DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1...

56
DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN Het 11 e Gebod

Transcript of DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1...

Page 1: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

DE PKN

IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN

Het 11e Gebod

Page 2: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

Gehanteerde schrijfwijze:

Als het gaat om begrippen en namen die in kerkelijk verband veel voorkomen, wordt

de schrijfwijze gebruikt die gehanteerd is in de Kerkorde en ordinanties van de

Protestantse Kerk in Nederland, alsook in de Generale regelingen. Men raadplege het

register daarop (pag. 247-279). Zo wordt er dus geschreven ‘generale synode’, ‘kleine

synode’, ‘bestuur van de dienstenorganisatie’, ’Heidelbergse catechismus’, ‘het

generale college voor de kerkorde’.

Master of Crisis and Disaster, 11e leergang

December 2009

Wilbert Kleijer

Decaan: dr. M.J. van Duin

Page 3: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

1

Inhoudsopgave

VOORWOORD 2

1. INLEIDING EN PROBLEEMSTELLING 3

2. THEORETISCH KADER 5

§ 2.1. WAT DOET DE PROTESTANTSE KERK EN DE VEILIGHEIDSREGIO MIDDEN- EN WEST-BRABANT

(OP HET GEBIED VAN FYSIEKE VEILIGHEID) 5

§ 2.2. STRATEGIE 9

§ 2.3. NETWERKEN 10

§ 2.4. SAMENVATTING 16

3. OMGEVINGSBESCHRIJVING 17

§ 3.1. DE ORGANISATIES 17

§ 3.2. TAKEN EN ROLLEN IN CRISES 25

§ 3.3. SAMENVATTING 30

4. DE AANSLUITING, WENSELIJK OF NIET? 31

§ 4.1. WETENSCHAP TOEGEPAST 31

§ 4.2. CRISISPARTNERS 34

§ 4.3. HOE KIJKEN BEIDE ORGANISATIES TEGEN EEN KOPPELING AAN 39

5. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN 44

6. SAMENVATTING 46

7. NAWOORD 47

8. AFKORTINGEN EN BIJLAGEN 51

Page 4: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

2

Voorwoord

Er zijn maar weinig zekerheden in het leven!

Wie aan een Masteropleiding begint ontkomt er niet aan om een scriptie te moeten

schrijven. Dat is een ding dat zeker is. Met deze zekerheid ben ik in 2008 begonnen

aan de opleiding Master of Crisis and Disaster Management (MCDM). Het eerste jaar,

de zogenaamde commandeurs opleiding, wordt met deze scriptie afgesloten.

Terugkijkend op afgelopen jaar hoop ik met deze scriptie tevens een periode af te

sluiten dat gekenmerkt wordt door een opeenstapeling van tegenslagen - zowel privé,

medisch als zakelijk - met als dieptepunt het bijna verlies van onze jongste dochter.

Het zijn dan ook niet alleen deze scriptie en opleiding die voor een persoonlijke groei

gezorgd hebben.

Het zijn de kleine dingen die het leven tot een ware hel kunnen maken, zei een kapitein

vroeger tegen mij. Een credo dat me altijd is bijgebleven en waarmee ik een start

maakte met deze scriptie. Het zijn tevens díe kleine dingen die het leven ook boeiend

kunnen maken weet ik nu. Een kleine zinsnede uit een boek die het afgelopen jaar mijn

leven beheerst heeft en geleid heeft tot deze scriptie.

Vele interessante boeken en literatuur kan ik inmiddels toevoegen aan mijn

boekenkast. Daarnaast heb ik het genoegen gehad om veel interessante en boeiende

mensen te mogen ontmoeten in het kader van mijn scriptie. Het zijn deze mensen die

mij met hun enthousiasme elke keer weer deden realiseren dat mijn onderzoek een

juiste keuze is geweest. Mijn dank aan allen die daartoe hebben bijgedragen.

In het bijzonder wil ik Jac Franken, beleidsmedewerker van de diensten organisatie

van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) bedanken. Jac heeft het aangedurfd om

mij een stageplek te bieden bij het dienstencentrum om zo de Protestantse Kerk in

Nederland te kunnen doorgronden. Tevens heb ik samen met Jac een klankbord

bijeenkomst mogen organiseren met diverse vertegenwoordigers van Protestantse

Gemeenten uit het land omtrent de rol van het dienstencentrum bij een ramp. Hij was

een steun en toeverlaat als ik vragen had.

Tevens veel lof voor mijn decaan, Menno van Duin. Hij heeft de kwaliteit gehad om mij,

telkens wanneer ik vast liep of het even niet meer zag zitten, met een paar eenvoudige

vragen het licht weer te laten zien. Beiden bedankt.

Tot slot mijn diepe dank en respect voor mijn vrouw. Jij weet als geen ander wat we

het afgelopen jaar hebben moeten doormaken. Het is niet makkelijk geweest en we

hebben elkaar regelmatig een spiegel moeten voorhouden en motiveren om door te

gaan. Zelfs met je eigen studie, een nieuwe baan, je zorg voor ons gezin en de zorg voor

mij tijdens mijn ziekte, wist je steeds de ruimte te creëren voor mij om mijn scriptie af

te ronden. Hiervoor bewonder ik je.

Ik hoop dat allen die deze scriptie lezen gemotiveerd zullen worden om de zorg voor

elkaar en de medemens voorop te stellen, door bestaande barrières te slechten en

domeindiscussies met open vizier te benaderen.

Wilbert Kleijer, Tilburg, 2009

Page 5: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

3

1. Inleiding en Probleemstelling

Rampenbestrijding is al lang geen ‘speeltje’ meer van de klassieke ketenpartners.1Vele

andere organisaties, zoals defensie, het Openbaar Ministerie, waterschappen, etc. zijn

niet meer weg te denken uit het fysieke veiligheidsdomein. Een van de meest

opvallende actoren in dit veld zijn de religieuze/levensbeschouwende organisaties.

Waar in het verleden deze organisaties veelal in de schaduw van de rampenbestrijding

acteerde, zien we de laatste decennia dat religieuze/levensbeschouwende organisaties

een steeds pregnantere rol spelen en krijgen. Om beter voorbereid te zijn op rampen

zien we binnen de klassieke ketenpartners het fenomeen van schaalvergroting terug

komen in de vorm van veiligheidsregio’s. Naast deze schaalvergroting wordt tevens

meer een meer gekeken naar de rol van crisispartners in de rampenbestrijding.

In 2004 is de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) ontstaan uit een samenvoeging

van drie kerkgenootschappen. Hiermee is zij één van de grootste

geloofsgemeenschappen in Nederland. In 2010 zal de Veiligheidsregio Midden- en

West-Brabant (MWB) ambtelijke een feit zijn. Met deze schaalvergroting en de rol die

beide organisaties spelen in het veiligheidsdomein, concentreert deze scriptie zich op

de volgende probleemstelling:

In hoeverre is het wenselijk en mogelijk om de Protestantse Kerk in

Nederland aan te laten sluiten bij de Veiligheidsregio Midden- en West-

Brabant?

Waar in deze scriptie gesproken wordt over de Protestantse Kerk, wordt direct

verwezen naar de Protestantse Kerk in Nederland en naar de kerken verbonden

hieraan

Deelvragen Om tot een gedegen antwoord te komen op de centrale vraag wordt in deze scriptie

onderzoek gedaan naar drie deelvragen, welke in de diverse hoofdstukken nader

uitgewerkt zullen worden:

• Wat doet de Protestantse Kerk en de Veiligheidsregio MWB (op het gebied van

fysieke veiligheid)?

• Hoe zijn beide organisaties georganiseerd?

• Hoe kijken beide organisaties tegen een koppeling aan?

Deze laatste deelvraag krijgt zijn inhoudelijke vorm vanuit de vier volgende vragen:

1. Is er een aansluiting tussen de veiligheidsregio en de Protestantse Kerk?

2. Is het wenselijk om de veiligheidsregio en de Protestantse Kerk op elkaar aan te

laten sluiten?

3. Hoe moet een aansluiting vorm krijgen?

4. Wat zijn de (organisatorische) consequenties?

1 Politie, Brandweer, GHOR, Gemeente.

Page 6: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

4

Methode van onderzoek Aan de inhoud van deze scriptie ligt een uitgebreide literatuurstudie ten grondslag.

Vele boeken, papers, onderzoeksrapporten en wetsteksten, alsmede het internet zijn

hiervoor geraadpleegd. Met name de typologieën van Dynes en Quarantelli zijn van

grote waarde gebleken.

Tevens zijn diverse interviews gehouden met personen die vanuit hun werk of

expertise direct betrokken zijn bij dit onderwerp. Hun inbreng is zeer waardevol

gebleken bij de uitwerking van de probleemstelling. Tot slot is mijn binnenlandstage

bij het Protestants Landelijk Dienstencentrum (PLD) een belangrijke bron van

informatie geweest, met als hoogtepunt een georganiseerde klankbordbijeenkomst

met vertegenwoordigers van diverse gemeenten die behoren bij de Protestantse Kerk,

omtrent de vraag: Wat is de rol van het Protestants Landelijk Dienstencentrum bij een

bovenlokale ramp?

Beperkingen Direct bij de aanvang van het onderzoek werd het duidelijk dat er beperkingen zijn die

bepalend zijn voor de inhoud. Vanwege de versnippering van de gemeenten die

behoren bij de Protestantse Kerk is het niet haalbaar om met alle relevante actoren te

spreken. Dit geldt tevens voor de betrokken van de Veiligheidsregio MWB. De inhoud

van mijn onderzoek is hierdoor beperkt gebleven tot interviews met een afvaardiging

van deze organisaties. Beide organisaties zijn onderdeel van een groter geheel dat niet

betrokken is in dit onderzoek. Voor de Veiligheidsregio MWB valt hierbij te denken

aan de provincie, rijk of andere veiligheidsregio’s. Bij de Protestantse Kerk valt te

denken aan andere religies en geloofsgemeenschappen. Tot slot ben ik er van

overtuigd dat er meerdere wetenschappelijke invalshoeken zijn om dit vraagstuk te

benaderen.

leeswijzer Deze scriptie vangt aan met een wetenschappelijk kader in hoofdstuk 2. Eerst wordt

de rol van de Protestantse Kerk in het veiligheidsdomein afgebakend voor dit

onderzoek, waarna verder wordt ingezoomd op de taak/structuur verhouding en

voorbereidingsprincipes bij crises en rampen. Het hoofdstuk wordt afgerond met de

netwerktheorie. Hoofdstuk 3 gaat inhoudelijk in op de deelvragen hoe de organisaties

georganiseerd zijn en wat zij doen op het gebied van fysieke veiligheid. Vervolgens

komen de empirische resultaten van het veldonderzoek terug in hoofdstuk 4 en wordt

de wetenschap nader verklaard, in het kader van de centrale vraag. In dit hoofdstuk

worden tevens de overige deelvragen verder uitgewerkt. Hoofdstuk 5 sluit het

onderzoek af met conclusies en aanbevelingen. De scriptie wordt tot slot afgesloten

met een samenvatting in hoofdstuk 6 en een nawoord in hoofdstuk 7.

Page 7: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

5

2. Theoretisch kader

Inleiding Zowel de veiligheidsregio als de Protestantse Kerk zijn organisaties die ten tijde van

een ramp of crisis van elkaar afhankelijk kunnen zijn. In deze afhankelijkheid is het

wenselijk om te weten vanuit welke rol de beide organisaties acteren en welke

strategie gebruikt wordt, in de voorbereiding van deze organisaties op de

crisisbeheersing en rampenbestrijding. Besluitvorming en implementatie in

wederzijdse afhankelijkheid hangt veelal af van netwerken. In dit hoofdstuk wordt

stap voor stap stil gestaan bij de wetenschappelijke benadering van deze aspecten.

Elke aspect wordt uitgewerkt vanuit de rol van risicoregulator.

Paragraaf 1 start met een korte visualisatie om de context te schetsen van de rollen die

organisaties kunnen vervullen in het veiligheidsdomein, om vervolgens de rol van

risicoregulator uit te werken. Deze rol wordt aan de hand van de typologie van Dynes

en Quarantelli, waarin taken en structuur voor de maatschappelijke rol van

organisaties uitgangspunten zijn, verder uitgewerkt. De strategie die organisaties

nastreven in de voorbereiding op crisissituaties wordt aan de hand van de theorie van

Wildavsky uitgewerkt in paragraaf 2. Hij stelt dat organisaties doorgaans kiezen voor

anticipatie of veerkracht, waarbij de aard van de voorspelbaarheid van het risico en de

beschikbare kennis omtrent repressief optreden noopt tot een ideale mengverhouding

tussen deze twee. Tot slot wordt in paragraaf 3 beschreven hoe beide organisaties

kunnen samenwerken vanuit de netwerktheorie en de ingrediënten die nodig zijn om

samenwerking tot een goed resultaat te laten komen. Het resultaat van de

wetenschappelijke benadering van voorgaande aspecten wordt in paragraaf 4

samengevat.

§ 2.1. Wat doet de Protestantse Kerk en de Veiligheidsregio Midden- en West-

Brabant (op het gebied van fysieke veiligheid)

In het veiligheidsdomein kunnen groepen of individuen diverse rollen vervullen.

Ravetz2 maakt een onderscheid naar partijen die als actor betrokken kunnen zijn bij

regulering van risico´s:

• degene die het risico veroorzaakt (risicoveroorzaker),

• degene die het risico ondergaat (risicoregulator) en

• degene die het risico draagt (risicodrager).

Ravetz visualiseert dit middels de ´risicodriehoek´:

Risicoveroorzaker Risicoregulator

Risicodrager

2 Slot, W.F. et al, 1998, pagina 243

Page 8: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

6

Actoren kunnen - afhankelijk van de situatie - wisselen van rollen, dan wel

dubbelrollen vervullen. In sommige gevallen kan een actor bijvoorbeeld een risico

voor hem/haar zelf creëren en deze vervolgens weer reguleren. Ravetz3 geeft als

voorbeeld een alpinist die een risico moet nemen om langs een bepaalde route een

bergtop te beklimmen. De kerk heeft in haar geschiedenis meerdere rollen -

opeenvolgend al dan niet dubbelrollen - vervuld, bijvoorbeeld:

• Risicoveroorzaker: Binnen de mondiale Katholieke Kerk is er veel sprake

(geweest) van ongewenste sexuele handelingen met jongens;

• Risicodrager: De Islam wordt na de aanslagen gedemoniseerd, terwijl radicale

moslims als gevolg van hun religieuze denkbeelden tevens risicoveroorzaker

zijn.

In deze scriptie wordt dieper ingegaan op de rol van de Protestantse Kerk als

Risicoregulator.

Naar risicoregulatoren is veel onderzoek verricht door het Disaster Research Center

(DRC), University of Delaware, onder leiding van Dynes en Quarantelli. Zij

onderscheiden aan de hand van twee variabelen een typologie dat 4 typen organisaties

onderscheidt ten tijde van een ramp. Er wordt hierbij vanuit gegaan dat organisaties

werken vanuit enerzijds een bestaande of aangepaste structuur en anderzijds

reguliere of niet-reguliere taken.4

Structuur

Bestaand Aangepast

Regulier 1. Gevestigd 2. Expanderend Taken

Niet-regulier 3. Uitbreidend 4. Nieuw/aangepast Crisis en Organisaties, oud.

• De gevestigde organisaties zijn de stereotype organisaties die zich bezighouden

met rampenbestrijding. Hun organisaties zijn ingericht voor het optreden in

kritieke situaties. Denk hierbij aan Politie, GHOR en Brandweer.

• De expanderende organisaties zijn organisaties die tijdens een calamiteit

werkzaamheden verrichten die nauw aansluiten bij een calamiteit, maar in een

veranderende organisatievorm. Denk hierbij aan organisaties als het Rode

Kruis en het Leger des Heils. De noodzaak tot organisatorisch improviseren

maakt deze organisaties kwetsbaar.

• Uitbreidende organisaties zijn organisaties die ten tijde van een calamiteit in

een niet alledaagse situatie reguliere werkzaamheden moeten verrichten. Deze

situatie kan problemen opleveren, maar door de ongewijzigde organisatie

structuur opereren deze organisaties veelal goed. Te denken valt aan een

busonderneming tijdens het evacueren van burgers.

