Duizend angsten - Van der Pas (leesfragment)

19
Duizend angsten Praktijkverhalen over angst, dwang en paniek Yvette van der Pas

description

‘Ik ben dus niet de enige!’ Deze steeds terugkerende herkenning en opluchting bij haar patiënten, deed psycholoog Yvette van der Pas besluiten de verhalen uit haar praktijk op te schrijven. Veel mensen schamen zich voor hun angstklachten en lopen er onnodig lang mee rond. Ze proberen die te verbergen en worstelen er in eenzaamheid mee. Maar dat is niet nodig, want angsten kun je met de juiste hulp goed overwinnen. Ze hoeven je leven niet blijvend te bepalen.Verschillende angsten komen in dit boek aan bod: hoogtevrees, vliegangst, naaldenangst, vogelangst, spinnenangst, angst voor honden, paniekstoornis met agorafobie, smetvrees, controledwang, agressieve gedachten, sociale angst en posttraumatische stressstoornis. Van der Pas vertelt bij elke angst een verhaal uit haar praktijk. Ze bespreekt wat de angst inhoudt, hoe je ermee kunt omgaan en hoe die te behandelen is.Duizend angsten is bedoeld voor iedereen die kampt met angstklachten en voor iedereen die iemand met angsten in zijn omgeving wil helpen en zich afvraagt: Wat moet ik doen? Pak ik het goed aan?

Transcript of Duizend angsten - Van der Pas (leesfragment)

  • Duizend angstenPraktijkverhalen over angst, dwang en paniek

    Yvette van der Pas

  • Uitgegeven door: Uitgeverij Nieuwezijds, AmsterdamZetwerk: CeevanWee, AmsterdamOmslag: Marjo Starink, AmsterdamFoto auteur: Dolf Pereboom

    2011, Yvette van der PasOmslagfoto: 2011, Getty Images

    isbn 978 90 5712 301 6nur 770

    Bij de productie van dit boek is gebruikgemaakt van papier dat hetkeurmerk van de Forest Stewardship Counsil (fsc) mag dragen. Bijdit papier is het zeker dat de productie niet tot bosvernietiging heeftgeleid.

    Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, geluidsband,elektronisch of op welke andere wijze ook en evenmin in een retrie-val system worden opgeslagen zonder voorafgaande schriftelijketoestemming van de uitgever.

    Hoewel dit boek met veel zorg is samengesteld, aanvaarden schrij-ver(s) noch uitgever enige aansprakelijkheid voor schade ontstaandoor eventuele fouten en/of onvolkomenheden in dit boek.

  • Voorwoord

    Ik ben dus niet de enige! Mijn probleem heeft een naam! hoe vaak ik dat niet heb gehoord in mijn werk als klinisch psy-choloog en cognitief gedragstherapeut. Veel van mijn patin-ten hebben angsten, en daardoor grote problemen in hun da-gelijks leven. Mijn patinten zijn gewone mensen. Je kunt nietaan ze zien wat hun probleem is, net zomin als je aan mij kuntzien wat voor werk ik doe. Ik kan ook niet zomaar zien watmensen denken of voelen, al denken veel mensen dat psycho-logen dat kunnen. Wel heb ik in de loop der jaren veel gehoordover wat mensen denken, voelen en doen of juist niet doen.

    Dat het fijn is om te weten dat je niet de enige bent met eenpsychisch probleem, met angsten, hoor ik telkens weer, zowelbij individuele behandelingen als in groepstherapie, waar deonderlinge herkenning groot is. Herkenning geeft steun, enmaakt dat je je niet zo alleen voelt met je probleem. De opluch-ting van mensen die te horen krijgen dat ze niet de enige zijnmet een af en toe toch wel wonderbaarlijke angst, is soms zogroot dat het me ontroert.

