discriminatie

20
Inleiding bij het college vooroordelen en discriminatie Nederlandse Organisatie Hindu Geestelijke (NOHG) Drs. Raj Gainda, herziene versie (CONCEPT, Word versie) van 1 dec. 2004 VOOROORDEEL Een vooroordeel [in enge zin] is een onjuiste, negatieve generalisatie over mensen die tot een bepaalde groep behoren. Het oordeel gaat met negatieve gevoelens gepaard en de bevoor- oordeelde persoon is geneigd om mensen uit die groep slechter te behandelen. Het oordeel is bovendien in veel gevallen star van aard. Vooroordelen [in brede zin] kunnen zowel positief als negatief zijn. Een vooroordeel is eigenlijk een denkresultaat (houding, attitu- de) waarbij tijdens het denkproces niet alle relevante ar- gumenten op een redelijke wijze in acht zijn genomen waardoor er niet-terechte conclusies getrokken zijn. Een vooroordeel op zich is minder erg, althans zolang het niet geuit wordt, maar een vooroordeel kan leiden tot discriminatie en onbehoorlijk gedrag en dat is wel erg omdat anderen de dupe worden van een fout bij degene die vooroordelen heeft. DISCRIMINATIE Van discriminatie bestaan er veel definities en omschrijvingen. Eén van ze is: "Er is sprake van discriminerend gedrag als er tussen (groepen) mensen op onterechte gronden onderscheid wordt gemaakt waarbij iemand of een groep wordt benadeeld." Discriminatie kan ook positief zijn. In dat geval wordt een groep voorgetrokken. Wanneer een werkgever geen homofielen in dienst heeft, bij voorbeeld omdat hij ze in het verleden negatief gediscrimineerd heeft, kan hij deze categorie nu een voorkeursbehandeling geven. Oorspronkelijk is de betekenis van het woord discriminatie “onderscheid maken”, verschillen zien, ruiken, horen, voelen en proeven. En onderscheid maken is een natuurlijke, noodzakelijke zaak. Stel je voor dat je geen onderscheid zou kunnen maken 1

description

 

Transcript of discriminatie

Page 1: discriminatie

Inleiding bij het college vooroordelen en discriminatie Nederlandse Organisatie Hindu Geestelijke (NOHG)

Drs. Raj Gainda, herziene versie (CONCEPT, Word versie) van 1 dec. 2004

VOOROORDEELEen vooroordeel [in enge zin] is een onjuiste, negatieve generalisatie over mensen die tot een bepaalde groep behoren. Het oordeel gaat met negatieve gevoelens gepaard en de bevooroordeelde persoon is geneigd om mensen uit die groep slechter te behandelen. Het oordeel is bovendien in veel gevallen star van aard.Vooroordelen [in brede zin] kunnen zowel positief als negatief zijn.

Een vooroordeel is eigenlijk een denkresultaat (houding, attitude) waarbij tijdens het denkproces niet alle relevante argumenten op een redelijke wijze in acht zijn genomen waardoor er niet-terechte conclusies getrokken zijn.Een vooroordeel op zich is minder erg, althans zolang het niet geuit wordt, maar een vooroordeel kan leiden tot discriminatie en onbehoorlijk gedrag en dat is wel erg omdat anderen de dupe worden van een fout bij degene die vooroordelen heeft.

DISCRIMINATIEVan discriminatie bestaan er veel definities en omschrijvingen. Eén van ze is: "Er is sprake van discriminerend gedrag als er tussen (groepen) mensen op onterechte gronden onderscheid wordt gemaakt waarbij iemand of een groep wordt benadeeld."Discriminatie kan ook positief zijn. In dat geval wordt een groep voorgetrokken. Wanneer een werkgever geen homofielen in dienst heeft, bij voorbeeld omdat hij ze in het verleden negatief gediscrimineerd heeft, kan hij deze categorie nu een voorkeursbehandeling geven.Oorspronkelijk is de betekenis van het woord discriminatie “onderscheid maken”, verschillen zien, ruiken, horen, voelen en proeven. En onderscheid maken is een natuurlijke, noodzakelijke zaak. Stel je voor dat je geen onderscheid zou kunnen maken tussen jouw partner en de rest van de mensen! Of alle tonen als 1 toon zou horen? Nee, dat zou niet leuk zijn en je zou ook niet kunnen overleven. Dus discrimeren is een noodzakelijke voorwaarde om te kunnen bestaan. In de volksmond wordt onder discrimeren verstaan: onterecht onderscheid maken en onterecht handelen.

