De stem van de limburgse moslim

1
© Copyright 2015 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Vrijdag, 03 april 2015 De stem van de Limburgse moslim De stem van de RADICALISERING Limburgse moslim Vaak klinkt het verwijt dat de moslimwereld zo stil is als het gaat om radicalisering. Het aantal moslims dat zich in het publieke debat mengt is inderdaad beperkt. Dat betekent niet dat de rest geen mening heeft. Deze krant sprak in het afgelo- pen halfjaar met formele en informele leiders in de Lim- burgse moslim- wereld. Onder hen (oud-)politici, imams, (ex-)bestuurs- leden van moskeeën, welzijnswerkers en ‘gewone’ moslims. „Ik schaam me voor de nieuwe moslim.” door Johan van de Beek en Claire van Dyck ‘O ‘O nder de gewone mensen in de isla- mitische wereld heerst een diepe overtuiging dat hun islam niet zo verschrikkelijk is. Maar zij hebben noch de kennis en argumenten, noch de middelen om hun stem te laten horen. En zij die wel de middelen en argumenten heb- ben om deze woekerende ziekte (van de radicalisering) een halt toe te brengen, stellen alles in het werk om dit te voorkomen.Dat was de analyse van de Syrische publiciste Afra Jalabi, kort na ‘Char- lie Hebdo’. In het inmiddels fors ge- polariseerde islamdebat in Neder- land wordt zwijgen van moslimzij- de bijna ritueel geïnterpreteerd als stiekeme steun aan het radicalis- me. Of een vorm van domheid. Beide verklaringen deugen niet. Wat wel speelt, is wantrouwen te- genover media. Dat uit zich in de diepgewortelde vrees om verkeerd of selectief te worden geciteerd. Ook worden journalisten vaak ge- zien als mensen die een geringe kennis van geloof en cultuur com- bineren met een hang om te ‘sco- ren’. Deze vrees wordt nog eens versterkt door hsoema (schaamte), een Arabisch begrip dat verklaart waarom Marokkaanse Nederlan- ders vaak naar binnen gekeerd ge- drag vertonen, niet alleen als groep maar ook als individu. Onderwer- pen die als pijnlijk of gevoelig wor- den ervaren, worden het liefst niet besproken, en al zeker niet met bui- tenstaanders. Een nog grotere be- lemmering vormt angst voor ‘de gek’ uit eigen kring. Radicalen dus. De gesprekken die deze krant voer- de, konden plaatsvinden omdat de gesprekspartners anonimiteit werd beloofd. Dát ze plaatsvonden, had te maken met het groeiende besef dat het niet alleen ‘vijf voor twaalf is’, maar ook met het feit dat het probleem van radicalisering ernsti- ger en omvangrijker wordt inge- schat door de gemeenschap zelf dan vaak wordt verondersteld. De opmerkelijkste en vaak herhaalde argumenten en visies werden de bouwstenen van dit ‘interview’, een synthese van alle gesprekken, gegoten in de vorm van een mono- loog. Dit is de stem van de ‘gewo- ne’ Limburgse moslim. Radicalisering wordt door moslimgemeenschap als veel groter probleem gezien dan vaak wordt gedacht. „W eet u waar ik me voor schaam? Dat jongeren die op school of op het werk horen te zijn de hele dag slapen om ’s nachts achter de computer te zitten of aan bijeenkomsten deel te ne- men waar wordt afgegeven op dit land. Dat laat een baard groeien en loopt in djellaba rond. Is het dan raar dat je dan bij geen enkele werk- gever serieus wordt genomen? Als je komt solliciteren in een jurk? Maar wel op het einde van de maand 800 euro uitkering ophalen. Weet u wat echt haram is? Geld ontvangen terwijl je er niets voor terug doet. Dag mag niet van ons geloof. Dat is verboden. Uitkerin- gen zijn haram! En dan ook nog groot misbaar maken bij de sociale dienst en bijvoorbeeld weigeren vrouwen een hand te geven. Deze zogenaamde nieuwe moslims zijn leeg. Het is buitenkant. Geen echte vroomheid. Vroomheid zit van