DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of...

24
DEEL 1 - VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN VERNIETIGINGSRICHTLIJNEN Uit : MARECHAL G., Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven. Richtlijn en advies. Deel II, Miscellanea Archivistiva Studia 7, Brussel, 1990.

Transcript of DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of...

Page 1: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

DEEL 1

- VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN VERNIETIGINGSRICHTLIJNEN

Uit : MARECHAL G., Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven. Richtlijn en advies. Deel II, Miscellanea Archivistiva Studia 7, Brussel, 1990.

Page 2: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

7. OPENBARE GEZONDHEID EN MILIEUBEHEER1

7.1. INLEIDING

De activiteiten van de gemeentebesturen in het kader van de openbare gezondheid zijn voor

een belangrijk deel al vrij oud -want gebaseerd op Franse decreten van 1790 en 1791 - en

hebben voor een ander deel een vrij recente oorsprong in het kader van de fel toegenomen

belangstelling voor het milieubeheer. Zo behoren archivalia met betrekking tot

onbewoonbaarverklaring van woningen en hinderlijke inrichtingen tot de basisdocumenten

voor de hedendaagse periode. Ook de huisvuilophaling is decennia lang een typisch

gemeentelijke taak geweest, maar is nu veelal overgelaten aan intercommunales. Het is vooral

i.v.m. milieu- en veiligheidsaspecten dat de documentvorming problemen stelt. Niet alleen

zijn er in de laatste decennia een onoverzichtelijk aantal wetten, decreten en besluiten over

deze materie uitgevaardigd, maar deze zijn ook op sterk uiteenlopende wijze in de gemeenten

tot uitvoering gebracht. Vandaar dat in onderstaande poging tot structurering voor mogelijke

ondoorzichtigheden en onvolkomenheden begrip gevraagd wordt.

7.2. RICHTLIJNEN VOOR BEWARING EN VERNIETIGING

7.2.1. Openbare gezondheid

7.2.1.1. Plaatselijke Geneeskundige Commissie (P.G.C.) (Commission Médicale Locale)

Bij K.B. van 31 mei 1818 werd voorzien in de facultatieve oprichting van een "Plaatselijke

Commissie van Geneeskundig Toevoorzicht". Deze commissies hadden hoofdzakelijk een

adviserende, rapporterende en eventueel uitvoerende rol t.o.v. het gemeentebestuur en de

Provinciale Geneeskundige Commissie op het gebied van de volksgezondheid (hoofdzakelijk

de strijd tegen epidemische ziekten) en het toezicht op de geneeskundige praktijk. Het K.B.

van 31.05.1880 wijzigde het statuut van wat nu Plaatselijke Geneeskundige Commissie

genoemd werd. In een verruimde samenstelling fungeerde deze nu ook als Plaatselijk Comité

van Openbare Gezondheid (Comité local de Salubrité Publique) (zie verder), met

hoofdzakelijk een adviserende en rapporterende rol m.b.t. de openbare gezondheid (vooral

m.b.t. het woonmilieu). Deze commissies zijn heden nog alleen in enkele steden actief.

In het eigenlijke gemeentearchief vindt men stukken over de P.G.C. : de oprichting, de

eventuele reglementen, de betaling van de werkingskosten, de verslagen en briefwisseling

door de Commissie aan het gemeentebestuur gericht. Het archief van de Plaatselijke

1 Gepubliceerd in: MARÉCHAL, Griet. Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven Richtlijn en advies.

Deel 2. Brussel, 1990, p. 45-59.

Page 3: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

Geneeskundige Commissie zelf kan ook in het gemeentearchief bewaard zijn. Omwille van

hun historisch belang moeten alle stukken bewaard worden.

7.2.1.2. Plaatselijk Comité van Openbare Gezondheid (Comité Local de Salubrité Publique)

Een omzendbrief van de minister van Binnenlandse Zaken van 12 december 1848 liet aan de

gemeenten toe Plaatselijke Comités van Openbare Gezondheid op te richten vooral met het

doel maatregelen voor te stellen voor de gezondmaking van het woon- en leefmilieu. Het K.B.

van 31 mei 1880 verenigde de Plaatselijke Comités van Openbare Gezondheid met de

Plaatselijke Geneeskundige Commissies, waar deze laatste bestonden (zie boven). Elders

konden ze onafhankelijk blijven. Deze comités lijken feitelijk uitgestorven.

In het gemeentearchief kan men stukken vinden over en soms ook het archief van deze

comités. Omwille van hun historisch belang moeten alle stukken bewaard worden.

7.2.1.3. Gezondheidsdienst

Wanneer en hoe een eigenlijke gemeentelijke of stedelijke dienst voor de uitvoering van de

adviezen van de P.G.C. en van de andere taken i.v.m. openbare gezondheid is ontstaan

verschilt volgens de plaatselijke omstandigheden. Te Brugge werd een Gezondheidsdienst

(Service d'Hygiène) opgericht in 1892. Hij kreeg zijn definitieve vorm in 1923 door een

algemene hervorming en centralisatie van de zaken m.b.t. openbare gezondheid; er werd een

eigen personeelskader vastgesteld en de bevoegdheid van de P.G.C. werd beknot.

Benevens de bescheiden i.v.m. de specifieke taken die aan deze dienst zijn toebedeeld (zie

hieronder de reeksen opgesomd onder 7.2.1. en de eerste van 7.2.2.) wordt ook de neerslag

aangetroffen van de werking van de dienst in het algemeen : jaarverslagen, rapporten,

repertoria van behandelde klachten en aanvragen, begrotingsvoorstellen, bestelbons, facturen

en rekeninguittreksels, e.d.

Jaarverslagen, repertoria e.d. die een algemeen beeld geven van de werking op het vlak van de

openbare gezondheid hebben historisch belang en dienen dus bewaard te blijven. De zuiver

financiële stukken die ook ingeschreven zijn in de grootboeken van financiën en ontvangerij,

hebben slechts een administratief nut van 10 jaar.

7.2.1.4. Staten en statistieken

Enerzijds worden door de Gezondheidsdienst dagelijkse staten van geboorten en overlijdens

verzameld, alsook statistieken van geboorten en overlijdens. Meer specifiek uit het oogpunt

Page 4: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

van de openbare gezondheid zijn de statistieken van doodsoorzaken van belang2. Verder

werden ook jaarlijks bijzondere statistische gegevens opgemaakt, o.m. betreffende het aantal

blinden, doofstommen, krankzinningen e.a. gehandicapten.

Hun administratief belang is ca. 10 jaar. Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op

hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders niet bewaard of

gepubliceerd zijn, blijvend bewaard worden.