HOE ONTSTAAN VOOROORDELEN?Als leerresultaat van een leerproces; niemand wordt ermee geboren.(Wat geleerd is kan ook afgeleerd worden).De schuld ligt vaak, mijns inziens, niet bij degene die vooroordelen heeft, maar de maatschappij [omgeving, ouders, opvoeders, leerkrachten, vrienden enz.] die hem die vooroordelen aangeleerd heeft.

1

Page 2: discriminatie

Drie veel voorkomende vormen van leren:a. via identificatie (afhankelijk patroon):

Klakkeloos overnemen van andermans meningen, conclusies en overtuigingen;

b. via dwarsheid (tegenafhankelijk patroon):Een juiste, rechtvaardige mening verwerpen op basis van negatieve gevoelens t.o.v. de verkondiger. Een uitspraak van de docent over iets feitelijks tegenspreken/verwerpen omdat hij/zij behoort tot een andere sekse, klasse, ras, godsdienstige groep o.i.d.

c. aanleren via zelf denken (onafhankelijk patroon):Hierbij is meningsvorming en beoordeling een rationeel denkproces. Feiten en meningen van de omgeving worden rationeel afgewogen tegen eigen kennis, ervaring en houding en wordt er een besluit genomen. Verloopt dit proces juist, dan ontstaan er geen starre vooroordelen.

Aanleren, via zelf denken [je meningen, overtuigingen, conclusies, voorlopige oordelen enz. regelmatig toetsen] kan mijns inziens een middel zijn om vooroordelen te ontdekken en te veranderen.

Het belang van vooroordelen hebben.Het is niet zomaar dat we vooroordelen hebben en behouden; ze hebben voor ons een functie, we hebben er vaak bewust of onbewust belang bij. Enkele van deze belangen zijn:

1. Bevrediging van het gevoel van zelfwaarde.Door anderen te kleineren vijzelt men zijn eigen waardegevoel op. In een klassemaatschappij zie je dat men zich afzet tegen lageren in de hiërarchie. Immaterieel voordeel. Bevrediging van de roddelbehoefte.

2. Materieel voordeel.Door anderen konsekwent in diskrediet te brengen, versterkt men zijn eigen kans op schaarse goederen zoals een huis en een baan.

3. Projectie.De eigen verboden en slechte gevoelens, wensen en gedachten worden onderdrukt en als uitlaatklep verwijt men de 'zelfverboden zaken' in de andere. Eigenlijk bevrediging van de behoefte je niet schuldig te voelen.

4. Angst voor verandering.Eigen positie en zekerheden willen behouden.

5. De behoefte ergens bij te horen, zich van anderen te (onder-)scheiden.

Om tot een gewaardeerde groep te willen behoren zal men de heersende groepsnormen en vooroordelen met extra kracht overnemen en luidkeels verkondigen.

2

Page 3: discriminatie

HET VERANDEREN VAN VOOROORDELENHet afbouwen van vooroordelen moet m.i. in eigen huis beginnen. Probleem hierbij is dat je eerst erachter moet komen wanneer een oordeel een vooroordeel is en welke vooroordelen je hebt. En dit schijnt juist zo moeilijk te zijn. Een algemene norm is: we mogen geen vooroordelen hebben. Wie het gevoel krijgt dat hij bevooroordeeld is, drukt dit gevoel snel weg. Het wegdrukken heeft tot gevolg dat er geen nieuw oordeel tot stand komt.Vooroordelen bestrijden begint bij het exploreren van eigen kennis, mening en houding en het observeren van het eigen gedrag.Dit exploreren kan leiden tot bewustwording. Bewustwording kan leiden tot de wil en behoefte om te veranderen. Pas dan kan door logische toetsing op waarheidsgehalte en juistheid een behoorlijk en humaan acceptabel oor-deel ontstaan.Vooroordelen bij anderen veranderen is een kwestie van menings-verandering op diep niveau. Denk maar aan de belangen die iemand bij vooroordelen heeft. Voeg hieraan toe dat vooroordelen zekerheden verschaffen. Derhalve dient bij het willen veranderen van vooroordelen rekening gehouden te worden met o.a. het volgende:

1. Als je een andere persoon beschuldigt, beledigt of kleineert, dan voelt hij zich in zijn waar-

de aangetast en zal zich afsluiten en in zijn vooroordeel volharden. Sympathie is vaak beter op zijn plaats dan sarcasme. Het lastige is dat men juist uit woede op een vooroordeel reageert.

2. Bij discriminatie (gedrag) zou je eigenlijk het vooroordeel (mening) aan moeten

pakken. Tenzij de discriminatie uit racisme of seksisme voortkomt.

