DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

294

description

http://www.devrijdagman.nl/app/download/6094264076/DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012.pdf?t=1339165436

Transcript of DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Page 1: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 2: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Als Arne Leitner wordt gezocht door Monica van de Sande die beweert zijn halfzusje te zijn, wordt hij geconfron-teerd met het leven dat hij dacht ach-ter zich te hebben gelaten. Ten einde raad klopt hij voor hulp aan bij Margot Lutz, de therapeut die hij jaren eerder ook al eens bezocht. Liggend op haar sofa vertelt Arne over zijn jeugd, over zijn manipulatieve vader, over Eva, de moeder van Monica, en over zijn plot-selinge ontslag bij het instituut waar hij werkte.

De gebeurtenissen komen in een stroomversnelling. De levens van Arne, Monica en Margot worden op dramati-sche wijze met elkaar verbonden. Elk op hun eigen manier worden ze gecon-fronteerd met hun verleden dat hen dwingt radicale keuzes te maken.

Een roman over verwantschap en af-stand, het comfort van de leugen en de waarheid die altijd overwint.

Page 3: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Paul Klaassen

De VrijDagman

ROMAN

Page 4: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 5: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

´Niets is misschien zo erg in ons, op aarde en in de hemel, als dat wat nooit gezegd is.

We zullen pas rustig zijn als we alles opgebiecht hebben’

Louis-Ferdinand Céline

Page 6: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 7: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Proloog

Page 8: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 9: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Zomaar een zomerse dag 2011

Page 10: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

10

Page 11: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

11

1

De weg is leeg over een lengte van ongeveer drie kilome-ter. Politiewagens met glanzende zwaailampen houden het verkeer tegen. Als onneembare hordes staan ze midden op de rijbaan opgesteld.

De stoet wachtende auto’s groeit gestaag. Veel mensen zijn uit hun auto gestapt en wachten bij hun voertuig, in de mid-denberm of op de vluchtstrook op dat wat komen gaat.

Wat dat is en wanneer het komt, weet niemand.

Het afgesloten stuk weg telt één afslag. Halverwege ligt een verzorgingsplaats waarvan de toerit en afrit ook hermetisch zijn afgesloten door handhavers van de wet.

Zware jongens zijn het, geheel gestoken in het zwart, het woord ‘arrestatieteam’ in witte chocoladeletters op hun rug. In hun kogelwerende vesten zien ze eruit als opgepompte Michelinmannetjes, hun wapens gericht op een auto die stil-staat op de rijstrook die naar de hoofdrijbaan leidt.

Het is stil.Het zwarte asfalt van de lege weg weerkaatst het laatste

zonlicht van de dag.

Het achterportier van de blauwe Renault zwaait open. Een kleine vrouw stapt uit. Met kleine venijnige pasjes dribbelt ze in de richting van

een man die haar met zeker drie keer haar tempo tegemoet loopt. Hij gooit een deken over haar kleine schouders en trekt haar mee tussen de auto’s die een eindje verderop klaar staan.

Als de vrouw in veiligheid is gebracht, gebeurt er een tijd niets.

Alle blikken, ook die van de vrouw, zijn gericht op de auto.Veel langer mag het niet duren. Een bestorming hangt in

de lucht.Dan, als niemand het meer verwacht, verlaat een man de

auto, verward zwaaiend met iets dat op een pistool lijkt. Het is een fatsoenlijke man, dat zie je zo, zo’n type dat alle

Page 12: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

12

kansen heeft gehad, dat geboren is in een milieu waarin stu-deren aan een hoogaangeschreven universiteit (bij voorkeur in het buitenland) net zo gewoon is als tornado’s in het oos-ten van Nebraska, dat van zijn hobby zijn werk heeft kunnen maken en dat daarover graag vertelt door aan wie het maar horen wil te melden dat hij toch snel zo’n tachtig uur per week draait (‘als het al niet meer is dan, want er zijn weken bij …’), dat zich, uiteraard zonder moeite, heeft voortgeplant bij voorkeur bij een ambitieloze en voor zijn carrière daarom ongevaarlijke vrouw en daarbij al even fatsoenlijke nakome-lingen heeft voortgebracht, dat voldoende tijd en geld heeft om zich luxe te permitteren en zijn geringe schuldgevoel daar-over afkoopt door zich bij gelegenheid druk te maken over het milieu en de politieke situatie in Verweggistan, dat altijd een mening heeft (ook als hij er niet naar wordt gevraagd) en graag het woord neemt, dat kortom zelden opvallend, maar altijd doelbewust heeft gedaan waar het generaties lang al goed in is: bij het aanmatigende af succesvol zijn - zo’n man dus verlaat de auto.

De man staat stil voor de auto, alsof hij een moment twij-felt wat hij moet doen, het pistool nog steeds in zijn hand ge-klemd. Een stap naar voren, dan weer een stap terug.

‘Het is niet geladen,’ schreeuwt de man die gehuld is in een dure overjas. Om zijn stelling te bewijzen zet hij de loop van het pistool tegen zijn slaap en drukt zonder aarzelen af.

Er gebeurt inderdaad niets.De man gooit het wapen op de grond en steekt zijn handen

in de lucht. Onhandig als een pinguïn waggelt hij in de rich-ting van de auto’s.

‘In Godsnaam, niet schieten. Het is een misverstand. Ik kan het uitleggen.’

Zeker tien lopen zijn op het hoofd van de man gericht. Tien ogen kijken door evenzoveel viziers. Tien mannen in het zwart wachten geduldig op dat ene

commando.

Page 13: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

deel een

Page 14: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 15: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Achtentwintig jaar eerder1983

Page 16: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 17: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

17

2

Leo trekt de handrem stevig aan. Even blijft hij zitten, weggedoken achter het stuur als een

politie-inspecteur in een B-film. Dan stapt hij uit en gaat het schoolgebouw binnen.

Het geluid van zingende kinderen. Een bebrilde man in een blauwe coltrui wijst hem de weg

naar de kamer van de directeur. De directeur blijkt een directrice. Natuurlijk heeft ze tijd om hem te ontvangen.De directiekamer is klein. In de nauwe ruimte ruikt het

muf, naar koffie en tabak. De directrice, een vierkante vrouw van in de vijftig met een vriendelijk gezicht, stelt zich voor als Isabelle Geronwitz. Het smalle bureau waarachter ze zit, is aan de rechterkant vergroeid tot een halfronde tafel waaraan met moeite zes stoelen passen.

Op een van de stoelen gaat Leo zitten. Zijn handen, die klam aanvoelen van het zweet, legt hij op het gladde tafelblad als wil hij bewijzen dat hij ongewapend is en louter met goede bedoelingen is gekomen. De vrouw tegenover hem lijkt daar-over niet te twijfelen en, gelet op de spontaniteit waarmee ze hem ontvangt, lijkt ze dondersgoed te weten wie hij is en waarvoor hij komt.

Ze biedt hem koffie aan.Hij weigert beleefd.Na een korte stilte vraagt ze: ‘U bent de vader van Monica?’ Leo schudt zijn hoofd.‘Ik ben haar oom.’‘Eva van de Sande is uw zus?’‘Ze is mijn schoonzus. Ik ben de broer van haar overleden

man.’‘Juist.’‘Leo van de Sande,’ verduidelijkt Leo. ‘Mijn broer heette

Page 18: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

18

Joop.’‘Joop van de Sande,’ herhaalt de vrouw en staart dromerig

voor zich uit, alsof de naam dierbare herinneringen bij haar naar boven brengt. ‘Sorry, ik heb de vader van Monica nooit gekend, dus ik dacht -’

Leo begint zich te ergeren aan het gestuntel van de vrouw tegenover hem. Had hij zijn veilige veste aan de overkant van de straat maar nooit verruild voor een wrakke stoel in een stinkende lerarenkamer.

‘Hoe gaat het met Monica?’ vraagt hij op zakelijke toon. Isabelle buigt zich over de tafel heen naar hem toe alsof

ze er zeker van wil zijn dat haar woorden niet door anderen worden gehoord. ‘Het houdt niet over en dan druk ik mij nog voorzichtig uit.’

‘Kan ze meekomen?’‘De leerprestaties zijn goed. Monica is een intelligent kind.

Nee, dat is het niet. Het is haar sociale ontwikkeling waarover we ons zorgen maken.’

‘Ons?’‘Het team.’Leo knikt, aait met zijn handen over het tafelblad.‘Hoezo? Het lijkt me een vrolijk kind.’‘Van een afstandje en vanuit een auto mag dat zo lijken,

maar helaas is de praktijk hier binnen anders.’ Isabelle Geronwitz zucht eens diep. ‘Het is goed dat ik u

spreek. Heel goed.’Daarna houdt de directrice een monoloog van zeker een

kwartier. Monica kampt met hechtingsproblemen. Ze is niet in staat ‘zinvolle relaties’ met leeftijdgenoten aan te gaan, iets dat belangrijk is voor een gezonde ontwikkeling van een kind. Door haar gedrag komt ze meer en meer buiten de groep te staan. Dat maakt haar een gewild mikpunt voor pesterijen.

‘Pesterijen?’‘Kinderen weten snel genoeg hoe die dingen in elkaar zit-

ten.’‘Die dingen? Welke dingen?’‘Weet u het niet dan? Het is u toch bekend dat -’

Page 19: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

19

‘Wat?’ Het gesprek gaat Leo niet snel genoeg. Het liefst wil hij over

de tafel springen en de woorden uit de vrouw slaan. Net zo-lang meppen totdat ze bloedspugend toegeeft.

‘Die blauwe plekken -’‘Welke blauwe plekken?’‘Monica heeft op de vreemdste plaatsen blauwe plekken.’‘Hoe weet u dat?’‘Ach, meneer Van de Sande, hier op school blijft niets lang

verborgen. Gymlessen. De schoolarts.’‘Wat zegt ze zelf?’‘Gevallen met de fiets, uitgegleden, dat soort dingen. Wat

zou u zeggen als u in haar schoenen zou staan? Sorry, dat ik u hiermee overval, maar we kunnen de feiten niet negeren, snapt u?’

Leo zakt terug in de stoel.‘En nu?’ vraagt hij aan de vrouw voor hem, maar vooral aan

zichzelf. ‘Wat nu?’ herhaalt de vrouw en zet de toppen van haar vin-

gers tegen elkaar.‘Ze moet daar weg,’ roept Leo. ‘Monica moet zo snel moge-

lijk bij haar moeder weg.’‘Dat lijkt me inderdaad het beste, maar iemand uit de ou-

derlijke macht ontzeggen is niet eenvoudig.’‘Hebt u met mijn schoonzus gesproken over ... over de hele

situatie.’‘We proberen haar al een tijdje te bereiken, maar dat is niet

gelukt. Ze is hier eigenlijk nooit. Monica loopt zelf van huis naar school en terug.’

‘Zelf? Ze is vijf.’Isabelle Geronwitz pakt een map die voor haar ligt en slaat

hem open. Met haar vinger gaat ze langs een rijtje namen.‘Zes,’ zegt ze na een tijdje. ‘Monica is net zes geworden.’‘Maar dan nog. De stad is vol gevaren.’‘Nu overdrijft u. De meeste kinderen van haar leeftijd ko-

men zelf naar school. Loslaten, meneer Van de Sande, dat is de kunst. Loslaten en vertrouwen. Natuurlijk zit de wereld

Page 20: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

20

vol gekken, maar de meeste mensen zijn normaal. U bijvoor-beeld. U lijkt me een betrouwbaar persoon. Niet iemand die het een zegt en het andere doet. Begrijpt u wat ik bedoel?’

Leo schudt zijn hoofd, heeft geen zin om het over zichzelf te hebben.

‘En ouderavonden? Komt Eva naar ouderavonden? Of zijn die er tegenwoordig niet meer?’

‘Oudergesprekken bedoelt u? Jawel, dan komt ze meestal wel opdagen.’

‘En?’‘Ze ontkent. Ze vindt dat het onze taak is het pesten te stop-

pen. Ik heb haar verteld dat we er ook alles aan doen. We heb-ben een protocol en -’

Leo wacht de verantwoording van de directrice over het gevoerde pestbeleid niet af. ‘Ik moet haar bellen. Ik ga haar bellen.’

‘Er is nog iets.’‘Vertelt u maar. U moet mij alles vertellen.’‘Uw schoonzus was, laat ik het zo zeggen, niet bepaald

nuchter toen we haar de laatste keer spraken. Dat geeft wei-nig vertrouwen. Ze heeft hulp nodig, gelooft u mij.’

‘Verslaafd aan alcohol.’‘Dat zijn uw woorden. Ik vertel u alleen wat ik zag, welke

indruk de moeder van Monica op mij maakte. De conclusies zijn voor uw rekening.’

‘U deelt ze niet?’‘Ik deel ze in zoverre dat ik zie dat een stabiele thuissituatie

beter zou zijn voor Monica. Dat is onze zorg, Monica. De rest is bijzaak.’

‘En de zorg van mij en mijn vrouw, gelooft u mij. Kunt u als school iets doen?’

‘Zoals?’‘Doet u aangifte.’‘Op welke gronden?’‘Mishandeling? Verwaarlozing? Het zou ons helpen.’‘Op basis waarvan? Een kind met blauwe plekken is niet

genoeg reden om iemand uit de ouderlijke macht te ontzeg-

Page 21: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

21

gen. Kansloos. We hebben meer nodig. Bewijzen. Kunt u iets doen?’

Leo denkt na. Wat kunnen ze doen? Hij staat op, schuift de stoel een stukje naar achteren en gaat weer zitten.

‘Ik geef u ons nummer,’ zegt hij dan, veel meer dan dat kan hij zo snel niet bedenken. ‘Belt u ons als er iets is.’

Leo noemt de cijfers van het nummer en Isabelle noteert ze op een klein kaartje. Ze herhaalt het nummer.

Leo knikt.‘Dat klopt,’ bevestigt hij. ‘U mag ons altijd bellen.’Leo staat voor de tweede keer op en steekt zijn hand uit.

‘Bedankt.’‘U bedankt,’ zegt de directrice en houdt zijn hand een paar

tellen vast. ‘Ik hoop dat er snel een oplossing komt. De beste oplossing voor Monica.’

Leo knikt nog maar eens en voelt dat Isabelle eindelijk zijn hand loslaat.

Dan vraagt ze: ‘Heeft u zelf kinderen meneer Van der San-de?’

‘Nee.’De vrouw knikt kort met haar hoofd.‘Nogmaals bedankt en we houden contact.’Leo loopt naar de deur. Aan de deur hangt een haak. Aan de haak hangt een rode jas.‘Wilt u Monica nog spreken?’ hoort hij de directrice ergens

achter hem vragen. Leo opent de deur. Voor hem ligt een brede lege gang. De

wanden zijn tot hoog betegeld – jaren vijftig schat hij. Aan weerszijden hangen nog meer haakjes met nog meer jasjes.

‘De volgende keer. De volgende keer wil ik Monica spreken.’

3

Als Leo terug naar huis rijdt, denkt hij na over de vraag van de directrice.

Page 22: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

22

Heeft u zelf kinderen meneer Van der Sande? Hij en Annie zijn altijd kinderloos gebleven. De seks is goed,

speels, teder, bij tijd en wijlen vurig en ruw, en ze doen het regelmatig, wekelijks, in de vakantietijd vaker. Maar van kin-deren komt het niet.

Als ze na een tijdje hun huisarts bezoeken, verwijst hij hen terug naar bed. Uiteindelijk, veel te laat naar hun zin, mogen ze een bezoek brengen aan een specialist in het ziekenhuis. Een jonge man met een vrolijk gezicht die binnen de kortste keren met zijn hoofd tussen de gespreide benen van Annie kruipt om zo vast te stellen dat er met haar niets aan de hand is. Dus verlegt het onderzoek zich naar het kwakje van Leo, naar de kikkervisjes die in de witte drab rondzwemmen. On-der de microscoop is duidelijk te zien dat ze er maar weinig zin in hebben. Het zaad van Leo is lui, zo luidt het medisch verdict, maar de kans op een spontane zwangerschap is ze-ker aanwezig.

‘Ik zie geen enkele reden om nu al met vruchtbaarheidsbe-handelingen te beginnen,’ zegt de jonge arts, die er duidelijk de moed in houdt. ‘Er is een redelijke kans dat u langs natuur-lijke weg zwanger wordt.’

De man haalt een stuk of tien voorbeelden aan uit zijn prak-tijk van stellen die met stug doorneuken toch in de prijzen vielen.

Wat ze ook proberen, succes blijft uit en op een dag stelt Annie voor om dan maar een kind te adopteren. Leo weigert. Het idee om met een kind van een ander rond te lopen, maakt hem bang.

Ze bezoeken nogmaals de jonge arts in het ziekenhuis. Deze volhardt in zijn standpunt.

‘Op een dag lukt het,’ zegt hij en voegt er met een milde glimlach aan toe: ‘Maak van uw bed geen slagveld. Volg uw lichaam en u zult worden beloond.’

‘Wat bedoelde de dokter met dat slagveld,’ vraagt Annie als ze weer buiten staan.

‘We zijn er te veel mee bezig. Dat bedoelt hij.’‘Hoe kan hij dat nou zeggen?’

Page 23: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

23

‘Ik weet het niet Annie,’ zucht Leo en pakt haar hand. ‘Ik weet het niet.’

Als ze in de auto zitten, zegt Leo: ‘Geluk is niet afhankelijk van kinderen.’

Hij klinkt stelliger dan hij had bedoeld.

4

Annie luistert roerloos terwijl Leo haar vertelt over zijn bezoek aan de school van juffrouw Geronwitz. Daarna barst ze in huilen uit.

Hoe is het mogelijk dat Eva haar dochter zoiets aandoet, jammert ze.

Het is misdadig, vindt ze. Ze moeten wat doen, dat vindt ze ook.Met ‘ze’ bedoelt ze Leo. Zelf is Annie geen held, geen vrouw

die gemakkelijk de confrontatie zoekt en elk verwijt, hoe te-recht ook, inslikt voordat het is uitgesproken. Geen vrouw waarmee je de oorlog wint.

Bovendien is Monica het kind van Joop, de broer van Leo, dus het ligt veel meer op de weg van haar man om Eva eens flink de waarheid te zeggen.

Leo begrijpt wat ze van hem verlangt. ‘Ik bel Eva,’ zegt hij kordaat en staat op.‘Wat ga je zeggen?’‘Weet ik veel. Dat het zo niet langer kan, dat moet ze begrij-

pen, in het belang van Monica.’‘Zo niet, dan zeg maar dat -’‘Dat?’ vraagt Leo, die er een hekel aan heeft als zijn vrouw

hem als een kind behandelt en hem voorhoudt wat hij moet zeggen, wanneer en hoe.

‘... dat van die ouderlijke macht,’ stamelt Annie geschrok-ken.

‘Ik weet heus zelf wel wat ik moet zeggen of wil jij haar bel-len?’

Annie schudt haar hoofd.

Page 24: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

24

Leo loopt naar de deur en trekt hem open. Dan houdt hij even in.

‘Wat is er?’ vraagt Annie.‘Ik wil graag alleen zijn als ik bel.’

Als Leo even later de deur weer opent, staat Annie voor hem. Hij pakt haar handen. Ze voelen vreemd koud aan. Iemand heeft het leven uit haar kleine lijf weggezogen.

Leo zakt door zijn knieën en leunt met zijn rug tegen de muur. Hij telt de tegels die onder hem op de vloer een patroon van ongeduld vormen. Hoe hij ze ook telt, eerst bruin en dan geel of andersom, het resultaat verandert niet.

‘En,’ vraagt Annie voorzichtig. ‘Heb je haar gesproken?’Leo knikt en legt zijn handen op zijn hoofd.‘Waar we het gore lef vandaan halen om ons met haar leven

te bemoeien. Ik zei dat het wel om het kind van mijn broer gaat en dat ik daarom het recht heb om me met haar te be-moeien. Dat zei ik en toen zei ze ...’

‘Nou?’‘Ze ontkent het.’‘Wat bedoel je?’‘Monica is niet het kind van Joop.’‘Ze liegt!’‘Dat zei ik ook, maar ze hield vol.’‘Van wie dan wel?’‘Ik weet het niet.’‘Ze moet het weten.’‘Natuurlijk weet ze het, maar ze noemde geen naam.’‘Als Joop de vader niet is, wie dan wel?’‘Precies Annie, die vraag wilde ik haar net stellen toen de

verbinding werd verbroken.’

Die middag belt Leo opnieuw, maar hij krijgt geen gehoor. Drie dagen lang probeert hij contact te krijgen met Eva,

maar tevergeefs. Zeker drie keer per dag sluit hij zich op in zijn werkka-

mer, terwijl Annie zenuwachtig over de gang drentelt. Steeds

Page 25: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

25

meldt hij na een tijdje dat het enige teken van leven haar stem is op het bandje van haar antwoordapparaat, meldend dat ze er nu even niet is. Leo verzekert Annie elke keer dat hij trouw een bericht heeft achtergelaten.

De vierde dag besluit Leo om naar het appartement van zijn schoonzus te rijden – ‘straks ligt ze dood in haar huis en wat dan?’

‘Dood?’‘Ja dood. Dat kan toch?’‘Loop je niet iets te hard van stapel?’‘Dat mens is gek,’ schreeuwt Leo en loop naar de gardero-

bekast.Annie volgt hem als een hardnekkige schaduw.‘Is er wat?’ vraagt ze bezorgd. ‘Je doet zo ...’‘Zo?’‘Anders.’‘Anders?’‘Vind je het vreemd?’‘Wat?’‘Dat ik anders doe?’‘Nee, maar ...’‘Maar?’‘Laat maar.’Leo wil zijn jas pakken, maar bedenkt zich.‘Die heb ik niet nodig,’ mompelt hij. ‘Te warm.’Drie uur later is hij terug.‘En?’ vraagt Annie. ‘Wat was je lang weg.’‘Niemand,’ zegt Leo toonloos, alsof hij alle moed heeft ver-

loren.De vijfde dag gaat de telefoon.

‘Ik neem hem wel,’ zegt Annie, maar hij is haar voor.Nu is alles voorbij, denkt hij terwijl hij de hoorn stevig tegen

zijn oor aan drukt.‘Ja?’ ‘Me-neer Van de San-de? U spreekt met mevrouw Ger-on-

witz, de di-rec-trice van de school van Mo-ni-ca.’

Page 26: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

26

Isabelle Geronwitz spreekt kalm en duidelijk articulerend, alsof ze tegen een kind van vijf spreekt – is ze vergeten dat ze niet meer voor de klas staat?

‘Ik mocht u altijd bellen,’ gaat ze verder, even kalm als daar-voor.

Ze pauzeert kort om Leo in de gelegenheid te stellen zich haar te herinneren. Alsof dat nodig is.

‘Dat klopt,’ antwoordt Leo ongeduldig. ‘Belt u over Monica?’‘Ja, en ik heb geen goed bericht.’Leo pakt een stoel en gaat zitten.Het blijft een moment stil aan de andere kant van de lijn. ‘Wat is er met Monica?’‘Ze ligt in het ziekenhuis. Het spijt me.’

Een half uur later rijden Leo en Annie zwijgend naar het zie-kenhuis. In dezelfde auto, maar elk met hun eigen gedachten.

Op de radio, die zacht speelt, wisselen nieuws en muziek elkaar af.

Twee mannen bespreken de situatie bij de sanitairfabrie-ken van Sanitex International. Er gaan geruchten over een op handen zijnde overname van de fabriek door een buitenland-se concurrent. De enige kans op overleven, vertelt de man die door de andere man wordt voorgesteld als financieel-econo-misch redacteur, want het gaat slecht met het bedrijf. De an-dere man vult aan: er gebeuren dingen die het daglicht niet kunnen verdragen, het imago van een degelijk familiebedrijf is door alle geruchten ernstig beschadigd en de beurswaar-de is in een vrije val terechtgekomen. Zeker de helft van de waarde van het bedrijf is verdampt. Om welke geruchten het gaat, wil hij van de expert weten. Zijn kompaan somt op: de fi-nanciële positie wordt al jaren veel rooskleuriger voorgesteld dan zij in werkelijkheid is, er is geknoeid met de boeken en er is veel geld in allerlei verliesgevende projecten gestoken. De-sastreus, oordeelt de aangever en concludeert dat het bedrijf op sterven na dood is. Genoeg reden voor strafvervolging van de eigenaar van het bedrijf. De andere man geeft een derge-lijk zaak weinig kans, veel te weinig bewijs. Het wachten is op

Page 27: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

27

belastend materiaal. Een kwestie van tijd. Net als een van de mannen meldt dat de eigenaar van het bedrijf Jacob Leitner niet voor commentaar bereikbaar is, arriveren Leo en Annie bij de het ziekenhuis.

Leo parkeert de auto op de parkeerplaats voor het ziekenhuis die, ondanks zijn riante afmeting, al bijna helemaal vol staat.

Gehaast stappen ze uit en lopen naar het grote gebouw waarop in hel verlichte letters Medisch Centrum staat. Hoe-wel het ziekenhuis grondig is verbouwd, herkent Leo het ge-bouw van de laatste keer dat hij er samen met Annie was.

Het waait flink en Leo moet zijn hoed vasthouden om te voorkomen dat het ding door de wind wordt gegrepen. Vlak voordat hij de draaideur in wil stappen, pakt Annie zijn hand.

‘God heeft dit kind op ons pad gezet,’ zegt ze. ‘Dat weet je toch?’

Leo knikt en duwt tegen het glas voor hem. Hij moet kracht gebruiken om de draaideur in beweging te krijgen.

‘Zo voel jij het toch ook?’ vraagt Annie met nadruk in haar stem, alsof ze een moment twijfelt over de emoties van haar man.

‘Zo voel ik het ook,’ bevestigt Leo als ze in de ruime hal van het ziekenhuis staan. ‘We moeten rustig blijven. Voor Monica.’

‘Voor Monica,’ herhaalt Annie alsof het hun gezamenlijke strijdkreet is.

Binnen ontmoeten ze de directrice van de school. Ze is door het ziekenhuis gebeld en meteen gekomen. Een verpleegkun-dige, die een zoon heeft bij Geronwitz op school, herkende Monica.

‘Ze kwam hier zelf binnenwandelen,’ vertelt een vrouw in een witte jas op rustige toon. ‘Meer dood dan levend.’

‘Was er verder niemand bij?’ vraagt Leo. ‘Haar moeder? Waar is Eva?’

De vrouw schudt haar hoofd. ‘We zijn nog naar buiten gelo-pen, maar er was niemand. Het is ernstig. U bent de oom en tante?’

Page 28: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

28

‘Ja,’ zegt Annie beslist.Leo kijkt haar aan.‘Ja,’ herhaalt hij.‘Het is ernstig,’ zegt de vrouw nogmaals. ‘We hebben de po-

litie ingeschakeld.’‘Politie?’ vraagt Leo. ‘Was dat nodig?’‘Vindt u niet dan?’ vraagt de vrouw.‘Nee, heel goed. De politie. Logisch denk ik ...’Leo knikt begripvol.‘Waar is mijn schoonzus?’ vraagt hij. ‘Dat zouden wij ook wel willen weten,’ antwoordt Geron-

witz. ‘Ze is niet thuis. De politie is op zoek naar haar. U weet ook niet waar ze is? Waar ze kan zijn?’

‘Ik?’ vraagt Leo verontwaardigd. ‘Waarom denkt u dat?’‘Sorry,’ zegt Gerontwitz.‘We proberen al dagen met haar in contact te komen,’ zegt

Annie.‘De politie is in haar huis. Het beste dat u er straks zo snel

mogelijk heengaat. Zij willen u een paar vragen stellen.’‘Aan ons?’ vraagt Leo. ‘Waarom? Wat weten ze? Hebben ze

een vermoeden wie Monica zo heeft toegetakeld?’‘Haar moeder.’‘Haar moeder,’ herhaalt Leo en zucht.‘Eva?’ vraagt Annie.‘Het lijkt een geplande vlucht.’‘Een geplande vlucht?’ vraagt Leo.De vrouw in de witte jas, die zich inmiddels als Helga Rö-

mer heeft voorgesteld, glimlacht kort. ‘Monica is zwaar mis-handeld. Ze is getrapt en geslagen.’

‘Zei Monica nog wat?’ vraagt Leo. ‘Over wat er is gebeurd?’‘Nee, maar de situatie lijkt me duidelijk. Haar moeder is ge-

vlucht. Ze heeft haar dochter bont en blauw geslagen en is toen gevlucht.’ Gerontwitz balt haar vuisten. ‘We hadden eer-der moet ingrijpen, dan hadden we dit kunnen voorkomen.’

‘Zei Monica nog iets?’ herhaalt Leo zijn vraag en kijkt Helga Römer aan.

‘De vrijdagman, zegt dat u iets?’

Page 29: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

29

‘De vrijdagman?’ herhaalt Annie de vraag.‘Hoezo?’ vraagt Leo.‘Dat is het enige wat uw nichtje kon uitbrengen.’‘Nee,’ zegt Leo.Helga schudt haar hoofd. ‘Ik breng u naar Monica.’Ze lopen door de brede gangen van het ziekenhuis. Ze moe-

ten moeite doen om Helga bij te houden. Als een grote witte vogel fladdert ze voor hen uit.

‘We zijn er,’ zegt ze even later. ‘Het is een akelig gezicht. Het best dat u eerst even door het glas kijkt.’

Ze doen wat de vrouw hen voorstelt. Door de glazen ruit van de deur zien ze haar liggen midden tussen een wirwar van slangen en pompen. Een klein meisje in een veel te groot bed.

‘We houden haar voorlopig kunstmatig in slaap,’ zegt Helga en opent de deur.

Leo loopt naar binnen, gevolgd door Annie. De afstand tot het bed waarin hun nichtje ligt, is misschien

vier meter, maar het lijkt jaren te duren voordat ze bij haar zijn.

5

Niemand zegt iets. Op het grommende geluid van de auto na, is het stil.

Arne houdt zijn adem in en voelt hoe zijn hart bonkend een uitweg zoekt. Het wil weg, weg uit dit weerbarstige lichaam, weg uit de metalen kooi die hun levens gevangen houdt en met hoge snelheid het noodlot tegemoet rijdt.

‘Is er wat?’ vraagt zijn moeder aan zijn vader. Ze vouwt de kaart uit als een servet bij een sjiek diner.Zijn vader zwijgt. Hij sterft liever, denkt Arne, dan dat hij zijn vrouw de waar-

heid vertelt. ‘Jij komt uit een geslacht van binnenvetters,’ zei Eva laatst tegen hem: ‘geboren uit stilte en zwijgen, net als je vader.’

‘Ik vroeg je wat,’ herhaalt zijn moeder, nu met nog meer

Page 30: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

30

nadruk.‘Er is niets.’‘Er is wel iets. Jacob, ik voel het.’Arne denkt aan het ritueel op vrijdag, de dag dat zijn vader

hem van school haalt om samen met hem de middag door te brengen.

Zijn vader staat bij het hek, verwelkomt hem alsof hij een verre vriend is die hij in jaren niet heeft gezien. Hij drukt hem veel te stevig tegen zich aan en houdt hem met zijn brede armen een tijdlang vast alsof hij bang is zijn zoon anders te verliezen.

Op vrijdag ruikt zijn vader vreemd en doet hij anders dan anders. Op vrijdag maakt zijn zwaarmoedigheid plaats voor een jeugdige lichtheid, alsof er ergens in dat logge lichaam een vrolijk jongetje huist dat zich alleen op vrijdag laat zien.

Maar sinds kort is alles anders.‘Ben je gelukkig?’ vraagt zijn moeder. Ze wacht even en zegt

dan: ‘Met mij?’‘Geluk is niet iets dat je kunt afdwingen,’ hoort Arne zijn va-

der zeggen. ‘Je kunt het niet organiseren. Ik kan niet op com-mando gelukkig zijn. Begrijp dat dan.’

‘Nee, dat begrijp ik niet.’‘Geluk is iets tijdelijks, een ervaring zonder verleden en

zonder precedent. Geluk is een moment. Hier en nu.’‘Zo zie jij het?’‘Ja, zo zie ik het.’ Hoewel hij het niet hoort, weet Arne zeker dat zijn vader

zucht. Typisch een moment voor zijn vader om te zuchten. Arne sluit zijn ogen. Het donker bevalt hem, alsof hij door

niet te kunnen zien ook niet gezien wordt.Hij zakt weg in een moeras van onbestemde gedachten die

hem terugbrengen naar het enige moment in zijn leven dat hij zijn vader heeft zien huilen. Niet om zijn moeder, niet door hem, maar vanwege een order uit Amerika die op het laatste moment was afgeketst.

‘Wat weet je van haar verdwijning?’ vraagt zijn moeder.‘Welke verdwijning?’

Page 31: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

31

Arne hoort verontwaardiging in zijn vaders stem. Oprechte verontwaardiging.

Waar haalt hij het vandaan?‘Van die vrouw.’‘Welke vrouw?’‘Het staat in alle kranten. De vrouw die ze zoeken. Eva van

de Sande. Zo heet ze toch?’‘Ik weet niet waar je het over hebt.’‘Praat geen onzin!’ Zijn vader zwijgt. Hij overweegt ongetwijfeld om alles te

ontkennen. ‘Moet dat zo?’ vraagt hij dan.‘Ik weet alles. Ik weet wat jij op vrijdag deed. Waar deden

jullie het?’ ‘Rosa, alsjeblieft!’ ‘Ik wil het weten,’ schreeuwt zijn moeder. ‘Zeg wat!’Arne opent zijn ogen. Ongeveer op dat moment neemt hij

het besluit. Het is tijd om de waarheid te vertellen. Ze komt er toch achter, vroeg of laat, zoals ze achter alles komt. Niets blijft geheim voor zijn moeder. Het is beter dat ze het van hem hoort, hier in de auto waar zijn vader bij is.

Hij doet zijn mond open, maar zijn vader is hem voor.‘We spraken af in haar appartement,’ zegt hij.‘Elke vrijdag?’ vraagt zijn moeder.‘Elke vrijdag.’‘Godallemachtig.’‘Behalve de laatste keer,’ zegt zijn vader, bijna terloops, en

zwijgt dan weer.‘Wat heb je toen gedaan?’‘Toen heb ik haar meegenomen.’‘Meegenomen? Waarheen?’‘Eerst naar de dierentuin. De kinderen mochten kiezen.’‘De kinderen?’‘Arne,’ zegt zijn vader zonder emotie in zijn stem. ‘En Mo-

nica, de dochter van Eva.’Arne ziet het hoofd van zijn moeder rare bewegingen ma-

ken, ongecontroleerd, alsof ze lijdt aan een of andere zenuw-

Page 32: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

32

ziekte. Na deze autorit zal niets meer hetzelfde zijn.‘Zo heet ze dus: Monica.’Het is een tijdje stil. Arne kijkt naar buiten. De gebouwen

van daarnet zijn verdwenen.‘En toen? Jacob?’‘Toen wat?’‘Waar zijn jullie daarna heengegaan? Je zei: eerst.’‘Naar Duinzicht.’‘Duinzicht? Naar dat bouwval aan de kust?’‘Het is geen bouwval. Het is het huis waar ik ben opge-

groeid. Ik heb het laten opknappen.’‘Zonder mijn toestemming.’‘Ik heb jouw toestemming niet nodig. Het is mijn geld.’‘Ons geld,’ sputtert zijn moeder tegen. ‘We kwamen er op de terugweg langs,’ gaat zijn vader ver-

der. ‘Het was mooi weer. Een strak blauwe hemel. Volop zon. Het had een gezellige middag moeten worden, maar het liep anders.’

‘Anders?’ Arne zet zich schrap, knijpt met de ene hand in zijn andere

hand. Hij voelt de pijn die hij wil voelen.Hij ziet de moedervlekken.De mooiste gelijkbenige driehoek die hij ooit heeft gezien.‘Eva is dood,’ zegt zijn vader afgemeten, alsof hij zegt ‘het is

mooi weer buiten’ of ‘heeft iemand toevallig mijn bril gezien?’‘Dood?’ Arne ziet hoe zijn moeder haar handen voor haar

gezicht slaat. ‘Mijn God. Wat heb je gedaan?’Arne zet zich schrap.Wat als hij het zegt?‘Ze viel van de trap en sloeg met haar hoofd tegen de vloer.

Het was een ongeluk.’Een ongeluk. Dat is de afspraak.‘Het halve land is op zoek naar deze vrouw en jij vertelt me

dat ze dood is?’‘Het was een ongeluk. Je moet me geloven.’ ‘Waarom ben je niet naar de politie gegaan?’

Page 33: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

33

‘Rosa, luister. Het zijn moeilijke tijden. Voor het bedrijf, voor ons gezin, we kunnen ons dit niet veroorloven. Ik moest snel handelen. Een ongeluk. Wie zou mij geloven?’

‘Waarom zouden ze jou niet geloven?’‘Wil je het weten?’‘Natuurlijk wil ik het weten.’‘Joop van de Sande, de overleden man van Eva, beschikte

over informatie –‘‘Informatie? Waarover?’‘Over een aantal projecten.’‘Projecten?’‘Projecten ja! Projecten waar ik achteraf gezien beter niet

aan had kunnen meedoen. Verliesgevende projecten. Ik ben er niet trots op, maar het is gebeurd. Joop werkte destijds op de financiële administratie en was slimmer dan ik dacht, dan ik hoopte. Toen het duidelijk werd dat hij niet lang te leven had, ben ik naar ze toegegaan. Ik wilde weten wat ze wisent en er zeker van zijn dat de informatie niet in verkeerde han-den terecht zou komen. In ruil voor de informatie, beloofde ik geld, veel geld. Ik bezocht Joop geregeld en zo leerde ik Eva kennen. Stel dat de politie daar achterkomt. Zouden ze mij geloven als ik ze vertel dat het een ongeluk is. Mijn minna-res dood op de grond, de vrouw van de man die ik indertijd zwijggeld heb betaald. Zie je de koppen in de krant? Einde bedrijf.’

‘Hoor je eigenlijk wel wat je zegt? Die vrouw is dood en jij maakt je druk om het bedrijf?’

Arne kijkt naar zijn vader en dan naar zijn moeder. Op-nieuw wil hij iets zeggen, iets dat zijn vader kan helpen, iets dat zijn moeder zal kalmeren.

Ik moet de waarheid vertellen.Opnieuw houdt hij zijn mond.‘We moeten sterk zijn,’ zegt zijn vader na een korte stilte. ‘Ik

heb je nodig.’‘Dus het was een ongeluk?‘Een ongeluk. Het was een ongeluk. Rosa, hand op mijn

hart!’

Page 34: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

34

‘Dat is de waarheid?’ vraagt zijn moeder.‘Een ongeluk,’ herhaalt zijn vader. ‘Zo is het toch Arne?’Arne schrikt wakker uit een gedachteloze droom. In de ach-

teruitkijkspiegel ziet hij het grove gezicht van zijn vader, zijn dwingende ogen.

Een ongeluk. Dat is de afspraak.‘De dochter van die vrouw is zwaar toegetakeld bij de eerste

hulp afgeleverd,’ gaat zijn moeder verder. ‘Wat is er gebeurd?’Arne ziet hoe zijn vader een flinke hap lucht neemt, terwijl

hij de auto een flauwe bocht instuurt.‘We hadden gezwommen.’‘We?’‘Arne en ik.’‘Samen?’‘Ja. Zo is het toch jongen?’Voor de tweede keer knijpt Arne in zijn arm. Dit keer voelt

hij niets.‘We liepen terug naar het huis. We namen de tijd, genoten

nog wat van de zon.’‘Waar waren Eva en Monica op dat moment?’‘In het huis. We zijn misschien een half uur weggeweest,

niet veel langer. Arne?’Arne neemt een hap lucht, duwt zijn knieën bij elkaar, pro-

beert rustig adem te halen.‘Zo is het toch gegaan, zoon?’ dringt zijn vader opnieuw aan.‘En toen?’ vraagt zijn moeder die meer en meer het geduld

met haar man lijkt te verliezen.‘Toen we binnenkwamen, was het al gebeurd. Ze lag op de

tegels in een plas bloed. We konden niets meer doen.’‘En Monica?’‘Die lag boven op het portaal.’‘Lag?’‘Ze was zwaar toegetakeld.’‘Wie heeft dat gedaan? Eva?’‘Ik weet het niet. Het was een ongeluk. We waren er niet bij.’Jij niet en ik niet.‘Jullie waren er niet bij,’ herhaalt zijn moeder, maar haar

Page 35: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

35

stem mist overtuiging. ‘En daarna?’‘We hebben Monica naar de eerste hulp gebracht,’ gaat zijn

vader verder. ‘Arne is met haar meegelopen tot de deur. Nie-mand heeft ons gezien.’

‘Waar is ze nu?’‘Monica? In het ziekenhuis neem ik aan.’‘Ik bedoel die vrouw. Waar is Eva?’Arne ziet hoe zijn vader zenuwachtig op het stuur tikt.Hij zucht.‘Ze vinden haar nooit.’‘Hoe bedoel je?’‘Wat ik zeg: niemand zal haar ooit vinden.’‘Wat heb je met haar gedaan?’‘Rustig.’‘Geef antwoord!’‘Het is beter dat je dat niet weet.’‘Beter?’‘Hoe meer mensen het weten, hoe groter de kans dat het

uitkomt.’‘Ik wil het weten!’‘Rustig blijven. Niemand zal haar vinden, daar gaat het om.

De sporen in het huis zijn uitgewist. Ik heb Monica in de auto van Eva naar de eerste hulp gebracht. Daarna zijn we naar haar appartement gegaan. Ik heb een koffer volgestopt met kleding, genoeg voor minstens een week. Ook andere dingen heb ik meegenomen. Waardepapieren. Cheques. Paspoort. Dat soort dingen. Het moet op een vlucht lijken.’

‘Een vlucht?’‘Laat ze denken dat het Eva was die haar dochter bij het zie-

kenhuis af heeft geleverd en daarna is doorgereden. Niemand verdenkt ons. Het is een dwaalspoor.’

‘Waar is de auto? Waar zijn de spullen?’‘Die vinden ze niet. Nooit.’‘Godverdomme.’‘Rosa, ik had geen keuze. We hebben geen keuze. Dit is het

verhaal en daar moeten we aan vasthouden. Je wilt toch niet alles verliezen. Doe het voor je zoon.’

Page 36: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

36

‘Ik wil eruit,’ hoort Arne zijn moeder schreeuwen en ze be-gint te huilen. ‘Stop de auto. Klootzak. Stoppen!’

Precies op dat moment ziet Arne een auto naderen. Of het door de zon komt die hinderlijk in zijn ogen schijnt, weet hij niet, maar het volgende moment is de auto weer verdwenen, alsof zij zich uit angst voor wat er komen gaat toch nog uit de voeten heeft gemaakt.

Zijn moeder klikt haar gordel los. Ze probeert het portier aan haar kant open te duwen.

‘Idioot,’ roept zijn vader. ‘Wil je ons allemaal dood hebben?’Al rijdend buigt Arne’s vader zich half over zijn vrouw in

een poging haar te behoeden voor een val uit een rijdende Mercedes. Hij grijpt haar vast.

‘Rustig. Ik stop de auto. Geduld. We kunnen er over praten.’Maar het is al te laat. Terwijl zijn vader naar zijn kant terug-

veert, laat hij heel even het stuur los.Arne voelt hoe de auto langzaam naar links wordt geduwd,

alsof ze over een dijk rijden tijdens zware storm.

6

Arne weet op eigen kracht uit het zwaar gehavende voer-tuig te klimmen. Hij heeft de tegenwoordigheid van geest om de komst van de hulpdiensten niet bij het wrak, maar in de berm af te wachten.

Werktuiglijk strompelt hij over een tapijt van versplinterd glas naar de kant van de weg. Bij elke stap voelt hij pijn, op steeds weer andere plaatsen in zijn lichaam.

Een lucht van benzine en verschroeid rubber. Overal liggen de spullen die hij zijn moeder zo zorgvuldig heeft zien verza-melen en inpakken.

Als Arne de berm bereikt, gaat hij in het gras liggen. Hij wrijft door zijn haar. Het voelt kleverig aan. Hij trekt zijn

hand terug en bekijkt hem nauwgezet. Een mooie rode hand, glinsterend in de middagzon.

Dan kijkt hij naar de lucht. Wolken jagen achter elkaar aan als kinderen op het schoolplein. Wat hij al niet ziet: een oli-

Page 37: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

37

fant, een heks op een bezem, Sinterklaas, een auto, zijn vader met zijn hoofd in een toiletpot.

Het is halverwege de middag, maar de dag lijkt nog vol be-loften.

De verwondingen van Arne vallen mee. Zijn pols is gebroken en hij heeft een lichte hersenschudding. Voor alle zekerheid wordt hij ter observatie in het ziekenhuis opgenomen.

Twee dagen na het ongeluk meldt zich een man aan het voeteneind van zijn bed. Zijn gezicht gaat voor een groot deel schuil achter een witte snor. Hij kijkt Arne lang aan en knikt vriendelijk.

‘Hoe gaat het jongen?’‘Goed,’ antwoordt Arne en vreemd genoeg is dat ook zo. Hij

voelt zich kalm en is helder genoeg om te praten. Arne vertelt veel, maar over het belangrijkste zwijgt hij te-

gen de man. Alsof hij nooit anders heeft gedaan, manipuleert hij de waarheid door ze nauwelijks merkbaar aan te passen.

Tegenover de politie houdt Arne vol dat het niet zijn vader is geweest, maar de tegenligger die het ongeluk heeft veroor-zaakt. Verblind door de zon moet de bestuurder van zijn lijn zijn afgeweken. Een klein moment van onoplettendheid met grote gevolgen. Dat zijn lezing op geen enkele manier door het sporenonderzoek op plaats delict wordt ondersteund, doet daar niets aan af. Hij blijft bij zijn verklaring.

‘Weet je het zeker?’ vraagt de snor. ‘Is het zo gebeurd?’‘Zo is het gebeurd,’ herhaalt hij en zwijgt.

Over zijn vader gaan, zo kort na het ongeluk, de wildste ge-ruchten rond. Drie dagen na zijn opname leest Arne een arti-kel over zijn vader, maar het lijkt over iemand anders te gaan, iemand die hij niet kent. Strekking:

De dood van Jacob Leitner is een zelfgekozen dood. Het geluk van het ‘zondagskind’ – een uitdrukking die zijn vader zelf gebruikt in een interview met dezelfde krant van vijf jaar eerder - is dan toch op geraakt. Door tegenvallende orders gaat het al een tijdje slecht met het familiebedrijf, getuige de

Page 38: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

38

verhalen van een aantal werknemers van Sanitex Internatio-nal. De vestiging in Madrid staat op punt van sluiten. De grote concurrent van Sanitex International, het Duitse Max Plus! heeft een overnamebod gedaan en naar verluid had Leitner daar wel oren naar. Dat de overname gepaard zou gaan met verdere sanering en banenverlies, nam Leitner voor lief. De bonden voelden er uiteraard niks voor dat een nationaal be-drijf, dat zelfs het predicaat koninklijk mag voeren, in buiten-landse handen zou overgaan (halverwege het artikel wordt een man van de vakbond om zijn mening gevraagd en deze wil desgevraagd best kwijt dat de oude Leitner zich in zijn graf zou omdraaien als hij wist hoe zijn zoon de fabriek in de uitverkoop heeft gedaan. ‘Het is tijd voor actie, harde ac-tie!’). Een groot deel van het artikel gaat over de oorlog, over de oude Leitner, stichter van de fabriek en over een onver-werkt oorlogstrauma dat van vader op zoon is overgegaan en dat Leitner junior heeft veranderd in een gevoelloos beest. Hoe het toch mogelijk is dat junior het bedrijf van zijn joodse vader wilde verkwanselen aan de voormalige bezetter? Het staat er niet, maar de conclusie van het artikel is onontkoom-baar: de dood van Leitner is een zegen voor fabriek, volk en vaderland.

Een paar pagina’s verder in dezelfde krant staat het verhaal van de jonge vrouw die door toedoen van Leitners zelfzuch-tige daad op zo’n onfortuinlijke wijze de dood heeft gevon-den. In de krant wordt een standbeeld opgericht voor deze eenvoudige en hardwerkende vrouw die haar eigen dochter niet zal kunnen zien opgroeien. En het wordt allemaal nog veel smeuïger, want de krant kan melden dat het meisje nau-welijks een jaar eerder ook haar vader heeft verloren aan een ziekte waarvan de details de lezer dit maal bespaard blijven. Dankzij de brute actie van Leitner zal dit kind nu als wees moeten opgroeien.

Dat steekt Arne. Alsof hij niet zijn beide ouders moet mis-sen. Geen enkele journalist die de moeite neemt naar zijn kant van het verhaal te informeren. Alsof zijn leven niet voor altijd getekend zal zijn door het ongeval.

Page 39: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

39

In het ziekenhuisbed, de krant uitgevouwen op de witte la-kens, laat hij voor het eerst sinds lange tijd zijn tranen de vrije loop, niet van verdriet, maar van woede. Hij haat de krant, de wereld, zijn vader, moeder, opa, maar vooral de zwijgende meerderheid in dit land die uit luiheid en desinteresse genoe-gen neemt met halve waarheden die haar in hapklare brok-ken wordt opgediend. En ja, hoewel hij zich er ergens diep van binnen ook voor schaamt, haat hij het meisje dat mooie sier maakt met haar verdriet.

Waarom weet hij niet, maar het artikeltje scheurt hij uit de krant en legt het onder zijn hoofdkussen. Daarna vouwt hij de krant op en werpt het met een sierlijke boog in de prul-lenmand.

Als de man alles heeft opgeschreven, klapt hij zijn aanteken-boekje dicht.

Hij gaat staan en steekt zijn hand uit naar Arne.‘Bedankt voor je verhaal,’ zegt hij. ‘Je hebt ons erg geholpen.’Arne schudt de grote hand die hem is aangeboden en kijkt

naar de snor.Als hij zijn hand wil terugtrekken, merkt hij dat de man

hem niet laat gaan. ‘Kan het zijn dat je moeder uit de auto wilde stappen?’

vraagt de man dan. ‘Dat ze de deur probeerde te openen? Denk nog eens goed na. Was er ruzie?’

Arne denkt na omdat dat is wat de man van hem verlangt.We hadden gelukkig kunnen worden. Jij en ik. Eva en Mo-

nica. Waarom maak je alles kapot?‘Nee, er was niets bijzonders aan de hand.’De man knikt en laat Arne’s hand los. Dan draait hij zich

om en beent de kamer uit.Die dag ervaart Arne voor het eerst hoe comfortabel de leu-

gen kan zijn als het noodlot je treft.

Page 40: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

40

7

De volgende dag grijpt Arne de arm van de zuster die met de ontbijtkar langs de bedden rijdt.

‘Is er een tijdje geleden ook een meisje opgenomen?’De vrouw schudt haar hoofd. Haar grote borsten hangen los

in het witte uniform.‘Er worden hier dagelijks meisjes opgenomen,’ zegt ze.‘Ze tekent graag,’ moedigt Arne haar aan. ‘Ze kan goed te-

kenen.’Denk na mens!De vrouw legt twee witte boterhammen op zijn bord.‘Heb je ook een naam?’ vraagt ze. Een naam.‘Monica.’‘Monica,’ herhaalt de vrouw en proeft de naam op haar

tong. ‘Monica zeg je?’Ja, Monica.‘Er is inderdaad een meisje dat Monica heet.’Dus toch!‘Waar ligt ze?’‘Een etage lager. Als ze er nog ligt. Misschien is ze al ontsla-

gen. Ze moest van ver komen.’Twee plakjes kaas, een appel en een glas melk. Een kort

knikje. De borsten die meedeinen. Dan is de vrouw weer weg.

Als niemand op hem let, loopt Arne naar het trappenhuis aan het eind van de gang. Verboden terrein, zoals alles voorbij de dagkamer verboden terrein is. Hij aarzelt niet en doet wat hij moet doen.

Hij opent de zware deur en daalt de trap af. Zijn voetstap-pen klinken hol. Het geluid van regendruppels die neerko-men op de bodem van een lege ton.

Nog even en boven zal zijn ontsnapping zijn ontdekt. Met een beetje geluk zal hij haar dan al hebben gezien, wie weet voor de laatste keer.

Twee trappen lager duwt hij tegen eenzelfde deur als bo-

Page 41: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

41

ven en loopt eenzelfde gang op. Dezelfde tegels op de vloer en tegen de wand. Als hij niet beter wist, zou hij menen dat hij terug naar zijn eigen zaal loopt. Weglopen zonder weg te gaan. Een Escheriaans misverstand.

Een scherpe lucht van ontsmetting als in een zwembad. Geluiden. Stemmen.Hij hoort hier niet. Hij heeft hier niets te zoeken. Hij is een

ongewenste indringer op zoek naar het ultieme bewijs van de daad: een kind zonder moeder.

Lopend langs de kamers, controleert hij de bedden. Veel zijn er leeg. Waar is iedereen? In de laatste kamer voor de dagkamer moet hij zijn. Hij ziet het aan de tekening die achter het bed aan de muur hangt. Hij ziet een man, een jongen, een vrouw die vliegt zonder haar vleugels uit te slaan. Hij schrikt van wat hij ziet. Het is een sombere tekening waaruit elke kleur is verdwenen.

Het bed is leeg. Midden op het bed ligt het beddengoed. Hij weet wat dat betekent.