bin- nen, in je hart. De nieuwe moslims hebben geen echte kennis van de Koran. Ze zijn te haastig. Het enige wat ze weten is wat ze van internet afhalen of wat hen door verkeerde predikers wordt verteld. Voor een imam die echt verstand van zaken heeft, hebben ze vaak geen respect. Ik maak me zorgen over deze nieu- we moslims. Het is een mode die niet zomaar voorbijgaat, maar zich steeds verder verspreidt. Het is een stroming. En een gevaar. Ze horen niet bij de maatschappij. Niet om- dat ze niet mee mogen doen, ze kie- zen er zelf voor om zich buitenspel te plaatsen. Zeker, als Ahmed of Fa- tima heb je het vaak moeilijker, maar de modemoslims sluiten zich- zelf uit. En in dat isolement krijgen ze steeds vreemdere gedachten. Ik denk dan: als je dit land zo ver- schrikkelijk vindt, waarom vertrek je dan niet? Ik kom wel eens in Ma- rokko. En dan hoor ik mensen daar zeggen hoe erg het is dat Marokka- nen in Nederland worden gediscri- mineerd. Nederland is racistisch, zeggen ze dan. Ik zeg: nee. Als Ne- derland zo racistisch is, hoe is het dan mogelijk dat een Aboutaleb de burgemeester is van een stad met een van de belangrijkste havens ter wereld? Weet u wat ik erg vind? Dat de zo- genaamde nieuwe moslims men- sen met een goede baan die het voorbeeld geven, de maat nemen. Dan gaan ze op iemand af en zeg- gen dat die niet de weg van de pro- feet volgt. Of ze gaan op een mos- lim die in de politiek zit af en inti- mideren hem of haar door te zeg- gen dat alleen Allah wetten mag maken, niet de mens. Of zeggen met priemende vinger en stemver- heffing dat hij of zij geen goede moslim is. Deze groep haram- schreeuwers is veel groter dan ve- len denken. Dit zijn mensen die te- rug willen. Niet vooruit. Terug naar de tijd van de profeet. Maar dit is déze tijd. We leven nú, niet veer- tienhonderd jaar geleden. Ik zeg: als de profeet de kans zou hebben gehad om met een Boeing van Mek- ka naar Medina te vliegen, dan had hij dat gedaan. Dan had hij niet drie maanden met een dromedaris gereisd. Snapt u? En als je het zo be- langrijk vindt om te leven zoals de De nieuwe moslims hebben geen echte kennis van de Koran. profeet, waarom kom je dan zelf met een auto naar de moskee? Veel mensen in de gemeenschap zijn bang voor de nieuwe moslim. Ik zeg wel eens: als Geert Wilders gewoon duidelijk had gemaakt dat hij die rotte appels in de mand wil- de aanpakken, dan had de hele Ma- rokkaanse gemeenschap op hem ge- stemd. Het probleem is dat de ha- ram-schreeuwers mensen kunnen imponeren. Als je maar lang en vaak genoeg zegt dat stemmen ha- ram is en dat democratie haram is, zijn er mensen die dat gaan gelo- ven. Ik ben geschrokken van onder- zoeken waaruit blijkt dat nogal wat Nederlandse moslims, misschien wel de helft, vinden dat democratie niet bij de islam past. Dit gaat echt verkeerd. We moeten de krachten bundelen. Alert zijn. Gemeenschap en over- heid. Wat mij zorgen baart, is dat op een enkele uitzondering na geen burgemeester in Limburg op de hoogte is van wat er zich in zijn eigen gemeente afspeelt. En soms lijkt het wel alsof ze daar ook niet mee bezig willen zijn. Je kunt wel één keer per jaar thee gaan drinken in de moskee, maar daar hoor je niets. Of je hoort dat alles in orde is. Je hoort wat je wilt horen. Burge- meesters zouden zich moeten afvra- gen wat er precies in de moskee ge- predikt wordt en door wie. Er zou een diploma voor imams moeten komen, een soort APK-keu- ring. De overheid zou zich daar veel meer mee moeten bemoeien. Bijzondere omstandigheden vra- gen om bijzondere maatregelen. Of wetten. Hier, in Nederland, kan ie- mand die door fundamentalisten in Saudi-Arabië is opgeleid