DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de...

35
DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 Door: Carlijn van den Heuvel 2016/2017

Transcript of DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de...

Page 1: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

DOUANE-ENTREPOTDe veranderingen per 1 mei 2016

Door: Carlijn van den Heuvel2016/2017

Page 2: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

1

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ........................................................................................................... 1

Afkortingen ................................................................................................................. 3

1. Inleiding ................................................................................................................ 41.1. Onderzoek ...................................................................................................................51.2. Opbouw........................................................................................................................5

2. Gebruikelijke behandelingen ................................................................................ 62.1. Inleiding .......................................................................................................................62.2. Rechtskader en overwegingen .....................................................................................6

2.2.1. Gebruikelijke behandeling onder punt 10 ...............................................................72.2.2. Gebruikelijke behandeling onder punt 21 ...............................................................82.2.3. Gebruikelijke behandeling onder punt 19 (CDW) versus artikel 86 DWU ...............8

2.3. Handboek Douane – interpretatie Nederlandse douane ...............................................82.4. Jurisprudentie ..............................................................................................................9

3. Gezamenlijke opslag .......................................................................................... 103.1. Inleiding .....................................................................................................................103.2. Rechtskader en overwegingen ...................................................................................11

3.2.1. CDW ....................................................................................................................113.2.2. DWU ....................................................................................................................12

3.3. Handboek Douane – interpretatie Nederlandse douane .............................................123.3.1. Gezamenlijke opslag van olie en olieproducten ...................................................123.3.2. Gezamenlijke opslag over tanks/silo’s heen ........................................................14

3.4. Jurisprudentie ............................................................................................................15

4. Equivalente goederen ........................................................................................ 164.1. Inleiding .....................................................................................................................164.2. Rechtskader en overwegingen ...................................................................................164.3. Handboek Douane – interpretatie Nederlandse douane .............................................174.4. Jurisprudentie ............................................................................................................17

5. Vaststellen douanewaarde ................................................................................. 195.1. Inleiding .....................................................................................................................195.2. Rechtskader en overwegingen ...................................................................................19

5.2.1. Last-sale-for-export-regeling ................................................................................19

Page 3: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

2

5.2.2. Verkoop in het douane-entrepot...........................................................................205.3. Richtsnoeren EU Commissie versus HvJ arrest Unifert ..............................................205.4. Gevolgen voor het bedrijfsleven .................................................................................21

6. Conclusie ........................................................................................................... 22

Bijlage ....................................................................................................................... 24

Literatuurlijst ............................................................................................................. 34

Page 4: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

3

Afkortingen

CDW = Communautair douanewetboek1

DWU = Douanewetboek van de Unie2

GN = Gecombineerde Nomenclatuur3

GVo. DWU = Gedelegeerde verordening Douanewetboek van de Unie4

HvJ = Hof van Justitie

UVo. CDW = Uitvoeringsverordening Communautair douanewetboek5

UVo. DWU = Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie6

1 VERORDENING (EEG) Nr. 2913/92 VAN DE RAAD van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautairdouanewetboek (PB L 302 van 19.10.1992)2 VERORDENING (EU) Nr. 952/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VAN DE RAAD van 9 oktober2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PB L 269 van 10.10.2013)3 Uitvoeringsverordening (EU) 2016/1821 van de Commissie van 6 oktober 2016 tot wijziging van bijlage I bijVerordening (EEG) nr. 2658/87 van de Raad met betrekking tot de tarief- en statistieknomenclatuur en hetgemeenschappelijk douanetarief4 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2446 VAN DE COMMISSIE van 28 juli 2015 tot aanvulling vanVerordening (EU) nr. 952/2013 van het Europese Parlement en de Raad met nadere regels betreffende eenaantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie5 VERORDENING (EG) Nr. 2454/93 VAN DE COMMISSIE van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkelebepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautairdouanewetboek (PB L 253 van 11.10.1993)6 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2447 VAN DE COMMISSIE van 24 november 2015 houdendenadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het EuropeseParlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

Page 5: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

4

1. Inleiding

Op 1 mei 2016 is het CDW vervangen door het DWU. Hoewel de wetgeving en onderliggenderegels definitief zijn, blijft de concrete toepassing in de praktijk van sommige bepalingen nogonduidelijk. Daar waar al veel geschreven en gediscussieerd is over de wijzigingen metbetrekking tot het vaststellen van de douanewaarde, is het nog aardig stil op het gebied vande wijzigingen met betrekking tot de bijzondere regelingen. Meer specifiek, over de bijzondereregeling douane-entrepots.

In een douane-entrepot kunnen niet-Uniegoederen die het EU-douanegebied zijn binnengebracht voor onbepaalde tijd worden opgeslagen in afwachting van hun verdere bestemming,te weten: i) in het vrije verkeer brengen, of ii) plaatsen onder een nieuwe bijzondere regeling,of iii) uitvoer.7 Door de opslag in een douane-entrepot worden de douanerechten en mogelijkehandelspolitieke maatregelen geschorst. Deze schorsing is een belangrijke economischefactor voor de opslag van goederen in een douane-entrepot.

Daar waar velen menen dat de veranderingen per 1 mei 2016 niet leiden tot materiëleveranderingen voor de in Nederland meest voorkomende douane-entrepots, merk ik uit depraktijk juist een toenemende vraag naar advisering omtrent de bijzondere regeling douane-entrepots. De vragen/problemen zien specifiek op de volgende onderwerpen:

1. Gebruikelijke behandelingenGebruikelijke behandelingen zijn handelingen die plaatsvinden ten behoeve van de niet-Uniegoederen die zijn opgeslagen in het douane-entrepot. Gebruikelijke behandelingenzijn behandelingen gericht op het bewaren van de goederen in goede staat, de verbeteringvan de presentatie of handelskwaliteit en de voorbereiding op de distributie ofwederverkoop.8 Een limitatieve lijst van toegestane gebruikelijke behandelingen is in dewetgeving opgenomen.9

2. Gezamenlijke opslagHet is mogelijk om in een douane-entrepot niet-Uniegoederen tezamen met Uniegoederenop te slaan, dit wordt gezamenlijke opslag genoemd.10 Bij het gezamenlijk opslaan vangoederen met een verschillende douanestatus is het van belang dat de opslaggelijksoortige goederen betreft.11 Bij gezamenlijke opslag kan een onderscheid gemaaktworden tussen stukgoederen en bulkgoederen.

3. Equivalente goederenEquivalente goederen zijn Uniegoederen die in plaats van de onder de bijzondere regelinggeplaatste goederen (e.g. de niet-Uniegoederen in een douane-entrepot) opgeslagen,

7 Volledigheidshalve merk ik op dat onder bepaalde voorwaarden ook Uniegoederen kunnen worden opgeslagenin een opslagruimte in een douane-entrepot (zie artikel 237 DWU).8 Artikel 220 DWU9 Bijlage 71-03 GVo. DWU10 Artikel 237, lid 3 DWU11 Artikel 177 GVo.DWU

Page 6: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

5

gebruikt of verwerkt mogen worden. In principe moeten de equivalente goederen onderdezelfde achtcijferige code van de GN zijn ingedeeld en dezelfde handelskwaliteit entechnische kenmerken hebben als de niet-Uniegoederen die zij vervangen.

4. Berekenen douanewaardeWanneer niet-Uniegoederen die zijn opgeslagen in een douane-entrepot vervolgens in hetvrije verkeer van de EU worden gebracht dienen er douanerechten te worden afgedragenindien er een invoertarief van toepassing is. De af te dragen douanerechten wordenberekend aan de hand van de douanewaarde en het invoertarief. In principe wordt bij hetvaststellen van de douanewaarde aansluiting gezocht bij de transactiewaarde, waarbij detransactiewaarde de voor de goederen werkelijk betaalde of te betalen prijs bij verkoopvoor uitvoer naar het douanegebied van de Unie is.12

1.1. OnderzoekNaar aanleiding van de toenemende vraag voor advisering omtrent de bijzondere regelingdouane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat erduidelijkheid moet komen hieromtrent. In deze verhandeling ga ik dan ook dieper in op deveranderingen met betrekking tot de bijzondere regeling douane-entrepots. Meer specifiek, ismijn onderzoeksvraag als volgt:

Wat is de invloed van het DWU op de bijzondere regeling douane-entrepots?

Deze onderzoeksvraag ga ik beantwoorden aan de hand van de volgende deelvragen:i. Wat zijn de veranderingen met betrekking tot de bijzondere regeling douane-entrepots

per 1 mei 2016?ii. Hoe beïnvloeden deze veranderingen het bedrijfsleven?iii. Hoe zijn deze veranderingen tot stand gekomen?

Bij het beantwoorden van bovengenoemde deelvragen ga ik (waar mogelijk) ook in oprelevante jurisprudentie.13

1.2. OpbouwIn hoofdstuk 2 ga ik in op de veranderingen met betrekking tot de gebruikelijke behandelingen.Ik bespreek hierbij kort het doel van de faciliteit en de wijzigingen die in het DWU ten opzichtevan het CDW zijn opgenomen. Daarnaast neem ik het beleid als gepubliceerd in het Handboekouane onder de loep en ga ik in op de (gewijzigde) interpretatie van de Nederlandse douane.Hierbij maak ik de link naar het bedrijfsleven.

In de hoofdstukken 3, 4 en 5 zal ik eenzelfde werkwijze hanteren als in hoofdstuk 2 en ga ikde veranderingen bespreken van respectievelijk de gezamenlijke opslag, equivalentegoederen en het berekenen van de douanewaarde.

Tot slot geef ik in hoofdstuk 6 mijn conclusie en beantwoord ik mijn onderzoeksvraag.

12 Artikel 70 DWU13 Hierbij zij opgemerkt dat er weinig jurisprudentie is verschenen met betrekking tot de bijzondere regelingdouane-entrepots.

