deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten,...

10
In het eerste deel van dit artikel heb ik u een beeld gegeven van de organisatie en werkwijze van het toen- malige Krijgsmacht Telefoon en Telegraaf Bureau (KTTB). Tevens heb ik een impressie gegeven van veelal lucht- macht gerelateerde projecten waar ik tijdens mijn tewerk- stelling bij het KTTB bij betrokken was. In het tweede deel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding van de Koninklijke luchtmacht en de communicatievoorzieningen voor de Defensie Pijplijn Organisatie (DPO). Lkol b.d. R.H. Rijntalder (Memoires uit mijn luitenant/technisch opzichter periode in de jaren zestig) historie - traditie paarse organisatie in de jaren 50, 60 en 70 van de vorige eeuw deel 2 intercom | jaargang 46 | 2 67

Transcript of deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten,...

Page 1: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

In het eerste deel van dit artikel heb ik u een beeld gegeven van de organisatie en werkwijze van het toen- malige Krijgsmacht Telefoon en Telegraaf Bureau (KTTB). Tevens heb ik een impressie gegeven van veelal lucht-macht gerelateerde projecten waar ik tijdens mijn tewerk-stelling bij het KTTB bij betrokken was. In het tweede deel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding van de Koninklijke luchtmacht en de communicatievoorzieningen voor de Defensie Pijplijn Organisatie (DPO).

Lkol b.d. R.H. Rijntalder

(Memoires uit mijn luitenant/technisch

opzichter periode in de jaren zestig)

h i sto r i e - t rad i t i e

paarse organisatie in

de jaren 50, 60 en 70

van de vorige eeuw

deel 2

intercom | jaargang 46 | 2 67

Page 2: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

intercom | jaargang 46 | 268

h i sto r i e - t rad i t i e

en automatisch via telegraafverbindingen ingezameld door het Luchtmacht Meteorologisch Centrum (LuMetC). De gegevens werden verwerkt tot een totaal landelijk weerbeeld dat vanuit het LuMetC weer werd verspreid naar de belanghebbenden. Bij dit systeem was het van belang dat de meteodiensten op de diverse velden er voor zorgden dat een ponsbandje met de meteogegevens tijdig klaar stond in de ponsbandzender van de betreffende telexverbinding. Op vaste tijdstippen werd de verzending dan vanuit Hilversum geactiveerd, waarbij in een

Modernisering meteoverbindingen KLuDe huidige meteodienst van de Koninklijke Luchtmacht vindt zijn oorsprong in 1922 met de oprichting van een weerbureau bij de toenmalige Luchtvaartafdeling van het Nederlandse Le-ger in Soesterberg. Tot eind jaren vijftig vervulde het KNMI een belangrijke rol in de meteorologische berichtgeving voor de krijgsmacht. Eind jaren vijftig/begin jaren zestig verzelfstandig-de de meteodienst binnen de luchtmacht in rap tempo, eerst vanuit Driebergen met het daar opgerichte Luchtmacht Meteo-rologisch Centrum. In 1960 werd het meteorologisch centrum vanuit Driebergen verplaatst naar het Van Helsdingencomplex in Hilversum en daar ondergebracht in de Rossinibunker.

De meteodienst en de verbindingsdienst waren altijd nauw met elkaar verbonden zodat in de loop der jaren in Hilversum een integratie plaatsvond en het onderdeel in 1964 onder de be-naming Meteorologische Voorlichtings- en Verbindingsgroep (MVV-groep) de geschiedenis inging. Een verdere integratie met de 2e Luchtmacht Verbindingsgroep (2 LVG) in 1974 was aanleiding om deze organisatie onder benaming Luchtmacht Verbindings – en Meteorologische Groep (LVMG) verder te la-ten gaan. De LVMG zou in deze vorm voortbestaan tot 1992.

Het einde van de Koude Oorlog en de daaraan gekoppelde inning van het vredesdividend met omvangrijke bezuinigingen en reducties van de krijgsmacht lagen ten grondslag aan de splitsing van de verbindingsdienst en de meteo-organisatie in Hilversum. Het verbindingsdeel van de LVMG werd onderge-bracht bij de 2e Luchtmacht Verbindings Groep (2 LVG) op het Zwaluwenbergcomplex en de meteo vertrok als zelfstan-dig onderdeel naar de vliegbasis Woensdrecht onder de bena-ming: Luchtmacht Meteorologische Groep. De infrastructuur van het Van Helsdingencomplex kon na veertig jaar intensief gebruik door de Koninklijke luchtmacht worden afgestoten.

