DE ZANG VAN ILION EN HOMEROS - WordPress.com · Web viewDe historie van het Paard van Troje kan...

22
DE ZANG VAN ILION EN HOMEROS een originele benadering van het dispuut Jo Edward Foerts De Byzantijnse encyclopedie Suda vermeldt over Homeros hetvolgende. "De dichter Homeros was de zoon van Meles, d.i. een rivier in Smyrna, en de nimf Critheïs, volgens anderen van Apollo en de muze Calliope, volgens de historicus Charax van Maion of Metius en Eumetis, volgens sommigen ook van Telemachus (de zoon van Odysseus) en Polycaste (de dochter van Nestor). Volgens de historicus Charax is diens genealogie als volgt: Aethusos de Thraciër was de moeder van Linus, de vader van Pierus, de vader van Oeagrus, de vader van Orpheus, de vader van Dres, de vader van Euclees, de vader van Idmonides, de vader van Philoterpes, de vader van Melanopus, de vader van Apelles, de vader van Maeon; hij kwam in de tijd van de komst der Amazonen naar Smyrna, huwde Eumetis, de dochter van Euepes, de zoon van Mnesigenes, en werd vader van Homeros. Ook is er geen twijfel aan zijn geboorteland, alhoewel men niet geloofde dat hij sterfelijk was, wegens de grootheid van zijn genie. Volgens anderen kwam hij niet van Smyrna, maar van Chios, of Colophon, of Ios, of Cyme, Troje (de streek van Cenchreae), Lydië, Athene, Egypte, Ithaca, Cyprus, Cnossos, Salamis, Mycene, Thessalië, Italië, Lucania, Gryne, zelfs Rome en Rhodos. Zijn eigenlijke naam was Melesigenes, daar zijn moeder hem ontving aan de oever van de rivier Meeles, volgens de genealogie van Smyrna. Hij werd Homeros genoemd omdat toen een oorlog begon tussen Smyrna en Colophon hij krijgsgevangene was ('homeros'), of omdat toen het volk van Smyrna vergaderde hij sprak met goddelijke inspiratie en hen advies gaf over de oorlog. Hij leefde 57 jaren voor de instelling van de eerste Olympiade; Porphyrius zegt 275 jaren later in zijn 'geschiedenis der filosofie', dat was 407 jaren na de val van Troje. Anderen schreven dat Homer slechts 160 jaren na de val van Troje werd geboren, volgens Porphyrius 275 jaren later. In Chios huwde hij met Aresiphone, de dochter van Gnostor van Cyme, en hij had twee zonen en een dochter, die huwde met Stasinus van Cyprus. De zonen waren Eriphon en Theolaus. Zijn algemeen aanvaarde epen zijn de Ilias en de Odyssea. Hij schreef de Ilias niet in één keer of in volgorde zoals heden bekend. Hij zelf schreef en zong afzonderlijke rhapsodieën wanneer hij om in zijn levensonderhoud te voorzien van stad tot stad trok, en liet ze achter; later werden ze verzameld en geordend door verschillende handen, vooral Peisistratus, de Atheense heerser. Ook andere gedichten zijn aan hem toegekend: Amazonia, de kleine Ilias, Nostoi, Epicichlides, Ethiepactos (of Iambi), strijd der kikvorsen, strijd van muizen en kikvorsen, strijd van de spinnen, strijd der kraanvogels, Cerameis, de uitdrijving van Amphiaraus, Paegnia, de val van Sicilië, epithalamia, Cyclos, 1

Transcript of DE ZANG VAN ILION EN HOMEROS - WordPress.com · Web viewDe historie van het Paard van Troje kan...

DE ZANG VAN ILION EN HOMEROS

DE ZANG VAN ILION EN HOMEROS

een originele benadering van het dispuut

Jo Edward Foerts

De Byzantijnse encyclopedie Suda vermeldt over Homeros hetvolgende.

"De dichter Homeros was de zoon van Meles, d.i. een rivier in Smyrna, en de nimf Critheïs, volgens anderen van Apollo en de muze Calliope, volgens de historicus Charax van Maion of Metius en Eumetis, volgens sommigen ook van Telemachus (de zoon van Odysseus) en Polycaste (de dochter van Nestor). Volgens de historicus Charax is diens genealogie als volgt: Aethusos de Thraciër was de moeder van Linus, de vader van Pierus, de vader van Oeagrus, de vader van Orpheus, de vader van Dres, de vader van Euclees, de vader van Idmonides, de vader van Philoterpes, de vader van Melanopus, de vader van Apelles, de vader van Maeon; hij kwam in de tijd van de komst der Amazonen naar Smyrna, huwde Eumetis, de dochter van Euepes, de zoon van Mnesigenes, en werd vader van Homeros. Ook is er geen twijfel aan zijn geboorteland, alhoewel men niet geloofde dat hij sterfelijk was, wegens de grootheid van zijn genie. Volgens anderen kwam hij niet van Smyrna, maar van Chios, of Colophon, of Ios, of Cyme, Troje (de streek van Cenchreae), Lydië, Athene, Egypte, Ithaca, Cyprus, Cnossos, Salamis, Mycene, Thessalië, Italië, Lucania, Gryne, zelfs Rome en Rhodos. Zijn eigenlijke naam was Melesigenes, daar zijn moeder hem ontving aan de oever van de rivier Meeles, volgens de genealogie van Smyrna. Hij werd Homeros genoemd omdat toen een oorlog begon tussen Smyrna en Colophon hij krijgsgevangene was ('homeros'), of omdat toen het volk van Smyrna vergaderde hij sprak met goddelijke inspiratie en hen advies gaf over de oorlog. Hij leefde 57 jaren voor de instelling van de eerste Olympiade; Porphyrius zegt 275 jaren later in zijn 'geschiedenis der filosofie', dat was 407 jaren na de val van Troje. Anderen schreven dat Homer slechts 160 jaren na de val van Troje werd geboren, volgens Porphyrius 275 jaren later. In Chios huwde hij met Aresiphone, de dochter van Gnostor van Cyme, en hij had twee zonen en een dochter, die huwde met Stasinus van Cyprus. De zonen waren Eriphon en Theolaus. Zijn algemeen aanvaarde epen zijn de Ilias en de Odyssea. Hij schreef de Ilias niet in één keer of in volgorde zoals heden bekend. Hij zelf schreef en zong afzonderlijke rhapsodieën wanneer hij om in zijn levensonderhoud te voorzien van stad tot stad trok, en liet ze achter; later werden ze verzameld en geordend door verschillende handen, vooral Peisistratus, de Atheense heerser. Ook andere gedichten zijn aan hem toegekend: Amazonia, de kleine Ilias, Nostoi, Epicichlides, Ethiepactos (of Iambi), strijd der kikvorsen, strijd van muizen en kikvorsen, strijd van de spinnen, strijd der kraanvogels, Cerameis, de uitdrijving van Amphiaraus, Paegnia, de val van Sicilië, epithalamia, Cyclos, hymnen, Cypria. Hij stierf op hoge ouderdom en werd begraven in Ios. Hij was reeds als kind blind; maar de waarheid is dat hij niet de slaaf was van zijn verlangens of werd beheerst door de ogen, en dat is de oorsprong van het verhaal over zijn blindheid. Op zijn zerk staat een elegie, geschreven enige tijd later door de inwoners van Ios: "Hier bedekt de aarde het heilige hoofd van de goddelijke Homeros, die heroën aanvoerde."

Ilium of Ilion, een der namen van Troja, was de eigenlijke citadel van Troje, gebouwd door koning Ilus, zoon van Tros, vandaar >Ilion en >Troje. Er is ook een Ilium recens, een kleine stad in Klein-Azië, gesticht door Alexander de Grote nabij het beroemde Troja, dichter bij de kust gelegen, zij werd verwoest door Sulla, heropgebouwd door C.J. Caesar en nadien opnieuw verwoest, de ruines kan men zien nabij Tchibalck. Troja was de hoofdstad van de Troad, en van het koninkrijk Troje, nabij de berg Ida, en door een vlakte van ongeveer 10km verwijderd van de zee, waar de rivieren Simoïs en Scamander vloeien.

Naar mijn persoonlijke mening zou Ilion oorspronkelijk etymologisch niet verwijzen naar de naam van een Trojaanse koning, maar zou het 'Zonnestad' ( betekenen, en zou deze stad zich niet situeren aan de Hellespont. Het zou een oude vergissing betreffen.

De heldendichten Ilias en Odyssea, vermoedelijk in de achtste eeuw voor Christus geschreven volgens de traditie, de oudst bekende geschriften van klassiek Griekenland, worden van oudsher toegeschreven aan de Ionische dichter Homeros, waarover later meer.

