P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral...

36
P .J .Buijn ter 'SaraBurgerhart'endeontwikkeling vandeNederland eromaninde18eeeuw

Transcript of P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral...

Page 1: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

P . J . Buijnsters

'Sara Burgerhart' en de ontwikkelingvan de Nederlandse roman in de 18e eeuw

Page 2: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel
Page 3: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

"SARA BURGERHART" en de ontwikkeling

van de Nederlandse roman in de I Be eeuw

Openbare les

gehouden bij de aanvaarding van het ambt

van. lector in de Nederlandse letterkunde van de

18e eeuw aan de Katholieke Universiteit van Nijmegen

op vrijdag 22 oktober 1971 .

door]

Dr. P. J. Buijnsters

1971Wolters-Noordhoff nv Groningen

Page 4: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Aan -JI. A. Howeler

Page 5: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Mijne Heren Leden van het Universiteitsbestuur,Mijnheer de Rector Magnificus,Dames en Heren Hoogleraren, Lectoren,Docentenen Leden van de Wetenschappelijke Sta],Dames en H eren Studenten en voorts Gij allen,die door Uw aanwezigheid blijk geeft vanUw belangstelling,

Zeer gewaardeerde toehoorders,

Trouwe lezers van Van Effen's Hollandsche Spectator hadden re­den tot verwondering, toen zij het nummer van 5 april 1734 on­der ogen kregen. In plaats van de gewone stamppot van vertoogen zedekundige karakterschets kregen zij ditmaal al bij de aanhefluchtiger kost voorgezet: 'Na dat de blonde Aurora met haareroosverwige vingeren de purpere deuren van 't ooste geopent, enmet haare vreugde tranen het hygend, en aamechtig aardryk ver­frist en verkwikt had, scheen de Zon met een buiten gewooneluisterglans omringt zig te haasten, om ... '.1 Na enkele bladzij­den in deze trant brak Van Effen zijn hooggestemd verhaal ruw­weg af. Dachten zijn lezers soms dat hun spectator een roman­schrijver was geworden? Voor hemzelf zou dat weI zo voordeligzijn: al ging hij tien jaar door met het verkopen van die nonsens,zijn fortuin was verzekerd. Veel moeite zou hem het samenstel­len van een roman niet eens kosten, aangezien hij, volgens zijnzeggen, als jongen 'door 't onophoudelyk leezen van zulke heer­lyke versieringen' dermate was ingewijd in de geheimen van diekunst, dat hij, eenmaal kennis genomen hebbend van de eerstedrie pagina's, het vervolg van iedere roman raden kon.

Hoe doorzichtig zijn ironie ook was, ze wekte nog misverstand,zodat Van Effen enkele maanden later zich genoodzaakt zag omzijn bezwaren tegen de roman duidelijker naar voren te brengen.sWeI erkende hij nu, dat sommige romanciers 'met een uitmun­tende geest begaaft' waren. Maar dat maakte de zaak aIleen maarerger. Blijkens de door Van Effen genoemde voorbeelden had zijnrekwisitoor vooral betrekking op de heroisch-galante romans- vanLa Calprenede, Madeleine de Scudery en hun navolgers. Wathem in deze verdichtselen over Rozemond, Clelia, Cassandra,Cleopatra of Pharamond irriteerde, waren de buitenissige situaties

J

Page 6: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

en personen met hun overdreven uitdrukkingswijze die speciaaljonge meisjes het hoofd op hoI brachten.

Eerder al had Van Effen in Le Misantrope de roman bij alge­meen vonnis veroordeeld.s Met veel nadruk wees hij daar op hetverschil tussen de waarheid van de historie en de schijnwaarhe­den van de roman.f Onze natuurlijke zucht naar het wonderbaar­lijke kan volop bevrediging vinden in geschiedverhalen. Vanuit zijnrationalistische zienswijze zijn die romans het gevaarlijkst, waarinzoals bij Prevost's Cleoelandv historische waarheid en verbeeldingdooreenlopen.

Van Effen's vernietigend oordeel weerspiegelt stellig de opvat­tingen onder de verlichte burgerij gedurende de eerste helft van de18e eeuw. Ret kost geen moeite om hier een reeks van getuigen acharge te citeren sedert 1685, jaar waarin Pieter Bernagie zijnRomanzieke fuller Izabele ten tonele voerde? als slachtoffer vande heroisch-galante verhalen. Volgens het weekblad De MenschOntmaskert van 18 april 1718 moesten ouders het lezen van ro­mans aan hun kinderen met evenveel strengheid verbieden als'quaad gezelschap'if Opinievormende spectators na Van Effenherhalen in aIle toonaarden diens banvonnis zonder daarbij uit­zondering te maken voor een bepaald soort romans. Moet men hengeloven, dan waren het naast jonge meisjes, petit-maitres en boe­melstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel­den. Deze laatste kategorie kon beter Caesar's De bello Gallico le­zen, vond De Nederlandsche Criticus in 1750.9

Wat al die waarschuwingen enigszins verdacht maakt, is hetfeit dat ze afkomstig waren van de concurrentie. Menig journalistzal met een scheef oog gekeken hebben naar de romanschrijversvan wie het publiek maar nooit genoeg scheen te krijgen. Run pro­testen zouden zeker niet zo vaak en met zoveel heftigheid zijn uit­gesproken, wanneer de roman in werkelijkheid niet talrijke lezersgevonden had. Bibliografische naamlijsten van populaire proza­schrijvers uit de 17e en 18e eeuw bewijzen trouwens afdoende, datook hier te lande de stortvloed van 'romaneske fabelen' onstuitbaarwas. Mocht Van Effen anna 1711 nog de illusie koesteren, meteen bijna uitgeroeid, zij het hardnekkig, kwaad te doen te heb­ben,lO het monster bleek telkens nieuwe koppen te krijgen. In deeerste helft van de 18e eeuw nog verschenen zo naast de aloudepicareske, arcadische en heroisch-galante romans andere typen alsburleske roman, robinsonade en imaginair reisverhaal.U Ondanksonderlinge verschillen hebben zij veel gemeenschappelijks: aaneen­schakeling van losse episodes, extra onoverzichtelijk door het groat

4

Page 7: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

aantal personen dat optreedt en door het telkens inschuiven vannieuwe verhalen, afwezigheid van psychologie, situering tegen eenzowel temporeel als geografisch onbepaald decor.

Het terrein van onderzoek dat zich hier opent is nog grotendeelsterra incognita, aithans voor wat het nederlandse taalgebied be­treft, Vreemde zaak: iedereen weet hoe van aIle 18e-eeuwse gen­res de roman het meest levenskrachtig is gebleken. Van literair­sociologische zijde wordt bovendien terecht aangedrongen op eenminder elitaire beiangstelling voor vroegere en hedendaagse lee­tuur. Desondanks is onze kennis van het 18e-eeuwse populaire pro­za nauwelijks verder gevorderd dan in 1907, toen W. H. Staver­man zijn voortreffeIijke dissertatie over de nederlandse robinsona­des publiceerde.J- Eerder al had Jan ten Brink de aandacht ge­vestigd op Nicolaas Heinsius Junior als auteur van Den Vermake­lijken Avanturier (1695) ,13 in aansluiting waarop nog het proef­schrift van J. VIes uit 1926 over Le roman picaresque hollandaisgenoemd moet worden.U Dit weinigetf valt echter volkomen wegbij de omvangrijke recente literatuur over de 'Rise of the Novel'in Engeland, Frankrijk en Duitsland.tf In tegenstelling tot onzenaburen weten wij maar zeer weinig van de veelal anoniem op­tredende romanschrijvers, nog minder van hun lezerspubliek en vrij­weI niets over de teksten zelf.

Bibliografisch zijn we redelijk goed geinformeerd dank zij hetpionierswerk van collectioneurs als Frederik MuIler,17 R. W. P. deVries,18 F. G. WaIler19 en M. Buisman. Laatstgenoemde heeft inzijn in 1960 verschenen Populaire prozaschrijvers van 1600 tot181520 een volledige inventarisatie nagestreefd van aIle bellettrie.Hoe dankbaar we echter ook voor Buisman's bijna 2800 titels tel­lende naamlijst moeten zijn, als werkinstrument heeft ze haar ge­breken. De bonte verscheidenheid van noveIlen, reisverhalen, le­vensbeschrijvingen, arcadia's, sprookjes en romans in allerlei soor­ten, slechts naar de willekeur van het alfabet gerangschikt, maaktelk overzicht van het gebodene onmogelijk. Eerste vereiste zal duszijn om voortbouwend op deze en andere bibliografieen een wer­kelijke genealogie van de roman op te stellen. Daarbij dient be­halve op externe gegevens (auteur, eventueel vertaler, uitgever­drukker, oplagen, typografische presentatie, prijs, lezerskring), ver­haalstof en ideele inhoud, vooral gelet op het vertelprocede, Hetzal duidelijk zijn, dat een onderzoek als hier bepleit, berustend opautopsie van dikwijls zeldzaam geworden boeken, het best in team­verband kan gebeuren. De individuele onderzoeker verdrinkt ge­makkelijk in een zee van materiaal en dit verklaart mede, waar-

5

Page 8: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

om de studie van ons 18e-eeuwse proza nooit van de grond is ge­komen.

2

Onvermijdelijk gevolg van onze gebrekkige kennis met betrekkingtot de voorgeschiedenis van de nederlandse roman is dat de His­torie van Mejuffrouw Sara Burgerhart, door Betje Wolff en Aag­je Deken in 1782 uitgegeven, het noodzakelijke repoussoir mist. Zolijkt het weI of deze roman hier uit de lucht is komen vallen alseen uit den vreemde overgewaaid zaad. De schrijfsters zelf heb­ben in begrijpelijke trots weinig nagelaten om de mythe ingang tedoen vinden, als zou Sara Burgerhart de eerste nederlandse romanzijn. 'Deeze tak der Litteratuur ligt nog in ons Vaderland onbe­bouwd; ( ... ) Wy hebben des in dit opzigt 't ys gebrooken', zoverklaren zij in het voorbericht tot deel III van Willem Leevenduit 1784.21

Tot die legendevorming om Sara Burgerhart behoort verder desuggestie van een vijandige kritiek22. Wolff en Deken spreken indit verband van 'het ieverig, het nog vry algemeen uitvaaren tegenRomans'23. Beide voorstellingen vereisen enige nuancering. Nemenwe eerst de kwestie van de waardering.

