Duinengordel Structuurvisie

49
Eindrapport Structuurvisie Duinengordel februari 2013 Besturen van Meeuwen-Gruitrode, Opglabbeek, Maaseik en Bree en het Agentschap voor Natuur en Bos

description

Duinengordel structuurvisie

Transcript of Duinengordel Structuurvisie

Page 1: Duinengordel Structuurvisie

Eindrapport

Structuurvisie Duinengordel

februari 2013

Besturen van Meeuwen-Gruitrode, Opglabbeek, Maaseik en Bree en het Agentschap voor Natuur en Bos

Page 2: Duinengordel Structuurvisie
Page 3: Duinengordel Structuurvisie

3Structuurvisie Duinengordel februari 2013

1. Inleiding

2. Voortraject van samenwerking en participatie

2.1 Statutair partnership: gegroeid vanuit terreinbeheer

2.2 Participatieve visievorming: brug naar de mensen

3. Gebiedsanalyse van de Duinengordel

3.1 Landschapshistoriek

3.2 Landschapsopbouw

3.3 Natura 2000: instandhoudingsdoelstellingen

4. Missie

5. Vier strategische pijlers

5.1 Topgebied voor Europese natuur

5.1.1 Inhoud van de pijler

5.1.2 Actielijnen

Inhoudsopgave5

7

7

7

11

11

13

19

21

23

23

23

26

5.2 Duinengordel als recreatief-toeristische troef

5.2.1 Inhoud van de pijler

5.2.2 Actielijnen

5.3 Lokale bevolking als schatbewaarder

5.3.1 Inhoud van de pijler

5.3.2 Actielijnen

5.4 Platform voor samenwerking

5.4.1 Inhoud van de pijler

5.4.2 Actielijnen

31

31

37

41

41

41

43

43

45

Page 4: Duinengordel Structuurvisie

fototekst

Page 5: Duinengordel Structuurvisie

5Structuurvisie Duinengordel februari 2013

Het project Duinengordel is een gezamenlijk initiatief van

de gemeentebesturen van Meeuwen-Gruitrode, Opglab-

beek, Maaseik en Bree en het Agentschap voor Natuur en

Bos, de grote, openbare eigenaren in het gebied. Samen

werken zij aan een ambitieuze, eigendom overschrijdende

visie en een integrale aanpak voor 2000 ha toegankelijk en

beleefbaar bos- en natuurgebied in samenhang met het

landbouwgebied eromheen. Essentieel voor de partners

is het ontwikkelen van de Duinengordel als hefboom voor

lokaal ondernemerschap, de integratie in de toeristische

regio Limburgse Kempen en een sterkere waardering voor

dit uniek open ruimtegebied bij de lokale bevolking.

1 InleidingHet gebied de Duinengordel is een unieke natuurkern

gelegen in het hart van de Limburgse Kempen. De land-

duinen in dit gebied hebben een uitzonderlijk reliëf door

hun uitgestrektheid en hun hoogte. In de open relicten zijn

de specifieke natuurlijke landduinvegetaties nog aanwezig

met de kenmerkende, zeldzame dier- en plantensoorten.

Het boscomplex en het open landschap omheen deze

gouden natuurschat zijn uitgestrekt. Het geheel is groot

genoeg om een ruime en veelzijdige beleving toe te laten

die toch samengaat met de draagkracht van de hoge

natuurwaarden. Bewoners uit de omliggende kernen

en mensen van verderaf recreëren hier vandaag, maar

de rijkdom van het gebied geniet nog geen echt grote

bekendheid.

Page 6: Duinengordel Structuurvisie

fototekst

Page 7: Duinengordel Structuurvisie

7Structuurvisie Duinengordel februari 2013

projectgebied en het uitwerken van een communicatie-

traject.

In april en mei 2011 werden betrokkenen in het project-

gebied uitgenodigd om hun kennis en wensen aan te

brengen in werkgroepen rond Recreatie en Toerisme,

Natuur, Landschap en Erfgoed. Op deze vergaderingen

werd de basisanalyse van het hele gebied voorgesteld.

Deze analyse werd met de werkgroep besproken en moge-

lijke knelpunten en potenties konden aangehaald worden.

In de Bijlagen zijn de verslagen van deze vergaderingen

opgenomen.

De bosgroepen Hoge Kempen en Noord-Limburg startten

een werking voor de privéboseigenaars in de Duinen-

gordel met een druk bijgewoonde infovergadering.

In de daarop volgende maanden vond per thema tech-

nisch overleg plaats met specialisten.

De partners werken in het gebied al geruime tijd samen

met Toerisme Limburg en Regionaal Landschap Kempen

en Maasland rond het uitleggen en optimaal onderhouden

van recreatieve routestructuren.

In januari 2012 werd het partnership gehonoreerd door de

Afdeling Ruimtelijke Planning van de Vlaamse Overheid

met een subsidie voor een ruimtelijk strategisch project

Duinengordel. Door een integrale aanpak willen de

projectindieners de hoge natuur- en landschapswaarden

maximaal veiligstellen en versterken en tegelijk de

maatschappelijke diensten die door deze ruimte worden

geleverd op vlak van landbouw, bosbouw, recreatie en

toerisme optimaliseren en goed op elkaar afstemmen. Het

behoud en herstel van het unieke open ruimtecomplex

kan zo samengaan met initiatieven gericht op maatschap-

pelijke valorisatie en verankering.

2.2 Participatieve visievorming:

brug naar de mensen

In februari 2011 werd een studiebureau aangesteld voor

de opmaak van de structuurvisie, het uitwerken van een

gezamenlijke toegankelijkheidsregeling voor het hele

2.1 Statutair partnership:

gegroeid vanuit terreinbeheer

Sinds 2010 werken de partners Agentschap voor Natuur en

Bos (ANB) en de vier gemeentebesturen een geïntegreerde

visie uit voor het behoud en de verdere ontwikkeling van

natuurwaarden, landschapswaarden en cultuurhistorische

waarden, duurzame houtproductie en de verdere uitbouw

van een duurzaam pakket aan educatieve, recreatieve

en toeristische mogelijkheden binnen het eigendom

overschrijdende projectgebied van de Duinengordel.

Hiervoor werd in 2011 het statutair partnership ‘Interlokale

vereniging Limburgse Duinen’ opgericht.

Door een overkoepelende aanpak wil het partnership

schaalvoordelen en bijkomende kansen creëren met het

oog op een evenwichtige en gevarieerde functievervulling

en de ontwikkeling van een groenpool waarvan de uitstra-

ling het lokale niveau overstijgt. Het partnership wil zo

komen tot een sterkere maatschappelijke verankering van

de Duinengordel in de ruimste zin.

Op regelmatige basis komen vertegenwoordigers van

dit partnership en van de bosgroepen bijeen tijdens een

stuurgroepoverleg.

2 Voortraject van samenwerking en participatie

Page 8: Duinengordel Structuurvisie

8

Wat gebiedskenners zeggen

Als bewoners die betrokken zijn bij het recreatieve gebruik, de

natuureducatie, heemkunde of de toeristische ontwikkeling,

vertellen over het projectgebied, dan geven ze de volgende

sterke punten en bezorgdheden aan (april - mei 2011).

De bossen zijn recreatief goed ontsloten voor diverse gebrui-

kers op de vele boswegen. Er zijn wel bezorgdheden over het

wegennet: de staat van een aantal wegen na houtoogst laat

te wensen over en op eerder smalle wegen waar zowel ruiters,

wandelaars als fietsers komen, is er plaatselijk hinder door

sporenvorming en kan het druk zijn.

Met enige trots spreken de meesten over hét jeugdbivakgebied

van Vlaanderen. Een niet te verwaarlozen deel van de Vlaamse

en zelfs Nederlandse jeugd komt hier op kamp en zo zijn de

speelbossen van de Duinengordel hun referentiebeeld van wat

bos en natuur is.

De betrokkenen zien duidelijke mogelijkheden voor een

versnellingsslag als toeristisch product binnen een product

markt cyclus. De groei kan zitten in kleinschalige tot midden-

schalige verblijven en horeca: bed and breakfasts, boerderijva-

kanties, kleinere hotels.

Het beleid van de gemeenten om in het gebied geen private

weekendverblijven te behouden voor de toekomst, wordt

door de kenners gedragen. Al blijft dit voor een deel van de

betrokken eigenaars nog een bittere pil.

Het bos- en natuurgebied voelt aan als een grote eenheid,

maar is heel divers: naaldbos – loofbos – heide – vennen

– landduinen – mee ingesloten landbouw én omliggend

landbouwlandschap. Het aanvoelen als één eenheid ligt deels

aan de scherpe landschappelijke grens tussen het bos en de

landbouw. Deels ziet men daarin ook een gemiste kans om

ecologisch en landschappelijk geleidelijker overgangen te

maken, deels is het ook net kenmerkend. Het is een gebied

dat meer rust uitstraalt en ook stiller is dan gemiddeld in het

Vlaamse buitengebied. Sporadisch geluid van de militaire

vliegtuigen vormt de uitzondering en valt daardoor extra op.

De vennen op de Ruiterskuilen geven de indruk van een wat

vergeten, verborgen schat, naast de gekende Oudsberg. De

natte natuurwaarden zijn minstens zo belangrijk als de droge in

de hogere duinen.

Kenners wijzen op de uitzonderlijke relictpopulaties van

zeldzame diersoorten in het hele gebied en er zijn nog meer

ontwikkelingsmogelijkheden voor natuureducatie. Dit is een

plek waar je waardevolle zaken ook in het echt kunt laten zien.

Betrokken omwonenden noemen de hoogste toppen van de

Oudsberg, het ven van de Ruiterskuilen en de oostelijke steil-

rand zeer aantrekkelijke plekken voor recreanten. Het zijn land-

schappelijk nu al toplocaties. De Oudsberg en Ruiterskuilen

zijn tegelijk zones met de hoogste ecologische waarde in de

Duinengordel. Dat levert een kruistabel van de ecologisch en

recreatief uitzonderlijk waardevolle en behoorlijk waardevolle

gebieden (tabel 2.1).

Landbouwers wijzen op de voordelen van afwisseling van

landbouwgebruikspercelen met bos- en natuurpercelen in

het boscomplex. Ze zijn bezorgd voor de ruimte-inname door

bosuitbreiding en natuurontwikkeling.

Het gebied kent een rijke historie van landgebruik. Sporen

en kenmerken vanuit de prehistorie en meerdere periodes

uit de geschiedenis vragen hier om ontsloten en beleefbaar

gemaakt te worden: reliëfelementen, wegenpatronen en kleine

landschapselementen, archeologische sites, plaatsnamen,

recentere ontginningspatronen worden genoemd.

Page 9: Duinengordel Structuurvisie

9Structuurvisie Duinengordel februari 2013

Recreatief uitzonderlijk Recreatief behoorlijk

Ecologisch uitzonderlijk Oudsberg omgeving, ven Ruiterskuilen Overige vennen

Ecologisch behoorlijkSteilrand tussen Waterloos en Opitter, speelzones

in de bossen, halfopen landschap Solterheide

Open plekken Ophovenderheide, overige

bosgebieden: Donderslag, Ophovender heide,

Gruitroderheide, Dorperheide, Solterheide

Op 10 juni 2011 groef minister Joke Schauvliege de

schatten van de Duinengordel op uit het duinzand van de

Oudsberg. Zo stelde zij het project Duinengordel aan de

pers voor, samen met de burgemeesters, de provinciale

gedeputeerde voor leefmilieu en de administrateur-

generaal van ANB.

In oktober 2011 bracht een delegatie van de partners

een werkbezoek aan Nationaal Park Loonse en Drunense

Duinen. Zij werden ontvangen door de gemeentebesturen,

de natuurbeheerders en de vereniging van Duinboeren.

Na verder overleg met specialisten van verschillende

thema’s werd het ontwerp van structuurvisie op punt

gesteld en voorgelegd aan de werkgroepen rond Recre-

atie en Toerisme, Natuur, Landschap en Erfgoed en aan

de landbouwers en de privéboseigenaars. Met hun input

en opmerkingen werd de ontwerp visie herwerkt tot een

definitief visiedocument.

Tabel 2.1: Kruistabel recreatieve aantrekkingskracht en ecologische waarde

Illustratie 2.1: Lancering partnership Duinengordel en schattenzoektocht met minister Joke Schauvliege

Page 10: Duinengordel Structuurvisie

Illustratie 3.1: Situering van de Duinengordel ten opzichte van andere bos- en natuurcomplexen. De inzet toont de spreiding van landduinruggen in de Kempen en in aangrenzende zandgebieden van Nederlands Brabant en Limburg (bron: landschapskenmerkenkaart)

Overzicht duinen

0 5.000 10.000Meters

LegendaProject

Provinc

Cluster

VlakvormLanddu

Naaldb

Heide

pselementen

gebied

iegrens

vlakvormige ele

ige landscinen

os

menten

ha

Overzicht duinen

0 5.000 10.000Meters

LegendaProject

Provinc

Cluster

VlakvormLanddu

Naaldb

Heide

pselementen

gebied

iegrens

vlakvormige ele

ige landscinen

os

menten

ha

Overzicht duinen

0 5.000 10.000Meters

LegendaProject

Provinc

Cluster

VlakvormLanddu

Naaldb

Heide

pselementen

gebied

iegrens

vlakvormige ele

ige landscinen

os

menten

ha

Page 11: Duinengordel Structuurvisie

11Structuurvisie Duinengordel februari 2013

werd duidelijk dat de Celtic fields hier doorlopen tot bij het

westelijke einde van de Duinengordel.

De mensen hielden steeds meer vee en kapten het bos

steeds intensiever, waarmee ze de bodemrijkdom gingen

aantasten. Grote oppervlakten uitgeputte grond vormden

een ideale ontwikkelingsbodem voor heidevegetaties, die

gedijen op de arme en weinig vruchtbare zandbodem en

in extreem open klimaat. Er groeide een landbouwsysteem

rond deze heide en zo ontstond een uniek West-Europees

cultuurlandschap. Het landbouwsysteem in de Kempen

was tot de 19de eeuw gebaseerd op het concentreren van

organisch materiaal van een grote oppervlakte woeste

grond op een kleine oppervlakte akkerland rond kleine

gehuchten. Een van de belangrijkste mechanismen was

het verzamelen van de mest van vee dat op de heide

graasde, door de dieren in kralen te zetten. Ook werd vee

in potstallen gezet en gevoederd met hooi uit de beekval-

leien.

Hout was schaars, maar belangrijk als bouwhout, als

geriefhout. Hout was natuurlijk ook brandstof, naast veen

en turf uit beekvalleien en uit vennen. Op de Kruisberg

In het westen van de Duinengordel komt een specifieke

vorm van het duinenreliëf voor. Hier rust het grondwater

ondiep op kleilagen in het Kempens plateau. De wind blies

laagtes uit tot op het grondwater en daarin ontstonden

grondwatervennen. Het zand ligt nog steeds in kleine

duinruggen naast deze vennen.