7.2.1.5. Wettige uitoefening van de geneeskunde

Reeds in de Franse periode werd voorgeschreven dat de gemeente jaarlijks aan de Provinciale

Geneeskundige Commissie (en voorlopers) de lijsten en wijzigingen moest mededelen van het

personeelsbestand van de wettige beoefenaars van de geneeskunde (geneesheren, veeartsen,

apothekers, licentiaten in de tandheelkunde en tandmeesters, vroedvrouwen, enz., eventueel

samenstelling van de Plaatselijke Geneeskundige Commissie of Comité van Openbare

Gezondheid).

De gemeentelijke lijsten mogen na 1 jaar vernietigd worden want alleen de definitieve lijst

opgesteld door de Provinciale Geneeskundige Commissie (°in 1818) heeft wettelijke waarde.

Deze lijst werd jaarlijks gepubliceerd in het provinciaal bestuursmemoriaal tot het K.B. van

21 november 1986 (B.S. 03.12.1986) deze verplichting ophief. Enkel de gemeentelijke lijsten

die niet in het provinciaal bestuursmemoriaal voorkomen (eventueel de oudste en deze vanaf

1987), dienen bijgevolg bewaard te worden.

7.2.1.6. Onbewoonbaar verklaarde woningen

De bevoegdheid van de gemeentebesturen tot het nemen van maatregelen i.v.m. bouwvallige

en/of ongezonde woningen is gebaseerd op de decreten van 14 dec. 1789 (art. 48), 16-24 aug.

1790 (art. 3) en 19-22 juli 1791. Deze bevoegdheid werd door art. 90 van de gemeentewet van

1836 aan het C.B.S., en door de wet van 30 juni 1842 uitsluitend aan de burgemeester

toegewezen. Hij heeft het recht en de plicht het gebruik van een onbewoonbare woning te

verbieden en de ontruiming te gelasten (bevestigd door de wetten van 25.07.1921,

07.12.1953). Door de wet van 1953 kan voor het verwerven en het slopen van ongezonde

woningen een rijkssubsidie bekomen worden.

2 Zie G. MARÉCHAL, Bewaring en vernietiging, deel I, p. 14, het doodsoorzakenregister.

Page 5: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

De dossiers behouden een lange periode hun administratief nut. Daar ze een beeld van de

sociale toestanden geven en ook archeologische waarde kunnen hebben (foto's van

huisvesting), moeten ze alle bewaard worden.

7.2.1.7. Aangifte van besmettelijke ziekten

Reeds het Franse decreet van 16-14 aug. 1790 legde de gemeentebesturen op maatregelen te

treffen om epidemieën en epizootieën te voorkomen of te bestrijden. De gemeenten konden

dus steeds een aangifteplicht invoeren. Ook het provinciaal bestuur kon dergelijke

maatregelen voorschrijven. Doch voor het einde van de 19de eeuw werd zulke aangifte als

niet meer dan een "morele" plicht beschouwd. Uiteraard moest het gemeentebestuur die

informatie verder doorspelen aan de Provinciale Geneeskundige Commissie, later ook aan de

Gezondheidsinspectie; vanaf 1888 waren daarvoor "Berichtsbulletijns" voorzien. Latere

wetten en K.B.'s (vanaf 1893) zullen de ziekten specifiëren waarvoor aangifte verplicht is, o.a.

door herbergiers en logementhouders en in het K.B. van 10 juni 1922, ook door alle

gezinshoofden. De besluitwet van 13 februari 1915 verplichtte de geneesheren tot melding

van 6 besmettelijke ziekten aan de burgemeester en aan de gezondheidsinspectie. Later

volgden nog het K.B. van 10 juni 1932, de besluitwet van 6 dec. 1939 en de besluiten van 7

en 19 juni 1941. Thans worden besmettelijke ziekten rechtstreeks gemeld aan de

Rijksgezondheidsinspectie.

Aangifteformulieren hebben geen administratieve waarde meer. Ze moeten slechts bewaard

worden indien er geen registers bestaan. Lijsten en registers van aangiften van besmettelijke

ziekten o.m. voorgeschreven door de besluitwet van 06.12.1939 moeten bewaard worden.

7.2.1.8. Vervoer van besmettelijke zieken en ontsmettingen

Inzake deze materie werden alleen lokale verordeningen aangetroffen. Zo is er te Brugge in

1914 een politieverordening op het vervoer van besmettelijke zieken en in 1943 een

politieverordening inzake verplichte ontruiming. Ook vanaf 1943 (15 april) werden

ontsmettingen kosteloos uitgevoerd door de stedelijke gezondheidsdienst. Momenteel gebeurt

dit alles niet meer door deze dienst, behoudens nog enkele ontsmettingen.

Administratief belang hebben de bescheiden niet meer. Ze moeten niet bewaard worden.

7.2.1.9. Controle op eetwaren en drinkwaterontledingen

Naast de Franse decreten van 16-24 augustus 1790 en 19-22 juli 1791, die de bevoegdheden

van de gemeenten inzake administratieve en strafrechterlijke gemeentepolitie omschreven,

Page 6: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

werden later nog verschillende wetten uitgevaardigd betreffende de controle op de

voedingswaren. De belangrijkste zijn deze van 4 aug. 1890, deze van 5 september 1952

betreffende de vleeskeuring en de vleeshandel, die van 13 april 1965 betreffende de keuring

van en de handel in vis, gevogelte, konijnen en wild en van 24 januari 1977 betreffende de

bescherming van de gezondheid van de verbruikers op het vlak van de voedingsmiddelen en

andere produkten.

Er zijn documenten zoals aanvragen, verordeningen, briefwisseling, ontledingsdossiers,

controleverslagen... Ze behouden hun administratieve waarde vrij lang. Ze zijn van belang

voor de geschiedenis van de handel, de voeding en de openbare gezondheid. Samenvattende

documenten moeten daarom bewaard blijven; van de controleverslagen en de

ontledingsdossiers in overleg met de betrokken dienst slechts een staal houden.

7.2.1.10. Strijd tegen het ongedierte

Gesteund op art. 12 van het landelijk wetboek, gewijzigd bij wet van 27 juni 1912, en op het

K.B. van 26 maart 1936 i.v.m. de wijziging van het reglement van de bijzondere dienst voor

plantziekten wordt op 4 februari 1948 een regentsbesluit gepubliceerd betreffende de

verdelging van veldmuizen en veldratten. Gemeenten en provincies staan in voor hun eigen

terreinen (eventueel via een daarvoor aangeduide firma).

Administratieve waarde van de verslagen : 1 jaar.

