De vaste kostenvergoeding en het onderzoek naar de … april 2015 | 15 3 maanden of 6 maanden,...
Transcript of De vaste kostenvergoeding en het onderzoek naar de … april 2015 | 15 3 maanden of 6 maanden,...
De vaste kostenvergoeding en het onderzoek naar de kosten G.A. van Ankum
SalarisMagazine april 2015 | 13
Salaris
Hoe zat het ook alweer met het kos-
tenonderzoek voorafgaand aan de in-
voering van de werkkostenregeling?
Vóór de invoering van de werkkostenregeling
was een voorwaarde voor het verstrekken
van een onbelaste vaste kostenvergoeding dat
een specifi catie naar aard en veronderstelde
omvang van de kosten ten grondslag lag aan
de kostenvergoeding. De specifi catie was niet
meer dan een overzicht van de kostensoorten
en het bedrag per kostensoort van de kosten
die door de vergoeding bestreden moesten
worden.
Voor een vaste vergoeding per maand van
€150 zou een specifi catie er als volgt uit
kunnen zien:
Vakliteratuur €20
Lunches onderweg €80
Wassen auto van de zaak €20
Internet thuis €30
Guido van Ankum, EY Human Capital Rotterdam, en
Elles Jacobs en Liesbeth Meester, beiden specialist loonheffi ngen bij
de Belastingdienst in Eindhoven
Elles Jacobs en Liesbeth Meester schrijven dit artikel op
persoonlijke titel.
Veel werkgevers kennen aan hun werknemers een vaste kostenvergoeding toe om de kosten van regelmatig terug-kerende kosten die veroorzaakt worden door de dienstbe-trekking te bestrijden. Voor beide partijen levert dit veel
gemak op: werknemers hoeven niet elke maand deze kos-ten te declareren, de werkgever hoeft niet iedere maand
een berg declaraties administratief te verwerken. Maar de vergoeding moet natuurlijk wel op werkelijke kosten geba-seerd zijn, anders is sprake van belast loon. Een onder-zoek naar de werkelijke kosten kan helderheid scheppen
over de hoogte van de kosten en kan gebruikt worden voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding. In het kader van onze serie artikelen over de vaste kostenver-goedingen gaan we in dit artikel dieper in op het kosten-onderzoek en de vaste kostenvergoeding. Is een onder-zoek verplicht en is er iets gewijzigd na de invoering van de werkkostenregeling? In dit artikel zullen we deze lasti-
ge problematiek van verschillende kanten belichten.
De vaste kostenvergoe-ding en het onderzoek naar de kosten
De periode van het onderzoek wordt door de inspecteur be-paald en kan liggen tussen 3 maanden of 6 maanden
ESM004_p.13-15 De vaste kostenvergoeding en het onderzoek naar de kosten.indd 13 3/23/2015 7:38:44 AM
14 | SalarisMagazine april 2015
Salaris
Indien geen specifi catie ten grondslag lag aan
de vaste kostenvergoeding was deze op basis
van jurisprudentie geheel aan te merken als
loon.
De specifi catie moest natuurlijk gebaseerd
zijn op de werkelijke gemaakte kosten voor
deze kostensoorten, zeker omdat de inspec-
teur onder de oude regeling de mogelijk had
om eenmaal per vijf jaar de werkgever te ver-
zoeken de vaste vergoeding te onderbouwen
met een steekproefsgewijs onderzoek naar de
werkelijke kosten. Als uit dit onderzoek bleek
dat de werkelijke kosten niet aansloten bij de
gespecifi ceerde kosten was in principe (ge-
deeltelijk) sprake van loon.
En hoe zit het met het kostenonder-
zoek onder de werkkostenregeling?
Als u onder de werkkostenregeling een on-
belaste vaste kostenvergoeding wil verstrek- ken, dan moet deze gebaseerd zijn op een
onderzoek naar de werkelijke kosten. Alleen
een specifi catie van de vergoeding is dus niet
meer voldoende. Hoe dit onderzoek er precies
uit moet zien is niet gedefi nieerd, iedere vorm
van onderzoek is dus mogelijk. In de praktijk
bestaat reeds discussie of een volledig kosten-
onderzoek nog wel op zijn plaats is en of het
kostenonderzoek zoals we dit kenden voor
de invoering van de werkkostenregeling de
meest overtuigende vorm van onderzoek is of
nog wel nodig is.
Slechts als u voor de invoering van de werk-
kostenregeling al een vaste kostenvergoeding
aan uw werknemer verstrekte, hoeft u geen
nieuw kostenonderzoek uit te voeren. Voor-
waarde is dan wel dat de omstandigheden
waarop u de vergoeding hebt gebaseerd niet
zijn veranderd. In ieder ander geval is een on-
derzoek verplicht.