• De nieuwe/aangepaste organisaties, tenslotte, zijn niet op voorhand te noemen.

Zij ontstaan spontaan als gevolg van het feit dat er behoefte is aan een bepaalde

dienst of activiteit. Veelal vullen zij het gat in dat niet wordt afgedekt door de

reguliere organisaties. In de vakliteratuur wordt hier gesproken over “emergent

group”.5

3 Idem 4 Quarantelli, E.L. 1995, pagina 6 5 Van Duin, M.J., 1992

Page 9: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

7

De oude typologie van Dynes en Quarantelli en de resultaten van diverse onderzoeken

bracht Stallings (1978) tot de volgende hypothese:

“Established organizations seldom experience stress since they

generally avoid undertaking non-traditional tasks.

Expanding organizations undergo greatest stress because their

structures and functions change simultaneously, their boundaries are

vague and permeable, and their emergency role is frequently ill-defined.

Extending organizations have greater difficulty mobilizing than do

either established or expanding organizations, but since they are not as

central to the disaster response effort their difficulties have little impact

on the overall response.

Emergent groups tend to appear where people are isolated from

emergency organizations and where there is a lack of information,

control, and coordination.”6

Vele onderzoeken en jaren later, komt Quarantelli tot een nieuwe typologie van

organisaties en rampen. Het bleek dat organisaties zich ten tijde van rampen niet altijd

lieten kwalificeren in de bestaande DRC typologie.

“Established groups often underwent no major alterations in their

structures or functions but nonetheless exhibited some temporary or

minor emergent qualities”7

Dit leidde tot een nieuw inzicht en een nieuwe benadering van de oude variabelen, op

basis van de gebezigde taken en structuur.

Structuur

Bestaand Aangepast

Regulier

1. Quasi Emergent

behavior

2. Structural

Emergence behavior Taken of functies

Niet-regulier 3. Task emergence 4. Group emergence Crisis en Organisaties, nieuw.

• Met quasi emergent behavior wordt bedoeld dat bestaande taken of structuur

het zelfde blijven, maar zich aanpassen aan de crisissituaties. Te denken valt

aan het inzetten van analoge portofoons in plaats van het gebruiken van de

huidige C2000 apparatuur, of het inzetten van de KMAR voor taken die

normaliter door de politie gedaan worden.

• Met structural emergence behavior wordt de bestaande structuur aangetast

maar de alledaagse taak blijft uitgevoerd worden. Denk hierbij aan het inzetten

6 Drabek. 1986, pagina 160-161 7 Quarantelli, E.L. 1995, pagina 17

Page 10: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

8

van zendamateurs om kontakt te houden met meldkamers en

commandocentra.

• Met task emergence wordt bedoeld dat in de bestaande structuur niet reguliere

taken worden uitgevoerd. Denk hierbij aan het inzetten van de waterkanonnen

van de politie om branden te bestrijden.

• Bij group emergence tot slot, gaan bestaande organisaties in een nieuwe

structuur met nieuwe taken aan de slag. Hierbij kan worden gedacht aan

bijvoorbeeld de deelname van GGD afdelingen in het rampterrein. Zij vervullen

een andere taak dan in het dagelijkse stramien, in een andere structuur.

Jarenlang onderzoek leidt tot de volgende conclusie aangaande voorgenoemde

typologie:

“In any given disaster, of course, all types of emergence may be

simultaneously present………… On the basis of our research, we could

also hypothesize that in most disaster occasions, quasi-emergent

behavior will appear most frequently and group emergence will be

relatively rare. We found the former behavior present tot some degree

in every case we studied, whereas the latter phenomenon only appeared

in some instance. A reexamination of previously gathered DRC data

alluded to earlier confirmed this impression. It also does appear that

task emergence is probably more frequent than structural emergence,

possibly reflecting the fact that social structure is less vulnerable to

change than social task of function, as can be witnessed in many areas

of social life quite distant from the disaster area.

To emphasize the importance of emergent behavior in groups that

operate in disasters, is not to deny that new groups that emerge in

disasters can also be very important. As said earlier, catastrophic

disastrous occasions do generate emergent groups.”8

Juist deze emergent groups, of group emergence, is onderwerp van vele studies

geweest, daar het zich wereldwijd voordoet bij rampen. Volgens Drabek en McEntire

speelt religie een belangrijke rol bij emergent behavior.

“Studies reveals that shared values and a culture of responsibility are

positively related to emergent behavior………A common finding is that

faith-based organizations…often take on more non-traditional roles

after disaster.”9

Als voorbeeld wordt gegeven dat religieuze organisaties ten tijde van een ramp binnen

een uur ruim 6000 vrijwilligers bij elkaar brachten. Hiermee werden de kerken als

bron van vrijwilligers gezien, in plaats van het bieden van de traditionele

ondersteuning die van religies mag worden verwachten.

8 Quarantelli, E.L. 1995, pagina 19 9 Drabek. 2003, pagina 102

Page 11: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

9

Uit de nieuwe typologie leidt de hypothese dat ‘structural emergence behavior’ minder

voorkomt ten opzichte van ‘task emergence’ daar organisatie minder gevoelig zijn

voor structuur veranderingen (Quarantelli, 1995).

§ 2.2. Strategie

In zijn boek: Searching for safety,10 beschrijft de Amerikaans bestuurskundige

Wildavsky diverse strategieën hoe organisaties zich kunnen voorbereiden op hun taak

in crisissituaties. Hij stelt de mate van voorbereiding als een strategische keuze en

komt met de these dat organisaties kunnen kiezen voor ‘anticipatie’ of ‘veerkracht’,

welke hij Anticipation and Resilience noemt.

“Anticipation is a mode of control by a central mind; efforts are made to

predict and prevent potential dangers before damage is

done……Resilience is the capacity to cope with unanticipated dangers

after they have become manifested, learning to bounce back.”11

Wildavsky lijkt hiermee een parallel te trekken met de typologie van Quarantelli en

Dynes. De laatste bezien organisaties door de bril van taken en structuren. Anticipatie

is sterk gericht op taken: Weet wat je te wachten staat en bereid je daar op voor.

Veerkracht daarentegen vraagt veel van de organisatiestructuur. Hoe beter de

structuur, hoe groter de veerkracht.

Anticipatie zien we op grote schaal terug bij de hulpverlenende diensten. Door middel

van pro-actieve, preventieve en zelfs preparatieve stappen onzekere dreigingen, van

veronderstelde risico’s, zoveel als mogelijk af te dichten. Het belang dat hulpverleners

toekennen aan Anticipatie komt tot uitdrukking in de veiligheidsketen, waarin

voorgenoemde stappen de eerste drie schakels vormen.

Veerkracht gaat uit van de flexibiliteit - de interne kracht - van een organisatie om

crisissituaties het hoofd te bieden. Hoe beter een organisatie daar toe in staat is, hoe

gezonder een organisatie is, aldus Wildavsky. Hij gebruikt hiervoor de volgende

metafoor:

“Grass bends before wind but usually does not break; it is temporarily

unstable.” 12

Een organisatie zal risico’s dus moeten accepteren en zich daar op moeten instellen

om ten tijde van een incident effectief te kunnen reageren. Er zal veelal moeten

worden teruggevallen op veerkracht indien risico’s niet bekend zijn. Veerkracht,

tenslotte, betekent niet dat een organisatie maar moet afwachten wat er komt en hoe

ze zich er doorheen zal slaan. Veerkracht betekent juist dat organisaties zich

voorbereiden op het onoverkomelijke, door het vergroten van de algemene kennis,

technische ondersteuning en een eenduidige aansturing over de tot haar beschikbare

10 Wildavsky, 1988 11 Idem, p. 77 12 Idem, p. 79

Page 12: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

10

bronnen. Met dit gegeven lijkt het duidelijk dat in de repressieve fase de

veiligheidsregio een voorbeeld is van veerkracht. Dit onderschrijft tot slot de nieuwe

benadering van de typologie van Dynes en Quarantelli. Ook gevestigde organisaties

zijn afhankelijk van hun veerkracht. In plaats van ‘gevestigde’ organisatie komt de

benaming: ‘Quasi emergent behavior’ beter tot zijn recht voor deze groep organisaties.

Het is niet wenselijk om je als organisatie volledig te richten op één strategie. Elke

strategie geniet de voorkeur in een andere situatie. Het is dus van belang dat wordt

ingezien wanneer er voor een genoemde strategie moet worden gekozen. De voorkeur

voor de te volgen strategie hangt daarbij af van twee dimensies. Dat zijn: a) de mate

waarin risico’s en de gevolgen van risico’s bekend zijn, en b) de mate waarin bekend is

hoe de risico’s voorkomen of bestreden kunnen worden.

Schematisch gezien geeft dat de volgende indeling:13

Weinig kennis hoe te

handelen om gevaar af te

wenden

Veel kennis hoe te

handelen om gevaar af te

wenden

Voorspelbaarheid van de

verandering / risico is

hoog

Meer veerkracht, minder

anticipatie

Anticipatie

Voorspelbaarheid van de

verandering / risico is laag

Veerkracht Meer anticipatie, minder

veerkracht

De keuze voor een strategie wordt niet altijd door de organisatie zelf bepaald. De

omgeving drukt veelal een stempel op de koers die wordt verkozen. Zo ligt het in het

huidige Nederlandse klimaat voor de hand dat de gemeenschap verwacht dat de

overheid anticipeert op risico’s.

§ 2.3. Netwerken14

In bijna iedere samenleving, wordt het maatschappelijk leven gekenmerkt door

wederzijdse afhankelijkheid. Besluitvorming en implementatie hangt veelal af van

netwerken. Een netwerk laat zich als volgt definiëren:

"een aantal actoren met verschillende belangen, die voor de realisering

van hun doelstellingen van elkaar afhankelijk zijn."15

Volgens De Bruijn en Ten Heuvelhof zijn netwerken een reactie op een aantal

maatschappelijke ontwikkelingen. Zij onderscheiden hierin een viertal

ontwikkelingen:

13 jaarboek MCDM 8, p. 38 14 Dit hoofdstuk is gebaseerd op De Bruijn en Ten Heuvelhof; Management in netwerken (2007) en, De Bruijn ,Ten Heuvelhof en In

‘t Veld; Procesmanagement (2008) 15 De Bruijn en Ten Heuvelhof, 2007, p. 1

Page 13: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

11

• Netwerken als gevolg van toenemende professionalisering. Taken die een

organisatie moeten uitvoeren worden steeds complexer en vergen dus

knowledgeable medewerkers.

• Netwerken als gevolg van globalisering. Globalisering houdt in dat voor

overheden en bedrijven, grenzen en geografische afstanden hun betekenis

verliezen.

• Netwerken als gevolg van processen van de vervlechting tussen de publieke en

private sector. Ontwikkelingen in de publieke en private sector beïnvloeden

elkaar, de beide sectoren zijn sterk vervlochten.

• Netwerken als gevolg van de penetratie van informatietechnologie.

Informatietechnologie dringt in steeds meer traditionele sectoren binnen en

kan een sterke invloed hebben op de organisatie van die sectoren.

De structuur van een netwerk laat zich goed in kaart brengen door deze te

contrasteren met hiërarchische structuren, waarin relaties van boven- en

onderschikking centraal staan. De formele structuur van een organisatie is vrijwel

altijd een hiërarchische. In de praktijk zal naast de formele structuur de informele

werkelijkheid van een netwerk schuil gaan. Wie uitsluitend of te veel vertrouwt op de

formele structuur, zal niet effectief kunnen functioneren, aldus De Bruijn en Ten

Heuvelhof.16

Processen van besluitvorming in netwerken Het hiërarchisch model suggereert overzicht en beheersing. Zoals hiervoor

aangegeven, speelt de informele werkelijkheid een pregnante rol. Hierdoor zullen de

volgende aannamen, die thuis horen bij het hiërarchisch model, vrijwel nooit

zichtbaar zijn.

• De aanname van uniformiteit binnen een organisatie of tussen organisaties. Hoe

groter de verschillen tussen actoren, hoe lastiger het is hen aan te sturen. Wat

heilzaam is voor de ene, kan immers een ramp zijn voor de ander. De span of

control zal echter toenemen zodra de uniformiteit hoog is.

• De aanname van boven- en onderschikking in de relatie tussen actoren. Er wordt

van uit gegaan dat relaties niet alleen een formeel gegeven zijn, maar zich ook

in de werkelijkheid openbaren.

• De aanname dat actoren openstaan voor interventies van een leidinggevende

actor. Hiermee wordt een bepaalde afhankelijkheid gesuggereerd. Actoren zijn

er immers op gericht, en ontvankelijk voor de aanwijzingen van de

leidinggevende actor.

• De aanname dat de hiërarchische structuur redelijk stabiel is. Invloeden van

binnen- of buitenaf zij er nauwelijks, de machtsverhouding wijzigt niet en er

komen geen organisatie(delen) bij.

De werkelijkheid is echter weerbarstiger. Zowel binnen als tussen organisaties doen

zich verschijnselen voor die niet kunnen worden benoemd en ook niet kunnen worden

verklaard. De vier besproken aannames zijn dan ook niet in overeenstemming met de

werkelijkheid, welke in het hiernavolgend schema is weergegeven.

16 Idem, p. 13-14

Page 14: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

12

Kenmerken hiërarchie en netwerk17

Hiërarchie Netwerk

Uniformiteit Pluriformiteit

Eenzijdige afhankelijkheden Wederzijdse afhankelijkheden /

Interdependentie

Openheid/ontvankelijkheid voor

hiërarchische signalen

Geslotenheid voor hiërarchische

signalen

Stabiliteit Dynamiek

Netwerken kenmerken zich door pluriformiteit of variëteit. In de praktijk spreken we

hier van een multi-actornetwerk. Actoren zijn van elkaar afhankelijk, waardoor

dominantie niet zomaar wordt geaccepteerd. Voorzichtigheid en omzichtigheid is dus

geboden in het bezigen van een goede relatie. Immers, geen enkele actor kan zelf de

eigen doelen volledig realiseren. Van een participerende actor wordt dominantie niet

gewenst of niet opgemerkt. Er wordt hierbij ook wel gesproken van zelfreferentiële

systemen; systemen die alleen aan zichzelf refereren, en signalen die niet in dit

referentiekader passen dus niet opvangen. Dit is vaak de kracht van de desbetreffende

actor. Tenslotte wisselen de posities van de actoren voortdurend, waardoor

ogenschijnlijke onbelangrijke actoren een belangrijke positie kunnen innemen. In een

netwerk heeft hiërarchische sturing weinig kans van slagen.

In een multi-actornetwerk is er dus sprake van een grote onderlinge afhankelijkheid.

Het is cruciaal dat actoren aan relatiemanagement doen. In de netwerkliteratuur

wordt dit Redundantie genoemd. Onderlinge relaties kunnen langs twee ingangen

worden getypeerd:

• Functionele en extrafunctionele relaties. Functionele relaties hebben voor een

actor een duidelijke betekenis die nodig is voor de kerntaken. Extrafunctionele

relaties, hebben geen directe betekenis voor de kerntaak.

• Sterke en zwakke relaties (strong en weak ties). Sterke relaties zijn relaties die

intensief worden gebruikt. Zwakke relaties zijn relaties die warm worden

gehouden voor incidenteel gebruik.

Wanneer een actor de vier typen relaties onderhoudt, spreken we van een redundant

relatienetwerk. Hij onderhoudt voortdurend relaties met een andere actor ook

wanneer dit op een bepaald moment niet nuttig lijkt, terwijl hij expliciet zorg besteedt

aan zijn weak ties.18

In een hiërarchische aansturing spreken we van command and control. Acteren in een

netwerk vraagt andere vaardigheden, welke in de volgende paragraaf worden

besproken.

17 De Bruijn en Ten Heuvelhof, 2007, p. 18 18 Idem, p. 55

Page 15: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

13

Projectbenadering versus Procesbenadering Het principe van een projectbenadering laat zich kenmerken door een probleem dat

middels een verkenning wordt afgebakend. Is dit eenmaal goed geformuleerd dan

geeft dat richting aan het proces van probleemoplossing. Desnoods worden uit de

centrale probleemstellingen deelproblemen geëxtraheerd, die ieder voor zich worden

opgelost. In een netwerk is dit echter anders en prevaleert de procesbenadering over

het algemeen. In onderstaand schema worden de projectmatige- en procesmatige

besluitvorming tegenover elkaar afgezet.

