De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden...

60
Occasional Studies Volume 15 - 1 De woningmarkt in de grote steden

Transcript of De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden...

Page 1: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

Occasional StudiesVolume 15 - 1

De woningmarkt in de grote steden

Page 2: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

De woningmarkt in de grote steden

©2017 De Nederlandsche Bank N.V.

Auteurs

Melanie Hekwolter of Hekhuis, Rob Nijskens en Willem Heeringa.

Met de serie ‘Occasional Studies’ beoogt De Nederlandsche Bank inzicht te

verschaffen in beleids matige en analytische vraagstukken op voor DNB

relevante gebieden. De tot uitdrukking gebrachte zienswijzen zijn voor

rekening van de auteurs en komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de

officiële standpunten van De Nederlandsche Bank.

Redactiecommissie

Jakob de Haan (voorzitter), Lieneke Jansen (secretaris).

Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt

door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook en

evenmin in een retrieval system opgeslagen worden, zonder voorafgaande

schriftelijke toestemming van De Nederlandsche Bank.

De Nederlandsche Bank N.V.

Postbus 98

1000 AB Amsterdam

Internet: www.dnb.nl

Email: [email protected]

Page 3: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

De woningmarkt in de grote steden

Melanie Hekwolter of Hekhuis, Rob Nijskens en Willem Heeringa

Page 4: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke
Page 5: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

Inhoud

Samenvatting 7

1 Inleiding 12

2 De prijsontwikkelingen op de woningmarkt in de grote steden ontleed 16

2.1 Tekenen van oververhitting op de huizenmarkt in de grote steden 16

2.2 Vooralsnog geen aanwijzingen voor een kredietgedreven zeepbel 19

3 Verschillen tussen de grote steden en de rest van Nederland 26

3.1 De vraag naar woningen 26

3.2 Het aanbod van woningen 36

4 Driedeling op de woningmarkt 51

5 Beleidsaanbevelingen 54

Referenties 56

Page 6: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke
Page 7: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

7

Samenvatting

Het herstel van de Nederlandse woningmarkt gaat gepaard met aanzienlijke regionale verschillen. In grote steden als Amsterdam, Den Haag, Utrecht en Rotterdam, maar ook in middelgrote steden als Groningen en Eindhoven stijgen de huizenprijzen sterker dan in de rest van Nederland. De woningmarktdynamiek verschilt bovendien tussen de steden onderling. Wat vormt hiervoor de verklaring? Zijn de steden een voorbode voor de rest van het land? Deze studie concludeert dat de huizenmarkt in grote steden weliswaar tekenen van oververhitting vertoont, maar dat vooralsnog geen sprake is van een kredietgedreven zeepbel. De sterke huizenprijsstijging in de steden is vooral een beprijzing van schaarste, waarbij inbreng van eigen geld een steeds belangrijkere rol speelt. De structurele trek naar de steden zorgt voor een groeiende vraag naar stedelijke woningen, waar het aanbod geen gelijke tred mee kan houden. Hierdoor ontstaat een tekort aan betaalbare woningen, voornamelijk in de vrije huursector, waardoor middeninkomens in de knel komen. Het aanbod in de vrije huursector groeit slechts mondjesmaat door planologische restricties die nieuwbouw beperken, een gebrek aan plan- en bouwcapaciteit en het ontbreken van de juiste prikkels bij gemeenten en woningcorporaties. De rijksoverheid kan gemeenten en corporaties meer stimuleren om het aanbod in de vrije huursector te vergroten.

Hoewel de woningmarkt in grote steden tekenen van oververhitting

vertoont, zijn er vooralsnog geen sterke aanwijzingen voor een krediet-

gedreven zeepbel. Huizenprijzen stijgen in de grote steden sterker dan in de

rest van het land. Bovendien worden woningen er sneller en vaker boven

de vraagprijs verkocht, soms zelfs zonder voorbehoud van financiering of

Page 8: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

8 een bouwtechnische keuring. Dit wijst op oververhitting. De hypothecaire

kredietgroei zwakt in de steden echter juist af: kopers financieren de

aankoop van een eigen woning in toenemende mate met eigen geld.

De sterke prijsstijgingen in de steden zijn vooral het gevolg van de structurele

trek naar de stad, en dus geen voorbode voor het hele land. Met name

hoogopgeleide jongeren trekken naar de stad vanwege het diverse en

hoogwaardige aanbod van onderwijsinstellingen, werkgelegenheid,

cultuur en recreatie. Dit is een mondiaal fenomeen. Waar de bijzondere

aantrekkingskracht van steden voorheen echter was voorbehouden aan

metropolen als New York, Parijs en Londen, zijn ook Nederlandse steden

als Amsterdam, Eindhoven en Rotterdam populair geworden. Gezinnen

trekken daarentegen juist de stad uit, op zoek naar ruimte en betaalbare

woningen. De woningmarkt in omliggende gemeenten profiteert hier van.

Perifere gebieden betalen de prijs voor de toegenomen populariteit van

de steden: vanwege het gebrek aan economisch perspectief trekken

jongeren daar juist weg en raakt de woningmarkt er in het slop. Daarmee

is sprake van een driedeling op de woningmarkt: oververhitting in de grote

steden, een aantrekkende woningmarkt in omliggende gemeenten en een

achterblijvende woningmarkt in de periferie.

Gebrek aan plan- en bouwcapaciteit en planologische restricties

belemmeren nieuwbouw in en rond de steden. Naast een structurele trek

naar de steden is ook sprake van inhaalvraag na de crisis, gestuwd door de

lage rente. Veel gemeenten en bouwbedrijven hebben na de crisis echter

hun plan- en bouwcapaciteit teruggeschroefd, waardoor ze nu niet snel

kunnen inspelen op de toegenomen vraag. Bovendien zet de zogenoemde

'Ladder voor Duurzame Verstedelijking' ertoe aan om eerst binnen bestaand

stedelijk gebied te bouwen. In de binnenstad is echter notoir weinig ruimte,

en binnenstedelijk bouwen is ingewikkelder dan bouwen buiten de stad.

Page 9: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

9Door de dichtere bebouwing is er meer aanleiding voor bezwaren van

omwonenden, zijn bestemmingsplannen stringenter en welstandseisen

hoger. Dit leidt tot vertraging.

De woningmarkt verschilt ook tussen de grote steden. In met name

Amsterdam verlopen biedingsprocessen zorgelijk: kopers bieden tegen elkaar

op en nemen soms risico’s door af te zien van financiële of bouwkundige

voorbehouden. En hoewel toenemende belangstelling van particuliere

beleggers bestaat voor huurwoningen (buy-to-let), worden vooral

Amsterdamse woningen in toenemende mate kortstondig verhuurd aan

toeristen via onder andere Airbnb. Dit leidt niet alleen tot concurrentie met

reguliere koop en huur, maar zet ook de leefbaarheid in Amsterdam onder

druk; andere steden hebben hier minder last van. Voor alle vier de grote

steden is het behouden van de leefbaarheid van de stad een belangrijke

doelstelling. Zij streven naar een ongedeelde stad. Een belangrijk instrument

hiervoor is het ontwikkelen van een basisvoorraad van sociale, betaalbare

huurwoningen. De grote steden kennen verschillende knelpunten bij het

uitbreiden van het aanbod van woningen binnen de stad. Amsterdam

en Utrecht hebben bijvoorbeeld een klassieke binnenstad, met weinig

onbebouwde ruimte en beperkte mogelijkheden voor hoogbouw.

In Rotterdam is juist veel potentieel voor hoogbouw en verdichting:

zo kunnen voormalige haventerreinen voor wonen worden bestemd.

Transformatie kan ook helpen het woningaanbod te vergroten: in Den Haag

worden bijvoorbeeld voormalige panden van ministeries omgevormd tot

woningcomplexen. Uitbreiding van Den Haag wordt wel bemoeilijkt door de

ligging aan de kust, die een natuurlijke barrière vormt. De verschillen tussen

de steden hebben hun weerslag op de regionale dynamiek in de woningmarkt.

Vanuit Amsterdam en Utrecht trekken gezinnen relatief vaak weg om in één

van de omliggende gemeenten te gaan wonen. In Rotterdam en Den Haag

kiezen gezinnen echter vaak voor aantrekkelijke wijken binnen de stad.

Page 10: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

10 Er is een tekort aan vrije sector-huurwoningen in de steden, waardoor

middeninkomens tussen wal en schip vallen. De flexibilisering van de

arbeidsmarkt en de verlaging van de maximale lening ten opzichte van de

woningwaarde zorgen voor een toenemende vraag naar huurwoningen.

Het aanbod in de vrije huursector sluit hier niet goed op aan. Dit raakt

vooral de middeninkomens: zij kunnen moeilijker een koopwoning vinden

en komen niet in aanmerking voor een sociale huurwoning, en worden dus

min of meer gedwongen de stad uit te trekken. Een groter middensegment

in de vrije huursector vormt de sleutel om de woningmarkt te verlossen van

onevenwichtigheden en beter toe te rusten op een arbeidsmarkt die – mede

door de globalisering – steeds flexibeler wordt.

Gemeenten en woningcorporaties ontberen de juiste prikkels om de vrije

huursector te ontwikkelen. Gemeenten zijn financieel afhankelijk van

de opbrengsten uit grondexploitatie. Ze krijgen hierdoor een prikkel om

koopwoningen te bouwen, aangezien die een hogere grondprijs opleveren

dan vergelijkbare huurwoningen. Dit komt vooral doordat koopwoningen

worden gesubsidieerd via de hypotheekrenteaftrek en huurwoningen in de

vrije sector niet. Woningcorporaties worden geacht zich te concentreren op

hun kerntaak: het zorgen voor betaalbare huurwoningen voor mensen met

een smalle beurs. Hoewel de rijksoverheid woningcorporaties aanspoort

duurdere huurwoningen te verkopen om daarmee het aanbod in de vrije

sector te vergroten, is dat niet altijd in het belang van de corporaties.

Corporaties kunnen de inkomsten uit de verhuur van duurdere huurwoningen

immers gebruiken om de verhuurderheffing over minder renderende sociale

huurwoningen te kunnen betalen.

Page 11: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

11De rijksoverheid kan gemeenten en de corporaties meer prikkels geven om

het vrije segment op de huurmarkt te ontwikkelen. Een versnelde afbouw

van de hypotheekrenteaftrek maakt het aantrekkelijker voor gemeenten om

huurwoningen in de vrije sector te bouwen. Daarnaast kan de rijksoverheid

met gemeenten prestatieafspraken maken om een minimumpercentage

middeldure huurwoningen op te nemen in bestemmingsplannen. Om de

bouw hiervan rendabel te maken dienen zij passende grondprijzen te

hanteren. Gemeenten zullen (in ruil voor lagere grondprijzen) dan wel

afspraken moeten maken met verhuurders over verhuur voor de lange

termijn, om te voorkomen dat de huurwoningen snel weer verkocht worden

als koopwoning. Woningcorporaties kunnen bijdragen aan een groter

aanbod in het vrije huursegment door woningen opnieuw te waarderen op

basis van kwaliteit. Huurwoningen met een relatief hoge kwaliteit kunnen zij

dan verhuren in het middensegment van de vrije sector.