Indien er in 1782 nog wantrouwen bestond tegenover het doorBetje en Aagje gebruikte genre, dan kwam dit toch niet meervan de zijde der officiele kritiek, want die had de roman intussen,zij het schoorvoetend, als legitieme kunstvorm erkend. Vanwaardie, in vergelijking met Van Effen's oordeel, radikale opiniever­andering? Ze is hoofdzakelijk bewerkstelligd door Richardson,wiens zedekundige briefromans Pamela (1740-41 ), Clarissa (1747­48) en Charles Grandison (1753-54) de europese kritiek dwongenom haar begrip van de roman te herzien. Hoor Diderot's Elogede Richardson in de Journal Etranger van 1762: 'Par un romanon a entendu jusqu'a ce jour un tissu d'evenements chimeriqueset frivoles, dont la lecture etait dangereuse pour Ie gout et pourles moeurs. Je voudrais bien qu'on trouvat un autre nom pourles ouvrages de Richardson, qui elevent l'esprit, qui touchentl'ame'.24 De zedekundige briefroman betekent een eerste schredein de richting van een konkrete, individuele werkelijkheidserva­ring. De aandacht verschuift van verhaalde feiten naar karakter­analyse.

Voor zover het nederlandse publiek de romans van Richardson

6

Page 9: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

niet in oorspronkelijke gedaante las, kon het hiermee spoedig ken­nis maken in vertaling. De doopsgezinde predikant Johannes Stin­stra bezorgde tussen 1752 en 1755 een vertaling van Clarissa25,

waarbij hij de delen I, III, V en VII van uitvoerige voorredesvoorzag, die tesamen een apologie van de Iiteraire fictie vormen.Hoewel hun effekt wegens de taalbarriere tot Nederland beperktbleef, zijn zij nog onlangs door William C. Slattery om hun in­trinsieke betekenis voor een internationaal publiek toegankelijkgemaakt.sf Hadden Van Effen c.s. eenstemmig aIle verdichtselenveroordeeld, Stinstra herinnerde aan de gelijkenissen waarvanChristus zich placht te bedienen bij zijn verkondiging van hetevangelie. Tegelijk wees hij op de vormende waarde van de ge­moedsanalyses die het hoofdbestanddeel van Clarissa uitmaakten.Wat het natuurkundig experiment aan inzicht brengt omtrent destoffelijke wereld, dat leveren ons zulke karaktertekeningen aan­gaande de zedelijke wereld. Aandachtig het onderscheid tussendeze karakters gade te slaan is daarom 'niet min heilzaam ( ... )ter regelinge van onze eigene gemoeds-gesteldheid en van onzeverkeeringe in de zamenleevinge.'27 De romanschrijver-nieuwe stijlwas daarmee opeens collega en bondgenoot van de spectators ge­worden. De glans die van Richardson afstraalde, deelde zich nueveneens mee aan andere romanciers als Prevost, Marivaux, Rous­seau. 28 Op de morele rehabilitatie van de roman volgde in hetlaatste kwart van de 18e eeuw tenslotte ook zijn artistieke erken­ning.

In Nederland verliep dit proces zonder schokkende discussies.De hier door Hieronymus van Alphen in 1778 geintroduceerdewijsgerige kunsttheorie schonk slechts terloops aandacht aan de ro­man. Tussen allerlei verhandelingen over gecanoniseerde genres alsheldendicht, pastorale, epigram of treurspel nemen Stinstra's voor­redes tot Clarissa een eenzame plaats in. AIleen Rijklof Michaelvan Goens ging in een essay uit 1766 mede in op de problematiekvan de nederlandse roman. Hoewel ons land daar naar zijn zeg­gen bijna van vergeven werd, kon men evengoed beweren dat wijer geen hadden, omdat ze volgens deze zegsman 'den rechtensmaeck' misten: 'Zommigen zijn ongezouten en zot; anderen vloei­en over van geest, doch al die geest bestaet ongelukkig in een deelgemeene aerdigheden, laffe geIijkluidendheden en lage trekken, dieeen kenner niet dan zeer mishagen moeten'.29 Om die reden wens­te Van Goens weI, dat zijn landgenoten zich eerst zouden oefe­nen in 'een kleiner soort van Romans' die hij (zedenkundig) Ver­hael noemt. Buitengewoon moeilijk acht hij het 'briefs wyzige ge-

7

Page 10: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

schicht' van Richardson en Rousseau, aangezien hier 'alles by wy­ze van mededeelend verhael moet geschieden'.30 Met zulke opmer­kingen toont Van Goens al vroeg oog te hebben voor de strikt li­teraire aspekten van de zedenkundige briefroman.

Lijkt het misschien, alsof Van Goens' sombere beeld van hetnederlandse proza in 1766 de eerder aangehaalde voorstelling vanzaken door Wolff en Deken aIleen maar bevestigt, dan verdienentoch twee contra-argumenten overweging. Allereerst het gunstigoordeel van toonaangevende literatoren als Van Alphen31 enFeith32 over de roman, ook wanneer ze er in hun esthetische be­schouwingen nog niet goed raad mee weten. Op de tweede plaatsde welwillendheid van de tijdschriftenkritiek omstreeks 1782 tegen­over de 'nouveau roman'. Juist in de periode die ligt tussen VanGoens' essay en Sara Burgerhart voltrok zich een voor de ont­vangst van de roman positieve ontwikkeling, zoals vooral de tijd­schriftenkritiek uitwijst.

Het belangrijkste recenserende periodiek was de VaderlandscheLetteroefeningen, opgericht in 1761.3 3 Dit blad nu nam van hetbegin af notitie van de in Nederland uitkomende romans, origineelof vertaald. Die besprekingen reiken weliswaar niet verder dan eenkorte samenvatting van de inhoud, gevolgd door een moreel waar­de-oordeel, maar dit gold over de gehele lijn, ook waar het poeziebetrof. Literaire normen werden zelden gehanteerd. Dat een ro­man een organische eenheid zou moeten vormen, dringt nog niettot de boekbesprekers door. Volumineuze werken worden telkensdeel voor deel gerecenseerd. Overigens bekommeren ook de roman­schrijvers zelf zich weinig om vormproblemen. Wolff en Deken zet­ten hun Willem Leevend op als een breikous. Ret boek werd in ge­deelten gepubliceerd om eerst de reakties van de lezers te peilen.

Aanvankelijk stonden de Vaderlandsche Letteroefeningen uiterstgereserveerd tegenover de inheemse romans, waarvan zij zowel dedartele inhoud als de onbeholpen stijl scherp hekelden.34 Maarwanneer aan het eind van de jaren zestig de engelse bellettrie hiergoed doordringt, stijgt de roman opeens aanmerkelijk in hunwaardering: 'Richardson en Fielding' - zo heet het nu - 'moetmen erkennen, dat de wereld, in deze laatere tyden, geleerd heb­ben, hoe een Roman moet geschreeven worden'.35 Run stelregelblijkt voortaan: guIle lof indien een roman oak maar enigermatezedenkundig is; nihil obstat wanneer hij althans niets zedenkwet­sends heeft. De recensenten tonen een zwak te hebben voor deduitse zedenkundige roman uit de school van Richardson. Lijvigewerken - veelal in briefvorm - van Gellert, J. J. Dusch, J. M.

8

Page 11: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Miller, Freiherr von Knigge en J. C. WezeI worden in extenso be­sproken.

Onze eerste conciusie kan dus zijn, dat Wolff en Deken methun Sara Burgerhart in 1782 zeker niet door een muur van weer­stand moesten breken. Toegegeven, voor weinig ontwikkelde recht­zinnigen behieid de roman nog lang een kwade klank, maar hunsmaak was geenszins doorslaggevend.

Blijft de kwestie van de prioriteit van Sara Burgerhart als oor­spronkelijk nederlandse briefroman. Ook al waren de meeste inons land gedrukte romans vertaald, toeh noteren we gedurende detweede helft van de 18e eeuw verschillende nederlandse werkendie als schakel kunnen gelden tussen de vroeg-aehttiende-eeuwseavonturenroman en Sara Burgerhart. Staverman heeft reeds ge­wezen op Gevallen van den Oude en ]ongen Robinson uit 1753.36

Deze robinsonade onderseheidt zieh van zijn soortgenoten, doordatde auteur zich uitdrukkelijk toelegt op het schilderen van gemoeds­toestanden om zo 'een herttreffende zedekunde'37 aansehouwelijkte maken. Van hetzelfde slag is Rhapsodien; of het Leven van Al­tamont uit 1775 door Willem Emmery de Perponcher, een wijs­gerig-pedagogische robinsonade, waarvan overigens reeds de titeIhet gebrek aan struktuur verraadt.sf In het voorbijgaan zij opge­merkt, dat De Perponeher als verlieht Utreehts regent tot de intel­lektuele en sociale bovenlaag behoort, hetgeen mede pleit voorhet groeiend aanzien van de roman.

Zelfs vinden we onder de v66r Sara Burgerhart versehenen ne­derlandse romans er enkele in briefvorm, zoals De H ollandschePamela uit 1754, waar ik direkt nog op terug kom, en De kleineGrandison door Maria Geertruida de Cambon-Van der Werken.39

Dit laatste boek, kort v66r Sara Burgerhart in hetzelfde jaar 1782verschenen, verdient onze bijzondere aandaeht, omdat het zodirekt aansluit bij Charles Grandison van Richardson. De roman,die in het engels en frans vertaald werd40, bestaat uit een reeksvan brieven, gewisseld tussen een ten huize van de familie Gran­dison logerende hollandse jongen, Willem genaamd, en zijn moe­der. Willem's verslag van zijn belevenissen bij de Grandisons ge­schiedt dikwijls in de vorm van direkt weergegeven samenspraken.Ook worden zijn brieven nu en dan vergezeld door brieven vanandere huisgenoten.