Slechts de overzichten hebben historische waarde en moeten bewaard blijven. Prospectussen

en reclamefolders van firma's eventueel te bewaren om hun documentaire waarde.

7.2.1.11. Inentingen

De vaccinatie tegen de pokken werd vanaf 1800 in België toegepast. Er ontstonden vele

plaatselijke of regionale vaccinatiecomités, al of niet op gemeentelijk initiatief of met

gemeentelijke steun, die kosteloze vaccinaties toedienden aan de armen. Belangrijk was het

K.B. van 18 april 1818 dat de kosteloze vaccinatie invoerde voor de behoeftigen die openbare

steun ontvingen. Door het besluit van de Secretaris-Generaal van Volksgezondheid dd. 14

aug. 1940 en het Regentsbesluit van 6 februari 1946 werd de vaccinatie tegen variola tijdens

het eerste levensjaar algemeen wettelijk verplicht. Deze verplichting werd opgeschort in 1976

en recent afgeschaft.

Door ministerieel besluit van 13.01.1958 (B.S. 16.01.58) moeten de gemeenten ook voorzien

in kosteloze polio-inentingen.

Page 7: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

De bescheiden hebben gedurende 5 à 6 jaar administratief belang. Alle documenten van vóór

1946 moeten bewaard blijven. Een uitzondering hierop zijn de individuele

vaccinatiegetuigschriften. Ze mogen vernietigd worden indien de namen op lijsten zijn

overgenomen. Vanaf 1946 moeten alleen documenten m.b.t. inentingen n.a.v. epidemieën

bewaard blijven.

7.2.1.12. Medisch schooltoezicht (= M.S.T.)

Door het K.B. van 25 maart 1921 werd het medisch schooltoezicht op gemeentelijke basis

georganiseerd. Het M.S.T. omvat 2 facetten : enerzijds het onderzoek der leerlingen in de

schoolkliniek door geneesheren-specialisten en anderzijds de maandelijkse bezoeken van de

de medische inspecteurs aan de respectievelijke scholen. Door de wet van 21 maart 1964 werd

het M.S.T. verplicht voor het kleuter- en lager onderwijs, maar de gemeenten waren niet

langer verplicht dit voor de gemeentelijke en de vrije gesubsidieerde lagere scholen en

bewaarscholen zelf te doen. Dit bracht veelal de opheffing van de stedelijke diensten voor

medisch schooltoezicht en de aansluiting bij een erkend centrum voor medisch schooltoezicht

mee.

N.B. Door K.B. van 22 augustus 1968 wordt het verplicht M.S.T. uitgebreid tot het secundair

en niet-hoger universitair onderwijs.

Van deze documenten, die geen administratief belang meer hebben, moeten de verslagen en

staten van scholen die vóór 1965 een medisch onderzoek hebben laten verrichten (ze waren

niet verplicht), bewaard blijven. Voor vaccinaties zie 7.2.1.11.

7.2.1.13. Preventief bevolkingsonderzoek

Op eigen initiatief richten sommige gemeenten periodieke (b.v. om de 3 jaar) geneeskundige

onderzoeken in bij de bevolking, met de bedoeling vroegtijdig bepaalde ziekten op te sporen.

Waar dit gebeurt in samenwerking met andere organismen zoals O.C.M.W. en Anti-

Tuberculose Dienst worden de resultaten echter vaak bij deze instanties bewaard.

Administratief belang hebben deze bescheiden tot na de afloop van het volgende periodiek

onderzoek. Daarna moeten enkel de overzichtslijsten of statistieken bewaard blijven.

7.2.1.14. Geneeskundige controles bij het gemeentepersoneel

Page 8: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

Bij langdurige of veelvuldige ziekte van personeelsleden worden geneeskundige controles

uitgevoerd. Bij elke vaste aanstelling wordt een geneeskundig onderzoek verricht. Bij

bepaalde personeelsleden (b.v. chauffeurs bij de brandweer) worden periodieke onderzoeken

uitgevoerd. Ook in het kader van de pensioenen worden onderzoeken verricht. De stadsdokter

levert geneeskundige verklaringen af. Dit alles belandt in het medisch dossier van elk

personeelslid.

N.B. In het "personeelsdossier" komt enkel een eventuele vermelding voor zover er gevolgen

voor afwezigheden zijn. De pure medische informatie komt er niet in !

De controles hebben administratief belang tot 5 jaar na beëindigen van de loopbaan. Daarna

kunnen ze vernietigd worden.

7.2.1.15. Badinrichtingen

Reglementen, tarieven, statistieken van gebruik : bewaren.

7.2.1.16. Gezondheidspolitie der dieren

B.v. i.v.m. mond- en klauwzeer; hondsdolheid.

Samenvattende bescheiden, overzichten, rapporten en registers bewaren.

7.2.2. Milieubeheer

7.2.2.1. Hinderlijke, gevaarlijke en ongezonde inrichtingen

Voor het inrichten en uitbaten van de onder deze benaming samen te vatten inrichtingen (b.v.

fabrieken, werkhuizen, stapelplaatsen, stallen, e.d.) dient een vergunning te worden bekomen.

Een eerste algemene regeling m.b.t. de werkplaatsen die ongezonde of hinderlijke geuren

verspreiden, werd getroffen door het keizerlijk decreet van 15 okt. 1810 : de bedrijven werden

in 3 klassen ingedeeld en een oprichtingstoelating was noodzakelijk te verlenen door de

nationale, resp. de regionale en plaatselijke overheid. Voor de drie klassen echter moest de

plaatselijke overheid het onderzoek de commodo et incommodo (bezwaren door de

omwonenden) uitvoeren. Het K.B. van 31 jan. 1824 breidde deze procedure uit voor alle

aspecten van gevaar of hinder (dus niet alleen de geur). Het K.B. van 12 nov. 1849

moderniseerde de vorige regelingen en beschermde ook gedeeltelijk de arbeiders. Het K.B.

van 29 jan. 1863 bracht een vereenvoudiging : voortaan nog slechts 2 klassen, waarvoor de

toelating vereist was van de Bestendige Deputatie (= B.D.) (eerste klasse), resp. het College

van burgemeester en schepenen (= C.B.S.) (tweede klasse). Het onderzoek de commodo et

Page 9: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

incommodo wordt voor beide klassen uitgevoerd door het C.B.S., dat daarvoor vaak de

politiecommissaris delegeert.