"Of een harde historische kern, een Grieks-Trojaanse oorlog, die omstreeks de twaalfde eeuw voor Christus zou hebben plaatsgevonden, aan de basis ligt van deze epen, wordt door de moderne wetenschap niet met zekerheid bevestigd." Het was het mythische begin van de geschiedenis van het oude Griekenland; volgens Herodotos had de val van Troje plaats -1270, volgens Eratosthenes tussen 1194 en -1184. Volgens de Griekse geschiedschrijver Douris viel Troja in -1334, volgens Ephorus -1136. De historie van de Trojaanse oorlog zou over het Troje VIIA van Schliemann handelen.

Troje of Truva in het Turks is gelegen bij de heuvel Hisarlik ('steenruine', 'aardverhoging' vert.) bij Canakkale, aan de oostzijde van de rivier Scamander, en de ruines werden voor het eerst gevonden, niet door H. Schliemann, maar door Charles McLaren, een Schotse geleerde, in 1822. Daarna was er Frank Calvert, een Amerikaanse consul, van Engeland afkomstig, die een deel van de heuvel Hisarlik in de Troad in bezit had genomen in 1845, er een villa had en reeds archeologische opgravingen had gedaan, en er was ook nog Eckenbrecher, dan was er het grote opus van Schliemann, gevolgd door Wilhelm Dorpfeld e.a. Calvert kwam de eer toe als eerste Hisarlik te hebben ontdekt, Schliemann was de archeoloog die het Homerische Troje opgegraven heeft tussen 1860 en 1880; hij onderscheidde zeven Troje-lagen en meende dat het Homerische Troje het Troje III was, wat later Troje II, waar zich de 'schat van Priamos' bevond. Doch Schliemann vergiste zich, immers het Homerische Troje was Troje VI, volgens de latere archeologen, en de schat was niet van Priamos, maar van een koning die een millennium ouder was. Naar mijn mening was dat een vergissing van Calvert, en ook bijgevolg Schliemann had het niet bij het rechte eind, immers Truva of Troje situeert zich dan nog elders. Er is ook nog een Troia secunda, nl. de Romeinse stad Celeia, heden Celje in Slovenië. Verder zou E. Forrer de plaatsen Wilusa en Taruisa, gevonden in Hittitische teksten, geidentificeerd hebben met Ilium en Troia. De naam Alaksandus, koning van Wilusa, vermeld in de Hittitische teksten zou verwijzen naar prins Alexandros of Paris van Troje. Ilion was voor de wereld der heidenen wat Jeruzalem was voor de christenen destijds. In de Bronstijd was Troje een belangrijke stad strategisch gelegen tussen Europa en Azië. Na de Trojaanse oorlog werd de plaats verlaten van -1100 tot -700. Toen zouden Grieken de Troad hebben gekoloniseerd, en Troje werd toen Ilion genoemd. Alexander de Grote regeerde over het gebied vanaf de 6de eeuw v.C. en de Romeinen bezetten Troje in -85. Troje is heden erkend als Cultureel Werelderfgoed, terwijl toevallig ook Istanbul heden Culturele Hoofdstad van Europa 2010 is geworden. Het is geheel onbekend uit hoevele archeologische lagen Istanbul, de stad welke ik identificeer met Troje, zou zijn opgebouwd; dat is niet te achterhalen.

De oorlog om Troje situeert zich in 1190, en merkwaardig vermeldt Homeros expliciet de Grieken als Achaeers, een naam die ook in Egyptische en Hettitische teksten voorkomt, die de dragers waren van de Myceense cultuur (1600-1100 vC), Agamemnon was de koning van het 'goudrijke Mycene'; rond -1150 werd Mycene echter overweldigd door de Doriërs, door de traditie en volgens Ephorus beschreven als 'de terugkeer van de nazaten van Heracles', en men meent dat ze in de 12e eeuw vC verder getrokken zijn tot in Palestina (de Filistijnen) en Egypte (de Zeevolkeren, beschreven in het Papyrus Harris en ook in het Oude Testament) ca. -1185. Aldus zou de val van Mycene en ook zelfs de val van het rijk der Hethieten veroorzaakt zijn door de Zeevolkeren, waarover slechts zeer weinig historische bronnen bekend zijn. Het paleis van koning van Mycene Agamemnon werd dus door de Doriërs vernietigd, nadat hij zelf het paleis van Priamos en Troje had veroverd. De tijd van de Trojaanse oorlog -1190 was dus ook nog in andere opzichten erg belangrijk; het was ook het begin van het IJzertijdperk. De Achaeërs waren afkomstig uit het Donau-bekken, Hongarije en Zuid-Rusland, ze drongen zelfs door tot Italië, de Terramare-cultuur ontstond in de tijd -1600, en omstreeks -1200 werd deze cultuur overweldigd door volkeren uit de Donau-landen. En de Achaeërs verwoestten dientengevolge toendertijd Mycene. De Hethieten drongen -2000 met de Luwi Klein-Azië binnen, het was een Indo-Europees volk zoals de Achaeërs en Doriërs, maar erg eendrachtig bleken ze niet te zijn. "Na Hattusilis II raakte het Hethietische rijk om verschillende redenen in verval. De ontwikkeling van de Achaeïsche macht in het Egeïsche gebied rond de Middellandse Zee veroorzaakte een reeks problemen voor het Hethietische rijk, dat niet beschikte over een zeemacht om de invasie van een volk tegen te gaan... Aan de andere kant waren er volkeren die uit de Balkan en andere gebieden aan de Middellandse Zee kwamen... bovendien hadden ze voor het eerst in de geschiedenis de beschikking over ijzeren wapens... Een van de nieuwe elementen ... was het feit dat de Hethieten totaal onvoorbereid waren op de nieuwe middelen van oorlogvoering die door de Zeevolkeren werden geïntroduceerd." Het Rijk der Hethieten omvatte Anatolië met hoofdstad Hattusas, en Troje lag zeer nabij. Priamos keek waarschijnlijk ook met verbazing naar de naderende enorme zeevloot van de Achaeërs, het Zeevolk dat -1200 verder naar Klein-Azië trok? Sedert Sjuppiloelioema werden de Achaeërs in de Hethietische taal de 'Ahhijava' genoemd. Opmerkelijk is ook dat niet lang na de beruchte slag bij Kadesj in Syrië -1299 tussen de Hethieten en Egypte, die onbeslist eindigde, het Hethietische rijk ineenstortte. De Doriërs waren dan misschien Achaeërs, die Ilion verwoestten volgens Homeros, en die ook een einde maakten aan Mycene en de Achaeïsche cultuur, volgens de chronologie. Een verwarrende vaststelling, inderdaad, Troje werd omstreeks -1190 vernietigd door de Achaeërs, toen ook het Achaeïsche Mycene werd veroverd. De Doriërs waren weliswaar geen Achaeërs, maar waren verwant qua taal, het Indo-Europees.

Volgens de mythische traditonele geschiedschrijving waren de oorspronkelijke Grieken de 'Pelasgen', misschien afkomstig uit Azië, en de zogenaamde 'Dorische en Achaeïsche volksverhuizingen' werden door de mythografische overlevering als volgt verklaard.