Hij loopt de kamer in. Tegenover het lege bed staat een an-der bed. Daarin ligt een kind. Naast het bed zit een man. Hij lacht.

‘Voor wie kom je?’ vraagt hij.‘Monica,’ zegt Arne.De man knikt.‘Ze is net weg,’ zegt de man. Het kind in het bed zegt niets,

trekt zich aan de beugel boven zijn bed rechter tegen zijn kus-sen aan.

Arne loopt naar de tekening en haalt hem van de muur.‘Neem maar mee,’ zegt de man. ‘Niemand die dat sombere

ding zal missen.’Met de tekening in zijn hand loopt Arne terug de gang op.Dit is de eerste dag van zijn tweede leven.

Page 42: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

42

Page 43: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

43

deel twee

Page 44: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 45: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

45

Twintig jaar later2003

Page 46: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 47: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

47

8

De dag dat het einde van zijn huwelijk zich aankondigt, begint als elke andere dag.

Arne Leitner is een man van de klok. Om kwart over zes precies staat hij op, kleedt zich aan, haalt de ochtendkrant uit de bus en terwijl hij de koppen op de voorpagina scant, smeert hij zijn brood in een halfdonkere keuken. Daarna ruimt hij de vaatwasser uit, slikt vier vitaminepillen, poetst zijn tanden en trekt zijn jas aan. Dan gaat hij naar boven, naar de slaapkamer waar hij Olga een kus geeft, meestal op haar voorhoofd. Gewoonlijk slaapt ze nog en merkt ze niks van zijn toenadering - ook nu.

Buiten, in de ijzige kou van de vroege winterochtend, drukt hij op de afstandsbediening van de garagedeuren die zich op zijn commando langzaam openen. Hij stapt in zijn auto en rijdt hem naar buiten. Als hij wegrijdt, kijkt hij in de achter-uitkijkspiegel naar wat hij achterlaat. Hij vergewist zich er-van dat de garagedeuren zich weer sluiten.

Hij rijdt naar het talengebouw, op pakweg vijftien kilome-ter van zijn villa aan de kust, het huis dat hij van zijn vader kreeg.

Door de sneeuwval doet hij er vanochtend langer over dan gewoonlijk. Er is ongetwijfeld zout gestrooid, maar op dit uur van de dag is er nog nauwelijks verkeer om het zout goed in te rijden.

Hij parkeert zijn auto op de parkeerplaats die al wel sneeuwvrij is gemaakt. Via de zij-ingang vlucht hij het univer-siteitsgebouw in, snelt de lift in die zich krakend en piepend in beweging zet.

Die ochtend verschanst hij zich op zijn werkkamer. Hij be-reidt colleges voor en schrijft verder aan een artikel over Achterberg bedoeld als wetenschappelijke inleiding bij een bloemlezing van het werk van de dichter.

Page 48: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

48

Een lichaam, blind van slaap,staat in mijn armen op.

Ik voel hoe zwaar het gaat.Dodepop.

Ik ben een eeuwigheid te laat.Waar is je harteklop?

Om kwart voor elf sluit Arne zijn computer af en verlaat zijn kamer. Tien minuten later staat hij achter de katheder in de grote collegezaal en spreekt voor een publiek van zo’n hon-derd tweedejaars studenten over ‘de rol van de moderne stad in de poëzie van na negentienhonderd’. Kinderen zijn het nog, naïef en zonder enige levenserva-ring. Hoewel hij niet met ze zou willen ruilen, is hij jaloers op hun onbezonnenheid en hun dadendrang. De puurheid van de jeugd. Alles is mooi, zuiver en onaangetast door teleurstel-ling. Mogelijkheden zijn onbegrensd en de levenspaden nog niet versperd door verkeerde keuzes, vrienden of minnaars. Door zijn leeftijd – met sommige van hen scheelt hij nau-welijks tien jaar – vindt Arne gemakkelijk aansluiting bij zijn studenten en zij bij hem. Steenhouwer heeft hem meer dan eens gewaarschuwd goed zijn grenzen te bewaken. ‘Die dames zijn niet alleen geïnteresseerd in jouw kennis en dat weet je.’ ‘Ik heb mijn ogen niet in mijn zak.’ ‘Geef niemand ook maar de geringste reden om aan je inte-griteit te twijfelen, want je weet dat ik je in zo’n geval niet zal kunnen verdedigen. Hoe graag ik dat dan ook zou doen. Geen twijfel daarover.’

Het was duidelijk: als het moest, zou hij Arne laten vallen als een baksteen. Het standpunt van Steenhouwer was duide-lijk: bevredigen oké, maar dan alleen intellectueel.

Kort na zijn aantreden, introduceerde de decaan vol trots het protocol Omgangsvormen: hoe het hoort waarin het woord nooit vaker voorkomt dan sneeuwvlokken in een win-terse bui.

Page 49: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

49

Nooit een vrouwelijke student ontvangen op je werkkamer zonder getuigen.

Nooit onaangekondigd een bezoek brengen aan een van je pupillen.

Nooit ingaan op een aanbod om kennis tegen seks te ruilen in een naar chili con carne stinkend studentenhol.

Nooit dit. Nooit dat.Nooit zus.Nooit zo.Typisch Steenhouwer. Hij is het type man dat oplossingen

bedenkt voor problemen die niet bestaan. Een bureaucraat pur sang. En waar regels zijn, moet natuurlijk ferm worden gehandhaafd. Dus stelde hij een commissie ongewenste inti-miteiten in met jaknikkers en hielenlikkers.

Tot op heden vond geen enkele klacht zijn weg naar de commissietafel, terwijl het een publiek geheim is dat er heel wat wordt afgevoosd op de campus.

Beperking maakt creatief.

9

Paul van Rosmalen schraapt zijn keel en begint langzaam te praten. De inhoud van het college (een analyse van de novelle Het behouden huis van Willem Frederik Hermans uit 1951) kan hij dromen, het doceren gaat op de automatische piloot. Hij kent elke wending, weet waar hij moet versnellen om de studenten voor hem in de bankjes wakker te houden, op welk moment ze zullen zuchten en waar ze moeten lachen. Een uitzonderlijke situatie, want zijn colleges staan bekend als informatief, maar ook bijzonder saai.

Paul weet veel van literatuur, maar heeft niet zoals collega Leitner de gave er boeiend over te kunnen vertellen. Dat is ook niet zijn taak, vindt hij. De inhoud staat voorop. Kennis en nog eens kennis.

Zijn aanpak is in al die jaren niet veranderd. Als studenten niet geïnteresseerd zijn in de kennis die hij ze aanbiedt, dan

Page 50: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

50

is dat maar zo. Hij weigert er een poppenkast van te maken alleen maar omdat de generatie van nu niet langer dan vijf minuten stil kan zitten. Als ze een clown willen, moeten ze naar het circus gaan.

Paul voelt zich in de eerste plaats onderzoeker, geen docent. Het geven van onderricht is een noodzakelijk kwaad waar-mee hij in de loop der jaren heeft leren leven. Eigenlijk doet hij niet veel meer dan het citeren uit dikke syllabi die studen-ten aan het begin van een trimester moeten aanschaffen.

Die dag houdt hij de zaal voor dat de beschaving, in de ro-man van Hermans gesymboliseerd door het huis, niet meer dan een tijdelijke haven is in een wereld vol chaos. Uitein-delijk is de mens aangewezen op zichzelf. Niemand die hem helpen kan.

Na het college keert hij terug naar zijn werkkamer en pleegt nog een paar telefoontjes. Tegen lunchtijd verlaat hij zijn ka-mer, sluit de deur, controleert twee keer of de deur ook echt op slot zit en loopt met tegenzin naar beneden.

In de grote hal wacht hij zo onopvallend mogelijk op Steen-houwer.

10

Jane verbaarschot. Ze komt uit België en haar naam klinkt als een belofte. Als

voorzitter van de afstudeercommissie begeleidt Arne Jane bij haar doctoraalexamen. Op de avond na hun eerste ontmoe-ting zoekt hij op internet de betekenis van haar naam op. Jane is een Hebreeuwse meisjesnaam en betekent zoveel als ‘God is genadig’. Hij kon het slechter treffen.

Jane heeft grote ogen, afgezet met lange zwarte wimpers en zorgvuldig geëpileerde wenkbrauwen. Haar huid is bleek. Arne kan er geen oneffenheden in ontdekken.

Jane is een ambitieuze en vastberaden vrouw, die weet wat ze wil en zich door niemand van haar ingeslagen pad zal laten

Page 51: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

51

brengen. Ze werkt hard om aan zijn verwachtingen en die van de andere commissieleden, Jos Kuijt en Paul van Rosmalen te voldoen.

Arne ontmoet Jane in openbare ruimtes, zoals de wet van Steenhouwer voorschrijft, in de kantine of in de bibliotheek, bij voorkeur op drukke tijden. Als ze bij elkaar zijn, bespre-ken ze de vorderingen van haar afstudeeronderzoek en de verslaglegging van de resultaten. Dan nemen ze het zoveelste concept van haar scriptie (werktitel: ‘De aarde danst op haar wolken’, De betekenis van de poëzie van Hugo Claus voor het Vlaanderen van nu) door op onvolkomenheden, hoewel Arne weet dat die er nauwelijks meer in zitten.

Is hij uitgepraat over haar scriptie, dan neemt zij het woord.Ze praat over haar jeugd in Vlaanderen, waar ze woont met

haar vader in een klein dorpje onder de rook van Antwerpen. Over een moeder heeft ze het nooit en Arne vraagt haar er niet naar.

Als haar vader iets hoogs wordt bij een of andere oliemaat-schappij, vertrekken ze naar het buitenland. Haar puberjaren brengt ze door in diverse steden over de wereld. Om de zoveel jaar gaat hij op een andere locatie aan de slag en in datzelfde ritme bezoekt Jane verschillende internationale scholen.

Zo leven ze, min of meer als zigeuners. Een spannend leven. Een gelukkig leven, dat ook.

Totdat het noodlot toeslaat. Op een dag neemt de directeur van de International School of Kenya haar op het schoolplein apart en vraagt haar hem te volgen naar zijn kantoor, een rui-me kamer met glanzende meubels waar de temperatuur, alle poging tot airconditioning ten spijt, tot grote hoogte is geste-gen. Als zij is gaan zitten op een van de stoelen voor het bu-reau deelt de man, bij wie het zweet van het brede voorhoofd gutst, haar mee dat het levenloze lichaam van haar vader die middag gevonden is in Kibera, de grootste sloppenwijk van Nairobi op ongeveer vijf kilometer ten zuidwesten van het stadscentrum. Zonder te huilen verlaat ze het bureau.

Nog geen week later neemt Jane samen met wat er van haar vader over is het vliegtuig terug naar België. Wat er nog rest

Page 52: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

52

van haar jeugd brengt ze door in tehuizen, want familie die haar in huis wil nemen is er niet.

Bij een andere gelegenheid vertelt ze over haar favoriete schrijvers, films, recepten, de plannen om na haar afstuderen naar het buitenland te gaan (‘maakt niet uit waarheen, ik wil weg hier’) en iets goeds voor de wereld te gaan doen, plannen die met de dag concreter worden. Is Arne aan het woord, dan gaat het meestal over zijn werk, de wetenschap, soms over politiek of over schrijvers. Het meest intieme dat hij haar ooit vertelt is dat hij zijn ouders heeft verloren toen hij vijftien jaar oud was. Hij weet dus wat ze heeft meegemaakt.

Op een dag vindt Arne een handgeschreven briefje tussen de bladzijden van haar scriptie met het adres van haar flat en haar o6-nummer.

Op een nieuw briefje schrijft hij het woord geduld en hij legt het op dezelfde plek tussen de bladzijden terug.

11

Drie dagen eerder belt Paul Steenhouwer op en stelt hem voor samen te gaan lunchen. Op advies van Sonja die beweert dat hij zijn kansen op de leerstoel alleen kan vergroten als hij de oude baas inpalmt.

Samen struinen ze het internet af naar een geschikt restau-rant, een toko van naam, goed aangeschreven, waar men een lunch nog serieus neemt en waar je niet wordt afgescheept met een broodje beenham met tuinkers of een goedkope dag-hap. Niet te trendy of iets oriëntaals, want daar houdt Steen-houwer niet van. Uiteindelijk vinden ze een prima restaurant met een verfijnde, maar gedegen keuken. Herkenbaar en toch verassend. Zoiets.

‘Wat moet ik doen? Ik bedoel als ik daar met hem zit.’Als het om netwerken gaat, is Paul zo hulpeloos als een

kind. De gevierde jongen uithangen in een veel te duur res-taurant is niks voor hem.

Sonja geeft hem zo eenduidig mogelijk instructies: ‘Neem

Page 53: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

53

de tijd, leg de man in de watten, laat hem de wijn kiezen, ver-tel over je leven, informeer vooral naar dat van hem, vertel met liefde over je vak en laat blijken dat je loyaal bent aan het instituut, dat is heel belangrijk: loyaal zijn, maar houd je mond over je werkelijke ambities, laat je niet in de je kaarten kijken. En vooral ...’

‘Ja?’‘Val Arne niet af. Blijf positief over je collega. Knuffel hem

liever dood.’

Paul doet wat zijn vrouw hem opdraagt. Dat hij flink achter-ligt op zijn enige concurrent en dat actie dus meer dan ge-boden is, weet hij ook wel, maar hij twijfelt of de lunch met Steenhouwer die hem een flinke som duiten zal gaan kosten, zijn kansen zal vergroten. Steenhouwer laat zich het eten goed smaken. Minstens de helft van de tijd heeft de decaan het over collega Leitner, een ‘representant van de nieuwe generatie’ zoals hij dat ver-woordt, die zo goed aanvoelt dat er in deze tijd veel meer no-dig is dan goed onderwijs en onderzoek alleen. Minstens zo belangrijk is het om een toonaangevend instituut te worden in binnen- en buitenland. Hoe? Door bij de keuze van onder-zoeksprogramma’s en de opzet van curricula ook rekening te houden met ‘wat de samenleving van ons vraagt’.

‘We kunnen ons niet langer verschansen in onze ivoren torens,’ beweert Steenhouwer en gluurt uitdagend over het randje van zijn leesbril (‘Dat verdomde menu, niet te lezen zonder bril!’).

Paul is het niet met hem eens, maar slikt zijn bewaar in.Houd je kaarten zo lang mogelijk op je borst. ‘Dat vind jij dus ook?’ vraagt Steenhouwer verbaasd, die

kennelijk uitgaat van het principe dat wie zwijgt toestemt.Nee, natuurlijk niet, maar ik heb opdracht om mijn bek te

houden.‘Wetenschap moet beschouwen, zo objectief mogelijk. De

academische standaard vraagt om distantie. Hoe kun je iets

Page 54: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

54

beoordelen als je er onderdeel van uitmaakt?’ Wat zeg ik nu? Waarom moet ik hem tegenspreken? Waarom

nu?‘Dat dacht ik ook Paul, maar tijden veranderen. Wijsheid

komt niet alleen uit boeken, maar ontstaat tussen mensen. We moeten stelling nemen en het debat aangaan. De samen-leving wil iets terugzien voor al het belastinggeld dat naar onderwijs gaat. En naar onderzoek, meer jouw ding.’

Ding? Waarom moet hij zo neerbuigend doen over onder-zoek?

‘Een hoogleraar poëzie van vijfendertig jaar? Onder ons ge-zegd en gezwegen, hij mist de ervaring die we nodig hebben.’

Val Arne niet af!Paul zwijgt en terwijl hij zich weer concentreert op de me-

nukaart voor hem, mompelt hij: ‘Bovendien geloof ik niet in de instrumentele visie op de kunsten, dat weet je.’

Tijd om wat gas terug te nemen. Niet te duidelijk zijn over je ambities, had Sonja gezegd.

Houd je kaarten zo lang mogelijk op je borst. ‘Niet zo cynisch,’ vervolgt Steenhouwer zijn betoog. ‘Poëzie

kan ons helpen de wereld te begrijpen, te verbeteren.’ Steenhouwer neemt een warm bruin broodje en besmeert

het ruim met boter. Zonder aarzelen steekt hij het in een keer in zijn mond.

Veelvraat!‘Begrijpen ja, verbeteren nee.’‘Hmmm ... dat kan wel,’ kauwt Steenhouwer.‘Hoe dan?’‘Voorbeeld. Elke zichzelf respecterende stad heeft een

stadsdichter. Bij nationale gebeurtenissen staat er een ge-dicht van de dichter des vaderlands op de voorpagina.’

‘Rijmelarij.’‘Hoe je het ook wilt noemen, ik zie een trend. Poëzie houdt

de samenleving een spiegel voor, helpt ons verder te komen. Ik wil een rol spelen in die ontwikkeling. We hebben iets te melden als instituut.’

O ja, wat dan?

Page 55: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

55

‘Wat dan?’‘Weet ik veel. Van alles.’Zoals?‘Zoals?’‘Vraag dat maar aan collega Leitner.’ Steenhouwer giet het

laatste restje rode wijn met droesem en al in zijn glas en ge-baart de ober om een nieuwe fles te brengen. ‘Lekker wijntje, vind je niet?’

Paul knikt bevestigend en voor de vorm neemt hij ook een slok. Hij houdt niet van wijn, is meer een biertype.

‘Het is tijd voor de nieuwe generatie,’ zegt Steenhouwer die zwaaiend met de lege fles uiteindelijk de aandacht van de ober weet te trekken. ‘Jij en ik, wij zijn fossielen. Nog een jaar of tien en dan kunnen we genieten van ons welverdiende pensioen. Kun je het hele jaar op een of ander warm eiland zitten, op je luie reet in het zand.’

Steenhouwer lacht hard om zijn eigen opmerking.‘Weet jij het al?’ vraagt hij dan terwijl hij een boer wegslikt.

‘Ik neem de salade met feta vooraf en dan de kalfsmedaillon. Klinkt goed.’

Paul zoekt iets herkenbaars op de menukaart die al een tijdje opengeslagen voor hem ligt.

‘Ik roep de ober,’ zegt Steenhouwer. ‘Waar is die vriende-lijke vriend?’

Paul staart naar de menukaart, terwijl hij een snelle taxatie maakt van zijn kansen.

Hoe kan Steenhouwer zo onbeholpen zijn voorkeur uit-spreken voor Leitner? Hij die altijd zo diplomatiek is, lijkt er nu geen geheim van te maken wie volgens hem de leerstoel moet gaan bekleden. Zijn kansen zijn verkeken. Nu wil hij het weten ook.

Sonja kan de pot op met haar adviezen.‘Ruben?’‘Wat is er Paul?’Niet doen!‘Mag ik je een vraag stellen?’‘Altijd. In jouw geval zou ik kiezen voor de terrine met moz-

Page 56: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

56

zarella en gegrilde groenten.’ Paul schudt zijn hoofd. ‘Even serieus ...’‘Ik ben serieus.’‘En ik wil een eerlijk antwoord.’‘Toe maar. Wat wil je weten?’‘Hoe liggen mijn kansen?’Steenhouwer zet het glas dat opnieuw is gevuld aan zijn

mond en neemt een gulzige slok. Waarom stik je er niet in? Zelfvoldane kwast.Met zijn mond vol kijkt hij Paul aan. Even lijkt het erop alsof

hij hem als een lama zal bespugen. Dan slikt hij de wijn toch door.

‘Nou?’Zeg het dan!Steenhouwer vouwt zijn servet open en weer dicht en her-

haalt de handeling nog twee keer.‘Hoe zal ik het zeggen?’Zeg het!‘Paul, je bent een goede tweede.’

12

Arne heeft zich met succes aan de doctrine van Steenhou-wer gehouden. Het is hem gelukt om alles wat jong, mooi en rijp is op veilige afstand te houden. Dat vergt het uiterste van hem en soms is het nodig om de hand aan zichzelf te slaan in de beslotenheid van een naar urine ruikend wc-hokje. Hij helpt zichzelf snel en efficiënt, met een kluwen willekeurig naakt in zijn hoofd, zodat zijn begeerte, ook uit een vreemd soort mededogen met Olga, ongericht blijft. Is hij klaar, dan wrijft hij zijn gekrompen pik droog met toiletpapier, trekt door, controleert of er na de spoelbeurt resten van zijn zaad in de pot zijn achtergebleven, verlaat het hokje en wast zijn handen.

Sinds hij Jane heeft ontmoet, heeft het ritueel zijn vanzelf-sprekendheid en ongerichtheid verloren en daarmee krijgen zijn bezoeken aan het toilet een ondraaglijke zwaarte. Ineens

Page 57: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

57

kost het hem moeite om het met zichzelf te doen omdat de heimelijke daad een naam heeft gekregen. Hoe vaak hij zich ook terugtrekt en zijn ballen in de pot leegspuit, het helpt niet om zijn lijf te kalmeren. En wat erger is, het lukt hem niet meer zijn zelfbevrediging te anonimiseren. Pas als hij aan haar denkt, gebeurt het. Hij stelt zich voor hoe Jane hem met vrouwelijke precisie bevrijdt van de kloppende pijn in zijn lendenen terwijl ze hem als een Scheherazade verhalen vertelt uit duizend-en-één-nacht.

13

Midden in de kroeg, in het halfschemer zit Sonja.Ze zwaait als ze hem ziet. Paul beantwoordt haar groet door kort zijn hand op te ste-

ken.Terwijl hij naar zijn vrouw loopt, trekt hij zijn handschoe-

nen uit en stopt ze in zijn jaszakken. Waarover wil ze me spreken? Waarom hier? Bij de tafel aangekomen klopt hij de overgebleven sneeuw

van zijn jas en ploft vermoeid in de stoel die het dichtst bij hem staat.

Voor Sonja op tafel staat een glas wijn en een schaaltje nootjes. Aan de rand van de tafel brandt een kaars in een hoge fles waarvan het bovenste deel bedekt is met verschil-lende kleuren kaarsvet. Aan de wand, boven het midden van de tafel, hang een zwart-wit foto van een ballerina in tutu die tollend op haar tenen haar best doet om haar evenwichtig te bewaren.

Paul pakt een handvol nootjes uit het schaaltje en steekt ze een voor een in zijn mond.

‘Is er iets gebeurd?’ vraagt hij aan zijn vrouw en kijkt haar aan. Het is vragen naar de bekende weg: natuurlijk is er wat gebeurd. Waarom anders wil ze hem spreken in een duistere kroeg en onder het toeziend oog van een tollende ballerina?

Sonja kijkt hem aan. Ze ziet er opgewonden uit. Een vreem-

Page 58: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

58

de twinkeling in haar ogen. ‘Wat?’ vraagt Paul.Sonja buigt zich over de tafel naar hem toe en fluistert: ‘Arne neukt een studente.’Ze zakt terug op haar stoel en kijkt hem verwachtingsvol

aan.‘En daarvoor moet ik hals over kop hierheen komen? Wat

gaat ons dat aan?’Paul staat op. ‘Ik ga.’‘Wacht nou even.’Paul trekt de nog natte handschoenen uit zijn jaszak.‘Wil je niet weten met wie?’‘Nou?’‘Jane Verbaarschot,’ zegt Sonja en neemt een slok van haar

wijn.Paul duwt de handschoenen weer terug en gaat zitten. Uit

zijn binnenzak vist Paul een doosje sigaren. Hij neemt een si-gaar uit het doosje en verwijdert het bandje.

‘Hoe weet je dat?’ ‘Ze zat naast me bij de kapper, je weet wel die ene in de Edi-

sonstraat. Natuurlijk had ik geen idee wie het was.’‘Ga door.’‘Ze sprak met een Belgisch accent. Dat viel me op. Dan ga je

toch luisteren.’‘Jij wel.’‘Ze wordt gebeld en neemt aan met Jane Verbaarschot. Een

bekende naam dacht ik, maar ik herinnerde me eerst niet waar ik die naam eerder had gehoord. Toen wist ik het weer. Weet je wel, laatst, toen je zo enthousiast over haar vertelde?’

‘Heb ik jou over haar verteld?’‘Ja.’‘Enthousiast?’‘Je vertelde over haar scriptie. Je was erg onder de indruk

van haar kwaliteiten.’‘Kan zijn.’‘Jane vertelt de kapster dat ze verliefd is op een man en dat

Page 59: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

59

het allemaal gecompliceerd ligt, omdat de man getrouwd is. Bovendien, zegt ze dan, begeleidt hij mij bij mijn afstuderen. Kun je de situatie voorstellen?’

Paul neemt een trek aan zijn sigaar. Tijd om razendsnel de situatie in te schatten. Jane studeert af bij Arne en ze wordt verliefd op hem. Kan gebeuren. Zolang Arne haar gevoelens niet beantwoordt, is er niets aan de hand. Alles nog conform de code Steenhouwer. Niets aan de hand.

Hij begint zijn geduld te verliezen. Wat doet hij hier? Nog maar een trek aan zijn sigaar. Een korte dit keer.

‘Ik haal een biertje voor je,’ zegt Sonja en voordat hij iets kan zeggen, loopt ze van hem weg.

Paul volgt zijn vrouw op haar weg naar de bar. Hij kijkt naar haar kont en hij is niet de enige, want de jongen achter de bar houdt haar lang in zijn blik gevangen als ze met een glas terug naar de tafel loopt.

‘Leuke jongen,’ zegt Sonja als ze weer zit. Het glas bier zet ze tussen hen op tafel.

‘Hij keek naar je kont.’Sonja glimlacht en neemt een slok van haar wijn. Paul volgt

haar voorbeeld. Hij proeft een fris, ongecompliceerd biertje.‘Je weet wat er met Arne gebeurt als dit waar blijkt te zijn,’

zegt ze dan. ‘En met jou!’‘Er is nog niks gebeurd.’Sonja steekt een nootje in haar mond en vermorzelt het

tussen haar tanden. Dan schuift ze het bakje naar Paul.‘Wat weet je van die Jane?’ knispert ze.‘Een mooie dame met een goed stel hersens. Ik zit in haar

afstudeercommissie. Leitner is voorzitter. Met een beetje ge-luk studeert ze cum laude af.’

‘Waar hangt dat van af?’‘Wat hangt waarvan af?’‘Of ze cum laude afstudeert.’‘Het gemiddeld cijfer over alle vakken moet een acht of

hoger zijn, terwijl op geen enkel vak lager dan een zeven is gescoord en de studie moet binnen de gestelde tijd zijn afge-rond. Jane voldoet voorlopig aan al die eisen.’

Page 60: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

60

‘Maar uiteindelijk beslist de commissie?’‘Als de beoordeling van de scriptie dit toelaat, kan de voor-

zitter namens de commissie het voorstel doen om de student met cum laude te laten afstuderen. Uiteindelijk beslist het be-stuur als bevoegd gezag van de universiteit, maar dat is na-tuurlijk een formaliteit.’

‘Hoeveel leden zitten er in zo’n commissie?’‘Dat verschilt, maar minimaal drie.’‘En in dit geval?’‘Drie: Leitner, Kuijt en ik.’Sonja recht haar rug. Paul neemt een slok en nog een. Een groot gezelschap komt binnen en neemt luidruchtig

bezit van de kleine kroeg. De mannen lachen te hard en de vrouwen flirten te opzichtig. Dit is overduidelijk niet hun eerste drinklokaal van vandaag en ongetwijfeld ook niet hun laatste.

‘Hoe liggen de kaarten?’ vraagt Sonja. Met haar handen plukt ze in haar vers gecoiffeerde haar.

‘Daar kan ik niets over zeggen.’‘Ik ben je vrouw. Hoe liggen de kaarten?Paul denkt na over dat ‘ik ben je vrouw’, heeft een echtge-

noot meer recht op informatie dan een willekeurige andere?‘Op basis van de laatste versie? Leitner voor, Kuijt twijfelt.’‘En jij?’‘Ik denk dat ik met Leitner meega, maar niet van harte. Ze

is een buitenlandse student en die zien we graag komen. Dat geeft de doorslag. Het is politiek.’

Sonja legt haar handen op die van Paul. Warme handen zijn het. Warme, zachte handen.

‘Doe wat je van plan was, gun Jane haar mooie beoordeling, maar laat Arne zweten. Leg het gewicht van het besluit bij hem neer. Zorg dat hij jou moet overhalen, in het bijzijn van Kuijt.’

‘Ik weet het niet Sonja.’Paul ziet hoe een man en een vrouw zich afscheiden van de

groep luidruchtigen en richting de toiletten lopen.

Page 61: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

61

‘Wacht even,’ zegt hij en staat op. ‘Ben zo terug.’

De man en de vrouw lopen gehaast, op enige afstand van el-kaar. Eerst de man, enkele tellen later gevolgd door de vrouw. Voor hen in de kroeg die het tweetal is opgevallen, moet het lijken alsof ze toevallig allebei kort naar elkaar op zoek zijn gegaan naar het toilet, als sterren die gedwongen in hun baan ander sterren najagen zonder het ooit van elkaar te weten.

Paul weet wel beter. Achter de vlucht van wat waarschijn-lijk collega’s zijn, zit een groter plan. Iets in het gedrag van de vrouw heeft hen verraden. Ze heeft niet de nonchalance van iemand met aandrang die, blij om even het dwingende ritme van drinken en praten te kunnen ontsnappen, op de zoek-tocht naar het sanitair geen haast maakt. Deze vrouw, geheel gestoken in het blauw, heeft wel haast en doet net even te veel haar best om niet gezien te worden, waardoor ze des te meer opvalt. Al lopende checkt ze haar tas (waarom stopt ze niet even als ze geen haast heeft?) en bovendien zet ze haar mobiele telefoon uit. Waar ze ook heengaat, ze wil niet wor-den gevonden door de mensen die haar kennen.

Het is zoals hij dacht: de man en even later ook de vrouw lopen aan de toiletten voorbij en verlaten het pand door de achteruitgang, richting het parkeerterrein.

Buiten is het koud en donker. Paul zet de kraag van zijn jas op, maar neemt niet de tijd zijn handschoenen aan te trekken. Ook hij heeft, in navolging van het leugenachtig stel, haast. Hij mag ze niet uit het oog verliezen.

In het schaarse licht, verspreid door een lantaarnpaal in het midden van het terrein, ziet hij fijne sneeuw langzaam neerdalen. Precies onder de lamp houdt de man zijn tred in, draait zich om en steekt beide handen naar de vrouw uit. De vrouw versnelt haar pas.

Paul stopt, stapt snel opzij en vindt de veilige beschutting van een manshoge muur. Zijn schoenen, niet geschikt voor dit soort buitenactiviteiten, glijden weg en voor hij het weet valt hij in de sneeuw. Hij voelt de natte kou door de knieën van

Page 62: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

62

zijn broeken heen. Langzaam staat Paul op en voorzichtig turend over de rand

van de muur, ziet hij hoe de vrouw de man heeft bereikt. Ze ligt in zijn armen, onwennig zo te zien. De man kust de vrouw en aarzelend geeft zij zich aan hem over, terwijl ze haar han-den onder zijn blazer duwt.

De man zegt iets, wat kan Paul niet verstaan, maar hij ziet wel dat het tweetal zich weer in beweging zet. Ze gaan niet terug de kroeg in (natuurlijk niet!), maar lopen verder, weg uit het licht. De man zoekt iets in de zakken van zijn broek. Het moeten zijn sleutels zijn, want even verderop geeft een auto zenuwachtig licht.

Paul duikt weer weg achter de muur. Hij hoort portieren dichtslaan, twee stuks, en een auto starten. Maar de auto rijdt niet weg, blijft staan waar hij staat.

Voorzichtig verlaat hij zijn schuilplaats en loopt in de rich-ting van de auto waarvan de motor inderdaad loopt, maar duidelijk niet met het doel de auto waaraan hij dienstbaar is te laten rijden. De lampen van de auto branden niet. Niets wijst op een aanstaand vertrek.

Hij loopt niet recht op de auto af, maar maakt een omtrek-kende beweging, handig van auto naar auto sluipend.

Het lukt hem onopvallend bij de auto te komen waarin de overspeligen verdwenen, een grote zwarte auto, zo te zien een duur exemplaar, hoewel hij geen verstand heeft van auto-merken. Achter op het raam kleeft een sticker van de Koning Juliana Toren.

Voorzichtig schuifelt Paul naar het portier aan de bestuur-derskant.

Oppassen, nu niet uitglijden. Nog twee stappen en dan is hij waar hij wil zijn. Hij stopt, neemt de tijd om op adem te komen. In zijn hoofd

gonst het Adieu van Martinus Nijhoff:

Page 63: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

63

Droom dan tenminste dat wij nimmer scheidden, Wij droomden het zo vaak, kind, naast elkaar.

Nu kuste ik, toen je sliep, voor ‘t laatst den zijden Geurende overvloed van je wild haar.

Hij beweegt zijn hand naar het handvat van het portier, ter-wijl hij kalm terugtelt van tien naar een.

Drie.Twee.Een.

Warmte. Licht. Pianomuziek (Wolfgang Amadeus Mozart). Een pakje condooms op het dashboard. De zoete geur van zweet en dure eau de toilette.

De man van daarnet, maar in een duidelijk andere omstan-digheid, staart hem met grote ogen aan.

De vrouw volhardt in haar nijvere werk. Haar bruin gekap-te hoofd beweegt op en neer in de schoot van de man wiens hand, inmiddels werkloos, tussen haar benen steekt.

Ze komt omhoog, terwijl ze onvermoeibaar aan de lul van de man blijft trekken die fier en glanzend uit zijn blauwe boxershort steekt. Op de witte rand leest Paul een naam die hem niets zegt: Tommy Hilfiger.

Op bedelende toon: ‘Harry, tijgertje, waarom stop je?’Ze duwt de hand van de man terug in positie en wacht tot

hij zijn magische werk hervat.Maar Harry doet niets, blijft zitten als versteend. Dan heeft ook de vrouw, die jonger is dan Paul had gedacht,

door dat het allemaal niet onopgemerkt is gebleven. Ze komt verder omhoog. Verschrikt slaat ze haar handen voor haar borsten.

Grappig, denkt Paul, hoe we zelf in de meest mensonteren-de situaties onze waardigheid proberen te behouden.

Paul wijst op de stoelverhogers op de achterbank: ‘Hoe oud zijn je kinderen? Gaat het goed met ze op school?’

Harry lijkt zich enigszins te herpakken. Paul ziet dat de hij hem aandachtig opneemt. Voordat hij de aanval opent,

Page 64: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

64

taxeert hij zijn tegenstander. ‘Weet je vrouw dat je dit soort dingen doet?’ gaat Paul ver-

der en richt zich dan tot de vrouw die hem meer dood dan levend aankijkt.

‘Laat me raden. Harry is jouw baas en jij bent alvast begon-nen met de salarisonderhandelingen?’

De vrouw wil iets zeggen, maar Harry is haar voor: ‘wie ben je?’

‘Dat doet er nu niet toe.’‘Viezerik!’‘Wie is hier nou de viezerik?’ vraagt Paul. ‘Maar ik zal jullie

niet langer storen. Kijk de jongeheer laat het al afweten, net nu hij klaar was voor het grote werk.’

Paul weet genoeg en wil het portier dichtduwen, maar de man houdt hem tegen.

‘Kijken naar anderen,’ vraagt hij met meer bravoure dan daarnet, ‘wordt je daar opgewonden van?’

‘Niet echt. Ik zocht een antwoord en dat heb ik nu gevon-den. Meer niet. Breng je het kind straks wel netjes thuis?’

‘Ik kan je hiervoor laten vervolgen.’‘Stil,’ sust Paul.Hij doet een stap achteruit en voordat hij terugloopt bekijkt

hij een laatste keer het tafereel.Dan trekt hij zijn handschoenen aan en draait zich om.Sonja heeft gelijk: hij heeft recht op die leerstoel.Paul van Rosmalen en niemand anders.

14

Een week na de afstudeerceremonie belt Arne Jane op haar 06. Het is fout, maar het voelt heerlijk. ‘Ik wil je zien,’ zegt hij. ‘Nu?’ ‘Nu.’ Even later verlaat Arne gehaast zijn werkkamer. Hij over-weegt zijn tas mee te nemen, maar besluit het ding te laten

Page 65: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

65

staan. Die heb ik vanavond niet nodig. Op de weg naar de lift loopt hij collega Witterveen tegen het lijf. Nu niet! Met een excuus wimpelt hij zijn collega af. Leuk idee om de kroeg in te duiken, maar nu even niet. Ziek, zwak en misselijk. Hoofdpijn, dat ook. Naar huis maar en vroeg onder de wol. Prettige avond. Ik zie je morgen! Hij loopt het gebouw uit naar buiten. De winterkou slaat in zijn gezicht, maar hij voelt niets. Verse sneeuw kraakt onder zijn schoenen. Er staat nog een handvol auto’s op de parkeerplaats. De grootste is van hem. Met een pieppiep opent hij van afstand de deuren. Hij heeft geen tijd te verliezen. Snel krabt hij sneeuw en ijs van de autoruiten en stapt dan in. Hij start de motor en rijdt stapvoets over het witte univer-siteitsterrein op weg naar de uitgang. Voordat hij de hoofd-weg opdraait, controleert hij of collega Witterveen al weg is. Hij ziet zijn auto nergens. Gevaar geweken. Dan rijdt hij de weg op. De avondspits is al voorbij en hij kan zich gemakkelijk tussen het verkeer voegen. Bij het kruis-punt gaat hij, geheel tegen zijn gewoonte in, niet linksaf, maar rechtsaf. Even verderop stop hij en bezoekt een slijterij.

15

Misschien is het inderdaad zinloos en zonde van zijn tijd: wachten voor de flat van Jane Verbaarschot in de hoop dat er iets gebeurt, iets dat zijn vermoeden bevestigt.

De avonden die Paul aan de schemerkant van de straat in de auto heeft doorgebracht, bleven tot nu toe zonder resul-taat. Urenlang staren naar een flatgevel waaraan nauwelijks iets verandert. Het is als gras zien groeien.

Als Paul zijn auto parkeert, is het soms nog donker in het

Page 66: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

66

appartement, maar meestal brandt er licht, afkomstig van een kaal peertje dat zielloos aan het plafond hangt. Een paar keer per avond verschijnt Jane zelf. Dan tuurt ze naar buiten, in de richting van de auto waarin Paul zit. Zou ze iets vermoe-den?

Als Jane aan het bellen is, loopt ze als een leeuw in een kooi heen en weer door de kamer. Terwijl ze praat, maakt ze grote gebaren als een actrice dat al gesticulerend ook het publiek op de achterste rij probeert te bereiken.

Af en toe heeft ze bezoek, vrouwen en mannen, jonge men-sen nog, maar geen van hen blijft slapen.

Haar fiets stalt Jane in de kelder. Naast de hoofdingang loopt de bestrating schuin naar beneden. Komt ze met de fiets aan, dan verdwijnt ze over het pad naar beneden om even later zonder fiets weer naar boven te komen.

De voordeur van de flat klemt, want Jane moet net als de andere bewoners veel kracht zetten om hem te openen. Het lukt pas als ze deur iets optilt. Door het glas naast de deur ziet Paul hoe Jane haar muts af doet en met een handige be-weging het haar fatsoeneert. Soms opent ze een van de velen brievenbusjes. Ze sorteert haar post gelijk en gooit vaak veel weg in een doos die daar kennelijk voor dat doel is neergezet.

De tocht van de hal naar haar appartement duurt ongeveer vijf minuten. Is ze in gezelschap van anderen dan heeft ze meer tijd nodig, maar nooit meer dan tien minuten. Het eerst wat Paul daarna ziet, is het licht dat aangaat. Vervolgens zet Jane het grote raam open. Zo gaat het altijd. Het ritueel van thuiskomen.

Naast het raam is een deur die uitkomt op een klein balkon. Er staan twee stoelen en drie lege plantenpotten. Achter de stoelen staat ook iets wat op een krat lijkt. Op de derde avond weet Paul het zeker als Jane achter een van de stoelen grijpt en met een fles terug naar binnen gaat. Aan de balkonreling hangt een wasrek. Er hangt nooit was aan.

Observeren is vermoeiend, zeker als er weinig gebeurt en Paul moet vechten tegen de slaap. Gelukkig heeft hij de radio, kranten, tijdschriften en boekjes met sudoku’s. Elk half uur

Page 67: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

67

neemt hij foto’s van de voordeur, zodat hij goed weet wat hij moet doen als het moment daar is.

Hoewel Paul het aanvankelijk geen goed idee vindt om te gaan posten voor de flat van Jane, lukt het Sonja toch om hem te overtuigen van het nut van de actie. Paul gaat overstag, maar stelt wel een limiet: zeven dag observeren en geen dag langer. Te beginnen op de avond na de dag van haar afstuderen tot aan de avond voor haar vertrek (Jane vertelt Paul tijdens de afstudeerborrel enthousiast over haar wereldreis, inclusief vertrektijden en vluchtnummers), van ’s avonds zeven tot middernacht. Mocht Arne verschijnen dan uiteraard langer.

Als het gebeurt, zo stellen ze samen vast, dan is het ergens in deze week en de meest waarschijnlijke locatie voor het vergrijp is haar flat. Niet zijn villa aan de kust. Niet een hotel. Te risicovol. Grote kans dat iemand hem daar herkent. Hier, in deze groezelige buitenwijk van de stad, kent niemand Arne Leitner.

Bijna niemand.

De telefoon gaat. In het scherm ziet Paul dat het Sonja is. Waarom weet hij niet, maar hij checkt de tijd: half acht.

‘Met mij. Is ze thuis?’‘Het licht brandt, maar er gebeurt vanavond niets. Ze gaat

vroeg onder de wol. Morgen vliegt ze naar het andere eind van de wereld. Het meisje is met heel andere dingen bezig dan met professor Arne Leitner.’

‘Denk je dat?’‘Arne ligt in bed, zijn eigen bed. Ik weet het zeker. Ik kom

naar huis.’‘Het lijkt wel of je het leuk vindt.’‘Dat zeg ik niet.’‘Ik hoor het aan je stem.’‘Hoor, wat je wilt. Ik zeg alleen dat hij in zijn eigen bed ligt

en dat is precies wat ik ook ga doen.’Paul verbreekt de verbinding. Op het moment dat hij de

auto wil starten, passeert een grote auto met gedoofde lich-

Page 68: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

68

ten. Een paar meter verderop stopt hij.Paul zakt terug in zijn stoel. Op de tast zoekt hij het fototoe-

stel dat ergens naast hem moet liggen. Hij richt de camera op de auto, zoomt in en drukt af.

Klik.Nog een keer.Klik.En nog een keer.De deur zwaait open. Een man stapt uit. Schichtig kijkt hij

om zich heen. De straat is leeg. Arne Leitner!Opnieuw laat Paul de camera haar werk doen.Klik.Arne sluit zijn auto af. Klik.Arne pakt zijn telefoon.Wie belt hij?Paul kijkt naar het raam aan de overkant en ziet dat ook

Jane iemand belt. Of wordt ze gebeld?Ze loopt naar het raam en kijkt naar buiten. Een kleine beweging met haar hand. Het lijkt op zwaaien. Ze is zo te zien klaar met bellen.Terug naar Arne die zijn telefoon in de zak van zijn jas heeft

gestopt. Hij opent de achterklep van de auto.Wat pakt hij?Een fles en twee glazen.Klik.Dan loopt hij naar de overkant in de richting van haar flat,

niet in een rechte lijn, maar met een bescheiden omweg.Klik.Arne duwt de deur open die Jane kennelijk van boven voor

hem opendoet. Het kan niet anders.Klik.Hij gaat naar binnen.Paul stapt uit de auto. Langzaam, rustig, op zijn hoede. In

zijn hand klemt hij de camera. Hij zoekt dekking achter zijn auto en kijkt naar het verlichte raam boven hem.

Page 69: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

69

Hij zet de camera aan zijn oog en zoomt in. Om het juiste gevoel te krijgen, drukt hij een paar keer af.

Klik.Klik.Klik.Het raam blijft leeg als een poppenkast zonder poppen.Net op het moment dat hij denkt dat er niets meer gaat ge-

beuren, ziet hij Arne.Hij is naakt! Godbetert, de idioot gaat het doen!Klik.Dan verschijnt Jane. Ze is ook naakt.Klik. Klik. Klik. Klik.Arne trekt Jane naar hem toe, klemt haar stevig in zijn ar-

men, tilt hem op.Klik.Geduw en getrek.Klik.Vechten ze?Klik.Of is het dansen?

16

De kleine studentenkamer is op een paar meubels na leeg. ‘Voor de nieuwe huurder,’ zegt Jane wijzend op een ronde tafel en vier stoelen. ‘Ga je weg?’ vraagt Arne. Ze knikt. ‘Morgen,’ antwoordt ze. ‘Waarheen?’ ‘Geen idee. Gewoon weg.’ ‘Gewoon weg?’ ‘De wereld rond,’ zegt ze stellig, maar met de ondeugd in haar blik die hij inmiddels van haar gewoon is. ‘Ga je mee?’ Arne schudt zijn hoofd. ‘Onmogelijk.’ Jane kleedt zich uit, pelt het textiel van haar mooie Vlaamse lijf.

Page 70: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

70

Arne ontkurkt een veel te dure fles Moët et Chandon, zet de twee glazen die hij heeft meegenomen op tafel en schenkt ze vol. Ondertussen kijkt hij hoe de vrouw zich ontdoet van haar kleding. Hij voelt zich als een kind dat ziet wat het niet mag zien, maar juist daarom zijn ogen de kost geeft. Vanavond is ze voor hem. Voor hem alleen. Er is nog niets gebeurd. Helemaal niets. Jane is naakt, naar melkwitte huid glanst in het spaarzame licht dat hen omringt. Ze legt een staart in haar zwarte haar. Ze heeft kleine puntige borstjes. Peren. Ze gaat op de tafel zitten en buigt dan langzaam terug tot-dat ze ligt. Klaarligt. Voor hem. Ik kan nog terug. Haar benen wijken uit elkaar. Er is nog niets gebeurd. Arne loopt naar de tafel. Dan blijft hij staan en bekijkt het lichaam dat voor hem ligt, als een chirurg die aanstonds zijn mes door haar huid zal drukken. Even voelt hij niks, alsof hij geen contact kan maken met de sensatie van het moment. Hij weet dat hij niet zal weigeren wat hem wordt aangeboden, dat hij bij haar naar binnen zal gaan, haar zal vullen met zijn vlees, maar hij weet ook dat hij haar nooit echt zal kennen. Het is een armzalig spel, dat zo vaak wordt gespeeld. Hij weet het en hij weet dat zij het weet. Zijn zwakte zal haar over-winning zijn. De rollen zijn omgedraaid: zij de meester, hij de leerling. Hij de verliezer, zij de winnaar. Dat alles weet hij. Nu kan ik niet meer terug. Zijn beurt om zich uit te kleden. Hij doet het gehaast. On-handig. Struikelt bijna over zijn eigen broek. Ze lacht om zijn ongemak. Als laatste handeling schuift hij zijn onderbroek van zijn kont. Dit is het dus. Even later omklemt haar smalle hand zijn gezwollen pik,

Page 71: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

71

schuift zijn huid langzaam op en neer. Een siddering gaat door hem heen als hij voelt hoe ze hem in haar mond neemt, eerst aarzelend, maar al snel gulzig en hunkerend naar meer. Het gebeurt. Bang al klaar te komen, trekt hij zich uit haar mond terug (wat lastig genoeg is, want ze laat haar tong zeker nog drie keer plagend over de glanzende eikel gaan) en helpt haar van de tafel totdat ze voor hem staat met haar rug naar hem toe-gekeerd. Met zijn hand gaat hij tussen haar billen naar bene-den en hij voelt hoe ze ruimte maakt. Hij steekt een vinger tussen haar natte lippen en daarna nog een, soepel glijden ze naar binnen. Hij drukt haar naar voren, speels en ruw tegelijk. Haar borsten raken het natte tafelblad. Zijn hand gaat op en neer, steeds sneller. Laat dit altijd doorgaan. Plotseling richt ze zich op, duwt hem weg. Jane loopt van de tafel weg, naar het bed. Arne loopt achter Jane aan de kamer door, zijn vingers nat van haar geil. Kat en muis. Hij grijpt haar, trekt zich tegen hem aan en tilt haar op. Het kost hem geen enkele moeite. Ze klemt haar benen om zijn middel en werkt zijn pik be-hendig bij zich naar binnen. Hij stoot in haar en nog eens en nog eens, terwijl hij met zijn vingers in het malse bilvlees grijpt. Zo dansen ze een tijdje door de kleine kamer, parend op muziek die er niet is. ‘Ga met me mee,’ fluistert Jane in zijn oor en duwt haar tong in zijn oorschelp. ‘Morgen vertrek ik.’ ‘Onmogelijk,’ antwoordt Arne, maar waarom hij dat zegt weet hij eigenlijk niet.

Die nacht bedrijven ze vier keer de liefde in haar smalle Ikea bed dat krakend meedeint op de choreografie van hun bewe-gingen. Ze eten van elkaar, gulzig, vol ongeduld, maar zonder verwachtingen voor de toekomst.

Page 72: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

72

Als hij wakker wordt, ligt hij op zijn zij, met zijn moegestre-den geslacht tegen haar warme billen aan. Met zijn vrije hand streelt hij haar buik.

Ze wordt wakker en draait zich naar hem om. Ze glimlacht als een klein kind, kust hem op zijn neus.

‘Dus je gaat niet mee?’ Ze vraagt het aarzelend, op zachte toon - hoopt ze dat hij

het niet hoort? ‘Onmogelijk,’ zegt hij.‘Onmogelijk,’ herhaalt zij.‘Ik breng je naar het vliegveld, zoals afgesproken.’‘En daar nemen we afscheid?’‘En daar nemen we afscheid.’ Hij draait zich op zijn rug en staart naar het plafond, pro-

beert tevergeefs wijs te worden uit de onrustige wirwar van barsten in het pleisterwerk boven hen.

Ze is rechtop gaan zitten en trekt hem aan zijn schouders haar kant op. Hij voelt hoe ze kracht zet als een kat tijdens het spinnen. Hij kijkt haar aan. Een traan glijdt langs haar ranke neus naar beneden.

Hij stelt zich voor hoe ook hij rechtop gaat zitten en een arm om haar heen slaat. Hoe hij haar kust, als een kat het zoute traanvocht van haar gezicht likt en uiteindelijk snik-kend toegeeft. Natuurlijk gaat hij mee. Het is een bizar mis-verstand. Ze zijn voor elkaar voorbestemd en als zij wil dat hij haar vergezelt op haar idiote wereldreis, dan doet hij dat natuurlijk. Geen mooier leven dan een wild leven. Sterker nog: hij heeft het Olga al verteld. Is dat een verrassing of niet? Dat ze niks aan hem heeft gemerkt. Olga? Die was natuurlijk not amused, heeft het bericht niet bepaald licht opgenomen. Maar daar moet zij zich niet druk om maken. Zo gaan die din-gen nou eenmaal. Het uitmaken van een relatie is geen leuke klus en voor een dergelijk bericht is nooit een goed moment. Uit. Af. Klaar. Rustig maar. Rustig. Het is niets. Niets meer dan een misverstand. Ik ga mee.

In plaats daarvan staat hij op. ‘Kom, ga douchen, anders komen we te laat.’

Page 73: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

73

Een uur later zwaait hij alsof zijn leven ervan afhangt. Hij ziet haar langzaam vooruit schuifelen in een lange rij. Dan is het moment daar dat de man die de paspoorten controleert haar de wijde wereld in stuurt. Ze loopt door en kijkt niet naar hem om, alsof ze zijn laffe houding niet wil belonen.

Hoewel hij beter weet, hoopt Arne dat ze op een dag weer op de drempel van zijn kamer zal staan; wiebelend als een pubermeisje, uitdagend als een volwassen vrouw en, zo weet hij inmiddels uit ervaring, met nauwelijks haar op haar god-delijke kut.

‘Uw dochter?’ vraagt een vrouw die naast hem staat.Hij knikt en draait zich om.

Page 74: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 75: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Deel drie

Page 76: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 77: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Twee weken later2003

Page 78: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 79: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

79

17

Het is gebeurd: Arne Leitner is opgeroepen om voor het tribunaal van Steenhouwer te verschijnen.

De aandacht voor zijn geval is in de veertien dagen nadat het nieuws is uitgebroken (beter: als een rijpe puist is uit-geknepen), geenszins geluwd. Integendeel: in de kranten, op radio, tv en internet lijkt het over niets anders te kun-nen gaan dan over die jonge succesvolle professor die zich heeft vergrepen aan een onschuldig meisje dat toch aan zijn bescherming was toevertrouwd. Als een niet te stuiten virus verspreidt het nieuws zich razendsnel over het land en ook in het buitenland smullen ze van het verhaal.

Overal verschijnen de foto’s. Korrelige foto’s zijn het, met een stevige telelens vanaf de overkant van de straat geno-men. De grootste foto toont een man in blote kont en met een jaloersmakende stijve pik die als verdwaasd achter glas rond-dwaalt. Daarnaast een uitsnede van zijn gezicht. Een sterk vergoot, maar zeer wazig beeld. Daar weer naast: hetzelfde gezicht, maar dan jonger.

Het fotobijschrift verdient de creativiteitsprijs:

Professor Leitner in betere tijden.

Ondanks alle aandacht wordt er weinig nieuws aan de be-richtgeving toegevoegd. De duiding varieert wat, afhankelijk van de signatuur van krant of omroep, maar de hoofdbood-schap blijft onaangetast: een man in zijn positie had zoiets nooit mogen doen.

