De Wereld in Perspectief februari 2013
-
Upload
sns-securities -
Category
Documents
-
view
217 -
download
2
description
Transcript of De Wereld in Perspectief februari 2013
1
• Inleidende samenvatting • Amerikaanse economie groeit stug door • Fiscal Cliff wordt vervolgd • Amerikaanse overheid al stevig aan het bezuinigen • Indicatoren Eurozone springen voorzichtig op groen • Duitse buitenlandse motor trekt weer aan • Nederland kan profiteren van Duits herstel • Uitgelicht! • Colofon •
Een maandelijkse visie voor de cliënten van SNS Securities
Inleidende samenvatting Inleiding In deze Wereld in Perspectief vooral aandacht voor de macro-economische ontwikkelingen. In Europa zijn voorzichtige signalen van verbetering zichtbaar, al komen ze nog niet tot uiting in de harde cijfers. De Amerikaanse economie groeit stug door, maar de eerste maanden van dit jaar kunnen nog wel moeizaam zijn door de gevolgen van de belastingverhogingen en andere gevolgen van de fiscal cliff. Overigens zijn we nog niet van de fiscal cliff af, er zijn nog nieuwe hordes te nemen in de komende maanden. Uitgelicht! In Uitgelicht! kijken we naar de turbulentie op de valutamarkten. Daarbij belichten we dat de ontwikkelingen rond de yen van een andere orde zijn dan de verhoudingen tussen de euro, het Britse pond en de Amerikaanse dollar. Met vriendelijke groet,
SNS Securities NV
Sep Van de Voort Cees Rijsdijk Macro-econoom en strateeg Macro-econoom en strateeg
p1 p2 p3 p4 p5 p6 p6 p8 p11
Februari 2013 17e editie De Wereld in perspectief
2
Amerikaanse economie groeit stug door
Ondanks alle zorgen de afgelopen maanden over de fiscal cliff, loopt alles aan de overkant van
de oceaan nog behoorlijk op rolletjes. De beste manier om dat in één oogopslag te zien is via de
grafiek hiernaast.
Hierin staan de
inkoopmanagers-
indices voor zowel
de dienstensector
als de industrie
afgebeeld.
Recessiegevaar
wordt pas acuut als
deze indices naar
de lage veertigers
afzakken, maar
voorlopig staan we
ruim boven het
neutrale niveau van
50. Het laatste
groeicijfer (een
krimp van -0,1% van
het BBP in het
vierde kwartaal) ziet er wel zorgwekkend uit, maar als we even naar de details kijken dan valt het
allemaal reuze mee.
Om te beginnen komt een groot deel van het slechte cijfer op conto van voorraadafbouw, dat de
groei met 1,3%punt drukte. Voorraadafbouw in het ene kwartaal maakt productie in het volgende
kwartaal weer mogelijk, dus zo slecht is dat niet. Daarnaast was het in het derde kwartaal van
vorig jaar al opmerkelijk dat de overheidsuitgaven (vooral door flinke uitgaven aan defensie)
bijdroegen aan de economische groei, voor het eerst sinds begin 2010. Misschien dat een deel
van deze uitgaven naar voren waren gehaald, want in het vierde kwartaal daalden de defensie-
uitgaven met maar liefst 22% en drukten de overheidsuitgaven als geheel de economische groei
met ruim 1,3%punt. Het goede nieuws is dus dat de private sector (consumptie en investeringen)
gestaag door groeiden met 2,2% en 9,7%. Investeringen in de woningbouw groeiden zelfs met
ruim 15%, een belangrijke motor die weer aardig op toeren is gekomen.
3
Fiscal Cliff wordt vervolgd
Het is wel duidelijk dat de fiscal cliff niet geheel onopgemerkt aan de Amerikanen voorbij zal
gaan. Vooral het terugdraaien van de verlaging van de sociale premies met 2 procent zal
consumenten wel even doen schrikken in de eerste maanden. En
we zijn nog niet helemaal af van de fiscal cliff. Begin maart is er de
zogenaamde sequestration-hobbel die genomen moet worden. Dit
zijn automatische bezuinigingen die ingaan als men half april niet
met een plan komt dat de komende tien jaar zo’n $1200 miljard aan
tekortreductie oplevert. Die automatische bezuinigingen zullen voor
$600 miljard neerslaan op defensie en de andere helft op andere
delen van de begroting. Voor dit fiscale jaar (tot 30 september) staan er voor $85 miljard
bezuinigingen gepland, en voor de komende acht jaar ieder $110 miljard. De Republikeinen (met
een meerderheid in het Huis van Afgevaardigden) willen geen belastingverhoging dus vinden het
in beginsel prima dat de tekortreductie door bezuinigingen tot stand komt, al doet de aanslag op
defensie hun wel pijn. Democraten (met een meerderheid in de Senaat) zien liever de
belastingen omhoog gaan. Deze discussie zal dus de komende paar weken beslecht moeten
worden.