Hellen was de zoon van Zeus en de stamvader van het Helleense geslacht. Hij had drie zonen, Dorus, vader der Doriërs, Aeolus, vader der Aeoliërs, en Xuthus, die twee zonen had, Ionus, van wie de Ioniërs, en Achaeus, van wie de Achaeërs afstammen. De oude Pelasgen werden onderverdeeld in verschillende stammen, oa. Thesproten, Aonen, Hyanten, Lelegen, Dolopen, Dryopen, Telchinen. Vanaf de XXe eeuw vC kwamen Egyptische en Phoenicische kolonisatoren naar Zuid-Griekenland en verspreidden er de beschaving. Inachus en Phoroneus, zijn zoon, stichtten Argos (-1986), Ogyges verenigde onder zijn wetten de bewoners van Beotië en Attica (-1869), Sparton (-1880) en Lelex (-1742) legden de grondslagen van Sparta. Niet lang daarna verschenen de Hellenen, waarvan men veronderstelde dat ze uit Azië kwamen zoals de Pelasgen, langs de Kaukasus en Thracië. Van de XVIe tot de XIVe eeuw vC verdrongen de Hellenen, die onderverdeeld waren in vier stammen, Doriërs, Eoliërs, Ioniërs en Achaeërs, de Pelasgen, waarvan het grootste deel emigreerde naar West-Europa (Groot-Griekenland). Eén van die Helleense stammen, die der Graii of Graeci gaf zijn naam aan het land. In die tijd plaatst men de komst van de Egyptenaar Cecrops te Athene (-1643), het bewind van Deucalion en Thessalia (-1635). De traditie herinnert ook aan een Zondvloed die geheel Griekenland zou hebben overspoeld in de tijd van Deucalion (cfr. het Zondvloedverhaal van Mesopotamië en van het Oude Testament). De Hellenen kan men identificeren met de Myceners, Indo-Europeanen waarschijnlijk uit Zuid-Rusland afkomstig. Nadien kwam de heerschappij van Kadmos te Thebe (-1580), van Danaüs te Argos (-1572), van Minos te Kreta (-1500), de komst van Pelops, die zich in Apia vestigt, dat door hem de naam van Peloponnesus ontvangt. Op deze periode, gedurende de welke Griekenland de eerste noties van landbouw en de kunsten ontving, alsook een cultus gebaseerd op de religies van Egypte en Phoenicië, met burgerlijke wetten en stabiele instellingen, volgt een nieuw tijdperk, de Heroïsche Tijd (-1500 tot -1190), chronologisch gelijk aan de Myceense periode. Zij wordt gekenmerkt door de fabelachtige daden van Bellerophon, Perseus, Hercules of Herakles, Theseus, Jason, de stichting van de Olympische Spelen (tegenwoordig gedateerd -776), de Amphictyonieën, de tocht der Argonauten (-1330), de twee oorlogen van Thebe (-1313 en -1303), en ten slotte de oorlog van Troje (-1280 tot -1270). In die tijd onderwierpen de Herakliden of afstammelingen van Herakles de Peloponnesos. Doch de Hellenen, reeds meester over Thessalië en centraal-Griekenland, gingen zich vestigen op het schiereiland en verdreven de Herakliden (-1307), onder leiding van de zoon van Pelops. Tachtig jaren na de oorlog van Troje (1190) veroverden de Heracliden samen met de Doriërs (ook volgens de huidige chronologie doch het zouden Indo-Europeanen betreffen omdat Grieks tot deze taalgroep behoort) de Peloponnesos en verjoegen op hun beurt de Pelopiden, en ook de Ioniërs en Aeoliërs. Met de terugkeer van de Heracliden in de Peloponnesus beginnen de Middeleeuwen van Griekenland, een overgangsperiode, gedurende de welke de beschaving vooreerst achteruitgaat, maar wat later alweer tot bloei komt, ontelbare Griekse kolonies worden gesticht, aan de kusten van Klein-Azië (Ionië, Aeolië, Dorië), in Thracië, in Zuid-Italië (Groot-Griekenland), tot aan de kusten van Gallië (Marseille) en Spanje. Homeros publiceert in die tijd zijn gedichten en de Ilias, de zeden verzachten, elke stad heeft dan een eigen cultus, grote mysteriën van Ceres worden gesticht in Eleusis om de oude tradities van de Pelasgische cultus te bewaren, Lycurgus geeft zijn wetten aan Sparta (-898), overal worden kleine staten republieken, het koningschap wordt afgeschaft in Athene (-1132), in Argos (820), Elis (-780), Corinthe (-747), in Arcadië en Messenië (-668), alleen Sparta behoudt de monarchie. Athene ontvangt de wetten van Draco (-624), later van Solon (-590), de Pisistratiden die het koningschap opnieuw wilden invoeren worden verjaagd (-509). Niet lang daarna vinden de Perzische -ook Medische genoemd- oorlogen plaats (-490) waarover Herodotos verhaalde. Dat behoort echter niet meer tot de Dorische overgangstijden, die reikte tot -800 met Homeros, die herinnert in zijn epos aan de Myceense tijden der Indo-Europese Achaeërs, alhoewel de Doriërs ook Indo-Europese stammen waren geweest, die echter het ijzer kenden en Mycene, Argos en Tiryns hebben verwoest. De legende vermeldt echter de Egyptische en Phoenicische invloed op de beginnende Griekse beschaving, en de strijd tussen de Hellenen en Herakliden, die samen met de Doriërs zich meester maakten van Griekenland. Naar mijn mening heeft deze mythografie een diepere grond en heeft het steeds een waarlijke historische inhoud, waaruit de hedendaagse geschiedkundige vorsers inderdaad hebben geput.

De strijd om Troje die men situeerde -1280 tot -1270 lijkt een strijd gevoerd tussen Doriërs en Achaeërs, die verwijst naar de strijd der Herakliden tegen Hellenen. Doch eveneens was het een gevecht om een strategisch belangrijke stad die in de Oudheid al de verbinding was tussen Europa en Azië; niet alleen Troje is toen gevallen maar ook het Hethietische rijk dat niet ver daar vandaan te situeren is, onder druk van de Zeevolkeren, of waren het Doriërs, die een Indo-Europese taal spraken?

Was Ilion volgens latere bronnen een loutere mythe? Men leze boek V, 124 van de Naturalis Historia van Plinius de Oudere: "Ook nu nog is er in de Troad de kleine stadstaat Scamandria, en 2,5 mijlen van de haven er van, vindt men Ilium, een stad welke belastingvrij is. Ilium was de plaats van het bekende episch gedicht" (de Ilias). In de oudheid was deze aldus reeds een beroemde nederzetting. Men hoeft slechts tab. 12 "Insulae maris Aegaei" van de Atlas Antiquus van Justus Perthes te bekijken en men bemerkt zeer duidelijk "Ilium" aan de Scamander bij Alexandria Troas, tegenover het eiland Tenedus, bij de Hellespontus, nabij Dardanus. Nochtans wist enige eeuwen nadien niemand nog waar Troje lag; nog in 1888 schreef bvb. Forchhammer in "Verklaring van de Ilias" dat de Trojaanse oorlog uitlegbaar is als een strijd tussen zee- en rivierstromingen, de nevels en regen in de vlakte van Troje.

Ook schreef de historicus George Grote in zijn 'A history of Greece' in 1862 over de Trojaanse oorlog: 'Hoewel door het Griekse volk letterlijk geloofd en gerekend tot de grootse gebeurtenissen uit zijn geschiedenis, is deze oorlog in het oog van de moderne onderzoekers slechts een legende.' Het verhaal van de Ilias zou dus volledige fictie of mythe zijn.

Geheel pseudogeschiedkundig te beschouwen en geheel te verwerpen dientengevolgde is het werk van C.J. De Grave die in 1806 concludeerde dat de historische en mythologische achtergrond van de Ilias in West-Europa moet worden gezocht ("République des Champs Elysées, ou monde ancien: ouvrage dans lequel on démontre principalement: que les Champs Elysées et l'Enfer des anciens sont le nom d'une ancienne république d'hommes justes et religieux, située à l'extrémité septentrionale de la Gaule, et surtout dans les îles du Bas-Rhin: que cet Enfer a été le premier sanctuaire de l'initiation aux mystères, et qu'Ulysse y a été initié...: que les poètes Homère et Hésiode sont originaires de la Belgique etc." Gent, 1806, imprimerie de Goesin-Verhaeghe), en dus was Homeros een Belg (daarom ook vermeld ik hier deze voor Belgen een heuglijke gedachte); ook pseudogeschiedkundig is het werk van Théophile Cailleux die van mening was dat Odysseus de Atlantische Oceaan bezeilde met als beginpunt Troje, dat hij situeerde nabij the Wash, een baai in Engeland, niet ver van Cambridge ("Pays atlantiques décrits par Homère, Ibérie, Gaule, Bretagne, Archipels Amériques, théorie nouvelle." Paris, 1879, Maisonneuve et Cie), welk idee verder werd ontwikkeld door Ernst Gideon (1973) in "Homerus, Zanger der Kelten", Deventer; nog recent in 1990 schreef I. J. Wilkens in "Where Troy once Stood" in 1990 dat Troje in Engeland lag, nl. met de Gog Magog Hills bij Cambridge, een strijd was het onder Kelten om de tinmijnen in Cornwall. Wat de Odyssee betreft zou volgens Wilkens de Atlantische oceaan het toneel zijn geweest waar Odysseus rondgezworven heeft; East Anglia was volgens hem Troje, Bretagne de Kikonen, Galicië in Spanje de schipbreuk, Senegal de Lotuseters, Kaap Verdië de Cyclopen, de kleine Antillen Aeolus, Havana Telepylos, Zeeland Circe en Hades, Cornwall was Helios, St Michael's Mount Scylla en Charybdis, Azoren was Calypso, Lanzarote was de Phaiaken, en Cadiz zou dan stellig Ithaca zijn geweest. Dhr. Wilkens was stellig een anglofiel, en de Engelsen waren stellig ingenomen met hun vooraanstaande plaats in de Ilias! Volgens een andere historicus zou Troje ten slotte in Finland zijn gelegen. Tot zover de grootste onzin tot heden over de ligging van Troje en tot zover de zeer twijfelachtige pseudohistorici.

Er waren nog andere verslagen over de strijd; van Dares de Phrygiër is er De excidio Troiae, een anti-Griekse variant, van Dictys de Ephemeris Belli Trojani, er was de Ilias Latina ook nog uit de eerste eeuw n.C. die een Latijnse samenvatting was.

De vesting Troje was echter duidelijk van groot strategisch belang, gelegen aan de Hellespont, maar de historiciteit van het episch gegeven, een echtelijke ontrouw van Helena, de gemalin van koning Menelaus, veroorzaakt door Paris, een der vijftig zonen van Priamos, is twijfelachtig.