Page 12: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

12 De Nederlandse huizenmarkt vertoont een sterk herstel sinds de crisis.

De prijzen zijn sinds het dieptepunt in 2013 met ruim 16% gestegen.

Het aantal transacties per jaar is toegenomen van 100.000 in 2013 naar

215.000 in 2016. Ondanks het sterke herstel lag het prijsniveau in maart 2017

volgens het CBS in heel Nederland nog altijd bijna 9% lager dan ten tijde van

de piek in augustus 2008.

De verschillen in prijsontwikkeling tussen de grote steden en de rest van

Nederland zijn groot. Grafiek 1 laat zien dat de huizenprijzen in de vier

grote steden sterker zijn gestegen dan in de rest van Nederland. Ook het

transactieniveau herstelde sneller in de steden. De huizenprijzen liggen in

Amsterdam, Rotterdam en Utrecht alweer hoger dan voor de crisis.

Ook in het buitenland zijn de prijzen in de grote steden na de crisis veel

sneller gestegen dan in de rest van het land. De stijging van de prijzen is daar

vaak nog groter dan in de grote steden in Nederland (grafiek 2). Zo zijn de

huizenprijzen in Londen sinds 2013 gemiddeld met 12% per jaar gestegen,

en de huizenprijzen in het VK als geheel met 7%. China vormt het meest

extreme voorbeeld: in China zijn de huizenprijzen sinds 2013 jaarlijks zo’n

3% gestegen, terwijl ze in Beijing ruim vijf keer zo snel stegen.

1 Inleiding

Page 13: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

13Grafiek 1 Regionale huizenprijsontwikkeling sinds dieptepunt crisisProcentuele mutatie vanaf prijsniveau 2008.

Toelichting: de prijsontwikkeling in deze grafiek is weergegeven in percentages van het niveau in 2008, om een eerlijke vergelijking te kunnen maken tussen de twee beschouwde perioden. De gebruikte prijsindex bevat zowel verkochte als niet-verkochte woningen.

Prijsontwikkeling 2008K3-2013K2

Prijsontwikkeling 2013K2-2017K1

-30% -10%-20% 0% 10% 20% 30% 40%

Zeeland

Gelderland

Drenthe

Overijssel

Friesland

Noord-Brabant

Groningen

Limburg

Flevoland

Zuid-Holland

Utrecht (provincie)

Noord-Holland

Den Haag

Rotterdam

Utrecht

Amsterdam

Nederland

Bron: CBS Prijsindex bestaande koopwoningen.

Page 14: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

14 Grafiek 2 Jaarlijkse huizenprijsstijging in geselecteerde steden en landenGemiddelde jaarlijkse huizenprijsstijging over de afgelopen 3 jaar.

Totaal

Steden

0% 5% 10% 15% 20%

Bron: Nationale centrale banken en statistische bureaus.

Toelichting: het laatste peilmoment betreft het derde kwartaal van 2016 (Australië), het vierde kwartaal van 2016 (Canada, China, Duitsland, Verenigd Koninkrijk) of het eerste kwartaal van 2017 (Nederland, Verenigde Staten), a�ankelijk van de beschikbaarheid van de cijfers.

China

Canada

Verenigd Koninkrijk

Australië

Nederland

Verenigde Staten

Duitsland Berlijn

Sydney

Vancouver

Beijing

London

Amsterdam

San Francisco

Page 15: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

15In deze studie onderzoeken we waarom de prijzen in de vier grootste steden

van Nederland zo snel zijn gestegen en of deze prijsstijgingen een voorbode

vormen voor de rest van het land. We gaan eerst in op eventuele financiële

stabiliteitsrisico’s: is sprake van een kredietgefinancierde zeepbel in de

steden? Vervolgens onderzoeken we of de krapte op de woningmarkt in de

steden over kan slaan naar de rest van het land, door de verschillen in vraag

en aanbod tussen de grote steden en de rest van Nederland te analyseren.

Daarbij komen ook de gevolgen van de toenemende globalisering en

flexibilisering van de arbeidsmarkt aan de orde, evenals verschillen tussen

de grote steden onderling en ervaringen in het buitenland. We zetten

uiteen welke gevolgen de stijgende prijzen hebben voor de positie van de

middeninkomens, en de verschillen tussen huurders en kopers. Om een

goed beeld te kunnen vormen van deze ontwikkelingen hebben we

gesprekken gevoerd met verschillende woningmarktexperts, wethouders en

makelaarsverenigingen.¹ Op basis van de inzichten uit deze studie doen we

tot slot aanbevelingen voor beleidsmaatregelen.

1 Voor deze studie is gesproken met de Gemeente Amsterdam, Gemeente Den Haag,

Gemeente Rotterdam, Gemeente Utrecht, Ministerie van Binnenlandse Zaken en

Koninkrijksrelaties, Centraal Planbureau, Nederlandse Vereniging van Makelaars,

Makelaarsvereniging Amsterdam, ABN Amro, Rabobank, IVBN, Bouwend Nederland,

NEPROM, NVB-Bouw, ABF Research, Calcasa, enkele hoogleraren en onafhankelijke

woningmarktexperts. Wij danken de gesprekspartners voor hun medewerking en nuttige

inzichten.

Page 16: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

16

2 De prijsontwikkeling en op de woningmarkt in de grote steden ontleed

2.1 Tekenen van oververhitting op de huizenmarkt in de grote steden

Welke indicatoren gebruiken we om oververhitting te duiden?

De verhouding tussen prijzen en inkomen, en die tussen prijzen en huren,

worden vaak gebruikt als maatstaven om de prijsontwikkeling en de mate

van oververhitting te duiden.² De prijs-inkomenratio is een maatstaf voor

betaalbaarheid: als de woningprijzen harder stijgen dan de inkomens van

huizenkopers, worden woningen bij een gegeven renteniveau minder

betaalbaar en zal het aantal potentiële kopers slinken. De prijs-huurratio is,

bij een gegeven rente, een maatstaf voor de mate van evenwicht tussen

koop- en huurwoningen. Dit evenwicht zou tot stand moeten komen door

arbitrage: als de woningprijzen veel sterker stijgen dan de huren, zullen

potentiële huizenkopers eerder gaan huren in plaats van kopen.

Deze maatstaven nemen de invloed van de rente niet volledig mee.

De rente beïnvloedt namelijk zowel de prijs als de financieringslasten

van woningen: bij een lagere hypotheekrente stijgt de prijs, maar dalen

de financieringslasten. De prijs-inkomen- en prijs-huurratio’s geven

wel het effect van de rente op de prijzen weer, maar niet het effect op

financieringslasten (Himmelberg et al., 2005). Uit eigen berekeningen blijkt

echter dat de financieringslasten de afgelopen jaren een vergelijkbaar

patroon volgden als de prijs-inkomenratio. De lasten liggen zelfs momenteel

nog iets lager dan het pre-crisis niveau, zowel in de grote steden als in

Nederland als geheel.

2 Zie bijvoorbeeld ECB (2011, 2015), ESRB (2015) en IMF (2016).

Page 17: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

17Naast prijsmaatstaven kunnen daarom transactiegerelateerde indicatoren

helpen om de mate van oververhitting te duiden. Oververhitting is het

gevolg van toenemende krapte op de woningmarkt: als meer woningen

verkocht worden dan nieuw worden aangeboden, daalt het aanbod, hebben

potentiële huizenkopers steeds minder keus en wordt de woningmarkt

dus krapper. Dit leidt tot opwaartse druk op de prijzen. Daarnaast speelt

de tijd die een woning te koop staat een rol: als woningen steeds sneller

verkocht worden, kan dit duiden op oververhitting. Tot slot is de verhouding

tussen de transactieprijs en de vraagprijs een belangrijke indicator. Wanneer

verkoopprijzen structureel hoger liggen dan vraagprijzen, kan dit duiden op

een oververhitte woningmarkt.

In hoeverre is sprake van oververhitting?

De transactiegerelateerde indicatoren laten zien dat de woningmarkt in

de grote steden tekenen van oververhitting vertoont. De woningmarkt in

de grote steden is een echte verkopersmarkt: de vraag is groter dan het

aanbod. De verhouding tussen het aantal transacties en het aantal te koop

staande woningen in een kwartaal overstijgt in de steden het gemiddelde

van voor de crisis (grafiek 3a). In sommige steden is de tijd dat een woning

te koop staat gehalveerd ten opzichte van het pre-crisis gemiddelde

(grafiek 3b). De woningmarkt in de steden is daarmee aanmerkelijk krapper

geworden: er staan inmiddels 30% minder woningen te koop in de steden

dan gemiddeld in de periode voor de crisis (2000-2008). Daarnaast worden

woningen momenteel veel vaker boven de vraagprijs verkocht dan vlak voor

de crisis, vooral in Amsterdam (58% van de transacties) en Utrecht (46%)

(grafiek 3c). Ook in middelgrote steden, zoals Groningen en Eindhoven,

wordt de woningmarkt snel krapper. In de rest van Nederland is deze krapte

nog niet te zien: er staan nog 7,5% meer woningen te koop dan voor 2008,

en woningen worden niet zo snel en minder vaak boven de vraagprijs

verkocht als in de steden.

Page 18: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

18

Ook signaleren makelaars dat er in de grote steden vaker woningen worden

gekocht zonder voorbehoud van financiering of een bouwtechnische

keuring, wat risico’s met zich mee kan brengen. De grote concurrentie

op de woningmarkt in de steden kan kopers ertoe aanzetten af te zien

van een voorbehoud van financiering en/of een bouwtechnische keuring.

Uit een enquête onder NVM-makelaars blijkt dat in de tweede helft

van 2016 in Amsterdam 45% van de woningen werd verkocht zonder

financieringsvoorbehoud; in heel Nederland was dit 12%. Kopers hebben

nog wel drie dagen wettelijke bedenktijd na het sluiten van een voorlopige

Grafiek 3 Indicatoren voor oververhitting op de Nederlandse huizenmarkt

Gemiddelde pre-crisis

Situatie 2016K4 Bron: CBS, NVM.

Toelichting: de prijzen voor prijs/inkomen (3d) en prijs/huur (3e) zijn voor alle bestaande koopwoningen, verkocht en niet-verkocht. Inkomen is gemiddeld besteedbaar inkomen. Vraag- en verkoopprijzen (3c) betre�en alleen verkochte woningen. Huren (3e) betre�en nieuw verhuurde woningen in de vrije sector. De gemiddelde niveaus voor de crisis beslaan de perioden 2007K1-2008K3 (woningverkopen en aanbod, 3a, 3b), 2006K1-2008K3 (vraagprijzen, 3c), 1995K1-2008K3 (prijs/inkomen, 3d) en 2000K1-2008K3 (prijs/huur, 3e).

0 0,5 1 1,5 2 2,5 0 10050 150 0% 30% 60% 0 10 200 5 10 15

Nederland

Amsterdam

Den Haag

Rotterdam

Utrecht

Transactiegerelateerde indicatoren Prijsindicatoren

3a #verkocht/#te koop

3b verkooptijd

(dagen)

3c % verkocht

boven de vraagprijs

3d prijs/inkomen

3e prijs/huur

Page 19: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

19koopovereenkomst. Binnen deze termijn kan zonder opgaaf van reden

van de koop worden afgezien, ook als geen enkel voorbehoud is gemaakt.

