1

De WIA

De wet Werk en Inkomen naar

Arbeidsvermogen.

Deze wet is van kracht geworden

Op 29 december 2005

V. 2016. 01.26.001

2

De poortwachter

De Wet

Verbetering Poortwachter

is van kracht geworden

Op 1april 2002

1

V. 2016. 01.26.001

3

De arbodienst of de bedrijfsarts

Ziekteverzuim langer dan 6 weken.

Uiterlijk de 6e week maakt de arbodienst

of de bedrijfsarts een probleemanalyse.

Week 8: Plan van Aanpak.

Casemanager of contactpersoon.

V. 2016. 01.26.001

4

Algemeen no. 1

Instemmen van de werknemer met het

Plan van Aanpak.

Re-integratie 1e spoor (Eigen

werkgever).

Re-integratie 2e spoor (Andere

werkgever).

Rechten bij detachering.

Geen loon maar ontslag.

V. 2016. 01.26.001

5

Algemeen no. 2

Week 42 werkgever geeft ziekmelding door

aan het UWV.

Eerstejaarsevaluatie.

Eindevaluatie.

Deskundigenoordeel.

V. 2016. 01.26.001

6

De WIA

De WIA bestaat uit 2 delen:

1. De regeling Inkomensvoorziening

Volledig en duurzaam

Arbeidsongeschikten(IVA).

2. De regeling Werkhervatting

Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten(WGA).

V. 2016. 01.26.001

7

Schema WIA

Volledig en duurzaam IVA-

arbeidsongeschikt Uitkering

Gedeeltelijk arbeids-

104 weken loon ongeschikt (>35%) of WGA-

doorbetalen volledig niet duurzaam Uitkering

arbeidsongeschikt

Minder dan 35% Geen

arbeidsongeschikt uitkering

V. 2016. 01.26.001

8

De IVA-regeling

Is voor mensen die volledig en duurzaam

arbeidsongeschikt zijn.

Deze mensen ontvangen een uitkering

van 75% van het laatst verdiende

(gemaximeerde) dagloon.

Een eventuele verhoging van de uitkering

naar 85 of 100% voor een

arbeidsongeschikte die hulpbehoevend is

en oppas en verzorging nodig heeft. Deze

dient te worden aangevraagd bij de UWV.

V. 2016. 01.26.001

9

De WGA-regeling

De WGA-regeling bestaat uit 3 onderdelen:

1. De loongerelateerde uitkering.

2. De loonaanvullingsuitkering.

3. De vervolguitkering.

V. 2016. 01.26.001

10

De loongerelateerde WGA-uitkering

Het loon wat u gemiddeld per dag verdiende in het jaar

voorafgaande aan uw eerste ziektedag.

Het arbeidsverleden is bepalend voor de duur van de

loongerelateerde WGA-uitkering.

Referte-eis:

Iemand voldoet aan de weken-eis als hij in de 36 weken voor zijn

ziekte er tenminste 26 weken heeft gewerkt.

Hoogte van de loongerelateerde WGA-uitkering:

De eerste 2 maanden krijgt men een uitkering van 75%, daarna

70% of men werkt of niet.

V. 2016. 01.26.001

11

Duur van de loongerelateerde WGA-uitkering, per 1-1-2008

Arbeidsverleden Lengte van de loongerelateerde uitkering

is afhankelijk van het arbeidsverleden,

1 t/m 3 jaar 3 maanden

4 jaar 4 maanden

10 jaar 10 maanden

20 jaar 20 maanden

38 jaar 38 maanden

40 jaar 38 maanden

1 januari 2015

12

Wijziging uitkeringsduur per 1 januari 2016

De opbouw van de loongerelateerde WGA-uitkering

wordt aangepast: 1 maand per dienstjaar in de 1e 10

arbeidsjaren en een ½ maand per dienstjaar in de jaren

daarna. Reeds opgebouwde arbeidsverleden tot 2016

wordt gerespecteerd. Elk jaar arbeidsverleden voor 2016

geeft recht op één maand loongerelateerde WGA-uitkering.