De lijsten van onderworpen bedrijven werden periodiek bijgewerkt. Thans steunt men nog op

de Regentsbesluiten van 11 feb. 1946 en 27 sept. 1947 die het algemeen reglement op de

gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen (terug te vinden in titel I van het Algemeen

Reglement voor de Arbeidsbescherming of A.R.A.B.) goedkeurden, met latere wijzigingen

(B.S. 03 en 04.04.1946 en 30.10.1947).

Wanneer de Vlaamse Executieve de uitvoeringsbesluiten voorzien in het decreet van 28 juni

1985 (art. 46 : B.S. 17.09.1985) betreffende de milieuvergunning zal genomen hebben, zal de

op grond van het A.R.A.B. verleende exploitatievergunning vervangen worden door de

milieuvergunning. De vergunningen zullen dan ingedeeld worden in drie klassen. De

vergunningen voor inrichtingen 2de klas zullen aan het C.B.S. gevraagd worden; van de

inrichtingen van derde klas zal van de melding van exploitatie of verandering van inrichting

door het C.B.S. akte worden genomen. Elke beslissing over een vergunningsaanvraag wordt

voorafgegaan door een openbaar onderzoek. Advies van het C.B.S. blijft nodig voor die

inrichtingen waarvoor vergunning moet geleverd worden door de Bestendige Deputatie.

Voor heel wat bedrijven moet nu ook het advies van het ministerie van Tewerkstelling en/of

het ministerie van Volksgezondheid en van het Bestuur van Stedebouw en Ruimtelijke

Ordening ingewonnen worden.

De volledige dossiers (o.a. vergunningsaanvraag, plannen, proces-verbaal van het onderzoek,

adviezen en vergunning) worden bewaard bij de vergunningverlenende instantie. Nochtans

komt ook voor de inrichtingen van de eerste klasse belangrijke dossiervorming tot stand op

gemeentelijk vlak (documenten die voortvloeien uit de adviserende en controlerende taak van

de gemeente). Soms zijn de vergunningen ingeschreven in repertoria.

Het administratief belang van de dossiers bedraagt ten minste de vergunningstermijn (max. 30

jaar). Nadien moeten de dossiers, zowel deze waarin de gemeente vergunning, als deze waarin

ze advies verleent, bewaard blijven. Ook de registers van verleende machtigingen en de

registers houdende afkondiging onderzoeken de commodo et incommodo zijn te bewaren.

7.2.2.2. Speciale hinderlijke inrichtingen

Bepaalde recente reglementen zijn in feite uitbreiding van het Algemeen reglement op de

gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen. De vergunningsprocedure (aanvraag,

onderzoek, advies) is echter anders georganiseerd. Het betreft :

Page 10: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

- Algemeen reglement voor springstoffen : K.B. 23.09.1958 ter uitvoering van

art. 1 van de wet van 28.05.1956 (B.S. 09.06.1956) en K.B. 09.04.1976. Er zijn

2 klassen. Voor de eerste klasse wordt de vergunning afgeleverd door de B.D.

na onderzoek en advies van het C.B.S. Voor de tweede klasse wordt de

vergunning afgeleverd door het C.B.S.

- Algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en de werknemers

tegen het gevaar van ioniserende stralingen : wet van 29.03.1958 (B.S.

30.04.1958) gewijzigd bij wet van 29.05.1963 (B.S. 26.06.1963) en van

03.12.1969 (B.S. 06.01.1970); K.B. 28.02.1963 (B.S. 26.05.1963), herhaalde

malen gewijzigd; wijziging K.B. 17.05. 1966, 23.12.1970, 24.05.1977.

Er zijn 4 klassen. Voor de eerste klasse wordt de vergunning afgeleverd door de koning.

Advies dient ingewonnen van het betrokken C.B.S. Voor de tweede klasse wordt de

vergunning afgeleverd door de B.D. Advies dient ingewonnen van het betrokken C.B.S. Voor

de derde klasse dient de vergunning afgeleverd door de B.D. Voor de vierde klasse is

vergunning noch aangifte nodig.

- Beheer van afvalstoffen : decreet van 2 juli 1981 (B.S. 25.07.1981). De B.D.

verleent vergunningen. Zij dient echter in ieder geval advies van het C.B.S.

van de gemeente waarin de te vergunnen inrichtingen gelegen is in te winnen.

In bepaalde gevallen ook van andere instellingen (Besluit Vl. Executieve van

21.04.1982 (B.S. 15.05.1982), gewijzigd bij besluit Vl. Executieve van

16.01.1985 (B.S. 07.05.1985). De beslissing van de B.D. wordt door het

C.B.S. ter kennis gebracht van de bevolking. Het C.B.S. kan tegen deze

beslissing in beroep gaan bij de Vlaamse Executieve.

Het administratief belang van de dossiers bedraagt ten minste de vergunningstermijn. Nadien

moeten de dossiers, zowel deze waarin de gemeente vergunning, als deze waarin ze advies

verleent, bewaard blijven.

7.2.2.3. Advies vanuit omgevingsstandpunt i.v.m. bouwaanvragen

Wet van 29 maart 1962 houdende organisatie van de ruimtelijke ordening en van de

stedebouw, gewijzigd bij de wetten van 22 april 1970.

Deze bescheiden moeten in de bouwvergunningsdossiers (zie aldaar) bewaard blijven.

Page 11: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

7.2.2.4. Vergunningen m.b.t. lawaaihinder

Wet van 18 juli 1873 betreffende de bestrijding van de geluidshinder. Vergunning (toelating)

tot het maken van muziek afgeleverd door het C.B.S. na advies van milieudienst (K.B. 24

februari 1977 en politieverordening).

Het administratief belang van deze bescheiden bedraagt ten minste de vergunningstermijn;

vanuit historisch oogpunt niet te bewaren indien elders geregistreerd.

7.2.2.5. Vergunningen m.b.t. waterverontreiniging

a) grondwater (waar er waterwingebieden en beschermingszones

zijn). Decreet van 24.01.1984 (B.S. 05.06.1984) houdende

maatregelen inzake het grondwaterbeheer. Na beslissing tot

afbakening van de waterwingebieden en beschermingszones door

de Vlaamse Executieve (na o.m. advies van het C.B.S. aan de

B.D.) wordt aan de betrokken gemeentebesturen een exemplaar

van het dossier toegestuurd dat altijd ter inzage is op het

gemeentehuis (art. 7). Dit moet bijgevolg permanent bewaard

worden.

Overeenkomstig het grondwaterdecreet worden vergunningen

afgeleverd tot het winnen van grondwater. Vergunningen cat. A.

worden afgeleverd door het C.B.S.; vergunningen van cat. B. door

de B.D.

