Detecteer, analyseer, adviseer · Brainawards 2012, een nominatie voor de ICTalent 2013 en deelname...
Transcript of Detecteer, analyseer, adviseer · Brainawards 2012, een nominatie voor de ICTalent 2013 en deelname...
Detecteer, analyseer, adviseerSociale context, emotie en sensordata als sleutel voor
de zelfredzaamheid van verstandelijk beperkten en ondersteuning voor hun begeleiders
Detecteer, analyseer, adviseerSociale context, emotie en sensordata als sleutel voor
de zelfredzaamheid van verstandelijk beperkten en ondersteuning voor hun begeleiders
“I had discovered that learning something, no matter how complex, wasn’t hard when I had a reason to want to know it.”
― Homer Hadley Hickam, Jr
Titelblad | Pagina I
TitelbladGegevens studentNaam Pisters, Joyce J.M.M.R.A.Studentnummer 2094735Afstudeerrichting ICT & LifestyleStartdatum afstuderen 11 november 2013Einddatum afstuderen 31 maart 2014
Gegevens bedrijfNaam NoXQSAdres Nieuwe Aamsestraat 32Postcode 6662 ND, ElstTelefoonnummer 0481-76 90 26E-mail [email protected] http://www.noxqs.nlAfdeling ConceptontwikkelingNaam bedrijfsbegeleider van Schaik, Jeroen J.Functie bedrijfsbegeleider DGA
Gegevens docentbegeleiderNaam docentbegeleider Slaat, Eric E.H.M.A.
Gegevens afstudeerverslagTitel Detecteer, analyseer, adviseerDatum uitgifte 3 april 2014
Getekend voor gezienDoor van Schaik, Jeroen J.Datum 3 april 2014
Pagina II | Voorwoord
VoorwoordNa drie HBO opleidingen waar ik het eerste jaar niet van afmaakte omdat het niet bij mij paste, was de reactie dat ik met ICT begon dan ook ‘Als je deze studie dan maar wel af maakt’. Ik neem het ze niet kwalijk maar wist dat ik nu eindelijk iets had gekozen waar ik echt voor wou gaan.
Nu, 3,5 jaar later, maak ik de balans op:15 projecten met de meest uiteenlopende onderwerpen. Eerste prijs bij het P1-event, tweede prijs bij het P2-event, een kunstopstelling op E-pulse 2012, een nominatie voor de Brainawards 2012, een nominatie voor de ICTalent 2013 en deelname aan de SmartHome IP course in Finland. Projecten voor E-Pulse, Douwe Egberts, Staatsloterij en Fontys EGT. Het blijkt dat ik 25 programmeertalen heb geleerd, met 12 nieuwe programma’s heb gewerkt en nog eens 10 totaal niet ICT gerelateerde vaardigheden(zoals boogschieten, houtbewerken en bakken) heb gebruikt tijdens mijn studie.
Het afstuderen moest, met zo’n verdienste, dan ook een grande finale worden. Alles was netjes op tijd geregeld en toen ging het toch op het laatste moment niet door. Na een aantal dagen haastig zoeken werd ik gebeld door Eric Slaats. Tussen het onmiskenbare enthousiasme en de chaos door begreep ik dat hij en Marlou Heskes-van ’t Hoofd bezig waren met een project voor studenten met autisme. Voor ik het wist stond ik op de speaker en werd een afspraak geregeld om voor mij een afstudeerstage te regelen bij NoXQS. Hun inzet heeft er voor gezorgd dat ik deze kans heb gekregen. Beiden bedank ik daarom voor hun aanstekelijke enthousiasme en hun hulp bij het vinden van deze afstudeerstage.
Bij NoXQS sprak ik met eigenaren Marcel Hurkens en Jeroen van Schaik welke mijn stagebegeleider zou worden. Ook hier zag ik met hoeveel passie er werd gesproken over hoe ze zich inzetten voor de doelgroep en wat ze nog meer zouden willen ontwikkelen. De ruimte die ik binnen NoXQS kreeg om te onderzoeken, ontwikkelen en te leren was precies wat ik nodig had. Elke uitdaging die deze stage aan het licht bracht kon worden aangegaan. Hierbij bedank ik dan ook Marcel, Jeroen en iedereen binnen NoXQS voor hun vertrouwen, adviezen en kennis.
Een belangrijk deel van mijn afstudeerproject was de emotiesensor. Toen het eenmaal was gelukt om data uit de sensor te lezen had ik geen idee hoe deze gefilterd moest worden. Verschillende bronnen wezen naar wiskundige formules die mijn kennis te boven gingen. Gelukkig kon ik uitleg vragen aan Henri en Jo Janssen die konden uitleggen hoe sinussen en imaginaire getallen sensordata kunnen omzetten naar leesbare informatie. Zonder hen zat ik nu nog steeds te zoeken dus neem ik deze kans aan hen te bedanken voor hun hulp.
Als laatste bedank ik Stefanie Kartodikromo voor haar steun en hulp. Voor het feit dat ze een oncomfortabele sensor op haar hoofd moest dragen, al mijn documentatie heeft doorgelezen en de proof of concepts heeft getest.
Dit afstudeerproject was de uitdaging die ik binnen de opleiding zocht en de kans om te laten zien wat ik kan. Hoewel dit mijn laatste project als student zal zijn, hoop ik dat er nog vele projecten en leermomenten zullen volgen.
Toen ik begon aan deze studie hoopte ik dat ik deze wel zou afronden. Nu kan ik met zekerheid zeggen dat ik pas net ben begonnen. Drie keer is dus niet altijd scheepsrecht.
Inhoudsopgave | Pagina III
1. Inleiding 1Aanleiding 1Opbouw 1
2. Het bedrijf 23. Het probleem 34. De opdracht 4
Verantwoording 5Resultaten 5
5. Onderzoek 6Doelstelling 6Methodiek 6Hoofd- en deelvragen 6
Verstandelijk beperkten 7Mogelijke devices en input 7Motivatie 7Doelgroep en techniek 8Keuzevaardigheid 8Conclusie 8
Sociale context en sensoren 9Detecteren van emoties 9Wet- en regelgeving voor data 10Conclusie 11
Stappenplan opstellen 11Conclusie en aanbevelingen 14Sensoronderzoek 15
6. Concept 187. Realisatie 22
Algemeen 24Oriëntatiefase 24Onderzoeksfase 24Ontwerpfase 24
8. Evaluatie 24Realisatiefase 25Bedrijf 25Aanbevelingen 25
Persoonlijk 269. Bronnen 27Bijlage I - Project Initiatie Document B1Bijlage II - Onderzoeksverslag B2Bijlage III - Conceptbeschrijving B3
Inhoudsopgave
Pagina IV | Samenvatting
Het moet vanzelfsprekend zijn dat mensen met een verstandelijke beperking in hun dagelijks leven zelfstandig kunnen functioneren. Binnen NoXQS, een ICT-bedrijf dat zich richt op zorgtoepassingen voor mensen met een verstandelijke beperking, is men zich hier goed van bewust.
Binnen dit afstudeerproject is niet alleen gekeken naar huidige oplossingen voor dit streven, maar zeker ook toekomstige mogelijkheden. De basis die hiervoor gebruikt is, is een stappenplan methode. Dit maakt het project automatisch twee keer zo groot aangezien de begeleider/verzorger, van de persoon met de verstandelijke beperking, een belangrijke rol speelt.
Tijdens het verloop van dit project is er onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om, middels sensorische en open data, de sociale context vast te stellen. Dit om een adaptieve user interface te kunnen realiseren. Een belangrijk onderdeel hier in was het vaststellen en visualiseren van emoties middels hersenactiviteit.
Het doel van dit afstudeerproject is met name om de kansen van huidige en toekomstige technologie aan het licht te brengen. Door hier nu al over na te denken kan een voorsprong worden opgebouwd en de technologie sneller toegepast.
In deze scriptie is het verloop van dit project en de uiteindelijke resultaten beschreven. Het onderzoek, dat voor dit project is uitgevoerd, geeft antwoord op de vraag: ‘Kan een adaptieve user interface, voor een stappenplan hulpmiddel, een positieve meerwaarde leveren aan mensen met een verstandelijke beperking?’. Hierbij is ook onderzocht welke sensoren gebruikt kunnen worden om het handelen van de gebruiker te herkennen en hier op in te spelen.
Op basis van het theoretisch onderzoeksverslag is een concept opgesteld voor een Android applicatie en bijpassende webdienst. De applicatie is gericht op de persoon met de verstandelijk beperking. De webdienst geeft de begeleider de mogelijkheid om het profiel van de cliënt te beheren.
Naast dit alles is nog een sensoronderzoek uitgevoerd. Hierbij is, door middel van de Emotiv EPOC, hersenactivieit gemeten en vertaald naar emoties.
Samenvatting
Summary | Pagina V
Summary
It should be common sense that people with mental disabilities are able to go about their daily lives independently. At NoXQS, an ICT-company that focuses on healthcare solutions for people with mental disabilities, this is their main focus.
For this thesis the focus wasn’t just on current solutions, but also future ones. The starting point was a step guide method which automatically increases the scope of the project since the caregiver serves an important role.
During the course of this project research has been done to examine the possibilities for sensory and open data to establish the social context. This is needed to realise an adaptive user interface. An important part of this research was to detect and visualise emotions through brain activity.
The purpose of this thesis was to show the changes of current and future technology regarding this subject. Researching this at an early stage can mean an advantage and quicker acceptance of new technology.
This paper shows the course of this project and it’s results. The research that was done for this thesis, gives an answer to the give whether or not an adaptive user interface, for a step guide aid, has a positive advantage for people with mental disabilities. To answer this question it was examined which sensors could be used to recognize the behaviour of the user and respond accordingly.
Based on this theoretical research paper, a concept was designed for an Android application en matching web service. The application is mend for the person with a mental disability. De web service give the caregiver the possibility to manage the client’s profile.
Besides this, a sensor research was executed. The Emotiv EPOC was used to measure brain activity which was then translated into emotions.
Pagina VI | Verklarende woordenlijst
Adaptieve user interfaceEen user interface (interactie tussen mens en machine) welke zich aanpast aan de wensen en eisen van de gebruiker en de informatie die overgebracht dient te worden.
AppscriptionEen van de tien voorspelde trends voor 2013 volgens Trendwatching.com. Deze houdt in dat men steeds meer gebruik maakt van applicaties voor advies en hulp betreffende hun gezondheid.
AutismeEen aangeboren ontwikkelingsstoornis die zich kenmerkt door beperkingen op het gebied van sociale interactie en (non-)verbale communicatie door een beperkt, repetitief of stereotiep gedragspatroon.
Drag ‘n dropEen bewerking waarbij onderdelen op het scherm worden versleept om te verplaatsen.
IntrusiveEen gevoel of situatie welke als storend, ongewenst en/of vervelend wordt ervaren.
NoXQSStagebedrijf welke zich richt op het ontwikkelen en exploiteren van internetdiensten en -producten die kwaliteit toevoegen aan het leven van mensen met een verstandelijke beperking.
Open dataVrij beschikbare informatie waarbij voor het gebruik voorwaarden zijn opgesteld in licenties en gebruikersvoorwaarden.
Proof of conceptEen realisatie van een methode of idee om de haalbaarheid er van aan te kunnen tonen.
Sensorische dataInformatie welke afkomstig is van sensoren om veelal analoge informatie te kunnen digitaliseren.
QUIM modelQuality in Use Integrated Map model. Dit hiërarchisch model wordt gebruikt om de kwaliteit van de user interface en usability te kunnen ontwerpen en testen.
Verstandelijke beperkingEen significante beperking van de intelligentie (IQ < 75) en van het adaptief gedrag. Hierdoor is men zowel sociaal als praktisch beperkt. Leren redeneren en problemen oplossen is daardoor lastig
Verklarende woordenlijst
Inleiding | Pagina 1
Inleiding
AanleidingIn Nederland zijn er 473.000 mensen met een verstandelijke beperking. 186.941 mensen binnen deze groep krijgen gehandicaptenzorg. Binnen de verstandelijke gehandicaptenzorg zijn er 160.411 mensen werkzaam. Ondanks de gunstige verhouding blijkt de werkdruk vaak erg hoog. Het streven om de cliënt zelfstandiger te laten functioneren blijkt vaak moeilijk haalbaar. Vooral bij onverwachte situaties is begeleiding nog gewenst.
Voor de cliënt zelf brengt meer zelfstandigheid veelal een verbeterde kwaliteit van leven met zich mee. Hoewel de motivatie aanwezig is, kunnen sommige situaties te veeleisend blijken. Op dergelijke momenten blijft hulp noodzakelijk.
NoXQS, dat actief is in de ICT en zorg sector, wilt een product realiseren waarmee zowel de cliënt alsmede de begeleider geholpen worden. Als basis is hiervoor een stappenplan gekozen. Dit blijkt een sterk hulpmiddel te zijn om situaties te voorspellen en de cliënt te sturen.
Met de huidige techniek die voorhanden ligt is het mogelijk om met een dergelijk product gepersonaliseerde zorg aan te bieden. Hiervoor dient het stappenplan adaptief te worden om met verschillende situaties en personen om te kunnen gaan. Om dit te realiseren moet er onderzoek verricht worden naar het vaststellen van de sociale context op basis van sensorische data en hoe dit vervolgens ingezet dient te worden.
OpbouwDeze scriptie is een chronologische vastlegging van het afstudeerproject. In het volgende hoofdstuk treft u informatie over het bedrijf NoXQS. Hoofdstuk drie zal verder ingaan op de probleemstelling waardoor dit afstudeerproject tot stand is gekomen. De opdrachtomschrijving die hieruit volgde, is vastgelegd in hoofdstuk vier. Het onderzoek dat voor dit project is uitgevoerd, staat samengevat in hoofdstuk vijf en is als volledig verslag als bijlage toegevoegd.Het concept dat vanuit dit onderzoek is ontstaan, staat beschreven in hoofdstuk zes en de realisatie van de prototypes in hoofdstuk zeven. In hoofdstuk acht is een evaluatie van het project en het persoonlijke leerproces opgenomen.
Pagina 2 | Het bedrijf
NoXQS is sinds 2005 werkzaam in de ICT en zorg sector met een klein team van ongeveer twintig medewerkers. Sinds kort produceren zij naast internetdiensten ook applicaties voor smartphone en tablet. Als doelgroep richten zij zich met name op verstandelijk beperkten en hun omgeving.
De producten en diensten die NoXQS levert, hebben als doelstelling om een toevoeging te bieden aan de kwaliteit van leven van de gebruiker. Het moet steeds makkelijker en gewoner worden om met een verstandelijke beperking deel te nemen aan de digitale informatie-uitwisseling.
Het bijzondere van NoXQS is dat veel van hun medewerkers een vorm van autisme hebben. Niet alleen zijn zij talentvolle programmeurs maar zijn daarnaast ook goed op de hoogte van de behoefte van hun doelgroep. Dit komt de kwaliteit van de geleverde producten en diensten alleen maar ten goede.
Externe ontwikkelingenZelfredzaamheidVanuit de overheid wordt zelfredzaamheid, van voornamelijk ouderen, steeds meer gestimuleerd. Niet alleen om de kosten en werkdruk in de zorg te verlagen. Vaak blijkt de persoon zelf hier ook behoefte aan te hebben. In zo’n geval kan domotica of kleinere ICT-hulpmiddelen deze zelfredzaamheid bevorderen.
Grijze drukDe druk om aan iedere zorgbehoevende zorg te verlenen wordt te groot. Het is dus uiterst belangrijk om nu naar mogelijkheden te zoeken om deze grijze druk te compenseren en effectiever zorg te verlenen.
AppscriptionsDe opkomst van draagbare technologie zoals smartphone heeft geleidt tot de trend appscription. Deze houdt in dat men steeds meer gebruik maakt van persoonlijke techniek als lifecoach en dokter. Echter zijn er weinig applicaties gericht op specifieke doelgroepen, zoals verstandelijk beperkten.
Het bedrijf
Het probleem | Pagina 3
Het probleem
Een methode die al binnen NoXQS is ontworpen, is het gebruik van een stappenplan. Hiermee kan een activiteit of taak, stap voor stap worden uitgelegd. Deze informatie biedt steun om de betreffende activiteit zelfstandig uit te voeren.
Aangezien niet iedere persoon hetzelfde is moet de ondersteuning op maat geleverd kunnen worden. Daarbij moet er een oplossing gevonden worden om het juiste stappenplan op het juiste moment aan te kunnen bieden. Een adaptieve user interface lijkt hiervoor de beste oplossing. Sensoren lijken hier een passende rol in te kunnen vervullen. Hierdoor kan het stappenplan middels open en sensorische data altijd een gepast advies aanbieden.
De grote uitdaging bij dit project is de doelgroep. Deze is erg breed en veelzijdig. De user interface moet eenvoudig genoeg zijn om vrij snel te kunnen leren te gebruiken. Echter moet er de ruimte zijn om groei te kunnen stimuleren zonder hiervoor de interface aan te moeten passen.
Daarbij bestaat het concept uit twee onderdelen. Eén deel is het doorlopen en gebruik van het stappenplan. Het tweede deel is het aanmaken en beheren van de stappenplannen. Beiden worden door zeer verschillende doelgroepen gebruikt en vereisen een verschillende user interface.
Het probleem dat ten grondslag ligt voor dit project, is te vergelijken met leren fietsen. Dit is voor velen de eerste stap naar zelfstandigheid. In het begin heb je veel steun van een ander nodig om je een zetje in de juiste richting te geven. Met kleine stapjes kom je steeds verder, maar val je ook nog vaak genoeg. Op die momenten wil je erop kunnen vertrouwen dat er iemand in de buurt is die je kan helpen.
Nu betekent dit, voor mensen met een verstandelijke beperking, dat de begeleider constant aanwezig moet zijn om ondersteuning te bieden.Dit zodat, mocht een situatie escaleren, de begeleider kan ingrijpen en de persoon in kwestie kan geruststellen. Een ICT-hulpmiddel zou deze begeleiding een stuk efficiënter kunnen maken.
Pagina 4 | De opdracht
De opdrachtDe opdracht voor dit afstudeerstageproject is als volgt te definiëren:Voor NoXQS zal er binnen de periode van 11 november 2013 tot 31 maart 2014 een toepassing onderzocht, ontworpen en gerealiseerd worden voor de doelgroep van mensen met een verstandelijke beperking. Deze toepassing zal gebaseerd zijn op de huidige stappenplan editor en beschikken over een adaptieve user interface, met als doel het effectief begeleiden van de gebruiker en ondersteunen van zijn/haar begeleider. Dit zal middels verscheidene sensorische data gerealiseerd worden. Daarnaast zal deze toepassing als proof of concept dienen om de bruikbaarheid van deze methode te kunnen meten en bewijzen.
Bestaand stappenplanVerschillende activiteitenDe onderwerpen van de stappenplannen zijn vooral gericht op alledaagse en/of sociale activiteiten. De moeilijkheid hierbij is dat dergelijke activiteiten vaak zeer verschillende uitkomsten kunnen hebben. Een statisch stappenplan kan vrijwel geen rekening houden met deze mogelijkheden.
Ja/NeeDe methode van NoXQS is dynamischer opgesteld door middels een vraag de situatie te beoordelen. Afhankelijk van het antwoord kan een andere vervolgstap voorgesteld worden.
EditorHet opstellen, aanpassen en evalueren van de stappenplannen is, in deze, de taak van de begeleider. Om deze taak zo efficiënt mogelijk te maken wordt de werkdruk niet onnodig hoger gemaakt. Binnen NoXQS is gekozen om dit in de vorm van een webapplicatie aan te bieden. Middels drag ‘n drop kan de begeleider nieuwe stappen toevoegen of bestaand wijzigen.
De opdracht | Pagina 5
VerantwoordingEr is bewust gekozen voor de brede doelgroep van mensen met een verstandelijke beperking. De reden hiervoor is omdat het niveau van hun vaardigheden en kennis sterk afhankelijk is van hun intrinsieke motivatie. Ze zijn bereid en capabel om vrijwel alles te leren zolang zij hier zelf voor kiezen. Hoewel het noodzakelijk is om hun gemiddelde vaardigheid in kaart te brengen, zijn manieren om te enthousiasmeren en motiveren belangrijker.
De term verstandelijke beperking geeft het verkeerde beeld dat lage verwachtingen moeten worden gesteld aan mensen in deze doelgroep. Het is niet zozeer dat het voor hun onmogelijk is, slechts lastiger. Het aanleren van nieuwe vaardigheden vraagt meer doorzettingsvermogen en vaak ook meer begeleiding. Het is dan ook alleen maar noemenswaardig dat zij zich zo inzetten om nieuwe dingen te leren.
Daarnaast is de doelgroep, vanuit een communicatie oogpunt, geen doelgroep maar een bevolkingsgroep. Een doelgroep kenmerkt zich door gelijkenissen in levensstijl en/of interesses. De doelgroep verstandelijk beperkten is te divers om dergelijke gelijkenissen in vast te stellen. Door in dit onderzoek een grote doelgroep te kiezen kunnen de uitersten worden vastgesteld als leidraad voor de ontwerpfase.
De opdracht vraagt voor een adaptieve user interface. Deze moet zich niet alleen aan de situatie, maar ook aan de persoon aanpassen. Hierdoor moet het mogelijk kunnen zijn om de user interface te laten meegroeien met de vaardigheid van de gebruiker. Door de doelgroep zo breed mogelijk te onderzoeken kan de meest eenvoudige vorm van de user interface vastgesteld worden alsmede de meest uitgebreide vorm.
ResultatenDe volgende resultaten dienen opgeleverd te worden:
Onderzoeksrapport; Dit rapport dient om inzicht te krijgen in de doelgroep en als verantwoording voor de keuzes voor het te realiseren concept. Het is met name belangrijk om de doelgroep te onderzoeken met betrekking tot de user interface. Daarnaast moet onderzocht worden of de bestaande principes vanuit de user interface design ook van toepassing zijn bij deze doelgroep.
Analyse en ontwerpdocumentatie;De technische eisen, functionaliteiten, conceptbeschrijving en huisstijl behoren tot deze documentatie. Deze documentatie is vooral belangrijk bij de overdracht van dit project.
Proof of concept voor de eindgebruiker;Het streven is om het proof of concept zo compleet mogelijk op te leveren. Dit zodat het geschikt is voor evaluatie bij de doelgroep. Daarnaast kan het zijn dat bepaalde functies of andere ideeën goed werken op papier en eenmaal gerealiseerd toch ongeschikt blijken. Door zoveel mogelijk functies en onderdelen van het ontwerp te realiseren kan een betrouwbaarder ontwerp worden gegarandeerd.
Proof of concept voor de begeleider;Het succes van dit concept is voor een groot deel afhankelijk van de kwaliteit van het stappenplan. Daarom moet dit onderdeel zo snel mogelijk met de doelgroep geëvalueerd kunnen worden. Een dergelijke editor heeft veel verschillende functies nodig om een zo sterk mogelijk stappenplan op te stellen. De complexiteit van het concept moet zo snel mogelijk zichtbaar zijn.
Pagina 6 | Onderzoek
Onderzoek
MethodiekIn het vooronderzoek is gekozen om middels interviews binnen het bedrijf inzicht te verkrijgen in de werkwijze van NoXQS, het probleem, en de doelgroep. Het theoretisch onderzoek is vanuit deskresearch gerealiseerd waarbij verscheidene rapporten, boeken en websites geraadpleegd zijn. Daarnaast is er onderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheid om externe sensoren te gebruiken binnen het concept. Deze waren ten behoeve van een emotiesensor. Hierbij bleek extra onderzoek naar de psychofysiologische verwerking van emoties noodzakelijk.
Naast de interviews hebben gesprekken met experts zowel binnen als buiten NoXQS de richting van het onderzoek gestuurd. Met name het gesprek met Martina Tittse-Linsen, oprichtster van Pictogenda(www.pictogenda.nl), gaf veel nieuwe inzichten voor geschikte user interfaces voor de doelgroep.