Uit het voorafgaande voIgt eigenlijk al dat, formeel gesproken,Sara Burgerhart geen aanspraak kan maken op de eer van onzeeerste briefroman te zijn. Sterker, de lezer van 1782 was inmid-

9

Page 12: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

dels al volkomen gewend geraakt aan de epistolaire vonn41 dieons thans zo bijzonder opvalt. De recensent van de Vaderland­sche Letteroefeningen ging er dan ook stilzwijgend aan voorbij.42Wat wel onmiddellijke bewondering wekte, was de situering vanhet romangebeuren in een hollandse omgeving en naar hollandsesmaak. Daarop wezen ook de schrijfsters in hun voorrede: 'Wyschilderen u Nederlandsche karakters; menschen, die men in onsVaderland werkelyk vindt.'43 Terwijl De Hollandsche Pamela enDe kleine Grandison onwezenlijke deugdmodellen zijn in een tijd­loze schimmenwereld, voeren Wolff en Deken ons binnen in Am­sterdamse huiskamers, waar herkenbare mensen alledaagse dingenbeleven. Sedertdien werd in vrijwel aIle beschouwingen Sara Bur­gerhart als typisch-hollandse werkelijkheidsuitbeelding aangeduid,als 'het beste en echtste realisme', zoals Nijhoff vol bewonderingschreef.vs We raken hier een probleem dat ons rechtstreeks naar detekst verwijst, omdat het letterlijk vanaf het eerste woord aan deorde is.

3

Bezien we om te beginnen het titelblad. Daar staat: Historie vanMejuffrouw Sara Burgerhart; uitgegeven door E. Bekker, Wed. Ds.Wolff, en A. Deken. (Niet Vertaalt). Dat laatste kan nu veilig alseen reclamestunt worden beoordeeld. Het woord Historie schijnt teimpliceren dat het navolgende verhaal niet verzonnen maar echtgebeurd is. Historie staat semantisch tegenover roman45, het houdteen waarborg in voor authenticiteit. Het is precies om die reden,dat de 17e- en 18e-eeuwse avonturiersroman zichzelf deze presti­getitel toeeigent.s" Hoe ongeloofwaardiger de 'rare gevallen', hier­in verteld, zijn, hoe meer kunstgrepen de auteur zal aanwendenom het werkelijkheidskarakter van zijn roman te accentueren. Hijzal bijv. door de fictie van een bij toeval in handen gekregen, inde ik-vorm gesteld manuscript aan zijn boek de schijn willen ge­yen van een authentieke getuigenis. Hogere graad van waarachtig­heid nog brengt de autobiografische presentatie. Die fictie van eenfeitelijke, letterlijke realiteit begint dikwijls al met de term Historieop het titelblad.

Tot het hier bedoelde type hoort bijv. De Historie van Constan­tia, Of de Wonderlyke Levens-Gevallen van een Zeeuwsze fuf­fer, dewelke, na veele Wederwaardigheeden, Omzwervingen en zeld­zaame Ontmoetingen, die zy in den Tyd van twintig Jaaren heeft

10

Page 13: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

gehad, eindelyk tot een Celukkig en Cerust Leeven is geraakt.Door haar zelfs beschreeven. Amsterdam, Erven Wed. Jacobus vanEgmont (z.j., circa 1770, Buisman nr. 840). Van zo'n boek wetenwe reeds, voor we het gelezen hebben, dat het een avonturenro­man IS.

Een interessant geval is De H ollandsche Pamela die ik al evennoemde, omdat hier de epistolaire vorm van Richardson geentwerd op de oude avonturenroman. Ret resultaat maakt een hy­bridische indruk, uiterste onwaarschijnlijkheden met het waar­merk der echtheid. Ret titelblad appelleert naar gewoonte opsensatielust en goedgelovigheid beide: De Hollandsche Pamela; ofde zegenpralende Deugd. Behelzende de wonderbare gevallen enontmoetingen van Zoetje Gerbrants, Ceboren in Holland; Die vanene arme en geringe Dogter, door hare schoonheid, uriendelyk­heid en deugd, na het uitstaan van vele kwellingen en tegenspoed,eindelyk opgestegen is, tot den hoog-edelen staat en rang van Gra­vinne van H.... Voorgesteld in ene verzameling van gemeen­zame Brieven, van en aan haar geschreven, nevens enige tusschen­voegingen van verscheide zaken tot haar leven behorende; na der­zelver dood by een gevoegd door een van hare vriendinne en be­zitster van hare handschriften; nu voor de eerstemaal in 't lichtgegeven. (2 dIn. Amsterdam, Steven van Esveldt, 1754; geillustreerd,Buisman nr. 1774).

De voorrede legt er nog een schepje bovenop door te bezweren,dat de lezer hier geen 'roman of verciering' als de engelse Pa­mela voor zich vindt. AIle vijftig brieven heten precies afgedruktnaar het copijboek van Zoetje Gerbrants. WeI wil de tekstbezorg­ster 'voor de vuyst beleiden, dat de namen en letters van dezeonze Hollandsche Pamela, ten enemale verdigt, en met voordagt(... ) verandert zyn'.

Ret titelblad van Sara Burgerhart steekt bepaald sober af tegenDe Historie van Constantia, De Hollandsche Pamela en andereavonturenromans. Tach wijst zowel de term Historic als de no­titie 'uitgegeven door' nog in de richting van het authentiek do­cument. Echter aIle door het titelblad eventueel gewekte illusiesomtrent een werkelijk gebeurde geschiedenis worden in de voor­rede weer weggenomen. Daar is namelijk uitdrukkelijk sprake vanooze 'Roman', die een antwoord moet zijn op het waandenkbeeld,'dat geen Vaderlandsche pen Werken van smaak schryven kan'.47Vol ironie distantieren Wolff en Deken zich van de galante avon­turenroman door opzettelijke kleinachting van hun eigen intrige:'Daar wordt in dit gehele werk geen een Duel gevogten. Eens

11

Page 14: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

echter wordt er een oorvyg uitgedeelt.'48 Op soortgelijke wijze zalook Feith in de inleiding tot zijn roman Julia afstand nemen van hetintrigeverhaal: 'Geen verleidende Gebeurtenissen, geen onver­wachte toevallen - geen enkel bekoorlijk Nietje zelfs! - verzekertmij van de goedkeuring van 't gemeen.'49 Wat Wolff en Deken(en Feith) beogen, is niet een zogenaamd authentiek relaas vanfeiten. De vraag of alles letterlijk waar is, doet niet ter zake. Vanbelang is slechts, dat de karakters en gebeurtenissen waarschijnlijkzijn, dat zij een 'existence reelle, ou virtuelle' representeren.50

Hoewel de zedenkundige roman veel dichter staat bij de eigentijd­se burgermaatschappij dan de avonturenroman, pretendeert hijparadoxaal genoeg niet langer een feitelijk realisme als deze tegeven maar een psychisch realismeFs

Hoe wordt die psychische werkelijkheid nu geevoceerd? Een es­sentiele rol speelt hier de briefvorm, voor zover tenminste de cor­respondenten tevens handelende personen zijn. Richardson heeftzelf het bijzondere van zijn epistolaire precede aangeduid als'instantaneous Descriptions and Reflections'.52 In zijn voorredetot Grandison spreekt hij van 'Familiar Letters written ( ... ) tothe Moment'.53 Bedoeld is dat de briefschrijvers voortdurend in detegenwoordige tijdsvorm rapport uitbrengen over gebeurtenissen diezich juist hebben afgespeeld of nog aan de gang zijn. De afstandtussen het vertellende en het belevende ik wordt aldus tot een mi­nimum gereduceerd.54 Maar het zal ook duidelijk zijn, dat wat zoaan werkelijkheidsillusie gewonnen werd, gemakkelijk weer verlo­ren ging, wanneer de auteur niet een zekere matiging betrachtte.HeIden die onder de vreselijkste beproevingen altijd weer tijd vin­den voor lange schriftelijke ontboezemingen en nooit opzien tegenhet kopieren van eigen of andermans epistels ten einde aIle par­tijen maar goed op de hoogte te houden, dienstpersoneel dat eengroat deel van de dag besteedt aan postbode spelen - dat alleswekte van begin af de spotlust, getuige Fielding's pamflet Sha­mela, waar onder meer oak dit 'writing to the moment' uit deroman Pamela werd geparodieerd.55

Het gezond verstand van Wolff en Deken heeft hen voor al dievalkuilen behoed. In hun roman geen eindeloze reeks brieven'from the same', maar rijke variatie van correspondenten, terwijlde brieven zelf nooit overdreven lang zijn. Momentane beschrijvingvinden we meestal pas aan het eind van een brief, waar ze danvoor een natuurlijke afsluiting zorgt. Ter illustratie het slot vanbrief 4. Sara, nog inwonend bij de kwezelachtige tante Hofland,klaagt hier haar nood aan vriendin Anna Willis:

12

Page 15: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Hoe kan ik nu langer wonen by eene Tante, die, schynt het,eene belofte gedaan heeft, om my zo veel bitterheid aan tedoen, als Vrekheid en Dweepery maar immer kunnen opbagge­ren . . . .. Daar schreeuwt zy alweer haar keel uit het lid. 'JaTante, ik kom'. Eerst echter deezen agter 't slot. Zo dra ik kanzal ik een tweeden Brief beginnen, ik moet u eindelyk voldoenomtrent zaken, my, v66r ik u kende, ontmoet. Vaarwel, mynewaarde.

Formeel adresseert Sara zich in dit korte fragment aIleen tot An­na Willis. In feite richt zij zich beurtelings tot haar corresponden­te, tot haar tante en tot zichzelf. We zien dus hoe 'writing tothe moment' enerzijds gemakkelijk leidt tot dagboek-achtige mo­nologue interieur, anderzijds tot een gedramatiseerde voorstel­ling. 56 Heel wat brieven bevatten zo direkt weergegeven gesprek­ken. In beide gevallen wordt natuurlijk de briefvorm geweld aan­gedaan.