    Veel mensen worstelen met een heftige angst. De meestezoeken geen hulp omdat ze niet weten dat hun probleem eennaam heeft en dat ze niet de enige zijn met die angst, en omdatze niet weten dat ze hun angst kunnen overwinnen. Steeds alsik een nieuwe patint spreek die jarenlang met een bepaaldeangst heeft rondgelopen, denk ik: wat verdrietig dat je niet eer-

  • 10 duizend angsten

    der hulp hebt gezocht, of: wat triest dat je niet de juiste hulphebt gekregen. De verdrietige verhalen van mensen die onno-dig lang met angstklachten rondlopen en daardoor ernstig be-perkt worden in hun dagelijks functioneren, zijn de aanleidingvoor dit boek.

    Ik geef de gang van zaken in de behandelkamer van een cog-nitief gedragstherapeut weer. De omstandigheden die ik be-schrijf, zijn gebaseerd op de realiteit. De personen over wie ikvertel, bestaan echter niet zoals ik ze beschreven heb. Ik wil ui-teraard het vertrouwen van mijn patinten niet beschamen. Ikheb de afgelopen 25 jaar veel mensen met uiteenlopendeklachten en levensverhalen behandeld; ik werkte als therapeut,docent en supervisor bij een grote instelling voor geestelijkegezondheidszorg, aan de universiteit en in mijn eigen praktijk.De setting van de verhalen wisselt, sommige verhalen spelenzich af in een instelling voor geestelijke gezondheidszorg, an-dere in mijn eigen praktijk. Mijn werk van alledag is een rijkeinspiratiebron.

    Ik wil vooral alle patinten danken die mij hun ervaringenvertelden. Mijn collegas komen er bekaaid vanaf in deze ver-halen. Omdat ik voornamelijk individuele behandelingen be-spreek, is hun bijdrage niet zichtbaar. Toch spelen zij wel dege-lijk een rol in mijn professionele leven, want zonder hen hadik het vak niet kunnen leren. Zij zijn voor mij door de jarenheen van onschatbare waarde gebleken. Mijn supervisanten encursisten dank ik voor hun kritische blik die mij uitdaagt ommijn kennis op peil te houden.

    Yvette van der Pas, maart 2011

  • Inhoud

    1 Inleiding 15

    2 Hoogtevrees 21In therapie 25

    Vermijding: van balkons tot glijbanen 26Gedragstest 27Exposure: langzaam de hoogte in 28Op naar de Euromast 37

    3 Angst voor spinnen 41In therapie 43

    De confrontatie 44Op spinnenjacht 48

    4 Sociale angst met bloosangst 51In therapie 54

    Het leven als een voortdurend examen 55Taakconcentratietraining 57Gedachteonderzoek 60Negatieve gedachten aanpakken 62

    5 Obsessieve-compulsieve stoornis: smetvrees 67In therapie 70

    De stoornis vaststellen 71

  • 12 duizend angsten

    Angst om dwanghandelingen op te geven 72Veiligheidsgedrag 75Bacterin zitten overal 77

    6 Vliegangst 81In therapie 83

    Vermijding en veiligheidsgedrag 84Angst oproepen zonder te vliegen 86Vliegen 91Tot besluit 92

    7 Obsessieve-compulsieve stoornis: controledwang 93In therapie 96

    Wat er gebeurt bij dwang 97Verantwoordelijkheid en perfectie 99Je gevoel als criterium 106Zelfstandig verder 107

    8 Naaldenangst en angst voor bloed 109In therapie 111

    Aanspanningstraining 112De vingerprik 114Het laboratorium 117

    9 Posttraumatische stressstoornis 119In therapie 122

    Imaginaire exposure 124Het script herschrijven 127

    10Angst voor vogels 131In therapie 133

    Zelfhulp in kleine stappen 134Tot besluit 137

  • inhoud 13

    11 Paniekstoornis met agorafobie 139In therapie 141

    Wat is paniekstoornis met agorafobie? 142Aanleiding 144Vermijding aanpakken 145Schoonfamilie: assertiviteit als nieuw therapiedoel 151