Mijn betrokkenheid bij de meteodienst van de luchtmacht in de jaren zestig betrof onder meer de modernisering en ge-deeltelijke automatisering van de telegraafverbindingen van de diverse meteonetten. De overgang van de 50 Baud trans-missiesnelheid naar 100 Baud verbindingen was in die peri-ode een revolutionaire vooruitgang in de afwikkeling van het berichtenverkeer. De aansturing van de diverse telexnetten, waaronder de verbindingen voor het meteoverkeer en de luchtverkeersbeveiliging, vonden plaats vanuit Hilversum. De Van Helsdingenkazerne met de Rossini- en de Wisseloordbun-ker vormden destijds een centraal bolwerk voor de meteo- en de verbindingsdienst van de luchtmacht.

Het Tactisch en Aeronautisch berichtennetwerk werd gemo-derniseerd en de meteonetten Synop 1 (internationaal mete-overkeer) en Synop 2 (nationaal meteoverkeer), bestemd voor het inzamelen en verspreiden van meteorologische informa-tie, werden sterk verbeterd en deels geautomatiseerd. Hierbij werden de weergegevens van de diverse vliegvelden periodiek

Hilversum, begin jaren zestig. Telexruimte voor de verbindin-gen van het Luchtmacht Meteo Centrum in de Rossinibunker (foto: historisch archief JMG)

Page 3: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

dienst van de luchtmacht in Hilversum is boeiend omschreven in het boekwerk: De Koninklijke luchtmacht in Hilversum, en wat er aan voorafging..., door Th. J. de Jongh. Het boekwerk is in 1992 uitgegeven door de Bevelhebber der Luchtstrijdkrachten.

bepaald tijd/volgorde schema de infor-matie van alle velden werd ingezameld.

Aan mijn frequente bezoeken aan het Luchtmacht Meteorologisch Centrum in Hilversum en de meteodiensten op de diverse luchtmachtonderdelen in de jaren zestig bewaar ik goede herinne-ringen. De lezer die nader is geïnteresseerd in de historie van de ontwikkeling van de meteodiensten voor de krijgs-macht in de vorige eeuw, kan ik het boekwerk: Meteorologische diensten van de Koninklijke Land- en Luchtmacht 1922 – 1992 van harte aanbevelen.

Het boekwerk, samengesteld door W.Meijboom, is een uitgave van de toen-malige Sectie Militaire Geschiedenis.

De geschiedenis van 40 jaar (1952–1992) militaire aanwezigheid van de ver-bindingsdienst en de meteorologische

Luchtmacht Meteo Centrum in Hilversum na

de ingrijpende verbouwing van de Rossini-

bunker. Racal ontvangers en Mufax facsimile

apparatuur voor het overbrengen van weer-

kaarten vormen belangrijke communicatie-

middelen voor de meteorologische dienst in

die tijd (foto: historisch archief JMG)

Luchtmacht Meteo Centrum Hilversum in de jaren zestig. Siemens T100 bladschrijver en

Siemens T68 schrijfponsontvanger, de ultieme telexappararuur op de internationale meteo-

verbindingen in die jaren (foto: historisch archief JMG)

h i sto r i e - t rad i t i e

intercom | jaargang 46 | 2 69

Page 4: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

taire School Luchtmacht (KMSL) en het Logistiek Centrum Woensdrecht (LCW) sinds de ingrijpende reorganisaties bij de krijgsmacht in de afgelopen decen-nia hier gevestigd. Het LCW heeft een logistieke taak voor de gehele defen-sieorganisatie, onder meer de vroegere 527 Elektronische Centrale Werkplaats (527 ECW) van de KL is opgegaan in deze paarse organisatie.De meeste indruk maakte toch wel de in de jaren tachtig van de vorige eeuw ge-realiseerde infrastructuur ten behoeve van de geplande site voor de opstelling van kruisvluchtwapens. De plaatsing van de kruisvluchtwapens was geba-seerd op het zogenaamde NAVO-dub-belbesluit uit 1979 dat voorzag in de plaatsing van 572 Amerikaanse lange-afstandsraketten met een enkelvoudige kernlading. De plaatsing was voorzien op zes verschillende militaire bases in vijf Europese NAVO lidstaten, waaron-der de plaatsing van 48 kruisvluchtwa-pens in Nederland.

