De sportarts als adviseur van sporters en trainers, componenten van een topsportprogramma.

Door Wessel ZimmermannGeregistreerd sportarts en bedrijfsarts, leraar schoonspringen

SOS, 17 november 2009, Zeist

Inhoud van deze presentatie:

1. kies positie

2. componenten van een topsportprogramma

3. adviseren

4. schoonspringen als voorbeeld

5. talentidentificatie

6. samenvatting

1. Kies positie (1)

sportgeneeskunde bedrijfsgeneeskunde

bond werkgever coach leidinggevende sporter werknemer teamarts bedrijfsarts

1. Kies positie (2)

Sportgeneeskunde Bedrijfsgeneeskunde

Welke taken doe je wel / doe je niet? Maak je deel uit van de leiding? Professioneel gedrag op reis

1. Kies positie (3)

sporter trainer

arts

2. Componenten (1)

organisatie graad van een sport

beleidsplannen: 4 jaren sportaanbod: recreatie, breedtesport, topsport talentidentificatie, talentselectie opleidingssysteem: lesprogramma met voortgangstoetsen selectie criteria voor selecties: vaardigheid vs. prestatie ondersteunende professionals (consulten) topsport begeleiding teams (TBT)

2. Componenten (2)

School (opleiding) Sport (opleiding)

vmbo, Havo, Vwo recreatie, breedtesport, topsport cito toets, advies talentidentificatie, talentselectie lesprogramma (jaren - 1 les) opleidingssysteem (jaren – 1 les) overhoringen, toetsen testen, wedstrijden eindtermen doelstellingen ouderavonden topsport begeleiding teams professionals op consult professionals op consult student gaat verder sporter gaat verder entree toets hoger ow selectie eisen senioren selectie

2. Componenten (3)

3. Adviseren (1)

Aan de sporter:

Medisch consult: diagnose, behandeling, prognose etc.

Sportspecifiek:• belasting: is het lesprogramma goed opgebouwd?• belastbaarheid: past de sporter bij het lesprogramma?

3. Adviseren (2)

Aan de trainer:

Waar zijn trainers niet goed in?

Overzicht houden (fysieke belasting in tijd) Registreren op papier Wetenschappelijke benadering Omgaan met professionals

3. Adviseren (3)

Aan de trainer:

Waar liggen de kansen?

Wijzen op missende componenten in het “les”programma Overzicht houden (fysieke belasting) Vertalen wetenschap naar praktijk (literatuur) Hulpvraag aan professionals formuleren

3. Adviseren (4)

Aan de trainer:

Waar zijn trainers wel goed in?

• Het coachen van het spelletje (techniek en tactiek)

• Adviseer nooit op deze gebieden.

4. schoonspringen

1996 1e vierjaren plan 1996 differentiatie sportaanbod: breedtesport / topsport 1996 opleidingssysteem niveau-springen 1997 almanak (selectie criteria openbaar) 2000 topsport begeleiding teams 2001 talentidentificatie 2004-2008 revisie talentidentificatie

5. Talentidentificatie (1)

Argumenten:

• Onvoldoende middelen voor iedereen• Hoger startniveau →hoger eindniveau• Meer talent → sneller leren

5. Talentidentificatie (2)

Aspecten van talent testen:

analyse gewenste fysieke eigenschappen referentie waarden trainbaarheid van fysieke eigenschappen meetbaarheid psychische eigenschappen? test eigenschappen: simpel, betrouwbaar, herhaalbaar etc.

5. Talentidentificatie (3)

Resultaten Amersfoort 2004-2008:

Schooljeugd, leeftijd 8-11 referentie waarden voor 10 simpele tests Relevant voor andere (acrobatische) sporten.

6. Samenvatting

De sportarts als adviseur:

Kies je positie als arts, vergelijk met bedrijfsarts

Analyseer de organisatie graad van de sport, vergelijk met onderwijs

Bestudeer de medische en psychologische aspecten van de sport (praktijk én literatuur)

Take home message

Je kunt alléén adviseren

als je weet waar je het over hebt.

Dank voor uw aandacht

Wessel Zimmermann