3. Discussies hebben een rationeel karakter. Vooroordeel is als product een gevoelsmatige

zaak. Een appél op het gevoel is vaak, soms effectiever dan een beroep op de ratio. Omdat vooroordelen resultaten van leerprocessen en denkprocessen zijn, zou je rationeel dat leerproces kunnen laten verkennen. Laat de bevooroordeelde alle premissen opnoemen die tot de conclusie (het vooroordeel) geleid hebben. Draag de ontbre-kende premissen aan.

4. Ga eerst bij jezelf grondig na of jouw oordeel zelf geen vooroordeel is.

5. Het aanbieden van alternatieven helpt vaker en beter dan het afkeuren of veroordelen.

6. Vóór het reageren op vooroordelen is het gewenst je af te vragen of reageren wel het

beoogde doel zal bereiken, m.a.w. hoe groot is de kans op succes. Bij vooroordeel bestrijden geldt mijns inziens: baat het niet dan schaadt het vaak wel.

3

Page 4: discriminatie

7. Reageer alleen met de bedoeling om de bevooroordeelde te helpen en niet om eigen

frustraties kwijt te raken. Zie de bevooroordeelde als en zieke, tenzij het overduidelijk is dat hij kwaadaardige bedoelingen heeft.

8. Zijn tijd, plaats, omstandigheden, relatie etc. wel gunstig om te reageren op een

vooroordeel?Iemands vastgeroeste mening verander je niet zomaar eventjes tussendoor.

9. Vraag jezelf af of je vaardig genoeg bent om gedragsveranderingen teweeg te brengen

en of je genoeg kennis in huis hebt om de bevooroordeelde passende informatie te geven.

10. Als de bevooroordeelde geen behoefte heeft, niet in staat is of niet wil veranderen,

m.a.w. acceptatie is totaal afwezig, dan is het beter om geen veran-deringspoging te wagen.

11. Schijnt het reageren op een vooroordeel of discriminerend gedrag moeilijk te zijn, het

niet reageren is op zijn minst even lastig. Door niet te reageren geef je te kennen (althans de andere interpreteert het zo) dat je met het vooroordeel of de discriminatie eens bent. Immers wie zwijgt stemt toe.

4

Page 5: discriminatie

ENKELE SUGGESTIES EN AANDACHTSPUNTEN BIJ HET REAGEREN OP

DISCRIMINATIE EN VOOROORDELEN.

1. Discrimineer zelf niet en doe iets tegen je eigen vooroordelen: maak jezelf geloofwaardig en acceptabel.( Effect = Deskundigheid X Acceptatie).

2. De bevooroordeelde heeft vaak weinig behoefte aan jouw genuanceerd commentaar.

Zijn motivatie om bekeerd te worden is nogal laag: jouw reactie zal bijzonder goed moeten zijn om enig effect te hebben.

3. Als je niet weet waarom je reageert, reageer dan zo neutraal mogelijk. Reageer je niet,

denk er dan aan dat: wie zwijgt, stemt toe. Waarom wil ik optreden als advocaat en zaakwaarnemer van de doelgroep? Vaak denkt men op te komen voor de doelgroep, terwijl de wezenlijke reden gezocht moet worden in een eigen belang wat (onbewust) in het geding is. Vaak ook afreageren van eigen negatieve gevoelens.

4. Toets de bewering op:waarheid (feiten)juistheid (rechtvaardigheid, conclusies)waarachtigheid (serieus, grap, geloofwaardigheid etc).

5. Probeer te achterhalen welke doelen en belangen bij discriminatie en vooroordelen een

rol spelen. Beweringen zijn doel- en belangengericht. Hoe belangrijker het doel en groter het belang, des te beter moet jouw reactie zijn. Reageer op het doel en de belangen. Ga ervan uit dat beweringen voortvloeien uit aangeleerd gedrag en dat aangeleerd gedrag weer afgeleerd kan worden.

6. Wat is het wezenlijke bezwaar in een uitspraak? Vaak is dat niet de buitenlander of de

doelgroep! Vertaal de beschuldiging. Maak een goede contra-analyse en reageer pas dan.

5

Page 6: discriminatie

7. Uitspraken hebben een rationele en een emotionele (vaak onuitgesproken) lading.

Reageer op het aspect dat door de gesprekspartner benadrukt is.Denk aan de communicatiemodellen van:

Watzlawick: 1. inhoudsniveau2. betrekkingsniveau

Laing: 1. inhoudsniveau2. betrekkingsniveau3. bestaansniveau

Schultz von Thun: 1. zakelijk aspect (behandeld bij communicatielessen)

2. expressief aspect3. appellerend aspect4. relationeel aspect

Luister actief!Actief luisteren is volgens het model van Schultz:- alle 4 aspecten 'horen'- achterhalen op welk aspect de nadruk gelegd is- op het aspect met de nadruk reageren.Twijfel je, vraag dan gewoon welke reactie er van je verwacht wordt.