In juni 1983 besloot de Nederlandse Regering ondanks felle protesten en vele demonstraties tot plaatsing van de kruisraketten op de vliegbasis Woens-drecht. Naast een Cruise Missile Area met drie bunkers voor elk 16 raketten met de bij-behorende imponerende lanceervoer-tuigen en een grote commandobunker, werden er omvangrijke huisvestings-voorzieningen gerealiseerd voor 1500 personeelsleden van de US Air Force. Het 486th Tactical Missile Wing van de USAF was de eenheid die in Woens-drecht belast zou worden met de ex-ploitatie van de site. Het INF-verdrag dat op 8 december 1987 werd gete-

Meteorologische dienst KLu anno 2016Het bleek nog niet zo eenvoudig om bij het tekstdeel over de meteoverbindin-gen van de luchtmacht uit de jaren zes-tig passend beeldmateriaal te vinden. Tot bleek dat het historisch erfgoed van de voormalige meteorologische dienst uit Hilversum bij de opheffing van het LVMG in 1992 was overgebracht naar de nieuwe vestigingsplaats van de me-teo op vliegbasis Woensdrecht. De meteorologische dienst van de lucht-macht anno 2016, onder de benaming Joint Meteorologische Groep (JMG), blijkt een ultramodern bedrijf waarbij de vroegere handmatige vervaardiging van weerkaarten en de telexverbindingen voor de informatie-uitwisseling zijn ver-vangen door krachtige computersyste-men met geavanceerde beeldschermen en waarbij de weerinformatie via geau-tomatiseerde sensorsystemen op conti-nue basis beschikbaar is. Naast het beschikbaar stellen van weersverwachtingen voor de vliegvel-

den en andere belanghebbende eenhe-den van de krijgsmacht is een belangrij-ke taak weggelegd voor de meteo voor out-off-area operaties in de diverse mis-siegebieden. Op uitnodiging van de C-JMG, lkol Minnema, bezocht ik op 23 september 2016, samen met collega kapitein b.d. Harry Buitendam, de op de vliegbasis Woensdrecht gevestigde Joint Meteo Group. Naast het hoofddoel van ons bezoek, het zoeken naar fotomateriaal van de meteodienst uit de jaren zestig in Hilversum, was het kennisnemen van de huidige professionele organisatie en werkwijze voor de meteo-informatie-voorziening van de krijgsmacht in bin-nen- en buitenland een boeiende aan-gelegenheid.

Van het bezoek aan de JMG op de vliegbasis Woensdrecht maakten we dankbaar gebruik om ook wat nader kennis te maken met de overige dien-sten van de KLu die zijn gevestigd op deze basis. Zo zijn de Koninklijke Mili-

De auteur raadpleegt samen met het hoofd

stafbureau JMG, elnt P.W. Bartelts, het

fotoarchief van het historisch erfgoed van

het voormalige LVMG uit Hilversum

(foto: kap b.d. A.J.J. Buitendam)

Ook de gedigitaliseerde bestanden van het

fotomateriaal van de voormalige meteo-

organisatie uit Hilversum worden door

luitenant Bartelts en de auteur kritisch door-

genomen (foto: kap b.d. A.J.J. Buitendam)

h i sto r i e - t rad i t i e

intercom | jaargang 46 | 270

Page 5: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

intercom | jaargang 46 | 2 71

h i sto r i e - t rad i t i e

vechtsleiding. De verhuizing van de telexverbindingen met de bijbehoren-de eindapparatuur behoorde hierbij tot mijn takenpakket. Ook het netwerk voor de vluchtinformatie van de burgerlucht-vaart werd in die jaren aangepast aan de eisen des tijds. Na de verplaatsing van het FIC van Hilversum naar Nieuw Milligen werd ik betrokken bij het op- zetten van een nieuwe verbinding met de verkeerstoren van Schiphol.

De benodigde informatie over de vluch-ten van de burgerluchtvaart werd in die tijd op enigszins primitieve wijze van de verkeersleiding Schiphol via een trage 50 Baud telexverbinding naar Milligen verstuurd. Een project waar ik nauw bij betrokken werd betrof de semi-auto-matisering van de vluchtinformatie van Schiphol naar Nieuw-Milligen. Hierbij werden twee 100 Baud verbindingen gerealiseerd die aan de zijde van Schip-

kend door president Reagan van de Verenigde Staten en de secretaris-ge-neraal van de Communistische Partij van de Sovjet-Unie, Michail Gorbatsjov, voorzag echter in een overeenkomst om alle nucleaire en conventionele middel-lange afstandsraketten tot een bereik van 5500 km te vernietigen. Dit verdrag was aanleiding om de al nagenoeg afgeronde infrastructurele werkzaamheden in Woensdrecht met onmiddellijke ingang te staken. Sinds 1992 hebben de voor de kruisraketten bestemde silo’s een belangrijke herbe-stemming gekregen. Vanaf 1 jan. 1993 is het Uitwijkcentrum (DUC) van het De-fensie/Duyverman Computer Centrum ondergebracht in deze bunkers op de vliegbasis Woensdrecht.