Hoofd- en deelvragenDe hoofdvraag van dit onderzoek luidt:Kan een adaptieve user interface, voor een stappenplan hulpmiddel, een positieve meerwaarde leveren aan mensen met een verstandelijke beperking?
Om deze vraag te kunnen beantwoorden zijn er drie deelvragen opgesteld. Deze zijn:1. Hoe is de doelgroep mensen met een verstandelijke
beperking te definiëren?2. Welke sensorische data gebruikt worden om een situatie en
het handelen van de gebruiker te herkennen om hier op te kunnen reageren?
3. Op welke wijze moet het stappenplan opgesteld worden om bruikbaar te zijn voor de doelgroep?
DoelstellingHet onderzoek moet een antwoord kunnen bieden op de vraag welke sensorische en open data kan bijdragen aan de kwaliteit van het eindproduct. Daarbij moet het onderzoek duidelijkheid verschaffen in de wensen, eisen en beperkingen van de doelgroep ten opzichte van de user interface.
Onderzoek | Pagina 7
Verstandelijk beperktenVolgens de American Association on Intellectual and Developmental Disabillities, wordt een verstandelijke beperking gedefiniëerd door een significante beperking van de intelligentie (IQ < 75) en van het adaptief gedrag. Hierdoor is men zowel sociaal als praktisch beperkt. Leren redeneren en problemen oplossen is daardoor lastig (AAID, 2013).
De ontwikkeling van iemand met een verstandelijke beperking is langzamer en stagneert vaak op een bepaalde ontwikkelingsleeftijd. Afhankelijk van de ontwikkelingsleeftijd waarin zij zich bevinden zijn er andere kenmerken te benoemen. Het besef van geld, tijd en abstract denken zijn vaak beperkt. Het aanleren van deze vaardigheden blijkt mogelijk, al kost dit meer tijd dan bij mensen zonder deze beperking.Korte eenvoudige zinnen zijn goed te begrijpen en kunnen afgewisseld worden met herkenbare iconen en pictogrammen.
Mogelijke devices en inputDe mogelijkheid om een apparaat te bedienen via aanraking is met de komst van tablets en smartphones uitgebreid. Naast het aanraken (touch) is er ook onderscheid in long press, swipe, drag, double touch, pinch open en pinch close (Android, 2013).
De doelgroep is minimaal in staat om middels touch en swipe een apparaat te bedienen. De schermgrootte kan bijdragen in het gebruikersgemak om knoppen zichtbaarder te maken en daarmee fouten door ernaast te drukken te verminderen. Het is mogelijk dat de gebruiker, bij het eerste gebruik, extra training en/of uitleg nodig heeft. Een smartphone, tablet of phablet zijn hierdoor geschikte platformen voor de doelgroep.
MotivatieDe theorieën voor motivatie kunnen worden onderverdeeld op basis van verwachting, oorzaak, interesse en waarden.Zo kan men zijn eigen kans op falen of succes baseren op zijn zelfkennis van de eigen vaardigheden of op het gevoel van controle op de taak. Hoe lager dit is, des te lager schat men zijn eigen kansen in om te slagen (Eccles & Wigfield, 2004).
Anderzijds zijn er theorieën die uitgaan van intrinsieke en extrinsieke motivatie. De oorzaak van de motivatie komt dan ofwel uit de eigen interesse of vanuit een beloning die volgt bij succes. Mensen zijn competitiegericht en willen optimaal gestimuleerd worden. Hierdoor is men eerder geneigd uitdagende taken te kiezen. De flow theorie gaat hier op verder en legt een verband tussen de vaardigheden van de persoon en de moeilijkheidsgraad van de taak (Eccles & Wigfield, 2004).
Wanneer een taak binnen een bepaald interessegebied valt is men eerder gemotiveerd deze taak uit te voeren. De motivatie is met name gebaseerd op de positieve invloed die het slagen heeft op het voorkomen van de persoon en de beheersing van zijn vaardigheid. Zelfverbetering en competitie zijn in deze de reden van de motivatie (Eccles & Wigfield, 2004).
In de terugkoppelingstheorie wordt er juist vanuit gegaan dat de persoonlijke interpretatie van het resultaat de motivatie beïnvloed. De kans van slagen wordt afgewogen aan de hand van vaardigheid, inzet, moeilijkheidsgraad en geluk. Stabiele factoren zoals vaardigheden wegen hierbij zwaarder dan geluk (Eccles & Wigfield, 2004).
Pagina 8 | Onderzoek
Doelgroep en techniekVooral gebruikers met een beperking merken dat applicaties, tijdens hun ontwerp, niet altijd rekening houden met het gebruiksgemak voor specifieke doelgroepen. Veel voorkomende problemen zijn te kleine knoppen, te moeilijke menu’s, teveel menu’s, onnodige functies en te kleine tekst. Daarnaast is de feedback van de applicatie ontoereikend om een juiste besturing te garanderen (Saenz de Urturi Breton, Jorge Hernández, Méndez Zorrilla, & García Zapirian, 2012).De hardware van smartphones en tablets biedt de mogelijkheid om voor elke doelgroep een geschikte applicatie te ontwikkelen. Een gedegen training en begeleiding voor, en door, begeleiders en familie kan het gebruik van een dergelijke techniek stimuleren en garanderen.
KeuzevaardigheidOm een keuze te kunnen maken moeten de opties voorspellende uitkomsten hebben en geëvalueerd kunnen worden (Pirtošek, Georgiev, & Gregorič-Kramberger, 2009).
Een keuze wordt gemaakt op basis van de kans op succes en het voordeel dat dit succes met zich mee brengt. Hierdoor ontstaat het probleem dat informatie verkeerd ingezet wordt en de keuze kleurt (Gilbert, 2005).
Doordat verschillende soorten informatie moeten worden afgewogen bij dit proces ontstaan fenomenen zoals keuzeblindheid en het framing effect. Hierdoor kan het keuzeproces beïnvloed worden en leiden tot verkeerde keuzes. Eén van de informatiebronnen is de emotie.
Gezien de kenmerken van de doelgroep zou dit betekenen dat hun keuzevaardigheid beperkt is. Het blijkt echter dat men, zeker met autisme, consistenter is in het maken van keuzes en minder risico’s neemt (De Martino, Harrison, Knafo, Bird, & Dolan, 2008).Hierbij moet de context en de mogelijke opties wel begrijpelijk en niet sturend gecommuniceerd worden, zodat men een juiste afweging kan maken.
ConclusieZeker binnen de doelgroep verstandelijk beperkten is zichtbaar dat er geen eenduidig antwoord is voor hoe iemand leert, communiceert en begrijpt. Wel is een besef van afbeeldingen, pictogrammen, losstaande woorden en korte zinnen een randvoorwaarde die geconcludeerd kan worden.
Daarnaast mag er vanuit gegaan worden dat de doelgroep in staat is om een smartphone of tablet te bedienen. Het gebruik van de smartphone en bijbehorende applicaties kan vanuit verschillende manieren gestimuleerd worden. Onafhankelijk van de gekozen methode dient de moeilijkheidsgraad te passen bij de vaardigheid van de gebruiker. Ook moet een duidelijk positief resultaat mogelijk zijn.
Onderzoek | Pagina 9
Sociale context en sensorenVoor dit onderzoek is er gekeken naar beschikbare sensoren in smartphones en tablets. Deze zijn onder te verdelen in beweging, omgeving en positie sensoren. Per type smartphone en tablet verschilt de aanwezigheid en kwaliteit van de sensoren (Android, 2013).
Er is al technologie beschikbaar waarmee de locatie van een persoon exact vastgesteld kan worden (Broadcom, 2012). Door deze locatie te plaatsen binnen een context piramide naast andere sensordata en patroonherkenning kan hiermee een betrouwbare sociale context worden vastgesteld (Pei, et al., 2013).
Om in de context piramde bewegingsdetectie op te kunnen nemen kan het LoMoCo model worden gebruikt. Hierbij wijst een unieke combinatie van locatie, beweging (motion) en context op een bepaalde activiteit (Pei, et al., 2013).
Hoewel er binnen een stappenplan sensorische data zoals weer, tijd en navigatie kan worden gebruikt, valt dit buiten dit onderzoek. Deze informatie is namelijk afhankelijk van de gebruiker en het onderwerp van het stappenplan.
Detecteren van emotiesNaast de fysieke parameters is emotie een extra data die kan worden geutiliseerd. Hiervoor zijn al verschillende intrusive en non-intrusive middelen ontwikkeld. Zo kan het gebruik van een smartphone, biometrische data, gezichtsuitdrukkingen, of hersenactiviteit inzicht bieden in emoties.
Het probleem van enkele van deze mogelijkheden, met betrekking tot deze doelgroep, is dat mensen met aandoeningen zoals Asperger niet in staat zijn de juiste emotie te tonen (NVA). Hierdoor is het detecteren van emoties via gezichtsuitdrukkingen en houding af te raden (Picard, 2009). Zeker ook omdat hiervoor een langere periode van training nodig is voor zowel de gebruiker als de techniek (Gay, Leijdekkers, Agcanas, Wong, & Wu, 2013).
Een emotie bestaat uit valentie, een stimulus, een doel en een respons. Deze respons bestaat weer uit een gevoel, gedrag en fysiologische reactie. Vanuit de psychofysiologie kan een betrouwbare lichamelijke reactie worden vastgesteld. Hierbij wordt gelet op het autonome zenuwstelsel in het perifere zenuwstelsel. Deze is opgedeeld in een sympathisch en parasympathisch zenuwstelsel welke beide andere reacties kan opwekken. De balans tussen beiden kan als emotie worden gemeten (Gruber, 2013).Ruwe sensor data
GPS, wifi, bluetooth, kompas,
accelerometer, etc.
Fysieke parameters
Lichaamshouding, positie,
oriëntatie, verplaatsing, etc.
Patroonherkenning
Statistieke conclusies op basis
van de sensorische data
Simpele contextuele omschrijvingen
Staand, in keuken,
met medebewonener, etc.
Omschrijving voor activiteit
Ontbijt aan het bereiden met
medebewoner Richard.
Volledige context
Op woensdagochtend om half acht maakt de
gebruiker samen met medebewoner Richard
het ontbijt in de keuken. De gebruiker staat aan
het aanrecht te snijden terwijl Richard bij het
fornuis staat te bakken.
Figuur 1: Voorbeeld van context piramide
Pagina 10 | Onderzoek
Om deze signalen af te kunnen lezen zijn een galvanic skin response sensor (GSR) nodig om de eccrine zweetklieren in de handpalmen te meten. Daarnaast moet de hartslag en ademhaling (RSA) vastgesteld kunnen worden. De lichaamstemperatuur stijgt en daalt ook afhankelijk van bepaalde emoties en kan slechts via enkele punten op het lichaam betrouwbaar gemeten worden. Ook bied de doorbloeding extra inzichten in de ervaren emoties (Gruber, Human emotion 7.2: psychophysiology ii (cardiovascular system), 2013).
Het blijkt echter dat, door de invloed van externe factoren op de lichamelijke functies, het in de praktijk lastig is om emoties op deze wijze vast te stellen.
Wet- en regelgeving voor dataDe wet bescherming persoonsgegevens betreft, zo luidt in artikel 2 lid 1, de gehele of gedeeltelijke geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Deze wet is niet van toepassing bij activiteiten die uitsluitend bedoeld zijn voor persoonlijke of huishoudelijke activiteiten (Overheid, 2013).
Voorafgaand aan het verzamelen van persoonsgegevens dient de gebruiker hiervan medegedeeld te worden alsmede de doeleinden van deze verzameling zoals opgelegd in artikel 33. Het doeleinde voor de verzameling van gegevens moet, volgens artikel 7, gerechtvaardigd zijn en uitdrukkelijk omschreven. In artikel 8 staat vermeld dat deze gegevens vervolgens alleen gebruikt mogen worden als de gebruiker hier zijn ondubbelzinnige toestemming voor heeft verleend. Bij deze doelgroep is dit echter niet altijd te garanderen. Buiten de doeleinden waarvoor deze gegevens zijn verkregen, mogen deze, volgens artikel 9, niet verder worden verwerkt waarbij het wel is toegestaan deze voor statistische of wetenschappelijke doeleinden te gebruiken. Hierbij moeten de persoonsgegevens, volgens artikel 10, op dusdanige manier worden bewaard dat de betrokkene niet te identificeren is en de gegevens niet langer dan noodzakelijk bewaard worden. Artikel 14 geeft aan dat de wijze van opslag middels technische en organisatorische maatregelen beschermt dient te worden tegen het onrechtmatig verkrijgen en verwerken van derden.De gebruiker heeft hierbij middels artikel 35 het recht om een omschrijving van de gegevens en hun doeleinden in een begrijpelijk vorm gepresenteerd te krijgen (Overheid, 2013).
Opwinding
Hoog
Stress
Angst
WoedeBlijdschap
Geluk
Zeer ontspannen
Depressief
BedroefdTederheid
Verontrust
Positief Negatief
Laag
Valentie
Figuur 2: Emoties ten opzichte van valentie en opwinding
Onderzoek | Pagina 11
ConclusieOm een juiste inschatting te kunnen maken van de activiteiten van de gebruiker zijn de sensoren van een smartphone toereikend. Voor dit project zal de smartphone dan ook gebruikt worden als platform voor de eindgebruiker. Gezien het feit dat een sociale context en emotie verschillende facetten heeft is een breed scala aan sensoren aan te raden. Middels onderzoek en testen kan de patroonherkenning van de sociale context en emotie worden opgesteld. Hierbij moet wel rekening gehouden worden dat het hier persoonlijke informatie betreft en veiligheid en discretie gewenst is.
Stappenplan opstellenHet stappenplan voor dit project moet beschikken over een adaptieve/zelflerende user interface. Dit betekent dat het systeem betrouwbare beslissingen moet kunnen nemen betreffende de situatie van de gebruiker. Om verwarring en foute conclusies te voorkomen is transparantie essentieel(Peissner & Sellner, 2013).
Een stappenplan bestaat uit chronologisch opvolgbare stappen welke tot één doel leiden. Doordat in dit project keuzemomenten zijn per stap is de term binaire beslissingsdiagram beter.
Een binaire beslissingsboom heeft per stap twee mogelijke uitkomsten. Hierdoor zijn de hoeveelheid stappen per niveau exponentieel. Een binaire beslissingsdiagram reduceert deze stappen door dubbele uitkomsten samen te voegen. Hierdoor kan een asynchroon diagram ontstaan (Jacobi, Calazans, & Trullemans, 1991). Deze reductieregels zijn een eis voor een succesvol stappenplan.
Door breder te kijken naar enquêtetools komen nog meer regels naar voren. Alle stappen en de daaruit voortkomende informatie moeten relevant en accuraat zijn. De schrijfwijze, lengte en tempo van het stappenplan zijn punten waar dan ook kritisch naar moet worden gekeken (SurveyMonkey, 2011).
Figuur 3: Voorbeeld van een binaire beslissingsdiagram
Figuur 4: Voorbeeld van een binaire beslissingsboom
Pagina 12 | Onderzoek
Voor- en nadelen voor de begeleiderHet hulpmiddel dat voortkomt uit dit project kan, in theorie, de werklast van de begeleider verminderen. Echter neemt het beheren van de stappenplannen ook de nodige tijd in beslag. Doordat de kwaliteit van dit hulpmiddel voor een groot deel gebaseerd is op de kwaliteit van de stappenplannen, is het belangrijk te weten dat de begeleider deze taak kan vervullen.
De verhouding tussen cliënten en begeleiders is vrijwel 1 op 1. In 2011 waren 160.411 mensen werkzaam in de verstandelijke gehandicaptenzorg voor 186.941 mensen met een beperking. Ondanks deze verhouding blijkt 86% een te hoge werkdruk te hebben en 17% teveel arbeidsuren te maken (Rijksoverheid, 2013). Het verlagen van de werkdruk kan dus een significante meerwaarde leveren.
Aangezien de meeste opleidingen zoals SPW geen ICT vakken aanbieden is de kennis van ICT van begeleiders niet vast te stellen. Wel is duidelijk dat 96% van de Nederlandse bevolking in het bezit is van een personal computer, 82% van de bevolking mappen en informatie kan verplaatsen, kopiëren en plakken, en slechts 11% kan programmeren waarvan slecht 4% van de vrouwelijke bevolking (CBS, 2013).
Daarnaast zijn er 5,6 miljoen mensen (33% van de bevolking) in het bezit van een tablets en 8 miljoen(48% van de bevolking) van een smartphone (van Hoek, 2013).
Kenmerken van een goede vragenlijstVoor dit onderzoek is aangenomen dat het beslissingsdiagram gelijkenissen vertoond met een vragenlijst. De kwaliteit van een vragenlijst is voornamelijk afhankelijk van de vraagstelling. Echter de user interface moet zoveel mogelijk kunnen faciliteren in het doorlopen van de vragen. Bij usability testing kan het Quality in Use Integrated Map model (QUIM) worden gebruikt om de kwaliteit te meten (Seffah, Kececi, & Donyaee, 2001).
Gradaties voor oplopende complexiteitAangezien het te realiseren product voor een smartphone ontwikkeld zal worden is het raadzaam te kijken naar de ontwerp richtlijnen van Apple en Android. Hierbij wordt geadviseerd het aantal stappen in de navigatie te beperken, een knop minimaal 10mm2 te maken en proberen deze altijd in beeld te houden. Aangezien er additionele functionaliteiten gebruikt kunnen worden zoals TalkBack en een aangepaste tekstgrootte moet hier rekening mee gehouden worden in het ontwerp (Android Developers, 2013). De tekstgrootte moet nooit kleiner zijn dan 12sp (22pt) en de afstand tussen elementen nooit kleiner dan 8dp (Android Developers, 2013).
Tijdens de testfase zijn er een aantal punten waarmee de gebruiksvriendelijkheid vastgesteld kan worden. Allereerst moet de gebruiker in staat zijn de taak volledig af te ronden en mogelijke problemen hierbij opgelost worden. De tijd die de gebruiker nodig heeft, ten opzichte van de beoogde tijd, kan een indicatie zijn van mogelijke problemen. De route die de gebruiker doorloopt bij het uitvoeren van een taak geeft hierbij extra inzichten (Sauro, 2011).
Onderzoek | Pagina 13
De gradaties van een user interface verschillen per product. Consistentie en een overzichtelijk design liggen hierbij ten grondslag. Door een overzicht te maken van mogelijke taken, functies en opties op basis van moeilijkheidsgraad en relevantie ontstaan verschillende niveaus van complexiteit. Door het gebruik van het product te analyseren kan geconstateerd worden wanneer een ander niveau wenselijk is.
Eisen voor een adaptieve user interfaceEen adequate user interface dient minimaal aan de volgende tien eisen te voldoen:1. Men moet duidelijk geïnformeerd worden over keuzes en
gebeurtenissen in de user interface.2. Het taalgebruik past bij de gebruiker.3. Stappen moeten ongedaan gemaakt kunnen worden en
opnieuw uitgevoerd.4. Iconen en termen moeten consistent gebruikt worden.5. Het systeem moet om kunnen gaan met fouten om
foutmeldingen naar de gebruiker te voorkomen.6. Het systeem moet faciliteren in het onthouden en
presenteren van informatie.7. Indien mogelijk moet het systeem taken over kunnen
nemen.8. Iconen, informatie en andere elementen die niet
noodzakelijk zijn voor de kerninformatie moeten tot een minimum gehouden worden.
9. Een foutmelding moet de gebruiker voldoende informeren om de fout te herstellen.
10. Er moet voldoende hulp/documentatie voorhanden zijn om in uiterste nood te kunnen ondersteunen(Nielsen, 1995).
ConclusieHet is zeker mogelijk om middels een stappenplan een situatie te herkennen en adequaat advies te kunnen geven over het handelen. Hiervoor zijn feitelijk geen andere richtlijnen nodig al is het aan te raden hier strenger mee om te gaan. Sensorische en open data kan de lengte en moeilijkheidsgraad van het stappenplan positief beïnvloeden. Dit vraagt echter wel meer intelligentie van het systeem dat gerealiseerd moet worden.Een goed opgezet stappenplan kan een positief effect hebben op de kwaliteit van leven van de gebruiker alsmede op de werklast van zijn begeleider.
Pagina 14 | Onderzoek
Conclusie en aanbevelingenDe hoofdvraag van dit onderzoek was:Kan een adaptieve user interface, voor een stappenplan hulpmiddel, een positieve meerwaarde leveren aan mensen met een verstandelijke beperking?
Er kan worden aangenomen dat de doelgroep in staat is pictogrammen, losstaande woorden en korte simpele zinnen te begrijpen. Daarnaast is de doelgroep in staat om een touchscreen zoals dat van een smartphone of tablet te hanteren. Echter verschillen de vaardigheden hierin sterk binnen de doelgroep.
De sensoren van een smartphone bieden mogelijkheden om de sociale context deels vast te stellen. Hiermee kan het invullen van een stappenplan worden gefaciliteerd. Sensorische en open data biedt inzicht in de emoties en handelen van de gebruiker. Hierdoor kunnen persoonlijke voorkeuren en eigenschappen meegenomen worden in de gebruiksvriendelijkheid van het product. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van de principes van de psychofysiologie.
De kwaliteit van leven van de doelgroep kan met dit product positief beïnvloed worden. De vrijheid en zelfstandigheid van de gebruiker kunnen toenemen door stappenplannen te gebruiken bij bijvoorbeeld sociale situaties. Voor de begeleider kan dit product een afname van de werklast betekenen en samenwerking verhogen.
De gebruiksvriendelijkheid en intelligentie van het systeem is sterk afhankelijk van de opmaak van de stappenplannen. Hierdoor komt er extra druk te staan op de editor en de begeleiders die deze hanteren. Aangezien de ICT vaardigheden van deze doelgroep onduidelijk zijn is de user interface van de editor een even belangrijk aandachtspunt.
Wanneer er tijdens de realisatiefase basisprincipes van onder anderen het QUIM model gebruikt worden, kan een gedegen basis worden gegarandeerd. Daarnaast is een regelmatige evaluatie met de betrokken partijen noodzakelijk om de kwaliteit zo hoog mogelijk te houden.
Het toepassen van een adaptieve user interface met onder anderen sensorische data geeft een significante meerwaarde om dit project te ondernemen.
Onderzoek | Pagina 15
SensoronderzoekEmotiesBasis emoties worden veelal instinctief en snel door het limbische systeem opgewekt zodat men snel kan reageren. Cognitieve interpretaties van onze ervaringen zorgen voor een complexer en gevarieerder scala aan emoties. De secundaire emoties die hieruit voortvloeien zijn voornamelijk opgebouwd uit de mate van opwinding (arousal) en in hoeverre de emoties prettig is (valentie) (Stangor, 2014).
Volgens het onderzoek van Purnell Choppin is de valentie zichtbaar door een hogere frontale coherentie in alfa golfvormen, en een hogere rechter pariëtale aanwezigheid van bèta golfvormen. De opwinding uit zich in een hogere bèta kracht in de pariëtale kwab, samen met een lagere alfa activiteit. De dominantie van de emotie is zichtbaar door een toename in het verschil tussen alfa en bèta activiteit in de frontale kwab, plus een toename van bèta activiteit in de pariëtale kwab (Oude Bos, 2008).
Voor dit onderzoek is er gekozen om te werken met de Plutchik schaal. Deze gaat uit van acht basisemoties welke, in verschillende gradaties, uitwaaieren naar secundaire emoties. Deze kan worden uitgezet op de assen van valentie en opwinding om zo bruikbaar te zijn bij het meten van emoties.