Probleemformulering in een netwerk19

Projectmatige besluitvorming Procesmatige besluitvorming

Er is een probleem, dus is inhoudelijke

analyse vereist

Er is een probleemperceptie, dus dient de

perceptie te worden beïnvloed, priming.

Probleem scherp afbakenen Probleem breed formuleren, probleem-

complexen, linkages, koppelingen

Complexiteitsreductie Complexiteitsverhoging

Probleem zoekt oplossing Oplossing zoekt probleem

Een probleem wordt opgelost wanneer

het zich voordoet

Het moment van probleemformulering is

een strategische keuze. De window of

opportunity

• Probleemperceptie en priming. Een actor die een probleem definieert geeft zijn

perspectief weer. Het is maar de vraag of andere actoren de zelfde

probleemperceptie hebben. Indien dit wel zo is, kunnen actoren alsnog een

verschillende opvatting hebben van dit probleem. Dit heeft tot gevolg dat een

actor de probleemperceptie moet beïnvloeden. De aandacht verschuift hierdoor

van inhoudelijke probleemanalyse naar strategieën om de probleemperceptie

van actoren te beïnvloeden. Een voorbeeld hiervan is de strategie van priming

(letterlijk: in de grondverf zetten): Deze strategie leidt tot het creëren van een

context waarin partijen gevoelig zijn voor een bepaalde probleemanalyse.

• Brede probleemformulering. Een te scherpe probleemafbakening kan in een

proces disfunctioneel zijn. Immers, hoe scherper een probleem is afgebakend,

des te minder steun zal er voor een probleemdefinitie zijn. Een brede

formulering - eventueel gekoppeld aan een ander probleem - betekent dat er

voor veel actoren een aantrekkelijk element in zit.

• Complexiteitsverhoging. Dit maakt een besluitvormingsproces voor actoren

aantrekkelijk en het vergroot de ruimte voor actoren. Naarmate meer

problemen en oplossingen in een besluitvormingsproces een rol spelen, is het

eenvoudiger om deze te koppelen en te ontkoppelen.

• Oplossing zoekt probleem. Wie de problemen van een andere actor kent en wie

deze actor nodig heeft, kan de eigen oplossing koppelen aan het probleem van

de andere actor. De steun van andere partijen kan door deze oplossing

toenemen.

• Window of opportunity. Kortweg draait het hier om het moment waarop de

kans op steun voor de probleemformulering voldoende is.

19 De Bruijn en Ten Heuvelhof, 2007, p. 76

Page 16: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

14

Procesbenaderingen, ook wel de procesrationaliteit genoemd, genieten in een netwerk

ronduit de voorkeur. Een initiatiefnemer erkent immers dat hij afhankelijk is van

andere partijen. Hij nodigt deze partijen uit voor een onderhandelingsproces, waarin

deze partijen problemen en oplossingen koppelen.20

Proces en procedure Processen en procedures zijn weliswaar nauw verwant, maar ze zijn niet identiek.

Processen kunnen zich spontaan ontwikkelen en zijn vormvrij - de spelers beslissen

over de spelregels. Procedures zijn beschreven. Bij procedures luistert de volgorde van

de activiteiten in het algemeen nauw. Afwijken van procedures kan tot grote schade

leiden.

De overgang van proces in procedure verloopt niet altijd soepel. Machtsposities van

partijen in de te doorlopen procedures kunnen een obstakel vormen. Of partijen

kunnen het proces verstoren door hun goedkeuringsbevoegdheid in het vaststellen

van de procedure. Het kan een zaak van goed procesmanagement zijn, om reeds in het

proces te anticiperen op de procedures die onvermijdelijk volgen. Het kan ook een

strategie zijn om in het proces zo’n massieve steun te genereren en zo’n vaart te zetten

dat de procedure als het ware een walkover wordt.21

Een goed proces voldoet aan vier kernelementen:

• Openheid. Een initiatiefnemer neemt geen eenzijdige besluiten, maar neemt een

open houding aan. Openheid heeft betrekking op zowel de vraag wie meedoet,

als op de agenda voor de besluitvorming.

• Bescherming van ‘core values’. Openheid in een proces is niet altijd

aantrekkelijk. Het risico dat eigen belangen in onvoldoende mate gerealiseerd

worden, is aanwezig. Actoren kunnen aan het eind van het proces niet tevreden

zijn met het resultaat. Partijen in het proces moeten zich veilig voelen. Zij

moeten er zeker van zijn dat, ongeacht de uitkomsten van het proces, de eigen

kernwaarden niet worden aangetast.

• Voortgang. Met voorgaande twee punten komen we er niet. De kans bestaat dat

er alleen maar stroperige processen ontstaan, die nooit een duidelijk resultaat

op zullen leveren. Het is noodzakelijk dat het proces voldoende vaart en

voortgang kent.

• Inhoud. Een proces dient te voldoen aan de eis van inhoudelijke kwaliteit. De

partijen kunnen immers, gedwongen door de scherpe belangentegenstellingen,

tot een besluitvorming overgaan die inhoudelijk gezien armoedig of zelfs

onjuist is. Het proces dient voldoende inhoudelijk argumenten te hebben.

In de hier volgende paragraaf gaan we tenslotte dieper in op de bescherming van

kernwaarden.

20 De Bruijn, Ten Heuvelhof en In ‘t Veld, 2008, p. 19 21 Idem, p. 32-33

Page 17: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

15

Bescherming van kernwaarden Een kernwaarde is een waarde die voor het bestaan van een partij van cruciaal belang

is. Wordt deze waarde aangetast, dan wordt de essentie van de partij aangetast en is

het voor haar vaak niet mogelijk om nog goed te functioneren. Wanneer partijen er

zeker van kunnen zijn dat bepaalde core values door het proces niet worden

aangetast, kan dit een belangrijke prikkel voor coöperatief gedrag zijn. Door correcte

en tijdige procesafspraken te maken kunnen kernwaarden worden beschermd. Denk

hierbij aan: a) commitment aan het proces en niet aan het resultaat, b) Het uitstel van

commitment tijdens het proces (deelbesluiten) en c) de exit-regels van het proces.22

22 De Bruijn, Ten Heuvelhof en In ‘t Veld, 2008, Hoofdstuk 6

Page 18: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

16

§ 2.4. Samenvatting

Organisaties kunnen in het veiligheidsdomein meerdere rollen aannemen. Zowel de

veiligheidsregio en de Protestantse Kerk manifesteren zich in de rol van

risicoregulator. In deze rol van risicoregulator worden organisaties teruggeworpen op

taken en structuren die respectievelijk regulier/niet-regulier dan wel

bestaan/aangepast zijn. Het blijkt dat ten tijde van rampen en crises de structuur en

taken van deze organisaties niet rigoureus veranderen, maar dat er kleine

aanpassingen op plaats vinden. Gevestigde organisaties als de hulpverleningsdiensten

zullen niet altijd volgens hun vaste stramien kunnen werken, maar ook terug moeten

vallen op creatieve oplossingen, emergent behavior, voor het uitvoeren van hun taak.

Gevestigde organisaties zien hun rol in de rampenbestrijding en crisisbeheersing

veelal terug in wet- en regelgeving. Ten tijde van een ramp of crisis blijkt dat

'structural emergence behavior' minder voorkomt ten opzicht van 'task emergence'

daar organisaties minder gevoelig zijn voor structuur veranderingen.

De voorbereiding op de taken die zich voordoen bij een crisis, is een strategische

keuze. Er kan gekozen worden voor anticipatie waarbij een organisatie streeft naar

een zo volledig mogelijke voorbereiding op, en afdichting van risico's. Een ander

uiterste is veerkracht. Hierbij gaat een organisatie uit van de kracht van haar

organisatiestructuur om crises het hoofd te bieden. Veelal zullen de aard van de kennis

van het risico, de voorspelbaarheid hieromtrent en de hoogte van het risico nopen tot

een mengeling hiervan.

Samenwerking betekent wederzijdse afhankelijkheid. Hier kunnen diverse

maatschappelijke ontwikkelingen aan ten grondslag liggen. Besluitvorming en

implementatie hangen af van netwerken waarbij de informele structuur/werkelijkheid

veelal een pregnante rol speelt. Het moet echter duidelijk zijn dat in een netwerk geen

hiërarchische besluitvorming plaats vindt. Het is cruciaal dat actoren aan

relatiemanagement doen, ook wanneer dit op een bepaald moment niet nuttig lijkt. In

een netwerk kan afhankelijk van het probleem gekozen worden voor een

projectbenadering of procesbenadering. Procesbenadering geniet de voorkeur, daar de

wederzijdse afhankelijkheid hiermee beter tot uitdrukking komt. In goed

procesmanagement wordt tijdens het proces geanticipeerd op procedures die

onvermijdelijk volgen. Cruciaal is dat de kernwaarden van de betrokken partijen in

hun essentie niet worden aangetast. Het is anders niet mogelijk voor deze partij om

nog goed te functioneren.

In het volgende hoofdstuk wordt stil gestaan bij de organisatie van de Protestantse

Kerk en de entiteit veiligheidsregio.

Page 19: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

17

3. Omgevingsbeschrijving

Inleiding Dit hoofdstuk biedt meer inzicht in beide organisaties. In paragraaf 1 worden beide

organisaties beschreven. Betreffende de Protestantse Kerk wordt na een korte

geschiedschrijving van religie door de eeuwen heen, met name stil gestaan bij de

huidige organisatie. Zij heeft een kerkvereniging achter de rug en is in structuur daar,

waar ze wil zijn. De geschiedschrijving staat kort stil bij de drie rollen die religie heeft

gespeeld in het veiligheidsdomein (Ravetz). De veiligheidsregio daarentegen is een

organisatie in wording. Daarom zal in dezen met name bij het doorlopen en het te

doorlopen traject stilgestaan worden. Paragraaf 2 verwoordt de taken en rollen die

beide organisaties impliciet of expliciet hebben ten tijde van crises. Wetgeving,

reglementen en beleid zijn de basis voor deze paragraaf. Tot slot zal paragraaf 3 dit

hoofdstuk samenvatten en uitleiden.

Dit hoofdstuk gaat in op de deelvraag:

• Hoe zijn beide organisaties georganiseerd

En deels op de deelvraag:

• Wat doet de Protestantse Kerk en Veiligheidsregio MWB (op het gebied van

fysieke veiligheid)

§ 3.1. De organisaties

De organisatiestructuren van de Protestantse Kerk als wel de veiligheidsregio worden

hieronder uitgewerkt.

3.1.1. De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) Inleiding

Het christendom heeft door de geschiedenis heen een onmiskenbare rol gehad in het

veiligheidsdomein.

Vanaf het begin van onze jaartelling heeft de christelijke kerk op hoofdlijn invulling

gegeven aan diverse maatschappelijke rollen. De eerste eeuwen na christus werden

christenen in grote mate vervolgd en uitgeroeid. Als aan het begin van de vierde eeuw

het christendom erkend wordt, en aan het eind van deze eeuw wordt uitgeroepen tot

staatsgodsdienst, vindt er een ommekeer plaats in de maatschappelijke rol. De kerk

krijgt een steeds grotere invloed op het leven van alle dag en er is nauwelijks sprake

van enige scheiding tussen kerk en staat. Er heerste binnen de kerk de zogenaamde

"Constantijnse Opvatting". De Ley23 verwoordt dit als:

"zij stelde een volstrekte éénheid voorop van de christelijk leer, het

recht, de moraal en het openbaar gezag".

23 De Ley, 2007

Page 20: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

18

Om haar machtspositie te handhaven verweert de kerk zich tegen de twee grootste

risico´s, namelijk de opkomst van de islam (religie) en de ketterij (individu). Middels

een negental kruistochten verweert de kerk zich tegen de islam, welke gezien werd als

een bedreiging van het ware geloof. In Europa, het gebied waar het christelijk geloof

haar oorsprong heeft, werden mensen vervolgd die een afwijkende opvatting hadden

ten opzichten van de kerkelijke leer. De inquisitie - de kerkelijke rechtbank - bekeerde

of executeerde deze afvalligen. Ook buiten Europa is de Kerk hard bezig om de wereld

te bekeren. Vele volkeren worden uit naam van het geloof bekeerd of uitgeroeid. Met

de maatschappelijke verandering vanaf de 11e eeuw - de opkomst van de steden -

wordt een intern seculariseringsproces geïnitieerd, aldus De Ley24. De kerkelijke

jurisdictie werd afgeschaft, de clerus verloor het recht belasting te heffen en op politiek

vlak werden de clerici alle mogelijkheden ontnomen om deel te nemen aan het

politieke leven. Een verdere stap in het seculariseringsproces van het christendom

kwam met de protestantse reformatie in de 16e eeuw. In 1789 is met de bestorming

van de Bastille de Franse revolutie een feit. Het regime stort in elkaar en de "verklaring

van de rechten van de mens en de burger" wordt opgesteld. Met het decreet van 29

september 1795 wordt de scheiding tussen kerk en staat verder geregeld25. Na de

reformatie ontstonden er diverse religieuze stromingen die elkaar veelvuldig

bestreden. Toch begon er aan het eind van de 19 eeuw een vorm van bezinning te

ontstaan. Om de sterk verdeelde samenleving bijeen te houden, ontstond aan het eind

van de 19e eeuw de verzuiling. Elke zuil had haar eigen sociaal en maatschappelijk

systeem, met als gevolg dat de bevolkingsgroepen langs elkaar heen leefden. In de 19e

eeuw deed zich, door de emancipatie van de katholieken en de gereformeerden, al een

ontwikkeling in de richting van verzuiling voor. Een hoogtepunt werd bereikt bij de

discussies rond het algemeen kiesrecht enerzijds, en de zogenaamde schoolstrijd

anderzijds, welke hun beslag kregen in de jaren rond 191726. Ondanks, of misschien

wel dankzij, deze verzuiling bestond er een mate van pais en vree tussen de vier zuilen.

De kerk liet weinig van zich horen in het veiligheidsdomein. De opkomst van het

nationaal socialisme in Duitsland, bracht in de aanloop naar de tweede wereldoorlog

een gevoel van onveiligheid met zich mee. Ook in Nederland kreeg het nationaal

socialisme gehoor. In 1931 werd de NSB opgericht, welke binnen korte tijd steeds meer

aanhang verwierf. Het gedachtegoed van de NSB bracht onrust en weerstand. “Van

belang hierbij is ook dat de kerken zich tegen het nationaal-socialisme van de NSB

keerden.”27 In 1935 en 1936 verboden de katholieke kerk en respectievelijk de

gereformeerde kerk28 haar achterban om lid te worden van deze partij. Na de tweede

wereldoorlog blijft de kerk op de achtergrond op het gebied van de fysieke veiligheid,

op de watersnoodramp van 1953 na. In 1952 richtten dertien verschillende

kerkgenootschappen in Nederland de Stichting Oecumenische Hulp (SOH) op, een

organisatie voor wereldwijde rampen-, vluchtelingen- en voedselhulp (noodhulp).29 De

Stichting leverde haar eerste wapenfeit ten tijde van de watersnoodramp. Door velen

wordt daarom nog steeds verondersteld dat de kerken naar aanleiding van deze ramp

de SOH opgericht hebben. Deze veronderstelling wordt door de kerken in het leven

gehouden door ten tijde van de verjaring van de watersnoodramp te collecteren voor

mondiale rampen. Tot 2001 was er in Nederland en zelfs in de wereldpolitiek

24 Idem. 25 http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_het_christendom, 29 juni 2009 26 http://nl.wikipedia.org/wiki/Verzuiling, 29 juni 2009 27 De Vries & Van der Lubben, 2005, p. 115 28 Acta der Generale Synode van de Gereformeerde kerken in Nederland te Amsterdam, 1936 29 http://www.kerkinactie.nl (29 juni 2009)

Page 21: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

19

nauwelijks belangstelling voor religies, welke dan ook30. Door de aanslag van 11

september op het World Trade Centre in New York en de gebeurtenissen die daar op

volgden, kwam het belang van religie in het publieke en politieke leven in een veel

scherper daglicht te staan.