Foei.Fout.Een doodzonde.De toon is gezet. Alsof Arne zich heeft vergrepen aan een zwakzinnig kind

van twaalf jaar.

Enkele kranten brengen nog wat achtergrond ter verlevendi-

Page 80: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

80

ging van de feiten. Een interview met iemand die Arne goed zou moeten

hebben gekend en twee quotes opgetekend uit de monden van studiegenoten van Jane. Een van hen – Marieke Steels – neemt het onder het kopje ‘No big deal’ voor Arne op. Ze kan zich onmogelijk voorstellen dat de heer Leitner haar vriendin tot iets zou hebben gedwongen. Laatste zin: ‘Waar twee seks hebben, hebben twee schuld. No big deal.’

Natuurlijk gaan verschillende journalisten meteen op zoek naar Jane, maar gelukkig voor haar wordt ze niet gevonden.

Op de opiniepagina’s en de pagina’s met ingezonden brie-ven wordt ondertussen vrolijk gespeculeerd van wie de foto’s afkomstig zijn. Iemand is er op uit om Arne Leitner doelbe-wust te beschadigen. Wie? De journalist beschermt zijn bron, met zijn leven als het moet en de kans dat het ooit bekend zal worden is daarom klein. De meeste stemmen gelden dan maar. De winnaar: Jane Verbaarschot. Ze is na een avondje seks door Arne afgedankt en dit is haar kinderlijke wraak. Een radioprogramma laat een gedragsdeskundige aan het woord die met droge ogen beweert dat dit type gedrag (narcistisch noemt zij het) wel vaker voorkomt bij meisjes die hun moeder op jonge leeftijd hebben moeten missen.

18

Margot Lutz ontwaakt met een glimlach op de lippen. Vanaf vandaag zal alles anders zijn. Gisteravond, na aankomst in het hotel, heeft ze zich naar haar ruime kamer laten begeleiden. Een donkere jongeman hielp haar met de koffers terwijl hij de voetballers roemde die haar land heeft voortgebracht. Bovengekomen gaf zij hem geld, veel te veel zo merkte ze aan zijn reactie. De jongen, wiens ogen zeker drie keer zo groot werden toen hij de biljet-ten van haar in ontvangst nam, maakte zich met een gracias snel uit de voeten, bang dat de vrouw terug zou komen op

Page 81: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

81

haar vrijgevigheid. Zij zag hem denken: wat moet een vrouw alleen in deze stad? Heeft ze geen man? Waar zijn haar kinde-ren? Ze sloot de deur van de kamer, opende de fles wijn die de jongen in de kamer had achtergelaten – ‘a gift from the hotel-management’ – en schonk een glas vol. Reizen maakt dorstig, dus na het eerste glas volgde een tweede en na de tweede een derde. De wijn deed wat ze moest doen, maakte het leven zoals altijd aangenaam licht. Daarna had ze zich uitgekleed en was in bed gekropen.

Van de nacht die achter haar ligt, herinnert ze zich niets meer. Een droomloze slaap, geen geluiden, zelfs geen aandrang om te plassen, wat bijzonder is, want normaal moet ze er zeker twee keer per nacht uit om haar blaas te legen. De nacht slaat een zwart gat in haar herinnering, alsof ze na jaren uit een diepe coma ontwaakt. Nu, hier, aan de andere kant van de kloof voelt ze zich als herboren. Zelfs de fles wijn die ze in haar eentje achterovergeslagen moet hebben, doet zich niet gelden. Vandaag zal ik hem ontmoeten. Hij zal blijven. Voorgoed. Ze gunt haar ogen tijd om te wennen aan de nieuwe wereld waarin ze zich bevindt. Een smalle baan zonlicht kiert langs de gordijnen en ze ziet ontelbare kleine stofdeeltje dansen in het licht. Waarom zien we vuil pas als de zon het verlicht? Ze kijkt op de kleine wekker die naast haar op het kastje staat: bijna half tien, geen tijd te verliezen. Ze hebben om twaalf uur afgesproken. Ze slaat de zware dekens van zich af. Ze staat op en be-weegt haar slaapwarme lichaam naar de deur van de badka-mer, moeizaam, alsof ze bij iedere stap een stukje van haar lichaam achterlaat. In de kamer is het behaaglijk warm. Wat is de temperatuur in Madrid? Ze wil naar buiten, het prille voorjaar voelen, op een wind-luw plekje genieten van de zon en fantaseren hoe het zal zijn.

Page 82: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

82

Vanavond, vannacht en de jaren daarna. In de badkamer wordt op haar gewacht. Een stapel hand-doeken (met vermelding van de hotelnaam) verwelkomt haar. In een kastje boven de wastafel vindt ze het traditionele mandje met zeepproducten: badschuim, shampoo, scheer-schuim, alles genoeg voor een enkele wasbeurt, want in een hotel denkt de mens slechts één dag vooruit.

19

Ondertussen probeert Steenhouwer de schade te beper-ken. Iets wat hem redelijk goed lijkt af te gaan. Hoewel de wereld hem op zijn vingers kijkt, wordt hij er niet zenuwach-tig van. Als een volleerd crisismanager kiest hij voor ferm en snel optreden en ‘maximale openheid’.

Een niet aflatende stroom van persberichten verlaat die eerste twee dagen het instituut. Korte, zakelijke berichten zijn het, to the point geformuleerd. Strekking:

1. Wij beschikken al jaren over een code ongewenste om-gangsvormen en seksuele intimidatie.

2. Nu het noodlot ons treft, zullen we niet aarzelen dien-overeenkomstig te handelen.

Laat niemand ook maar een moment twijfelen. Steenhouwer wil zo snel mogelijk van Leitner af, dat is duidelijk al voordat hij hem heeft gezien of gesproken.

Leitner heeft de regels overtreden en de sanctie die is aan-gekondig zal ook in dit geval volgen. Of het verhaal over de seksuele intimidatie waar is, lijkt hem minder te interesse-ren. Nu moet hij doorpakken en hoe moeilijk hij het mogelijk ook vindt, hij laat er nooit iets van merken.

Voor hem geldt in deze tijden van crisis uiteindelijk één enkel belang en dat is het voortbestaan van dat prachtige in-stituut van hem. De minste aarzeling zou gezien kunnen wor-den als traineren, stel je voor! De suggesties zou eens kunnen ontstaan dat hij de jonge professor het hand boven het hoofd

Page 83: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

83

houdt en dat moet koste wat kost worden voorkomen. Nee, het woord ‘mededogen’ staat niet in zijn woordenboek.

De wet van Steenhouwer is tot nu toe altijd papier geble-ven. Nu is het ernst. Steenhouwer zal zijn gelijk halen ten koste van de jongste bediende. Arne weet het en heeft zich er bij voorhand al mee verzoend.

Al de medestanders van weleer - zij die met hem hebben mee gelachen in kroegen, in straten en op pleinen – zullen straks vooraan staan om zijn gedrag te veroordelen. Nu heeft Steen-houwer de kans om een voorbeeld te stellen en zij zijn maar wat blij dat zij niet voor de commissie hoeven te verschijnen.

Arne is van alle collega’s natuurlijk het mooiste voorbeeld. Jong en succesvol, vol argwaan bekeken, de man die alles kan; iemand die een ongekend talent als Arne laat vallen, is de ware leider van de roede. Steenhouwer weet dat, maar het valt hem desondanks niet licht om te doen wat hem te doen staat. Leitner ontslaan is als zijn eigen arm amputeren. Hij heeft het talent gehaald, was alle concurrentie te snel af, nu moet hij het weer uit het nest verstoten. Toch weet hij dat het uiteindelijk zijn positie zal verstevigen. Nu komt het erop aan om de daad bij het woord te voegen. Juist in volle storm hijst men de zeilen. Dat Arne daarbij over boord zal slaan, is een niet te vermijden bijkomstigheid.

20

Een half uur later voelt Margot de Spaanse zon prikken op haar Nederlandse huid. Het is warmer dan ze had gedacht. Waar ze vandaan komt is het nog volop winter, de mensen even grijs en grauw als het weer. Hier in deze stad volstaat een dunne jas of een trui en is een zonnebril geen overbodige luxe. Het licht van de zon is scherp en overdadig, tekent de contouren van haar lichaam uit op de tegels onder haar. Madrid. Ze voelt zich goed in deze stad waar het leven lichter lijkt

Page 84: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

84

dan thuis. Hier zijn al haar frustraties ver weg. Een grote stad die nergens als zodanig aanvoelt: dorps, vertrouwd, alsof ze er al jaren komt. Nergens loopt ze verloren, niemand die haar vreemd aankijkt. Ze wordt opgenomen door de straten, de wijken, de parken, de barretjes. Margot groet de stad, een oude vriend die ze na jaren terugziet, en de stad groet terug. Ze voelt zich vrij, op haar plek en elk living statue dat ze op haar weg naar het paleis tegenkomt, beloont ze ruimhartig, alsof ze nog maar vijf minuten te leven heeft. Ik wil hier wonen, op een dag wil ik hier wonen. Haar uiterlijk heeft ze aangepast aan de stemming en de stad. Het haar opgestoken, een rok die haar ranke benen in de etalage zet en een subtiel masker van make-up maken haar de kosmopolitische vrouw die ze altijd heeft willen zijn. Ein-delijk is ze de actrice die ze nooit is geworden, uit angst voor de wereld. In een klein souvenirwinkeltje koopt ze een zonnebril die voldoet aan de laatste modetrens: groot en nadrukkelijk. Zal hij mij nu nog wel herkennen? Ze ontbijt in een smalle bar op steenworp afstand van het Retiro Park. Midden in de kleine kroeg staat een forse toog die nauwelijks ruimte overlaat voor de gasten. Toch telt ze er zeker vijftien: mannen en vrouwen, zuidelijk en kleurrijk, die op luide toon met elkaar converseren (haar Spaans is te slecht om te horen waarover het gaat). Achter de toog probe-ren twee heren - ze doen haar aan Mini en Maxi denken – het consumptietempo van de gasten bij te houden. Dat lukt ze aardig, zo te zien doen ze het al jaren. In de verste hoek, naast een steile trap naar beneden, staat een flikkerende fruitautomaat die om de paar minuten ver-veeld hetzelfde melodietje uitstoot. Ze kiest een kruk en gaat zitten. Ze bestelt en nauwelijks later serveert Maxi haar een café con leche en een tosti en haalt in dezelfde beweging een natte lap over de bar. Onder zijn snor hangt een hardnekkige glimlach. Boven het koffieapparaat dat voortdurend in bedrijf is, ra-telend en steunend, hangt een klok. Voor ze het weet is het

Page 85: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

85

half twaalf. Ze moet opschieten. Ik wil hem niet laten wachten.

21

Het ‘tribunaal’, de commissie van Steenhouwer, bestaat uit louter mannen (van onbesproken gedrag). Ze zijn door Steen-houwer zelf uitgekozen, de apostelen aan zijn zijde. Oudere mannen die al een hele tijd meedraaien in Steenhouwers cir-cus: Van Rosmalen, Witterveen, Stekel, Verhagen en Braak-hoop. Het enige lid jonger dan vijftig jaar is Alfred Sluiter, een onbeduidend wetenschappelijk medewerker die in zijn hoe-danigheid van voorzitter van de onderdeelscommissie van de ondernemingsraad mee mag doen met de grote jongens.

Ze zitten aan een smalle lange tafel als in het Laatste Avond-maal van Leonardo da Vinci (‘zij keken elkaar aan, onzeker, wie hij bedoelde’). Steenhouwer in het midden, de rest van de club aan beide flanken naast hem.

Niemand zegt iets als Arne binnenkomst. Het is stiller dan in een klooster in het holst van de nacht.

Voor de tafel, recht tegenover de voorzitter van de commis-sie, staat de stoel.

Arne loopt er langzaam heen, zich bewust van elke stap die hij zet, elke spier die hij spant en ontspant.

‘Hier?’ vraagt hij.Steenhouwer knikt zonder een beweging te veel te maken.‘Kan ik je iets inschenken?’ vraagt hij en Arne ziet zijn hand

neigen naar een brede koffiekan die voor hem staat. Naast de koffiekan, staat een thermosfles (heet water voor thee) en een karaf met water waarin muntblaadjes drijven (waarom weet niemand).

Arne schudt mijn hoofd. ‘Kom terzake,’ zegt hij als een veroordeelde die wacht op de

fatale injectie. ‘Snel graag.’Zes paar ogen staren de man op de stoel aan, alleen Van

Page 86: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

86

Rosmalen kijkt langs hem heen, ergens naar een punt schuin achter hem.

Braakhoop staat op. Hij steunt met zijn handen op de tafel, alsof hij bang is dat hij elk moment zal kunnen vallen.

‘Arne,’ zegt hij met trillende stem.‘We zijn hier bijeen om onze plicht te doen en dat valt niet mee. Niemand van ons zit hier graag. Jij niet, maar wij evenmin. Maar je begrijpt dat we jouw daad niet onbesproken kunnen laten.’

Bij ‘jouw daad’ tilt collega Verhagen een stapel kranten op, alsof Arne niet weet op welke daad zijn aanstonds ex-colle-ga’s doelen.

Arne leunt achterover en slaat zijn benen over elkaar. Daar-na plukt hij twee pluisjes van zijn broek.

‘Over welke daad heb je het precies Nico?’Braakhoop zoekt naar een passend antwoord in papieren

die voor hem op tafel liggen. Zichtbaar nerveus kijkt hij naar de andere rechters van het tribunaal.

Stekel verlost hem uit zijn lijden en maant Braakhoop te gaan zitten, wat hij doet. Zelf neemt Stekel niet de moeite om op te staan.

Hij spreekt snel en op hoge toon. Zijn woorden dansen als nerveuze vliegen door de hoge ruimte.

‘Je hebt het aangelegd met een studente en hebt haar bo-vendien seksueel benadeeld.’

Arne kijkt Stekel aan en kan een glimlach niet onderdruk-ken.

‘Jurgen, dat kun je niet menen. Seksueel benadeeld?’‘Zo staat het in de aanklacht.’Opnieuw is het de beurt aan Verhagen om iets omhoog te

houden. Een vel papier vol met woorden. Wat er op staat kan Arne vanaf zijn positie niet zien.

Het spel kan op de wagen.‘Heb ik niet het recht de aanklacht te lezen voordat ik me

verdedig? Sluiter, dan vind jij toch ook?’Sluiter kijkt als door een wesp gestoken. Hij wil het woord

nemen, maar Steenhouwer is hem voor. ‘Zo hebben we het opgeschreven Arne, met hulp van de ju-

Page 87: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

87

ridische afdeling.’‘Ik heb Jane Verbaarschot seksueel benadeeld?’‘Ja.’ ‘Daar dacht ze zelf heel anders over.’Zenuwachtig gegniffel aan de overkant. Daarna weer dood-

se stilte.‘Je ontkent het dus niet,’ concludeert Steenhouwer. Aan hoe

hij het vraagt hoort Arne dat hij denkt dat hij beet heeft.‘Nee, maar ik beken ook niets.’Steenhouwers gezicht betrekt. Nu gaat Witterveen praten. Arne ziet het aan de manier

waarop hij zijn bril van zijn neus tilt en in zijn haar steekt. Hij neemt een slok water en begint.

‘Uit de foto’s in de krant mogen we toch concluderen dat jij het was die in naakte staat door de kamer van die studente paradeerde?’

‘In naakte staat?’‘Je weet wat ik bedoel Arne. Je weet heel goed wat ik be-

doel.’‘De foto is erg onduidelijk. Als je zegt dat jij het bent geloof

ik het ook. Of Nico. Of Paul.’Arne kijkt naar Van Rosmalen. Nog steeds staart hij naar

een punt in de verte. Hij lijkt er met zijn gedachten niet bij te zijn.

Braakhoop heeft zich herpakt en gaat weer staan. Voordat iemand hem er van kan weerhouden vraagt hij:

‘Was jij het Arne?’‘Wil je het echt weten?’‘Graag,’ antwoordt Braakhoop beleefd als altijd.‘Natuurlijk,’ piept Stekel. ‘Daarom zitten we hier.’Opnieuw neemt Arne de tijd, strekt zijn benen en legt zijn

handen in zijn nek. Hij staart naar het puntje van zijn rech-terschoen en daarna naar het bordje op de deur waarop in zwarte blokletters staat: kopjes na gebruik naar de keuken brengen!

‘Wat doet het er toe?’ antwoordt Arne en kijkt naar Ver-hagen. ‘Toen ik Jane Verbaarschot seksueel benadeelde, om

Page 88: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

88

maar even in jullie terminologie te blijven, was ze geen stu-dent meer. Ze was klaar met haar studie. De gedragscode is alleen van toepassing op hen die zijn ingeschreven. Na het afstuderen wordt een student uitgeschreven. Op het moment van het zetten van de handtekening op de bul is het volbracht. Het is volbracht.’

Voltreffer! Verhagens hoofd trekt wit weg. Braakhoop gaat zitten. Steenhouwer begint als een bezetene door de door hem geformuleerde code heen te bladeren.

‘Artikel 2, lid 5,’ zegt Arne. ‘Pagina 3.’Pauze.Arne monstert de gezichten voor hem. Daar waar het hoofd

van Verhagen steeds witter wordt, kleuren die van Stekel en Witterveen roder en roder. Nog even en ze klappen uit elkaar als overrijpe tomaten.

‘Bespaar ons jouw formele argumentatie,’ zegt Steenhou-wer en terwijl zijn vuist met een klap op tafel landt, zoekt hij een van zijn kompanen achter de tafel.

‘Paul, wat vind jij ervan?’

22

Margot loop het park in. Aan haar linkerhand een brede strook gras en een perk met witte en paarse bloemen. Op het eerste knooppunt van paden, bij een grote fontein die ijverig water spuit, staan twee kinderen. Ze verkopen sinaasappels aan de argeloze voorbijganger. Voor een goed doel, maar welk doel ontgaat haar (op een kartonnetje staat iets getekend dat op een hond lijkt). Ze laat zich overhalen en koopt er twee, van elk kind één. Ze loopt verder over een brede asfaltstrook waarlangs sier-lijke lantaarns staan en passeert een groot meer dat glinstert in de zon. Op het water drijft een tiental roeibootjes. Als ze meer tijd zou hebben, zou ze een bootje huren, naar het mid-den van het meer roeien, de spanen inhalen en dan wachten waar de stroming haar heen brengt. Maar ze heeft geen tijd meer, de wijzers van haar horloge

Page 89: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

89

staan op het punt elkaar te ontmoeten. Ze is laat.

Margot loopt stevig door, overigens zonder zich te haasten. Haast vloekt met de stad en het park, met alle mensen die van deze mooie dag genieten. Als Paul er eerder is dan zij, zal hij wachten. Ze kunnen elkaar niet mislopen.

Het kan onmogelijk misgaan.

23

Van Rosmalen richt zijn hoofd op. De klap van Steenhou-wers vuist op de tafel heeft hem teruggebracht naar het hier en nu.

‘Wat is er Paul?’ vraagt Arne verbaasd. ‘Jij vindt toch ook wel iets?’

Van Rosmalen grijpt het glas dat voor hem staat, zet de rand tegen zijn lippen als wil hij een slok water nemen, dan bedenkt hij zich.

‘Dat is jouw verweer?’ vraagt hij aan Arne en zet het glas zo hard terug op tafel dat het een wonder is dat het heel blijft.

‘Ja, ten tijde van het vergrijp was ze geen student meer.’‘Daar blijf je bij?’‘Ja.’‘Definitief?’‘Wat bazel je nou man? Ja!’‘Je hebt de aanklacht nog niet gelezen, dat begrijp ik.’Van Rosmalen stopt en wacht geduldig totdat Verhagen het

papier met de aanklacht nogmaals aan Arne toont.‘Dank je Kees,’ zegt Van Rosmalen rustig en knikt kort met

zijn hoofd als een priester tijdens het Agnus Dei (qui tollis peccata mundi, miserere nobis).

Arne kijkt Paul aan, nu langer dan daarnet. De andere col-lega’s zijn opgewonden en het is hen aan te zien dat ze zich ongemakkelijk voelen. Aan Paul is niets te zien. Hij is kalm en in hoe hij acteert, ligt iets blijmoedigs, alsof hij zich al dagen op dit tribunaal heeft voorbereid. De rol van zijn leven.

Page 90: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

90

‘Misschien heb je het niet goed gehoord,’ gaat Van Rosma-len verder. ‘Je wordt ervan beschuldigd dat je Jane Verbaar-schot seksueel hebt benadeeld.’

Voor het eerst tijdens deze zitting kijkt hij Arne aan. Zijn ogen glimmen als glitterstenen.

‘Benadeeld, niet benaderd.’‘Benadeeld,’ herhaalt Arne en proeft het woord op zijn tong.

Dan dringt het tot hem door welk spel ze aan het spelen zijn.‘Paul, dat kun je niet menen.’‘Toch wel. Als lid van de afstudeercommissie was ik erbij

toen jij me dwong om voor te stemmen. De prestatie van Ver-baarschot is cum laude onwaardig en dat weet jij net zo goed als ik. Toch moest en zou zij als zodanig afstuderen. Ik heb geen oordeel over je seksleven, wat je buiten werktijd uit-spookt, met wie en hoe moet jij weten, maar dit riekt naar seksuele intimidatie.’

‘En fraude,’ vult Steenhouwer gretig aan. ‘Het gezag van dit instituut staat op het spel.’

‘Wat liet je haar doen in ruil voor de beoordeling?’ vraagt Paul verlekkerd. Hij is op oorlogspad en wil details.

‘Leugens,’ roept Arne.‘Is dat zo?’ vraagt Witterveen.‘Vraag het Jane. Zij zal het ontkennen.’Paul frummelt aan zijn rode das die fel afsteekt tegen het

hagelwitte shirt dat hij draagt.‘Wij kunnen haar niet bereiken. Ze is verdwenen. Op we-

reldreis. Klopt dat?’‘Dat klopt.’‘Moest ze dat van jou?’ vraagt Paul. ‘Was dat part of the

deal?’‘Onzin!’‘Enig idee dan waar ze nu uithangt?’ vraagt Steenhouwer,

maar de toon waarop verraadt geen mededogen‘Kunnen we haar bellen?’Arne gaat rechtop zitten en probeert uit alle macht grip te

houden op de situatie. De wedstrijd kantelt. Ze zijn aan de winnende hand. Hij heeft te vroeg gepiekt.

Page 91: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

91

Ze kijken hem vol verwachting aan: Steenhouwer.Witterveen.Stekel.Verhagen.Braakhoop.Van Rosmalen. Wie van hen gelooft nog in zijn onschuld?‘Ik weet niet waar ze is.’‘Wat zei je?’ vraagt Van Rosmalen.‘Ik heb geen idee waar ze is.’

24

Eindelijk is ze waar ze moet zijn. Tussen de kale bomen door ziet ze het glas en staal van het Palacio de Cristal. Ooit was het een kas voor exotische planten, nu geeft het impo-sante gebouw, dat Margot nog het meest doet denken aan een kathedraal met een hoge toren in het midden en twee korte zijbeuken aan weerszijden, onderdak aan tijdelijke exposi-ties. Maar ze komt niet voor kunst. Ze komt voor hem.

Aarzelend loopt ze op het gebouw af, voor het eerst voelt ze iets dat op spanning lijkt. De hoge ronde ramen schitteren in de zon. De ramen zijn onder en boven afgebiesd met kleurrijk tegelwerk, maar ze heeft het geduld niet om de uitbundige decoratie goed te bekijken.

Later misschien. Samen.Ze loopt over een smal pad naar de voorkant van het ge-

bouw. Een plein, trappen, nog een meer, kleiner dan het eer-ste. Ze ziet mensen, oude, jonge, met kinderen, zonder kinde-ren, arm in arm, staand, zittend, lopend, schuifelend, lachend, in stilte genietend, turend op een plattegrond van het park, verzonken in een boek op zoek naar feiten, jaartallen, namen. Maar wat is er meer te weten over deze plek dan wat het park zelf al niet vertelt? Dat het ooit is aangelegd als park bij het paleis van de koning? Dat het in 1868 open ging voor publiek?

Page 92: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

92

Wie kan het wat schelen? Ze kijkt op haar horloge. Kwart over twaalf. Haastig zoekt ze hem op wie ze wacht tussen de mensen die zich bij de ingang van het gebouw hebben verzameld. Nergens ziet ze Paul. Misschien is hij naar binnengaan? Hij was al vroeg, vond haar nergens en besloot zijn tijd nuttig te besteden. Natuurlijk, dat heeft hij gedaan. Hij moet binnen zijn. Ze loopt op de deur af die toegang geeft tot het glazen paleis en trekt hem open. Achter de deur staat een vrouw met een streng gelaat die met een tellertje bijhoudt hoeveel mensen binnen zijn. Ze heeft geluk: ze mag door. De vrouw knikt als ze passeert en biedt haar een folder aan waarin meer te lezen is over de kunstenaar die zijn werk binnen heeft mogen uit-stallen. Margot pakt het aan en loopt verder. Antonio Versace leest ze. Hij komt uit Nederland. De naam zegt haar niets. Alsof ze door naar binnen te lopen, nog meer naar buiten gaat. In dit transparante huis van glas vloeien beide werelden wonderlijk in elkaar over en worden gecombineerd tot een nieuwe werkelijkheid waarin het geheel meer is dan de som der delen. Binnen en buiten zijn de ingrediënten van een met zorg samengesteld hallucinerend gerecht. Ze loopt voorzichtig verder, bang met haar bewegen af-breuk te doen aan de welhaast sacrale sfeer. Het is iets aan deze ruimte dat uitnodigt tot rust en contemplatie. Sinds Margot de deur binnenging, heeft ze het gevoel buiten de tijd te staan: alles wat is gebeurd of wat gaat gebeuren, gebeurt nu. Wat nu niet gebeurt, gebeurt nooit. Midden in de kathedraal staat ze stil, haar lichaam om-spoeld door warm licht. Ze kijkt omhoog en ziet de blauwe lucht. De schittering van de zon op het glas doet pijn aan haar ogen. In een reflex sluit ze haar ogen, in de hoop zo een einde te maken aan de pijn die steeds intenser wordt. Ze kan zich niet herinneren ooit zoiets te hebben gevoeld. Waar is hij? De pijn komt in golven, drukt pulserend tegen de binnen-

Page 93: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

93

kant van haar slapen. Nog even en haar hoofd barst open en klodders hersenen spuiten tegen het glas van de koepel. Bo-ven haar hoort ze het geluid van kruiend ijs.

Ze grijpt naar haar hoofd, durft haar ogen niet meer te ope-nen.

Het glas gaat vallen. Ik moet weg.Ze tilt haar voet op. Het glas valt als zware regen op haar neer.

25

‘We hebben getuigen gesproken.’Als een volleerd aanklager vuurt Van Rosmalen zijn pijlen

op Arne af. Hij heeft zich voorbereid. Grondig voorbereid.‘Getuigen?’‘Studiegenoten van Verbaarschot. Ze beweren allemaal dat

haar plannen voor een wereldreis van vrij recente datum zijn. Onafhankelijk van elkaar. Het lijkt dus op een vlucht.’

‘Vlucht? Ze keek uit naar het onbekende, dat trekt.’‘Kan zijn, maar feit blijft dat het jou wel heel goed uitkomt

dat ze nu ergens in de bushbush zit. Heb je een mobiel num-mer van haar?’

Natuurlijk, ik ga haar bellen. Het is een misverstand.Arne vist zijn telefoon uit zijn binnenzak en opgelucht

zoekt hij naar haar nummer in het adresboek. Het kost wei-nig moeite het te vinden.

‘Toe maar,’ moedigt van Rosmalen hem aan, kennelijk nog steeds overtuigd van zijn gelijk.

Arne zoekt haar naam op in het adresboek en drukt op bel-len. De telefoon kiest volautomatisch haar nummer en laat daarbij het melodietje horen dat Arne zo goed kent en dat ook nu weer zijn hart sneller doet kloppen.

Aan de overkant wachten zijn collega’s op wat er gaat ge-beuren. De spanning is voelbaar, hangt als een klamme schort tussen hen in.

‘En,’ vraagt Stekel. ‘Neemt ze op?’

Page 94: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

94

Arne gebaart dat hij z’n mond moet houden.Natuurlijk neemt ze op!‘Ik hoor wat,’ zegt Arne en zet de telefoon op de luidspreker.Hij zakt terug in de stoel. Alles komt toch nog goed.‘Jane, ben jij dat?’ roept hij in de richting van de telefoon.Gekraak.Gepiep.Een vrouwenstem, duidelijk en beslist:‘Dit telefoonnummer is momenteel niet in gebruik.’

26

Als Margot haar ogen opent, ziet ze een man in een witte jas. Hij staat aan het voeteneind van haar bed en stelt zich voor als dokter Fernando. In zijn borstzakje steken vier pen-nen.

‘U hebt geluk gehad,’ zegt de man in gebrekkig Engels en trekt een ernstig gezicht. ‘Uitzonderlijk veel geluk.’

Margot probeert haar hoofd van het kussen te tillen, maar het lukt haar niet, alsof ze met onzichtbare draden aan de sloop is vastgezet.

De man zet een stap naar voren. ‘Herinnert u zich iets van wat er is gebeurd?’

‘Nee.’ Het gezicht van Dokter Fernando staat nog steeds op on-weer. Hij vertelt Margot hoe ze werd gevonden op de grond voor de kast onder een deken van glas. Haar lichaam klein-gemaakt als een klein kind in een diepe slaap. Het zweet liep over haar voorhoofd. Haar ogen stonden wijd open. Donkere kraters in een grijs en grauw gezicht.

‘U hebt veel bloed verloren.’Margot denkt na. Wat herinnert ze zich van wat er is ge-

beurd? Ze stond voor een groot raam. Het raam uit haar jeugd. Ze schoof de gordijnen opzij en het licht viel naar binnen. Plotseling was het daar, alsof iemand na lang zoeken eindelijk de schakelaar gevonden had. Helder licht als op een koude

Page 95: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

95

winterdag. Het was het licht uit schilderijen en uit films, licht dat alles mooier maakt, licht waarover is nagedacht. Ze keek door het raam naar buiten, omhoog naar een helderblauwe hemel en zag meeuwen, slim dobberend op de wind. Hoe lang was het geleden dat ze zo naar die vogels had gekeken? Naar de schoonheid van hun bouw? Naar het briljante van hun be-wegingen? Ze cirkelden in een klein ploegje boven haar en maakten vreemd genoeg geen enkel geluid. Het enige geluid dat ze hoorde, was de stem van haar moeder.

Ze riep: kijk lieverd, het sneeuwt!

Dokter Fernando heeft zijn hand op haar arm gelegd. ‘U moet rusten. Dat is belangrijk. U moet werken aan u her-stel. Begrijpt u wat ik zeg?’ Margot knikt. Fernando glimlacht, voor het eerst, maar het is duidelijk niet van harte. Achter de dokter staat een verpleegster die zich comfortabel in zijn schaduw heeft opgesteld. ‘Is er iemand die we kunnen bellen?’ vraagt de vrouw. Haar Engels is beduidend beter dan dat van haar baas. ‘Paul van Rosmalen?’ vult Fernando aan. Zijn Paul klinkt als Poil. ‘U noemde zijn naam,’ verduidelijkt de vrouw. ‘Is het uw man?’ ‘Nee,’ zegt Margot. ‘Er is niemand die u kunt waarschuwen.’

‘Sorry,’ zegt Fernando, maar aan zijn gezichtsuitdrukking ziet Margot dat het hem helemaal niet spijt. Waarschijnlijk is hij in gedachten al bezig met de volgende patiënt.

27

Arne staat op en loopt naar de tafel. Onderweg stopt hij zijn telefoon terug in zijn binnenzak.

‘Geef eens hier,’ roept hij en steekt zijn hand uit. ‘De aan-klacht bedoel ik, ik mag verdomme toch wel weten waar jullie me van beschuldigen.’

Page 96: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

96

Verhagen schrikt van de plotselinge aanval en deinst terug. ‘Rustig,’ zegt hij met trillende stem en geeft Arne de aan-

klacht.Twee armoedige velletjes papier bijeengehouden door een

scheef nietje in de hoek.Arne loopt terug naar zijn stoel en gaat zitten. Snel leest hij

de aanklacht door. Met stijgende verbazing.‘Zo is het niet gegaan.’‘Hoe niet?’ vraagt Steenhouwer.‘Eerste blad, derde alinea, halverwege.’Arne ziet hoe Steenhouwer zijn leesbril op zijn dikke neus

plaatst en op het papier voor hem staart.Een moment is het stil. Iedereen wacht af. Arne ook.Als Steenhouwer gelezen heeft wat hij moet lezen, zet hij

zijn bril weer af en legt het ding met een beheerst gebaar op tafel.

‘Dat is wat de leden van jouw commissie hebben verklaard. Zo is het gegaan. Ik zie geen enkele reden om aan hun verkla-ring te twijfelen.’

‘Wie zeggen dat? Kuijt? Van Rosmalen?’ Arne schuift naar het puntje van zijn stoel en zoekt zijn blik.

‘Paul, zo is het toch niet gegaan? Zeg dat het zo niet gegaan is!’Paul zegt niets. Hij lijkt weer in zijn coma te zijn terugvallen

en staart wezenloos voor zich uit.‘Paul was voor. Ik was voor. Kuijt twijfelde. Dat waren de

stemverhoudingen. Tot die laatste bijeenkomst toen Paul in-eens tegen was. Nu weet ik verdomme waarom. Hoe kan hij beweren dat hij altijd al bedenkingen had? Het is een leugen. Hij was net zo gek op haar als ik.’

Arne kijkt naar Paul. Uit niets blijkt dat hij zich aangespro-ken voelt of dat hij de behoefte heeft zich te verdedigen. Ken-nelijk schat hij in dat zwijgen nu de beste strategie is.

Steenhouwer staat op en heft zijn handen ten hemel als een geestelijk die zodadelijk de zegen gaat geven. In alles neigt hij naar een conclusie. De apotheose van dit schouwspel is aan-

Page 97: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

97

staande. Wat hij ook zal zeggen, het zal niet in Arne’s voor-deel uitvallen, zoveel is zeker.

‘Het spijt me Arne. Je weet dat ik erg op je ben gesteld. Wij allemaal. Ik zag een gouden toekomst voor je op ons instituut. Je bent jong, succesvol, met een verfrissend visie op litera-tuur, op poëzie en in het bezit van een uitstekend netwerk, dat ook ...’

‘Tot ver over de grenzen,’ voegt Stekel er aan toe. ‘Erg be-langrijk voor een instituut als het onze.’

Daar moet Arne het mee doen. Collega Stekel is de enige die in zijn voordeel pleit. Arne bedankt hem met een korte knik van mijn hoofd.

Steenhouwer rondt af: ‘Ik kan je niet langer verdedigen, na wat er allemaal in de krant heeft gestaan.’

‘Leugens!’ roept Arne nog maar eens, maar hij weet dat het zinloos is.

‘Kan zijn, maar wie gelooft je nog? Ik moet aan het insti-tuut denken. Onze reputatie is goed, uitmuntend zelfs, en dat moet zo blijven.’

‘Aan wie hebben jullie die reputatie te danken? Wie heeft dit instituut gemaakt tot wat het nu is? Jullie zeker? Hoe kun-nen jullie mij beschuldigen van iets wat ik niet heb gedaan? Vage vermoedens zijn het, meer niet. Stekel, dat vind jij toch ook?’

Stekel zakt terug in zijn stoel. Zijn lichaamstaal spreekt boekdelen: Arne, vraag dit niet van me.

Arne dringt niet verder bij hem aan.‘Ik zet een ontslagprocedure in werking,’ gaat Steenhouwer

verder. ‘Tot die tijd stel ik je op non-actief. Het spijt me Arne, maar ik kan niet anders.’

‘Je kunt anders, maar je wilt niet. Je laat je oren hangen naar die huichelaar die naast je zit, die private beraadslagingen publiek maakt, enkel en alleen om mij te beschadigen. Boven-dien zijn het leugens. Hij was vanaf het begin af aan voor net als ik. Van Rosmalen liegt.’

‘De collega hier deed niet meer dan zijn plicht.’Steenhouwer pakt de papieren die voor hem liggen van ta-

Page 98: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

98

fel, duidelijk van plan om af te ronden en weg te gaan.De mannen aan weerszijden van hem volgen zijn voor-

beeld, blij dat dit alles snel voorbij zal zijn. Ze staan op en pakken hun tassen. Als een klas uitgelaten kinderen schuiven ze luidruchtig met hun stoelen.

Witterveen is de eerste die op Arne af loopt om afscheid te nemen. Hij schudt zijn hand.

Dan volgen de anderen.Als laatste is Van Rosmalen aan de beurt. Hij loopt op Arne

af en steekt zijn hand uit. Arne grijpt zijn hand die krachte-loos aanvoelt en trekt zijn collega vrij gemakkelijk naar zich toe. Onhandig valt Van Rosmalen tegen hem aan. Arne ruikt goedkope eau de toilette.

‘Weet jij van wie het verhaal in de krant afkomstig is?’ vraagt Arne.

Van Rosmalen schudt zijn hoofd.Arne laat zijn hand los. ‘Wat kun je me vertellen over die foto’s?’Van Rosmalen wankelt. Even denkt Arne dat hij zijn even-

wicht zal verliezen en dat hij zal omvallen, maar hij voorkomt een val door een stap naar achteren te zetten.

Voor het eerst kijkt hij hem aan. Zijn ogen staan kil. Doffe ogen van een dode.

Hij zucht en zegt: ‘Ik weet werkelijk niet wat je bedoelt.’Van Rosmalen draait zich langzaam om en schuifelt in de

richting van de deur waardoor Stekel zojuist snikkend de ruimte heeft verlaten.

‘Paul?’Van Rosmalen stopt, maar blijft met zijn rug naar Arne toe

staan.‘Wat?’ vraagt hij, hoorbaar met tegenzin.‘Was jij het?’‘Echt niet Arne. Je verwart me met iemand anders.’Terwijl Paul de zaal door de deur verlaat, hoort Arne ergens

buiten een haan kraaien.Tweemaal.Maar dat laatste kan Arne net zo goed hebben verzonnen.

Page 99: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Deel vier

Page 100: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 101: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Acht jaar later2011

Page 102: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 103: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

103

28

Als het raspende geluid van de deurbel klinkt, staat Mo-nica snel op uit haar stoel en loopt de gang op.

Behendig daalt ze de trap af. Ze loopt niet rustig naar bene-den, trede voor trede, maar neemt twee treden tegelijk, soms zelfs drie. Daarbij tilt ze haar lichaam steeds een stukje op, met haar handen steunend op de beide leuningen als is ze een begenadigd turner. Ze heeft haast, want ze wil de bezoe-ker niet laten wachten in de bijtende zon.

Met een flinke zwaai opent Monica de deur. Het felle zon-licht ontneemt haar even het zicht, maar dan ziet ze wie er voor haar staan.

Haar vader, fier rechtop. Gekleed in zijn lange zwarte jas, die hij zelfs in deze hitte niet heeft uitgedaan, doet hij nog het meest denken aan een doodgraver. Dat wordt versterkt door de serieuze blik die hij draagt en de vreemde asgrauwe kleur in zijn gezicht. In zijn handen klemt zijn hoed, waarmee hij met de precieze timing van een opwindkonijn om de paar tellen tegen zijn been slaat.

Naast haar vader staat haar moeder. Ze is een paar kop-pen kleiner dan haar vader en lijkt altijd een beetje scheef te staan, alsof ze elk moment kan vallen. Gelukkig gaat ze bijna nooit zonder haar man op pad, zodat ze altijd steun aan hem heeft.

Hoe ze daar staan, in het gat van de deur met achter hen het decor van de grijze stad die ze zo verfoeien – Monica zou bijna in janken uitbarsten. Ze zijn vast niet voor de lol in een auto zonder airco naar haar huis gereden. Ze hebben een klus te klaren en ze zullen niet eerder vertrekken voordat die is uitgevoerd.

Haar ouders komen nooit zomaar langs, eigenlijk vooral uit angst haar met een onverwacht bezoek in verlegenheid te zullen brengen – stel je voor! Hoe vaak ze haar ouders ook op het hart drukt dat ze altijd welkom zijn, het helpt niet. Bezoe-ken worden weken van te voren vastgelegd en het ritueel be-staat er uit dat haar moeder de avond van te voren opbelt om

Page 104: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

104

te informeren of hun bezoek echt wel uitkomt, want ze ko-men voor niks bijzonders en het kan natuurlijk wel wachten.

Nu kan het niet wachten. Hoe ze daar staan, bedremmeld, berouwvol, alsof ze niet uit vrije wil zijn gekomen maar door iets of iemand naar hun dochter in de grote stad zijn gestuurd.

‘Pap.... mam ...’ Monica zet een stap terug de gang om haar ouders langs te laten.

‘We moeten met je praten,’ zegt haar moeder. Haar stem klinkt zacht, maar beslist.

‘Het duurt niet lang,’ vult haar vader aan, alsof hij zich toch nog wil verexcuseren voor het spontane karakter van hun vi-site.

Monica duwt de voordeur dicht en hoort hem met een dro-ge tik in het slot vallen. Ze kijkt door het smalle raam naast de deur naar buiten. Het is volop zomer en de wereld buiten siddert en brandt.

29

Antonio Versace parkeert de auto en stapt uit.Om zijn ogen te beschermen tegen het zonlicht, zet hij een

zonnebril op.De auto – een zilvergrijze Ford – heeft hij op het vliegveld

gehuurd voor de rit naar huis. Hij heeft met het verhuurbe-drijf afgesproken dat hij kan bellen wanneer de auto moet worden afgehaald, waar hij hem ook achterlaat. Service van de zaak.

Antonio is na een verblijf van twee weken in New York op weg naar huis. Hij kan niet wachten om de stem van zijn vriendin te horen en het vertrouwenwekkend gebrabbel van hun dochtertje. De meest bijzondere gewone geluiden die hij zich kan voorstellen. Hij is nu zo dichtbij.

Een uur geleden landde het vliegtuig. Door tailwind was het flink voor op schema. Hoewel hij naar huis wil, maakt hij geen haast.

Iets houdt hem tegen.

Page 105: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

105

30

Wie weet nog dat haar ouders eigenlijk niet haar ouders zijn, maar haar oom en tante? Zij die het verhaal kennen na-tuurlijk wel, maar naarmate het heden meer verleden maakt, neemt dat aantal mensen af.

Nadat ze uit het ziekenhuis is ontslagen, verhuist Monica naar het dorp waar haar oom en tante wonen, een groeikern zonder ziel onder de rook van de stad waar ze tot dan toe met haar moeder heeft gewoond.

Op haar nieuwe school is ze die eerste tijd de nieuweling met het blanco verleden en dat bevalt haar wel. Ze is een blij kind met leuke ouders, zoals er zoveel blije kinderen met leuke ouders in het dorp zijn. Die paar kinderen die weten van haar tragische geschiedenis, hebben van hun ouders on-getwijfeld de opdracht gekregen hun kaken op elkaar te hou-den. Het is tenslotte al moeilijk genoeg voor het meisje.

De herinnering aan het leven daarvoor, als ze samen met haar moeder in de stad woont, is een herinnering in fragmenten. Monica kan de beelden oproepen waar en wanneer ze dat wil, dat wel, maar ze weigeren een samenhangende herinnering te vormen, als een film die verkeerd is gesneden en waarin alle continuïteit zoek is.

De beelden:

Het grote raam aan de voorkant.

Schittering van de zon.

Ze zit op de koude vensterbank en tuurt naar buiten. Een bre-de straat waarin nooit iets gebeurt. Een fietser passeert. Een auto parkeert of rijdt weg. Verder niets.

Een klok die tikt. Tik. Tak. Tik. Tak.

Page 106: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

106

De metamorfose. Haar moeder staat voor de spiegel, veran-dert langzaam in een andere vrouw.

De kleine tafel in de voorkamer. Ze maakt tekeningen.

Kleurpotloden.

Punten.

Gezichten.

Eén gezicht in het bijzonder is haar bijgebleven. Een gezicht dat ze veel vaker heeft gezien dan welk ander gezicht ook. Het gezicht behoort toe aan een forse man met het uiterlijk van een filmster (of heeft Monica dat er later van gemaakt?). Donkere zonnebril. Zwart haar dat met vet achterover is ge-kamd. Hij rookt sigaretten, veel sigaretten, soms steekt hij de ene met de andere aan.

De man is de vrijdagman, want hij komt alleen op vrijdag.Hij is aardig, brengt vaak een cadeau voor haar mee. Hij

heeft de tijd, neemt de tijd, ook voor haar. Meestal is er een jongen bij. De zoon van de vrijdagman.De jongen volgt in de schaduw van de man, als een kame-

leon die de kleur aanneemt van de omgeving om er ten slotte in te verdwijnen.

Monica vindt het fijn als de jongen meekomt. Hoewel de jongen weinig spraakzaam is, voelt ze dat hij ook slachtoffer is van de situatie net als zij.

Soms gaan ze naar het strand. Daar is een huis. Een groot huis. Een huis met een zolder. Een huis met een trap.Met z’n vieren in zijn auto, een grote wagen waarin het

vreemd scherp ruikt. Die uitstapjes zijn gezellig. Soms zijn ze bijna een gezin.

Page 107: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

107

Naast de herinneringen, zijn er de feiten. De feiten helpen Monica om de beelden een plek te geven, om de grens te mar-keren tussen werkelijkheid en drogbeeld.

De feiten:

Nog voor de geboorte van Monica, vertrekt haar vader naar de eeuwige jachtvelden. Hoewel ze later van vader Leo be-grijpt dat de ziekte niet de schuld van zijn broer is (‘Hoe kom je daar nu bij? Als het aan je vader had gelegen was hij altijd bij je gebleven!’), neemt ze het hem toch lang kwalijk dat hij er zo vroeg tussenuit is geknepen. Hij had op z’n minst haar geboorte kunnen afwachten. Hoe zou haar leven zijn verlo-pen als hij was blijven leven?

Een paar jaar later verdwijnt ook haar moeder uit haar le-ven. Ze rijdt bij haar weg om nooit meer terug te keren. On-derweg laat ze haar voor dood achter bij de ingang van de eerste hulp van het ziekenhuis. ‘Psychische nood’ heet dat later in de het politierapport.

Van haar moeder ontbreekt tot op de dag van vandaag elk spoor. Alles en iedereen wordt ingeschakeld om haar terug te vinden. Een uitgebreid politieonderzoek blijft zonder re-sultaat. Niets wijst op een ongeluk, in geen enkel ziekenhuis is een gewonde of dode vrouw binnengebracht die voldoet aan het signalement. Ontvoering ligt niet voor de hand, want haar moeder heeft geen geld en er heeft zich zelfs na dagen niemand gemeld voor losgeld. Voor de zekerheid wordt de telefoon een tijdje afgetapt, maar er belt niemand die moge-lijk meer weet over de verdwijning van Eva van de Sande. Er komen een paar meldingen binnen van mensen die beweren haar auto te hebben gezien. Verder trekt het politiebericht de gebruikelijke types aan, handopleggers, waarzeggers, dro-menuitleggers en andere gekken die beweren haar te hebben zien lopen in een ver en warm land aan de arm van een of andere mooie jongen.

Eva van de Sande heeft alleen gehandeld, zo stelt de politie vast na analyse van de spullen in het huis. Want zo’n beetje

Page 108: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

108

alle waardepapieren ontbreken, van paspoort tot bankboek-jes. Of er koffers missen, kan niet met zekerheid worden vast-gesteld. Haar oom en tante hebben al lange tijd geen contact met haar moeder en ze kunnen de politie maar weinig re-levante informatie geven over het alledaagse leven van hun schoonzus. Natuurlijk wordt ook Monica gevraagd om na te gaan of er spullen ontbreken en welke dat dan zijn, maar de rondgang die zij samen met een vrouwelijke rechercheur langs de kasten in het huis maakt, levert niet meer om dan een vermoeden dat er twee koffers ontbreken. Totaal door-gedraaid en mesjogge vertrokken om elders een nieuw leven op te bouwen, zo luidt de diagnose na bijna drie weken van onderzoek. Zaak gesloten.

Na het vertrek van haar moeder is alles anders. Voor Monica heeft de wereld slagzij gemaakt.

De eerste maanden blijven ze in het huis wonen. Monica kan zo tot de zomervakantie op school blijven en na school-tijd met vriendinnen spelen, alsof er niets is veranderd.

In de aanloop naar de verkoop van het huis verdwijnen steeds meer spullen naar familieleden, vrienden of de lom-merd. Het verleden wordt langzaam, maar met chirurgische precisie weggesneden om ruimte te maken voor een nieuwe toekomst.

Een paar dingen die Monica van haar oude leven wil be-waren, verzamelt ze in een doos. Foto’s, sieraden van haar moeder, het horloge van haar vader dat hij tot op de dag van zijn dood heeft gedragen, de trouwringen, diploma’s van zijn vader, zijn paspoort en rijbewijs (die van haar moeder zijn samen met haar verdwenen en nooit teruggevonden), de map met tekeningen die ze heeft gemaakt, een zakje zand uit de tuin (op advies van vader Leo), haar babyrammelaar en vier melktandjes. De inhoud van die doos is het bewijs dat, hoewel haar oom en tante alle moeite doen om haar anders te doen geloven, haar leven onherstelbaar is beschadigd en nooit meer geheel zal helen, als een schaafwond waarop maar geen korst wil groeien.

Page 109: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

109

Vanaf dat moment heeft ze een heel gewone jeugd, met de gebruikelijke ups en downs. Een meer dan goede jeugd. Om-ringd door de liefde van Leo en Annie ontbreekt het Monica aan niets.

De eerste tijd spreekt ze haar ouders nog met oom en tante aan, maar als de rechtbank eenmaal een verklaring van ver-moedelijk overlijden afgeeft en alles officieel is geregeld, be-sluit Monica dat het tijd wordt om de toewijding van haar oom en tante te belonen.

‘Voortaan noem ik jullie papa en mama,’ zegt ze. ‘Als jullie dat goed vinden.’

Uit haar mond klinkt het plechtiger dan de bedoeling is.‘Dat vinden we fijn kind,’ antwoordt haar kersverse moeder

Annie. ‘Heel fijn.’

Op school kan Monica goed meekomen en ze behoort al snel tot de populairsten onder de populairen. Ze heeft veel vrien-den en vriendinnen. Bovendien ontwikkelt ze in de loop der jaren een bijzonder artistiek talent. Op voordracht van haar tekenleraar besluit ze na haar middelbare school om schil-derkunst te gaan studeren. Ze schrijft zich in bij de Academie in de stad, op fietsafstand van het dorp.

Na een jaar op en neer te hebben gefietst, besluit Monica om het ouderlijk huis te verruilen voor een kamer in de stad. Haar vader zet een advertentie en nog geen drie weken later rijdt hij zijn dochter naar haar nieuwe kamer in de grote stad.

Dertien jaar na het verdwijnen van haar moeder, is ze weer alleen. Liggend op de bank van haar studentenkamer beseft ze voor het eerst echt wat haar is overkomen.

Page 110: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

110

31

Natuurlijk kon Antonio niet ontbreken bij de opening van de tentoonstelling van zijn werk in het Miller Museum of Modern Art in Lower Manhattan. De opening zelf was een bescheiden bijeenkomst geweest. Een voor hem onbekende man had de tentoonstelling geopend door het online zetten van een pagina over zijn werk op de website van het museum. Er werd gesproken en geklapt, waarna een handvol mensen met het glas in de hand de moeite had genomen om zijn werk te bekijken.

Er waren nauwelijks media op de opening afgekomen. Alleen een kunstblad met een oplage waarvoor een buurt-krantje zich nog zou schamen, had aandacht aan de expositie besteed. Verder had een van de vele New Yorkse televisiesta-tions een kort item gedraaid, maar ergens tussen opname en uitzending was het item gesneuveld. De pr-functionaris van het museum – een lange wat onhandige man die hem aan John Cleese had doen denken – had zich met een ‘you know, New York is a big city’ bij hem verontschuldigd, maar er was wat geknapt bij Antonio. Daar, staand tussen wat zijn talent tot nu toe heeft voortgebracht, met de geur van goedkope zalm in zijn neus, had hij het besluit genomen. Hij wil stoppen. Dat zal hij haar vertellen. Zij zal hem begrij-pen, dat weet hij zeker.

Een jaar, twee jaar, misschien wel voor altijd. Hij speelt al langer met de gedachte om een sabbatical te nemen. Dat zal hij haar zeggen, dat hij behoefte heeft aan een break. Mis-schien gaat hij wat lesgeven, hij weet het nog niet.

Antonio opent de deur van de kofferbak en pakt zijn rugzak. De sleutels steekt hij zoals afgesproken achter de zonneklep. Hij sluit alle deuren en wacht totdat ze zich automatisch ver-grendelen.

Hij loopt naar de rand van de parkeerplaats en verder over een strook sompig niemandsland totdat hij bij een brede sloot komt. Hij gooit zijn rugzak naar de overkant, neemt een

Page 111: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

111

aanloop en met veel kracht zet hij af. Op zijn linkervoet na, lukt het hem om droog aan de overkant te komen.