Figuur 5: Schaal van Plutchik aangepast voor emotieherkenning o.b.v. valentie en opwinding
Figuur 4: Schaal van Plutchik
Pagina 16 | Onderzoek
Data ontvangenDe gemeten waarden kunnen uitgezet worden over de verschillende frequenties met de formule:
Om het imaginaire getal i te vermijden wordt de formule:
HersenactiviteitVia een elektro-encefalogram (EEG) kan de hersenactiviteit gevisualiseerd worden. Dit door elektrische potentiaalverschillen (spanningsverschillen) in de hersenen te detecteren. Hersenactiviteit is opgebouwd uit verschillende hersengolven. De voornaamste voor emotiedetectie zijn alfa en bèta (Elektro-encefalografie, 2013).
Type Frequentie Komt voor bijAlfa α 8-12Hz Ontspannen wijze van alertheidBèta β 16-30Hz Intense actieve gedachte en
concentratieGamma γ 30-80Hz Waarneming, problemen oplossen,
angst en bewustzijnDelta δ 0-4Hz Voornamelijk bij baby’s en diepe
slaapTheta θ 4-8Hz Lichte slaap, trance en hypnose
Tabel 1: Soorten frequenties van een EEG
Emotiv EPOCVoor dit project is gekozen voor de Emotiv EPOC. Hoewel deze erg intrusive is en lastig is te plaatsen, is het een goede basis om de detectie van emotie te bewijzen. Er zijn al verscheidene nieuwe producten in ontwikkeling zoals de Emotiv Insight, Muse en project Walnut. Het idee om een headset te dragen die hersenactiviteit meet is dan ook geen vreemde gedachte. Het zal steeds makkelijker en prettiger worden om een dergelijke headset te gebruiken.
Hoewel de EPOC 14 sensoren heeft, zijn er slechts acht welke op de frontale kwab zijn gepositioneerd. In theorie zouden de AF3 en AF4 posities voldoende zijn. Deze zijn ook het makkelijkst te plaatsen aangezien deze zich niet op het haar bevinden.
Figuur 6: Emotive EPOC en de beschikbare sensoren van het 10 20 systeem
Onderzoek | Pagina 17
Hieronder is dezelfde formule gebruikt met de metingen van de AF3 sensor over een tijd van twee seconden. Groene lijnen zijn alfa frequenties en blauwe lijnen staan voor bèta frequenties.
De valentie kan vastgesteld worden door de relatie tussen de linker en rechter alfa activiteit in de frontale kwab. Een verlaagde activiteit aan de linker kant wijst op positieve emoties. Anderzijds wijst een verlaagde alfa activiteit in de rechter kant op negatieve emoties. De formule hiervoor is:
Waarbij L en R respectievelijk staan voor de alfa en bèta activiteit links en rechts (Kim, Kim, Oh, & Kim, 2013).
Om de mate van opwinding vast te kunnen stellen moet de verhouding tussen de alfa en bèta activiteit in de frontale kwab worden gebruikt.
Waarbij α en β staan voor de alfa en bèta activiteit van de frontale kwab.
De formule is getest en bruikbaar bevonden bij frequenties tot 80Hz. Aangezien de maximum frequentie voor het meten van emotie 30Hz is, is dit ruim voldoende. 45Hz en 60Hz worden vaak al met een notch filter verwijderd. Dit om storing van het spanningsnet te voorkomen.
Er zijn minimaal 64 metingen per seconde nodig om de formule te laten werken. Aangezien de gebruikte headset 128 metingen per seconde uitvoert is hier ruim aan voldaan. Een hogere meetfrequentie, van bijvoorbeeld 256 metingen per seconden, zou resulteren in een langere berekentijd. Dit is een afweging die gemaakt zou moeten worden bij het kiezen van andere hardware.
Hierboven is duidelijk zichtbaar dat de formule het gegenereerde signaal (een sinus op frequentie 8 en een sinus op frequentie 33) links, juist filtert naar de twee frequenties in de grafiek rechts.
Pagina 18 | Concept
Vanuit onderzoekUit het onderzoek is duidelijk gebleken dat het product uit minimaal twee onderdelen dient te bestaan; de applicatie voor de gebruiker en de editor voor de begeleider. Bij beiden is consistentie en een minimale complexiteit een basiseis. Ook dient in beide gevallen het systeem zelf zoveel mogelijk informatie op te kunnen nemen en op basis hiervan actie te ondernemen.
Concepten voor de applicatieDe user interface van het stappenplan is, op basis van de richtlijnen, betrouwbaar op te stellen. Hiervoor zijn, met uitzondering van de huisstijl, geen verschillende concepten opgesteld. Het opstarten van het stappenplan heeft echter meerdere mogelijkheden.
De meest eenvoudige optie, vanuit een technisch oogpunt, is het selecteren van een stappenplan uit een lijst. Dit vraagt meer van de gebruiker aangezien deze moet kunnen scrollen/swipen, moet begrijpen onder welke naam een stappenplan staat en zelf moet kunnen zoeken via tekstinvoer.
Een andere optie is om het stappenplan op te starten op basis van de geconstateerde sociale context. De moeilijkheidsgraad van dit concept is dat een sociale context zeer veel parameters heeft. Er zouden meerdere sensoren en een gedegen patroonherkenning nodig zijn om de juiste keuzes te maken.
Een agenda geeft vaak al een hoop inzicht in de sociale context van een persoon. Zo is het tijdstip, locatie, soort activiteit en mogelijke deelnemers bekend. Door een relevant stappenplan aan te bieden bij aanvang van dergelijke afspraak kan op een betrouwbare wijze ondersteuning geboden worden.
Concept
Concept | Pagina 19
Definitieve keuzeVanuit de richtlijnen, zoals deze in het onderzoek zijn vastgesteld, moet het concept zoveel mogelijk de gebruiker kunnen ondersteunen. Het juiste stappenplan moet zo snel mogelijk voor handen zijn. Hierbij moet rekening gehouden worden met het probleem dat ten grondslag ligt aan dit project. Voornamelijk bij sociale situaties is extra begeleiding zeer gewenst. Door alleen te vertrouwen op de informatie van de sensoren is patroonherkenning en training van de sensoren noodzakelijk. Dit beperkt de gebruiksvriendelijkheid aanzienlijk en maakt de kans op foute conclusies onnodig hoog. Welke mogelijkheden er zijn, wordt bepaalt door de kwaliteit en variatie van de sensoren en de patroonherkenning voor deze informatie.
Het definitieve concept is dan ook gevallen op de agenda optie. Pictogenda is een dienst waarmee mensen met een verstandelijke beperking (zelf) een agenda kunnen bijhouden en inzien. Het is dus mogelijk om een dergelijk hulpmiddel in te zetten voor deze doelgroep. Hierdoor is er zeer veel bruikbare informatie beschikbaar voor het systeem om de sociale context te vormen. Door deze informatie te combineren met sensorische data zoals locatie, tijd en handeling kan een juiste inschatting gemaakt worden over het benodigde stappenplan.
Concept voor de editorDe editor is het product dat de begeleider moet gebruiken om stappenplannen op te stellen, aan te passen en te koppelen aan bepaalde activiteiten, afspraken en situaties. Daarbij kan de begeleider via de editor de agenda van de cliënt beheren. Vanuit het onderzoek is gebleken dat kan worden aangenomen dat het verslepen van bestanden en mappen voor iedereen binnen de doelgroep mogelijk is. Aangezien het voor de stappenplannen nodig is gebruik te maken van sensordata is voor inspiratie gezocht naar programmeertools.
Pictogenda
Pagina 20 | Concept
Scratch van MIT is een goed voorbeeld over hoe programmeren met slechts slepen prima mogelijk is. Deze tool is voornamelijk gericht op het maken van spelletjes en animaties. Een vergelijkbare tool is de Android Inventor van MIT.
Voor het koppelen van de verschillende stappen uit het stappenplan, is gekozen voor een drag ‘n drop besturing. Deze koppelingen worden veelal via lijnverbindingen gevisualiseerd. Aangezien er bij elke stap twee mogelijke uitgangen zijn heeft elk zijn eigen kleur. Dit moet de verwarring bij uitgebreide stappenplannen enigzins voorkomen.
Het is vrij lastig om bij het opmaken van een stappenplan goed te weten of de stappen een logische volgorde bevatten. Om die reden is inspiratie opgedaan bij de vele emulators. Met name de emulators voor Android en iPhone gaven hierbij een goed beeld. Hierdoor kan het stappenplan getest worden tijdens het ontwerpen.
Scratch MIT
Android emulator
Concept | Pagina 21
VerantwoordingDe uitdaging van dit product is dat de gebruikers het moeten begrijpen en gebruiken met zo min mogelijk kennis van computers, programmeren en sensoren. Aan de andere kant moet het systeem slim gebruik maken van sensoren en open data. De kloof tussen beide vereisten is zeer groot. De user interface moet dit overbruggen. Door de complexiteit langzaam aan op te bouwen en de invoermogelijkheden te minimaliseren kan dit deels worden gerealiseerd.
Er is daarnaast nog een extra aandachtspunt. De doelgroep verstandelijk beperkten is zeer oplettend wat betreft veranderingen. Door functies achteraf toe te voegen loop je het risico de user interface aan te moeten passen. Wanneer een gebruiker uit de doelgroep dit verschil als te groot ervaart, kan dit ertoe leiden dat hij de gehele user interface niet meer begrijpt. Direct vanaf de eerste versie moet de user interface dus vast staan en hier mag dan niet of amper van afgeweken worden. Een oplopende complexiteit mag dus niet de user interface aantasten.
Voor de editor is dan ook gekozen voor een drag ‘n drop methode in combinatie met een emulator en een veld waarin de eigenschappen van een stap opgesteld kunnen worden. Zo kan een stappenplan geleidelijk groeien in omvang en complexiteit. Dit vereist wat meer werk vanuit het systeem, maar zal bijdragen aan de gebruiksvriendelijkheid.
De user interface zoals deze gehanteerd is in Scratch, is onnodig complex voor deze toepassing. Echter zal er voor de “sensorblokken” wel een vereenvoudigde weergave moeten komen voor de verschillende parameters en vergelijkingsfuncties.
Het stappenplan dat hieruit voort komt, wordt in de applicatie van de eindgebruiker opgestart door gebruik te maken van de sociale context. Deze context krijgt voornamelijk vorm door de agenda en de afspraken die erin geplaatst zijn.
Pagina 22 | Realisatie
Applicatie voor eindgebruikerVoor het proof of concept is gekozen om te werken met een Android smartphone. Dit omdat voor het programmeren en testen geen licenties nodig zijn. Een andere belangrijke reden is de mogelijkheid om gebruik te maken van widgets.Nadat succesvol de locatie en het gedrag van de gebruiker opgeroepen konden worden is er gestart aan de applicatie zelf. De layout van de schermen is nauwgezet uitgewerkt zoals ook de intentie van het concept was. Er is de moeite genomen om te programmeren voor de doelgroep in plaats van wat het makkelijkste te realiseren was. Voor de verschillende functionaliteiten van de applicatie is daarbij getracht dit zo efficiënt mogelijk te programmeren. Naarmate de applicatie groeide, werd dit steeds belangrijker maar ook lastiger.
Het voornaamste was dat de applicatie robuust moest worden en geschikt voor elk soort gebruik. De widget en het afvangen en gepast reageren op de meeste events is hier een voorbeeld van. Daarbij is het gelet op hoe er buiten de applicatie om gebruik zou worden gemaakt van de smartphone. Het is belangrijk dat de gebruiker voldoende mogelijkheden heeft om terug te keren naar de applicatie.
Realisatie
Realisatie | Pagina 23
Editor voor begeleiderAl vrij snel werd het duidelijk dat de editor een belangrijke plaats in neemt in dit concept. Een belangrijk onderdeel van de editor was het overzichtsscherm. Voor het slepen, koppelen en aanpassen van de verschillende blokken zijn geen API’s gebruikt. Het was het meest efficiënt om alles afgestemd op dit concept te programmeren. Ook bij dit prototype is er aandacht besteed om de layout geschikt te maken voor elk soort scherm. Daarbij is er gezorgd dat het prototype op de verschillende internetbrowsers hetzelfde functioneert.
Open data scriptsOm de stappenplannen flexibeler te maken was er externe data nodig. Hiervoor zijn een aantal php-scripts gerealiseerd die middels sensorische en open data het stappenplan kunnen beïnvloeden. Voor dit project zijn de onderwerpen en mogelijkheden beperkt gebleven. Er zijn scripts geschreven voor tijd, weer, openbaar vervoer, bioscoop, zonsop- en ondergang, postcode, gps locaties en adressen.
Deze scripts zijn bewust los van de applicatie of editor gerealiseerd. Hierdoor is het makkelijker de scripts te beheren en uit te breiden. Aangezien het hier veelal gegevens vanuit externe bronnen betreft, kan het zijn dat het script veelvuldig en onverwachts aangepast moet worden. Door het script losstaand te houden, voorkom je onnodige updates van de applicatie danwel editor.
EmotiesensorIn eerste instantie was er gekozen voor biometrische data zoals temperatuur, zweet en hartslag. Dit bleek ongeschikt voor de doelgroep aangezien de plaatsing van de sensoren te intrusive en beperkt was. Er is toen gekozen om over te stappen op het meten van hersenactiviteit. Hiervoor is de Emotiv EPOC gebruikt.
Middels een Python script was het mogelijk om de raw EEG data uit te lezen. Deze data moest vervolgens nog eerst gefilterd worden voordat hier een conclusie uit getrokken kon worden. Hiervoor is er in Javascript en php een filter op basis van het Fast Fourier Transform algoritme opgezet.
Voor de datavisualisatie van de emotie informatie zijn verschillende concepten gerealiseerd. Deze visualisaties kunnen door de begeleider, eventueel samen met de cliënt, geëvalueerd worden als een soort logboek. Doordat de informatie op verschillende manieren gepresenteerd kan worden, kan door beide partijen de best begrijpbare vorm gekozen worden.
Fast Fourier Transform algoritme
Pagina 24 | Evaluatie
AlgemeenOriëntatiefaseDoordat een eerder geplande stageplaats plotseling niet doorging, was er minder ruimte voor de oriëntatiefase. Gelukkig waren de verschillende medewerkers van NoXQS bereid om in korte tijd veel informatie te delen. Wetende dat deze fase net zo cruciaal is als de andere fases is niet haastig te werk gegaan. Door interviews en gesprekken kon er een gedegen beeld gevormd worden van de werkwijzen, het probleem en de doelgroep. Door deze late maar goede start was het mogelijk om een adequaat PID te schrijven en een basis te leggen voor de rest van het project.
EvaluatieOnderzoeksfaseHet onderzoek zou in het verloop van het project twee belangrijke functies vervullen; inzicht geven in de doelgroep en een onderbouwing bieden voor het uiteindelijke ontwerp.Zeker door de complexe en grote doelgroep moest het onderzoek goed opgesteld worden. Daarbij is het doel van het project, namelijk de zelfredzaamheid van de eindgebruiker, niet iets waar licht mee omgegaan moet worden.
Als snel bleek dat dit project nog groter was dan aanvankelijk gedacht. Interesse en enthousiasme moesten omwille van de tijd en scope afgeremd worden om niet steeds dieper en verder te willen zoeken.
Het onderzoek naar het detecteren van emoties bleek een product op zichzelf. Hierbij was de meeste informatie nodig om alle benodigde kennis en inzichten aan te leren. Hierdoor was het wel mogelijk om alle stappen op een begrijpelijke manier uit te leggen en te onderbouwen.
Evaluatie | Pagina 25
OntwerpfaseIn deze fase zou niet alleen de kennis uit het onderzoeksverslag, maar ook alle eerder opgedane kennis betreffende user interface design nodig blijken.Het product vereist een uitgebreide kennis van programmeren, ontwerpen en sensoren. Echter is de kennis van de doelgroep uiterst beperkt. De enorme kloof tussen beiden moest door de user interface en de code opgevuld worden. Een flinke uitdaging voor elke ontwerper.
De verschillende documenten (conceptbeschrijving, functioneel- grafisch- en technisch ontwerp) brachten verschillende knelpunten en opties aan het licht. Hierdoor groeide het aantal functies aanzienlijk.
Alle keuzes zijn weloverwogen gemaakt. De huisstijl, invoermethodes, layout, iconen en mogelijkheden. Alles moest passen binnen het concept, zinvol zijn, logisch zijn voor de doelgroep en zonder (al te veel) uitleg te begrijpen zijn.
RealisatiefaseDit is de fase waarin men het meeste eer van zijn werk heeft. Vrij snel ontstaat uit het niets een applicatie of webdienst. Uiteraard ontstaan net zo snel ook beperkingen in de code en lastige vraagstukken. Men kan dan snel geneigd raken om iets ‘zo goed mogelijk’ te programmeren in plaats van zoals het ontwerp vereist. De verleiding was op sommige momenten groot maar toch te weerstaan.
BedrijfNoXQS is een bijzonder bedrijf om in werkzaam te zijn. Zelfs de meest ervaren programmeur kan verwonderd en geïntimideerd raken door de specialistische kennis van de werknemers. Er is vertrouwen in elkaars kennis wat resulteert in de ruimte om je eigen werkwijze toe te passen. De vrijheid, flexibiliteit en samenwerking op de werkvloer is noemenswaardig.Diezelfde vrijheid en vertrouwen werden zonder twijfel ook aan dit afstudeerproject gegeven. Hierdoor werd het afstuderen, wat normaal toch al een vrij stressvolle periode is, een stuk aangenamer. De wetenschap dat voor elk probleem waar men tegenaan kan lopen, iemand aanwezig is die hier bij ondersteuning kan bieden, is iets dat slechts weinig bedrijven kunnen bieden.
AanbevelingenNoXQS is een relatief jong, klein maar snel groeiend bedrijf. Tijdens het verloop van dit project is er gewerkt aan een nieuwe bedrijfsstructuur en aanpak. Dit zodat toekomstige projecten efficiënter aangepakt kunnen worden.
Een aanbeveling die hierbij gemaakt kan worden, is de noodzaak van evaluatie en samenwerking. Er is zoveel vertrouwen in elkaars kennis en kunde dat er weinig sturing en controle is. Echter is het multidisciplinaire werken, brainstormen, evalueren en het bewust doorlopen van de projectfasen, sterk van invloed op de kwaliteit van het eindproduct en de realisatie ervan.
Het betrekken van de doelgroep bij elke fase, user tests en evaluaties na oplevering zouden al een enorm verschil kunnen opleveren. Dit is niet alleen van toepassing op huidige, maar ook op toekomstige, projecten/opdrachten.
Pagina 26 | Evaluatie
PersoonlijkDeze afstudeerstage was het moment om mijn vaardigheden, motivatie en enthousiasme te laten zien. De doelgroep, probleemstelling, het bedrijf en mijn rol, waren allemaal nieuw en enigzins intimiderend. Het was nodig om te vertrouwen op mijn vaardigheden en de begeleiding die ik kreeg, om de sprong te wagen.
Mijn perfectionisme, motivatie, enthousiasme en eigenwijsheid namen de overhand. Nu was het moment om niet alleen anderen, maar ook mijzelf, te laten zien dat ik een sterk product kon realiseren. In mijn streven om alles perfect en netjes te maken was de documentatie een belangrijk onderdeel. Zeker ook omdat dit project, aan het einde van de stage, overgedragen moest worden.
Toen eenmaal het moment daar was om mijn ontwerpen te gaan programmeren, kwam ik in mijn element. Ondanks de nodige frustratie en moedeloosheid, vooral met de sensoren, zette ik door. Het moest en zou gaan lukken. Gelukkig kreeg ik de ruimte om wijzigingen aan te brengen, zoals het wisselen van sensoren.
Mijn programmeerkennis werd op de proef gesteld. Mijn kennis van Android bleek zeer beperkt en hier heb ik dan ook vele uren aan gewerkt. Wanneer je na zoveel werk ziet dat het werkt, geeft dat alleen maar meer reden om vol enthousiasme het project af te ronden.
Bij het starten aan de editor dacht ik meer in mijn element te zijn met programmeertalen zoals html, css en javascript. Toch heb ik ook hier de grenzen van mijn vaardigheden opgezocht. De grootste haat-liefde relatie heb ik gehad met de emotiesensor. Met veel plezier en interesse volgde ik de online lessen van Yale over psychofysiologie. Vol enthousiasme ging ik aan de slag met een Arduino en een handjevol sensoren.
Helaas bleek dit niet de juiste aanpak om emoties te meten.Opgeven was te makkelijk en dus werd de volgende uitdaging aangegaan; het meten van de hersenactiviteit.
Er bleek een manier te bestaan om de raw EEG data uit de Emotiv EPOC headset op te vragen. Dit moest ik uitproberen. Het gevecht om Python werkend te krijgen in Windows vroeg veel van mijn uithoudingsvermogen; 64bit, 32bit, virtual machine en dan uiteindelijk toch zwichten en een dualboot naar Ubuntu installeren. Toen eenmaal die horde was genomen en de data beschikbaar kwam, dacht ik er te zijn. Het bleek slechts het begin te zijn. Wat volgde was een diepe duik in de wiskunde, sinussen, imaginaire getallen en het fast fourier transform algoritme. Achteraf gezien een erg leuk uitstapje.
Tijdens het verloop van mijn studie ben ik altijd op zoek geweest naar mijn eigen grenzen en een kans mezelf te laten zien. Deze stage was precies hetgeen waar ik naar zocht.
Bronnen | Pagina 27
BronnenAAID. (2013). Frequently Asked Questions on Intellectual Disability.
Retrieved from American Association on Intellectual and Developmental Disabillities: http://aaidd.org/intellectual-disability/definition/faqs-on-intellectual-disability#.UmofGVC-2So
Android. (2013). Gestures. Retrieved from Android developers: http://developer.android.com/design/patterns/gestures.html
Android. (2013). Sensors overview. Retrieved from Android Developers: http://developer.android.com/guide/topics/sensors/sensors_overview.html
Android Developers. (2013). Accessibility. Retrieved from Android Developers: http://developer.android.com/design/patterns/accessibility.html
Android Developers. (2013). Typography. Retrieved from Android Developer: http://developer.android.com/design/style/typography.html
Broadcom. (2012, maart 21). New location architecture with BCM4752. Retrieved from Broadcom: http://www.broadcom.com/products/features/GNSS.php
CBS. (2013, Oktober 29). ICT gebruik van personen naar persoonskenmerken. Retrieved from Centraal bureau van de statistiek statline: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71098ned&D1=0-2,7-14,27-32&D2=0-2&D3=0,l&HD=130422-1113&HDR=G2,G1&STB=T
De Martino, B., Harrison, N., Knafo, S., Bird, G., & Dolan, R. (2008, oktober 15). Explaining enhanced logical consistency during decision making in autism. Londen: Journal of neuroscience. Retrieved from Society for neuroscience: http://www.jneurosci.org/content/28/42/10746.full.pdf+html
Eccles, J., & Wigfield, A. (2004). Motivational beliefs, values, and goals. Annual review of Psychology, 31.
Elektro-encefalografie. (2013, 8 25). Opgehaald van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Elektro-encefalografie
Gay, V., Leijdekkers, P., Agcanas, J., Wong, F., & Wu, Q. (2013). CaptureMyEmotion: helping autistic children understand their emotions using facial expression recognition and Mobile Technologies. Bled, Slovenië: Bled eConference.