gewoon aan de slag. Niemand die hem een strobreed in de weg zal leggen. Of een vraag zal stellen. Een imam moet open en modern zijn. Wat moet ik met een imam die mij vertelt dat bijna alles haram is? Dat ik vrouwen geen hand mag geven? Dat vrouwen zich moeten sluieren omdat de profeet heeft ge- zegd dat vrouwen hun juwelen moeten bedekken? Zijn haren juwe- len? Dat vind ik flauwekul. We wo- nen in Nederland, in de eenentwin- tigste eeuw. Zo jaag je mensen weg uit de moskee. Dan gaan ze naar een andere moskee, of bidden thuis. Er zijn mensen die zich opeens abou, broeder of sheikh noemen. Jongeren zonderen zich af in groep- jes. Dat geeft een ongemakkelijk ge- voel. Ik stel vragen, maar krijg geen antwoord. Daarom moet de over- heid met hulp van de moslimge- meenschap ingrijpen. Want anders is het te laat. Ik weet soms niet voor wie ik ban- ger moet zijn. Voor de nieuwe mos- lims of voor de neo-moslims, de be- keerlingen? Die nemen de islam aan zonder na te denken. Ze zijn kortzichtig. En zij maken de islam moeilijk. Mensen durven niets meer te zeggen, het onderlinge wantrouwen is groot. Bang dat ie- mand tegen hen zegt dat ze niet echt geloven. Bang dat iemand tak- fir verricht (hen excommuniceert). Schaamte voor het gedrag van die ander, maar ook de eigen onmacht om de situatie te veranderen. Bang voor een scheuring in de gemeen- schap. Bang voor de boze tong, vrees om je hoofd boven het maai- veld uit te steken en daarmee je fa- milie te schande te maken. Angst voor agressie en bedreigingen, de vrees een doelwit te worden. Maar ook moe. Moe van de generalise- ring, van de alsmaar wederkerende roep om afstand te nemen, of ver- antwoording af te leggen. Mijn islam is openheid. Mijn islam is respect. Mijn islam is helpen. Mijn islam is tolerantie. Dát is de echte islam. Als ik kijk naar Syrië en Daesh (Ara- bisch acroniem voor IS) dan zie ik moslims die elkaar vermoorden. De islam verbiedt dat. Verbiedt dat! Mijn kinderen vragen soms aan mij: papa, waarom zijn er altijd pro- blemen met moslims? Wat moet ik antwoorden? Er is maar één ant- woord: er zijn goede en slechte mensen. Dat geldt ook voor mos- lims. Waar staat in de Koran dat je mensen zoals die Jordaanse piloot levend mag verbranden? Waar staat dat? Islam is een show gewor- den de laatste tijd. Maar het geloof is geen show. Het geloof is de vraag wat je in je hart hebt. Dit alles doet mij pijn. Niet zozeer voor mezelf maar voor mijn kinde- ren. Het wordt moeilijk voor hen. Het zijn Nederlandse kinderen. Ze hebben het recht om als Nederland- se kinderen te worden behandeld. Niet als Marokkanen. Ik zeg altijd: Marokko is mijn moe- der maar Nederland is mijn vrouw. En ik houd heel veel van mijn vrouw. Onze kinderen zijn in Nederland geboren. Een kind moet op één stoel zitten. Niet op twee tegelijk. Ze moeten voelen dat die stoel thuis is. Dat heb ik ook altijd ge- zegd. Dit is jouw land. In het goede en in het kwade. Jouw land, en weet dat de wet van dat land boven alles gaat. Ik heb altijd geloofd in integratie. Maar je moet daar ook echt voor kiezen. Mijn ouders gingen tegen de stroom in en kochten hier in de jaren tachtig al een huis, als één van de eersten. Ze werden door land- en geloofsgenoten verguisd. Je blijft toch niet in het land van de ongelovigen? Toch oogstten ze ook lof en respect. Wie blijft twijfelen of hij hier wel wil zijn, komt in een tunnel terecht. Ik moet optimis- tisch blijven. Juist vanwege mijn kinderen. Ik kan niet toegeven aan de gedachte dat Nederland een soort Frankrijk kan worden met moslims die niet meer meedoen en in hun eigen werelden leven waar geen Fransman meer komt.” „W foto John Peters