De maximale duur van de loongerelateerde WGA-uitkering

wordt geleidelijk ingekort naar 24 maanden met 1 maand

per kwartaal vanaf 1januari 2016 tot 1 juli 2019.

V. 2016. 01.26.001

13

Geleidelijke duurverkorting van 38 naar 24 maanden

Arbeidsverleden op 1 januari 2016 bepaalt in welke kolom iemand zit

Kwartaal >= 38 37 36 35 34 33 32 31 30 29 28 27 26 25 24

2016 1 37 36 35 34 33 32 31 30 29 28 27 26 25 24 24

2 36 35 34 33 32 31 30 29 28 27 26 25 24 24 24

3 35 34 33 32 31 30 29 28 27 26 25 24 24 24 24

4 34 33 32 31 30 29 28 27 26 25 24 24 24 24 24

2017 1 33 32 31 30 29 28 27 26 25 24 24 24 24 24 24

2 32 31 30 29 28 27 26 25 24 24 24 24 24 24 24

3 31 30 29 28 27 26 25 24 24 24 24 24 24 24 24

4 30 29 28 27 26 25 24 24 24 24 24 24 24 24 24

2018 1 29 28 27 26 25 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24

2 28 27 26 25 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24

3 27 26 25 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24

4 26 25 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24

2019 1 25 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24

2 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24 24

V. 2016. 01.26.001

14

De loonaanvullingsuitkering

Deze uitkering ontvang je als je minimaal 50% verdient van wat je

volgens het UWV ondanks je beperkingen nog zelf kunt verdienen.

Voorbeeld berekening:

Richard verdiende voor hij ziek werd € 2.000 per maand.

Volgens het UWV kan hij nog € 800 verdienen ( resterende

verdiencapaciteit)

Richard heeft werk waarmee hij € 600 per maand verdient.

Richard komt in aanmerking voor de loonaanvullingsuitkering.

Deze uitkering is gebaseerd op het oude loon.

V. 2016. 01.26.001

15

De vervolguitkering

Deze uitkering ontvang je als je minder dan 50% verdient van wat je

volgens het UWV ondanks je beperkingen nog kunt verdienen.

Voorbeeld berekening:

Monique verdiende voordat zij ziek werd € 2.000 per maand.

Zij kan volgens het UWV nog € 1.000 per maand verdienen.

Monique heeft werk waarmee zij € 480 per maand verdient.

Zij verdient minder dan 50% van haar resterende verdiencapaciteit.

Bij een arbeidsongeschiktheidspercentage van 50% hoort een

uitkering van 35% van het minimumloon (+ het loon wat zij met

werken verdient).

V. 2016. 01.26.001

16

Vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid

Stel het Maatman(oude)loon op € 20.000

Resterende verdiencapaciteit – op basis van 3 functies

die iemand nog kan verrichten. Het middelste inkomen

dient als basis van de theoretische verdiencapaciteit.

Stel:

Buschauffeur € 12.000.

Treinconducteur € 10.000.

Winkelmedewerker € 8.000.

20.000 – 10.000

x 100 = 50% arbeidsongeschiktheid.

20.000

V. 2016. 01.26.001

17

Minder dan 35% arbeidsongeschikt

Arbeidsongeschiktheidspercentage minder dan 35%.

Werknemer is dan volgens de wet WIA volledig

arbeidsgeschikt en ontvangt geen uitkering.

Wat zijn de mogelijkheden:

Re-integratie bij eigen werkgever.

Eventueel re-integratie bij andere werkgever.

Als er geen re-integratie mogelijkheden meer zijn kan

de werkgever een ontslagvergunning aanvragen bij het

UWV, daarna gelden de regels voor ontslag en WW.

V. 2016. 01.26.001

18

WIA en Re-integratie

WIA en re-integratie in het kort:

IVA-uitkering.

Geen recht op re-integratie.