Alhoewel P.E. Cleator in 'Wat de aarde bewaarde' meent dat Homeros etymologisch 'gijzelaar', 'onderpand' betekende, meen ik dat de tweede betekenis van zijnde 'samengevoegd', 'verenigd', 'de vereniger' (der sagen) meer wijst naar mijn mening op een samenvoeging van de vele legenden tot één epos, en ook dat er meer dan één auteur waarschijnlijk was van de Ilias en de Odusseia, wat ook de mening was van de Alexandrijnse filologen. Ik zal later nog verder uitweiden over de dichter Homeros.

Troja was van pelasgische oorsprong. Men zegde reeds dat de stichter Tros of Dardanus was. Wegens de strategische ligging werd de stad weldra rijk en machtig, maar daarom werd deze ook aangevallen door jaloerse buurstaten. Onder Laomedon werd zij ommuurd, wat door de fabeldichters werd toegeschreven aan de goden Apollo en Neptunus. Enige tijd later nam Hercules bezit van Troje, vertoornd om de weigering door Laomedon om een belofte na te komen, en hij doodde deze koning, en plaatste de jonge Priamus op de troon, zijn zoon, die zijn invloed uitbreidde tot aan de Hellespont. Omdat zijn zoon Paris Helena had ontvoerd, diende Priamus de Trojaanse oorlog te beginnen tegen de geconfedereerde Grieken, onder de leiding van Agamemnon, die tien jaren duurde; het onderwerp van de Ilias is echter een episode van 51 dagen uit de belegering kort voor de verovering van de vesting. De Ilias of zang van Ilion van Homeros, in XXIV boeken of zangen ingedeeld, in 16000 verzen of hexameters, overeenkomstig de 24 letters van het Griekse alfabet, waarvan de hoofdletters de zangen van de Ilias aanduiden, (en de kleine letters die van de Odusseia), door de Romeinen 'boeken' genoemd (zangen), bezingt de wrok van Achilles, de dapperste aller Grieken, die wegens een smaad hem door Agamemnon, de opperbevelhebber, aangedaan, gedurende de eerste achttien zangen aan de strijd niet deelneemt en zich in zijn tent teruggetrokken houdt; de wrok van Achilles is het eigenlijke thema van het epos. Zo komen de Trojanen aan de winnende hand tot Patroclus, Achilles' boezemvriend, door Hector, de leider der Trojanen, gedood wordt. Dan stormt Achilles los, alles moet voor deze held wijken, en ook Hektor sneeft onder zijn wrekende hand. Het verhaal eindigt met de uitvaart van Hektor. Geheel in het begin van de Ilias was ook in het kamp van de Achaeërs pest uitgebroken, volgens de waarzegger Kalchas een wraak van Apollo, omdat Agamemnon geweigerd had aan de priester Chryses diens dochter, die hem uit de buit van een naburige stad was toegewezen, terug te geven. Om Apollo te verzoenen besluiten de Achaeërs, op voorstel van Achilles, Chryseïs aan de vader terug te geven, waarop Agamemnon zich schadeloos stelt door Achilles zijn slavin Briseïs af te nemen. Achilles werd daardoor zo diep gekrenkt dat hij weigerde nog verder te strijden. Men kan dus de 'Ilias' ook 'Briseïs' noemen, nl. naar Achilles' slavin, en ook de schaking van Helena door Paris, door Homeros ook een keer Alexandros genoemd, is merkwaardigerwijze een gelijkaardig thema, dat de grondreden is van de Trojaanse oorlog. Het lijkt telkens om een schaking te handelen. Het verborgen thema van de oorlog was waarschijnlijk wel de indrukwekkende strijd om een strategisch zeer belangrijke stad met vele handelsmogelijkheden, gevoerd door een enorme gezamenlijke Griekse vloot van meer dan 1200 schepen met een machtig leger van 100.000 manschappen, beschreven in ii, 484-785, catalogus van Griekse schepen, en ii 786-877, catalogus van Trojaanse strijdkrachten. Ter vergelijking bestond de vloot van de 'Armada Invencible' door Filips II tegen Engeland uitgerust in 1588 uit slechts 130 schepen met 30.000 manschappen. Het was inderdaad een 'homerische' strijd die gevoerd is geworden. Het is daarom betwijfelbaar of om de heden onbeduidende stenenruine Truva wel zulk een grote oorlog is gevoerd geworden; het belang in oude tijden reeds van de Bosporus en Istanbul is wel veel duidelijker. De slag om Troje is de beroemdste gebeurtenis van de mythologische tijden: het scheidt deze tijden van de heroïsche of semi-historische tijden. De dichters hebben haar gesierd met een oneindig aantal verhalen. Van Troje/Truva is zoals gezegd niets meer overgebleven dan wat bij de heuvel Hissarlik is opgegraven.

Troje had de volgende koningen:

Scamander, -1614

Teucer, -1590

Dardanus, -1568

Erichthonius, -1537

Tros, -1462

Ilus, -1402

Laomedon, -1347

Priamos, -1311 tot -1270

Ilium Novum, of Alexandria Troas, tegenwoordig Eski-Stamboul is een stad in Klein-Azië, tussen de Simoïs en de Egeïsche zee gelegen, niet ver van de ruïnes van het antieke Troje, gesticht door Antigonos, een der generaals van Alexander, zoals reeds gezegd. Volgens andere gegevens had Troje in de tijd van Homeros een Lycische woonkern met Thraciërs. In de zevende eeuw werd er een Griekse kolonie gesticht en het heiligdom Athene Ilia opgericht. Troje werd onder Perzische heerschappij als deel van de satrapie Phrygië ingelijfd bij het rijk van Alexander. Troje was de belangrijkste stad van de stedenbond van Troas. De stad viel later in handen van de Seleuciden (281 vC) en werd daarna bij het Rijk van Pergamum ingelijfd. Het sloot daarna een bondgenootschap met de Romeinen van wie ze autonomie en vrijstelling van belastingen verkregen. Gedurende de strijd tussen Marius en Sulla schaarde Troje zich bij de laatste en werd door aanhangers van Marius vernietigd. Nadat Troje door Sulla was heropgebouwd werd het herbouwd door Augustus en verkreeg het de naam Ilium Novum, in het kader van de mythische Trojaanse oorsprong van de gens Julia. Tijdens het Romeinse keizerrijk raakte de stad snel in verval en rond de derde en vierde eeuw v.C. had het nog slechts archeologische waarde, daarna ging ook de kennis van de exacte ligging van de stad verloren.

Volgens nog een andere traditie werd Troje gesticht door de mythische Dardanus. Hij kreeg van koning Teucros een gebied toegewezen om er de Dardania te stichten, wat de eerste naam van de stad zou zijn geweest. Dardanus werd opgevolgd door, van vader op zoon, Erichthonios, Tros, Ilos (de naam van de stad Ilion), en Laomedon. Het verhaal is verder als volgt: Laomedon liet de stadsmuren door Apollo en Poseidon of Neptunus bouwen, maar ze kregen vervolgens niet de afgesproken beloning. Poseidon stuurde er een zeemonster op af, maar de stad werd door Heracles bevrijd. Omdat Laomedon Heracles geen beloning wilde geven, immers een schraperige koopman, ondernam de held samen met Telemachus de eerste Griekse expeditie naar Troje, waarover Homeros wel nooit iets heeft vermeld. Hij vernietigde de stad en doodde de koninklijke familie behalve Podarce, de jongste zoon van Laomedon, die door zijn zuster Hesione, de vrouw van Telamon, werd bevrijd en zich dan Priamos noemde (>priasthai, Gr. 'kopen'; inderdaad ging het om een handelsstad). Toen hij koning van Troja was geworden kregen Priamos en Hecuba 50 dochters en 50 zonen. Een zijner zonen, Paris, verleidde en roofde Helena, vrouw van Menelaos, koning van Sparta. Dit was zogezegd de oorzaak van de expeditie van alle Griekse prinsen naar Troja. Het is echter geheel een merkwaardige zaak dat tien jaren oorlog werd gevoerd door volgens Homeros een leger van 100.000 man die streden om één jonkvrouw, Helena, omdat Menelaos een wrok koesterde jegens Paris; doch Briseïs, de slavin van Achilles, was dan weer de oorzaak van de wrok van Achilles, en dat is het eigenlijke thema van de 'Ilias' van Homeros, welke men sensu lato dan ook misschien de 'Briseïs' zou kunnen noemen dientengevolge, zoals reeds gezegd.