Transcript of De stem van de limburgse moslim

Page 1: De stem van de limburgse moslim

© Copyright 2015 Dagblad De Limburger / Limburgs Dagblad. Het auteursrecht, ook ten aanzien van artikel 15 AW, wordt uitdrukkelijk voorbehouden. Vrijdag, 03 april 2015

De stem van de Limburgse moslimDe stem van deRADICALISERING

Limburgse moslimVaak klinkt hetverwijt dat demoslimwereld zostil is als het gaatom radicalisering.Het aantal moslimsdat zich in hetpublieke debatmengt is inderdaadbeperkt. Datbetekent niet datde rest geen meningheeft. Deze krantsprak in het afgelo-pen halfjaar metformele en informeleleiders in de Lim-burgse moslim-wereld. Onder hen(oud-)politici,imams, (ex-)bestuurs-leden van moskeeën,welzijnswerkers en‘gewone’ moslims.

„Ik schaam me voorde nieuwe moslim.”

door Johan van de Beek enClaire van Dyck

‘O‘O nder de gewonemensen in de isla-mitische wereldheerst een diepeovertuiging dat

hun islam niet zo verschrikkelijk is.Maar zij hebben noch de kennis enargumenten, noch de middelen omhun stem te laten horen. En zij diewel de middelen en argumenten heb-ben om deze woekerende ziekte (vande radicalisering) een halt toe tebrengen, stellen alles in het werk omdit te voorkomen.’

Dat was de analyse van de Syrischepubliciste Afra Jalabi, kort na ‘Char-lie Hebdo’. In het inmiddels fors ge-polariseerde islamdebat in Neder-

land wordt zwijgen van moslimzij-de bijna ritueel geïnterpreteerd alsstiekeme steun aan het radicalis-me. Of een vorm van domheid.Beide verklaringen deugen niet.Wat wel speelt, is wantrouwen te-genover media. Dat uit zich in dediepgewortelde vrees om verkeerdof selectief te worden geciteerd.Ook worden journalisten vaak ge-zien als mensen die een geringekennis van geloof en cultuur com-bineren met een hang om te ‘sco-ren’. Deze vrees wordt nog eensversterkt door hsoema (schaamte),een Arabisch begrip dat verklaartwaarom Marokkaanse Nederlan-ders vaak naar binnen gekeerd ge-drag vertonen, niet alleen als groepmaar ook als individu. Onderwer-pen die als pijnlijk of gevoelig wor-den ervaren, worden het liefst niet

besproken, en al zeker niet met bui-tenstaanders. Een nog grotere be-lemmering vormt angst voor ‘degek’ uit eigen kring. Radicalen dus.De gesprekken die deze krant voer-de, konden plaatsvinden omdat degesprekspartners anonimiteit werdbeloofd. Dát ze plaatsvonden, hadte maken met het groeiende besefdat het niet alleen ‘vijf voor twaalfis’, maar ook met het feit dat hetprobleem van radicalisering ernsti-ger en omvangrijker wordt inge-schat door de gemeenschap zelfdan vaak wordt verondersteld. Deopmerkelijkste en vaak herhaaldeargumenten en visies werden debouwstenen van dit ‘interview’,een synthese van alle gesprekken,gegoten in de vorm van een mono-loog. Dit is de stem van de ‘gewo-ne’ Limburgse moslim.

Radicalisering wordt doormoslimgemeenschap alsveel groter probleem geziendan vaak wordt gedacht.

„W eet u waar ik mevoor schaam?Dat jongeren dieop school of ophet werk horen

te zijn de hele dag slapen om ’snachts achter de computer te zittenof aan bijeenkomsten deel te ne-men waar wordt afgegeven op ditland. Dat laat een baard groeien enloopt in djellaba rond. Is het danraar dat je dan bij geen enkele werk-gever serieus wordt genomen? Alsje komt solliciteren in een jurk?Maar wel op het einde van demaand 800 euro uitkering ophalen.Weet u wat echt haram is? Geldontvangen terwijl je er niets voorterug doet. Dag mag niet van onsgeloof. Dat is verboden. Uitkerin-gen zijn haram! En dan ook noggroot misbaar maken bij de sociale

