i

lU

ruL~4:11---'41:fl:m=:ɱmn#=ï:&

r

l~.l

l

l'I

I4|.|

Il" l

juridisch

62canonl'T`1ElgElZ!l`le

Mr. Roelof Andringa _Andringa Caljé Advocaten B.\/_

verlegging invoer-btvvbij e-commerce zendingen

ø I u u u § o c n n n n u n u u n u u u | u o o n n n n u n n u Q u u n u Q ' o 4 n n c n . u n u u n u a o o o c ø n c n c ø n Q n u n u 1 o 4 › o 4 n n a n u a n u u n u u | ' Q u o n o n n . u n u u n nu

Telefoontje van de Douane “verleggingvan invoer~lotw wordt mogelijk verkeerdtoegepast.”Binnenkort volgt een controle.

Dat zijn geen leuke berichten maar toch gebeurt hettegenwoordig regelmatig dat logistieke dienstverleners inde problemen komen door een verkeerde toepassing van debtvv-verlegging bij invoer, met name bij e-commerce zen-dingen. In deze korte bijdrage zal ik aangeven waar het naaronze ervaring fout gaat en vvaar logistieke dienstverleners opkunnen letten.

InleidingDe invoer van e-commerce goederen neemt een belangrijkeplaats in, in de totale goederenstroom naar Europa. In het bij-zonder geldt dat voor goederen die door Aziatische verkopersvia handelsplatvormen, zoals Amazon en Ebay, rechtstreeksaan Europese consumenten vvorden verkocht. De inklaringvan dergelijke zendingen is vaak lastig vanvvege de groteverscheidenheid aan goederen, en omdat een verkoopprijsten tijde van de invoer veelal (nog) niet voorhanden is, enomdat (te) veel aanspraak vvordt gemaakt op de vrijstellingvoor zendingen van een geringe vvaarde (e 22,- voor de btvven ei 150,- voor de invoerrechten). Daarmee is het op juistevvijze inklaren van e-commerce zendingen op zichzelf al eenuitdaging. _

De e-commerce handelaren zelf hebben ook moeite om aanhun btvv-verplichtingen te voldoen. Dat blijkt ingieder gevaluit de vele rapporten over het “btvv-gat bij e-commerce".De Europese Commissie heeft de praktische- en minderpraktische problemen van de btvv- en douaneverplichtingenbij e-commerce ook gesignaleerd en heeft daarom recentelijkeen aantal voorstellen gedaan, enerzijds om het voor buiten-landse bedrijven makkelijker te maken om aangifte te doen,

- - - - - - - n o ø n u n . u n u n u | u Q › n o n n a n u n n u | o u o 4 o n o I n c n n o u ø o u . § U o o o n n ø n c n n u a | U o › o n | ø n c ø n u u n o . › Q › Q I n n n Q | | | | | U | I I II

en anderzijds om de handelsplatvormen mede aansprakelijkte stellen voor de btvv op de verkopen via hun platvormen.Meer hierover vindt u op de vvebsite van de Europese com-missie, maar vvaar ik het in deze bijdrage over vvil hebbenstaat daar los van, en betreft alleen de verlegging van deinvoer-btvv.

Typische vergissingenverlegging van invoer-btvv houdt in dat de btvv die is ver-schuldigd terzake van de invoer niet direct bij invoer hoeft tevvorden voldaan, maar kan vvorden volstaan met vermeldingvan de invoer-btvv op de periodieke aangifte omzetbelastingvan de importeur of zijn beperkt fiscaal vertegenvvoordiger.Aangezien de invoer btvv op hetzelfde aangiftebiljet in aftrekkan vvorden gebracht, is dan per saldo geen invoer-btvv af tebetalen.voor zover ik kan overzien, hebben verkopers van buitende EU goed in de gaten dat Nederland mogelijkheden kentom geen invoer-btvv te hoeven betalen, en laten logistiekedienstverleners zich verleiden om verlegging toe te passenzonder dat aan alle vvettelijke voorvvaarden is voldaan. Uitonze praktijk blijkt dat er vier soorten fouten of vergissingenvvorden gemaakt.