Aan de andere kant van de sloot is een laag hekje en na het hekje gaat het grasland steil omhoog. Hij beklimt de dijk en het hoogste punt heeft hij een goed uitzicht over de wereld. Verwachtingsvol ligt ze aan zijn voeten.

Achter hem auto’s. Voor hem het lege land met in de verte de contouren van de stad, zijn stad.

Ergens in het centrum staat het huis waar hij woont.Samen met haar.Samen met Johan.Hij belt het autoverhuurbedrijf en legt een meneer die zich

vriendelijk voorstel als Thierry-wat-kan-ik-voor-u-doen? zo precies mogelijk uit waar hij de auto heeft geparkeerd.

Dan neemt hij een flinke hap lucht, houdt zijn adem even vast en rent joelend het talud af.

32

Haar vader zit in de leesstoel bij het raam. Naast hem op de kleine tafel ligt een stapel boeken. Boeken waar Antonio nog nooit een letter van heeft gelezen. Zelf is Monica op de groene driezitsbank gaan zitten, recht onder de reproductie van Piet Mondriaans Victory Boogie Woogie. Voor haar op tafel staat de babyfoon. Zolang de lamp-jes op de intercom niet uitslaan kunnen ze rustig praten.

Haar moeder is niet gaan zitten. Ze loopt zenuwachtig door de kamer.

Haar vader legt zijn hand op de stapel boeken naast hem, als wil hij er een grijpen, maar trekt dan zijn hand weer terug en legt hem in zijn schoot.

‘Annie, ga nou eens zitten,’ zegt hij. Monica kijkt naar haar vader. Een breekbare oude man in

een veel te grote stoel. Toen Monica hem vijf jaar geleden vertelde dat ze zwanger

was van Johan, had hij haar hand gepakt, Even leek hij iets te willen zeggen, iets dat er toe zou doen, maar hij zweeg. Wel

Page 112: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

112

schudde hij zijn hoofd, zo hard dat hij bijna van zijn nek was afgerold.

Monica zit roerloos op de bank en wacht geduldig af. Elke beweging is er nu één te veel.

Plotseling staat haar vader op.Annie steekt een hand uit alsof ze denkt dat hij elk moment

kan vallen.Haar vader pakt de hand van zijn vrouw, plechtig, alsof hij

haar opnieuw ten huwelijk zal gaan vragen. Toen Monica klein was, deed hij ook dit soort dingen. Leuke onverwachte dingen. Dan beweerde hij dat hij pipo de clown was en dat hield hij een hele dag vol of langer als zij dat wilde.

Dag vogels, dag bloemen.‘Wat is er papa? Wat sta je daar nou?’Haar moeder draait zich naar haar om. Monica ziet dat ze

huilt.‘Mama?’‘Het is ...’ zegt ze. ‘Wat we willen zeggen is .... Leo?’‘Ik draai er niet om heen. Mijn broer Joop is niet jouw bio-

logische vader.’‘Maar -’‘Vergeef ons.’

Haar vader is weer gaan zitten. Zijn gezicht ziet grauw. Zijn handen trillen. Hij drinkt zijn thee met kleine slokjes. Dan be-gint hij te praten.

‘In 1983 verdween jouw moeder uit jouw en ons leven. Kort daarvoor belde ik haar op. We waren bezorgd, oprecht be-zorgd. Ze moest het allemaal alleen doen. Ik zou op jou en je moeder letten, dat had ik Joop op zijn sterfbed beloofd. Wat we ook probeerden, het lukte ons niet haar te spreken. Jou zag ik alleen van een afstand als je op het schoolplein speelde.’

‘Op het schoolplein?’‘Ik reed geregeld naar jouw school, wekelijks, soms vaker

om een glimp van jou op te vangen. Op een dag ben ik naar binnen gegaan. Ik heb de directrice van jouw school gespro-ken. Die bevestigde wat wij al dachten.’

Page 113: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

113

‘En dat is?’‘Het ging niet goed met je moeder en het ging niet goed met

jou.’‘Met mij?’Haar vader slaat zijn armen over elkaar en zucht. ‘Er was

een ernstig vermoeden dat jij werd mishandeld. Op school hadden ze al langer door dat het niet goed met je ging. Je zag er niet uit, had vaak schrammen en blauwe plekken. De direc-trice maakte zich zorgen en wij ook. Als ik toen had gewe-ten, dat je een paar dagen later half bewusteloos geslagen in het ziekenhuis zou liggen, had ik niet geaarzeld. Achteraf heb ik er spijt van dat ik de situatie niet goed ingeschat heb. Ik dacht: zoiets doet ze niet, maar zoiets deed ze dus wel.’

‘Van die periode in het ziekenhuis herinner ik me niets.’‘Des te beter,’ zegt Leo. ‘Ik deed wat ik kon doen, maar wil-

de ook niet overhaast handelen. Ik wilde me eerst goed laten informeren over de mogelijkheden. De school stond achter ons. Ik onderzocht welke rechten wij hadden, wat we konden doen om jou daar weg te halen.’

‘En toen heb je haar opgebeld?’‘Ik zou op jou en je moeder letten, dat had ik Joop op zijn

sterfbed beloofd. Het was een gesprek van niks. Ze was boos, herhaalde nog maar eens keer dat we ons niet met haar leven moesten bemoeien. Ik vertelde haar wat ik mijn broer had beloofd. Toen zei ze het: Joop is niet de vader van mijn kind. Ze zei het zonder ook maar iets van emotie in haar stem.’

Haar vader stopt met praten en opent zijn ogen. Zijn blik is op het plafond gericht, alsof hij hoopt dat de wijsheid van boven komt.

Monica schudt haar hoofd.‘Hoe oud was ik toen mijn moeder bekende dat Joop niet

mijn vader is?’Leo denkt na, neemt tijd om de gevraagde leeftijd te bere-

kenen.Annie is haar man voor en zegt: ‘Je was zeven. Zes of zeven.’‘Waarom wacht mijn moeder zeven jaar voordat ze de

waarheid vertelt? Dat begrijp ik niet.’

Page 114: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

114

‘Ik ook niet. Misschien was het een schreeuw om hulp. Mis-schien wilde ze er gewoon zeker van zijn dat de waarheid nooit verloren zou gaan. Misschien flapte ze het er uit, gehol-pen door de alcohol. Ik weet het niet.’

‘Misschien loog ze,’ zegt Monica zacht. ‘Dat kan toch?’Monica ziet hoe haar vader met zijn vingers langs zijn lip-

pen gaat als wil hij met zekerheid vaststellen dat zijn mond nog bestaat.

‘Dat hebben we natuurlijk ook overwogen ...’‘Maar ....?’‘Joop was ernstig ziek. Hij was meer dood dan levend. We

hebben ons altijd afgevraagd hoe een man in zijn conditie een man heeft kunnen verwekken.’

‘Dus jullie vermoeden werd bevestigd?’ ‘Na zijn dood was Eva ontroostbaar. Toen ze zwanger bleek

te zijn, heeft ze kennelijk besloten om jou als zijn kind op te voeden. Alsof ze door jou naar hem te vernoemen, een stukje van Joop bij zich kon houden.’

‘Terwijl ze al die tijd wel beter wist,’ zegt Monica.Haar moeder zucht nog maar eens. ‘Ze was psychisch niet

in orde. Haar leven bestond uit halve waarheden.’‘We hebben altijd aangenomen dat ze zwanger was van

Joop. Wat voor een zin had het om daarover te twijfelen?’‘Jullie hebben er nooit met iemand over gesproken?’‘Nooit,’ zegt haar moeder. ‘Nu je zelf moeder bent, vinden

we het tijd om jouw de waarheid te vertellen.’ Monica glijdt met haar handen over de groene stof van de

bank, maar voelt niets. Alsof haar vingers geen contact ma-ken met de rest van haar lichaam, alsof de handen die ze ziet niet haar handen zijn, maar die van iemand anders.

‘Wie is mijn vader dan wel?’Haar moeder is naast haar komen zitten en slaat een arm

om haar heen. Ze voelt hoe het kleine grijze hoofd tegen haar schouder zakt.

‘We weten het niet.’

Page 115: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

115

33

Antonio wandelt naar huis. Sinds hij zijn besluit heeft ge-nomen, is er een last van hem afgevallen. Een hittegolf teis-tert dit land, maar lijkt hem ongemoeid te laten. Hij voelt zich vreemd lucide, als een duider die eindelijk begrijpt hoe de wereld in elkaar steekt.

Als hij de straat inloopt, ziet hij nog net hoe zijn schoonou-ders in hun auto stappen. Het duurt lang voordat ze wegrij-den. Zo lang zelfs, dat hij even denkt dat ze weer zullen uit-stappen om Monica alsnog te overreden met hen mee terug te gaan naar waar ze ook vandaan kwamen.

Hij houdt zijn pas in, heeft geen zin in een ontmoeting. Niet nu.Niet zo.Terwijl hij de auto met zijn ogen volgt, neemt hij de rugzak

van zijn schouders en zet het ding naast hem op de grond.Hij ademt in en weer uit, telt tot vijftig, slaat de rugzak weer

om zijn schouder en loopt de straat in.Even later opent hij de deur van hun smalle huis en loopt

langzaam de gang in.

34

Monica draait zich om en zet een stap de gang in. Ze kijkt op, haar kin klimt de wereld in en ze schudt de emotie van het vertrek van haar ouders van zich af als waterdruppels van een paraplu.

Dan ziet ze de man die ze haar vriend noemt, de vriend die ze haar man noemt, hoewel hij het strikt genomen en ju-ridisch gezien niet is, omdat hij het niet nodig vond om de relatie met haar ten overstaan van ambtenaar of priester te bevestigen. Wat maakt het uit, heeft ze lang gedacht.

Waar Antonio zo plotseling vandaan komt, weet ze niet. Hoe lang staat hij daar al?De aanblik van de aarzelende man met het rare brilletje

Page 116: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

116

vertedert haar, maar ergert haar misschien nog wel meer.Antonio loopt op haar af.‘Is er wat gebeurd?’ vraagt hij geschrokken. ‘Je ziet lijk-

bleek.’Monica schudt haar hoofd, haar haren schudden mee. Met

haar rechterhandpalm wrijft ze het nat van haar gezicht, als-of het nog zin heeft te verhullen wat hij al lang heeft gezien.

‘Is er iets met je ouders?’‘Nee.’‘Is er iets met jou? Met Johan?’ Antonio praat snel, vuurt zijn vragen op haar af.Johan, het is je zoon!‘Dat is het niet.’‘Wat is het dan wel?’Monica kijkt naar de grond, voelt haar hart tekeer gaan. Dan moet ze aan Sjors denken.Sjors Mulder.

35

Klas 6 speelt de musical als grote finale van de schooltijd. Over twee ooievaars die verliefd worden op elkaar, maar de liefde zien gedwarsboomd als een tovenaar een van hen ver-andert in een kikker.

Monica is de ene ooievaar. Sjors Mulder de andere ooievaar die een kikker wordt.

Wekenlang is er geoefend onder de bezielende leiding van juf Irma. Een groepje moeders, waaronder Annie, zorgt voor de kleding. Groen voor de kikkers: groene maillots, groene shirts, kikkermaskers van de feestwinkel. De ooievaar in het wit. Een oude trouwjurk en een snavel van oranje karton is genoeg voor een geloofwaardig optreden. De vaders, waar-onder Leo, maken het decor. Avonden lang wordt er getim-merd, gezaagd en geverfd. Het resultaat mag er zijn: bomen en huizen van hout voor het eerste bedrijf (achter de huizen waaruit hier en daar ramen zijn gezaagd zijn gele spots opge-steld die als de avond valt – halverwege het eerste bedrijf –

Page 117: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

117

door een van de vaders worden aangezet, terwijl een andere vader een uit zilverpapier vervaardigde maan aan een touw ophijst). Het tweede bedrijf speelt zich af aan de waterkant: blauw plastic op de grond, daaromheen rietkragen (groen ge-spoten stro op hout gelijmd).

De verliefdheid tussen beide hoofdrolspelers is niet alleen spel is, maar krijgt ook achter de bühne een vervolg. Er gaan briefjes rond, van de een naar de ander, via vele tussenperso-nen die als postiljons d’amour optreden.

Ik ben op jou staat op zo’n briefje.Ik ook op jou op een ander briefje.Ze maken een afspraak, na school, in het fietsenhok.Sjors praat aan een stuk. Hij ijsbeert door het fietsenhok,

bij elke stap maakt hij een schoppende beweging alsof hij in een constante staat van woede verkeert. Hij vertelt haar stoere verhalen over de stad, over jongens die roken, die je met messen bedreigen, over meisjes die het bijna allemaal al hebben gedaan of met de minste overreding bereid zijn het te doen. Monica luistert ademloos en fantaseert over het leven buiten dit dorp.

‘Ik breng je thuis,’ zegt hij.Ze lopen naar haar huis, onwennig hand in hand.Het lopen wordt rennen, want ze zijn laat, te laat. Het hek

door, over de smalle klinkerweg naar de achterdeur.Open.Fel licht. Een lucht van aangebrande aardappels. Haar moeder, huilend, haar gezicht krijtwit. Achter haar in

de gang staat haar vader, de hoorn van de telefoon klemt nog in zijn hand.

Natuurlijk is er niets aan de hand. Ze was bij Sjors en Sjors was bij haar.

Haar vader schudt zijn hand, lijkt gekalmeerd door de zelf-verzekerdheid van Sjors.

‘Ik zei het toch, niets aan de hand.’Ze wisselen beleefdheden uit, over hoelang, waar en wan-

neer. Ze hebben het over de musical en dat alles klaar is voor

Page 118: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

118

de grote dag (resten groene verf op haar vaders handen). ‘En nu eten!’ roept haar vader. ‘Annie, we kunnen eten.’Hij draait zich om en loopt de kamer in.‘Tot morgen,’ zegt Monica tegen Sjors en laat zijn hand los.‘Tot morgen,’ antwoordt Sjors. Het licht valt op zijn gezicht,

streelt zijn lange blonde haren. Hij lacht.Zij lacht terug en geeft hem een kus op zijn wang. De geur

van buitenlucht en kou, van een jongen die man wordt. ‘Je hebt aardige ouders,’ zegt hij, alsof hij het nodig vindt

het voor hen op te nemen. Ze zucht en bijna wil ze het zeggen. De waarheid die alles zal breken. Maar hij is haar voor:‘Die vader van je – als twee druppels water.’

36

Monica loopt op Antonio af en omhelst hem. Hij ruikt naar verf en terpentine of verbeeldt ze dat?

‘Johan?’ vraagt Antonio.Monica wijst naar boven.Antonio knikt.‘Hoe was New York?’ vraagt ze en verwijdert zich twee stap-

pen van hem vandaan.‘Ik heb een besluit genomen,’ zegt Antonio zonder haar

vraag te beantwoorden. Hij klinkt opgetogen.‘Een besluit?’‘Ja.’‘We gaan in New York wonen? Ik ga mee!’‘Serieus. Ik stop. Een tijdje dan, Ik neem een sabbatical.’Antonio wil zijn armen opnieuw om haar heen slaan, maar

Monica weert hem af, duwt hem weg.Antonio loopt de woonkamer in en bekijkt alle meubels

nauwgezet als wil hij controleren of ze het interieur in zijn afwezigheid heeft veranderd.

Page 119: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

119

Monica volgt haar man, observeert hoe hij observeert, als gaat het om een zeldzame vogel over wiens opvallende ge-drag boeken vol zijn geschreven. Een plotseling gevoel van medelijden woelt los. Ze zucht het weg.

‘Moet ik blij voor je zijn?’Antonio stopt en draait zich om. ‘Nou?’ vraagt ze.‘Natuurlijk moet je blij zijn. Ik kies voor mezelf. Ik heb ruim-

te nodig. Ik kies voor mezelf, eindelijk, is dat niet geweldig?’Monica loopt naar het tafeltje naast de leesstoel waarin zo-

net nog haar vader zat. Ze tilt de stapel boeken op. ‘Jezus, heb je echt een bord voor je kop of doe je maar alsof?

Jouw leven is een grote poppenkast en jij speelt de hoofdrol. Vinger in de houten kop en spelen maar. Alsof het allemaal om jou draait. Meneer de kunstenaar. Mag ik ook nog wat vin-den?’

Antonio heft zijn handen wanhopig ten hemel. Hij steekt ze hoog de lucht in, alsof hij de sterren wil poetsen.

‘Waarom kwel je me met duizend en één onmogelijke vra-gen? Vragen waarop niemand het antwoord zou weten.’

Monica concentreert zich weer op de boeken die ze nog steeds in haar handen houdt. Als een loden last. Haar blik zwenkt van de boeken in haar handen naar de man voor wie ze ooit alles wilde opgeven. De woeste schilder die alles deed wat God verbiedt. Die gekke geile kunstenaar. Haar grote voorbeeld.

‘Staat het hier in Anton?’ vraagt Monica. ‘Hoe je het moet doen? Hoe je de leugen cultiveert? Waarheid bestaat niet. Staat dat ook in deze boeken? Als je maar lang genoeg met de leugen leeft, ga je er dan vanzelf in geloven?’

Zonder na te denken, laat Monica de boeken vallen.Antonio kijkt toe, maar doet niets, staat als aan de grond

genageld.Er volgt een stilte die ongemakkelijk is, ongemakkelijker

dan alle stiltes hiervoor. Ze staan tegenover elkaar en doen niets.

‘Ik probeer je te begrijpen,’ zegt Antonio. ‘Maar het lukt me

Page 120: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

120

niet.’Antonio bukt en raapt een boek van de grond op en legt het

terug op het tafeltje.Monica loopt naar hem toe, trekt aan zijn arm, als een bede-

laar die de aandacht van een voorbijganger wil. ‘Laat liggen!’ zegt ze.Ze grijpt het boek dat hij net op het tafeltje heeft gelegd en

gooit het weer op de grond. Als een curlingschijf schuift het een stukje over de gladde vloer en komt tegen de plint tot stilstand.

Antonio schudt zijn hoofd.‘Laat mij toch.’‘Waarom?’ vraagt Monica en trekt nogmaals aan zijn arm. ‘Omdat -’ begint Antonio, maar hij maakt zijn zin niet af.

‘Wat is er toch met jou aan de hand?’‘Heb je even?’

37

Ze rijden door de stad, zoals ze altijd na een woordenwisse-ling door de stad rijden.

Buiten is het donker. Binnen in de auto speelt de radio. Een presentator praat met gedempte stem.

Wonderlijk, denkt Monica, dat er zelfs op dit middernachte-lijke uur iemand is die de nacht vult met woorden.

Ze rijden door de stad waar ze werd geboren, waar ze de eerste jaren van haar leven woonde, waar ze als klein meisje naar school ging bij juffrouw Geronwitz, de stad waar ze later weer naar terugging om er te studeren en waar ze, nog weer later, haar onschuld verloor aan een schilder die bang is voor zijn eigen talent.

De stad waar het nooit stil is, zo weet ze uit ervaring. Ook nu gonst het er. In een aangenaam ritme, als een hart dat met kalme slagen pompt.

Waar er altijd volk op straat is, zoals nu. Lachende en flir-tende mensen. Mooie mensen. Jonge mensen. Mensen met nog een heel leven voor zich.

Page 121: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

121

Ongetwijfeld maken twee mensen ergens in deze stad op dit moment een kind. En wie weet, besteedt dat kind later een groot deel van zijn of haar leven aan de reconstructie van wat voorafging aan de daad en van wat er op volgde.

Waarom maken mensen het elkaar zo moeilijk?Monica draait zich om naar het jongetje op de achterbank.

Johan slaapt. Hun zoon zal zich later niets herinneren van deze autorit door de nacht, niets van de boosheid van zijn moeder. Niets van haar verdriet. Niets van de onbeholpen-heid van zijn vader. Misschien zijn ze dan niet meer bij elkaar, maar misschien ook wel.

‘En nu? vraagt Monica.‘Denk na. Herinner je je iemand? Iemand die je vader zou

kunnen zijn?’Monica kijkt naar Antonio die zich concentreert op de weg

voor zich. Hij verlegt de handen op het stuur. Dan tilt hij zijn rechterhand van het stuur op en legt hem op haar been.

Monica streelt de hand. Een hand voor houtskool. Een hand voor penselen.‘Je moet blijven doen waarvoor je op aarde bent gezet,’ zegt

ze. ‘Anders gaat het op een dag mis.’Antonio legt zijn hand terug op het stuur.‘We zullen zien,’ zegt hij.‘Ik wil nog niet naar huis,’ zegt Monica.‘Waar wil je dan heen?’‘Ik weet het niet. Rij maar wat door de stad.’Antonio doet wat ze van hem vraagt. Hij rijdt zonder te

weten wat zijn bestemming is. Na elke straat volgt weer een nieuwe straat, na elke plein een ander plein, na elke brug een andere brug. Komen ze op een kruispunt of rotonde, dan la-ten ze het toeval bepalen waarheen ze gaan. Ze hebben geen haast. Er is niemand die op hen wacht, niemand die hen zal missen als ze vannacht niet thuiskomen.

Geregeld stuiten ze op iets bekends. Een huis, een park, een kroeg, een gevel, een reclamebord, drie bomen bij elkaar, de punten van een hek. Ze rijden langs de bioscoop waar ze, snel

Page 122: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

122

uitgerekend, zo’n veertig films heeft gezien. Het zijn de uiter-lijkheden die overblijven van levens die lang zijn vergaan. En toch, met enige fantasie, ontmoeten ze de vrienden van toen, de emoties die ze waren vergeten, ruiken ze de geuren die allang zijn verdampt, zien ze de kleuren die inmiddels ver-bleekt zijn.

Antonio rijdt haar door het decor van haar jeugd, dat haar, hoewel het hier en daar is aangepast aan de eisen van de tijd, nog steeds past als een jas. Het liefst zou ze uitstappen en verdrinken in zijn heerlijke anonimiteit. Deze stad is het de-cor van velen en zal het decor van velen blijven. Ook als zij er allang niet meer is.

Ongeveer dan gebeurt het, als ze oog in oog staan met het grote witte gebouw dat even daarvoor, badend in wit licht, als een fata morgana aan hen is verschenen.

‘Het ziekenhuis,’ zegt Monica. ‘Hier heb ik dus twee weken gelegen, bont en blauw geschopt door mijn eigen moeder.’

De grote parkeerplaats voor het gebouw staat vol auto’s. Zelfs op dit uur van de dag lopen mensen af en aan. Sommigen lopen zelf, anderen worden voortgeduwd of ondersteund. De gezondheidszorg is een volcontinu bedrijf, denkt Antonio als hij de auto stopt, maar hij houdt zijn mond.

Ongeveer dan gebeurt het.Wordt het geboren.Het inzicht.De logica.Of beter: de onlogica die maakt dat we dingen zien die eerst

aan ons blikveld waren ontrokken.Monica gaat rechtop zitten en steunt met haar handen te-

gen het dashboard voor haar.‘Wat is er?’ vraagt Antonio. Dan zegt ze het:‘Wil je iets voor me doen?’‘Natuurlijk. Dat weet je toch? Wat kan ik voor je doen?’‘Iemand opzoeken.’‘Iemand?’

Page 123: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

‘Een oude bekende.’‘Wie?’‘Gaan we naar huis? Dan vertel ik je het.’

Page 124: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 125: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

deel vijf

Page 126: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 127: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Een week later2011

Page 128: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 129: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

129

38

De flat van Arne Leitner ligt in een deel van de stad waar je niet voor je lol komt. Een wijk waarvan politici de naam alleen in verkiezingstijd uitspreken en dan in één adem met woorden als ‘leefbaarheid’, ‘straattuig’, ‘cohesie’, ‘buurtwer-kers’ of ‘buitenlanders’.

In deze honingraat van beton, staal en glas vindt niemand gemakkelijk zijn weg. Antonio moet drie keer de weg vragen aan mensen op straat die hem, geheel tegen de verwachting in, beleefd te woord staan.

Een week geleden vertelde Monica over het bezoek van haar ouders en noemde ze voor het eerst zijn naam: Arne Leitner, alias de zoon van de vrijdagman.

Zijn naam staat op een van haar tekeningen die ze al die jaren heeft bewaard.

Het intikken van de naam op internet brengt veel feiten aan het licht. Over een kind uit een succesvol ondernemersge-slacht dat zijn ouders verliest in een verkeersongeval en dat het daarna schopt tot jongste professor ooit. Over een succes-volle wetenschapper die struikelt over zijn libido.

Een adres vindt Antonio ook. Hij heeft geluk: er woont maar één Arne Leitner in de stad.

De hal van de flat is schaars verlicht. Het ruikt er naar pis. Aan de wand van het openbaar toilet hangen posters, aankondi-gingen van festiviteiten die lang voorbij zijn. In een hoek ligt een stapel reclamedrukwerk die er ongetwijfeld door een luie bezorger is achtergelaten.

Tegenover hem, aan een wit betegelde wand, hangen de na-men van de bewoners. Antonio gaat met zijn vingers langs de namen totdat hij vindt wat hij zoekt.

De lift brengt hem naar de verdieping van zijn keuze. Hij duwt een deur open en daarna nog één.

Een smalle galerij. Voor de meeste deuren die hij passeert ligt een mat. Hier en daar staan potten met bloemen. Halver-wege stuit hij op een fiets die met vier sloten aan de ijzeren

Page 130: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

130

reling is vastgezet.Dan is hij er. Door het raam naast de deur ziet hij een man.

Hij zit aan tafel en leest de krant. Hij klopt op het raam.De man staat op.

39

Getik op het keukenraam. Het dwingende geluid van een ring tegen glas. Olga deed het net zo, maar dan in een ander ritme. Arne Leitner staat op. Hij loopt naar de gang en trekt de keukendeur achter zich dicht. Veilig. ‘Ik weet dat u thuis bent!’ echoot een stem over de galerij. Hoe weten ze dat ik mij in deze postmoderne steenklomp schuilhoud? Ze zijn tot aan de deur gekomen, aan de andere kant van de deur waarachter hij een langzame dood sterft. Hij ruikt ze, voelt de lucht die ze verplaatsten door de slecht sluitende brievenbus heen. Arne strompelt naar de voordeur. Hij knielt op de deurmat, steekt zijn hoofd tussen zijn knieën, een houding die men ei-genlijk alleen geacht wordt in te nemen als een vliegtuig een noodlanding maakt. Zo noemt de bemanning dat dan, nood-landing, alsof ze alles nog in de hand hebben, terwijl ‘help, we crashen!’ groot op ieders voorhoofd staat. De boordcomputer is uitgevallen en de gezagvoerder heeft de knuppel losgela-ten. Hij belooft de passagiers die aan zijn stuurmanskunst zijn toevertrouwd, een snelle en geruisloze dood. In drie ta-len, dat wel. De ruige polen van de mat prikken in zijn handen en in de eeltige zolen van zijn voeten. Als hij nog gelovig was geweest, dan zou hij nu hebben gebeden. Wees gegroet Maria, vol van genade . Maar hij heeft elk geloof afgezworen, omdat het krampach-

Page 131: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

131

tig vasthouden aan iets dat groter is, hem tot nu toe weinig troost heeft gebracht. Hij wil het onverklaarbare hanteerbaar maken en zijn leven leefbaar, maar er is geen God te vinden die hem dat kan bieden. Kennelijk is dat teveel gevraagd en zet hij te hoog in. Dit is wat er van een succesvol mens over-blijft als het lot hem ongunstig gezind is. ‘Meneer Leitner, doet u alstublieft open. Het is belangrijk.’ Als Olga mij zo eens had kunnen zien zitten. Ik ben een bang dier dat het onmogelijke probeert: ontkomen aan een horde hitsige jagers. ‘Gaat u weg. Alstublieft, gaat u weg.’ ‘Meneer Leitner, dat kunt u niet menen. Tien minuten van uw tijd, meer niet.’ Door het gezandstraalde glas van de voordeur heen ziet hij hoe de man zich verplaatst en nog dichterbij schuift. Een stap. Nog een stap. De schaduw op het glas groeit. Als hij maar niet als een Jezus door het glas heen stapt om hem zijn wonden te tonen. Ik ben het. Ik ben het echt. Een bizarre grap. Wie doet zoiets? Instinctief wijkt hij terug. Met zijn neus tegen het glas ge-drukt, probeert de man op de galerij naar binnen te kijken. Precies op dat moment moet Arne aan Olga denken.

40

Elke keer is er wel wat: Een papier van een of ander duur advocatenkantoor waar hij zijn poot onder moet zetten. Een doos met troep die ze, als hij niet snel opendoet, voor zijn deur zal laten staan. Die cd van U2 die hij echt nog in zijn bezit moet hebben. (Dat is waar, bij de boedelscheiding gunt hij haar de hele col-lectie U2-cd’s, maar om haar te kwellen houdt hij er één ach-

Page 132: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

132

ter en geeft haar de schuld van de vermissing.) Hij krijgt de verzamelaar van Jacques Brel (inclusief de zo toepasselijke smeekbede Ne me quitte pas) en mag de collectie fadomuziek houden, omdat zij er toch nooit iets van begreep. Graceland van Paul Simon, de cd waar alles mee begon, eigent zij zich toe als herinnering aan betere tijden. Dan weer komt ze een boek halen - ‘Marquez is voor jou, maar Roth blijft hier.’ Of een theekopje - ‘Hier, neem het hele servies. Vangen ...!’ Of een automatische tandenborstel - ‘Die tandendildo be-doel je?’ Ze waagt het zelfs om de door jaren zonlicht aangetaste reproductie van De Schreeuw van Edvard Munch te claimen, hoewel ze altijd weigerde om het ‘sombere ding’ in de kamer op te hangen. Maar Arne weet dat het Olga niet om de spullen te doen is. Ze komt om hem zo vaak als mogelijk is aan zijn daad te herinneren, aan wat hij heeft gedaan, maar vooral aan wat hij heeft nagelaten. Ze wil hem raken, waar en wanneer ze maar kan. Als dat betekent dat ze dagelijks de gang naar zijn flat moet maken, dan is dat maar zo.

41

De dagelijkse scheldkanonnades voor de deur van zijn armzalige flat had Olga vast en zeker voor altijd volgehouden, maar gelukkig voor Arne gebeurt er op een dag een wonder. Ze zijn dan ruim een jaar gescheiden. Haar wasmachine begeeft het en op zoek naar een nieuw exemplaar, bezoekt Olga de plaatselijke Expert. Daar laat ze zich uitgebreid voorlichten door verkoper Kees de Jong, een weinig interessante man die gelet op zijn leeftijd – als ze elkaar ontmoeten is Kees 43 jaar – de hoop op gezinsgeluk eigenlijk allang heeft opgegeven, maar in elke vrouwelijke klant desondanks de moeder van zijn kinderen ziet.

Page 133: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

133

Dit keer krijgt hij gelijk. Niet dat hij initiatief neemt, daar is hij veel te schuchter voor. Hij is onhandig met mensen en met vrouwen in het bijzonder. Als verkoper komt hij er opval-lend gemakkelijk mee weg, veel klanten verwarren zijn verle-genheid met eerlijkheid, maar eenmaal buiten de muren van het witgoedpaleis strompelt hij onhandig van schaduw naar schaduw, de blikken van de mensen zorgvuldig vermijdend. Olga heeft haast en neemt niet de moeite kieskeurig te zijn. Voor haar is deze man een eenvoudig te vangen prooi. Niet dat ze geen andere mannen kan krijgen als ze moeite zou doen, maar ze heeft er geen energie voor. En de klok tikt maar door. Dus wacht ze de verkoper na sluitingstijd op en lokt hem onder valse voorwendselen mee naar haar hol. Natuurlijk is Olga niet blind en weet ook wel dat ze de met stip saaiste man van het Westelijk halfrond getroffen, maar dat neemt ze voor lief. De kans om opnieuw te beginnen, stelt ze boven alles. Terwijl Kees met zijn hoofd in de wasmachine de binnenkant van de trommel inspecteert, besluit ze dat deze man de vader moet worden van haar kinderen. De kinderen die Arne haar misgunde.

De frequentie van haar bezoeken aan zijn flat nemen met de komst van Kees in haar leven snel af. Olga komt niet meer dagelijks, maar wekelijks. Daarna niet meer wekelijks, maar maandelijks. Totdat ze ten slotte helemaal niet meer ver-schijnt. Olga geeft zich over aan ‘haar’ Kees, werpt zich gedwee aan zijn voeten. Na Arne heeft ze behoefte aan rust, aan een leven zonder onaangename wendingen en wat dit betreft komt ze bij Kees volop aan haar trekken. Dus stemt ze in als hij haar op een dag voorstelt om te trouwen. Haar ‘ja’ klinkt gretig, gretiger dan de bedoeling was. De huwelijksdag is een dag om snel te vergeten, vol van clichés en niet gemeende felicitaties van mensen die ze nog nooit heeft gezien en, als het aan haar ligt, ook nooit meer zal zien. Liedjes zijn er ook, en haperende stukjes van neven, nichten, ooms, tantes, vrienden en collega’s. De oude vader

Page 134: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

134

van Henk, hij is op sterven na dood, verwoordt zijn diepste gevoelens als hij ten overstaan van een volle zaal met gebro-ken stem memoreert dat hij graag had gewild dat zijn inmid-dels overleden vrouw dit allemaal nog had kunnen meema-ken. Niemand komt voor Olga. Om pijnlijke confrontaties te voorkomen, schrapt ze alle vrienden uit haar tijd met Arne uit de gastenlijst. Haar nieuwe leven lijkt in niets op haar oude en dat wil ze graag zo houden. Ze wil opnieuw begin-nen, hoewel ze weet dat een echte nieuwe start onmogelijk is. En zo wordt Olga, na een Leitner te zijn geweest, een de Jong. Kort daarna neemt ze ontslag bij de middelbare school waar ze al zolang heeft gewerkt en wijdt zich vanaf dat mo-ment met volle overgave aan de man en zijn drogers, friteu-ses en koffiezetapparaten. Hij wil het zo en zij gaat akkoord. In ruil voor zijn zaad. Hij weet wat hem te doen staat en in haar vruchtbare peri-oden kruipt hij elke avond op haar om niet veel later met een ingehouden gekreun zijn sperma te lozen. In de hoop dat hij raak schiet. Het kan niet misgaan, meent Olga. Het wachten is op de beloning.

42

Op een of andere manier maakt de man op de galerij Arne nieuwsgierig. Hij zou de deur open kunnen doen om snel te kijken wie hij is. Natuurlijk doet Arne het niet. Het idee alleen al maakt hem misselijk. Hoe hebben ze me gevonden? Wat willen ze van me? Arne kruipt terug naar de voordeur, zijn ogen ter hoogte van de brievenbus. Met zijn vinger duwt hij de klep voorzich-tig een stukje naar voren. Hij voelt de wind prikken in zijn neus. Nu niet niezen. Oppassen.

Page 135: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

135

Hij ziet twee benen. Kijkt snel naar links en naar rechts, maar ziet verder niets. Alleen het roestige hekwerk dat men-sen op de galerij moet beschermen tegen een val van tien hoog naar beneden. De man - hij draagt witte gympen met rode veters - heeft een enveloppe in zijn hand. Daarin zit ongetwijfeld zijn op-dracht. ‘Wat wilt u?’ vraagt Arne zo kalm mogelijk. ‘Praten,’ antwoordt de stem. ‘Ik wil iets bespreken.’ ‘Iets bespreken? Wat dan? Gaat het over Van Rosmalen? Dat is jaren geleden. Als je iets over hem wilt weten, moet je hem zelf maar vragen. Ik zeg niks meer.’ ‘Daar kom ik niet voor.’ ‘Waar komt u dan voor?’ ‘Het is nogal delicaat. Het gaat over uw verleden en over dat van uw vader.’ ‘Mijn vader?’ ‘Iets van lang geleden,’ gaat de man verder. ‘Lang geleden,’ herhaalt Arne gedachteloos. De man op de galerij is niet bang aangelegd. Hoewel hij in zijn positie niets te eisen heeft, dwingt hij Arne behendig in een onderhandelingspositie. Waar haalt die mafkees het recht eigenlijk vandaan? Gek genoeg groeit er iets van sympathie in hem voor de man. Voor de man met een missie. Arne duwt de brievenbus nog een stukje verder open. ‘U durft wel,’ roept hij door de kleine opening heen. ‘Alleen praten.’ ‘Maar de deur blijft dicht.’ ‘Dat praat niet echt gemakkelijk. Op een kier?’ ‘Via de brievenbus, anders gaat het over.’ ‘Oké, deal.’

Page 136: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

136

43

De mensen, zeker dertig in getal, hebben zich in een wijde kring om een man opgesteld. De man zit op zijn knieën in het zand, zijn colbert ligt naast hem, daarop de vilten hoed die Arne zo goed kent, de hoed met het veertje.

De man is zijn vader, de pottenkoning, duidelijk herkenbaar aan het bonkige Don Corleone-achtige gestalte. Zijn met veel vet achterovergekamde haar glinstert in de late avondzon. Een zwarte spiegel die al het licht absorbeert dat op hem valt. Uit alle macht probeert de man leven te blazen in het frêle jongenslichaam dat voor hem in het zand ligt, enkel gehuld in een rode zwembroek. De jongen of wat van hem over is, ziet vreemd blauw als een alien in een van Arne’s stripboeken.

Niet veel later staat zijn vader op. Hij is niet in paniek, eer-der kalm. Met een badhanddoek dekt hij het jongenslichaam zorgvuldig toe. Daarna trekt hij zijn colbert aan en klopt het zand van zijn zwarte pantalon. Even blijft hij staan, met de hoed in de hand, draait zich daarna om en verwijdert zich met ferme passen van het opstootje op het strand.

Vanachter het raam op zolder volgt Arne zijn vader op zijn moeizame tocht door het mulle zand. Niemand die wat doet om de jongen te redden, behalve zijn vader. Dat het hem niet gelukt is het kind te reanimeren, neemt hij zijn vader niet kwalijk. Hij heeft op een waardige manier de dood bevochten en op punten verloren. Geen partij. Niks om je voor te scha-men.

Dat vindt zijn vader ook. ‘Wel jammer voor dat joch,’ zegt hij als ze later die dag in de

auto het tragische gebeuren bespreken.Daarna, fel, op een toon die ergernis verraadt: ‘Minkukels

zijn het, allemaal. Bang om het eigen lot in handen te nemen. Niemand die een poot uitstak, te bang om vuile handen te maken. Ze kijken liever een andere kant op en laten het de Jood weer opknappen. Vervolgens krijgen we het verwijt dat we niet genoeg ons best hebben gedaan. Had het joch het overleefd, dan was het ongetwijfeld niet mijn verdienste ge-

Page 137: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

weest, maar dat van de zwijgende meerderheid. Mijn vader, jouw opa, had gelijk. Je kunt op niemand vertrouwen, op nie-mand. Knoop dat in je oren! Reken nooit op mededogen of een hulpvaardige hand, zelfs niet als je in je laatste minuten ligt te creperen. Geloof alleen in jezelf. Jouw waarheid tegen die van hen. Eindafrekening volgt later, boven, na de dood...’

Zijn vader maakt een onduidelijk wijsgebaar. Als Pistolen Paultje steekt hij zijn beide wijsvingers triomfantelijk in de lucht. Heel even laat hij daarbij het stuur los.

Alsof ze vliegen, hoog boven de Waanzinnige Wereld.Vertrouw alleen op jezelf.

44

‘Bent u Arne Leitner?’ ‘Ja.’ ‘Uw ouders zijn toch omgekomen bij een verkeersongeval?’ Arne schrikt. Hoe weet hij dat? Wie heeft het hem verteld? Wie heeft hem de weg gewezen naar het dossier uit die tijd, naar de hangmap vol vergeelde krantenberichten? Wat weet de man nog meer van het ongeluk? ‘Hoe weet u dat?’ ‘Internet. Hoe is het gebeurd?’ ‘We botsten frontaal op een tegemoetkomende auto,’ zegt Arne op een toon alsof het niets bijzonders is dat twee auto’s tegen elkaar aan rijden. ‘Domme pech.’ ‘Wanneer was dat?’ ‘1983.’ Het is even stil. ‘Sorry. Dat moet moeilijk voor u geweest zijn.’ Arne hoort aan zijn stem dat de man meent wat hij zegt. ‘Sommige dingen gebeuren nu eenmaal zoals ze gebeuren,’ zegt Arne en denkt terug aan het moment dat Olga hem die wijsheid voorhield.

Ze zitten in de auto, op de weg terug van het ziekenhuis waar

Page 138: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

ze even daarvoor voorgoed afscheid hebben genomen van de vader van Olga. Ooit een trotse man met een goed gevoel voor humor, maar zijn conditie is de laatste jaren van zijn leven door Alzheimer snel achteruitgegaan. Arne probeert Olga te troosten door de dood van zijn schoonvader ‘onvermijdelijk’ en zelfs een ‘verlossing’ te noemen. Haar moeder, zo meent hij, zal haar eigen leven weer kunnen oppakken, omdat ze niet meer dagelijks naar zo’n naargeestig verpleeghuis hoeft te gaan om daar uren tegenover een man te zitten die in haar zijn vrouw niet meer herkent. Uit alle macht probeert Arne de dood als verlossing te duiden, alsof alleen zo het sterven van zijn schoonvader zin kan krijgen. Olga op haar beurt heeft zo haar eigen manier van rouw-verwerking. Ze schudt de wanhoop van het moment opval-lend gemakkelijk van zich af door het formuleren van wet-matige waarheden, mantra’s waarmee ze zichzelf verdooft. Het is haar overtuiging dat alleen het accepteren van de wer-kelijkheid, hoe verschrikkelijk ook, haar zal beschermen en ten slotte bevrijden. De dood van haar vader heeft voor haar geen diepere betekenis, dan dat hij voor altijd weg zal zijn. Ze gelooft niet in een lichaam dat gaat en een geest die on-der ons blijft. Ze gelooft niet in een heengaan dat zin heeft, dat een troost is of zelfs verlossing biedt voor nabestaanden. Haar enige houvast is wat ze ziet: de waarheid en niets dan de waarheid, kaal en van alle opsmuk ontdaan. Haar vader is dood. Punt uit. Als je hem niet begraaft, gaat hij stinken. Ie-dereen is door geboorte voorbestemd om te sterven en voor haar vader is dat niet anders. Ze zijn bijna thuis als ze het zegt, mompelend en tegen nie-mand in het bijzonder: ‘Sommige dingen gebeuren nu een-maal zoals ze gebeuren.’

45

Na de dood van zijn ouders, komt Arne bij zijn oom en tante terecht: Henk en Maaike Pols.

Page 139: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

139

Maaike ziet het als haar plicht om haar neef een thuis te bieden, maar is ook bang voor de gevolgen, want waar Leit-ners zijn, daar is ongeluk. Het opnemen van Arne in haar huis is het enige dat ze nog voor haar zus kan doen, dat weet ze ook wel, en dus doet ze wat ze moet doen.

Dat Arne een plek in het gezin krijgt, heeft hij vooral te dan-ken aan zijn nieuwe vader. Henk, natuurkundeleraar en con-rector op het stedelijk gymnasium, heeft lang op Maaike inge-praat en haar verzekerd dat het uiteindelijk wel los zal lopen. Maar naïeve Henk heeft niet gerekend op de agressie die de berichtgeving rond het ongeluk in het land heeft gemobili-seerd. In zijn vak mag de wereld dan overzichtelijk geordend zijn en zich aan basale wetmatigheden houden, in het echte leven liggen de verhoudingen duidelijk anders.

Het begint met bedreigingen, per post en telefoon. Dat de familie op moet passen, dat Henk zijn vrouw beter geen mo-ment uit het oog kan verliezen want ‘ze zullen die hoer wel eens een lesje leren’, dat ze het geld van Leitner komen halen, desnoods met geweld.

Later volgen de meer juridisch onderbouwde aanklach-ten van ex-werknemers van de sanitairfabriek die door het wanbeleid van Jacob nu zonder brood zitten. Maaike en Henk nemen een advocaat in de arm die hen verzekert dat geen enkele claim kans van slagen maakt, omdat zij part nog deel hebben aan de malaise bij Sanitex International. Zij kunnen op geen enkele manier aansprakelijk worden gesteld voor de schulden, die volgens de advocaat inmiddels in de tientallen miljoenen lopen.

Maar ondanks de geruststellende woorden van de raads-man, gaat de terreur door. Er sneuvelen geregeld ruiten, evenals autobanden. Rotjes weten hun weg door de brieven-bus goed te vinden en minstens twee keer per maand stopt er een vrachtwagen vol met meubels, boeken of andere spullen die nooit zijn besteld.

Om zijn vader postuum een hak te zetten, zoekt Arne het suc-ces niet in het bedrijfsleven, maar klimt hij op in de hiërar-

Page 140: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

140

chie van de universitaire wereld. Hij is nu eenmaal meer een beschouwer dan een ondernemer. Daarbij kiest hij niet voor een studie wiskunde of natuurkunde, zoals surrogaatvader Henk Pols vurig wenst, maar het wordt Nederlands. Daar-naast studeert Arne geschiedenis, omdat hij vindt dat taal niet begrepen kan worden zonder kennis van de maatschap-pelijke context waarin zij ontstaat, zoals je een mens niet be-grijpt zonder kennis te hebben van zijn cultuur. Als taal de schoorsteen is, dan rookt het dankzij het vuur van oorlog en vrede, de twee funderende thema’s van geschiedenis. De keuze voor twee studies, is een troost voor ‘vader’ Henk die op feestjes altijd zeker drie keer roept dat zijn zoon, hoewel hij geen ‘echte’ wetenschap bedrijft, dat gebrek aan kwaliteit door kwantiteit compenseert.

Op de faculteit valt Arne al snel op door zijn ijver en am-bitie. Na zijn afstuderen kan hij blijven. Hij promoveert op leven en werk van Gerrit Achterberg. Een dichter waar hij aanvankelijk niets mee heeft, maar die hem gaandeweg zijn onderzoek steeds meer gaat intrigeren, vanwege zijn werk, de heldere stijl en vormvastheid, maar vooral om zijn levens-wandel. Nergens komen dood, liefde en mystiek zo mooi sa-men als bij Achterberg die op een goede dag besluit de hos-pita te vermoorden die hij paradoxaal genoeg lief heeft, daar-bij haar dochter als wees achterlatend. Pas daarna, in de cel, vindt de dichter de rust die hij nodig heeft om te dichten over de gestorven liefde.

In het jaar van zijn promotie trouwt Arne met Olga en be-sluit hij dat het een goed moment is om het geld van zijn vader aan te spreken dat al die tijd op hem heeft liggen wachten. Ze verhuizen van een bescheiden huurhuis naar het grote huis aan de kust. Na opening van het testament van zijn vader, blijkt het huis aan zee zijn eigendom.

Ze zijn er zowaar een flinke tijd gelukkig.

Duinzicht. Het huis aan de kust.Eigenlijk is het geen huis, nog geen huis, maar een bouwval,

Page 141: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

141

vier muren en een dak, dat bij nadere inspectie door en door verrot blijkt. Jarenlange leegstand heeft de conditie van het huis bepaald geen goed gedaan. Het huis moet flink worden opgeknapt om het weer bewoonbaar te maken, maar daarna zal het een goed thuis zijn voor hen en voor hun kinderen (want die zullen ze krijgen), een ruim huis op een flinke ka-vel, weldadig rustig, met privéstrand en eigen zee in de ach-tertuin, bovendien niet ver van de stad waar de middelbare school staat waar Olga lesgeeft. En een manshoog hek be-schermt hun bezit tegen grijpgrage anderen.

Door toepassing van een slimme juridische constructie waarvan Arne zelfs na drie keer uitleggen niets begrijpt, heeft zijn vader ervoor gezorgd dat het huis, net zoals de som geld die hij erft, bij een eventueel faillissement buiten het bereik van schuldeisers blijft.

Van het geld van zijn vader, huurt Arne de beste vaklui in en laat het pand van kelder tot zolder verbouwen. Een oud-klasgenoot, die eigenaar is van een goed draaiend hoveniers-bedrijf, laat hij de tuin onderhanden nemen.

Alleen van de boom die in het midden van het gazon staat moet de hovenier afblijven.

Dat heeft zijn vader in het testament bepaald.En wie is hij, om zijn vader, zelfs na diens dood, tegen te

spreken?

Naast het bestuderen van poëzie van anderen, schrijft Arne ook zelf gedichten. Voor hij er goed over heeft kunnen naden-ken, rolt de eerste bundel Algoritme (een sneer naar vader Henk) van de drukpers. En natuurlijk blijven juist zijn gedich-ten niet onopgemerkt. Een recensie in de literaire bijlage van Vrij Nederland draagt daar zeker aan bij – kop: Zoon van pot-tenkoning lonkt naar Achterberg. Dat de helft van de recensie over zijn vader gaat, over de plotselinge teloorgang van het familiebedrijf en het bizarre ongeluk dat hem niet lang daar-na van deze aarde doet verdwijnen, kan Arne niets schelen, zolang de bundel maar over de toonbanken gaat. Al gauw zijn de boekwinkels door de eerste druk heen en staat hij op de

Page 142: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

142

shortlist van een landelijke debutantenprijs die hij natuurlijk ook wint.

Maar het is nog niet genoeg. Arne wil hoogleraar worden, professor, dat is zijn next stop. Hij vraagt zich niet af waarom hij dat wil. Ambitie is hem in zijn genen meegegeven, dus hij reikt zo hoog mogelijk. Zoals zijn opa heeft gedaan en zijn va-der na hem, zo zal hij ook doen. Eruit halen wat er in zit en dat is nog heel wat meer dan hij tot dan toe heeft waarge-maakt. Werk aan de winkel dus.

Hij is in de gelukkige omstandigheid dat het toeval hem een handje hielp. De prestigieuze leerstoel poëzie komt vacant en gezocht wordt naar een aansprekende man of vrouw die het instituut nationaal en internationaal op de kaart kan zetten. Belangstellenden worden niet geacht te solliciteren, kandi-daten worden gevraagd. Dus als de decaan van de faculteit Steenhouwer hem op een dag in vertrouwen neemt en zijn ambities polst, weet Arne dat ook dit doel binnen handbereik ligt.

46

‘Nog even over uw vader. Het spijt me dat ik het u moet vragen -’ ‘Vraagt u maar.’ ‘Hoe was het huwelijk van uw ouders?’ ‘Zoals alle huwelijken van alle ouders zijn. Soms goed. Som beter.’ ‘Soms slecht?’ ‘Dat zijn uw woorden. Waarom vraagt u dat?’ ‘Had uw vader een relatie?’ ‘Ging mijn vader vreemd? Dat wilt u toch weten?’ ‘Nou?’ ‘Wat wilt u eigenlijk van me?’ ‘Eva van de Sande. Zegt die naam u iets? ’

Page 143: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

143

47

Zijn vader duwt Eva voor zich uit de stoep op. Hij heeft de theedoek om haar blonde hoofd gebonden. Eva speelt het spel mee en houdt de doek voor haar ogen. Zijn vaders han-den liggen losjes op haar blote schouders. ‘Zie je wat?’ vraagt hij plagerig. ‘Eva?’ ‘Nee, ik zie niets.’ ‘Erewoord?’ ‘Erewoord.’ Triomfantelijk steekt hij twee vingers in de lucht. Tussen de dikke vingers klemt een ranke Davidoff-sigaret. ‘Hoeveel vingers steek ik op?’ vraagt hij. ‘Twee.’ Ze lachen. Samenzweerderig. Arne kijkt naar Eva, naar haar volmaakte lichaam, gestoken in een kort blauwe jurkje. Dat soort jurkjes draagt zijn moe-der nooit. Eva draagt er geen ondergoed onder, dat weet hij, Eva heeft het hem zelf verteld. Eva deelt geheimen met hem die zijn moeder nooit met hem zou delen - persoonlijk din-gen, vrouwendingen. Hij zou dit soort details van zijn moeder ook niet willen weten, zou de intimiteit gênant vinden. Bij Eva voelt dat anders. Bij haar voelt alles anders. Als een verwend juffershondje hapt Eva naar zijn vaders hand en vindt de sigaret. Ze neemt een flinke trek. Zijn vader zingt. Zacht, maar verstaanbaar. Edelweiss.

Daar staat de rode auto waarover hij niets tegen zijn moeder mag vertellen. Mondje dicht. Ons geheim. Het zoveelste geheim.

Arne herkent de auto. Hij is er bij als zijn vader het voertuig koopt bij een kleine garage in een dorp op zeker twee uur rijden van de stad.

Page 144: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

144

Ze lopen samen door de showroom, terwijl zijn vader met een zacht gemompel de aangeboden modellen keurt. Zijn va-der weet veel van auto’s, van merken, ontwerpen en technie-ken, meer nog dan de garagehouder die dan ook ver uit de buurt blijft, wachtend op het moment dat zijn vader hem zal wenken voor de finale onderhandeling over prijs en levering. Midden tussen de auto’s blijft zijn vader plotseling staan bij een kleine rode auto met ronde koplampen. De voorkant van de auto heeft iets van een gezicht, vindt Arne, een vriendelijk gezicht.

‘Kijk jongen,’ zegt zijn vader terwijl hij het kleine mannetje in de hoek van de showroom maant dichterbij te komen ten teken dat het spel op de wagen kan: ‘een Volkswagen Kever, een geniaal ontwerp van Ferdinand Porsche. De auto voor het volk. De eerste prototypes hadden geen achterruit, waardoor ze op kevers leken. Zo komt deze auto aan zijn naam.’