Totstandkoming van de Protestantse Kerk

"De gescheidenheid van hervormde en gereformeerde kerken kan niet

langer geduld worden."31

Met deze oproep, gedaan op maandag 24 april 1961, werd het startsein gegeven voor

een uiteindelijke kerkvereniging met de lutheranen. Dit eenheidsstreven zou plaats

vinden onder de naam: "Samen op Weg." De jongerenbewegingen van deze kerken

betrachtte in de jaren '60 voortvarendheid om "het kwaad" van de scheiding tussen

deze kerken te bestrijden. Echter, de synode van de Gereformeerde Kerk zag het kwaad

van de scheiding als een noodzakelijk kwaad. Uiteindelijk zou het na de oproep tot

kerkvereniging nog 43 jaar duren om van kerken tot kerk te komen.32

De Protestantse Kerk in Nederland is een christelijke kerk en op 1 mei 2004 ontstaan.

Ze is het resultaat van de vereniging van drie kerken:

• Nederlandse Hervormde Kerk

• Gereformeerde Kerken in Nederland

• Evangelisch-Lutherse Kerk in het Koninkrijk der Nederlanden

Met de Protestantse Kerk in Nederland wordt het landelijk verband van ruim 1800

verschillende kerkelijke gemeenten in dorp en stad bedoeld, met een gezamenlijk

ledenaantal van ruim twee miljoen. Deze gemeenten voelen zich met elkaar verbonden

en doen mee in één landelijke organisatie. De structuur en de regels van de kerk zijn

vastgelegd in de kerkorde.

De Protestantse Kerk in Nederland heeft een landelijke bestuur: de synode. Op

landelijk en wereldniveau onderhoudt de kerk goede contacten met andere kerken en

religieuze organisaties (oecumene)33. De kerk heeft één landelijk dienstencentrum, het

Protestants Landelijk Dienstencentrum (PLD) te Utrecht waar plaatselijke gemeenten

terecht kunnen voor vragen en advies (dienstverlening).

De organisatie Het dienstencentrum staat ten diensten van de Protestantse Kerk. Daarom is het

noodzakelijk om de dienstenorganisatie in deze context te beschrijven. De totale

structuur wordt in de drie volgende echelons beschreven, namelijk:

• de ambtelijke organisatie;

• de deskundigen;

• de dienstenorganisatie.

De totale context is weergegeven in de bijlage.

30 Klein Goldewijk, 2005 31 Lodewijk Dros, p. 11 32 Idem, p. 11 - 13 33 www.pkn.nl

Page 22: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

20

De ambtelijke organisatie

De Protestantse Kerk in Nederland is georganiseerd volgens een zogenaamd

presbyteriaal-synodaal kerkmodel. Dit houdt in dat de leiders van de landelijke kerk

worden gekozen uit de leiders van de plaatselijke gemeenten34.

De 1800 lokale kerkenraden zijn verenigd in 75 classes. Dit zijn regionale

vergaderingen waar de lokale kerkenraden binnen deze regio bij zijn aangesloten. De

voorzitter wordt vanuit hun midden benoemd. Vanuit de classes wordt de generale

synode gekozen. Hiervoor is een verdeelsleutel overeen gekomen, waardoor

gegarandeerd wordt dat per ambtelijke functie een evenwichtige verdeling blijft

ontstaan. Deze vertegenwoordigers zijn allen afkomstig vanuit de twee grootste

geloofsgemeenschappen binnen de Protestantse Kerk, namelijk de hervormden en de

gereformeerden. De lutheranen, een zeer kleine groep binnen de Protestantse Kerk,

vaardigen vanuit hun eigen evangelisch-lutherse synode vijf vertegenwoordigers af om

zitting te nemen in de generale synode.

Vervolgens zijn er nog afgevaardigden van kerken in de generale synode, waarmee een

associatie overeenkomst is afgesloten. Dit zijn:

• één afgevaardigde namens de Bond van Vrije Evangelische Gemeenten

• één afgevaardigde namens de Gereja Kristen Indonesia Nederland

• twee afgevaardigden namens de Evangelisch-Altreformierite Kirche in

Niedersachsen, op basis van historische gronden35.

In de ambtelijke organisatie treffen we tevens de ACV – de algemene classicale

vergadering – aan. Deze algemene classicale vergaderingen zijn een overblijfsel uit de

tijd dat de dienstverlening nog vanuit de provincies geschiedde. Met de komst van het

landelijk dienstencentrum zijn deze dienstencentra opgeheven. De ambtelijke

organisatie is echter blijven bestaan.

De generale synode is tot slot de hoogste bestuurlijke laag die we kennen binnen de

Protestantse Kerk. De eerste taak van de synode wordt getypeerd als leiding geven aan

het leven en werken van de kerk. Daarbij is de samenleving van meet af aan ook in

beeld. De synode dient vooral bezig te zijn met die vragen die van belang zijn voor de

kerkelijke gemeenten en voor de plaats van de kerk in de samenleving. Zij schept

noodzakelijke voorwaarden voor het leven van de gemeenten, door bijvoorbeeld op

verschillende terreinen kennis en ervaring te bundelen en ter beschikking van de

gemeenten te stellen, door te zorgen voor de predikantsopleiding, en door het gesprek

tussen de verschillende modaliteiten te laten voortgaan. Zij is het adres en gezicht van

de kerk als geheel naar buiten. Daarom regelt de generale synode de oecumenische

relaties, alsmede het werk van zending en werelddiaconaat, en onderhoudt zij

contacten met bijvoorbeeld de landelijke overheid. Voor dat alles is nodig, dat de

generale synode de regelgeving voor de kerk bijhoudt. Zij is bevoegd de kerkorde te

wijzigen en op onderdelen specifieke regels te ontwerpen36. De generale synode wordt

34 www.pkn.nl 35 Met deze Noord-Duitse kerk heeft de Protestantse Kerk in Nederland een zogenoemde associatie-overeenkomst afgesloten.

Onderdeel daarvan is dat de kerken afgevaardigden sturen naar elkaars Synodes. Op zich is het bijzonder dat de Protestantse Kerk

in Nederland een associatie-overeenkomst sluit met een buitenlandse kerk. In dit geval ligt de reden voor de hand; de EAK maakte

– vanwege gemeenschappelijke theologische én geografische wortels - tachtig jaar lang deel uit van de Gereformeerde Kerken in

Nederland. 36 www.pkn.nl

Page 23: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

21

ontlast door de kleine synode, welke een afvaardiging is van de generale synode. De

kleine synode komt meerdere keren per jaar bijeen en houdt zich voornamelijk bezig

met financiën, personeel en organisatie (van de kerk en haar dienstenorganisatie). Het

Moderamen vormt het dagelijks bestuur, bestaat uit 7 personen en komt wekelijks bij

elkaar.

De deskundigen. De generale raad van advies is een commissie van deskundigen die aangesteld is door

de generale synode. Op basis van haar deskundigheid geeft zij gevraagd en ongevraagd

advies aan de bestuurlijke raden van zowel de ambtelijke organisatie alswel het

dienstencentrum. De leden van de generale raad van advies hoeven in tegenstelling tot

de ambtelijke organisatie geen leden te zijn van de Protestantse Kerk.

De dienstenorganisatie Vooruitlopend op de totstandkoming van één Protestantse Kerk was er al een

samenwerking tussen de dienstenorganisaties van deze kerken. Het landelijk

dienstencentrum – toen nog Samen op Weg geheten – is in 1999 op de huidige locatie

geopend. Bij de totstandkoming van de Protestantse Kerk in Nederland is de naam

veranderd in: Protestants Landelijk Dienstencentrum.

Het bestuur van het protestants landelijk dienstencentrum heeft als taak het besturen

van de organisatie op basis van het door de generale synode vastgestelde beleid en het

voorbereiden van dit beleid. Tevens vertegenwoordigt zij de kerk ter zake van het

werkgeverschap37. Dit bestuur bestaat uit:

• De directeur van het Protestants Landelijk Dienstencentrum,

• Twee moderamen leden en

• Drie externe bestuursleden. Zij zijn lid van de Protestantse Kerk en zijn

benoemd op basis van hun bestuurlijke expertise.

De directeur van het dienstencentrum wordt aangesteld door de generale synode uit

de leden van de kerk. De directeur vormt samen met de adjunct directeur – die tevens

hoofd van het expertisecentrum is – de directie van het dienstencentrum.

Het dienstencentrum kent 5 stafafdelingen en 5 programma’s. Hoofden van deze

stafafdelingen en programma’s vormen tezamen met de directie het management van

het dienstencentrum. De totstandkoming van het huidige organogram is gebaseerd op

de notitie: Groeien met de riemen die je hebt38. Uitzondering hierop is het programma:

Missionaire Vernieuwing en Kerkgroei. Dit programma is in december 2008 ontstaan

als verdere uitwerking van deze strategische keuze.

37 Kerkorde en ordinanties van de Protestantse Kerk in Nederland inclusief de overgangsbepalingen, 2004 38 Strategische keuzen voor de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland

Page 24: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

22

3.1.2. De veiligheidsregio

In deze paragraaf wordt stil gestaan bij de veiligheidsregio. De veiligheidsregio is de

aanduiding voor een openbaar lichaam waarin gemeenten, behorende bij deze regio,

een gemeenschappelijke regeling instellen.39 Ten tijde van schrijven is de Wet

veiligheidsregio’s nog niet van kracht. De Tweede Kamer heeft haar instemming

gegeven40 en momenteel ligt de wet ter goedkeuring bij de Eerste Kamer, welke gestart

is met een voorbereidend onderzoek.41

Deze paragraaf zal het ontstaan van de veiligheidsregio eenzijdig beschrijven vanuit

het ontstaan van de brandweerregio’s. De keuze hiervoor komt uit de vigerende

wettelijke taak van de brandweer (verantwoordelijk voor de voorbereiding op de

rampenbestrijding), middels de brandweerregio’s.42 Met name de geschiedenis van het

ontstaan van de (veiligheids)regio zal doorlopen worden, met tenslotte de doelstelling

voor het komen tot een Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant. Aan het eind van

deze paragraaf wordt tevens in het kort stil gestaan bij de rol van de Politie, GMK en

GHOR.

Veiligheidsregio, Via Dolorosa43 De Brandweer was tot de Tweede Wereldoorlog georganiseerd op lokaal niveau. De

bezetter, ten tijde van deze oorlog, maakte hier een rigoureuze ommezwaai mee. Met

het Besluit brandweerwezen 1941 werd de brandweer een rijksaangelegenheid.

Belangrijkste organen werden de secretaris-generaal van Binnenlandse Zaken en de

hoofdinspecteur van het Brandweerwezen. Zij konden in alle aangelegenheden, het

brandweerwezen betreffende, aanwijzingen geven aan de burgemeester. Nog verder

ging artikel 9 van het besluit. Op basis van dit artikel kon de secretaris-generaal

rechtstreeks ingrijpen wanneer een burgemeester zijn taak niet of niet behoorlijk

uitoefende. In 1943 werd middels het Besluit brandweerwezen de brandweer

onderdeel van de politieorganisatie. De toezichttaken kwamen middels dit Besluit te

liggen bij de directeur-generaal van Politie. Tenslotte wordt met een Tijdelijk

brandweerbesluit vrijwel dezelfde taken van de directeur-generaal overgedragen aan

de minister van Binnenlandse zaken.44 De minister werd bijgestaan door de inspectie

voor het brandweerwezen.

Een tijdlang is het stil aan het brandweerfront. Toch beginnen burgemeesters van met

name de grotere steden te tornen aan de macht van de inspectie. De lokale bestuurders

streefden naar meer autonomie op de brandweerzorg. Dit kreeg zijn beslag in de

Brandweerwet van 1952. Middels deze wet werd het brandweerbestel

gedecentraliseerd. De gemeentelijke brandweer was - wettelijk - in ere hersteld.45

39 Artikel 8, concepttekst Wet Veiligheidsregio’s (versie mei 2009) 40 d.d. 23 april 2009 41 d.d. 7 juli 2009 42 Art. 4, lid 1. Brandweerwet 1985 (versie juli 2009). De brandweer is verantwoordelijk voor de voorbereiding van de coördinatie

bij de bestrijding van rampen en zware ongevallen. Tevens regelt zij de operationele leiding bij de bestrijding van rampen en

zware ongevallen. 43 Deze paragraaf is vooral gebaseerd op P.J.P.M. van Lochem, 2007 44 Van Lochem, p. 48-50 45 idem, p. 52

Page 25: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

23

De brandweer hield zich tot nu toe bezig met het bestrijden van gewone incidenten.

Voor oorlogomstandigheden en natuurrampen was immers in 1947 de BB46 opgericht.

Zo bleef de brandweerblik niet alleen bestuurlijk, maar tevens operationeel op het

lokale werkveld gericht. Hierin komt echter een ommekeer als in de jaren 60 wordt

voorgesteld47 dat de brandweer ook als algemene hulpverleningsdienst kan

functioneren bij rampen in vredestijd. Een bovengemeentelijke schaal zou dan de

voorwaarde zijn.48 Inmiddels waren er diverse gebieden waar gemeenten op vrijwillige

basis aan regiovorming deden bij de brandweer. Ten tijde van de komst van de nota

Hulpverlening bij ongevallen en rampen waren reeds twintig regionale brandweren

opgericht.49 Kenmerkend in deze nota was dat de regiogrenzen wettelijk werden

vastgelegd conform de destijds ontworpen modellen voor de bestuurlijke

reorganisatie, te weten 44 regio´s. Tevens werd de brandweer aangewezen als spil en

coördinator van de hulpverlening. De BB zou zich alleen nog maar beperken tot de

rampenbestrijding in oorlogstijd. Met deze wet werd de brandweer gelijkgesteld aan

de BB en was dus niet meer ondergeschikt aan deze.50 De minister ging zelfs verder,

door op te merken dat de regionale hulpverleningsdienst ook in oorlogstijd een functie

zou moeten hebben.

Met het van kracht worden van de nota hulpverlening bij ongevallen en rampen werd

de weg geplaveid voor een nieuwe wetgeving. Deze wetgeving moest de uitbreiding

van de brandweertaak borgen, maar tevens de regionalisering van de brandweer

vastleggen. Wederom ontstond er een "felle" discussie omtrent de rol en bevoegdheden

van het lokale en bovenlokale gezag. De minister bood de Tweede kamer twee

wetsontwerpen aan namelijk, de brandweer organiseren op regionaal niveau of op

provinciaal niveau. In zijn ogen zou een provinciaal georganiseerde brandweer een

eindstation zijn, wellicht voorafgegaan door een regionale brandweer. De allergie die

op gemeentelijk niveau heerste tegen een mogelijke provinciale brandweer,51 vond

gehoor bij de Tweede kamer. Dit leidde uiteindelijk tot de Brandweerwet 1985,

gebaseerd op het regionale model, als eindstation. Wederom werd de slag gewonnen

door de gemeenten.

In 1984 werd de BB formeel opgeheven. Haar rampenbestrijdingstaken werden

overgedragen naar de brandweer. Middels de Wet rampen en zware ongevallen werd

in 1985 de bevoegdheden van de bij de rampenbestrijdingsorganisaties vastgelegd. De

centrale rol van de brandweer in de rampenbestrijding was hiermee een feit.

De ketenpartners staan na 1985 aan de vooravond van hun regionalisering. In 1991

wordt de Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen van kracht. Deze

wet, regelt vooral de bevoegdhedenstructuur bij de geneeskundige hulpverlening en de

voorbereiding daarop. Ook in deze wet wordt uitgegaan van regionalisering op basis

van verlengd lokaal bestuur. De regio indeling is echter - helaas - niet conform de

brandweerregio´s.52

46 Bescherming Bevolking. De BB kreeg een wettelijke regeling in 1952. In de bloei van haar bestaan kon de BB rekenen op een

inzet van ruim 80.000 vrijwilligers 47 Dhr. Mijnlieff, directeur-generaal voor Openbare Orde en Veiligheid (1968) 48 Van Lochem, p. 55 49 Wet Veiligheidsregio’s (concepttekst), memorie van toelichting, p.5 50 Van Lochem, p. 56-57 51 In het provinciale model zouden de gemeentelijke brandweren onderdeel zijn van de provinciale brandweer. Het regionale

model betrof een intergemeentelijke organisatie. 52 Wet Veiligheidsregio´s (concepttekst), memorie van toelichting, p5.