In mindere mate is zulks ook het geval bij in de brieven opge­nomen levensgeschiedenissen, een relikt wederom van de avontu­renroman.s" Dergelijke verhalen zijn in de briefroman altijd vanconfidentiele aard. Soms functioneert een correspondent als aange­ver, waarna de ander meteen toehapt door met zijn verleden voorde dag te komen. In brief 88 bijv. laat Sara Burgerhart zich te­genover haar huisgenote Letje Brunier de opmerking ontvallen:'weet ik juist zo de geheime historie van uw hart!' Brunier ver­telt daarop in brief 102 het verhaal van een op wens van haarvader verbroken jeugdliefde. Na kennisneming van zo'n bekentenisweet men: die Letje Brunier bezit meer zedelijke grootheid danop het eerste gezicht blijkt. Zij wordt belangwekkender, waarmeede schrijfsters op haar beurt voldoen aan een fundamentele eisvan de 18e-eeuwse karakterportretten. De Historie van Sara Bur­gerhart telt in totaal vijf van zulke ingevoegde geschiedenissenop 175 brieven, waarbij er dan nog twee betrekking hebben op detitelheldin:58 in brief 5 vertelt zij bij wijze van expositio haar lot­gevallen tot aan het moment waarop de roman begon; brief 139behelst onder een apart kader het verslag van haar mislukte aan­randing. De retrospectieve confidenties staan dus duidelijk in func­tie van Wolff en Deken's roman.

Een moeilijk probleem dat onmiddellijk met het precede van di­rekte reportage samenhangt, is de eenheid van de briefroman.'Writing to the moment' impliceert bijna heterogeniteit. Terwijlde verteller van een verhaal het gebeuren min of meer overziet,

I]

Page 16: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

weten de correspondenten uit een briefroman evenmin als dagboek­schrijver of toneelheld iets over de afloop. Er zijn heel wat hand­en spandiensten van elkaar kopieen sturende correspondentenvoor nodig om een samenhangend geheel mogelijk te maken.Goethe heeft in zijn Werther die moeilijkheid overwonnen dooreen subtiel spel van heenwijzingen naar de finale. 59 In zijn romanis trouwens reeds een natuurlijke concentratie doordat aIle brie­yen van een hand en aan dezelfde adressant gericht zijn. OokFeith's briefromans vertonen een homogene bouw door beperkingvan het aantal correspondenten.

Hoe staat het nu in dit opzicht met Sara Burgerhart? Ret net­werk van correspondenties met hun telkens wisselend vertelper­spektief bezit hier in zoverre een organische eenheid, dat de mees­te draden toch heenleiden naar Sara als centrale figuur. Zij schrijften ontvangt verreweg het grootste aantal brieven. Anderen hebbenhet voortdurend over haar, al zijn er ook briefwisselingen die slechtszijdelings op haar betrekking hebben.

Een helder inzicht in de verhoudingen krijgen we door te zienwie met wie correspondeert. Dan blijkt namelijk dat de 23 brief­schrijvers zich vanzelf groeperen in vier kontrasterende leefkrin­gen.

Centraal staat het eigen wereldje van Sara en de haar welge­zinden: Blankaart, de weduwe Spilgoed, de familie Willis, StyntjeDoorzigt, de Bruniers, de gebroeders Edeling, de predikantenSmit en Redelyk, Lotje Rien du Tout en Pieternelletje Degelyk.v?Hoewel geen van de genoemden aan Sara geparenteerd is, trektzij hen als het ware naar zich toe door verschillende hunner ver­wantschapsnamen te geven. In brief 21 heet ze Blankaart 'Papaatjelief', de weduwe Willis haar 'Mama', Willem Willis haar 'Broer'.Verder heeft ze een manie om van Spilgoed te spreken als haar'moederlijke vriendin', terwijl Lotje bedacht wordt met de titelvan 'aangenomen dochter'. Achter dit alles steekt weI meer danhet verlangen naar familiale geborgenheid van de jonge wees dieSara is. Ze wil graag het aanbeden middelpunt zijn. 'Myne groot­ste, zo niet eenigste behoefte, - bekent ze aan Anna Willis - is liefte hebben, en gelieft te worden!' (br. 5).

Die genegenheid yond zij niet in de kring van de fijne zusjesen broertjes, ofschoon zij, ironisch genoeg, enkel daar nog eennaaste verwant bezat in de persoon van tante Hofland. De fijnenvonnen echter een zelfgen.oegzame clan die niet dan node kontaktonderhoudt met wereldlingen. Zuzanna Hofland begint haar brief(nr. 17) aan Blankaart dan ook met zich voor deze ongewone stap

Page 17: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

te excuseren: 'De Apostel zegt: "dat wy allen ommegang metZondaren niet kunnen vermyden".'

Ook de kwasi-filosofische savantes Hartog en Van Kwastamaonderhouden uitsluitend met elkaar correspondentie. De ene briefdie Cornelia Hartog zich verwaardigt aan Blankaart te schrijven(hr. 107) is anoniem en dient om Sara in een kwaad daglicht testellen.

Over het derde Sara vijandige milieu kunnen we kort zijn. Debrieven van de lichtmis R. aan zijn compagnon Jan G. zijn slechtsvoor intern gebruik. Begrijpelijk, want ze gaan uitsluitend overde manier waarop zij Sara in hun macht kunnen krijgen.

Deze afschuwwekkende kringen van kwezels, esprits forts en ze­denlozen liggen als concentrische cirkels om de deugdzame, rede­lijke, vrome wereld van Sara Burgerhart. AIleen op dramatischehoogtepunten - Sara's practical joke met de flensjes bij tanteHofland, R.'s poging haar aan te randen, de filosofische disputenmet Hartog - komen die vijandige milieus in openlijke hotsing metde Sara Burgerhart-wereld. Dat is wat men de formele organisatievan deze briefroman kan noemen.

4

Veel doorzichtiger dan de kompositie lijkt de intrige met de daar­in gegeven teneur van Sara Burgerhart. Het verhaal laat zichzonder moeite in een zin samenvatten: jong meisje ontsnapt aankwezelachtige bevoogding, stort zich van de weeromstuit naiefwegin het uitgaande leven hetgeen haar bijna haar virginiteit kost,eer zij tot bezinning gekomen de veilige huwelijkshaven kiest. Hetvoorhericht dikt alles nog wat aan door uitdrukkelijk de pedago­gische waarschuwing aan de Nederlandse Juffers als 'het hoofd­doel deezer Historie' aan te merken. Kan het banaler?

De vraag blijft, of de roman werkelijk zo simpel en alledaags magheten als Wolff en Deken voorgaven. Wat de auteurs immers be­ogen is een Catsiaanse maagdenspiegel met Sara als exemplarischeheldin. Onze taak zal echter zijn na te gaan, wat Sara zelf be­zielt en wat zij doet om haar ideaal te bereiken.

Ret spanningselement in de Historie van Sara Burgerhart be­staat grotendeels uit de wijze waarop de hoofdfiguur een haar pas­sende echtgenoot krijgt. KOIt na haar vertrek uit het huis van Zu­zanna Hofland maakt Sara kennis met de jonge Hendrik Edelingdie aanstonds van haar in vuur en vlam raakt. Aanvankelijk wim­pelt het meisje zijn avances af. Bovendien verzet Edelings vader

15

Page 18: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

zich tegen een huwelijk, omdat Sara niet tot de lutherse kerk be­hoort. Tenslotte echter verdwijnen aIle hindernissen en wordt SaraBurgerhart de vrouw van Hendrik Edeling. Zo op het oog hebbenwe dus te maken met een traditioneel min-geval, het verhaal vantwee gelieven die elkaar na alleriei lotswisselingen vinden in eenhappy ending. Verreweg de meeste 17e- en 18e-eeuwse romans ver­tonen dit stramien,

Dat een roman in principe een liefdesgeschiedenis was, stondvoor de toenmalige kunsttheorie eenvoudig vast. Pierre DanielHuet gaf in 1670 een invloedrijke Traits sur l'origine des Romansin het licht, waarin hij het genre als voIgt omschrijft: 'ce que1'0n appelle proprement Romans sont des fictions d'aventuresamoureuses, ecrites en Prose avec art, pour Ie plaisir & l'instruc­tion des Lecteurs. Je dis ( ... ) d'aventures amoureuses, parce quel'amour doit estre Ie principal sujet du Roman'.61 De Zwitsersetheoloog Gotthard Heidegger ging in zijn Mythoscopia Romanti­ca van 1698 zelfs zover om het woord roman als een omzettingvan amor te beschouwen.62 Heel de 18e eeuw door blijft die nau­we relatie tussen beide begrippen onaangevochten. Volgens hetwoordenboek van Adelung uit 1777 is de roman 'Im engsten Ver­stande ( ... ) eine wunderbare, oder mit Verwirrungen durchwebteLiebesgeschichte',63 van welke definitie we nog een echo opvangenin Weiland's Nederduitsch Taalkundig Woordenboek uit 1807.Roman heet daar een 'verdicht geschiedverhaal, maar bijzonder­lijk zulk een, waarin de liefde de hoofdrol speelt, en haar doel,door eene reeks van allerlei verwarringen henen, zoekt te berei­ken'.64

Hoewel de geciteerde begripsbepalingen hun uitgangspunt kenne­lijk vinden in heroisch-galante of triviale avonturenromans (metinbegrip van de robinsonades), gelden ze toch evengoed voor dezedenkundige briefroman. De bekendste epistolaire romans uit de18e eeuw: Clarissa, Julie, Werther en Les liaisons dangereuseshandelen aIle over een liefdesbetrekking. Die liefde kan puriteinszijn als bij Richardson, gepassioneerd gelijk bij Rousseau, tragischals voor Goethe of cynisch-openhartig zoals bij Laclos, ze vormttelkens de drijvende kracht achter het romangebeuren.

Naarmate de briefroman zich meer in sentimentele richtingontwikkelt, wordt dit erotisch motief voortdurend sterker. Ik her­inner aIleen maar aan de romans van Feith. De sentimentele liefdeis een unieke, strikt-persoonlijke, religieus geladen ervaring tussentwee zusterzielen, die zich van alle eeuwigheid af voor elkaar voor­bestemd weten.