dienst en bijvoorbeeld weigerenvrouwen een hand te geven. Dezezogenaamde nieuwe moslims zijnleeg. Het is buitenkant. Geen echtevroomheid. Vroomheid zit van bin-nen, in je hart. De nieuwe moslimshebben geen echte kennis van deKoran. Ze zijn te haastig. Het enigewat ze weten is wat ze van internetafhalen of wat hen door verkeerdepredikers wordt verteld. Voor eenimam die echt verstand van zakenheeft, hebben ze vaak geen respect.Ik maak me zorgen over deze nieu-we moslims. Het is een mode dieniet zomaar voorbijgaat, maar zichsteeds verder verspreidt. Het is eenstroming. En een gevaar. Ze horenniet bij de maatschappij. Niet om-dat ze niet mee mogen doen, ze kie-zen er zelf voor om zich buitenspelte plaatsen. Zeker, als Ahmed of Fa-

tima heb je het vaak moeilijker,maar de modemoslims sluiten zich-zelf uit. En in dat isolement krijgenze steeds vreemdere gedachten. Ikdenk dan: als je dit land zo ver-schrikkelijk vindt, waarom vertrekje dan niet? Ik kom wel eens in Ma-rokko. En dan hoor ik mensen daarzeggen hoe erg het is dat Marokka-nen in Nederland worden gediscri-mineerd. Nederland is racistisch,zeggen ze dan. Ik zeg: nee. Als Ne-derland zo racistisch is, hoe is hetdan mogelijk dat een Aboutaleb deburgemeester is van een stad meteen van de belangrijkste havens terwereld?Weet u wat ik erg vind? Dat de zo-genaamde nieuwe moslims men-sen met een goede baan die hetvoorbeeld geven, de maat nemen.Dan gaan ze op iemand af en zeg-

gen dat die niet de weg van de pro-feet volgt. Of ze gaan op een mos-lim die in de politiek zit af en inti-mideren hem of haar door te zeg-gen dat alleen Allah wetten magmaken, niet de mens. Of zeggenmet priemende vinger en stemver-heffing dat hij of zij geen goedemoslim is. Deze groep haram-schreeuwers is veel groter dan ve-len denken. Dit zijn mensen die te-rug willen. Niet vooruit. Terug naarde tijd van de profeet. Maar dit isdéze tijd. We leven nú, niet veer-tienhonderd jaar geleden. Ik zeg:als de profeet de kans zou hebbengehad om met een Boeing van Mek-ka naar Medina te vliegen, dan hadhij dat gedaan. Dan had hij nietdrie maanden met een dromedarisgereisd. Snapt u? En als je het zo be-langrijk vindt om te leven zoals de

De nieuwemoslims hebbengeen echte kennisvan de Koran.

profeet, waarom kom je dan zelfmet een auto naar de moskee?

Veel mensen in de gemeenschapzijn bang voor de nieuwe moslim.Ik zeg wel eens: als Geert Wildersgewoon duidelijk had gemaakt dathij die rotte appels in de mand wil-de aanpakken, dan had de hele Ma-rokkaanse gemeenschap op hem ge-stemd. Het probleem is dat de ha-ram-schreeuwers mensen kunnenimponeren. Als je maar lang envaak genoeg zegt dat stemmen ha-ram is en dat democratie haram is,zijn er mensen die dat gaan gelo-ven. Ik ben geschrokken van onder-zoeken waaruit blijkt dat nogal watNederlandse moslims, misschienwel de helft, vinden dat democratieniet bij de islam past. Dit gaat echtverkeerd.We moeten de krachten bundelen.Alert zijn. Gemeenschap en over-heid. Wat mij zorgen baart, is datop een enkele uitzondering nageen burgemeester in Limburg opde hoogte is van wat er zich in zijneigen gemeente afspeelt. En somslijkt het wel alsof ze daar ook nietmee bezig willen zijn. Je kunt weléén keer per jaar thee gaan drinkenin de moskee, maar daar hoor jeniets. Of je hoort dat alles in ordeis. Je hoort wat je wilt horen. Burge-meesters zouden zich moeten afvra-gen wat er precies in de moskee ge-predikt wordt en door wie.Er zou een diploma voor imamsmoeten komen, een soort APK-keu-ring. De overheid zou zich daarveel meer mee moeten bemoeien.Bijzondere omstandigheden vra-gen om bijzondere maatregelen. Ofwetten. Hier, in Nederland, kan ie-mand die door fundamentalistenin Saudi-Arabië is opgeleid gewoonaan de slag. Niemand die hem eenstrobreed in de weg zal leggen. Ofeen vraag zal stellen.Een imam moet open en modernzijn. Wat moet ik met een imamdie mij vertelt dat bijna alles haramis? Dat ik vrouwen geen hand maggeven? Dat vrouwen zich moetensluieren omdat de profeet heeft ge-zegd dat vrouwen hun juwelenmoeten bedekken? Zijn haren juwe-len? Dat vind ik flauwekul. We wo-nen in Nederland, in de eenentwin-tigste eeuw. Zo jaag je mensen weguit de moskee. Dan gaan ze naareen andere moskee, of biddenthuis.Er zijn mensen die zich opeensabou, broeder of sheikh noemen.Jongeren zonderen zich af in groep-jes. Dat geeft een ongemakkelijk ge-voel. Ik stel vragen, maar krijg geenantwoord. Daarom moet de over-heid met hulp van de moslimge-meenschap ingrijpen. Want andersis het te laat.Ik weet soms niet voor wie ik ban-