Page 26: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

24

In 1994 wordt de politie geregionaliseerd. De gemeentelijke korpsen en de rijkspolitie

worden omgevormd tot 25 politieregio´s en het Korps Landelijke Politiediensten.53 Ook

nu zijn er andere regiogrenzen van toepassing dan als we die kennen binnen de

Geneeskundige hulpverlening of de Brandweer.

Wet veiligheidsregio´s In de concepttekst Wet Veiligheidsregio´s worden de Brandweerwet 1985, de Wet

geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (Wghor) en de Wet rampen en

zware ongevallen geïntegreerd (Wrzo).

"De wet beoogt een efficiënte en kwalitatief hoogwaardige organisatie

van de brandweerzorg, geneeskundige hulpverlening,

rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionaal bestuurlijke

regie te realiseren…… Burgers in ons land zullen daardoor beter

beschermd zijn tegen de risico´s van brand, ongevallen, rampen en

crises en een betere hulpverlening en nazorg krijgen als zij onverhoopt

slachtoffer worden van zo´n incident."54

Om dit doel te bereiken zullen regiogrenzen van alle drie de ketenpartners congruent

moeten zijn. De indeling van de gemeenten in regio is gelijk aan de verdeling in de

bijlage behorend bij de Politiewet 1993.55 Middels een vaste bijlage is de regio indeling

toegevoegd aan de Wet veiligheidsregio´s.

Daar de Politiewet niet overgaat in de Wet veiligheidsregio’s, wordt borging tussen de

twee juridische entiteiten door convenanten geregeld. Daarnaast zijn de besturen van de

veiligheidsregio’s en de regionale colleges van politie materieel gelijk getrokken.

De Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant is op het moment van schrijven (oktober

2009, WK) een regio in wording. De drie disciplines hebben sinds 1 januari 2005

congruente grenzen en zijn bestuurlijk één organisatie. De gemeenschappelijke

meldkamer is met ingang van 2007 onderdeel geworden van de veiligheidsregio. Per 1

januari 2010 zal het personeel van de GHOR, de GMK en het personeel van de 26

gemeentelijke brandweren aangesteld worden in de Veiligheidsregio MWB. Tot slot is

er een samenwerkingsrelatie met politie en het openbaar ministerie.

53 Idem, p. 6 54 Idem, p. 1-2 55 Brandweerwet 1985, artikel 3, lid 2 (d.d. 14 juli 2009)

Page 27: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

25

Organogram Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant56

De entiteit veiligheidsregio kan worden gezien als verlengd lokaal bestuur. Wederom

wordt niet getornd aan de macht van het lokale bestuur. De burgemeester blijft het

opperbevel houden met het oog op de rampenbestrijding of de vrees voor het ontstaan

daarvan,57en het lokale college blijft belast met de brandweerzorg, rampenbestrijding,

crisisbeheersing en geneeskundige hulpverlening.58

§ 3.2. Taken en rollen in crises

De taken en rollen van de Protestantse Kerk worden hieronder beschreven zoals deze

op landelijk niveau terug te vinden zijn. De taken en rollen van de veiligheidsregio zijn

op zowel landelijk als regionaal niveau beschreven.

3.2.1. De rol van de Protestantse Kerk De Protestantse Kerk kent geen expliciet beleid omtrent haar rol in de crisisbeheersing

en rampenbestrijding. Toch weet zij zich door de geschiedenis heen verbonden met de

samenleving in het algemeen en noodbehoevenden in het bijzonder. Deze rol is

impliciet geborgd in de kerkorde en ordinanties59. Hierin spreken met name de

volgende passages voor een maatschappelijke rol van de kerk bij noodsituaties:

56 http://www.Veiligheidsregiomwb.nl, oktober 2009

57 Wet Veiligheidsregio´s (concepttekst), artikel 4 58 Idem, artikel 2 59 Voor het samenleven en samenwerken in de Protestantse Kerk in Nederland zijn door de kerk afspraken en regels vastgesteld,

die over allerlei zaken gaan. Afspraken over wat de kerk is, wat haar uitgangspunten zijn en hoe zij georganiseerd is. Deze

afspraken zijn gebundeld en heten de kerkorde. Deze afspraken worden uitvoerig toegelicht in de ‘Ordinanties bij de kerkorde’.

(www.pkn.nl)

Page 28: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

26

“Kerkorde artikel I lid 6:

De kerk belijdt telkens opnieuw in haar vieren, spreken en handelen Jezus

Christus als Heer en Verlosser van de wereld en roept daarmee op tot

vernieuwing van het leven in cultuur, maatschappij en staat.

De kerk getuigt voor mensen, machten en overheden van Gods beloften en

geboden en zoekt daarbij de samenspraak met andere kerken.

Kerkorde artikel X lid 2:

De gemeente vervult haar diaconale roeping in de kerk en in de wereld

door in de dienst van barmhartigheid en gerechtigheid te delen wat haar

aan gaven geschonken is, te helpen waar geen helper is en te getuigen van

de gerechtigheid van God waar onrecht geschiedt.

Kerkorde artikel XVI lid 2,3,4:

2.In de missionaire arbeid, in Nederland en in de wereld, vervult de kerk

haar zendingsopdracht, samen met kerken en gemeenten ter plaatse, in

ondersteuning van elkaar.

3.In de diaconale arbeid, in Nederland en in de wereld, vervult de kerk

haar opdracht om zich in te zetten voor wie lijden en hen bij te staan in

het zoeken naar vertroosting en gerechtigheid, in samenwerking met

kerken en gemeenten ter plaatse en met verwante instanties.

4.De kerk verricht haar arbeid van getuigenis en dienst in respectvolle

omgang met andere godsdiensten.

Ordinantie 1 artikel 3

Artikel 3. Het spreken van de kerk

1. Door haar belijden van Jezus Christus als Heer en Verlosser van de

wereld roept de kerk in al haar geledingen op tot vernieuwing van het

leven in cultuur, maatschappij en staat.

2. Op grond van dit belijden bevordert de kerk de meningsvorming in de

gemeenten over maatschappelijke vragen, in de eigen omgeving en

wereldwijd.

3. Met het oog op de vernieuwing van het leven in cultuur, maatschappij

en staat kan de kerk zich uitspreken over maatschappelijke vragen.

4. Gehoor gevend aan haar opdracht te getuigen van Gods beloften en

geboden kan de kerk een getuigenis doen uitgaan ter zake van

maatschappelijke vragen.

5. De ambtelijke vergaderingen kunnen zich uitspreken over dan wel een

getuigenis doen uitgaan ter zake van maatschappelijke vragen die hun

ressort betreffen.

6. De generales synode laat zich in de regel, wanneer zij een getuigenis tot

overheid en volk doet uitgaan, bijstaan door de organen van de kerk die

op het desbetreffende terrein werkzaam zijn. Zij zoekt daarbij naar

mogelijkheden dit getuigenis samen met andere kerken te doen uitgaan.”

Ordinantie 3 over het ambt waar in artikel 11 over ‘het dienstwerk van de

diakenen’ onder meer staat:

Page 29: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

27

“- het verlenen van bijstand, verzorging of bescherming aan hen die dat

behoeven;

- het nemen of ondersteunen van initiatieven die gericht zijn op het

bevorderen van het maatschappelijk welzijn;

- het dienen van de gemeente en de kerk in haar bemoeienis met

betrekking op haar verantwoordelijkheid dienaangaande;”60

In november 2005 presenteerde de synode van de Protestantse Kerk haar visienota:

“Leren leven van de verwondering”. “In deze nota verwoordt de synode haar visie op de

identiteit, de roeping en de toekomst van de Protestantse Kerk in Nederland. Met dit stuk

wil de synode richting geven aan de kerk in haar geheel en daarmee ook voor de

dienstenorganisatie van de kerk”61, aldus de heer B. Plaisier, scriba van de generale

synode. De visienota verwoordt wat de Protestantse Kerk voor de mensen wil zijn in

een achttal punten. Vier punten zijn te vertalen naar een rol van de Protestantse Kerk

in de crisisbeheersing en rampenbestrijding:

“5. De kerk wil een centrum van waarden en spiritualiteit zijn, een plek

van bezinning waar mensen kunnen ontdekken wie zij zelf zijn en wat

God van hen vraagt.62

6. De kerk, wil een zorgzame gemeenschap zijn, die zich bekommert om

mensen in problemen, hen bijstaat en voor het opkomt.

7. De kerk wil een gemeenschap zijn waar mensen zich geborgen

kunnen weten. De gemeenschap, die de kerk is, weerspiegelt iets van de

ruimte en de geborgenheid die God aan mensen schenkt.

8. De kerk wil een beweging van hoop en verwachting zijn waarin

mensen elkaar dichtbij en veraf inspireren over de grenzen van

armoede, onrecht en hopeloosheid heen.”

Tot slot kiest de synode voor twaalf uitgangspunten in beleid waarbij in het twaalfde

punt een rol in crisisbeheersing en rampenbestrijding in te beelden is:

“12. Kerk-zijn in samenleving. Wij willen duidelijk maken dat de kerk

een belangrijke bijdrage kan leveren aan de samenleving. Wij zullen

nationaal en internationaal met visie en inzet deelnemen aan het

gesprek over de vragen van (samen)leven, duurzaamheid, vrede en

gerechtigheid, waarbij wij ook de ethische vragen over leven en dood

niet uit de weg gaan.”63

60 kerkorde en ordinanties van de Protestantse Kerk in Nederland, actuele versie, 2009 61 Leren leven van de Verwondering, p. 3 62 Noot WK. In tijd van nood lopen mensen vaak rond met levensbeschouwelijke vragen. De kerk is een plek waar mensen deze

vragen kwijt kunnen. 63 Noot WK. De ethische vragen over leven en dood kunnen bij een ramp met veel slachtoffers veelvuldig gesteld worden.

Page 30: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

28

3.2.2. De rol van de Veiligheidsregio MWB. De rol en taken die de Veiligheidsregio hebben zijn in basis geborgd in wetgeving. Op

moment van schrijven is de rol van de partners in de Veiligheidsregio MWB geregeld

vanuit separate wetgeving. De Politie, GHOR en Brandweer kennen hun eigen

wetgeving.64 Echter, de Wet veiligheidsregio’s ligt momenteel ter goedkeuring bij de

Eerste Kamer en zal naar alle waarschijnlijkheid op afzienbare termijn aangenomen

worden. Het gedachtegoed van de Wet veiligheidsregio’s is een product van de

separate wetgevingen (behoudens de Politiewet). en zal in deze paragraaf dan ook als

uitgangspunt genomen worden.

In de brochure van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over

het hoe, wat en waarom van de Veiligheidsregio wordt het volgende gesteld:

“De Wet veiligheidsregio’s heeft als doel een efficiënte en kwalitatief

organisatie van de brandweerzorg, de geneeskundige hulpverlening en de

rampenbestrijding en crisisbeheersing onder één regionale bestuurlijke

regie te realiseren………. Schaalvergroting door regionalisering biedt goede

mogelijkheden voor verbetering van de bestuurlijke aansturing en

efficiëntere (multidisciplinaire) organisatie van de hulpverleningsdiensten.

In de Wet veiligheidsregio’s wordt de bestuurlijke inbedding en de

organisatie van de hulpverleningsdiensten geregeld.” 65

De concepttekst van de Wet veiligheidsregio’s formuleert de taken van de

veiligheidsregio als volgt:

“Artikel 9

Bij de regeling, bedoeld in artikel 8, worden aan het bestuur van de

veiligheidsregio de volgende taken en bevoegdheden overgedragen:

a. het inventariseren van risico’s van branden, rampen en crisis;

b. het adviseren van het bevoegd gezag over risico’s van branden,

rampen en crisis in de bij of krachtens de wet aangewezen gevallen

alsmede in de gevallen die in het beleidsplan zijn bepaald;

c. het adviseren van het college van burgemeester en wethouders over

de taak, bedoeld in artikel 3, eerste lid;

d. het voorbereiden op de bestrijding van branden en het organiseren

van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing;

e. het instellen en in stand houden van een brandweer;

f. het instellen en in stand houden van een GHOR;

g. het voorzien in de meldkamerfunctie;

h. het aanschaffen en beheren van gemeenschappelijk materieel;

i. het inrichten en in stand ouden van de informatievoorziening binnen

de diensten van de Veiligheidsregio en tussen deze diensten en de

andere diensten en organisaties die betrokken zij bij de onder d, e, f

en g genoemde taken.”66

64 Politiewet 1993, Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen, Brandweerwet 1985, Wet rampen en zware

ongevallen en de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding 65 Brochure: De Veiligheidsregio, pagina 12 66 Artikel 9 concepttekst Wet Veiligheidsregio’s (versie mei 2009)

Page 31: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

29

Op uitvoeringsniveau zijn afspraken gemaakt welke discipline - politie, GHOR,

brandweer gemeente - verantwoordelijk is voor de regionaal vastgestelde processen.

Deze processen staan in het huidige Plan Crisismanagement. De Veiligheidsregio MWB

heeft 26 processen gedefinieerd, en toegekend aan de proces verantwoordelijke

disciplines (zie bijlage).

De Veiligheidsregio MWB gaat in haar voorbereidingen uit van de ramptypen zoals

verwoord in de leidraad maatramp67. Gebruik van deze leidraad geeft inzicht in de

regionale hulpbehoeften bij verschillende ramptypen.

Nr Ramptype Nr Ramptype 1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

Luchtvaartongeval

Ongeval op water

Verkeersongevallen op land

Ongeval met brandbare/explosieve stof

Ongeval met giftige stof

Kernongeval

Bedreiging volksgezondheid

Ziektegolf

Ongevallen in tunnels

Branden in groot gebouw

11

12

13

14

15

16

17

18

Instorting van grote gebouwen

Paniek in menigten

Grootschalige ordeverstoringen

Overstroming

Natuurbranden

Extreme weersomstandigheden

Uitval nutsvoorzieningen

Ramp op afstand

Ramptypen in de Leidraad Maatramp

67 Leidraad Maatramp, versie 1.3

Page 32: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

30

§ 3.3. Samenvatting

De Protestantse Kerk is een jonge organisatie die een kerkvereniging van drie kerken

achter de rug heeft. De vereniging is ontstaan vanuit een eenheidsstreven van de drie

samengevoegde kerken. De kerk heeft een landelijk bestuur, welke is verkozen uit

plaatselijke gemeenten, via de classes. Er zijn ongeveer 1800 lokale gemeenten en 75

classes. Het bestuur, de generale synode, is de hoogst bestuurlijke laag van de

Protestantse Kerk en wordt ontlast door de kleine synode. Tot slot is er dagelijks

bestuur, het moderamen, dat de lopende zaken regelt. De Protestantse Kerk wordt

geadviseerd door een eigen generale raad van advies en wordt ondersteund door de

dienstenorganisatie; het Protestants Landelijk Dienstencentrum.

De Veiligheidsregio MWB is een organisatie die momenteel bestuurlijk bestaat en per

1 januari 2010 ook ambtelijk ingevuld is, voortgekomen uit de wens van de minister,

krachtens de op handen staande Wet veiligheidsregio's. Sinds 2005 zijn de

buitengrenzen van de betrokken instanties congruent en is de Veiligheidsregio MWB

één van de 25 veiligheidsregio's in Nederland. De Veiligheidsregio MWB is een vorm

van verlengd bestuur en de burgemeesters van de 26 betrokken gemeenten vormen

het algemeen bestuur, welke voor de dagelijkse bestuurlijke zaken wordt ontlast door

het dagelijks bestuur. De voorzitter van de Veiligheidsregio MWB vormt samen met de

directeuren van disciplines, Brandweer, GMK, GHOR en organisatieonderdeel

Gemeenten de directie.

De taken en rollen op het gebied van crises komen voor de Protestantse Kerk voort uit

haar maatschappelijke betrokkenheid. Impliciet zijn deze taken echter te herleiden uit

de kerkorde & ordinanties en de visienota van de Protestantse Kerk: "Leren leven van

de verwondering". De rollen die de Veiligheidsregio MWB heeft, zijn in basis geborgd

in wetgeving. Zij bereidt zich voor op haar taak conform de leidraad maatramp.