16

Page 19: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Zelfs een vluchtige kennismaking met de roman Sara Burger­hart volstaat om te zien, da t hier zulke exta tische gevoelens geenkans krijgen. 'Myne liefde is niet romanesq', zegt Hendrik Edelingtegen Sara (br. 139). Hij bedoelt: ze is niet dweperig, onredelijk,waarbij de term romanesk zijn etymologische betekenis van 'ro­manachtig' nog niet helemaal verloren heeft. 65 Toch lezen we dezeuitspraak van Edeling in een roman die zelf, geheel volgens tra­ditie, in het teken van de liefde staat. Maar het is niet de roma­neske liefde van 'dwaze Fransche Romans', waar Sara in brief63 op sneert. Onze roman sanctioneert de liefde aIleen in, zoverrezij tot een passend huwelijk kan leiden. Evenals Richardson pre­senteren Wolff en Deken een typisch burgerlijke variant op deconventionele amoureuze roman. Hun Historie van Sara Burger­hart vormt een lange lofzang op de zegeningen van het huwelijk,dat het beste in het individu aktiveert en de grondslag legt vooreen solide maatschappij. 'AIle jonge gezonde menschen, die eengoed bestaan hebben, moeten trouwen', decreteren de auteurs bijmonde van de heer Helmers (br. 129). Er worden dan ook heelwat jongelui aan elkaar gekoppeld, waarbij naast genegenheidvooral geld en maatschappelijke positie een beslissende rol spelen.Zo kan de proponent Smit dank zij een erfenis om de hand vanAnna Willis verzoeken, en wordt Letje Brunier door de vrijgevig­heid van Helmers in staat gesteld om met Willem Willis te trou­wen. Hendrik Edeling maakt het op zijn beurt de domestieken Pie­ter en Klaartje financieel mogelijk om een huwelijk te sluiten.

Al deze gelukkige verbintenissen vinden plaats binnen de Saravriendelijk gezinde kring, hetgeen nog extra relief krijgt, doordatwe daarbuiten, in de drie aan Sara vijandige wezensvreemde mi­lieus, uitsluitend ongetrouwden aantreffen: de beide losbollen R.en Jan G., de blauwkousen Cornelia Hartog en Wilhelmina vanKwastama en de fijnen. Natuurlijk mag men de regel niet omdraai­en: er treden in de roman ook enkele respectabele ongehuwden opzoals Styntje Doorzigt. De hooggeschatte Abraham Blankaart iseveneens nog vrijgezel, maar hij doet aIle moeite om dit gebrekweg te nemen. Eerst vraagt hij de weduwe Spilgoed ten huwelijken naderhand de weduwe Willis. In het geval van Zuzanna Hof­land wordt haar bigot gedrag rechtstreeks verklaard uit haar on­getrouwd-zijn. Aldus weerspiegelt zich in deze roman het voor deVerlichting zo kenmerkende wantrouwen tegen het 'onnatuurlijke'en 'ongezellige' (dit is: onmaatschappelijke) van de celibatairestaat.6 6

Page 20: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Tot zover klopt alles perfekt met de algemene tendens waarvanhet voorbericht gewaagt en met het exemplarisch karakter van deroman. Volgens die pedagogie bedreigen het jonge meisje drie ge­varen: kwezelarij, mallotige pedanterie en - 'allerdroevigste' rampv"- eerroof. De beste verzekering tegen zulke calamiteiten vindt menin een verstandig huwelijk.

Een vreemde komplikatie brengt nu echter juist de hoofd­figuur. Zeker, in abstracto onderschrijft Sara van harte aIle zege­ningen van het echtverbond: 'Daar zyn twee zaken - zegt ze inbrief 96 - waar voor ik eerbied heb, het Huwlyk en den Gods­dienst'. Maar in feite demonstreert zij van het begin af een eigen­aardige onwilligheid jegens die veilige huwelijkshaven waar haargoede genius, mevrouw Spilgoed, haar telkens weer over aan­klampt. Evenzovele keren echter wijst Sara de gedachte aan een hu­welijk af. Dat gebeurt zo vaak en met zulke nadruk dat aan ko­ketterie niet te denken val t. Even lijkt het misschien of Sara pourbesoin de la cause spreekt, wanneer zij in brief 40 Willem Willisafwijst met de woorden: 'Ik ken de liefde niet, en heb geen denminsten trek om zulk een.e grillige zaak te leeren kennen, om datik volkomen gelukkig ben in de omstandigheden, waar in ik mybevinde.' Diezelfde argumentatie keert in de loop van de romanherhaaldelijk terug. Ik heb 'geen trouwige natuur over my', zegtSara verontschuldigend tegen Spilgoed (br. 53) en als vriendinAnna Willis haar wil koppelen aan een. advokaat, houdt ze reso­luut de boot af: 'Pour moi keen warme Bier, zei de Fransch­man: Pour moi geen man' (br. 56). Ondanks zware psychischedruk van haar omgeving geeft Sara pas haar jawoord aan Hen­drik Edeling, nadat het hachelijk avontuur met haar belager R.haar de ogen geopend heeft voor aIle gevaren die een levenslustigongetrouwd meisje bedreigen. Maar zelfs dan is haar angst voorhet huwelijk niet geweken, getuige het gesprek met de weduweSpilgoed, kort voor Sara's trouwdag. Haar verzuchting: 'Mogt ikonder uw oog den zorglyken Huwlyks-heuvel opwandelen, dan zouik meer moeds hebben!' (br. 159) vormt weI een groat kontrastmet de gretigheid waarmee aIle andere liefdesparen in deze ro­man hun bruiloft tegemoet zien.

Uiteindelijk wordt Sara een gelukkige echtgenote en moeder, ge­heel volgens de opzet van de schrijfsters. Maar dat neemt nietweg, dat Burgerharts erotische onaandoenlijkheid om zo te zeggenuit de toon yalta Er is een ware tour de force - een net mislukteaanranding - voor nodig om Saartje alsnog in het rechte huwe­lijksgareel te brengen.

18

Page 21: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Men kan deze afweerhouding van Sara Burgerhart verklarendoor een buitentekstueel gegeven, namelijk de persoonlijke betrok­kenheid van Betje Wolff bij de hoofdfiguur. Als gevolg hiervan isSara Burgerhart als het ware een zelfstandig leven gaan leiden,los van de algemene teneur van de roman waarin zij zo'n cen­trale rol speelt. Voor wie de brieven van Betje Wolff kent, is geentwijfel mogelijk aan deze identificatie. Een belangrijke getuigenislevert ons haar brief van 19 oktober 1770 aan Maarten Houttuyn,Betje zinspeelt daar nauwelijks verhuld op haar escapade met devaandrig Gargon: 'Ik ken de wereld door den eenigen weg, waar­door zy te kennen is - ondervinding! Met een hart, gescheurd totaan den wortel toe, en wiens wonde na tien jaren treurens nogniet nalaat somtyds eens te bloeden, heb ik de verrukkingen eenerjeugdige liefde betaalt!' Gelukkig, zo beweert ze, 'Ik heb mynehartstocht overleefd. Uwe geheele sex zie ik met de onverschil­ligheid van eene statige matrone. ( ... ) Vriendschap is sedert mynidole, maar myn vriendschap is zo teder, dat zy niet behoeft tewyken voor de liefde van een Duitscher', En dan met Catsiaansecruheid: 'ik heb vroeg gekoot, maar zo weergaas gekoot, dat ikdagt met Nommer een te hebben het gelag moeten betalen.'68In een waarschijnlijk op 3 juli 1788 te dateren schrijven uit Tre­voux aan het echtpaar Van Nissen worden wij zelfs woordelijk her­innerd aan brief 56 van Sara Burgerhart. Betje Wolff vertelt daar,hoe een frans officier haar het hof maakt. Maar, stelt ze Nissengerust, 'pour moi keen warme bier - blyft myn devis.'69

Ret is duidelijk: liefdeshartstocht beschouwt Betje Wolff als ietswaartegen ze zichzelf voortaan wil beschermen. Maar is haar af­wcrende houding zeer begrijpelijk, die van Sara Burgerhart wordthet pas, wanneer men er Betje's jeugdervaring in verdiskonteert.

Wat Sara dan wil - ze zegt het herhaaldelijk - is 'een leven,dat vry, vrolyk 7 0 en schoon afloopt' (br. 5); geestelijke onafhan­kelijkheid, veraangenaamd door lektuur, muziekbeoefening envriendengesprekken. Ret zijn stuk voor stuk genoegens die tanteHofland haar onthield. Al deze intellektuele, artistieke en maat­schappelijke geneugten liggen opgesloten in de term geluk, sleutel­woord uit het idioom van de Verlichting. Robert Mauzi heeft ineen omvangrijke monografie de omtrekken geschetst van L'idee dubonheurJ t die, naar het woord van Paul Hazard, in de 18e eeuwde gestalte aanneemt van een 'obsession universelle'. 72 Wijsbegeer­te, godsdienst, kunst, buitenleven, vermaken - alles wordt onder­zocht op zijn mogelijkheden om hier en nu een tastbaar geluk teverschaffen. Er ontwikkelt zich een ware techniek, ja een esthetiek

19

Page 22: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

van het genot dat hoogste doel van menselijk handelen wordt.Voor dit epicuristische geluk nu heeft Sara een passend kader

gevonden in het pension van de weduwe Spilgoed, waarheen zijna haar vertrek uit het huis van kwezeltante Hofland was gevlucht.Men moet weI een overdreven voorstelling hebben van het Hol­lands-realistische in de roman Sara Burgerhart om niet te zien,dat zowel Spilgoed als haar woning idealisaties zijn, wensdromenvan een verlichte filosofe die hier geborgenheid zoekt voor haargeluk. Heel de tenninologie waarin over huize Spilgoed gesprokenwordt, ligt in de sfeer van de rococo-idyIle, al houdt die idylledan ook burgerlijk-hollandse trekken.

Sara's aandacht wordt het eerst op dit tehuis gevestigd dooreen toevallige ontmoeting met Letje Brunier, een vroegere schooI­vriendin, thans pensionaire bij Spilgoed. Letje is vol lof: 'Wyhebben het hier en Prince, charmant!' (br. 2). In brief 9 stelt deeigenares haar muzentempeltje open voor Burgerhart: 'Myn huisis ten uwen dienste; het is vry groot, zeer aangenaam, en heefteen fraai tuintje, met een zomervertrek, daar wy onze kleine Con­certjes houden: Want wy beminnen de Muziek, zo aIs ik hoor,dat Uw WeI Ed. ook doet. Wy lezen aIle werken van smaak inverscheiden talen. Ik heb drie bedienden, en poog aIle myne Da­mes het Ieven aangenaam te maken. Wy leven ook allen verge­noegt.' Indien Sara nog mocht vrezen de dupe te worden vanmooie reclametaal, dan kan zij weldra vaststeIlen, dat zij inderdaadvan de hel beland is in de hemel. Of, zoals Anna Willis het uit­drukt, in 'de Beste Waereld' (br. 16), Ie meilleur des mondespossibles van Leibniz.