Overigens was Eris, godin van de twist, uiteraard de eerste oorzaak van de oorlog. Toen bij de bruiloft van Thetis en Peleus de gasten aan de feestdis zaten, wierp de niet uitgenodigde godin Eris een appel in de zaal met het opschrift: "aan de mooiste". De toekenning van de appel aan een der drie kandidaten, Hera, Athena en Aphrodite werd door Zeus overgelaten aan het oordeel van Paris, die in het Idagebergte de kudden bewaakte van zijn vader Priamos, koning van Ilion in de landstreek Troas ten NW van Klein-Azië. Aphrodite kreeg de appel toegewezen (de 'twistappel') nadat zij Paris had beloofd hem de mooiste vrouw ter wereld te schenken. Aphrodite staat later aan de kant van Troje. De schoonste vrouw was toen Helena, echtgenote van Menelaos, koning van Sparta. Door de beschikkingen van Aphrodite heeft Paris daarna Helena geschaakt, en alhoewel Aphrodite de oorzaak was, werden daarna alle Griekse vorsten opgeroepen voor een straftocht tegen Troje. Het is overigens evident dat de grondoorzaak van de oorlog de godin van de Twist, Eris, is geweest, met de twistappel. De dichter verloor echter in zijn epische vlucht somtijds een stukje van de draad van zijn verhaal, en liet koning Agamemnon e.g. zijn mooiste dochter offeren wegens louter een windstilte; dat alles deed hij dan nog voor zijn broer, koning Menelaos, wiens echtgenote Helena was geschaakt zoals gezegd door Paris; van bij de aanvang verloor aldus koning Agamemnon reeds zijn mooiste dochter, om met zijn broer Menelaos strijd te voeren om de geschaakte Helena. Het thema van het eeuwig vrouwelijke lijkt de Ilias wel te domineren. De windstilte was volgens de ziener Kalchas een straf van Artemis, omdat Agamemnon, tijdens de jacht, een haar toegewijde hinde had neergeschoten. Als boete voor deze schuld vorderde zij als offergave het leven van Agamemnons dochter Iphigeneia; Agememnon stemt dan toe, maar wanneer Iphigeneia onder het offermes valt, wordt ze door Artemis in een wolk opgenomen en weggevoerd naar het heiligdom van de godin in Tauris. Er komen nog psychologische of logische onjuistheden voor in de Ilias; in de vijfde Zang (vers 576) sneuvelt de Paphlagoniër Pulaimedes en in de achtste Zang (vers 658) ziet men hem terug, wenend stappend achter het lijk van zijn zoon. (z. 'Griekse letterkunde' dr. ant. Verboven.) Toen koning Agamemnon na een verwoede strijd om de geschaakte vrouw Helena van zijn broer Menelaos ten slotte terugkeerde naar Mycene werd hij dan nog gedood door zijn eigen vrouw Clytaemnestra. Het verhaal lijkt aldus onconsistent en niet geheel volgens de logica. De hoofdzaak was echter de strijd om een strategisch gelegen stad, en deze stad was naar mijn mening niet gesitueerd in het Turkse Truva/Troje.

Menelaos vergiste zich volgens een andere bron ook nog een keer toen hij naar Asia Minor zeilde en Teuthranië in Mysië tegenover Lesbos aanviel met zijn leger, maar daar was Troje niet gelegen, en overigens werd hij aan de monding van de Caecusrivier verslagen door Telephus, koning van Mysië. Niet alleen de historici vergisten zich wat de ligging van Ilion betreft, Menelaos vergiste zich in die tijd reeds (caecus in Latijn betekent 'blind).

De historie van het Paard van Troje kan uitgelegd worden als het innemen van een vesting door middel van de ijzeren storm-ram(of -paard), in oude tijden gebruikelijk.

Dat de Trojaanse oorlog erg belangrijk is geweest, in die mate dat het toenmalige Assyrische rijk troepen naar Priamos zond, vindt men bij Diodorus II, 22 vermeld: "Toen Teutamus, naar men zegt, heerser over Azië was, zijnde de twintigste opvolger van Ninyas, de zoon van Semiramis, begonnen de Grieken een oorlog tegen Troje met Agamemnon, in de tijd toen Assyrië reeds meer dan 1000 jaren heerser was over Azië. En Priamus, die koning was van de Troad, en een vazal van de Assyrische koning, in het nauw gebracht door de oorlog, zond een gezant naar de koning van Assyrië om hulp te vragen; en Teutamus zond toen 10.000 Ethiopiërs en een even groot aantal manschappen van Susa afkomstig, samen met 200 strijdwagens, geleid door de bevelhebber Memnon, de zoon van Tithonus. Memnon was dapper en heeft dan vele Grieken overwonnen, doch viel in een hinderlaag en werd gedood door enige Thessaliërs." Zelfs Plato vermeldt de hulp door de Assyriërs gezonden naar Priamus (Wetten, 685c). Het was waarschijnlijk aldus een belangrijk oud gewapend conflict tussen Oost-Europa en Azië, waarbij ook o.a. Ascaniërs, de Amazonen, de Lyciërs en zelfs oostelijke Ethiopiërs betrokken waren.

Bij de Propontis of Zee van Marmara bevindt zich nog een andere zeer oude stad, aan de Bosporus, met een unieke strategische ligging, anders dan Truva, dat de toegang tot de Zwarte Zee geheel onder controle hield, zeer veilig, bijna oninneembaar en uitstekend gelegen voor de handel tussen oost en west, Byzantium of (Thracisch Grieks), later Konstantinoupolis of Constantinopel, heden genoemd Istanbul, wat in oorsprong betekende : "", "naar de stad". Deze stad bevindt zich aldus op het kruispunt van de zeeroutes tussen het oosten en de Middellandse Zee en de landroutes tussen Europa en Azië, en er was ook nog de doorvoer van graan uit de Ukraine. Vandaar misschien "bos-phorus" of: "een lading binnenbrengende". Is Istanbul niet eerder het hooggeroemde Ilion dan het Troje of Truva van Schliemann, met een uitstekende haven, de Gouden Hoorn, (Scamander?) vlakbij de zee, "een der mooisten ter wereld". Volgens de legende zou een zoon van de Zeegod Neptunus zelve, Byzas, een zeeman en koning van Megara, de stad hebben gesticht in 656 vC., later gekoloniseerd door inwoners van Megara en Argos. De Bosporus is het voorwerp van ontelbare verhalen en fabelen van de Oudheid. Waarschijnlijk was het daar dan ook dat de Trojaanse oorlog zou hebben plaatsgevonden. Tegenover Byzantium bevond zich aan de overzijde Chalcedon, 'de stad der blinden', zo genoemd door het Orakel van Delphi omdat eerdere kolonisten van Megara die Chalcedon hadden gesticht niet hadden gezien dat Byzantium heel wat beter gelegen was dan Chalcedon, of bedoelde het Orakel soms de vergissing die men maakt wanneer men meent dat niet Byzantium maar de heuvel Hisarlik Troje was? Was het daarom dat men van Homeros zegde dat hij blind zou zijn geweest, indien deze de strijd situeerde ergens aan de Hellespont, die weliswaar redelijk dicht bij de Bosporus ligt? Dank zij een uitstekende haven, en de mogelijkheid om tol te heffen, en de visrijkdom aldaar, kwam Byzantium tot grote bloei, en was misschien nog ouder dan Truva, doch zulks kan men archeologisch onmogelijk nog bewijzen, aangezien deze overblijfselen geheel onder de stad Istanbul gelegen zijn. De stad wisselde in de strijd tussen Perzen en Grieken en tussen Athene en Sparta herhaaldelijk van meester. In 405 vC bracht Lysander Byzantium onder Spartaans beheer, zo trof Xenophon het aan toen hij er met de Tienduizend kwam. Het werd in 355 vC zelfstandig, sloot zich later bij Rome aan. Ten gevolge van een troonstrijd werd het in 196 nC geheel verwoest en herbouwd door Septimius Severus. Het raakte in verval, en Constantijn de Grote herbouwde het wederom en maakte het 330 nC tot rijkshoofdstad onder de naam Constantinopolis; sedert 1453 werde stad door de Ottomaanse Turken veroverd. Zoals Truva/Troje is de stad meermaals verwoest, in 557 door een aardbeving, in 593 belegerd door de Avaren, in 625 door Avaren en Perzen, in 671-678 door de Arabieren, in 755 door de Bulgaren, in 866 door de Varangen, doch de sterke vesting, bijna oninneembaar, hield stand, totdat de stad in 1203 werd veroverd door de Kruisvaarders; terug veroverd door Michael VIII Palaeologos, daarna aangevallen door Orkhan in 1337, door Bajazet, door Amourath, werd zij in 1453 veroverd door Mahomed II, en bij het Ottomaanse Rijk gevoegd. De beschrijving van Ilion door Homeros roept eerder de schitterende stad Byzantium, onnoemelijk vaak belegerd, dan de ruine Hisarlik voor de geest. Ook door de Turken eeuwenlang geheel genegeerd heeft tegenwoordig Turkije toch wel wegens de archeologische opgravingen Truva toeristisch aantrekkelijk gemaakt.

De mythologische oorsprong van de stad is verder als volgt. Dardanus was eigenlijk de zoon van Zeus en de Pleiade Electra, welke leefde te Samothrace, toen echter zijn broeder Iasion was gedood door Zeus door een bliksem wegens diens liefde tot Demeter, verliet hij het eiland en vestigde zich op het tegenoverliggende vasteland, dat in die tijd werd geregeerd door Teucer. Dardanus zeilde dus naar de Hellespont en vestigde zich aldus in Phrygië. Teucer, zoon van de riviergod Scamander en de nimf Idaea, was toen koning aldaar, en het volk noemde men de Teucriërs. Koning Teucer verwelkomde de vreemdeling, en gaf hem zijn dochter Batia als vrouw, en met haar een deel van het land. Teucer zou afkomstig geweest zijn van Attica.