Al met al een bijzonder ervaring om na ruim twintig jaar weer even terug te zijn in de dynamische wereld van de huidi-ge krijgsmacht met de vele technische hoogstandjes.

Foto bij titel kader: Woensdrecht, 23-09-

2016. Auteur bezoekt de huidige meteoro-

logische dienst van de luchtmacht op de

vliegbasis (foto: kap b.d. A.J.J. Buitendam)

LuchtverkeersleidingIn het eerste deel van dit artikel heb ik de lezer al geïnformeerd over mijn be-trokkenheid in de jaren zestig bij de communicatie voor de gevechtsleiding vanuit Nieuw Milligen en de bijbehoren-de navigatiestations. Ook bij de com-municatievoorzieningen voor de militai-re luchtverkeersleiding was ik destijds betrokken.

Kort na de Tweede Wereldoorlog was de militaire (lucht)verkeersleiding geves-tigd op Schiphol. In 1953 kwam deze dienst over naar het luchtmachtcom-plex in Hilversum en werd met de beno-

digde verbindingsfaciliteiten, waaronder een handbediende telexcentrale, onder-gebracht in de Wisseloordbunker. Door de toename van zowel de burger- als de militaire luchtvaart en de beperkin-gen van de infrastructuur in Hilversum werd het toen zo geheten Flight Infor-mation Centre (FIC) in 1964 verplaatst naar Nieuw Milligen.

In Nieuw Milligen werd het FIC in eerste instantie ondergebracht in een noodon-derkomen, een bovengrondse houten barak die in de wandelgangen bekend stond als de ‘groene keet’. In deze accommodatie had ik de eerste con-tacten over de telecommunicatievoor-zieningen ten behoeve van de ver-keersleiding. Eind 1968 verhuisde het FIC, inmiddels omgedoopt tot Military Air Traffic Control Centre (MilATTC) naar een nieuwe operationele ruimte in de verbouwde bunker van de ge-

Ground Launched Cruise Missile Alert and

Maintenance Area (GAMA-area) op de

vliegbasis Woensdrecht anno 2016.

Op de foto zijn de drie bunkers die voor-

bestemd waren voor het onderbrengen

van elk 16 raketten met de bijbehorende

lanceervoertuigen goed zichtbaar

(foto: kap b.d. KLu A. van den Dobbel-

steen, collectie Nederlands Instituut voor

Militaire Historie)

Bovengrondse infrastructuur van het MilATCC. Het gebouw links, met op de achtergrond de

antenne van de FPS-8 rondzoekradar, was het onderkomen van het FIC/MilATCC in de jaren

1964 – 1968. In de wandelgangen stond dit gebouw bekend onder de naam ‘Groene Keet’

(foto: collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie)

Page 6: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

intercom | jaargang 46 | 272

h i sto r i e - t rad i t i e

heten Quick Reaction Alert (QRA) inschakelen waarbij twee volledig bewapende F-16 gevechtsvliegtuigen het verdachte toestel kunnen onderscheppen. Het AOCS beschikt over een eigen opleidingscentrum voor verkeers- en gevechtsleiders. Bij deze School of Air Control worden de leerlingen onder meer kennis bijgebracht van ge-specialiseerde radar-, computer- en communicatiesystemen.Op 30 nov. 2016 was ik te gast bij het ACOS in Nieuw Milli- gen met als hoofddoel om geschikt illustratiemateriaal te vin-den bij de tekst over mijn betrokkenheid bij dit luchtmacht- onderdeel in de jaren zestig. De beschikbaarheid van relevant fotomateriaal viel echter tegen, wel veel foto’s uit de afgelopen decennia met het accent op messfeesten, officiële bezoeken en de viering van jubilea, maar weinig over de pioniersperi-ode uit de jaren zestig. Fotomateriaal zoals opgenomen in het herdenkingsboek over vijftig jaar militaire verkeersleiding, uitgegeven in 1997 onder de naam: “Military Air Traffic Con-trol Centre – Dutch Mil 1947 – 1997 en raadpleging van het beeldarchief van het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) bracht de oplossing. Het was een bijzonder ervaring om na ruim twintig jaar weer eens terug te zijn bij dit hightech bedrijf van de luchtmacht. Het was mijn eerste kennismaking met het in het einde van de vorige eeuw vernieuwde lucht-

hol rechtstreeks verbonden werden met de computer van de verkeersleiding. Bij het MilATCC werden de twee verbindin-gen aangesloten op Siemens T100 verreschrijvers die voor-zien werden van automatische afsnijmechanismen. Na elke vluchtmelding vanuit de verkeersleiding van Schiphol werd een impuls meegestuurd die het afsnijmechanisme activeerde en daardoor een keurig strookje met de betreffende vluchtge-gevens genereerde voor de operator achter het radarscherm.