Page 33: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

31

4. De aansluiting, wenselijk of niet?

In hoofdstuk 2 is het theoretisch kader gegeven voor deze scriptie. Dit hoofdstuk

behandeld de empirische resultaten van het veldonderzoek. Rapporten en

onderzoeksverslagen als wel de resultaten van de interviews vormen de basis. In

paragraaf 1 wordt de theorie van hoofdstuk 2 toegepast. Met name wordt gekeken wat

het fenomeen ‘emergent phenomena’ betekent voor de Protestantse Kerk. De

maatschappelijke basis van de betrokkenheid van religieuze instellingen in het

algemeen bij crises en rampen wordt verwoord in paragraaf 2. Deze paragraaf schetst

een beeld van dit vraagstuk in de laatste decennia. Eerst wordt de wenselijke rol van

de religieuze instellingen als crisispartner, gezien vanuit de maatschappij, beschreven

en vervolgens worden de rollen en taken van de religieuze instellingen beschreven

vanuit hun eigen gezichtspunt. Paragraaf 3 is een interdisciplinaire uitwerking van een

viertal vragen. Deze uitwerking is het resultaat van de diverse interviews die

gehouden zijn.

Dit hoofdstuk gaat in op de deelvraag:

• Hoe kijken beide organisaties tegen een koppeling aan

En deels op de deelvraag:

• Wat doet de Protestantse Kerk en Veiligheidsregio MWB (op het gebied van

fysieke veiligheid)

§ 4.1. Wetenschap toegepast

Deze scriptie is begonnen met de centrale probleemstelling: 'In hoeverre is het

wenselijk en mogelijk om de Protestantse Kerk aan te laten sluiten bij de

Veiligheidsregio MWB.' Vanuit het theoretisch kader is gekeken naar de

wetenschappelijke inzichten aangaande rollen die organisaties kunnen hebben in het

veiligheidsdomein. Hebben zij überhaupt een rol?

Het is duidelijk dat de veiligheidsregio gerekend mag worden tot de gevestigde

organisatie die ten tijde van crisis quasi emergent behavior (kwadrant 1) vertoont.

Immers, dit is het bestaansrecht van de nood- en hulpdiensten die verenigd zijn in de

veiligheidsregio.

Het plaatsen van de Protestantse Kerk in de typologie van Dynes en Quarantelli wordt

lastiger. Ogenschijnlijk wordt de Protestantse Kerk geplaatst in het vierde kwadrant:

‘emergent group’. Drabek en McEntire halen religies aan in hun onderzoek naar

‘emergent groups’. Ook in het onderzoek van de MCDM 868, wordt in het hoofdstuk

'geloven in de nafase' de conclusie getrokken dat kerken worden beschouwd als

emergent groups. Zij stellen het volgende:

“Naar onze mening kan de kerk worden beschouwd als ‘emergent

group’, een georganiseerde groep vrijwilligers onder leiding van een

68 MCDM 8. 2008, pagina 397

Page 34: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

32

religieus leider. Dit wordt onderbouwd door de theorie van Drabek en

McEntire die concluderen dat het aanhangen van een bepaalde religie

als een bindende factor wordt gezien van een ‘emergent group”69

Aan deze conclusie kunnen, overwegende het voorgaande, vraagtekens gesteld

worden. Het toepassen van de nieuwe typologie van Dynes en Quarantelli geeft een

duidelijker beeld omtrent andere invalshoeken.

Wanneer de kerk zonder voorbereiding haar rol zal invullen ten tijde van een ramp,

onder de structuur van de geëigende rampenbestrijdingsorganisaties, mag gesproken

worden van ‘group emergence’.

Veel kerken houden zich vanuit de taak van de kerk en de demografie van hun

gemeente op grote schaal bezig met rollen en taken die zich ook ten tijde van een ramp

aandienen. Echter, de omvang is in de dagelijkse werkzaamheden op een kleinere

schaal. Elk taak kan een verlengstuk zijn van dagelijks kerkenwerk, of aanvullend

hierop. Kerken zullen ten tijde van een ramp of crisis wel genoodzaakt zijn om meer

menskracht te organiseren en in te zetten, willen zij hun taken uit kunnen blijven

voeren. Vrijwilligers, die zich in het dagelijks leven niet specifiek bezighouden met

deze taken of wellicht verder gaan in hun rol dan dat ze tijdens regulier kerkenwerk

zullen doen. Vanuit dit oogpunt gezien zullen veel kerken niet tot kwadrant 4

gerekend kunnen worden, maar eerder onderdeel zijn van kwadrant 3: ‘Task

emergence’. Vrijwilligers vervullen niet reguliere taken in een bestaande structuur.

Kerken blijven echter bestaande taken in een nieuwe structuur uitvoeren. ‘Structural

emergence behavior’ is ook een kwadrant dat voor kerkelijke gemeenten van

toepassing kan zijn. Dit geldt voor situaties waarin de kerk niet/nauwelijks verder

gaat dan de uitvoering van taken die zij zich tevens tot haar reguliere taak rekent.

Echter, zij zullen zich aanpassen aan de structuur van de geëigende

rampenbestrijdingsorganisaties.

Tot slot kunnen we stellen dat het mogelijk is om kerkelijke gemeenten te rekenen tot

‘Quasi emergent behavior’. Dit zal gelden zodra kerken dermate actief zijn en

voldoende vrijwilligers hebben om volledig mee te draaien in de rampenbestrijding

zonder dat er terug moet worden gevallen op andere structuren of taken.

In ‘Human System Responses to Disaster, ziet Drabek de rol van de kerk meer als

‘expanding’ of ‘extending’ in de oude typologie van Dynes en Quarantelli.70 Hij stelt

hier dat religies bij een ramp vaak werken vanuit hun reguliere taak: het helpen van

mensen in nood, voldaan vanuit nieuwe structuren. Daarnaast komt het voor dat

vanuit hun bestaande structuur niet reguliere taken worden uitgevoerd.

Wanneer de parallel tussen Wildavsky enerzijds en Quarantelli en Dynes anderzijds

doorgetrokken wordt naar de Protestantse Kerk, kan gesteld worden dat de

Protestantse Kerk de eerste keren dat zij een rol speelde bij een ramp/crisis volledig

terug viel op veerkracht. Er was immers weinig kennis van de risico’s en de mate

waarin deze bestreden moesten worden. Zij was een emergent group die zich een rol

moest aanmeten in de rampenbestrijding. Met de kennis die de Protestantse Kerk

opgedaan heeft bij rampen en crises in de laatste decennia kan de strategie van de

69 Idem 70 Drabek. 1986, pagina 161

Page 35: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

33

Protestantse Kerk zich meer verplaatsen in de richting van anticipatie. Daarmee zal zij

meer ‘task emergent’ zijn of ‘structural emergence behavior’ laten zien.

Hieruit kan worden geconcludeerd dat de Protestantse Kerk geen ‘emergent group’

meer hoeft te zijn. Zij zal, per kerkelijke gemeente, verschillende soorten emergent

behavior vertonen. Echter, het behoren tot een ander kwadrant van de typologie van

Dynes-Quarantelli betekent niet dat andere organisaties de Protestantse Kerk zo zien.

Voor veel nood- en hulpdiensten zal de Protestantse Kerk als emergent group gezien

worden, zoals geconcludeerd door MCDM8.

De Protestantse Kerk heeft dus een rol in het veiligheidsdomein. Uit hoofdstuk 4 is het

duidelijk geworden dat zij zich hier niet expliciet op voorbereid en voornamelijk

terugvalt op veerkracht ten tijde van rampen. Zonder anticipatie blijft de Protestantse

Kerk door haar omgeving gezien worden als emergent group en zullen er nauwelijks

kontakten ontstaan met de veiligheidsregio. De wetenschap stelt hierover het volgende:

Volgens Drabek en McEntire staan autoriteiten niet altijd positief tegenover de

"emergent groups", omdat de aanwezigheid van deze groepen (in de ogen van die

autoriteiten) suggereert dat de officiële reguliere organisaties hun werk niet

voldoende doen. Uit hun literatuurstudie distilleren Drabek en McEntire dat recent

onderzoek twee stromingen laat zien, als het gaat om de implicaties die "emergent

phenomena" hebben voor hoe hulpverleningsdiensten daarmee om zouden moeten

gaan.71 Bepaalde wetenschappers, en de meeste operationele diensten, zweren bij het

'command en control model' tijdens de repressieve fase. Binnen het command en

control model is eigenlijk geen plek voor "emergent groups".72 Anderen zien

aansturing in deze fase meer in het werken volgens bepaalde structuren en

protocollen voor verschillende situaties, dus een meer situationeel bepaald systeem.

Dit vanwege het ruimte bieden aan het grote potentieel aan 'extra handen'. De auteurs

halen Briton aan. Hij zegt dat het vinden van de juiste oplossing, voor het omgaan met

"emergent groups", de 'heilige graal' is voor het "emergency management".73

De netwerktheorie biedt mogelijkheden voor de Veiligheidsregio MWB en de

Protestantse Kerk om nader tot elkaar te komen. Gezien de aard van de organisaties is

het wenselijk om geen hiërarchische verbinding aan te gaan, maar elkaar in een netwerk

op te zoeken, met de daarbij behorende kenmerken, en tot een procesmatige

besluitvorming te komen. Wederzijdse afhankelijkheid wordt hiermee onderkent.

Cruciaal is dat de kernwaarde van beide partijen niet wordt aangetast.

De volgende paragraven geven inzage in hoe de maatschappelijke ontwikkelingen zijn

omtrent betrokkenheid van religieuze instellingen bij rampen en crises en hoe actoren

in beide organisaties, veiligheidsregio en Protestantse kerk, mogelijke betrokkenheid

zien.

71 Drabek en McEntire, 2003, p. 105 72 Drabek en McEntire, 2003, p. 107 73 Starmans en Oberije; Burgerparticipatie bij rampen en zware ongevallen, pagina 17 en 18

Page 36: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

34

§ 4.2. Crisispartners

4.2.1. Een maatschappelijke beschouwing Eind 2003 vroeg Tweede Kamerlid Van der Staaij (SGP) tijdens de bespreking van de

Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding of de rol van kerken en geestelijken na

rampen niet meer aandacht behoefde. Minister Remkes zegde toe na te gaan hoe het

levensbeschouwelijke element kon worden verankerd in de nazorg bij een ramp of

crisis74

In 2005 krijgt Impact, het landelijke kennis- en adviescentrum voor psychosociale zorg

na rampen, het verzoek van het Ministerie van BZK om hier onderzoek naar te doen.

Een jaar later stuurt de minister van BZK het onderzoek "Rampenspirit: gestructureerd

improviseren" en begeleidend schrijven het land in, waarin wordt geadviseerd om

levensbeschouwelijke elementen in de gemeentelijke planvorming te verankeren. Het

doel is om enerzijds de afstemming tussen de gemeenten en de geestelijke en

kerkelijke wereld te bevorderen. Anderzijds is het doel het versterken van een aantal

gemeentelijke processen, waaronder ‘opvang en verzorging’ en ‘nazorg’.

In het Beleidsplan Crisisbeheersing 2004-2007 is aangegeven dat de samenwerking

tussen de verschillende crisispartners en het regionaal veiligheidsbestuur dient te

worden bevorderd door verplichte afstemming tussen deze partijen in te stellen. De

specifieke kennis en expertise van de crisispartners kan van toegevoegde waarde zijn

voor de besluitvorming van de veiligheidsregio.75

Op nationaal niveau heerst het besef dat ten tijde van crises en rampen de overheid

geen veiligheidsgarantie kan afgeven. De overheid is niet de enige die iets kan doen om

de gevolgen van een ramp te beperken. Ook het bedrijfsleven en de burgers hebben

een verantwoordelijkheid, als het gaat om de voorbereiding op rampen en crises, aldus

de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.76 Zij stelt in haar brief aan

de Tweede Kamer, dat naast voorbereiding het van belang is dat burgers en

maatschappelijke organisaties zich inzetten om medeburgers te helpen.

Naar aanleiding van de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam is er

een handreiking verschenen met de titel: ‘Handreiking opzet informatie- en

adviescentrum (IAC) na rampen’. De handreiking somt onderwerpen op die

uitgewerkt kunnen worden bij het inrichten van een IAC. Er wordt het volgende

gesteld:

“Voor een goed functioneren van de één loket functie is een IAC in grote

mate afhankelijk van de reguliere zorg- en dienstverlenende organisaties in

zijn externe omgeving. Een netwerkorganisatie met de belangrijkste zorg-

en dienstverleners (immaterieel en materieel) geldt dan ook als

onderliggende structuur van een IAC. Dit netwerk bestaat uit drie clusters

van type aanbieders:

74 A.J.R.H. Wijnen, Rampenspirit: de verankering van het levensbeschouwelijk element, Nieuwsbrief Crisisbeheersing, maart 2006 75 Van Rijksheer naar crisispartner, pagina 7. 76 Tweede kamer, vergaderjaar 2008-2009, 30 821, nr. 9

Page 37: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

35

1 Zorgaanbieders van psychosociale en medische zorg (aparte aandacht

verdienen de zorgverzekeraars);

2 Materiële en juridische/zakelijke dienstverleners;

3 Immateriële zorgverleners.”77

De opstellers van de handreiking stellen vervolgens dat kerken vaak geen rol hebben

in gemeentelijke rampenplannen en dat kerken ook nauwelijks voorbereid zijn om

deze rol te spelen bij rampen en zware ongevallen. Het gaat hierbij dan niet alleen om

het openstellen van gebouwen, maar vooral ook om inhoudelijke zaken als het

organiseren van herdenkingsbijeenkomsten, het aanbieden van geestelijke

ondersteuning, inzamelingsacties etc. Het is belangrijk om vooraf met de partijen

afspraken te maken over de wijze waarop zij met het IAC samenwerken en over de

producten en diensten die zij leveren.78

In ‘Rampenspirit’ wordt gesteld dat gemeenten moeten kiezen binnen welk

(gemeentelijke) deelprocessen van de rampenbestrijding de bijdrage van de

levensbeschouwelijke organisaties ondergebracht wordt. De klankbordgroep stelt dat er

verbindingen zijn met de processen Opvang en Verzorging, Nazorg (IAC),

Uitvaartverzorging, en Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (PSHOR).

Voor de acute fase gaat de keuze tussen Opvang en Verzorging of PSHOR. De

levensbeschouwelijke organisaties hebben ook op de lange termijn veel te bieden. In dit

geval ligt de keuze voor het deelproces Nazorg en IAC voor de hand, zoals ook al

aangegeven in de Handreiking Opzet Informatie en Adviescentrum (IAC).79

“Iedere ramp, en in het verlengde hiervan dus ook de nafase, is uniek”80

Met deze stelling geven Van Duin en Zannoni aan dat het zaak is om zo snel mogelijk na

een ramp inzicht te krijgen op het waarschijnlijke karakter van de nafase. De

betrokkenheid van onder andere kerken in de voorbereiding wordt aanbevolen.

“Ook diensten die normaliter niet direct betrokken zijn bij de acute

rampenbestrijding kunnen in de nafase een stevige rol hebben……… Deze

diensten dienen zich daarvan bewust te zijn. Ook van hen zal mogelijk voor

een lange periode een grote inspanning worden gevraagd.”81

Van Duin en Zanonni stellen dat voor levensbeschouwelijke/religieuze partners een

mogelijke rol is weggelegd in het thema belangenorganisatie en (zelf)organisatie

slachtoffers.82 Dit thema heeft echter direct relaties met de processen zoals benoemt in

‘Rampenspirit’ en de “handreiking opzet Informatie en Adviescentrum (IAC) na

rampen’.

Betrokkenheid van kerken in het crisisbeheersingsplan Een quick scan van diverse crisisbeheersingsplannen toont aan dat er nog een wereld

open ligt op het gebied van betrokkenheid van kerken. In veel plannen wordt

77 Handreiking opzet informatie- en adviescentrum (IAC) na rampen, pagina 30 78 Idem, pagina 32 79 Rampenspirit. 2006, pagina 22 80 Van Duin en Zannoni, 2005, pagina 10 81 Van Duin en Zannoni, 2005, pagina 10 82 Idem, pagina 29

Page 38: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

36

nauwelijks tot niet gerept over kerken of pastoraal werk. Indien dit wel voorkomt, dan

wordt over het algemeen de rol van de kerk geopperd in het proces:

Uitvaartverzorging.

