten zijn alleen geassocieerd met kunnen

doorwerken tot aan de pensioenleeftijd van 65 jaar.

4.2 Preventieprogramma

Uit de Intervention Mapping methodiek kwam naar

voren dat het te ontwikkelen preventieprogramma

moet voldoen aan twee doelstellingen, namelijk:

1) Werknemers in de bouw verbeteren hun balans

tussen de fysieke belasting en herstel;

2) Werknemers in de bouw vergroten hun

invloedsfeer op de bouwplaats (bv. dialoog voeren

met uitvoerders, collega’s aanspreken op ongezond

werkgedrag).

Vervolgens is een programma ontwikkeld, bestaande uit drie onderdelen, dat

handvatten en praktische begeleiding biedt aan bouwvakkers om gezond en productief

aan het werk te blijven.

In het eerste onderdeel werden bouwvakkers bezocht door een bedrijfsfysiotherapeut

op de bouwplaats en kregen advies op maat over hoe ze lichamelijke werkbelasting

kunnen verminderen. Hierbij hield de bedrijfsfysiotherapeut een kort interview met de

werknemers gevolgd door een kleine vragenlijst in de keet, waarna de bedrijfsfysio-

therapeut mee de steigers op ging om het werkgedrag van de werknemer daadwerke-

lijk te observeren. Aan de hand van het interview, de vragenlijst en de observatie,

kreeg de werknemer een aantal tips mee. Dit ging om hele concrete tips zoals hoe je

goed kunt tillen, welke werkhouding het beste is en adviezen over het inzetten van

Page 11: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

9

hulpmiddelen. Belangrijk is dat bouwvakkers leren op welke manier ze hun fysieke

belasting kunnen verminderen. Tijdens een tweede werkbezoek op individueel niveau

ging de bedrijfsfysiotherapeut met de werknemers om tafel om te horen of de adviezen

opgevolgd kunnen worden.

Het tweede onderdeel, de werk-pauze tool, richtte

zich op de bewustwording dat het nemen van

flexibelere pauzes de vermoeidheid aan het einde van

de werkdag kan verminderen. Deze tool is een A4 die

bestond uit vier stappen en wekelijks werd ingevuld

door de werknemers. In de eerste stap gaf de

werknemer aan hoe vermoeid hij verwachtte te zijn in

de loop van de dag (niet, weinig, veel, heel erg). Aan de hand van de verwachte

vermoeidheid werd in een volgende stap gevraagd naar de mogelijke oorzaken (veel

tillen, repeterend werk, zwaar werk). In de laatste twee stappen gaf de tool adviezen op

korte en lange termijn. Op korte termijn ging het over het nemen van extra of

alternatieve pauzes.

Een empowerment trainer werd ingezet in het laatste

onderdeel om werknemers te leren hoe zij zelf meer

invloed kunnen uitoefenen op de bouwplaats. Aan de

hand van een groepssessie in de keet gingen

werknemers met elkaar in gesprek over wat ze op de

bouwplaats wilden veranderen en wat binnen hun

eigen mogelijkheden lag. Werknemers stelden

bijvoorbeeld doelen op het gebied van communicatie met de uitvoerder of over

collega’s aanspreken op ongezond werkgedrag. Aan het einde van de toolbox werden

de doelen opgeschreven en in een tweede bijeenkomst heeft de empowerment trainer

gekeken in hoeverre de doelen behaald waren.

Alle onderdelen uit het programma werden aan werknemers aangeboden in toolboxen.

Bijeenkomsten op de bouwplaats waren gericht op een specifiek werkgerelateerd

risico.

4.3 Resultaten van het preventieprogramma

Het preventieprogramma is op drie onderdelen geëvalueerd:

- Het proces van de uitvoering van de interventie;

- Het effect van de interventie op de gezondheid en het werkvermogen van de

werknemer;

- De financiële voordelen van de interventie voor de werkgever.