    12 Angst voor honden 155In groepstherapie 156

    Kennismaking 156Voelen, denken en doen 158Blootstelling 163Zes weken later 172

    13 Obsessieve-compulsieve stoornis: angst voor agressieve gedachten 175In therapie 178

    Op onderzoek uit 180Experimenteren 181

    14Informatie over angst en therapie 187Angst, wat is dat? 187Hoe vaak komen angststoornissen voor? 191Maatschappelijke kosten 193Cognitieve gedragstherapie als voorkeursbehandeling 193De puntjes op de i 201Hulp zoeken 205

    Literatuur en websites 207Geraadpleegde literatuur 213Index 217

  • 1 Inleiding

    Volledigheid is niet het doel van dit boek. Ik wil laten zien hoe-veel invloed angsten op het leven van alledag kunnen hebbenen welke (zelf)therapie geschikt is om angstklachten op te los-sen. In deze tijd van marktwerking binnen de geestelijke ge-zondheidszorg is het belangrijk om te beschikken over gede-gen informatie. Het is niet eenvoudig om de juiste hulp tevinden, omdat er een divers aanbod van therapien is. Daaromvind je in hoofdstuk 14 praktische informatie die kan helpenbij het vinden van een geschikte therapeut. Onderzoek enpraktijk hebben aangetoond dat het mogelijk is om angsten teoverwinnen. Je kunt ermee om leren gaan en ze hoeven je le-ven niet te bepalen.

    Dit boek bestaat uit verhalen van angstige mensen. Het isbedoeld voor iedereen die last heeft van angstklachten en zicher ellendig door voelt. Voor iedereen die zich schaamt voor zijnangst, zijn klachten probeert te verbergen en er in eenzaam-heid mee worstelt. En voor iedereen die iemand met angstenin zijn omgeving kent en met vragen zit over zijn eigen rol:Hoe kan ik helpen? Pak ik het goed aan? Dit is geen zelfhulp-boek, het is een bloemlezing van angsten en een wegwijzernaar hulp. Blader niet alleen door naar het verhaal over je ei-gen angst, alle verhalen in dit boek geven inzicht in het ont-staan en oplossen van angststoornissen in het algemeen oor-zaken van en oplossingen voor uiteenlopende angsten liggen

  • 16 duizend angsten

    vaak dichter bij elkaar dan je op het eerste gezicht zou denken.Zo staat vermijding aan de basis van elke angststoornis.

    De verhalen gaan telkens over iemand met een bepaaldeangststoornis. Van een angststoornis is sprake als angst je levenbeperkt of als je er ernstig onder lijdt. Het ontstaan van angstis meestal een samenspel van allerlei factoren. Ik leg een ver-grootglas op een deel van het verhaal en benadruk wisselendeaspecten van angst. Ik bespreek om welke angst het gaat, hoedie ontstaan is en in stand wordt gehouden, wat de gevolgenzijn en wat eraan te doen is.

    Daarnaast geef ik een kijkje in de behandelkamer en be-spreek ik de therapie. In de meeste verhalen staat de angstigepersoon zelf centraal, soms belicht ik ook de mensen uit zijnof haar omgeving. Het accent wisselt tussen het principe vande behandeling (de rationale), de achtergrond van de angst-stoornis en de oefeningen en opdrachten die de inzet van detherapie zijn. Ik wijk twee keer van deze opzet af: hoofdstuk 10gaat over iemand die van haar angst voor vogels afkomt doortoepassing van zelfhulp in plaats van reguliere therapie, en inhoofdstuk 12 bespreek ik een groepsbehandeling.

    Ik gebruik de ggz-richtlijnen van het Trimbos-instituut ende Landelijke Stuurgroep Multidisciplinaire Richtlijnontwik-keling in de ggz als uitgangspunt. Deze richtlijnen stellen datcognitieve gedragstherapie de voorkeursbehandeling is bijangstklachten. Bij cognitieve gedragstherapie ga je met je the-rapeut op zoek naar knelpunten en naar nieuwe manieren omje probleem op te lossen, bijvoorbeeld door kritisch onderzoekvan je gedachten en door gedragsverandering. Voorkeursbe-handeling klinkt vrijblijvender dan wordt bedoeld het wilzeggen dat behandeling met cognitieve gedragstherapie dehoogste kans heeft op een positief resultaat. Wetenschappelijkonderzoek toont dat overtuigend aan. In hoofdstuk 14 vind jemeer informatie over deze richtlijnen en cognitieve gedrags -therapie.