Gilbert, D. (2005, juli). Dan Gilbert over onze verkeerde verwachtingen. Retrieved from Ted: http://www.ted.com/talks/dan_gilbert_researches_happiness.html
Gruber, J. (2013, mei 26). Human emotion 1.3: what is an emotion? Retrieved from Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=slwdzpg4Aqk&feature=share&list=PLh9mgdi4rNewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=2
Gruber, J. (2013, mei 30). Human emotion 7.2: psychophysiology ii (cardiovascular system). Retrieved from Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=yzpxppWaNK0&feature=share&list=PLh9mgdi4rNewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=19
Jacobi, R., Calazans, N., & Trullemans, C. (1991). Incremental reduction of binary decision diagrams. Retrieved from Pontificia universidade católica do Rio Grande do Sul: http://www.inf.pucrs.br/~calazans/publications/ISCAS91.pdf
Kim, M.-K., Kim, M., Oh, E., & Kim, S.-P. (2013, februari 18). A review on the computational methods for emotional state estimation from the human eeg. Opgehaald van Hindawi: http://www.hindawi.com/journals/cmmm/2013/573734/
Nielsen, J. (1995, januari 1). 10 Usability heuristics for user interface design. Retrieved from Nielson Norman Group: http://www.nngroup.com/articles/ten-usability-heuristics/
NVA. (n.d.). Asperger. Retrieved from Nederlandse vereniging voor autisme: http://www.autisme.nl/over-autisme/wat-is-autisme-(spectrum-stoornis)/asperger.aspx
Oude Bos, D. (2008, januari 2). EEG-based emotion recognition; the influance of visual and auditory stimuli. Enschede, Overijssel, Nederland.
Overheid. (2013, Oktober 28). Wet bescherming persoonsgegevens. Retrieved from Overheid.nl: http://wetten.overheid.nl/BWBR0011468/geldigheidsdatum_28-10-2013#Hoofdstuk1_Artikel1
Pei, L., Guinness, R., Chen, R., Liu, J., Kuusniemi, H., Chen, Y., . . . Kaistinen, J. (2013). Human behavior cognition using smartphone sensors. Sensors, 23.
Peissner, M., & Sellner, T. (2013). Transparancy and controllability in user interfaces that adapt during run-time. 4.
Picard, R. (2009). Future Affective Technology for Autism and Emotion Communication. Londen: Philosophical Transactions of the Royal Society B.
Pirtošek, Z., Georgiev, D., & Gregorič-Kramberger, M. (2009, november 19). Decision making and the brain: neurologists’ view. Retrieved from Indecs: http://indecs.eu/2009/indecs2009-pp38-53.pdf
Rijksoverheid. (2013). Gezond & veilig werken: sectorrapportage zorg en welzijn 2010 - 2012. Den Haag: vijfkeerblauw.
Saenz de Urturi Breton, Z., Jorge Hernández, F., Méndez Zorrilla, A., & García Zapirian, B. (2012). Mobile communication for intellectually challenged people: a proposed set of requirements for interface design ont ouch screen devices. Retrieved from communications in mobile computing: http://www.comcjournal.com/content/pdf/2192-1121-1-1.pdf
Sauro, J. (2011, November 30). 10 essential usability metrics. Retrieved from Measuring usability: http://www.measuringusability.com/blog/essential-metrics.php
Seffah, H., Kececi, N., & Donyaee, M. (2001). QUIM: A framework for quantifying usability metrics in software quality models. Retrieved from Department of computer science and informatics at the university of the free state: http://csi.ufs.ac.za/resres/files/Seffah.pdf
Stangor, C. (2014, maart 18). 10.1 the experience of emotion. Opgehaald van Lardbucket: http://2012books.lardbucket.org/books/beginning-psychology/s14-01-the-experience-of-emotion.html
SurveyMonkey. (2011). Smart survey design. Retrieved from Amazon: http://s3.amazonaws.com/SurveyMonkeyFiles/SmartSurvey.pdf
van Hoek, C. (2013, juni 20). Ouderen massaal aan tablet en smartphone. Retrieved from nu.nl: http://www.nu.nl/tech/3505785/ouderen-massaal-tablet-en-smartphone.html
Bijlage I - Project Initiatie Document
Beide bijlagen zijn, gezien hun eigen opmaak en formaat, als externe bijlage toegevoegd.
Bijlage II - Onderzoeksverslag
Pagina B3 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
Verschillende functiesHet doel van de applicatie is om de gebruiker een stappenplan aan te bieden dat ondersteuning biedt bij de huidige situatie waarin de gebruiker zich bevindt. Hiervoor is het nodig dat de applicatie de sociale context kan detecteren. De makkelijkste manier, voor zowel de gebruiker alsmede de begeleider die de stappenplannen moet voorbereiden, is middels een agenda. Op het moment zelf kan dan middels GPS, tijdstip en gedrag de agenda afspraak worden bevestigd . Voor het gedrag is er binnen Android een mogelijkheid om te zien of iemand loopt, zit, fietst of in een rijdend voertuig zit.
De applicatie zal dus uit twee delen moeten bestaan. Enerzijds de agenda waarin de afzonderlijke taken, afspraken en activiteiten worden bijgehouden. Anderzijds het stappenplan dat ondersteuning biedt aan de gebruiker om zijn zelfredzaamheid te vergroten.
Aangezien de informatie die de applicatie gebruikt persoonlijk is, is het noodzakelijk om de smartphone te koppelen aan het gebruikersprofiel. De makkelijkste methode hiervoor is het eenmalig inloggen. Dit kan door een begeleider worden uitgevoerd wanneer de gebruiker hier zelf niet toe in staat is. Eenmaal ingelogd wordt de gebruiker automatisch herkend.
De begeleider kan middels de webdienst het profiel van de gebruiker beheren. Afhankelijk van de vaardigheden van de gebruiker kunnen functies respectievelijk worden in- en uitgeschakeld. Deze functies veranderen vrijwel niets aan de layout van de applicatie om verwarring bij de gebruiker te voorkomen. Dit kan er namelijk toe leiden dat de gebruiker in de war raak over de gehele user interface van de applicatie en deze als compleet anders ervaart.
Bijlage III - Conceptbeschrijving
ConceptApplicatie
Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B4
AgendaDe agenda is verticaal verdeeld over twee gelijke vlakken. De linkerhelft dient als menu en geeft extra informatie over het tijdstip en datum. Hoewel sommigen mensen uit de doelgroep geen klok kunnen lezen is er bewust voor gekozen zowel een analoge als digitale klok te tonen. Het concept is gebaseerd op de zelfredzaamheid en groei van de gebruiker. Door een klok weg te laten weerhoudt dit de gebruiker ervan om te leren er mee om te gaan. Daarbij is gezocht naar een uniforme layout voor elke gebruiker. Het weglaten van een klok zou de gebruiksvriendelijkheid beperken voor hen die wel klok kunnen lezen.
Naast de klok is er een knop linksonder geplaatst waarmee de gebruiker kan zoeken tussen alle mogelijke stappenplannen. Dit is toegevoegd voor wanneer de gebruiker een stappenplan vereist voor een situatie die het systeem niet heeft kunnen detecteren.
Linksbovenin staat een hulp-knop. Door op deze knop te drukken wordt er contact gelegd tussen de gebruiker en zijn begeleider. Deze functie kan nuttig blijken wanneer stappenplannen teveel afwijken van de huidige situatie of bij onverwachte situaties. Daarbij geeft deze functie ook wat meer vertrouwen en rust wetende dat begeleiding dichtbij is.
De rechterkant moet voorgesteld worden als een lint dat net zo lang is als er uren in een dag zijn. De afspraken worden op dit lint geplaatst op het juiste tijdstip waarbij de hoogte gelijk is aan de duur van de afspraak. De streep in het midden van het beeld staat voor de huidige tijd. Het lint wordt gedurende de dag omhoog getrokken zodat alleen de afspraken van dat moment zichtbaar zijn.
De achtergrond van het lint is een kleurverloop dat gelijk is aan de tijden van de zons op- en ondergang van die dag. Dit is een extra hulpmiddel om te weten op welk moment van de dag een afspraak plaats vindt.
Door op een agenda item te tikken worden relevante stappenplannen getoond. Deze stappenplannen worden op het gepaste tijdstip ook naar voren gebracht. Bijvoorbeeld een stappenplan voor reizen met de bus dat een half uur voor de afspraak wordt opgestart.
Men kan zelf kiezen om dat stappenplan te starten of niet. Daarnaast is het dus altijd mogelijk zelf het stappenplan (opnieuw) te openen. Welke stappenplannen gekoppeld zijn aan de afspraak wordt bepaalt door de begeleider. Deze kan via de webapplicatie afspraken aan de agenda toevoegen en beheren.
Uiterst rechts is de volledig dag in een miniatuur zichtbaar. Indien dit is ingesteld kan dit uitgeschoven worden om de gehele dagplanning in te zien.
Pagina B5 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
StappenplanWanneer een stappenplan wordt opgestart wordt dit op de server gegeneerd. Op deze manier kan er gebruik gemaakt worden van verschillende informatie zoals persoonlijke informatie, weer, tijd, locatie, etc.Hierdoor is elk stappenplan aangepast aan de gebruiker en de situatie waarin hij zich op dat moment bevindt.
Elke stap heeft altijd twee knoppen onder op het scherm. Deze zijn vierkant en daardoor extra groot. Dit verbeterd de gebruikersvriendelijkheid. In andere schermen zoals de agenda en het inlogscherm zijn dezelfde knoppen terug te vinden. Door deze consistentie is het element snel te herkennen als knop.
Voor de omschrijving van de stap zijn drie mogelijke elementen beschikbaar. Tekst, een afbeelding of een video. Door deze te combineren kan een stap duidelijk worden omschreven. Wanneer er toch nog onduidelijkheden zijn kan men ook hier de hulp-knop gebruiken om de begeleider te bellen.
Het kan mogelijk zijn dat men de stap niet goed kan lezen. Dit kan bijvoorbeeld liggen aan hun leesniveau, de lettergrootte of reflecties in het scherm. In zo’n geval kan er rechtsboven in het scherm op de audio knop gedrukt worden. Deze speelt een
audiobestand af waarbij de begeleider de stap voorleest danwel in eigen woorden uitlegt. Ook deze functie verhoogd de gebruiksvriendelijkheid.
In het geval van een video kan er op het element geklikt worden om een nieuwe scherm te openen. In dat nieuwe scherm wordt de video afgespeelt en eventueel meer informatie getoond. Ook in dit scherm zijn dezelfde knoppen beschikbaar om respectievelijk terug te keren naar de stap of de video te starten/pauzeren.
Een stap uit het stappenplan kan ofwel door de gebruiker of door het systeem zelf worden ingevuld. De meeste stappen voor het systeem zijn al beantwoord bij het geneneren van het stappenplan. Wanneer een gebruiker een antwoord geeft kan een waarde toekennen aan een variabele. Deze kan in een verdere stap gebruikt worden om het systeem deze stap in te laten vullen. Hierdoor wordt de lengte van het stappenplan tot een minimum gehouden.
Wanneer het einde van het stappenplan bereikt is kan de gebruiker ervoor kiezen om terug te keren naar de agenda of een ander stappenplan te starten.
Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B6
InloggenDit scherm is alleen bij het eerste gebruik zichtbaar. Hier kan men de inloggegevens invullen om het apparaat te koppelen aan de gebruiker. Er is ook een knop beschikbaar om te registreren. Eenmaal ingelogd wordt dit scherm automatisch overgeslagen door de applicatie en wordt de agenda opgehaald.
Design guidesWaar mogelijk is vastgehouden aan de designguides van Android. Het streven is dat de gebruiker steeds beter wordt in het gebruik van de smartphones. Door vast te houden aan zoveel mogelijk design keuzes van Android zal de gebruiker sneller de interface van een andere applicatie kunnen begrijpen. Deels om die reden zijn de marges rondom de elementen gekozen. Ook het symbool van de cirkel met een pijl naar rechts is hier een resultaat van.
Er is zoveel mogelijk met effen kleuren gewerkt, geen schaduweffecten gebruikt of texturen nagebootst. Dit is ook wel bekend als flat design. Vooral bij Apple is het tegenovergestelde, het skeuomorfisme, gebruikelijk. Hierbij worden texturen, knoppen en geluiden nagebootst die lijken op de technologische voorganger van de functie. Bijvoorbeeld een radio applicatie die lijkt op een oude jaren 30 radio.Deze stijl kan een nieuwe gebruiker die onbekend is met, in dit geval, de smartphone helpen om een functie te begrijpen. Men is bekend met een radio en weet daardoor de knoppen in de applicatie en hun functie te herkennen.Momenteel zijn we op een punt aangekomen dat iedereen bekend is met een smartphone en begrijpt dat dit een op zichzelf staande technologie is. Het is dan ook niet meer nodig om verouderde techniek na te bootsen. Het kan zelfs in sommige situaties voor verwarring zorgen.
De applicatie beschikt niet over een terug knop in het scherm zelf aangezien er voor Android gekozen is deze knop op het apparaat zelf te plaatsen. Het wordt dan ook sterk afgeraden zelf hier een knop voor te maken. Voor een versie voor Apple zal dit uiteraard wel nodig zijn. Hierdoor zal de layout ietwat veranderen.
Pagina B7 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
WidgetDe applicatie moet, net als alle andere applicatie, worden opgestart via het app menu van Android. Het kan best lastig zijn om hier de juiste applicatie te vinden. Daarbij kan een gebruiker per ongeluk de applicatie afsluiten door te vaak op de terug knop te drukken of door de home knop te gebruiken. Voor deze situaties is er een widget gerealiseerd.
De widget beslaat een pagina van het startscherm en geeft de agenda weer. Door op een van de knoppen of een afspraak te tikken wordt de applicatie op de juiste plek geopend. Het is voor de gebruiker hierdoor mogelijk zijn smartphone vrij te gebruiken.
De applicatie blijft actief op de achtergrond en kan notificaties sturen op het moment dat een stappenplan wordt geadviseerd of afspraak begint.
Een widget kan binnen Android alleen bestuurt worden met de touch input. Hierdoor is het niet mogelijk om het uitschuiven van het dagoverzicht over te nemen in de widget. Voor de rest is de widget gelijk aan de agenda.
Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B8
HuisstijlKleurenDit project is uitgevoerd voor NoXQS. Bij het kiezen van de kleuren voor de huisstijl is dan ook getracht te verwijzen naar NoXQS. De kleuren die in het beeldmerk van NoXQS verwerkt zijn, zijn wit en een verloop van donkerblauw naar een lichter blauw. Voor het project is gekozen voor:
Er is bewust gekozen voor een lichter blauw dan het logo om het contrast tussen de tinten te vergroten. Hierdoor zijn iconen, tekst en knoppen zichtbaarder in de layout van de applicatie. Ook is het lettertype Open-Sans overgenomen in de applicatie.
NaamBij het kiezen van de naam voor de applicatie is bewust gekozen voor een Nederlandse naam. Dit omdat het project gebaseerd is op de Nederlandse groep verstandelijk beperkten. Een buitenlandse naam zou verwarring kunnen opwekken in zowel de uitspraak als de betekenis.Daarnaast is geprobeerd om een neutrale naam te kiezen die subtiel de functie van het project weet vast te leggen. De applicatie bestaat uit een agenda en stappenplan en is gericht op zelfstandigheid. Bij het visualiseren van deze functies kwam al vrij snel het symbool voor een klok (agenda) en kompas (stappenplan) naar voren. Hetgeen dat deze symbolen met elkaar gemeen hebben is de wijzer. Daarnaast heeft het woord wijzer in het Nederlands uiteraard ook de betekenis van het wijzer worden, zelfstandiger. De naam voor de applicatie was hiermee gekozen: Wijzer.
LogoDe wijzer van een klok wijst naar 12 verschillende uren om in totaal 24 uren van een dag aan te wijzen. De wijzer van een kompas wijst naar 4 windrichtingen en in totaal 16 verschillende richtingen (N, NNO, NO, ONO, etc.). Het cijfer 4 is constant terug te vinden in deze onderwerpen en heeft veel wiskundige en symbolische eigenschappen. Het streven was om een geometrische vorm te creëren die kon verwijzen naar deze kenmerken.
De basisvorm van het logo komt vanuit een cirkel, net zoals een klok en kompas ook rond zijn. De cirkel heeft 12 pieken voor de 12 uren van de klok. Samen met de tweede cirkel zijn de 16 windrichtingen te herkennen. Elke punt bestaat uit zes punten net zoals meerdere stappen van het stappenplan naar hetzelfde doel gericht zijn. Het geheel lijkt op een zon. Dit verwijst weer naar de verwerking van de stand van de zon in de agenda.
#FFFFFF #80B9E5 #001E33
Pagina B9 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
ConceptEditor
De volgende eisen zijn bij het ontwerp gesteld:• Het ontwerp is afgesteld voor een minimale resolutie van
1024x768.• De gebruiker hoeft niet te scrollen. De uitzondering hierbij
is de linker kolom waar een scrollbalk in één richting gehanteerd kan worden. Dit is bij situaties met meerdere cliënten of een groot aantal opgeslagen locaties en/of personen.
• Er wordt binnen een editor NIET gewerkt met tabbladen. • De marges van de kolommen is 10px.• De marges voor elementen is ofwel 5px of 10px.• Elementen hebben een breedte/hoogte van een
vermenigvuldiging van 5px;• Alle elementen zijn zowel links als rechts uitgelijnd op elkaar. • Knoppen met pictogrammen zijn vierkant.• Een knop heeft óf tekst óf een pictogram. Nooit beiden.• Er wordt alleen met de drie kleuren van de huisstijl gewerkt.• Het gebruik van randen moet tot een minimum beperkt
worden.• Wanneer een kolom informatie bevat van een specifiek
element dient een pijl gebruikt te worden die wijst naar het betreffende element.
• De linker kolom heeft altijd een witte achtergrond. Kolommen met parameters hebben een donkerblauwe achtergrond. Kolommen met andere informatie hebben een witte achtergrond.
Op de volgende pagina’s bevinden zich de ontwerpen voor de editor.
Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B10
Pagina B11 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B12
Pagina B13 | Bijlage III - Conceptbeschrijving
Bijlage III - Conceptbeschrijving | Pagina B14
Fontys Hogeschool ICTNoXQS Zorginnovaties
Joyce Pisters 2094735ICT & Lifestyle
11 november 2013 31 maart 2014
SmallJoysBig Dreams
Project Initiatie Document
Naam: Joyce Pisters
Studentnummer: 2094735
Afstudeerrichting: ICT & Lifestyle
Bedrijfsbegeleider: Jeroen van Schaik
Docentbegeleider: Eric Slaats
Datum uitgifte: 27 november 2013
Versie 0.5
Gegevens student
Naam Pisters, Joyce J.M.M.R.A.
Studentnummer 2094735
Afstudeerrichting ICT & Lifestyle
Startdatum afstuderen 11 november 2013
Einddatum afstuderen 31 maart 2014
Gegevens bedrijf
Naam NoXQS
Adres Nieuwe Aamsestraat 32
Postcode 6662 ND, Elst
Telefoonnummer 0481-76 90 26
E-mail [email protected]
Website http://www.noxqs.nl/
Afdeling Conceptontwikkeling
Naam bedrijfsbegeleider van Schaik, Jeroen J.
Functie bedrijfsbegeleider DGA
Gegevens docentbegeleider
Naam docentbegeleider Slaats, Eric E.H.M.A.
Gegevens document
Titel document Project Initiatie Document
Datum uitgifte 27 november 2013
Versie Status Datum Wijzigingen0.1 concept 10-09-2013 Eerste opzet. 2.2 t/m 2.6 ingevuld0.2 concept 24-10-2013 Eerste concept voor NoXQS. 0.3 concept 05-11-2013 Feedback Eric Slaats verwerkt (kosten, hoofdvraag en
woordenlijst aangepast/toegevoegd)0.4 concept 07-11-2013 Feedback Huub Prüst verwerkt (spelling)0.5 concept 27-11-2013 Onderzoeksvragen aangepast (n.a.v. beoordelingsgesprek)
Versie Datum
goedkeuring
Naam Functie Paraaf
Versie Datum
verzending
Naam Functie
0.2 25-10-2013 Jeroen van Schaik Stagebegeleider0.2 29-10-2013 Eric Slaats Docentbegeleider0.3 05-11-2013 Eric Slaats Docentbegeleider0.3 05-11-2013 Huub Prüst Twee assessor0.3 05-11-2013 Jeroen van Schaik Stagebegeleider0.5 27-11-2013 Eric Slaats Docentbegeleider0.5 27-11-2013 Jeroen van Schaik Stagebegeleider
Documenthistorie
Revisies
Goedkeuring
Distributie
Dit document behoeft de volgende goedkeuringen:
Dit document is verstuurd aan:
Inleiding
Dit document is opgesteld om de ICT & Lifestyle afstudeerstageopdracht binnen NoXQS te
definiëren en alsmede om de voortgang en kwaliteit te kunnen sturen en beoordelen.
Het project initiatie document geeft antwoord op de volgende vragen:
• Wat is het beoogde eindresultaat?
• Welke stappen moeten ondernomen worden een kwalitatief goed eindresultaat te
garanderen?
• Wat is het belang van dit project voor de betrokken partijen?
• Wie zijn de betrokken partijen?
• Binnen welke tijd en budget dient het project afgerond te worden?
Alle benodigde onderdelen van het project worden via de volgende opbouw benoemd in dit
document:
1. Achtergrond
2. Managementsamenvatting
3. Projectdefinitie
4. Projectorganisatiestructuur
5. Productdecompositiestructuur
6. Planning
Met uitzondering van de planning zijn alle onderdelen van het project initiatie document
statisch. Dit houdt in dat deze niet buiten dit document kunnen worden gewijzigd. Indien er
een wijziging nodig is zal dit resulteren in een nieuwe versie van dit document.
Achtergrond
Het bedrijf NoXQS is sinds 2005 werkzaam en bestaat uit een team van ongeveer twintig
medewerkers die onder anderen apps, webapplicaties en geavanceerde websites
ontwikkelen en realiseren. De focus hierbij ligt op usability waarbij verschillende specialisten
zich richten op de verscheidene aspecten van een project.
De ontwikkelde producten zijn met name ICT-gerelateerde innovaties die zich richten op
mensen met een verstandelijke beperking.
Wat NoXQS bijzonder maakt is dat veel van hun medewerkers een vorm van autisme
hebben. Dit resulteert in talentvolle programmeurs met veel slimme ideeën. Daarbij past dit
uitstekend bij de missie vanuit NoXQS welke is om kwaliteit toe te voegen aan het leven van
mensen met een verstandelijke beperking.
Binnen NoXQS wordt er gewerkt vanuit vraag en aanbod. Tijdens het ontwikkelen van
verschillende producten bleek er vraag te zijn naar een adaptieve user interface. Daarnaast
is er gewerkt aan een slimme stappenplan editor welke begeleiders en mensen met een
verstandelijke beperking moet ondersteunen bij verschillende activiteiten.
Dit afstudeerproject is ontstaan vanuit de vraag of beiden onderdelen (de stappenplan
editor en de adaptieve user interface) gerealiseerd konden worden in een passend concept.
Hierbij wordt ingespeeld op verscheidene trends waaronder de opkomst van ICT & zorg en
als antwoord op de vraag voor kostenbesparende en efficiëntere zorg. Daarbij kan
dergelijke toepassing een enorm kwaliteitsverschil geven in het leven van de gebruiker.
Managementsamenvatting
Doel van dit document
Het project initiatie document heeft als doel te fungeren als houvast tijdens het
afstudeerproject. In het document staat onder anderen de opdrachtdefinitie geformuleerd
en dient als basis voor het management en de uiteindelijke beoordeling van het
afstudeerproject.
De voornaamste redenen om dit document op te stellen zijn om vooraf afspraken duidelijk
op te stellen aan welke de betrokken partijen bereidt zijn zich te committeren en om de
voortgang en kwaliteit van het project te kunnen beoordelen.
Aanleiding
NoXQS ontwikkelt met name ICT-gerelateerde innovaties die gericht zijn op mensen met
een verstandelijke beperking. Van hieruit is enerzijds een stappenplan editor ontwikkeld en
anderzijds de vraag ontstaan naar een adaptieve user interface. Door slim gebruik te maken
van sensorische data kan de juiste context opgemaakt worden en de software de juiste
beslissingen maken om de hulp te personaliseren.