Na deze periode loopt een koper zonder financieringsvoorbehoud echter

risico op een boete als hij of zij het beoogde koophuis toch niet kan

financieren. Een koper die afziet van een bouwtechnische keuring kan de

transactie na de wettelijke bedenktijd niet meer annuleren, als de staat van

de gekochte woning toch niet blijkt te zijn zoals verwacht.

De prijs-inkomen- en prijs-huurverhoudingen bevestigen dat sprake is van

oververhitting op de woningmarkt in de grote steden. In de grote steden

ligt de verhouding tussen prijs en inkomen boven het pre-crisisgemiddelde,

wat het sterkst zichtbaar is in Amsterdam en Utrecht (grafiek 3d); in de rest

van Nederland is dit niveau nog niet bereikt. De sterk gedaalde hypotheek-

rente speelt hierbij een rol. Daarnaast valt op dat de prijs-huurratio in veel

grote steden tot boven het niveau van voor de crisis is gestegen (grafiek 3e).

Dit wijst erop dat de prijzen van koopwoningen sneller stijgen dan de huren in

de vrije sector.

2.2 Vooralsnog geen aanwijzingen voor een kredietgedreven zeepbelOndanks de aanscherping van de inkomensnormen kunnen huishoudens

nu meer lenen dan voor de crisis, wat de vraag naar woningen versterkt.

Voor huishoudens die in 2008 een bruto inkomen hadden van 50.000 euro

ligt de maximale hypotheeksom op dit moment bijna 4% hoger dan in

2008 (DNB, 2016). De lage rente en de groei van de inkomens vergroten de

financieringsruimte, waardoor de vraag naar woningen toeneemt. Bovendien

maakt de lage rente het aantrekkelijk om te verhuizen; bij verhuizing kan

men immers profiteren van de lage rente door de bestaande hypotheek

boetevrij af te lossen en een nieuwe hypotheek af te sluiten tegen een

lagere rente.

Page 20: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

20 Het traditioneel sterke verband tussen hypothecaire kredietgroei en

huizenprijzen is in de steden echter enigszins op losse schroeven komen

te staan. Uit grafiek 4 blijkt dat de totale Nederlandse hypotheekschuld

sinds 2013 licht is gestegen. Ook in de vier grote steden stijgen vanaf 2013

aanvankelijk zowel de huizenprijzen als de hypotheekschuld. Vanaf begin

2016 lijkt echter een ontkoppeling plaats te vinden: waar de woningprijzen

blijven stijgen, zwakt de groei van de hypotheekschuld in de grote steden

af. Dit heeft deels te maken met vrijwillige aflossingen, die aantrekkelijk zijn

vanwege de huidige lage rente. In de periode 2013-2016 is dan ook in totaal

zo’n €55 miljard extra afgelost. Wanneer we hiervoor corrigeren blijft het

beeld in de grote steden echter hetzelfde: de huizenprijzen stijgen sterk,

terwijl de hypothecaire kredietgroei beperkt blijft.

In de grote steden brengen huizenkopers meer eigen geld in bij de aankoop

van een huis. Uit gesprekken met experts blijkt dat het in Amsterdam

niet ongewoon is dat kopers €50.000 tot €70.000 aan eigen geld

inbrengen. Onderzoek door het Kadaster laat daarnaast zien dat het

aandeel woningtransacties zonder hypotheekinschrijving in Nederland

is verdubbeld van 8% in 2008 naar 16% in 2016. Vooral in de grote steden

worden vaak woningen zonder hypotheekinschrijving gekocht. Zo wordt

in Amsterdam sinds 2013 gemiddeld ruim een kwart van de transacties

gefinancierd zonder hypotheek. De verruimde schenkingsvrijstelling voor

de aankoop van een huis of de aflossing van een hypotheekschuld, die tot

eind 2014 gold, heeft hieraan bijgedragen.³ Het aantal starters dat een

woning kocht zonder hypotheekinschrijving kende een piek in december

2014, en uit belastinggegevens blijkt dat in 2013 en 2014 ruim €10 miljard

aan schenkingen is gedaan onder de verruimde schenkingsvrijstelling.

Daarnaast maakt de lage spaarrente het aantrekkelijker om eigen

3 Vanaf 1 januari 2017 is deze schenkingsvrijstelling tot €100.000 opnieuw van kracht.

Page 21: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

21Grafiek 4 Ontwikkeling hypotheekschuld en huizenprijzenProcentuele mutatie op jaarbasis.

Toelichting: het bovenste deel van de grafiek beslaat alle hypotheken van Nederlandse huishoudens. Voor de vier grote steden bevat de grafiek informatie over zo’n 90% van alle hypotheken verstrekt door Nederlandse financiële instellingen.

Hypotheekschuld

Hypotheekschuld exclusief vrijwillige aflossingen Bron: Loan level data hypotheken DNB, CBS.

-20%

-10%

0%

10%

20%

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

-15%

-10%

-5%

0%

5%

10%

15%

90 92 94 96 98 00 02 04 06 08 10 12 14 16

Nederland

Amsterdam Den Haag

Rotterdam Utrecht

2013 2014 2015 2016 2013 2014 2015 2016

Huizenprijzen

Page 22: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

22 spaargeld of familievermogen te gebruiken voor de aankoop van een huis.

De ontkoppeling van de hypothecaire kredietgroei en de huizenprijzen in

de steden (grafiek 4) zou tot slot ook kunnen betekenen dat huizenkopers

vaker kiezen voor consumptief krediet. Volgens AFM-onderzoek lijkt dit

echter niet het geval te zijn (AFM, 2016).

Het aandeel huishoudens dat (bijna) maximaal leent ten opzichte van het

inkomen is in de steden lager dan in de rest van Nederland. Het maximaal

toegestane hypotheekbedrag wordt mede bepaald op basis van de

financieringslastnormen opgesteld door het NIBUD. Als huishoudens de

grenzen van deze normen meer opzoeken om duurdere huizen te kunnen

kopen, zal het hypotheekbedrag van verstrekte leningen dichter bij het

maximaal toegestane bedrag komen te liggen.⁴ Dit lijkt echter de afgelopen

jaren niet het geval te zijn. Het aandeel huishoudens dat meer leent dan 90%

van het maximaal toegestane hypotheekbedrag is vrijwel constant gebleven

(grafiek 5). In de steden is het aandeel huishoudens dat dicht bij de norm

leent zelfs iets lager dan in de rest van het land.

Tegelijkertijd ligt de LTV van huizenkopers in de grote steden in 2016 lager

dan het Nederlandse gemiddelde. De Loan-to-Value-ratio (LTV) van

nieuwe hypotheken voor starters lag in Amsterdam en Utrecht bijvoorbeeld

gemiddeld rond 90% in 2016, tegenover 95% in heel Nederland. Dit komt

vooral door het grotere aantal starters met een LTV beneden 80% (grafiek 6);

dit bevestigt de eerdere observatie dat huizenkopers in de steden meer

eigen geld inbrengen.

4 Zo is de gemiddelde LTI-ratio in de aanloop naar de crisis van 2008 sterk gestegen

(Verbruggen et al., 2015). De LTI-normen stegen in die periode echter veel langzamer,

wat betekent dat huizenkopers gemiddeld dichter bij de norm leenden.

Page 23: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

23Grafiek 5 Aandeel huishoudens dat meer dan 90% van het maximaal toegestane leenbedrag leentOp basis van de financieringslastnormen.

Toelichting: de berekening van de financieringslastnorm in deze figuur houdt rekening met inkomensverschillen tussen huizenkopers en de rentedaling over de tijd. Starters kunnen niet perfect worden geïdentificeerd, maar worden benaderd door alle nieuwe hypotheekgevers jonger dan 35 jaar te beschouwen; dit zijn in de meeste gevallen starters. De vier grote steden zijn Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht.

Bron: Loan level data hypotheken, DNB.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

2013 2014 2015 2016

Totale nieuwe productie Nederland

Starters Nederland

Totale nieuwe productie vier grote steden

Starters vier grote steden

Page 24: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

24 Enquêtes wijzen erop dat huiseigenaren in de steden vaker rekenen op

toekomstige prijsstijgingen dan in de rest van het land. De prijsontwikkeling

in Nederland als geheel lijkt niet te worden gedreven door verwachtingen

van sterke toekomstige prijsstijgingen. Uit de recente DNB Household

Survey⁵ blijkt dat het merendeel van de Nederlandse huiseigenaren verwacht

dat huizenprijzen de komende 2 jaar gematigd zullen stijgen, met gemiddeld

3,5%. De marktindicator van de Vereniging Eigen Huis, gebaseerd op

een enquête onder eigenaren en potentiële kopers, bevestigt dit beeld:

het merendeel van de ondervraagden verwacht een matige stijging van

de huizenprijzen (Boumeester, 2016). Voor de steden lijkt de verwachte

huizenprijsstijging groter dan voor de rest van Nederland. Volgens een

enquête van ING verwacht 14% van de respondenten bijvoorbeeld dat

de prijzen van Amsterdamse koopwoningen nooit meer zullen dalen.

Ter vergelijking: voor Nederland als geheel is dit 5% (ING, 2016).

De woningmarkt in de grote steden vertoont tekenen van oververhitting,

maar er zijn vooralsnog geen sterke aanwijzingen voor een kredietgedreven

zeepbel. Hoewel huiseigenaren in de steden vaker prijsstijgingen lijkt te

verwachten dan in de rest van Nederland en de woningmarkt in de steden

steeds krapper wordt, blijkt uit de kredietindicatoren dat vooralsnog geen

sprake is van een kredietgedreven zeepbel. Ook na correctie voor aflossingen

is de hypothecaire kredietgroei beperkt, en er wordt niet vaker maximaal

geleend dan voorheen. In de steden liggen de LTI en LTV momenteel zelfs

lager dan in de rest van Nederland, door het inbrengen van meer eigen geld.

Het is dus vooral de toenemende krapte op de woningmarkt in de steden die

leidt tot prijsstijgingen.

5 Een jaarlijkse enquête onder 2000 huishoudens over inkomen, werk, pensioen, wonen,

hypotheken, inkomen, bezittingen, leningen, gezondheid, economische en psychologische

concepten en persoonlijke eigenschappen.

Page 25: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

25Grafiek 6 LTV’s van nieuwe hypotheken voor starters

Toelichting: starters kunnen niet perfect worden geïdentificeerd, maar worden benaderd door alle nieuwe hypotheekgevers jonger dan 35 jaar te beschouwen; dit zijn in de meeste gevallen starters. De LTV-limiet is elk jaar een procentpunt gedaald: in 2013 was de LTV-limiet 105, in 2014 104, in 2015 103 en in 2016 102. Een deel van de nieuwe leningen heeft een LTV die hoger is dan de LTV limiet. De wet biedt hier ruimte voor, bijvoorbeeld bij het meefinancieren van restschulden of bij investeringen om de woning te verduurzamen. Deze leningen hebben we in de grafiek buiten beschouwing gelaten. De vier grote steden zijn Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht.

Bron: Loan level data hypotheken, DNB.