In het warmere klimaat na de ijstijd nam een steeds

dichter, gemengd loofbos het landschap in. De mens

dook opnieuw op in het landschap. De tijdelijke kamp-

plaatsen van deze jagers verzamelaars lagen typisch op

duinenruggen, waardoor het nu uitgelezen archeologische

vindplaatsen voor de Steentijden zijn. Vanaf 4.000 jaar voor

onze tijdrekening, nam de invloed van de mens op het

landschap snel toe en ontstond een cultuurlandschap met

aangepaste fauna en flora. In de Metaaltijden vanaf 1.500

voor onze tijdrekening groeide de behoefte aan cultuur-

grond. In de vroege IJzertijd, deed een voor de streek type-

rend fenomeen zijn intrede, dat later ook weer verdween.

De zogenaamde Celtic fields waren meerslagstelsels van

akkers met rechthoekige, bolle percelen. In Plockroy ligt

een complex dat met het blote oog zichtbaar is. Na onder-

zoek van nauwkeurige luchtbeelden met een laserscanner

In deze structuurvisie wordt expliciet getracht uit te gaan

van de kenmerkende eigenheid van de Duinengordel. Om

die te vatten wordt het gebied hier geanalyseerd op zijn

historische ontwikkeling, de ruimtelijke opbouw van het

landschap en de natuurwaarden.

In de Bijlagen is een uitgebreide Gebiedsinventarisatie

toegevoegd.

3.1 Landschapshistoriek

Het huidige landschap van de Duinengordel ontstond

door natuurlijke en menselijke ontwikkelingen in en na de

laatste ijstijd.

Het landschap is gevormd in het zand. In de laatste ijstijd

blies een constante noordenwind vanuit het droog-

gevallen Noordzeebekken een dikke laag zand over de

Kempen. Op het einde van die ijstijd draaide de wind naar

het westen, zoals vandaag nog. Die kneedde het dekzand

tot golven en blies ze op tot landduinen. Vaak liggen deze

landduinen in langgerekte west-oost gerichte ruggen,

verspreid doorheen de Vlaamse en Nederlandse zand-

streken (zie overzicht duinen in illustratie 3.1).

3 Gebiedsanalyse van de duinengordel

Overzicht duinen

0 5.000 10.000Meters

LegendaProject

Provinc

Cluster

VlakvormLanddu

Naaldb

Heide

pselementen

gebied

iegrens

vlakvormige ele

ige landscinen

os

menten

ha

Page 12: Duinengordel Structuurvisie

12

Het bos en de heide werd intensief gekapt, geplagd en

gebrand. Na opeenvolgende jaren van droogte was het

op de landduinruggen dat de vegetatie het begaf. Het

zand kon hier opnieuw verstuiven, zoals het in de ijstijd

had gedaan. Het is moeilijk die periodes te dateren, maar

zeker tot in de 19e eeuw stoof het zand op vele plaatsen

in Vlaanderen en Nederland. Omdat de wind over de

heidevlaktes vrij spel had, kon dat danig uit de hand lopen.

Wegen, akkerland of zelfs gehuchten werden bedreigd.

Eeuwenlang werd zand weggegraven en werden

houtwallen van eik aangeplant om het stuivend zand te

vangen. Zo heeft een deel van de Oudsberg een myste-

rieus reliëf van evenwijdige richels. Misschien is dat wel

ontstaan door ondergestoven bomenrijen, aangeplant

door de bewoners van Louwel of Opoeteren.

De woeste gronden waren meestal in gemeenschappelijk

bezit van de dorpsgemeenschappen. Dat wordt vandaag

bevestigd in plaatsnamen zoals Ophovenderheide,

Solterheide en Gruitroderheide. Soms was er wel privaat

initiatief voor ontginning, zoals op het verdwenen domein

de Donderslag in het westen van de Duinengordel. In

de Franse tijd werd een kadaster opgezet en werden de

gemeentegrenzen op het terrein afgebakend. Op de

zijn eikenhakhoutstoven te vinden die tot de grootste en

mooiste van de Lage Landen behoren. Ze vormden zich

door het afhakken van de stammen en het weer uitlopen

van scheuten. De scheuten werden ook begraasd door

schapen en de kronen vingen stuifzand dat zich steeds

hoger opstapelde. Het resultaat zijn prachtige stam-

mengroepen die tot één boom behoren. Hakhout werd

zowel in houtkanten en houtwallen, als in bospercelen

toegepast. Die percelen werden houwen genoemd, zoals

in De Houw bij Opoeteren.

Illustratie3.2: Oude stoven van Wintereikenhakhout nabij de Kruisberg

heidevlakte koos men vaak voor kaarsrechte lijnen tussen

de weinige vaste punten in het landschap. De Blauwe

Steen markeert het driedorpenpunt tussen Wijshagen,

Gruitrode en Opglabbeek. De grenzen tussen Louwel,

Opoeteren en Gruitrode komen samen bij een oude

oversteek over de Kattebeek, nabij het Zavelbos. Met de

industriële revolutie in het jonge België begon de overheid

plannen te maken om de woeste heidegronden op grote

schaal te bebossen met dennen. De afzet lag bij stuthout,

eerst voor de Waalse mijnen en later voor de Limburgse.

Vanuit de rechte gemeentegrenzen werd een vast raster-

patroon van ontginningswegen uitgezet met daartussen

grovedennenbestanden en later ook graslanden.

In de Vlaamse landschapsatlas zijn delen van de Duinen-

gordel aangegeven als ankerplaatsen en relictzones.

Relicten zijn elementen of zones waarin de waarden van

het traditionele landschap in zeker mate bewaard zijn

gebleven en die getuigen van een specifieke ontwik-

kelingsgeschiedenis. Sommige relicten vormen complexen

van zeer verschillende aard die echter historisch en gene-

tisch samen horen en een ensemble vormen. Deze werden

geselecteerd tot een aparte categorie die ankerplaats

genoemd wordt.

Page 13: Duinengordel Structuurvisie

13Structuurvisie Duinengordel februari 2013

De hoge duin van de Oudsberg vormt een deel van de

gelijknamige ankerplaats en is bovendien voorgedragen

als kandidaat Werelderfgoed als onderdeel van het land-

schap van de Hoge Kempen. Het referentiebeeld voor deze

kandidatuur is het traditionele cultuurlandschap dat op

19e eeuwse kaarten te zien is en dat in de voorbije eeuw

gewijzigd werd door ontginning onder invloed van de

mijnen, de Duinengordel bestaat vandaag grotendeels

uit dit ontginningslandschap. Er zijn echter nog talrijke

relicten aanwezig van het mooie natuur- en cultuurland-

schap van stuifduinen, vennen en bosranden.

wordt de Duinengordel omgeven door bosrijke beekval-

leien: de Bosbeek ten zuiden, de Itterbeek ten noorden en

de Abeek ten westen.

Aan de hand van de illustratie op de volgende pagina

wordt de ruimtelijke opbouw van het landschap rondom

en in het bos- en natuurcomplex de Duinengordel ontleed.

Gordel van landduinen

Het zuidwestelijke kwart van het bos- en natuurcomplex

de Duinengordel omvat een acht kilometer lange strook

of gordel van geaccidenteerd reliëf dat ontstond door

historische zandverstuivingen. De enorme lengte resul-

teerde ook in een uitzonderlijk hoog opgestoven duin aan

het uiteinde, de Oudsberg. Deze gordel omvat vandaag

kleinere tot grote open plekken in het bos met open

zandhellingen, heidevlaktes, halfopen jong bos, vennen

en venoevers, eikenstoven en overgangen naar het omrin-

gende bos van overwegend naaldbomen.

De grootste aaneengesloten open plekken met deze

vegetaties liggen vandaag in het Vlaams natuurreservaat

de Oudsberg. Andere omvangrijke relicten liggen in

het domeinbos Ophovenderheide: rond de vennen op

Ankerplaatsen Duinengordel van Opglabbeek – Gruitrode

Vallei van de Bosbeek en De Houw

Vallei van de Abeek (bovenloop) en straatdorp Plockroy

Vallei van de Itterbeek en Eetsevelderbeek van Gruitrode tot Opitter

Relictzones Paraboolduin Opglabbeek

Vallei van de Itterbeek

Vallei van de boven- en middenloop van de Abeek

Groot Schietveld

Vallei van de Bosbeek

Communautaire Akker Neeroeteren

3.2 Landschapsopbouw

Het bos- en natuurcomplex de Duinengordel is gelegen

in het noordoosten van de provincie Limburg, op de

gemeentegrenzen van Meeuwen-Gruitrode, Opglabbeek,

Maaseik en Bree. Het gebied is gelegen op het Kempens

plateau, een uitgestrekt hooggelegen zandgebied dat rust

op dikke grindlagen. In het noordoosten van de Duinen-

gordel gaat dit plateau abrupt over naar de lagere Maas-

terrassen. Deze plek is buitengewoon markant omdat het

plateau en de steilrand bebost zijn en het lagere gebied

een open landbouwlandschap is. Aan de andere zijden

Tabel 3.1: Ankerplaatsen en relictzones in de Duinengordel (Vlaamse Landschapsatlas)

Page 14: Duinengordel Structuurvisie

0

0

Illustratie3.3: Ruimtelijke opbouw van het landschap in en om de Duinengordel0 1 2 30,5 km

N

Bossen

Landbouwgebied

Dorpskernen

Bedrijventerrein

Relicten Duinenlandschap

Vennen

Legenda

0 1 2 30,5 km

N

Bossen

Landbouwgebied

Dorpskernen

Bedrijventerrein

Relicten Duinenlandschap

Vennen

Legenda

Page 15: Duinengordel Structuurvisie

15Structuurvisie Duinengordel februari 2013

0

0

Donderslag, in halfopen heischrale graslanden en aan

de eikenstoven van de Kruisberg. De kleinere en grotere

open plekken omvatten vandaag om en bij de 200 ha. Ze

hebben naast een zeer hoge natuurwaarde door landduin-

vegetaties met bijhorende fauna en flora ook een grote

aantrekkingskracht op recreanten. Vooral de Oudsberg als

hoogste toegankelijke landduin in Vlaanderen trekt veel

recreanten.

In Vlaanderen en Nederland liggen meerdere relicten van

voormalige landduinenlandschappen. Maar vergeleken bij

hun enorme omvang in de 19de eeuw zijn het nu meestal

heel bescheiden restanten, die ook steeds meer opgaan in

het omringende dennenbos. De Duinengordel heeft met

de Hoge Veluwe de grote verscheidenheid aan nuances in

het landschap met de bijhorende natuurtypes gemeen:

van nat tot droog, van lichtgolvend tot uitgesproken steil.

Maar een landduin met een hoogte van de Oudsberg

is daar niet aanwezig. De Loonse en Drunense duinen

vallen dan weer op door hun enorme omvang, maar de

landschappelijke afwisseling met vennen en overgangen

naar uitgesproken beekvalleien zoals bij de Oudsberg zijn

hier niet aanwezig.

Bovendien zijn relictpopulaties van veel en erg zeldzame

soorten aanwezig op de gradiënten van de Duinengordel,

terwijl ze in veel voormalige stuifduingebieden elders,

zoals op de Kalmthoutse heide, al verdwenen zijn. De

Limburgse militaire domeinen van Helchteren en Beverlo-

Leopoldsburg omvatten grote en waardevolle landduin-

landschappen, zij het niet toegankelijk en beleefbaar.

Uitgestrekt boscomplex

Rondom de landduinenrelicten is een groot boscomplex

gelegen. Deze bosschil omvat 1.800 ha domeinbossen en

Vlaams natuurreservaat, gemeentebossen en privébossen.

Hier werden historisch uitgestrekte gemeentelijke heides

bebost met dennen in een kenmerkend rasterpatroon

van ontginningspercelen. In de noordelijke helft van het

boscomplex, op de Ophovenderheide, de Dorperheide en

de Solterheide, zijn een heel aantal ontginningspercelen

binnen het bos in landbouwgebruik. Een eeuw geleden

werden minerale meststoffen betaalbaar en konden

ontginners heidegrond ook direct naar grasland of

akkerland omzetten. Langs de doorgaande boswegen op

de perceelsgrenzen kan de bezoeker nu een kenmerkende

landschappelijke compartimentering van open en

gesloten ervaren. Landbouwers houden hier mee dit afwis-

selende landschap in stand.

In het noordoosten valt de rand van de bosschil samen

met de steilrand van het Kempens plateau. Hier liggen een

aantal kleinere historische groeven van zand of grind. In

tegenstelling tot de Hoge Kempen en de Maasvallei zijn

omvangrijke groeves in het gebied tot nu toe nog niet

aanwezig.

Ook het bos herbergt bijzondere natuurwaarden. Het

gaat om natte zones met struwelen zoals in Dorperheide,

om bermen met heiderelicten waaronder de zeldzame

Rode dophei en Kruipbrem in de Gruitroderheide en om

ouder, goed ontwikkeld dennenbos met veel inheemse

loofbomen, onder meer in de Gruitroderheide.

Door het dichte net van boswegen en het beheer in de

openbare domeinen is het bos behoorlijk goed ontsloten.

Omwonenden vinden hier vlot hun weg en er zijn

toeristische routestructuren voor fietsers, wandelaars en

ruiters/menners, die doorlopen in de open ruimte en de

bebouwing rondom.

Page 16: Duinengordel Structuurvisie

525335.868

58076.361

236897.817

640205.040

71959.108

11682.549

54608.272

184613.640

92506.921

14712.965

22742.762

63816.225

15916.250

33374.956

20406.880

37591.039

14222.799

498511.859

46839.415

30789.006

133077.484

73618.826

33317.994

22439.036

10957.566

889618.702

6372.084

105301.471

166621.553

53771.599

12032.949

182305.072

28229.978

220966.897

4375.051

21985.980

479279.546

6938.062

21336.373

143923.109

228092.578

3841.204

11737.319

19609.842

359889.922

41502.945

10547.955

332744.876

397612.976

82471.971

74830.691

165235.767

17080.753

133836.802

42024.384

48787.885

96382.970

304997.028

49634.445

14797.178

218824.322

48188.284

6663.955

319610.422

14346.421

39116.143

481055.523

24661.433

125150.086

132429.488

30089.295

47124.389

92571.573

13986.857

88084.751

39815.937

188052.844

50365.558

5693.849

1939604.780

1681269.469

145306.550

56465.036

124111.861

53552.777

47873.521

245138.052

26970.818

22178.469

1753.799

59177.150

16610.437

29751.685

48666.467

0

Abeek

Bosb

eek

Eetsevelderbeek

Itterbeek

Zuid-Willemsvaart

Weg naar Zw

artberg

Weg naar As

Weg naar Opoeteren

Opglabbeek

Gruitrode

Opitter

Opoeteren

Bos

Ven

Men- en ruiterroutenetwerk

Fietsroutenetwerk

Wandelroutegebied met lussen

Legenda

Illustratie3.4: Actuele toeristische routestructuren in en om de Duinengordel

Page 17: Duinengordel Structuurvisie

17Structuurvisie Duinengordel februari 2013

Open ruimte - landbouwlandschap

Omheen het boscomplex ligt een uitgestrekt land-

bouwlandschap dat open ruimtes tussen kleinere

blokken bos en kernen van bebouwing omvat. Deze

open ruimte contrasteert landschappelijk scherp met de

aaneengesloten bosrand van de Duinengordel. Maar de

bezoeker kan op talrijke plaatsen doorheen deze visuele

grens bewegen over wandel-, fiets- en ruiterpaden. In dit

gebied liggen opvallend veel jeugdbivakplaatsen. Voor de

jeugdgroepen vormen het bos en de open plekken van de

Duinengordel het uitloopgebied en de sfeerbepaler.