Dardanus stichtte de stad Dardanus in het gebied dat later de Troad werd genoemd, en leefde daar met zijn familie tot de dood van zijn schoonvader, waarna hij koning werd over het hele land en hij noemde het sedertdien Dardanië.

Volgens sommigen was Batia de tweede vrouw van Dardanus, welke hij huwde na de dood van zijn eerste vrouw Chryse; zijn zonen bij Chryse waren Idaeus en Deimas. De laatste bleef verder wonen in Arcadië, vanwaar zij afkomstig waren (zoals ook wordt gezegd dat Atlas de koning van Arcadië was), maar Idaeus emigreerde met Dardanus eerst naar Samothrace en later naar Phrygië, waar de berg Ida naar hem werd genoemd.

Toen Dardanus stierf werd zijn zoon Erichthonius koning van Dardanië, en hij werd erg rijk, immers hij erfde het rijk van zijn vader en dat van zijn grootvader langs moederszijde. Erichthonius huwde Astyoche, dochter van de riviergod Simois), of volgens anderen Calirrhoe, een zuster van Teucer. Bij een van hen had hij een zoon Tros, die na hem op de troon kwam, die het volk de Trojanen noemde en het land Troad naar hemzelf. Volgens anderen was het Tros die huwde met Calirrhoe, maar anderen zeggen dat hij Acallaris huwde, de dochter van Eumedes.

Ilus, de zoon van Tros, stichtte de stad Ilium (Troje), dat hij naar zichzelf noemde. Ilus trok naar Phrygië en nam daar deel in de spelen die toen werden gehouden door de koning, en hij overwon in een worstelwedstrijd. Als prijs verkreeg hij 50 jongeren en evenveel meisjes, en de koning, die een orakel had aanhoord, gaf hem ook een koe, en vroeg hem een stad te stichten op de plek waar de koe zich zou nederzetten. (Bosphorus is etymologisch af te leiden uit Gr. een rund of koe, vandaar de runderen weidend, herder.) De koe ging zitten bij de heuvel van Ate, en daar bouwde Ilus de stad die hij Ilium noemde. Toen bad hij tot Zeus om een teken te geven, en toen zag hij het Palladium uit de hemel neerkomen voor zijn tent. Aldus werd het koninkrijk van Dardanus en Erichthonius verdeeld, omdat terwijl Ilus koning werd van Ilium (Ilion), zijn broeder Assaracus koning bleef over de Dardaniërs.

Volgens sommigen was de vrouw van Ilus Euridice, volgens anderen Leucippe. Hij had een zoon, Laomedon, die na hem koning van Troje werd. Toen Laomedon koning van Troje was, werd hij beproefd door Apollo en Poseidon. Zij namen de gedaante van de sterfelijken aan en gingen Troje versterken in ruil voor een vergoeding. Maar toen het werk gedaan was wilde koning Laomedon, zoals eerder gezegd, de vergoeding niet uitbetalen. En Apollo zond een pestepidemie (zoals later ook in de Ilias) en Poseidon zond een zeemonster dat mensen van het land meesleurde (zoals ook later een zeemonster door Homeros wordt vermeld). Laomedon, toen al een koopman, was een schraperig man.

Het orakel voorspelde dat deze rampspoed zou eindigen indien Laomedon zijn dochter Hesione zou opofferen aan het zeemonster. En Laomedon, meer onderdanig aan het orakel dan aan zijn overeenkomst met de goden, gaf zijn dochter over aan het zeemonster, door haar aan de rotsen bij de zee vast te ketenen. Toen Heracles haar zag, beloofde hij haar te redden op voorwaarde dat Laomedon de merries, die Zeus had gegeven als compensatie voor de roof van Ganymedes, teruggeven zou. Nogmaals beloofde Laomedon het gevraagde te schenken, en Heracles doodde het monster en redde Hesione. Maar toen dat gebeurd was wilde Laomedon alweer niets teruggeven.

Om die reden begon Heracles een Trojaanse oorlog een generatie voor de welbekende Trojaanse oorlog, beschreven door Homeros. Heracles met o.a. Telamon, de vader van Ajax, viel dan Troje aan. Hij gebruikte 18 schepen met elk 50 roeiers, wat veel minder is dan het aantal in de Ilias vermeld bij de tweede Trojaanse oorlog. Na enige strijd werd de stad belegerd, en wat later trok Telamon de stad binnen. Na hem kwam Heracles, die Laomedon doodde, en zijn zonen, behalve de jonge Priamus, die daarna koning van Troje werd. De dochter van de koning, Hesione, werd aan Telamon gegeven. Zij werd de moeder van Teucer, die de leider werd van de Salaminiërs tegen Troje een generatie later. In Dardanië werd Assaracus opgevolgd door zijn zoon Capys, die aan het eind van de Trojaanse oorlog het volk aangeraden had het houten paard in zee te gooien. Capys is de vader van Anchises, die de vader is van Aeneas, de leider der Dardaniërs tijdens de Trojaanse oorlog. Aeneas wordt herinnerd als degene die bestemd was om te overleven en het Huis der Dardaniërs te redden van uitsterving. Immers Aenes ontvluchtte de vlammen van het geplunderde Troje en emigreerde naar Italië waar hij een koninkrijk stichtte dat Rome deed ontstaan, roemrucht als Byzantium. Ook om deze reden is het onwaarschijnlijk dat de oorsprong van Rome in Truva zou gelegen zijn, en is het meer evident dat het ging om Istanbul of Byzantium.

Edward Gibbon schrijft over Constantinopel hetvolgende. "..And Constantine was not insensible to the ambition of founding a city which might perpetuate the glory of his own name. During the late operations of the war against Licinius, he had sufficient opportunity to contemplate, both as a soldier and as a statesman, the incomparable position of Byzantium; and to observe how strongly it was guarded by nature against an hostile attack, whilst it was accessible on every side to the benefits of comercial intercourse. Many ages before Constantine, one of the most judicious historians of antiquity, Polybios, had described the advantages of a situation, from whence a feeble colony of Greeks derived the command the command of the sea, and the honours of a flourishing and independent republic... The winding channel through which the waters of the Euxine flow with a rapid and incessant course towards the Mediterranean, received the appellation of Bosphorus, a name not less celebrated in history, than in the fables of Antiquity". (e.g. Homer)

Ik merk hier terzijde nog op dat het overigens onmogelijk is dat de "Batrachomyomachia" of het satirische epos over een oorlog tussen muizen en kikvorsen, niet kan geschreven zijn door de schrijver van het zeer ernstige epos "Ilias" van Homeros. Waarschijnlijk betreft het een latere auteur welke Homeros parodieerde, en ook P. Scarron heeft in de Franse letteren een "Virgile travesti" geschreven, maar kan onmogelijk dan ook de auteur van de Aeneïs genoemd worden. Het is ook onmogelijk e.g. dat de tragedies van Sophocles zouden zijn geschreven door de toneelschrijver van de Oude Comedie Aristophanes. De "Muizen-Kikvorsenkrijg" gaat over de kikvorsenkoning Blaaskaak die Kruimeldief, de zoon van de muizenkoning, op zijn rug naar zijn woning wil brengen, maar Kruimeldief verdrinkt, en daarom verklaren de muizen de oorlog aan de kikkers, en een heroïsche strijd volgt. Volgens sommigen is het een werk van Homeros, maar volgens anderen is het een pseudo-Homerisch gedicht.

Overigens zegt E. Gibbon ook nog hetvolgende. Byzantium werd -656 gesticht door Byzas, de zoon van Neptunus. Byzantium had een onvergelijkbare ligging, zeer goed beveiligd tegen een vijandelijke aanval, terwijl aan elke zijde toegankelijk voor de handel. De Bosphorus, 16 mijl lang en 1,5 mijl breed, werd niet meer in de geschiedenis gehuldigd dan in de fabelen der Oudheid. Daar had Darius de plaats gekozen om de twee continenten te verbinden met een botenbrug. Volgens Herodotos graveerde hij in Griekse en Assyrische letters op twee marmeren pilaren de namen van de onderworpen naties. Later hebben de Byzantijnen deze pilaren naar Byzantium gebracht om ze te gebruiken voor de altaren van hun goden.