8. Voordat je reageert, vraag jezelf af:a. hoe zie ik mezelf?b. hoe zie ik mijn gesprekspartner?

Wat verwacht ik van hem?c. hoe denk ik dat hij mij ziet?Wat denk ik dat hij van mij verwacht? (denk aan mensbeelden, positief en negatief (zelf)beeld.

9. Uit je gesprekspartner eigenlijk angst/afkeer t.o.v. de doelgroep? - ontken geen angst/afkeer; ze zijn feitelijk aanwezig, - is de angst/afkeer terecht of onterecht? - angst/afkeer is vaak gegeneraliseerd.

Breek de generalisatie (onterechte angst) en ga terug naar de oor-spronkelijke bron van angst/afkeer (terechte angst) en probeer daar wat tegen te doen. Pak zoveel mogelijk de oorzaken aan en niet zo zeer de gevolgen. Voorkom gerichtheid op symptoombestrijding.

- mensen met angst/afkeer voor de doelgroep hebben een ziekte,(dit is mijn opvatting) ze

verdienen eerder hulp dan straf. Als je ze niet kan helpen, straf ze dan niet vanwege jouw eigen frustraties, want daarmee maak je het voor de doelgroep nog moeilijker.

- mensen zijn geneigd om emoties rationeel te onderbouwen/verdedigen: in discussies

6

Page 7: discriminatie

pendelt de angsthebber van rationele argumenten naar emotionele uitingen en vice versa.

10. Denk eraan dat mensen streven naar homeostasis (een toestand van evenwicht).

Vooroordelen en discriminatie hebben vaak een psychische functie. Als je een gewicht weghaalt, zorg dan dat er een ander gewicht daarvoor in de plaats komt. Anders blijft de persoon uit balans en dat kan niet. Dus zal je gesprekspartner het oude gewicht weer gebruiken. (Denk aan het verschijnsel zondebok.)

11. Welke macht heeft je gesprekspartner en welke jij?[Macht is de mogelijkheid van persoon A om in situatie B het gedrag van persoon C te beïnvloeden.

Gezag is macht die erkend en stabiel is.Machtsbronnen: kennis, geld, positie, status, beroep/functie, mandaat, charisma, leeftijd, lichaam, sexe,...]

12. Toon eerst begrip voor en accepteer eerst je gesprekspartner (hij kan b.v. een

traumatische ervaring met de doelgroep opgedaan hebben), de doel-groep is de derde persoon. Veroordeel je gesprekspartner niet, tenzij je als rechter een zaak voorzit. Beoordeel hem, dat kan je toch niet nalaten, rechtvaardig en vraag je af of het verstandig is jouw oordeel bekend te maken.

13. Door te bekvechten verpest je de zaak voor de doelgroep. Ga ook na waarom jij je als

'buitenstaander' zo druk maakt om en begaan bent met het lot van de doelgroep.Wat is jouw winst? Reageer je om jouw eigen winst binnen te halen? Vaak wel. Je bent minder filantropisch dan je vaak denkt dat je bent!

14. Racisten, seksisten, klasisten, etnocentristen, bevooroordeelden e.a. hebben hun

argumenten (hoe ondeugdelijk vaak ook), ze komen goed gewapend voor de dag. Heb jij jouw huiswerk wel gemaakt? Vaak niet!

15. Help je gesprekspartner. Als je het van hem wint, dan verliest vaak de derde partij.

De kans wordt vergroot dat hij juist rigoureuzer wordt t.o.v. de doelgroep. Mensen hebben de neiging om hun verlies op een andere tijd met winst te compenseren.

16. Focus de aandacht van jouw gesprekspartner op en motiveer hem tot onderzoek.

Waarneming vindt selectief plaats, zorg ervoor dat je gesprekspartner ook door andere brillen kan zien.

17. Probeer zodanige vragen te stellen dat je gesprekspartner zelf tot nieuw inzicht komt.

7

Page 8: discriminatie

Jouw gesprekspartner heeft een ziekte of een probleem: help hem zichzelf te helpen, bestraf en kleineer hem niet. Dat helpt vaak niet.

18. Let op de context van het gesprek. Benut mogelijkheden om de context te optimalise-

ren. Let op de non-verbale tekens, ga niet tegenover je ge-sprekspartner maar naast hem plaats nemen. Start het gesprek door aan te geven waarover je met je gesprekspartner eens bent. Zeg dat je zijn zorgen deelt, maar dat je nog enkele onbeantwoorde vragen hebt. Of hij je kan helpen met het vinden van antwoorden. Met wat handigheid kan je je gesprekspartner zover krijgen dat hij zijn eigen vooroordeel gaat veroordelen.