Opvallend is de verscheidenheid van schaal in dit land-

bouwlandschap. Er zijn delen met grootschalige percelen

waar weinige, maar wel erg lange bomenrijen, houtkanten

en deels beboste beekvalleien lopen. Ze liggen in het

noorden op de Donderslag, de Ophovenderheide en

de Solterheide, in het noordoosten tussen de steilrand

en de Zuid-Willemsvaart, en in het zuidwesten op de

Grote Heide. De sfeer hier is die van de Noord Limburgse

Kempen. Grote hoeves zijn prominent aanwezig en

bepalen mee de kwaliteiten van dit landschap. De route-

structuren doorheen dit landbouwgebied zijn van hoge

kwaliteit en bijzonder uitnodigend voor fietsers en ruiters.

Ten zuiden van de Duinengordel, op de flanken van de

Bosbeek is de open ruimteschil veel kleinschaliger. Hier

liggen kleinere landbouwpercelen in een dichter net van

kleine wegen, bomenrijen en verspreide bebouwing. Dit

karakter is te vinden aan de noordzijde van Opglabbeek,

Louwel en Opoeteren. In dit deel van de open ruimte is de

nabijheid van de bebouwingsschil goed voelbaar. Dit land-

schap loopt doorheen en over de Bosbeekvallei door naar

de Hoge Kempen.

De aard van deze open ruimte biedt mogelijkheden voor

een meervoudige rol voor de landbouw:

• de ruimtelijke verscheidenheid van het landbouw-

landschap,

• de verweving van de landbouwpercelen in het

boscomplex en

• de uitgebouwde recreatieve routes die dorpskernen,

landbouwgebieden en het natuur- en boscomplex

verbinden.

De huidige toeristische infrastructuur wordt weergegeven

in illustratie 3.4 en omvat gebiedsdekkende recreatieve

routestructuren: het wandelroutegebied met lussen

Duinengordel gecoördineerd door het Regionaal

Landschap Kempen en Maasland (RLKM), het fietsknoop-

puntennetwerk Kempen en Maasland en het ruiter- en

menroutenetwerk beheerd door Toerisme Limburg. Verder

zijn er semi-vaste mountainbikeroutes voor een aantal

evenementen per jaar in het boscomplex.

Er is een aanbod van horeca en verblijfsaccommodaties.

Een aantal locaties is al goed uitgebouwd, maar het alge-

mene beeld geeft de lage dichtheid ervan weer: enkele

hotels, campings, maneges met verblijfsmogelijkheden

en kleinschalige verblijfsaccommodaties. Het aanbod van

hoevetoerisme en vakantiewoningen is nog erg beperkt.

Heel opvallend is de grote concentratie aan jeugdbivak-

plaatsen rondom de Duinengordel. De Duinengordel

is met stip hét jeugdbivakgebied van Vlaanderen. Het

aanbod is ook heel erg verscheiden naar omvang, prijs en

uitrustingsniveau. Enkele jeugdbivaks liggen in of tegen

het bos, maar de meeste liggen in het landbouwlandschap

of in de bebouwing van de dorpskernen.

In de Bijlagen is in de Gebiedsanalyse een volledig over-

zicht van de recreatieve infrastructuur en het toeristische

onthaal opgenomen.

Page 18: Duinengordel Structuurvisie

18

De toeristische routes steken op meerdere plaatsen door

de bebouwing heen naar verder gelegen open ruimtege-

bieden.

Conclusie: kern met schillen

De opbouw van het landschap rond de Duinengordel kan

helder beschreven worden door een kern met omhullende

schillen. De eerste schil rondom de gouden kern van het

landduinenlandschap omvat het grote boscomplex van

de Duinengordel. Rond deze schil ligt een kenmerkend

open landbouwlandschap. Omheen dit geheel ligt de

bebouwing van meerdere dorpskernen. Deze opbouw

schematisch weergegeven in onderstaande illustratie 3.5.

De kleuren van deze illustratie komen overeen met die in

illustratie 3.3: Ruimtelijke opbouw van het landschap.

Illustratie3.5 De Duinengordel schematisch ontleed in de kern met schillen

Dorpskernen

Net zoals de open ruimte van het landbouwlandschap aan

de binnenzijde visueel begrensd wordt door de bosrand,

gaat de buitenzijde ervan over in de bebouwing. De

bebouwing omvat vooral bewoning, maar ter hoogte van

de Grote Heide is het bedrijventerrein landschappelijk

bepalend. De dorpskernen rondom de Duinengordel

vormen op veel plaatsen linten van bebouwing. Aan de

westkant nabij het militair domein van Helchteren, tussen

het bedrijventerrein van Opglabbeek en Plockroy is er

vrijwel geen bebouwing en ook tussen Louwel en Opoe-

teren is er een open ruimte corridor.

De bebouwing van Opglabbeek is vandaag uitgestrekt. De

historische kern ligt op de rand van een laagte maar niet

aan de Bosbeek. Ten oosten lag het gehucht Louwel en

ten westen Ophoven. Recenter ontstond de kern Nieuwe

Kempen en het grote bedrijventerrein. Niet alleen langs-

heen de wegen naar Zwartberg, As, Opoeteren en Bree zijn

linten ontwikkeld, ook de tussenliggende kwadranten zijn

bebouwd.

Opoeteren en Opitter zijn allebei sites langs een diep

ingesneden vallei in de plateaurand. Kenmerkend zijn

de watermolens. De valleiflanken zijn prominent in het

dorpsbeeld aanwezig tussen de bouwlinten door. Deze

kernen groeiden vanuit het Maasland in de beekvalleien.

De kerk van Opitter is dan ook in Maaslandse bouwstijl

opgetrokken.

Het dorp Neerglabbeek ligt in het dalhoofd van de

Baatsbeek en wordt aan twee zijden door de bosrand

van de Duinengordel omvat. Deze mooie setting is goed

zichtbaar van op de doorgaande weg. Gruitrode, ook in

de glooiing van een beekvallei, heeft twee prominente

historische gebouwen, de commanderij en de kerk. De

recente woonwijk Venhoven raakt aan de bosrand van de

Duinengordel.

Ophoven en Plockroy vormen kleinere linten in het open

landbouwgebied. In Plockroy zijn de elementen van een

historisch boerderijgehucht nog in hun landschappelijke

context te lezen: bol akkerland, boerderijen met opstrek-

kende percelen vanaf de weg, beemden in de naastge-

legen Abeekvallei, beboste heidevelden.

Page 19: Duinengordel Structuurvisie

19Structuurvisie Duinengordel februari 2013

3.3 Natura 2000: instandhoudingsdoelstellingen

De gordel van landduinen in de Duinengordel ligt

integraal in het Europees habitatrichtlijngebied

Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen

Houthalen en Gruitrode (code BE2200030). Daarnaast

omvat dit habitatrichtlijngebied het grote militaire

domein van Helchteren. De Duinengordel wordt

evenwel apart aangeduid in de doelstellingen omwille

van de uitzonderlijke kwaliteiten van het reliëf en de

soortenrijkdom.

Actueel legt Vlaanderen instandhoudingsdoelen vast per

habitatrichtlijngebied. Elk gebied moet bijdragen volgens

zijn relatieve belang voor een bepaald natuurtype of

een bepaalde soort. De Duinengordel is in Vlaanderen

essentieel voor de dystrofe vennen (Europese habitatcode

3160) en de psammofiele heide1 (2310) . Daarnaast is het

gebied is zeer belangrijk voor het duingrasland (2330),

de droge heide (4030) en de vochtige heide (4010). In de

Bijlagen zijn deze Europese doelstellingen gedetailleerder

omschreven.

De doelen worden kwantitatief en kwalitatief uitgedrukt.

Per habitattype worden hectares genoemd die in de

toekomst op de bos- en natuurterreinen een feit moeten

worden. Verder zijn er kwaliteitseisen aan het beheer en

aan het landschap vanuit ecologische vereisten van zowel

vegetaties als van de bijhorende diersoorten. Het blijkt dat

Illustratie3.6: Heikikker Illustratie3.7: Kommavlinder

de Duinengordel een uitzonderlijke lijst herbergt of in de

toekomst kan herbergen, van diersoorten die typisch zijn

voor de habitats of bovendien zelf Europees beschermd

zijn. Topsoorten zijn onder meer gladde slang, heikikker,

gevlekte witsnuitlibel, maanwaterjuffer, kommavlinder,

heivlinder, zadelsprinkhaan en rugstreeppad.

Het Europese Natura 2000 netwerk

Het Europees Natura 2000 netwerk bestaat uit duizenden

afzonderlijke habitat- en vogelrichtlijngebieden. Met

name voor de vegetaties en de minder mobiele dieren

die kenmerkend zijn voor de habitats is de connectiviteit

tussen de gebieden heel erg belangrijk. Het is zelfs zo dat

de habitatrichtlijngebieden vaak zelf ook nog eens uit

ruimtelijk gescheiden deelgebieden bestaan. Europa stelt

daarom de verbinding van deze gebieden voorop.

1 Psammofiel betekent letterlijk zandminnend. Deze heide lijkt op de gewone

droge heide, maar groeit specifiek op landduingronden die net niet meer verstui-

ven. Deze gronden zijn nog armer dan de podzolen waar gewone droge heide

(4030) op groeit. Ze zijn ook veel zeldzamer dan de droge heide.

Dystrofe vennen zijn heidevennen die vooral gevoed worden met regenwater en

maar heel lokaal met grondwater. Het water is van nature zeer voedselarm en

door humuszuren bruin gekleurd. In de randen kunnen veenmossen in slenken

groeien.

Page 20: Duinengordel Structuurvisie

20

Habitatrichtlijngebiedopp

ha

Antwerpse

kempenValleigebied van de Kleine Nete met brongebieden, moerassen en heiden 4884

Lage Kempen

Bovenloop van de Grote Nete met Zammelsbroek Langdonken en Goor

Vallei- en brongebied van de Zwarte beek, Bolisserbeek en Dommel met heide

Mangelbeek en heide- en vengebieden tussen Houthalen en Gruitrode

4307

8306

3768

Hoge Kempen

Bosbeekvallei en aangrenzende bos- en heidegebieden te As-Opglabbeek-Maaseik

Mechelse Heide en Vallei van de Ziepbeek

Overgang Kempen-Haspengouw

Plateau van Caestert met hellingbossen en mergelgrotten

Sint Pietersberg en Jekerdal

Montagne Saint Pierre

573

3741

689

132

211

241

Haspengouw Basse vallée du Geer 584

Illustraties3.8: Natuurverbinding op Europees niveau in het Natura 2000 netwerk

Tabel 3.2: Habitatrichtlijngebieden op het traject doorheen Limburg

In de versnipperde situatie van Vlaanderen en Nederland zijn er twee verbindingen die op

de grove schaal van de Europese kaarten afleesbaar zijn: ten eerste de Kust en het grote

rivierengebied en ten tweede een verbinding van Haspengouw doorheen de grote bos en

heidegebieden van de Kempen op de grens tussen Vlaanderen en Nederland. De volgende

habitatrichlijngebieden liggen op dit traject doorheen Limburg.

Page 21: Duinengordel Structuurvisie

21Structuurvisie Duinengordel februari 2013

4 MissieZwaktes

• Verdwijnen van bos voor landduinherstel , bos dat zelf

niet zonder enige waarde is

• Relictwaarden hoog, maar kwetsbaar voor verstoring

of tekort aan gespecialiseerd beheer (“vijf voor twaalf”

voor bepaalde soorten)

• Voor de realisatie vele partners nodig, de nodige groei

van motivatie en vertrouwen

• Vanuit toeristisch perspectief, ligging van gebied op

enige afstand van de grotere verblijfsaccomodaties

• Noodzaak van aanzienlijke financiering voor uitbouw

van het project om resultaten te bereiken

Mogelijkheden

• Ontwikkeling parallel met het Vlaamse proces van de

Europese instandhoudingdoelstellingen (IHD)

• Natuur- en landschapsherstel met parallelle

ontwikkeling belevingswaarden (natuurbeleid

vermaatschappelijken!)

• Gebiedswaarden aanwezig om een eigen identiteit te

ontwikkelen als toeristisch product

• Centrale ligging tussen andere projecten van

natuurtoerisme in Limburg

• Potenties voor verschillende doelgroepen tegelijk

door de veelzijdigheid en omvang van het gebied

De kennis uit het voortraject en de gebiedsanalyse laten

een analyse van de sterktes, zwaktes, mogelijkheden en

bedreigingen zien van het projectgebied de Duinengordel.

Sterktes

• Natuurwaarden van Europees belang met onder

andere dystrofe vennen en psammofiele heide

• Ligging op een natuurverbinding van Europees

formaat

• Unieke combinatie van bovenstaande aspecten voor

Vlaanderen

• Waardevolle erfgoedrelicten, waaronder kandidaat

Werelderfgoed Oudsberg, naast Celtic fields, De

Rieten, Commanderij Gruitrode en watermolens

• Toegankelijk gebied

• Enkele vaste toeristische waarden: recreatieve

routes en ontvangstplaatsen zoals Orshof, Zavelbos,

Pollismolen

• Ruimtelijke opbouw van het gebied met natuurkern,

bosschil, omringend landbouwlandschap en

dorpskernen

• Enthousiasme bij vier gemeenten en ANB voor het

gezamenlijk project

• Basis van projectorganisatie aanwezig

• Veelheid aan partners kunnen meegenomen worden

in het project: landbouwers: agrotoerisme, natuur- en

landschapsbeheer, toeristische ondernemers: horeca,

activiteiten en accommodatie, natuureducatieve

verenigingen, heemkringen en erfgoedorganisaties:

inhoud, onderbouwing en verhaallijnen

• Inspirerende voorbeelden zoals de Loonse en

Drunense duinen

Bedreigingen

• Motivatie: mogelijke kritiek op de beheeringrepen,

het project bij de bevolking aanvaardbaar maken is dé

uitdaging

• De omwonenden met mogelijk hun eigen ‘duin’ (met

eigen invulling) in gedachte

• Rationele landbouwteelten in het zandgebied, ver af

van de ecologisch waardevolle vegetaties en fauna

• Hoewel de Duinengordel uniek is, zijn er mogelijk

toch nog grotere natuurgebieden, die nu al

naamsbekendheid hebben. Geloofwaardige

profilering nodig

• Aanzienlijke investeringen in landduinherstel en

projectwerking, tegenover realisatie op wat langere

termijn van het eindbeeld van een aantrekkelijk

landschap en de ecologische ambitites

Page 22: Duinengordel Structuurvisie

22

De partners willen met hun visie het beste halen uit een

omvangrijke oppervlakte bos- en natuurdomein omsloten

door een open ruimtegebied van landbouw temidden

van de omringende dorpskernen. Ze willen dat doen

door een ruimtelijke taakverdeling tussen delen van het

projectgebied (meer recreatie of meer natuurontwikkeling)

en een rolverdeling tussen de thematische actoren (van

terreinbeheer over educatie, ondernemerschap, beleid en

maatschappelijke betrokkenheid). Uit de combinatie van

sterktes en mogelijkheden in een aantal acties zullen quick

wins gehaald worden.