Er zijn echter een aantal gemeenten die in het bijzonder aandacht besteed hebben aan

de rol van de kerken in de rampenbestrijding in crisisbeheersing. Zij hebben kontakt

gelegd met overkoepelende organen, zoals een Raad van Kerken, waarmee

wederzijdse afspraken zijn gemaakt. Zo wordt de rol van de kerken in de

rampenbestrijding wederzijds erkent. Kerken worden gezien als crisispartner en

bereiden zich gezamenlijk voor op mogelijke rampen en crises.

Zo hebben diverse kerken in Eindhoven na de ramp met de Hercules de handen ineen

geslagen en met de gemeente de rol van de kerken beschreven. Dit heeft geresulteerd

in de totstandkoming van een extra deelproces in het crisisbeheersingsplan, onder het

proces ‘Opvang en Verzorging’. De dienst Geestelijke Verzorging van het Catharina

Ziekenhuis in Eindhoven neemt de piketdienst waar. Ook in Rotterdam is hierbij stil

gestaan. Hier is eveneens gekozen voor de inrichting van een aparte organisatie, die

ook valt onder het deelproces ‘Opvang en Verzorging’ van de gemeente. De dienst

Sociale Zaken en Werkgelegenheid is verantwoordelijk voor dit deelproces. In het

deelproces ‘Geestelijke Verzorging bij grootschalige Ongevallen en Rampen (GVOR)’

speelt het Leger de Heils een cruciale rol. Deze organisatie neemt de piketdienst op

zich namens de participerende kerken.83 Onlangs is de Veiligheidsregio Utrecht

convenanten gaan afsluiten met de Raad van Kerken over Pastorale Zorg. Afspraken

worden gemaakt over bemensing, training en scholing.84 Voorgaande voorbeelden

tonen aan dat zowel de kerken als de gevestigde organisaties een

professionaliseringsslag aan het maken zijn, in relatie tot hun taken in de

crisisbeheersing en rampenbestrijding. Staphorst, tot slot, heeft de rol van de kerken

structureel geborgd in de GRIP procedure.85 Vanaf GRIP 2 worden de kerken

geïnformeerd, zodat zij hun taak kunnen oppakken.86

Het huidige plan crisismanagement (versie: juli 2005) dat door de gemeenten van de

Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant gebruikt wordt, kent geen afstemming met

de kerken. Sporadisch komt er een eenzijdige verwijzing naar pastoraal werk voor,

waarbij voor veel gemeenten de vraag gesteld mag worden of de kerken hier ook van

afweten. Zo was er onder de pastores van de gemeente Tilburg afgelopen jaren een

verraste reactie, toen zij te horen kregen dat zij wellicht gebeld konden worden bij een

ramp of crisis.87 Verwijzingen naar pastoraal werk komen terug in de deelplannen:

‘Opvang en verzorging’ en ‘Uitvaartverzorging’. Opvallend is dat er met geen woord

over pastoraal werk of levensbeschouwende ondersteuning gerept wordt in het

deelplan nazorg.

4.2.2. De rol van de kerk bij een ramp. Onder titel: “De rol van de kerk bij een ramp” is onder leiding van Ds. O.J. Ruff en in

opdracht van Kerkinactie een bundel verschenen waarin ervaringen van de kerk bij

83 Rampenspirit 2006 84 Veiligheidsprogramma 2009, gemeente Baarn 85 GRIP = Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure. Uniforme opschalingsprocedure van brandweer, politie,

GHOR en gemeente. 86 Burgemeester Alssema, juni 2009 87 Interview ds. Penninkhof

Page 39: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

37

een ramp zijn opgeschreven (2006). Ds. Ruff was dominee in de Bijlmer ten tijde van

de vliegtuigcrash (1992) in de genoemde wijk. Drie jaar eerder vond er een

vliegtuigcrash plaats op de Surinaamse luchthaven Zanderij. Deze twee rampen maakte

de rol van de kerken ten tijde van een ramp wederom zichtbaar. De watersnoodramp

van 1953 was immers vele jaren achter ons gebleven. Zowel bij de ramp op afstand, als

de ramp binnen onze landsgrenzen, werd een groot beroep gedaan op hulpverlening

vanuit de kerken.

Het nieuwe millennium zette de rol van de kerken bij rampen voor eens en voor altijd

op de kaart. Bij de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand in Volendam waren de

kerken zichtbaar aanwezig en het was niet meer dan logisch dan dat de kerken ook een

rol speelden bij latere rampen/incidenten (cellenbrand Schiphol, Poldercrash, aanslag

Koninklijke familie Koninginnedag 2009, etc.). In de hier navolgende paragraaf wordt

stilgestaan bij de taken/rollen van de kerk bij een ramp.

Rollen en taken

De projectgroep van Ds. Ruff kwam na analyse van diverse rampen tot de conclusie dat

de kerk ten tijde van een ramp de volgende zaken te bieden heeft:88

• Menskracht

Pastores, pastoraal werkers en kerkelijke werkers kunnen psychosociale zorg

verlenen. Daarnaast heeft de kerk een netwerk van vrijwilligers die op

verschillende fronten direct inzetbaar zijn. Zij kunnen een luisterend oor bieden,

een schouder zijn om tegenaan te leunen, helpen met het invullen van

registratieformulieren, koffie en thee schenken en een gesprek aangaan met

slachtoffers.

• Middelen

Kerken, wijkgebouwen, inloopcentra, etc., kunnen snel voor crisisopvang

worden ingericht. Groot voordeel is dat veel van deze inrichtingen over een

goede bereikbaarheid en toegankelijkheid beschikken.

Rituelen en symbolen kunnen de mens helpen zijn emotionele evenwicht te

hervinden. Juist mensen die dramatische gebeurtenissen hebben meegemaakt,

maken gebruik van rituelen en symbolen. Deze uitdrukkingsvormen komen in

kerkgebouwen goed tot hun recht.

• Pastorale zorg

Veel slachtoffers zijn geneigd om zich terug te trekken uit het dagelijks leven,

met huisbezoeken kan het leven een andere wending krijgen en weer als

zinvol(ler) worden ervaren.

Contact met lotgenoten kan een slachtoffer uit zijn isolement halen. Kerken

kunnen lotgenoten bij elkaar brengen.

Herdenking is een belangrijk onderdeel van het rouwproces. Niet alleen op

meso-niveau (stille tochten, herdenkingsdiensten, etc) kan de kerk een

belangrijke rol vervullen, maar ook op microniveau. De begraafplaats is een plek

waar nabestaanden naar toe gaan om met hun geliefde te zijn. Het is niet

ongebruikelijk dat nabestaanden een geestelijk verzorger vragen hen naar het

graf te begeleiden en daar een gebed uit te spreken.

• Diaconaat

88 Ruff, O.J., 2006, pagina 17-20

Page 40: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

38

De diaconie kan zorgen voor een inzameling van gelden om slachtoffers te

ondersteunen. Bovendien heeft de diaconie diaconale consulenten die

slachtoffers helpen, bijvoorbeeld het onder controle krijgen en houden van de

financiële situatie.

• Netwerk

Kerken hebben en groot intern, maar ook extern netwerk waar onder andere

ten tijde van rampen op kan worden terug gevallen.

Clichématig mag gesteld worden dat de kerk niet alleen ten tijde van een ramp een

belangrijke rol heeft. In het themanummer: “De rol van de kerk na een ramp” (2007)

stelt Ds. T.J. Sijm omtrent pastorale (na)zorg (in aanvulling op voorgaande):

“We kunnen ons afvragen waarom de kerk bij een ramp geroepen

wordt, terwijl de overheid toch alle opvang verzorgt. Waarom gebeurt

het toch en is het ook wenselijk?

• Omdat de kerk er ook al was vóór de ramp en er ook nog zal zijn

als de aandacht van de media weg is.

• Omdat de gemeente of parochie vaak veel laagdrempeliger

aanwezig is dan andere hulpverlening.

• Omdat na een ramp altijd langdurige nazorg nodig is, ook wat

pastoraat betreft. Nadat de regionale hulpverlening vertrokken

is, blijft de geloofsgemeenschap. Vooral wat betreft de nazorg is

de kerk van onschatbare waarde.

• ……….”89

Tot slot kan de kerk een belangrijke rol vervullen in de voorzorg en crisisbeheersing.

Ten tijde van de MKZ crisis speelden de kerken een cruciale rol in het voorkomen van

escalatie tussen boeren en overheid. Rond de periode waarin Geert Wilders zijn film

‘Fitna’ presenteerde, werden in diverse gemeenten vertegenwoordigers van

geloofsgemeenschappen bij de burgemeester geroepen. Hun netwerk en kontakten met

de moslimgemeenschap kon een belangrijke rol spelen in het voorkomen van een

mogelijke crisis. Tevens is in deze periode een afvaardiging vanuit de kerken naar een

vooraanstaande universiteit (opleiding voor Imam) in Egypte geweest om de rol en

positie van de kerken en onze maatschappij bespreekbaar te maken. Vanuit het

Protestants Landelijk Dienstencentrum hield het Moderamen zich bezig met het

islamitisch vraagstuk. Na de dood van Van Gogh werd er op het dienstencentrum een

telefooncentrale in het leven geroepen om vragen van bezorgde burgers te

beantwoorden. Hiermee werd getracht onrust weg te nemen bij de bevolking.90 De rol

die het dienstencentrum hier vervult is niet beleidsmatig vastgelegd maar is geborgd in

het “institutioneel geheugen” van onze organisatie, aldus de heer Overeem.

89 Sijm. T.J. 2007, pagina 39 90 E. Overeem. 11 februari 2009

Page 41: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

39

§ 4.3. Hoe kijken beide organisaties tegen een koppeling aan

Middels diverse vragen is inzicht verkregen hoe tegen een mogelijke aansluiting/

koppeling tussen de Protestantse Kerk en de Veiligheidsregio MWB wordt

aangekeken. De geïnterviewden zijn overwegend personen die direct een relatie

hebben met de Veiligheidsregio MWB of de Protestantse kerk. Omwille van het belang

van de input die verkregen is uit gesprekken met personen die geen of nauwelijks een

relatie hebben met de Veiligheidsregio MWB, wordt in de vraagstelling de algemene

benaming 'veiligheidsregio' gebruikt. De uitwerking daarentegen is echter direct van

toepassing op de Veiligheidsregio MWB.

1. Is er een aansluiting tussen de veiligheidsregio en de Protestantse Kerk. Alle geïnterviewden zijn het er over eens dat er geen formele aansluiting is tussen de

veiligheidsregio en de Protestantse Kerk. Wel worden een tweetal nuances

aangebracht.

Ten eerste kan er op basis van taken een aansluiting zijn. Dit vindt met name plaats in

het domein waar overheid en kerken elkaar treffen bij een ramp op crisis. Deze

aansluitingen zijn echter van tijdelijke aard en informeel en vinden plaats in de

publieke ruimte. De veiligheidsregio is een technisch instrument om de veiligheid in

een bepaald gebied volgens vastgestelde criteria en uniform te benaderen. Veiligheid

is echter niet technisch te formuleren, zoals in plannen, etc. In de werkelijke situatie

kan er een andere realiteit zijn. De kerk is een maatschappelijke organisatie die een

crisispartner is op het gebied van opvang (= begeleiding) en fysiek in het beschikbaar

stellen van ruimten.91

Ten tweede zijn er op lokaal niveau initiatieven tussen gemeente en kerken waarbij

formele banden worden aangegaan. Deze verbanden worden geconcretiseerd tussen

gemeenten en kerken in breedste zin en vormgegeven in gemeentelijke deelprocessen.

De veiligheidsregio als vorm van verlengd lokaal bestuur kent hierdoor op informele

basis versnipperde aansluitingen met kerken en daarmee de Protestantse Kerk.

Alle geïnterviewden spreken uit dat het wenselijk is dat er een vorm van aansluiting

komt tussen religieuze/levensbeschouwelijke organisaties en de veiligheidsregio.

2. Is het wenselijk om de veiligheidsregio en de Protestantse Kerk op elkaar aan

te laten sluiten De wens voor een aansluiting tussen kerken in het algemeen en de veiligheidsregio

wordt door alle geïnterviewden uitgesproken. De volgende argumentatie ligt daaraan

ten grondslag:

De vertegenwoordigers van de overheid/veiligheidsregio zien een aansluiting met

name wenselijk vanuit de verantwoording die de gemeentelijke processen hebben ten

tijde van rampen en crises. Er wordt daarmee geopperd dat een directe aansluiting

met de veiligheidsregio niet noodzakelijk is. Echter, de wenselijkheid is er wel, daar de

veiligheidsregio de gemeenten kan adviseren deze aansluiting te zoeken en dit kan

borgen in de processen zoals ze beschreven worden door de veiligheidsregio. De

argumenten zijn dat:

91 F.A. Petter, 09 juli 2009

Page 42: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

40

• De veiligheidsregio en de kerken er voor de zelfde doelgroep zijn,

"Alle mensen hebben behoefte om te praten over wat ze is overkomen. De

ene zoekt het in de professionele hulpverlening en da andere zoekt dit in

de kerk"92

waarbij kerken in een andere dimensie kunnen acteren;

"Kerken zitten op het zingevingsvraagstuk"93;

• Kerken een signaleringsfunctie kunnen hebben;

"Is het gedrag dat we zien bij de mensen normaal?"94

• De veiligheidsregio meer kontakt moet zoeken met maatschappelijke

organisaties (civil society), waarvan de kerk er één is.

De geïnterviewden van de kerken zien een behoefte aan aansluiting, maar missen een

visie vanuit 'de kerk' omtrent de maatschappelijke rol in deze. Immers, de kerk vindt

het vanzelfsprekend dat zij er is voor mensen in nood. De behoefte aan aansluiting zit

met name in de meerwaarde die de kerken hebben:

• De kerk kan mensen helpen bij haar rol in de maatschappij (leerschool) en kan

als spreekbuis dienen naar burgers, vanwege haar grote achterban;

• Kerken kunnen ruimte bieden op zowel het fysieke vlak - opvangruimte,

vrijwilligers, etc. - als wel op het emotionele vlak, waarbij gedacht kan worden

aan rituelen, zingevingsvraagstuk, etc. Zij kunnen daarmee complementair zijn

aan de veiligheidsregio";

"Kijk, je kunt heel goed zijn in bepaalde deelaspecten van zorg voor

mensen, maar het gaat altijd om de hele mens. Dus, je zou altijd dat hele

totaalpakket in de aanbieding willen hebben voor mensen die dat nodig

hebben."95

• De kerk kan een samenbindend effect hebben in relatie tot bijvoorbeeld, de

Islam;

• De toegankelijkheid naar de burger.

"De kerk zit bij de mensen aan tafel en daar zit de overheid niet. De kerk behoort

tot de weinige groepen die nog ongevraagd mag binnen komen………..Wij zitten in

de haarvaten, de overheid zit op de slagaders."96

Dit laatste punt is met name sterk tot zijn recht gekomen bij de MKZ-crisis, waarbij de

boeren een 'strijd' leverde tegen de overheid in het kader van het ruimen van koeien.

De overheid was geen gesprekspartner meer voor deze boeren.

3. Hoe moet een aansluiting vorm krijgen? Het sleutelwoord dat uit de interviews naar boven kwam is 'netwerken'. De

veiligheidsregio wordt gezien als een netwerkorganisatie. Het netwerk dat zij

opbouwt, ligt momenteel met name aan de voorkant van de veiligheidsketen, op het

gebied van preparatie en repressie. De nafase verdient meer aandacht.97 Hiermee

wordt er impliciet vanuit gegaan dat de rol van kerken in de nafase ligt. De heer Drost

laat hier echter meer ruimte in. Hij stelt:

92 G.J.P. Verhoeven, 06 juli 2009 93 P.S.J.M. Daalmans, 08 oktober 2009 94 O.G.R.M. Meulenberg, 23 juli 2009 95 A.A. de Vos, 04 september 2009 96 E. Overeem, 08 september 2009 97 G.J. Vervhoeven, 06 juli 2009

Page 43: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

41

"De overtuiging van elkaars meerwaarde moet er zijn. Ga netwerken,

want overtuigen kost tijd"98

Deze overtuiging laat ruimte over voor een bredere invulling van de rol van kerken in

het veiligheidsdomein. De Burgemeester Petter stelt in deze dat kerken de-escalerend

kunnen werken en ziet daarin een preventieve rol bij kerken terugkomen.

De rol van de kerk wordt door de overheid onderkent en met name gekoppeld aan de

gemeente. Aansluiting zou overeenkomstig de bevoegdheden van de kerk moeten zijn.

