Aan het college van Burgemeester en Wethouders Per e-mail en van de gemeente Delfzijl persoonlijk gebracht Onderwerp: Bedreiging volksgezondheid door uitworp ESD Uw brief : VROM, d.d. 13 januari 2010 xxxxxxxxxx, 28 mei 2010 Geacht college, Op 10 november 2009 stuurde ik u een brief waarin ik uw aandacht vestigde op de volgende feiten: 1 Er is hard bewijs bij de provincie Groningen van milieugerelateerde gezondheidsklachten. 2 Sinds 13 april 2006 is bij u bekend, dat de milieugerelateerde gezondheidsklachten verband houden met uitworp van het bedrijf. 3 Uit een door het bedrijf bij het Gemeentebestuur gedane ‘Melding’ betreffende het opstoken van afval uit Koelwaterbassin 3 blijkt, dat de volgende uiterst schadelijke stoffen in ons leefmilieu kwamen/kunnen komen: Arseen, kwik, kwikoxide, nikkel, PAK, cadmium, chroom, koper, zink, zwavel. U kunt weten dat door oxidatie in de buitenlucht bij temperaturen onder de 2600 graden Celsius de volgende kankerverwekkende stoffen worden gevormd en in de woonomgeving neerkomen: Arseentrioxide, Arseenpentoxide, Nikkeloxide, Cadmiumoxide, Chroomtrioxide. Verder komen zoals u weet petroleumcokes en vanuit de petroleumcokes de volgende stoffen in ons leefmilieu: Selenium, Vanadium en het kankerverwekkende Vanadiumpentoxide. Een deel van deze stoffen komen ook op groenten en fruit in onze tuinen 4 Onafhankelijk, wetenschappelijk onderzoek in Noorwegen heeft uitgewezen, dat bij soortgelijke bedrijven als ESD Sic asbestachtige stoffen vrijkomen die longkanker veroorzaken. 5 Een dergelijk onafhankelijk onderzoek is in Nederland nog steeds niet uitgevoerd. 6 De vergunning voldoet niet aan de eisen van de tijd. 7 De provincie wil in het openbaar de ‘blazers’ niet bespreken, terwijl ze niet alleen stinken, maar ook nog uiterst giftige stoffen bevatten.

Op 14 januari 2010 ontving ik uw brief met rapporten van TNO (november 2004) en Bureau Blauw (april 2006). Reactie: Mij is het volgende gebleken: A. We hebben hier te doen met verouderde, onvolledige rapporten. Er is namelijk voortschrijdend inzicht uit het jaar 2006. Toen is een publicatie verschenen

Airborne Fibres in the Norwegian Silicon Carbide Industry, A.SKOGSTAD, S. FØRELAND, E. BYE and W. EDUARD, Ann. Occup. Hyg., Vol. 50, No. 3, pp. 231-240, 2006 ‘The increased prevalence of lung cancer as reported by Romundstad et al. (2001) may, thus be attributed to the SiC fibres.’ Onderstaande foto’s van het asbestachtige beta-siliciumcarbide (fijn stof) komen uit dit artikel.

Fig. 1. SEM images of different SiC fibre morphologies (categories). (a–c) K1 with variation of disc shape. (d) K2 with variable diameter along the fibre axis. (e) K3 fibre. (f) K4 fibre with smooth surface. (g) K4: pointed fibre end. (h) K4: fibre protruding from club-like structure. (i) K5 with irregular surface. (j) K6 fibre: the hexagonal cross section gives the impression of white lines along the fibre border. (k) Category K7. (l) Specimen of K8 fibre category. (m) Two cleavage fragments and one angular SiC particle. (n) Branched SiC fibre structure consisting of four branches of type K2. Scale bars represent 1 µm.

B. De kankerverwekkende stoffen vormen zich hoog in de buitenlucht door afkoeling van het procesgas en verbinding met zuurstof uit de buitenlucht en verwaaien als zwevende deeltjes vervolgens naar de woongebieden in onze gemeente en ver daarbuiten de wijde wereld in. Zie foto. Bijna niets valt op de recorders die op het bedrijfsterrein stonden opgesteld. Eenvoudig is in te zien dat ook grof stof voornamelijk buiten het terrein omlaag valt. Ook grof stof dringt door in onze woningen en tuiinen. De gebruikte meetmethodes en rekenmodellen deugen niet. De neerslag in onze woningen en tuinen moet worden onderzocht.

C. Evenmin wordt in de rapporten gezegd dat de uitworpen van ESD geen risico vormen voor de volksgezondheid. Er is niet onderzocht wat in onze longen en spijsverteringsysteem komt.

D. Dat beta-SiC in de uitstoot zit is bekend, zowel bij het bedrijf als de provincie (gedeputeerde dhr. R.Slager). VERZOEKEN Gelet op het voortschrijdend inzicht verzoek ik u om: 1 Op basis van de huidige, wetenschappelijke inzichten, aandringen te bij de provincie op het verbeteren van de Milieuvergunning zodat tenminste het bedrijf haar proces beheerst en de blazers worden verboden. 2 Een onafhankelijke, wetenschappelijke instelling op zo kort mogelijke termijn te laten vaststellen: a) wat de oorzaken zijn van de lichamelijke en/of psychische verschijnselen die bij omwonenden optreden, zodra ze blootgesteld zijn aan de uitstoot van ESD; b) de te verwachten langetermijneffecten van de blootstelling; c) aan welke stoffen omwonenden worden blootgesteld door het bedrijf ESD. De provincie Groningen moet u de juiste emissiegegevens verstrekken (Uitspraak van de Raad van State d.d. 4 mei 2010.). Deze gegevens zijn als uitgangspunt nodig om vast te stellen welke stoffen hoog boven in de lucht ontstaan en waaraan omwonenden worden blootgesteld. Zoals u weet verzamelt onze brandweer geen monsters van de stoffen die onze woningen en tuinen inwaaien. 3 De luchtvaartautoriteiten te (laten) informeren over dit soort verschijnselen. Het neerstorten van een door een blazer getroffen luchtvaartuig in onze chemische industrie, kan enorme volgschade met zich meebrengen. 4 Te melden aan de Arbeidsinspectie, dat vooral werknemers in de omliggende bedrijven ook worden blootgesteld aan de uitworp van ESD. 5 Een gesprek met u om het voorgaande nader toe te lichten. 6 Een ander opnieuw te overwegen. In afwachting van uw antwoord. Met hartelijke groet, Henk C.J. Dorrestijn xxxxxxxxxxxx x xxxx xx xxxxxxxl Kopie per email: Dr. Ing. Johan G. Vollenbroek - MOB, Milieufederatie Groningen en andere blootgestelden