De zwate tulp Tulip Anthology Int Nl 155
Click here to load reader
Transcript of De zwate tulp Tulip Anthology Int Nl 155
1850De Zwarte Tulp
[...] Haarlem wijdde zich aan de plezierige bezigheden die
mensen in vredestijd zoveel genoegen kunnen schenken:
musiceren, schilderen, fruit kweken; de stad kende fraaie lanen,
parken en boompartijen. Haarlem raakte in de ban van de
bloem, en het was bovenal de tulp die hen in vervoering
bracht.
In Haarlem werden prijzen toegekend aan tulpenkwekers en
dat leidde als vanzelfsprekend tot het voornemen om op 15
mei 1673 een grootscheeps festival te organiseren ter ere van
de zwarte tulp, een volmaakte, reine bloem, die de ontdekker
honderdduizend gulden rijker zou maken! Welke kweker zou
met de eer gaan strijken (en met het geld!)?
Haarlem, dat tentoonstellingen organiseerde voor favoriete
bloemen, dat de liefde voor tuinieren en in het bijzonder voor
de tulp met verve uitdroeg in een tijd dat opstanden en oorlog
het denken van de mensen bepaalden,– Haarlem, dat het
exquise genoegen had gesmaakt van bloeiende tulpen in hun
meest fabelachtige schoonheid – Haarlem, deze kleine stad
met zijn weelde aan bomen en zonneschijn, licht en schaduw,
was vastbesloten een volstrekt uniek evenement op te zetten
rond de toekenning van de prijs, zodat dit sprankelende
festival in ieders geheugen gegrift zou blijven.
Dit verlangen had alles te maken met de Nederlandse
gewoonte om uitbundig te feesten; zingen en dansen was voor
de brave, doorgaans wat trage en inerte burgers van de Zeven
Provinciën het ultieme genot.
Kijk maar naar de schilderijen van vader en zoon Teniers.
Het is een onomstotelijk feit dat dergelijke bedaarde naturen
hun energie steken in plezier maken, veeleer dan in zich uit
te putten als ze aan het werk zijn.
Haarlem kon dus uitkijken naar een drievoudig festijn:
Ten eerste was de zwarte tulp een feit; ten tweede beloofde
prins Willem van Oranje als Hollander in hart en nieren, bij
de inauguratie van het natuurwonder aanwezig te zijn, en ten
derde hechtten de Staten er zeer aan de Fransen te tonen dat
de bodem van de Bataafse Republiek solide genoeg was om
op te dansen en te stampen onder begeleiding van de
kanonschoten vanaf hun schepen – een kwestie van nationale
trots.
Het Tuinbouwkundige genootschap van Haarlem betoonde
zich zijn reputatie waardig door een bedrag van
honderdduizend gulden uit te loven voor de gedroomde
tulpenbol.
De stad wenste zich niet de loef te laten afsteken en kende
het eerbiedwaardige genootschap eenzelfde bedrag toe.
En toen die bijzondere zondag dan aanbrak, bleken burgers en
buitenlui zo enthousiast en opgewonden dat zelfs een
Fransman, die doorgaans alles met een glimlach en enige
ironie beziet, niet anders kon dan het wezen van die oprechte,
toegewijde Hollanders bewonderen; zij waren evenzeer bereid
om hun geld uit te geven aan het bouwen van een
oorlogsschip – daarmee hun nationale trots tonend – als om
een dergelijk bedrag te geven voor een unieke bloem die één
dag zou bloeien, en de dames, de experts en de
nieuwsgierigen in extase zou brengen.
[…] Op de ultieme dag werden de lommerrijke straten van
Haarlem overspoeld door mensen uit nabije steden. Zij
kwamen niet om militairen eer te bewijzen, noch voor de
indrukwekkende prestaties van eminente wetenschappers; alle
eer ging naar de kwekers die moeder natuur te slim af waren
geweest: het onmogelijke was volbracht – de zwarte tulp!
155
La Tulipe NoireAlexandre Dumas
1850