Page 7: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

6

2. Gebruikelijke behandelingen

2.1. InleidingHet is de hoofdregel dat tijdens het opslaan van goederen in een douane-entrepot, degoederen in dezelfde staat blijven als waarin deze goederen in het douane-entrepot zijnaangekomen. Toch heeft de EU wetgever het mogelijk gemaakt dat de tijd van opslag in hetdouane-entrepot economisch kan worden benut door bepaalde behandelingen toe te staan.14

Dit zijn zogenoemde gebruikelijke behandelingen. Gebruikelijke behandelingen zijn eropgericht om goederen in goede staat te bewaren, ter verbetering van de presentatie ofhandelskwaliteit of ter voorbereiding op de distributie of wederverkoop.15

Een aantal praktische voorbeelden van gebruikelijke behandelingen zijn:1. Het opslaan van Braziliaanse bananen en deze banen tijdens de opslag te vergassen

tegen parasieten;2. Het opslaan van Chinese rollen papier en deze rollen papier tijdens de opslag snijden

tot vellen;3. Het opslaan van verpakt Turks vlees en tijdens de opslag op de verpakkingen Halal-

stickers aanbrengen.

In principe zijn gebruikelijke handelingen toegestaan indien ze niet leiden tot een veranderingin de GN-code van het product dat de gebruikelijke behandeling ondergaat (tenzij explicietvermeld) of leiden tot een verhoogd frauderisico. Door het toestaan van gebruikelijkebehandelingen in een douane-entrepot, kan de opslag in een douane-entrepot dus ookgebruikt worden om de niet-Uniegoederen op de markt te kunnen brengen in de vorm waaringebruikers de goederen ook zullen kopen en zullen kunnen gaan gebruiken. Indien goedereneen behandeling moeten ondergaan die verder reikt dan de toegestane gebruikelijkebehandelingen, dan dienen deze behandelingen plaats te vinden onder de bijzondere regelingactieve veredeling16 en zullen zij getoetst worden aan de economische voorwaarden.

2.2. Rechtskader en overwegingenIn de wetgeving zijn verschillende bepalingen opgenomen die zien op gebruikelijkebehandelingen. In deze bepalingen wordt o.a. aangegeven welke specifieke gebruikelijkebehandelingen zijn toegestaan.

14 Artikel 220 DWU15 Artikel 220 DWU16 Zoals bedoelt in het DWU.

Page 8: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

7

De wettelijke basis voor gebruikelijke behandelingen is te vinden in:< 1 mei 2016 Per 1 mei 2016Artikel 109 CDW Artikel 86 DWUArtikel 112, lid 2, CDW Artikel 220 DWUArtikel 503 UVo. CDW Artikel 221, onder b, DWUBijlage 72 UVo. CDW Artikel 180 GVo. DWU

Bijlage 71-03 GVo. DWU

Wanneer ik de wetgeving van voor 1 mei 2016 vergelijk met de wetgeving van toepassing per1 mei 2016 blijkt dat de bepalingen die zien op gebruikelijke behandelingen voor het grootstegedeelte inhoudelijk niet van elkaar afwijken. Alleen wat betreft de limitatieve lijst vantoegestane gebruikelijke behandelingen in het GVo. DWU zijn afwijkingen te zien ten opzichtevan de limitatieve lijst in UVo. CDW. Zo is de gebruikelijke behandeling onder punt 1017

aangepast en thans is denatureren expliciet toegestaan als gebruikelijke behandeling onderpunt 2118. Daarnaast is punt 1919 niet langer in de limitatieve lijst opgenomen zoals dit wasonder het CDW, maar is deze bepaling opgenomen in artikel 86 DWU met de opvallendewijziging dat onder het DWU niet alleen de douanewaarde, aard en oorsprong van niet-Uniegoederen die bij de behandeling zijn gebruikt in aanmerking moeten worden genomenvoor de berekening van het bedrag aan invoerrechten, maar sinds het DWU ook dehoeveelheid van belang is.

2.2.1. Gebruikelijke behandeling onder punt 10In het CDW is onder punt 10 van bijlage 72 UVo. CDW bepaald dat de volgendegebruikelijke behandeling is toegestaan:

(10) behandelingen bestaande uit:- het verwijderen van steeltjes en/of pitten van fruit, het in stukken breken of snijden

van gedroogde groenten en fruit, de rehydratering van fruit, of- het verdunnen van vloeistoffen, zelfs indien dit ertoe leidt dat het product onder

een andere achtcijfercode van de GN wordt ingedeeld;

In het DWU is onder punt 10 van bijlage 71-3 GVo. DWU bepaald dat de volgendegebruikelijke behandeling is toegestaan:

(10) behandelingen bestaande uit:- het verwijderen van steeltjes en/of pitten van fruit, het in stukken breken of snijden

van gedroogde groenten en fruit, de rehydratering van fruit, of- de dehydratering van fruit, ook indien dit tot indeling onder een andere

achtcijfercode van de GN leidt;

Het valt op dat de EU wetgever de bewoordingen onder het tweede streepje heeft aangepast.Deze aanpassing leidt tot materiele gevolgen. Immers, waar onder het CDW het verdunnenvan vloeistoffen een ruim begrip is en niet specifiek ziet op fruit, is deze met de aanpassing inhet DWU veranderd naar de dehydratering van fruit. Met dehydratering van fruit wordt hetdrogen van fruit bedoeld, wat een heel andere behandeling is dan het verdunnen vanvloeistoffen.

17 Van bijlage 72 UVo. CDW en bijlage 71-03 GVo. DWU18 Van bijlage 72 UVo. CDW en bijlage 71-03 GVo. DWU

Page 9: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

8

2.2.2. Gebruikelijke behandeling onder punt 21In het DWU is een gebruikelijke behandeling toegevoegd die in het CDW nog niet toegestaanwas. Thans is onder punt 21 van bijlage 71-03 GVo. DWU het volgende opgenomen:

Het denatureren, ook indien dit tot indeling onder een andere achtcijfercode van de GN leidt;

Een praktisch voorbeeld hierbij is het denatureren van ethanol, wat wil zeggen dat de ethanolongeschikt wordt gemaakt voor consumptie. Bij het denatureren van ethanol vindt er eenwijziging van GN-code 2207 10 00 naar GN-code 2207 20 00 plaats.

Met de uitbreiding onder punt 21 heeft de EU wetgever gezorgd dat de handeling denaturerenniet langer onder de bijzondere regeling actieve veredeling hoeft plaats te vinden. Dit heeft alsgevolg dat niet langer een aanzuiveringsafrekening voor het denatureren moet wordeningediend bij de douane, maar dat het denatureren (en de nieuwe tariefindeling) alleen hoeftte blijken uit de administratie.20 Zodoende leidt de uitbreiding onder punt 21 tot eenvereenvoudiging voor het bedrijfsleven. Voor de bijzondere regeling douane-entrepots isalleen de aanzuivering van de bijzondere regeling nodig.21

2.2.3. Gebruikelijke behandeling onder punt 19 (CDW) versus artikel 86 DWUKosten die zijn gemaakt ten behoeve van de gebruikelijke behandeling worden alleen inaanmerking genomen bij de berekening van het bedrag aan invoerrechten indien niet-Uniegoederen bij die behandeling zijn gebruikt.

Het is hierbij opvallend dat onder het CDW22 de douanewaarde, aard en oorsprong van deniet-Uniegoederen in aanmerking werden genomen, terwijl onder het DWU23 behalve dedouanewaarde, aard en oorsprong ook de hoeveelheid van de niet-Uniegoederen van belangbij de berekening van het bedrag aan invoerrechten. De reden dat onder het DWU ook dehoeveelheid van de niet-Uniegoederen van belang is geworden is mijn inziens gelegen in hetcorrect kunnen uitvoeren van het douanetoezicht door de douane op de niet-Uniegoederendie bij de gebruikelijke behandelingen worden gebruikt en daardoor ‘opgaan’ in het niet-Uniegoed dat de gebruikelijke behandeling ondergaat. Het is voor de douane van belang tekunnen zien om welke hoeveelheid het gaat, om zo zeker te stellen dat er geen sprake is vanonttrekking aan het douanetoezicht van de gebruikte niet-Uniegoederen ten behoeve van degebruikelijke behandeling.

2.3. Handboek Douane – interpretatie Nederlandse douaneIn het Handboek Douane publiceert de Nederlandse douane haar beleid omtrent deinterpretatie van de wetgeving. Per 1 mei 2016 heeft de douane haar Handboek op enkelepunten gewijzigd. Zo ook met betrekking tot de gebruikelijke behandelingen. De wijzigingenvan de Nederlandse douane zien echter niet op de wijzigingen als besproken in paragraaf 2.2als gevolg van de komst van het DWU. De wijziging in het Handboek Douane ziet op punt 12van de limitatieve lijst van gebruikelijke behandelingen, wat opmerkelijk is aangezien dewettekst van punt 12 per 1 mei 2016 onveranderd is gebleven.

(12)“Het toevoegen van goederen of toevoeging of vervanging van bijkomendecomponenten zolang deze toevoeging of vervanging relatief beperkt is en slechtsbedoeld om aan technische eisen te voldoen en de aard of de prestaties van de

20 Artikel 178, lid 1, GVo. DWU21 De regeling douane-entrepots wordt aangezuiverd als onder het stelsel geplaatste goederen een nieuwetoegestane douanebestemming krijgen. Daarvoor moet voor de goederen een aangifte voor de naderedouanebestemming worden gedaan. Dat kan via de normale procedure of vereenvoudigde procedures22 Bijlage 72, onder punt 19, UVo. CDW23 Artikel 86, lid 1 DWU

Page 10: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

9

oorspronkelijke goederen hierdoor niet worden gewijzigd of verbeterd, ook indien dit totindeling van de toegevoegde of vervangende goederen onder een andereachtcijfercode van de GN leidt;”

Voorheen werden de woorden relatief beperkt door de Nederlandse douane geïnterpreteerdals maximaal 10% in hoeveelheid en waarde. Hierbij stelde de Nederlandse douane hetvolgende voorbeeld: het toevoegen van maximaal 10% ethanol (met GN-code 2207 10) aangedenatureerde ethanol (GN-code 2207 20) waarbij het door de vermengingen verkregenproduct ingedeeld wordt als gedenatureerde ethanol (GN-code 2207 20). Het goed waaraande ethanol wordt toegevoegd verandert niet van aard, het eindproduct is gedenatureerdeethanol. De toevoeging is aan te merken als relatief beperkt. Op grond van bijlage 72 UVo.DWU, punt 12 is deze behandeling toegestaan.24

In het Handboek Douane dat van kracht is per 1 mei 2016 is de ’10%’ interpretatie metbetrekking tot de woorden relatief beperkt weggehaald. In plaats daarvan is in het HandboekDouane het volgende opgenomen:

“Onder punt 12 is het niet toegestaan dat goederen met elkaar gemengd worden. Hettoegevoegde goed moet namelijk altijd als zodanig te identificeren blijven en moet ookweer verwijderd kunnen worden. Behandeling van vloeistoffen onder dit punt is dus nietmogelijk omdat daar altijd vermenging plaatsvindt.”