0%

10%

20%

30%

40%

50%

60%

2013 2014 2015 2016

LTV: < 80%

LTV: 80-89%

LTV: 90-99%

LTV: 100 - limiet

Nederland: Vier grote steden

Aandeel in het totaal, gemiddelde percentages over vier kwartalen

Page 26: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

26

3 Verschillen tussen de grote steden en de rest van Nederland

3.1 De vraag naar woningen In de steden neemt de vraag naar woningen harder toe dan in de rest van

het land. Nu de economie weer aantrekt en de hypotheekrente laag is, stijgt

de vraag naar koopwoningen in het hele land. Dit gaat samen met een

structurele trek van jongeren naar de steden en toenemende immigratie.

Verstedelijking

Verstedelijking is een internationale trend, die zowel in ontwikkelde als

opkomende landen plaatsvindt. De afgelopen 25 jaar is het aandeel van de

bevolking dat in stedelijke gebieden woont wereldwijd gestaag toegenomen.

Ook in ons land groeide de bevolking in de vier grote steden vanaf 2005 naar

verhouding harder dan de rest van het land (grafiek 7). Vanaf 2010 groeide

de bevolking in de vier grote steden zelfs bijna drie keer zo hard als het

gemiddelde voor Nederland (PBL/CBS, 2016).

Prognoses laten zien dat deze trend in Nederland zal doorzetten.

De verwachting is dat de toekomstige bevolkingsgroei vooral in de grote

steden en de middelgrote gemeenten zal plaatsvinden (grafiek 7). Voor

de vraag naar woningen is de ontwikkeling van het aantal huishoudens

van belang. Het aantal huishoudens groeit vrijwel overal in Nederland,

maar in de grote steden het meest. Zo voorspellen het Planbureau voor

de Leefomgeving (PBL) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS)

dat het aantal huishoudens in Amsterdam tot 2030 met 53.000 toeneemt

(ongeveer 12%), terwijl Utrecht er bijna 29.000 huishoudens bij krijgt (16%)

en Den Haag 19.000 (8%). In Rotterdam stijgt het aantal huishoudens

met 15.000 (5%). In Nederland groeit het aantal huishoudens tot 2030

waarschijnlijk met zo’n 640.000, tot 8,4 miljoen (8%).

Page 27: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

27

Wie trekken er naar de steden en waarom?

Vooral jongeren trekken naar de stad. Grafiek 8 laat zien dat de instroom

van jongeren in Amsterdam na de eeuwwisseling flink is gegroeid. Ook in

de andere grote steden vestigen zich veel jongeren. Het gaat vooral om

jongeren tussen 18 en 24 jaar; de instroom van jongeren tussen 25 en 29 jaar

is kleiner.

Grafiek 7 Jaarlijkse bevolkingsgroei

Toelichting: gemeentegrenzen 2015. Vier grote steden: Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Middelgrote gemeenten: overige gemeenten met in 2015 meer dan 100.000 inwoners. Overige gemeenten: alle overige gemeenten.

Bron: PBL/CBS regionale bevolkings-en huishoudensprognose (2016).

Procentuele mutatie per jaar.

0,0

0,4

0,6

0,8

1,0

1,2

1,4

2000-2004 2005-2009 2010-2014 2015-2029(prognose)

Vier grote steden

Middelgrote gemeenten

Overige gemeenten

Nederland totaal

0,2

Page 28: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

28 Deze jongeren komen naar de stad om te studeren of te werken. De trek

van jongeren naar de steden wordt onder andere veroorzaakt door de

grotere instroom van jongeren in het hoger onderwijs (PBL, 2015). Daarnaast

was de procentuele groei van het aantal banen voor hoogopgeleiden in de

periode 1999 tot 2013 vele malen hoger in de steden (de grote vier, maar ook

Grafiek 8 Vestigingssaldo in de vier grote steden, 2001-2014, per leeftijdscategorieNetto aantal vestigingen per jaar in duizendtallen.

Bron: CBS.

-15

-10

0

5

10

15Amsterdam

-9

-6

-3

0

3

6

9Utrecht

-6

-4

-2

0

2

4

6

-6

-4

-2

0

2

4

6

<17 18-29 30-64 65>

2001 2002 2003 2004 2005

2006 2007 2008 2009 2010

2011 2012 2013 2014

Rotterdam

<17 18-29 30-64 64>

Den Haag

-5

Page 29: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

29Grafiek 9 Procentuele groei van het aantal banen peropleidingsniveau, grote en middelgrote steden, 1999-2013Totale groei over de gehele periode.

Bron: Brakman et al. (2015).Laag

Midden

Hoog

-10 0 10 20 30 40 50 60 70

Eindhoven

Tilburg

Amersfoort

Breda

Den Bosch

Lelystad

Groningen

Zwolle

Utrecht

Den Haag

Rotterdam

Amsterdam

bijvoorbeeld Groningen, Eindhoven en Zwolle) dan in de rest van het land

(grafiek 9). Dit hangt samen met de verdienstelijking van de economie en

de technologische ontwikkelingen in logistiek en ICT (Brakman et al., 2015;

Parlevliet et al., 2016). De steden zijn gespecialiseerd in zakelijke en financiële

dienstverlening, kennen hierdoor een sterke groei van het aantal banen voor

hoogopgeleiden en trekken daarmee jongeren naar de stad.

Jongeren willen graag dicht bij hun werk en goede recreatiemogelijkheden

wonen. In gesprekken met experts kwam naar voren dat jongeren

tegenwoordig meer gericht zijn op een goede verdeling van werk en vrije tijd

Page 30: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

30 dan vroeger en hechten aan zowel baankansen als recreatiemogelijkheden in

hun woonplaats. Daarom verwachten experts dat de vier grote steden, maar

ook middelgrote steden als Groningen en Eindhoven, in de komende decennia

een grote vraag naar woningen zullen kennen.

Dit past in een nieuwe mondiale levensstijltrend: jongeren zoeken een plek

waar ze zich kunnen verbinden met een mondiale subcultuur. Experts zien dat

kosmopolitische jongeren graag in een multiculturele omgeving wonen en

werken. Waar voorheen slechts een handvol steden (New York, Londen, Parijs)

als magneet fungeerde, zijn door de globalisering en het groeiende belang van

de dienstensector steeds meer steden aantrekkelijk geworden. Dit geldt niet

alleen voor Amsterdam: ook in steden als Rotterdam en Eindhoven is deze

sociaal-culturele component in de trek naar de stad te herkennen.

De instroom van jongeren in de grote steden leidt ook tot een natuurlijke

groei van de bevolking in de steden. Doordat er veel jongeren in de grote

steden wonen, worden er ook relatief veel kinderen geboren. Natuurlijke groei

speelt dan ook een belangrijke rol in de bevolkingsgroei van de grote steden

(zie de grijze balkjes in grafiek 10).

Daarnaast zorgt immigratie in toenemende mate voor bevolkingsgroei in de

vier grote steden. De rode balkjes in grafiek 10 laten zien dat immigratie de

belangrijkste groeifactor is geworden in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag.

Immigranten gaan vaak in de grote steden wonen, omdat daar de kansen op

een baan het grootst zijn, er veel onderwijsinstellingen zijn en er al een groep

mensen met dezelfde herkomst woont (PBL/CBS, 2016). Bij immigranten

is hetzelfde patroon te zien als bij Nederlandse jongeren: hoogopgeleide

immigranten wonen relatief vaak in de stad. Ruim 65% van alle buitenlandse

kenniswerkers woont in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht of

Eindhoven. Amsterdam is daarbij koploper: 35% van alle buitenlandse

kenniswerkers woont hier (PBL, 2014).

Page 31: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

31

De sterke verbetering van de woningkwaliteit en de leefbaarheid heeft

wonen in de stad aantrekkelijk gemaakt. In 1990 was de kwaliteit van

de woningen in de vier grote steden nog duidelijk minder dan in de rest

van het land. In het kader van stadsvernieuwing is daarna jarenlang veel

geïnvesteerd in de kwaliteit van de woningvoorraad. De woonkwaliteit in de

Grafiek 10 Oorzaken bevolkingsgroei grote steden door de jaren heenBevolkingsgroei per jaar in duizendtallen.

-10

0

10

20Amsterdam Rotterdam

-5

0

5

10

02 04 06 08 10 12 14 16

Den Haag

Natuurlijke groei

Binnenlandse migratie

Immigratie

Totale netto groei/daling

02 04 06 08 10 12 14 16

Utrecht

Bron: CBS.

Page 32: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

32 grote steden heeft hierdoor een inhaalslag gemaakt (Ministerie van VROM,

2002), wat heeft bijgedragen aan de stijgende vraag naar woningen in

de steden.

Binnen de grote steden concentreert de vraag zich vooral op het centrum en

gebieden nabij openbaarvervoerknooppunten. Niet alle plekken binnen de

stad zijn even populair: het levendigste deel van de stad, vaak het centrum,

is het meest in trek. Zo richt de woningvraag zich in Amsterdam voornamelijk

op het gebied binnen de ring. Gebieden als Amsterdam-Noord en

Amsterdam-Zuidoost zijn nog niet erg in trek. Populaire wijken in Rotterdam

zijn de binnenstad, de Kop van Zuid, Kralingen en Hillegersberg. In Den Haag

zijn vooral de wijken aan de kust gewild, terwijl wijken als de Schilderswijk

en de Moerwijk minder populair zijn. Ook de nabijheid van openbaar vervoer

speelt een grote rol. In Utrecht, een stad met een groot aantal banen binnen

pendelafstand, is de vraag naar woningen bijvoorbeeld vooral groot in een

straal van drie kilometer rondom station Utrecht Centraal.

Wie vertrekken er uit de stad?

Gezinnen en ouderen trekken nog steeds weg uit de steden. Traditioneel

trekken jongeren aan het begin van hun carrière naar de steden voor opleiding

en werk. Zodra ze ouder zijn en een gezin hebben, trekken ze weer weg uit

de stad. Een plek buiten de stad is voor gezinnen vaak aantrekkelijker omdat

ze daar meer rust en ruimte vinden, en woningen daar goedkoper zijn.

Ook ouderen trekken per saldo nog steeds weg uit de stad (grafiek 8).

Het aantrekken van de woningmarkt heeft deze beweging weer op gang

gebracht. Tijdens de crisis bleven veel gezinnen in de stad wonen, omdat

zij onder water stonden. Nu zij niet langer onder water staan (figuur 1),

vertrekken ze weer uit de stad. In Amsterdam overtrof de uitstroom van

voornamelijk jonge gezinnen de instroom van jongeren vanaf 2015, in Utrecht

vanaf 2016 (blauwe balkjes in grafiek 10). Den Haag kende al langer een

Page 33: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

33negatief saldo van binnenlandse verhuizingen. In Rotterdam daarentegen

is het binnenlandse migratiesaldo nog wel positief. In tegen stelling tot

Amsterdam, Den Haag en Utrecht kent Rotterdam geen achterland met

aantrekkelijke randgemeenten. Hierdoor trekken gezinnen minder snel weg

uit Rotterdam, maar verhuizen zij eerder naar aantrekkelijke stadswijken als

Kralingen en Hillegersberg.

2013, eerste kwartaal 2016, vierde kwartaal

Figuur 1 Aandeel onderwaterhypotheken binnen Nederland, 2013 versus 2016Percentage van totaal aantal hypotheken.

Toelichting: gebiedsindeling aan de hand van de eerste twee cijfers van de postcode.

Bron: Loan level data hypotheken, DNB.

Minder dan 10%

10% - 15%

15% - 30%

30% - 40%

Meer dan 40%

Page 34: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

34 Kopen of huren?

Koopwoningen zijn financieel nog steeds aantrekkelijker dan huurwoningen.