Het administratief belang van de dossiers bedraagt ten minste de

vergunningstermijn. Nadien moeten de dossiers, zowel deze

betreffende de vergunningen cat. A als betreffende cat. B,

bewaard blijven.

b) oppervlaktewateren. Wet van 11 maart 1950 op de bescherming

van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging; wet van 26

maart 1971 op hetzelfde. De eerste wet verleende ruime

bevoegdheden aan het C.B.S., o.m. op het vlak van industrieel

afvalwater; de tweede wet temperde de bevoegdheid van het

C.B.S. drastisch : slechts vergunningen voor het lozen van

normaal huisafvalwater in de openbare riolen.

Page 12: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

Het administratief belang van de vergunningsdossiers bedraagt de

vergunningstermijn. Na het verval van de vergunningstermijn

moeten ze niet langer bewaard worden.

Overzichtslijsten en registers bewaren.

7.2.2.6. Vergunningen m.b.t. luchtverontreiniging

Kaderwet van 28 december 1964; K.B. van 8 augustus 1975 en K.B. van 6 januari 1978. Deze

wet sluit de verordenende bevoegdheid van de gemeenteraad (Franse revolutionnaire decreten

: uitvaardigen van politieverordeningen tot bescherming van de volkgezondheid o.m. wanneer

zij in gevaar wordt gebracht door luchtpollutie) op dit gebied nagenoeg volledig uit. De wet is

evenwel slechts fragmentair uitgevoerd. In zoverre geen gedetailleerd uitvoerings-K.B.

voorhanden is, is de gemeente bevoegd.

Dossiers en overzichten bewaren.

7.2.2.7. Behandeling van klachten i.v.m. milieu

De ontvangen klachten geven aanleiding tot een onderzoek. Wanneer de klachten gegrond

zijn, wordt er gestreefd naar een minnelijke schikking. Wanneer dit niet lukt, kan het C.B.S.

optreden in het kader van de milieuwetgeving. De klachten kunnen onderverdeeld worden in

twee groepen. Enerzijds de zgn. burenruzies (kwantitatief de belangrijkste) en anderzijds de

klachten ofwel i.v.m. de hinderlijke inrichtingen die reeds over een vergunning beschikken

ofwel i.v.m. milieuzaken van algemeen belang (b.v. storten van nucleair afval) (kwalitatief de

belangrijkste).

Uiteraard is de dossiervorming afhankelijk van de soort klacht (analyses, lawaaimetingen...).

De klachtendossiers hebben een administratief belang tot 5 jaar na afhandeling van de klacht

(kan jaren aanslepen). Historisch belang hebben enkel klachten i.v.m. hinderlijke inrichtingen

(bewaren in de vergunningsdossiers) en klachten i.v.m. milieuzaken van algemeen belang.

7.2.3. Veiligheid, gezondheid en verfraaiing der werkplaatsen (= V.G.V.)

Vindt zijn oorsprong in de wet van 10 juni 1962 betreffende de gezondheid en de veiligheid

van de arbeiders alsook de "salubriteit" van het werk en de werkplaatsen. De bepalingen in

deze wet zijn van toepassing op al de personen die met een openbare dienst belast zijn, alsook

op het personeel dat zij tewerkstellen. De uitvoering ervan wordt behartigd door enerzijds een

Comité V.G.V., dat samengesteld is uit vertegenwoordigers van de werkgever (gemeente) en

Page 13: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

de werknemers, en anderzijds een dienst V.G.V. De taken van het diensthoofd zijn voor het

grootste deel vastgelegd in het A.R.A.B. (K.B. van 20.06.1975) en worden aangevuld met

specifieke opdrachten van de werkgever.

Er worden voornamelijk volgende documenten geproduceerd :

- maandverslagen en jaarverslagen (wettelijk voorgeschreven)

- verslagen vergaderingen Comité V.G.V.

- ongevallensteekkaarten.

Ongevallensteekkaarten en maandverslagen hebben een heel beperkte administratieve

bewaartermijn daar ze in de jaarverslagen worden opgenomen.

De verslagen van de vergaderingen Comité V.G.V. hebben een administratieve bewaartermijn

van slechts 10 jaar. Ze worden ook in het jaarverslag opgenomen.

Daar de jaarverslagen de voornaamste gegevens bevatten moeten alleen deze bescheiden na

hun administatieve bewaartermijn van 10 jaar bewaard blijven.

7.2.4. Ruiming en reiniging

7.2.4.1. Ruim- en reinigingsdienst

De decreten van 14 december 1789 en 16-24 augustus 1790 vertrouwden de zorg voor de

openbare hygiëne en dus ook de verwijdering van afval toe aan de gemeentebesturen. Deze

organiseerden dit verder op eigen initiatief. Er zijn geen wettelijke bepalingen over te vinden

voor de jaren 1960 (o.a. het K.B. van 31 dec. 1960). Voor het afvaldecreet van 2 juni 1981

werd de controle op het vergaren van huishoudelijke en industrile afval uitgeoefend in het

kader van het vergunningsstelsel van de hinderlijke inrichtingen. Door het afvaldecreet is een

nieuw vergunningssysteem uitgewerkt waarbij o.a. de O.V.A.M. en de Gewestelijke

Ontwikkelingsmaatschappij van de betrokken provincie moeten worden geraadpleegd. Sedert

het K.B. van 12.09. 1969 kunnen de gemeenten toelagen krijgen voor de oprichting van

installaties of van fabrieken voor het verwerken van huisvuil, wat aanleiding gegeven heeft tot

het oprichten van intercommunales (tussen 1969-1974 : 7 in West-Vlaanderen) die voor de

vuilverwijdering en -verwerking instaan.

De werking van de gemeentelijke dienst die voor de vuilverwijdering instaat, vindt zijn

weerslag in een aantal algemene documenten, vnl. :

- reglementen : bewaren

Page 14: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

- algemeen dag- en kasboek (of staten) van de financiële verrichtingen en

postcheckboek voor de betreffende ontvangsten en overdrachten aan stadskas :

10 jaar bewaren

- aankoopdossiers; deze van groot materieel permanent bewaren, de andere tot

ogenblik van afschrijving

- onderhoudsdossiers : 10 jaar bewaren

- "wagenboekjes" (kilometerstanden en reisweg per wagen) : 10 jaar bewaren

- dagelijkse en maandelijkse staten van de prestaties van de ploegen : 2 jaar

bewaren.

