Demente doof voor pijn?
Transcript of Demente doof voor pijn?
178 huis art s & we tensch ap 5 7(4) apr il 2014
Beschouwing
pean Prospective Investigation into Cancer and Nutrition-Potsdam Study. Cardiovasc Diabetol 2008;7:35.
10 Lorenzo C, Okoloise M, Williams K, Stern MP, Haffner SM. The metabolic syndrome as predictor of type 2 diabetes: the San Antonio heart study. Diabetes Care 2003;26:3153-9.
11 Mottillo S, Filion KB, Genest J, Joseph L, Pilote L, Poirier P, et al. The meta-bolic syndrome and cardiovascular risk: a systematic review and meta-analysis. J Am Coll Cardiol 2010;56:1113-32.
12 Cameron A. The metabolic syndrome: validity and utility of clinical defi-nitions for cardiovascular disease and diabetes risk prediction. Maturitas 2010;65:117-21.
13 Den Engelsen C. Screening for metabolic syndrome in primary care. Proefschrift. Utrecht: Universiteit Utrecht; 2012.
14 Den Engelsen C, Van den Donk M, Gorter KJ, Salomé PL, Bobbink IWG, Rut-ten GEHM. Opsporing van het metabool syndroom door mensen zelf hun middelomtrek te laten meten. Ned Tijdschr Geneeskd 2010;154:A1028.
15 Van den Donk M, Bobbink IWG, Gorter KJ, Salomé PL, Rutten GEHM. Iden-tifying people with metabolic syndrome in primary care by screening with a mailed tape measure. A survey in 14,000 people in the Netherlands. Prev Med 2009;48:345-50.
16 Den Engelsen C, Gorter KJ, Salomé PL, Rutten GE. One year follow-up of patients with screen-detected metabolic syndrome in primary care: an observational study. Fam Pract 2013;30:40-7.
17 STIVORO. Voor een rookvrije toekomst. Kerncijfers roken in Nederland 2009. Een overzicht van recente Nederlandse basisgegevens over rookge-drag. Den Haag: STIVORO, 2010.
18 Den Engelsen C, Gorter KJ, Salomé PL, Van den Donk M, Rutten GE. Remis-sion of screen-detected metabolic syndrome and its determinants: an ob-servational study. BMC Public Health 2012;12:778.
19 Wendel-Vos GC, Schuit AJ, Saris WH, Kromhout D. Reproducibility and re-lative validity of the short questionnaire to assess health-enhancing phy-sical activity. J Clin Epidemiol 2003;56:1163-9.
20 Kemper HGC, Ooijendijk WTM, Stiggelbout M. Consensus over de Neder-landse Norm voor Gezond Bewegen. Tijdschr Soc Gezondheidszorg 2000;78:180-3.
21 Powell KE, Paluch AE, Blair SN. Physical activity for health: What kind? How much? How intense? On top of what? Annu Rev Public Health 2011;32:349-65.
22 Jansen H, Den Engelsen C, Rutten GE. Physical activity in patients with metabolic syndrome: at screening and three years thereafter. Metab Syn-dr Relat Disord 2013;11:163-8.
23 Den Engelsen C, Gorter KJ, Salomé PL, Rutten GE. Development of metabo-lic syndrome components in adults with a healthy obese phenotype: A 3-year follow-up. Obesity 2013;21:1025-30.
24 Expert Panel on Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Cho-lesterol in Adults. Third Report of the National Cholesterol Education Pro-gram (NCEP) Expert Panel on Detection, Evaluation, and Treatment of High Blood Cholesterol in Adults (Adult Treatment Panel III) final report. Circulation 2002;106:3143-421.
25 Law MR, Wald NJ, Thompson SG. By how much and how quickly does re-duction in serum cholesterol concentration lower risk of ischaemic heart disease? BMJ 1994;308:367-72.
een controlegroep. Dit brengt medisch-ethische bezwaren
met zich mee. Bovendien is voor het beantwoorden van deze
vraag een langere follow-upduur nodig. De onderzoekspopu-
latie van het IJSCO-onderzoek was relatief jong en bij aanvang
van het onderzoek nog ogenschijnlijk gezond. Een follow-up
van drie jaar is dan onvoldoende om te kijken naar de ontwik-
keling van diabetes en hart- en vaatziekten.