Page 12: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

10

Procesevaluatie

De procesevaluatie onder 293 werknemers over vijftien afdelingen laat zien dat 61%

van de werknemers in de interventiegroep minimaal drie van de vier bijeenkomsten op

de bouwplaatsen volgden. Belangrijke redenen om afwezig te zijn bij een bijeenkomst

waren dat een bouwplaats niet was bezocht door de trainer, dat de werknemer ziek was

of dat de werknemer vanwege de crisis helaas niet meer werkzaam was bij het

bouwbedrijf. Bouwvakkers waren het meest tevreden over de bijeenkomsten van de

fysiotherapeut en de empowerment trainer, waardoor 64% van de werknemers het

programma uiteindelijk zou aanbevelen aan andere werknemers in de bouw. De

individuele werkplekbezoeken van de fysiotherapeut werden zelfs door 76% van de

deelnemers aanbevolen.

Effectevaluatie

De effectevaluatie laat zien dat werknemers die

het programma hebben gevolgd geen verbetering

lieten zien in hun werkvermogen, mentale en

fysieke gezondheid, sociale steun op het werk en

bevlogenheid. Ook had het preventieprogramma

niet de gewenste effecten op herstelbehoefte en

fysieke werkbelasting. Daarentegen liet de

interventie wel een niet-significante afname zien

in zowel bewegingsapparaatklachten als in

ziekteverzuim op de lange termijn bij

werknemers in de interventiegroep. Ter

illustratie, de figuur laat zien dat knieklachten

tijdens het programma in de interventiegroep zijn

gedaald, terwijl deze klachten in de controlegroep licht zijn gestegen.

Financiële rendement

Het financiële rendement voor de bedrijven werd geschat met behulp van een return on

investment-analyse. Deze analyse toonde aan dat de interventie kostenbesparend was

voor de werkgever als gevolg van verminderde ziekteverzuimkosten in de interventie-

groep in vergelijking met de controlegroep. Een daling in het ziekteverzuim zorgt voor

een besparing van ziekteverzuimkosten van 760 euro per werknemer tijdens het jaar

van onderzoek. Afgezet tegen de 118 euro die de interventie per werknemer kostte,

levert iedere euro die de werkgever investeert in het programma uiteindelijk 6,40 euro

op.

- Controle groep - Interventie groep

KNIEKLACHTEN

Page 13: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

11

5 CONCLUSIE

Tot nu toe werd vooral gekeken naar het verminderen van de lichamelijke

werkbelasting om bouwvakkers aan het werk te houden. Maar dit proefschrift laat zien

dat ook psychosociale arbeidsomstandigheden een belemmering kunnen zijn voor

werknemers om door te kunnen en willen werken tot aan de pensioenleeftijd. Uit dit

onderzoek blijkt dat werknemers die weinig taakvariatie en weinig sociale steun van

hun leidinggevende ervaren, vaker het werk niet kunnen en willen volhouden tot hun

65e jaar.

Gebaseerd op deze resultaten werd een programma ontwikkeld dat handvatten en

praktische begeleiding bood aan werknemers in de bouw om gezond en productief aan

het werk te blijven. Hoewel de interventie geen verbetering liet zien in gezondheid of

het werkvermogen, was door een daling in het ziekteverzuim de interventie toch

kostenbesparend voor de werkgevers: iedere geïnvesteerde euro leverde de werkgever

uiteindelijk 6,40 euro op.

Het preventieprogramma had geen effect op gezondheid, werkvermogen en andere

uitkomstmaten zoals beoogd. Wel was er een statistisch niet-significante afname van

de prevalentie van bewegingsapparaatklachten te zien en een daling van het

ziekteverzuim. Ook het feit dat het programma winstgevend is voor werkgevers maakt

het een interessante interventie. Dit, in combinatie met het feit dat de werknemers in

de bouw redelijk positief gestemd waren over het programma, geeft aan dat

interventies gericht op fysieke en psychosociale factoren potentie hebben om

duurzame inzetbaarheid te bevorderen bij werknemers in de bouw.