7.2.4.2. Vuilophaling

De periodieke huisvuilophaling geeft of kan aanleiding geven tot het vormen van de

documenten zoals ophalingsplannen en statistieken. Is de gemeente toegetreden tot een

intercommonunale, dan worden op dit vlak nog slechts enkele activiteiten ontplooid

waaronder de verkoop van vuilnisrecipiënten. De ontvangsten worden genoteerd in een

speciaal dag-kasboek en er wordt een ontvangstbewijs afgeleverd. Indien de grofvuilophaling

en de bedrijfsvuilomhaling tegen betaling gebeurt worden ook een dag-kasboek en

ontvangstbewijzen bijgehouden. De selectieve ophaling en recyclage gebeurt gratis, maar het

opgehaalde wordt verkocht (aanbestedingen).

Registers van inzameling van afvalstoffen, plannen van containerparken, ophalingsplannen en

statistieken : bewaren.

- Dag-kasboeken : 10 jaar bewaren.

- Ontvangstbewijzen : 1 jaar bewaren.

Indien de ophaling niet of niet langer meer door de gemeente gedaan wordt, dienen de

overeenkomsten en de geschillendossiers met de uitvoerende instantie bewaard te worden.

7.2.4.3. Stortplaatsen

De vergunningen tot het openhouden van een stort vielen voor 1981 in het kader van het

vergunningsstelstel van de hinderlijke inrichtingen; daarna in het kader van het afvaldecreet

(zie boven). Het openhouden van een stort staat nu onder de controle van O.V.A.M., die het

bijhouden eist van een stortingsregister. Daarnaast geldt ook een meldingsplicht voor het

storten van niet-huishoudelijk afval. Hiervoor bestaan voorgeschreven meldingsformulieren.

Voor het afvaldecreet was het storten amper gereglementeerd. Wel leverden de ruim- en

reinigingsdiensten stortvergunningen af aan diegenen die op stadsstorten wilden storten.

Page 15: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

G. GADEYNE en A. VANDEWALLE

- Vergunningen tot openhouden stort : na de termijn van de vergunning (30

jaar), bewaren.

- Meldingsformulieren : 5 jaar bewaren.

- Stortingsregister : bewaren.

- Stortvergunningen afgeleverd door ruim- en reinigingsdiensten : duur

vergunning bewaren.

7.2.4.4. Ruimen van gemakputten en leveren van drek

Ruimen van gemakputten gebeurt op aanvraag van particulieren en tegen betaling.

Drekleveringen gebeurden vroeger tegen betaling, nu gratis. Dit geeft aanleiding tot het

bijhouden kas-dagboeken en afgeven van ontvangstbewijzen.

- Dag-kasboek : 10 jaar bewaren.

- Ontvangstbewijzen : 1 jaar bewaren.

In sommige gevallen (o.a. gemakputten die niet uitgeven op riool) was het ruimen van

gemakputten verplicht (plaatselijke reglementen). In deze gevallen werd er een register van

ruimingen bijgehouden. Dit register heeft slechts 2 jaar administratief belang.

7.2.4.5. Zuiveren van straatkolken

Straatkolken worden geregeld gezuiverd. De uitvoering ervan wordt bijgehouden hetzij in

registers, hetzij op fiches. De kolken worden geïdentificeerd door een huisnummer. Kolken

kunnen echter ook op verzoek gezuiverd worden (hiervoor bestaat soms een speciaal

formulier).

De bescheiden hebben slechts 2 jaar administratief belang.

Page 16: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

DEEL 2

- SELECTIELIJST

Page 17: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

Griet MARÉCHAL

TOELICHTING BIJ HET GEBRUIK1

TOEPASSING

In de hoofdstukken 8-12 worden alle bescheiden die tot nu besproken werden, opgesomd met

de vermelding van hun uiteindelijke bestemming : bewaren of vernietigen. Wie meer wil

weten over de inhoud van de bescheiden, hun onderlinge samenhang, wetgeving en

verantwoording van de genomen beslissing, raadplege de hoofdstukken 2 tot en met 6.

Onderhavige bewarings- en vernietigingslijsten zijn - zoals deze in deel I2 - opgesteld in

uitvoering van de archiefwet. Artikel 5 van deze wet van 24 juni 1955 (B.S. 12.08.1955)

maakt immers het vernietigen van o.m. gemeentebescheiden slechts mogelijk mits

toestemming van de algemene rijksarchivaris of diens gemachtigden. De lijsten hebben

uitsluitend betrekking op gemeentebescheiden en mogen niet toegepast worden op bescheiden

van een hoger niveau zoals arrondissement, provincie of ministerie. Voor reeksen die op

meerdere niveaus voorkomen, is immers geopteerd ze op het ene en niet op het andere niveau

te bewaren en vice versa. Wel kunnen de voorschriften voor bescheiden inzake financiën,

(openbare) werken en personeel ook toegepast worden op de gelijkaardige bescheiden van het

O.C.M.W.

Wat betekenen de termen bewaren, vernietigen, schonen in de volgende lijsten ?

De term bewaren betekent bestendig, permanent bewaren; ook na het verval van hun

administratief belang blijven deze bescheiden dus behouden.

De bewaringsvoorschriften gelden ongeacht de drager waarop de informatie voorkomt. Het is

immers de informatie die beoordeeld wordt. Of die informatie nu op de klassieke drager,

papier, of op niet-conventionele drager zoals magnetische band, schijf, microfilm, microfiche,

etc. voorkomt, speelt geen rol. Bij informatie op niet-conventionele drager zal men er zorg

voor dragen dat die leesbaar blijft. De bewaring van aangepaste leesapparatuur is dus

noodzakelijk.

Bescheiden van na 1945 die als voor vernietiging in aanmerking komend zijn aangeduid,

kunnen onder de verantwoordelijkheid van de gemeentearchivaris - bij ontstentenis onder de

verantwoordelijkheid van het C.B.S. - vernietigd worden. DE TOELATING TE

1 Gepubliceerd in: MARÉCHAL, Griet. Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven Richtlijn en advies.

Deel 2. Brussel, 1990, p. 92-94. 2 G. MARÉCHAL, Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven. Richtlijn en advies. Deel I, Miscellanea

Archivistica, XLI, Brussel ARA, 1986.

Page 18: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

Griet MARÉCHAL

VERNIETIGEN GELDT ENKEL VOOR BESCHEIDEN VAN NA 1945. De toelating

van de algemene rijksarchivaris of zijn gemachtigden blijft noodzakelijk voor het vernietigen

van bescheiden ouder dan 1946.

Het advies te vernietigen houdt geen verplichting tot vernietigen in. Het spreekt evenwel

vanzelf dat bij de huidige aangroei, de vernietiging van de daarvoor in aanmerking komende

bescheiden een noodzakelijke voorwaarde is om niet alleen de bewaring van het waardevolle

mogelijk te maken, maar ook het overzicht ervan te behouden en de toegankelijkheid te

verzekeren. Door regelmatig te vernietigen voorkomt men o.m. plaatsgebrek en onnodige

investeringen3. Het is even vanzelfsprekend dat vernietigen slechts na verval van het

administratief belang gebeurt.