Mijn inziens staat het gewijzigde beleid met betrekking tot gebruikelijke behandeling onderpunt 12 los van de wijzigingen opgenomen in het DWU. Het lijkt erop dat de douane is gaaninzien dat haar interpretatie van punt 12 voorheen te ruim was en niet had mogen zien opvloeistoffen. Het is echter niet duidelijk waar deze herziening van die interpretatie vandaankomt. Gelet op de letterlijke tekst onder punt 12 begrijp ik dat de douane tot een hernieuwdinzicht is gekomen dat een percentage van 10% wellicht te hoog is om als relatief beperkt teworden bestempeld. Echter begrijp ik niet waar de douane leest dat de toevoeging niet magzien op vloeistoffen, immers in punt 12 zelf staat dat de toevoeging of vervanging mag leidentot een andere tariefindeling. De letterlijke tekst van punt 12 impliceert mijn inziens juist datvermenging van vloeistoffen mag.

Deze vernieuwde interpretatie van de Nederlandse douane leidt er dan ook toe dat het ondergebruikelijke behandelingen niet meer is toegestaan om bijvoorbeeld vruchtensappen aan tezoeten met suiker of het mengen van vruchtensappen onder toevoeging van stikstof.25

2.4. JurisprudentieEr is geen relevante NL of EU jurisprudentie verschenen inzake de gebruikelijkebehandelingen in het douane-entrepot.

24 Handboek Douane,15.50.00 Douane-entrepots (geldig tot 30 april 2016)25 Dit zijn voorbeelden die zijn opgenomen in het Handboek Douane dat van kracht was tot 30 april 2016,hoofdstuk 15.50.00, bijlage 2: Lijst van de gebruikelijke behandelingen (bijlage 72 UVo. CDW) metvoorbeeldsgewijze toelichting.

Page 11: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

10

3. Gezamenlijke opslag

3.1. InleidingOm te voorzien in de economische behoefte van diverse marktdeelnemers heeft de EUwetgever de mogelijkheid geboden om niet-Uniegoederen met Uniegoederen gezamenlijk opte slaan in dezelfde opslaginrichting. Hierdoor bewerkstelligd de EU wetgever dat deopslagcapaciteit in een douane-entrepot beter benut kan worden. Het is hierbij noodzaak dathet douanetoezicht niet in het gedrang komt.

Bij het gezamenlijk opslaan van goederen kan er een onderscheid gemaakt worden tussen:· Goederen waarvan de opslag gebeurt in stuks, colli en dergelijke.

· Goederen waarvan door de aard of door de wijze van opslag de douanestatus nietmeer op ieder moment is vast te stellen. Dit is het geval bij bulkgoederen (zowel natals droog) die onverpakt vervoerd en opgeslagen worden zoals bijvoorbeeld bijchemicaliën, vloeistoffen, gassen, granen, enz.

Wanneer gelijksoortige niet-Unie stukgoederen26 en Unie stukgoederen27 gezamenlijk wordenopgeslagen, is het mogelijk om de douanestatus van elk goed vast te stellen aan de hand vanmerken en nummers op de goederen zelf of op hun verpakking. Echter, wanneer gelijksoortigeniet-Unie bulkgoederen en Unie bulkgoederen gezamenlijk worden opgeslagen, is het nietmeer mogelijk van elke afzonderlijke druppel of korrel de douanestatus vast te stellen. Ditomdat de verschillende partijen bulkgoederen fysiek niet meer van elkaar te onderscheidenzijn. Om deze reden wordt bij het gezamenlijk opslaan van bulkgoederen de douanestatusverbonden aan de partijen goederen zoals zij voorkomen in de administratie van het douane-entrepot. Zodoende moet uit de voorraadadministratie te allen tijde de douanestatus vast testellen zijn van de goederen welke zijn opgeslagen in het douane-entrepot.28

26 Niet Unie goederen worden ook wel T1 goederen genoemd.27 Unie goederen worden ook wel T2 goederen genoemd.28 Artikel 529 UVo. CDW

Page 12: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

11

3.2. Rechtskader en overwegingenIn de wetgeving zijn verschillende bepalingen opgenomen die zien op de gezamenlijk opslagvan goederen in een douane-entrepot. In deze bepalingen wordt o.a. aangegeven wanneergoederen als gelijksoortige goederen kwalificeren.

De wettelijke basis voor gezamenlijke opslag is te vinden in:< 1 mei 2016 Per 1 mei 2016Artikel 98 CDW Artikel 237, lid 3 DWUArtikel 106 CDW Artikel 177 GVo. DWUArtikel 534 UVo. CDW

Wanneer ik de wetgeving van voor 1 mei 2016 vergelijk met de wetgeving van toepassingvanaf 1 mei 2016 valt een aantal zaken op.

3.2.1. CDWVoorheen was de basis voor gezamenlijke opslag te vinden in artikel 106 CDW. In artikel 106CDW staat dat de douaneautoriteiten kunnen toestaan om Uniegoederen in de ruimte van eendouane-entrepot op te slaan (zonder dat de goederen zich bevinden onder het stelsel vandouane-entrepots) indien er sprake is van een economische behoefte en mits hetdouanetoezicht er niet door in het gedrang komt. Als gezegd, zal het douanetoezicht niet ingedrang komen voor stukgoederen, daar deze makkelijk zijn te identificeren aan de hand vanmerken en nummers op de goederen zelf of op hun verpakking.29 Echter, ligt het identificerenvan bulkgoederen met Uniestatus veel lastiger (lees: onmogelijk).

Toch voorziet de wetgeving in de mogelijkheid om bulkgoederen met Uniestatus en niet-Uniestatus gezamenlijk op te slaan in een douane-entrepot. Dit is opgenomen in artikel 534,lid 2 UVo. CDW.

“2. De douaneautoriteiten kunnen gezamenlijke opslag toestaan wanneer het nietmogelijk is de douanestatus van elke soort goederen te allen tijde vast te stellen.…Gezamenlijk opgeslagen goederen moeten onder dezelfde GN-code zijn ingedeeld endezelfde handelskwaliteit en technische kenmerken hebben.”

Samenvattend, gelden er op grond van artikel 534, lid 2 UVo. CDW dus vier cumulatievevoorwaarden voor gezamenlijke opslag van bulkgoederen met Uniestatus en niet-Uniestatus:1. het moet niet mogelijk zijn om de douanestatus van elke soort goederen te allen

tijde vast te stellen;2. de goederen moeten dezelfde GN-code hebben;3. de goederen moeten dezelfde handelskwaliteit hebben;4. de goederen moeten dezelfde technische kenmerken hebben.Het komt er dus eigenlijk op neer dat de bulkgoederen die gezamenlijk worden opgeslagenniet van elkaar te onderscheiden mogen zijn, i.e. de goederen zijn gelijksoortig.

Uit lid 3 van artikel 534 UVo. CDW blijkt vervolgens dat belanghebbende zelf mag kiezen welkegoederen(status) hij uitlevert indien gezamenlijke opslag is toegestaan. Mits dit er niet toe leidtdat een douanestatus wordt toegekend aan een hoeveelheid goederen die groter is dan dehoeveelheid goederen met die status die in het douane-entrepot of de opslagruimte isopgeslagen wanneer de voor een douanebestemming aangegeven goederen wordenuitgeslagen.

29 Artikel 534 UVo. CDW

Page 13: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

12

3.2.2. DWUOnder het DWU is gezamenlijke opslag ook mogelijk. De basis is te vinden in artikel 237, lid3, DWU welke nader is uitgewerkt in artikel 177 GVo. DWU.

Artikel 177 GVo. DWU:“Wanneer Uniegoederen samen met niet-Uniegoederen worden opgeslagen in eenopslagruimte onder de regeling douane- entrepot en het onmogelijk is of slechts tegenbuitensporige kosten mogelijk zou zijn om te allen tijde elk soort goederen teidentificeren, wordt in de vergunning zoals bedoeld in artikel 211, lid 1, onder b), vanhet wetboek bepaald dat een gescheiden boekhouding wordt gevoerd voor elk soortgoederen, de douanestatus en, in voorkomend geval, de oorsprong van de goederen.”

Hoewel in artikel 177 GVo. DWU niet expliciet naar dezelfde GN-code, zelfde technischekenmerken en zelfde handelskwaliteit wordt verwezen, ben ik van mening dat het niet debedoeling van de wetgever is geweest om hier onder het DWU anders mee om te gaan. Ditvalt af te leiden uit de bewoording:

“ …wanneer het onmogelijk is of slechts tegen buitensporige kosten mogelijk zou zijnom te allen tijde elk soort goederen te identificeren…”.

De betekenis van elk soort goederen dient te worden geïnterpreteerd als omvattende zelfdeGN-code, zelfde technische kenmerken en zelfde handelskenmerken.

Ook de Nederlandse douane interpreteert artikel 177 GVo. DWU zoals hierboven toegelicht.Dit blijkt uit het Handboek Douane en een recent verschenen memo van de Nederlandsedouane inzake gezamenlijke opslag olie en olieproducten (hierover later meer).30 Daarnaastvind ik in de richtsnoeren van de EU Commissie31 ook geen aanleiding om het DWU anderste interpreteren dan het CDW. Het is hierbij opvallend dat cumulatieve voorwaarden 1, 3 en 4(zoals deze blijken uit lid 2 van artikel 534 UVo. CDW) niet verder zijn uitgewerkt in dewetgeving noch in de jurisprudentie. Daar waar de voorwaarde van dezelfde GN-code niet totpraktische problemen leidt, zou het de rechtszekerheid verhogen als voor de andere 3cumulatieve voorwaarden (het niet mogelijk zijn de douanestatus te allen tijde vast te stellen,zelfde handelskwaliteit en zelfde technische kenmerken) meer houvast gegeven wordt.

3.3. Handboek Douane – interpretatie Nederlandse douane

3.3.1. Gezamenlijke opslag van olie en olieproductenIn het Handboek Douane heeft de Nederlandse douane haar toegepast beleid gepubliceerdmet betrekking tot de gezamenlijke opslag van olie en olieproducten. Meer specifiek, geeft deNederlandse douane aan wanneer er voor de producten in de oliebranche sprake is vangelijksoortige goederen.