19. Jouw doel van reageren is altijd de gesprekspartner van de ene (ongewenste of

begin-)situatie naar een andere (gewenste of doel-)situatie te bege-leiden. Handel zoveel mogelijk volgens een effectieve educatieve of hulpverleningsstrategie. Deze bieden houvast en hebben voordelen.

Agogisch handelen?Voorbeeld van een simpele methode (stappenplan).Stap 1. wat zijn de feiten?Stap 2. welke handelingsalternatieven zijn er?

- welke overwegingen spelen daarbij een rol?Stap 3. - welke normen, waarden, doelen en verwachtingen staan er op het spel?

- welke wegen het zwaarst? (rangorde maken).Stap 4. - handelingsalternatief kiezen

- meetbare doelen vaststellenStap 5. Handelen (interactie of interventie)Stap 6. evalueren (als nodig opnieuw gaan 'stappen').

Denk eraan dat agogisch handelen en menselijk gedragen elkaar niet hoeven te bijten. Van menselijkheid kan gezegd worden dat die cultuur- of groepoverstijgend is: alle mensen hebben min of meer menselijkheid waar-op je een beroep zou kunnen doen. Omdat ik niet weet wat menselijkheid is, werk ik in dit verband met de drie minder abstracte begrippen/criteria:

1. gelijkheid: mensen dienen in gelijke omstandigheden gelijk behandeld te worden

(universeel mensenrecht); mensen dienen in ongelijke omstandigheden ongelijk behandeld te worden.

2. wederkerigheid: 'Wat gij niet wilt dat U geschiedt, doe dat ook een ander niet'

(Een universele waarde en norm).

3. redelijkheid: denk, praat en handel zoveel mogelijk sociaal, agogisch en 8

Page 9: discriminatie

logisch.

20. Vraag jezelf af of het verstandig is om nu (en hier) of later (en ergens anders) te

reageren. Je kan je dan ook voorbereiden.

CASUSSEN BIJ DISCRIMINATIE EN VOOROORDELEN

Didaktische werkwijze m.b.t. de casussen1. In subgroepen casussen lezen, bespreken, analyseren en een aanpak

bedenken. In de subgroep een gespreksleider en een notulist aanwijzen. De notulist maakt aantekeningen in telegramstijl. Na de les de aantekeningen inleveren, als ik erom vraag.

2. Als rollenspel met de mogelijkheid van feedback: in subgroepen.

3. Huiswerk: Individueel 2 casussen uitwerken en t.z.t. als bijlage aan je practicumverslag toevoegen.

Algemene manier om een casus aan te pakken:- de casus lezen- welke vermoedens [hypothesen] heb je?- welk doel wil je bereiken? (per hypothese minstens 1 doel formuleren)- wat/hoe zal je concrete reactie zijn? De interventie bedenken.- Welke gesprekstechnieken of -vormen ga je gebruiken?- welke redenen heb je om zo te reageren? (je interventie verantwoorden)- wanneer, als het tegen zit, stop je het gesprek of de hulpverlening?

Casus 1Je bent woonmaatschappelijk werker. Boven een huurder (langdurige cliënt van jou voor huurproblemen) wil je een ex-psychiatrische vrouw huisvesten. Je cliënt komt op eigen initiatief naar je toe en merkt op:Van die gestoorde, ex-psychiatrische gekken weet je nooit zeker of ze niet plotseling zonder enige aanleiding agressief zullen worden. Ik heb van zo ontzettend veel voorvallen gehoord, ik hou mijn hart vast. Wat wordt van onze samenleving als al dat geflipte gespuis niet apart opgesloten blijft en gewoon tussen ons mag komen wonen? Zou jij een trap willen delen met een gevaarlijke gek? Ik wil dat in elk geval niet.

Casus 2Je werkt bij een instelling voor A.M.W. De instelling wil een positieve actie voor maatschappelijk werkers met een handicap invoeren, omdat zij ondervertegenwoordigd zijn. Bij gelijke geschiktheid (qua opleiding, ervaring, leeftijd enz.) zal de baan aan hen gegund worden.

Ben je eens of oneens met dit voornemen en waarom? Noem zoveel mogelijk argumenten pro en contra.

9

Page 10: discriminatie

Casus 3Je bent woonmaatschappelijk werker bij een woningbouwcorporatie. Jouw cliënt die al jaren tevergeefs een woning zoekt, merkt op:"Ik heb er geen bezwaar dat dagelijks duizenden buitenlanders en scheepsladingen vol asielzoekers hier naar toe komen. Maar er zijn voor ons Nederlanders al veel te weinig huizen. Ik vind dat wij eerder en meer recht hebben op een woning, daarom moeten wij nu geen buitenlanders meer binnen laten."