Om vroegtijdig in te kunnen spelen op de trends binnen de ICT & zorg sector is NoXQS op
zoek naar een passende implementatie voor de stappenplan editor. Hierbij is het belangrijk
dat de toepassing data verzamelt om te visualiseren om het succes ervan te meten.
Globale aanpak
Voorafgaand aan het ontwikkelen van een concept en ontwerp moet gedegen onderzoek
worden gedaan. Uit de conclusie van dit onderzoek kan vervolgens een niet alleen passend,
maar ook adequaat onderbouwd ontwerp voortvloeien.
Na het opstellen van de benodigde documenten zoals een functioneel en technisch ontwerp
zal begonnen worden aan de realisatie van de eindproducten. In deze fase zal het product
veelvuldig getest worden.
Het gehele project zal via de SCRUM methodiek worden uitgevoerd.
Globale kosten en doorlooptijd
In de periode van 11 november 2013 tot 31 maart 2014 zal het project gerealiseerd worden
waarbij minimaal 640 uur en maximaal 800 uur besteed zijn ten behoeve van het project.
Inhoud
1. Projectdefinitie 1
1.1 Projectdoelstellingen 1
1.2 Gekozen oplossing of aanpak 2
1.3 Producten en/of eindresultaat 3
1.4 Uitsluitingen 4
1.5 Budget 5
2. Projectorganisatiestructuur 6
2.1 Projectstructuur 6
2.2 Opdrachtgever 7
2.3 Tutor/Bedrijfsbegeleider 8
2.4 Eerste assessor/Docentbegeleider 9
2.5 Tweede assessor 10
2.6 Afstudeerder 11
3. Productdecompositiestructuur 13
4. Planning 14
5. Verklarende woordenlijst 16
Projectdefinitie|1
1. Projectdefinitie
1.1 Projectdoelstellingen
Binnen NoXQS is er gewerkt aan een stappenplan editor die zowel de gebruiker alsmede zijn
begeleider/zorgverlener kan ondersteunen bij het ondernemen van bepaalde activiteiten.
De editor is een hulpmiddel voor de begeleider om stappenplannen op te maken die
houvast kunnen bieden aan de gebruiker. Vanuit een technisch oogpunt is de editor
gebruiksvriendelijker dan huidige methodieken.
Voor deze editor is de vraag om een passende toepassing te ontwerpen en realiseren die
gebruik maakt van een adaptieve user interface. Door sensoren te gebruiken welke zowel
een situatie alsmede het handelen van de gebruiker kunnen analyseren kan het hulpmiddel
passende en gepersonaliseerd zorg aanbieden.
De opdracht voor dit afstudeerstageproject is dan als volgt te definiëren:
Voor NoXQS zal er binnen de periode van 11 november tot 31 maart een toepassing
onderzocht, ontworpen en gerealiseerd worden voor de doelgroep van mensen met een
verstandelijke beperking. Deze toepassing zal gebaseerd zijn op de huidige stappenplan
editor en beschikken over een adaptieve user interface met als doel het effectief begeleiden
van de gebruiker en ondersteunen van zijn/haar begeleider. Dit zal middels verscheidene
sensorische data gerealiseerd worden.
Daarnaast zal deze toepassing als proof of concept dienen om de bruikbaarheid van deze
methode te kunnen meten en bewijzen.
2 | Projectdefinitie
1.2 Gekozen oplossing of aanpak
Onderzoek
De hoofdvraag die met dit onderzoek beantwoord moet worden is:
Op welke wijze kan een adaptieve user interface, voor een stappenplan hulpmiddel, een
positieve meerwaarde leveren aan mensen met een verstandelijke beperking?
Voor het onderzoek zijn de volgende deelvragen opgesteld:
• Hoe is de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking te definiëren?
• Hoe kan sensorische data gebruikt worden om een situatie en het handelen van de
gebruiker te herkennen om hier op te kunnen reageren?
• Op welke wijze moet het stappenplan opgesteld worden om bruikbaar te zijn voor de
doelgroep?
Naast het theoretische onderzoek zullen er ook een aantal proof of concepts gemaakt
moeten worden. Dit om de werking van de sensoren te kunnen onderzoeken en hun
meerwaarde voor het concept te bepalen.
Aannames die bij dit onderzoek gesteld worden zijn:
• Er is vanuit de doelgroep vraag naar dit product;
• De begeleider/verzorger is in staat om, eventueel met training, een stappenplan op te
stellen;
• De gebruiker beschikt over een smartphone met minimaal 3G.
Projectdefinitie|3
Middelen
De te implementeren stappenplan editor is gerealiseerd in een combinatie van Javascript,
Ruby en Sinatra. Hier zal op verder gebouwd worden in de daarvoor meest geschikte
programmeertaal. Daarnaast zijn er meerdere devices beschikbaar waarop de toepassing
gerealiseerd en getest kan worden. Onderzoek zal uitwijzen welke device gekozen zal
worden.
Bij de uitvoering van het project kan de hulp ingeschakeld worden van de verscheidene
experts binnen NoXQS. Ook zal er via andere informatiebronnen zoals websites, publicaties
en boeken kennis vergaard worden.
1.3 Producten en/of eindresultaat
Aan het einde van het project zal er een demo versie van de beoogde toepassing opgeleverd
worden bij NoXQS. Deze zal aantoonbaar gebruik maken van de huidige stappenplan editor
en voorzien zijn van de benodigde documentatie hoe deze toevoeging gerealiseerd is.
Daarbij zal de toepassing gegevens kunnen verzamelen, analyseren en visualiseren om
daarmee niet alleen het gebruiksgemak te verhogen door hier op te reageren, maar ook de
meerwaarde van de toepassing aan te kunnen tonen.
Het eindproduct zal bestaand uit twee versies welke respectievelijk voor de gebruiker en de
begeleider/beheerder bedoeld zijn.
Voorafgaand aan de realisatie is een onderzoeksverslag opgeleverd waarin de keuzes en
argumenten voor het ontwerp op gebaseerd kunnen worden. Dit onderzoek is uitgevoerd
conform de regels die vanuit de opleiding zijn opgesteld.
4 | Projectdefinitie
1.4 Uitsluitingen
Voor het succesvol doorlopen van het project wordt er van het volgende uitgegaan:
• Ten behoeve van het onderzoek mag er gebruik gemaakt worden van bedrijfsinformatie
en/of interviews gehouden worden met experts werkzaam binnen NoXQS;
• Er is een stand-alone versie van de stappenplan editor beschikbaar om te gebruiken in
een testomgeving;
• Er mogen aanvullingen in de broncode van de editor gemaakt worden mits in overleg en
op dusdanige wijze dat deze de bestaande code niet aantasten;
• Er is een localhost en/of domein beschikbaar waarop de testomgeving mits noodzakelijk
getest kan worden;
• Wanneer dit noodzakelijk blijkt te zijn mag er gebruik gemaakt worden van de licenties
en of devices die eigendom zijn van NoXQS;
• Er is tijdens het project ruimte voor terugkoppeling en feedback om de kwaliteit van het
eindproduct te kunnen garanderen;
• Het eindproduct van deze afstudeerstageopdracht is een demo waarbij niet alle
addtionele functies daadwerkelijk hoeven te functioneren.
• Indien nodig kan NoXQS aparte sensoren en/of additionele hardware leveren voor de
realisatie van het concept.
Het volgende valt niet onder deze afstudeerstageopdracht:
• Opstellen van bruikbare stappenplannen;
• Uitvoerige analyse van de resultaten verkregen uit het gebruik van de toepassing;
• Evaluatie en implementatie van de toepassing;
• Een business case voor het te realiseren product/demo.
Projectdefinitie|5
1.5 Budget
Budget Resources Opleverdata Doorlooptijd640 - 800 uur 31-03-2014 20 weken€ 300,- Sensoren, testapparatuur en
hardware (bijv. smartphone
e-health accessoires)
31-03-2014 20 weken
Vanuit Fontys ICT is vastgesteld dat de afstudeerstageopdracht binnen minimaal 85, en
maximaal 100 werkdagen gerealiseerd dient te worden. Aangezien een werkdag acht uur
bevat is het budget voor dit project minimaal 640 uur en maximaal 800. Daarbij moet het
project uiterlijk op 31 maart 2014 opgeleverd worden wat overeenkomt met 20 weken.
Binnen het afstudeerproject bestaat er de mogelijkheid om additionele sensoren of
hardware aan te schaffen wanneer deze noodzakelijk is om het product te realiseren.
Hiervoor is een budget van € 300,- opgesteld.
6 | Projectorganisatiestructuur
2. Projectorganisatiestructuur
2.1 Projectstructuur
Afstudeerder
Joyce Pisters
Tutor/Bedrijfsbegeleider
Jeroen van Schaik
Opdrachtgever
NoXQS
Docentbegeleider/
Eerste assessor
Eric Slaats
Twee assessor
Huub Prüst
Projectorganisatiestructuur|7
2.2 Opdrachtgever
Rol
Het afstudeerbedrijf als opdrachtgever moet de afstudeerder inzage willen bieden in
benodigde bedrijfsgegevens. Dit om het juist uitvoeren van de afstudeeropdracht te
kunnen garanderen. In hoeverre dit op basis van een Non Disclosure Agreement is
moet het afstudeerbedrijf zelf bepalen. In dat geval kan er ook voor gekozen worden de
afstudeerscriptie als vertrouwelijk te behandelen.
Verantwoordelijkheid
• Bieden van een fulltime werkplek welke voldoende gefaciliteerd is.
Taken
Er zijn geen bijzondere taken opgesteld voor de opdrachtgever.
8 | Projectorganisatiestructuur
2.3 Tutor/Bedrijfsbegeleider
Rol
De bedrijfsbegeleider functioneert als inhoudelijk deskundige welke de afstudeerder zo
goed mogelijk begeleidt. Daarnaast kan hij/zij de afstudeerder begeleiden bij het opstellen
van het POP. Tijdens, en na, het verloop van de stage is de bedrijfsbegeleider in staat een
adequate beoordeling te geven over het functioneren van de afstudeerder.
Verantwoordelijkheid
• Inhoudelijke begeleiding van het afstuderen
• Ontvangst en introductie binnen het bedrijf
• Zorg dragen dat de werkzaamheden conform de doelstellingen van het afstuderen
worden behaald
Taken
• Voor aanvang van de afstudeerperiode middels een ondertekende
afstudeerovereenkomst afspraken maken over de inhoud, uitvoering en eventuele
beloning van de afstudeerwerkzaamheden.
• Aanwezig bij bedrijfsbezoeken
• Bespreken van het sociale en vakinhoudelijke functioneren met de docentbegeleider en
afstudeerder
• Tekenen van afstudeerscriptie voor gezien
• Invullen van de bedrijfsbeoordeling
• Ondertekenen van het ingevulde dagenverantwoordformulier
• Beoordelingsgesprek voeren met de afstudeerder aan het einde van de stage
Projectorganisatiestructuur|9
• Het terugkoppelen van de bedrijfsbeoordeling aan de docentbegeleider
• Aanwezig bij het CGI
2.4 Eerste assessor/Docentbegeleider
Rol
De docentbegeleider begeleidt het proces van het afstuderen. Hierbij wordt vooral gekeken
naar de planning, tracking, het proces en in hoeverre de afstudeerdoelen worden behaald.
Dit is mogelijk aan de hand van het POP dat de afstudeerder heeft aangeleverd.
Naast deze rol kan de docentbegeleider ook als materiedeskundige optreden.
Verantwoordelijkheid
• Het verloop van het afstuderen controleren aan de hand van het logboek/blog.
• Na het ontvangen van het PID dient een afspraak voor het eerste gesprek bij het bedrijf
te worden gemaakt
• Indien de afstudeeropdracht in de eerste weken nog wijzigt, moet er advies worden
gegeven over de afstemming tussen het POP en de afstudeeropdracht
• Vaststellen van het eindcijfer
Taken
• Begeleidt de afstudeerder bij het realiseren van de competenties
• Begeleidt de afstudeerder bij het schrijven van de afstudeerscriptie en andere
beroepsproducten
• Geeft feedback op het PID
10 | Projectorganisatiestructuur
• Bezoekt tweemaal het stagebedrijf en bespreekt de voortgang aan de hand van de
opgeleverde producten
• Adviseert bij het volgen van het TSP
• Geeft feedback aan de afstudeercoördinator betreffende het stagebedrijf, de opdracht
en de begeleiding in de vorm van een evaluatie
• Aanwezig bij het CGI
2.5 Tweede assessor
Rol
De tweede assessor beoordeelt als externe partij het assessmentverzoek en de
afstudeerscriptie. Dit om een eerlijke beoordeling voor de afstudeerder te kunnen
garanderen. Bij deze beoordeling kan de assessor geadviseerd worden door de
bedrijfsbegeleider en/of een externe deskundige.
Verantwoordelijkheid
• Vaststellen van het eindcijfer
Taken
• Beoordelen assessmentverzoek
• Examencommissie adviseren over het wel/niet toelaten tot de final assessment
• Voorzitter tijdens afstudeerzitting
Projectorganisatiestructuur|11
2.6 Afstudeerder
Rol
De afstudeerder dient tijdens het verloop van de stageopdracht aan te tonen dat hij/zij
beschikt over de juiste competenties om een degelijk onderzoek uit te voeren en bijpassend
proof of concept te realiseren.
In de eerste vijf weken, tijdens de oriëntatiefase, moet het PID worden opgesteld. Hierbij
moet checklist 1 t/m 6 van het TSP worden opgenomen als bijlagen. Tussentijds moet de
afstudeerder onderzoek doen ten behoeve van de stageopdracht. De hieruit voortvloeiende
afstudeerscriptie dient in week zestien afgerond te zijn en opgestuurd te worden. In week
zeventien/achttien zal de afstudeerder het resultaat van de stageopdracht presenteren op
het bedrijf met de stagebegeleider en docentbegeleider beiden aanwezig.
Verantwoordelijkheid
• Tijdig opleveren van de (afstudeer)producten
• De opdracht dient conform de afspraken uitgevoerd te worden
• Indien problemen zich voordoen, dient de afstudeerder zelf initiatief te nemen. In eerste
instantie bij de bedrijfsbegeleider en eventueel daarna bij de docentbegeleider.
• Een goede communicatie tussen alle partijen
• Een passende vormgeving gebruiken voor de documentatie
12 | Projectorganisatiestructuur
Taken
• Duidelijke afspraken maken en vastleggen in het PID
• Regelen van het eindgesprek op het bedrijf met zowel de stagebegeleider alsmede de
docentbegeleider
• Periodiek communiceren van de voortgang van het afstuderen bij zowel de
docentbegeleider als de bedrijfsbegeleider
• Bijhouden van een blog/logboek betreffende de voortgang van het afstuderen
• Gebruik maken van het tien stappen plan
Productdecompositiestructuur|13
3. Productdecompositiestructuur
1.1
PID
2.1 Functioneel
ontwerp3.1 Documentatie
functionaliteiten
en requirements2.2 Technisch
ontwerp3.2 Proof of
concepts2.3 Grafisch
ontwerp3.2.1 POC
editor2.4 Concept-
beschrijving3.2.2 POC
gebruiker2.5 Implemen-
tatie plan 3.3
Adviesrapport
3.
Realisatie
2. Analyse
en ontwerp
1. Oriëntatie
en onderzoek
NoXqs
1.2 Onderzoeks
rapport
1.2.1
Interviews
1.3
Software
14 | Planning
4. Planning
Start 21-10-2013 100 dagen Einde 7-3-2014Fasering Voorbereiding Oriëntatiefase 15 dgn. Onderzoek/opl. fase 55 dgn. Invoerfase 30 dgn. UitlooptijdGeplande dagen 2 3 5 3 2 5 40 5 25 5Werkelijke dagenStappen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10Actie Kennis-
makingWerving Externe
oriëntatieIntake Oriënterende
interviewsAnalyse Terug-
koppelingWerk- planning
Diepte-onderzoek
Oplossings-plan
Invoering Afronding
Info-opties • sollicitatie gesprekken
• gespreksformulier • gespreksverslagen • PID • Afstudeerscriptie• Concept-
beschrijving
• Technisch ontwerp
• Functioneel ontwerp
• Grafisch ontwerp
• POC’s • Adviesrapport• Eindpresentatie• Proces- verslag
Info-plicht Logboek(Checklist 0)
Logboek(Checklist 1)
Logboek(Checklist 2)
Logboek(Checklist 3)
Logboek(Checklist 4)
Logboek(Checklist 5)
Logboek(Checklist 6)
Logboek(Checklist 7)
Logboek(Checklist 8)
Logboek(Checklist 9)
Logboek(Checklist 10)
Data gepland 09-10-13 14-10-13 21-10-13 28-10-13 31-10-13 04-11-13 11-11-13 06-01-14 13-01-14 17-02-14 24-02-14Data gereed
Uitgangspunten:- Afstudeertijd 20 weken = 100 dagen- Minimaal 85 werkdagen op stageplaats afstuderen- Logboekdata vastgelegd- Enkele weken uitlooptijd- Planning geschikt voor input voortgangsstatistiek
Planning|15
Start 21-10-2013 100 dagen Einde 7-3-2014Fasering Voorbereiding Oriëntatiefase 15 dgn. Onderzoek/opl. fase 55 dgn. Invoerfase 30 dgn. UitlooptijdGeplande dagen 2 3 5 3 2 5 40 5 25 5Werkelijke dagenStappen 0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10Actie Kennis-
makingWerving Externe
oriëntatieIntake Oriënterende
interviewsAnalyse Terug-
koppelingWerk- planning
Diepte-onderzoek
Oplossings-plan
Invoering Afronding
Info-opties • sollicitatie gesprekken
• gespreksformulier • gespreksverslagen • PID • Afstudeerscriptie• Concept-
beschrijving
• Technisch ontwerp
• Functioneel ontwerp
• Grafisch ontwerp
• POC’s • Adviesrapport• Eindpresentatie• Proces- verslag
Info-plicht Logboek(Checklist 0)
Logboek(Checklist 1)
Logboek(Checklist 2)
Logboek(Checklist 3)
Logboek(Checklist 4)
Logboek(Checklist 5)
Logboek(Checklist 6)
Logboek(Checklist 7)
Logboek(Checklist 8)
Logboek(Checklist 9)
Logboek(Checklist 10)
Data gepland 09-10-13 14-10-13 21-10-13 28-10-13 31-10-13 04-11-13 11-11-13 06-01-14 13-01-14 17-02-14 24-02-14Data gereed
16 | Verklarende woordenlijst
5. Verklarende woordenlijst
Adaptieve user interface
Een user interface (communicatie tussen de gebruiker en de software) die de layout en
elementen kan aanpassen aan de behoeften van de gebruiker en de context.
App / Applicatie
Mobiele applicatie voor smartphones en tablets welke gebruik maken van het
besturingssysteem iOS (iPhone) of Android.
Autisme
Verstandelijke beperking die zich kenmerkt door een beperking in de sociale interactie en
verbale en non-verbale communicatie. Daarbij is er sprake van een beperkt, repetitief of
stereotiep gedragspatroon
Begeleider
De betrokken partij(en) van de gebruiker. Afhankelijk van de gebruiker kan dit een
persoonlijke begeleider, ouder, vriend of kennis zijn. Deze begeleider zal verantwoordelijk
zijn voor de ondersteuning bij bijvoorbeeld dagelijkse activiteiten. Daarnaast zal de
begeleider, voor dit product, hoogstwaarschijnlijk de stappenplan editor hanteren.
Verklarende woordenlijst|17
Data (sensorisch)
Informatie die uitgelezen kan worden uit sensoren. Deze informatie kan ook verder
verwerkt worden om data op te leveren betreffende het gedrag van de gebruiker middels
patroonherkenning. Daarnaast kan met data andere informatiebronnen bedoeld worden zoals
open datasets.
Device
Een apparaat, toestel of stuk hardware. Veelal zal het in dit project doelen op een smartphone,
tablet of personal computer.
Gebruiker
De persoon die het stappenplan gaat gebruiken/invullen in zijn dagelijks leven.
Javascript
Scripttaal welke veelal gebruikt wordt om interactieve websites en webapplicaties te
realiseren.
Proof of concept
Ruby
Programmeertaal die gericht is object georiënteerd programmeren.
SCRUM
Een projectmanagementmethode die gebruik maakt van sprints (iteraties) om op een flexibelere
wijze een project te kunnen beheren.
18 | Verklarende woordenlijst
Sinatra
Een Ruby gem waarmee Ruby web applicaties sneller en eenvoudiger gerealiseerd kunnen
worden. Voornamelijk voor een database communicatie is deze gem geschikt.
Stappenplan editor
Het product waar momenteel binnen NoXQS aan gewerkt wordt. De editor is een
webapplicatie waarbij gekozen kan worden tussen een stap met één of twee mogelijke
resultaten. Zie het figuur hiernaast voor een printscreen van de editor.
Succes
In hoeverre het product voldoet aan de eisen en criteria die vanuit het onderzoek naar
voren komen. Deze eisen kunnen voortkomen uit modellen, checklijsten, onderzoeken of
andere literatuur.
Usability
Het gemak van het gebruik en aanleren van, in dit geval, de user interface.
Verstandelijke beperking
Ontwikkelingsstoornis waarbij de verstandelijke vermogens op een ander tempo
ontwikkelen en meestal niet aan het gemiddelde niveau zullen kunnen voldoen.
Webapplicaties
Een programma dat op een webserver draait en via een webbrowser kan worden benaderd.
Verklarende woordenlijst|19
Printscreen van stappenplan editor prototype
NoXQS
Joyce Pisters
7 november 2013
Running head: ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 1
De Positieve Meerwaarde van een Adaptief Stappenplan voor
Mensen met een Verstandelijke Beperking.
Joyce Pisters
Fontys Hogeschool ICT
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 2
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Verklarende woordenlijst
Voor dit onderzoek zijn de volgende termen en betekenissen aangehouden.
Stappenplan. Een bepaalde activiteit is in stappen verdeeld waarbij elke stap
suggesties, tips of aanwijzingen kan aanbieden aan de gebruiker van het stappenplan. Dit
biedt de gebruiker een houvast en ondersteuning om zelfstandiger (sociale) activiteiten te
ondernemen. Elke stap heeft twee mogelijke vervolgopties waardoor het stappenplan kan
omgaan met de vaak complexe (sociale) activiteiten.
Begeleider. De verzorger of begeleider van de persoon met een verstandelijke
beperking die het prototype zal gebruiken. Dit kan een persoon met een relevante opleiding,
familielid of vriend zijn. Deze persoon zal verantwoordelijk zijn voor het maken en beheren
van de stappenplannen.
Eindgebruiker. De persoon die het prototype zal gebruiken en de stappenplannen zal
doorlopen.
QUIM model. Quality in Use Integrated Map model. Dit hiërarchisch model wordt
gebruikt om de kwaliteit van de user interface en usability te kunnen ontwerpen en testen.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 3
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
De Positieve Meerwaarde van een Adaptief Stappenplan voor
Mensen met een Verstandelijke Beperking.
Onderzoekskader
In Nederland zijn er 473.000 mensen met een verstandelijke beperking (de Klerk,
Fernee, Woittiez, & Ras). Dit betekent dat zij een van de 25 veelvoorkomende soorten
(Expertisecentrum verstandelijke beperking, 2013), of een andere zeldzamere vorm, van een
verstandelijke beperking hebben. Elk van deze aandoeningen heeft zijn eigen ziektebeeld en
kenmerken. De definitie van een verstandelijke beperking betekent, afhankelijk van de ernst
van de aandoening, dat de persoon een IQ heeft dat lager is dan 85. Echter zijn hier ook
uitzonderingen te noemen zoals Asperger, een vorm van autisme.
Ondanks de enorme omvang en complexiteit van deze groep wordt er getracht een
passende user interface te ontwikkelen die geschikt is voor iedereen binnen deze doelgroep.