“Vanwege de grote verscheidenheid van goederen in de oliebranche is voorgelijkwaardigheid aansluiting gezocht bij de in het handelsverkeer gebruikelijkeelementen. Het betreft de benamingen, kwaliteitsnormen en technische kenmerken vandeze goederen. De aldus verkregen criteria zijn verwerkt in de GN-code, opgenomenin de gecombineerde nomenclatuur van de EG.

Voor de gezamenlijke opslag kunnen als gelijkwaardig worden beschouwd deproducten die onder dezelfde GN-code zijn in te delen.“

30 Douane Landelijk Kantoor/Vaktechnisch & Internationaal, MEMO Gezamenlijke opslag olie en olieproducten(16-06-2016)31 Directorate-General Taxation and Customs Union, SPECIAL PROCEDURES – Title VII UCC/ “guidance forMSs and Trade” (Brussels, 15 July 2016)

Page 14: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

13

Voorts stelt de Nederlandse douane in haar Handboek dat voor bepaalde soorten aardoliënen producten daarvan aanvullende criteria gelden, welke zijn opgenomen in bijlage 3 vanhoofdstuk 15.50.00. De reden waarom voor bepaalde soorten aardoliën aanvullende criteriagelden, is omdat voor deze specifieke soorten in de GN geen onderscheid is gemaakt op 8cijfer niveau tussen lichte olie zonder en lichte olie met biobrandstof. Omdat de technischekenmerken en handelskwaliteit niet gelijk zijn vanwege het biobrandstof component, zijn deproducten niet gelijksoortig en is hierdoor gezamenlijke opslag dus niet mogelijk.

Samenvattend, neemt de Nederlandse douane hierbij dus het standpunt in dat indienolieproducten onder dezelfde GN-code zijn ingedeeld, dit ook betekent dat de goedereninherent dezelfde handelskwaliteit en technische kenmerken hebben. Tenzij specifiek andersbepaald in bijlage 3 van het Handboek. Hiermee bewerkstelligd de Nederlandse douane eenduidelijke vereenvoudiging voor de toets voor gelijksoortige goederen. Zeker gelet op het feitdat in de wetgeving noch in jurisprudentie een definitie is gegeven voor de begrippen‘handelskwaliteit’ en ‘technische kenmerken’.32

Alhoewel het beleid van de Nederlandse douane de toets voor gelijksoortige goederenvereenvoudigt, vraag ik me af of deze in lijn is met de bedoeling van de EU wetgever. Doorgeluiden uit de praktijk en een recent memo dat de Nederlandse douane heeft rondgestuurdaan de oliebranche, lijkt het alsof de Nederlandse douane zich dit zelf ook lijkt te realiseren enterugkomt op haar beleid als hierboven beschreven. In het memo geeft de Nederlandsedouane een toelichting over de gezamenlijke opslag van olie en olieproducten, meer specifiekover de gezamenlijke opslag van Argentijnse biodiesel onderhevig aan antidumpingrechten.Ondanks dat biodiesel niet in bijlage 3 staat opgenomen als olieproduct waarvoor aanvullendecriteria gelden, is volgens de Nederlandse douane voor het product biodiesel de GN-codealleen niet doorslaggevend om te spreken van gelijksoortige goederen, maar kijkt de douaneook naar de technische kenmerken en handelskwaliteit.

Standpunt douaneIn het memo neemt de douane het standpunt in dat de Argentijnse biodiesel niet gezamenlijkhad mogen worden opgeslagen met Europese biodiesel omdat beide ‘soorten’ biodieseluiteenlopende technische kenmerken hebben en niet dezelfde handelskwaliteit bezitten geletop de prijs.

De douane sluit het memo af met de volgende conclusie:

“Ook bij gezamenlijke opslag van olie en olieproducten gelden de normalevoorwaarden voor gezamenlijke opslag. Gezamenlijke opslag is alleen mogelijk als aande cumulatieve voorwaarden is voldaan. Daarnaast moet er ook een economischebehoefte aan gezamenlijke opslag zijn en mag het douanetoezicht niet in het gedrangkomen.”

Nu blijkt dat de Nederlandse douane terugkomt op haar vereenvoudigde toets voorgelijksoortige goederen, roept dit bij mij de vraag op hoe het bedrijfsleven de begrippenhandelskwaliteit en technische kenmerken moet interpreteren om een juiste beslissing temaken of er sprake is van gelijksoortigheid.

Immers, juist bij olieproducten is de technische samenstelling van de producten erg volatieleen vergankelijk onder verschillende klimaatomstandigheden, verschillende

32 Volledigheidshalve zij opgemerkt dat er wel jurisprudentie bestaat van het HvJ inzake equivalentieverkeer bijactieve veredeling, waarbij de begrippen handelskwaliteit en technische kenmerken ook tot de cumulatievevoorwaarden behoren. Echter, worden in dit verband ook geen definities gegeven voor deze begrippen.

Page 15: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

14

opslagomstandigheden en tijdsverloop. Met gevolg dat dezelfde partij wisselende waardesheeft. Mijn inziens zouden deze technische waarden niet beschouwd mogen worden/geselecteerd mogen worden als doorslaggevend bij het bepalen of een partij dezelfdehandelskwaliteit en technische kenmerken heeft. Het is inherent aan producten aan deoliebranche dat de technische kenmerken per definitie erg wisselvallig zijn en verschillendewaardes opleveren, zelfs in hetzelfde volume van biodiesel zonder het te mengen. Zodoendelijkt mij een aansluiting bij de GN-code niet zo gek, aangezien de indeling in de GN isgebaseerd op technische kenmerken die niet wisselvallig zijn en zodoende de echtehandelskwaliteit en technische kenmerken weergeven.

Ik ben het dan ook niet eens met het standpunt van de Nederlandse douane uiteengezet inhet memo over Argentijnse biodiesel. Ik ben van mening dat indien beide ‘soorten’ biodieseleenzelfde estergehalte hebben (als bepalend voor de onderverdeling in de GN) gesprokenkan worden van gelijksoortige goederen. Het feit dat de ene soort geproduceerd is uit raapzaadolie en het andere soort uit sojaolie doet hier mijn inziens niets aan af. Immers, de grondstoffen(sojaolie en raapzaadolie) die ten grondslag liggen aan het produceren van biodiesel hebbengeen invloed op de indeling in de GN en zouden dus ook niet bepalend mogen zijn voor degezamenlijke opslag.

Daarnaast merk ik op dat in het memo staat beschreven dat de Argentijnse biodieselonderworpen is aan antidumpingrechten. Het feit dat antidumpingrechten worden gehevenover de Argentijnse biodiesel om de EU markt te beschermen, lijkt des te meer bewijs dat deArgentijnse biodiesel en Europese biodiesel als gelijksoortig worden beschouwd. Immers,waarom zouden de EU markt beschermt moeten worden als het om niet gelijksoortigegoederen gaat? In de antidumpingverordeningen33 wordt expliciet vermeld dat ondanks deArgentijnse biodiesel uit andere grondstoffen is geproduceerd dan EU biodiesel, zij onderlingvergelijkbare fysische, chemische en technische basiseigenschappen hebben.

3.3.2. Gezamenlijke opslag over tanks/silo’s heenOp basis van artikel 534, lid 2, UVo. CDW (tegenwoordig artikel 177 GVo. DWU) heeft deNederlandse douane in het verleden toegestaan om de administratie van de gezamenlijkeopslag van bulkgoederen over tanks bij te houden. Dit betekent dat niet per tank/silo dehoeveelheid en douanestatus bekend is van de opgeslagen goederen, maar van alletanks/silo’s tezamen. De administratie vindt dus plaats over tanks/silo’s heen.Volledigheidshalve opgemerkt dat het hier goederen moet betreffen van dezelfde eigenaar diezich bevinden op dezelfde locatie.34

Sinds kort is de Nederlandse douane van mening dat olieterminals alleen in specifiekegevallen35 een administratie mogen voeren over tanks/silo’s heen. Dit heeft de douane aan hetbedrijfsleven gecommuniceerd tijdens een special georganiseerde vergadering voor deoliebranche. Het lijkt erop dat de Nederlandse douane zich is gaan realiseren dat zij de eerstecumulatieve voorwaarden ‘het moet niet mogelijk zijn om de douanestatus van elke soort

33 Verordening (EU) Nr. 490/2013 van 27 mei 2013, overweging 34 e.v., en Uitvoeringsverordening (EU) Nr.1194/2013 van 19 november 2013, overweging 16 e.v.34 De locatie moet in dit verband een afgesloten werkgebied zijn. Dit gebied kan bestaan uit een of meeraaneengesloten kadastrale percelen die in gebruik zijn bij dezelfde vergunninghouder. Als door dit werkgebiedeen openbare weg loopt, is dat geen belemmering voor het aanmerken als één locatie35 Mijn ervaring is dat de douane alleen toestaat een administratie te voeren over tanks heen, indien de noodzaakuit het bedrijfsleven voortvloeit. Meer specifiek, lijkt de douane de administratie over tanks alleen goed te keurenindien het pijpleidingstelsel van een terminal zo is aangelegd dat de leidingen gemeenschappelijk wordengebruikt en het daarnaast niet mogelijk is om de leidinginhoud naar het tankenpark of schip leeg te drukken. Ditheeft tot gevolg dat de pijpleidingen altijd volstaan met product. Zodoende ontstaat er bij het verladen vanschepen en transfers tussen de tanks op het tankenpark er dus eigenlijk altijd een gedeeltelijke vermenging vanproducten met verschillende douane status in leidingen. In deze situatie is de douane van mening dat aan deeerste cumulatieve voorwaarden wordt voldaan.

Page 16: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

15

goederen te allen tijde vast te stellen’ in het verleden te ruim hebben uitgelegd. Ik ben dan ookvan mening dat deze beleidsverandering niets te maken met de komst van het DWU.

Deze beleidsverandering heeft echter wel grote impact voor bulkterminals waar het voorheenwel was toegestaan een administratie over tanks heen te voeren. Immers, deze terminalsmoeten nu hun administratieve setup gaan aanpassen en operationeel gezien anders gaanwerken.