De woonlasten van een koopwoning zijn als gevolg van de hypotheek rente-

aftrek en de huidige lage rente gemiddeld lager dan die van huurwoning en in

de vrije sector. Ter illustratie: huishoudens met een midden inkomen en een

koophuis besteden gemiddeld circa een vijfde van hun besteedbaar inkomen

aan woonlasten, terwijl middeninkomens die in een vrije sectorhuur woning

wonen een derde van hun inkomen kwijt zijn aan huur (CPB, 2016).⁶ De vrije

huursector, met een maandhuur van meer dan €710, is het enige segment

van de woningmarkt dat zo goed als geen subsidie ontvangt. De huren van

sociale huurwoningen zijn gereguleerd, waardoor deze lager liggen dan de

markthuur. Dit segment wordt het meest gesubsidieerd (in 2015 bedroeg de

jaarlijkse subsidie 2,7% van de WOZ-waarde); koopwoningen kennen een

subsidieaandeel van zo’n 1,5% (CPB, 2016).

Niet iedereen kan echter in een koopwoning terecht, waardoor er ook een

groeiende vraag is naar huurwoningen. Momenteel wordt de LTV-limiet

met stapjes van één procentpunt per jaar afgebouwd tot 100% in 2018,

wat inhoudt dat kopers meer eigen geld in moeten brengen. Dit kan een

drempel zijn, vooral voor starters die nog niet over veel eigen kapitaal

beschikken: ongeveer de helft van de starters kan bij een LTV-limiet van

100% niet meteen een woning kopen (Verbruggen et al., 2015).

De flexibilisering van de arbeidsmarkt draagt bij aan deze groeiende

vraag naar huurwoningen in de vrije sector. Waar in 2009 5% van alle

woningzoekenden een geliberaliseerde huurwoning wilde, was dit in

2015 gestegen tot 12% (Ministerie van BZK, 2016). Volgens de NVM (2016)

6 Er zijn circa 1,4 miljoen huishoudens met een middeninkomen; 19% van alle huishoudens.

Een middeninkomen wordt hier gedefinieerd als een inkomen tussen de €34.912 en €50.000

(2015) (Bron: CPB, 2016).

Page 35: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

35kiezen steeds meer mensen er bewust voor om te huren in plaats van te

kopen, omdat dit meer flexibiliteit biedt. Dit is vooral voor zelfstandigen

en flexwerkers van belang. Flexwerkers lijken inderdaad vaker een

voorkeur te hebben voor een huurwoning dan huishoudens met een vast

arbeidscontract (Boumeester en Dol, 2016). Uit het WoON-onderzoek

over 2015 blijkt dat de vraag naar (middel)dure huurwoningen het aanbod

ruimschoots overstijgt in (gebieden rond) de grote steden. In de regio Groot-

Amsterdam is deze vraag 43% groter dan het aanbod, in Utrecht 21% en in

Rotterdam 28% (Ministerie van BZK, 2016). In de grote steden, en vooral

in Amsterdam, zijn de huren echter vaak hoog: huren is in Nederland

dus vaak geen alternatief voor kopen.⁷ Dit contrasteert met de situatie in

het buitenland: in landen als Frankrijk en Duitsland is huren juist relatief

populair. In Duitsland heeft bijvoorbeeld 55% van de woningzoekenden liever

een huurhuis dan een koophuis (BPD, 2016).

Ook de beperkte toegankelijkheid van het sociale huursegment voor

middeninkomens leidt tot een grote vraag naar vrije sectorhuur.

De Woningwet 2015 verplicht woningcorporaties zich op hun kerntaken te

richten. Dit betekent onder andere dat woningcorporaties minimaal 80%

(en vanaf 2020 90%) van hun sociale woningvoorraad moeten verhuren

aan huishoudens met een inkomen tot 35.739 euro. Hierdoor worden

corporatiewoningen minder toegankelijk voor middeninkomens, met een

stijgende vraag naar particuliere huurwoningen tot gevolg.

7 In het vierde kwartaal van 2016 bedroeg de gemiddelde huurprijs per m² van een nieuw

verhuurde vrije sectorwoning in Nederland €11,48. Dit is ook de gemiddelde huurprijs per

m² in Rotterdam. In de overige grote steden ligt de huurprijs per m² hoger: in Den Haag

bedraagt deze €12,18 en in Utrecht €15,63. Amsterdam vormt een absolute uitschieter met een

gemiddelde huurprijs per m² van €18,88 (bron: NVM). Deze cijfers betreffen de gemiddelde

kale huurprijs van woningen die voor een prijs boven de liberalisatiegrens opnieuw zijn

verhuurd in het vierde kwartaal van 2016.

Page 36: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

36 3.2 Het aanbod van woningen

Structuur van de woningmarkt

De Nederlandse sociale huursector is (vooral in de grote steden) relatief

groot, ook in vergelijking met andere Europese landen. Grafiek 11 laat zien

dat de corporatiesector maar liefst 30% van de totale woningvoorraad

vormt, en in Amsterdam en Rotterdam meer dan 40%. Nederland heeft één

van de grootste sociale huursectoren van heel Europa: in Frankrijk vormt

de sociale sector 19% van het totaal, in het VK 15% en in Duitsland zelfs

maar 5% (BPD, 2016; Whitehead et al., 2016). Gemeenten stimuleren het

aanbod van sociale huur. Huishoudens met lage inkomens kunnen hierdoor

in de stad blijven wonen, waardoor de segregatie in de steden beperkt is

gebleven. Een deel van de sociale huurwoningen wordt echter bewoond

door huishoudens met een relatief hoog inkomen ten opzichte van de

huur (‘scheefwonen’). Het percentage scheefwoners is de afgelopen jaren

gedaald als gevolg van beleidsmaatregelen, maar was in 2015 nog altijd 18%

(Ministerie van BZK, 2016).⁸

De meeste woningen in particulier bezit worden bovendien verhuurd in

het gereguleerde segment in plaats van in de vrije sector. Het woning-

waarderingsstelsel bepaalt aan de hand van een puntensysteem of een

woning in het gereguleerde (sociale sector) of geliberaliseerde segment

(vrije sector) valt. Een huurwoning met minder dan 146 punten of een

maandhuur van minder dan €710 is een gereguleerde woning; in de overige

gevallen hoort de woning in de vrije sector. Zowel corporaties (90%) als

particuliere verhuurders (65%) verhuren hierdoor het grootste deel van hun

woningvoorraad in het gereguleerde segment (PBL, 2017).

8 Zo heeft het Rijk vanaf 2013 inkomensafhankelijke huurverhoging mogelijk gemaakt.

Page 37: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

37

Het aanbod van vrije sector-huurwoningen in het middensegment schiet in

de grote steden tekort. De vrije huursector is in heel Nederland sinds de jaren

zeventig gestaag gekrompen tot minder dan 10% van alle woningen. Dit komt

mede doordat sociale huur en koop zijn gesubsidieerd (Whitehead et al., 2016;

PBL, 2017). De meeste huurwoningen zijn in bezit van woningcorporaties,

en vallen dus grotendeels in het sociale segment. En hoewel het aanbod van

particuliere huurwoningen in de steden groter is dan in de rest van Nederland,

is de vraag hier ook groter. In het middensegment, met een maandhuur

tussen €700 en €1000, ontstaat hierdoor een tekort aan huurwoningen,

vooral in Amsterdam en Utrecht (Schilder & Conijn, 2015).

Grafiek 11 Eigendomsverhouding woningvoorraad in de steden en NederlandProcenten van totale voorraad, 2015

Koopwoningen

Huurwoningen van woningcorporaties

Huurwoningen van particulieren

0

10

20

30

40

50

60

Amsterdam Rotterdam Den Haag Utrecht Nederland

Bron: ABF Research.

Page 38: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

38 In de vier grote steden in de Randstad gaat de meeste aandacht nog steeds

uit naar het sociale segment. Alle grote steden hebben als doelstelling een

basisvoorraad van sociale, betaalbare huurwoningen. Het op peil houden

van de kernvoorraad sociale woningen is niet altijd een gemakkelijke

opgave. Zo wordt dit in Den Haag bemoeilijkt door een gebrek aan

investerend vermogen bij de corporaties. Daarnaast is de WOZ-waarde in

het woningwaarderingstelsel medebepalend voor het aantal toegekende

punten; de stijging van WOZ-waarden in de steden zorgt dus voor een

autonome daling van de voorraad sociale huurwoningen. De meeste

gemeenten schenken in hun recente woonvisies meer aandacht aan de

middeninkomens, maar nemen doorgaans geen expliciete doelstellingen

voor middeldure huurwoningen op. Als ze dit wel doen (zoals in Amsterdam)

zijn de aantallen niet voldoende om aan de sterk groeiende vraag te voldoen.

Het aantal woningen dat wordt aangekocht voor particuliere huur neemt in

de grote steden de laatste jaren wel toe. Onderzoek van het Kadaster laat

zien dat vanaf 2014 in de steden steeds meer woningen zijn gekocht voor

particuliere verhuur (zie grafiek 12). Voor beleggers bieden koopwoningen

die zij kunnen verhuren (buy-to-let) een alternatief voor het lage rendement

op andere beleggingen. Volgens experts staan zowel professionele partijen

als kleinere particuliere beleggers in de rij om de vrije huursector in de

steden te betreden. Momenteel zijn er echter te weinig aantrekkelijke

projecten, voornamelijk door een tekort aan goede bouwlocaties en

te hoge grondprijzen. De belangstelling van particuliere beleggers kan

bijdragen aan een vergroting van de particuliere huurmarkt, al ondervinden

woningzoekenden op de koopmarkt hierdoor ook meer concurrentie,

wat een prijsopdrijvend effect met zich meebrengt.

Page 39: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

39Grafiek 12 Aandeel particuliere beleggers op de koopwoningmarkt

0%

5%

10%

15%

2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016*

Amsterdam Rotterdam

Den Haag Utrecht

Nederland Bron: NVM, Kadaster.

Percentage van het totaal aantal transacties.

Toelichting: Benadering op basis van transactiedata. Een particuliere belegger wordt gedefinieerd als een natuurlijk persoon met meer dan twee, en minder dan vijftig, woningen.

* t/m derde kwartaal 2016

Veel particuliere woningen worden echter vooral kortstondig verhuurd

via onder andere Airbnb. Deze woningen worden daarmee in feite aan de

woningvoorraad onttrokken, waardoor het aanbod woningen dat beschikbaar

is voor reguliere verhuur achterblijft. De populariteit van Airbnb verschilt

per stad: in Amsterdam wordt hier veel vaker gebruik van gemaakt dan in

bijvoorbeeld Rotterdam. Dit heeft gevolgen voor de leefbaarheid (zie Box 1).

Page 40: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

40 Box 1 Leefbaarheid in Amsterdam onder druk door toerisme

De leefbaarheid in de steden is de afgelopen decennia sterk verbeterd.

Herstructurering, de sloop van een gedeelte van de woningvoorraad

en vervanging hiervan door nieuwe woningen, heeft geleid tot een

verbetering van de leefbaarheid en veiligheid in de stadswijken (SCP, 2011).