Casus 4Je bent een schoolmaatschappelijk werker. Jouw multi-problem cliënt (met als 1 van de weinige lichtpunten de goede leerprestaties van zoontje Nico) zegt: "Negentig procent van de leerlingen waar Nico op school zit is buitenlands. Het niveau van die school is bijzonder laag geworden omdat die buitenlanders geen Nederlands spreken. Ik haal Nico weg van die school."

Casus 5"Nou, gisteren hebben de Turken alweer een Nederlands jongetje neergestoken. Wordt het geen tijd dat we al die buitenlanders op de boot zetten of moeten we wachten tot al onze kindertjes doodgestoken en neergeknald zijn?" Wat vindt u er van?Een moeder zegt dit tijdens een hulpverleningsgesprek, terwijl er daartoe eigenlijk geen aanleiding was.

Casus 6Je bent een woonmaatschappelijk werker. Met veel tijd en energie is het jou gelukt een

cliënt van je [een aan lager wal geraakte rijke middenstaander]een woning aan te bieden. Cliënt hoort dat zijn bovenburen havenarbeiders zijn en weigert om die reden de woning. Hij zegt: "ik heb een bijzonder grote hekel aan de handarbeiders met hun platte boerse manieren. Ze zijn luidruchtig, onbeschaafd en snel agressief. Ik kan het niet maken dat mijn kinderen met hun kinderen om moet gaan"

Hoe reageer je en waarom?

casus 7Een Nederlandse man klaagt bij jou als amw-er van de G.S.D.:"Mijn Turkse buurman kent de sociale voorzieningen als de beste. Hij heeft een ww met een zwarte baan, terwijl zijn wijfje ook nog eens werkt. Die hebben lekker drie, vier inkomens. En wij maar bedelen bij jullie a-sociale dienst."

Casus 8 Je bent een allochtone, vrouwelijke maatschappelijk werker bij het G.A.B., belast met o.a. het motiveren van vrouwen om actief een baan te zoeken. Een Nederlandse man zegt tegen jou:

10

Page 11: discriminatie

"Je hebt 2 soorten buitenlanders, eentje pikt onze banen en de andere pikt onze verzekeringen. Geen wonder dat wij Nederlanders geen werk vinden en de uitkeringen waar wij recht op hebben zijn bijna verdwenen."

Hoe reageer je en waarom?

Casus 9Je bent een schoolmaatschappelijk werker [allochtoon of autochtoon]. Een Nederlandse docent merkt op:"Onderwijs in eigen taal en cultuur voor buitenlanders moet afgeschaft worden. Het kost extra geld, levert niets op en voorkomt assimilatie van die lui. Mijn allochtone collega's vinden dit ook. Alleen sommige conservatieve en fundamentalistische ouders blijven maar zeuren."

Casus 10"Alle werkloze buitenlanders moeten naar hun land teruggestuurd worden. Rotterdam is al lang overvol en wij hebben het nu ook slecht."

Casus 11"Al jaren lang krijgen de vrouwen een voorkeursbehandeling, positieve discriminatie noemen ze dat, bij het verdelen van banen. Toch zie je geen enkele vrouw op een hoge post: het kan niet anders of ze zijn gewoon achterlijk. Onze prestaties zijn veel beter, we zijn verstandiger."

Casus 12Waarom moeten wij Nederlanders opdraaien voor de kosten van al die buitenlanders. Als het zo doorgaat, kunnen wij straks fluiten naar ons pensioen. Er zal toch niets overblijven voor ons.

Casus 13Je bent een Turkse groepsmaatschappelijk werker en geeft assertiviteitstraining aan een groep Nederlandse vrouwen. Een van hen merkt op:"De manier waarop Oosterse mannen hun wil opleggen aan hun vrouwen en dochters grenst aan het ziekelijke. Die vrouwen hebben totaal niets te vertellen. Wij vinden het bijzonder knap van je dat je het zover geschopt hebt. Jij bent een op miljoenen!"

Wat zeg en hoe reageer je en waarom?

Casus 14Je werkt bij de GSD en bent belast met het motiveren van je cliënten om werk te zoeken. Een jonge, gezonde, Nederlandse man merkt op:"de gehandicapten worden alweer in de watten gelegd. Wat vind je van die advertentie waarin de gemeente Rotterdam een ad-

11

Page 12: discriminatie

ministratief medewerker zoekt en de voorkeur geeft aan een buitenlandse of een gehandicapte?"