Materiele zorgen kennen de bewoonsters niet. Zij hebben aIletijd om zich te wijden aan hun genoegens. Bezoek aan schouw­burg, opera, galanteriewinkel, een uitstapje naar een nabijgelegenbuitenplaats maken elke dag tot een feest. Maar liefst zoeken dedames gezelligheid in de huiselijke sfeer: men converseert met dejonge gentlemen die geregeld op visite komen, men musiceert enmen leest. Niet aIleen 'werken van smaak', maar ook serieuzer Iek­tuur. 'Onze brave Huisvrouw', vertelt Sara, 'heeft een fraaije col­lectie van Leerredenen: Die van Solicoffer73 en Doddridge74 be­vallen my ongemeen. Wy Iezen zelf in den Bybel' (br. 37). In Spil­goed's privevertrek ligt naast de Bijbel Boetius' Vertroosting derWijsbegeerte75 en Pierre du Moulin's Vrede der Ziele. 76 De wel­levenskunst die in het huis van Mevrouw Spilgoed gecultiveerdwordt, is een verlicht christendom, even aantrekkelijk als eclec­tisch. De wijze koning Salomon, de heidense filosoof Epicurus,

20

Page 23: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Pope, Young, Gellert, Doddridge zijn de vereerde penaten van dezehermitage. De sfeer binnen dit huis is echter ten nauwste verbon­den aan de persoon van Mevrouw Spilgoed, type van de wijzeleidsvrouw die deugdzaamheid en gemoedsrust uitstraalt, maarzonder het zo dikwijls met deze kwaliteiten gegeven rigorisme. Menbegrijpt dat Sara het hier gevonden geluk niet graag in de waag­schaal zet.

Wanneer Sara tenslotte in een huwelijk met Hendrik Edeling toe­stemt, gebeurt dat aIleen in de stellige verwachting, dat het ge­noeglijke leven van huize Spilgoed zal worden gecontinueerd, enzelfs nog aan intimiteit zal winnen. In brief 159 vertelt Sara aanhaar beschermengel, hoe zij zich het leven in getrouwde staat voor­stelt:

'Wy zullen kleine Concertjes hebben; wy zullen, als 't ons in 'thoofd komt, eens een uurtje omberen; wy zullen zelden uitlopen,zo er niet een heerlyk Muziek, of een schoon Treurspel te ho­ren is. ( ... ) Wy zullen lezen, en onze handwerken benyveren,en de levensdag zal om zyn, eer wy er aan denken. Dan gaanwy, de eene wat vroeger, de andere wat later, weI te vreden,van het Levens-Feest, naar de stille graven, en slapen, tot datde dag der eeuwigheid aanbreekt.'

Hoe verschilt de hier geschetste hartstochtsloze geluksstaat van degriibelende Weltschmerz der sentimentelen! Stellig, de rococo-idyl­Ie loopt een vlotte kans als oppervlakkig escapisme gebrandmerktte worden. Maar Wolff en Deken waren allerminst blind voor ditgevaar. 'Gy moet ook weten, dat gy niet aIleen leeft om u te di­verteeren, Deugd is stryd', houdt Anna Willis aan Sara voor (br.16). Wat meer zegt, Sara en haar geestverwanten zijn pas gelukkig,wanneer zij ook anderen gelukkig kunnen maken. Hun sociabili­teit staat lijnrecht tegenover de cultus van het zelfgevoel der sen­timentelen. Sara heeft hart voor 'de oude eerlyke meid' Pieter­nelletje Degelyk. Eenmaal Mevrouw Edeling geworden, neemt zijPieternel in huis, die hier naar eigen zeggen 'een hemel op aarde'vindt. Dat huis staat overigens - belangrijk detail - in de onmid­dellijke nabijheid van de woning van Spilgoed. Om die ontvanke­lijkheid voor een konkreet aards geluk gaat het in de Historie vanSara Burgerhart. De roman eindigt, evenals hij begon, met eenbrief van Abraham Blankaart, aan het slot waarvan deze zijn cor­respondent ds. Redelyk 'nog lang een hemel op aarde' toewenst.

Naar zijn opzet een. exemplarisch moraliserend verhaal voorjonge meisjes, werd het boek gelukkig veel meer dan date In de fi­guur van Sara Burgerhart verbeeldde Betje Wolff met hulp van

21

Page 24: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Aagje Deken haar eigen strijd tegen bigotterie, pedantheid en li­bertinisme. Maar ook haar meer begeerde dan verworven geluk inde beste der werelden. Dat gaf aan Sara's Historie een graad vanauthenticiteit als geen nederlandse roman noog bezeten had. Het bij­zondere van Sara Burgerhart ligt daarom niet in de precieze uit­beelding van een feitelijke werkelijkheid maar in de werkelijkheidder verbeelding.

Mijne Heren leden van het Universiteitsbestuur,Het zou mij bijzonder verheugen, indien Nijmegen een centrummocht worden voor de studie van de nederlandse letterkunde vande l8e eeuw.

Dames en Heren leden van de Faculteit der Letteren,Ik hoop op voortzetting van de prettige kontakten die ik met ver­schillende van U reeds onderhoud.

Hooggeachte Meeuuiesse,Ik prijs mezelf gelukkig al vroeg door U in de nederlandse letter­kunde te zijn binnengeleid. Toen ik naderhand Uw medewerkerwerd, hebt U mij in gul vertrouwen aIle ruimte gegeven voor eigenspecialisatie. U begrijpt beter dan wie hoezeer ik vandaag de on­vergetelijke Asselbergs mis in onze kring.

Hooggeachte ~eijnen,

Ik heb groot respekt voor de wijze waarop U onder de moeilijksteomstandigheden Uw wetenschappelijke aktiviteit hebt voortgezet.Hoewel ik eer een leerling van Michels dan van U was, heeftdat U nooit verhinderd om mij Uw daadwerkelijke steun te ge­yen.

Dames en H eren leden van de sectie N ederlands,Ik beveel mij graag zo niet in Uw gebeden dan toch in Uw col­legialiteit aan. Professor Hummelen ben ik erkentelijk voor zijn be­reidheid om een deel van zijn leeropdracht te delegeren. Een apartwoord van dank wil ik richten tot Karel Reijnders, die er nooitin slaagt zijn warme vriendschap achter zijn relativerende ironicte verbergen.

Dames en Heren Studenten,De neerlandicus-dix-huitiemiste kan zich niet opsluiten binnen zijneigen vakgebied. Kennisneming van andere literaturen, van andere

22

Page 25: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

disciplinen is zijn plicht. Maar niemand is er mee gebaat, wanneerwij zo lang discussieren over de zin en het organisatorische kadervan de studie dat wij aan onze eigenlijke opdracht nooit toeko­men. Daarom zeg ik met Candide: 'il faut cultiver notre jardin'.

Ik dank U allen voor Uw aandacht.

NOTEN

1. Nr. 255, di. IX.2. Nr. 274 van 11 juni 1734, dl. X.3. Zie over dit genre Herbert Singer, Der galante Roman, Stuttgart

1961. Deze schrijver prefereert de door Giinther Miiller voorgesteldeterm 'hofisch-histcrischer Roman' ter aanduiding van de grote 17e­eeuwse hofromans. Het hieruit ontstane type dat in dezeIfde trant lief­desgevallen vertelt, 'ohne sie mit heroischen Abenteuern oder staats­politischen Vorgangen zu verbinden', noemt Singer galante roman(a.w., p. 9). Hij situeert dit type tussen 1700 en 1720.

4. Le Misantrope verscheen van 19 mei 1711 tot 26 dec. 1712 in 89nrs, te 's-Gravenhage; in het nederlands vertaald door P. Ie CIercqais De Misantrope, of de gestrenge Zedenmeester, Amsterdam 1742­1745, 3 dIn. waarheen ik steeds verwijs; over de roman ald. I, p. 7-8,424-426; II, p. 458-460. De anti-roman Don Quichote krijgt echteraIle lof! cf. I, p. 423.

5. I, p. 105: 'Gy weet dat het gantsche verschil tusschen eene Historieen een Roman dikwyIs daar in bestaat, dat de eerste waarheden be­heIst die niet waarschynIyk zyn, in plaats dat de Iaatste verdichtselsbegrypt die behendigIyk allen schyn van waarheid heeft gegeeven'.

6. In 1732 was te 's-Gravenhage bij Pieter van Thol een nederlandsevertaling uitgekomen, getiteld: De Engelsche Filosoof, of Historie vanden Heer Cleveland, Natuurlyke Zoon van Cromwel.

7. De Romanzieke Juffer, kluchtspel. Te Amsterdam, By Albert Magnus.1685.

8. De Mensch Ontmaskert, 's-Gravenhage 1718, nr. 10, p. 76.9. De N ederlandsche Criticus, Leeuwarden 1750, nr. 15.

10. 'De Romans, die in de voorledene eeuw tot eene eeuwige vergeteI­heid gedoemd scheenen, beginnen nu het hoofd weer op te steekennaar maate dat de smaak deezer eeuwe verbastert' (De MisantropeI, p. 7-8).

11. Een het gehele terrein overziende studie die rekening houdt met ro­mantheorie, verteltechniek en lezend publiek moet nog geschrevenworden. Sterk verouderd maar om zijn inhoudsparafrasen nog bruik­baar is J. Prinsen, De roman in de 18e eeuta in West-Europa, Gro­ningen-Den Haag 1925. Cf. voorts de teksten van een in december1968 door het Centre d'Etude et de Recherche Marxistes georgani-

2]

Page 26: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

seerd colloque over Roman et Lumieres au XVllle siecle, ed. J. Fa­bre en R. Pomeau, Paris, Ed. Sociales, 1970.