Vanuit de vastgestelde kenmerken van het gebied de

Duinengordel, de uitdaging van ecologische ontwikkeling

en recreatieve kwaliteitsverbetering en de input vanuit

het voortraject met projectpartners, werkgroepen en

specialisten komen de partners tot de volgende missie.

Deze missie zal als motto het project de komende jaren

begeleiden. Ze zal steunen op vier pijlers.

De eerste pijler is de ontwikkeling van de natuurkern met

het landduinenlandschap. Niet alleen ligt het midden

in de Duinengordel zoals blijkt uit het concept van kern

en schillen. Dit natuur- en cultuurlandschap wordt ook

uitgespeeld als het centrale attractiepunt dat bepalend is

voor de toeristische identiteit. Het natuur- en bosbeheer,

maar ook het ruimere landschapsbeheer wordt een

kernopgave voor het project de komende jaren.

Met de tweede pijler wordt de Duinengordel toeristisch

sterker ontwikkeld op basis van zijn eigen aantrekkelijke

kenmerken. Van hieruit kan het project bruggen slaan

naar de belangrijke projectgebieden voor natuurtoerisme

en landschapsbeleving in Limburg die rondom de

Duinengordel liggen. De Duinengordel wordt in overleg

maximaal geïntegreerd in de promotie van de toeristische

bestemming Limburg.

De derde pijler en toetssteen van het project, vormt de

mate waarin draagkracht wordt gevonden bij de lokale

bevolking. De leden van het partnership hebben een

dienende taak tegenover de mensen in de dorpskernen

rondom de Duinengordel. Dit schept bij de partners

ook de verantwoordelijkheid om de keuzes en de

beheermaatregelen in de Duinengordel voortdurend te

communiceren naar de omwonenden.

Zowel de oorsprong als de slagkracht om van het bos- en

natuurcomplex en het omliggende landbouwlandschap

een coherent project te maken, komen voort uit de

samenwerking van het partnership. Dit is de vierde,

organisatorische pijler. Hij zal de sterke basis blijven

vormen van het project. Het waarmaken van de eerste

en tweede pijler zal niet kunnen zonder de inhoudelijke

steun, het ondernemerschap en de financiële input van

vele partners.

Hierna worden vier strategische pijlers met elk hun

belangrijke actielijnen uiteengezet. Een apart document

vormt het actieplan met een timing om de visie voor de

Duinengordel in de komende jaren handen en voeten te

geven.

De Duinengordel ontwikkelt een in Vlaanderen

uniek landduinenlandschap als hart van een

Europees natuurnetwerk en als centrum voor

natuurgerichte recreatie en toerisme in Limburg,

in symbiose met het omringende bos- en

landbouwlandschap en met de dorpskernen.

Page 23: Duinengordel Structuurvisie

23Structuurvisie Duinengordel februari 2013

Het project Duinengordel steunt op vier strategische

pijlers.

• Pijler 1: Duinengordel als topgebied voor Europese

natuur in het hart van een netwerk van grote

ecologische gebieden

• Pijler 2: Duinengordel als recreatief-toeristische troef

voor Limburg

• Pijler 3: Duinengordel met de lokale bevolking als

schatbewaarder

• Pijler 4: Duinengordel als platform voor samenwerking

tussen vier gemeenten en ANB en voor initiatief van

partners

Elk van de vier strategische pijlers wordt inhoudelijk

toegelicht en krijgt een aanzet tot belangrijke actielijnen

voor de uitvoering.

5.1 Duinengordel als topgebied voor Europese

natuur in het hart van een netwerk van grote

ecologische gebieden

5.1.1 Inhoud van de pijler

Landduinenlandschap

Centraal in de Duinengordel zal een landduinenlandschap

ontwikkeld worden van halfopen landschapsstructuren

gekoppeld aan het reliëf en gespreid over een lengte

van acht kilometer. In dit gebied is een diversiteit aan

habitats aanwezig, allen op Europees niveau beschermd,

gaande van psammofiele heide en open grasland op

landduinen tot vochtige heide rondom vennen en bosjes

met stoven van zomereik of wintereik. De kenmerkende

unieke diersoorten als gladde slang, boomleeuwerik,

heikikker, maanwaterjuffer, gevlekte witsnuitlibel zullen

duurzaam aanwezig zijn en kunnen de verschillende

landschapsstructuren bereiken. Voor de optimale

ontwikkeling van topnatuurwaarden zal voor voldoende

oppervlakte per habitatvlek gezorgd worden, maar

vooral ook voor connectiviteit tussen de habitatvlekken.

Het gebied de Duinengordel draagt deze ruimtelijke

mogelijkheden in zich. Bovendien is het uitgestrekte, lange

kerngebied, goed ingebed in een bosgebied en omhuld

door een open ruimteschil.

Schakel in een Europese natuurverbinding

Rondom het landduinenlandschap met de loofbosrand is

een groot multifunctioneel bosgebied gelegen. Dit geheel

zal een ecologisch functionele verbinding bouwen,

• tussen de beekvalleien van de Abeek in het

noordwesten en de Bosbeek in het zuidoosten en

• tussen de heidegebieden in het militair domein

Helchteren in het westen en die in de Hoge Kempen

ten zuiden. De acht kilometer lange koppeling van

halfopen vegetaties in de natuurkern binnen de

Duinengordel maakt dat deze verbinding niet alleen

voor bossoorten, maar ook voor minder mobiele

soorten van bosranden en heidevegetaties van grote

betekenis zal kunnen zijn.

Daarmee kan de verbinding voor de soorten van

open en schrale habitats ook echt gaan functioneren

in de Duinengordel. De Duinengordel zal daarmee

een onmisbare schakel worden in de Europese

natuurverbindingsstructuur van Natura 2000 van

Haspengouw over de Hoge en Lage Kempen naar de bos-

en heidegebieden langs de Belgisch-Nederlandse grens.

Dit benadrukt de functionele verwevenheid van het

kerngebied van de Duinengordel met zijn natuurlijke

omgeving op regionale schaal. De verbinding verloopt

immers globaal van het zuiden naar het noorden.

Dat maakt haar zeer belangrijk in het licht van

klimaatverandering. Ze stelt soorten van zuidelijke

5 Vier strategische pijlers

Page 24: Duinengordel Structuurvisie

0

Illustratie5.1: Eindbeeld van het duinenlandschap in de Duinengordel

N

0 1 2 30,5 km

Bossen

Landbouwlandschap

Dorpskernen

Bedrijventerrein

Centraal duinenlandschap

Wintereikenstoven

Structuurrijke heide

Parelsnoer heischrale elementen

Vennen

Duinenlandschap

Legenda

N

0 1 2 30,5 km

Bossen

Landbouwlandschap

Dorpskernen

Bedrijventerrein

Centraal duinenlandschap

Wintereikenstoven

Structuurrijke heide

Parelsnoer heischrale elementen

Vennen

Duinenlandschap

Legenda

Page 25: Duinengordel Structuurvisie

25Structuurvisie Duinengordel februari 2013

klimaatgebieden in staat om noordwaarts te migreren.

Zo wordt lokaal uitsterven vermeden en kunnen fauna en

flora zich op natuurlijke manier aanpassen.

De verbinding doorheen de Duinengordel zal

complementair werken aan de natuurverbinding over de

Klaverberg ten zuidwesten van Opglabbeek. Deze omvat

ook open biotopen en bos, maar is veel minder goed

gebufferd van verstorende ruimtelijke ontwikkelingen.

Ambitieus eindbeeld

Het totale eindbeeld na een gefaseerde ontwikkeling, zal

een kleine vierhonderd hectare halfopen natuurtypen

omvatten. Deze vertaling heeft specifiek en enkel

betrekking op de reeds bestaande natuur- en bosgebieden

binnen de Duinengordel. De bosbedekking in dit

landschap zal variëren van heide onder een vrijwel

gesloten kronendak tot open plekken met kaal zand. Dit

houdt een verdubbeling in van de huidige oppervlakte

halfopen natuur die in het gebied aanwezig is.

De netto oppervlakte open plek, zonder kroonbedekking,

in het kerngebied bedraagt dan ongeveer 264 ha (2/3de

van 396 ha). Op de totale oppervlakte van 1.950 ha

bos- en natuurterreinen komt dat neer op 13,5%. Met

de verspreide open plekken in de bosgebieden buiten

de kernzone wordt globaal een 15% open plekken

nagestreefd voor de omliggende bossen. Daarmee

neemt de visie de bovengrens van de wensen van de

Criteria Duurzaam Bosbeheer in een bosdomein. Gezien

de uitzonderlijke natuurwaarden en de ambitie om een

functionele ecologische verbinding op Europese schaal uit

te bouwen, is dat voor de Duinengordel verantwoord.

In volgende tabel wordt de verdeling van de oppervlakte

van het eindbeeld per eigenaar weergegeven.

Eigendom Opp ha

ANB 280

Privébos 57

Gem. Opglabbeek 35

Gem. Maaseik 15

Gem. Meeuwen-Gruitrode 7

OCMW Opglabbeek 2

Totaal 396

Lokaal zullen kleine actieve zandverstuivingen worden

beoogd, als wezenlijk kenmerk van een landduinengebied,

dat landschappelijk en ecologisch goed wil functioneren.

Dat kan deels door beperkte winderosie binnen open

plekken die het zand heel lokaal zal verplaatsen naar

het noordoosten en deels ook naar het zuidwesten.

Belangrijker is dat matige en gecontroleerde betreding

door recreanten het zand dynamisch kan houden en

de noodzakelijke omstandigheden kan creëren voor

specifieke fauna en flora van duingraslanden. De

open plekken moeten echter de kans krijgen om de

pioniersstadia te doorlopen met onder andere algen,

mossen, korstmossen, buntgras en zandzegge. Een

verscheidenheid aan kleine insecten houdt zich hier ook

op en onder het zand, zoals zandbijen en loopkevers. Een

voortdurende betreding op de hele kale oppervlakte zal

dus vermeden moeten worden. In voorjaar en zomer zijn

rustzones voor de broedvogels van halfopen terreinen

nodig.

Bosomvorming

Rondom dit kernsnoer van Europese (half )open habitats

zullen de bossen worden omgevormd naar structuurrijk

eikenbos (zelf een Europees boshabitat 9190) dat via

een golvende bosrand in het landduinenlandschap

overgaat. Landscaping met bomengroepen, open duin

Tabel 5.1: Oppervlakte van het landduinenlandschap per eigenaar

Page 26: Duinengordel Structuurvisie

26

en bosranden brengt de belevingswaarde op een nog

hoger niveau en dient de esthetische doelstellingen van de

Duinengordel.

De versnelde omzetting van naaldbos (Corsicaanse den en

grove den) naar inheems loofbos op basis van zomereik,

betekent rondom het landduinlandschap een daling

van de houtproductiviteit. In het landduinenlandschap

zal sterk ingezet worden op schrale, weinig of niet

productieve natuur en inheemse bostypes. Dit

landduinenlandschap overschrijdt de grenzen tussen

bos- en natuurdomeinen in beheerplannen. In het kader

van deze structuurvisie, kunnen de Criteria Duurzaam

Bosbeheer en de Beheervisie voor openbare bossen

toegepast worden over de beheerplannen heen. Dat zal

toelaten om op de betere bodems (lemig zand en licht

zandleem) in het noordoosten van het 2.000 ha grote

bosgebied sterker in te zetten op bostypes met een hogere

houtproductie en houtopbrengst en daar meer, deels niet-

inheems, naaldhout te behouden. Het eindresultaat is op

termijn een betere allocatie van duurzame houtproductie

binnen de Duinengordel. In de Bijlagen is dit concept

verder uitgewerkt .

Kandidaat Werelderfgoed

Het landduinenlandschap omvat topnatuur, maar is

tegelijk waardevol cultuurlandschap.

Het landschap van de Hoge Kempen werd voorlopig

genomineerd als kandidaat werelderfgoed op de UNESCO

lijst. Naast het heidelandschap, de naaldhoutbebossingen

en het bouwkundig erfgoed van de mijnindustrie worden

ook stuifduingordels en met name de Oudsberg als

erfgoedelementen van wereldbelang voorgedragen vanuit

de Hoge Kempen.

Mede daarom zal in de Duinengordel een uniek en vooral

mooi natuur- en cultuurlandschap van stuifduinen, vennen

en bosranden hersteld worden. Dat kan zich in zijn unieke

combinatie van landschapstypen meten met de andere

stuifduingebieden. Bij de natuurontwikkeling zullen

cultuurrelicten en sporen van het traditionele landgebruik

worden gewaardeerd en beleefbaar gemaakt, vooral in

hun samenhang met de historische zandverstuivingen.

5.1.2 Actielijnen

Integratie van het project Duinengordel in het lopende

Vlaamse S-IHD proces

In de loop van 2012 werden via een participatieproces

de Europese doelstellingen per habitatrichtlijngebied

vastgesteld. Vanuit het project werd in het bovenlokaal

overleg duidelijk het signaal gegeven dat de beheerders

ambitieus willen zijn, met name op de hoge mate van

connectiviteit en samenhang van de habitats in de

Duinengordel. Door de oppervlaktedoelen mee op te

nemen, wordt het natuurherstel volledig geïntegreerd in

de globale bosoppervlaktebalans voor het gehele Vlaamse

Natura2000 netwerk.

Na goedkeuring moeten de beheerders de structuurvisie

verder implementeren, zodat de concrete doelen

overgenomen kunnen worden in de uitgebreide

bosbeheerplannen of in herzieningen ervan.

Opmaak/herziening bosbeheerplannen en integratie

overkoepelende visie

De beheerplannen van de verschillende boseigenaars

in de Duinengordel zullen op elkaar afgestemd worden

op basis van een overkoepelende gebiedsvisie over

Page 27: Duinengordel Structuurvisie

27Structuurvisie Duinengordel februari 2013

de functieverdeling in de ruimte van topnatuur,

houtproductie en toegankelijkheid. Dit levert voor de

verschillende functies schaalvoordelen en schept het

juridische kader voor de uitvoering van de maatregelen

voor de natuurinrichting en het aangepaste bosbeheer.