Bij NoXQS, welke voornamelijk ICT innovaties ontwikkeld voor deze doelgroep, is
geconstateerd dat dit wellicht met een adaptieve user interface mogelijk zou zijn. Daarnaast
bleek een stappenplan een goed hulpmiddel te zijn om deze doelgroep te ondersteunen.
Om het aanmaken en distribueren van deze stappenplannen, vanuit een technisch
oogpunt, te vergemakkelijken is er gewerkt aan een zogenaamde stappenplan editor. Nu deze
editor vorm begint te krijgen ontstaat ook de vraag hoe deze middels een adaptieve user
interface aangeboden kan worden.
Dit onderzoek zal zich richten op de mogelijkheden waarop deze stappenplan editor de
kwaliteit van leven van de gebruiker zo optimaal mogelijk kan verbeteren. Daarbij zal een
deel van het onderzoek gewijd zijn aan dataverzameling middels sensoren en open data. Dit
om de haalbaarheid van de te realiseren toepassing vast te kunnen stellen.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 4
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Onderzoeksdoelstelling
Het doel van dit onderzoeken is om vast te kunnen stellen wat de wensen, eisen en
beperkingen zijn met betrekking tot de user interface. Daarbij moet duidelijk worden welke
sensorische en open data kan bijdragen aan de kwaliteit van het prototype.
Onderzoeksvragen
De hoofdvraag luidt: Op welke wijze kan een adaptieve user interface, voor een
stappenplan hulpmiddel, een positieve meerwaarde leveren aan mensen met een
verstandelijke beperking?
Hiervoor zijn de volgende deelvragen opgesteld:
Hoe is de doelgroep mensen met een verstandelijke beperking te definiëren?
Hoe kan sensorische data gebruikt worden om een situatie en het handelen van de
gebruiker herkennen om hier op te kunnen reageren?
Op welke wijze moet het stappenplan opgesteld worden om bruikbaar te zijn voor de
doelgroep?
Onderzoeksstrategie
Om de antwoorden van dit onderzoek zo adequaat mogelijk te kunnen beantwoorden
is het belangrijk dat de informatie van betrouwbare bronnen afkomstig is. Middels
deskresearch kunnen verscheidene websites, boeken en rapporten geraadpleegd worden om
een groot deel van de onderzoeksvragen deels te beantwoorden.
Wanneer blijkt dat een onderzoeksvraag te beperkt beantwoord kan worden met alleen
theoretisch kennis zal overgestapt moet worden op een andere strategie. Afhankelijk van de
benodigde informatie zal een interview en/of een casestudy de beste optie blijken.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 5
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Met betrekking tot het onderzoek naar geschikte sensoren zal het wellicht wenselijk zijn om
door middel van proof of concepts de gebruiksvriendelijkheid en betrouwbaarheid van de
betreffende sensor te meten.
De bronnen die tijdens dit onderzoek geraadpleegd zullen worden, worden middels de
zesde editie van de APA stijl verwerkt. Hierbij is het streven een zo gevarieerd mogelijke
verzameling van bronnen samen te stellen. Dit om een zo hoog mogelijke kwaliteit van het
onderzoek te kunnen garanderen.
Antwoord op de Hoofdvraag
Het verschil in vaardigheden binnen de groep van mensen met een verstandelijke
beperking is vrij groot. Over het algemeen is de gebruiker in staat in het begrijpen van
pictogrammen, losstaande woorden en korte simpele zinnen. Ook mag er vanuit worden
gegaan dat de gebruiker in staat is een touchscreen zoals dat van smartphone of tablet te
kunnen hanteren.
Door te kiezen voor een smartphone of tablet kan het stappenplan worden gefaciliteerd
met de aanwezige sensoren van dit apparaat. Met deze sensoren kan een sociale context
worden ontdekt om stappenplannen slim in te kunnen vullen. Daarbij kan de sensorische en
open data gebruikt worden om persoonlijke voorkeuren toe te passen. Deze sensorische data
kan inzicht bieden in de emoties en handelingen van de gebruiker. Hiervoor wordt verwezen
naar de psychofysiologie.
Voor de doelgroep kan dit stappenplan een meerwaarde bieden voor de kwaliteit van
leven. De stappenplannen hebben betrekking op bijvoorbeeld sociale situaties waardoor de
gebruiker meer vrijheid en zelfstandigheid kan krijgen. De begeleider en andere betrokken
partijen kunnen met dit hulpmiddel hun werklast verlagen en samenwerking verhogen. Dit is
echter afhankelijk van de ICT vaardigheid van deze partij.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 6
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
De intelligentie van het systeem zal voor een deel afhankelijk zijn van de wijze
waarop de stappenplannen opgesteld moeten worden. Hierdoor wordt echter de
moeilijkheidsgraad van de editor groter. Het toepassen van een slimme user interface is bij de
editor dan ook een belangrijk aandachtspunt.
Door tijdens de ontwerp- en realisatiefase rekening te houden met basisprincipes zoals
het QUIM model, kan een gedegen basis voor de toepassing worden gerealiseerd. Echter zijn
dit algemene richtlijnen en kan de realiteit hier van afwijken. Om het succes van de
toepassing te kunnen meten, en de meerwaarde die het hierdoor kan bieden aan de doelgroep
en betrokken partijen, zal het systeem en de verzamelde informatie regelmatig moeten worden
geëvalueerd.
Een adaptieve user interface zal, bij dit systeem, de moeilijkheidsgraad verlichten voor
zowel de eindgebruiker evenals zijn begeleiders. Dit zal door sensorische data,
patroonherkenning en verscheidene functies gerealiseerd moeten worden. De meerwaarde die
hierdoor voor de gebruiker en zijn omgeving ontstaat, is significant genoeg om dit project te
ondernemen.
Omschrijving van de Doelgroep m.b.t. User Interfaces
Verwachtingen die gesteld mogen worden.
De definitie voor een verstandelijke beperking is gedefinieerd door de American
Association on Intellectual and Developmental Disabillities. Deze definitie geeft aan dat een
verstandelijke beperking wordt gekenmerkt door een significante beperking van de
intelligentie (IQ minder dan 75) evenals een significante beperking in het adaptief gedrag. Dit
beperkt de persoon in zijn dagelijks handelen op zowel een sociaal als praktisch niveau.
Taken zoals leren, redeneren en problemen oplossen zijn voor deze groep erg moeilijk
(AAID, 2013).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 7
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Figuur 1. Verschillende niveaus van verstandelijke beperking en intelligentie(VAPH, 2013)
De ontwikkelingsleeftijd waar de gradaties van verstandelijke beperkingen mee
aangeduid worden hebben elk hun eigen kenmerken (zie tabel 1 in de bijlage). Daarnaast is de
ontwikkeling van een persoon met een verstandelijke beperking langzamer en is het besef van
geld, tijd en abstract denken vaak beperkt (zie tabel 2 in de bijlage). Dit wilt echter niet
zeggen dat het voor deze doelgroep onmogelijk is deze vaardigheden te beheersen, slechts dat
er meer tijd voor nodig is.
De vaardigheid om taal te lezen en te begrijpen is vastgelegd binnen
gemeenschappelijke referentieniveaus. Deze categoriseert drie gebruikers namelijk de basis-,
onafhankelijke en vaardige gebruiker respectievelijk A, B en C. Daarbij is een onderverdeling
gemaakt waardoor zes niveaus gedefinieerd zijn (A1, A2, B1, etc.). Een basisgebruiker (A1,
A2) kan eenvoudige en alledaagse gesprekken voeren en behoeften beschrijven.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 8
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
De onafhankelijke gebruiker is in staat om de hoofdzaak te onderscheiden in
ingewikkelde teksten. Daarbij is men in staat om zelf gedetailleerde teksten te produceren.
Een vaardige gebruiker kan vrijwel alle teksten begrijpen ongeacht lengte of veeleisendheid.
Deze gebruiker kan daarnaast flexibel met taal omgaan en heeft weinig moeite de juiste
uitdrukkingen te gebruiken (Taalunieversum, 2013).
Op basis van de kenmerken van de verschillende verstandelijke beperkingen zoals
deze zijn aangegeven in de DSM-IV (American psychiatric association, 2013) kan er van
worden uitgegaan dat verstandelijk beperkten over een leesniveau tussen A1 en B1 zullen
beschikken.
Voor het succesvol kunnen gebruiken van een user interface mag ervanuit gegaan worden
dat de gebruiker korte, duidelijke zinnen, iconen en pictogrammen begrijpt. Daarbij kan de
gebruiker bewust meerdere stappen doorlopen in een user interface en tot op zekere hoogte
begrijpen en inspelen op hoe deze reageert op input van de gebruiker.
Geschikte devices en vormen van input/feedback.
Er zijn vele mogelijkheden om input te leveren aan een device zoals een keyboard,
touchscreen, spraakherkenning, aanwijsapparaat, webcam, beweging/Kinect en joystick
(ComputerHope, 2013).
Gezien het feit dat bij sommige verstandelijk beperkten het spraakvermogen en/of de
motoriek beperkt zijn, is het gebruik van spraak en/of beweging af te raden. Hoewel er goede
resultaten worden geboekt met deze inputvormen zoals bij Microsoft Kinect (Molnár, Toth, &
Detreköi, 2012) en Google Now (Lei, Senior, Gruenstein, & Sorensen, 2013) is de
betrouwbaarheid niet altijd te garanderen door bijvoorbeeld een accent of ruis uit de
omgeving.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 9
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Bij de input op een touchscreen kan er onderscheid worden gemaakt in verschillende
handelingen, zogenaamde gestures, zoals touch, long press, swipe, drag, double touch, pinch
open en pinch close (Android, 2013).
Van de doelgroep kan verwacht worden dat deze informatie kan invoeren middels een
touchscreen wanneer dit gebruik maakt van touch en eventueel swipe. In hoeverre dat hier
training en/of begeleiding bij nodig is zal per persoon verschillen.
Een touchscreen input is mogelijk bij smartphones, tablets en pc’s. Het enige verschil
is de fysieke afmeting van het scherm. Een beeldschermdiagonaal vanaf 3 inch (Sony, 2013)
tot zelfs 82 inch (Touchwindow, 2013) is mogelijk. Voor een smartphone is 4 inch redelijk
standaard (Apple, 2013) en voor tablets is 7 of 10 inch een standaard afmeting (Mobile device
size, 2013).
Vormen van motivatie voor het hulpmiddel.
Er bestaan vele theorieën betreffende motivatie welke onderverdeeld kunnen worden
in vier categorieën.
Op basis van verwachting
De zelf-efficiëntie theorie van Bandura neemt aan dat de mens kennis heeft van zijn
eigen vaardigheden en doeltreffendheid en daarmee de controle meent te hebben op hoe hun
acties zullen resulteren in succes of falen. Hierbij worden er verwachtingen gesteld aan het
resultaat en in hoeverre men in staat is dit resultaat te vervullen (Eccles & Wigfield, 2004).
Een andere theorie, de beheersingsoriëntatie theorie (locus of control), is gebaseerd op
het idee dat het resultaat evenredig is aan het gevoel van controle dat iemand heeft op de taak.
Hierbij wordt ook aangegeven dat een onwetendheid over de reden van het succes, de
motivatie om gerelateerde taken uit te voeren verminderd. Volgens deze theorie zijn
competentie, onafhankelijkheid en verbanden de drie elementen waarop men beoordeeld of
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 10
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
men voldoende kans op slagen heeft. Het ontbreken van een of meerdere van deze elementen
leidt dan ook tot een verminderde motivatie (Eccles & Wigfield, 2004).
Op basis van oorzaak
Bij de theorie van intrinsieke motivatie wordt er onderscheidt gemaakt tussen
intrinsieke en extrinsieke motivatie. Wanneer iemand geleid wordt door intrinsieke motivatie
is dit omdat ze geïnteresseerd zijn in de taak en deze leuk vinden. Extrinsieke motivatie komt
voor wanneer men bijvoorbeeld een beloning krijgt voor de uitgevoerde taak (Eccles &
Wigfield, 2004).
Als toevoeging op intrinsieke motivatie is de vastbeslotenheid theorie ontstaan. Deze
gaat ervanuit dat de mens optimaal gestimuleerd wil worden en competitiegericht is, en dus
sneller geneigd is taken te kiezen waarbij aan deze eisen wordt voldaan. De intrinsieke
motivatie is hierbij gebaseerd op de competitie en de kans deze te winnen. De motivatie wordt
bij deze theorie opgesplitst in vier gradaties:
- extern, zoals een beloning;
- introjectie, waarbij men een taak doet omdat deze verwacht wordt door anderen
- geïdentificeerd, waar men het doel van de taak begrijpt;
- intern, waar men iets doet omdat dit belangrijk en/of waardevol is voor die persoon zelf
(Eccles & Wigfield, 2004).
De flow theorie gaat ervanuit dat motivatie een combinatie is van de vaardigheden van een
persoon en in hoeverre de moeilijkheidsgraad van de taak deze vereist. Een te makkelijke, of
juist te moeilijke, taak kan de motivatie laten afnemen. Zowel de vaardigheden als de
moeilijkheidsgraad van de taak moeten relatief hoog zijn voordat deze flow theorie in werking
gaat (Eccles & Wigfield, 2004).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 11
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Op basis van interesse
De interesse die iemand voor een bepaald onderwerp of een taak heeft kan volgens de
interesse theorie worden verdeeld tussen individuele en situatie gebonden interesse. Het
verschil hierbij is dat individuele interesse is gebaseerd op een bepaalde oriëntatie op een
domein. Situatie gebonden interesse komt vanuit de waarde die de taak of kennisgebied kan
bieden (Eccles & Wigfield, 2004).
Redenen om een taak uit te voeren worden volgens de doeltheorie onderverdeeld in
hoeverre het doel een positieve invloed heeft op het voorkomen of op de beheersing van een
vaardigheid. Competitie of zelfverbetering liggen aan beiden ten grondslag (Eccles &
Wigfield, 2004).
Op basis van waarden
De terugkoppelingstheorie beweert dat niet het daadwerkelijke resultaat, maar de
persoonlijke interpretatie van het resultaat, de motivatie beïnvloed. Vaardigheid, inzet,
moeilijkheidsgraad en geluk zijn hierbij de belangrijkste punten waarop men zijn eigen
kansen inschat. Stabiele factoren zoals vaardigheden zijn hierbij sterkere uitgangspunten dan
variabelen zoals geluk, en resulteren in een grotere waardering voor het resultaat. Falen door
eigen factoren leidt tot schaamte waar falen door externe factoren juist leidt tot woede (Eccles
& Wigfield, 2004).
Als laatste bestaat er de vernieuwde theorie van verwachtingen en waarden op basis
van de terugkoppelingstheorie. Hierbij hebben de verwachting en de eigen waarden een
positieve invloed op elkaar in tegenstelling tot de terugkoppelingstheorie en zijn deze
elementen uitgebreider gedefinieerd. De keuze om een taak te starten is gebaseerd op zowel
positieve als negatieve karakteristieken aangezien deze mogelijke opties elimineren. De
relatieve waarde en kans op succes wordt daarmee leidend (Eccles & Wigfield, 2004).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 12
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
De doelgroep en (nieuwe) techniek
De user interfaces, zoals deze ontworpen zijn voor bijvoorbeeld smartphones, houden
niet altijd rekening met het gebruiksgemak voor de gebruiker. Vooral wanneer de gebruiker
beperkingen kan hebben zoals de doelgroep van dit onderzoek. Zo is de grootte van knoppen
vaak niet toereikend, de menu’s te moeilijk, vaak onnodig en in te grote aantallen, en de
tekstgrootte te klein. Daarbij blijkt dat de feedback van een touchscreen onvoldoende is. Men
is geneigd de knop ingedrukt te houden of om de vinger van de ene naar de andere knop te
verslepen (Saenz de Urturi Breton, Jorge Hernández, Méndez Zorrilla, & García Zapirian,
2012).
Er zijn vele voorbeelden te noemen van mensen met een verstandelijke beperking die
gebaat zijn bij het gebruik van een tablet. Zo heeft het gebruik van een iPad bij Gage Gilbert
geleid tot een verbetering in zijn ontwikkeling en het opstarten van de Gage Rufus Foundation
(PJ Media, 2011). Anderzijds heeft de applicatie Vox4all succesvol een communicatietool
geleverd voor mensen met een verstandelijke beperking en hun begeleiders (Imagine, 2013).
Aangezien er sinds juli 2013 1.000.000 applicaties beschikbaar zijn in de Google
playstore (Rowinsky, 2013) en sinds oktober ook de Apple app store deze aantallen heeft
behaald (Ingraham, 2013) is er geen eenduidig antwoord te geven in hoeverre
tablets/smartphones geschikt zijn voor deze doelgroep. Wel blijkt uit deze cijfers dat het
mogelijk is om deze hardware toe te kunnen passen om aan specifieke eisen te kunnen
voldoen. Een gedegen selectie, training en begeleiding door, en voor, familie en begeleiders
kan bijdragen aan de succesfactor van het gebruik van nieuwe techniek zoals tablets.
Keuzevaardigheid van de doelgroep
De definitie vanuit de neurowetenschap voor een keuze, en het proces om een keuze te
maken, geeft aan dat er minimaal twee verschillende opties moeten zijn welke beide een
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 13
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
enigszins te voorspellen uitkomst hebben en beide geëvalueerd kunnen worden (Pirtošek,
Georgiev, & Gregorič-Kramberger, 2009).
De factoren waarop we deze keuzes baseren zijn, volgens de formule van de wis- en
natuurkundige Bernoulli, de kans op succes vermenigvuldigt door het voordeel dat we uit de
keuze kunnen krijgen. Het probleem hierbij is dat, afhankelijk van de gegeven keuzes, de
redenering voor een keuze gekleurd kan worden door verkeerd ingezette informatie. Dit
onvermogen om het werkelijke voordeel in te schatten en in plaats daarvan de illusie van de
beste keuze te laten leiden komt veelvoudig terug in marketing (Gilbert, 2005).
Dit proces van keuzes maken leidt onder anderen tot het fenomeen van
keuzeblindheid. Keuzeblindheid betekent dat we onze keuze prefereren boven de niet gekozen
alternatieven. Zelfs wanneer de gemaakte keuze en het resultaat verschillen blijft men het
ontvangen resultaat als beste zien (Johanssen, Hall, Tärning, Sikström, & Chater, 2013).
De reden dat deze keuzes, bewust dan wel onbewust, worden gestuurd is het
zogenaamde framing effect. Dit effect wordt omschreven als het ontstaan van systematische
verschillende beslissingen bij een optie met equivalente omschrijvingen van de keuzes.
Hierbij zijn drie vormen van dit effect. Het attribuut framing omschrijft hetzelfde object op
een positieve en gelijkwaardige negatieve wijze. Afhankelijk van welke omschrijving men
ontvangt zal diens mening hierop aangepast worden. De risico framing geeft een keuze
waarbij de verhouding tussen risico en beloning worden afgewogen. Veelal is een keuze
“veilig” ten opzichte van de andere keuze waarbij een gok genomen moet worden maar de
mogelijke opbrengst hoger is. Als laatste is er nog het doel framing waarbij een actie
verwacht wordt. Men is hierbij eerder geneigd over te gaan op actie wanneer de nadelen van
niet participeren worden benadrukt in plaats van de voordelen van participatie (Sher &
McKenzie, 2010).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 14
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
In de hersenen zijn er meerdere gebieden welke samen leiden tot het maken van een
keuze. Deze gebieden zijn de cerebrale cortex, thalamus en de frontale cortex (Pirtošek,
Georgiev, & Gregorič-Kramberger, 2009). Hierbij is het mogelijk om in dit proces emotionele
factoren toe te voegen om de keuze te beïnvloeden. Bij mensen met de aandoening autisme,
waar de informatie vanuit emotie vaak onvolledig is, zou dit kunnen leiden tot verkeerde
besluitvormingen. Dit idee is gebaseerd op de theorie van centrale coherentie waarbij een
onvermogen bestaat om alle binnenkomende informatie tot een coherent beeld te vormen.
Aangezien mensen met autisme zich vaak richten op details in plaats van het geheel zou dit
het vermogen om keuzes te kunnen maken beïnvloeden (De Martino, Harrison, Knafo, Bird,
& Dolan, 2008).
In combinatie met het framing effect blijkt iemand met autisme consistenter te blijven
in zijn keuzes en daarmee minder risico te nemen dan iemand waarbij geen autisme is
geconstateerd (De Martino, Harrison, Knafo, Bird, & Dolan, 2008).
In hoeverre de doelgroep in staat is om keuzes te maken is dus afhankelijk van
verschillende factoren. De context waarin de keuze gemaakt moet worden moet begrijpelijk
zijn waarbij de mogelijke keuzes en het gevolg ervan geëvalueerd kunnen worden. Daarbij
moet de vraagstelling objectief zijn en niet sturen naar een wenselijk antwoord. Hoewel de
doelgroep ietwat minder gevoelig blijkt te zijn voor het sturen van emotionele keuzes is het
raadzaam hier toch in de vraagstelling op te waken.
De hoeveelheid keuzes die kunnen worden aangeboden zal per persoon verschillen.
Echter onafhankelijk van de hoeveelheid keuzes is het wel belangrijk dat voor elke keuze tot
op bepaalde hoogte een gevolg te voorspellen is. Wanneer de opties te divers of te onduidelijk
zijn kan dit het keuzeproces nadelig beïnvloeden.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 15
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Conclusie
Er is geen eenduidig antwoord te geven op hoe goed iemand kan leren, communiceren
en begrijpen. Daarbij verschilt de hoeveelheid sturing ook per persoon. Zeker binnen de
doelgroep verstandelijk beperkten is dit duidelijk zichtbaar.
Wel kan er geconcludeerd worden dat de randvoorwaarde is dat er minimaal een besef
is van afbeeldingen, pictogrammen, losstaande woorden en korte simpele zinnen. Daarbij kan
de doelgroep, eventueel met hulpmiddelen, een touchscreen bedienen.
Een smartphone of tablet zijn voornamelijk gebaseerd op input vanuit het touchscreen.
Door bij de user interface het aantal vormen van input te beperken tot touch en swipe blijft
deze geschikt voor eenvoudig gebruik. Ook bij een uitgebreidere vorm van een user interface
kan het gebruik van slechts twee inputvormen nog steeds toereikend blijken.
Over het stimuleren van het gebruik van het tablet of een specifieke toepassing ervan
bestaan verscheidene theorieën. Het is ook hier afhankelijk van de persoon welke methode het
meest effectief blijkt. Belangrijk bij elke methode is om de moeilijkheidsgraad passend te
maken aan de beheersing van de vaardigheid die ervoor nodig is. Daarbij moet er een
duidelijk positief resultaat tegenover staan.
Herkennen van sociale context en handelen middels sensoren
Mogelijke parameters en sensoren
De producten die door NoXQS ontwikkeld worden maken gebruik van pc, smartphone
en/of tablets. Dit onderzoek zal zich op de beschikbare sensoren op deze devices richten.
De sensoren die beschikbaar zijn in smartphones worden verdeeld over drie
categorieën te noemen: beweging, omgeving en positie. Het verschilt per merk en type in
hoeverre deze sensoren ingebouwd zijn (Android, 2013). Hoewel de verschillen kleiner zijn
dan bij Android, geldt dit ook voor Apple producten(Apple, 2013).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 16
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Tabel 3
Android sensor overzicht (Android, 2013)
Naam Omschrijving meting Mogelijke toepassing
Accelerometer /
Zwaartekracht
Acceleratie in m/s2 op alle fysieke assen
(x, y en z) evenals zwaartekracht
Bewegingsdetectie zoals
schudden en kantelen
Gyroscoop Rotatie van het apparaat in rad/s rondom
alle fysieke assen (x, y en z)
Rotatiedetectie zoals
omdraaien en kantelen
Lineaire acceleratie Acceleratie in m/s2 op alle fysieke assen
(x, y en z). Slechts 1 tegelijkertijd
Beweging op één fysieke
as meten
Temperatuur Temperatuur van de omgeving in graden
Celsius (°C)
Monitoren van
luchttemperatuur
Licht Lichtsterkte in lux Aanpassen van
schermverlichting
Druk Luchtdruk van de omgeving in hPa of
mbar
Monitoren van luchtdruk
Vochtigheid Vochtigheidsgraad van de omgeving in
procenten %
Monitoren van
luchtvochtigheid
Oriëntatie Rotatie in graden op alle fysieke assen
(x, y, z)
Positie van object
bepalen
Nabijheid Relatief geziene afstand van een object
tot het scherm in cm
Hover functie
Magnetisch veld Geomagnetisch veld op alle fysieke
assen (x, y en z) in µT
Kompas
Vector rotatie Oriëntatie van het apparaat op basis van
de drie elementen van de rotatievector.