12. W. H. Staverman, Robinson Crusoe in Nederland. Een bijdrage tot degeschiedenis van den roman in de XVllle eeuta, Groningen 1907.Hierbij valt nog te noemen mijn Imaginaire reisverhalen in Nederlandgedurende de 18e eeuto, Groningen 1969.

13. Jan ten Brink, Dr. Nicolaas Heinsius Junior. Eene studie over denHollandschen schelmenroman der zeventiende eeuta, Rotterdam1885.

14. J. VIes, Le roman picaresque hollandais des XV1Ie et XVllle siec­les et ses modeles espagnols et [rancais, La Haye 1926.

15. Jan ten Brink publiceerde nog een feuilleton-achtige 'Proeve van ver­gelijkende letterkundige geschiedenis': De roman in brieven 1740­1840, Amsterdam 1889. N ederlandse briefromans v66r Sara Burger­hart verschenen komen niet ter sprake.

16. Enkele belangrijke werken: Ian Watt, The Rise of the Novel. Stu­dies in Defoe, Richardson, and Fielding, 1957 (sinds 1963 alsPeregrine Book); John J. Richetti, Popular Fiction before Richardson.Narrative Patterns 1700-1739, Oxford 1969; Georges May, Le di­lemme du roman au XVllle siecle, New Haven-Paris 1963; VivienneMylne, The Eighteenth-Century French Novel. Techniques of Illusi­on,'2 New York 1970; Eva D. Becker, Der deutsche Roman um 1780,Stuttgart z.j, (1964); Dieter Kimpel, Der Roman der Aufkliirung,Stuttgart 1967. Voor literatuuropgave over de briefroman zie speciaalnoot 41.

17. Nederlandsche Letterkunde - Populaire prozaschrijvers der XVlle enXVllle eeuta, Amsterdam, Frederik Muller & Cie, 1893; verkoopca­talogus, 1091 nrs. met inleiding en (waardevolle) aantekeningen doorF. A. van Scheltema.

18. Nederlandsche Letterkunde - Populaire prozaschrijvers der XVlleen XVllle eeuta - Te koop bij R. W. P. de Vries, Amsterdam 1907;555 nrs.

19. Verzameling F. G. Waller. Catalogus van N ederlandsche en Vlaam­sche populaire boeken. Uit de nagelaten gegevens bewerkt door Em­ma Dronckers, 's-Gravenhage 1936; 1915 nrs.; goed hanteerbaar doorzijn chronologisch register. De collectie-Waller berust thans in de K.B.Den Haag.

20. Amsterdam, Boekhandel en Antiquariaat B. M. Israel. Een aanzienlijkdeel van de hier beschreven boeken behoort tot de particuliere ver­zameling van de heer Buisman. Het zou een onherstelbaar verlies he­tekenen, indien deze unieke collectie uiteen zou vallen of voor onsland verloren gaan.

21. A.w., p. 7 van de Voorreden. Enkele voorheelden van de gewraaktemythe: 'Betje en Aagje planten het nieuwe genre [van Richardson]over op den hodem der N ederlandsche literatuur' (H. C. H. Moquette,Over de romans van Wolff en Deken, beschouuid in verband met deromantische scheppingen van Richardson, Rotterdam 1898, p. 7);'Saartje Burgerhart ( ... ) was, zoals u allen weet, het eerste Neder­landse voorbeeld van een roman in brieven' (A. Romein-Verschoor inBoeket voor Betje en Aagj.e, Amsterdam-Antwerpen 1954, p. 20.

22. Bijv. H. C. M. Ghijsen, Dapper vrouwenleven, Assen 1954, p. 274:

Page 27: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

'De kritiek weet nauwelijks wat ermee aan te vangen. Op zichzelfstaat men reeds enigszins onwennig tegenover het begrip: roman. Aisuiting van kunst komt hij nog nauwelijks in aanmerking'.

23. Willem Leevend, dl. V (1785), p. VII.24. Diderot, Oeuvres Esthetiques, ed. P. Verniere, Paris, Garnier, 1965,

p.29.25. Clarissa, 01 de Historie van eene jonge juller. Waarin de Gewigtig­

ste Belangen des Gemeenen Leevens Vervat zijn, Harlingen, Folkert vander Plaats, 1752-1755. 8 dIn. Pamela was in 1741-1742 vertaald;Grandison volgde 1756-1757; cf. Buisman, nr. 1949-1960. Stinstra be­gon aan zijn arbeid, toen hij als predikant op beschuldiging vanvrijzinnigheid was geschorst. Hij kwam door zijn vertaling in corres­pondentie met Richardson. Zie Chr. Sepp, Johannes Stinstra en zijntijd, 2 dIn., Amsterdam 1866.

26. The Richardson-Stinstra Correspondence and Stinstra's Prelaces to'Clarissa'. Ed. by William C. Slattery, Southern Illinois UniversityPress, Carbondale 1969. De briefwisseling loopt van 14 sept. 1752 tot21 febr. 1756, omvat 21 brieven en berust thans in het Amsterdam­se Gemeente-archief (archief-De Clercq, nr. 932 a-l-b).

27. Clarissa, 01 de Historie van eene jonge juller, dl. III, Harlingen 1753,Voorreden van den Vertaaler (ongepagineerd).

28. Cf. Wolfgang Martens, Die Botschajt der T ugend. Die Aujhliirungim Spiegel der deutschen Moralischen Illochenschrilten, Stuttgart1968, p. 513, waar hetzelfde verschijnsel voor Duitsland wordt vastge­steld.

29. (R. M. van Goens), Bedenkingen van den Philosophe sans Fard, overden Staet der Letteren in Nederland, in Nieuwe Bydragen tot Opboutoder Vaderlandsche Letterkunde II, Leyden 1766, p. 486.

30. A.w., p. 484.31. Van Alphen noemt in zijn Theorie der Schoone Kunsten en Weten­

schappen I, Utregt 1778, p. 161, Richardson's werken 'een model'van konsekwente karakteruitbeelding; dl. II, Utregt 1780, p. 11, prijsthij de deugdzame Grandison; ibidem p. 44 verdedigt hij de exitusinfelix van Clarissa. In zijn Digtkundige Uerhandelingen van 1782, p.54, wijst hij op het dichterlijk genie van sommige romanschrijvers:'Fenelon's Telemachus verraadt den Digter; zo weI als WielandsAgathon, de Nouvelle Heloise van Rousseau, en Die Leiden des jungenWerthers van Gothe; ook vooral Richardson, dien ik het laatst noem,omdat hij boven allen uitsteekt.'; ald. p. 110 voIgt nog een lofzang opde teergevoeligheid van Richardson en Goethe (in zijn Werther).

32. Het meest waardeerde Feith de sentimentele romans van Goethe(Werther), Rousseau (Julie), en Richardson (Clarissa), zie Brievenover verscheide ondertaerpen I, Amsterdam 1784, p. 61 en cf. ald. p.80; Brieven II, p. 126; III, p. 35, 52, 54, 104, 139, 141; IV, p.9-10, 12, 39, 47-51; VI, p. 198

33. Hierover J. Hartog, Uit het leven van een tijdschrilt, in De Gids,jrg. 41 (1877), 2e st., p. 444-506; 3e st., p. 64-124; 287-327; behan­delt de evolutie van dit vaak van naam veranderende periodiek tot1790.

34. Zie jrg. I (1761), Ie st., p. 380-381, over De MiddelburgscheAvanturier, Amsterdam 1760 (Buisman, nr. 71): 'Deze Roman is

25

Page 28: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

van den gewonen Hollandschen aert zo als ze heden meest voorkomen,en dan nog van 't slegtste zoort; zonder vinding, zonder geestigheid,bestaende uit ene reeks van onkuische bedryven, op de lompste wyzevoorgesteld'. Het gros der nederlandse avonturenromans mag misschieninderdaad onder de 'prulschriften' gerekend worden, maar de recenteheruitgave door Marius J. Dekker van een fascinerend boek als Deongelukkige levensbeschryving van een Amsterdammer, Amsterdam1775 (Buisman, nr. 1420), bij H. J. Paris te Amsterdam in 1965,maant tot voorzichtigheid.

35. Nieuwe Vaderl. Letteroejeningen II, Ie st. (1769), p. 84.36. W. H. Staverman, Robinson Crusoe in Nederland, p. 3 en 109.37. Gevallen Vl1J'l den Oude en ]ongen Robinson, Amsterdam 1753, Voor­

reden, p.V.38. Zie J. Reijers, W. E. de Perponcher, Zutphen (1942), p. 143-156.39. Volgens Van der Aa, Biogr. Woordenboek XX (1877), p. 114-115,

werd zij tussen 1710 en 1720 geboren. Het oudste werk, van haar be­kend, is het heldendicht Willem de Vierde, Leiden 1756, maar in diestad staat zij niet in de in aanmerking komende registers vermeld(brief GA Leiden van 6-1-1971). Misschien is zij identiek met de we­duwe van de kapitein De Cambon, die met haar zwager (?) J. J. deCambon, officier ten dienste dezer lande, op 12 december 1789 in de'West-Molenstraat en Vissersdijkbuurt' te 's-Gravenhage kamers be­trok bij juffrouw Zegelaar. Eerder was aldaar in de Nieuwe Kerk be­graven kapitein Jaques Louis Dericateau Boncam de Cambon, oud 70jaren (brief GA Den Haag van 18-12-1970).Hedend. Vaderl. Letteroef. I, l e st. (1772), p. 404, wordt van haareen (oorspr.?) avonturenroman besproken: Valerius, of de Edelmoedi­ge Behoejtige, 's-Gravenhage, bij J. Du Mee, 1772 (Buisman, nr.329). Algem. Vaderl. Letteroef. IV, Ie st. (1782) p. 557-558, bevateen lovende recensie van De kleine Grandison, of de gehoorzame Zoon,in eene reeks van brieven en saamenspraaken, 2 dIn., 's-Gravenhage, byH. van Drecht, 1782 (niet in Buisman maar aanw. UB A'dam, sign.1045 H 15; Waller, nr. 368, kent een tweede druk van 1798).