Waaruit bestaat een kostenonder-
zoek?
Onder de oude regeling kon de inspecteur
verzoeken om een steekproefsgewijs kos-
tenonderzoek. In de praktijk was slechts
in geval van zeer grote werkgevers sprake
van een wiskundige of statistische steek-
proef. In de meeste gevallen was sprake
van een kostenonderzoek waarbij de in-
specteur een aantal werknemers aanwijst
om deel te nemen aan het kostenonder-
zoek. Dezelfde wijze van onderzoeken
zal onder de werkkostenregeling naar
verwachting ook toegepast worden. Daar-
om zullen we hieronder ingaan op deze
onderzoekswijze.
Een kostenonderzoek houdt in dat de in-
specteur samen met de werkgever afspraken
maakt over het aantal deelnemers per groep
werknemers met hetzelfde kostenpatroon,
en dus dezelfde te verwachten hoogte van
kostenvergoeding, die gedurende een vaste
periode van te voren bepaalde kosten gaan
bijhouden.
Voor welke periode dient te worden
deelgenomen aan een onderzoek?
De periode van het onderzoek wordt door
de inspecteur bepaald en kan liggen tussen
Als u onder de werkkostenre-geling een on-belaste vaste kostenvergoe-ding wil ver-
strekken, dan moet deze ge-baseerd zijn op een onderzoek naar de werke-
lijke kosten
Werkgever A
Verkopers 20 vaste kostenvergoeding per maand €100
Directeur 2 vaste kostenvergoeding per maandag €175
De inspecteur zal aan de hand van de werknemerslijst a-select een aantal ver-
kopers aanwijzen om deel te nemen aan het kostenonderzoek. Het onderzoek
moet een goed beeld geven van het kostenpatroon, dus tussen de 7 en 10 werk-
nemers zullen aangewezen worden om deel te nemen aan het onderzoek. Ver-
der is het raadzaam om enkele reserves aan te wijzen omdat deelnemers kun-
nen uitvallen door ziekte, ontslag etc. Omdat slechts sprake is van 2 directeuren
zullen alle twee dienen deel te nemen.
Voorbeeld
ESM004_p.13-15 De vaste kostenvergoeding en het onderzoek naar de kosten.indd 14 3/23/2015 7:38:46 AM
SalarisMagazine april 2015 | 15
3 maanden of 6 maanden, waarbij rekening
wordt gehouden met ‘rustige’ maanden zo-
als de vakantiemaand, en ‘dure’ maanden
zoals december. Als de vaste kostenvergoe-
ding naar verwachting is samengesteld met
regelmatig terugkerende lage kosten, dan
volstaat een onderzoek van 3 maanden. Zal
echter sprake zijn van minder regelmatige
hogere kosten dan is de Belastingdienst van
mening dat een onderzoek van 6 maanden
meer op zijn plaats is. Uit jurisprudentie
blijkt dat een onderzoek van 2-3 maanden
voldoende is om een betrouwbaar beeld van
het kostenpatroon te verkrijgen. Waarbij
opgemerkt dat 2 maanden wellicht wel heel
kort is.
Wat is verder nog van belang voor
het kostenonderzoek?
Bij een kostenonderzoek is het geen ver-
plichting de resultaten met de Belasting-
dienst te delen, uiteraard tenzij deze had
gevraagd om een onderzoek. Maar het is wel
raadzaam, om zekerheid te hebben over de
omvang van de vergoedingen en de onbelast-
baarheid ervan.
Bij de bepaling van het kostenonderzoek
moeten goede afspraken worden gemaakt
over de wijze waarop de gegevens van het
onderzoek aan de Belastingdienst aangeleverd
gaan worden. De werkgever moet de gege-
vens aanleveren per deelnemende werknemer
per kostencategorie en chronologisch gerang-
schikt. Bovendien moeten de gegevens zijn
voorzien van de bijbehorende bonnen.
Om de voortgang van het kostenonderzoek
te bewaken kunnen de werknemers het beste
de gegevens per maand aanleveren bij de
werkgever of zijn adviseur. Als de gegevens
overzichtelijk per werknemer worden aan-
geleverd, kan eenvoudig worden getoetst of
de aangeleverde kosten een zakelijk karakter
hebben. Werknemers moeten hun agenda’s
bewaren om afspraken en dergelijke eventueel
te kunnen laten controleren. Bij dit alles kan
de adviseur een belangrijke rol spelen. De ad-
viseur kan de betrokken werknemers instrue-
ren dat zij de benodigde gegevens zo duidelijk
mogelijk aanleveren.