Daarnaast is er nog de discussie over het schuldenplafond dat verhoogd moet worden,
aangezien anders de Amerikaanse federale overheid niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. De
Republikeinen hebben wat dit betreft na de herverkiezing van Obama een andere tactiek
gekozen. De Tea Party, met zijn onverzoenlijk harde lijn, lijkt aan invloed te hebben ingeboet en
men lijkt vast van plan om niet nodeloos kiezers van zich
te vervreemden. Het belangrijkste dreigement dat de
Republikeinen immers hadden, was het plafond niet te
verhogen en zo de overheid tot wanbetaling te dwingen.
Men realiseert zich dat een dergelijk hard beleid, hoe
principieel ook, niet tot grotere populariteit leidt. Daarom
heeft de Grand Old Party het met de discussie over het
schuldenplafond over een andere boeg gegooid en heeft
zowel de Senaat als het Huis van Afgevaardigden de No
Budget No Pay Act of 2013 aangenomen, waarin het
schuldenplafond voorlopig is “geschorst” tot 18 mei. Men overschrijdt het plafond in de tussentijd
wel degelijk, maar het plafond is tijdelijk even buiten de wet gezet.
4
Amerikaanse overheid al stevig aan het bezuinigen
Al deze discussies over bezuinigingen wekken misschien de indruk dat de overheid de economie
tot dusver nog stevig aan het stimuleren was en dat de omslag naar bezuinigen een flinke klap
voor de economie zal opleveren. Dat beeld willen we toch wel enigszins nuanceren.
In de grafiek hiernaast
ziet u de totale groei van
het GDP (die -0,1% waar
we het eerder over
hadden) en de groei van
alleen de private sector.
Die groei van de private
sector is niet zo heel erg
veel lager dan voor de
crisis van 2008. Het is
dus vooral de overheid
die de groei de afgelopen
jaren gedrukt heeft. Dat
kunt u zien aan de
balkjes, die de bijdrage
van de overheidsuitgaven
aan de economische
groei weergeven.
Deze negatieve bijdrage komt vooral van staten en lokale overheden, die de afgelopen jaren flink
bezuinigd hebben. Zo was bijvoorbeeld de staat Californië eind 2008 zo goed als failliet, maar dit
jaar wordt er weer een begrotingsoverschot geboekt. Ook gemeentes die hard geleden hebben
onder de vastgoedcrisis (onroerend goed belasting is een zeer belangrijke bron van inkomsten)
komen langzaam maar zeker weer in rustiger vaarwater. De afgelopen jaren is ook het aantal
ambtenaren (buiten de gezondheidszorg en onderwijs) met een half miljoen afgenomen, de
eerste keer sinds de zware recessie van begin jaren tachtig van de vorige eeuw. Juist nu de
federale overheid een begin gaat maken met het op orde brengen van de begroting, neemt de
negatieve fiscale druk van de lagere overheden af, zodat de totale impact niet erg veel groter
hoeft te worden. Blijft natuurlijk nog wel de belastingverhoging per 1 januari 2013 die
consumenten dit jaar treft.
5
Indicatoren Eurozone springen voorzichtig op groen
Net zoals het begin februari wat vroeg is om de lente in de bol te krijgen (er kunnen immers nog
twee barre maanden volgen), zo voelt het ook nog wat voorbarig om in de Eurozone al van een
herstel te spreken. Toch steekt een steeds groter aantal indicatoren als krokusjes de kop op. De
meest leidende indicator is waarschijnlijk die van het Duitse ZEW-instituut en deze geeft dan ook
het meest uitbundig aan dat er verbetering aan zit te komen. In juli zette deze indicator voor de
Eurozone een dieptepunt op -22.3 maar inmiddels is al een niveau van +31,2 bereikt waarbij
vooral afgelopen maand een flinke sprong werd gemaakt. Ook de iets trager reagerende IFO-
index heeft nu de bocht gemaakt. Deze index, die zich expliciet op de Duitse economie richt, is
sinds oktober flink aan het stijgen. De belangrijkste indicator, de inkoopmanagersindex PMI, is
wat aarzelender maar ook deze index is nu al een aantal maanden aan het stijgen (zie grafiek).