Wat verder ligt Scutari of Chrysopolis, te beschouwen als de Aziatische voorstad van Constantinopel. Bij de Propontis komt men voorbij Byzantium en Chalcedon. Chalcedon was enige jaren voor Byzantium door de Grieken gesticht, en als spreekwoordelijk werd sedertdien beschouwd de blindheid van de stichters van Chalcedon, die niet de voordelen inzagen van de tegenoverliggende kust. Zo ook kan men diegenen als blinden beschouwen die niet Istanbul maar Truva, dat geen haven kan gehad hebben, als het historische Troje beschouwen. De haven van Constantinopel, een arm van de Bosphorus, had sedert oude tijden de naam Gouden Hoorn, welke 7 mijl lang is. De toegang ervan kon afgesloten worden door een stevige ketting om de haven te beschermen tegen een vijandelijke vloot. Nergens is een vermelding gevonden door mij van een ketting welke de Bosphorus kon afsluiten, wat een mogelijkheid was geweest. In de verte, langs de Hellespont varende, kon men de altijd met sneeuw bedekte Olympus ontwaren. De Hellespont is 60 mijl lang en waar de breedte 500 passen bedraagt, bouwde Xerxes ooit een botenbrug om 1.700.000 soldaten over te brengen naar Europa (Herodotos). Homeros en Orpheus zegden dat de Hellespont breed was, maar dat is niet zo; het lijkt eerder een rivier, leidend via de Troad (het herkenningspunt der zeevaarders dat het de weg is naar Istanbul) naar Ilion/Troja.

Edward Gibbon zelf merkte op dat de criticus Mr. Wood, die de Hellespont had bezocht en Strabo had gelezen, in 'Observations of Homer' (p.340-341) Ilium en Alexandria Troas met elkaar heeft verward twee steden die 16 mijl van elkaar waren verwijderd (alweer een vergissing). De auteur van dit essay merkt op dat de criticus Wood zich dus heeft vergist, maar ook Gibbon vergiste zich waarschijnlijk; het ware Troje lag zoals aangetoond, aan de Bosphorus, waar een grote haven mogelijk is. Troje lag bovendien aan de voet van de berg Ida, terwijl normaliter een fort op een heuvel wordt gebouwd, niet er naast. Voordat keizer Constantijn Byzantium had uitverkoren tot zijn hoofdstad, had hij het plan om op de plaats van Ilium Recens zijn nieuwe hoofdstad te bouwen, omdat de Romeinen meenden af te stammen van de Trojaanse held Aeneas; het was een grote vlakte ten zuiden van Troje/Truva, bij het graf van Aiax, waar nog de restanten zijn van deze onderneming, de overblijfselen van onvoltooide muren en torens, die de aandacht trekken van eenieder die langs de Hellespont zeilt. Doch Constantinopel, gevormd door de natuur om het centrum en de hoofdstad te worden van elk groot rijk, was veel beter gelegen. E. Gibbon merkt op dat Zosimus deze ruine plaatst tussen Ilium en Alexandria Troas. Indien de keizer niet door een wonderbaarlijke droom was gewaarschuwd, zou hij dezelfde fout gemaakt hebben als vroeger de blinde Chalcedoniërs, die tegenover Byzantium Chalcedon hadden gesticht en die niet zagen dat aan de overkant van de Bosphorus een heel wat betere haven en nederzetting waren. De fout van Edward Gibbon was dat hij niet zag dat Ilium gelegen was aan de Bosphorus, wat mijn veronderstelling is. En een strategische plek mag niet door iedereen gekend zijn! De Troad is aldus te beschouwen als een herkenningspunt voor de zeevaarders, de waarschuwing dat men Troje via de Propontis en de Hellespont nadert. Troje is heden een Turkse stad, voormalige hoofdstad van het Ottomaanse Rijk, maar gesticht volgens de legende door de Grieken, en gedurende een millennium de hoofdstad van het Griekse keizerrijk. Er is volledigheidshalve niet alleen een Bosporus Thracius, of straat van Constantinopel, maar ook een Bosporus Cimmerius, straat van Jenikale aan de Krim (Maeotis Palus of Zee van Azov) in Scythë.

Met deze is aldus bewezen dat het een belangrijk militair conflict betrof te situeren nabij de strategisch gelegen stad, Byzantium, misschien oorspronkelijk de 'Zonnestad' (Ilios) genoemd, vermeld door e.g. Diodorus Siculus, hoger geciteerd.

Mijn mening over het Homerische vraagstuk, waarover onnoemelijk veel inkt is gevloeid, is als volgt. De taal van de Ilias wijst op een langdurige ontwikkeling van de Griekse taal, welke doorheen de verschillende zangen merkbaar is. Het dialect zou een kunstmatige menging zijn van verschillende gewesttalen, hoofdzakelijk Ionisch dialect; de oorspronkelijke zangen zouden in het Aeolisch zijn geschreven, wat echter niet voldoende kan worden bewezen. Somtijds komen in eenzelfde vers verschillende dialecten voor. Het is een archaische taal, niet als Byzantijns of hedendaagse gewesttaal (alhoewel bvb. de reeds geëvolueerd is tot de meer recente te bestempelen. De Alexandrijnse critici hebben getracht de oorspronkelijke tekst te herstellen, waarvoor zij over veel later verloren gegaan materiaal beschikten.

Zoals gezegd wijst de etymologie van de naam , wat betekent 'samenvoeger' er op dat de Ilias een samenvoeging is van verschillende legenden. Inderdaad, reeds Fried. Aug. Wolf in 1795 zegde in 'prolegomena ad Homerum' dat de Ilias en Odussea van meer dan één dichter afkomstig zijn, en later ziet men er een samenstelling in van verschillende dichters op verschillende tijdstippen van afzonderlijke kleine epen. Het epos is dan een geleidelijk werk van vele geslachten van dichters, en de definitieve vorm werd het werk gegeven door één geniaal dichter, Homeros, een samenstelling die volgens E. Bethe plaats vond in de 6e eeuw, bestemd niet voor recitatie door rhapsoden, maar bedoeld als leesboek. Een blinde Homeros kon onmogelijk 16.000 verzen onthouden, omdat hij niet lezen kon; misschien was hij niet blind, en kan de legende verklaard worden door de geciteerde tekst uit de Suda. Een rhapsode kan weliswaar korte zangen reciteren: de eerste zang van de Ilias bestaat e.g. uit twee rhapsodieën: 'de pest', en 'de wrok'. Evenals tijdens de Middeleeuwen was het best mogelijk dat rondtrekkende barden of aoiden talrijke sagen en lyrische balladen hebben gedicht, zoals de sagen van de Thebaanse, Argeïsche, Dorische en Attische kring, en over geheel Griekenland bekend was de tocht der Argonauten (een gevaarlijke dwaaltocht doorheen de Zwarte Zee naar Colchis, zoals het verhaal van Odysseus naar Ithaka), en de ('homerische') strijd om Ilion. Zeven steden in de Oudheid beweerden de vaderstad van Homeros te zijn, oa. Smyrna in Turkije en het eiland Chios, waar in historische tijden het geslacht der Homeriden leefde, dat beweerde van Homeros af te stammen. Het was een ziener, een profeet, en blind zijnde 'zag hij duidelijker het innerlijke wezen der waarheid en schoonheid'. Twee Alexandrijnse filologen, Xenoon en Hellanikos, lagen aan de basis van het Homerische vraagstuk; zij beweerden dat de twee epen van verschillende dichters afkomstig waren, de chorizontes of separatisten genoemd. Naar mijn mening zoals gezegd is de Ilias een samenstelling van verschillende verhalen van verschillende auteurs, bij elkaar gebracht door één auteur, Homeros. De chorizonten waren juist, doch ook de anderen waren juist wanneer ze beweerden dat de twee epen van één enkel dichter waren. De Alexandrijnse bibliotheek wist meer over deze zaak, doch deze is niet meer bestaande.

De legende plaatst Homeros in de 9de of 8e eeuw v.C., en de legendetoon, de primitieve levenswijze der koningen, voorwerpen wijzen op een archaïsche tijd, geheel in overeenstemming met de historische stof, de val van Troje in -1270 volgens Herodotus, eeuwen lang bewerkt met een definitieve redactie volgens E. Bethe in de 6e eeuw v.C., alhoewel het ook van de tijd van Callimachus en vooral Zenodotus, de eerste critische uitgever van Homerus, kan wezen. Daar werd immers de collatie der manuscripten gedaan, men atheteerde en emendeerde, men stelde samen ten slotte, zoals 'Homeros', de 'samensteller' volgens de etymologische betekenis van de naam, en het is mogelijk dat ging om Zenodotus zelve. Alexandrië was een middelpunt van de wereldhandel in de Hellenistische tijden, zoals Byzantium in latere tijden.