Verder is nog van belang om van te voren af
te stemmen welke kosten ter onderbouwing
(kunnen) dienen, hoe de resultaten van het
onderzoek zullen worden geïnterpreteerd, en
hoe afspraken met de Belastingdienst kunnen
worden gemaakt over het vervolg van het
onderzoek. We komen op deze onderwerpen
terug in onze volgende artikelen.
Dient een vergoeding per groep van
werknemers onderbouwd te worden?
Vaak verstrekt een werkgever aan een groep
van werknemers met dezelfde functie de-
zelfde kostenvergoeding om dezelfde kosten
te bestrijden. Werkgever A in bovenstaand
voorbeeld verstrekt een vaste kostenvergoe-
ding aan een tweetal groepen: aan verkopers
en aan directie. De werkgever gaat ervan uit
dat beide groepen vanuit het oogpunt van de
gemaakte kosten in dezelfde omstandigheden
verkeren, in andere woorden: er is sprake
van homogene groepen. Daarom kan het kos-
tenonderzoek plaatsvinden bij een beperkte
groep.
Binnen een homogene groep kan de gehele
groep dezelfde onbelaste kostenvergoeding
krijgen, ook als een individuele werknemer
binnen deze groep de vergoeding voor niet
geheel dezelfde kosten besteed. Uit het kos-
tenonderzoek kan blijken dat enkele deelne-
mers aan het onderzoek de hoogte van de
kosten geheel niet kunnen onderbouwen, of
dat zij andere kostenpatronen hebben. Deze
werknemers behoren dus niet tot de homoge-
ne groep.
Voor werkgevers is een homogene groep vaak
een groep werknemers met dezelfde functie
en salaris, voor de Belastingdienst moet spra-
ke zijn van werknemers die vanuit kostenoog-
punt vergelijkbaar zijn. Niet alleen moeten ze
dezelfde kostensoorten maken, maar ook de
hoogte van de kosten binnen deze kostencate-
gorieën moet vergelijkbaar zijn.
Conclusie
De vaste kostenvergoeding zal blijven bestaan
onder de werkkostenregeling. Voor de WKR
moest de vergoeding naar aard en omvang
onderbouwd zijn en kon de Belastingdienst
de verplichting opleggen de vergoeding mid-
dels een steekproef naar de werkelijke kosten
te onderbouwen. Onder de huidige wetgeving
is niet langer de steekproef de (enige) aange-
wezen onderzoeksmethode, maar in de plaats
daarvan is het kostenonderzoek vormvrij. Dat
er een onderzoek ten grondslag moet liggen
aan een nieuwe vaste kostenvergoeding
is nu wettelijk vastgelegd.
Nadat een kostenonderzoek
heeft plaatsgevonden bij
Werkgever A blijkt dat 2 van
de 7 vertegenwoordigers geen
kosten maken voor autowas-
sen. Het zijn een tweetal juni-
or vertegenwoordigers met
een tijdelijk contract. Zij heb-
ben nog geen leaseauto ter
beschikking, maar declareren
kilometerkosten. Zij behoren
niet tot de homogene groep
vertegenwoordigers omdat
hun kostenpatroon afwijkt.
Wellicht vormen zij hun eigen
homogene groep.
Voorbeeld
ESM004_p.13-15 De vaste kostenvergoeding en het onderzoek naar de kosten.indd 15 3/23/2015 7:38:46 AM
De vaste kostenvergoeding en het onderzoek naar de kosten / G.A. van Ankum. - ESM 2015/04/05
Guido van Ankum Is verbonden aan Ernst & Young Belastingadviseurs LLP Tel: 088-4073770 E-mail: [email protected] Verschenen in: Elsevier Salarismagazine 28 (2015) nr. 4 (april), p. 13-15 een uitgave van Reed Business te Doetinchem
Ernst & Young LLP Accountancy | Belastingen | Transacties | Advies Over Ernst & Young Ernst & Young is wereldwijd toonaangevend op het gebied van accountancy, belastingen, transacties en advies. Onze 135.000 mensen delen wereldwijd dezelfde waarden en staan voor kwaliteit. Wij maken het verschil door onze mensen, onze cliënten en de samenleving te helpen hun mogelijkheden optimaal te benutten. Voor meer informatie: www.ey.nl Disclaimer Dit bericht is met grote zorgvuldigheid samengesteld. Voor mogelijke onjuistheid en/of onvolledigheid van de hierin verstrekte informatie aanvaardt Ernst & Young geen aansprakelijkheid, evenmin kunnen aan de inhoud van dit bericht rechten worden ontleend. © Ernst & Young 2015