  • 1 inleiding 17

    Het aantal behandelsessies dat nodig is om resultaat te boe-ken, wisselt in de praktijk en komt niet altijd overeen met hetaanbevolen aantal in behandelprotocollen. De behandelduurin deze verhalen moet je daarom niet als maatgevend beschou-wen, soms laat ik ook in het midden hoeveel sessies nodig wa-ren.

    Angstklachten komen veel voor; ruim negentien procent vande Nederlanders heeft ooit in zijn leven last van een angst-stoornis. In Belgi is dat ruim dertien procent. Sociale angstkomt van alle angststoornissen in Nederland het meest voor(bij ruim negen procent van de bevolking, in Belgi is dat tweeprocent), maar wordt op de hielen gezeten door de specifiekefobie (bij bijna acht procent van de bevolking, in Belgi is datzeven procent). Bij een specifieke fobie, ook wel enkelvoudigefobie genoemd, is er sprake van angst voor een specifieke situ-atie, specifiek voorwerp of dier. Met zon specifieke angst isgoed te leven, zolang je de situatie of het dier waar je bang voorbent, kunt vermijden. De situatie wordt problematisch als deangst te heftig wordt of als je dagelijks leven in de knel komt enje bijvoorbeeld niet goed meer kunt werken. Gelukkig is eenspecifieke fobie heel goed te behandelen.

    De zogenaamde specifieke fobie van het diertype komt indrie hoofdstukken aan bod. Veel mensen griezelen van spin-nen en slapen daar geen minuut minder om iets wat nietgeldt voor Mimi uit hoofdstuk 3. Zij is zo bang voor spinnendat haar zelfstandigheid in het gedrang komt. In hoofdstuk 10vertel ik over Lies, die via zelfhulp haar angst voor vogels weette bedwingen. In hoofdstuk 12 bespreek ik een groepstherapievoor de behandeling van angst voor honden.

    Vliegangst is ook een vorm van specifieke fobie, van het si-tuationele type. Deze angst kan erg hinderlijk zijn als je bij-voorbeeld veel moet vliegen voor je werk en dat te vaak ver-mijdt zoals Lotte in hoofdstuk 6. Net als alle andere angsten

  • 18 duizend angsten

    kan vliegangst iedereen overkomen, ook mensen van wie jehet niet zou verwachten, zoals topsporters die tijdens wedstrij-den geen angst lijken te kennen.

    In hoofdstuk 2 beschrijf ik Rosa. Ook haar functioneren staatonder druk door haar specifieke angst; ze gaat hoogtes uit deweg en houdt zich op haar werk en als moeder met smoezenstaande. Hoogtevrees kan zo ernstig zijn dat mensen die eraanlijden niet meer op een keukentrapje durven te staan, en daar-bij is geen sprake van aanstellerij.

    In hoofdstuk 8 bespreek ik angst voor naalden en injecties,de behandeling daarvan hoeft niet lang te duren en is ook nietingewikkeld. Niet alle vormen van specifieke fobie komen aande orde, maar lezers met niet besproken angsten, zoals angstvoor muizen, katten, liften of onweer, kunnen het principe vande therapie afleiden uit de hoofdstukken over andere specifie-ke fobien.

    Ook sociale angst of sociale fobie, iets waar dus bijna n opde tien Nederlanders ooit last van heeft, kent verschillende vor-men. In hoofdstuk 4 ga ik daar wat dieper op in aan de handvan het voorbeeld van Wouter. Sociale angst belemmert je omrelaties aan te gaan en te onderhouden en het kan je studie ofcarrire schaden omdat je je niet durft te profileren. Wouterheeft last van bloosangst, maar zijn verhaal biedt aanknopings-punten voor mensen met alle vormen van sociale angst. Dekern van alle sociale angst is namelijk een verhoogd zelfbe-wustzijn en de angst voor afwijzing of negatieve beoordeling.