De verbetering in deze
index komt de afgelopen
maand vooral voor
rekening van Duitsland en
in iets mindere mate van
Spanje. De Italiaanse
economie vertoont nog
weinig tekenen van leven
en Frankrijk zakt, onder
invloed van de op gang
komende bezuinigingen,
verder weg. De
Nederlandse versie
hiervan is licht opgelopen
van 49,6 naar 50,2. De
richting is goed, maar wijst
op zijn best op een zeer
bescheiden groei.
Eenzelfde beeld krijgen we ook uit de cijfers van de Europese Commissie die onder andere de
Economic Confidence Index publiceert. Deze is opgebouwd uit enquêtes onder consumenten en
producenten uit de dienstensector en industrie en bovendien uitgesplitst naar de verschillende
Lidstaten. Opvallend hier is dat de laatste maand ook het consumentenvertrouwen aan het
herstellen is. Als we kijken naar landen, dan was Duitsland het laatste land dat werd meegezogen
door de Euromalaise, maar nu ook het eerste land dat weer begint te herstellen. En ook hier
blijven Italië en Frankrijk achter, terwijl Spanje juist begint aan te trekken. Frankrijk begint er op
alle fronten in negatieve zin uit te springen. Waar de landen in de periferie in ieder geval nog in
staat zijn hun concurrentiepositie te verbeteren, blijft de Franse lopende rekening hardnekkig in
een tekortsituatie steken.
6
Duitse buitenlandse motor trekt weer aan
Zoals u ongetwijfeld bekend is, heeft Duitsland de afgelopen jaren sterk geprofiteerd van de
toenemende welvaart in China. Vooral de verkoop van Duitse auto’s aan China heeft sinds 2010
een belangrijke impuls gegeven aan de Duitse economische groei. Begin 2010 namen de Duitse
auto-exporten richting China nog met bijna 200% toe (zij het vanuit een zeer lage basis),
waardoor de autoproductie met 40% opveerde.
Gedurende 2011 en 2012 zakte deze exportgroei
steeds verder weg en eind 2012 was er zelfs korte tijd
sprake van een krimp. Het lijkt erop alsof er sprake is
geweest van voorraadafbouw in China, maar dat dit
proces nu op zijn einde loopt. In december werd weer
een voorzichtig plusje gezet en de kans is groot dat
de exportgroei van Duitse auto’s richting China weer
op gang gaat komen. In China geven steeds meer
indicatoren aan dat de economie voorzichtig weer aan
het aantrekken is.
Nederland kan profiteren van Duits herstel
Met Duitsland als belangrijkste handelspartner kan de Nederlandse economie normaal gesproken
aanhaken bij het herstel van onze Oosterburen. Ruim een kwart van onze export gaat richting
Duitsland. Als de normale
verbanden tussen de
leading indicators en de
Nederlandse exporten
opgeld doen, mogen we
verwachten dat in de loop
van dit jaar deze exporten
verder gaan aantrekken.
Volgens de al eerder
genoemde Nederlandse
inkoopmanager index zijn
de exporten al zeven
maanden op rij aan het
verbeteren.
Helaas is voor de
Nederlandse economie
export niet het grootste
probleem. De exportprestatie van Nederland doet bepaald niet onder vergeleken met de ons
omringende landen en het handelsoverschot is zelfs opgelopen tot meer dan 8% van het BBP.
7
Een dergelijk groot handelsoverschot is eigenlijk niet gezond meer te noemen en wijst op te grote
binnenlandse besparingen. Dat klopt ook wel.
Niet alleen Nederlandse huishoudens houden hun hand op de knip (o.a. als
gevolg van de situatie op de woningmarkt) maar ook de overheid is stevig
aan het bezuinigen. Dit leidt tot binnenlandse vraaguitval en daar zit hem
eerder de kneep van de huidige economische problemen dan bij de export.