3.4. JurisprudentieEr is geen relevante NL of EU jurisprudentie verschenen inzake het gezamenlijk opslaan vanUniegoederen en niet-Uniegoederen in het douane-entrepot.

Page 17: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

16

4. Equivalente goederen

4.1. InleidingVeel bedrijven slaan zowel niet-Uniegoederen als Uniegoederen op in een douane-entrepot.Dit is geen probleem, mits het douanetoezicht niet in het gedrang komt. Als gezegd, betekentdit dat de goederen gevolgd moeten worden door de goederenstromen fysiek volledig tescheiden en zodoende onderlinge verwisseling uit te sluiten. Echter, is dit voor bulkgoederenlogistiek niet mogelijk dan wel vanuit kostenoogpunt economisch niet rendabel. Als degoederen geheel uitwisselbaar zijn, maakt het vanuit een EU oogpunt eigenlijk niet uit dat degoederen met wisselende douanestatus worden ‘verwisseld. Zodoende heeft de EU wetgeverhet zogenoemde equivalentieverkeer toegestaan, oftewel het gebruik van equivalentegoederen.

Op grond van de regeling equivalentieverkeer is het mogelijk om in plaats van niet-Uniegoederen Uniegoederen (als equivalent goed dienend) uit te slaan. Dit is mogelijk mitsde Uniegoederen onder

i) dezelfde achtcijferige code van de GN zijn ingedeeld; enii) dezelfde handelskwaliteit hebben; eniii) dezelfde technische kenmerken hebben als de niet-Uniegoederen die zij

vervangen.

Bij equivalentieverkeer verandert de douanestatus dan doordat:- de invoergoederen zich in de douanesituatie van de equivalente goederen bevinden;

en- de equivalente goederen zich in de douanesituatie van de invoergoederen bevinden.

Een voorbeeld36

De houder van een vergunning en/of de houder van de bijzondere regeling douane-entrepotsheeft niet-Unieschroeven opgeslagen. Door het toepassen van een gebruikelijke behandelingheeft hij de schroeven gesorteerd in kleinhandelsverpakkingen. Hij heeft ook equivalenteschroeven, maar deze zijn nog ongesorteerd en dus ook nog niet in de kleinhandelsverpakkingverpakt. Deze schroeven zijn ook opgeslagen in het douane-entrepot. In de administratie zijndeze schroeven te onderscheiden van de opgeslagen niet-Unieschroeven.

Hij krijgt een spoedorder voor de schroeven vanuit het douanegebied van Unie, maar dan welgesorteerd en in kleinhandelsverpakking. Hij maakt nu gebruik van de aan hem verleendevergunning equivalentieverkeer en brengt de niet-Unieschroeven zonder hiervoor een aangiftete doen direct op de markt. Op deze manier is hij flexibel in zijn bedrijfsvoering en kan directinspelen op vragen van de markt.

Deze schroeven krijgen nu na het op de markt brengen de niet- Uniestatus en de op de marktgebrachte gesorteerde schroeven krijgen de Uniestatus.

4.2. Rechtskader en overwegingenIn de wetgeving zijn verschillende bepalingen opgenomen die zien op het gebruik vanequivalente goederen in een douane-entrepot. In deze bepalingen wordt o.a. aangegevenwanneer het gebruik van equivalente goederen niet mogelijk is.

36 Handboek Douane,15.50.00 Douane-entrepots (geldig vanaf 1 mei 2016)

Page 18: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

17

De wettelijke basis voor gezamenlijke opslag is te vinden in:< 1 mei 2016 Per 1 mei 2016

Artikel 223 DWUArtikel 169 GVo. DWUArtikel 178, lid 1, onderdeel l GVo. DWUBijlage 71-02 GVo. DWUBijlage 71-04 GVo. DWU

Daar waar voor 1 mei 2016 de mogelijk tot het gebruik van equivalente goederen alleen wastoegestaan onder de douaneregelingen actieve veredeling en passieve veredeling, is per 1mei 2016 deze regeling uitgebreid voor de bijzondere regeling douane-entrepots.

In het DWU is met name opgenomen onder welke omstandigheden het gebruik vanequivalente goederen onder de bijzondere regeling douane-entrepots niet is toegestaan.37 Teweten,

- wanneer het equivalente goederen betreft die zijn opgenomen in bijlage 71-02 GVo.DWU.

- wanneer het equivalente goederen betreft die genetisch zijn gemanipuleerd of diegenetisch modificatie hebben ondergaan

- wanneer de niet-Uniegoederen onderworpen zouden zijn geweest aan een voorlopigof definitief antidumpingrecht, een compenserend recht een vrijwaringsmaatregel ofeen aanvullend recht dat voortvloeit uit een schorsing van concessies indien zij werdenaangegeven voor het vrije verkeer.

Ik vind het opvallend dat er in de wetgeving geen bepaling is opgenomen die ziet op de uiterstedatum/termijn voor de plaatsing van niet-Uniegoederen die zijn vervangen door equivalentegoederen onder de regeling douane-entrepot. Een datum/termijn is namelijk wel in de wetopgenomen voor het gebruik van equivalente goederen onder de bijzondere regeling actieveveredeling en passieve veredeling, te weten bijlage 71-05 GVo. DWU.

4.3. Handboek Douane – interpretatie Nederlandse douaneMijn inziens wijkt het Handboek Douane niet af van het DWU. Gelet op het feit dat het gebruikvan equivalente goederen in het douane-entrepot een nieuwe bepaling is en voor 1 mei 2016nog niet bestond, is geen sprake van een beleidswijzing van de Nederlandse douane.

4.4. JurisprudentieOmdat voor 1 mei 2016 de mogelijkheid van het gebruik van equivalente goederen onder debijzondere regeling douane-entrepots nog niet bestond, is er op dit gebied ook nog geenjurisprudentie verschenen. Echter, bestaat er wel jurisprudentie met betrekking tot het gebruikvan equivalente goederen onder de bijzondere regeling actieve veredeling.

1. In zaak C-103/96 van 13 maart 199738 ging het over de geldigheid van het criteriumvan dezelfde tariefindeling om te bepalen of al dan niet equivalentieverkeer tussentwee goederen in het kader van de regeling actieve veredeling mogelijk is. Hier werddoor het HvJ bepaald dat, ondanks dat de tariefnomenclatuur kan veranderen, dit nietaan de duidelijkheid en nauwkeurigheid van het genoemde criterium afdoet.39

2. In de zaak C-156/00 van 13 maart 200340 werd o.a. ingegaan op een brief van deCommissie aan de Nederlandse autoriteiten. Uit deze brief zou blijken dat tweeverschillende maissoorten als equivalent konden worden beschouwd voor de

37 Artikel 169 GVo. DWU38 HvJ 13 maart 1997, C-103/96 (Directeur Général des douanes et droits indirects tegen Eridania Beghin-Say)39 HvJ 13 maart 1997, C-103/96, rechtsoverweging 36 en 4040 HvJ 13 maart 2003, C-156/00 (Koningkrijk der Nederlanden tegen Commissie van de EuropeseGemeenschappen)

Page 19: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

18

vervaardiging van glucose. Daarop voortbouwend heeft belanghebbende aangenomendat mais en tarwe ook uitwisselbare grondstoffen waren. De Commissie betoogt echterdat het citaat over de verschillende soorten mais die voor de vervaardiging van glucosemochten worden gebruikt, uit zijn context is gehaald.41 Equivalentie moet niet wordenbeoordeeld op basis van het eindproduct, de glucose, maar op basis van hetingevoerde product, namelijk de mais.42 Het HvJ heeft overeenkomstig geconcludeerd.Het HvJ oordeelt dat de betrokken goederen (te weten mais uit derde landen en tarweuit de EU) niet onder dezelfde tariefonderverdeling vallen en zodoende geen sprake isvan equivalente goederen.43

3. In de zaak C-173/06 van 18 oktober 200744 ging het over het actieve veredeling metvoorafgaande uitvoer.45 In deze zaak is (o.a.) bevestigd dat het gebruik van equivalentegoederen is toegestaan bij actieve veredeling met voorafgaande uitvoer, mits dit nietleidt tot de cumulatie van douanevoordelen die het gevolg zou kunnen zijn van degelijktijdige toepassing van de regeling actieve veredeling en het preferentieel tarief.46

Uit bovengenoemde drie zaken concludeer ik dat voor het gebruik van equivalente goederentijdens de opslag in een douane-entrepot het volgende ook geldt:

- Het criterium van dat de equivalente goederen en de goederen die zij vervangen onderdezelfde achtcijferige code van de GN zijn ingedeeld, een strikte uitleg behoeft.

- Equivalentie moet niet worden beoordeeld op basis van het eindproduct maar op basisvan het ingevoerde product.

- Het gebruik van equivalente goederen niet mag leiden tot de cumulatie vandouanevoordelen.

Daarnaast is het natuurlijk opvallend dat de cumulatieve voorwaarden voor het gebruik vanequivalente goederen gelijk zijn aan de cumulatieve voorwaarden voor gezamenlijke opslag.In de basis komt het er bij beide regelingen op neer dat de goederen (die elkaars plaatsinnemen/kunnen vervangen/mengen) gelijk aan elkaar zijn en er dus voor de kopendeconsument geen onderscheid bestaat. Het verschil bestaat alleen fiscaal technisch, gelet opde douanestatus.

41 HvJ 13 maart 2003, C-156/00, rechtsoverweging 8242 HvJ 13 maart 2003, C-156/00, rechtsoverweging 8243 HvJ 13 maart 2003, C-156/00, rechtsoverweging 9444 HvJ 18 oktober 2007, C173/06 (Agrover Srl tegen Agenzia Dogane Circoscrizione Doganale di Genova)45 HvJ 18 oktober 2007, rechtsoverweging 12 ev.46 HvJ 18 oktober 2007, rechtsoverweging 22 t/m 26

Page 20: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

19

5. Vaststellen douanewaarde

5.1. InleidingWanneer niet-Uniegoederen de EU binnenkomen en vervolgens in het vrije verkeer van de EUworden gebracht, dienen er douanerechten te worden afgedragen. Echter, hoeven er nog geendouanerechten te worden afgedragen indien de niet-Uniegoederen onder een bijzondereregeling worden geplaatst, zoals de bijzondere regeling douane-entrepots. Wanneer de niet-Uniegoederen worden opgeslagen in een douane-entrepot dan wordt de betaling vandouanerechten geschorst.