De onderhandeling die volgt, verloopt verrassend snel en soepel. Tot volle tevredenheid van zijn vader. Zijn gezicht glimt als een overrijpe tomaat.

Hij voldoet het bedrag contant en verlangt geen factuur. Hoe zijn vader aan zoveel geldbiljetten komt, weet Arne niet.

Achter de ruitenwissers van de auto heeft zijn vader een rode roos gestoken. Op de achterbank staat een rieten mand met spullen voor de picknick. Als hij de theedoek voor de ogen van Eva wegtrekt, lijkt ze plotseling te bevriezen. Stil als een standbeeld staart ze naar de rode auto voor haar die glimt in de zon. Ze roept: ‘voor mij?’ Zijn vader knikt. ‘Mooi?’ vraagt hij. ‘Mooi? Ik vind hem geweldig!’ Dan vliegt ze zijn vader om de hals en kust hem krachtig op zijn mond. Hij tilt haar op, zijn grote armen onder haar vlezige kont, en ze draaien een pirouette op de stoep voor de auto. In de draai kijkt Eva Arne aan. Ze glimlacht.

Page 145: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

145

Arne zou willen vallen, maar hij blijft staan. ‘Haal Monica,’ roept zijn vader tegen hem, terwijl hij een nieuwe sigaret opsteekt. ‘We gaan een stukje rijden.’

48

‘Eva zegt u?’ Arne kruipt dichter naar de opening in de deur. Met zijn hand duwt hij de klep van de brievenbus verder open. Heb ik het goed verstaan? ‘Ja, dat zei ik. Eva.’ ‘Sandberg?’ Tijd winnen, ik moet tijd winnen. ‘Van de Sande. Eva van de Sande.’ Hoe is het goddomme mogelijk. ‘Uw vader had een relatie met haar,’ gaat de man onver-stoorbaar verder. ‘Haar meisjesnaam is Vos, misschien zegt die naam u iets?’ Eva Vos. Arne kijkt gefascineerd naar het schaduwspel op het mat-glas voor hem. Het duizelt hem. Rustig blijven ademen. ‘De man van Eva, Joop van de Sande, werkte op de financië-le afdeling van het bedrijf van uw vader. Sanitex International, heet het zo niet?’ ‘Het bedrijf bestaat niet meer. Na de dood van mijn ouders is het overgenomen door een Duitse concurrent.’ ‘Hoe dan ook, op de een of andere manier leert uw vader Eva kennen. Joop wordt ziek. Misschien dat uw vader hem bezocht en zo Eva ontmoet. Ik weet het niet. De bezoeken van uw vader stoppen in elk geval niet na de dood van Joop. In de winter van 1976 sterft Joop. Eva blijkt dan al een tijdje zwan-ger. In het voorjaar van 1977 wordt haar dochter geboren.’ ‘Wat heb ik daarmee te maken? Waarom vertelt u me dit?’ ‘De dochter heet Monica van de Sande. Monica is mijn

Page 146: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

146

vrouw. Sinds kort weet ze dat Joop niet haar biologische va-der kan zijn. Nu vraagt ze zich af wie het dan wel is.’ ‘Wat suggereert u eigenlijk? Dat mijn vader....’ ‘Monica herinnert zich uw vader. Hij kwam bijna elke vrij-dag op bezoek. U was er meestal bij. Dat klopt toch? Kunt u zich de bezoeken herinneren?’ Arne trekt zijn hand terug uit de brievenbus. De klep slaat hard dicht. De misselijkheid van daarnet is terug. In alle he-vigheid dit keer. Hij wil overgeven, maar er komt niets. Het blijft bij een bittere galsmaak die hij met moeite wegslikt. Koud en warm tegelijk. Alles om hem heen draait. Hij ruikt de scherpe lucht van zijn eigen zweet. In zijn hoofd het pulserend ritme van pompend bloed. Boem. Boem. Boem. Alsof een tumor zich krakend en piepend een weg naar buiten baant. Arne herkent de signalen en weet wat hij moet doen. Hoofd tussen mijn knieën en heel hard knijpen. Ergens ver weg hoort hij zijn vader tekeergaan tegen zijn moeder: Het is allemaal suggestie. Hoe kan dat jong ooit het bedrijf voortzetten als hij om de haverklap wegraakt? Een mie-tje kan geen leiding geven aan het snelst groeiende bedrijf van dit land. Dat schijterige heeft hij van jou, dat kan niet anders. Arne duwt zijn oren dicht, in de hoop dat de minachting van zijn vader hem zo niet zal kunnen raken. Hij probeert zich te concentreren op het WELKOM op de mat, maar de letters dansen en vormen steeds nieuwe woor-den. Olga. Monica. Jacob . Joop. Eva.

Monica is mijn zusje. Dat kan niet. Het is een grote grap.

Page 147: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

147

49 Hoe lang hij is weggeweest weet hij niet, maar het voelt als jaren. Arne duwt zich overeind en gaat tegen de muur zitten. Net zoals bij vorige flauwtes, voelt hij zich licht en vredig als hij bijkomt. Vreemd breekbaar, alsof hij elk mo-ment gehaald kan worden. Als dit doodgaan is, dan graag. Maar het is nog te vroeg. Alles om hem heen krijgt weer contour en kleur. Zoals de dozen met oude kranten en folders die tegenover hem staan opgestapeld. Ze vullen de gang tot aan het plafond. Hij heeft nog niet de moed gehad ze weg te brengen. Wat houdt hem eigenlijk tegen? Angst voor het on-omkeerbare of zoiets. Bang om met het oud papier ook al zijn herinneringen aan betere tijden weg te gooien. Bij wijze van levensteken duwt Arne de klep van de brie-venbus weer open. ‘Werd u niet goed?’ vraagt de man, op bezorgde toon nu. ‘Daar leek het wel op,’ stelt Arne nuchter vast. ‘Niet zo vreemd. U overvalt me met uw rare verhalen. Wat als Eva heeft gelogen? Wat als uw vrouw alles uit haar duim heeft gezogen?’ ‘Ik zou niet weten waarom. U wel?’ Arne denkt na, zoekt in de registers van herinnering naar dat ene beeld. Monica die een voor een de punten van de pot-loden breekt. Zij kwam in opstand. Zij wel. ‘Als ze denkt dat ze zo aan een deel van de erfenis kan ko-men, moet ik haar teleurstellen.’ ‘Dus u ontkent niet dat u Monica kent?’ ‘Ik weet het niet,’ zegt Arne zo kalm mogelijk. ‘Het is zo lang geleden.’ ‘U weet weinig van die tijd. Hoe oud was u?’ ‘Ik was vijftien jaar toen ik mijn ouders verloor. Meer wil ik er niet over kwijt.’ Het is stil, blijft stil, langer dan Arne verwacht. Is de man weggegaan?

Page 148: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

148

‘Hallo.’ ‘Ja?’ ‘U bent er dus nog?’ ‘Ik ben er nog.’ ‘Wat wil Monica?’ ‘Ze wil u zien, met u praten.’ ‘Ik niet met haar.’ ‘Waarom niet?’ ‘Ze heeft haar eigen leven. Ik het mijne.’ ‘Het is uw zusje.’ ‘Dat weet u niet zeker.’ ‘Doet u het?’ ‘Waarom zou ik?’ ‘Voor Monica. Voor uzelf.’ ‘...’ ‘Ik heb hier een foto.’ ‘Van Monica?’ ‘Een foto van Monica. Hij is voor u.’

50

Enkele jaren na het verdwijnen van Eva, hij is net begon-nen aan zijn studie Nederlands, gaat Arne op zoek naar het meisje dat hij ontmoette als zijn vader hem meenam. Het meisje Monica waar hij op moest letten, omdat zijn vader te druk was met haar moeder. Het meisje dat ze voor dood heb-ben achtergelaten bij de eerste hulp van het ziekenhuis. Na wat zoeken, vindt hij het huis terug, een bovenwoning in een typische volksbuurt, maar de vrouw die opendoet is stelliger dan hij had gehoopt. ‘Ik ken geen Monica,’ zegt het wicht met een volkse tongval. Monica spreekt ze uit als Maunieka. ‘En van een Eva weet ik ook niets.’ Ook navraag in de buurt levert weinig op. Een oudere man kent weliswaar het verhaal van de vrouw die van de ene op de andere dag is verdwenen. Hij beweert zelfs dat hij haar destijds een aantal keren in de buurtspeeltuin heeft gezien in

Page 149: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

149

gezelschap van een klein meisje (‘een leuk ding, een heel leuk ding!’), maar een minstens zo oude dame die de man stevig aan zijn arm vasthoudt, drukt Arne op het hart dat hij niet al-les moet geloven wat haar man zegt. ‘Mijn man heeft de laatste jaren veel ingeleverd,’ zegt ze en kijkt Arne veelbetekenend aan. En nu, jaren later, is het meisje uit zijn jeugd naar hem op zoek. Het liefst zou hij zich verstoppen, zoals zij zich vroeger voor hem verstopte. Geef eens een geluidje.

51

‘Mag ik de foto?’ Arne steekt zijn hand zover als hij kan door de brievenbus. Hij voelt iets ruws en trekt het naar zich toe. Het is een gro-te bruine enveloppe. ‘Ik ga meneer Leitner. Het telefoonnummer van mijn vrouw zit in de enveloppe. Belt u?’ ‘Het gaat te snel.’ ‘Dat kan ik me voorstellen, maar …’ ‘Ik heb tijd nodig.’ ‘Hoe lang?’ ‘Ik weet het niet. Een week?’ ‘Prima.’ De schaduw van de man verdwijnt. Arne luistert naar het geluid van voetstappen dat langzaam oplost in het geknetter van opgevoerde brommertjes dat zo kenmerkend is voor deze hel op aarde.

Pas na een half uur opent hij voorzichtig de deur. Niemand. Als bevrijd loopt Arne de galerij op. Het is nat. Een straffe wind duwt hem voort. Hij moet zich vasthouden aan de re-ling, anders waait hij nog weg.

Page 150: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

150

Hij haalt diep adem alsof het de laatste keer is. De frisse lucht doet hem goed en hij komt weer bij zinnen. Waar hij ook kijkt, hij ziet niemand. Hij moet het hebben gedroomd. Vast en zeker. Hoeveel pillen heb ik geslikt? Als hij terug naar binnen loopt, ziet hij de enveloppe liggen. Wat zal hij zeggen als hij over een week belt? De posities zijn duidelijk, de stellingen ingenomen. Hij voelt hoe nieuws-gierigheid het langzaam wint van argwaan. Op een vreemde manier is hij trots. Hij heeft al meer gezegd dan hij van plan was. Weliswaar door een gat in deur, maar toch. Eigenlijk weet hij al wat hij gaat doen. Het vooruitzicht ein-delijk te kunnen vertellen wat hij zo lang verborgen heeft ge-houden, lucht hem nu al op. Hij pakt de enveloppe van de mat en scheurt hem gehaast open. Dan loopt hij naar binnen en belt dokter Lutz. Dokter Margot Lutz.

Page 151: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Deel zes

Page 152: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 153: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Die middag2011

Page 154: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 155: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

155

52

Als Arne het mobiele nummer van Margot Lutz belt, neemt ze tot zijn verbazing meteen op. ‘Meneer Leitner, wat een verrassing,’ zegt ze opgetogen, als-of het de normaalste zaak van de wereld is dat Arne na zoveel jaren weer contact met zijn therapeut zoekt. ‘U zei dat ik dit nummer mocht gebruiken in noodgevallen. Dit is een noodgeval. Ik moet u spreken.’ ‘Dat is goed. Maar vandaag wordt lastig. Ik sta op London Heathrow Airport. Over een uur vlieg ik naar huis. Ik heb u meen ik verteld dat ik familie in Engeland heb?’ Arne denkt na. Ze hebben indertijd zoveel besproken, maar dit herinnert hij zich niet. ‘Ik geloof het wel.’ ‘Dat nichtje van me is getrouwd, met een wat stijve lad, dat wel, maar dat mag de pret niet drukken. Heel leuk en alles op z’n Engels. Compleet met schattig kerkje en een high tea in een plaatselijke pub. Alsof je bent verdwaald in een afleve-ring van inspector Morse. Kijkt u wel eens naar Morse, meneer Leitner?’ Zo kent Arne de dokter weer, alsof ze nooit uit zijn leven weggeweest is. Ik geef mijn patiënten geen tijd om over hun problemen na te denken, zei ze eens, mijn gekletst is een vorm van therapie. Afleiding, daar gaat het om. Haar stem te horen doet Arne goed. Hij wordt gelijk een stuk rustiger.

Ze houden het kort, want de lijn is slecht en af en toe valt ze weg. Eén keer wordt de verbinding zelfs verbroken en moet Arne opnieuw bellen. Op de achtergrond hoort hij monotoon geroezemoes, af en toe onderbroken door een vrouw die met een last call reizigers maant haast te maken.

Ze spreken af dat Arne haar van het vliegveld zal halen, zo-dat hij haar toch vandaag nog kan spreken. Ze geeft hem haar vluchtnummer en met een ‘tot straks’ nemen ze afscheid.

Page 156: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

156

53

Arne herkent haar meteen. Zelfs in de bedrijvige chaos die een luchthaven nu eenmaal

kenmerkt, valt ze hem gelijk op.Margot Lutz is een kleine, smalle vrouw met een vriende-

lijke oogopslag die het geduw en getrek van haar medepas-sagiers glimlachend gadeslaat. Van achter glas ziet Arne hoe iedereen zijn best doet om het beste plekje bij de bagageband te veroveren. Zinloos, zo weet hij uit eigen ervaring. Niets is zo onvoorspelbaar als de volgorde van koffers op een bagageband. Het is een illusie te denken dat degenen die vooraan staan ook het eerst hun ba-gage krijgen. Hoewel hij het nooit onderzocht heeft, lijkt hem het tegendeel eerder waar. Hoe meer men aandringt, hoe la-ter men aan de beurt is. De eersten zullen de laatsten zijn. Een Bijbelse wetmatigheid die horkerige passagiers feestelijk op hun nummer zet. Een betere strategie is het om op tweede of derde rang rustig je kans af te wachten en als het moment eenmaal daar is met een goed getimede duik je koffer of tas van de band te plukken. Die strategie lijkt dokter Lutz ook te hebben gekozen, want ze maakt geen haast en leunt ontspan-nen op haar bagagekarretje. Haar kleine gestalte, de smalle wat afhangende schouders, haar typische manier van bewegen alsof alles wat ze doet van te voren is opgenomen om later een fractie van een seconde langzamer weer te worden afgespeeld. Het geeft haar bewe-gen iets looms, zoals je bij corpulente mensen wel ziet als ze zich op een warme dag voortbewegen. Ze is niks veranderd; op het korte zwarte haar na dan, dat rond haar slapen nu duidelijk grijs aan het worden is.

Maar het is vooral haar kalmte waaraan hij haar gelijk her-kent. Haar verschijnen straalt rust uit. Ze is een baken van standvastigheid te midden van uitgelaten vakantiegangers en ander volk op zoek naar pret en vertier.

Haar zo te zien staan, maakt de herinnering aan haar weer levend, alsof het gisteren was dat hij voor het eerst op de sofa

Page 157: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

157

plaatsnaam in haar praktijkruimte op de tweede verdieping van het monumentale grachtenpand in het centrum van de stad. Nee, ze deed niet geheimzinnig over het feit dat ze goed verdiende aan de ellende van anderen.

Dokter Lutz is een bekende van een bekende en heeft een goede reputatie. Het was de mix van die eigenschappen – eer-lijkheid en betrouwbaarheid – die haar tot de ideale kandi-daat maakte.

Toen.Nu weer.

54

Hoelang is het geleden dat hij Margot Lutz voor het eerst bezocht om over zijn problemen te praten? Olga staat er op dat hij in therapie gaat. Het is volgens haar de enige kans om hun huwelijk te redden. Aanleiding voor de eerste sessies is het meningsverschil over het krijgen van kinderen. Olga: wel. Arne: (nog) niet. Tijdens de gesprekken gaat het daar eigenlijk nauwelijks over. Dokter Lutz wil zijn problematiek niet verplatten tot ‘deze toevallige uitingsvorm’ zoals zij de huwelijkscrisis noemt. ‘Het gaat erom de diepere oorzaak van uw problemen bloot te leggen. Ingesleten patronen die ons dwingen te doen wat we doen. Mijn werk lijkt op dat van een archeoloog: graven, scheppen, borstelen, labelen, categoriseren. Eerst de funda-menten blootleggen, dan conclusies trekken. Begrijpt u?’ Arne begrijpt het of denkt het te begrijpen. Wat Lutz doet omschrijft ze zelf liever als een ‘goed ge-sprek’. Ze vergelijkt hun sessies met afleveringen van Zomer-gesprek. (‘kent u dat programma Zomergesprek?’). Hij mag praten en fragmenten uit zijn leven tonen, beelden die hem hebben geraakt, maakt niet uit hoe. Haar rol is bescheiden:

Page 158: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

158

luisteren, observeren en terugkoppelen. Doel is dat de pa-tiënt zichzelf beter maakt en meer inzicht in zichzelf krijgt. Succes is overigens daarbij niet verzekerd. ‘Zielenpijn is iets anders dan een gebroken been,’ zegt ze aan het begin van hun eerste gesprek. En ze meent het, want ze klinkt streng als een juf op de eerste schooldag. ‘U bent psychisch gebroken, maar verwacht niet van mij dat ik die breuk spalk. Mijn opdracht is mooi, maar complex. Ik hoop dat u dat begrijpt meneer Leitner. Het zijn zo van die voorwaarden vooraf. En geen gezeur over mijn facturen. U betaalt voor tijd, niet voor resultaat.’

Om Olga tegemoet te komen bezoekt hij Margot Lutz in die tijd een paar keer. Hij gaat akkoord met haar voorwaarden en haar facturen. Ze spreken vooral over zijn jeugd waar volgens dokter Lutz de kiem voor zijn huidige problemen ligt. Over de relatie met zijn vader, zijn moeder, de plotseling dood van zijn ouders en de tijd die hij daarna bij zijn oom en tante doorbracht. Ook vertelt hij over Eva en Monica, maar hij zwijgt over hun werkelijke rol in zijn leven en de dokter vindt het voor haar therapie kennelijk niet van belang om er uitgebreid op door te gaan. Na een paar keer op haar sofa te hebben gelegen, liggen de fundamenten bloot. Tijd voor conclusies. Volgens dokter Lutz mist Arne het basisvertrouwen om zich duurzaam te hechten en de oorzaak daarvoor ligt in zijn jeugd. Arne is bang zich kwetsbaar op te stellen, vindt elke vorm van geluk bedreigend. Arne wil weten waarom. ‘Geluk bestaat enkel bij de gratie van ongeluk,’ legt Margot Lutz rustig uit, terwijl ze de vingers van beide handen tegen elkaar drukt. ‘Net zoals ongeluk louterend kan werken omdat het je doet beseffen hoe waardevol geluk kan zijn. Wie bang is voor ongeluk, en dat bent u, kan nooit gelukkig worden. Om u te wapenen tegen mogelijk ongeluk hecht u zich aan niets of

Page 159: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

159

niemand, vertrouwt u alleen op zichzelf. U verschanst zich in een bastion van zelfverzekerdheid. Het kiezen voor kinderen ervaart u als het tarten van het lot. De kinderwens van uw vrouw staat haaks op uw strategie van onthecht blijven. Her-kent u dit?’ Arne herkent dit, maar voelt niet de behoefte verder te graven. Het feit dat deze vrouw hem na een paar gesprekken doorziet, vindt hij beangstigend. Voor haar is hij een open boek. Hoogste tijd om het boek te sluiten. Olga kan tevreden zijn: hij heeft over zijn problemen gesproken. Dat hij de the-rapie stopzet net op het moment dat hij er beter van dreigt te worden, vertelt hij haar niet.

Twee weken later voldoet hij de laatste rekening. Dokter Lutz onderneemt geen enkele poging hem langer als klant te houden. Dat siert haar. Bovendien neemt ze als een van de weinigen haar beroepsgeheim serieus. Nooit heeft Arne de verhalen die hij tussen de vier muren van haar spreekkamer heeft verteld, via andere kanalen teruggehoord.

De gesprekken kunnen niet voorkomen dat het toch nog fout gaat. Naast zijn huwelijk, verliest hij ook zijn baan, zijn inkomen, zijn status, zijn zelfrespect.

Kort na de scheiding verhuist Arne van de riante villa aan de kust naar zijn nieuwe onderkomen: flat Berkenhout, acht-ste verdieping, nummer 833.

De villa zet hij te koop.

55

Arne duwt het bagagekarretje van Margot Lutz naar de zijuitgang van de aankomsthal. Langzaam, zodat ze hem met haar korte benen kan bijhouden. De wieltjes van het karretje glijden soepel over de gladde marmeren vloer. Ze heeft wei-nig bagage (‘Ach weet u meneer Leitner, ik ben maar alleen en heb niet veel nodig’). Een kleine blauwe koffer en een rode rugtas, dat is alles. ‘En u zegt dat haar man vandaag bij u voor de deur stond?

Page 160: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

160

Wanneer ziet u Monica?’ ‘Ik heb een week bedenktijd gevraagd.’ Dokter Lutz blijft staan, een paar meter van een grote draai-deur die in gestaag tempo mensen opslokt en uitspuugt. Het lijkt alsof ze zichzelf tijd wil gunnen om op adem te komen. ‘Waarom zou u dat niet doen?’ vraagt ze verbaasd. ‘Waarom wel?’ ‘Waar bent u bang voor?’ ‘Nergens voor of toch ...’ ‘U spreekt in raadselen,’ zegt Margot Lutz, nu duidelijk on-geduldig. ‘Wat is het dan wel?’ ‘Daar wil ik het juist met u over hebben. Er zijn dingen ge-beurd.’ ‘Dingen?’ ‘Dingen.’ ‘En die dingen houden verband met Monica?’ ‘Ja.’ ‘En u beseft dat u eerlijk over die dingen zult moeten zijn als ze straks voor u staat?’ ‘Als ...’ Dokter Lutz zucht. ‘Vertelt u om te beginnen eens wat er gebeurde. Vandaag bedoel ik. Met die man en zo.’ ‘Nu?’ vraagt Arne. ‘Hier?’ ‘Nee, niet hier,’ antwoordt Margot Lutz en wijst naar een terras waar mensen verveeld de tijd doden met eten en drin-ken. Een jonge vrouw met een paars schort voor beweegt vliegensvlug door de smalle gangen tussen de tafels en de koffers door. ‘Er is nog precies één tafeltje vrij.’ ‘Dat is genoeg. Hebt u zin in een kop koffie?’

Nadat ze zijn gaan zitten, begint Arne te praten. Als hij alles heeft verteld wat hij die dag heeft meegemaakt, kijkt hij dokter Lutz aan. Al die tijd heeft ze aandachtig geluis-terd zonder hem te onderbreken. ‘Hoe heet de vrouw die u zoekt?’ vraagt ze. ‘Welke naam

Page 161: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

161

noemde u daarnet?’ Arne kijkt om zich heen, zoekt herkenning in de dingen om hem heen, alsof hij na een lange ruimtereis weer terug is op aarde. Voor hem staat een leeg kopje. Kennelijk heeft hij koffie ge-dronken, maar hij herinnert het zich niet. Naast het kopje, op een wit schoteltje met een rode rand ligt een speculaasje. ‘Monica,’ zegt Arne en kijkt de dokter verwachtingsvol aan. ‘Meneer Leitner. Neemt u me niet kwalijk. Het is lang ge-leden. Normaal zou ik me natuurlijk hebben voorbereid en voorafgaand aan onze eerste ontmoeting de notities van onze gesprekken van destijds hebben teruggelezen. Verwacht niet van me dat ik alle feiten, data en namen uit uw leven ken. Maar helpt u me eens. Wie is Monica?’ ‘Mijn vader had een verhouding met Eva van de Sande.’ ‘De moeder van Monica?’ ‘Ja.’ ‘Heeft u Eva ooit ontmoet?’ Arne knikt. ‘Mijn vader nam me altijd mee als hij bij haar op bezoek ging.’ ‘Hij maakte u medeplichtig aan zijn overspel.’ ‘Daar kom je later pas achter. Dat het zo werkt bedoel ik.’ ‘Uw vader was toch eigenaar van een groot bedrijf in wc-potten?’ ‘Sanitair.’ ‘Juist.’ Arne ziet aan dokter Lutz dat ze nadenkt, maar tot een con-clusie komt ze kennelijk niet, want ze houdt haar mond. ‘Naar huis dan maar?’ vraagt Arne. ‘Graag,’ antwoordt dokter Lutz en staat op. Arne wenkt een donker meisje met rastavlechten dat ver-veeld aan de rand van het terras staat te wachten totdat ie-mand haar eindelijk nodig heeft. Het meisje van daarnet ziet hij niet meer. Nadat hij heeft afgerekend, zet dokter Lutz zich weer in be-weging richting draaideur.

Page 162: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

162

Arne volgt haar voorbeeld en trekt het bagagekarretje als een onwillig kind achter zich aan.

56

Op het plein is het een komen en gaan van bussen, taxi’s en personenwagens. Er is duidelijk te weinig ruimte voor het verkeer dat zich aanbiedt. Een tijdelijk ongemak, zo belooft een groot bord dat aan het geïmproviseerde hek hangt dat het plein scheidt van een zanderig terrein waarop nog meer auto’s staan te wachten op hun eigenaren. De bouw van de parkeergarage vordert maar langzaam, zo langzaam dat Arne zich afvraagt of er überhaupt iets gebeurt. Hoe lang geleden was hij hier om Jane te zien vertrekken? Sinds die tijd lijkt er maar weinig te zijn veranderd. Er zijn werklui met gele helmen, dat wel, draaiende beton-molens en vrachtwagens die af en aan rijden met zand, bouw-materialen en puin. Het betonnen geraamte van het gebouw staat er en gek genoeg is ook de bewegwijzering al aange-bracht (een werkvolgorde waar Arne zich de vorige keer ook al over heeft verbaasd), maar door het ontbreken van zicht-bare vorderingen, houdt hij er serieus rekening mee dat alle bedrijvigheid doorgestoken kaart is. Het geraamte is niet van beton, maar van piepschuim en het geel gehelmde leger be-staat uit niet meer dan een handvol figuranten die zich voor een paar centen heen en weer bewegen over een bouwplaats van bordkarton. Arne en zijn dokter banen zich een weg over een wankele constructie van houten planken naar zijn auto die hij voor de gelegenheid op een invalideplek heeft geparkeerd. ‘Illegaal, maar wel dichtbij,’ zegt hij, terwijl hij haar koffer en tas op de achterbank zet. Het leven is van bordkarton. Niets is zoals het lijkt.

Het is druk op de weg. Veel mensen willen op dit uur van de dag de stad in. Anderen willen er juist uit. De dagelijkse be-

Page 163: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

163

weging tussen werk en thuis leidt tot chaos op de weg. Alle spitsstroken zijn open zodat elk stukje asfalt kan worden be-nut. Matrixborden geven de toegestane snelheid aan. Zinloos, want er is geen auto die onder deze omstandigheden zoveel vaart kan maken. Arne rijdt de invoegstrook op en geeft richting aan. Een be-stelbusje laat ruimte om in te voegen. Arne bedankt met een opgestoken hand. ‘Aardig,’ mompelt hij, want beleefdheid is geen vanzelfspre-kendheid meer in het verkeer. Even later vraagt Margot Lutz: ‘Dus Monica beweert dat ze uw zusje is?’ ‘Halfzusje.’ ‘En is dat zo?’ ‘Hoe moet ik dat weten?’ ‘Uw vader heeft er nooit iets over verteld? Hij heeft er nooit met u over gesproken?’ ‘Nee,’ zegt Arne. ‘Is dat iets waar vaders en zonen het over hebben?’ ‘Soms wel, soms niet.’ ‘Wij dus niet.’ ‘Vermoedde u niets?’ ‘Dat Monica mijn halfzusje is?’ ‘Ja.’ ‘Nee. Mijn vader heeft het zelfs ontkend tegenover mijn moeder.’ ‘Wat zei hij?’ ‘Ze is niet mijn dochter, wat ze ook beweren.’ ‘Geloofde u hem?’ ‘Waarom niet?’ ‘Waarom wel? Misschien heeft Monica wel gelijk. Bent u niet nieuwsgierig?’ ‘Nee.’ ‘Waarom wilt u haar dan ontmoeten?’ ‘Heb ik dat gezegd?’ ‘Waarom wilt u mij anders spreken? U bent toch ergens bang voor? Iets zit u dwars. U bent me niet voor de gezellig-

Page 164: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

164

heid komen afhalen.’ ‘De confrontatie.’ ‘Met Monica?’ ‘Dat ook, maar -’ ‘Maar wat? Als u wilt dat ik u help, moet u eerlijk tegen me zijn.’ ‘Ik ben bang voor de confrontatie met wat ik heb gedaan, maar vooral met wat ik heb nagelaten.’ ‘Probeert u dat eens te beschrijven.’ ‘Alsof ik om de problemen heen loop, op afstand blijf, din-gen laat gebeuren. Alsof wat me overkomt, me niet raakt, niet echt. Ik laat het niet binnen. Nu niet. Toen niet. ’ ‘Ga door.’ ‘Alsof ik de hele dag kijk naar een leven van een ander en denk doe eens wat! Doe verdomme eens wat! Ik voel me te vaak slachtoffer van de omstandigheden. Begrijpt u?’ ‘En het feit dat Monica zich meldt, versterkt dat gevoel?’ ‘Het maakt het urgent. Snapt u dat?’ ‘Niet helemaal.’ ‘Haar komst dwingt me een besluit te nemen met grote ge-volgen. Ik zal haar de waarheid moeten vertellen. Ik wil haar de waarheid vertellen. Dat is moeilijk voor mij, maar vooral voor haar.’ ‘Welke waarheid? Wat bedoelt u toch?’ ‘Daarom ben ik ook naar u toegekomen. Dat maakt het be-sluit zo moeilijk.’ ‘Wat?’ ‘....’ ‘Wat maakt het besluit zo moeilijk meneer Leitner? U weet iets wat zij niet weet?’ ‘Dat vertel ik u later. Vindt u dat goed?’ ‘U bepaalt het tempo.’ ‘Hoe vaak kunnen we elkaar zien?’ ‘Een week, drie sessies, meer tijd kan ik helaas niet vrijma-ken.’ ‘Drie sessies? Dat is genoeg.’ ‘Als ik het goed begrijp, heeft het bezoek van vanochtend u

Page 165: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

165

de ogen geopend? Als een naald die in een verse blaar wordt gestoken.’ ‘Wat een vergelijking, maar ze klopt. Ik heb te veel dingen in het leven laten gebeuren. Het is tijd om een aantal zaken recht te zetten.’ De auto’s voor hen remmen. Arne mindert vaart en schakelt terug. De motor gromt als een wild dier. Ze rijden door een zee van rood licht, steeds langzamer totdat ze stil staan. Arne trekt de handrem aan. Lutz zwijgt, staart doelloos voor zich uit. Dan vraagt ze: ‘wat herinnert u zich van uw jeugd?’

57

‘Ik kan me niet herinneren dat ik ooit kind ben geweest. Fysiek wel, maar verstandelijk niet, alsof ik geboren ben met een oude ziel.’ ‘Hoe kwam dat? Door uw afkomst? Voelde het succes van het familie-imperium als een last? De Leitners, generaties van machers die hun schaduw ver vooruit wierpen? Werd het te donker?’ ‘Iedereen kende Leitner als een succesvol ondernemer, ie-mand die weet wat hij wil en krijgt wat hij wil.’ ‘Dat bedoel ik.’ ‘Mijn vader zag me nooit voor vol aan. Hoe meer hij me minachtte, hoe meer ik probeerde om zijn gelijke te zijn.’ ‘U vergat het kind te zijn dat u was. U verloor u in de vruch-teloze pogingen om hem te lijken.’ ‘Dat is uw conclusie.’ ‘Ik trek geen conclusie, daar is het nog te vroeg voor. Een observatie, een eerste prille observatie. Ik probeer erachter te komen wat ik voor u kan doen, of ik u kan helpen en hoe dan.’ ‘U probeert me in een hokje te stoppen. Psychologie van de koude grond. Dat wil ik dus niet. Ik ben gekomen voor hulp,

Page 166: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

166

niet voor een oordeel, niet voor een mening.’ ‘Ik stop u niet in een hokje. Zoals iedere therapeut werk ook ik met aannames, maar ze verblinden me niet. Ik waak voor tunnelvisie. Ik treed u onbevangen tegemoet, zoek een ma-nier om u uzelf te laten helpen. Ik ben uw coach, meer niet.’ ‘Heel goed!’ ‘U bent boos.’ ‘Ik ben niet boos.’ ‘Wel.’ ‘Niet. Niet echt.’ ‘Op wie? Op mij?’ ‘Weet ik veel.’ ‘Op Monica?’ ‘Nee, op de omstandigheid.’ ‘De omstandigheid? Dat klinkt me niet exact genoeg. Wat bedoelt u?’ ‘Ik weet het niet. Laat maar.’ ‘Zo komen we niet verder. Wilt u nou dat ik u help of niet?’ ‘Ja.’ ‘Wat?’ ‘Ik wil dat u mij helpt. Helpt u mij!’ ‘Dan moet u mij vertrouwen. Vertrouwen is de basis voor elk goed gesprek, ook voor het gesprek tussen therapeut en patiënt of moet ik zeggen vooral voor het gesprek tussen the-rapeut en patiënt?’ ‘Ik ben patiënt?’ ‘Sorry, vreselijk jargon. U bent gewoon Arne Leitner. Nou?’ ‘Ik vertrouw u.’

‘Weet u nog hoe u zich voelde als uw vader u meenam? Vond u het leuk? Zag u er tegenop? Wat herinnert u zich van die tijd?’ ‘Ik vond het spannend, omdat we iets deden dat eigenlijk niet mocht. Ik dacht: hij vertrouwt me, hij laat me toe. We wa-ren bondgenoten. Zo voelde het.’ En ik zag Eva. ‘We?’

Page 167: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

167

‘Mijn vader.’ ‘Maar u sprak in meervoud. Opvallend.’ ‘Vindt u?’ ‘Alsof u medeverantwoordelijk bent voor de daden van uw vader. Voelt u dat zo?’ ‘Misschien. Ik deed niets om het te verhinderen.’ ‘U was een kind. U deed niets wat niet mocht. Uw vader deed iets wat niet mocht, hoewel ...’ ‘Hoewel?’ ‘Op vreemdgaan staat geen gevangenisstraf, maar alge-meen wordt aangenomen dat het niet hoort. Het is cultureel bepaald. Toch blijkt uit onderzoek dat tien procent van de kinderen buitenechtelijk is verwekt. ’ ‘Een op de tien.’

58

Een op de tien. Het is dus mogelijk. Wat herinnert hij zich nog uit die tijd? Het is dertig jaar ge-leden. Hij ziet zijn vader, schuin voor hem in de blauwe Mercedes. Een forse man met een breed gezicht. Zijn haar glad van de brillantine. In zijn mond steekt een sigaret, maar ondanks dat ruikt hij fris, alsof hij net een kruidig bad heeft genomen. Hij heeft de mouwen van zijn zwarte blouse opgestroopt. Arne ziet zijn harige onderarmen, om de linker draagt hij een op-zichtig gouden horloge dat blinkt als de zon op het glas valt. Hij kijkt om. Achter hem op de hoedenplank ligt een tweed jasje, kastan-jebruin, handgeweven, van Ierse makelij. Naast zijn vader, daar waar zijn moeder hoort te zitten, ligt een smal plat pak met een rode strik. Het cadeau is voor de vrouw. Voor Eva. Als ze hem bedankt, kust ze hem zoals hij zijn moeder nooit heeft zien doen. Met een weerzinwekkende gretigheid, alsof

Page 168: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

168

haar leven ervan afhangt. Zijn vader trekt de vrouw tegen hem aan, zijn grove armen om haar slanke taille geklemd. Hij tilt haar op, terwijl hij zijn hoofd tegen haar volle borsten duwt als een dorstige baby op zoek naar melk. De vrouw verzet zich, maar het is een gespeeld verzet. Aan alles is te zien dat ze niets liever wil dan capituleren. Ze gaan naar boven. ‘Jij let op Monica,’ beveelt zijn vader en sluit de deur. Gestommel op de trap. De vloer die kraakt. Gelach. Het gevoel dat iemand heel langzaam een mes in zijn rug steekt. Hij wel.

59

Monica zit aan het lage tafeltje in de voorkamer. Hoe oud is ze? Vijf, zes jaar misschien. Kort haar. Grote ogen. Ze opent de kleurdoos die ze net van zijn vader heeft gekre-gen. Ze haalt een potlood uit de doos en zet de scherpe punt op het witte papier dat voor haar ligt. Dan drukt ze en breekt de punt. Kalm. Berekenend. Geconcentreerd, maar zonder aarzeling. Daarna legt ze het potlood terug op de plek in de doos waar het lag. Zo volgen alle andere potloden in de doos, een voor een. Arne kijkt toe hoe het meisje systematisch alle punten breekt. Hij grijpt niet in. Laat het gebeuren. Als ze klaar is, sluit ze de doos. Ze lacht naar hem en hij naar haar. Zijn vader komt binnen. Op sokken. Zijn schoenen draagt hij

Page 169: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

169

in zijn hand. Arne ziet de schoenen op een krant staan, terwijl zijn moe-der er met een ruwe borstel overheen gaat in een poging de moddervlekken van het leer te verwijderen. ‘Jacob,’ roept ze geërgerd. ‘Wat doe je toch met die schoe-nen?’ ‘Gewoon dragen,’ antwoordt zijn vader verveeld. Zijn vader gaat naast Arne op de bank zitten en steekt een sigaret op. ‘Alles goed gegaan?’ vraagt hij. Zoals altijd spreekt hij in telegramstijl, alsof hij bang is ziek te worden als hij te veel woorden gebruikt. Even later komt Eva de kamer in. Ze draagt een witte bad-jas. Het haar is nat en ze ruikt naar bloemen. Ze lacht naar hem. Hij lacht terug. Dan laat ze de badjas van haar schouders glijden. Arne ziet haar blote achterkant. Hij kijkt naar haar kont. Op haar linkerbil zitten drie moedervlekken, een grote en twee kleintjes, als de hoeken van een gelijkbenige driehoek. Als Eva haar gewicht verplaatst van haar ene been naar het andere, verdwijnt een deel van de grote vlek tussen haar bil-spleet. Arne knijpt zijn handen tot vuisten. ‘Moet dat?’ vraagt zijn vader aan Eva. ‘Waar die jongen bij is.’ Die jongen, herhaalt Arne in zijn hoofd. ‘Waarom niet?’ antwoordt Eva. ‘Hij heeft toch wel vaker een blote kont gezien. Anders wordt het hoog tijd!’ Ze trekt een rode onderbroek aan - een klein ding is het met zwarte randen - en daarover een dunne zomerjurk met een opzichtig bloemmotief. Er is weinig fantasie voor nodig om haar blote achterkant te blijven zien. Haar kont. De gelijkbenige driehoek. Voor de spiegel die naast de kast hangt, borstelt ze het nat-te haar en bindt het met een handige beweging samen tot een

Page 170: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

170

vlecht. Daarna maakt ze zich op. Als laatste stift ze haar lip-pen en controleert het resultaat langdurig in de spiegel. Monica volgt haar moeder, verliest haar geen moment uit het oog. ‘Mama maakt zich mooi,’ zegt Eva. ‘Voor de dieren in de dierentuin,’ roept zijn vader en lacht zo hard dat Arne even denkt dat hij er in blijft. Dan gaat zijn vader achter haar staan en kust haar op het natte haar. Hij legt zijn handen bezitterig op haar buik. Zijn gore handen. Eva laat het gebeuren, maar verlost zich ten slotte toch uit zijn greep. Goed zo! Als zijn vader weer naast hem op de bank is gaan zitten, loopt Monica op hem af. Onder haar arm heeft ze de kleur-doos die ze van zijn vader kreeg. ‘Wat is er meisje?’ vraagt zijn vader alsof hij het tegen een debiel heeft en als een stoomlocomotief blaast hij sigaretten-rook de kamer in. Hij steekt zijn sigaretvrije hand naar Mo-nica uit. ‘Wat heb je daar voor iets moois? Laat eens zien.’ Monica legt de doos op zijn schoot en opent langzaam het deksel. Arne houdt zijn adem in. Het is stil, volmaakt stil, zo stil dat je gaat twijfelen aan je gehoor. Geluid, ergens buiten, ver weg, een tram schuurt door de rails. Arne kruipt dichter tegen zijn vader aan. ‘Kreng!’ schreeuwt Eva die nu vlak achter Monica staat en vol ontzetting in de doos kijkt. ‘Wat heb je gedaan?’ Ze schudt Monica door elkaar. Nog eens en nog eens. Mo-nica staat het toe, verzet zich niet, beweegt als een slappe pop mee. ‘Kalm,’ roept zijn vader. ‘Beheers je Eva. Het is nog maar een kind.’ Maar Eva laat zich niet kalmeren. Ze slaat haar dochter. Op-

Page 171: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

171

nieuw laat Monica het gebeuren. ‘Waarom moet je godverdomme alles vergallen met je ge-drag?’ ‘Laat God hier buiten,’ zegt zijn vader. ‘Ze gaat in de kast,’ roept Eva. ‘Ik sluit er op in de kast, dat zal haar leren.’ Zonder dat het haar wordt gevraagd, loopt Monica naar de deur. ‘Ik heb je gewaarschuwd,’ roept de vrouw tegen haar doch-ter, terwijl ze achter haar aan loopt. Arne staat op, uit de veilige schaduw van zijn overspelige vader. ‘Het was mijn idee,’ zegt hij zacht, misschien in de hoop dat niemand hem hoort. Zijn vader draait zich naar hem toe en kijkt hem strak aan. ‘Wat zei je zoon? We verstonden je geloof ik niet goed.’ Arne kijkt naar Monica die weer naar hem kijkt. Nu kan hij niet meer terug. ‘Het was mijn idee,’ herhaalt Arne, luider nu, fermer ook. Eva kijkt hem aan. Haar blik is anders dan daarnet, alsof ze hem aanmoedigt op te staan tegen zijn vader, alsof ze hem eindelijk als zijn gelijke ziet of wie weet, als zijn meerdere. Een warme gloed trekt door zijn lichaam. ‘Het was mijn idee!’ ‘Ben je helemaal mesjogge?’ roept zijn vader en heft zijn hand op. Arne voelt de pijn al voordat de hand zijn hoofd raakt. Hij blijft Eva aankijken en laat haar blik niet meer los. ‘Pak een puntenslijper,’ beveelt zijn vader. ‘Ik wil messcher-pe punten zien. Messcherpe punten.’

60

‘Kent u de Sound of Music?’ vraagt Arne. De auto’s voor hem rijden weer en hij geeft voorzichtig gas. ‘U bedoelt de film met Julie Andrews en …’

Page 172: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

172

Dokter Lutz aarzelt. ‘Christopher Plummer als kapitein Von Trapp,’ vult Arne aan. ‘Natuurlijk ken ik de Sound of Music,’ vervolgt dokter Lutz stellig. ‘Iedereen kent de Sound of Music. Een klassieker over de kracht van de liefde, over hoop, over vrijheid. Maria leert Von Trapp weer genieten van het leven. Een heerlijke zwij-melfilm.’ Arne lacht. Op een of andere manier vindt hij dat geen woord voor de dokter. Zwijmelfilm. ‘Misschien gaat het verhaal wel vooral over waarheid en authenticiteit, uitkomen voor wat je voelt, en daar ook naar handelen, hoe moeilijk de weg ook is. Aan het eind van de film vluchten ze toch voor de nazi’s?’ Arne knikt. ‘Ja, daar eindigt de film.’ ‘Maar waarom vraagt u dat?’ wil Margot Lutz weten. ‘Mijn vader zong vaak een lied uit de Sound of Music … Edel-weiss.’ ‘Every morning you greet me …’ ‘De film zag ik pas later, mijn vader was allang dood. Ik schrok van de gelijkenis.’ ‘Gelijkenis?’ ‘Tussen mijn vader en de kapitein. Ik herkende veel van mijn vader in Von Trapp.’ ‘Streng maar rechtvaardig?’ ‘Precies die paradox. Mijn vader kon inderdaad streng zijn, maar op andere momenten was hij zachtaardig, vriendelijk.’ ‘Von Trapp vond het geluk door Maria. En uw vader?’ ‘Ik weet het niet. Het is zo lang geleden.’ ‘Probeert u het toch maar eens.’ Aan de manier waarop dokter Lutz reageert, merkt Arne dat het haar te snel gaat. De informatieachterstand ergert haar, maar ze stoort zich misschien vooral aan het feit dat ze, geheel tegen haar professionaliteit in, geen grip krijgt op het gesprek. Er is te veel afleiding. Ze kan ongetwijfeld niet wach-ten tot hij in haar praktijk op de sofa ligt. ‘Als hij de vrouw bezocht, leek hij me gelukkig, verliefd. Bij

Page 173: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

173

haar was hij een andere man. Als we teruggingen naar huis, veranderde hij.’ ‘Hoe?’ ‘Thuis was hij zwijgzaam, hij had nooit tijd, altijd druk met zijn werk. Gek eigenlijk dat hij …’ Plotseling stopt Arne met praten en vraagt dan: ‘Moet ik hier af?’ ‘Ja,’ antwoordt Margot Lutz. ‘En dan rechts, volgt u de hoofd-weg tot de verkeerslichten, daarna links.’ Arne draait de auto de afrit van de snelweg op en trekt zijn voet langzaam van het gaspedaal. Hij schakelt terug, zodat de auto afremt op de motor. In zijn hoofd herhaalt hij de instruc-tie van dokter Lutz. Rechts. Verkeerlichten. Links. Even later rijden ze over een brede tweebaansweg waar het aanmerkelijk rustiger is dan daarnet op de rondweg. Aan weerszijde van de weg liggen fietspaden waarover eenzame fietsers zich door regen en wind naar huis spoeden. Even la-ter begint de bebouwing. In de meeste huizen die ze passeren flikkert de televisie. ‘U zei: gek eigenlijk. Wat is gek?’ ‘Zei ik dat?’ ‘Ja, voordat u mij vroeg waar we heen moesten.’ ‘O ja … gek eigenlijk dat mijn vader dat lied Edelweiss alleen maar zong als hij bij haar was. Dat wilde ik zeggen.’ ‘Bij Eva van de Sande?’ ‘Ja, thuis zong hij nooit, althans niet dat ik me herinner.’ ‘Hadden uw ouders vaak ruzie?’ ‘Niet meer dan andere ouders.’ ‘Hoe bedoelt u?’ ‘Ik heb nooit gedacht: dit gaat mis. Ik kende kinderen van gescheiden ouders, maar ben nooit bang geweest dat het mij zou overkomen. Dat is ook niet gebeurd. Ik werd een kind van dode ouders, maar dat is een ander verhaal.’ ‘Rechtsaf,’ roept dokter Lutz en buigt wat naar voren, alsof

Page 174: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

174

ze zo de natte en glinsterende wereld buiten beter kan zien.

61

Ze rijden door het centrum van de stad. De straten wor-den steeds smaller en voller. Het onderscheid tussen rijweg, fietspad en trottoirs vervaagt langzaam en niet veel later rest alleen nog een smalle klinkerweg met aan de ene kant de ge-vels van huizen en aan de andere kant het zwarte water van de stadsgracht. Arne moet goed opletten om niets te raken. Hij stuurt de auto behendig langs menig obstakel, zoals een vrachtwagen die breed op de weg geparkeerd staat, een man met hond, een vuilcontainer en mensen die als door de duivel bezeten een café uitstormen en zonder uit te kijken voor zijn auto springen. ‘Idioten,’ mompelt Margot Lutz. Nog zo’n woord dat niet bij haar past. Idioten. Verder gaat het, dwars door de hoerenbuurt, langs roodver-lichte ramen waarachter vrouwen in opzichtige lingerie hun best doen mannen te bewegen hun zweterige peeskamertjes te bezoeken. Dan passeren ze de dierentuin die op dit uur van de dag gesloten is en even later arriveren ze in de straat waar dokter Lutz praktijk houdt. ‘Hier is het,’ zegt ze. ‘Stopt u even?’ Arne doet wat de dokter van hem vraagt. De kleine vrouw stapt uit en sjokt naar een grote poort die twee witte panden met elkaar verbindt. Herenhuizen zijn het, hoog en breed, in perfecte staat van onderhoud. Op het linker pand staat in grote letters: Greveling & Zandduijn, advocaten. De letters zijn ingenieus uitgelicht en veranderen langzaam van kleur, van rood naar geel, naar blauw en weer terug naar rood. Als hij niets beters te doen had, zou Arne uren naar dit lichtspel kunnen kijken. Op de hoeken van het pand hangen kleine camera’s die alles en iedereen in de wijde omtrek in de gaten houden. Het naastgelegen pand, rechts van de grote poort, is min-

Page 175: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

175

stens zo indrukwekkend, maar op de gevel ontbreekt enige aanduiding van wat er zich binnen de muren afspeelt. Dat is ook niet nodig, want Arne is vaak genoeg binnen geweest. Het is het witte therapeutenpaleis van dokter Lutz. Daar ach-ter de grote ramen op de eerste verdieping staat de sofa waar hij zo vaak op heeft gelegen. Als het goed is, staat voor de sofa een kleine stoel, helemaal opgetrokken uit rotan, waarin de therapeut van dienst plaatsneemt met een kleine blocnote op haar knieën. Af en toe maakt ze aantekeningen, maar het grootste deel van de tijd kijkt ze aandachtig naar de cliënt die half zittend en half liggend zijn verhaal doet. Daar wordt ze tenslotte ook voor betaald, voor luisteren, niet voor schrij-ven. Halverwege tussen sofa en stoel, op een laag tafeltje, op een rechthoekig kleed met bloemenmotief staat een kartonnen doosje met een smalle gleuf. Uit de gleuf steekt een witte tis-sue die zich, als je hem eruit zou trekken, automatisch laat opvolgen door eenzelfde exemplaar. Arne heeft er nog nooit gebruik van gemaakt. Een therapeut die met papieren zak-doekjes strooit, dat is iets voor in films of boeken en hij heeft nooit de behoefte gevoeld dat clichébeeld door zijn handelen te bevestigen of, erger nog, te versterken. Dat er een doosje naast de sofa staat, geeft aan dat dokter Lutz een goed gevoel voor humor heeft, meer niet. Het is een visuele waarschu-wing om de therapeut, ondanks haar forse uurtarief, niet te serieus te nemen. Arne ziet hoe dokter Lutz een sleutel in een klein vierkant kastje steekt dat aan de muur bevestigd zit. Even later schuift de poort langzaam omhoog. De dokter wenkt. Voorzichtig rijdt Arne de auto onder de poort door naar binnen en parkeert op een klein, schaars verlicht pleintje aan de achterkant van het pand. In de achteruitkijkspiegel ziet hij hoe de poort de daling weer inzet als een guillotine die lang-zaam zijn dodelijke werk doet.

Page 176: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

176

62

Bijna alles is inderdaad nog zoals Arne het zich herinnert. De sofa, het kleed, de tafel en de stoel van de dokter. Er staat een schemerlamp die hij niet kent en ook de kast naast de deur is nieuw. ‘Zodat ik kan zien wat ik schrijf,’ zegt dokter Lutz als ze merkt dat Arne naar de lamp kijkt. ‘Gaat u toch zitten meneer Leitner.’ Dokter Lutz wijst naar de sofa. Ze zegt zitten, maar ze bedoelt ongetwijfeld liggen. Zitten op deze sofa is onmogelijk. Het ding dwingt tot liggen, zo weet Arne uit ervaring. ‘Gek om weer hier te zijn?’ vraagt Lutz als hij op eenmaal op de sofa ligt. De bank voelt harder aan dan in zijn herinnering. ‘Het voelt als thuiskomen,’ antwoordt Arne lachend en con-centreert zich op het gipsen pafond boven hem. ‘Ik mag hopen van niet,’ zegt Margot Lutz en haar kleine mond neigt naar iets dat op lachen lijkt. Dan schrijft ze iets op in een klein schriftje dat op haar schoot ligt. Wat dat is, kan Arne uit de bewegingen van de pen niet op-maken. ‘Maar vertelt u eens, waarom wilde u mij vanavond nog spreken?’ ‘Er is mij iets vreemds overkomen vandaag.’ ‘Een man vertelt dat zijn vrouw uw zusje is, Monica. Vat ik het zo goed samen?’ ‘Zeker.’ ‘Dat is inderdaad vreemd. Het is mij nog nooit gebeurd.’ ‘Ik meen het serieus.’ ‘Ik ben serieus.’ ‘Gelooft u in toeval dokter?’ ‘Nee, mijn vak bestaat bij de gratie van samenhang en cau-saliteit. Niets gebeurt zomaar, zonder aanleiding. Alles heeft een bedoeling. Ik help u zoeken, meer niet, en geef u geen garanties dat we wat vinden.’

Page 177: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

177

‘Wat wij toeval noemen, is misschien de logica van God. Een uitspraak van de Franse schrijver Georges Bernanos. Heeft ja-renlang in mijn werkkamer gehangen.’ ‘God zegt me niets, maar gaat u door.’ ‘Een hogere macht dan, ergens iemand die aan de knoppen draait, die alles wat we doen betekenis geeft, die zorgt dat zaken worden rechtgezet?’ ‘Zo ziet u de situatie waarin u verzeild bent geraakt? Daarin ziet u de hand van God?’