Page 14: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

12

REFERENTIES

Aittomäki, A., Lahelma, E. en Roos, E. (2003). Work conditions and socioeconomic

inequalities in work ability. Scand J Work Environ Health, 29(2):159-65.

CBS (2012). Pensioenleeftijd werknemers ruim 63 jaar. Available at:

http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/gezondheid-

welzijn/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-3557-wm.htm.

European Commission (2010). Europe 2020, a European strategy for smart,

sustainable and inclusive growth. Brussels; European Commission.

Gould, R., Ilmarinen, J., Järvisalo, J. en Koskinen, S. (2008). Dimension of work

ability: results of the Health 2000 Survey. Helsinki: Finnish Institute of Occupational

Health (FIOH).

Ilmarinen, J. (2006). Towards a longer and better working life: a challenge of work

force ageing. Med Lav,97(2):143-7.

Ilmarinen, J.E. (2001). Aging workers. Occup Environ Med, 58(8):546-52.

Karpansalo, M., Manninen, P., Kauhanen, J., Lakka, T.A. en Salonen, J.T. (2004).

Perceived health as a predictor of early retirement. Scand J Work Environ Health,

30(4):287-92.

Koppes, L.L.J., De Vroome, E.M.M., Mol, M.E.M., Janssen, B.J.M. en Van den

Bossche, S.N.J. (2011). Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden 2010:

Methodologie en globale resultaten. Hoofddorp: TNO.

Seitsamo J en Klockars M (1997). Aging and changes in health. Scand J Work Environ

Health, (Suppl 1):27-35.

Page 15: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

13

APPENDIX A: TOOLBOX 1: BEDRIJFSFYSIOTHERAPEUT

Achtergrond

Een werknemer in de bouw ervaart bewegingsapparaatklachten als een van de grootste

belemmeringen voor de verwachting om niet door te kunnen werken. De meest

genoemde bewegingsapparaatklachten zijn schouder-, rug- en knieklachten. Tot op

heden zijn er vaak trainingen gegeven met het doel bewegingsapparaatklachten te

verminderen. De nadelen die de werknemers noemden waren dat de trainingen niet

plaatsvonden op de bouwplaats maar in een keet en dat de trainingen op groepsniveau

zijn.

Doel

Het doel is om werknemers vaardigheden aan te leren op individueel niveau waarmee

de kans op bewegingsapparaatklachten minder wordt. De fysiotherapeut geeft de

oudere werknemers individueel gevraagd én ongevraagd advies en voorlichting over

werkhouding, werktechnieken en werkbelasting. Dit wordt in het tweede bezoek

opgevolgd en herhaald.

Training

Een gespecialiseerde fysiotherapeut brengt gedurende de programmaperiode (zes

maanden) twee keer een bezoek aan de deelnemende bouwplaatsen (binnen drie

maanden). De tweede sessie is anders dan de eerste, want deze sessie zal meer van

evaluerende aard zijn. Er zal terug worden geblikt naar wat er in sessie één is

besproken. Wat is er veranderd, levert dit voordelen op en wie of wat heb je daarvoor

nodig gehad.

Duur van training per werknemer

In principe krijgt elke werknemer in het begin dezelfde tijd van de fysiotherapeut. Het

kan zijn dat mensen die veel klachten ervaren meer begeleiding krijgen indien nodig.

Ook werknemers die geen klachten ervaren zullen aanbevelingen krijgen om de kans

op bewegingsapparaatklachten in de toekomst te verminderen. Per werknemer zal de

duur van het bezoek twintig tot veertig minuten zijn.

Page 16: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

14

Projectbeschrijving van Toolbox 1A

Het bezoek van de fysiotherapeut bestaat uit een aantal fases:

- Contact met uitvoerder

- Contact met betrokkenen/werknemers

- Analyse van het werk

- Advies en instructie

- Afsluitend gesprek met uitvoerder

1. Contact met uitvoerder

- Doelstelling bezoek bespreken

- Organisatie bezoek regelen

2. Inleidend gesprek met betrokkene(n)

3. Analyse van het werk

Op de steigers wordt gesproken met alle werknemers die deelnemen aan de

interventiegroep. De fysiotherapeut gaat naar de werkplek van de werknemer en

bespreekt hier de ervaren klachten en hinder die ontstaat door het werk en bespreekt

daarnaast de mogelijkheden van het werk.