Niet voor niets zijn de Nederlandse groeicijfers van de afgelopen paar jaar
beter te vergelijken met die van onze perifere broeders Spanje of Italië dan
met die van buurland Duitsland.
8
Valutamarkten flink in beweging
De afgelopen tijd zijn valutamarkten behoorlijk in beweging gekomen. De euro is flink aan kracht
aan het winnen ten opzichte van de andere belangrijke valuta’s: dollar, yen en pond. Het
startschot werd
gegeven door ECB-
president Draghi toen
hij eind juli vorig jaar
meldde dat hij uit alle
macht de euro zou
verdedigen. Vanaf
dat moment begon
de euro in waarde te
stijgen ten opzichte
van dollar en pond.
Dit werd nog
versterkt toen dit
kracht bij werd gezet
door de verzekering
dat de ECB indien
nodig op grote schaal
obligaties zou
opkopen van landen
die een steunaanvraag indienen bij het ESM (European Stability Mechanism). Het was dus vooral
de euro die aan geloofwaardigheid en kracht won, waardoor de koers omhoog ging. De appreciatie ten opzichte van de yen begon pas later, toen de Japanse (ex-) premier Noda
eind november verkiezingen uitschreef en duidelijk werd dat zijn opponent Abe van de LDP grote
kans maakte de verkiezingen te gaan winnen. Al tijdens de verkiezingscampagne maakte Abe
duidelijk een krachtig stimuleringsbeleid te willen gaan voeren. Vooral de Japanse centrale bank
zou veel agressiever moeten gaan stimuleren en als deze daartoe niet bereid zou zijn, was Abe
van plan alle politieke middelen in te zetten om de Bank of Japan daartoe te dwingen
Japan ligt op ramkoers
Daarmee laat Japan in feite alle remmen los. Ondanks het feit dat de staatsschuld al richting
240% van het BBP gaat en het begrotingstekort nog steeds ongeveer 10% van het BBP
bedraagt, is Abe van plan nog eens een extra fiscale stimulans in te zetten waardoor deze ratio’s
verder verslechteren. Aan de monetaire kant staat de teller voor het geplande
aankoopprogramma van Japans staatspapier inmiddels op $ 1000 miljard (een beetje afhankelijk
van welke wisselkoers we hanteren). De nieuwe premier Abe wil dat dit aankoopprogramma.
9
onbeperkt wordt, zodat ook hier alle remmen los gaan. En men doet er niet geheimzinnig over dat
een belangrijk bijverschijnsel van deze ingrepen een koersdaling van de yen is.
Japan heeft lange tijd last gehad van zowel deflatie als een te sterke yen die de belangrijke
exportsector erg in de weg zat. De yen heeft intussen gereageerd (en zal nog wel even
doordalen) en aan de doelstelling om de inflatie naar 2% te krijgen wordt gewerkt.
Japan wordt hiermee wel een steeds groter risico, om niet te zeggen an accident waiting to
happen. Een land met een potentiële economische groei van
vrijwel 0 (want geen bevolkingsgroei en vergrijzend), een
staatsschuld van 240% en een begrotingstekort van 10% van het
BBP kan niet meer op een conventionele manier uit deze
problemen komen. In het verleden was er nog het argument dat
de staatsschuld hoofdzakelijk door binnenlandse partijen werd
opgekocht en dat het land een chronisch overschot op de lopende
rekening had. Door de vergrijzing beginnen de belangrijkste kopers van de staatsschuld (de
pensioenfondsen) inmiddels echter te ontsparen. Het overschot op de lopende rekening is al
bijna omgeslagen in een tekort. Dit komt mede doordat de olie-importen flink gestegen zijn na het
stilleggen van de nucleaire centrales en de exporten richting China een flinke deuk hebben
opgelopen door de onenigheid over een paar eilandjes.
Kortom, het moet haast een keer misgaan met de Japanse staatsschuld. Omdat er voorlopig
echter een belangrijke koper op de markt is (de Bank of Japan) loopt het effect nu via de
koersdaling van de yen. De stijging van de euro ten opzichte van de yen is daarmee vooral het
gevolg van de zwakte van de yen.