Indien de goederen na opslag in het douane entrepot in het vrije verkeer wordt gebracht,dienen er alsnog douanerechten te worden betaald (als er een invoerrecht van toepassing is).De af te dragen douanerechten worden berekend aan de hand van de douanewaarde47 en hetinvoertarief. Voor het vaststellen van de douanewaarde wordt indien mogelijk aansluitinggezocht bij de transactiewaarde, waarbij de transactiewaarde de voor de goederen werkelijkbetaalde of te betalen prijs bij verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie is.48

Indien het niet mogelijk is de douanewaarde vast te stellen op basis van de transactiewaarde,dan dient de douanewaarde bepaald te worden op basis van i) de transactiewaarde vanidentieke goederen, ii) de transactiewaarde van soortgelijke goederen, iii) deterugrekenmethode, iv) de kostprijs-plus-methode of v) redelijke middelen. Voor dezeverhandeling ga ik ervan uit dat er een transactiewaarde is die gebruikt zou kunnen wordenvoor de bepaling van de douanewaarde.

5.2. Rechtskader en overwegingenIn de wetgeving zijn verschillende bepalingen opgenomen die zien op het vaststellen van dedouanewaarde van niet-Uniegoederen die in het vrije verkeer van de EU worden gebracht.

De wettelijke basis voor het vaststellen van de douanewaarde is te vinden in:< 1 mei 2016 Per 1 mei 2016Artikel 29 CDW Artikel 70 DWUArtikel 112 CDW Artikel 128 UVo. DWU

Artikel 136 UVo. DWUArtikel 347 UVo. DWU

Per 1 mei 2016 is er met betrekking tot het vaststellen van de douanewaarde veel veranderd.49

In deze verhandeling zal ik alleen ingaan op de veranderingen met betrekking tot hetvaststellen van de douanewaarde die relevant zijn voor de bijzondere regeling douane-entrepots.50

5.2.1. Last-sale-for-export-regelingAls gezegd, wordt bij het vaststellen van de douanewaarde aansluiting gezocht bij detransactiewaarde, waarbij de transactiewaarde de voor de goederen werkelijk betaalde of tebetalen prijs bij verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie is.51

Door de komst van artikel 128 UVo. DWU is er veel veranderd wat betreft de verkoop vooruitvoer naar het douanegebied van de Unie. Onder het CDW was het mogelijk om een verkoopdie eerder in de supply chain plaatsvindt als verkoop voor uitvoer naar het douanegebied vande Unie aan te wijzen. Dit wordt ook wel de first-sale-for-export-regeling genoemd.

47 Soms ook over de kilo’s en/of liters.48 Artikel 70 DWU49 Dit heeft er ook toe geleid dat de douane-entrepot type D onder het DWU niet langer bestaat.50 Ik laat bijvoorbeeld de wijzigingen wat betreft royalties en trademarks achterwege laten.51 Artikel 70 DWU

Page 21: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

20

De first-sale-for-export regeling is echter per 1 mei 2016 verdwenen.52 In artikel 128 UVo. DWUis namelijk bepaald dat de relevante verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie,de verkoop is die onmiddellijk voordat de goederen het douanegebied zijn binnengebracht,heeft plaatsgevonden. Dit wordt ook wel de last-sale-for-export-regeling genoemd. Door deartikel 128 UVo. DWU zijn importeurs nu verplicht om een verkoop verder in de supply chainte gebruiken als basis voor de douanewaarde met als gevolg een hogere prijs.

5.2.2. Verkoop in het douane-entrepotIn artikel 128, lid 2 UVo. DWU is voorts een bepaling opgenomen die ziet op niet-Uniegoederendie niet zijn verkocht voordat zij dat douanegebied zijn binnengebracht, maar de verkoop pasplaatsvind terwijl deze niet-Uniegoederen zijn opgeslagen in een douane-entrepot. In dit artikelwordt voor deze situatie bepaald dat voor deze goederen de transactiewaarde wordtvastgesteld op basis van de verkoop die in het douane-entrepot plaatsvindt.

5.3. Richtsnoeren EU Commissie versus HvJ arrest UnifertOm te waarborgen dat zowel de verschillende EU douaneautoriteiten als de marktdeelnemerseen gemeenschappelijk begrip hebben wat betreft het vaststellen van de douanewaarde onderde nieuwe regels van het DWU, heeft de EU Commissie richtsnoeren op haar websitegepubliceerd.53

Het scheppen van duidelijkheid door de EU Commissie is echter mislukt. Integendeel, ik merkdat er meer verwarring is ontstaan door de gepubliceerde richtsnoeren van de EU Commissie.In de richtsnoeren heeft de EU Commissie namelijk een nieuw begrip geïntroduceerd:domestic sale. Dit begrip is niet terug te vinden in de EU wetgeving noch in de jurisprudentie.In de richtsnoeren wordt het begrip domestic sale uitgelegd als een verkoop tussen twee EUpartijen. Daarbij wordt door de EU Commissie uitgelegd dat zo’n domestic sale niet kwalificeertals een verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie.

Het standpunt van de EU Commissie dat een verkoop tussen twee EU partijen niet kankwalificeren als een verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie, staat haaks opeen uitspraak van het HvJ uit 1990. In het arrest Unifert54 is namelijk door het HvJ het

52 Tenzij de aangever voor de inwerktreding van UVo. DUW contractueel verbonden is aan de first-sale-for-exportregeling op grond van artikel 341 UVo. DWU.53 Directorate-General Taxation and Customs Union, Customs Valuation Implementing Act, articles 128 and 136UCC IA, article 347 UCCIA (Brussels, 28 April 2016)54 HvJ 6 juni 1990, nr. C11/89 (Unifert Handels GmbH)

Page 22: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

21

tegenovergestelde bepaald. Het HvJ heeft in deze zaak geconcludeerd dat een verkooptussen twee EU partijen wel kan kwalificeren als een verkoop voor uitvoer naar hetdouanegebied van de Unie. Immers, het criterium verkoop voor uitvoer betreft de goederen enniet de plaats van vestiging van de verkoper.55 In rechtsoverweging 12 en 13 motiveert hetHvJ haar conclusie door te verwijzen naar artikel 6 van verordening (EEG) nr. 1495/80.56

Artikel 6 van verordening (EEG) nr. 1495/80:„Voor de toepassing van artikel 3 van verordening nr. 1224/80, is het feit dat de goederen diehet voorwerp van een verkoop uitmaken, ten invoer tot het vrije verkeer in de Gemeenschapworden aangegeven, een voldoende aanduiding om de goederen als verkocht voor uitvoernaar het douanegebied van de Gemeenschap aan te merken. Een dergelijke aanduidingbestaat ook in de gevallen van opeenvolgende verkopen vóór de bepaling van dedouanewaarde, waarbij iedere prijs die deze verkopen tot resultaat hebben, onder voorbehoudvan de bepalingen van verordening (EEG) nr. 1496/80, als basis voor de douanewaarde kanworden genomen..."57

Nu vraag ik me wel of de afschaffing van de first-sale-of-export-regeling er toe leidt datbovengenoemde bepaling haar kracht verliest, nu niet meer iedere prijs die deze verkopen totresultaat hebben als de basis voor de douanewaarde kan worden genomen. Onder het DWUkan alleen de verkoop die onmiddellijk voordat de goederen het douanegebied zijnbinnengebracht als basis voor de douanewaarde worden genomen. Is er met dezewetswijziging waarmee de first-sale-for-export is afgeschaft, er ook een eind gekomen aan dehoudbaarheid van het Unifert arrest? Mijn inziens niet. Artikel 6 van verordening (EEG) nr.1495/80 zal niet meer volledig toepasbaar zijn, echter de definitie van de transactiewaarde isdaarmee niet verkleind, er zijn alleen minder verkopen aan te wijzen als basis voor dedouanewaarde. Maar dit staat los van de plaats van vestiging van de partijen bij deverkoopovereenkomst.

5.4. Gevolgen voor het bedrijfslevenDoordat de richtsnoeren van de EU Commissie in strijd zijn met een HvJ uitspraak en jarenlangbeleid, is er veel onduidelijkheid ontstaan. Het is hierbij voor het bedrijfsleven van belang zichte realiseren dat richtsnoeren van de EU Commissie juridisch niet bindend zijn en slechts vanverklarende aard. Daarnaast is bekend dat in het verleden lokale douaneautoriteiten derichtsnoeren van de EU Commissie hebben genegeerd en een veel agressievere aanpakhanteerden. Dit kan er dan ook toe leiden dat lokale douaneautoriteiten de uitspraak van hetHvJ volgt omdat in principe de term verkoop voor uitvoer niet gewijzigd met de komst van hetDWU. Het blijft dus afwachten of de richtsnoeren in dit verband de houdbaarheid van deuitspraak van het HvJ uit 1990 aantasten.

Uit de praktijk blijkt dat importeurs voorzichtig blijven handelen en de voorkeur hebben om hunindividuele supply chain met hun lokale douaneautoriteiten af te stemmen.

Belangrijk om op te merken is dat het toepassen van de domestic sale (en dus in acht nemendat een domestic sale niet als verkoop voor uitvoer kan kwalificeren) ook een gunstig effectkan hebben voor het bedrijfsleven.58 Ik verwijs hiervoor naar de bijlage bij deze verhandelingwaarin ik aan de hand van een aantal voorbeelden het effect op een supply chain laat zienwanneer artikel 128 UVo. DWU en het standpunt van de EU Commissie omtrent domesticsales wordt toegepast.

55 HvJ 6 juni 1990, nr. C11/89 (Unifert Handels GmbH), rechtsoverweging 1156 Verordening (EEG) nr. 1495/80 van de Commissie van 11 juni 1980 betreffende de toepassing van sommigebepalingen van de artikelen 1, 3 en 8 van verordening nr. 1224/80 van de Raad (PB 1980, L 154, blz. 14), zoalsgewijzigd bij verordening (EEG) nr. 1580/81 van 12 juni 1981 (PB 1981, L 154, blz. 36).57 HvJ 6 juni 1990, nr. C11/89 (Unifert Handels GmbH), rechtsoverweging 12.58 Zie voorbeeld 9 in de bijlage van deze verhandeling.