Bewegings- en
rotatiedetectie
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 17
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
In maart 2012 introduceerde Broadcom de BCM4752. Een chip die de exacte locatie
van een gebruiker kan detecteren tot op de centimeter nauwkeurig. Het is met deze chip zelfs
mogelijk om binnen gebouwen een exacte locatie en zelfs verdieping te detecteren. Dit is
mogelijk door een combinatie van GPS (TTFF), Wi-Fi, Bluetooth, NFC, telefoonnetwerk,
accelerometer, kompas, gyroscoop en altimeters. Daarbij kan de chip tien keer sneller de
locatie bepalen met slechts de helft van het stroomgebruik dan nu vereist is (Broadcom,
2012).
Om de kennis van de locatie beter te benutten, is het belangrijk om deze te plaatsen
binnen een sociale context. Deze is te visualiseren in de context piramide waarbij data van de
sensoren omgezet wordt naar fysieke parameters. Deze kunnen middels patroonherkenning
geanalyseerd worden om activiteiten te constateren. Afhankelijk van de kwaliteit en
kwantiteit van de informatie en de volledigheid van de patroonherkenning, vermindert de kans
op foute conclusies (Pei, et al., 2013).
Figuur2. Voorbeeld van de Context piramide (Pei, et al., 2013)
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 18
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Een van de fysieke parameters is bewegingsdetectie. Door verschillende data van
sensoren te combineren kan de bewegingsvorm geconstateerd worden. Hierbij kan gedacht
worden aan zitten, lopen, snel lopen, stilstaan, fietsen, rennen, etc. Om dit gegeven te kunnen
vertalen naar een activiteit kan het LoMoCo model worden gebruikt. Dit gaat ervanuit dat de
combinatie van de locatie, bewegingsvorm (motion) en context wijzen op een bepaalde
activiteit (Pei, et al., 2013).
De sensorische data kan ook gebruikt worden bij het doorlopen van het stappenplan
om stappen vanuit het systeem te beantwoorden. Daarnaast draagt open data zoals tijd, weer,
navigatiemiddelen, etc. bij aan het gebruiksgemak en veelzijdigheid van de stappenplannen.
Voor dit onderzoek wordt hier niet verder op ingegaan aangezien deze data afhankelijk is van
het onderwerp van het stappenplan.
Meten en vaststellen van emoties
Een andere mogelijke sensorische data groep is die van emotie. Er zijn al succesvolle
methodes ontwikkeld waarbij het gebruik van de smartphone inzicht biedt in de emotie van de
gebruiker met 66% tot zelfs 93% zekerheid (LiKamWa, Liu, Lane, & Zhong, 2013).
Daarnaast zijn er externe sensoren zoals de Sensoree mood sweater welke via een
galvanic extimacy responder de geleiding van de huid meet om een emotie te bepalen
(Sensoree, 2013). Een minder opvallend en draadloos meetinstrument is de QSensor welke als
een polshorloge gedragen kan worden, en meerdere sensoren bevat waaronder hartslag en
temperatuur (Affectiva, 2013).
Het wellicht meest vooruitstrevende product is de Emotiv Insight, een headset welke
hersenactiviteit kan meten om niet alleen emoties mee te meten maar ook om middels
gedachten software of hardware aan te sturen (Emotiv Lifesciences, 2013).
Draagbare technologie zal steeds meer geaccepteerd en alledaags worden en huidige
technologieën vervangen. Zo is het project Glass van Google een innovatieve nieuwe vorm
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 19
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
van communiceren welke de smartphone zou kunnen vervangen (Brin, 2013). Magazines
zoals WRBL (WRBL, 2013) en Wearable technologies tonen nog veel meer van dergelijke
concepten en producten (Wearable technologies, 2013). Het idee om draagbare technologie te
combineren met dit concept is dus geen vooruitstrevende gedachte.
Het nadeel van deze technologie bij deze doelgroep, is dat men bij sommige
aandoeningen zoals Asperger niet in staat is de juiste emotie te tonen (NVA). Het detecteren
van emoties middels gezichtsuitdrukkingen of houding is bij mensen met autisme daarom vrij
beperkt en niet geschikt (Picard, 2009). Om betrouwbare informatie te verkrijgen is een lange
periode nodig waarin de gebruiker foto’s moet nemen en evalueren met zijn/haar begeleider
(Gay, Leijdekkers, Agcanas, Wong, & Wu, 2013).
Het meten van emoties middels lichamelijke functies lijkt beter resultaat te bieden.
Emotie wordt, in sommige definities, omschreven als een combinatie van valentie en
opwinding (Gay, Leijdekkers, Agcanas, Wong, & Wu, 2013). Er zijn echter nog geen
algoritmes welke met voldoende zekerheid een emotie kunnen vaststellen. De context waarin
de emotie geuit wordt blijkt van grote invloed te zijn op het herkennen van de juiste emotie
(Picard, 2009).
Figuur 3. Emoties ten opzichte van valentie en opwinding (Gay, Leijdekkers, Agcanas,
Wong, & Wu, 2013).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 20
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Volgens de studie van Yale bestaat een emotie uit valentie, een stimulus, een doel en
een respons. De respons bestaat weer uit een gevoel, gedrag en een fysiologische reactie. Een
stemming, gevoel, persoonlijke trekjes en cognitie vallen niet onder deze definitie van emotie
(Gruber, 2013). De reactie wordt nu via schriftelijke vragenlijsten en interviews tijdens en na
de gebeurtenis gemeten. Daarnaast zijn de gezichtsuitdrukkingen, lichaamshouding en de
stem ook meetbare parameters (Gruber, Human emotion 2.3: emotion measurements, 2013).
Psychofysiologie kan betrouwbare informatie geven over de lichamelijke reactie op de
emotie. Hierbij wordt gelet op het perifere zenuwstelsel en dan met name het autonome
zenuwstelsel. Dit is weer opgesplitst in het sympathisch en parasympatisch zenuwstelsel. Het
sympathisch zenuwstelsel veroorzaakt onder anderen de fight of flight reactie. Dit is zichtbaar
in een verhoogde hartslag, vergrootte pupil, aanmaak van glucose en adrenaline en een
versnelde ademhaling. Het parasympatisch zenuwstelsel zorgt juist voor rust en een
tegengestelde reactie van het sympathische zenuwstelsel. Beide zenuwstelsels werken
gelijktijdig en de balans tussen beiden geeft een indruk van de emotie. Hierbij kan de hartslag,
doorbloeding, zweten, temperatuur van de huid, ademhaling, respiratory sinus
arrhythmia(RSA) en beweging gemeten worden (Gruber, Human emotion 7.1:
psychophysiology i (introduction), 2013).
De eccrine zweetklieren bevinden zich over het gehele lichaam maar zijn het meest
geconcentreerd op de handpalmen en voetzolen. Deze klieren reageren op stress en emotie en
zijn daarom duidelijke meetpunten en bekend als galvanic skin response (GSR). Voor de
hartslag kan een ECG inzicht geven in de slagen per minuut, en de tijd tussen deze slagen.
Daarbij geeft de ademhaling en inademingen per minuut meer duidelijkheid over de emotie.
Deze worden met sensoren bij de borst gemeten welke het uitzetten van de borstkast meten.
De combinatie tussen de hartslag en ademhaling (RSA) geeft verder inzicht in de oorzaak van
deze veranderingen in ritmes en daarmee de emotie. Een verhoogde lichaamstemperatuur
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 21
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
wijst op de activiteit en hoeveelheid bloed aanwezig in die locatie. Bij angstige emoties
worden bijvoorbeeld handen en voeten kouder. Echter wordt deze factor ernstig beïnvloed
door externe factoren. De doorbloeding kan zowel bij de vingertop of oorlel gemeten worden
om zo het volume, snelheid en de amplitude van de doorbloeding vast te stellen (Gruber,
Human emotion 7.2: psychophysiology ii (cardiovascular system), 2013).
Onderzoek van Michelle Shiota, professor van de universiteit van Arizona State, laat
zien dat, zelfs bij verschillende positieve emoties, een psychofysiologisch verschil zichtbaar
is. Hierbij zorgen de toe- en afname van de verschillende parameters voor zichtbare patronen
(Gruber, Human emotion 7.3: psychophysiology iii (specificity and coherence), 2013).
Het is dus mogelijk om via lichamelijke functies zoals hartslag, zweet en bloeddruk
een emotie vast te kunnen stellen. Echter is hierbij de emotie niet met complete zekerheid aan
te duiden aangezien deze lichamelijke functies ook door externe factoren kunnen fluctueren.
Ook is het nog niet voor alle soorten emoties vastgesteld dat deze van invloed zijn op deze
lichamelijke reacties. Verder onderzoek is hier nodig.
Wet- en regelgeving voor dataverzameling
De wet bescherming persoonsgegevens betreft, zo luidt in artikel 2 lid 1, de gehele of
gedeeltelijke geautomatiseerde verwerking van persoonsgegevens. Deze wet is niet van
toepassing bij activiteiten die uitsluitend bedoeld zijn voor persoonlijke of huishoudelijke
activiteiten (Overheid, 2013).
Voorafgaand aan het verzamelen van persoonsgegevens dient de gebruiker hiervan
medegedeeld te worden en de doeleinden van deze verzameling zoals opgelegd in artikel 33.
Het doeleinde voor de verzameling van gegevens moet, volgens artikel 7, gerechtvaardigd
zijn en uitdrukkelijk omschreven. In artikel 8 staat vermeld dat deze gegevens vervolgens
alleen gebruikt mogen worden als de gebruiker hier zijn ondubbelzinnige toestemming voor
heeft verleend. Bij deze doelgroep is dit echter niet altijd te garanderen. Buiten de doeleinden
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 22
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
waarvoor deze gegevens zijn verkregen, mogen deze, volgens artikel 9, niet verder worden
verwerkt waarbij het wel is toegestaan deze voor statistische of wetenschappelijke doeleinden
te gebruiken. Hierbij moeten de persoonsgegevens, volgens artikel 10, op dusdanige manier
worden bewaard dat de betrokkene niet te identificeren is en de gegevens niet langer dan
noodzakelijk bewaard worden. Artikel 14 geeft aan dat de wijze van opslag middels
technische en organisatorische maatregelen beschermt dient te worden tegen het onrechtmatig
verkrijgen en verwerken van derden.
De gebruiker heeft hierbij middels artikel 35 het recht om een omschrijving van de
gegevens en hun doeleinden in een begrijpelijk vorm gepresenteerd te krijgen (Overheid,
2013).
Conclusie
De sensoren zoals deze beschikbaar zijn op een smartphone zijn toereikend genoeg om
een juiste inschatting van de activiteit van de gebruiker te maken. De veelzijdigheid en
hoeveelheid van de informatie draagt bij aan het verbinden van de juiste conclusies aan de
verkregen informatie. Door uitvoerig onderzoek en testen kan een sociale context worden
geformuleerd om de informatieverwerking te faciliteren. Hierbij dient wel rekening gehouden
te worden met het verkrijgen, verwerken en bewaren van deze informatie aangezien het hier
persoonlijke informatie betreft. Hetzelfde geldt voor het meten en vaststellen van de emotie
van de gebruiker middels externe sensoren. Verder onderzoek zal moeten uitwijzen welke
sensoren toereikend zijn voor deze toepassing.
Succesvol opstellen van een stappenplan voor de doelgroep
Definitie van adaptieve user interface.
Een user interface is een middel waarmee een gebruiker interacteert met een computer.
Vooral wanneer hier sprake is van input en software (Oxford Dictionaries, 2013).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 23
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Een adaptieve of zelflerende user interface biedt de mogelijkheid om de
gebruiksmogelijkheden en de bereikbare doelgroep te vergroten. Echter is het bij deze vorm
van user interface moeilijker om betrouwbaarheid, acceptatie en bruikbaarheid aan te tonen.
Het gevaar dat het systeem foute conclusies trekt die daardoor resulteren in verwarring moet
zoveel mogelijk worden geprobeerd terug te dringen. Transparantie is hierbij essentieel zodat
de gebruiker begrijpt waarop een keuze van het systeem gebaseerd is. (Peissner & Sellner,
2013).
Eisen voor succesfactor van een stappenplan
De definitie van een stappenplan geeft niet meer informatie dan dat het een plan
betreft waarin vermeld staat welke stappen noodzakelijk zijn om een doel te bereiken (van
Dale, 2013). Een stappenplan heeft altijd dezelfde uitkomst.
In werkelijkheid blijkt de term stappenplan geen juiste weergave voor hetgeen door
NoXQS ontwikkeld is. Dit aangezien een stappenplan slecht één resultaat kan hebben en er
geen keuzemomenten in voorkomen. De term binaire beslissingsdiagram is passender
aangezien het stappenplan keuzes aanbied welke het eindresultaat beïnvloeden. Een binair
beslissingsdiagram is een datastructuur waarin middels een boolean functie meerdere niveaus
en eindresultaten gevisualiseerd kan worden weergegeven (Wikipedia, 2013).
Een boolean is een datatype welke alleen waar of onwaar kan zijn (PHP, 2013). In
feite is een boolean een binair welke tweevoudig is (van Dale, 2013).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 24
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Figuur 4. Binaire beslissingsboom en beslissingsdiagram
Bij een binaire beslissingsboom is er per niveau een keuze mogelijk met elk twee
uitkomsten. De hoeveelheid uitkomsten zijn per niveau exponentieel.
Een binair beslissingsdiagram reduceert het aan stappen en kan leiden tot een
asynchroon diagram. Hierbij worden dubbele uitkomsten samengevoegd wanneer het vorige
en volgende niveau van beide uitkomsten gelijk zijn (Jacobi, Calazans, & Trullemans,
1991).Het toepassen van deze reductieregels is dan ook een eis voor een succesvol
stappenplan/beslissingsdiagram.
Breder kijkend zijn er meerdere richtlijnen te benoemen. Zo geeft SurveyMonkey, een
populaire online enquêtetool, een aantal duidelijk regels aan. Relevantie en accuraatheid zijn
belangrijk om betrouwbare data te kunnen verzamelen. Hierbij kan gelet worden op de
schrijfwijze, de lengte van de vragenlijst en de relevantie van elke vraag ten opzichte van het
uiteindelijke doel. Een gebruiker moet de vraag kunnen begrijpen en juist kunnen
beantwoorden. Dit kan door korte vragen te stellen, duidelijke opties aan te bieden en vragen
te stellen die snel beantwoord kunnen worden (SurveyMonkey, 2011).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 25
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Voor- en nadelen voor de begeleider
Een hulpmiddel dat de gebruiker in staat stelt om op een zelfstandigere wijze
activiteiten te ondernemen en taken uit te voeren kan de werklast van de begeleider, in
theorie, verminderen. Echter zal het beheren van een dergelijk hulpmiddel voor een groot deel
de taak zijn van de begeleider. Om de betrouwbaarheid van de opgegeven informatie te
kunnen garanderen moet deze regelmatig worden aangepast en aangevuld. Hierbij is de kennis
van de zorgverlener en de cliënt essentieel om kwalitatief goede begeleiding te kunnen
bieden. De processen waarmee dit moet worden gerealiseerd moeten efficiënt en snel
doorlopen kunnen worden. Dit om de werklast van de begeleider betreffende dit hulpmiddel
tot een minimum te kunnen houden.
Er zijn meerdere vormen van zorg en begeleiding voor mensen met een verstandelijke
beperking zoals persoonlijke begeleiding, werkbegeleiding en gezinsbegeleiding (Vereniging
gehandicaptenzorg Nederland, 2013). Hoewel de vorm van de zorg per persoon varieert is
algemeen te stellen dat de werkzaamheden van een begeleider observeren, verzorgen,
begeleiden en stimuleren zijn (You chooz).
In 2011 waren er 160.411 mensen werkzaam in de verstandelijke gehandicaptenzorg (van
der Kwartel, 2013). Van de 473.000 mensen met een verstandelijke beperking die in
Nederland wonen (de Klerk, Fernee, Woittiez, & Ras), krijgen 186.941 mensen
gehandicaptenzorg (van der Kwartel, 2013). Dit is in een verblijf of extramurale zorg. De
verhouding van zorgpersoneel en cliënten binnen de gehandicaptenzorg is daarmee vrijwel 1
op 1.
Ondanks deze verhoudingen werd, in de periode van 2005 tot 2011, bij 86% van de
zorginstellingen een overtreding gemaakt met betrekking tot de werkdruk en 17% op de
arbeidstijden (Rijksoverheid, 2013). Hieruit kan geconstateerd worden dat het verlagen van de
werkdruk een significante meerwaarde zou kunnen leveren binnen de gehandicaptenzorg.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 26
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Binnen de meeste opleidingen zoals SPW wordt er geen aandacht besteed aan ICT
vaardigheden (NTI, 2013). De kennis van ICT van de begeleiders in de gehandicaptenzorg is
dan ook niet duidelijk vast te stellen.
Algemeen gezien is 96% van de Nederlandse bevolking in het bezit van een personal
computer. 82% van deze groep is in staat om mappen en informatie te verplaatsen, kopiëren
en te plakken. Hoewel gemiddeld gezien 11% van deze groep kan programmeren bezit slecht
4% van de vrouwelijke gebruikers deze vaardigheid (CBS, 2013).
Naast de personal computer zijn er 5,6 miljoen mensen (33% van de bevolking) in het bezit
van een tablets en 8 miljoen(48% van de bevolking) van een smartphone (van Hoek, 2013). Er
mag dan vanuit worden gegaan dat de middelen bij iedere begeleider aanwezig zijn om
gebruik te maken van een ICT hulpmiddel.
Theoretisch gezien heeft de zorgbegeleider een voordeel met betrekking tot de werklast en
tijdsbesteding. Dit is echter afhankelijk van de aanwezige ICT kennis en de
moeilijkheidsgraad van het ICT hulpmiddel. Wanneer de begeleider geen, of onvoldoende,
ICT kennis heeft kan een ICT hulpmiddel, in eerste instantie, nadelig werken. Geschikte
begeleiding en training kunnen hierbij een uitkomst zijn.
Kenmerken van een goede vragenlijst
Het stappenplan, of binair beslissingsdiagram, biedt per stap een keuzemogelijkheid.
Voor dit onderzoek is de aanname dat deze keuzemogelijkheid te vergelijken is met een
vragenlijst. Hoewel de kwaliteit van de vragenlijst grotendeels uit de vraagstelling komt, moet
de user interface hierin zoveel mogelijk faciliteren.
Bij usability testing in het algemeen kan er gebruik worden gemaakt van het Quality in
Use Integrated Map model of afgekort QUIM model. Dit is een hiërarchisch model welke is
opgedeeld in vier sectoren te noemen: factoren, criteria, metriek en data (Seffah, Kececi, &
Donyaee, 2001). Tabel 3 in de bijlagen geeft meer inzicht in de meetpunten van dit model.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 27
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Figuur 7. QUIM model (Seffah, Kececi, & Donyaee, 2001)
Gradaties voor oplopende complexiteit voor de user interface
Zowel Android als Apple bieden uitgebreide handleidingen betreffende het succesvol
ontwerpen en realiseren van een smartphone of tablet applicatie. Enkele punten die worden
aangegeven zijn het beperken van het aantal stappen in de navigatie, een minimale
buttongrootte van 10mm2 of 48dp (44dp in iOS), trachten alle buttons in beeld te houden en
binnen het ontwerp rekening te houden met toegankelijkheid toepassingen zoals TalkBack en
aangepaste tekstgrootte (Android Developers, 2013).
Voor beide besturingssystemen zijn vele user interface elementen en structuren
opgesteld om informatie te presenteren. Deze zijn opgedeeld in top level views, category
views en detail/edit views (Android Developers, 2013). De hoeveelheid informatie die per
niveau en view wordt getoond is afhankelijk van het design van de applicatie. Wel wordt hier
geadviseerd de tekstgrootte nooit kleiner dan 12sp (of 22pt) te maken en de afstand tussen
elementen minimaal 8dp (Android Developers, 2013).
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 28
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Bij het testen van een user interface zijn er een aantal punten waarop de
gebruiksvriendelijkheid vastgesteld kan worden. Allereerst is het zinvol om te weten of de
gebruiker in staat is een taak volledig af te ronden. Wanneer een taak niet kan worden
afgerond is het noodzakelijk hier de oorzaak van te achterhalen. Tijdens de testfase van de
ontwikkeling en realisatie van een applicatie, is dit mogelijk door de testpersoon te vragen
naar problemen die zij ondervonden. Daarnaast kan er gevraagd worden hoe moeilijk de taak
was en hoe de user interface in zijn geheel werd ervaren (Sauro, 2011).
Binnen de user interface kan de tijd die nodig was om de taak uit te voeren worden
bijgehouden. Deze kan worden vergeleken met de beoogde tijd om zo problemen te
constateren. Deze informatie in combinatie met de stappen die een gebruiker doorloopt tijdens
het gebruik geven een gedetailleerd verloop van het proces en mogelijke fouten (Sauro, 2011).
Er is geen eenduidige gradatie aan te geven aangezien dit verschilt per design van de
user interface, de hoeveelheid informatie die overgebracht moet worden en het doel van het
product. Uit de ontwerprichtlijnen van zowel Android alsmede Apple is echter wel op te
merken dat consistentie en een overzichtelijk design ten grondslag liggen aan een goede user
interface.
Om een gradatie te kunnen opstellen moeten de verschillende taken, functies en opties
binnen de user interface gecategoriseerd worden op basis van hun moeilijkheidsgraad en
relevantie. Door tijdens het gebruik van de applicatie data over het gebruik te verzamelen kan
geconstateerd worden wanneer een extra niveau, meer informatie of meer gebruikersinput
wenselijk is.
Kwaliteit van een adaptieve user interface
Er zijn tien duidelijke punten waar een user interface aan dient te voldoen.
1. De gebruiker moet duidelijk geïnformeerd worden over gebeurtenissen en keuzes in de
user interface;
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 29
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
2. De communicatie met de gebruiker moet passen bij het taalgebruik welke de gebruiker
dagelijks bezigt. Het gebruik van technische termen moet voorkomen worden;
3. Het moet voor de gebruiker mogelijk zijn om stappen ongedaan te maken en opnieuw uit
te voeren;
4. Dezelfde iconen en termen moeten gehanteerd worden bij gelijksoortige functies en acties
om verwarring te voorkomen;
5. Het systeem moet om kunnen gaan met fouten om foutmeldingen, of foutieve informatie,
naar de gebruiker toe tot een minimum te beperken;
6. Het systeem moet de gebruiker zoveel mogelijk faciliteren in het onthouden en
presenteren van informatie. Hierdoor hoeft de gebruiker dit niet zelf te onthouden;
7. Waar mogelijk moet het systeem zelf in staat zijn om taken over te nemen van de
gebruiker. Dit door bijvoorbeeld sensorische data of patroonherkenning;
8. Het gebruik van informatie, iconen en andere interface elementen moet tot een minimum
worden gehouden. Hierdoor wordt er niet afgeleid van de kerninformatie;
9. Indien een foutmelding nodig blijkt, moet deze de gebruiker voldoende kunnen
informeren om de fout te herstellen;
10. Een adequate documentatie en hulpvoorziening moeten aanwezig zijn om de gebruiker in
uiterste nood te kunnen ondersteunen (Nielsen, 1995).
