De vrijwillige burger
description
Transcript of De vrijwillige burger
De vrijwillige burgerA (wo)man for all seasons?
Marc Hooghe
Politicoloog Robert Putnam lanceerde de term sociaal kapitaal hechte samenlevingen, waarbinnen de burgers
op intensieve wijze formele en informele banden met elkaar onderhouden,
- functioneren beter- sterke en stabiele democratie- algemene levenskwaliteit ligt hoger
Conclusie: samenlevingen hebben nood aan: fysiek kapitaal (geld, goederen, …) Menselijk kapitaal (opleiding, vaardigheden, …) Sociaal kapitaal (verbondenheid, maatschappelijke
inzet en vertrouwen) Verband: waarden en participatiemensen zijn beïnvloed door nomen uit hun omgeving en interactie met anderen -> wij nemen min of meer deze waarden over.
Sociaal kapitaal
Intensieve wisselwerking tussen:◦ eigen opvattingen◦ opvattingen van de directe omgeving◦ de ruimere cultuur waarvan men deel uitmaakt
Samen brengen van mensen levert:◦ Een bijdrage aan de opbouw van een
democtratische politieke cultuur op Verantwoordelijkheid
◦ Individuele burgers◦ De inrichting van politiek systeem, de economie
en de arbeidsmarkt maken het een stuk minder aantrekkelijk om zich nog vrijwillig in te zetten
Gedeelde verantwoordelijkheid
Inzichten door theorie van Sociaal kapitaal mogen niet leiden tot een abicatie van het politiek systeem.◦ basis vormen voor een nieuw partnerschap
tussen overheid, middenveld en individuele burger
3 aspecten die problematisch zijn voor de politieke rol van het maatschappelijk middenveld
◦ Sterke ongelijkheid inzake de deelname aan het vrijwilligerswerk
◦ Sterke invloed van levensbeschouwelijke dimensie◦ vrijwilligerswerk roept onopgeloste vragen op over
de terreinafbakening tussen burger en overheid.
Politiek niet abdiceren
Overdracht van maatschappelijke functies van de overheid naar het middenveldÞvorm van democratisering
Actieve vrijwilligerswerk bijzonder ongelijk gespreid over onze samenlevingÞHoger opgeleide burgers zijn sterk
oververtegenwoordigd
Romig vrijwillgerswerk
Overheidsbeleid dat gericht is om maatschappelijk leven te bevorderen◦ RVA doet nog altijd moeilijk als een werkloze
vrijwilligerswerk wil verrichten Compensatielogica
◦ Diegenen die geen betaalde baan hebben omwille van werkloosheid, pensioenen of loopbaanonderbreking zouden dit compenseren door vrijwilligerswerk te verrichten
Cumulatielogica
Geen daling van participatiebereidheid Verjonging van het middenveld waardoor
oude organisaties het moeilijker krijgen. Van gelovigen wordt verwacht dat ze zich
inzetten voor de medemens maar in onze geseculariseerde tijden werkt dit niet meer motiverend.
Van kerkwerk tot netwerk
Ideologieën boeten sterk aan betekenis in. Nood aan meer actief optredende en meer
sturende overheid
Tussen burger en overheid
Initiatieven die er in slagen kwetsbare mensen samen te brengen, leveren een belangrijke bijdrage:◦ aan het versterken van het maatschappelijk
weefsel◦ aan het democratisch gehalte van onze
samenleving Nieuw partnerschap tussen overheid en
middenveld◦ Elke partner neemt zijn verantwoordelijkheid op
Elk speelt zijn rol
Patrick Dewael (2001), Wederzijds respect. De gevaren van het Blok. Houtekiet, Antwerpen, pp. 116-177.
Robert Putnam (2000), Bowling Alone. The Collapse and Revival of American Community. Siman and Schuster, New York.
Mark Elchardus, Luc Hyse en Marc Hooghe (red., 2001), Het maatschappelijk middenveld in Vlaanderen. VUB Press, Brussel.
Marc Hooghe (2001), Waardecongruentie binnen vrijwillige verenigingen. Een sociaal-psychologisch verklaringsmodel voor de interactie van zelfselectie en socialisering, Mens en Maatschappij, 76(2), 102-120.
Marc Hooghe (1999), Participatie en de vorming van sociaal kapitaal. Een exploratie van het causaal verband tussen participatie en maatschappelijke houdingen, Sociologische Gids, 46(6), 494-520.
Dietlind Stolle (2000), Het onderzoek naar sociaal kapitaal, pp. 25-60 in M. Hooghe (red.), Sociaal kapitaal en democratie. Acco, Leuven
Marc Hooghe (2001), ‘Not for our kind of people’. The sour grapes phenomenon as a causal mechanism for political passivity, pp. 162-175 in P. Dekker & E. Uslaner (eds.), Social Capital and Participation in Everyday Life. Routledge, London.
Suzana Koelet (2002), Zorgen voor morgen. Ouderschap tussen 1988 en 1999, Jaarboek 2002. Seksualiteit. Relaties. Geboortenregeling. Trefpunt Cgso, Gent.
Marc Hooghe (2000), Culturele en maatschappelijke kenmerken en het participatieniveau van de Vlaamse bevolking, pp. 113-146 in M. Hooghe (red.), Sociaal kapitaal en democratie. Acco, Leuven.
Verwijzingen
Peer Scheepers & Jacques Jansen (2001), Informele aspecten van sociaal kapitaal. Ontwikkelingen in Nederland, 1970-1998, Mens en Maatschappij, 76(3), 183-201.
Joep de Hart & Paul Dekker (2000), Kerkelijkheid en maatschappelijke participatie, pp. 147-174 in M. Hooghe (red.), Sociaal kapitaal en democratie. Acco, Leuven; René Bekkers, Kerklidmaatschap en participatie in vrijwilligerswerk, Sociologische Gids, 47, 268-292.
Marc Hooghe (1997), Burgerschap na de verzuiling?, Alert, 23(3), 51-55. Nadia Molenaers (2000), Sociaal kapitaal en de performantie van lokale ontwikkelingsprojecten, pp.
287-316 in M. Hooghe (red.), Sociaal kapitaal en democratie. Acco, Leuven
Verwijzingen