Page 23: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

22

6. Conclusie

Sinds de veranderingen per 1 mei 2016 is er nog weinig geschreven over de wijzigingen metbetrekking tot de bijzondere regeling douane-entrepots. Dit is onterecht aangezien er genoegvoor het bedrijfsleven is veranderd met betrekking tot de gebruikelijke behandeling,gezamenlijke opslag, equivalente goederen en het berekenen van de douanewaarde.

In deze verhandeling heb ik de volgende onderzoeksvraag behandeld:

Wat is de invloed van het DWU op de bijzondere regeling douane-entrepots?

Deze onderzoeksvraag heb ik beantwoord door eerst in te gaan op de veranderingen zelf enhierbij een link te leggen naar het bedrijfsleven. Hierbij heb ik onderscheid gemaakt tussenveranderingen die het gevolg zijn van de komst van het DWU enerzijds, en veranderingen diehet gevolg zijn van beleidswijzigingen van de Nederlandse douane anderzijds. Waar mogelijkheb ik een uitstap gemaakt naar relevante jurisprudentie.

Uit mijn onderzoek is gebleken dat een aantal veranderingen per 1 mei 2016 zijn ontstaandoor het DWU. Ik verwijs hierbij naar de veranderingen in de limitatieve lijst voor toegestanegebruikelijke behandelingen, het toestaan van het gebruik van equivalente goederen in hetdouane-entrepot en de wijzigen wat betreft het bepalen van de verkoop tot uitvoer uit dedouanegebied van de Unie voor het vaststellen van de douanewaarde.

Echter, blijken een aantal veranderingen per 1 mei 2016 te zijn ontstaan door eenbeleidswijzigingen van de Nederlandse douane, die los staan van de komst van het DWU. DeNederlandse douane is de wet strikter gaan uitleggen. Omdat deze striktere uitleg nietrechtstreeks uit het DWU volgt, vermoed ik dat de reden voor deze striktere uitleg vanuitBrussel is opgelegd. De toepassing van een strikter beleid is met name merkbaar wat betreftpunt 12 van de gebruikelijke behandeling en de gezamenlijke opslag van niet-Uniegoederenen Uniegoederen in een douane-entrepot.

Omdat er maar weinig relevante jurisprudentie beschikbaar is met betrekking tot de bijzondereregeling douane-entrepots, maak ik hieruit op dat discussies hieromtrent waarschijnlijk in eenvroeg stadium met de Nederlandse douane worden afgestemd. Ik vermoed dat hetbedrijfsleven zich bij de striktere uitleg omtrent punt 12 van de gebruikelijke behandelingenneerlegt bij het standpunt van de Nederlandse douane en voor de twijfelgevallen de handelingonder de bijzondere regeling actieve veredeling laten plaatsvinden.

Echter, vermoed ik dat de beleidswijziging van de Nederlandse douane inzake degezamenlijke opslag en daarbij de toepassing van de cumulatieve voorwaarden wel tot eenprocedure zal leiden. Ook voorzie ik discussies ontstaan omtrent het bepalen van de verkoopvoor uitvoer als opgenomen in artikel 128 GVo. DWU en begrip domestic sales alsgeïntroduceerd in de richtsnoeren van de EU Commissie. Indien laatstgenoemd tot het stellenvan prejudiciële vragen zal leiden, zal duidelijke worden in hoeverre het arrest Unifert van hetHvJ nog houdbaar is.

Let wel, het zal voor het bedrijfsleven een belangrijke afweging moeten zijn om naar de rechterte stappen wat betreft de beleidswijzigingen van de Nederlandse douane. Immers, indiendoorgeprocedeerd wordt en de zaak voorkomt bij het HvJ, dan is er een kans dat het HvJ metterugwerkende kracht een naheffingsaanslag opgelegd indien blijkt dat het jarenlanggepubliceerd Nederlands beleid in strijd is met het Unierecht (bijvoorbeeld in geval degezamenlijke opslag onjuist is toegepast en er wordt geconcludeerd dat er sprake is vanonttrekking aan het douanetoezicht). Gelet op het arrest C-153/1059 verwacht ik dat de

59 HvJ 7 april 2011, C-153/10 (Sony Supply Chain Solutions (Europe) BV)

Page 24: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

23

Nederlandse douane wat betreft de striktere uitlegging dan aan het laatste eind zal trekken. Indit arrest is namelijk door het HvJ geoordeeld dat geen wettig vertrouwen aan jarenlanggepubliceerd beleid van nationale autoriteiten kan worden ontleent (zoals het HandboekDouane), indien de nationale autoriteiten in strijd hebben gehandeld met het recht van deUnie.60

60 HvJ 7 april 2011, C-153/10, rechtsoverweging 49.

Page 25: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

24

Bijlage

Aan de hand van de wijzigingen als opgenomen in artikel 128 UVo. DWU en de richtsnoerenvan de EU Commissie, geef ik hierna negen praktische voorbeelden met betrekking tot hetvaststellen van de douanewaarde. Deze voorbeelden zien allemaal op de situatie waarbijniet-Uniegoederen bij binnenkomst in de EU worden geplaatst onder de bijzondere regelingdouane-entrepots.

Voorbeeld 1:Partij A = Japanse producentPartij B = Zwitserse distributeurPartij C = EU retailer

Partij A verkoopt niet-Uniegoederen aan partij B. Als gevolg worden de niet-Uniegoederen vanJapan naar de EU verscheept, waar de niet-Uniegoederen worden opgeslagen in een douane-entrepot.

Vervolgens verkoopt partij B de goederen aan partij C. Als gevolg van deze verkoop wordende niet-Uniegoederen in het vrije verkeer van de EU gebracht en dienen er douanerechtenbetaald te worden.

1. Verkoop voor uitvoer volgens DWUOp grond van artikel 128, lid 1, UVo. DWU is de transactiewaarde die de basis vormt voor hetvaststellen van de douanewaarde € 70. Immers, dit is de verkoop die onmiddellijk plaatsvindtvoordat de goederen het douanegebied zijn binnengebracht.

Page 26: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

25

Voorbeeld 2:Partij A = Japanse producentPartij B = EU retailer

Partij A vervoert niet-Uniegoederen naar de EU en slaat deze niet-Uniegoederen op in eendouane-entrepot.

Vervolgens verkoopt partij A de goederen aan B. Als gevolg van deze verkoop worden de niet-Uniegoederen in het vrije verkeer van de EU gebracht en dienen er douanerechten betaald teworden.

1. Verkoop voor uitvoer volgens DWUOp grond van artikel 128, lid 2 UVo. DWU is de transactiewaarde die de basis vormt voor hetvaststellen van de douanewaarde € 90. Immers, er vindt geen verkoop plaats onmiddellijkvoordat de goederen het douanegebied zijn binnengebracht. De verkoop vindt pas plaatsterwijl de goederen zijn opgeslagen in een douane-entrepot.

Page 27: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

26

Voorbeeld 3:Partij A = EU producent (niet gelieerd aan partij B)Partij B = EU distributeur (niet gelieerd aan partij A)Partij C = Zwitserse retailer

Partij A verkoopt niet-Uniegoederen aan partij B. Als gevolg van deze verkoop worden de niet-Uniegoederen van Japan naar de EU vervoerd. Bij binnenkomst in de EU worden de niet-Uniegoederen opgeslagen in een douane-entrepot.

Terwijl de niet-Uniegoederen zijn opgeslagen in het douane-entrepot, verkoopt partij B degoederen aan partij C. Als gevolg van deze verkoop worden de niet-Uniegoederen in het vrijeverkeer van de EU gebracht en dienen er douanerechten betaald te worden.

1. Verkoop voor uitvoer volgens DWUOp grond van artikel 128, lid 1,UVo. DWU is de transactiewaarde die de basis vormt voor hetvaststellen van de douanewaarde € 70. Immers, dit is de verkoop onmiddellijk plaatsvindtvoordat de goederen het douanegebied zijn binnengebracht.

2. Verkoop voor uitvoer volgens de richtsnoeren van de EU CommissieIn de richtsnoeren van de EU Commissie is bepaald dat een verkoop voor uitvoer naar hetdouanegebied van de Unie geen verkoop tussen EU partijen mag zijn. Zodoende kan de €70niet de basis vormen van de douanewaarde, maar dient €90 als basis van de douanewaarde.

Page 28: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

27

Voorbeeld 4:Partij A = EU producent (niet gelieerd aan partij B)Partij B = EU retailer (niet gelieerd aan partij A)

Partij A vervoert niet-Uniegoederen naar de EU, waar partij A de niet-Uniegoederen opslaat ineen douane-entrepot. Vervolgens verkoopt partij A de goederen aan partij B. Als gevolg vandeze verkoop worden de niet-Uniegoederen in het vrije verkeer van de EU gebracht en dienener douanerechten betaald te worden.

1. Verkoop voor uitvoer volgens DWUOp grond van artikel 128, lid 2 UVo. DWU is de transactiewaarde die de basis vormt voor hetvaststellen van de douanewaarde € 90. Immers, er vindt geen verkoop plaats onmiddellijkvoordat de goederen het douanegebied zijn binnengebracht. De verkoop vindt pas plaatsterwijl de goederen zijn opgeslagen in een douane-entrepot.

2. Verkoop voor uitvoer volgens de richtsnoeren van de EU CommissieIn de richtsnoeren van de EU Commissie dat een verkoop voor uitvoer naar het douanegebiedvan de Unie geen verkoop tussen EU partijen mag zijn. Dit betekend dat de verkoop tussenpartij A en partij B (beide EU partijen) niet kwalificeert als een verkoop voor uitvoer. Zodoendemag €90 niet als basis dienen voor de douanewaarde. Zodoende moet de douanewaardebepaald worden aan de hand van andere methodes dan de transactiewaarde methode.61

61 Artikel 74 DWU

Page 29: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

28

Voorbeeld 5:Partij A = Japanse producentPartij B = EU distributeurPartij C = Zwitserse retailer

Partij C plaatst een bestelling bij partij B. In het douane-entrepot van partij B is geen voorraadmeer dus partij B moet de goederen bij partij A in Japan gaan bestellen. Wanneer de goederendoor partij A uit Japan zijn geleverd aan partij B in het douane-entrepot, brengt partij Bvervolgens de niet-Uniegoederen (na gebruikelijke behandeling) in het vrije verkeer van de EUen dienen er douanerechten betaald te worden.