    Dwangstoornis, oftewel obsessieve-compulsieve stoornis,komt het minst vaak voor, slechts bij n op de honderd men-sen. Toch heb ik drie verhalen opgenomen over verschillendevormen van de dwangstoornis omdat bekend is dat een grootdeel van de mensen met dwangklachten vaak jarenlang wachtmet het zoeken van hulp. En ellendig genoeg nemen juistdwangklachten toe als je er niets aan doet. De schaamte voordwanghandelingen of -gedachten is in de regel groot. Dwan-

  • 1 inleiding 19

    gers kunnen eenzame tobbers zijn en houden hun klachtenvaak zoveel mogelijk verborgen omdat ze vrezen voor gek ver-sleten te worden Ik hoop dus een paar eenzame tobbers de wegnaar hulp te kunnen wijzen, ook al klinkt dat misschien pre-tentieus.

    Een bekend soort dwangstoornis is smetvrees, ook wel was-dwang genoemd. Hoe Ankes smetvrees de relatie met haarman en dochter onder druk zet, komt in hoofdstuk 5 aan bod.In hoofdstuk 7 zien we hoe de controledwang van Paul en deschaamte voor zijn gedrag hem beletten om samen te wonen.De meest schaamtevolle dwangklachten zijn obsessies metagressieve daden of seks, iets waar Frits uit hoofdstuk 13 lastvan heeft. Hij wordt bij wijze van spreken liever dood gevon-den dan dat hij zijn agressieve gedachten uitspreekt en zijn ri-tuelen nalaat, zo bang is hij om te doen wat hij denkt.

    De paniekstoornis met of zonder agorafobie (pleinvrees)komt bij bijna vier procent van de Nederlandse bevolking voor,in Belgi bij bijna drie procent. Voorbeelden zijn paniek incombinatie met de angst om de straat op te gaan, winkels te be-zoeken of het openbaar vervoer te gebruiken. Ondanks dat heteen bekende stoornis is, blijft deze fobie dikwijls onbehandeld,vaak omdat de lichamelijke klachten die ermee samengaanniet herkend worden als symptomen van angst. Mensen meteen paniekstoornis kunnen dan ook gemakkelijk verdwalen inhet medisch circuit. Daarom mag dit onderwerp niet ontbre-ken en bespreek ik in hoofdstuk 11 de behandeling van Samiradie in haar ontwikkeling geremd wordt door duizeligheid enpaniekaanvallen.

    In mijn praktijk zie ik ook geregeld mensen die lijden aaneen posttraumatische stressstoornis (ptss). ptss komt vakervoor bij mensen die werk hebben waarbij de kans op geweld ofhet meemaken van een ongeluk groot is. ptss komt ook veelvoor bij slachtoffers van seksueel geweld. Hoe vaak het preciesvoorkomt, is niet bekend. De knik in de levensloop van men-

  • 20 duizend angsten

    sen met ptss is opvallend: voor het traumatische gebeurenfunctioneerden ze goed, erna ontstaan tal van klachten, zowelemotionele als lichamelijke. Patinten kennen zichzelf nietmeer terug en zeggen dingen als: Ik was nooit zo, ik ben hele-maal geen zeur en dat wil ik ook niet zijn. Dat geldt ook voorCora uit hoofdstuk 9. Na een overval op haar werk neemt zijzich dagelijks voor om een einde te maken aan haar klachten;ze wil weer zijn zoals vroeger. Zij vindt therapie confronterenden zwaar, maar de therapie helpt haar wel om de regie overhaar leven te hernemen.

    Na de hoofdstukken over specifieke stoornissen volgt noghet algemene hoofdstuk 14 met feiten over angststoornissenen informatie over cognitieve gedragstherapie. Ik bespreek indit boek niet alle angststoornissen die ik daar noem ik be-perk me tot de stoornissen die regelmatig voorkomen en destoornissen waarin ik gespecialiseerd ben. Maar zoals ik alaangaf: de verhalen in dit boek geven inzicht in het ontstaan enoplossen van alle verschillende soorten angststoornissen. Hetboek sluit af met een lijst met aanbevolen literatuur en instan-ties waar je advies kunt vragen als je op zoek bent naar hulp.