Er zullen drie metingen plaats vinden bij de werknemer:

- Pauzetool

- Quickscan met korte vragenlijst (5-10 minuten)

- VAS-score op pijnklachten

De pauzetool zal de basis vormen en wordt door de werknemer ingevuld met advies

van de fysiotherapeut. Aan de hand van de hoofvraag (Hoe vermoeid verwacht je aan

de het einde van de werkdag te zijn?) wordt verder gekeken naar de oorzaken voor de

aanwezigheid van de vermoeidheid en worden acties ondernomen. Indien een

werknemer geen klachten heeft kijkt men verder hoe ervoor gezorgd kan worden dat

hij/zij geen klachten zal krijgen in de toekomst.

Page 17: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

15

De volgende onderwerpen zullen aan bod komen:

Lichaam Wat zegt je lichaam je (pijn, moe, zwaar)?

Tillen Hoe til je en hoeveel til je?

Houding In welke houding(en) werk je en waarom werk je zo?

Hulpmiddelen Pas je hulpmiddelen toe, hoe pas je ze toe en wanneer?

Afwisselen Wissel je (zware en lichte) werkzaamheden af?

Pauzemomenten Hoeveel pauze- , rust- en ontspanningsmomenten heb je?

Samenwerken Wat kun je samen doen, wanneer doe je dat en hoe doe je dat?

Organisatie Kunnen dingen beter, effectiever, ergonomischer of efficiënter?

Vrije tijd Heb je hobby’s of doe je aan sport- en bewegingsactiviteiten?

Mensen die geen klachten hebben zullen alsnog het protocol krijgen. Er zijn altijd

aangrijpingspunten voor gedragsverandering of het verbeteren van kennis en

vaardigheden, maar er is bovenal aandacht voor hun verhaal. VAS-scores zijn voor de

fysiotherapeut een nulmeting en worden gebruikt ter evaluatie tijdens de tweede sessie.

Is de situatie veranderd? Het feit dat de mensen zelf de streep hebben gezet, hetgeen

tot een vermindering leidt, zal stimulerend en overtuigend werken. Het geheel

onderstreept de voordelen van het (onderhouden van het) gedrag.

4. Advies & instructie

Op basis van het gesprek en de ingevulde zandloper, geeft de fysiotherapeut een

individueel advies met de aanbevelingen voor het (anders) uitvoeren van het werk.

Hierbij wordt vooral ook ingegaan op waarom en met welk doel een werknemer

bepaalde activiteiten anders zou moeten doen. Hierbij worden de gedragsveranderings-

stappen (bewustwording, ik wil, ik kan, ik doe en ik blijf het doen) gebruikt. In de

praktijk kan het zijn dat elke werknemer een andere aanbeveling mee krijgt voor het

werk dat hij/zij doet. Indien de werknemer gezond is en geen klachten heeft zal dit ook

teruggekoppeld worden. Hier kan de nadruk liggen op alert zijn op het soort

werkzaamheden dat een werknemer uitvoert (bijvoorbeeld: is dit een extra zware

taak?) en benadrukken dat de pauzes die genomen worden ook daadwerkelijk dienen

om uit te rusten.

Page 18: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

16

De terugkoppeling wordt schriftelijk vastgelegd in een individuele afsprakenkaart met

specifieke aandachtspunten voor de werknemer. De afsprakenkaart wordt direct aan de

werknemer afgegeven. Als afsluiting van het individuele gesprek wordt afgesproken

dat er na de bouwvak gekeken wordt of de werknemer beter heeft kunnen werken met

de geadviseerde aanpassingen.