In 1998 woonde twintig procent van de inwoners van de vier grote steden

in een gebied met een zeer negatieve of negatieve leefbaarheid, in 2008

was dit gedaald tot 10% (Ministerie van VROM, 2009).

De populariteit van Airbnb zet echter recent vooral in Amsterdam

de leefbaarheid onder druk. Het aantal toeristen in Amsterdam

groeit snel, en deze bezoekers verblijven ook steeds langer in de stad.

Het aantal woningen dat op Airbnb wordt aangeboden groeit mee:

in april 2015 werden er iets minder dan 8.000 woningen aangeboden

op Airbnb, in juli 2016 was dit al gestegen tot bijna 14.000. De hoogste

concentratie Airbnb-woningen bevindt zich in Centrum-West: in juli

2016 werd 1 op de 15 woningen in dit stadsdeel aangeboden op Airbnb.

De drukte in de stad heeft volgens een recente studie van de Rekenkamer

Amsterdam (2016) indirect invloed op de leefbaarheid, via overlast

van bezoekers, zwerfafval en criminaliteit. Terwijl bewoners rondom

het centrum hun buurt gemiddeld hoger zijn gaan waarderen, is de

buurttevredenheid in Centrum-West licht gedaald ten opzichte van 2013.

Voor de gemeente Amsterdam is het topprioriteit om de overlast van het

toenemende low-budget toerisme, dat samenhangt met Airbnb, tegen

te gaan. De gemeente heeft inmiddels een akkoord bereikt met Airbnb:

woningen in Amsterdam mogen maximaal 60 nachten per jaar worden

verhuurd via de verhuursite.

Page 41: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

41Experts wijzen erop dat buy-to-let-constructies in het buitenland meer

bijdragen aan het vergroten van het particuliere huuraanbod dan in

Nederland. Grote steden zoals Brussel, Parijs en Londen hebben een goed

ontwikkelde particuliere huursector. Particuliere beleggers tonen hier

traditioneel grote interesse om woningen in deze steden te kopen en

vervolgens langdurig te verhuren. In het Verenigd Koninkrijk is de buy-

to-let-sector al sinds de jaren negentig sterk gegroeid, mede door de

beschikbaarheid van gerichte hypothecaire financiering voor particuliere

verhuurders (Whitehead et al., 2016). In Brussel speelt daarbij ook de relatief

hoge overdrachtsbelasting (20%) mee, die het zeer onaantrekkelijk maakt

om de eigen woning te verkopen; verhuren is dan een goed alternatief.

Knelpunten bij het vergroten van het woningaanbod

De prijselasticiteit van het woningaanbod is in Nederland erg laag. Volgens

een studie van de OESO (2011) heeft Nederland op Zwitserland na de laagste

prijselasticiteit van het aanbod van alle OESO-landen. Swank et al. (2002)

concluderen inderdaad dat de prijselasticiteit van nieuwbouw in Nederland

vrijwel nihil is: hogere prijzen leiden niet tot meer nieuwbouw. Rouwendal

et al. (2007) tonen aan dat prijsveranderingen op de korte termijn ook geen

invloed hebben op de investeringen in de bestaande en nieuwe voorraad.

Geografische restricties bemoeilijken de expansie van de vier grote steden.

Saiz (2010) en Hilber & Vermeulen (2016) laten zien dat geografische

restricties de aanbodelasticiteit beperken: in steden met een gebrek aan

bouwgrond leidt verstedelijking vooral tot prijsstijgingen. Dit is het geval

in de Randstad: een groot gedeelte van het beschikbare landoppervlak is al

bebouwd (figuur 2), waardoor een groeiende vraag vooral leidt tot stijgende

prijzen. De uitbreiding van sommige grote steden in de Randstad wordt

bemoeilijkt door de ligging aan de kust en in of bij het Groene Hart. Daarbij

speelt niet zozeer het gebrek aan ruimte een rol, maar vooral de planologische

restricties voor bouwen in het groen.

Page 42: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

42 Figuur 2 Aandeel van het grondoppervlak dat reeds bebouwd isProcenten van de oppervlakte geschikt voor bebouwing.

Toelichting: gebiedsindeling aan de hand van de eerste twee cijfers van de postcode.

Bron: Van Dijk et al. (2016).

Minder dan 10%

10% - 20%

20% - 30%

30% - 40%

40% - 50%

Meer dan 50%

Page 43: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

43Gemeenten ontberen de juiste prikkels om vrije huurwoningen te ontwikkelen,

onder meer omdat zij afhankelijk zijn van opbrengsten uit grondexploitatie.

Experts wijzen erop dat dit gemeenten terughoudend maakt om bouw-

vergun ningen te verstrekken op grond die niet in eigen handen is. Door de

hypotheek renteaftrek kan bovendien meer worden betaald voor de grond

bestemd voor koopwoningen dan voor grond bestemd voor huurwoningen

(Box 2). Om de bouw van huurwoningen rendabel te maken zullen gemeenten

de grondprijs moeten verlagen. Gemeenten zullen echter terughoudend zijn

om relatief duur gekochte grond voor een lagere prijs te verkopen, omdat dit

kan leiden tot verliezen op de gemeentebegroting (PBL, 2017).

Gemeentelijk gronduitgiftebeleid richt zich vooral op koopwoningen en

sociale huur, al is er recent meer aandacht voor middenhuur. Voor sociale

huur hanteren alle vier grote gemeenten in hun grondprijsbrieven vaste lage

prijzen.⁹ Voor de koop- en vrije huursector geldt doorgaans de residuele

waarde bepaling. Het gevolg hiervan is dat grond voor koopwoningen door

de hogere waarde van deze woningen dus vrijwel altijd meer opbrengt

(zie Box 2). Alleen in Amsterdam benadert de beleggingswaarde van

huurwoningen (vanwege de relatief hoge huren) de koopwaarde, en liggen

grondprijzen voor beide soorten woningen op een vergelijkbaar niveau.

Sommige gemeenten rekenen voor kleine middenhuurwoningen, net boven

de liberalisatiegrens, wel lagere grondprijzen. Zo hanteert de gemeente

Utrecht een vaste lage prijs voor goedkope en kleine appartementen tot €760

huur per maand en 70 m²; daarboven geldt de residuele methode. Den Haag

en Rotterdam publiceren geen specifieke grondprijzen voor middenhuur.

9 In een grondprijsbrief zet een gemeente haar gronduitgiftebeleid en de grondprijzen uiteen.

Page 44: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

44

Gemeenten zullen ook hun huidige inwoners tevreden willen stellen, die er

niet altijd belang bij hebben dat er nieuwe woningen worden bijgebouwd.

Gemeenten hebben te maken met een insider-outsider dilemma: nieuwe

bewoners (outsiders) profiteren van nieuwbouw doordat deze de schaarste

vermindert, maar bestaande bewoners (insiders) zien de waarde van hun

woning er juist door dalen (of minder stijgen). Daarnaast stellen de huidige

inwoners verdichting – het bebouwen van de nog beschikbare ruimte

binnen het stedelijke gebied – niet altijd op prijs omdat zij liever niet hebben

dat er 'in hun achtertuin' nieuwe woningen worden bijgebouwd (het Not

Box 2 Het aanbod van huurwoningen en de hypotheekrenteaftrek

De hypotheekrenteaftrek leidt tot verstoringen in het aanbod van

koop- en huurwoningen. Deze fiscale subsidie verlaagt de kosten van

een koopwoning, waardoor kopen aantrekkelijker is dan huren. Dit drijft

de prijzen van koopwoningen op, zeker bij een inelastisch aanbod zoals

in Nederland (CPB & PBL, 2016). Dit leidt niet alleen tot een verstoring

aan de vraagkant, maar ook aan de aanbodkant: de verkoopopbrengst

van een nieuwe koopwoning is hoger dan de beleggingswaarde van een

huurwoning (Schilder & Conijn, 2009).

Hierdoor zijn grondprijzen bij de realisatie van nieuwe koopwoningen

doorgaans hoger dan die voor huurwoningen. De grondprijs wordt

vaak residueel bepaald, als het verschil tussen de verkoopopbrengst van

de woningen en de bouwkosten. Ontwikkelaars voor de koopsector

kunnen dus, bij vergelijkbare bouwkosten, vaak meer bieden voor de

grond dan private beleggers die vrije sector-huurwoningen bouwen

(PBL, 2017).

Page 45: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

45In My Backyard-syndroom). De huidige inwoners zijn er dus bij gebaat als er

geen nieuwe woningen worden bijgebouwd, en door bezwaarprocedures

kan het vergunningsverleningsproces aanzienlijke vertraging oplopen.

Gemeenten dienen bovendien hun ruimtegebruik te motiveren in de

belangrijkste ruimtelijke besluiten. De zogenoemde 'Ladder voor Duurzame

Verstedelijking' vraagt gemeenten om bij nieuwe bouwplannen aan te

tonen dat er een behoefte bestaat aan nieuwbouw.¹⁰ De mogelijkheden

van transformatie en herstructurering binnen de grenzen van het stedelijk

gebied moeten eerst worden onderzocht, voordat er buiten de stadsgrenzen

mag worden gebouwd. Als gevolg hiervan richt de woningbouw zich

momenteel vooral op bestaand stedelijk gebied. Binnen de steden, en vooral

in Amsterdam en Utrecht, is er echter beperkt ruimte. Binnenstedelijk

bouwen is vaak ook veel ingewikkelder dan buiten de stad: welstandseisen

zijn hoger en bestemmingsplannen restrictiever.

Woningcorporaties worden geacht zich te concentreren op hun kerntaken:

het bouwen, verhuren en beheren van sociale huurwoningen voor mensen

met een smalle beurs.¹¹ De Rijksoverheid spoort woningcorporaties daarom

aan om hun duurdere sociale huurwoningen, die geschikt zijn voor verhuur

in de vrije sector, te verkopen aan bijvoorbeeld beleggers. De verkoop van

deze woningen verkleint wel het aantal huurwoningen in de sociale sector.

Corporaties kunnen met de verkoop echter kapitaal vrijspelen om nieuwe

sociale huurwoningen te bouwen.

10 Zie ook https://www.rijksoverheid.nl/actueel/nieuws/2016/06/23/ladder-voor-duurzame-

verstedelijking-eenvoudiger-en-minder-onderzoekslasten.

11 Volgens de Woningwet 2015 moeten woningcorporaties zich richten op diensten van

algemeen economisch belang (DAEB). Daarbij gaat het om 1) bouw, verhuur en beheer

van sociale huurwoningen; 2) beheer van maatschappelijk vastgoed; en 3) investeren in

leefbaarheid. De ontwikkeling van huurwoningen in de vrije sector, koopwoningen en

commercieel vastgoed valt onder niet-DAEB activiteiten.

Page 46: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

46 Corporaties kampen echter met belangenconflicten, onder andere vanwege

de verhuurderheffing. Sinds 2013 moeten corporaties een heffing betalen

over de WOZ-waarde van sociale huurwoningen.¹² Uit een recente evaluatie

blijkt dat deze verhuurderheffing de investeringsruimte van corporaties

beperkt, en hen ervan weerhoudt om duurdere huurwoningen af te stoten

(Veenstra et al., 2016). Ze liberaliseren deze woningen wel, zodat ze er geen

verhuurderheffing over hoeven te betalen, maar houden ze vervolgens in

eigen portefeuille. Met de relatief hoge huuropbrengsten van deze woningen

kunnen corporaties vervolgens de verhuurderheffing betalen. De heffing

geeft corporaties dus een prikkel om de duurdere huurwoningen te houden.