Men zou kunnen concluderen dat de Ilias een Turks werk zou zijn geweest. Dat is niet zo. En volgens Ziya Gök Alp is "het boek van Dede Korkut" de Ilias van de Turken. Dat handelt over verhalen over de dynastieën van de Oghuz Turkse stammen die zich in de achtste eeuw in Centraal-Azië hadden gevestigd; in de 9e en 10e eeuw n.C. migreerden de Oghuz westwaarts, vanuit de streek van het Altaï gebergte en het Baikal meer naar de landen tussen de Syr Darja (Jaxartes) en de Amu Darja (Oxus) - het Aral meer bestaat echter heden niet meer - en ten oosten van de Kaspische Zee, waar ze onder invloed kwamen van de islam. De verhalen refereren echter naar de oudste religie van de Turken, het shamanisme, toen zij met hun kudden van de weiden tijdens de zomer trokken naar hun verblijven tijdens de winter. Hoofd van de Oghuz was de grote Khan. Hun tenten waren van hout met huiden overspannen en in de vorm van een bijenkorf. Dede Korkut was een waarzegger, hogepriester en bard van de Oghuz Turken. Dede betekent in het Turks heden nog altijd 'grootvader' en wordt gebruikt voor volksheiligen e.a. Hij speelde op de luit (kopuz), instrument waarvan hij de uitvinder was. Dede Korkut zou 295 jaren oud zijn geworden. Hij werd ooit als gezant naar de profeet gezonden, werd moslim en was raadgever bij de Khan. Er is een spreekwoord onder Kazachen en Kirgiezen dat zegt: "Graaf niet naar het graf van Dede Korkut", wat betekent: "verlies niet uw tijd door het onmogelijke te willen doen". Doch in Kazachstan is er een graf in de buurt van de stad Khorkhut te vinden van Korkut. Men zal nooit precies weten wie het legendenboek heeft samengesteld, zoals men ook nooit zal weten wie Homeros eigenlijk was. Doch er bestaat in Zuid-Rusland een treinstation met de naam Dede Korkut. Het verhaal van 'rollend oog' of Tepegöz bevat enige elementen welke men ook terugvindt in het verhaal van de eenogige Polyphemos in de Odysseia van Homeros. De taal van "Dede Korkut" lijkt op een Turks dialect van Azerbajdzjan, Azeri, 14e eeuw. De oorsprong van de tekst lijkt te verwijzen naar de tijd toen de Azeri en Ottomaans nog gescheiden dialecten waren. Sommige plaatsen vernoemd in de verhalen zijn even raadselachtig als Camelot en Atlantis. In het hoofdstuk "de wijsheid van Dede Korkut" citeer ik hier hetvolgende. "Omstreeks de tijd van de profeet, vrede zij met hem, verscheen in de Bayat stam een man genaamd Korkut Ata. Hij was de laatste waarzegger van de Oghuz. Wat hij ook zegde, het gebeurde... Korkut Ata zegde: 'In de nabije toekomst zal de heerschappij overgaan naar de Kayi en niemand zal het hen nog ontroven, totdat de tijd eindigt en de verrijzenis komt.' Waarover hij sprak was het Huis van Osman, en zie, het duurt nog steeds voort."

(boek vertaald door D. Phil. Geoffrey Lewis.)

Een zeer belangrijk punt in het Homerische vraagstuk dat ik alhier uitgebreider zal bespreken is het Oudgriekse schrift, de taal van Homeros. In de 9e eeuw v.C. was er nog geen Grieks schrift immers, en zonder schrift zijn deze lang uitweidende epen ondenkbaar. Onderzoeken we dan de oorsprong en ontwikkeling van het Oudgriekse schrift. Zonder twijfel is het Griekse alfabet van Fenicische oorsprong. Herodotus noemde de letters 'phoinikeia grammata', dus Fenicische letters. De Griekens schrijven de invoering van het alfabet toe aan Cadmus, de legendarische stichter van Thebe, die 16 letters zou meegenomen hebben uit Fenicië; later zou Palamedes er 4 aan toegevoegd hebben tijdens de Trojaanse oorlog, en de dichter Simonides van Ceos zou er nog 4 andere aan hebben toegevoegd. De oudste inscripties, deze van de beker van het Dipylon van Athene, de vazen van de berg Hymettus, de scherven van Corinthe dateren van de VIIIe eeuw voor Christus. Dientengevolge lijkt het aannemelijk dat de ontlening door de Grieken van het Fenicisch alfabet en de aanpassing ervan aan de Griekse taal plaats had einde IIe millennium of begin Ie millennium.

Sommige auteurs stellen dat deze ontlening door de Grieken van de Feniciërs gebeurde in de XVe eeuw v.C., volgens anderen echter was dat eind VIIIe eeuw. B.L. Ullman verkiest het einde van de Myceense periode of die van de Dorische invasies, einde IIe millennium. Homeros schreef in een conventionele literaire taal in het oud-Ionisch, taal van de Kleinaziatische kust en de eilanden, vermengd met Aeolisch (gesproken in Noord-Klein-Azië, waar zich de Troas bevindt) en Arcadisch, in de dactylische hexameter; er zijn ook vormen die tot geen enkel dialect behoren, misschien van naar Klein-Azië gevluchte Achaeërs. Hij gebruikte stereotypen, epitheta en Homerische vergelijkingen in bijna duistere Oudgriekse dialecten, wijzend op de hoge ouderdom van de epische stof, waarschijnlijk later bewerkt en samengesteld door een Alexandrijns filoloog.

De aanpassing gebeurde niet in één maal, doch na een aantal regionale pogingen. In het begin vindt men een groot aantal lokale alfabetten welke men rangschikken kan in archaïsche alfabetten (Thera, Melos), oriëntaalse (Asia minor en eilanden, Cycladen, Attica, Megara, Corinthe, Argos, Ionische kolonies in Sicilië en Italië) en westerse (Euboea, continentaal Griekenland, niet-Ionische kolonies). De unificatie geschiedde in de IVe eeuw met het kiezen van het oriëntaalse alfabet van Milete, dat Ionisch was, als standaard, nadat Athene officieel had geoordeeld in -403 dat deze variant werd aangenomen ter vervanging van het lokale schrift. De eerste inscripties werden van rechts naar links geschreven, en soms in boustrophedon; na -500 wordt er steeds van links naar rechts geschreven. Het Griekse alfabet van de IVe eeuw was dus samengesteld uit 24 letters, klinkers en medeklinkers; de invoering van klinkers was een uitvinding waardoor het Griekse alfabet de oorsprong werd van alle moderne Europese alfabetten. Over de oorsprong van de notatie van de klinkers tast men nog altijd in het duister. Er ontstond vanaf de Hellenistische tijd het boekenschrift (libraria) of de Griekse onciaal, het kanselarijschrift en het cursieve documentenschrift. De Griekse libraria minuskel van de IXe eeuw wordt heden nog gebruikt, en werd vastgelegd in de drukletter. De majuskel werd hoofdletter. De spiritus lenis en asper werden slechts geregeld gebruikt sedert de Byzantijnse tijden. Een hedendaagse schooluitgave van Homeros, de Ilias, heeft de Griekse minuskel met ook de Byzantijnse kenmerken spiritus lenis en asper. Het is dus een Byzantijnse bewerking van een werk afkomstig van Zenodotus die werken waarschijnlijk ook nog in het boustrophedon bewerkte tot het Ionisch van Milete, met aandacht voor het Homerisch taaleigen. Ook volgens de Suda was Homeros een rhapsode van gezangen, welke in later tijden werden samengebracht door een 'verzamelaar' (, wat de eigenlijke betekenis van de naam Homerus, naar mijn mening, en dat was de Alexandrijn Zenodotus. Was Homeros blind geweest, dan had hij wel niet zijn gezangen kunnen neerschrijven, braille bestond toen niet, doch volgens de Suda was de betekenis ervan dat hij eerder een 'ziener' was, een beschouwend man die niet de slaaf was van zijn verlangens, zoals hoger geciteerd, en eerder een oog had voor geestelijke en culturele waarden. Overigens is het waarschijnlijk dat de oorspronkelijke betekenis van Ilion 'Zonnestad' is geweest.

Zoersel, december 2010.

_________________________________________________________________________

bibliografie:

M.C. Howatson and I. Chilvers: Oxford concise companion to Classical Literature

C.W. Ceram: Goden, graven en geleerden

dr. ant. Verboven: Geschiedenis van de Griekse letterkunde

F. Van Ommeslaeghe: Homerus; uit de Ilias

A. Geerebaert, K. Van de Vorst: Beginselen der Griekse spraakkunst (taaleigen Homeros)

drs. Hus: Grammatica Grieks

prof. dr. G.J.M. Bartelink: woordenboek Grieks/Nederlands

The book of Dede Korkut, translated with introduction and notes by G. Lewis

P.E. Cleator: Wat de aarde bewaarde

Diodorus Siculus: , translation C.H. Oldfather

Malcolm Heath: Some grammarians, rhetoricians and sophists from the Suda

Edward Gibbon: The history of the decline and fall of the Roman Empire

Justus Perthes: Atlas Antiquus

Plinius de Oudere: Naturalis historia

De Agostini: La storia

I.J. Wilkens: Where Troy stood

C.J. De Graeve: République des Champs Elysées

dr. Jan van Gelder: Homeros Ilias

René Guerdan: Byzantium

M. Kaplan: Het goud van Byzantium

www.livius.org

www.wiki.phantis.com

www.bmcr.brynmawr.edu/2009/2009-01-41.html

www.mediterranees.net/voyageurs/hanno/troie

PAGE

1