Casus 15Je bent een woonmaatschappelijk werker. Een Surinaamse huurder van je merkt op:"Boven mij woont een Turkse familie die me constant last bezorgt. Ze draaien keihard Oosterse muziek en altijd is er daar een of andere echtelijke ruzie. De deur laten ze altijd open staan en er lopen een heleboel vreemde mensen zomaar naar binnen. Over de stank van het eten hoef ik niet te vertellen, dat ken je al.Ik kan het niet langer volhouden. Die Turken moeten weg, hoe dan ook

12

Page 13: discriminatie

Casus 16Je bent een amw-er. Een cliënt van jou zegt dat hij een pesthekel heeft aan homoseksuelen. Hij ervaart zijn houding nu als een klein probleempje omdat op zijn werk de meerderheid nu uit homoseksuelen bestaat. Hij weet niet goed wat te doen.

Kan je hem helpen?, Indien ja, hoe?

Casus 17Je bent een Antilliaanse maatschappelijk werkster. Een Nederlandse man vraagt voor het eerst om hulp bij problemen (zoon van 10 plast in bed), maar wil die hulp van een Nederlandse mannelijke hulpverlener hebben. Op jullie buro is het gebruikelijk dat iedereen iedere cliënt moet helpen; er wordt niet gedifferentieerd, tenzij noodzakelijk.

Wat doe je en waarom?

Casus 18"Alle buitenlanders moeten verplicht worden om Nederlands te leren".

neem positie t.o.v. deze stelling.Noem de argumenten pro en contra.Trek een conclusie.Formuleer (indien nodig) een betere stelling.

Casus 19In de tram zitten 2 Nederlanders tegenover jou. Ze praten de hele tijd nogal negatief over de allochtonen. Plotseling zegt de ene tegen jou:"Er zijn Surinaamse voetbalclubs waar Nederlanders niet mee mogen spelen. Als wij ze niet tot onze bedrijven toelaten, dan maken ze bezwaar en beschuldigen ze ons van discriminatie. Ik snap niet waarom de buitenlanders wel mogen discrimineren en wij niet. Wat vindt u ervan?"

Casus 20Je bent een Antilliaanse en maatschappelijk werker bij een AMW-instelling. Aan een Turks gezin moet schuldhulpverlening verleend worden. De teamvergadering heeft het gezin aan jou toegewezen. Tijdens de eerste bijeenkomst zegt de man dat hij liever een Nederlandse mannelijke hulpverlener wil hebben omdat hij gehoord heeft dat die heel erg goed zijn. Voor de vrouw maakt het niet uit door wie ze geholpen wordt.

Wat doe je en waarom?

Enkele relevante wetsartikelenUit de Grondwet voor het Koninkrijk der Nederlanden: Art. 1

Allen die zich in Nederland bevinden, worden in gelijke gevallen gelijk behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op

13

Page 14: discriminatie

welke grond dan ook, is niet toegestaan.

Art. 7

1. Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

2.De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is voorafgaand toezicht op de inhoud van een radio- of televisieuitzending.

3. Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geen van vertoningen toegankelijk voor personen jonger dan 16 jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.

4.De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.

Art. 8 Het recht tot vereniging wordt erkend. Bij wet kan dit recht worden beperkt in het belang van de openbare orde.

Art. 9

1.Het recht tot vergadering en betoging wordt erkend, behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.

2.De wet kan regels stellen ter bescherming van de gezondheid, in het belang van het verkeer en ter bestrijding of voorkoming van wanordelijkheden.

Uit het Wetboek van Strafrecht: Art. 90quater Onder discriminatie of discrimineren wordt verstaan elke vorm van onderscheid, elke uitsluiting, beperking of voorkeur, die ten doel hebben dat de erkenning, het genot of de uitoefening op voet van gelijkheid van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden op politiek, economisch, sociaal of cultureel terrein of op andere terreinen van het maatschappelijk leven wordt teniet gedaan of aangetast.

Art. 137c

Hij die zich in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, opzettelijk beledigend uitlaat over een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

Art. 137d Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

Art. 137e

1.Hij die, anders dan ten behoeve van zakelijke berichtgeving:

(1) een uitlating openbaar maakt die, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, voor een groep mensen wegens hun ras, hun godsdienst of levensovertuiging of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid beledigend is, of aanzet tot haat tegen of discriminatie van mensen of gewelddadig optreden tegen persoon of goed van mensen wegens hun ras, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid.