Realisatie Duinenlandschap: werkwijze en fasering

Het duinenlandschap zal gefaseerd ontwikkeld worden.

In fase 1 zal het streefbeeld van het Vlaams

Natuurreservaat Oudsberg verder uitgevoerd worden

door verwerving, inrichtingsbeheer van open plekken

en bosomvorming. Een toegankelijkheidsregeling

zal rond de natuurkernzones uitgelegd worden, met

bebording en bewegwijzering, gedifferentieerde

inrichting en onderhoud van boswegen en het lokaal

laten vervagen van boswegen. Deze is toegelicht in de

Bijlagen. Bosomvorming (toename inheems loofhout en

controle exoten) wordt voortgezet in het boscomplex,

maar zal een versnelling krijgen in de kernzone van het

duinenlandschap en in een band van aangrenzende

bossen. Hier zal op middellange termijn een strook van

inheems loofbos gerealiseerd worden rondom de open

en halfopen delen van het landduinenlandschap. In

Illustratie 5.2: Samenhang van structuurvisie, S-IHD proces, beheerplannen en toegankelijkheidsregeling

Page 28: Duinengordel Structuurvisie

28

delen van het boscomplex met rijkere bodems kan wel

een aandeel naaldbos gericht beheerd worden voor een

optimale houtproductie. Deze maatregelen lopen door in

de volgende fasen. Daarnaast wordt in Ophovenderheide

al gestart met het creëren van meer openheid rondom

de vennen opdat in fase 2 de inrichtingswerken van de

vennen van start kunnen.

In fase 2 zullen lokaal de meest recent verboste, heischrale

graslanden op de Ophovenderheide opengemaakt

worden. Gebaseerd op de studie van het INBO (Instituut

voor natuur- en bosonderzoek) zullen een aantal werken in

en rondom de vennen uitgevoerd worden om de kwaliteit

ervan te verbeteren. Conform de visie zullen uitgebreide

bosbeheerplannen aangepast of opgemaakt worden voor

de domeinbossen en de gemeentebossen.

In fase 3 zullen inrichtingsmaatregelen in de

Ruiterskuilen een halfopen gebied van vennen, laagte

en tussenliggende drogere duinen creëren. In uitvoering

van de beheerplannen worden heischrale parels en

duingraslanden op de Ophovenderheide en rond de

Kruisberg opengemaakt. De grillige bosranden worden

gericht beheerd. Een Concept daarvoor wordt toegelicht in

de Bijlagen.

In fase 4 zullen de gecreëerde landschappelijke delen

verbonden worden door heischrale corridors van

wisselende breedte, maar minimaal 30 m en dit over

een geschatte totale lengte van 3 km. Langsheen

deze corridors worden oudere en jongere zomer- en

wintereiken ruim vrijgezet en ze worden mee opgenomen

als uitbreiding van het beheer van de kernzones.

Op de Donderslagheide en de Grote Heide kan een

netwerk van open plekken en brede, schrale boswegen

ontwikkeld worden, volgens de gekende werkwijze in

domein- en gemeentebossen. De bosranden aan de open

compartimenten van landbouwgronden kunnen hierin

ingeschakeld worden.

fase 2+3Centraal duinenlandschap

Wintereikenstoven

Structuurrijke heide

Parelsnoer heischrale elementen

Vennen

Duinenlandschap

Legenda

vanaf fase 1

Fase 5

Fase 4

Vanaf fase 1

Illustratie 5.3: Fasering realisatie duinenlandschap

Page 29: Duinengordel Structuurvisie

29Structuurvisie Duinengordel februari 2013

In fase 5 zullen faunaverbindingen worden gepland,

ontworpen en uitgevoerd om de landschapsstructuren te

verbinden over belangrijke barrières:

• van de Oudsberg met de corridors en kernzones van

de Ophovenderheide en de Ruiterskuilen, over de

N730 en

• van de Ruiterskuilen met het Schietveld van

Helchteren en de Abeekvallei over de N76.

De ecofaunapassages op deze verbinding moeten

functioneren voor zowel de soorten van natte als

droge, schrale biotopen: amfibieën, reptielen en

warmteminnende, weinig mobiele insecten. Beide

ecofaunapassages zijn onderdeel van een concept voor de

landschappelijke inrichting rond de doorgaande wegen

doorheen de Duinengordel. Dit is uitgewerkt in de Bijlagen

onder Concepten.

Het communicatietraject draait in fase 1 vooral rond het

uitdragen van de visie, vanaf het begin van fase 2 worden

participatieve en educatieve activiteiten gebonden aan

de inrichtingsmaatregelen en de evaluatie van de eerste

resultaten, waarbij delen van de Oudsberg als referentie

dienen (zie pijler 3). De bewoners zien op deze manier het

landschap aangroeien.

Natuur- en bosbeheer

Niet alleen de inrichtingswerken, maar ook het

gespecialiseerd onderhoudsbeheer op lange termijn

zullen voorzien worden. ANB en de gemeenten schakelen

eigen mensen of aannemers in en zullen de mogelijkheid

aangrijpen om dergelijke werken ook uit te besteden aan

landbouwers uit de omgeving. Een goede partner daarin is

het Ruraal Steunpunt.

Ruimtelijke optimalisatie van bossen met productieve

boomsoorten

Na een aanpassing van de uitgebreide bosbeheerplannen

zal een selectie van naaldbosbestanden op betere

gronden gemaakt worden. Hier zullen scenario’s

van verjongingsaanpak met grootte van kappingen,

combinaties van natuurlijke verjonging en aanplant van

gewenste boomsoorten worden uitgewerkt en toegepast.

De mogelijkheden zullen onderzocht worden om de

houtkwaliteit hier verder te verhogen door maatregelen

als vroegtijdige selectie en snoei.

Een andere manier om de houtproductie te optimaliseren

is korte omloop houtteelt op landbouwgronden. De

mogelijkheid om korte omloophout tot een speerpunt

voor de landbouw rondom de Duinengordel te maken,

zal in overleg met de landbouworganisaties en de

gemeenten onderzocht worden. Dit kan beschouwd

worden voor de verschillende landbouwlandschappen

die voorkomen: het grote open landbouwlandschap en

het kleinschalige landbouwlandschap. Er wordt hierbij

gewaakt over de landschappelijke kwaliteiten van de open

landschapscompartimenten.

Natuureducatie

De Duinengordel zal de beste plaats in Vlaanderen

worden om bezoekers hoogwaardige en grootschalige

landduinennatuur te laten ontdekken. De omvang en

verscheidenheid laten toe om het educatieve aanbod

te variëren en combinaties te maken van het hoge

landduin met de andere na te jagen schatten in de

Duinengordel: vennen, beekvalleien, loofbossen en

graslanden. Natuurgidsen zullen tussen deze onderdelen

als zandlopers optreden.

Met elke realisatie van een deel van het

landduinlandschap zullen de habitats en de soorten ruim

en toegankelijk aan het publiek toegelicht worden. Dit is

ook een belangrijk aandachtspunt onder de derde pijler.

Page 30: Duinengordel Structuurvisie

30

Page 31: Duinengordel Structuurvisie

31Structuurvisie Duinengordel februari 2013

5.2 Duinengordel als recreatief-toeristische troef

voor Limburg

5.2.1 Inhoud van de pijler

Toeristische attracties: routestructuren en

belevingselementen

Voor het verhogen van de belevingswaarde in het gebied

zelf zullen de ruiter- en menroutes geoptimaliseerd

worden in overleg met Toerisme Limburg met

voldoende korte en lange lussen, een waadplaats en

een picknickplaats met paddock. Aanvullend zullen er

langs de ruiter- en menroutes en ook langs de fietsroutes

landschapsdoorkijken op de landduinen en de vennen in

het natuurkerngebied gecreëerd worden. Langsheen de

routes worden belevingsvolle rust- en picknickplaatsen

ingericht, afgestemd op de diverse gebruikersgroepen en

gekoppeld aan landschapsbeelden, natuurwaarden en

cultuurhistorische waarden.

Een verkennende workshop met ecologen, historische

geografen, sociaal-geografen, bodemonderzoekers en

heemkundigen kan zeer inspirerend werken, zowel voor

de projectpartners als voor het veld van onderzoekers.

Onderzoeken van de piste erfgoedlandschap

Het beleidsinstrumentarium rond erfgoed werd recent

versterkt in Vlaanderen. De omzetting van de ankerplaats

(een informatieve aanduiding in de landschapsatlas)

Duinengordel van Opglabbeek–Gruitrode naar een

erfgoedlandschap (een beleidsmatige aanduiding) zal

onderzocht worden. Dit biedt immers ook mogelijkheden

voor subsidiëring. Een eventuele uitbreiding tot aan

de ankerplaatsen ‘Vallei van de Abeek (bovenloop)

en straatdorp Plockroy’ en ‘Valleien van Itterbeek en

Eetsevelderbeek van Gruitrode tot Opitter’ kan daarbij

overwogen worden.

De groei van het landduinenlandschap de komende

jaren levert een dynamisch beeld waarvoor mensen

terugkomen. Dat laat dan weer toe een uitgebreidere

boodschap over te brengen over de natuur van dit

landschap en ook culturele erfgoedaspecten aan bod te

laten komen

Opbouw kennis rond erfgoedwaarden

De Duinengordel tot nu toe geen toponderzoeksgebied

geweest. Nochtans is in Vlaanderen en Nederland kennis

aanwezig en zijn degelijke methodieken ontwikkeld om

de terreinkennis over het Kempense cultuurlandschap

te verdiepen. Onderzoeksprojecten rond cultuurhistorie,

geomorfologie of ecologie leveren ook stof voor het

verhaal van de Duinengordel en concreet materiaal voor

publicaties. Zo kunnen ze de identiteitsontwikkeling van

de Duinengordel stimuleren. Een goede uitwisseling

tussen de experts en lokale kenners/beheerders is

essentieel. De recente publicatie over de Donderslag laat

zien dat er lokaal veel kundigheid aanwezig is.

Page 32: Duinengordel Structuurvisie

32

Voor wandelaars zijn drie wandelgebieden in de

Duinengordel gelegen (Donderslag, Oudsberg en

Solterheide). Deze gewaardeerde wandelroutes zijn recent

aangepast door het Regionaal Landschap Kempen en

Maasland en de partners van de Duinengordel. Geënt op

deze wandelroutes zullen voor kinderen speelweefsels

ingericht worden nabij een uitgeruste parkeerplaats.

Dit zijn eerder korte wandellussen met verspreide,

verrassende spelelementen. Bedoeling is de wandelingen

aantrekkelijk te maken voor kinderen zodat zij al spelend

het bos leren kennen, terwijl hun ouders of begeleiders

toch van een boswandeling kunnen genieten. Een eerste

speelweefsel zal ontwikkeld worden in de oostelijke helft

van het speelbos ten zuidoosten van de Oudsberg. Later

zal het ook op andere plaatsen overwogen worden, zoals

nabij Sentower Park en nabij Opitter.

Er wordt een aangepast parcours voor mountainbike

voorzien met reliëfrijke plaatsen.

Voor de omwonenden zullen hondenzones aangeduid

worden, goed bereikbaar vanuit een instapplaats, maar

niet overlappend met andere routes of zones. Het ruime

aanbod van speelbossen zal behouden blijven en een troef

zijn voor de promotie van de talrijke jeugdbivaks. Delen

van het gebied zijn op basis van afgesproken voorwaarden

beschikbaar voor de oriëntatiesport. Ook voor geocaching

zullen zones worden aangeduid.

Zonering door doordachte geleiding

Zonering is een slim principe om een ecologisch en

recreatief topgebied beleefbaar te maken voor gebruikers

zonder de kwetsbare elementen te schaden en om het

diverse aanbod voor verschillende gebruikersgroepen te

stroomlijnen. De Duinengordel is uitgestrekt genoeg om

de toegankelijkheid te zoneren.

Voor de zonering in de Duinengordel worden twee

uitgangspunten gehanteerd.

1. Het ecologisch waardevolle landduinenlandschap zal

vlot bereikbaar en beleefbaar zijn, met de nadruk op de

gebruikersgroep wandelaars. Comfortabele en mooie

wandelroutes zullen uitnodigen om doorheen deze

kern geleid te worden. Zo zal deze zachte recreatievorm

niet tot overbetreding leiden. De verwachting is dat

dit principe vooral zal werken in het westelijk deel van

de Duinengordel. De open plekken moeten hier nog

aangelegd worden en het boswegennet daarrond kan

aangepast worden. De Oudsberg daarentegen is van

oudsher gekend en nu eenmaal top of the bill.

2. De belevingskwaliteiten van het duinenlandschap

zullen uitstralen naar de omliggende schillen van bos,

landbouwlandschap, doorgaande wegen en dorpskernen.

Ook zal men in het bosgebied en zelfs aan de rand

voelen dat er daarbinnen iets unieks ligt. Doorkijken en

voorposten zullen als teasers werken voor wie op weg is

naar het kerngebied. De essentiële aspecten van water

(vennen), zand en hellingen (duinen) kunnen plaatselijk

intensiever beleefd worden door fietsers, ruiters/menners

en spelende kinderen, zonder dat alle open plekken in de

kern daarvoor moeten aangesproken worden.

Page 33: Duinengordel Structuurvisie

33Structuurvisie Duinengordel februari 2013

Poorten, onthaalpunten en instapplaatsen

Om van de Duinengordel een toeristische attractiepool

te maken met een eigen identiteit moeten bezoekers

comfortabel en hedendaags onthaald worden. De plaats

waar ze het gebied binnenkomen en waar hun bezoek en

hun beleving start, is erg belangrijk.

De onthaalpunten moeten een vlotte bereikbaarheid met

auto en in de mate van het mogelijke openbaar vervoer,

combineren met een gunstige ligging om te voet, per

fiets of paard het groene landschap in te wandelen. De

onthaalpunten zullen dan ook in de schillen van het

landbouwlandschap en de dorpskernen komen. Deze

ligging biedt ook de mogelijkheid om de routestructuren

die vanuit het natuur- en boscomplex doorlopen naar het

landbouwlandschap, de dorpskernen en de daarbuiten

gelegen nabije groengebieden in de andere richting te

gebruiken. Zo vormen deze onthaalpunten schakels en zijn

ze meer dan louter functionele toegangen tot het bos- en

natuurcomplex. De ligging nabij de bebouwing schept

opportuniteiten voor toeristisch ondernemerschap, dat

een hoofdonderdeel is van de tweede pijler. De ligging

aan de rand van het bosgebied of daar net buiten, maakt

een doordachte geleiding in de waardevolle natuurkern Illustratie 5.4 : De Duinengordel centraal in de Limburgse cluster van toeristische groengebieden

Page 34: Duinengordel Structuurvisie

34

Vanuit de bovenstaande vereisten zullen talrijke

toeristische onthaalpunten en lokale instapplaatsen

ontwikkeld worden rondom de Duinengordel. Twee

onthaalpunten worden als poort uitgebouwd: een ten

zuiden en een ten noorden van het projectgebied.