Daling pond van een andere orde dan daling dollar
Tussen de koersstijging van de euro ten opzichte van de Amerikaanse dollar en het Britse pond
willen we een nuancering aanbrengen. De koersbeweging van het pond begint wat grotere
vormen aan te nemen dan die van de dollar. Ook dit heeft
waarschijnlijk te maken met het verschil in monetair beleid. Volgens de
laatste notulen van de Bank of England kijkt men met tevredenheid
naar de koersdaling van het pond als gevolg van het ruime monetaire
beleid en nog steeds vindt men de munt overgewaardeerd. Dit roept
de vrees op dat men bereid is nog verder te gaan met verruimen, wat
de koers van het pond verder ondermijnt.
Uit de notulen van de Amerikaanse centrale bank (FED) blijkt daarentegen dat daar in de
vergadering van december de discussie al op gang kwam, wanneer er een einde moet komen
aan het beleid van Quantative Easing. Met andere woorden, het lijkt erop dat men daar
voorzichtiger is met het voortzetten van het ultraruime beleid. De koersdaling van de dollar ten
opzichte van de euro kan, vanuit deze redenatie bekeken, dan ook wel eens sneller tot stilstand
komen dan die van het Britse pond.
10
Los van het monetaire beleid, wat de hoofdmoot is van de argumentatie hierboven, zijn uiteraard
ook andere factoren van invloed, waarvan politiek vandaag de dag een van de belangrijkste is.
Een terugkeer van de onzekerheid rond de Eurocrisis (bijvoorbeeld als de corruptieaffaire rond de
Spaanse premier Rajoy uit de hand loopt of als we na de Italiaanse verkiezingen weer met
Berlusconi als premier zitten) kan de koers van de euro weer danig onder druk zetten. In de
Amerikaanse politiek kan het gevecht tussen Democraten en Republikeinen het vertrouwen in de
dollar juist onder druk zetten. Een koers van $1,30 - $1,35 per euro lijkt
ons voor de economische ontwikkeling van zowel de VS als de Eurozone
de meest wenselijke. Een koers van $1,40 per euro zou het economisch
herstel van onze regio in de wielen beginnen te rijden.
11
COLOFON SNS Securities NV Nieuwezijds Voorburgwal 162 1012 SJ Amsterdam Postbus 235 1000 AE Amsterdam T +31 (0)20 550 84 96 E [email protected] snssecurities.nl Editie 17, Februari ‘13
Disclaimer De in dit document aangeboden informatie is opgesteld door SNS Securities NV (SNS Securities). De in dit document aangeboden informatie is bedoeld als informatie in algemene zin en is niet toegespitst op uw persoonlijke situatie. De informatie mag daarom nadrukkelijk niet beschouwd worden als een advies of als een voorstel of aanbod tot 1) het aankopen of verhandelen van financiële instrumenten en/of 2) het afnemen van beleggingsdiensten noch als een beleggingsadvies. Beslissingen op basis van de informatie uit dit document zijn voor uw eigen rekening en risico. De informatie en de voorwaarden die van toepassing zijn op beleggingsdiensten verleend door SNS Securities kunt u vinden in de Voorwaarden Effectendienstverlening SNS Bank N.V. Hoewel SNS Securities tracht juiste, volledige en actuele informatie uit betrouwbaar geachte bronnen aan te bieden, verstrekt SNS Securities expliciet noch impliciet enige garantie dat de aangeboden informatie in dit document juist, volledig of actueel is. SNS Securities aanvaardt geen aansprakelijkheid voor druk- en zetfouten. De in dit document opgenomen informatie kan worden gewijzigd zonder voorafgaand bericht. SNS Securities is niet verplicht de hierin opgenomen informatie te actualiseren of te wijzigen. SNS Securities aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid ten aanzien van enige schade (met inbegrip van gederfde winst), die op enigerlei wijze voortvloeit uit de informatie die u in dit document wordt aangeboden of het gebruik daarvan. SNS Securities, of de rechthebbende, behoudt alle rechten (waaronder auteursrechten, merkrechten, octrooien en andere intellectuele eigendomsrechten) met betrekking tot alle in dit document aangeboden informatie (waaronder alle teksten, grafisch materiaal en logo’s). Het is toegestaan de informatie uit dit document te kopiëren of op enigerlei wijze openbaar te maken, te verspreiden of te vermenigvuldigen mits daarbij de bron (SNS Securities) wordt vermeld.