Conclusie
De optie om middels het beantwoorden van een aantal vragen een situatie te kunnen
herkennen, en adequaat advies over het handelen te kunnen geven, is voor deze doelgroep
zeker mogelijk. Hierbij gelden in principe geen andere richtlijnen dan voor andere
doelgroepen. De vragen moeten helder, kort en niet sturend zijn en geen dubbelzinnigheden
bevatten. Daarbij moet er bij het antwoorden van gesloten vragen de optie blijven om een
neutraal antwoord te geven mocht de vraagstelling onduidelijk blijken.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 30
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Door sensorische data toe te passen om antwoord te kunnen geven op enkele vragen
binnen het stappenplan, kan de lengte en moeilijkheidsgraad van de vragenlijst positief
beïnvloed worden. Echter om sensorische data binnen een stappenplan te kunnen realiseren
zal de intelligentie van het systeem moeten toenemen.
Wanneer een stappenplan succesvol kan worden toegepast op verscheidene situaties in
het dagelijks leven van de gebruiker, biedt dit een meerwaarde in de kwaliteit van leven van
de gebruiker alsmede de werklast van zijn/haar begeleider/verzorger.
Vanuit het QUIM model en designprincipes voor een user interface, zijn er al duidelijk
eisen vast te stellen voor een succesvolle ICT toepassing. De effectiviteit, efficiëntie en
moeilijkheidsgraad zijn een aantal belangrijke punten.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 31
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
References
AAID. (2013). Frequently Asked Questions on Intellectual Disability. Retrieved from
American Association on Intellectual and Developmental Disabillities:
http://aaidd.org/intellectual-disability/definition/faqs-on-intellectual-
disability#.UmofGVC-2So
Affectiva. (2013). Emotion data. no strings attached. Retrieved from Qsensor:
http://www.qsensortech.com/features/
American psychiatric association. (2013). Diagnostic and statistical manual of mental
disorders - vijfde editie. Arlington: American Psychiatric Association.
Android. (2013). Gestures. Retrieved from Android developers:
http://developer.android.com/design/patterns/gestures.html
Android. (2013). Sensors overview. Retrieved from Android Developers:
http://developer.android.com/guide/topics/sensors/sensors_overview.html
Android Developers. (2013). Accessibility. Retrieved from Android Developers:
http://developer.android.com/design/patterns/accessibility.html
Android Developers. (2013). Application structure. Retrieved from Android Developer:
http://developer.android.com/design/patterns/app-structure.html
Android Developers. (2013). Input controls. Retrieved from Android Developers:
http://developer.android.com/guide/topics/ui/controls.html
Android developers. (2013, oktober 31). Intent. Retrieved from Android developers:
http://developer.android.com/reference/android/content/Intent.html
Android developers. (2013). Storage options. Retrieved from Android developers:
http://developer.android.com/guide/topics/data/data-storage.html
Android Developers. (2013). Typography. Retrieved from Android Developer:
http://developer.android.com/design/style/typography.html
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 32
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Apple. (2013). Ipad Air Technical Specifications. Retrieved from Apple:
http://www.apple.com/ipad-air/specs/
Apple. (2013). Iphone compare models. Retrieved from Apple:
http://www.apple.com/iphone/compare/
Apple inc. (2013, september 18). NSDate class reference. Retrieved from iOS developer
library:
https://developer.apple.com/library/ios/documentation/Cocoa/Reference/Foundation/C
lasses/NSDate_Class/Reference/Reference.html
Brin, S. (2013, februari). Sergey Brin: waarom google glass? Retrieved from TED:
http://www.ted.com/talks/sergey_brin_why_google_glass.html
Broadcom. (2012, maart 21). New location architecture with BCM4752. Retrieved from
Broadcom: http://www.broadcom.com/products/features/GNSS.php
CBS. (2013, Oktober 29). ICT gebruik van personen naar persoonskenmerken. Retrieved
from Centraal bureau van de statistiek statline:
http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=71098ned&D1=
0-2,7-14,27-32&D2=0-2&D3=0,l&HD=130422-1113&HDR=G2,G1&STB=T
ComputerHope. (2013). Input device. Retrieved from ComputerHope:
http://www.computerhope.com/jargon/i/inputdev.htm
de Klerk, M., Fernee, H., Woittiez, I., & Ras, M. (n.d.). Factsheet: Mensen met lichamelijke
of verstandelijke beperkingen. Retrieved oktober 23, 2013, from Sociaal en Cultureel
planbureau: http://www.scp.nl/dsresource?objectid=32816&type=org
De Martino, B., Harrison, N., Knafo, S., Bird, G., & Dolan, R. (2008, oktober 15). Explaining
enhanced logical consistency during decision making in autism. Londen: Journal of
neuroscience. Retrieved from Society for neuroscience:
http://www.jneurosci.org/content/28/42/10746.full.pdf+html
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 33
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Eccles, J., & Wigfield, A. (2004). Motivational beliefs, values, and goals. Annual review of
Psychology, 31.
Emotiv Lifesciences. (2013). What you can do with a little insight... Retrieved from
EmotivInsight: http://emotivinsight.com/
Expertisecentrum verstandelijke beperking. (2013). Syndromen en aandoeningen. Retrieved
oktober 23, 2013, from Verstandelijk beperkt:
http://www.verstandelijkbeperkt.nl/website/informatiemenu.php
FHP. (n.d.). Fachgebiete interfacedesign. Retrieved from fachbereich design der
fachhochschule potsdam: http://design.fh-
potsdam.de/studiengaenge/interfacedesign/fachgebiete.html
Gay, V., Leijdekkers, P., Agcanas, J., Wong, F., & Wu, Q. (2013). CaptureMyEmotion:
helping autistic children understand their emotions using facial expression
recognition and Mobile Technologies. Bled, Slovenië: Bled eConference.
Gilbert, D. (2005, juli). Dan Gilbert over onze verkeerde verwachtingen. Retrieved from Ted:
http://www.ted.com/talks/dan_gilbert_researches_happiness.html
Gruber, J. (2013, mei 26). Human emotion 1.3: what is an emotion? Retrieved from Youtube:
http://www.youtube.com/watch?v=slwdzpg4Aqk&feature=share&list=PLh9mgdi4rNe
wieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=2
Gruber, J. (2013, mei 26). Human emotion 2.3: emotion measurements. Retrieved from
Youtube:
http://www.youtube.com/watch?v=g1lXq5VIKS4&feature=share&list=PLh9mgdi4rN
ewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=5
Gruber, J. (2013, mei 30). Human emotion 7.1: psychophysiology i (introduction). Retrieved
from Youtube:
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 34
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
http://www.youtube.com/watch?v=dR_DtzMafx0&feature=share&list=PLh9mgdi4rN
ewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=18
Gruber, J. (2013, mei 30). Human emotion 7.2: psychophysiology ii (cardiovascular system).
Retrieved from Youtube:
http://www.youtube.com/watch?v=yzpxppWaNK0&feature=share&list=PLh9mgdi4r
NewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=19
Gruber, J. (2013, juni 20). Human emotion 7.3: psychophysiology iii (specificity and
coherence). Retrieved from Youtube:
http://www.youtube.com/watch?v=wkqyR7KA64E&feature=share&list=PLh9mgdi4r
NewieO9Dsj-OhNBC9bF4FoRp&index=20
IBM. (2013). Transforming the lifetime of relationships between people and companies.
Retrieved from IBM: http://www-03.ibm.com/innovation/us/watson/
Imagine. (2013, april 9). Vox4all: testimony of an association of mental disability. Retrieved
from Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=U_NaTwUCEhg
Ingraham, N. (2013, oktober 22). Apple announces 1 million apps in the App store, more than
1 billion songs played on iTunes radio. Retrieved from The Verge:
http://www.theverge.com/2013/10/22/4866302/apple-announces-1-million-apps-in-
the-app-store
Jacobi, R., Calazans, N., & Trullemans, C. (1991). Incremental reduction of binary decision
diagrams. Retrieved from Pontificia universidade católica do Rio Grande do Sul:
http://www.inf.pucrs.br/~calazans/publications/ISCAS91.pdf
Johanssen, P., Hall, L., Tärning, B., Sikström, S., & Chater, N. (2013). Choice blindness and
preference change: you will like this paper better if you (believe you) chose to read it!
Retrieved from Lunds universiteit: http://www.lucs.lu.se/wp-
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 35
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
content/uploads/2011/01/Johansson-et-al-2013-Choice-Blindness-and-Preference-
Change.pdf
Juran, J., & Godfrey, B. (1998). Juran's quality handbook: fifth edition. New York: McGraw-
Hill.
Kijk op ontwikkeling. (2013). Verloop cognitieve ontwikkeling. Retrieved from Kijk op
ontwikkeling: http://www.kijkopontwikkeling.nl/problemen/cognitieve-
ontwikkeling1/verloop-cognitieve-ontwikkeling.html
Lei, X., Senior, A., Gruenstein, A., & Sorensen, J. (2013, augustus 29). Accurate and compact
large vocabulary speech recognition on mobile devices. Lyon, Frankrijk: ISCA.
Retrieved from Google user content:
http://static.googleusercontent.com/external_content/untrusted_dlcp/research.google.c
om/nl//pubs/archive/41176.pdf
Lifelong Kindergarten Group. (2013). Maak verhalen, spelletjes en animaties. Deel met
anderen uit de hele wereld. Retrieved from Scratch: http://scratch.mit.edu/#
LiKamWa, R., Liu, Y., Lane, N., & Zhong, L. (2013, juni 28). Moodscope: Building a Mood
sensor from smartphone usage patterns. Retrieved from Rice university:
http://www.ruf.rice.edu/~mobile/publications/likamwa2013mobisys2.pdf
Mobile device size. (2013). Mobile device size beta. Retrieved from Mobile device size:
http://mobiledevicesize.com/compare/#31,30;1
Molnár, B., Toth, C., & Detreköi, A. (2012, september 1). Accuracy test of Microsoft Kinect
for human morphologic measurements. Retrieved from ISPRS: http://www.int-arch-
photogramm-remote-sens-spatial-inf-sci.net/XXXIX-B3/543/2012/isprsarchives-
XXXIX-B3-543-2012.pdf
Nielsen, J. (1995, januari 1). 10 Usability heuristics for user interface design. Retrieved from
Nielson Norman Group: http://www.nngroup.com/articles/ten-usability-heuristics/
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 36
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
NTI. (2013). Verkorte MBO-opleiding Pedagogisch werker. Retrieved from NTI:
http://www.nti.nl/mbo/verkorte-mbo-opleidingen/verkorte-mbo-opleiding-
pedagogisch-werker/
NVA. (n.d.). Asperger. Retrieved from Nederlandse vereniging voor autisme:
http://www.autisme.nl/over-autisme/wat-is-autisme-(spectrum-stoornis)/asperger.aspx
Overheid. (2013, Oktober 28). Wet bescherming persoonsgegevens. Retrieved from
Overheid.nl: http://wetten.overheid.nl/BWBR0011468/geldigheidsdatum_28-10-
2013#Hoofdstuk1_Artikel1
Oxford Dictionaries. (2013, mei 25). Definition of user interface in English. Retrieved from
Oxford Dictionaries: http://www.oxforddictionaries.com/definition/english/user-
interface
Oxford university press. (2013). Definition of infographic in English. Retrieved from Oxford
dictionaries:
http://www.oxforddictionaries.com/us/definition/american_english/infographic
Pei, L., Guinness, R., Chen, R., Liu, J., Kuusniemi, H., Chen, Y., . . . Kaistinen, J. (2013).
Human behavior cognition using smartphone sensors. Sensors, 23.
Peissner, M., & Sellner, T. (2013). Transparancy and controllability in user interfaces that
adapt during run-time. 4.
PHP. (2013, oktober 25). Booleans. Retrieved from PHP:
http://www.php.net/manual/en/language.types.boolean.php
Picard, R. (2009). Future Affective Technology for Autism and Emotion Communication.
Londen: Philosophical Transactions of the Royal Society B.
Pirtošek, Z., Georgiev, D., & Gregorič-Kramberger, M. (2009, november 19). Decision
making and the brain: neurologists' view. Retrieved from Indecs:
http://indecs.eu/2009/indecs2009-pp38-53.pdf
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 37
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
PJ Media. (2011, juni 17). Gage Speaks: How an iPad and innovative thinking gave voice to
an autistic child. Retrieved from Youtube:
http://www.youtube.com/watch?v=VZwKqEccDWY
Rijksoverheid. (2013). Gezond & veilig werken: sectorrapportage zorg en welzijn 2010 -
2012. Den Haag: vijfkeerblauw.
RoboForm. (2013). Overview. Retrieved from RoboForm: http://www.roboform.com/how-it-
works
Rowinsky, D. (2013, juli 24). Google play hits one million android apps. Retrieved from
Readwrite: http://readwrite.com/2013/07/24/google-play-hits-one-million-android-
apps#awesm=~oltbNiWFY9dYXx
Saenz de Urturi Breton, Z., Jorge Hernández, F., Méndez Zorrilla, A., & García Zapirian, B.
(2012). Mobile communication for intellectually challenged people: a proposed set of
requirements for interface design ont ouch screen devices. Retrieved from
communications in mobile computing:
http://www.comcjournal.com/content/pdf/2192-1121-1-1.pdf
Sauro, J. (2011, November 30). 10 essential usability metrics. Retrieved from Measuring
usability: http://www.measuringusability.com/blog/essential-metrics.php
Seffah, H., Kececi, N., & Donyaee, M. (2001). QUIM: A framework for quantifying usability
metrics in software quality models. Retrieved from Department of computer science
and informatics at the university of the free state:
http://csi.ufs.ac.za/resres/files/Seffah.pdf
Sensoree. (2013). Ger mood sweater. Retrieved from Sensoree:
http://sensoree.com/artifacts/ger-mood-sweater/
Sher, S., & McKenzie, C. (2010). Framing effects. Retrieved from UC San Diego:
http://psy2.ucsd.edu/~mckenzie/SHERMCKENZIEFRAMINGEFFECTSFINAL1.pdf
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 38
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Sony. (2013). Xperia mini pro quick specs. Retrieved from Sony:
http://www.sonymobile.com/gb/products/phones/xperia-mini-pro/specifications/
SurveyMonkey. (2011). Smart survey design. Retrieved from Amazon:
http://s3.amazonaws.com/SurveyMonkeyFiles/SmartSurvey.pdf
Taalunieversum. (2013). Het gemeenschappelijk europees referentiekader. Retrieved from
Taalunieversum:
http://taalunieversum.org/onderwijs/gemeenschappelijk_europees_referentiekader/3/3/
Touchwindow. (2013). 80-82 inch large touch screens. Retrieved from Touchwindow:
http://www.touchwindow.com/c/82inchLCDTouchscreenMonitors.html
van Dale. (2013). Betekenis 'binair'. Retrieved from van Dale:
http://vandale.nl/opzoeken?pattern=binair&lang=nn#.Um-V8PlWx8E
van Dale. (2013). Betekenis 'stappenplan'. Retrieved from van Dale:
http://www.vandale.nl/opzoeken?pattern=stappenplan&lang=nn#.Um92V_lWx8E
van der Kwartel, A. (2013). Brancherapport gehandicaptenzorg 2012. Utrecht: Vereniging
Gehandicaptenzorg Nederland.
van Hoek, C. (2013, juni 20). Ouderen massaal aan tablet en smartphone. Retrieved from
nu.nl: http://www.nu.nl/tech/3505785/ouderen-massaal-tablet-en-smartphone.html
VAPH. (2013, oktober 25). Classificerende Diagnostische Protocollen: Simulatie Diagnose-
en Indicatiestelling 2011-2012. Retrieved from VAPH:
http://www.vaph.be/vlafo/download/nl/7033741/bestand
Vereniging gehandicaptenzorg Nederland. (2013). Beroepen. Retrieved from Werken in de
gehandicaptenzorg: http://www.werkenindegehandicaptenzorg.nl/opleidingen/alle-
beroepen
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 39
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Vereniging gehandicaptenzorg Nederland. (n.d.). Alle opleidingen. Retrieved from Werken in
de gehandicaptenzorg: http://www.werkenindegehandicaptenzorg.nl/opleidingen/alle-
opleidingen
Wearable technologies. (2013). WT. Retrieved from Wearable technologies:
http://www.wearable-technologies.com/
Wikipedia. (2013, oktober 3). Binary decision diagram. Retrieved from Wikipedia:
http://en.wikipedia.org/wiki/Binary_decision_diagram
WRBL. (2013). Retrieved from WRBL: http://www.wrbl.nl/
You chooz. (n.d.). Wat ga je doen? Retrieved from You chooz:
http://www.youchooz.nl/beroepen/woonbegeleider-gehandicaptenzorg/145/wat-ga-je-
doen/1
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 40
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Tabel 1
Vaardigheden bij verschillende ontwikkelingsleeftijden (Kijk op ontwikkeling, 2013)
Ontwikkelingsleeftijd Vaardigheden
2 tot 4 Innerlijke beelden vormen van objecten of gebeurtenissen
Begrijpen van symbolen
Animistisch denken (denken dat levenloze objecten beschikken over
mentale processen)
Moeilijk onderscheid kunnen maken tussen fantasie en werkelijkheid
Stelt zich minder egocentrisch op
4 tot 7 Kan plausibele verklaringen geven i.p.v. toekennen aan magie
Aandacht wordt nog teveel verdeeld i.p.v. concentratie op één factor
Kan niet alle factoren beredeneren bij oplossen van een probleem
Problemen oplossen en stappen terugdenken is lastig
Verbeeldingskracht stelt in staat verhaallijnen te bedenken
7 tot 11 Conservatie; weten dat veel dingen hetzelfde blijven ondanks
oppervlakkige veranderingen
Minder impulsief door betere beredenering bij problemen
Inbeeldingsvermogen stelt in staat aanwijzingen te geven voor
bijvoorbeeld een route
Minder naïef door verbeterde redenering
11 tot 20 Mogelijk om abstract en complex te denken
Probleem oplossen door hypotheses en veronderstellingen
Ongrijpbare concepten worden begrijpelijk zoals waarheid, onrecht,
relaties.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 41
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Tabel 2
Kenmerken bij verstandelijke beperkingen per niveau (American psychiatric association,
2013)
Niveau Problemen op
conceptueel domein
Problemen op
sociaal domein
Problemen op
praktisch domein
Licht Lezen, schrijven,
rekenkunde, tijdsbesef,
geldbesef, abstract
denken, plannen,
prioriteiten stellen,
korte termijn
geheugen.
Juist interpreteren van
sociaal gedrag, achterstand
in communiceren,
gesprekken voeren en taal,
aannemen van passende
emotie of gedrag, beperkt
bewustzijn van gevaar in
sociale situaties, mindere
sociale beoordeling.
Ondersteuning nodig bij
complexe dagelijkse taken
zoals bijv. boodschappen,
vervoer en geldzaken.
Ondersteuning nodig bij
keuzes betreffende welzijn,
gezondheid en wet- en
regelgeving.
Matig Tragere en beperkte
ontwikkeling van o.a.
taal, lezen, schrijven,
rekenkunde, tijdsbesef,
geldbesef.
Ontwikkeling is te
vergelijken met
basisschool.
Dagelijkse begeleiding
is noodzakelijk
Minder complex
taalgebruik, onjuist
interpreteren van sociaal
gedrag, beperkt in sociale
beoordeling en keuzes
maken, hulp nodig bij
grote beslissingen,
beperkte vriendschappen,
ondersteuning nodig bij
werk.
Dagelijkse taken kunnen
zelfstandig worden
uitgevoerd mits voldoende
training en
herinneringshulp. Werken
is, afhankelijk van het soort
werk, zelfstandig of met
begeleiding mogelijk. Ook
hier is training een vereiste.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 42
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Ernstig Beperkt leesvermogen,
weinig besef van
cijfers, hoeveelheden,
tijd en geld. Behoeft
extensieve zorg.
Beperkte taal in
woordenschat en
grammatica, taal bestaat
uit korte zinnen of enkele
woorden welke soms
aangevuld met gebaren,
gefocust op het nu,
begrijpt simpele taal en
gebaren, heeft veel baat bij
relaties met familie en
bekenden
Zorg nodig bij dagelijkse
taken, constante supervisie
is vereist, niet in staat tot
keuzes maken betreffende
het welzijn van zichzelf of
dat van anderen, constante
begeleiding tijdens werk is
nodig, veel training nodig
bij leren van nieuwe taken
Diep Besef van de fysieke
wereld, vaardigheden
zoals sorteren en
herkennen zijn
mogelijk, een beperkte
motoriek kan
functioneren echter
beperken
Weinig besef van
symboliek in spraak of
gebaren, kan simpele
instructies en gebaren
begrijpen en opvolgen,
communiceert
voornamelijk non-verbaal,
geniet van contact met
familie en bekenden maar
kan hierin beperkt worden
door motorisch
functioneren.
Afhankelijk van anderen
maar kan, mits de motoriek
het toelaat, participeren bij
simpele taken.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 43
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Tabel 3
Meetcriteria volgens het QUIM model (Seffah, Kececi, & Donyaee, 2001)
Fact
oren
Effectiviteit De mate van accuraatheid en volledigheid waarmee een
gebruiker de taak kan uitvoeren
Efficiëntie De hoeveelheid informatie en middelen de gebruiker nodig
heeft om de taak uit te voeren
Voldoening Positieve houding ten opzichte van het product en de mate
van ervaren ongemak
Productiviteit Effectiviteit in relatie tot de efficiëntie
Veiligheid Mate waarin de gebruiker of de hardware gevaar loopt met
bijvoorbeeld persoonlijke informatie.
Leer kans Het gemak waarmee de gebruiker kan leren omgaan met de
user interface.
Internationale
waarde
De mate waarin het product voor andere culturen, talen en
doelgroepen geschikt kan zijn
Toegankelijkheid De mate waarin het product door een diverse groep mensen
gemakkelijk gebruikt kan worden
Crit
eria
Aantrekkelijkheid In hoeverre de stijl de persoon motiveert tot gebruik
Consistentie Elementen die bijdragen aan de gelijkheid van het product
bij het doorlopen van het product
Minimale actie Het minimum aantal stappen dat noodzakelijk is voor het
doorlopen van de taak
Minimaal geheugen De hoeveelheid informatie die de gebruiker dient te
onthouden om een taak uit te voeren
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 44
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Volledigheid In hoeverre de gebruiker in staat is een taak volledig uit te
voeren
Met
riek
Essentiële efficiëntie De verhouding tussen het ideaal aantal stappen en de
daadwerkelijk genomen stappen
i
iiweighted EEpEE
Pi = waarde van de taak
EEi = Essentiële efficiëntie van de taak
Taak
overeenstemming
Index voor moeilijkheidsgraad
21
100NN
DTC
TC Task concordance in procenten (-100% tot 100%)
D verwachte moeilijkheidsgraad in volgorde minus het
aantal gemaakte stappen door gebruiker
N hoeveelheid taken die worden gescoord
Visuele samenhang Index voor de consistentie van gebruik van elementen in de
user interface
ii
totalV
STV 1100
Stotal = stappen van de taak
Vi = zichtbaarheid van element per taak
Dat
a
Meetbaar Alle gegevens die vanuit het gebruik van het systeem
gemeten kan worden. Dit kan tijd, aantal stappen,
frequentie van gebruik of foutmeldingen zijn.
ADAPTIEF STAPPENPLAN VOOR VERSTANDELIJK BEPERKTEN 45
NoXQS | Afstudeerstage | ICT & Lifestyle | Joyce Pisters | 2013 -2014
Berekenbaar Alle gegevens die vanuit formules naar voren komen zoals
de task concordance en essentiële efficiëntie. Vaak zijn dit
percentuele gegevens.