ger moet zijn. Voor de nieuwe mos-lims of voor de neo-moslims, de be-keerlingen? Die nemen de islamaan zonder na te denken. Ze zijnkortzichtig. En zij maken de islammoeilijk. Mensen durven nietsmeer te zeggen, het onderlingewantrouwen is groot. Bang dat ie-mand tegen hen zegt dat ze nietecht geloven. Bang dat iemand tak-fir verricht (hen excommuniceert).Schaamte voor het gedrag van dieander, maar ook de eigen onmachtom de situatie te veranderen. Bangvoor een scheuring in de gemeen-schap. Bang voor de boze tong,vrees om je hoofd boven het maai-veld uit te steken en daarmee je fa-milie te schande te maken. Angstvoor agressie en bedreigingen, devrees een doelwit te worden. Maarook moe. Moe van de generalise-ring, van de alsmaar wederkerenderoep om afstand te nemen, of ver-antwoording af te leggen.Mijn islam is openheid.Mijn islam is respect.Mijn islam is helpen.Mijn islam is tolerantie.Dát is de echte islam.Als ik kijk naar Syrië en Daesh (Ara-bisch acroniem voor IS) dan zie ikmoslims die elkaar vermoorden.De islam verbiedt dat. Verbiedt dat!Mijn kinderen vragen soms aanmij: papa, waarom zijn er altijd pro-blemen met moslims? Wat moet ikantwoorden? Er is maar één ant-woord: er zijn goede en slechtemensen. Dat geldt ook voor mos-lims. Waar staat in de Koran dat jemensen zoals die Jordaanse pilootlevend mag verbranden? Waarstaat dat? Islam is een show gewor-den de laatste tijd. Maar het geloofis geen show. Het geloof is de vraagwat je in je hart hebt.Dit alles doet mij pijn. Niet zozeervoor mezelf maar voor mijn kinde-ren. Het wordt moeilijk voor hen.Het zijn Nederlandse kinderen. Zehebben het recht om als Nederland-se kinderen te worden behandeld.Niet als Marokkanen.Ik zeg altijd: Marokko is mijn moe-der maar Nederland is mijn vrouw.En ik houd heel veel van mijnvrouw.Onze kinderen zijn in Nederlandgeboren. Een kind moet op éénstoel zitten. Niet op twee tegelijk.Ze moeten voelen dat die stoelthuis is. Dat heb ik ook altijd ge-zegd. Dit is jouw land. In het goedeen in het kwade. Jouw land, enweet dat de wet van dat land bovenalles gaat.

Ik heb altijd geloofd in integratie.Maar je moet daar ook echt voorkiezen. Mijn ouders gingen tegende stroom in en kochten hier in dejaren tachtig al een huis, als éénvan de eersten. Ze werden doorland- en geloofsgenoten verguisd.Je blijft toch niet in het land van deongelovigen? Toch oogstten ze ooklof en respect. Wie blijft twijfelenof hij hier wel wil zijn, komt in eentunnel terecht. Ik moet optimis-tisch blijven. Juist vanwege mijnkinderen. Ik kan niet toegeven aande gedachte dat Nederland eensoort Frankrijk kan worden metmoslims die niet meer meedoen enin hun eigen werelden leven waargeen Fransman meer komt.”

„Wfoto John Peters