In latere jaren werd deze informatiestroom aanzienlijk gemo-derniseerd, waarbij de vluchtgegevens van Schiphol recht-streeks in de computers van het MilATCC werden ingevoerd. De civiele vluchtbewegingen in het luchtruim werden auto-matisch zonder ingreep van de operator op het radarscherm zichtbaar gemaakt. Met behulp van een pop-up menu kon-den op het scherm alle gegevens van de betreffende vlucht in beeld worden gebracht. Al met al een boeiende wereld, de gevechts- en verkeersleiding van onze luchtmacht.

Bezoek Air Operations Control Station (AOCS) Nieuw Milligen

Gevechts- en verkeersleiding KLu anno 2016De gevechts- en verkeersleiding volgt en coördineert al het militaire luchtverkeer en delen van de burgerluchtvaart in het Nederlandse luchtruim en boven delen van de Noordzee. Mijn contacten met de voorgaande organisaties van deze dienst (CRC/SOC; FIC; MilATCC) dateren uit de tweede helft van de jaren zestig. In 1995 was mijn laatste bezoek aan dit toen al sterk gemoderniseerde bedrijf van de luchtmacht.Vanuit het controlecentrum en het commandocentrum contro-leert het AOCS vanuit een modern geoutilleerd onderkomen of vliegtuigen in het gebied van verantwoordelijkheid over een vluchtplan beschikken en de juiste route volgen. Als een onge-identificeerd vliegtuig het Nederlandse luchtruim binnenvliegt en radiocontact niet mogelijk blijkt kan het AOCS de zoge-

Nieuw Milligen, 1964. Opsroom van het Flight Information Centre (FIC) in het bovengrondse noodonderkomen (foto: collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie)

Nieuw Milligen, 1969. Opsroom van het MilATCC in een ruimte

van de bunker van de gevechtsleiding (CRC/SOC)

(foto: collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie)

Stafgebouw AOCS anno 2016

Page 7: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

Na uitvoering van de volledige verplaat-sing van de taken van het AOCS zal de infrastructuur worden afgestoten en de relatie Luchtmacht – Nieuw Milligen de-finitief tot de geschiedenis gaan beho-ren. Opmerkelijk was dat ik tijdens mijn bezoek aan het AOCS ontdekte dat de vroegere, bij de oudere generatie lezers die in de Nationale Sector werkzaam zijn geweest, bekende communicatie-bunker Nieuw Milligen nog steeds deel uitmaakt van het luchtmachtcomplex. Deze uit 1952 daterende bunker werd destijds gebouwd als communicatie-bunker en is tot 1968 in gebruik ge-weest als militaire eindcentrale (MEC) voor de land- en luchtmachtabonnees in de regio Nieuw Milligen.

machtkamp Nieuw Milligen met een functioneel ingericht stafgebouw, een goed geoutilleerd gebouw voor de op-leiding van verkeers- en gevechtsleiders en een prachtig KEK-gebouw voor de horecafuncties.

Het meest indrukwekkende gebouw is het onderkomen voor de uitvoering van de operationele taken van het AOCS met een gezamenlijke opsroom voor de luchtverkeersleiding en de gevechtslei-ding. Inmiddels is enkele jaren geleden in het kader van de bezuinigingsdrift

besloten het AOCS in Nieuw Milligen te sluiten. De verkeersleidingstaken zullen grotendeels worden verplaatst naar Schiphol en voor een kleiner deel, de verkeersleiding in de hogere luchtla-gen betreffende, naar Maastricht. Deze ingrijpende operatie zal eind 2017 wor-den gerealiseerd. Op wat langere termijn zal ook de ge-vechtsleidingstaak worden verplaatst naar de luchtmachtbasis Volkel. Gelet op de complexiteit van deze operatie zal de realisering hiervan nog wel enkele jaren in beslag nemen.

ANWB bewijzeringsbord voor het AOCS langs de provinciale weg N344 tussen Garderen

en Apeldoorn bij de woonkern Nieuw Milligen in de gemeente Uddel.