Een poort wordt gedefinieerd als een locatie met horeca-

infrastructuur en met infopunt en bezoekersonthaal

(inclusief communicatie over nabij gelegen toerischtische

groengebieden). Een poort heeft een uitstraling die

aansluit bij het verhaal van de Duinengordel en heeft

potentiële uitbreidingsmogelijkheden.

Het open landbouwlandschap en de omliggende

dorpskernen zullen een zo ruim mogelijke rol krijgen

in het onthaal, bij voorkeur met de hulp van privaat

ondernemerschap. Hier zal worden ingezet op de

verdere uitbouw van verblijfsmogelijkheden en

horecagelegenheden, die in een vlotte relatie staan

met de poorten, onthaalpunten, instapplaatsen en de

routestructuren. Die relatie omvat zowel fysieke nabijheid

of comfortabele verbindingen, maar is ook visueel

aantrekkelijk met aandacht voor de landschappelijke

waarden tussen de rand van het bos- en natuurcomplex en

de horeca of de accommodatie.

De verdere uitbouw zal complementair zijn aan

de bestaande campings, restaurants, cafés, hotels,

jeugdbivaks, maneges met overnachtingsmogelijkheid

en kleinschalige accommodatie zoals kamers met ontbijt

en gîtes. Er worden mogelijkheden gezocht in uitbreiding

van de bestaande ondernemingen en in de uitbouw van

nieuwe ondernemingen, zeker als die nieuwe doelgroepen

aanspreken. Deze visie op het verblijfstoerisme

kan bijvoorbeeld zeer goed ingevuld worden door

landbouwbedrijven die boerderijverblijven ontwikkelen.

De partners ondersteunen deze initiatieven waar mogelijk

procedureel en in het bijzonder planologisch.

In de Limburgse Kempen zijn verschillende natuur- en

recreatiegebieden in volle ontwikkeling. Zo zijn er

Bosland in het noorden, De Wijers in Midden-Limburg,

Kempen-Broek in het noordoosten, De Maasvallei en De

Hoge Kempen centraal aan de oostzijde. De Duinengordel

ligt centraal in deze cluster van naburige toeristische

groengebieden.

Vanuit zijn sterkte als toeristisch aantrekkelijk gebied

zal de Duinengordel inzetten op complementariteit

met deze naburige initiatieven en met deze initiatieven

mogelijk, wat tegemoet komt aan de genoemde

zoneringsprincipes.

De Duinengordel is een afwisselend én uitgestrekt

gebied. Om bezoekers alle dimensies te laten ervaren

én om hen meerdere keren terug te laten keren, wordt

een verscheidenheid van onthaalpunten gespreid over

het ganse gebied voorzien. Elk van deze zal een eigen

karakter kunnen ontwikkelen, telkens gebruik makend

van de nabijheid van de Duinengordel, maar ook van

markante elementen van de site zelf en de aanwezige

routestructuren voor specifieke doelgroepen. De ligging

van de onthaalpunten kan zich ook lenen om zowel

de Duinengordel als een andere toeristische attractie

daarbuiten te ontsluiten, bijvoorbeeld de Maasvallei of de

Hoge Kempen.

Omdat de lokale bewoners vaak frequenter en ook

voor kortere bezoeken in de Duinengordel komen,

hebben zij behoefte aan kleinere instapplaatsen, die niet

toeristisch gepromoot hoeven te worden (enkel parking

met bebording). Die zijn dan voor hen aanvullend op de

grotere onthaalplekken waar ze samen met de toeristische

bezoeker gebruik van kunnen maken.

Page 35: Duinengordel Structuurvisie

35Structuurvisie Duinengordel februari 2013

een samenwerking aangaan. Dat betekent winst op

twee vlakken: betere natuurontwikkeling en een sterker

toeristisch product Limburg.

• Bosland, dromen tussen bomen

Bosland is het grootste bos van Vlaanderen en legt in

de positionering de nadruk op kinderen. Waar kinderen

koning zijn! Het project steunt op een samenwerking van

gemeenten, ANB, Regionaal Landschap Lage Kempen

en Toerisme Limburg. In dit gebied zijn ook landduinen

aanwezig met als bekendste de Lommelse Sahara. Die

is een recent fenomeen en is verbonden met de lokale

historiek van industriële ontwikkeling.

• De Wijers, land van 1001 vijvers

Dit waterrijke gebied met 1175 vijvers in Midden-Limburg

is de kraamkamer voor specifieke natuurwaarden als de

roerdomp en de boomkikker. Het wordt ontsloten met

knuppelpaden, vlonders, kijkwanden en kijkplatformen.

Ook hier steunt het project op een uitgebreide

samenwerking van gemeenten, VLM, ANB, regionaal

landschap en met Toerisme Limburg als partner. De Wijers

ligt vlakbij de toeristische klassiekers Bokrijk, Bolderberg,

Herckenrode.

0

Commanderij Gruitrode

Weg naar Opoeteren

Pollismolen

Dorpermolen

ZavelbosSentower Park

Kerkhof

Ophovenderheide

Orshof

Plockroy

Louwel

‘t Eilandje

Venhoven

P

P

PP

P

P

P

P

P

P

P

P

P

De Bullenschool

P

N

0 1 2 30,5 km

Bossen

Landbouwlandschap

Dorpskernen

Bedrijventerrein

Centraal duinenlandschap

Wintereikenstoven

Structuurrijke heide

Parelsnoer heischrale elementen

Vennen

Duinenlandschap

Legenda

P

Instapplaats

Onthaalpunt

Poort

P

P

Illustratie 5.5: Onthaalpunten en instapplaatsen rondom de duinengordel

Page 36: Duinengordel Structuurvisie

36

• Kempen-Broek, GrensPark

Het Kempen-Broek is een uitgestrekt moerassig landschap

met bijzonder, watergebonden fauna. Het is uitgebreid

ontsloten met recreatieve routes. Het ondersteunende

samenwerkingsverband is hier grensoverschrijdend, met

gemeenten, Natuurpunt, Natuurmonumenten, Regionaal

Landschap Kempen en Maasland en anderen.

• Rivierpark Maasvallei, grensverleggend

Het rivierlandschap van de Maasvallei is enig in zijn soort

en is uitstekend beleefbaar door fietsroutes en wandel-

en struinpaden. Het project wordt vandaag getrokken

door het Regionaal Landschap Kempen en Maasland

met talrijke partners. Het zal de komende jaren het

grensoverschrijdend karakter steeds meer benadrukken,

met de groei van het dynamische rivierlandschap.

• Nationaal Park Hoge Kempen, natuur in al haar glorie

Het eerste nationaal park in Vlaanderen groeide rond

een samenwerking van de openbare eigenaren van 5700

ha bos en heidegebied, vooral ANB en gemeenten. Het

gebied heeft vijf toegangspoorten en werkt aan een zesde,

met daartussen uitgebreide recreatieve routestructuren.

De uitbouw en de promotie gebeuren hier door Regionaal

Landschap Kempen en Maasland.

Poorten en

onthaalpun-

ten

Commanderij

Gruitrode

Sentower

Park

Opglabbeek

Zavelbos

Opoeteren

Dorpermo-

len

Opoeteren

De Bullen-

school

Meeuwen

Orshof

Neerglab-

beek

Pollismolen

Opitter

’t Eilandje

Neeroeteren

Ontvangst horeca

verblijf

horeca

verblijf

horeca

verblijf

horeca Horeca horeca

verblijf

horeca horeca

informatie

Recreanten fietsers

ruiters

wandelaars

fieters

wandelaars

ruiters

fietsers

wandelaars

fietsers

fietsers

wandelaars

fietsers

ruiters

wandelaars

fietsers

fietsers

ruiters

Kenmerken

site

valleisite,

gebouw,

cultuur

duinen, bos,

heide,

vennen

duinen,

bergen

beekvallei,

jeugdbivaks

beekvallei,

duinen,

landbouw

uitvalsbasis

bos en land-

bouw

beekvallei,

steilrand

kanaal

middenterras

Schakel naar

nabije toeris-

tische groen-

gebieden

Bosland Hoge Kem-

pen

De Wijers

Hoge Kem-

pen

Hoge

Kempen

Maasvallei

Bosland

Kempenbroek

Kempenbroek Maasvallei

Tabel 5.2: Kenmerken van de onthaalpunten

De Duinengordel, landschap van goud, zal zich zelfstandig

en volwaardig ontwikkelen en als een centrale spil kunnen

fungeren naast de andere spelers in deze cluster.

Heel concreet werken de onthaalpunten rondom de

Duinengordel als schakel tussen de Duinengordel en een

of meer van de omliggende toeristische groengebieden,

via de doorlopende routestructuren en via een goed

afgestemde promotie.

Page 37: Duinengordel Structuurvisie

37Structuurvisie Duinengordel februari 2013

worden. Er wordt wel steeds eenduidig gecommuniceerd

welke van deze ontvangstplekken aan de Duinengordel

verbonden zijn omdat er een verwachtingspatroon van de

bezoeker aan vasthangt.

Onthaalpunten en twee poorten

Voor elke poort en onthaalpunt zal een traject uitgetekend

worden met:

• een indicatief ontwikkelingsscenario,

• de doelgroep, aangeboden producten en diensten,

• de inbreng van de betrokken partners: ondernemers,

overheden en verenigingen en

• de vereiste procedurestappen, bv. planologie,

eigendom.

De twee vooropgestelde poorten en zes vooropgestelde

onthaalpunten worden volgens de huidige inzichten

getypeerd door de volgende kenmerken. Het overzicht

toont de nagestreefde verscheidenheid.

• Poort-CommanderijGruitrode

De Commanderij te Gruitrode is aan de noordelijke rand

van het boscomplex gelegen op een sprekende landschap-

pelijke locatie nabij het dorp van Gruitrode. Hier zal op de

historische site met kasteel en hoeve een goed uitgeruste

parking met horeca, verblijf en fietsverhuur ontwikkeld

kunnen worden. Deze omgeving heeft ook een dicht

ruiter- en menroutenetwerk. Daarmee bezit het dorp van

Gruitrode alles om de toeristische spil van de gemeente te

worden. Dit is een uitgelezen plaats om culturele thema’s

in een prachtig kader te plaatsen en dus ook de culturele

aspecten van de Duinengordel. Op deze site kan de

landschapshistorische samenhang van dorpen en woeste

gronden, paden en grenzen in de Duinengordel beleefbaar

worden gemaakt voor toeristen én lokale bezoekers.

Hoewel de exacte timing niet gekend is, ligt bij deze locatie

een duidelijke prioriteit.

• Poort-SentowerPark

De poort Sentower Park zal zich net ten zuiden van het

uitgestrekte duinenlandschap bevinden. Vanuit deze

locatie liggen de opnieuw opgengemaakte landduinen

van Ophovenderheide en ook de vennen op wandelaf-

stand. Via een veilige oversteek over de N730 zullen bezoe-

kers kunnen aanlopen naar het wandelgebied Oudsberg

ten oosten van deze weg. De poort is goed aangesloten op

verschillende wandel- en fietsroutes in de buurt. De bezoe-

kersfaciliteiten omvatten een ruimte parking, een fietscafé

5.2.2 Actielijnen

Opmaak toegankelijkheidsregeling

Het geheel van recreatieve routes, parkeerplaatsen,

speelzones en speelweefsels, bivakzones, hondenzones

en uitrusting zoals rust- en picknickplaatsen

wordt aangegeven in een overkoepelende

toegankelijkheidsregeling voor de hele Duinengordel. Ook

de toegankelijkheid van de gewone boswegen voor de

lokale recreanten wordt hierin geregeld.

De toegankelijkheidsregeling wordt uitgewerkt en wordt

opgenomen in de Bijlagen van deze structuurvisie.

Uitbouw poorten, onthaalpunten en instapplaatsen

De onthaalinfrastructuur van de Duinengordel zal zich

in de komende tijd ontwikkelen. Het gaat om specifieke

locaties die elk hun eigen ondersteuning vereisen

vanuit het partnership en andere partners (pijler 4). Als

werkhypothese worden in deze structuurvisie twee

poorten, zes onthaalpunten en zes lokale instapplaatsen

voorgesteld (Illustratie 5.5). Deze lijst is niet definitief

en kan veranderen, maar wordt bij voorkeur niet korter.

Op langere termijn kan een onthaalpunt ook evolueren

naar een poort of een instapplaats kan een onthaalpunt

Page 38: Duinengordel Structuurvisie

38

en een restaurant gekoppeld aan het hippisch centrum

zelf. Op de site zal de recreant alle nodige informatie over

de Duinengordel vinden. De Poort Sentower Park zal zich

richten op de bezoekers die het duinenlandschap actief wil

beleven. In de directe nabijheid wordt een parcours voor

mountainbike-initatie ingericht. De eerste fase van het

project Sentower Park wordt tegen eind 2013 geopend. In

een tweede fase is de bouw van een hotel gepland.

• Zavelbos

Het onthaalpunt Zavelbos omvat nu al een compleet

recreatiecentrum met parking, horeca en verblijfsmoge-

lijkheden. Voor de verdere uitbouw als onthaalpunt kan

gesteund worden op het aanwezige ondernemerschap.

Het onthaalpunt Zavelbos is dicht bij het natuurreservaat

de Oudsberg gelegen en de heuvels worden goed

ontsloten door paden vanuit Zavelbos. In het oosten van

het natuurreservaat zal een speelweefsel uitgezet worden.

Ook doet het ruiter -en menroutenetwerk dit onthaalpunt

aan op de route naar de Hoge Kempen, waardoor het een

ideale startplaats is voor ruiters en menners.

• Orshof

Het onthaalpunt Orshof is vandaag al comfortabel en goed

uitgerust (horeca, verblijf, parking) voor wandelaars, fiet-

sers en ruiters die het bosgebied willen beleven. De locatie

is rustig gelegen, maar toch vlakbij het dorp van Neerglab-

beek. De ligging in het landbouwlandschap, maar vlakbij

de rand van het boscomplex maakt het een uitgelezen

plek voor toeristische verblijven van enkele dagen. Voor

elk van de gebruikersgroepen zijn afwisselende lussen te

maken doorheen het bos- en natuurcomplex, maar ook

doorheen het noordelijke open landbouwlandschap tot

aan Kempenbroek of over de steilrand heen naar de Maas-

vallei. Nabij dit onthaalpunt wordt langs een ruiterroute

een waadplaats voor paarden aangelegd. Voor de verdere

uitbouw van de capaciteit en uitstraling van deze poort

kan gesteund worden op bestaand ondernemerschap

• DorpermolenOpoeteren

De Dorpermolen omvat een historische watermolen in de

dorpskern met potenties om hier nabij een goed uitge-

ruste parking met horeca te ontwikkelen, waarbij de stad

ook andere functies kan voorzien met meerwaarde voor

het dorp. Vanuit dit onthaalpunt, laag in de Bosbeekvallei,

kan de bezoeker omhoog naar de Oudsberg of naar de

Hoge Kempen of verder omlaag naar de Maasvallei. Dit

onthaalpunt zal zich richten op wandelaars en fietsers. Er

is nog geen timing gekend voor de beschikbaarheid van

deze locatie.