5. Afsluiting met uitvoerder

Na de individuele terugkoppeling zal de fysiotherapeut een eindgesprek voeren met de

uitvoerder om een terugkoppeling te geven over de adviezen die zijn gegeven aan de

werknemers. Het is van belang om te vermelden dat geen specifieke adviezen over

werknemers worden gedeeld met de uitvoerder, maar dat een algemeen beeld wordt

gegeven over de resultaten.

Projectbeschrijving van Toolbox 1B

1. Gesprek met uitvoerder

Er wordt met een uitvoerder gesproken over hoe de afgelopen maanden zijn verlopen

met de werknemers. Heeft hij ervaren dat er actie is ondernomen op de adviezen die

zijn gegeven in mei?

2. Gesprek op de bouwplaats met werknemers

De fysiotherapeut zal tijdens de tweede sessie terugkomen om de terugkoppeling uit

april/mei te bespreken met de werknemers. De gemaakte afspraken in april/mei

worden doorgenomen met de werknemers en er wordt nogmaals gesproken over

knelpunten, klachten en vermoeidheid. Deze sessie zal een verdieping zijn van sessie

één omdat verder wordt doorgevraagd over de gemaakte doelen:

- Zijn de doelen gehaald?

- Indien doelen niet zijn gehaald: Waarom zijn de doelen niet gehaald?

- Indien doelen niet zijn gehaald: Wat zijn de belangrijkste belemmeringen waardoor

de doelen niet gehaald zijn?

- Indien doelen zijn gehaald: Hoe wordt de nieuwe werkwijze ervaren?

- Indien doelen zijn gehaald: Moeten de doelen worden bijgesteld?

Tijdens het gesprek wordt de zandloper door de werknemer ingevuld om te kijken of

de knelpunten nog dezelfde zijn. De werknemers krijgen aan het einde van de tweede

sessie een nieuwe terugkoppeling over hun werkzaamheden, risico’s en de daarbij

behorende adviezen.

Page 19: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

17

APPENDIX B: WERK-PAUZE TOOL

Doel werk-pauze tool

Het doel van de werk-pauze tool is om werknemers bewust te maken van de

werkzaamheden die vermoeidheid veroorzaken en risicofactoren te leren (her)kennen.

Dit kan het vele tillen zijn of langdurig werken in een bepaalde houding. Door de

vragen in de zandloper te beantwoorden, staan de werknemers stil bij hoe moe ze

verwachten te zijn aan het einde van de werkdag, welke factoren daar vooral aan

bijdragen en wat ze kunnen doen om de vermoeidheid te verminderen. Werknemers

moeten dus leren bewust(er) om te gaan met de werkzaamheden die ze doen en inzien

dat ze zelf invloed kunnen hebben op hun eigen fitheid aan het eind van de werkdag.

Het doel is nadrukkelijk niet om de werknemers hiermee volledig te beschermen.

Introductie van de werk-pauze tool door fysiotherapeuten

De zandloper wordt tijdens de eerste sessie met de fysiotherapeut voor het eerst onder

de aandacht van de werknemers gebracht. De fysiotherapeut introduceert de zandloper

bij de werknemers tijdens de individuele bezoeken aan de werknemers op de

bouwplaats. De fysiotherapeut doorloopt hierbij de volgende stappen:

1. Op de werkplek, gesprek en zandloper invullen

Tijdens het bouwplaatsbezoek zal de werk-pauzetool ‘Zandloper’ als basis dienen.

Belangrijk hierbij is om aan te geven dat werknemers de werk-pauzetool zelf invullen

met de hulp van de fysiotherapeut.

2. Werk-pauze tool tijdens programma

Werknemers worden gevraagd om een vaste dag in de week de tool in te vullen, het

liefst vroeg in de morgen.

Page 20: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

18

APPENDIX C: TOOLBOX 2: DE EMPOWERMENT TRAINER

Achtergrond

De empowerment training is erop gericht om de eigen invloedssfeer van werknemers

te vergroten. Ze leren manieren te vinden om bestaande beperkingen te omzeilen of te

veranderen door middel van actie.