Voor de (administratieve) bewaartermijnen van de voor vernietiging in aanmerking komende

bescheiden, die in dit deel behandeld worden, bestaan zo goed als geen wettelijke

voorschriften noch reglementeringen. De administratieve bewaartermijnen die opgegeven

worden, zijn deze die ofwel in de praktijk van meerdere gemeenten hebben uitgewezen

voldoende te zijn, ofwel logisch zijn, d.w.z. na verval van het administratief belang. Stukken

ingekomen of opgemaakt ter voorbereiding van verslagen verliezen b.v. hun administratief

belang na de goedkeuring van deze verslagen. Dossiers inzake gebouwen behouden hun

administratief belang zolang de gebouwen bestaan (voor dit laatste zie de hoofdstukken 5 en

11 betreffende Openbare Werken).

Indien enkel vernietigen staat aangegeven, betekent dit dat de algemene rijksarchivaris van

oordeel is dat de bescheiden op termijn voor vernietiging in aanmerking komen. Het is aan de

gemeente om die termijn te bepalen.

Voor de vernietiging van bescheiden die niet in de lijsten voorkomen is ook de toelating van

de algemene rijksarchivaris noodzakelijk.

Schonen is een activiteit die op elk dossier moet uitgevoerd worden, en ten laatste op het

ogenblik dat het dossier overgebracht wordt naar het statisch archief. Schonen is al het

overbodige materiaal, alle bescheiden met slechts tijdelijk of zonder belang, verwijderen. Zo

kunnen alle overbodige kopies, dubbels of meervoudige exemplaren van circulaires,

bestekken, kladontwerpen, blanco formulieren verwijderd worden. Daar schonen een

vanzelfsprekende activiteit is, wordt dit in de lijsten niet telkens herhaald. Wanneer dit toch

expliciet gebeurt, is dit omdat stukken van beperkte waarde moeten verwijderd worden.

3 G. MARÉCHAL, Gemeentearchief : om beter te bewaren verantwoord vernietigen een noodzaak, in :

Gemeentekrediet van België, nr. 166, okt. 1988, p. 37-49.

Page 19: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST

7. OPENBARE GEZONDHEID EN MILIEUBEHEER1

7.1. OPENBARE GEZONDHEID

7.1.1. Plaatselijke Geneeskundige Commissie

- Alle bescheiden (stukken over de oprichting, de eventuele reglementen, de

betaling van de werkingskosten, de verslagen en briefwisseling door de

Commissie aan het gemeentebestuur) : bewaren.

N.B. Het archief van de Plaatselijke Geneeskundige Commissie zelf kan ook in het

gemeentearchief bewaard zijn en moet bewaard blijven.

7.1.2. Plaatselijk Comité van Openbare Gezondheid

- Alle bescheiden : bewaren.

N.B. Het archief van het Plaatselijk Comité van Openbare Gezondheid zelf (nu feitelijk

uitgestorven) kan ook in het gemeentearchief bewaard zijn en moet bewaard blijven.

7.1.3. Gezondheidsdienst

- Bescheiden die een algemeen beeld geven van de werking op het vlak van de

openbare gezondheid zoals jaarverslagen, rapporten, repertoria : bewaren.

- Boekhoudkundige bewijsstukken : voor zover ze niet als

verantwoordingsstukken bij de rekeningen beschouwd worden 10 jaar

bewaren2.

- Begrotingsvoorstellen die ook voorkomen op het secretariaat : 10 jaar bewaren.

- Staten en statistieken : bewaren indien de gegevens niet zijn gepubliceerd of

elders bewaard; zijn ze dit wel, 10 jaar bewaren.

- Lijsten van wettige beoefenaars van de geneeskunde (geneesheren, veeartsen,

apothekers, licentiaten in de tandheelkunde en tandmeesters, vroedvrouwen,

enz. eventueel met samenstelling van de Plaatselijke Geneeskundige

1 Gepubliceerd in: MARÉCHAL, Griet. Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven Richtlijn en advies,

Brussel, 1990, p. 109-113. 2 Zie hoofdstuk Algemene categorieën.

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

Griet MARÉCHAL

Page 20: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST

Commissie of Comité van Openbare Gezondheid) : 1 jaar bewaren (tot de

publikatie in het provinciaal bestuursmemoriaal).

N.B. Indien de lijsten niet in het provinciaal bestuursmemoriaal zijn

gepubliceerd, wat het geval is voor de oudste uit de 19de eeuw en vanaf 1987,

dienen ze bewaard te worden.

- Dossiers onbewoonbaar verklaarde woningen : bewaren.

Aangifte van besmettelijke ziekten

- Registers van aangifte of lijsten : bewaren.

- Formulieren van aangifte : enkel bewaren indien geen registers bestaan.

Vervoer van besmettelijke zieken en ontsmettingen

- Bescheiden : vernietigen.

Controle op eetwaren en drinkwaterontledingen

- Samenvattende stukken : bewaren.

- Controleverslagen en ontledingsdossiers : in overleg met de betrokken dienst

een staal bewaren.

Strijd tegen het ongedierte

- Verslagen : 1 jaar bewaren.

- Overzichten : bewaren.

- Prospectussen en reclamefolders : eventueel om hun documentaire waarde

bewaren.

Inentingen

- Bescheiden van vóór 1946

• individuele vaccinatiegetuigschriften : enkel bewaren indien de

namen niet op lijsten zijn overgenomen,

• alle andere bescheiden : bewaren.

- Bescheiden vanaf 1946

• bescheiden m.b.t. inentingen n.a.v. epidemien : bewaren,

• alle andere bescheiden : 5 à 6 jaar bewaren.

Medisch schooltoezicht

- Medische verslagen en staten van scholen van vóór 1965 : bewaren.

- Alle andere bescheiden : vernietigen.

Preventief bevolkingsonderzoek

- Overzichtslijsten en statistieken : bewaren. Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

Griet MARÉCHAL

Page 21: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST

- Alle andere, louter administratieve bescheiden : tot na afloop van het volgende

periodiek onderzoek bewaren.

Geneeskundige controles bij het gemeentepersoneel

- Bescheiden : tot 5 jaar na het beëindigen van de loopbaan bewaren.

Badinrichtingen

- Reglementen, tarieven, overzichten : bewaren.