Afschaffen van de verhuurderheffing zou deze prikkel weliswaar beperken,

maar geeft corporaties nog steeds geen sterke stimulans om deze woningen

wel te verkopen.

Na de crisis is de nieuwbouw van woningen afgenomen. In heel Nederland

wordt nu minder gebouwd dan in de jaren negentig, toen de huizenprijzen

sterk stegen. Experts geven aan dat de geschiedenis zich dreigt te herhalen

als dit tekort aan woningen aanhoudt. In de steden vond na 2014 een korte

opleving plaats, maar dit betrof vooral projecten die nog 'in de pijplijn'

zaten. Vanaf 2016 neemt het aantal gereedgekomen woningen weer toe

(grafiek 13), zowel in Nederland als in de vier grote steden. Uit gesprekken

met experts blijkt dat capaciteitsproblemen een belangrijke oorzaak zijn

voor het langzame herstel van de bouwproductie. Zowel bij bouwers als bij

gemeenten is de capaciteit na de crisis afgebouwd. In 2010 werkten er nog

377.000 werknemers in de bouw, hierna zijn er bijna 80.000 banen verloren

12 Sinds 2013 moeten alle verhuurders met meer dan 10 sociale huurwoningen (50 vanaf

2018) een zogenaamde verhuurderheffing betalen over de WOZ-waarde van deze

huurwoningen. Voor woningen met een huur boven de liberalisatiegrens geldt deze

heffing niet. Zie ook https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/huurwoning/inhoud/

verhuurderheffing

Page 47: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

47gegaan. De capaciteit is bij bouwbedrijven en gemeenten niet substantieel

vergroot sinds 2013, al is de verwachting dat het aantal werknemers in de

bouw met 4% zal stijgen tot 313.000 in 2018 (UWV, 2017).

Box 3 Knelpunten in aanbod: de ene grote stad is de andere niet

Alle vier grote steden in de Randstad zijn van plan de woningvoorraad

fors uit te breiden. Zo heeft de gemeente Amsterdam zich ten doel

gesteld tot 2025 in totaal 50.000 woningen te bouwen, Den Haag

25.000 en Rotterdam 36.000; de gemeente Utrecht heeft geen aantal

genoemd in haar woonvisie. Om deze plannen te realiseren moet de

plancapaciteit in de steden echter fors worden uitgebreid.

De vier grote steden richten zich voornamelijk op nieuwbouw binnen

bestaande stadsgrenzen (verdichting), maar dit is niet in alle steden

even gemakkelijk. Zo hebben Amsterdam en Utrecht een klassieke

binnenstad, waardoor het niet mogelijk is om de hoogte in te gaan.

Ook is er daar nog slechts weinig onbebouwde ruimte over in de

binnensteden. In Rotterdam is verdichting beter mogelijk. Voormalige

haventerreinen kunnen bijvoorbeeld voor wonen worden bestemd,

en er is geen taboe op hoogbouw. Ook in Den Haag kiest men ervoor

om meer de hoogte in te bouwen.

Transformatie van bestaande kantoor- en bedrijfsgebouwen speelt

bij alle vier gemeenten een rol bij het realiseren van verdichting,

maar is geen panacee. Transformatie kan de doorlooptijd verkorten.

Het opleveren van een nieuwe woning duurt gemiddeld 10 jaar;

Page 48: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

48

transformatie zo’n 3 jaar. De gemeente Utrecht voorspelt dat trans-

formatie steeds belangrijker gaat worden. Rotterdam past onder meer

transformatie toe rondom station Rotterdam Centraal, terwijl Den Haag

voormalige panden van ministeries omvormt tot wooncomplexen.

Ook Amsterdam richt zich op transformatie, al kost het de gemeente wel

moeite om beleggers hiervoor te interesseren. Transformatie is overigens

geen wondermiddel: kantoor- en bedrijfsgebouwen staan lang niet altijd

in gebieden waar mensen graag willen wonen, en de kantoren op de

beste plekken zijn in de afgelopen jaren al getransformeerd.

Sommige steden proberen ook gebieden buiten het centrum te ontwik-

kelen, met wisselend succes. Zo ontwikkelt de gemeente Rotterdam

bepaalde delen van Rotterdam-Zuid, bijvoorbeeld de gebieden rondom

Ahoy en het Feijenoord stadion. De ontwikkeling van Amsterdam-Noord

(afgezien van de noordelijke IJ-oever) verloopt daarentegen nog niet

zo snel. De gemeente Amsterdam verwacht wel dat locaties buiten de

ring, zoals Amsterdam Noord- en Zuidoost, snel in populariteit zullen

toenemen.

Page 49: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

49Grafiek 13 Het aantal gereedgekomen woningen

Nederland

Vier-kwartaalsommen in duizendtallen.

Toelichting: de vier grote steden zijn Amsterdam, Den Haag, Rotterdam en Utrecht.

Vier grote steden (rechteras) Bron: CBS.

0

3

6

9

12

15

18

0

20

40

60

80

100

120

96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12 13 14 15 16

Door een gebrek aan plancapaciteit zal het woningaanbod ook de komende

jaren waarschijnlijk nog achterblijven bij de vraag. Sinds de crisis lijkt de

vergunningverlening voor nieuwe woningen te stokken, en het geplande

aanbod van woningen blijft in de meeste provincies achter bij de verwachte

huishoudensgroei (EIB, 2016). Veel huidige plannen zijn nog 'zacht': er is

nog geen definitief bestemmingsplan vastgesteld, waardoor niet binnen

afzienbare tijd kan worden gestart met bouwen.

Het kabinet heeft verschillende initiatieven genomen om het aanbod van

passende woningen te vergroten. Zo is in 2013 het Woonakkoord gesloten,

met daarin maatregelen om de bouw te stimuleren, starters meer ruimte

Page 50: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

50 te geven op de woningmarkt en scheefwonen tegen te gaan. De voorraad

vrije sector huurwoningen is, na decennialang te zijn gedaald, tussen 2012 en

2015 gestegen van 335.000 naar 469.000 woningen. Een verdere vergroting

van het aanbod van middenhuurwoningen is echter nodig. Hiertoe zijn

verdere maatregelen gepresenteerd. Zo zullen gemeenten door een wijziging

in het Besluit ruimtelijke ordening per 1 juli 2017 de mogelijkheid krijgen

om geliberaliseerde woningen voor middenhuur als aparte categorie op te

nemen in het bestemmingsplan. Ook zijn zogenoemde samenwerkingstafels

ingesteld, gericht op de ontwikkeling van middenhuurwoningen in

gemeenten. Zo lang gemeenten en woningcorporaties echter niet meer

prikkels krijgen om te zorgen voor meer middeldure huurwoningen, zal het

aanbod hiervan onvoldoende van de grond komen.

Box 4 Ook in buitenlandse steden schiet het aanbod te kort

Ook in andere landen schiet het aanbod van woningen in de steden

tekort; bijvoorbeeld in Denemarken (Kopenhagen), Zweden (Stockholm)

en Oostenrijk (Wenen). In meer extreme vorm zien we oververhitting in

bijvoorbeeld Londen, Vancouver en San Francisco, waar de betaalbaar-

heid van woningen is verslechterd door de grote schaarste aan

woningen. Het IMF concludeert, onder andere in Artikel IV-consultaties,

dat in veel landen sprake is van een tekort aan woningen, waardoor

sterke prijsstijgingen en oververhitting optreden (IMF, 2016). Dit speelt

voornamelijk in de stedelijke gebieden.

Page 51: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

51

4 Driedeling op de woningmarkt

Er is sprake van een driedeling op de woningmarkt: een oververhitte woning-

markt in de grote steden, een aantrekkende woningmarkt in de omliggende

gemeenten en een achterblijvende woningmarkt in de krimpgebieden.

Uit gesprekken met makelaars blijkt dat er niet één homogene woningmarkt

is, maar verschillende regionale woningmarkten. Deze zijn wel met elkaar

verbonden: de overloop uit de grote steden zorgt voor toenemende druk op

randgemeenten, en het wegtrekken van jongeren uit de krimpgemeenten naar

de steden zorgt voor een aanbodoverschot op de woningmarkt in de periferie.

Middeninkomens dreigen tussen wal en schip te vallen: wonen in de stad

is steeds minder toegankelijk voor deze groepen. Ze verdienen te veel voor

een sociale huurwoning, ondervinden hevige concurrentie op de particuliere

huurmarkt en kunnen niet altijd een koopwoning in de stad betalen. Vooral

starters worden hierdoor min of meer gedwongen om een relatief dure

huurwoning in de stad te betrekken¹³, of om een woning buiten de stad te

zoeken. De hoge woonlasten belemmeren hen voldoende te sparen voor

de aankoop van een woning; een knelpunt dat ook door het Financieel

Stabiliteitscomité werd benoemd in zijn advies tot verdere verlaging van

de LTV-ratio na 2018 (FSC, 2015). Doordat middengroepen in de steden

in de knel raken, komt het ideaal van een ongedeelde stad, waarbij alle

inkomensgroepen in de stad kunnen wonen, onder druk te staan.

Wegtrekkende gezinnen uit de Nederlandse grote steden zorgen voor druk

op de omliggende gemeenten. 10% van de jonge gezinnen die in 2015 uit

Amsterdam vertrokken streek neer in Amstelveen, en 9% in Haarlem. 60% van

de gezinnen die uit Utrecht vertrokken, verhuisde naar een woonplaats

in dezelfde provincie (CBS, 2016). Gezinnen met hogere inkomens kiezen

13 Dit fenomeen wordt door experts als het nieuwe scheefwonen aangemerkt: de huur is

eigenlijk te hoog ten opzichte van het inkomen.

Page 52: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

52 volgens het CBS voor andere gemeenten dan gezinnen met een laag inkomen.

Amstelveen, Haarlem en het Gooi zijn erg in trek bij Amsterdamse gezinnen

met een hoog inkomen; gezinnen met lagere inkomens kiezen vaker voor

Zaanstad of Almere.

De kleinere, meer perifeer gelegen gemeenten zullen naar verwachting

blijven krimpen. Dit blijkt uit figuur 3. Volgens experts is er sprake van

'kannibalisering': door de trek naar de stad hebben perifere gemeenten te

maken met een uitstroom van jongeren. In bijvoorbeeld Drenthe, Noordoost-

Groningen, de Achterhoek, Noord-Limburg en Zeeuws-Vlaanderen zal het

inwoneraantal blijven dalen (PBL/CBS, 2016). Vergrijzing kan op termijn tot

een overschot van vooral eengezinswoningen in de periferie leiden, als de

babyboom generatie verhuist naar een zorginstelling of komt te overlijden

(PBL, 2013). Naar schatting zullen hierdoor in 2030 50.000 koopwoningen per

jaar vrijkomen in de periferie. De neerwaartse druk op de huizenprijzen kan

dus op termijn in de krimpgebieden verder oplopen, waardoor huiseigenaren

hier het risico lopen langer onder water te blijven staan.

In perifere gemeenten bestaat het risico op bouwen voor de leegstand,

als hier onvoldoende rekening wordt houden met de terugloop in de vraag.