  • 2 Hoogtevrees

    Onverwacht staat Rosas vriendin Femke voor de deur. Moet je nou lezen, dit is echt idioot! Ze duwt Rosa een krantenartikel in de hand. De kop luidt:

    Herstellen toren duur door angst ambtenaar. Je moet iets doen aan die hoogtevrees van je Rosa! Die amb-

    tenaar kost ons als belastingbetalers geld, maar jij boort jezelfgeld door de neus met je hoogtevrees.

    Rosa leest het stukje: de renovatie van een kerktoren in Lim-burg kostte ruim zes ton meer dan begroot omdat de ambte-naar die toezicht moest houden op de verbouwing dat nietdeed vanwege fysieke problemen. Die fysieke problemen ble-ken hoogtevrees te zijn.

    Die ambtenaar zal zich wel geschaamd hebben voor zijnangst en smoezen verzonnen hebben om zijn functie te be-houden, denkt Rosa. Dure smoezen, als het is gegaan zoals inde krant staat. Rosa doet eigenlijk hetzelfde ze wil niet dathaar collegas en vrienden weten dat ze zich laat leiden doorangst en gebruikt ook allerlei smoezen om onder angstige din-gen uit te komen. Ze heeft haar hoogtevrees pas aan haar bestevriendin Femke opgebiecht nadat die al een half jaar in eennieuw appartement op zes hoog woonde en gerriteerd raakteomdat ze bijna nooit langskwam.

    Haar angsten namen toe nadat ze drie jaar geleden van haarman scheidde. Toen ze nog getrouwd was, had ze al wel hoog-

  • tevrees, maar had ze er niet zon last van. Na de scheidingkreeg ze het moeilijk en uiteindelijk werd alles haar te veel: hetverdriet om het stranden van haar relatie, de zorg voor tweekleine kinderen, haar werk als artsenbezoeker en de verhui-zing naar een goedkoper huis. Ze bleef een paar maanden ziekthuis, overspannen. Zelfs bij het autorijden had ze last gekre-gen van hoogtevrees. Ze was bruggen en viaducten gaan ver-mijden omdat ze ze doodeng vond. Dat vermijden kostte veeltijd kostbare tijd van haar baas en kostbare tijd van haarzelf.

    Ze vertelde de bedrijfsarts dat haar angst steeds erger werd.Hij dacht dat het wel over zou gaan als ze de scheiding ver-werkt had en regelde met haar werkgever een overplaatsingnaar de binnendienst. Over de hoogtevrees bij het autorijdenvertelde hij gelukkig niet, dus haar baas en collegas weten nogsteeds van niets. En nu werkt ze bij de binnendienst, wat ze ei-genlijk maar saai vindt. Promoties gaan haar neus voorbij om-dat ze niet volledig inzetbaar is, terwijl ze een hoger salaris alsalleenstaande moeder goed kan gebruiken. Femke heeft gelijk:ze is een dief van haar eigen portemonnee.

    Na het bliksembezoek van haar vriendin pakt Rosa de draadvan de dag weer op, en gaat met haar kinderen naar het zwem-bad. Ze hebben een leuke middag, maar de hoogtevrees ismee. Rosa gaat niet met haar dochter van de hoge glijbaan; zekijkt de andere kant op als ze de trap opklimt en het ene na hetandere angstbeeld trekt aan haar voorbij dat ze valt, zich be-zeert, een been breekt. Ze moet zichzelf dwingen om een beet-je enthousiast te doen. Zodra de kinderen s avonds in bed lig-gen, pakt ze pen en papier. De hoogtevrees spookt al de heledag door haar hoofd en ze wil de kosten ervan op een rijtje zet-ten zowel het geld als de tijd die het kost.

    22 duizend angsten

  • Kosten tuinman (omdat ik niet op het trapje durf om de hegte snoeien).