(foto: lkol b.d. R.H. Rijntalder, okt. 2016)

Nieuw-Milligen, 26 maart 1975. Sluitingshandeling van de MKC Nieuw Milligen door de toenmalige C-CVKL, kolonel K. Elgersma onder toeziend oog van C-541 VbdBat, lkol W. Baden

Karakteristieke bovenbouw met ingang naar de TRC-bunker anno 2017 (foto: kap b.d. A.J.J. Buitendam)

h i sto r i e - t rad i t i e

intercom | jaargang 46 | 2 73

Page 8: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

het projecteren van kabelnetten en telefoonsystemen op de vliegvelden verzorgde, naar het kamp Koningsweg Noord van het complex Vrijland in Schaarsbergen. De opleidingen voor de Verbindingsdienst van de Konink-lijke Luchtmacht waren hier sinds 1959 geconcentreerd in gebouw 18. Het sterk verouderde gebouw 18 (recent om-genummerd in gebouw 118) werd in 1984 verlaten voor een

NB. In 1985 werd de oorspronkelijke bovenbouw ten gevolge van een incident met een rookbom tijdens een oefening door brand verwoest en aansluitend in een vergrote vorm (aanbouw met vensters) herbouwd.Vanaf 1968 ging deze bunker als Militaire Knooppuntcentra-le (MKC) deel uitmaken van het Militaire Diensttelefoonnet (MDTN). Voor de landelijke telecommunicatie-infrastructuur werd in de deze bunker ook een militair versterkerstation (VSS) en een Telegraaf Overdraag Station (TOS) ingericht. In verband met een ingrijpende sanering van het Militaire Diensttelefoon-net in het begin van de jaren zeventig werd de MKC Nieuw Milligen in 1975 definitief gesloten. Na de sluiting van de mi-litaire telefooncentrale werd in de bunker Nieuw Milligen een Tape Relay Station (TRC) van het landelijke telegraafnet van de KL ingericht. Bij mijn plaatsing bij het toenmalige Commando Verbindingen KL in 1976 was de inrichting van het TRC Nieuw Milligen een van mijn eerste taken voor opwaardering van het KL-telegraafverkeer. In maart 1982, bij de aansluiting van het KL-telegraafnetwerk op het Automated Message Switching System (AMSS) van de luchtmacht werd het TRC Nieuw Mil-ligen gesloten. De bunker kwam weer ter beschikking van de luchtmacht en heeft onder meer functies vervuld als com-mandopost voor de nabijbeveiliging van het complex, als oe-fencentrum voor de hondensectie en de bedrijfsbrandweer en is thans nog in gebruik voor Force Protection van het complex.Bij een tweede bezoek aan het luchtmachtcomplex op 15 maart 2017, samen met kap b.d. Harry Buitendam, werd ik in de gelegenheid gesteld om deze bunker nog eens uitgebreid te bekijken. Herinneringen uit vervlogen tijden kwamen hierbij weer tot leven. Opmerkelijk vond ik de goede onderhouds-toestand van deze toch al 65 jaar oude bunker, die tijdens de Koude Oorlog zo’n belangrijk communicatieknooppunt was voor defensie.

Luchtmacht Elektronische en TechnischeSchool (LETS)In de jaren dat ik werkzaam was bij het KTTB verzorgden collega’s van de luchtmachtstaf regelmatig gastcolleges aan de Luchtmacht Elektronische en Technische School (LETS) in Schaarsbergen voor aankomende verbindingsofficieren bestemd voor de diverse luchtmachtonderdelen. Toen een dienstplichtig officier-ingenieur lang verband de militaire dienst ging verlaten lukte het de luchtmacht niet om op korte termijn een vervangende docent te vinden voor het onderwerp trans-missietechniek. Door mijn vele contacten met de luchtmacht-staf en mijn veelvuldige aanwezigheid in het gebouw van de luchtmachtstaf, toen nog gevestigd in de 1e Van de Bosstraat in Den Haag, werd ik benaderd met het verzoek of ik bereid was tijdelijk deze gastlessen te verzorgen op de LETS.Het verzoek sprak mij zeker aan en ik voelde mij ook wel enigs-zins vereerd dat ik als jong officier van de landmacht benaderd werd om deze gastinstructie voor de luchtmacht te mogen verzorgen. Daarom toog ik enkele weken nadien, samen met de kapitein Jonker van de luchtmachtstaf, die de lessen over

Ingang van complex Groot Heidekamp in Schaarsbergen, tot eind

vorige eeuw bakermat van de LETS. Na de concentratie van alle

luchtmachtopleidingen in Woensdrecht werd Groot Heidekamp

samengevoegd met de Oranjekazerne en vormt thans het domicilie

van de 11e Luchtmobiele Brigade

(foto: privé collectie van lkol b.d. R.H. Rijntalder)