1. Verkoop voor uitvoer volgens DWUOp grond van artikel 128, lid 1,UVo. DWU is €80 de basis van de douanewaarde. Immers, ditis de verkoop onmiddellijk plaatsvindt voordat de goederen het douanegebied zijnbinnengebracht. Dit vanwege het feit dat de bestelling door partij C was geplaats voordat degoederen in de EU waren gebracht.

Ook wanneer de bestelling door partij C was geplaatst nadat de goederen het grondgebiedvan de EU zijn binnengebracht en deze goederen zich nog bevinden in het douane-entrepot,kan partij B gebruik maken van EUR 80 als basis voor de douanewaarde. Immers, dit is delaatste verkoop voordat de goederen het douanegebied van de Unie zijn binnengebracht.

Page 30: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

29

Voorbeeld 6:Partij A = Japanse producentPartij B = EU distributeur

Partij B is in verschillende plaatsen in de EU gevestigd en wil zijn magazijn in Duitslandaanvullen. Zodoende bestelt partij B nieuwe producten bij haar douane-entrepot in Nederland.Aangezien er in het douane-entrepot van partij B geen voorraad meer is, koopt partij B niet-Uniegoederen bij partij A in Japan. Wanneer de niet-Uniegoederen door partij A uit Japan zijngeleverd aan bij partij B in het douane-entrepot in Nederland, vervoert partij B haar goederennaar haar magazijn in Duitsland. Zodoende worden de niet-Uniegoederen uit het douane-entrepot geslagen en in het vrije verkeer van de EU gebracht en dienen er douanerechtenbetaald te worden.

1. Verkoop voor uitvoer volgens DWUOp grond van artikel 128, lid 1,UVo. DWU is de EUR 80 de transactiewaarde die de basisvormt voor het vaststellen van de douanewaarde. Immers, dit is de verkoop onmiddellijkplaatsvindt voordat de goederen het douanegebied zijn binnengebracht.

Page 31: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

30

Voorbeeld 7:Partij A = Europese principaal

Partij A is een Europese principaal en heeft over de hele wereld magazijnen. Partij A wil zijnmagazijn in Duitsland aanvullen en plaats zodoende een bestelling bij zijn douane-entrepot inNederland. In de Nederlandse douane-entrepot is geen voorraad meer dus partij A moet degoederen bij zijn magazijn in Japan bestellen. Wanneer de goederen uit Japan zijn vervoerdnaar het Nederlandse douane-entrepot worden de niet-Uniegoederen (na gebruikelijkebehandeling) in het vrije verkeer van de EU gebracht.

Omdat er geen verkoop te grondslag ligt aan het in het vrije verkeer brengen van de niet-Uniegoederen in de EU, kan de douanewaarde niet worden vastgesteld volgens detransactiewaarde methode. Zodoende dient partij A de basis van de douanewaarde vast testellen aan een van de andere methodes.62

62 Artikel 74 DWU

Page 32: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

31

Voorbeeld 8:Partij A = EU distributeurPartij B = Zwitserse retailer

Partij B plaatst een bestelling bij partij A. In het douane-entrepot van partij A is geen voorraadmeer dus partij A moet niet-Unie goederen in Japan gaan bestellen. Wanneer de niet-Uniegoederen uit Japan door partij A zijn vervoerd naar haar douane-entrepot, brengt partij Avervolgens de niet-Uniegoederen (na gebruikelijke behandeling) in het vrije verkeer van de EUen dienen er douanerechten betaald te worden.

1. Verkoop voor uitvoer volgens DWUOp grond van artikel 128, lid 2 UVo. DWU is de transactiewaarde die de basis vormt voor hetvaststellen van de douanewaarde € 120. Immers, er vindt geen verkoop plaats onmiddellijkvoordat de goederen het douanegebied zijn binnengebracht. De verkoop vindt pas plaatsterwijl de goederen zijn opgeslagen in een douane-entrepot.

Page 33: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

32

Voorbeeld 9:Partij A = Japanse producentPartij B = EU distributeur (niet gelieerd aan partij C of D)Partij C = EU distributeur(niet gelieerd aan partij B of D)Partij D = EU retailer (niet gelieerd aan partij B of C)

In Japan verkoopt partij A niet-Uniegoederen aan partij B. Direct daarna verkoopt partij B deniet-Uniegoederen door aan partij C. Als gevolg van de verkoop tussen partij B en partij Cworden de niet-Unie goederen vanuit de opslaglocatie van partij A (waar de niet-Uniegoederennog lagen opgeslagen) direct naar het douane-entrepot van partij C vervoerd. Vervolgensverkoopt partij C de goederen aan partij D. Als gevolg van de verkoop tussen partij C en partijD worden de niet-Uniegoederen in het vrije verkeer van de EU gebracht en dienen erdouanerechten betaald te worden.

1. Verkoop voor uitvoer volgens DWUOp grond van artikel 128, lid 1,UVo. DWU is €100 de transactiewaarde die de basis vormt voorhet vaststellen van de douanewaarde. Immers, dit is de verkoop onmiddellijk plaatsvindtvoordat de goederen het douanegebied zijn binnengebracht.

2. Verkoop voor uitvoer volgens de richtsnoeren van de EU CommissieIn de richtsnoeren van de EU Commissie is bepaald dat een verkoop voor uitvoer naar hetdouanegebied van de Unie geen verkoop tussen EU partijen mag zijn. Dit betekent dat deverkoop tussen partij B en partij C (beide EU partijen) niet kwalificeert als een verkoop vooruitvoer.

Echter, omdat er direct vervoer plaatsvindt vanuit Japan (locatie van partij A) naar de douane-entrepot in de EU (locatie partij C) kan beargumenteerd worden dat de verkoop tussen partijA en partij B ook kwalificeert als een verkoop voor uitvoer naar het douanegebied van de Unie.Zodoende is de verkoop tussen partij A en partij B de verkoop voor uitvoer die onmiddellijkplaatsvindt voordat de goederen het douanegebied zijn binnengebracht. De €80 is daarom detransactiewaarde die de basis vormt voor het vaststellen van de douanewaarde.

Hierbij opgemerkt dat in de geschetste situatie, de verkoop tussen partij C en partij D (beideEU partijen) ook niet kwalificeert als een verkoop voor uitvoer op grond van de richtsnoerenvan de EU Commissie.

Stel dat de verkoop tussen partij C en partij D geen verkoop was tussen EU partijen (begripdomestic sale niet van toepassing), dan zou de verkoop tussen partij C en partij D dus kunnenkwalificeren als een verkoop voor uitvoer. In deze situatie ben ik alsnog van mening dat deverkoop tussen partij A en partij B moet worden aangemerkt als de verkoop voor uitvoer (€80)in plaats van de verkoop tussen partij C en partij D (€120) op grond van artikel 128, lid 1, UVo.DWU. Immers, er wordt pas aan artikel 128, lid 2 UVo. DWU toegekomen als er geen verkoopten grondslag ligt aan het binnenbrengen van de niet-Uniegoederen in de EU.

Door het toepassen van het standpunt van de EU Commissie omtrent de domestic sale, leidtdit in deze situatie dus tot het gevolg dat een verkoop eerder in de supply chain (verkooptussen partij A en partij B) kwalificeert als de verkoop voor uitvoer. Hierdoor lijkt de first-sale-for-export-regeling toch niet helemaal te zijn verdwenen met de komst van het DWU.

Page 34: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

33

Page 35: DOUANE-ENTREPOT De veranderingen per 1 mei 2016 den Heuvel.pdf · douane-entrepots sinds de veranderingen per 1 mei 2016, ben ik van mening dat er duidelijkheid moet komen hieromtrent.

34

Literatuurlijst

Jurisprudentie- HvJ 6 juni 1990, nr. C11/89 (Unifert Handels GmbH)- HvJ 13 maart 1997, C-103/96 (Directeur Général des douanes et droits indirects

tegen Eridania Beghin-Say)- HvJ 13 maart 2003, C-156/00 (Koningkrijk der Nederlanden tegen Commissie van de

Europese Gemeenschappen)- HvJ 18 oktober 2007, C173/06 (Agrover Srl tegen Agenzia Dogane Circoscrizione

Doganale di Genova)- HvJ 7 april 2011, C-153/10 (Sony Supply Chain Solutions (Europe) BV)

Wetgeving- VERORDENING (EEG) Nr. 2913/92 VAN DE RAAD van 12 oktober 1992 tot

vaststelling van het communautair douanewetboek- VERORDENING (EG) Nr. 2454/93 VAN DE COMMISSIE van 2 juli 1993 houdende

vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek

- VERORDENING (EU) Nr. 952/2013 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN VANDE RAAD van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie

- GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/2446 VAN DE COMMISSIE van 28juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het EuropeseParlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van hetdouanewetboek van de Unie

- UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/2447 VAN DE COMMISSIE van 24november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingenvan Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europese Parlement en de Raad totvaststelling van het douanewetboek van de Unie

Douane/Belastingdienst- Handboek Douane,15.50.00 Douane-entrepots (geldig tot 30 april 2016)- Handboek Douane,15.50.00 Douane-entrepots (geldig vanaf 1 mei 2016)- Douane Landelijk Kantoor/Vaktechnisch & Internationaal, MEMO Gezamenlijke

opslag olie en olieproducten (16-06-2016)

Richtsnoeren EU Commissie- Directorate-General Taxation and Customs Union, SPECIAL PROCEDURES – Title

VII UCC/ “guidance for MSs and Trade” (Brussels, 15 July 2016)- Directorate-General Taxation and Customs Union, Customs Valuation Implementing

Act, articles 128 and 136 UCC IA, article 347 UCCIA (Brussels, 28 April 2016)

Literatuur- Tom Walsh, European Union Customs Code (1st edn, Kluwer Law International,

Alphen aan den Rijn, 2015)- Punt, E.N., Vliet, D.G. van, Douanerechten: Inleiding tot het communautaire

douanerecht (01-01-2000)

Internetbronnen- http://www.ey.com/nl/nl/services/tax/vat--gst-and-other-sales-taxes/ey-ita-gt-26-eu-

customs-guidance-on-the-customs-valuation-under-the-ucc- http://download.belastingdienst.nl/douane/docs/memo_art_70_dwu_artikel128_uvo_d

o2961b1fd.pdf