• DeBullenschool

Dit onthaalpunt in een voormalig wijkschooltje, ligt langs

het fietroutenetwerk en heeft nu al een fietscafé met

terras. Dat is wel maar beperkt open, maar trekt nu al

behoorlijke bezoekersaantallen. Ze ligt in het landbouw-

gebied van Bullen Gestel, maar heeft zicht op de rand van

het militair domein aan de Kolisbergen en het Broekven,

De vallei van de Bullenbeek is een belangrijke ecologische

verbindingszone tussen de Donderslagse heide en de

Abeekvallei. In de omgeving werd de recreatieve infra-

structuur recent al uitgebouwd met een ruiterpicknick

plaats en een vlonder. Het onthaalpunt kan een stimulans

zijn voor de ontwikkeling van hoevetoerisme in het aanlig-

gende landbouwlandschap.

Page 39: Duinengordel Structuurvisie

39Structuurvisie Duinengordel februari 2013

• Pollismolen

Het onthaalpunt te Opitter ontvangt de bezoeker voor

de Duinengordel en voor het wandelgebied Itterdal van

het Kempenbroek. Deze noordelijke punt van de Duinen-

gordel heeft een uitgesproken reliëf, dat wandelaars,

ruiters en fietsers toegang geeft tot het afwisselende

bosgebied van de Solterheide. Het onthaalpunt omvat

parking en horeca in de Pollismolen. De omgeving biedt

goede mogelijkheden voor de verdere uitbouw van

verblijfsaccommodatie.

• ‘tEilandje

Het Eilandje is een aantrekkelijke toeristische plek aan

de Zuid-Willemsvaart in Neeroeteren met horeca en een

kleine camping. Hier komt een grote stroom fietsers

voorbij en er is uitzicht op de recreatieboten op het kanaal.

Deze locatie ligt op een uitgesproken groene plek in het

meer verstedelijkte gebied tussen de steilrand en de Maas.

Dit is een scharnierpunt voor mobiele recreanten, vooral

fietsers, tussen de Duinengordel, Kempenbroek, Maasvallei

en de Hoge Kempen. Dit is de uitgelezen plek om de

landschappelijke samenhang van de ruime omgeving

educatief te duiden.

Lokale instapplaatsen

De Duinengordel zal verder ontsloten worden via

kleinere instapplaatsen. Dit zijn overwegend bestaande

parkings die al regelmatig gebruikt worden door de lokale

bevolking en voor hen extra mogelijkheden bieden,

complementair aan de poorten en onthaalpunten. Deze

instapplaatsen zijn gemaakt op maat van de omwonenden

en hun activiteiten (ommetje met hond, joggen, korte

fietstocht). Een beperkt aantal autostaanplaatsen en een

fietsstalbalk, aangevuld met enige signalisatie volstaan. Als

werkplan worden zes instapplaatsen vooropgesteld.

• ParkingKerkhofOpglabbeek

Deze uitgeruste en gekende parking zal voor de omwo-

nenden gepromoot worden voor korte wandelingen

met de hond of als uitvalsbasis om het duinengebied te

bewandelen. Ze ligt aan de overzijde van de weg naar

Bree ten opzichte van de parking Sentower Park en zal

daardoor eerder rustig zijn. De routes in het wandelgebied

Oudsberg zijn van hieruit vlot bereikbaar. Een hondenzone

wordt in het bos niet ver van de parking voorzien.

• ParkingaanVenhoven

Aan de zuidkant van de woonwijk, tegen de Ophovender-

heide zal een kleine parking worden voorzien. In de nabij-

heid kan een hondenzone aangelegd worden, zodat deze

plek ideaal is voor een ommetje. Vanaf deze parking wordt

het landduinenlandschap op de Ophovenderheide vlot

toegankelijk voor wandelaars van Meeuwen-Gruitrode.

• ParkingOphovenderheide

Ook deze parking zal het landschap van duinen en

vennen vlot bereikbaar maken voor voor wandelaars van

Meeuwen-Gruitrode. Ze ligt diep in het bosgebied zodat

van hieruit de natuurliefhebber rondom mogelijkheden

voor wandellussen heeft.

• ParkingLouwel

Deze kleine parking ligt ver van de doorgaande wegen.

Ze maakt de Oudsberg voor lokale bewoners goed bereik-

baar.

Page 40: Duinengordel Structuurvisie

40

voor andere services zoals fietsverhuur en uitgebreide

informatieverstrekking.

Productontwikkeling

De Duinengordel zal ingezet kunnen worden als toeristisch

product in het promotiebeleid van Toerisme Limburg voor

de Limburgse Kempen (bijvoorbeeld in een campagne als

‘het goede buitenleven’ ). Er wordt doelgericht gewerkt

aan de ontwikkeling van unieke recreatieve producten. De

bivakzones voor avonturiers, speelweefsels voor kinderen

en de begeleide recreatieve mountainbike zijn de eerste

mogelijkheden.

De toeristische positionering van de Duinengordel zal ook

sterk ondersteund kunnen worden door producten met

een lokale oorsprong. Niet alleen voedingsproducten met

een streekeigen tint kunnen hieraan bijdragen, maar ook

educatieve concepten die mensen dicht bij hun streek

brengen, vergaderlocaties en kleinschalige verblijven,

bijvoorbeeld op een hoeve, zijn producten met zulke

uitstraling.

• ParkingWegnaarOpoeteren

Voor de bewoners van Neerglabbeek en Opoeteren zal

hier centraal langs de dreef in het bos een kleine parking

voorzien worden, met vlak daarbij een hondenzone.

• Plockroy

Deze instapplaats zal nabij het uitgestrekte vennengebied

liggen en zich richten op de natuurliefhebber die een wat

langere wandeling wil ondernemen. Ook fiets- en ruiter-

en menroutes komen hierlangs. Vanuit het onthaalpunt

is ook bezoek mogelijk aan het relictlandschap van het

straatgehucht Plockroy, de sporen van Celtic fields en het

natuurgebied in de Abeekvallei.

Integreren van en inspelen op bestaande verblijfs-

accommodaties

De bestaande verblijfsaccommodaties zullen nog meer

worden gekoppeld aan de verschillende toeristische

netwerken en aan de onthaalpunten. Belangrijk is de

planologische verankering van deze verblijfsaccom-

modaties en het faciliteren van de ontwikkeling van

bijkomende capaciteit om uit te groeien tot een omvang

die een duurzame kwalitatieve uitbating mogelijk maken.

Deze iets grotere accommodaties hebben ook draagkracht

Illustratie 5.6: Label rond streekproducten van de Duinboeren (Nederland)

Page 41: Duinengordel Structuurvisie

41Structuurvisie Duinengordel februari 2013

5.3 Duinengordel met de lokale bevolking

als schatbewaarder

5.3.1 Inhoud van de pijler

De voornaamste bezoeker van de Duinengordel is de

lokale bevolking. Zij vormen de rode draad doorheen het

project en hebben meer mogelijkheden voor beleving in

het gebied dan de toeristische bezoeker. De toeristische

uitstraling van het duinenlandschap creëert een gevoel

van fierheid bij hen. Deze fierheid is een katalysator voor

lokaal ondernemerschap en gemeenschaps- en vereni-

gingsleven in de omliggende dorpskernen.

Voor de landbouwers vormt het landbouwlandschap de

woonplek, maar ook de bedrijfsomgeving. Ze krijgen een

bijzondere rol als schatbewaarders van het landschap rond

de Duinengordel.

5.3.2 Actielijnen

Betrekken van bewoners en privéboseigenaren

Het communicatietraject bij de ontwikkeling van het kern-

gebied van Europese natuur betrekt de bewoners bij de

uitvoering van de deelfasen. De reden en de noodzaak van

de deelfases worden op voorhand, tijdens en na de uitvoe-

ring van natuurinrichtingswerken uitvoerig toegelicht,

zowel in het licht van ecologie als landschap. De bewoners

zien op deze manier het landschap aangroeien, volgens

een plan waarvan zij vóór elke ingreep op de hoogte zijn.

Individuele bewoners, verenigingen, scholen of jeugdbe-

wegingen kunnen peter of meter worden van een herken-

baar deelgebiedje in de natuurkernzone. Ze genieten mee

of werken mee aan elke stap en aan de voorbereiding van

de volgende stap. Een belangrijke insteek van de Duinen-

gordel moet de beleving van landschappelijke schoonheid

zijn, die bijvoorbeeld tot uiting kan komen in fotografie.

Dit peter of meterschap zal naast de natuurontwikkeling

ook de recreatieve uitbouw omvatten. Bewoners kunnen

worden uitgenodigd zich te ontfermen over delen van de

routestructuren. Ze signaleren dan of er onderhoud moet

gebeuren aan de paden, bebording of infrastructuur.

Bij de stappen in het communicatietraject voor de bewo-

ners worden de communicatiekanalen van de bosgroepen

Hoge Kempen en Noordoost-Limburg stelselmatig en

tijdig aangesproken. De privéboseigenaars in de Duinen-

gordel zijn niet allemaal lokale bewoners, maar wel in erg

hoge mate betrokken.

Landbouwers als schatbewaarders van het open land-

schap rondom

Landbouwers zullen niet enkel betrokken worden als

lokale bewoner bij de ontwikkeling van het kerngebied

van Europese natuur, maar ze zijn bovendien ook

beheerder van het omliggende landbouwlandschap.

De typerende kleinschalige en grootschalige landbouw

dragen in belangrijke mate bij tot de uitstraling van de

Duinengordel waardoor de landbouw een belangrijke

partner wordt in het ontwikkelen van de Duinengordel als

toeristisch aantrekkelijk gebied.

Zoals in de gebiedsanalyse uiteengezet omvat de

landschappelijk opbouw een schil met landbouwland-

schap. Dit landschap heeft twee functies: enerzijds is de

zuidelijke zone eerder een gradiënt tussen bewoning

en natuurgebied, via kleinschalige, niet altijd intensieve

landbouw. Ten noorden van de Duinengordel is de land-

bouw eerder grootschalig, intensief. Voor beide situaties

wordt landbouw als een structurerend element gezien en

in de toekomst behouden. Voornamelijk is vertuining een

probleem voor de kleinschalige landbouwzone. Behoud

van kleinschalig, gevarieerd landbouwgebruik is echter

noodzakelijk voor behoud van de eigenschappen van dit

gebied.

Page 42: Duinengordel Structuurvisie

42

Inhoudelijk betekent de voorliggende visie de mogelijk-

heid om landbouw op het vlak van doelstellingen vrijwillig

te laten verbreden: zowel op het erf (verblijfsrecreatie,

educatie, onthaal) als op de teelbare percelen (landbouw

met verbrede doelstelling), en zowel op het vlak van

natuur- als erfgoedbeheer.

Belangrijk is dat deze visie op de rol van landbouwers een

denkproces omvat, net als de rest van deze structuurvisie,

dat ingezet moet worden:

• Ruimte voor landbouw: structureren, behouden,

gestructureerd (groot- vs. kleinschalig) volgens de

lokale, specifieke kenmerken;

• Mogelijkheid om te verbreden op het erf: ideeën zijn

ter beschikking, in Vlaanderen als erbuiten;

• Mogelijkheid om te verbreding in teelten: beschikbare

ideeën en ondersteunende programma’s kunnen als

basis dienen voor initiatieven op vrijwillige basis door

de lokale landbouwers.

De samenwerking tussen de landbouwers enerzijds en

de andere gebruikers van de met de landbouw samen-

hangende open ruimte anderzijds, biedt een goede

garantie voor de realisatie van de veelvuldige potenties

en het minimaliseren van de knelpunten met het oog

op het duurzame beheer van het gebied. De versterking

van de inschakeling van de landbouwers in het beheer

van de open ruimte is een evidente optie. Het is evenwel

van wezenlijk belang dat wanneer bijkomende taken

toegewezen worden aan de landbouwsector, deze op een

economisch verantwoorde manier vergoed worden.

Daartoe zal er werk gemaakt worden van een aangepast

en gebiedsgericht ruimtelijke beleid dat een economische

diversificatie en verbreding in het landbouwgebied moge-

lijk maakt in functie van toeristisch-recreatieve activiteiten.

Vanuit vakorganisaties en overheden zullen initiatieven

van landbouwers rond educatie of landschaps- of natuur-

beheer ondersteund worden.

Inhoudelijk betrokken verenigingen

Natuurgidsen, heemkundigen en sportlui zullen elk vanuit

hun specialisaties gevraagd worden om bezoekers van het

gebied georganiseerd te begeleiden. Vanuit het project

Duinengordel worden hun verenigingen actief benaderd

met voorstellen en bijhorende informatie en ondersteu-

ning. Voor de bestaande initiatieven rond natuur- en

landschapseducatie in Limburg, worden gebiedsspecifieke

activiteiten ontwikkeld en wordt informatie ontsloten

over zowel de bestaande waarden in de Duinengordel

als over de waarden in ontwikkeling. Dit gebeurt zo veel

mogelijk in samenwerking met de lokale natuurgidsen en

heemkundigen. Een zeer uitdagende, maar waardevolle

doelgroep zijn de jeugdbewegingen en de jeugdgroepen

in de bivaks.

Communicatie

De identiteit van de Duinengordel en het achterliggende

project zal in gespecialiseerde vakbladen en tijdschriftka-

ternen rond zowel vrijetijdsbesteding als natuureducatie

weerkerend uitgedragen worden. Hiervoor zijn de eigen

recreatieve en culturele producten belangrijk met origi-

nele, innovatieve, maar ook trendvolgende insteken.

Het project Duinengordel organiseert zelf evenementen

-met pers- rond belangrijke projectstappen en is goed

geïntegreerd in evenementen van partners als horecaon-

dernemers, Toerisme Limburg en het Regionaal Landschap.

Die evenementen zijn regionaal gericht, maar moeten in

de eerste plaats ook uitnodigend zijn voor de lokale bewo-

ners. Bij voorkeur zullen bewoners betrokken worden bij

de inhoud of de organisatie van de evenementen. Daarbij

Page 43: Duinengordel Structuurvisie

43Structuurvisie Duinengordel februari 2013

moeten de verschillende dorpskernen rondom de Duinen-

gordel en hun verenigingen aan bod kunnen komen.

De visie zal gelanceerd worden in een verbredingsactie

die zal informeren en enthousiasmeren en een pers event

begin 2013. Het ontwerp van een integrale toegankelijk-

heidsregeling zal in het voorjaar van 2013 voorgelegd

worden aan de privéboseigenaars, landbouwers en de

bewoners.