Schaarsbergen, mei 2016. De auteur na vijftig jaar terug bij

gebouw (1)18 op kamp Vrijland-Noord

(foto: privé collectie lkol b.d. R.H. Rijntalder)

h i sto r i e - t rad i t i e

intercom | jaargang 46 | 274

Page 9: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

intercom | jaargang 46 | 2 75

h i sto r i e - t rad i t i e

luchtmacht zo groot dat de plv. Chef Verbindingen KLu mij verzocht of ik niet wilde overstappen naar de luchtmacht. Ik dacht dat zijn verzoek min of meer schertsend bedoeld was en antwoord-de dat als de luchtmacht daar prijs op stelde men maar in overleg moest tre-den met de voor personeelsbeleid ver-antwoordelijke autoriteiten van de KL. Dat de opmerking naar achteraf bleek toch serieus bedoeld was, bleek enige tijd later toen ik tijdens een maandborrel van de Verbindingsdienst in sociëteit de Witte benaderd werd door de kolonels Vader en Van Rhenen. Zij lieten beiden merken dat een eventu-ele overstap van mij naar de KLu niet op prijs zou worden gesteld. Vandaar dat ik de rest van mijn carrière de KL trouw ben gebleven, maar wel met een warm hart voor de luchtmacht.

Defensie Pijplijn Organisatie Ook voor de Defensie Pijplijn Organisa-tie (DPO), als onderdeel van het Cen-tral European Pipeline System (CEPS), mocht ik in de jaren zestig een onder-steunende rol vervullen in de aanleg en het onderhoud van de benodigde tele-graafverbindingen. Het hoofdkantoor van de DPO was vanaf begin jaren zes-tig gevestigd in een gebouw aan de Hoogwakersbosstraat in Noordwijk.

nieuwbouwpand op het complex Groot Heidekamp voor de opleidingen voor de Verbindingsdienst KLu. Het voor mij nostalgische gebouw 18 kreeg in 2007 de Rijksmonumentenstatus en maakt daardoor als militair erfgoed nog steeds deel uit van de uitgebreide militaire infrastructuur uit de Tweede Wereldoorlog op en rond de vliegbasis Deelen. Anno 2016 is het gebouw in ge-bruik voor een deel van de staf van 11 Luchtmobiele Brigade.

Mijn taak als docent was om de cur-sisten de principes van de draaggolf-telefonie bij te brengen. Het 48-kanaals draaggolfsysteem van Philips was in die periode het meest geavanceerde transmissiesysteem zoals werd gebruikt in openbare infrastructuur van de PTT. Ook de instructie over de meervoudige

transmissie van interlokale telegraaf-verbindingen met behulp van 12- of 24 kanaals MT-systemen via een stelsel van deels militaire Telegraaf Overdraag-stations (TOS) behoorde tot mijn taken-pakket. Een bijzondere anekdote uit die periode wil ik de lezer niet onthouden. Omdat ik het persoonlijk enigszins gê-nant vond om in landmachtuniform voor een luchtmachtklas te staan en ik bo-vendien gewend was mijn dagelijkse

werkzaamheden in burgerkleding te verrichten, besloot ik in burgerkleding de gastcolleges te verzorgen.

Mijn visie in deze werd gedeeld door de collega’s van de luchtmachtstaf. Na het eerste gastcollege werd ik verzocht nog even bij de commandant van de betreffende opleidingsrichting langs te komen, die mij in vriendelijke, maar niet mis te verstane woorden te kennen gaf dat hij het op prijs stelde als ik de vol-gende keer toch maar in uniform wilde verschijnen. Bij het volgende gastcolle-ge verscheen ik dus keurig in mijn DT.

Na afloop werd mij opnieuw verzocht om mij nog even bij de kolonel te mel-den. Hij deelde mede dat het hem bij nader inzien toch beter leek om de volgende lessen weer in burger te ver-

schijnen. En zo heb ik twee seizoenen de lessen transmissietechniek mogen verzorgen voor de aankomende verbin-dingsofficieren van de KLu. Een leuke ervaring, zeker ook omdat ik later di-verse cursisten weer tegenkwam in de functie van verbindingsofficier, of toege-voegd verbindingsofficier bij een lucht-machtonderdeel. In de tweede helft van de jaren zestig was mijn verwevenheid en betrokkenheid bij de Koninklijke

Voormalig hoofdkwartier van de Defensie Pijplijn Organisatie in de Hoogwakersbosstraat in

Noordwijk. Het logo van de DPO is nog prominent aanwezig op de gevel.