‘Ik geloof niet in God, maar waarom niet?’ Opnieuw schrijft Margot Lutz iets in het schriftje en op-nieuw heeft Arne geen idee wat.

‘Is er iets?’ vraagt Arne.‘Toen wij elkaar de laatste keer spraken, gaf u de indruk dat

u de relatie met uw vrouw een nieuwe kans wilde geven. Niet veel later stonden de kranten vol over uw buitenechtelijke misstap. Wat was er gebeurd?’

‘Ik werd verliefd.’‘U had seks met een studente. Zo was het toch?’‘Ik hield van Jane.’ ‘Is dat haar naam?’‘Ja.’‘U vergist zich. U heeft zich nooit aan Jane gehecht, maar

aan de omstandigheid die zij vertegenwoordigde.’‘Omstandigheid?’ ‘De vrijheid, de ongecompliceerdheid van de jeugd. U wilde

weten hoe het voelt om in het nu te leven, zonder spijt of ver-wachtingen.’

‘Het voelde anders ... echt ... begrijpt u?’‘Hoe vaak heeft u seks met die vrouw gehad?’Arne slikt. Is dit iets waar hij het met dokter Lutz over moet

hebben?‘Nou?’ dringt ze aan.‘Ze ging op de wereldreis. De avond voor haar vertrek heb-

ben we het gedaan. Daarvoor niet en daarna niet.’‘Ziet u wel? De relatie met de studente is de ultieme vorm

van onthechting, omdat u pas besloot om het bed met haar te

Page 178: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

178

delen op de laatste avond voor haar vertrek. Bovendien als u echt van haar had gehouden, was u met haar meegegaan. U kon seks met haar hebben zonder u zorgen te hoeven te ma-ken over de gevolgen. U was gelukkig, juist omdat aan dit ge-luk geen verplichtingen zaten. U kon het consumeren zonder de kans te lopen ongelukkig te worden. Dat was wat u dacht. Zit ik er ver naast?’

Arne zwijgt, luistert, neemt haar oordeel aan als een kind dat een welverdiende uitbrander krijgt.

Dokter Lutzt zucht. ‘En toen stond het ineens in de krant. Ik herinner me de

foto’s, compleet met tijden erbij. Een nauwgezet logboek van uw overspel.’ ‘Het was een doelbewuste actie om mij te beschadigen. Alsof het nog niet erg genoeg was, werd ik beschuldigd van seksuele intimidatie. Ik zou Jane gedwongen hebben om seks met mij te hebben.’ ‘In ruil voor wat?’ ‘Ze studeerde cum laude af, dat stond zo goed als vast. We waren met z’n drieën. Paul Van Rosmalen was altijd enthousi-ast geweest over haar werk, tot die laatste keer. Uitgerekend toen besloot hij - ‘

‘Wie zegt u? Welke naam noemde u daarnet?’‘Paul van Rosmalen.’Arne draait zijn lichaam een kwartslag zodat hij dokter

Lutz kan aan kijken. Het kost hem de nodige moeite om van zijn rug op zijn zij te komen, alsof hij in een ziekenhuisbed ligt en zijn wonden hem beletten om vrijuit te bewegen.

‘Is er wat?’ vraagt hij.‘Nee, ik verstond u niet goed,’ zegt dokter Lutz.Arne hoort hoe haar stem trilt.

‘Ineens deed Van Rosmalen moeilijk, ging draaien, twijfelde over het cijfer. Hij wilde met Kuijt meegaan, het derde lid van de commissie, die cum laude te veel eer vond. Ik heb er bij Van Rosmalen op aangedrongen dat hij voor zou stemmen.’ ‘En dat heeft hij gedaan?’ ‘Ze had het gewoon verdiend. U moet mij geloven.’

Page 179: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

179

‘Ik geloof u. Iets anders: hoe kwam de krant destijds aan de informatie en de foto’s?’ Margot Lutz slaat een bladzijde van het schriftje om. ‘Waarom is dat belangrijk? Ik wil het er eigenlijk niet over hebben.’ ‘Maar ik wel. Wie lekte naar de media?’ ‘Wie denkt u?’ ‘Van Rosmalen?’ ‘Natuurlijk was het Paul. Wie anders? Paul was uit op mijn baan, mijn succes. Maar bewijs het maar eens.’ Arne zwijgt, tuurt voor zich uit. Alles om hem heen is zwaar en zwart. Alleen de kleine vrouw met het schriftje is in het volle licht gezet. Het licht kent geen mededogen en Arne ziet de scherpe trekken in haar gelaat. Een vrouw die alle zeilen moet bijzetten om de gedachtesprongen te volgen van de man voor haar op de sofa. ‘Waarom weet u zo zeker dat Paul achter uw val zit?’ ‘Ik weet het niet zeker. Het is een vermoeden.’ ‘U heeft nooit wat met dat vermoeden gedaan? Heeft u het Van Rosmalen ooit gevraagd?’ ‘Natuurlijk heb ik het hem gevraagd.’ ‘En?’ ‘Hij ontkende.’ ‘Natuurlijk.’ ‘Drie keer zelfs.’

Page 180: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 181: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

deel zeven

Page 182: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 183: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Een dag later2011

Page 184: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 185: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

185

63

Margot Lutz staat in de supermarkt en werkt haar lijst-je af. Alsof er niets is gebeurd, loopt ze langs volgestouwde schappen en afgevulde vrieskisten in een poging te vinden wat ze zoekt voordat een ander vindt wat ze zoekt. Thuisgekomen na haar bezoek aan haar nichtje in Enge-land, trof ze lege kasten aan. Ook in de diepvries was niets te vinden. Maar het was nog erger: ze had haar huis nauwelijks herkend, zo schoon en leeg was het. De kamers heetten haar welkom, maar niet zoals ze bij een oude vriend zouden doen. Ze was een kind die voor het eerst haar nieuwe school be-treedt. Schuchter, bedeesd en afwachtend, maar wetend dat je het er mee zult moeten doen. Wat was er gebeurd? Iemand moest tijdens haar afwezig-heid alles wat eetbaar was hebben opgegeten. Een uitgehon-gerde zwerver, een in de steek gelaten mens of was het een puber die, op de vlucht geslagen voor de toorn van volwas-senen, in haar huis een veilige schuilplaats had gevonden? Maar nee, ze was het zelf geweest die alles had opgemaakt, leeggehaald, afgewassen en opgeruimd. Haar drang om een periode af te sluiten, had in haar de behoefte gevoed schoon te maken zoals ze nooit eerder had gedaan. Alsof haar leven ervan af had gehangen, alsof ze met haar huis ook zichzelf kon ontdoen van onreinheid. Bergsma had haar kort voor vertrek onderzocht, maar nog geen conclusies willen trekken. Hij droeg haar op te genie-ten van haar bezoek aan haar geliefde Engeland. Het was een opdracht, een bevel en het gaf haar het gevoel dat hij meer wist dan hij in haar nabijheid wilde prijsgeven. Zijn zwijgen stond elk genieten in de weg. Door goed te willen doen, deed hij juist kwaad. Margot begreep hem. Ze zou niet veel anders hebben gedaan als zij de dokter was geweest en hij de pa-tiënt.

Overal om Margot heen schreeuwen opzichtig gekleurde pot-ten, flessen, grote en kleine dozen, kuipjes en zakjes het uit,

Page 186: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

186

om het hardst: koop mij! Onheus natuurlijk, want alles wat ze ziet en hoort is onwaar. In deze wereld van list en bedrog trekken zielloze levens zinloos voort en zij is één van hen. Ze is gevangen in een donkere grot waarvan ze de uitgang niet ziet en de route terug naar de ingang vergeten is, waarin de ene galm de andere overstemt, waarin haar geroep samen-smelt met dat van anderen tot een niet te begrijpen kakofo-nie van geluiden. De opdracht is duidelijk: zoeken naar het licht, want zolang dat nog niet gevonden is, heeft de mens-heid een doel. Slechts een paar slimmeriken draaien om en gaan zelfverzekerd op zoek naar de oorsprong, naar het licht, naar de plek waar ze verbleven voordat ze dit geborchte in-liepen, daar waar het stil is en zonder afleiding, waar je de ei-gen hartslag nog kunt onderscheiden van die van de anderen. Maar de meesten lopen door, zetten de ene voet gedachteloos voor de andere. Margot doet niet anders, hoewel het haar niet lukt om zich te concentreren op de woorden die ze vanochtend haastig neerschreef. Ze ziet ‘brood’, ‘wijn’ en ‘wasmiddel’ maar ze is vergeten waar de woorden naar verwijzen. Hoe vaker ze de woorden uitspreekt, hoe abstracter ze worden, alsof het co-detaal is, waarvan ze de sleutel niet kent. De woorden hebben aan betekenis verloren, zoals ze zelf ook meer en meer aan betekenis verliest. Sinds een uur weet ze het zeker: Arne Leitner is haar laatste patiënt.

64

Nog geen uur na haar doodsbericht dwaalt Margot doelloos door de met TL lampen verlichte hal, terwijl ze doet alsof ze alles onder controle heeft, als een politieagent die met een ‘hier is niets te zien’ nieuwsgierigen probeert weg te houden bij een uitslaande brand. Controle, haar handelsmerk als therapeut. Kalmte bewa-ren en overzicht houden, luisteren en analyseren, vooral niet

Page 187: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

187

te snel oordelen, de persoon tegenover je niets in de mond leggen, maar hem of haar uitdagen zelf het woord te nemen, de focus verleggen van wat niet kan naar wat nog wel zou kunnen, alternatieven aandragen, manieren opperen om het leven draaglijk te maken als beter maken een gepasseerd sta-tion blijkt, accepteren dat het leven is zoals het is. Accepteren dat je bent wie je bent, met al je zwakheden en ingeslepen mechanismen. Er het beste van maken, gelet op de omstandigheden. Roeien met de riemen die je hebt. Therapeutenpraat. Alles wat ze zegt, is een zwaktebod, een proeve van beperkt denken. Want is het haar ooit gelukt iemand echt te helpen? De loop der geschiedenis te veranderen? Altijd bleef ze de beschou-wer op afstand, zich ophoudend aan de schaduwkant van de straat, bang te worden verblind als ze voor de volle zon zou kiezen. Dus is eenzaamheid haar deel. Haar lichaam warm, maar het hart koud en leeg. Steeds vaker overvalt haar het gevoel er niet toe te doen. Mensen kijken door haar heen, alsof ze van glas is en elk licht doorlaat zonder vervormen. Ze hijsen zich aan haar op, om haar daarna de rug toe te keren. Gelet op haar professie en kijkend naar haar bankrekening zou het haar blij moeten maken, maar het holt haar uit. Natuurlijk zijn er mannen. Een enkele relatie verwart ze met liefde. Vriendschap doet haar goed, voor fysieke toena-dering is ze bang. Ze doet wat er van haar wordt verlangd, en zeker niet onverdienstelijk, maar ze blijft op afstand, niet in staat de liefde die ze soms voelt uit te drukken in lichamelijk intimiteit, alsof het een taal is die ze niet beheerst. Is ze klaar, dan gooit ze hem het huis uit. Teleurgesteld en leeg. Die ene keer dacht ze dat het echt was. Alles zou anders worden. Hij had het haar beloofd.

Haar leven is een uitputtingsslag.

Page 188: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

188

Waarom voelt ze niets meer? Kon ze maar verliefd worden, geraakt worden, pijn voelen, de grens overgaan zonder voor-behoud, een berg beklimmen zonder zich te verzekeren van een weg terug. Ze kan het niet, wil het niet. Angst om te falen, angst om zichzelf te veel bloot te geven. Angst om te worden geraakt in haar kwetsbaarheid. Angst. Angst. Angst. Waarom had ze nooit het lef zelf hulp te zoeken? Wat als zij die helpen geholpen moeten worden, wie staat er dan klaar? Wat als ze de grenzen van het maakbare zou kunnen op-rekken? Wat als ze van de waarheid onwaarheid zou kunnen maken en van onwaarheid een waarheid? Wat als ze toch nog zou kunnen worden wie ze is? Wat zou dat mooi zijn. Haar laatste kunstje.

Ergens klinkt muziek, een vrouwenstem doet haar best haar in de juiste koopstemming te krijgen, maar op welke melodie is onduidelijk. De mensen die ze tegenkomt, zonder uitzon-dering met goed gevulde winkelwagens (zij wel!), kijken haar meewarig aan. Zouden ze het aan haar kunnen zien? Toen ze de boodschappen vanochtend neerschreef, had ze nog geen idee, hoogstens een bang vermoeden, nu ze de artikelen tevergeefs zoekt wel. Ze heeft het ondenkbare ge-droomd, maar hoe kon ze ooit weten dat het realiteit zou worden? Het is zover en ze zal zich moeten verzoenen met het naderend einde. Haar naderend einde.

Want dit is haar voorland: de dood, het eeuwige niets. Ze gaat dood. Morsdood. En er is niemand naar wie ze verlangt. Geen dode die ze zo mist, dat ze er nu al voor zou willen sterven. Geen gedachte die haar aanstaande dood zin geeft.

Page 189: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

189

Niets biedt troost. Ze voelt slechts woede. Of toch? Het gesprek met wat haar laatste patiënt zal zijn, heeft haar op een idee gebracht. Hij noemde zijn naam. Zijn naam.

Hij noemde het de hand van God.

Plotseling moet ze weg. Weg uit de nepwereld vol met valse verleidingen. Ze laat haar karretje, dat nog steeds leeg is, achter in de winkel en even later passeert ze met een ‘sorry, mag ik er even langs?’ een lange rij klanten die vol ongeduld bij een kassa staan te wachten. Men laat haar door. Niemand lijkt haar op te merken, alsof ze er niet is. Maar ik ben er nog. Goddomme. Ik besta. Buiten. De frisse lucht doet Margot goed. Bewust van elke ademha-ling, zuigt ze de lucht in haar longen, alsof het goede wijn is die ze gulzig naar binnen slokt. Lopend naar haar auto, moet ze oppassen niet onder die van een ander te komen. Ze zijn overal. Auto’s die een plekje proberen te bemachtigen op de toch al overvolle parkeer-plaats, in de hoop dat iemand vertrekt. Ze volgt de gele lijnen op het asfalt. Ze geven haar de hou-vast die ze nu zo hard nodig heb. Bij haar auto aangekomen, opent ze een portier en sluit hem weer. Ze wil hier niet blijven, maar ze wil ook niet weg-gaan. Waar moet ze heen? Naar wie? Haar aarzeling is niet onopgemerkt gebleven. Een dikke vrouw in een kleine auto (hoe is ze er ooit ingekomen en hoe komt ze er straks uit?) wenkt haar. Ze doet een stap naar vo-ren, zodat ze kan zien wat de vrouw bedoelt.

Page 190: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

190

Uit haar gebaren maakt ze op dat ze het de hoogste tijd vindt dat Margot vertrekt. Plaats maken, treuzelkont. Opzouten. Oprotten. Margot knikt nee en wijst in de richting van het winkelcen-trum. Ik ben nog niet klaar hier, dikke trut. De auto rolt verder op zoek naar een ander slachtoffer.

65

‘We kunnen niets meer voor u doen.’ Die zeven woorden maakten een eind aan al haar hoop. Het zal wel meevallen. Het valt dus niet mee. Margot’s bestaan is gekanteld, haar leven ernstig bekort. Er ligt een waterscheiding in de tijd, tussen overvloed en schaarste. Wat ze nu ziet, ruikt en voelt, ziet, ruikt en voelt ze anders dan vanochtend. Wat bij het ochtendgloren gewoon was, is nu, ver na het middaguur, bijzonder, omdat ze afgesne-den is van toekomst en gedwongen is alles wat ze meemaakt in dat licht te bezien. Ze leeft in het nu.

‘Begrijpt u wat ik u probeer te zeggen?’ vraagt de witte jas. Dokter Stanislav Bergsma, de mooiste man die ze in tijden heeft gezien. Vijfenveertig is hij, de leeftijd waarop jeugd en ouderdom elkaar de hand schudden. Zelf is ze tien jaar ouder, maar volgens anderen lijkt haar leeftijd een vergissing, alsof haar lichaam twintig jaar eerder besloot niet meer te verou-deren. Tijdens hun eerste gesprek was de spanning voelbaar. Het was zijn blik, de manier waarop hij haar opnam toen ze bin-nenkwam – van kruin tot teen en dan snel terug. Ze waren allebei professional genoeg om niets te doen met wat dreigde te ontstaan.

Page 191: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

191

Nu is het niet anders. Hoewel ze anders willen, houden ze zich terug als kinderen die een snoepwinkel betreden zonder geld op zak. Niemand spreekt het uit, hij niet en zij niet, en toch accepteren ze allebei de afspraak die ze de vorige keer stilzwijgend met elkaar maakten. Margot zit op de stoel die net als bij haar vorige bezoek, nu ook weer voor haar klaar stond. Bergsma zit aan de andere kant van zijn bureau in een grote stoel. Als de paus van Rome. Juist zijn vitaliteit stemt haar somber. Uitgerekend hij die vol leven is, moet het haar vertellen. Ze is op een vreemde manier jaloers op de boodschapper. Zij had daar moeten zit-ten, niet hij. Minutenlang staar ze naar de foto’s. Naar wat van haar is, zorgvuldig, plakje na plakje opgediend als een verse paté. Ze ziet wat er groeit en wat er niet hoort. Donkere vlekken. Hij wijst aan en praat. Zij luistert. Hij spreekt over dissonan-ten, vijandige cellen die aan de winnende hand zijn. Een tikkende tijdbom. Als hij klaar is met zijn college, zet Stanislav Bergsma zijn bril af en legt hem voor me op tafel, draait het ding een kwart-slag zodat de poten beschuldigend naar haar wijzen. ‘U moet zich voorbereiden op het ergste. Het spijt me.’

Artsen. Specialisten. Verpleegkundigen. Laboranten. Ze hebben gemakkelijk praten. Als ze weg is, wassen zij de dood van hun handen en gaan lachend lunchen met hun col-lega’s. Wat is ze meer voor hen dan een dossier, een map met fo-to’s en formulieren, vol met medische termen die verwijzen naar het allerergste? Nu weet ze hoe het voelt om object van studie te zijn. Ze rent door het doolhof van witte gangen, zich krampach-tig vasthoudende aan de bordjes die haar de weg wijzen. Uitgang.

Page 192: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

192

Heeft u iemand naar wie u toe kunt, had Stanislav haar ge-vraagd. Zonder te antwoorden, had ze hem de hand geschud. Niemand.

66

Het bizarre van ongeneeslijk ziek zijn, is dat het leven on-dertussen gewoon doorgaat. Niets is veranderd en toch is al-les anders. Alsof je in een auto rijdt waarvan de lampen door een technisch ongemak langzaam doven. Je houdt snelheid, maar elke moment kun je frontaal botsen. Wanneer weet nie-mand. Juist de alledaagse dingen, zo vanzelfsprekend als ze zijn, doen Margot beseffen hoezeer ze hecht aan het leven, hoe moeilijk ze het kan laten gaan. Waar heeft ze dit goddomme aan verdiend? Als je oud bent, ga je dood, en ze is niet oud. Vanaf nu heeft ze haast, nog meer dan ze had toen ze leefde in overvloed. Ze moet een lijst maken van dingen die ze per se wil doen. Ze moet haar begrafenis regelen, teksten en cd’s uitzoeken. Randy Newman, ze wil Randy Newman. Ze doet het niet, vastbesloten om geen voorschot te nemen op haar dood. Ze is het straks tenslotte lang genoeg. Wie over de dood denkt, roept het sterven over zich af. Nee, zolang ze nog kan, blijft ze leven. Ze wil er uit halen wat er in zit. Laat naar bed, vroeg op. Slapen kan ze toch niet, bang dat het haar ’s nachts gebeurt als ze er niet bij is. Ze besluit het niemand te vertellen. Ze heeft geen zin in me-delijden. Kijk, daar heb je Margot, die hebben ze opgegeven.

Hoe zei mooie Stanislav het ook al weer? Het ziektebeeld is progressief. Het gaat langzaam, maar ge-staag, steeds sneller, steeds verwoestender, als een lawine die

Page 193: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

193

klein begint, maar uiteindelijk alles meetrekt dat op haar pad komt. Een kwestie van maanden, weken misschien. En o ja, grote kans dat u ook in een rolstoel terechtkomt. Daar verheugt ze zich nog het meest op, dat ze op de valreep van haar leven nog invalide wordt. Kreupel mijn graf in.

Het komt door haar moeder. Door haar is ze besmet. Vast en zeker. Ze had haar nooit moeten wassen, nooit moeten afleg-gen zonder de handschoenen die haar werden aangeboden. Eigenwijs zoals altijd. Het wassen ging nog wel, maar wat een gedoe om haar netjes in haar laatste kleding te krijgen. Ze wilde de dood voelen, ruiken, zien hoe het is als de ziel uit een mens is gevaren. Nog even en het is haar beurt. Wie zal haar wassen en aankleden als het zover is?

67

Een half jaar geleden blies haar moeder haar laatste adem uit. De pijn in haar hoofd was toen al ondraaglijk, maar Margot hield zich groot, wilde niet dat haar moeder, terwijl ze bezig was met haar eigen strijd, zich druk zou moeten maken om die van haar dochter. Er was geen reden om haar met zorgen dit leven uit te sturen.

Op de dag van de begrafenis is het bitter koud en de grond is hard als steen. Ze zijn een dag bezig geweest om een kuil te graven die groot en diep genoeg is voor haar moeder. Slechts een handvol mensen neemt de moeite om naar het kleine kerkje te komen om Colette Lutz, geboren Wildervank, de laatste eer te bewijzen. Haar twee zussen zijn er en van de bult kinderen die ze hebben voortgebracht, ziet Margot er in de gauwigheid zes. Neven en nichten die ze misschien twee of drie keer in haar leven heeft gezien, doen zich als uitge-

Page 194: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

194

hongerde wolven te goed aan de broodjes ham en kaas die na afloop van het festijn worden geserveerd. Nog zoiets: ze wil geen kleffe broodjes en koffie die te lang op het warmhoudplaatje heeft gestaan. Ze wil wijn, champag-ne, stokbrood met brie, olijven en verse pizza. Opschrijven: pizza’s met verse ingrediënten.

Een week voor haar dood biecht haar moeder op dat ze de man met wie ze meer dan dertig jaar was getrouwd eigenlijk nooit goed heeft gekend. Ze respecteerden elkaar en gingen voor elkaar door het vuur zoals broers en zussen of goede vrienden doen. Van liefde, de onzegbare band, was echter nooit sprake. Cor Lutz overleed tien jaar voor zijn vrouw. Hij had veel ge-heimen en nam ze stuk voor stuk het graf in. Twee maanden na de dood van haar moeder bezoekt Mar-got voor het eerst haar graf, hun graf, want ondanks alles, staat haar moeder er op dat ze bij haar man wordt begraven. Een protserig graf van marmer. Rode glanzende steen met zwarte letters. Jaartallen vertellen het verhaal van de doden die onder haar voeten begraven zijn. Een verhaal dat ze ei-genlijk niet kent. Wie zal haar verhaal kennen als het eenmaal zover is? Wie zal mijn verhaal doorvertellen?

Nu, leunend tegen haar auto, laat ze haar tranen voor het eer-ste de vrije loop. Emoties van jaren slaan los van de kant en zoeken een ongerichte weg de zee op, ballen samen tot een niet te stuiten stormvloed. Om haar heen doen mensen hun uiterste best haar te ne-geren. Ze laden boodschappen in hun auto’s alsof er niet ie-mand in hun nabijheid staat dood te gaan. Maar nee, niemand die een huilende vrouw troost. Het zou eens verkeerd kunnen worden opgevat. Margot snuit haar neus, droogt haar tranen, haalt diep adem, kalmeert. Ze fatsoeneert haar kleren, terwijl ze ra-zendsnel overziet wat er van haar leven over is.

Page 195: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

195

Even weet ze niet wat haar volgende stap moet zijn. Ze overweegt serieus om een einde aan haar leven te maken. Ze wil de ontluistering voor zijn, zelf besluiten wanneer ze gaat en hoe. Trots het spoor opstappen. Vrij van spijt over de dakrand duiken. Drinken totdat ze niets meer voelt. Precies op dat moment weet ze wat haar te doen staat. Het overvalt haar, als flessenpost op een verlaten strand, aangespoeld vanuit een andere wereld. Een andere tijd. Ze heeft nog één kans om te doen wat ze naliet, één reden om de dood nog even uit te stellen.

Die reden heeft een naam.Paul van Rosmalen.Ze sluit haar auto af en loop terug naar de winkel. Wie weet staat haar winkelwagentje er nog.

68

Nadat ze alle boodschappen heeft opgeruimd, dwaalt Mar-got door het lege huis. Het schemert, maar ze neemt niet de moeite veel licht te maken.

Op de tast beklimt ze de trap naar de eerste etage. De brede treden kraken bij elke stap die ze zet.

Boven kent ze de weg met haar ogen dicht. De weg naar de kleine rotanstoel. De krakende stoel tegenover de sofa.

Niet veel later gaat ze zitten. Ze voelt haar ademhaling, on-regelmatig, tegen hijgen aan. De dag heeft haar vermoeid, maar de avond is nog lang.

Ze pakt het kleine schriftje dat op zijn vaste plek op het ta-feltje naast de stoel ligt en legt het op haar schoot. Ze slaat het open en bladert door de aantekeningen van haar gesprekken met Arne Leitner. Haar ogen glijden over de woorden. Als een droge spons zuigt ze alles in haar op. Ze moet het weten, wil het weten, de feiten, de meningen, de verhalen. Ze heeft ze nodig om een geloofwaardige rol neer te zetten.

Page 196: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

196

Dan is het tijd.Ze slaat het schriftje dicht en legt het terug op de tafel ter-

wijl ze de feiten repeteert als een actrice die in de coulissen klaarstaat voor haar grootste rol. Ze is kalm en vol vertrou-wen.

Ze staat op en loopt naar de mahoniehouten kast. Ze knipt de kleine lamp aan die op de kast staat en trekt de bovenste lade open.

Daar ligt het telefoonboek.Ze zoekt zijn naam, vindt zijn naam, vindt zijn telefoon-

nummer.Hij heeft niets gedaan om zijn leven af te schermen, zo mak-

kelijk laat hij zich vinden.Ze grijpt naar de telefoon die op de kast staat en toetst het

nummer in. De handeling voelt vreemd vertrouwd en maakt haar nog

verdrietiger dan ze al is.Ze drukt de hoorn tegen haar rechteroor en wacht af.Gekraak. ‘Ja?’ vraagt een stem op vlakke toon.‘Sonja van Rosmalen?’‘Wie bent u?’‘Margot Lutz. Kan ik uw man spreken?’‘Moment.’Geroezemoes op de achtergrond. Iemand zegt iets. Even niets.‘Waar gaat het over?’ vraagt de stem die ongetwijfeld aan

zijn vrouw toebehoort. De vrouw tegen wie hij niet durfde op te staan.

‘Dat bespreek ik graag met uw man. Is hij er?’Weer geroezemoes.‘Hoe zei u dat u heet?’‘Lutz. Is uw man er?’‘Mijn man?’‘Hoor ik hem daar niet op de achtergrond?’‘Nee, u vergist zich.’

Page 197: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

197

Ze liegt. Plan B.‘Ik begrijp het. Kunt u hem een boodschap doorgeven?’‘Dat kan,’ antwoordt Sonja, maar de aarzeling in haar stem

geeft Margot weinig vertrouwen op een goede afloop.Ik heb geen keus.‘Het is belangrijk. Voor mij, maar zeker ook voor hem. Doet

u het?’‘Zegt u het maar.’ Sonja klinkt ongeduldig, gehaast, alsof ze met vijfentwintig

dingen tegelijk bezig is.‘Zeg hem dat Margot Lutz hem wil spreken.’‘Margot Lutz,’ herhaalt Sonja.‘L ... U ... T ... Z.’‘Ik heb u gehoord.’‘Ik wil met hem afspreken.’‘Dat is duidelijk,’ zegt Sonja gelaten. ‘Waar?’‘Restaurant Achterberg, langs de A2. Heeft u dat?’‘... Achterberg ... A2’‘Vlak na afslag 15. Hij kent de plek.’‘Hoe laat?’‘In de ochtend. Tien uur. Lukt hem dat?’‘Wanneer?’‘Over zes dagen.’‘Op zaterdag?’‘Ja.’‘Waar kan ik zeggen dat over gaat?’‘Zeg hem dat ik hem een voorstel wil doen. Een interessant

voorstel dat zijn leven zal veranderen.’

Page 198: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 199: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Deel acht

Page 200: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 201: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Een dag later2011

Page 202: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 203: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

203

69

‘U bent mijn laatste patiënt. Ik stop met de praktijk.’Twee dagen na hun eerste gesprek, hebben ze hun posities

weer ingenomen. De dokter in de stoel, ijverig pennend. Arne half liggend op de sofa starend naar de witte hemel boven hem.

‘Waarom stopt u?’‘Waarom niet?’‘U bent nog jong, heeft een bloeiende praktijk.’‘Ik ben bijna zestig jaar.’‘U moet nog vijfenvijftig worden, maar ziet er jaren jonger

uit. U bent een mooie vrouw.’‘Ik voel me zeventig. Ik ben moe. Klaar.’‘Klaar? Waarmee? Waarom?’ ‘Dat er steeds meer mensen om hulp komen stemt mij niet

gelukkig. Het is een teken van armoede dat die sofa waarop u ligt bijna continu bezet is. Mensen redden het niet meer zon-der hulp en bijstand.’

‘Is het leven dan zoveel moeilijk geworden dan vroeger?’‘Dat is het niet. We maken elkaar gek, letterlijk. Onze be-

roepsgroep is steeds meer geaccepteerd, ons werk niet min-der. Is het niet triest? Vroeger vertelde je niemand over je bezoek aan een psychiater of therapeut, je keek wel uit, te-genwoordig doen mensen niets liever. Het is een hype. Door te helpen, cultiveer ik het beeld dat mensen van ons hebben. Met mijn praktijk maak ik geen mensen beter, ik maak meer mensen gek. Het is mooi geweest.’

‘Welk beeld hebben mensen dan van uw beroepsgroep?’‘De goedaardige shrink die zit en luistert, knikt, schrijft en

met een paar rake vragen de patiënt verlost van zijn of haar zielenpijn. Zoiets?’

Page 204: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

204

‘Een karikatuur. Zo gebeurt het in boeken en films.’‘Dat is het juist. Mensen weten het verschil niet meer tus-

sen echt en onecht. Zodra ze liggen waar u nu ligt voelen ze zich Tony Soprano. Kent u Tony Soprano.’

‘En u bent zeker Jennifer Melfi?’‘Ik meen het.’‘Ik ook. Nog even en u heeft zelf hulp nodig.’‘Ik heb zelf hulp nodig.’Arne zwijgt.‘Waarom?’ vraagt hij dan.‘Dat is een lang verhaal.’‘Ik heb de tijd.’‘Ik niet. Bovendien: u bent de patiënt en ik de dokter. Ik

help u en niet andersom.’Arne trekt zich op aan de brede leuning van de sofa, trekt

een tissue uit het doosje op tafel en snuit zijn neus. Daarna zwijgt hij. Net zo lang totdat Margot Lutz opkijkt van haar schriftje dat voor haar op haar schoot ligt.

‘Wat is er?’ vraagt ze.‘Is er iets? Voelt u zich wel goed?’‘Wat zou er moeten zijn?’‘Dat vraag ik u juist.’‘Er is niets. Gelooft u mij?’‘Ik geloof u.’‘Mooi. Wat kijkt u toch.’‘Mag ik u iets vragen?’‘U doet niets anders.’‘Iets persoonlijks bedoel ik.’‘Ik kan u niet tegenhouden. Stel uw vraag.’‘Wat wilde u vroeger worden? Als kind.’‘Wat een rare vraag. Ontregelend. Doet u dat vaker?’‘Vroeger toen ik nog college gaf. De manier om verloren ge-

gane aandacht te herwinnen. Werkt altijd.’‘Dat doet u knap.’‘Ik heb goed opgelet. Alle problemen vinden hun oorsprong

in de jeugd. Bij u is dat vast niet anders.’‘Wat ik wilde worden?’

Page 205: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

205

‘Ja.’ ‘Als u het echt wilt weten: actrice.’‘Had u talent?’ ‘Vroeger op school kreeg ik vaak rollen in musicals, vaak de

hoofdrol. Toen ontdekte ik hoe leuk het is om in de huid van een ander te kruipen. Na de middelbare schooltijd wilde ik naar de toneelschool.’

‘Maar?’‘Ik ben psychologie gaan studeren en nu zit ik hier.’‘Niet zo snel. werd u niet toegelaten op de toneelschool?

Ontbrak het u aan talent?’‘Dat was het niet.’‘U mocht niet van uw ouders?’‘Ze stonden niet te springen, maar het is te gemakkelijk om

hen postuum de schuld te geven. Ik verwijt hen niets.’‘Wat was het dan?’‘Ik heb het gewoon niet gedaan. Nadat ik me had ingeschre-

ven voor de Academie voor Kleinkunst, kreeg ik een uitnodi-ging voor een gesprek. Die ochtend nam ik de trein naar A. en stapte uit op het Centraal Station. Ik weet het nog goed.’

‘En toen?’‘Ik liep door de stad die zonnig en levendig was. Had het

blije gevoel dat alles anders zou worden, dat ik mijn tot dan toe geruisloze leven een nieuwe richting kon geven.’

‘Wat ook zo was. Toch?’‘Hoe dichter ik bij de school kwam, hoe minder er van het

gevoel van euforie overbleef. Toen ik voor de deur van de school stond was het weg, alsof het nooit had bestaan. Ik ben omgedraaid en heb de eerste trein terug naar huis genomen.’

‘Waarom?’‘Ik weet het niet. Iets in mij haperde. Kent u dat?’‘Eerlijk gezegd niet.’‘De wil ontbrak denk ik. De echte wil. Ik leefde maar wat en

toen is het overgegaan. Het verlangen was zo sterk dat elke poging om tot daden te komen bij voorbaat gedoemd was te mislukken. Niets zo verlammend als verlangen.’

‘Dat snap ik niet.’

Page 206: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

206

‘Gaat het zo niet bij de meeste mensen? Hoeveel kansen die zich in je leven voordoen, grijp je? Zet je het leven naar je hand of overkomt het je? Streef niet en je zult vinden.’

‘Klinkt Oosters. Boeddhistisch misschien.’‘Ik dacht meer aan John Lennon. Kent u John Lennon?’‘Life is what happens to you while you’re busy making oth-

er plans.’‘U kent uw klassiekers.’‘Dus het werd psychologie?’‘Ik dacht als ik geen acteur word, dan maar psychiater. Mijn

verlangen was om in de huid van een ander te kruipen. Maar genoeg over mij. Vertelt u eens meneer Leitner, wat wilde u worden?’

‘Ik?’‘U.’‘Ik was voorbestemd om iets te worden.’‘Voorbestemd?’ vraagt dokter Lutz die haast onmerkbaar

het initiatief van het gesprek weer naar zich toe trekt. ‘Zoals een kroonprins?’

‘Ja, zoiets,’ antwoordt Arne. ‘Totdat ik het ontdekte.’‘Wat ontdekte u?’‘Dat de koning mij niet zag zitten.’

68

Arne Leitner, geboren met een gouden lepel in zijn kleine mond, telg uit een berucht geslacht van sanitairboeren, zoon van Jacob, kleinzoon van Isaac.

De oude Isaac is in de oorlog alles kwijtgeraakt behalve zijn vrouw Lea, zoon Jacob, een verre nicht met wie hij alle con-tact heeft verbroken, zijn voorkeur voor jonge meisjes en zijn vechtlust.

Teleurgesteld in de mensheid, houdt alleen het streven naar succes hem op de been. Als grondlegger van Sanitex In-ternational vindt hij ten slotte dat wat hij zoekt.

Het product is niet aansprekend, maar voor hij drie keer

Page 207: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

207

met zijn ogen kan knipperen, zit de halve wereld maar mooi op zijn toiletpotten. De mens moet nu eenmaal schijten en dat anale gebrek brengt zijn familie veel fortuin.

Isaac is keihard, vertrouwt niemand en is dan ook in con-flict met de halve wereld. Kwalijke eigenschappen voor een voorganger, maar als zakenman komt hij er mee weg.

Op een koude dag in maart zit Isaac met een van zijn hand-gemaakte pantalons op zijn enkels dood in zijn stoel. Terwijl een blonde dame op hem bezig is, begeeft zijn hart het.

‘De oorlog overleven en dan dit,’ speecht zoon Jacob tijdens de afscheidsdienst. ‘Dit gun je iedereen.’

Jacob is dertig als hij het bedrijf van zijn vader overneemt. Hij ontwikkelt zich als een kopie van zijn vader met dezelfde meedogenloosheid en gewiekstheid. Ook de voorkeur voor vrouwen is onderdeel van zijn DNA. Voor de bühne is hij al jaren gelukkig getrouwd met Rosa.

Tijdens zijn bewind zet Jacob het beleid van zijn vader in grote lijnen voort. Met dezelfde nukkigheid en met gebruik van dezelfde straffe hand.

Natuurlijk heeft hij zijn eigen stijl en maakt hij andere keu-zes. De productie en marketing van het sanitair past hij op een aantal punten aan en ook de ontwikkeling van de potten zelf staat niet stil. De term ‘toiletpot’ laat hij in alle folders en slogans vervangen door ‘closet’ en hij start de productie van bijbehorend sanitair dat de moderne mens nog beter zal helpen bij zijn toiletgang, zoals het elektronisch bidet voor ‘het wassen van de anus en de uitwendige geslachtsorganen’.

Net zoals zijn vader dat was, is Arne door geboorte voorbe-stemd om een dag CEO te worden van Sanitex International, dat inmiddels is uitgegroeid tot een bedrijf met vierduizend man personeel en vestigingen in Nederland, Duitsland, Span-je en Amerika.

Maar al snel blijkt dat zijn vader zo zijn bedenkingen heeft.

Het begint ermee dat Jacob zijn zoon niet kan bereiken, alsof Arne in een groot zeepbel leeft, je ziet hem wel en hij ziet jou

Page 208: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

208

wel, maar van echt contact tussen vader en zoon is volgens Jacob geen sprake.

Op de meeste onmogelijk momenten en plaatsen valt Arne flauw. Het ene moment is er niks aan de hand, het volgende ligt hij op de grond te schudden als een vis op het droge.

Het wordt Jacob langzaamaan duidelijk dat deze spartelen-de vis niet de juiste persoon is om hem op te volgen.

Rosa is minder resoluut. Zij ziet in plaats van een probleem een zoon van vlees en bloed die zijn emoties moeilijk kan ui-ten. Rosa is bang dat alles wat binnenblijft ergens diep bin-nen in dat kleine lichaam zal samenklonteren tot iets kwaad-aardigs, een monster dat zich op de kwade dag een weg naar buiten vreet. Een heldere diagnose. Ze kwalificeert het als een gebrek waarvoor dringend hulp moet worden gezocht.

Op een dag deelt ze haar bange vermoedens met haar man en oppert voorzichtig dat de aangeboren ingekeerdheid van hun zoon misschien een vorm van autisme is.

‘Ik wil Arne laten testen,’ zegt ze kordaat.‘Het gebeurt niet,’ zegt Jacob al even kordaat, zonder daar-

bij van zijn krant op te kijken.‘Mag ik ook weten waarom niet?’De krant zakt. Jacob kijkt zijn vrouw recht aan.‘Waarom niet? Voor je het weet vinden ze wat. Voor je het

weet ligt op straat. Voor je het weet wordt bekend dat ik geen opvolger heb. Daarom niet. Het verzwakt onze positie.’

‘Onze positie. Je bedoelt de positie van het bedrijf?’‘Natuurlijk heb ik het over het bedrijf,’ antwoordt Jacob met

een niet geveinsde verwondering in zijn stem. ‘Wat dacht je dan?’

‘Ik dacht even dat je het over onze zoon had.’‘Met Arne is niets aan de hand. Iedereen heeft wel eens wat

en wij Leitners kunnen nu eenmaal moeilijk praten over wat hen bezighoudt.’

‘Wij Leitners?’‘Ja, het zit in onze genen, in ons DNA. Trekken helpt niet.

Hoe meer mensen aandringen, hoe minder we zeggen, als een oester die zijn schelp voor indringers sluit.

Page 209: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

209

Klootzak, denkt Rosa, vuile gore klootzak. Maar ze zegt iets anders:‘Dan gebeurt het niet.’‘Fijn, ik wist dat ik op je kon rekenen.’

69

Natuurlijk gebeurt het wel, maar dan zonder dat haar man het weet.

Als Arne zeven jaar is, neemt Rosa haar gemankeerde zoon mee naar de huisarts. Die spreekt lang met de jongen en on-derzoekt hem goed, maar vindt onvoldoende reden voor een verwijzing naar een specialist. Het is teleurstellend dat de arts alleen kan bevestigen wat zij allang weet.

‘Uw zoon kampt met een aangeboren hartklepafwijking. Bij inspanning wordt hij vermoeid en kan kortademigheid optreden. Soms valt hij flauw. Niet levensbedreigend, alleen vervelend. Hij groeit er wel overheen. We controleren hem regelmatig.’

‘Goed.’De huisarts knikt en frummelt wat aan de stethoscoop die

om zijn nek hangt. ‘Uw man vroeg mij laatst ook naar de conditie van zijn

zoon. Heeft hij dat u niet verteld?’‘Mijn man?’‘Ja. Ik kom hem de laatste tijd geregeld tegen.’‘Geregeld?’ vraagt Rosa verbaasd. ‘Waar?’‘Aan het ziekbed van een medewerker van hem.’ ‘Medewerker? U moet zich vergissen. Dat is niets voor hem.

Jacob gaat zieken het liefst uit de weg.’‘Toch is het zo. De man heeft kanker en is ten dode opge-

schreven. Hij wil thuis sterven. Een paar weken heeft hij, meer niet. Laat een jonge vrouw achter. Heel triest. Pijnbestrijding meer kan ik niet bieden. Ik ga dagelijks even bij hem langs.’

‘Hoe heet die man?’‘Dat kan ik niet zeggen, dat weet u. Ik heb u eigenlijk al te-

Page 210: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

210

veel verteld.’Rosa schuift naar voren in de richting van de huisarts. Arne

schuift mee.‘U zegt niets,’ fluistert ze geheimzinning. ‘En ik heb niets

gehoord.’De huisarts lacht zenuwachtig, pakt een pen uit zijn borst-

zak en krabbelt wat op een vierkant blokje. Dan scheurt hij er een velletje van af en geeft het aan Rosa.

70

‘Dus uw moeder wist het?’‘Van Eva?’‘Ja.’‘Ze wist dat mijn vader een voor zijn doen opvallende be-

langstelling aan de dag legde voor een bijna dode werknemer van Sanitex. Dat vond ze verdacht, althans dat neem ik aan.’

‘En u wist dat zij het wist?’‘Ik had een vermoeden wat er op dat briefje stond, maar ik

hield mijn mond. Een kind verraadt zijn ouders niet.’‘Dat deed u toen niet en later ook niet. Twee ouders, twee

leugens en u er tussen in.’‘Dat zegt u mooi. Zo was het.’‘En kwam het nooit uit?’‘Toch wel, maar pas jaren later. De gevolgen kent u. Ik heb u

er eerder over verteld.’‘Het ongeluk bedoelt u?’‘Ja.’‘Hoe ging het?’‘Ze kregen ruzie.’‘Waarover? Waarom?’Dokter Lutz staat op uit haar stoel en schuifelt door de ka-

mer. Als een eend op weg naar de waterkant.‘Nou,’ dringt ze aan.‘Al die jaren moeten ze het hebben geweten. Van elkaar be-

doel ik. Mijn moeder wist van Eva en mijn vader wist dat mijn

Page 211: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

211

moeder het wist van Eva. Snapt u?’‘Ik snap het.’‘De leugens hielden elkaar in evenwicht. Dat ging jaren

goed.’‘Waarom ging het mis?’‘Mijn vader biechtte alles op. In de auto, op weg naar het

familiehuis in Frankrijk. Alsof hij leeg liep.’Margot Lutz loopt naar een lage kast waarop een dienblad

staat met een fles water en twee glazen. Ze vult een glas en neemt een slok.

‘U ook?’Arne knikt en niet veel later reikt de dokter hem een gevuld

glas aan.Even ziet hij het meisje Lutz voor zich dat aan de toneel-

school voorbij loopt. Na drie rondje door de kamer is dokter Lutz weer bij de

stoel aangekomen. Ze lijkt te twijfelen, maar gaat toch zitten. Ze legt het schriftje op haar schoot en maakt gelijk een paar notities.

‘Wat schrijft u eigenlijk op?’‘Dingen die u zegt, gedachten, ik leg ze vast.’‘Waarom?’ ‘De woorden op papier helpen me mijn gedachten te orde-

nen. Ik schrijf niet om te onthouden of te bewaren, maar om te begrijpen.’

‘En begrijpt u het?’‘Nee, ik begrijp niets van het gedrag van uw vader. Waarom

vertelde uw vader alles, na het eerst zeven jaar geheim te hebben gehouden? Begrijpt u het meneer Leitner?’

‘Nee, maar ik herken het wel.’‘Hoe bedoelt u?’‘Het krampachtig vasthouden aan de leugen doet pijn, kan

je uitputten. Mijn vader was doodop. Je kunt lang druk zijn met een leven dat niet het jouwe is, maar het houdt een keer op. Dan slaan de stoppen door.’

De leugen. Ik weet er alles van.‘We doen dit, maar willen dat. Wilt u dat zeggen? Waarom

Page 212: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

212

doet een mens zichzelf dat aan? Waarom lukt het ons niet om onszelf te zijn? Eerlijk? Waarachtig? Waarom zijn we niet wat we hier voelen?’

Dokter Lutz slaat met haar hand op haar buik. ‘U moet het weten. U hebt er voor doorgeleerd.’‘Tijdens mijn studie heb ik over diverse gedragsexperi-

menten gelezen. Redelijke mensen die onder druk de meest vreemde dingen doen, die zich gaan gedragen naar de rol die ze bij toeval ten deel valt. Een groep studenten speelt gevan-genisje. Het lot bepaalt wie gevangene wordt en wie bewaker. Het experiment loopt volledig uit de hand als de bewakers de gevangen fysiek en mentaal mishandelen. Hun gedrag is niet verklaarbaar of logisch, staat haaks op opvoeding en geschie-denis. Toch zijn we tot dingen in staat die we niet voor moge-lijk houden. Die wetenschap zet ons mensbeeld op zijn kop. Zet twee mensen bij elkaar in een kamer zonder eten en na een tijdje eet de een de ander op. In ieder van ons schuilt een leugenaar, een moordenaar of een bedrieger. We kunnen niet over gedrag oordelen, zonder de context te kennen waarin dat gedrag ontstaat.’

Dokter Lutz steekt de achterkant van haar pen in haar mond.

Arne ziet dat ze haar verdriet verbijt. Hij zou willen opstaan en haar in zijn armen drukken, haar rug strelen, teder en dan weer hardhandig, net zo lang tot de dam breekt en het water vrije doorgang laat.

‘Het grijpt u aan, dit verhaal, mijn verhaal,’ zegt hij. ‘Ik zie het aan u. Ik put u uit met mijn bekentenis. Waarom?’

‘Misschien is het mijn verhaal. Mijn patiënten zijn moedi-ger dan ikzelf, omdat ze hulp zoeken, op zoek gaan naar het waarom van hun gedrag. Daarmee helpen ze gek genoeg ook mij. Elk verhaal heeft me dichter bij mezelf gebracht. Mijn le-ven is een puzzel met honderdduizend stukjes. Honderddui-zend gesprekken waren nodig om alle stukken op hun plaats te leggen. Ik begon eenvoudig met de hoekjes en de randjes. Het moeilijkste was de lucht en de zee, de bomen en het gras-land, omdat in het groen en blauw alles op elkaar lijkt. Om

Page 213: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

213

de nuance te kunnen zien, moest ik kijken, echt kijken. En nu met u leg ik de laatste stukjes.’

‘De puzzel is af.’‘Bijna.’‘U had naar binnen moeten gaan en auditie moeten doen. U

was vast aangenomen.’Dokter Lutz neemt de pen uit haar mond en zet de punt

weer op het papier. Waterige ogen. Een milde glimlach.Ze heeft haast, wil door, moet door.‘Ik begrijp niet waarom uw vader zo in paniek was. Zijn

vrouw confronteert hem met een buitenechtelijke relatie. Maar waarom de paniek? Het heeft hem zijn leven gekost en dat van zijn vrouw. Alleen maar omdat hij vreemd ging?’

‘Dat was niet het enige. Er was nog iets.’‘Wat dan?’‘Er is iets gebeurd,’ zegt Arne. ‘Kort daarvoor.’‘Wat?’‘Eva verdween.’‘Verdween?’‘Op klaarlichte dag. Er is nooit een spoor van haar terug-

gevonden.’‘Wat heeft uw vader daarmee te maken?’

71

‘Dat is het hele verhaal?’ vraagt Margot Lutz. Arne kucht, gaat rechtop op de sofa zitten. Hij kijkt haar recht in het gezicht. Hij ziet haar bijna liploze mond die als een streep in haar gezicht ligt. ‘Niet helemaal,’ zegt hij dan. ‘Er is nog iets.’ ‘Wat bedoelt u?’ Arne schraapt zijn keel en wrijft met vlakke handen tegen elkaar. Hij kan nog terug, maar hij wil niet terug. Hij vertrouwt de vrouw die tegenover hem zit de waarheid toe. ‘Ik was bij haar toen het gebeurde.’

Page 214: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

214

‘Bij wie?’ vraagt dokter Lutz. ‘Bij Eva,’ antwoordt Arne. ‘Ik was bij Eva toen het gebeurde.’ Dokter Lutz zakt verslagen terug in haar stoel, alsof ze deze waarheid niet aankan. Alsof de getuigenis van de man voor haar op de sofa haar te veel wordt, te intens is, te dichtbij komt. Het is niet alleen zijn verhaal, maar ook het hare. Alsof deze waarheid niet zonder gevolgen kan blijven. Voor hem niet. Voor haar niet. ‘Waarom heeft u er al die tijd over gelogen?’ ‘Ik heb me aan de afspraak met mijn vader gehouden.’ ‘Afspraak? Wat moest u zeggen?’ ‘We hadden gezwommen en toen we bij het huis kwamen, was het al gebeurd.’ ‘Jullie spraken af dat het een ongeluk was?’ ‘Een ongeluk.’ ‘En uw vader?’ ‘Die was er inderdaad niet bij. Dat deel van de leugen klopt. Hij ging zwemmen. Ik wilde niet mee.’ ‘Waarom niet?’ ‘Eva vroeg me haar te helpen in de keuken.’ ‘En dat deed u?’ ‘Ja.’ ‘En Monica? Waar was Monica?’ ‘Ik weet het niet meer. Ergens in het huis.’ ‘Dus u weet wat er die middag met Eva is gebeurd?’ ‘Nee.’ ‘Maar u was er wel bij, zegt u net.’ ‘Het ene moment waren we in de keuken, het andere mo-ment lag ze beneden in haar eigen bloed. Wat er in de tussen-tijd is gebeurd, kan ik mij niet meer herinneren.’ ‘O.’

‘Ik heb de herinneringen verdrongen. Dat kan toch?’Dokter Lutz schudt haar kleine hoofd. Nu pas ziet Arne dat

ze twee kleine oorbelletjes draagt die schitteren telkens als het zonlicht er op valt.

‘Onwaarschijnlijk.’‘Hoe bedoelt u?’

Page 215: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

215

‘Als het waar is wat u zegt, dan heeft u de herinnering aan dit traumatische voorval geheel uit uw geheugen gewist, zo-als je bestanden wist van een harde schijf van een computer. Maar andere details uit die tijd herinnert u zich nog wel en dat is vreemd. Geheugenonderzoek toont namelijk aan dat traumatische gebeurtenissen juist beter onthouden worden dan andere gebeurtenissen.’

‘U gelooft dus niet in verdringing?’‘Nee.’