    Kosten schilder (omdat ik niet op een trapje durf om te schil-deren).

    Vermijden bruggen en viaducten in de auto = omrijden: kosttijd en extra brandstof (=geld).

    Niet naar Femke omdat ze op zes hoog woont. Gezelligheid missen en vaker geld uitgeven aan restaurants

    om Femke te zien. Oppas inhuren in plaats van kinderen naar Femke brengen. Ik voel me afhankelijk (hulp nodig bij gordijnen ophangen,

    ramen lappen). Niet naar pretpark met de kinderen, (alleen met extra volwas-

    sene, die ik dan betaal). Beperkte vakantiekeuze. Geen promotie (omdat ik niet inzetbaar ben bij de buiten-

    dienst). In het zwembad niet van de hoge glijbaan: bange moeder.

    Ze schrikt ervan, alles bij elkaar opgeteld kost haar hoogtevreesmeer dan ze had verwacht. Ze begrijpt niet hoe het zo uit dehand heeft kunnen lopen dat is ongemerkt gegaan. Ze weetdat ze als kind al bang was voor hoogtes. Ze vermeed glijbanenen weigerde bij gymnastiek op school om in de touwen klim-men omdat ze dat eng vond. Ze herinnert zich de eindelozebergwandelingen die ze vroeger maakten in de zomervakantie.En voorval herinnert ze zich als de dag van gisteren: ze warenhoog in de bergen en ze speelde met haar broer, die haar vast-pakte en deed alsof hij haar van een rand naar beneden wildeduwen. Hun moeder kwam woedend op hen af en gaf haarbroer een tik. Ze sleurde Rosa mee. Ze herinnert het zich zogoed omdat haar moeder hen nooit sloeg en nooit schreeuwde.

    2 hoogtevrees 23

  • 24 duizend angsten

    Maar nu was ze overstuur en riep: Ze had wel dood kunnenvallen, dat stomme joch met zn spelletjes! Haar moeder huil-de, trok Rosa tegen zich aan en hield haar vast alsof ze haarnooit meer wilde loslaten. Dit maakte grote indruk op Rosa. Nadit voorval maakten ze wel weer gewoon bergwandelingen envoor zover Rosa zich herinnert, was het enige wat haar moederdeed, haar bij de hand pakken als ze over smalle paden liepen.Haar broer moest naast hun vader lopen.

    Toen ze nog getrouwd was, deed haar man veel klusjes in bijhuis. Hij deed de dingen waarbij een trap nodig was en gingmet de kinderen van de glijbaan in het zwembad. Hij reed alsze ergens heen gingen en zag, voorzover ze weet, niet dat zijonderweg haar ogen dichtkneep als ze angstig was. Ze reedtoen nog dagelijks voor haar werk, ook al stond ze soms doods-angsten uit.

    De verzamelde feiten op het lijstje liegen niet, Femke heeftgelijk. Ze moet de huisarts bellen voor een verwijzing naar eenpsycholoog. De huisarts is vriendelijk en vol begrip en vindtook dat ze hulp nodig heeft. Hij adviseert om een cognitief ge-dragstherapeut te zoeken omdat cognitieve gedragstherapie ef-fectief is bij angstklachten. Hij geeft haar een paar namen vantherapeuten die hem geschikt lijken. Ze vraagt de huisarts ofze ter overbrugging een recept kan krijgen voor btablokkers.Als artsenbezoeker weet ze dat die ook bij angst gebruikt wor-den, al zijn ze bedoeld voor hoge bloeddruk. Het voordeel isdat je er niet suf van wordt maar wel minder angst voelt. Dehuisarts vindt het geen goed idee, hij wil pas over medicijnenpraten als ze serieus heeft geprobeerd om het probleem mettherapie op te lossen en daar geen baat bij heeft. Maar, zegthij dan zal ik medicatie geven die speciaal voor angstklachtenzijn, en geen tweede-keus-pillen die in feite voor een anderekwaal bedoeld zijn.