(foto: Genootschap-Oud-Noordwijk).

Page 10: deel 2 - Vereniging Officieren Verbindingsdienstdeel van dit artikel een vervolg op deze projecten, zoals de verbindingen voor de meteorologische dienst en de luchtverkeersleiding

intercom | jaargang 46 | 276

h i sto r i e - t rad i t i e

Een anekdotisch getint verhaal dat ik hoorde tijdens een van mijn bezoeken aan de DPO-vestiging in de Botlek wil ik u niet onthouden. Het was in die tijd al gebruikelijk dat de kerosine voor de maatschappijen van de burgerluchtvaart op Schiphol voor een groot deel via het NATO pijpleidingstelsel werd ge- leverd. Ook was het bekend dat verschillende luchtvaartmaat-schappijen uitsluitend brandstof wilden betrekken van hun eigen huisleverancier. En zo was het op Schiphol een vertrouwd beeld, dat naast de tankwagens van Shell, ook tankwagens van andere olie-maatschappijen zoal BP, Caltex, Esso, Gulf, Fina en anderen over het vliegveld reden om de toestellen van de diverse maat-schappijen bij te tanken.

Volgens mijn zegsman in Pernis werd echter uitsluitend Shell brandstof via het leidingnet naar Schiphol getransporteerd. De tankauto’s van alle op Schiphol vertegenwoordigde brand-stofleveranciers reden dus allen rond met Shell kerosine in de tanks. Het was een publiek geheim, de facturering liep keurig via de betrokken leveranciers en iedereen had kennelijk vrede met deze procedure. Een apart wereldje, de aardoliebranche met hun eigen vakjargon.

De zelfstandig opererende DPO was destijds formeel opge-nomen in de organisatie van de luchtmacht. De DPO maakt tegenwoordig deel uit van de Defensie Materieel Organisatie (DMO) en is daar opgenomen in het Defensie Brandstof- en Bedrijfsstoffen Bedrijf (DBBB). Het hoofdkantoor is tegen-woordig gevestigd in de Frederikkazerne in Den Haag.

Wordt vervolgd (deel 3)In het derde en laatste deel van dit drieluik zal ik ingaan op de relatie, werkwijze en procedures van defensie met het toenmalige Staatsbedrijf der PTT. Ook zal ik een overzicht geven van de in de jaren zestig in gebruik zijnde belang- rijkste telefoon- en telegraafapparatuur.

Begin van deze eeuw werd het pand door defensie afgestoten en werd de gemeente Noordwijk de nieuwe eigenaar. Hoewel het bestemmingsplan voorzag in amoveren van het gebouw en het vrijkomende terrein te bestemmen voor woningbouw, werd in 2013 besloten dat het gebouw nog ca. tien jaar be-schikbaar zou blijven als bedrijfsverzamelgebouw met een multifunctionele bestemming.

Anno 2017 is het gebouw deels in gebruik bij een naastgelegen school, heeft de voedselbank haar domicilie in het vroegere defensiepand en zijn er enkele sociaal belangrijke verenigingen gevestigd. Het museum van het Genootschap-Oud-Noordwijk heeft de voormalige, als beschermd onderkomen ingerichte commandocentrale in gebruik. Het NAVO pijpleidingsysteem, dat militaire en civiele vliegvelden met raffinaderijen, opslagde-pots en havens verbindt had in die tijd een totale lengte van ruim 1000 km. op Nederlands grondgebied. Naast de pijplei-ding naar Schiphol was de pijpleiding naar Markelo de belang-rijkste pijpleiding ten behoeve van de brandstofvoorziening van de troepen op de Noord-Duitse laagvlakte. Het transport en de distributie van de brandstoffen werden geregeld vanuit de opslaglocatie van Shell-Pernis in het Botlekgebied.

In de jaren zestig werd een waarschuwing- en meldingsys-teem gerealiseerd, waarbij op verschillende meetpunten langs de pijplijn de gepasseerde brandstofhoeveelheid per tijdseen-heid kon worden geregistreerd. De rapportages van dit sys-teem werden via telexverbindingen verstuurd. Hierdoor werd niet alleen de kwaliteit van de brandstofleveran-ties beter beheersbaar, maar kon ook eventuele brandstofver-lies door lekkages tijdig met een nauwkeurige indicatie van de locatie worden vastgesteld.

Schiphol 1952; kerosine tanken voor Gloster Meteors van de KLu

vanuit ESSO tankwagen

(foto: Nationaal Archief/Collectie Spaarnestad/Flash/J.Th. Peters)