Arne schudt zijn hoofd.‘Dus ik lieg?’ vraagt hij.‘Misschien heeft u jarenlang niet aan het voorval gedacht

of heeft u er niet aan willen denken. Hoe dan ook de herin-nering aan wat er echt is gebeurd, is er, ergens in dat hoofd van u.’ ‘U neemt mij niet serieus.’ ‘Niet serieus? Ik vertel u alleen hoe ik er over denk. Een gefundeerde mening gestaafd door wetenschappelijk onder-zoek. De herinnering aan de val van Eva is niet weg. Het spijt me als ik u daarmee teleurstel.’ ‘Daar blijft u bij?’ ‘Ja.’ ‘Dan heeft verder praten geen zin.’ Arne slaat zijn benen van de sofa en zet ze op de grond. De wereld om hem heen kantelt. Hij wil opstaan. ‘Wat doet u?’ ‘Ik ga.’ ‘Blijft u alstublieft zitten meneer Leitner!’ ‘Waarom?’ ‘U hebt mij niet ingehuurd om u op het moeilijkste moment van de therapie zo gemakkelijk te laten gaan. Ik zou geen knip voor de neus waard zijn. U weet precies wat er die middag is gebeurd, net zoals u alles uit uw verleden nog weet. U kunt het vertellen, maar u wilt het niet vertellen. Waarom is dat?’ Arne wil opstaan, maar voelt de kracht uit zijn lijf weg-vloeien. Ergens diep binnen in hem zit het kind dat naar bui-ten wil, dat vrij wil zijn, dat alle ballast uit het verleden wil

Page 216: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

216

afschudden. Met beide handen grijpt hij zijn hoofd als is hij bang dat het anders van zijn romp zal rollen om als een bal doelloos door de praktijk te stuiteren. Hij voelt dat het komt en het is niet meer te stuiten. ‘Ik kan u niet tegen uw wil hier houden,’ gaat dokter Lutz verder. ‘Weggaan of blijven. Aan u de keuze.’ Waar hij de kracht vandaan haalt, weet hij niet, maar het lukt Arne om zich vanaf de sofa op te richten. Als hij bijna staat, valt hij terug. Nee, hij valt niet, iets of iemand duwt hem. ‘Weggaan of blijven,’ herhaalt dokter Lutz. Eindelijk gebeurt het. Arne zakt verder terug op de sofa, gaat liggen, trekt zijn knieën op en maakt zich klein. Alles wordt zwart. Geluiden dempen. Ergens ver weg hoort hij haar stem. Het monotoon koeren van een duif. Weggaan of blijven. Weggaan of blijven. Plotseling is het stil. Daarna maakt de stilte plaats voor een geluid dat zacht be-gint, maar steeds luider klinkt. Ergens huilt een kind. Het huilt zoals alleen een kind kan huilen. Zonder voorbehoud. Zonder schaamte. Zonder zich druk te maken over de gevolgen, er op vertrouwend dat zij aan wiens zorg het is toevertrouwd zullen begrijpen wat het met zijn tranen wil zeggen.

72

‘Wat is er die middag gebeurd?’ ‘Ik ben in de keuken. Samen met Eva. Mijn vader stelt voor om te gaan zwemmen. Ik wil meegaan, maar Eva legt haar hand op mijn arm. Ze zegt tegen mijn vader dat hij maar al-leen moet gaan.’ ‘En dat doet hij?’ ‘Met tegenzin. Hij stelt voor om te blijven. Misschien kan hij ook helpen? Eva zegt dat zijn hulp niet nodig is. Als hij terug-

Page 217: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

217

komt, mag hij de barbecue aansteken, dat is alles. Uiteindelijk laat hij zich door haar overreden en hij vertrekt.’ ‘Vanaf dat moment bent u alleen met Eva?’ ‘Ja.’ ‘Wat doet u?’ ‘Ik weet het meer precies. Volgens mij snijd ik groenten. Eva maakt sla. We staan naast elkaar aan het aanrecht en kijken naar buiten.’ ‘Wat ziet u?’ ‘Mijn vader die van het huis wegloopt. Zwembroek aan. Handdoek om zijn nek.’ ‘Nog andere details die u zich herinnert, die u het vermel-den waard vindt?’ ‘Ik voel me op mijn gemak bij haar. Ze legt een arm om mijn schouder en kust me op mijn wang. Ze streelt mijn rug. Op de radio speelt muziek. Ze danst door de keuken, trekt haar jurk op tot boven haar knieën. En ze drinkt wijn, veel en snel.’ ‘En u?’ ‘Ze schenkt een glas voor me in. Ze zegt dat het geen kwaad kan. Je bent geen kind meer.’ ‘Dat zegt ze?’ ‘Ja,’ antwoordt Arne. ‘Hoe zou u de sfeer willen omschrijven.’ ‘Broeierig. De wijn en de zon doen hun werk.’ ‘Waar praten jullie over?’ ‘Over mijn vader. Eva wil weten waarom iedereen toch zo tegen hem op ziet.’ ‘Wat antwoordt u?’ ‘Ik zeg dat het wel meevalt.’ ‘Terwijl u wel beter weet.’ ‘Ze vraagt of hij een goede vader is voor mij.’ ‘Waarom wil ze dat weten?’ ‘Geen idee. Ik zeg dat ik mijn vader respecteer, dat ik trots op hem ben.’ ‘Dat is maar de halve waarheid.’ ‘Ik heb geen zin om het over mijn vader te hebben, niet waar Eva bij is. Ik vertel haar van die keer dat mijn vader een

Page 218: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

218

verdronken jongen probeerde te reanimeren. Niemand deed wat, behalve mijn vader. Als ik zeg dat je vanuit het zolder-raam het stuk strand kunt zien waar het gebeurde, wil ze dat we naar zolder gaan. Ze trekt me mee naar boven. Daar ge-beurt het.’

‘Daar gebeurt wat?’ ‘Daar kleedt ze zich uit. Daar kussen we. Daar ...’ ‘Wat?’ ‘Dat is alles wat ik weet.’ ‘Echt waar?’ ‘Waarom zou ik liegen?’ ‘Dat zeg ik niet, maar de herinnering is niet weg, zit daar ergens in dat hoofd van u. Wat is het eerste beeld dat u zich wel herinnert?’ ‘Ik weet het niet.’ ‘Probeert u het eens meneer Leitner.’ Arne zakt terug op de sofa en sluit zijn ogen. ‘Bloed. Ik zie veel bloed.’ ‘Goed. Waar bent u?’ ‘Ik sta boven aan de trap en kijk naar beneden.’ ‘In de villa van uw vader?’ ‘Ja. Duinzicht. Ik herken de tegels op de vloer en ik zie ...’ ‘Wat ziet u?’ ‘Een vrouw.’ ‘Eva?’ ‘Ja.’ ‘Hoe ziet ze eruit?’ ‘Ze is naakt.’ ‘Naakt? Weet u het zeker?’ ‘Ja. Ze ligt ...’ ‘Ja?’ ‘In een vreemde pose. Onnatuurlijk. Zo ligt een mens niet. Begrijpt u?’ ‘Ik begrijp het. Ziet u gelijk dat ze niet meer leeft?’ ‘Ja.’ ‘Wat doet u?’ ‘Niets.’

Page 219: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

219

‘Waar is Monica?’ ‘Monica is bij me. Ze ligt naast me op de grond.’ ‘Ademt ze?’ ‘Ja.’ ‘Hoe weet u dat?’ ‘Ik loop naar haar toe, kniel bij haar neer, breng mijn oor boven haar mond. Er zit bloed op haar voorhoofd. Het druipt langs haar slapen naar beneden. Ik hoor geluid. Een stem.’ ‘Wie is het?’ ‘Mijn vader.’ ‘Waar is hij?’ ‘Beneden.’ ‘Wat doet hij?’ ‘Hij komt binnen. Ik hoor de deur.’ ‘Wat doet u?’ ‘Niets, ik wacht.’ ‘Bij Monica?’ ‘Ja. Ik kan haar niet in de steek laten. Ze ziet er verschrik-kelijk uit.’ ‘En dan?’ ‘Ik hoor de trap kraken. Mijn vader rent naar boven.’ ‘Wat zegt hij? Is hij in paniek?’ ‘Nee. Hij is rustig.’ ‘Boos?’ ‘Op wie? Op mij?’ ‘Bijvoorbeeld.’ ‘Nee.’ ‘Zegt hij iets?’ ‘Ja.’ ‘Wat?’ ‘Wat heb je gedaan?’ ‘Wat zegt u?’ ‘Wat denkt u? Niets, dat zeg ik.’ ‘Zegt hij nog iets?’

‘Het kind moet naar het ziekenhuis.’‘Bent u bang?’‘Voor mijn vader? Nee.’

Page 220: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

220

‘Wat gebeurt er dan?’‘We lopen naar beneden. Mijn vader loopt voor me. Hij

draagt Monica. De rest weet u.’‘Jullie rijden naar het ziekenhuis?’‘Ja.’‘Waar is Eva dan?’‘In het huis.’‘Gaan jullie terug?’‘Ik niet. Mijn vader zegt dat alles goed komt, dat hij het wel

oplost. Ik geloof hem. Mijn vader lost altijd alles op, dus waar-om dit keer niet?’

‘Uw vader gaat terug naar het huis.’‘Ja. Onderweg zet hij mij thuis af.’‘Wat vertelt u uw moeder?’‘Wat ik haar altijd vertel.’‘En dat is?’‘Het was een leuke dag. Papa moest nog wat doen op de

fabriek.’

73

‘Ik ga,’ zegt Arne. ‘En ik kom niet meer terug.’ Hij staat van de sofa op, dit keer zonder problemen. Hij loopt naar dokter Lutz en wil zijn hand uitsteken, maar be-denkt zich. Ineens vindt hij een hand niet passend, te formeel en een minachting voor de relatie die ze inmiddels hebben opgebouwd. Het liefst zou hij haar omhelzen, haar klein lijf tegen dat van hem drukken, maar realiseert zich dan dat ge-baar juist weer te groot is. Om niet in de verleiding te komen om dingen te doen waar hij later spijt van zal krijgen, blijft hij op een veilige afstand van zijn therapeut staan. ‘U kunt ook niet meer terugkomen.’ ‘Dat begrijp ik.’ Margot Lutz staat nu ook op. Moeizaam, met een van pijn vertrokken gezicht. ‘We zijn inderdaad klaar,’ zegt ze.

Page 221: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

221

‘Is dat zo?’ ‘Een mens is nooit uitgedacht over zijn leven, maar u heeft mij daar niet meer bij nodig.’ ‘Wat moet ik doen?’ ‘Wachten tot de waarheid u bereikt.’ ‘Dat gaat gebeuren?’ ‘Ja. Uw zusje ontmoeten is een eerste goede stap. Op een dag zult u zich herinneren wat u zich moet herinneren, wil herinneren. Handel dan naar bevind van zaken.’ Arne knikt, maar begrijpt eigenlijk niet wat de dokter be-doeld. ‘Vreemd,’ zegt hij. ‘Wat is vreemd?’ ‘U klinkt zo …’ ‘Zo?’ ‘ … formeel.’ ‘Vindt u?’ ‘Somber. Is er iets?’ ‘Zou er iets moeten zijn?’ ‘U had pijn daarnet.’ ‘U overdrijft.’ ‘Ik weet het niet.’ ‘Ik ben realistisch. Drie sessies spraken we af. Die zijn voor-bij. We nemen afscheid. Ik zal u nooit meer zien.’ ‘Nooit meer?’ ‘Nooit,’ zegt dokter Lutz. ‘Afscheid nemen doet altijd een beetje pijn. Dat heeft u goed gezien.’ Arne kijkt de kamer rond. Hij ziet de sofa. Hij ziet de rotan-stoel. Hij ziet dokter Lutz die zichtbaar moeite doet zich een houding te geven. Hij loopt naar de deur, de gang op en daalt de trap af met Margot Lutz in zijn kielzog. Ze spreken niet. Bij de deur geeft ze hem een hand. Arne buigt naar voren, maar er gebeurt niets. Dan draait hij zich om en loopt naar buiten. Sneller dan verwacht, hoort hij de deur achter zich dicht-slaan.

Page 222: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

222

Hij vist de telefoon uit zijn zak en zoekt het nummer dat de man, Antonio nog wat, hem gaf. Hij voelt zich goed, sterk, als een puber die voor het eerst opstaat tegen zijn ouders. Een vreemd soort opwinding tintelt onder zijn huid. Dezelfde opwinding die hij toen voelde. Achtentwintig jaar geleden.

Handel naar bevind van zaken.

Page 223: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

deel negen

Page 224: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 225: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

De zaterdag na de laatste sessie2011

Page 226: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 227: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

227

74

Margot wordt vroeg wakker. Vroeger dan normaal. Ze staat op en slaat haar ochtendjas om haar smalle schouders. Als een vogel met lange vlerken fladdert ze door haar slaapka-mer.

Ze opent het raam en slaat de luiken terug. Ze ziet hoe de zon haar eerste stralen over de daken van de stad strooit. Haast heimelijk, alsof ze bang is dat haar ochtendgloren door iemand zal worden ontdekt.

Opwinding maakt zich van Margot meester. Een niet te stui-ten gevoel van euforie zoals ze voelde toen ze jaren geleden tevergeefs de gang naar de toneelschool maakte.

Vandaag gaat het gebeuren!In de badkamer kleedt ze zich uit. Staand voor de spiegel

bekijkt ze haar lichaam. Sinds een paar dagen krijgt ze geen hap meer door de keel. Het is haar aan te zien. Ze is flink afge-vallen, maar echt mager is ze nog niet. Met haar handen tilt ze haar borsten op. Haar duimen liggen op haar tepels.

Ik heb de tieten van een jonge meid.Pas als ze onder de douche staat, merkt ze dat ze nog geen

pijn voelt. Opvallend, want juist de laatste dagen wordt ze gekweld door hevige pijnscheuten die zonder aankondiging bezit nemen van haar lichaam. Aanvallen die elke dag heviger worden en die ze alleen met pillen enigszins kan onderdruk-ken. Nog meer pijn betekent nog meer pillen en, paradoxaal genoeg, nog meer pillen betekent nog meer pijn.

Het doodgaan als perpetuum mobile.Ze kleedt zich aan, maakt zich op, föhnt haar haren. Even

later vult ze staand aan het aanrecht een bak met yoghurt. Ze pakt de doos met pillen en strooit een handvol zwarte, gele en blauwe knopen door de yoghurt die ze daarna flink door-roert. Gedachteloos schept ze het witte spul naar binnen. Als de bak leeg is, spoelt ze hem schoon onder de kraan en zet hem op zijn kop in het bovenste rek van de vaatwasmachine.

Ze doet de laatste dingen, alledaagse handelingen die zo ge-woon lijken, maar die juist door de bijzondere omstandigheid

Page 228: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

228

een ondraaglijke zwaarte krijgen. Ze haalt een natte doek over het aanrecht, stelt de vaatwasser in, trekt haar paarse laarzen aan en stift haar lippen. Ze geeft de vissen voer, meer dan normaal, en geeft de planten water, ook meer dan ze ge-woon is te doen. De krant van gisteren legt ze in de doos met het oud papier die in het kastje onder de wasbak staat.

Tevreden kijkt ze de keuken rond. Als ze straks binnenko-men, is het een gewone ochtend geweest.

Een ochtend zoals alle anderen.

Ze loopt naar de gang en pakt haar korte leren jas van de kap-stok. Ze heeft de jas al in geen jaren meer gedragen, maar op een of andere manier past het kledingstuk bij de gelegenheid.

Het helpt haar te worden wie ze is.De jas kraakt als ze hem aantrekt, is haar zeker twee maten

te groot geworden. Ze steekt haar handen even in de zakken op zoek naar haar handschoenen die ze daarna aantrekt. Het zijn zwarte handschoenen van dunne stof die het bewegen niet in de weg zitten. Als ze klaar is, bekijkt zichzelf in de gro-te spiegel die in de gang hangt.

Het is goed zo, denkt ze, ik ben er klaar voor. Terug bij de kapstok haalt Margot de autosleutels uit haar

lange jas en steekt ze bij zich. Dan trekt ze de voordeur open en stapt naar buiten.

Ze stopt, voelt in de binnenzak van haar jas. Pas als ze het vliegticket voelt, trekt ze de deur achter zich dicht.

Als in een film en zij speelt de hoofdrol.

75

Arne legt het geld klaar en wacht haar komst af.Straks zal ze voor hem staan, zoals ze altijd voor hem staat:

rustig, op haar hoede en met een geveinsde geilheid die ze hem zonder moeite voor echt verkoopt.

Wanneer speelt ze? Hij zal haar geloven, zoals hij haar altijd gelooft. Ze is goed

Page 229: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

229

in haar vak, misschien wel beter dan wie ook, hoewel hij, na-dat hij haar aannam, nooit meer de proef op de som heeft genomen.

Wanneer is het haar ernst?In de dertig is ze, dezelfde leeftijd als zij had. In alles is ze

haar evenbeeld. Haar gezicht, de stem, de oogopslag, haar vlezige achterkant. Die gelijkenis is geen toeval. Hij heeft haar destijds niet voor niets uitverkoren.

Vijftien vrouwen vertoonden hun kunsten, alvorens zij de kans kreeg hem te overtuigen. Zij slaagde met glans, toen en al die keren daarna. Zij doet hem telkens weer geloven dat het nog niet verloren is, dat de val van de trap geen einde heeft gemaakt aan wat net begonnen was.

Lieke heet ze, maar na de eerste keer heeft hij haar naam nooit meer gebruikt. Hij verzocht haar hetzelfde te doen.

Ze doet het, zolang hij haar maar betaalt.Arne houdt zijn adem in en wacht op het geluid.Het geluid van hoge hakken op de galerij.Als hij haar hoort, staat hij op en loopt naar de deur.

76

de zaterdagwegen bieden Margot ruim baan om op tijd te komen waar ze wil zijn. Het is precies half tien als ze haar auto voor restaurant Achterberg parkeert, een rietgedekt zelfbedieningsrestaurant pal naast een tankstation dat vier-entwintig uur per dag, zeven dagen per week geopend is. Op een groot bord naast de ingang prijken enkele menusugges-ties. Omelet, gehaktbal, schnitzel. Alles met friet of gebak-ken aardappels. Voor wie genoegen neemt met een snelle en goedkope daghap is Achterberg ongetwijfeld een culinair Walhalla.

Op een paar auto’s na, is de parkeerplaats leeg. Even ver-derop staat een vrachtwagen met geblindeerde ramen. Mar-got stelt zich voor wat de chauffeur straks ziet als hij eenmaal wakker geworden de gordijnen voor de ramen van zijn ca-bine wegschuift.

Page 230: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

230

Ze heeft om tien uur met hem afgesproken, maar ze houdt er rekening mee dat hij eerder komt.

Hij had er een handje van om te vroeg te verschijnen. Soms was hij zo vroeg dat zij hem moest vragen nog een blokje om te gaan, omdat ze nog niet klaar was met de man of vrouw die op haar sofa lag.

Kwart voor tien. Margot buigt opzij en opent het handschoenenkastje. Even

voelt ze pijn, maar ze zucht het weg. Ze grijpt naar een in blauw doek gewikkeld voorwerp, verwijdert het doek en propt het snel in een van de zakken van haar jas. Even kijkt ze naar het voorwerp dat in haar behandschoende hand ligt, dan duwt ze het pistool voorzichtig in haar andere zak.

Niet te lang nadenken. Doen!Ze kijkt op haar horloge.Tien voor tien.Wat als hij niet komt?

Vijf voor tien.Een blauwe Renault rijdt voor het restaurant langs, draait

even verderop om en rijdt weer terug, langzaam als een man-nequin op de catwalk.

Nog steeds diezelfde auto!De auto nadert tot op ongeveer twintig meter afstand en

stopt daar abrupt. Behendig draait het voertuig achterwaarts het parkeervak in en komt precies midden tussen de gele lij-nen tot stilstand.

Even niks. Margot houdt haar adem in, haar blik op de auto gericht.Dan gebeurt het: hij stapt uit. Margot herkent de man onmiddellijk. De afhangende

schouders, de moeizame, wat afwachtende tred. Geen twijfel mogelijk, het is Paul van Rosmalen.

Zonder om zich heen te kijken, loopt de man in de richting van het restaurant, zijn hoofd diep weggedoken in de kraag

Page 231: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

231

van zijn jas. Hij lijkt onbevreesd, zeker van zijn zaak. Waarom zou hij dat ook niet zijn?

Actie! Margot pakt haar mobiele telefoon en drukt het nummer

in. Ze kan het dromen, zo vaak heeft ze het gerepeteerd.Kom op. Opschieten!‘Zegt u het maar,’ hoort ze een stem aan de andere kant. Een

vrouwenstem, zakelijk en beslist.‘Iemand achtervolgt mij!’‘Rustig. Wie bent u?’‘Margot Lutz. Ik ben bang, Helpt u mij!’‘Rustig. Waar bent u?’‘Ik zit in mijn auto.’‘Merk?’‘Toyota.’‘Kleur?’‘Rood.’‘Kenteken?’‘Dat weet ik niet. Niet uit mijn hoofd. Wacht, ik stap uit en -’‘Niet uitstappen! Blijft u in uw auto. Mevrouw Lutz?’‘Ja?’‘Heeft uw auto centrale deurvergrendeling?’‘Ik vrees van niet. Oud model. Wat moet ik doen? Zegt u mij

wat ik moet doen!’‘We moeten weten waar u bent. De locatie. Wat ziet u als u

naar buiten kijkt?’Als u naar buiten kijkt? Dit is een noodgeval!‘Een restaurant.’‘Heel goed. Heeft het restaurant een naam?’‘Achterberg. De dichter.’‘Achterberg,’ herhaalt de vrouw en lijkt ondertussen iets op

te zoeken. ‘U staat op parkeerplaats Welderand langs de A2?’‘Langs de snelweg. Dat klopt.’‘Wie achtervolgt u?’‘Ik weet het niet. Hij zit in een auto.’‘Een man?’

Page 232: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

232

‘Ja.’‘Kent u hem?’Natuurlijk ken ik hem.‘Nee, of toch, ik weet het niet. Misschien een van mijn pa-

tiënten. Doet u iets. Alstublieft.’‘Patiënten?’‘Ik ben therapeut.’‘Wat voor een auto?’‘Blauwe Renault.’‘Heeft u een kenteken?’‘Ik kan het slecht zien ... negenzestig ... veejee ... veertien ...

o mij God ... hij stapt uit ... hij heeft een pistool ... het lijkt wel ... het is ...’

Pauze.‘Wie is het? Mevrouw Lutz? Bent u daar nog?’

Genoeg voor het eerste bedrijf. Margot verbreekt de verbinding. Ze wacht een tijdje af, laat

drie oproepen onbeantwoord en stapt dan uit. Een harde wind slaat in haar gezicht en duwt haar bijna omver. Ze haalt diep adem. Met grote passen loopt ze naar het restaurant. Achter haar het monotone geluid van auto’s die met hoge snelheid passeren, op weg van nergens naar nergens.

Waar is hij gebleven?Onderweg trekt ze de blauwe doek uit haar jaszak en gooit

hem in een afvalemmer die ze passeert. Daar staat hij!Ze stopt in de beschutting van een bomenrij op een paar

meter afstand van het restaurant. Langzaam schuifelt ze naar de rand van de schaduw als een jager die zijn prooi niet wil opschrikken.

Een.Twee.Drie. ‘Paul!’Een stap in het licht, dan snel weer terug. Ze maakt een zwaaiend gebaar, onhandig en gehaast, onaf.

Page 233: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

233

Een beetje regisseur zou hier de opname stilleggen en haar vragen dat gebaar over te doen. Met meer passie en overtui-gingskracht.

Als het een film was.Maar het is geen film.

77

‘Eva. Wat kom je ...’ ‘Arne.’

Ze komt binnen en wringt zich langs de dozen met kranten die hoog tegen de muur staan opgestapeld. Als ze passeert, drukt ze haar lichaam even tegen dat van hem aan.

Arne ruikt de geur. Een zoete lucht van lang geleden. La-vendel.

Ze draagt het korte zomerjurkje. Daaronder is ze naakt, op een rode slip na. Dat is de afspraak.

‘Waar is je vader?’ vraagt ze terwijl ze de deur naar de slaapkamer opent.

Arne loopt achter haar aan. Als hij in de slaapkamer staat, sluit hij de deur weer.

‘Waar is je vader?’ vraagt ze nog eens en sluit schichtig de gordijnen, alsof ze er echt rekening mee houdt dat ze zullen worden gesnapt.

‘Ik weet het niet,’ antwoordt Arne terwijl hij met zijn hand over zijn kruis wrijft. ‘Hij maakt me dood als hij er achter komt. ‘

‘Ssst ... Hij komt er niet achter. Die sukkel komt er niet ach-ter. Weet je dat hij tegen je op kijkt?’

‘Is dat zo?’‘Jij hebt iets wat hij niet heeft.’‘Wat is dat?’‘Iets geheimzinnigs, iets ondoorgrondelijks, alsof er een

wereld achter je ogen schuilgaat die mooier is dan die daar.’Ze wijst naar het raam. De gordijnen wapperen.

Page 234: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

234

Het moet de tocht zijn, denkt Arne.‘Hij heeft macht,’ zegt hij. ‘Een succesvol bedrijf, geld, mach-

tige vrienden.’‘Jij hebt gevoel. Bovendien ...’‘Wat?’‘Ik weet niet of ...’‘Vertel!’‘Je vader krijgt hem niet omhoog,’ zegt ze zuchtend, maar

niet zonder leedvermaak. Dit is het moment dat Arne de riem van zijn broek lostrekt,

zijn rits opent en zijn broek laat zakken. Hij kijkt langs zijn bleke buik naar beneden.

‘Ik wel.’‘Ik zie het. Wil je dat ik me uitkleed?’‘Ja.’‘Ben je bang voor je vader?’‘Natuurlijk ben ik bang voor hem.’‘En voor mij?’‘Nee, of toch, een beetje.’‘Je hoeft niet bang te zijn. Je bent een mooie jongen.’‘Ja?’‘Kom eens hier.’Ze heeft zich naar hem omgedraaid.‘De rits?’‘Maak maar los.’Hij doet wat ze van hem vraagt. Voorzicht trekt hij de jurk

open. Hij ziet haar blote rug.‘Ik zag je wel kijken naar m’n kont, toen die keer.’‘Ik keek naar je moedervlekken. Het zijn de hoekpunten

van een gelijkbenige driehoek. De zijden zijn gelijk, maar de hoeken ook, zestig graden. Harmonie. ‘

‘Je keek naar mijn kont. Wond je dat op?’Ze schuift de jurk van haar schouders en dan verder om-

laag.‘Ik ben niet in de weg gelegd voor meetkunde, maar deze

driehoek heeft me altijd gefascineerd. Wist je bijvoorbeeld dat welk punt in de driehoek je ook kiest, de som van de mi-

Page 235: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

235

nimale afstanden naar de drie zijden altijd gelijk is aan de hoogte van de driehoek?’

Ze heeft haar jurk uitgedaan. Hij staart naar haar naakte achterkant. Naar de rode slip.

‘De stelling van Viviani, vernoemd naar de Italiaanse wis-kundige Vincenzo Viviani.’

‘Vincenzo Viviani,’ herhaalt ze, maar het mist de overtui-ging van de vorige keren.

78

Na jaren zit ze weer in zijn auto. Het ruikt er even muf als toen. Naar sigaren en angstzweet. De TomTom die aan de vooruit kleeft, bevestigt dat zijn bestemming is bereikt.

Paul zit voorin, achter het stuur, duidelijk niet op zijn ge-mak. Zijn handen heeft hij in de lucht gestoken.

Goed zo, klootzak. Margot zit op de achterbank. Ze houdt het pistool op de

man voor haar gericht. Wat zou ze graag nu al de trekker overhalen.

‘Doe geen gekke dingen,’ jammert Paul. ‘Wat wil je van me?’‘Praten?’‘Waarover?’‘Over de therapie.’‘De therapie? Welke therapie?’‘Ik wil het hebben over je therapie en vooral over wat het

heeft opgeleverd.’‘Ik weet van geen therapie. We hebben het drie keer met

elkaar gedaan, dat was het.’‘Zo zie je dat? Drie keer gedaan en dat was het? Je sprak

er toen heel anders over. Ik was de vrouw voor je. Je zou hoe heet ze voor mij verlaten ... dingetje ...’

‘Sonja. Dat soort dingen zeg je soms ...’‘Soms?’‘In het heetst van de strijd. Jij leek me ook niet bepaald het

type dat zich gemakkelijk laat binden. Jij was niet uit op een

Page 236: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

236

vaste relatie.’‘Eerst niet. Later wel. Ik wilde jou, je lichaam, ongecompli-

ceerde seks, maar dat veranderde door wat je allemaal tegen me zei. Je hield van me ...’

‘Zei ik dat?’‘Dat zei je en ik geloofde je. Ik dacht: eindelijk een man die

ik kan geloven op z’n woord, die me niet bedondert met een of ander mooi verhaal.’

‘Sonja verlaten was onmogelijk, dat moet je begrijpen.’‘Nee, dat begrijp ik niet. De mooiste gedichten droeg je voor

voordat je hem erin schoof. Je naaide me op het metrum van de dichter.’

‘Je overdrijft.’‘Ik wil een kamer zonder verbeelding, een vrouw die is wat

ik lees. Honger die het verlangen kan breken, wrevel wordt, vlees op vlees. Klinkt bekend?’

‘Zou kunnen.’‘Zou kunnen? Je hebt er voor doorgeleerd. Je bent hoogle-

raar poëzie. Wie schreef het? Wie? Godverdomme. Wie?’‘Rustig. Steek dat ding weg.’‘Dat ding blijft precies waar het is, gericht op die dikke kop

van je. Een beweging en ik knal hem van je romp. Wie is de dichter?’

‘Ducal.’‘Heel goed. Naam van het gedicht?’‘Honger.’‘Niet slecht. Laatste strofe?’‘Ik weet het niet.’‘Laatste strofe!’‘...’‘Doe je best. Ik help je: ik wil je schaamte ... en nu jij.’‘... je kleine gebreken ... je schoonheid in menselijke taal ...

maar ik vrees dat te veel is geschreven ... dat de werkelijkheid niet meer bestaat.’

‘Mooi gedicht. Waarom dit gedicht?’‘Waarom niet?’‘Drie keer neuken. Drie keer Ducal.’

Page 237: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

237

‘Toeval.’‘Was het haar lievelingsdichter, haar lievelingsgedicht?’‘Van Sonja? Sonja heeft niks met gedichten. Sonja heeft niks

met literatuur. Sonja heeft niks met kunst. Sonja heeft niks met ...’

‘Haar bedoel ik niet.’‘Wie dan?’‘Jane Verbaarschot.’‘Je bent gek, stapelgek.’‘Wat moest ze doen om jouw ja te verdienen?’‘Ik volg je niet.’

‘Ze zou cum laude afstuderen. Arne Leitner was voor. Kuijt was tegen. Zo was het toch?’ ‘Het is acht jaar geleden.’ ‘En jij?’ ‘Ik twijfelde.’ ‘Terwijl je altijd voor was. Tijdens de laatste vergadering ging je ineens twijfelen. Waarom?’ ‘Wacht even. Van wie heb je die informatie?’ ‘Waarom ging je op het laatst twijfelen?’ ‘Ken je Leitner?’ ‘Een patiënt van me, net als jij.’ ‘Ik ben je patiënt niet.’ ‘Zal ik je vertellen hoe het is gegaan? Jij hebt Jane aan een cum laude beoordeling geholpen in ruil voor seks.’ ‘Bespottelijk. Het idee alleen al. Je bent net zo ziek als die patiënten van je.’ ‘Zo is het gegaan.’ ‘Als ik altijd al voor was, waarom zou ik dan ineens gaan twijfelen? Vanwaar die moeite? Je moet bij Arne Leitner zijn en niet bij mij.’ ‘Een geraffineerd rookgordijn. Je dwong Arne om jou over te halen. Je kon het later tegen hem gebruiken. Jouw ja liep zo niet in de gaten, integendeel.’ ‘Wat een fantasie. Je kijkt te veel films. Arne stond in z’n blote kont op de voorpagina van de krant. Ik niet.’ ‘Is dat zo? Heb je wel goed gekeken?’

Page 238: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

238

‘Wat bedoel je?’ ‘Ik heb de krant nog eens opgezocht. De foto is van ver ge-nomen. We zien een blote man, maar wie het is? Ik zou er geen fles wijn om verwedden.’ ‘Wat wil je beweren? Dat ik het was?’ ‘Waarom ook eigenlijk niet?’ ‘Je bent gestoord. Ik nam de foto’s. Wat wil je eigenlijk?’ ‘Gerechtigheid. Eindelijk iemand echt helpen voor het te laat is. Mezelf helpen.’ ‘Je roept maar wat. Wie zal je geloven? Je kunt niets bewij-zen.’ ‘Dus jij nam de foto’s?’ ‘Drie avonden heb ik gepost voor de flat van Jane. Ik wilde weggaan, maar toen kwam hij.’ ‘Drie keer neuken. Drie keer Ducal. Ik wil een kamer zonder verbeelding, een vrouw die is wat ik lees. Waarom kwam je niet opdagen? Waar was je?’ ‘Heb je me daarom ontvoerd? Om me dat te vragen?’ ‘Ik jou? Jij mij zul je bedoelen.’

79

Als een hond kruipt ze over het bed, over beddengoed dat al in maanden niet is gewassen.

Arne kleedt zich verder uit. Als hij naakt is, neemt hij uitge-breid de tijd om de vrouw te bekijken die zich op het bed voor hem klaarmaakt.

‘Kom je?’Arne loopt naar het bed, terwijl hij ondertussen werktuige-

lijk aan zijn pik trekt.Als hij op zijn knieën achter haar zit, duwt hij zijn geslacht

tegen de rode stof van haar broekje aan. Ze duwt haar billen tegen hem aan.Hij legt zijn handen op haar rug.Ze rilt als hij haar aanraakt.

‘Koude handen?’ ‘Gaat wel.’

Page 239: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

239

Als ze met haar achterste tegen hem aanrijdt, ruikt hij haar geur. Een zoete kaneelachtige geur. Hij probeert zich te herin-neren hoe het was. Haar borsten. De zachtheid van haar schede. Hij kneedt haar heupen. Arne drukt zijn lippen tegen haar blanke, bijna doorschij-nende huid. Met het puntje van zijn tong trekt hij een spoor over haar rug naar de rand van het broekje en daarna verder over de stof via de bilspleet naar beneden. Op het eindpunt aangekomen, duwt hij zijn neus in haar kruis, tegen de zachte stof van haar slip aan, en ruikt de warme dierlijke geur. Alsof hij thuiskomt.

80

‘Er groeit een tumor in mijn hoofd.’ ‘Is het behandelbaar?’ ‘Wil je dat echt weten?’ ‘Natuurlijk wil ik dat weten.’ ‘Alles is behandelbaar, maar ik wil het niet. De kans op suc-ces is klein en de risico’s groot. Ze kunnen niets meer voor me doen. Het is goed zo.’ ‘En nu?’ ‘Nu niks. Doodgaan.’ ‘Ben je niet boos?’ ‘Op wie?’ ‘Op de omstandigheden. Op God. Waarom moet het jou nou net overkomen?’ ‘Waarom zou het mij niet overkomen? Eigenlijk ben ik wel blij dat het mij overkomt. Sinds ik weet dat mijn einde nadert, zie ik dingen scherper. Zaken die er toedoen. Dingen die ik moet rechtzetten. Weet je, alleen wat de werkelijkheid ont-regelt, gunt ons een waarachtig beeld op die werkelijkheid. Net zo goed zijn we ons past bewust van onze verwachtin-gen, als we iets anders zien of meemaken dan we verwachten.

Page 240: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

240

Wie oorlog ziet, waardeert vrede. Wie weg is, is meer aanwe-zig dan ooit. We zien de rivier pas als zij buiten haar oevers treedt. We verwensen het kind dat we hebben. Tegelijkertijd hunkeren we naar het kind dat we nooit hebben gekregen. Wie blind is, ziet en wie doof is hoort. We zijn ons enkel be-wust van de waarde van het leven, als dat leven door de dood wordt ingehaald.’ ‘En dit is iets wat je moet rechtzetten?’ ‘Jij? Jij en Ik? Ja.’ ‘Doe geen gekke dingen. Geen dingen waar je later spijt van krijgt.’ ‘Er is geen later, dus ook geen spijt. Ik heb niets te verliezen. Jij daarentegen wel.’ ‘Jezus, jij bent echt gek.’ ‘Je zou komen! Waarom ben je niet gekomen?’ ‘Ik heb nooit gezegd dat ik naar Madrid zou komen. Hoe haal je dat in je hoofd?’ ‘Dus je ontkent dat we een relatie hadden?’ ‘We hadden drie keer seks en dat was het. Jij wist het en ik wist het. Dat was de deal.’ ‘De deal?’ ‘Ja, ik had een conferentie in Madrid. Althans ik overwoog de conferentie te gaan bezoeken. Misschien heb ik dat ver-teld. Dat jij vervolgens hals over kop naar Madrid bent gevlo-gen is jouw zaak.’ ‘We hadden een afspraak. We zouden elkaar om 12.00 uur treffen in het park, bij het glazen paleis. Ik was er. Jij niet.’ ‘Wat bazel je nou? We hadden geen afspraak.’ ‘Wel.’ ‘Niet.’ ‘Het past in jouw ziektebeeld dat je ontkent.’ ‘Ziektebeeld?’ ‘Ik heb het gisteren nog eens teruggelezen in mijn aanteke-ningen.’ ‘Aantekeningen? Welke aantekeningen?’ ‘De diagnose is zo helder als wat. Je bent een pathologische leugenaar. Jouw geheugen is selectief. Alles wat je uitkomt,

Page 241: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

241

onthoud je. De rest vergeet je. Dat jij me liet staan bijvoor-beeld.’ ‘Belachelijk.’ ‘Dat jij Jane Verbaarschot dwong tot seks in ruil voor een goede beoordeling.’ ‘Welk spel speel je? Wat wil je van me? Ga je me neerschie-ten?’ ‘Nee.’ ‘Wat dan?’ ‘Ik zou mezelf een kogel door de kop kunnen jagen, Scheelt me een akelig ziektebed. Dat zou jou niet best uitkomen.’ ‘Wat bedoel je?’ ‘Rustig. Dan vertel ik het je. Handen op het stuur houden. Eén verdachte beweging en ...’ ‘Oké, ik houd mijn handen op het stuur.’ ‘Thuis op de kast in de gang ligt een enveloppe. In die enve-loppe zit het schrift met de aantekeningen van onze gesprek-ken.’ ‘Over welke gesprekken heb je het? Ik ben nooit in therapie geweest. Bij jou niet. Bij niemand.’ ‘Dat weet jij en dat weet ik, maar de rest van de wereld denkt daar heel anders over als straks het nieuws uitkomt.’ ‘Welk nieuws?’ ‘Wacht nou even. Op de enveloppe staat het adres van de redactie van een kwaliteitskrant. De journalisten zullen op-kijken van wat er in de enveloppe zit. Een Godsgeschenk!’

‘Waar ben je van plan?’‘Ik zie een patroon. In het gespreksverslag van onze tweede

sessie staat jouw verlangen naar macht centraal, dat overi-gens meestal een seksuele component heeft. Dat uit zich in extreem gedrag dat je wel vaker terugziet bij patiënten met een borderline- persoonlijkheidsstoornis.’

‘Borderline?’ ‘Ik herken er veel van in de diagnose die ik destijds stelde.

Een laag gevoel van eigenwaarde. Een sterke neiging tot ex-treme (voor)oordelen. In relaties is het vaak alles of niets, vaak eerst alles en daarna plotseling niets. In het verslag

Page 242: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

242

stel ik vast dat je onzeker bent, maar die onzekerheid over-schreeuwt door provocerend gedrag, waarbij je juist geen onzekerheid zou verwachten. Soms treedt er dissociatie op.’

‘Wat?’‘Op bepaalde momenten lijk je jezelf buiten de werkelijk-

heid te stellen. Het lijkt dan alsof jij jezelf in een film ziet ac-teren. Dissociatie is een vluchtmechanisme om de emoties onder controle te houden. Het treedt meestal op als de stress teveel wordt. Klinkt bekend?’

‘Ben je gek geworden?’‘Ik niet. Jij!’‘Waar ben je mee bezig?’

‘Ik geef een voorbeeld. Je vertelde me dat je graag toekijkt hoe anderen het doen. Je zocht contact met stellen die ervan houden om bekeken te worden, maar je wilde meer. Dus ging je op zoek naar vrijende stelletjes in auto’s. Je wist precies waar je ze kon vinden, liet me zelfs een kaart zien waarop je alle plekken had aangegeven.’ ‘Jij hebt geen kans. Ik kan bewijzen dat ik niet bij je was, dat er geen sessies zijn geweest, dat je die verslagen dus uit je duim moet hebben gezogen, dat je maar wat hebt opgeschre-ven.’ ‘Er is inderdaad iemand die je een alibi kan verschaffen, die weet dat die gesprekken nooit hebben plaatsgevonden.’ ‘Wie?’ ‘Ik.’ ‘Jij?’ ‘Terwijl je op me bezig was, lag je een kamer verder bij mij op de sofa. Drie keer neuken. Drie keer Ducal.’ ‘Waar is die enveloppe?’ ‘Waar ik hem heb achtergelaten, geduldig wachtend tot ze komt.’ ‘Wie? Wie komt er?’ ‘Clara.’ ‘Wie is Clara?’ ‘Mijn buurvrouw. Ze werkt op het postkantoor en is zo vriendelijk elke dag mijn post mee te nemen.’

Page 243: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

243

‘Bel haar op. Zeg dat ze die enveloppe niet mag posten.’ ‘Heb ik je al verteld van de derde sessie? Daarin vertel je openhartig over je heftige gevoelens voor mevrouw Verbaar-schot en de manier waarop je jouw positie misbruikte voor eigen gerief. Explosief materiaal waar de krant wel raad mee weet. De eerste sessie gaat vooral over het misbruik in je jeugd. Uiteindelijk ben je dader, maar ook slachtoffer. Ik vind het wel zo netjes je niet neer te zetten als gewetenloze schoft. Dat is niet nodig. Je bent geen slecht mens. Je bent ziek. Dat is wat anders. Toch? Toen Jane Arne Leitner boven jou verkoos, heb je wraak genomen. Je had een hekel aan Arne. Weet je nog dat je me dat vertelde? Je huilde als een kind.’ ‘Je bluft. Er is geen schrift. Er is geen enveloppe.’ ‘Misschien niet, maar misschien ook wel. De grote vraag is: neem je die gok? Stel het schriftje is er wel. Wat dan? Baan kwijt, vrouw kwijt, tijdje de bak in. Geen prettig vooruitzicht. Zoals ik al zei: alleen wat de werkelijkheid ontregelt, gunt ons een waarachtig beeld op die werkelijkheid. Niet alleen ik ben ten dode opgeschreven, maar jij ook.’ ‘Je komt hier niet mee weg en dat weet je. Een kwestie van tijd en we worden ingesloten door de politie. Je draait dat beetje wat nog over is van je leven in de bak voor vrijheidsbe-roving. Moet ik bang zijn voor een schriftje? Wie gelooft een vrouw die tot dit soort dingen in staat is? Een ex-minnaar die uit is op wraak. Het is zo klassiek!’ ‘Mond dicht! Start de auto. We gaan een stukje rijden.’

81Arne staart naar de moedervlekken en in gedachten ver-bindt hij ze met rechte lijnen.

Hij glimlacht.Alles klopt.De rode slip hangt als een nutteloos elastiek tussen haar

benen.Wat als zijn vader hem eens zo hadden kunnen zien.

Page 244: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

244

Dat had je zeker niet gedacht? Van die minkukkel van een zoon van je!

‘Dus hij krijgt hem niet omhoog?’‘Hij niet,’ antwoordt de vrouw en steekt haar kont verder

omhoog. De grootste moedervlek ligt nu helemaal vrij.Arne duwt zijn rechterduim tegen haar clitoris en gaat met

het topje even bij haar naar binnen. ‘Wist je dat er een maankrater naar Vincenzo Viviani is ver-noemd?’ ‘Waar is die maankrater?’ vraagt ze bedelend. Dit is het moment. Arne trekt zijn duim uit haar kut terug en zet hem op het bruine kroontje tussen haar billen. Dan wringt hij zich lang-zaam naar binnen. ‘Daar is de krater.’ De vrouw zucht. Kijk eens wat ik doe met jouw Eva. Tijd om ook zijn linkerduim in stelling te brengen. Arne be-vochtigt zijn duim door hem even in zijn mond te nemen, als een kind vlak voor slapengaan. Hij legt de hand op haar linkerbil. Met zijn natte duim wrijft hij over de grootste vlek, terwijl hij zijn rechterduim verder in haar steekt. Arne schuift zijn linkerhand naar boven en zoekt met zijn ogen de gelijkbenige driehoek aan de rand van de krater. Als hij ziet dat de grote moedervlek verdwenen is, barst hij in huilen uit.

82

Hoe kun je zo geloofwaardig mogelijk een pistool verlie-zen? Dit is ongetwijfeld het moeilijkste deel van haar rol. De sleu-telscene waarvoor eigenlijk een regisseur nodig is die beeldje voor beeldje aangeeft wat hij wil zien en hoe. Iemand die het

Page 245: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

245

ambacht beheerst, die weet hoe illusies werken. Als het moet laat hij het haar driehonderd keer overdoen, net zolang tot-dat de uitvoering beantwoordt aan zijn verwachtingen. Maar die luxe heeft Margot niet. Deze scene moet in één keer goed. Ze heeft er van te voren lang over nagedacht. Het verliezen mag iets klunzigs hebben, iets tragikomisch, zoals een clown struikelt over een drempel, maar het mag er nergens te dik bovenop liggen. Hij moet geloven dat het allemaal echt ge-beurt. Dat het hem overkomt. Dat het hem nieuwe kansen biedt. Aarzelend beweegt Paul zijn hand naar het contact, pakt de sleutel en draait hem een kwartslag naar voren. De auto start moeiteloos. ‘Wat wil je eigenlijk van me?’ vraagt hij nadat hij zijn beide handen weer op het stuur heeft gelegd. ‘Jij hebt mij ontvoerd, dus je wilt wat van me. Is het geld? Noem je prijs!’ ‘Ik ben niet geïnteresseerd in geld en zeker niet in dat van jou.’ ‘Wat dan? Waarom doe je me dit aan?’ ‘Jammer niet zo! Ik wil dat je weet hoe het voelt om te wor-den bedrogen, om je te moeten verweren tegen een werke-lijkheid die niet bestaat. Ik wil dat je voelt wat het is als de leugen waarheid wordt en de waarheid een leugen. Dat wil ik.’ ‘Je hebt je punt gemaakt. Stop hiermee. Alsjeblieft, laat me gaan.’

‘Kop dicht. Rijden. Waar wacht je op? Breng je hand voor-zichtig naar de versnellingspook.’

Margot ziet hoe Paul zijn hand op de pook naast zijn rech-terbeen legt. Zijn hand trilt. Het lukt hem niet zijn hand stil te houden.

‘Goed zo. Zeg wat je gaat doen, zodat ik weet waar ik op kan rekenen. Eén verdachte beweging en je vertelt het niet meer na.’

‘Rustig!’‘Ik ben godverdomme rustig. Doe jij rustig. Je trilt als een

blad.’

Page 246: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

246

‘Mag ik? Het komt niet iedere dag voor dat ik onder bedrei-ging van een wapen ... Hoe kom je eigenlijk aan dat pistool? Behoren criminelen ook tot jouw clientèle?’ ‘Rijden!’ ‘Waar wil je heen?’ ‘Doe gewoon wat ik je zeg. Zeg het! Hardop.’ ‘Ik zet de versnelling in z’n één.’ ‘Goed zo.’ ‘Ik geef gas.’ ‘Rustig.’ ‘Laat de koppeling komen. We rijden. Nu schakel ik door naar de tweede versnelling.’ ‘Rechtdoor. Volg de borden.’ Waar zijn ze? ‘De derde versnelling.’ Hoe lang geleden heb ik gebeld? Ze moeten er zijn. ‘Z’n vier.’ Zwaailichten. Ze zijn er. Nog even wachten. Nu! ‘Godverdomme. Politie. Hoe komen die hier? Remmen!’

83

Ze troost hem, praat hem moed in.‘Het is inkt,’ zegt ze met iets van een belerende toon in haar

stem. ‘Dat kan oplossen als je met vocht ...’Ze stopt met praten, alsof ze nu pas beseft wat ze eigenlijk

zegt.Vocht uit je kut, denkt Arne, met jouw lichaamssappen heb ik

de moedervlek weggepoetst.Hij huilt weer bij de gedachte en trekt het dekbed over zijn

hoofd. Ik wil weg. Zij moet weg.‘Kom op, zo erg is het niet,’ zegt ze en trekt als een klein

kind aan zijn arm. ‘We doen het gewoon nog een keer.’Hij hoort haar praten, op die gemaakte toon van haar, maar

hij neemt haar niets kwalijk. Ze doet het omdat hij het wil, omdat ze geld nodig heeft.

Page 247: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

247

‘Zal Eva eens kijken of ze hier weer wat leven in krijgt?’Hij voelt hoe ze driftig in zijn ballen begint te knijpen.Plotseling voelt hij zich benauwd. Hij hoest, kokhalst, stikt

bijna.Lucht!Hij slaat het dekbed van zich af en zuigt zijn longen vol.Hij rilt en zweet tegelijk als een terminale in zijn laatste

momenten.Ze laat zijn ballen los.Geschrokken veert ze op.‘Gaat het? Moet ik een dokter bellen? Jezus man, kalm, heb

je aan de dope gezeten of zo?’Hij maakt een afwerend gebaar.Geen dokter. Ik moet het op eigen kracht doen.‘Pillen.’ ‘In de badkamer?’Hij knikt, duwt zijn handen tot vuisten. Als zijn spieren

staan gespannen. Een kwestie van tijd voordat er een knapt.Ze staat op van het bed en loopt naar de deur. De pruik

heeft ze al van haar hoofd getrokken. Hij kijkt haar na. De kont.De twee moedervlekken.Het is voorbij. Dit was de laatste keer.Als ze terugkomt, gaat ze op de rand van het bed zitten. Ze

heeft het jurkje weer aangetrokken. De rode slip ligt nog op het bed. Hij voert haar pillen.

Arne neemt ze met veel water.‘Jezus man, ik dacht dat je flipte.’‘Was ook zo.’‘Je moet hulp zoeken. Dit is geen spel meer.’Hij schudt zijn hoofd en gaat rechtop zitten. De paniek van

daarnet is verdwenen.Ze zucht, wrijft over haar benen.‘Genoeg voor vandaag?’‘Voor altijd,’ zegt hij. ‘Je hoeft niet meer te komen.’‘Zeker weten?’

Page 248: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

248

‘Het geld ligt op de keukentafel.’Ze staat op en trekt het jurkje recht.‘Die mag je houden,’ zegt ze en wijst naar het broekje op het

bed. ‘Als aandenken.’‘Lieke?’Aarzelend gebruikt hij haar naam, wetende dat hij daarmee

voor altijd de ban breekt.Met haar handen gaat ze door het haar, haar echte haar.‘Wat?’‘Bedankt.’‘Jezus man, doe niet zo sentimenteel.’‘Ik meen het. Je was goed.’Ze lacht, maar als een boer met kiespijn. Als het aan haar

had gelegen had ze nog jaren Eva gespeeld. Elke vrijdag weer.‘Als je me nodig hebt, je hebt mijn nummer.’Hij knikt, hoewel hij weet dat hij nooit van het aanbod ge-

bruik zal maken. ‘Nou, dan ga ik maar.’Ze staat op, maar blijft bij het bed staan.Hoopt ze dat ik van gedachten verander?‘Wie is Eva?’ vraagt ze.Arne buigt zijn hoofd en ziet zijn verschrompelde pik waar-

uit een beetje vocht is gelekt.‘Iemand van lang geleden.’

84

Het zou een interessante opgave zijn voor studenten me-chanica: onderzoek de boog die een pistool aflegt in een auto met een snelheid van zeventig kilometer per uur wanneer het voertuig plotseling afremt tot stilstand en bereken de groot-ste afstand die bij een bepaalde beginsnelheid kan worden behaald. Alles verloopt zoals gepland. Precies op het moment dat Paul zijn voet op het rempedaal zet, slingert Margot het wa-pen met een soepele beweging naar voren. Op hetzelfde mo-

Page 249: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

249

ment laat ze zich zijwaarts op de bank vallen en sluit haar ogen. Ze denkt aan Arne en Monica. Hebben ze elkaar al ontmoet? De auto komt knarsend en piepend tot stilstand als een trein in een Spaghettiwestern. Stilte. Ze blijft liggen, gunt hem nog wat tijd. ‘Kom op. Ga rechtop zitten. Handen in de nek.’ Ze doet wat hij van haar vraagt: richt zich op, beweegt zich langzaam zijwaarts en haakt haar handen in elkaar achter haar nek. Als ze haar ogen opent, kijkt ze recht in de loop van het pistool. Het is volbracht! Boven het wapen zijn gezicht waaruit alle angst van daar-net is weggevloeid.

Hij kijkt haar aan. Met iets van spot in zijn ogen.Zijn handen trillen. Het pistool trilt mee. Zijn ogen spuwen vuur.

Buiten ziet het blauw van de zwaailichten. ‘Daar zit je dan Margot. De rollen zijn omgedraaid. Ik mach-tig. Jij machteloos. Je handjes netjes in je nek. Ik zei je toch al: hier kom je niet mee weg.’ ‘Het wemelt hier van de politie.’ ‘Wat dacht je dan? Dat de ontvoering onopgemerkt zou blij-ven? Jouw spel is uit.’ Laatste bedrijf. Wanhopig toontje.

‘Paul, alsjeblieft. Laat me gaan. We vergeten wat er is ge-beurd. We stappen uit en ik vertel de politie dat het een mis-verstand is. Het is allemaal een misverstand. Een grote grap.’