5.4 Duinengordel als platform voor samenwerking

tussen vier gemeenten en ANB en voor initiatief

van partners

5.4.1 Inhoud van de pijler

Samenwerking tussen projectpartners

Bij elke partner in het partnership zal er een goede interne

afstemming zijn over de visie en het projectverloop, maar

ook tussen de verschillende partners onderling zal door-

lopend overlegd worden. Daarnaast zal een competen-

tienetwerk ontwikkeld worden tussen de projectpartners.

Per specialisme zal van elke projectpartner iemand in een

lopende overlegstructuur zitten, bijvoorbeeld rond natuur-

beheer, rond toerisme, rond planologie. Deze samenwer-

kingslijnen zullen versterkt worden met specialisten van

externe partners (zie verder).

De nauwe samenwerking tussen de verschillende partners,

zowel wat kennis als procedures betreft, zet de partners

op één lijn zodat de visie en het gehele project op een

eenduidige manier kan uitgedragen worden.

Samenwerking met externe partners

De Duinengordel zal een platform vormen voor initiatief

van ondernemende partners die aanwezig zijn in de open

ruimte en de dorpskernen rondom het natuur- en bosge-

bied. Door het schaalniveau van vier gemeentebesturen en

ANB, vormt de Duinengordel een geschikte basis voor het

aantrekken van nieuwe partners.

Talrijke partners, afkomstig uit zeer uiteenlopende

domeinen, zijn al aanwezig of zullen verder betrokken

worden:

• Regionaal Landschap Kempen en Maasland: zij zijn

momenteel verantwoordelijk voor het wandelrou-

tegebied met lussen en een verdere inbreng bij de

uitbouw van het project zal overlegd worden.

• Toerisme Limburg is een marketingorganisatie

die bestemmingspromotie voert. Zij is verant-

woordelijk voor het ruiter- en menroutenetwerk in

Noord-Limburg en voor de communicatie van het

fietsknooppuntennetwerk. Een uitgebreide rol bij de

uitbouw van het project zal overlegd worden.

• Privéboseigenaren in samenwerking met de

Bosgroepen: zoneringen in de visie met een heldere

taakstelling in het natuurkerngebied of in de omrin-

gende bosschil. De opname van de bosgroepen in de

projectstructuur zal overlegd worden;

• Landbouworganisaties, gemeentelijke landbouw-

raden, landbouwadministratie ADLO: landbouwers

worden uitgenodigd tot ondernemerschap bij het

onthaal van bezoekers en met name hoeve- en

ruitertoerisme en jeugdbivaks. Het uitbesteden van

beheerwerken in het bosgebied of bij landschaps-

beheer zal worden onderzocht (Limburgs Steunpunt

Rurale Ontwikkeling). Een uitgebreide rol van verte-

genwoordigers van de landbouw bij de uitbouw van

het project zal overlegd worden.

• Agentschap Onroerend erfgoed: waardering van de

schat aan cultuurhistorie (archeologie en landschaps-

structuren);

Page 44: Duinengordel Structuurvisie

fototekst

Page 45: Duinengordel Structuurvisie

45Structuurvisie Duinengordel februari 2013

• Natuurpunt: Natuurpartner in de omliggende natuur-

gebieden die ecologisch verbonden worden met de

Duinengordel: o.a. Abeek, Bosbeek en Kempenbroek.

• Bivakeigenaren: onderlinge afstemming met binding

aan de identiteit van de Duinengordel. Een overleg-

platform met bivakeigenaren, de provinciale Jeugd-

dienst Limburg, CJT en de projectpartners zal worden

onderhouden.

• Het Provinciebestuur kan een belangrijke bijdrage

leveren voor toerisme en natuur in het project. Het

project Duinengordel geeft ook uitvoering aan

het provinciaal beleid van Grote Landschappelijke

Eenheden.

Initiatief en ondernemerschap

Door de gemeenschappelijke identiteit en positionering

van de Duinengordel wordt het lokale en regionale

ondernemerschap aangewakkerd rond onder meer

natuurtoerisme, streekproducten en landbouwverbreding.

Dit biedt mogelijkheden voor de verdere uitbouw van

lokale campings, horeca, verblijfsaccommodaties en geïn-

tegreerde landschapszorg.

Een ondernemersforum rond verblijfsrecreatie, onthaal

en horeca zal een katalysator zijn voor de verdere ontwik-

keling van het onthaal van bezoekers. Op initiatief van

natuurgidsen zullen natuureducatieprojecten uitgewerkt

worden rond het landduinen- en vennenlandschap

en op initiatief van lokale heemkundigen zullen docu-

mentatie van cultuurhistorie en verhaallijnen bij elkaar

gebrachtzocht worden. Verder zullen een aantal specifieke

recreatieve producten ontwikkeld worden, waaronder het

speelweefsel voor kinderen.

5.4.2 Actielijnen

Projectstructuur van projectpartners

Zoals in de statuten van het statutair partnership opge-

nomen zal het beheer van het project worden toever-

trouwd aan het beheerscomité dat bestaat uit twee leden

van de gemeenteraad en/of het college van Burgemeester

en Schepenen van elke deelnemende gemeente, één

ambtenaar van elke deelnemende gemeente en drie leden

van het Agentschap voor Natuur en Bos.

Het secretariaat zal verzorgd worden door het projectbu-

reau. Hierin zetelen eveneens de verschillende statutaire

partners. De taak van dit projectbureau is de coördinatie

van de verschillende partners onderling, de afstemming

tussen de partners en de externe partners en ondernemers

en een stapsgewijze uitvoering van de structuurvisie en

het bijhorende communicatietraject. De Actietabel bij

deze structuurvisie vormt de basis voor de taakstelling van

het projectbureau.

Door vier gemeenten in het partnerschip is een project-

coördinator aangesteld voor het ruimtelijk strategische

project Duinengordel. Het gaat om een voltijdse betrek-

king, gestart in september 2012, binnen negen maanden

na de ontvangst van de ministeriële goedkeuring van

het strategisch open ruimte project (24 januari 2012).

Deze coördinator zal ondermeer het projectbureau mee

vormgeven.

De partners van het project Duinengordel zullen in de

projectwerking een gezamenlijk werkingsbudget inrichten

voor lopende zaken. De beslissingbevoegdheid over dit

werkingsbudget wordt vereenvoudigd. Voor reguliere

budgetten van gezamenlijke initiatieven zoals die rond

communicatie, participatie en productontwikkeling zal

een af te spreken verdeelsleutel gehanteerd worden.

Page 46: Duinengordel Structuurvisie

46

Partners betrekken en ondersteunen

• Verder ondersteunen en vernieuwen van Leader of

het vervolg daarop in PDPO III. Dit moet rechtstreeks

ten goede komen aan ondernemende landbouwers

rond de Duinengordel.

• Procedurele taakstelling: RUP zonevreemde logies en

horecaverblijven

• Beheertaken in bossen en landschap ook uitbesteden

aan Ruraal Steunpunt

• Bevestiging en onderzoek van een verdere uitbouw

van de taakstelling RLKM en Toerisme Limburg in het

projectgebied

• Bijkomende ruiterlussen in overleg met de toeris-

tische ondernemers, ruiters en Toerisme Limburg,

promotie door de nieuwe ruiter- en menroutekaart

Toerisme Limburg begin 2013

• Organiseren ondernemersforum

• Deelname en ondersteuning forum bivakeigenaars

met CJT en Jeugddienst Limburg

De oprichting van een stuurgroep kan onderzocht

worden als manier om andere overheden en sectoren te

betrekken. Hierin kunnen vertegenwoordigers zetelen van

de bosgroepen, Provincie, Regionaal Landschap, Vlaamse

Overheid en landbouw-, middenstands-, milieu- en cultu-

rele organisaties.

Het project Duinengordel geeft uitvoering aan het provin-

ciaal beleid van Grote Landschappelijke Eenheden. Daarbij

zijn volgende punten van belang:

• Naar omvang is verbreding naar de omliggende land-

bouwschil essentieel, zoals aangegeven in 3.2.

• Naar integratie is dit beleid ook complementair aan

het ruimtelijk strategisch project Duinengordel.

• Het project zal ook een trekkerspositie vervullen,

omdat net in deze pijler het ondersteunen van lokaal

initiatief en ondernemerschap vervat zit. Het project

Duinengordel kan zorgen voor de afstemming op

bovenlokaal niveau.

Het project Duinengordel integreert zich maximaal in

de toeristische promotie gecoördineerd door Toerisme

Limburg. Zo draagt het bij aan de promotie van Limburg of

van de Kempen als bestemming.

Cofinanciering en subsidiemogelijkheden

De structuurvisie vormt samen met het partnership van

de vier gemeenten en ANB een sterke basis voor het

verwerven van externe subsidiemogelijkheden voor de

verschillende pijlers. Het hoge ambitieniveau en participa-

tieve proces versterken bovendien de naambekendheid

van het project.

De subsidie voor het strategisch open ruimte project werd

goedgekeurd.

Voor de natuur- en landschapsontwikkeling

Aanvullend op de huidige budgetten voor het beheer van

gemeentebossen, domeinbossen en Vlaams natuurreser-

vaat, liggen voor de natuurontwikkeling in de kernzone

mogelijkheden voor aanvullende financiering bij het Euro-

pese LIFE+ Nature fonds, bij projectmatige fondsen voor

de taakstelling van ANB voor de instandhoudingsdoelen

in Natura 2000, bij de Provincie Limburg (subsidiëring van

biodiversteitsprojecten) en bij PDPO (Leader Kempen en

Maasland maatregel 1: Actieve natuur- en landschapszorg

en ontsluiting). Gebiedsontwikkelaars voor wiens initia-

tieven elders natuurwaarden onvermijdbaar en onherstel-

baar moeten wijken, kunnen mogelijk natuurontwikkeling

in de Duinengordel meefinancieren om de stand still te

behouden.

Page 47: Duinengordel Structuurvisie

47Structuurvisie Duinengordel februari 2013

Recente ontwikkelingen maakten het Europese Interreg

fonds moeilijker bereikbaar, maar de specifieke thematiek

van landduinen deelt de Duinengordel met andere zand-

gebieden in Vlaanderen, Nederland en Duitsland. Een part-

nerschap met nationaal park Loonse en Drunense Duinen

of de Maasduinen is inhoudelijk alvast zeer relevant.

De omzetting van een of meer ankerplaatsen in een

erfgoedlandschap kan de inrichting en het beheer van

erfgoed, waaronder de landschapsstructuren en de

ontsluiting, subsidieerbaar maken.

Zowel in de gemeentebossen als in de domeinbossen en

het Vlaams natuurreservaat kan een meerjarige balans

tussen houtinkomsten, subsidies voor de ecologische

functievervulling (gemeenten) en beheerkosten (mogelijk

exclusief personeelskost) gemaakt worden. Dit levert op

korte termijn een meer helder beeld op van de verhoogde

houtinkomsten door de gemiddeld gestegen (naald)hout-

prijzen en de kosten door de hogere ecologische en sociale

uitdagingen. Op veel langere termijn kan het concept

om het zekere aandeel productief naaldbos op de betere

bodems te concentreren, een hogere houtproductie en

opbrengst leveren voor de gemeenten en ANB.

In de aanvraagdossiers voor financiering kunnen in de

verschillende fasen van de natuurontwikkeling in de kern-

zone deelprojecten afgelijnd worden, zoals:

• een natuurherstelproject rond de vennen in Ruiters-

kuilen (ANB, LIFE)

• een schraal graslandherstel op de Ophovenderheide

(ANB, LIFE)

• Faunaverbindingen onder of over verkeersinfrastruc-

tuur (AWV, Provincie)

Dergelijke dossiers hebben baat bij het betrekken van

meerdere partners (terreinbeherende verenigingen,

defensie) en meerdere gebieden met gelijkaardige beheer-

thema’s (landduinherstel, venherstel of doelsoorten als

gladde slang).

Specifiek voor de communicatie rond natuurwaarden en

natuurbeheer zijn er bestaande educatieve structuren

(Likona, Provincie Limburg, Vormingplus) met een eigen

(co)financiering op vlak van personeel of projecten. Verder

is het Europese LIFE+ Information and Communication

fonds, speciaal voor educatie rond Europese natuur-

waarden.

Voor de toeristische infrastructuur

De huidige samenwerking met Toerisme Limburg en

RLKM houdt een vorm van medefinanciering in, voor

deelaspecten van het onderhoud en de promotie van

routestructuren met bijhorende streekaccommodatie.

De uitbouw van toeristische infrastructuur voor de Duinen-

gordel valt binnen de vier sporen van Leader Kempen en

Maasland (PDPO). Naast maatregel 1: actieve natuur- en

landschapszorg en ontsluiting liggen in de structuurvisie

kansen voor projecten onder maatregel 4: Stimuleren

van duurzaam toerisme. Leader Kempen en Maasland

geeft de voorkeur aan hefboomprojecten met een econo-

mische finaliteit en een innovatief karakter. Zeker voor

landbouwbedrijven die willen verbreden door toeristen en

recreanten op te vangen, zoekt het project Duinengordel

mee naar mogelijkheden, in het kader van haar pijlers 2

en 3.

De gerichtheid op speelmogelijkheden en educatie voor

jeugd en jeugdgroepen van de Duinengordel biedt moge-

lijkheden voor projectondersteuning en subsidie vanuit

het Vlaamse jeugdwerk.

Page 48: Duinengordel Structuurvisie

48

De gecombineerde rol van boswegen voor zowel

recreanten als bos- en natuurbeheer is belangrijk in de

Duinengordel. Limburgse gemeenten of hun autonome

gemeentebedrijven kunnen beroep doen op de Provin-

ciale investeringssubsidie bosexploitatiewegen, zowel

voor de (her)aanleg als voor flankerende maatregelen als

bebording of afsluitingen.

Voor de projectwerking

De projectwerking van de Duinengordel zelf (vier

gemeenten en ANB) kan nu ondersteund worden door de

subsidie voor het goedgekeurde ruimtelijk strategische

project door de Vlaamse Overheid.

Een andere mogelijkheid is een projectondersteuning

door Limburg Sterk Merk (LSM), met als voorbeeld de

ondersteuning van investeringskosten voor het project

Bosland. Net als voor Interreg is samenwerking in een

grensoverschrijdende context voor LSM een belangrijk

element.

Page 49: Duinengordel Structuurvisie

Campus Mechelen

Schaliënhoevedreef 20 D

2800 Mechelen

+32 15 405656

[email protected]

www.royalhaskoning.com

telefoon

e-mail

internet

naam

opdrachtgever

Liesbet Van den Schoor, Guy Geudens

Besturen van Meeuwen-Gruitrode, Opglabbeek, Maaseik en Bree

en het Agentschap voor Natuur en Bos

naam

datum

naam

datum

Vrijgegeven door:

Marieke Gruwez

februari 2013

Collegiale toets

Bart Vercoutere

februari 2013

nummer

status

datum

819882

Eindrapport

februari 2013