40. Zie Frank Gees Black, T he Epistolary Novel in the Late EighteenthCentury. A descriptive and bibliographical study, University of Oregon1940, nr. 407: Young Grandison: A Series of Letters from YoungPersons to their Friends, 2 vols. 1788; 2e dr. 1790; a.w., p. 69,noemt Letters and Conversations between several Young Ladies vancirca 1790 als vertaling van haar roman De jonge Klarissa waarovermij verder niets bekend is; voorts Clementina Bedford. In Lettersand Narrative, 1796, naar De Cambon's gelijknamige roman uit 1791(Buisman, nr. 328). Nader onderzoek naar deze romans is gewenst.

41. Wolff en Deken zelf publiceerden in 1782, eveneens bij Izaak vanCleef, Adele en Theodoor, of Brieven over de Opuoeding door Me­urouta de Gravin De Genlis. Uit het Fransch vertaald; volgens deAlgem. Vaderl. Letteroe]. V, Le st. (1783), p. 91, 'een zeer weI uitge­voerden Roman'. Van de zeer uitgebreide literatuur over de brief­roman noem ik slechts: G. F. Singer, The Epistolary Novel, NewYork 1963; Charles E. Kany, The Beginnings of the Epistolary Novelin France, Italy and Spain, Berkeley 1937 (University of CaliforniaPublications in Modern Philology, vol. XXI, p. 1-158); Frank Gees

Page 29: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Black, T he Epistolary Novel in the late Eighteenth Century, Eugene,Oregon, 1940; A. D. McKillop, Epistolary Technique in Richardson'sNovels (Rice Institute Pamphlet XXXVIII, 1951, p. 36-54); H. R.Picard, Der Stellung des Autors im Brie/roman des 18. jahrhunderts,Diss. Heidelberg 1959; K. R. Mandelkow, Der deutsche Brie/roman.Zum Problem der Polyperspektiue im Epischen (Neophilologus 44,1960, p. 200-208); E. Th. Voss, Erziihlprobleme des Brie/romans,Bonn 1960; D. Kimpel, Entstehung und Formen des Brie/romans inDeutschland, Diss. Wien 1962; N. Wiirzbach, Die Struktur des Brie/­romans und seine Entstehung in England, Diss. Miinchen 1964; Ro­bert Adams Day, T old in Letters. Epistolary Fiction be/ore Richard­son, Ann Arbor 1966; Francois Jost, L'evolution d'un genre; le romanepistolaire dans les lettres occidentales, in Essais de litteraturecomparee II. Europaeana, Le serie, Fribourg 1968, p. 89-180; 380­402; Wilhelm Vosskamp, Dialogische Uergegentoiirtigung beimSchreiben und Lesen. Zur Poetik des Brie/romans im 18. jahrhundert,in DVjs 45 (1971), p. 80-116.

42. Algem. Uaderl. Letteroe], V. l e st. (1783), p. 225-226.43. A.w., p. VII.44. M. Nijhoff, Aagje Ammers en Top Deken, De Gids, jrg. 1927; her­

drukt in Uerzameld Werk II, 's-Gravenhage 1961, p. 559.45. Zie H. Dieckmann's inleiding op Diderot, Contes'2, University of Lon­

don Press, 1967, p. 20 en cf. hierv66r, p. 4.46. Cf. H. Volkmann, Der deutsche Romantitel (1470-1770), in Archiv

fur Geschichte des Buchwesens VIII (1967), p. 1145-1320.47. A.w., p. V.48. A.w., p. XII.49. Rhijnvis Feith, julia, Leijden 1783, p. 5.50. Francois Jost, L'evolution d'un genre, p. 96 Cf. ook P. Stewart,

Imitation and illusion in the French memoir-novel, 1700-1750. Theart 0/ make-believe. New Haven 1969 (Yale Romanic Studies, secondseries, nr. 20).

51. Cf. Eva D. Becker, Der deutsche Roman um 1780, p. 6.52. Clarissa, Preface (Shakespeare Head Edition, Oxford 1930) p. xiv.53. Charles Grandison, Preface (Shakespeare Head Edition, Oxford 1931)

p. ix.54. Cf. N. Wiirzbach, Die Struktur des Brie/romans, hfdst. I.55. 'Mrs Jervis and I are just in bed, and the door unlocked; if my

master should come - Ods-bobs! I hear him just coming in at thedoor. You see I write in the present tense, as Parson William says.Well, he is in bed between us' (Letter 6). Cf. Ian Watt, The Rise0/ the Novel, p. 26.

56. Op dit 'toneelachtige' aspect wees eerder C. F. P. Stutterheim inzijn recensie van Lotje Roulin, in Museum, jrg. 60 (1955), p. 41-42.Uitvoeriger N. Wiirzbach, Die Struktur des Briejromans, hfdst. 11­III.

57. Cf. Frank Gees Black, The Epistolary Novel, p. 51.58. Buiten de drie genoemde nog het levensverhaal van wed. Spilgoed

in br. 44 en dat van Styntje Doorzigt in br. 133.59. Zie Francois J ost, L' evolution d'un genre, p. 136.60. N a veel tegenstribbelen sluit ook de oude Jan Edeling zich bij de

Page 30: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

Sara welgezinden aan door haar als schoondochter te accepteren.61. Pierre Daniel Huet, Traite de l'origine des romans, Faksimiledruck

nach der Erstausgabe, ed. Hans Hinterhauser, Stuttgart 1966 (Samm­lung Metzler, nr. 54), p. 4-5. Oudste nederI. vert. onder de titelVerhandeling van den oorsprong der romans, Amsterdam 1679; eentweede vertaling Alkmaar 1715.

62. Gotthard Heidegger, Mythoscopia Romantica: oder Discours von denso benannten Romans, Ziirich 1698, p. 59.

63. Versuch eines vollstiindigen grammatisch-kritischen Illiirterbuches derhochdeutschen Mundart, Bd. III, 1777, Sp. 1475.

64. P. Weiland, N ederduitsch T aalkundig Woordenboek, Amsteldam 1807,sub voce roman.

65. Cf. H. J. Vieu-Kuik, Het gebruik van [ranse taoorden door Wolff enDeken II, Arnhem z. j., p. 13-14.

66. Afkeer van gedwongen celibaat voert de boventoon in de zogenaam­de kloostervertellingen (bijv. E. M. Post's verhaal Het Klooster uithaar bundel Voor Eenzaamen, Amsterdam 1789). Telkens weer vindenwe de gedachte uitgedrukt, dat men de natuurlijke aantrekkingskrachttussen man en vrouw niet mag onderdrukken. Zoiets strijdt ook metGods wil:

'Hy heeft de vrouw bestemt tot moederlyke pligten,En niet om, zinneloos, Zyn schikkingen ter smaad,Te kwynen in een eel, in een' onvruchtbren staat;Dit kan de pligt niet zyn door Hem haar aanbevolen.'

(Jan Nomsz, Cora, of de Peruanen, Amsteldam 1784, p. 53). In ditlicht moet men ook de harem-passages en de rol van de eunuchen inde Lettres persones begrijpen, cf. Pauline Kra, Religion in Montes­quieu's Lettres persanes, Geneve 1970, p. 189 vv.

67. Voorrede, p. VIII.68. J. Dyserinck, Brieven van Betje W'olff en Aagtje Deken, 's-Graven­

hage 1904, p. 40-41.69. Dyserinck, br. CXXV, p. 286. De brief berust thans in de Provinciale

Bibliotheek van Friesland te Leeuwarden (legaat-Halbertsma, Hs.146, nr. 6). Dyserinck kon de bewuste passage niet helemaal ontcijfe­reno Brief CXXV vormt bovendien een geheel met wat Dyserinck alsnr. CXXVI afdrukt.

70. Vrolijk heeft hier een ethisch-religeuze waarde, waarvoor Sara zichin br. 10 beroept op het bijbelse woord van Salomon in Prediker3:12-13 en 5:17. Zie mijn Karakteruitbeelding in de roman SARABURGERHART, in De Nieuwe T aalgids, jrg. 64 (1971), p. 199.

71. Robert Mauzi, L'idee du bonheur dans la litterature et la pensee[rancaises au XVllle siecle", Paris 1969.

72. Paul Hazard, La pensee europeenne au XVlllieme siecle, Paris 1963,p.453.

73. Bedoeld is weI de bekende zwitserse predikant Georg-Joachim Zolli­kofer (1730-1788). Pieter Meyer te Amsterdam gaf in 9 dIn. zijnvertaalde Leerredenen uit. L. Knappert verwijst in de Aanteekenin­gen bij zijn uitgave van Sara Burgerhart (Wereldbibliotheek Amster­dam, 8e druk 1930, p. 474) naar een verder niet te identificeren en­gelse predikant James Solicoffer.

74. Philip Doddridge (1702-1751), engels prediker en theoloog, die om

Page 31: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

zijn tolerante houding door de strenge gereformeerden in ons landvoor een ketter gehouden werd. Zijn preken en kerkliederen onder­scheiden zich door eenvoud en gemoedswarmte meer dan door dog­matische precisie. Bekendste werk: On the Rise and Progress ofReligion in the Soul (1745). In nederl. vertaling verschenen ondermeer: Oorsprong en voortgang van waare Godsdienstigheid, Amster­dam 1755; Huisuitlegger des N. Testaments, Amsterdam 1765, 6 dIn.;Predikatien, Haarlem 1758.

75. A. Boethius, Vertroosting der Wysgeerte / vertaald door M. Gargon,tweede druk, Amsterdam bij P. Schouten, 1722. De vertaler, ds.Matheus Gargon (1661-1728), stond sedert 1707 als predikant teVlissingen.

76. Pierre du Moulin (II), 1601-1684, frans predikant en theoloog. Innederl. vertaling verscheen onder meer van hem Vrede der Ziele,Amsterdam bij J. Covens, 1755, naar: Treatise of pace and content­ment of mind van 1657. Zie over hem Dictionnaire de Biographie[rancaise, fasc. LXVII, Paris 1968, p. 255-256.

Page 32: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel
Page 33: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel
Page 34: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel
Page 35: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel
Page 36: P. J. Buijnter 'Sara Burgerhart' en de ontwikkeling van de ... · PDF filemelstudenten vooral officieren die zich met zulke lectuur ophiel

ISBN 9001181902Woltcrs-Noordhofl