Het advies van de Gezondheidsraad om gericht te screenen
op cardiovasculaire risicofactoren in een hoogrisicogroep van
mensen met obesitas, in plaats van een algemene populatie-
screening op diabetes type 2, lijkt gezien het IJSCO-onderzoek
goed uitvoerbaar vanuit de huisartsenpraktijk. De resultaten
op de korte en middellange termijn zijn veelbelovend. ▪
Literatuur1 Blokstra A, Vissink P, Venmans L, Holleman P, Van der Schouw YT, Smit
HA, et al. Nederland de maat genomen, 2009-2010. Monitoring van risico-factoren in de algemene bevolking. Bilthoven: RIVM, 2011. Rapportnr. 260152001/2011.
2 Carey VJ, Walters EE, Colditz GA, Solomon CG, Willett WC, Rosner BA, et al. Body fat distribution and risk of non-insulin-dependent diabetes mellitus in women. The Nurses’ Health Study. Am J Epidemiol 1997;145:614-9.
3 Chan JM, Rimm EB, Colditz GA, Stampfer MJ, Willett WC. Obesity, fat dis-tribution, and weight gain as risk factors for clinical diabetes in men. Di-abetes Care 1994;17:961-9.
4 Hubert HB, Feinleib M, McNamara PM, Castelli WP. Obesity as an inde-pendent risk factor for cardiovascular disease: a 26-year follow-up of par-ticipants in the Framingham Heart Study. Circulation 1983;67:968-77.
5 Manson JE, Colditz GA, Stampfer MJ, Willett WC, Rosner B, Monson RR, et al. A prospective study of obesity and risk of coronary heart disease in wo-men. N Engl J Med 1990;322:882-9.
6 Gezondheidsraad. Screening op type 2 diabetes. Den Haag: Gezondheids-raad, 2004. Publicatienr. 2004/16.
7 Expert Panel on Detection, Evaluation, And Treatment of High Blood Cho-lesterol In Adults. Executive Summary of The Third Report of The National Cholesterol Education Program (NCEP) Expert Panel on Detection, Evalu-ation, And Treatment of High Blood Cholesterol In Adults (Adult Treat-ment Panel III). JAMA 2001;285:2486-97.
8 Ford ES. Risks for all-cause mortality, cardiovascular disease, and diabetes associated with the metabolic syndrome: a summary of the evidence. Di-abetes Care 2005;28:1769-78.
9 Ford ES, Schulze MB, Pischon T, Bergmann MM, Joost HG, Boeing H. Me-tabolic syndrome and risk of incident diabetes: findings from the Euro-
Inte
rm
ezzo
dat hij nooit pijn had. Misschien ervaart
Erik even makkelijk pijn als een ander,
misschien wel eerder pijn. Alleen rappor-
teert hij het niet gemakkelijk. Hij zegt er
niets over. Pas laat begrepen wij, zijn vier
broers, waarom hij zijn nieuwe bril niet
droeg. Het bleek dat de neussteuntjes van
de bril pijn deden. Hij zei er niets van. Hij
pakte gewoon zijn oude bril.
Dementen, misschien ook wel
downers, ze zijn dus niet pijndoof. Ze zijn
pijnstom. ▪
Demente doof voor pijn?Mijn nu overleden vader heeft zijn hand
eens lelijk verbrand aan de warme
kraan. Want ter preventie van legionel-
labesmetting in het zorgcentrum was
het kraanwater gloeiend heet gestookt.
Ik nam toen aan dat behalve zijn denken
ook zijn pijnzenuwen vertraging had-
den. Dat blijkt niet zo te zijn. Mensen
Nico van Duijn
met dementie hebben juist een lagere
pijntolerantie. Ze zouden dus eerder pijn
moeten aangeven dan mensen zonder
dementie. Het probleem is dat ze pijn
sterk vertraagd rapporteren. Ze voelen
dus eerder pijn, maar hebben het er niet
over. Ik moest denken aan mijn broer
Erik. Hij heeft het downsyndroom, ook
een breinziekte. Hij heeft nooit pijn. Erik
is een bikkel, vonden we altijd.
Misschien hebben we hem wel zijn
leven lang tekortgedaan met te denken