Doel

Op één of meer van de besproken onderwerpen beweging creëren in beleving die

zichtbaar wordt in gedrag/samenwerking.

Projectbeschrijving Toolbox 2A

Een empowerment trainer brengt gedurende de programmaperiode (zes maanden) twee

keer een bezoek aan de deelnemende bouwplaatsen. De uitvoerder wordt uitgenodigd

om deel te nemen aan deze sessies.

1. Voetbal film

In het kader van dit project is een film gemaakt waarin wordt verwezen naar

belangrijke doelen voor de bouw die terug te vinden zijn op het voetbalveld (zwaar

werk, coaching, samenwerking, teamwork, vieren van behaalde doelen, mentale druk).

Voetballers willen graag gezond en blessurevrij werken, hoe kijken jullie hier tegen

aan?

2. Introductie thema

De bouw kenmerkt zich tot een bepaalde cultuur: ‘Het gaat toch lekker’ en ‘Doe maar

gewoon…’.

- Doorgaan waar je zou moeten stoppen;

- Geen hulp vragen waar dat zou moeten;

- Je gevoel negeren wanneer je ernaar moet luisteren;

- Vergeten een moment rust te nemen waar dat moet.

Benadrukken dat werknemers zelf verantwoordelijk zijn voor hun gezondheid,

werkvermogen en inzetbaarheid. Werknemers zijn verantwoordelijk om actie te

ondernemen.

3. Algemene doelen stellen

- Wat is voor jullie het belangrijkste wat goed gaat?

- Wat kan er beter?

- En als jullie de baas zouden zijn, wat zou er dan gaan gebeuren?

Page 21: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

19

4. Uitleg over shift naar proactief participeren

5. Opstellen van actieplan: Van ‘ja-maar’ naar ‘ja-en’

Met de bouwplaats een aantal aspecten in het werk noemen die men wil veranderen.

Hierbij aangeven waar je zelf invloed op hebt. Actieplan is in vier stappen verdeeld:

- Neem eens één ding dat jij zou willen en kunnen veranderen.

- Hoe zou je daar mee omgaan?

- Hoe pak je dat aan? Alleen of met een collega?

- Wat levert dat je op?

6. Ondertekenen van actieplan

De empowerment trainer gaat in overleg met de werknemers over de drie aspecten die

ze gezamenlijk willen veranderen op de werkvloer (bijv. andere communicatie met

uitvoerder, collega’s aanspreken op ongezond werkgedrag, vieren van behaalde doelen

op de bouw). De acties hiervoor worden opgeschreven en ondertekend door de

werknemers op de werkvloer (als teken van commitment).

Projectbeschrijving Toolbox 2B

De empowerment trainer komt na drie maanden terug naar de werknemers op de

bouwplaatsen en bespreekt het actieplan uit sessie 1.

- Wat hebben de werknemers met het actieplan gedaan?

- Waren de acties haalbaar?

- Wat waren succes- en faalfactoren?

- Welke aanpassingen in het plan zijn nodig?

Bewust / Winnaar

Voert deze uit. Wacht af. Hoopt.

Vindt een oplossing. Vindt excuses.

Neemt verantwoordelijkheid. Wijst naar de ander.

Erkent realiteit. Reageert vanuit automatisme.

Onbewust / Slachtoffer

Page 22: Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid...is de vergrijzing en krimp van de beroepsbevolking in deze sectoren het hoogst. Steeds minder jonge werknemers kiezen voor een baan die

juni 2014

Arbouw

Postbus 2133840 AE Harderwijk

T 0341 46 62 00F 0341 46 62 [email protected]

Voor vragen over arbeidsomstandigheden:Infolijn 0341 46 62 22

bestelcode: 14-171ISBN: 9789490943332 9789490943226

Duurzame inzetbaarheid in de bouwnijverheid

Je gezondheid in de steigers

ARB 9888