(2) een voorwerp waarin, naar hij weet of redelijkerwijs moet vermoeden, zulk een uitlating is vervat, aan iemand, anders dan op diens verzoek, doet toekomen, dan wel verspreidt of ter

14

Page 15: discriminatie

openbaarmaking van die uitlating of verspreiding in voorraad heeft: wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

2.Indien de schuldige een van de strafbare feiten, omschreven in dit artikel, in zijn beroep begaat en er, tijdens het plegen van het feit, nog geen vijf jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens een van deze misdrijven onherroepelijk is geworden, kan hij van de uitoefening van dat beroep worden ontzet.

Art. 137fHij die deelneemt of geldelijke of andere stoffelijke steun verleent aan activiteiten gericht op discriminatie van mensen wegens hun ras, hun godsdienst, hun levensovertuiging, hun geslacht of hun hetero- of homoseksuele gerichtheid, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

Art. 137gHij die, in de uitoefening van een ambt, beroep of bedrijf personen opzettelijk discrimineert wegens hun ras, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

Art. 429quater 1.Hij die in de uitoefening van een beroep of bedrijf onderscheid maakt tussen personen wegens ras, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de derde categorie.

2.Deze bepaling is niet van toepassing op handelingen die personen behorende tot een bepaalde etnische of culturele minderheidsgroep een bevoorrechte positie toekennen, ten einde feitelijke ongelijkheden op te heffen.

Uit het Europees Verdrag Rechten van de Mens: Art. 10.1

Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of door te geven, zonder inmenging van overheidswege en ongeacht grenzen. Dit artikel belet niet dat Staten radio-omroep-, bioscoop- of televisie-ondernemingen kunnen onderwerpen aan een systeem van vergunningen. Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties,

Enkele begrippenGeneralisatieEén kenmerk van één persoon of enkele personen leidt tot een groepskenmerk. Nederlanders zijn gierig, alle Surinamers kunnen goed dansen en Italiaanse mannen zijn macho's. Negatieve generalisaties vormen de basis van vooroordelen.

StereotypeBepaalde uiterlijke kenmerken worden typerende groepskenmerken. Wanneer we jongeren vragen een Indiaan te tekenen, zal er in veruit de meeste gevallen een stereotype op papier verschijnen, met verentooi en strijdbijl. Zo wordt Nederland in veel landen met tulpen, molens en klompen geassocieerd. Met name in strips en cartoons zijn stereotypen populair.

VooroordelenEen vooroordeel is een onjuiste negatieve generalisatie aangaande mensen die tot een bepaalde groep behoren. Het oordeel gaat met negatieve gevoelens gepaard, waardoor het moeilijk wordt dit met feiten te weerleggen. Vooroordelen zijn

15

Page 16: discriminatie

een op weinig of geen feitenkennis berustende mening. Met name in de reclame komen we heel veel positieve vooroordelen tegen over bepaalde produkten. Negatieve vooroordelen ten aanzien van mensen hoeven niet automatisch tot negatief gedrag te leiden. Mensen kunnen vooroor delen hebben ten aanzien van feministen of Marokkanen, maar de schoonzus of de buurman vormt een `uitzondering die de regel (vooroordeel) bevestigt'.

DiscriminatieLetterlijk betekent het: onderscheid maken. Discriminatie is het ongelijk behandelen van personen of groepen op grond van bepaalde kenmerken, zoals huidkleur, afkomst, leeftijd, sexe, politieke overtuiging of levensbeschouwing. Discriminatie is gebaseerd op vooroordelenWij kennen als vormen van discriminatie vooral racisme (onderscheid maken op grond van ras) en seksisme (onderscheid maken op grond van geslacht). In de Verenigde Staten wordt ook gesproken van bodyism en ageism. Het onderscheid maken op grond van lichamelijkheid (handicap) of leeftijd.Het begrip discriminatie wordt voornamelijk negatief geduid, maar we kennen ook de uitdrukking `positieve discriminatie'. Wanneer we vinden dat bepaalde groepen minder kansen hebben of achtergesteld zijn, kunnen er maatregelen van positieve discriminatie genomen worden. Bijvoorbeeld het voorkeursbeleid bij de politie ten aanzien van vrouwen en mensen met een andere etnische achtergrond dan de Nederlandse.

Racisme Het begrip wil een theorie aanduiden met betrekking tot de uitsluiting van afwijkende (minderwaardige) rassen, omdat ze verschillen van het `ras' van de racist. Met racisme bedoelen we vooroordelen en discriminatie op grond van huidkleur of etnische afkomst. Het gaat om stelselmatig (willen) discrimineren van groepen mensen met andere kenmerken dan die van de eigen groep. Racisme is een filosofie, die wil aantonen dat er zogenaamd zuiver biologische rassen bestaan, die superieur zouden zijn en zich positief van andere onderscheiden. Maar er is maar één ras, het menselijk ras.

16