Uit gesprekken met experts blijkt bijvoorbeeld dat woningcorporaties in de

perifere gebieden veel vermogen hebben en dat voor nieuwbouw aanwenden.

Makelaars verwachten dat de nieuwgebouwde woningen wel zullen worden

verhuurd, maar dat de oudere huizen van waaruit men vertrekt zullen

blijven leegstaan.

De snelle prijsstijgingen in de grote steden zijn daarmee geen voorbode voor

heel Nederland. Er zijn grote regionale verschillen: terwijl er in de steden sprake

is van te weinig aanbod, kan men in de krimpgemeenten juist kiezen tussen

veel verschillende woningen. Ook zijn er in de periferie minder sterke restricties

voor nieuwbouw dan in de grote steden.

Page 53: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

53Figuur 3 Prognose regionale bevolkingsgroei 2016-2030

Toelichting: gebiedsindeling naar gemeente.

Bron: CBS/PBL.

Krimp (-5% of minder)

Lichte krimp (-2,5% tot -5%)

Redelijk stabiel (-2,5% tot 2,5%)

Lichte groei (2.5% tot 5%)

Groei (5% tot 10%)

Sterke groei (10% of meer)

Page 54: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

54

5 Beleidsaanbevelingen

Gemeenten en woningcorporaties hebben niet altijd de juiste prikkels om te

zorgen voor het juiste type aanbod op de juiste plekken. Gemeenten ervaren

belemmeringen in het vergroten van het aanbod vanwege bezuinigingen

op plancapaciteit. In gronduitgiftebeleid richten zij zich voornamelijk op

sociale huur en op koopwoningen, die een hogere grondprijs opbrengen

dan huurwoningen. Corporaties richten zich meer op hun kerntaak,

het aanbieden van sociale huurwoningen, en minder op de vrije huursector.

Hierdoor komt het broodnodige extra aanbod van vrije sector-huur woningen

in de steden niet tot stand.

De rijksoverheid kan gemeenten stimuleren meer huurwoningen in de

vrije sector te realiseren, bijvoorbeeld door prestatieafspraken te maken.

De rijksoverheid zou afspraken met gemeenten kunnen maken over het

opnemen van een minimumpercentage middeldure huurwoningen in

bestemmingsplannen, analoog aan de prestatieafspraken die gemeenten

met corporaties maken over sociale huur. Gemeenten dienen dan wel

voldoende lage grondprijzen te hanteren om de bouw van middeldure

huurwoningen rendabel te maken. Om te zorgen dat ook verhuurders de

juiste prikkels krijgen, moeten heldere afspraken worden gemaakt over

verhuur voor de lange termijn en gematigde huurverhogingen.¹⁴

14 Recent heeft het Platform Amsterdamse Middenhuur, een samenwerkingsverband van

institutionele beleggers en woningcorporaties, een dergelijk voorstel gedaan. Deze partijen

stellen zich ten doel om tot 2025 10.000 middeldure huurwoningen te bouwen. Met de

gemeente Amsterdam willen de partijen afspreken dat minimaal 25% van de nieuwbouw

middenhuur wordt, waarbij afspraken worden gemaakt over aanvangshuurprijzen en

jaarlijkse huurprijsaanpassingen in de komende 25 jaar.

Page 55: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

55Woningcorporaties kunnen ook bijdragen aan een groter vrij huursegment

door hun duurdere woningen in de vrije sector te verhuren. Zij kunnen deze

potentiële middeldure huurwoningen identificeren door deze opnieuw te

beoordelen op basis van kwaliteit. Deze woningen kunnen ze dan opnemen

in hun niet-DAEB-portefeuille, zodat deze in het middensegment kunnen

worden verhuurd (PBL, 2017). Bij een gelijkblijvend aantal woningen

leidt dit echter tot een kleiner sociale huursegment. Ook in de sociale

huursector zullen dus woningen moeten worden bijgebouwd. Corporaties

zijn inderdaad van plan om de voorraad sociale huurwoningen sterk uit te

breiden door de productie te verdubbelen naar 34.000 woningen per jaar.

Gemeenten stellen hiervoor grond beschikbaar.¹⁵

Om een gelijker speelveld tussen koop en huur te realiseren moet de

hypotheekrenteaftrek sneller worden afgebouwd. Doordat zowel sociale

huurwoningen als koopwoningen worden gesubsidieerd, zijn particuliere

huurwoningen relatief duur. Hoogopgeleide jongeren en middeninkomens,

die geen toegang hebben tot het sociale segment, kunnen deze woonlasten

vaak niet opbrengen. Daarnaast zorgt de hypotheekrenteaftrek ervoor dat

voor koopwoningen meer kan worden betaald dan voor huurwoningen.

Dit geeft projectontwikkelaars een prikkel om vooral koopwoningen

te bouwen. Verdere afbouw van de hypotheekrenteaftrek vermindert

de subsidie op koopwoningen. Hierdoor wordt het aantrekkelijker om

huurwoningen in de vrije sector te bouwen en krijgen gemeenten een

prikkel om de specifieke categorie ‘middenhuur’ op te nemen in hun

bestemmingsplannen.

15 Aedes, de vereniging van woningcorporaties, heeft deze ambitie uitgesproken in haar

woonagenda 2017-2021.

Page 56: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

56

Referenties

Autoriteit Financiële Markten (2016). AFM Consumentenmonitor – Hypotheken

– Voorjaar 2016.

Boumeester, H. & Dol, K. (2016). Eigenwoningbezit en flexibilisering van de

arbeidsmarkt. Real Estate Research Quarterly, maart 2016.

Boumeester, H., m.m.v. Lamain, C. (2016). Eigen Huis Marktindicator,

3e kwartaal 2016, Delft (OTB-Onderzoek van de gebouwde omgeving).

BPD (2016). Duitsland, Frankrijk, Nederland; Woningmarkten in perspectief 2016.

Brakman, S., Garretsen, H. & Marlet, G. (2015). Het verdwijnende midden in

Nederlandse steden? Mogelijke gevolgen van fragmentatie voor de werkgelegenheid.

Preadviezen van de Koninklijke Vereniging van Staathuishoudkunde 2015

Centraal Bureau voor de Statistiek (2016). Meer jonge gezinnen verlaten de stad.

https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/23/meer-jonge-gezinnen-verlaten-

de-stad

Centraal Planbureau & Planbureau voor de Leefomgeving (2016). Kansrijk

Woonbeleid.

Centraal Planbureau (2016). De positie van de middeninkomens op de

woningmarkt.

De Nederlandsche Bank (2016). Inkomensnorm hypotheken niet knellender dan

voor de crisis, DNBulletin, 20 oktober 2016.

Economisch Instituut voor de Bouw (2016). Investeren in de Nederlandse

woningmarkt, investeringsopgaven in twaalf provincies.

Page 57: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

57European Central Bank (2011). Financial Stability Review, June.

European Central Bank (2015). Financial Stability Review, November.

European Systemic Risk Board (2015). Report on residential real estate and

financial stability, December.

FSC (2015). Aanbeveling van het Financieel Stabiliteitscomité over de LTV-limiet na

2018.

Hilber, C.A.L. & Vermeulen, W. (2016). The Impact of Supply Constraints on

House Prices in England, The Economic Journal, 126 (March), 358-405.

Himmelberg, C., Mayer, C. & Sinai, T. (2005). Assessing High House Prices:

Bubbles, Fundamentals and Misperceptions. Journal of Economic Perspectives,

19(4): 67-92.

ING (2016). Fundament forse prijsstijging brokkelt af. ING Economisch Bureau.

International Monetary Fund (2016). Global Housing Watch Report, November.

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (2016). Wonen in

beweging, de resultaten van het WoonOnderzoek Nederland 2015.

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

(2002). Stadsvernieuwing gemeten.

Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

(2009). Leefbaarheid door de tijd.

Page 58: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

58 NVM (2016). Grote behoefte aan meer huurwoningen in middensegment.

https://www.nvm.nl/actueel/persberichten/2016/20160913huurcijfers

OESO (2011). Housing and the Economy: Policies for Renovation, in: Economic

Policy Reforms 2011: Going for growth.

Parlevliet, J., Doll, M., Vermeulen, R. & De Winter, J. (2016). Perspectief op

groei: de Nederlandse economie in beweging, DNB Occasional Studies 14(4).

Planbureau voor de Leefomgeving (2013). Vergrijzing en woningmarkt.

Planbureau voor de Leefomgeving (2014). Buitenlandse kenniswerkers in

Nederland. Waar werken en wonen ze en waarom?

Planbureau voor de Leefomgeving (2015). De stad: magneet, roltrap en spons.

Planbureau voor de Leefomgeving/Centraal Bureau voor de Statistiek (2016).

Regionale bevolkings- en huishoudensprognose 2016-2040: sterke regionale

verschillen.

Planbureau voor de Leefomgeving (2017). Perspectieven voor het

middensegment van de woningmarkt. Verkenning van maatregelen ter bevordering

van het aanbod.

Rekenkamer Amsterdam (2016). Drukte en leefbaarheid in de stad.

Rouwendal, J., Straaten, J.W. van der & Vermeulen, W. (2007). Economische

Analyse van Ruimtelijke-Ordeningsbeleid. Kwartaalschrift Economie, 4, 57-75.

Saiz, A. (2010). The geographic determinants of housing supply. The Quarterly

Journal of Economics, 125(3), 1253-1296.

Page 59: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

59Schilder, F. & Conijn, J. (2015). Middeninkomens en het middensegment.

De ontbrekende schakel op de woningmarkt. ASRE Research Paper 2015-10,

Amsterdam: Amsterdam School of Real Estate.

Schilder, F. & Conijn, J. (2009). De dubbele kloof tussen koop en huur

- Omvang, Oorzaken en Consequenties. ASRE Research Paper 2009-10,

Amsterdam: Amsterdam School of Real Estate.

Sociaal Cultureel Planbureau (2011). Wonen, wijken & interventies.

Swank, J., Kakes, J.I., Tieman, A.F. (2002). The housing ladder, taxation,

and borrowing constraints. DNB Research Memorandum 2002-9/688.

UWV (2017). Factsheet arbeidsmarkt bouw.

https://www.uwv.nl/overuwv/kennis-cijfers-en-onderzoek/

arbeidsmarktinformatie/factsheet-arbeidsmarkt-bouw.aspx

Van Dijk, D.W., Francke M.K. & Van de Minne, A. (2016). Credit, price and wage

dynamics in the housing market. Working paper.

Veenstra, J., Allers, M. A., & Garretsen, J. H. (2016). Evaluatie

verhuurderheffing. COELO-rapport No. 16-02. Groningen: COELO.

Verbruggen, J., Van der Molen, R., Jonk, S., Kakes, J. & Heeringa, W. (2015).

Effecten van een verdere verlaging van de LTV-limiet. DNB Occasional Studies

13(2).

Whitehead, C., Scanlon, K., Monk, S., Tang, C., Haffner, M., Lunde, J., Andersen,

M.L., Voigtländer, M. (2016). Understanding the Role of Private Renting: A Four-

country Case Study. København: Boligøkonomisk Videncenter.

Page 60: De woningmarkt in de grote steden - meerdervoort.com · Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke

De Nederlandsche Bank N.V.

Postbus 98, 1000 AB Amsterdam

020 524 91 11

dnb.nl