Gezondheidspolitie der dieren

- Globale, samenvattende bescheiden : bewaren.

- Andere bescheiden : vernietigen.

7.2. MILIEUBEHEER

Hinderlijke, gevaarlijke en ongezonde inrichtingen

- Dossiers betreffende inrichtingen waarvoor de gemeente vergunning heeft

verleend (met o.a. vergunningsaanvraag, plannen, proces-verbaal van het

onderzoek, adviezen en vergunning) : bewaren.

- Registers van verleende vergunningen : bewaren.

- Registers houdende afkondiging onderzoeken de commodo et incommodo :

bewaren.

- Dossiers betreffende inrichtingen waarvoor de gemeente advies heeft verleend

: bewaren.

Speciale hinderlijke inrichtingen

- Dossiers inzake de vergunningsprocedure (aanvraag, onderzoek, advies)

opgemaakt in overeenstemming met het Algemeen reglement voor

springstoffen, het Algemeen reglement op de bescherming van de bevolking en

de werknemers tegen het gevaar van ioniserende stralingen en het decreet

regelend het beheer van afvalstoffen : bewaren.

- Adviezen vanuit omgevingsstandpunt i.v.m. bouwaanvragen : in de

bouwvergunningsdossiers (zie aldaar) bewaren.

Lawaaihinder

- Vergunningen m.b.t. lawaaihinder : vernietigen indien elders geregistreerd

(notulen C.B.S., politie, enz.; zie ook Openbare Veiligheid).

Vergunningen m.b.t. waterverontreiniging van

a) grondwater (waar er waterwingebieden en beschermingszones zijn)

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

Griet MARÉCHAL

Page 22: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST

- Vergunningen van cat. A en cat. B : bewaren.

N.B. Het dossier over de afbakening van de waterwingebieden en beschermingszones moet

altijd op het gemeentehuis ter inzage liggen.

b) oppervlaktewateren

- Vergunningsdossier : tot verval vergunningstermijn bewaren.

- Register der vergunningen : bewaren.

Vergunningen m.b.t. luchtverontreiniging

- Dossiers en overzichten : bewaren.

Klachten i.v.m. milieu

- Klachten i.v.m. hinderlijke inrichtingen : bewaren (in de vergunningsdossiers).

- Klachten i.v.m. milieuzaken van algemeen belang : bewaren.

- Andere klachten : na afhandeling van de klacht 5 jaar bewaren.

7.3. VEILIGHEID, GEZONDHEID EN VERFRAAIING DER WERKPLAATSEN

- Maandverslagen : tot na opmaken jaarverslag bewaren.

- Ongevallensteekkaarten : tot na opmaken jaarverslag bewaren.

- Jaarverslagen : bewaren.

- Verslagen van de vergaderingen Comité V.G.V. : 10 jaar bewaren.

7.4. RUIMING EN REINIGING

Ruim- en reinigingsdienst

- Reglementen : bewaren.

- Algemeen dag- en kasboek (of staten) en postcheckboek voor de betreffende

ontvangsten en overdrachten aan stadskas : 10 jaar bewaren.

- Aankoopdossiers van materieel : na periode van afschrijving enkel de dossiers

inzake groot materieel bewaren.

- Onderhoudsdossiers van materieel en "wagenboekjes" (kilometerstanden en

reisweg per wagen) : 10 jaar bewaren.

- Dagelijkse en maandelijkse staten van de prestaties van de ploegen : 2 jaar

bewaren.

Vuilophaling

- Registers van inzameling van afvalstoffen, plannen van containerparken,

ophalingsplannen en statistieken van de vuilophaling : bewaren.

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

Griet MARÉCHAL

Page 23: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE> LIJST

- Speciaal dag- en kasboek : 10 jaar bewaren.

- Ontvangstbewijzen van de verkoop van vuilnisrecipiënten en van het ruimen :

1 jaar bewaren.

- Overeenkomsten en geschillendossiers met de uitvoerende instantie indien de

gemeente niet meer zelf de ophaling uitvoert : bewaren.

Stortplaatsen

- Vergunningen tot het openhouden van een stort : bewaren.

- Stortingsregister : bewaren.

- Meldingsformulieren voor het storten van niet-huishoudelijk afval : 5 jaar

bewaren.

- Stortvergunningen verleend door de ruim- en reinigingsdienst : duur

vergunning bewaren.

Ruimen gemakputten

- Dag- en kasboek : 10 jaar bewaren.

- Ontvangstbewijzen : 1 jaar bewaren.

- Register van ruimingen : 2 jaar bewaren.

Zuiveren straatkolken

- Bescheiden : 2 jaar bewaren.

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

Griet MARÉCHAL

Page 24: DEEL 1 VERANTWOORDING VAN DE BEWARINGS- EN …...Daar het grootste deel bij de Burgerlijke Stand of op hoger niveau te vinden is moeten enkel de bijzondere statistieken die elders

TOEZICHT > GEMEENTE ARCHIEVEN > SELECTIE

Algemeen Rijksarchief en Rijksarchief in de Provinciën 1990

Griet MARÉCHAL

AFKORTINGEN1

A.R.A.B. : Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming

A.R.O.L. : Administratie Ruimtelijke Ordening en Leefmilieu

A.T.D. : algemeen technische diensten

B.D. : Bestendige Deputatie

B.P.A. : bijzonder plan van aanleg

B.S. : Belgisch Staatsblad

B.V.L.O.V. : Bestuur van Volksontwikkeling en Openbare Lektuurvoorziening

C.B.S. : College van burgemeester en schepenen

G.W. : Gemeentewet

i.v.m. : in verband met

K.B. : Koninklijk besluit

M.B. : Ministerieel besluit

m.b.t. : met betrekking tot

min. rond. : ministerieel rondschrijven

M.S.T. : Medisch Schooltoezicht

N.G.W. : Nieuwe Gemeentewet

N.I.S. : Nationaal Instituut voor de Statistiek

O.C.M.W. : Openbaar Centrum voor maatschappelijk Welzijn

O.G.W. : Oude Gemeentewet

O.V.A.M. : Openbare Vlaamse Afvalmaatschappij

P.G.C. : Plaatselijke Geneeskundige Commissie

P.L.B. : Passieve Luchtbescherming

P.V. : proces-verbaal

R.B. : Regentsbesluit

T.B.W. : Territoriale Burgerlijke Wacht

V.G.V. : Veiligheid, Gezondheid en Verfraaiing der Werkplaatsen

1 Gepubliceerd in: MARÉCHAL, Griet. Bewaring en vernietiging van gemeentearchieven Richtlijn en advies,

Brussel, 1990, p. 127.