1. Alleen de invoer wordt aangegevenEen logistiek dienstverlener treedt op als beperkt fiscaalvertegenwoordiger en verlegt de invoer-btvv naar zijn eigenaangifte omzetbelasting op zijn B02 nummer. ln die aangiftemoet echter niet alleen de invoer van de goederen, maarook de daaropvolgende levering van de goederen vvordenaangegeven. Dat kan een binnenlandse levering zijn, eenintracommunautaire overbrenging of eventueel een vvederuitvoer. Afhankelijk van vvat er met de zending gebeurt, zalde logistiek dienstverlener iets moeten aangeven. Als delogistieke dienstverlener echter vergeet om de opvolgendelevering aan te geven, of gevvoon niet over de informatiebeschikt om de opvolgende leveringen aan te geven, dan zalde Belastingdienst aannemen dat binnenlands geleverd- is en

0 4 0 n a n I c | n u u u u u u n U u Q 4 0 n s n n c n n u u n u u n u n › 0 n o n n n u Q u u n u u ø u 0 n a n n c n n u n n u ø n u ' q o n n a n n n n ø I u n u u u ' Q U 4 n n c ø n c n n u u o u u n uu

21% naheffen. In beginsel wordt die btw nageheven van deverkoper, maar omdat de beperkt fiscaal vertegenwoordigerop grond van artikel 24c van het Uitvoeringsbesluit medeaansprakelijk is voor de verschuldigde btw, loopt de beperktfiscaal vertegenwoordiger het risico om uiteindelijk voor debtw op te moeten opdraaien.

2. Gekaapt btw-nummer voor de opvolgende leveringWat ook voorkomt, is dat weliswaar een opvolgende leveringwordt aangegeven, maar daarvoor gebruik wordt gemaaktvan een btw-nummer dat is afgegeven in een ander land(bijv. VK) dan waarnaar de goederen zijn verzonden (bijv.DE) of van een spookvennootschap of van een willekeurigevennootschap waarvan het nummer eenvoudig is gekaapt'.In al deze gevallen zal de Belastingdienst ook aannemen datbinnenlands is geleverd en 21% btw naheffen, waarvoor delogistiek dienstverlener wederom mede aansprakelijk is.

3. Verlegging alléén voor degene voor wie de goederenzijn bestemd.

Op grond van artikel 23 Wet OB kan de invoer-btw alleenworden verlegd naar degene voor wie de goederen zijnbestemd. Dat begrip “bestemd zijn voor” is een lastig begripwaarover- niet in de laatste plaats door onszelf - veelvuldigis geprocedeerd maar meestal is dat de eigenaar van degoederen ten tijde van de invoer. Als de logistiek dienstver-lener optreedt als beperkt fiscaal vertegenwoordiger vooreen persoon of vennootschap die niet de eigenaar is van degoederen (zoals bijvoorbeeld een consolidator), dan is verleg-ging niet van toepassing en zal de Douane 21% invoer-btwkunnen navorderen van ofwel de douane-agent, dan wel dedirect-vertegenwoordigde.

4. Oprichten aankoop BVTot slot heb ik begrepen dat sommige logistieke dienstver-leners een aparte B.\/. oprichten om op te laten treden alskoper van de goederen Daarbij bestaat naar mijn meninghet risico dat de Belastingdienst Douane die aankoop negeert

op grond van de stelling dat sprake is van een 'schijntrans-actie'. Als inderdaad sprake is van een schijntransactie kande Douane 21% btw navorderen ter zake van de invoer, enkan de Belastingdienst vervolgens aftrek van die invoer-btwweigeren omdat de goederen niet voor die vennootschapbestemd waren.

Hoe dan welZo bezien lijkt het toepassen van de verleggingsregeling bijinvoer met alle nieuwe wetgeving een mijnenveld en mis-schien is het dat ook. Anderszins denk ik dat de verleggings-regeling een zeer waardevolle vereenvoudiging is voor hetNederlandse bedrijfsleven en dat de regeling goed bruikbaaris, zolang de logistieke dienstverlener zich rekenschap geeftvan deze valkuilen en kritisch is bij toepassing van de verleg-gingsregeling.

Uiteraard zijn wij graag bereid om met u mee te denken enuw concrete vragen over dit onderwerp te beantwoorden.

263CÂRGQmagazine