  • In therapie

    Rosa zegt bij binnenkomst direct dat ze blij is dat we niet bijhet raam zitten. De trappen naar de praktijkruimte haddenhaar angstig gemaakt, ze wist niet wat ze kon verwachten toenze die opging.

    Ik heb een hekel aan trappen en hoogtes en nu zit u uitgere-kend op drie hoog met uw praktijk, zegt ze.

    Er is een balkon aan de voorzijde, dat kunnen we dan goedgebruiken, is mijn antwoord.

    Ik stel voor dat we haar probleem in kaart brengen. Ik wilweten hoe ernstig de angst is, wat de geschiedenis is van haarklachten, hoe die haar leven benvloeden, wat haar therapie-doel is en of er nog andere klachten zijn. Ze laat me het kosten-lijstje zien dat ze thuis opgesteld heeft. Ze wil de dingen dieerop staan graag zelf kunnen en niet langer afhankelijk zijnvan hulp. Ik complimenteer haar met de duidelijke opsom-ming, daar kunnen we haalbare doelen van maken.

    Rosa vertelt me over de eerste keer dat ze geconfronteerdwerd met het feit dat hoogtes gevaarlijk zijn, toen haar broerhaar tijdens een bergwandeling van een berg wilde duwen.Verder heeft ze geen concrete herinneringen, het lijkt alsof hetvanzelf zo erg is geworden als het nu is. Wel weet ze dat deangst na haar scheiding echt begon op te spelen, daarvoor hadze er veel minder last van omdat ze enge dingen kon vermij-den.

    Ik neem een gestandaardiseerde vragenlijst af omdat ik ze-ker wil zijn dat ik niets over het hoofd zie, er kan bijvoorbeeldook sprake zijn van depressie of een andere angststoornis. Ver-schillende angst- en stemmingsstoornissen komen wel vakertegelijkertijd voor, dat zou niet bijzonder zijn. Maar de diagno-se blijft specifieke fobie van het situationele type, oftewel:hoogtevrees. Er zijn geen bijkomende problemen die behan-deld moeten worden.

    2 hoogtevrees 25

  • Vermijding: van balkons tot glijbanen

    Ik wil weten hoe groot de effectieve vermijding was tijdens Ro-sas vijftien jaar durende relatie: ging ze veel dingen uit de wegzodat ze geen angst voelde en geen last van hoogtevrees had?Zolang je maar effectief datgene vermijdt waar je bang voorbent, voel je meestal geen angst en dat is iets wat veel men-sen met angstklachten doen. We nemen punt voor punt dekostenlijst die ze gemaakt heeft door, en het blijkt dat ze inder-daad allerlei taken aan haar man uitbesteedde. Hij was daar zoaan gewend dat het niet opviel dat ze bang was. En Femkewoonde toen nog op de begane grond, dus daar kon ze nog ge-woon naartoe.

    Ik vermoed dat Rosa nog meer vermijdt dan ze me nu kanvertellen. Ik geef haar een zogenaamde registratieopdrachtmee om alle situaties waarin ze angst voelt te noteren en de ge-dachten die ze daarbij heeft. Door dit soort introspectie wordtze zich bewuster van de situaties waarin ze bang is en van alledingen die ze vermijdt. Ze weet wel wat ze denkt op de galerijbij Femke en als ze met de auto over een brug moet. Ze reali-seert zich dat het misschien gek klinkt, maar ze is bang dat zevan de galerij valt, door de wind of omdat het hek niet sterk ge-noeg blijkt als ze struikelt in gedachten ziet ze het gebeuren.In de auto is ze bang om uit de bocht te vliegen of de machtover het stuur te verliezen op de brug in gedachten ziet zezichzelf naar beneden storten. Ze vertelt dat ze op een gegevenmoment een paniekaanval kreeg toen ze over een viaduct reed.Dat was zo erg dat ze de auto aan de kant zette en niet verderdurfde te rijden. Haar hart klopte in haar keel, ze zweette, hadhet benauwd en was bang dat ze de controle over zichzelf en deauto zou verliezen. Na die paniekaanval begon ze bruggen enviaducten te vermijden.

    26 duizend angsten