Paul kijkt haar aan. Hij lacht zonder geluid.‘Ik jou laten gaan? Waarom zou ik?’‘De enveloppe.’‘Er is geen enveloppe.’‘Je krijgt het nummer.’‘Welk nummer?’‘Van Carla. Als je nu belt, is het misschien nog niet te laat.

Page 250: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

250

Zeg haar dat ze die enveloppe moet laten liggen. Je moet op-schieten, ze kan elk moment de sleutel in het slot steken.’

‘Waarom doe je dit? Je hebt sowieso geen kans. Als je uit-stapt word je gearresteerd. Wat heb je te winnen?’

‘Alles beter dan een kogel in mijn kop. Ik ben ziek. Mis-schien geldt dat als verzachtende omstandigheid. Misschien wil jij een goed woordje voor me doen. Ik ben de laatste tijd mezelf niet ... ik ...’

‘Bewaar die tranen maar voor straks. Geef me het nummer. Snel!’

‘Het staat in mijn mobiele telefoon. Die geef ik je, maar je belt pas als ik ben uitgestapt. Ik zal me overgeven aan de po-litie. Oké? Deal?’

‘Geef me je telefoon nou maar.’‘Ik meen het. Deal?’‘Deal!’‘Ik haal mijn handen uit mijn nek en pak de telefoon.’‘Kalm.’Margot vist haar mobiele telefoon uit haar jaszak en wil

hem aan Paul geven.‘Ben je gek. Leg hem naast je op de bank!’‘Het nummer staat voorgeprogrammeerd in het adresboek.’Paul knikt en maakt een wenkend gebaar met het pistool.

‘Ik zie je in de rechtszaal.’‘Ongetwijfeld,’ antwoordt Margot en duwt de deur open.

Ongemakkelijk schuift ze naar de rand van de achterbank en steekt een been naar buiten.

Dan haar andere been.Dan trekt ze zich op en staat ze plotseling buiten.Ze voelt de wind over haar wangen strelen. Aangenaam

warme wind.‘Deur dicht!’Ze doet wat Paul vraagt en slaat de deur dicht.Langzaam loopt ze de blauwe zee in. Een man rent haar tegemoet en slaat een deken om haar

heen. Hij trekt haar mee.‘U bent veilig,’ roept hij hijgend. Alsof ze dat zelf nog niet

Page 251: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

251

weet.Een eindje verderop staat nog een man. Hij is ouder, vast

de Wallander van het stel. Hij knikt vriendelijk en formuleert zorgvuldig, alsof hij voor te gaan spreken, alle woorden voor-proeft.

‘De man in de auto ... Is het Paul van Rosmalen?’‘Ja.’‘Mmm ... Is hij alleen?’‘Ja.’ ‘Gewapend?’Margot knikt en neemt een slok van de warme thee die

haar is aangeboden.‘Hij heeft een pistool.’

85

Als hij de deur hoort dichtslaan, staat Arne van het bed op.

Gehaast neemt hij een douche en met heet water spoelt hij Lieke van zich af. Daarna gooit hij wat kleding in een tas en verlaat zijn flat.

In de auto op weg naar het huis, belt hij Olga. Waarom weet hij niet, maar hij doet het.

Hij krijgt de voicemail. Olga vertelt hem kalm dat ze nu niet in staat is zijn oproep te beantwoorden.

Haar stem maakt hem warm en week tegelijk. Hij moet zijn best doen om niet te gaan janken.

Na de piep spreekt hij niets in. Wat zou hij haar moeten zeg-gen en dan nog: waarom zou hij haar dit keer geloven? Wie gelooft een man die de leugen vermomt als waarheid?

Arne verbreekt de verbinding, maar houdt de telefoon nog een tijdje aan zijn oor.

Hij wacht op de echo van haar stem, wil de plons horen van het steentje in de diepe put. Maar er komt niks. Hij zou nog eens kunnen bellen. Maar wat voor zin heeft het? Hij zet de telefoon uit.

Page 252: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

252

Hij kijkt op zijn horloge.Hij heeft geen tijd te verliezen.

86

Carla.Met bibberend vingers zoekt Paul de naam van de vrouw in

het adresboek van Margots telefoon. Wat als dat kreng heeft gelogen?Snel scrollt hij door de lijst namen op zoek naar die ene

naam. Een hele lijst namen glijdt door het kleine scherm.Een gevoel van opluchting als hij vindt wat hij zoekt:

Carla van Z.

Hij drukt op bellen, legt de telefoon tegen zijn rechteroor.Ze sprak de waarheid.De telefoon kiest en gaat over.‘Ja?’ vraagt een stem. Hij kent die stem.‘Sonja ben jij dat?’‘Paul?’‘Hoe ...’‘Waar ben je mee bezig? Alles is op televisie, de ontvoering

wordt live uitgezonden. Je moet je overgeven.’‘Wat zeg je? Me overgeven? Ik?’ ‘Er zijn schriftjes bezorgd. Verslagen van gesprekken. Van

jou en een therapeut. Ik wist niet dat je in therapie was. Waarom heb je me nooit iets verteld van je problemen?’

‘Problemen?’‘Is het waar?’‘Wat?’‘Wat ze zeggen over Arne Leitner? Dat hij onschuldig is?

Dat jij Jane gedwongen hebt om ...’‘Godver ... Leugens. Sonja, je moet ze niet geloven. Ik ben

onschuldig.’‘Weet je waar ik steeds meer achterkom? Dat ik jou hele-

Page 253: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

253

maal niet ken. Je bent een gevaarlijk gek die mensen bedreigt, ontvoert, studentes intimideert en het anderen in de schoe-nen schuift. En hoe kom je aan dat wapen? Heeft dat al die tijd in ons huis gelegen? Klootzak. Ik wil je nooit meer zien. Hoor je dat? Nooit meer.’

‘Zij was het. Zij heeft mij ontvoerd, niet andersom ... Sonja! ... Sonja?’

‘...’Een snelle taxatie van zijn situatie leert hem dat hij heeft

verloren. Hij is niet in paniek, eerder vastberaden en rustig. Hij pakt het pistool van de stoel naast hem en steekt de loop in zijn mond.

Zo’n moment dat hij aan niets denkt, zoals ‘s ochtends in de paar seconden nadat hij zijn ogen heeft geopend. Hoopvol, maar zonder verwachtingen.

Hij beweegt zijn wijsvinger langzaam naar achteren totdat hij de trekker voelt. Borderline … feels like I’m goin’ to lose my mind.

Dan drukt hij door de weerstand heen.Niets.

Alleen een droge klik.

87

Arne doet boodschappen bij de plaatselijke supermarkt op een steenworp afstand van het huis. Het is kort voor slui-tingstijd.

In de rij voor de kassa dit keer niet het gebruikelijk geklaag over het weer, de politiek of de prijzen, maar een opgewon-den geroezemoes dat hij niet kan duiden. Er is iets gaande, iets groots, iets anders, iets dat de saaie dag op de valreep toch nog kleur zal kunnen geven, een gebeurtenis die tot in lengte van jaren onderdeel zal zijn van de collectieve herin-nering die generaties bindt, die hen besef geeft van plaats en tijd.

Als hij aan de beurt is om af te rekenen, vraagt hij het meis-

Page 254: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

254

je achter de kassa of er iets is gebeurd.‘Weet u het dan niet?’ vraagt het meisje en lijkt hem aan

alsof hij van Mars komt.Die blik, even moet hij aan Lieke denken.

Als hij zijn auto weer heeft gestart, trilt zijn telefoon. Hij overweegt het ding te laten rinkelen, maar neemt dan toch op. Het is Monica. Ze klinkt verward, aangedaan, maar ook zelf-verzekerd. Ze komt. Ze is later, maar ze komt.

Page 255: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Deel tien

Page 256: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 257: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Ongeveer op hetzelfde moment2011

Page 258: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 259: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

259

88

Monica heeft een tijdje met draaiende motor staan wach-ten, turend naar het blauwe licht voor haar, maar draait nu de sleutel in het contact terug. Ze huilt, maar waarom precies weet ze niet.

Als ze is uitgestapt, tuurt ze over de zee van blik voor haar, hopend op een wonder, ergens iets dat op beweging lijkt. Dan steekt ze haar hoofd terug in de auto terwijl ze snel de tranen van haar wangen veegt.

‘Johan, mama gaat even vragen wat er aan de hand is.’Het kind op de achterbank schrikt niet van de toon van

zijn moeders stem. Op zijn schoot liggen voetbalplaatjes. Het compleet krijgen van een elftal is nu veel belangrijker dan de ingehouden paniek van zijn moeder.

Monica loopt half struikelend door het hoge gras van de middenberm naar de vangrail. Tegen het ijzer leunt een man. Een grote en forse man. Hij rookt kalm een sigaret. Het is een wonder dat de vangrail niet bezwijkt onder het gewicht van zijn lichaam.

‘Wat is er gebeurd?’ vraagt ze als ze bij de man is.De man schudt zijn hoofd, drukt zijn peuk uit op het roes-

tige ijzer en trekt een nieuwe sigaret uit een pakje dat hij uit zijn borstzak vist.

‘Een eindje verderop houdt een man een vrouw vast in zijn auto. De politie houdt al het verkeer tegen. Het kan nog wel even duren.’

Hij beweegt het pakje met een sierlijk gebaar in de richting van Monica.

‘Rookt u?’Monica schudt haar hoofd.De man knikt en hangt de verse sigaret in zijn mond. Dan

pakt hij hem er weer uit.‘Bent u op reis?’ ‘Nee.’‘O, ik dacht -’‘U kunt zoveel denken. Ik ben niet op reis.’

Page 260: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

260

Monica gaat naast de man staan. Het ijzer van de vangrail dat heet is van de zon brandt door haar broek heen.

‘Uw kind?’ vraagt de man na een tijdje, wijzend naar de auto waarin Johan zit.

‘Ja.’ De man kijkt haar aan, bijna vrolijk.‘Leuk joch?’Ze knikt.Een tijdje is het stil.‘Ik ben bij hem weg,’ zegt Monica. Op het moment dat ze de

woorden uitspreekt, heeft ze er al spijt van.‘Bij wie? Uw man?’Monica zucht diep. ‘Waarom bent u bij uw man weggegaan?’Monica denkt na. Waarom heeft ze Antonio verlaten? Omdat hij commentaar

geeft op haar leven, zonder zelf te leven? Was hij een politicus geweest, dan was hij vooral overal tegen geweest, zonder een perspectief op anders of beter te schetsen. Het zou hem aan dromen ontbreken, aan een toekomstbeeld, aan een visioen. Soms denkt Monica dat Antonio alleen maar op de wereld is gezet om andere te sarren, om hen uit te dagen om te doen wat ze eigenlijk niet willen. Hij observeert, becommentari-eert, vervormt, maar neemt het leven geen moment serieus, omdat hij er niet aan deelneemt. Antonio is kunstenaar en zal altijd kunstenaar blijven, beschouwend, van afstand. Maar haar leven is geen kunstwerk, geen wit doek waarop hij zijn frustraties kan uitleven. Dit moet stoppen. Daarom heeft ze Antonio verlaten.

‘Het is genoeg. Het moet stoppen.’‘Wat moet stoppen?’‘Het onbegrip. Ik wil niet langer samen zijn zonder samen

te leven. Snapt u?’De man knikt en neemt een trek van zijn sigaret. Hij knijpt

zijn ogen even tot speeltjes.Monica staart naar het gras waarin een leeg bierblikje ligt.‘Geef me er toch maar één,’ zegt ze.

Page 261: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

261

De man lacht. Van uitlachen is geen sprake. Alsof hij haar kwelling begrijpt, alsof hij met bewondering kennis neemt van haar twijfel.

Monica neemt een sigaret uit het pakje. De man geeft haar zijn aansteker.

De sigaret gloeit. Monica neemt een lange trek. Ze denkt aan haar broer die nu op haar wacht.

‘Wat doet u?’ vraagt Monica.De man zucht, veegt met een zakdoek het zweet van zijn

voorhoofd. ‘In schrijf boeken, romans, over mensen die elkaar kennen,

maar niets van elkaar begrijpen.’‘Dit is een roman,’ zegt Monica terwijl rook haar mond ver-

laat. ‘Dit hier. Zoals we hier allemaal staan.’‘Zoals we hier allemaal zijn gestrand. Mooi beeld. De weg

als metafoor voor het leven.’‘De leegte.’‘Het doelloos wachten. En waarop?’‘Geen idee. Weet u het?’‘Nee.’Monica neemt opnieuw een trek van de sigaret. Ze inhaleert

diep. Dan neemt ze nog een trek en nog één. Met elke trek groeit de vastberadenheid. Wat heeft ze dit gevoel gemist.

‘Ons huwelijk was oorlog, elke dag vechten, een groot mis-verstand, maar wel het mooiste misverstand dat ik ooit heb gekend. Begrijpt u dat?’

Monica zwijgt, staart voor zich uit, hoopt dat de man be-grijpt wat ze bedoelt.

‘Ik begrijp het,’ zegt de man.‘En u?’ vraagt Monica. ‘Bent u tevreden?’De man kijkt haar aan, lacht. ‘Een akelig woord: tevreden. Niets is zo treurig als tevreden

zijn.’Monica bijt op haar onderlip, bevochtigt haar lippen met

haar tong.‘Volgens mij gaan we weer rijden,’ zegt de man en loopt

door het gras in de richting van een rode auto. Ondanks zijn

Page 262: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

262

zwaarlijvigheid beweegt hij gracieus als Luciano Pavarotti deed toen hij nog rechtop op de planken stond. Dan stopt hij, draait zich naar haar om en gooit haar het pakje sigaretten toe.

Monica grijpt het pakje uit de lucht.‘Wat moet ik doen?’ vraagt ze, haast wanhopig.De man wrijft in zijn handen. Zijn ogen staan helder. ‘Dat weet u heel goed,’ zegt de man. ‘Zoek niet naar het ge-

luk en het geluk zal u vinden.’

89

De zware voordeur lijkt nog meer te klemmen dan hij acht jaar geleden al deed. De muffe, schimmelachtige geur van een huis waarin te lang niet is gestookt overvalt hem. Arne moet zijn best doen om niet te gaan kokhalzen.

Maar het is niet alleen de geur die hem doet wankelen. Het is het binnengaan in een verleden dat hij dacht te hebben af-gesloten, dat hem nu bijna ziek maakt. Nu pas realiseert hij zich in volle omvang wat er is gebeurd en hoe hij de feiten al die jaren heeft genegeerd. Systematisch, alsof ontkennen de enige strategie was waarmee de oorlog kon worden door-staan. Dus besloot hij op een dag om het zich allemaal dom-weg niet meer te herinneren. Wat hij nog wel wist, draaide hij handig om: de waarheid werd een leugen en gaandeweg werd de leugen de waarheid. De grens tussen feit en fictie vervaagde om ten slotte helemaal op te lossen.

Nu, bij het binnengaan van het huis, scheiden waarheid en leugen zich weer, alsof ze al die tijd hebben gewacht op zijn terugkeer.

Hoe vaak heeft Arne als jongen het huis niet verkend, ver-overd, kamer na kamer? Op de ruime zolder, waar de wind vrij spel heeft onder de gebinten van het dak en de pannen laat dansen op de smalle regels, heeft hij zo vaak in een van de vele dakkapellen vanachter het glas de wereld buiten ga-degeslagen.

Page 263: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

263

Dit huis, of eigenlijk de geschiedenis die achter zijn deuren verscholen gaat, roept hem ter verantwoording en werpt de feiten – dat wat er werkelijk is gebeurd – voor zijn voeten.

Heeft dokter Lutz dan toch gelijk? Is het geen verdringen, maar een bewust vergeten?

Arne gunt zijn ogen tijd om aan het donker te wennen. Jas uit. Sleutels op het marmeren randje onder de grote

spiegel. Tastend op zoek naar de hoofdschakelaar van de elektriciteit. Dikke druppels licht vallen uit de hemel. Arne schudt de schrik van zich af.

De kelder in om de waterkraan open te draaien. Driekwart terugdraaien, staat geschreven op een vergeeld kartonnetje dat aan een haakje naast de kraan hangt. Natuurlijk herkent hij het handschrift, maar hij wil het verleden waarnaar het verwijst niet toelaten.

Hij moet kracht zetten om de schroef van de kraan in bewe-ging te krijgen. Trillend en tikkend vullen de leidingen zich met water.

Terug naar boven. Controleren of de koelkast is aangesla-gen en of de verwarmingsketel brandt.

Jas weer aan.Sleutels in zijn zak.

Terug naar buiten waar de wind vrij spel heeft. Ze duwt hem vooruit, dan weer terug alsof ze niet weet wat ze met deze zonderlinge man aanmoet.

De wind, een krachtige zuidwester (komt er ander weer?), snijdt door zijn kleren heen. Hij zet de kraag van zijn jas op in een vruchteloze pogingen om de wereld buiten te sluiten. De messen liggen geslepen op zijn huid.

Een snelle inspectie van de buitenkant van het huis. Hij duwt de luiken voor de ramen weg en zet ze aan de muur vast. Aan de oostkant bladdert de verf van het hout. Te lang geen onderhoud gepleegd.

Hij loopt over het klinkerpad naar de schuur. Passeert het zwembad dat afgedekt wordt door een zeil. Tegen de schuur

Page 264: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

264

leunt een leeg konijnenhok. Hij duwt een sleutel in het slot van de schuur. Na enige wrikken komt de deur los.

Een muffe geur slaat hem in het gezicht. Daar staan de fiet-sen. De tuinmeubels die zo lang ongebruikt zijn gebleven. De barbecue. Tuingereedschap. De oude keuken staat al jaren klaar om afgevoerd te worden. Tegen de wand liggen de hout-blokken opgestapeld. Hij legt er een paar in een kist en loop terug naar het huis.

90

Als Monica weer in haar auto zit, pakt ze haar telefoon uit haar tas. In haar mond de vage smaak van nicotine. Met haar tong strijkt ze langs haar tanden.

Ze klikt de achteruitkijkspiegel in de antiblindeerstand en observeert haar zoon.

Johan heeft niets door, lijkt de chaos om hem heen als heel gewoon te ervaren. Zolang hij bij zijn moeder in de auto zit, stelt hij geen vragen. Het vertrouwen van het kind ontroert haar. Zij zal voor dit kind zorgen totdat het groot genoeg is zijn eigen weg te gaan.

‘Johan?’Het kind kijkt op van zijn spel.‘Je slaapt vanavond niet in je eigen bed. We gaan een tijdje

ergens anders logeren. Niet bij papa, maar bij een meneer die mama nog van vroeger kent. Goed?’

Johan lacht. Hij vindt het goed.‘Straks als we weer rijden, kopen we ergens een ijsje.’Het verdriet van daarnet is verdwenen. In plaats daarvan

maakt een vreemd soort opgewektheid zich van haar mees-ter. De plotselinge stilstand in haar leven dwingt haar tot na-denken. Wat ze doet, doet ze goed. Ze kan de gevolgen niet overzien, maar wat ze doet, doet ze goed. Johan zal het begrij-pen, later als ze het hem op een dag uitlegt.

De vrouw kijkt naar buiten, zoekt de corpulente schrijver, maar ziet hem nergens. Alleen het halflege pakje sigaretten

Page 265: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

265

op het dashboard voor haar herinnert aan het wonderlijke gesprek van daarnet in de berm.

Ze houdt haar adem in.Haar handen tintelen.

Ze leeft!

91

Alles staat er nog. Precies zoals hij het indertijd heeft ach-tergelaten.

Arne trekt de lakens van de meubels af. Hij doet het lang-zaam, alsof hij bang is iets te breken. Daarna vouwt hij de la-kens op en legt ze in de dekenkist.

Hij duwt de klep in de schoorsteen los en stapelt het hout in de haard. In de lectuurmand vindt hij een krant waarin de tijd is stilgezet. Hij propt het nieuws van acht jaar geleden onder het hout en steekt het aan.

Het hout brandt. Het hout brandt goed. Kurkdroog moet het zijn. Acht jaar in een droge en donkere schuur, dus wat wil je. Hij voelt de warmte van het vuur.

Hij loopt naar het grote raam dat uitzicht geeft op de ach-tertuin.

Hij groet de boom die midden in de tuin staat. Natuurlijk staat hij er.

Arne maakt een rondje door het huis zoals hij altijd een rond-je door het huis maakte. Met versnelde pas. Vluchtig. Neem geen tijd voor herinneringen, hoewel elke kamer hem uitno-digt een stoel te pakken en te gaan zitten. Acht jaar. Er valt zoveel te bepraten. Op de eerste verdieping, recht tegenover de badkamer, ligt de studeerkamer. Zijn domein. Olga kwam er nooit. Ze durfde niet of voelde niet de behoefte het heilige der heiligen binnen te treden. Hij doet de deur open en zet een stap, staat even stil op de hoge drempel. Dan loopt hij naar de muur. Hij pakt de meta-len lijst vast en duwt hem omhoog, wachtend op het moment

Page 266: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

266

dat het loskomt van de schroef waaraan het hangt. Hij tilt het gevaarte – de lijst voelt zwaarder aan dan gedacht – naar het bed en laat het daarop rusten. Dan hoort hij beneden een deur dichtslaan.

92

‘Er komt ander weer,’ kreunt Hubert, nog nahijgend van de klauterpartij.

Arne steekt zijn hand uit. ‘Twee trappen omhoog. Je condi-tie is nog slechter dan ze al was.’ Hij lacht.

Buurman Hubert schuifelt op sokken naar Arne toe. In de linker zit een gat. Zijn grote teen steekt er door naar buiten.

Ze schudden handen. Die van Hubert voelen ruw als schuur-papier.

‘Wat brengt je hier?’ vraagt Hubert terwijl hij zijn handen terugduwt in de zakken van zijn zware jas. Met zijn ogen kijkt hij Arne onderzoekend aan. Argwanend. Een tikje vijandig.

‘Ik woon hier,’ zegt Arne en laat een punt van de lijst op zijn schoen rusten.

‘Wonen? Hoe lang is het geleden dat je hier voor het laatst was?’

‘Acht jaar, iets meer,’ antwoordt Arne. ‘Loop je mee naar be-neden? In de kamer is het warmer dan hier.’

Ze dalen de trap af. Arne voorop, de lijst nog steeds in zijn handen geklemd.

Hubert volgt hem als een hond achter zijn baas. Bij elke stap maakt hij een piepend geluid. Arne moeten denken aan een band die langzaam leegloopt.

‘Het zijn mijn longen,’ zegt hij als ze bijna beneden zijn.In de hal, op de mat bij de deur, ziet Arne twee hoge zwarte

laarzen staan. Gebroederlijk naast elkaar.‘Wat is dat daar?’ vraagt Hubert, wijzend op de lijst.‘Een kindertekening. Ik heb hem ingelijst.’‘Dat zie ik.’‘Een tekening van een meisje dat ik kende, lang geleden.’

Page 267: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

267

‘Zo.’‘Ze is onderweg hierheen. Ik wil het haar geven, terugge-

ven. Ik heb het al die tijd voor haar bewaard. Ik denk niet dat ze het zich kan herinneren.’

‘En dat meisje komt hierheen?’ vraagt Hubert. Het moet hem allemaal te snel gaan, denkt Arne en hij voelt

ergens in zijn lijf iets van medelijden. Een meisje van lang ge-leden dat een kindertekening komt halen.

‘Het meisje van toen is nu natuurlijk een vrouw.’‘Een vrouw?’‘Ja, en ze kan elk moment hier zijn.’‘Elk moment?’‘Elk moment.’

In de kamer is het inderdaad aangenaam warm. Arne voedt het vuur met vers hout.‘Het spijt me,’ zeg hij. ‘Ik kan je niks aanbieden of je moet

zin hebben in koude koffie.’ Arne wijst naar de zilvergrijze thermoskan die in de ven-

sterbank staat. Hubert gaat zitten. De bank kraakt.‘Ik heb gedaan wat je me vroeg,’ zegt hij als hij zijn adem

heeft hervonden. ‘Gesnoeid, gemaaid, klein onderhoud. Je zou eens een schilder moeten laten komen.’

‘Ik heb het gezien.’‘Ik heb het weiland gebruikt, voor de koeien.’ Hubert krabt hij aan zijn neus. ‘Het is goed. Zo hadden we het afgesproken.’‘Zo hadden we het afgesproken,’ herhaalt Hubert.Gedachteloos staart Arne in het vuur voor hem. Grote vlam-

men verorberen het droge hout. Af en toe regent het vonken.Hubert vraagt: ‘En nu?’‘Ik kom terug.’‘Terug?’‘De verkoop gaat niet door.’Hubert recht zijn rug.‘Wie dit soort panden wil verkopen, zal een lange adem

Page 268: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

268

moet hebben. Op een dag komt er iemand en die koopt het. Ongezien. Let op mijn woorden.’

Hubert maakt een grommend geluid. Dan snuit hij zijn neus. Lang en nadrukkelijk.

‘Let op mijn woorden,’ herhaalt hij nog maar weer eens een keer zijn eigen woorden.

‘Ik wil het huis niet meer verkopen. Ik begin opnieuw. Ik hoor hier. Het huis was van mijn vader, nu is het van mij.’

Hubert zwijgt, krabt met zijn grote handen op zijn hoofd dan kijkt hij naar zijn vingers als wil hij zien welk vuil hij on-der zijn nagels heeft verzameld.

‘Dus binnenkort heb ik weer buren,’ zegt hij, maar blij klinkt hij niet. ‘En Olga?’

Arne kijkt Hubert aan.‘Ik wil dat alles weer wordt zoals vroeger’‘Vroeger,’ herhaalt Hubert en schudt nog maar eens zijn

grote kop.‘Ik heb fouten gemaakt.’Hubert knikt, maar Arne betwijfelt of hij begrijpt wat hij

daarmee bedoelt.Buiten beukt de wind tegen het huis.‘Mijn vader is overleden,’ zegt Hubert dan. ‘Twee maanden

geleden blies hij zijn laatste adem uit.’ Arne kijkt zijn buurman aan. Niets in zijn houding duidt op

verdriet.‘Gecondoleerd.’Arne wuift met zijn hand als wil hij van geen condoleance

weten.‘Hij was al een tijdje ziek, dus onverwacht kwam het niet.’‘Toch, het is wel je vader.’‘Zeker,’ zegt Hubert. ‘Wat ga je doen?’‘Ik blijf in het huis wonen.’Arne probeert het zich voor te stellen. Hubert, alleen in het

grote huis. Het laatste huis voor de duinen. Hubert als poort-wachter van het oneindige niks. Koeien en schapen als zijn enige gezelschap.

Page 269: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

269

‘Hoe lang geleden kochten jullie dat huis eigenlijk?’ vraagt Arne.

‘Vlak na de oorlog. Het was een bouwval.’‘Het is een bijzondere plek.’‘Hier ben ik gelukkig,’ beaamt Hubert, hoewel Arne zich

maar moeilijk kan verplaatsen in wat Hubert geluk noemt. Arne loopt naar het raam. De lucht is donker. Het waait.

De takken van de boom gaan heen en weer. Nog even en er breekt hout af.

Hubert heeft gelijk. Er komt ander weer. Het zal de hitte ver-drijven.

‘Achtentwintig jaar geleden, een paar dagen voor zijn on-fortuinlijke dood, plantte jouw vader die boom,’ zegt Hubert alsof hij Arne’s gedachten kan lezen.

‘Weet je dat nog?’Hubert schudt zijn hoofd. ‘Mijn vader heeft het me verteld.

Jouw vader had een groot stuk van het gazon opengehaald. Hij plantte een boom, daar op die plek.’

‘Is dat zo bijzonder?’Hubert ijsbeert op en neer voor de haard. Hij krabt aan zijn

grote kont.‘Wel als je het midden in de nacht doet.’Arne kijkt op, maar voordat hij iets kan zeggen, neemt Hu-

bert opnieuw het woord.‘Ik heb iets voor je.’‘Voor mij?’‘Een brief.’‘Van wie?’‘Geen idee. Jouw naam staat er op.’‘Hoe kom je er aan?’‘Ik vond het tussen de spullen van mijn vader. Het leek me

wel zo netjes om hem aan jou te geven.’Hubert trekt een enveloppe uit zijn jaszak en geeft hem aan

Arne. Op de enveloppe staat in een ferm handschrift geschre-ven:

Voor Arne.

Page 270: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

270

Arne kijkt lang naar zijn naam, naar het handschrift.Ik ken dat handschrift.‘Ik ga,’ zegt Hubert. Hij loopt naar de deur. Daar blijft hij staan.Arne kijkt naar de brede boerenrug van zijn buurman.‘Doe kalm aan,’ zegt hij.Arne draait zich terug naar het raam, terwijl hij bij wijze

van groet zijn hand opsteekt. Even later hoort hij de deur achter zich dichtslaan. Arne loopt naar het raam, de brief nog steeds in zijn hand

geklemd. Hij kijkt naar buiten, naar de boom, naar de takken die gevaarlijk heen en weer gaan. Dan opent hij de enveloppe.

In de enveloppe zit een dun velletje papier waarop in het-zelfde handschrift is geschreven:

Zoon,

Ik heb zojuist mijn liefde begraven en daarmee alles wat dit leven nog zin geeft. Onder de boom ligt Eva. Zij is het mooiste dat mij ooit is overkomen.

Ik heb haar eigenhandig afgelegd, gewikkeld in lakens en in een gat in de tuin gelegd. Je hebt er, waarschijnlijk zonder het te weten, altijd uitzicht op gehad.

Ze is dood. Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Weet jij het Arne? Weet jij het?

Als je dit zult lezen, ben je ongetwijfeld uitgegroeid tot een vol-wassen man. Misschien ben je ouder dan ik ooit zal worden. Begrijp je wat ik bedoel als ik zeg dat Eva mij met een enkele glimlach meer heeft gegeven dan jouw moeder met al haar goede bedoelingen samen? Want aan goede bedoelingen ont-breekt het jouw moeder niet, maar goede bedoelingen zijn voor mij niet goed genoeg.

Alles waarover ik schrijf, ligt ver achter je. Denk je nog wel eens

Page 271: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

271

aan me? Je vader. De vrijdagman. Wat voel je dan? Trots? Af-keer? We hadden een gelukkig gezin kunnen worden.

Jij en ik. Eva en Monica.

En jij, heb jij het leven gekregen waarnaar je nu zo vurig ver-langt? Een dromer ben je, een fantast, niet het kind waarop ik hoopte toen ik jou van je moeder lossneed. Misschien is mijn teleurstelling confronterend voor je, maar ik wil eerlijk zijn. Die tijd van leugens is voorbij. Je was voorbestemd om mijn opvolger te worden, maar in je ogen zag ik al snel dat je niet wilt worden zoals ik ben. En dan dat zwijgen van je. Alsof je oordeelt zonder woorden. Waarom is dat? Wat is het dat jou zo doet twijfelen aan mijn oprechtheid? Ik ben een onbeholpen man, dat is waar, maar niet meer onbeholpen dan mijn vader en zijn vader waren. Dat heeft ons gebracht tot waar we nu zijn.

Rijk en succesvol. Arm en eenzaam, zul jij zeggen en misschien heb je gelijk.

Maar vergis je niet. Hoe hard je ook vlucht, je kunt nooit aan je verleden ontsnappen. Daarvoor lijk je teveel op ons. Je zult dezelfde fouten maken, dezelfde twijfels hebben, dezelfde ver-langens. Misschien dat je later zult begrijpen wat ik voor Eva voel, wat een man voor een vrouw kan voelen, hoe verlangen je kan gijzelen.

Succes is een last. Zelfs over haar dood kan ik niet eerlijk zijn. Ik zal haar lichaam moeten verbergen. Ik begraaf haar als een dief in de nacht. Wie aanzien heeft, zal altijd worden gekweld door de angst aanzien te verliezen. Ik loop alleen maar verder omdat teruggaan nu eenmaal een afgang is. Als een lemming op weg naar de afgrond. Het is een kwestie van tijd voordat ik van mijn voetstuk val. En jij, wat wordt er van jou?

Neem dit van mij aan: leef vrij en los van verplichtingen, week je los van verwachtingen, ben je eigen kompas. Laat het geluk

Page 272: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

272

toe, ongeacht de consequenties. Het zal mij niet lukken, maar jij, jij kunt doen wat ik heb nagelaten.

Monica is mijn dochter. Jouw zusje. Ik had het je willen vertel-len als je me meer tijd had gegund.

Maar het is anders gelopen.

Je vader

P.s.: En nu rest nog maar één vraag: hoe kan ik zo geruisloos mogelijk uit dit leven stappen?

Arne vouwt de brief dicht en schuift het papier terug in de enveloppe.

Hij staart naar de vensterbank. Zijn blik valt op een dode bromvlieg die in een asbak ligt. Hoe lang ligt het beestje daar al? Hoe lang heeft het geleden, voordat de dood het verloste? Hij duwt zijn neus tegen het koude raam.

Buiten regent het. Het water slaat tegen de ruiten.Dan trekt iemand de blinddoek van zijn ogen.

93

Ze trekt hem mee door het grote huis. De keuken uit waar ze net voor hem heeft gedanst.De gang door. De trap op.Hij volgt haar als haar schaduw. Hier heeft hij altijd naar

verlangd, hoewel hij eigenlijk geen idee heeft wat verlangen is. Hij heeft nooit ergens naar uitgekeken. Hij heeft alleen er-gens tegenop gekeken. Zijn vader. Zijn vreselijke vader.

Nu dan: de wraak. Het heeft niets met Eva van doen, maar alles met rivaliteit.Vader en zoon. Het meest bejubelde en verguisde duo.Waar is zijn vader? Waar is Monica?‘Buiten,’ zegt ze geruststellend. ‘Kom.’

Page 273: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

273

Ze wenkt. Haar lichaam vlucht voor hem uit. Nooit eerder voelde hij wat hij nu voelde. Een verlangen. Een dierlijk ver-langen.

Deur open en weer dicht.Ze lacht haar schelle lach, pakt zijn hand, trekt hem mee in

volwassenheid.Donker. Ze schuift een gordijn opzij dat al eeuwen voor het

zolderraam moet hangen. Hier, op deze stoffige zolder zal hij het voor het eerst doen met een vrouw.

‘Waar?’ vraagt ze. ‘Waar lag die jongen?’Hij loopt naar het raam, wil haar de plek wijzen waar zijn

vader ooit een zinloze poging deed de kleine jongen uit de dood terug te roepen.

Als hij langs haar loopt, pakt zij zijn hand. Hij stopt, draait zich naar haar om. Haar haar hangt in slierten langs haar ge-zicht. Als een nonnenkap.

Het late zomerlicht dat door het raam kiert, streelt haar li-chaam dat enkel is gehuld in een dunne zomerjurk.

Een moment kijkt hij naar haar borsten die door de jurk heen schijnen en hij voelt de warme gloed die van tussen zijn benen door zijn lijf omhoog vlamt.

Eva trekt haar jurk uit. Ze heeft er niets onder aan.Ze had dus gelijk!‘Vind je me mooi?’ vraagt ze.Arne knikt, zet een stap naar voren en legt zijn handen op

haar borsten. Ze kust hem. Hij kust haar. Ze kussen elkaar.Eindelijk.Hij legt zijn handen op haar rug, dan lager op haar billen.‘Rustig.’Ze draait zich om en bukt voorover.Hij ziet de drie moedervlekken die hij in gedachte met lij-

nen verbindt. Een gelijkbenige driehoek.‘Waar wacht je nog op?’Hij sluit zijn ogen en probeert aan niks te denken.

Page 274: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

274

Geluid. De deur die open zwaait. Het licht van de gang valt naar binnen, maakt een einde aan

alles wat mooi is. De stem van een man.Het is niet de stem zijn vader.‘Wat gebeurt hier,’ roept hij.Eva recht haar rug en draait zich om.‘Leo,’ zegt ze. Arne hoort verbazing in haar stem.Eva zet een stap naar achteren. ‘Jij durft.’‘Ik neem haar mee,’ roept de man. ‘Ik neem Monica mee.’‘Ze blijft hier,’ schreeuwt Eva en loopt de gang op.Arne loopt achter haar aan.Eva en de man vechten. Boven aan de trap. Als kleine kinde-

ren zonder geduld.De man noemt Eva een slet.Met zijn hand slaat hij haar hard tegen haar hoofd. Nog een keer.En nog een keer.‘Ik maak je af,’ roept hij.Eva grijpt naar haar hoofd, wankelt richting trapgat. ‘Pas op!’ roept Arne, maar Eva lijkt hem niet te horen.Dan ziet hij Monica. Waar ze zo snel vandaan is gekomen,

weet hij niet.Ze loopt naar haar moeder.‘Blijf staan,’ roept Eva tegen haar dochter. Maar het is te laat. De man trapt als een wild paard om zich

heen en raakt Monica die met haar hoofd tegen de rand van een kast slaat.

Ze zakt in elkaar en blijft doodstil liggen.De man twijfelt, wil naar Monica lopen, maar bedenkt zicht.‘O God,’ kermt hij. ‘Kijk nou wat je hebt gedaan.’‘Jij was het, niet ik,’Eva doet een poging bij haar kind te komen, worstelt zich

los uit de greep van de man, maar de man laat het niet toe. Hij pakt Eva bij haar arm en sleurt haar naar het trapgat. Haar

Page 275: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

275

naakte lijf schuurt over de planken vloer.‘Doe het dan,’ schreeuwt ze. ‘Of ben je net zo’n lafaard als

die broer van je?’De man houdt Eva vast. Even lijkt het erop alsof hij zich

toch nog bedenkt. Dan laat hij haar los.Een gil.Een klap.Arne kijkt langs de trap naar beneden.Een geknakt vogeltje op de koude tegelvloer, te pletter ge-

vallen, vlak achter de deur. Uit haar mond gutst bloed. Een rode rivier die meanderend langs de voegen van de tegels zijn weg zoekt.

De man ziet Arne nergens meer.Heb ik hem gedroomd?

94

De stem van zijn vader.‘Het kind moet naar een ziekenhuis.’Zijn vader tilt Monica op en daalt de trap af.Arne loopt achter zijn vader aan.Even denkt hij aan de jongen op het strand, niet eens hier

zo ver vandaan. Zijn vader die wegloopt met zijn hoed in zijn hand.

Beneden stapt hij wat onhandig over de vrouw heen die zijn vader ooit zijn geliefde noemde.

‘Niet kijken,’ roept zijn vader zonder emotie. ‘Loop naar de auto.’

Ze zitten in haar auto. Monica ligt op de achterbank.‘Waarom?’ vraagt zijn vader.‘Waarom wat?’‘Eva was toch goed voor je?’‘Ik was het niet.’‘We hadden gelukkig kunnen worden. Jij en ik. Eva en Mo-

nica. Waarom maak je alles kapot?’‘Er was een man die ...’

Page 276: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

276

‘Zwijg!’Zijn vader concentreert zich op de weg. Arne doet wat zijn vader hem opdraagt. Hij zet zijn nagels

in de huid van zijn onderarm, net zolang tot er bloed komt.Hij sluit zijn ogen en hoort zijn vaders stem.‘Het was een ongeluk en wij waren er niet bij. Jij niet en ik

niet. Begrepen?’

95

Een groot wit gebouw.Deuren die automatisch openschuiven en daarna weer

dicht. Twee mannen in witte jassen die zich over een klein meisje

ontfermen. Een jongen die handig van de chaos gebruik maakt en in de

nacht verdwijnt.

96

Als een dwingende wekker trekt het geluid van de bel Arne uit zijn halfslaap.

Hij is even gaan liggen op de riante driezitsbank, dat weet hij nog. Hij heeft een tijdje naar het plafond gestaard en daar-na moet hij in een diepe slaap zijn weggezakt.

Het ontwaken doet hem pijn, het licht in zijn ogen, zijn weerbarstige lijf dat niet wil wat hij wil, dat dienst weigert en voor geen enkel bevel gevoelig lijkt.

Door het grote raam kijkt hij naar buiten. Het is donker, de schemer heeft bezit genomen van de tuin. Alleen het terras is nog zichtbaar, subtiel uitgelicht door zes namaak design-lampen die hij ooit kocht bij een of andere grote bouwmarkt omdat Olga ze zo mooi vond.

Net voorbij de zonnewijzer gaat de wereld op in een donker niets dat alles met huid en haar opslokt. De duinreep is al niet meer te zien, net zoals het ijzeren draaihek dat vanuit de tuin

Page 277: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

277

toegang geeft tot het smalle schelpenpad dat door de duinen naar het strand loopt. Ergens verderop moet de bloemenbor-der zijn. Een paar meter daarvoor staat de boom.

Arne houdt zijn adem in en luistert nauwgezet. Hij hoort niets.

Hij draait langzaam zijn hoofd naar rechts, moeizaam, alsof hij het los moest scheuren van de bank waarop hij ligt. Op de lage glazen tafel staat een glas water, daarnaast ligt zijn leesbril op de nog ongelezen avondkrant die hij kocht bij de supermarkt op de weg hier naar toe.

Tegen de muur leunt de lijst.Natuurlijk de tekening!De gedateerde meubels, de nepkunst aan de muur, het Per-

zische kleed voor de haard waarin het vuur al is gedoofd, de lage kast waarop een dozijn fotolijstjes staan die zijn leven en dat van Olga behoorlijk accuraat samenvatten - de wereld om hem heen is niet veranderd.

Het uitzicht kalmeert hem. Hij is een kind dat na lang zoe-ken zijn ouders ontwaart in de menigte.

Hij heeft het zich allemaal ingebeeld. Wat had kunnen ge-beuren, is niet gebeurd.

Zo is het niet gebeurd.Dat kan niet.Wat Lutz ook beweert.Hij moet Olga bellen.Alles komt goed.

De deurbel meldt zich opnieuw, nu langer en dwingender. Door zijn hoofd dendert een trein. De pillen die Lieke hem

voerde, blijven kennelijk zonder effect (‘geen wonder, je neemt ze te vaak,’ hoort hij Olga roepen), dus neemt hij er nog twee.

Zijn hele leven lang al slikt hij medicijnen. Hij heeft ze met zijn moeder uitgezocht, decennia geleden. Tegen hartklop-pingen, oorsuizing, flauwtes, hyperactiviteit en ander onge-mak, maar na jaren innemen lijken ze de kwalen eerder te

Page 278: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

278

versterken dan te temperen. Toch blijft hij ze trouw innemen, omdat het ritueel van water tappen en pillen happen hem deed denken aan zijn moeder, alsof hij met deze trouw al zijn leugens jegens haar teniet kan doen.

En weer die bel.Hij overweegt op te staan en door te gaan met het leven

dat hij leidt, naar boven te gaan en in bed te kruipen. Hij kan het geluid van de bel gewoon negeren. Als hij zich stilhoudt, zal de bezoeker voor de deur vanzelf zijn geduld verliezen en vertrekken. Zodat alles kan blijven zoals het altijd is geweest.

Arne glijdt moeizaam van de bank en als een geslagen dier kruipt hij op handen en voeten door de voorkamer. Voor zijn gevoel uren later, schuift hij langs de haard die nog steeds een aangename warmte afgeeft.

Hij gebruikt de klink van de deur naar de hal om zich in staande positie te trekken. Wankelend sjokt hij verder. Hij is er nu bijna. Hij denkt aan de beller, die voor een gesloten deur staat. Als hij er nog staat.

Nog vier stappen en hij is bij de deur.Hij trekt hem open.

97

Daar staat ze.Haar gedaante vult de hoge hal met warmte en licht. In haar

armen draagt zij een kind.De vrouw knikt. Ze glimlacht. Vriendelijk.Ongemakkelijk.Ze wrijft met haar handen over haar jas die nat is geworden

van de regen. Doet een snelle poging het haar te fatsoeneren. Dan stopt ze, alsof ze beseft hoe zinloos haar pogen tot her-stellen is.

Arne ziet hoe haar mascara is uitgelopen. Ze huilt zwarte

Page 279: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

279

tranen. ‘Kom binnen,’ zegt hij en maakt een uitnodigend gebaar.

‘Binnen is het warm.’ De vrouw doet wat hij voorstelt. ‘Heb je gehoord van die ontvoering?’ vraagt ze. ‘Ik stond in die file.’ Hij knikt. ‘Mag ik?’ vraagt hij en zonder haar antwoord af te wachten, neemt hij het kind van haar over. Voorzichtig. Zonder het wakker te maken.

Hij doet een stap naar voren, duwt de deur achter haar in het slot.

‘De deur klemt,’ zegt hij. ‘Vocht.’Wat zal het haar interesseren? Ze steekt haar hand uit. Voor een kus vindt ze het kennelijk nog te vroeg.Hij schudt haar hand. Een kleine koude hand.Hij kijkt haar aan, langer dan even.‘Lang geleden.’Ze glimlacht.Het is de glimlach van haar moeder.Buiten speelt de wind met de takken van de boom.Het is Eva.Alsof ze hem aanmoedigt.

Page 280: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 281: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

Epiloog

Page 282: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 283: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

2012

Page 284: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 285: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

285

98

De hut ligt een uur klimmen achter haar.Onder haar.

Hoeveel hoogte heeft ze gewonnen sinds ze begon te lopen? Hoeveel stappen zijn gezet? Ze weet het niet, herinnert zich niet meer waar ze vandaan komt, weet niet meer waarheen ze gaat. Hier is niemandsland, tussen zijn vergeten en nog niet weten.

Ergens boven haar de imposante rotsformatie die ze al-leen van ansichten kent. Een kale berg die zijn sneeuwkleed als een lange tong naar haar uitsteekt. Alsof hij haar roept, wenkt:

Kom maar. Naar hier waar alles voorbij is. Waar alles is vergeten. En vergeven.

Hoe lang geleden kocht ze het vliegticket?Een enkele reis.

Het is koud. Ze rilt.De sneeuwgrens kan niet ver meer zijn.Haar eerste herinnering: wakker worden in een lege kamer.

Ze ligt op bed, onder wit gesteven lakens. Opstaan vol ver-wachting. Haar moeder heeft het haar tenslotte beloofd:

‘Als je morgen je ogen opent, zal de wereld anders zijn, je zult het zien. Schoon. Puur. Nieuw.’

De gordijnen opzij. Een sneeuwkleed bedekt het land. Een wereld waarin nog geen mens is gegaan. Alles is er heel en volmaakt. Geluiden gedempt. Zelfs de vogels houden zich stil. Takken buigen onder het gewicht van het bevroren nat. Geen zuchtje wind.

De belofte ingelost.

Opstaan en naar buiten!

Page 286: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

286

De noordflank baadt in het laatste licht van de dag. Zonne-stralen weerkaatsen op de rotsen. De zonnebril voorkomt dat de glinstering haar verblindt.

Ze stopt in een poging haar adem te hervinden, maar het lukt niet om haar hijgen onder controle te krijgen.

In de hut was het behaaglijk. Lotgenoten vertelden elkaar de sterkste verhalen. Men at uit dezelfde pan en sliep dicht tegen elkaar aan.

De lucht is ijl, zeiden ze tegen haar die niet wist waar ze over spraken. Een gevaarlijke plan. Minder zuurstof vraagt om een ander tempo. Je lijf wordt log, je gedachten zwaar. Alsof je hallucineert. Waan wordt waarheid. Waarheid wordt waan. De grenzen tussen toen, nu en straks vervagen om ten slotte op te lossen.

Het lijkt haar heerlijk, leven in geen ander moment dan dit moment, waar jeugd en ouderdom samenvallen.

Leeftijdsloos te zijn.Zonder verwachtingen. Zonder spijt.Wat lijkt het haar heerlijk om waarachtig te leven, dat ook,

alle leugens voorbij. Op afstand te bezien, te beschouwen zonder gelijk of oordeel vooraf, zoals oude mensen doen in de luwte van hun leven.

Om te zijn wie je bent.Niets meer.Niets minder.Dat zoek ik, zei ze, bijna blij, maar niemand die haar be-

greep.Je moet niet gaan, zeiden ze ook. Nu niet, morgen misschien. Dan gaan we mee. Zij die het weten konden staarden naar de hemel, die grauw

zag, zwanger van onheil. Ze probeerden haar tegen te hou-den, maar het was tevergeefs.

Ze is gegaan. De tijd ontbrak om lang na te denken.Stanislav Bergsma zou eens moeten weten.

Page 287: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

287

Ze schuifelt verder over een pad dat steeds smaller wordt. Tot hier kwamen slechts enkelen. Nu is zij er ook. Een prestatie, maar geen overwinning.

Weer een stukje dichter bij de hemel. Ze hoeven haar niet te halen. Ze loopt zelf.

Met elke stap gaat het klimmen moeizamer. Haar bewegen stolt, alsof ze door stroop waadt. Haar schoenen glijden weg. De ruwe stenen snijden door haar zolen heen.

Ze zoekt naar merktekens die haar zijn beloofd, maar ze vindt er geen. Hier is niemand die haar de weg wijst.

Wie tot zover komt, zal zelf zijn weg moeten vinden.Boven haar liggen gieren op de wind, draaien geduldig hun

rondjes, wachtend op wat komen gaat. Ze ziet ze niet, maar voelt hun aanwezigheid.

Hoe lang nog tot de top? Wat zal ze zien als ze bovenkomt? En wat zal ze doen? Terugkeren? Onmogelijk.

Ze is de wereld niet ontvlucht om er weer naar terug te ke-ren.

Een stukje verder zit Randy achter zijn piano, good old Randy, wiebelend als een zenuwachtig kind:

Listen all you fools out there Go on and love me-I don’t care Oh, it’s lonely at the top Oh, it’s lonely at the top

Wie deed het licht uit? De zon is weg. Het pad ook. Haar stokken steken doelloos in de mist, zinloos op zoek

naar houvast. De kou is ondraaglijk, snijdt door haar thermische kleding

heen. Het sneeuwt kleine stukjes glas. Met haar handschoenen

veegt ze haar bril schoon, maar het zicht wordt eerder slech-ter dan beter.

De rugzak trekt haar naar achteren, dwingt haar te gaan zit-

Page 288: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

288

ten. Even zitten. Even maar. Niet gaan zitten, zeiden zij die het allemaal al eens hadden

meegemaakt, blijven bewegen.

Ze denkt aan Paul die kermend als een kind door het arresta-tieteam wordt afgevoerd, haar smekend de waarheid te ver-tellen.

Maar er is geen waarheid. Er is geen leugen. Er zijn alleen maar interpretaties. Zoals niemand in de oorlog goed of fout is.

Alleen een beetje goed en een beetje fout. Hij mag niet klagen, komt er nog genadeloos van af: na een

paar jaar cel zal zijn leven doorgaan. Dat van haar stopt.‘Ik kom!’ schreeuwt ze.En nog eens: ‘Ik kom!’ Haar stem klinkt mager, draagt niet ver, wordt gesmoord

door de mist.Haar laatste gedachten zijn voor haar laatste patiënt. Zal de

waarheid hem ooit bereiken? Misschien is het beter van niet, want wat heeft een mens aan een waarheid die zo gruwelijk is?

Ze zakt verder weg, terug, tot ze op haar rug in het witte bed ligt.

De stilte is volkomen.

In de verte hoort zij haar moeder roepen: kijk lieverd, het sneeuwt!

Page 289: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 290: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

290

Page 291: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

291

Verantwoording

Bij het schrijven van deze roman heb ik mij, bewust en onbe-wust, laten inspireren.

Ik heb talloze website geraadpleegd en gebruik gemaakt van de informatie die me zo vanuit de digitale wereld is aangereikt. Opsommen van deze bronnen is ondoenlijk en in mijn ogen ook niet nodig.

Daarnaast heb ik dankbaar en vrijelijk geciteerd uit de prachtige gedichten van Gerrit Achterberg, Neeltje Maria Min, Martinus Nijhoff en Charles Ducal, het lied ‘Beautiful boy’ van John Lennon en ‘Lonely at the top’ van Randy New-man. Verder heb ik ook een uitspraak van de Franse schrijver Georges Bernanos gebruikt. Ook verwijs ik naar de musical Sound of Music.

Voor de sfeerbeschrijvingen van Madrid heb ik uit eigen ervaring geput (Mini en Maxi bestaan echt!). Het Palacio de Cristal heb ik zelf bezocht en daar ter plekke ontstond het idee voor de desbetreffende scene.

Ten slotte, maar bovenal bedank ik mijn vrouw en kinder-en. Zonder hun geduld met mij, hun schrijvende vader, was dit boek er ongetwijfeld nooit geweest.

Page 292: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 293: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012
Page 294: DE+VRIJDAGMAN%2C+versie+08062012

294

De zware voordeur lijkt nog meer te klem-men dan hij acht jaar geleden al deed. De muffe, schimmelachtige geur van een huis waarin te lang niet is gestookt overvalt hem.

Maar het is niet alleen de geur die hem doet wankelen. Het is het binnengaan in een verle-den dat hij dacht te hebben afgesloten, dat hem nu bijna ziek maakt. Nu pas realiseert hij zich in volle omvang wat er is gebeurd en hoe hij de feiten al die jaren heeft genegeerd. Systematisch, alsof ontkennen de enige strategie was waarmee de oorlog kon worden doorstaan. Dus besloot hij op een dag om het zich allemaal domweg niet meer te herinneren. Wat hij nog wel wist, draai-de hij handig om: de waarheid werd een leugen en gaandeweg werd de leugen de waarheid. De grens tussen feit en fictie vervaagde om ten slotte helemaal op te lossen.

VRIJDAGMAN is een roman over verwantschap en afstand, het comfort van de leugen, gehei-men, radicale keuzes en de waarheid die altijd overwint.