V. 2016. 01.26.001

,

19

Re-integratie door het UWV

Re-integratie als er geen werkgever meer

is.

Re-integratietraject.

Een Individuele Re-integratie

Overeenkomst(IRO).

V. 2016. 01.26.001

20

Re-integratiemiddelen

No-riskpolis.

Premiekorting voor de werkgever.

Dagloongarantie.

Proefplaatsing.

V. 2016. 01.26.001

21

Pauze

Na de pauze besteden we aandacht

aan de gesprekken met de

Verzekeringsarts

Arbeidsdeskundige.

V. 2016. 01.26.001

22

Hoe gaat de keuring in zijn werk?

Stap 1. het vragenformulier.

Stap 2. het gesprek met de

verzekeringsarts.

Stap 3 het gesprek met de

arbeidsdeskundige.

Stap 4 de beslissing.

V. 2016. 01.26.001

23

Stap 1: het vragenformulier

Het vragenformulier over uw situatie:

Realiseert u zich dat de keuring al start

start bij invullen van het vragenformulier.

Heeft u moeite met het ivullen van het

vragenformulier vraag dan de FNV om

een WIA/WAO-begeleider.

V. 2016. 01.26.001

24

Stap 2: het spreekuur van de verzekeringsarts.

Bent u verhinderd, bel het UWV dan voor het maken

van een andere afspraak.

U bent verplicht gehoor te geven aan de oproep!

Kunt u om gezondheidsredenen niet naar het UWV

spreekuur komen, meld dit dan aan het UWV, of laat

iemand anders dit voor u doen.

De verzekeringsarts gaat u allerlei vragen stellen om zicht

te krijgen op uw belastbaarheid voor werk.

V. 2016. 01.26.001

25

Conclusie1: op medische gronden volledig en duurzaam arbeidsongeschikt.

NB: Een oproep niet altijd nodig!

Criteria:

U bent chronisch bedlegerig.

U bent langdurig opgenomen in een ziekenhuis of instelling.

U bent bij uw dagelijkse levensverrichtingen langdurig afhankelijk van zorg van

derden.

U bent langdurig niet in staat tot persoonlijk en sociaal functioneren (drie ijkpunten),

zelfverzorging, samenlevingsverband en sociale contacten buiten het gezin.

Uw belastbaarheid voor werk wisselt sterk.

U heeft een ziekte met een slechte prognose of levensverwachting.

V. 2016. 01.26.001

26

Conclusie 2: belastbaar voor werk

Twee mogelijkheden:

Belastbaarheid voor werk.

Een duurbeperking.

Na uw bezoek aan de verzekeringsarts krijgt u een oproep

om te verschijnen bij de arbeidsdeskundige.

Let op!

Ook hier bent u verplicht gehoor te geven aan de oproep

(NB: ook al bent u het niet mee eens).

Bent u verhinderd, bel dan het UWV voor het maken van

een andere afspraak.

V. 2016. 01.26.001

27

Stap 3: het spreekuur van de arbeidsdeskundige.

Met de gegevens van de verzekeringsarts zoekt de

arbeidsdeskundige in de computer naar functies.

Er moeten minimaal 3 geschikte functies voor u gevonden met elk 3

arbeidsplaatsen (dus in totaal 9 arbeidsplaatsen).

Een functie moet passen bij uw krachten en bekwaamheden:

Tip: Vraag altijd om de uitgebreide beschrijving van de functie.

Tip: Bent u van mening dat u bepaalde functies niet kunt vervullen,

zeg dit dan meteen!

V. 2016. 01.26.001

28

Stap 4: De beslissing.

Als u het niet eens bent met de beslissing.

Procedure van bezwaar en beroep.

Juridische ondersteuning door de FNV in Beweging.

Let op: Bezwaar maken heeft geen opschortende werking!

Arbeidsongeschiktheid en pensioenopbouw.

V. 2016. 01.26.001

29

Einde:

Dit is het einde van de presentatie.

Heeft u nog vragen,

kan u deze nu stellen

V. 2016. 01.26.001