Burgemeester Alssema stelt het volgende omtrent zijn relatie met de kerken:

"Ik 'gebruik' kerken niet, ik geef kerken de ruimte en ik schep

voorwaarden zodat zij in de uitoefening van hun pastoraal werk bijstand

aan mensen mogelijk kunnen maken. Daarvoor geef ik ze de informatie.

En ze moeten zelf maar zien of ze dat willen oppakken, of niet? Dat is hun

zaak, maar ik bied wel de voorwaarden. En dat vind ik essentieel."99

Het is dus wenselijk om een netwerk op te bouwen, zonder dat daar prestatie-eisen

aan ten grondslag liggen. Kerken werken vanuit hun eigen overtuiging en het is niet

wenselijk om hun structuur aan te laten passen op een mogelijke aansluiting met de

Veiligheidsregio. Aansluiting wordt door de geïnterviewden van de regio met name

gezien in gemeentelijke processen. De heer Dewachter stelt:

"Aansluiten op regioniveau is niet zinvol……Inzet van gemeenten is in tijd

en opschaling gelijk aan die van de kerken. Lever per gemeente maatwerk

in een regionaal kader"100

Aansluiting op lokaal niveau is zo belangrijk, omdat op deze manier geborgd is dat de

juiste geloofsstromingen betrokken raken. Het vertrouwen van burgers ligt bij

instanties die dicht bij hen liggen.

Ook de kerken zien een aansluiting in de vorm van borging in de processen van het

crisisbeheersingsplan. Daarnaast is het noodzakelijk dat er koppelingen komen tussen

kerken en overheid, waarbij respect voor elkaar, geen hiërarchische relatie en geen

prestatie-eisen uitgangspunt moet zijn. Op lokaal niveau zouden bestuurders kontakt

moeten zoeken met overkoepelende kerkelijke organen en visa versa. Cruciaal is dat

de betrokken partners bekend zijn bij elkaar. Kerken dienen hun rol in de jaarplannen

vast te leggen. Op regionaal niveau is het niet makkelijk om een koppeling te krijgen.

De organisatie van de Protestantse Kerk en de Veiligheidsregio MWB sluiten hier niet

op elkaar aan.

4. Wat zijn de (organisatorische) consequenties? Op organisatorisch niveau, lijken er voor de veiligheidsregio de minste consequenties

te zijn. De kern van de veiligheidsregio in deze ligt bij het herkennen en erkennen van

98 S.T.P. Drost. 07 september 2009 99 J.D. Alssema, 25 juni 2009 100 M.M.F. Dewachter, 26 juni 2009

Page 44: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

42

de kerken als crisispartner. De erkenning van de kerken komt tot zijn recht door

borging hiervan in processen, en de ondersteuning van kerken in hun rol binnen het

veiligheidsdomein. Hierbij wordt gedacht aan:

• Informeren. Denk hierbij aan netcentrisch werken en periodiek kontakten.

• Opleiden. Leer kerken de taal van de Veiligheidsregio en visa versa en

ondersteun kerken om interne protocollen te beschrijven.

• Oefenen. Betrek kerken in grote oefeningen en evaluaties.

De consequenties zijn groter voor de kerk indien aansluiting wordt gezocht bij de

veiligheidsregio. De Protestantse Kerk is op lokaal niveau georganiseerd. Er is geen

overkoepelende instantie die namens deze gemeenten op regionaal niveau kan praten

en besluiten mag nemen. Daarnaast is het lastig om de bereikbaarheid van kerken up-

to-date te houden. Het verloop van ambtsdragers is groot. Tot slot is bij aansluiting

met de veiligheidsregio of gemeente het gevaar dat bestaande kerkelijke structuren

worden doorbroken als de rol in crises en rampen dominant wordt.

De Protestantse Kerk, op lokaal niveau, zal voor een juiste invulling van haar rol bij

rampen en crisis, beleidsmatige keuzes moeten maken. In relatie tot de taken die haar

te wachten liggen bij een ramp, zal zij haar organisatie moeten doorlichten en

overwegen of er voldoende potentieel voor handen is om vanuit de bestaande

structuur te kunnen werken. Mocht dit positief zijn zal de bestaande structuur

voldoende basis hebben om op te acteren. In het negatieve geval is het aan te bevelen

dat er een nieuwe groep vrijwilligers wordt geworven, die vanuit de bestaande

structuur invulling kan geven aan de gewenste taak. Deze vrijwilligers zullen conform

de voorgaande bullets moeten worden getraind.

Een tweede optie, die minder voorkeur geniet, is het optimaliseren van de

ledenadministratie. Contactgegevens en wellicht professionele achtergrond van

kerkleden kunnen noodzakelijk zijn voor het bemensen van de kerkelijke taken bij een

ramp.

De Protestantse Kerk is niet de enige speler op het religieuze terrein. Het is wenselijk

voor zowel de veiligheidsregio als de Protestantse Kerk dat religieuze organisaties

elkaar treffen in een orgaan van waaruit een koppeling met de gemeentelijke overheid

of de veiligheidsregio tot stand kan komen.

Page 45: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

43

Tot slot Er lijkt een gebrek aan gevoel van urgentie, of geen 'window of opportunity'. In de

zomer van 2009 heeft op initiatief van burgemeester Petter en de GHOR Midden- en

West-Brabant (De GHOR MWB vindt echter dat betrekken van religies bij crises en

rampen via de gemeentelijke processen moet lopen en niet via GHOR processen) een

symposium zullen plaats vinden omtrent de rol van kerken bij rampen en crises. Deze

is vanwege een gebrek aan (bestuurlijke/ambtelijke) animo afgeblazen. Daarnaast

voelen veelal de kerken ook geen noodzaak om zich voor te bereiden. Emerituspastoor

J. Berkhout, pastoor te Volendam tijdens de Nieuwjaarsbrand concludeert:

“Hoewel in de periode na de cafébrand veel te doen is geweest over

dergelijke instructies, onderschatten veel kerken hun rol bij

calamiteiten. Veel van hen zijn nog steeds niet goed voorbereid op

rampen. De profeten spraken in het Oude Testament over de onwillige

bruid; zo is het met kerken ook. Ze zijn onwillig, vinden het toch vaak

overdreven om zich voor te bereiden op ernstige incidenten.”101

101 http://www.refdag.nl/artikel/1423721/Kerk+onvoldoende+voorbereid+op+ramp.html, 22 juli 2009

Page 46: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

44

5. Conclusies en aanbevelingen

De centrale vraag van deze scriptie is:

In hoeverre is het wenselijk en mogelijk om de Protestantse Kerk in Nederland aan te

laten sluiten bij de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant?

Uit de vier deelvragen van hoofdstuk 4 kan het volgende worden geconcludeerd:

1. Is er een aansluiting tussen de Veiligheidsregio MWB en de Protestantse Kerk?

Er bestaat nu geen formele band tussen de Veiligheidsregio MWB en de

Protestantse Kerk. Wel zijn er op lokaal niveau banden.

2. Is het wenselijk om de Veiligheidsregio MWB en de Protestantse Kerk op elkaar

aan te laten sluiten?

Ja. De Veiligheidsregio MWB kan gemeenten stimuleren/adviseren om

aansluiting met elkaar te zoeken via gemeentelijke processen. De Protestantse

Kerk is er immers voor de zelfde doelgroep als waar de Veiligheidsregio MWB

voor staat. De Protestantse Kerk heeft daarbij een toegevoegde waarde voor

deze doelgroep.

3. Hoe moet een aansluiting vorm krijgen?

Via gemeenten. Hier ligt de kracht van de Protestantse Kerk. Sluit aan op

gemeentelijke processen en bouw een netwerk op.

4. Wat zijn de (organisatorische) consequenties?

De Veiligheidsregio MWB dient rekening te houden met het borgen van de

Protestantse Kerk in processen en het faciliteren van de Protestantse Kerk in

haar taak. De Protestantse Kerk zal zich echter anders moeten organiseren om

een directe regionale aansluiting te realiseren. Daarnaast zal zij haar

bereikbaarheid moeten garanderen en haar rol in crises en rampen moeten

borgen in haar beleidsplan.

Het is wenselijk dat de Protestantse Kerk en de Veiligheidsregio MWB aansluiting

zoeken met elkaar. Dit is mogelijk met minimale inspanning vanuit de zijde van de

Veiligheidsregio MWB. Een directe aansluiting met de Veiligheidsregio MWB vanuit de

Protestantse Kerk is niet mogelijk zolang er geen entiteit is die op het niveau van de

Veiligheidsregio acteert en bevoegdheden heeft. Er zal een andere manier moeten

worden gezocht om aansluiting te zoeken door de Protestantse Kerk.

Aanbevelingen

Deze scriptie levert de volgende aanbevelingen op:

1. Op landelijk niveau is er geen concreet beleid omtrent de rol van de

Protestantse Kerk in crises en rampen. Het is wenselijk om dit te formuleren

teneinde een signaal af te geven naar de lokale gemeenten die behoren tot de

Protestantse Kerk.

2. Op lokaal niveau is het wenselijk dat de Protestantse Kerk gemeenten in hun

beleidsplan borgen wat zij willen betekenen ten tijde van crises en rampen.

Zorg ervoor dat de gewenste maatschappelijke rol aansluit op de huidige

structuur van de Protestantse Kerk (task emergence).

Page 47: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

45

3. De Protestantse Kerk is niet de enige geloofsgemeenschap in Nederland. De

Protestantse Kerk heeft geen primaat in de rollen die religies hebben ten tijde

van rampen en crises. Zorg ervoor dat er op (boven) lokaal niveau een

interreligieus platform is voor dergelijke vraagstukken.

4. Laat gemeenten aansluiten bij een interreligieus platform (vorm een netwerk)

en hanteer de procesbenadering om te bezien wat er voor elkaar betekend kan

worden

5. Kom vanuit de wederzijdse afhankelijkheid tot een gemeentelijk voorstel

omtrent welk proces het beste aansluit bij de taak en rol die de Protestantse

Kerk (en andere kerken) kan leveren. Gezien de lokale verbondenheid van de

Protestantse Kerk en de rollen/taken van de Protestantse Kerk, is aansluiting

op één of meerdere gemeentelijke processen gewenst.

6. adviseer, stimuleer en faciliteer als Veiligheidsregio MWB de betrokken

gemeenten om banden aan te gaan met de lokale kerken. Dit kan onder andere

door middel van ondersteuning bij het maken van een draaiboek, ter

beschikking stellen van regionale middelen, etc.

7. Zorg ervoor dat op regionaal niveau contactdagen georganiseerd worden,

waarop vertegenwoordigers van gemeentelijke kerken elkaar treffen en leren

hoe de rampenstructuur in elkaar zit/’rampentaal’ leren. Gemeentelijk

leermomenten kunnen hier besproken worden, ter leren voor anderen.

8. Samenwerking is een kans en geen bedreiging voor de eigen structuur en

cultuur.

Page 48: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

46

6. Samenvatting

Deze scriptie doet verslag van hoe de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) haar rol

als risicoregulator kan vervullen. Hiervoor wordt onderzoek gedaan naar de vraag:

In hoeverre is het wenselijk en mogelijk om de Protestantse Kerk in

Nederland aan te laten sluiten bij de Veiligheidsregio Midden- en West-

Brabant?

In het theoretisch kader wordt vooral stil gestaan bij de oude en de nieuwe typologie

van Dynes en Quarantelly. Zij onderscheiden aan de hand van twee variabelen vier

typen organisaties. Er wordt vanuit gegaan dat organisaties werken vanuit enerzijds

een bestaande of aangepaste structuur en anderzijds reguliere of niet-reguliere taken.

Begrippen als veerkracht en anticipatie worden uitgewerkt en tot slot, wordt stil

gestaan bij de netwerktheorie om te verwoorden hoe aansluiting tussen meerdere

partijen vorm kan krijgen.

Beide organisaties worden beschreven. De Protestants Kerk, vanuit de huidige situatie

daar zij ontstaan is in 2004. De Veiligheidsregio MWB wordt met name beschreven in

de tijdslijn. Zij is ten tijde van schrijven bestuurlijk een regio, maar ambtelijk nog niet.

Een uitdieping van de rol die beide organisaties hebben, sluit de omgevingsverkenning

af. De Protestantse Kerk haalt haar rol met name impliciet vanuit haar positie in de

maatschappij, terwijl de Veiligheidsregio MWB hier een wettelijk kader voor heeft.

Er zijn vele onderzoeken geweest waarin verwezen wordt naar de rol van de kerken

bij rampen en crises. Het Rijk heeft hier expliciet om verzocht. Ook vanuit de kerken

heeft inhoudelijk onderzoek plaats gevonden naar deze rol. Zij vervult in de dagelijkse

praktijk veel taken, waar tevens tijdens rampen en crises vraag om is. Het is nu een

kwestie van borging in de crisisbeheersingsplannen.

De scriptie sluit af met conclusies een aanbevelingen. Een belangrijke conclusie is dat

aansluiting van beide organisaties gewenst is. Het past echter niet in de huidige

structuur van de Protestantse Kerk om direct aansluiting te organiseren met de

Veiligheidsregio MWB. Dat zal vanuit de gemeenten moeten komen. Van belang is dat

aansluiting niet ten koste mag gaan van de identiteit en structuur van de Protestantse

Kerk. Het is daarom noodzakelijk dat de Protestantse Kerk zich bewust is van haar

taak, hier een visie op heeft, dit borgt in haar beleidsplannen en vanuit haar bestaande

structuur aansluiting tot stand laat komen.

Page 49: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

47

7. Nawoord

Tijdens het schrijven van deze scriptie is de wereld om ons heen veranderd.

De Protestantse Kerk is vanuit het Nationaal Rampenfonds benaderd met de vraag

over hun rol bij een nationale ramp. Op dit moment buigt het protestants landelijk

dienstencentrum zich over deze vraag en ik mag vanuit mijn rol een bijdrage hier aan

leveren. Deelname aan dit traject heeft mij doen zien hoe autonoom lokale gemeenten,

die behoren tot de Protestantse Kerk, zijn. Het is zeer moeilijk, maar begrijpelijk, om

hier vanuit landelijk niveau op te sturen.

Zoals in de scriptie verwoord is, is er een initiatief geweest vanuit de GHOR en

Burgemeester Petter om de rol van de kerken onder de aandacht te brengen bij de

gemeenten en partners van de Veiligheidsregio MWB. Helaas was er te weinig

bestuurlijke en ambtelijke interesse, waardoor dit initiatief is uitgesteld, wellicht

wachtend op haar ‘Window of Opportunity’

Sinds enkele jaren kent Tilburg een religieus beraad. Hier treffen veel religies elkaar,

onder voorzitterschap van een lokale wethouder. Uit dit overleg is het initiatief

gekomen om de rol van de kerken in de rampenbestrijding te beschrijven. Hiervoor is

een projectgroep in het leven geroepen waar ik deel van mag zijn. Op het moment van

schrijven is er een conceptversie klaar van het draaiboek Directe Zorg: “Geestelijke

verzorging”. Dit concept is tot stand gekomen in overleg met diverse religies en is nu

in een fase van inhoudelijke vormgeving. De ambitie is er om dit document regionaal

aan te bieden om vanuit de gemeente de motor te zijn voor regionale inbedding van de

kerken in het crisisbeheersingsplan.

Tilburg, 2009

Page 50: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

48

Boekwerken

Bruijn, H de & Heuvelhof, E. Ten; Management in netwerken: over veranderen in een

multi-actorcontext. Lemma, Den Haag, 2007

Bruijn, J.A. de & Hevelhof, E.F. ten & In ´t Veld, R.J.; Procesmanagement: over

procesontwerp en besluitvorming, SDU, Den Haag, 2008

Burg, W van der, 2006; WRR. Geloven in het publieke domein. Verkenning van een

dubbele transformatie. P.45. AUP, WRR Verkenningen, Amsterdam, 2007

Drabek, T.E.; Human System responses to Disaster: an Inventory of Sociological Findings,

Springer-Verlag, New York, 1986

Dros, Lodewijk; Hereniging van nationaal belang, in Trouw Dossier 29; Samen op Weg:

een lange strijd om vereniging, Amsterdam, Uitgeverij Maarten Muntinga B.V.,

2004

Duin, M.J. van; Van rampen leren: een vergelijkend onderzoek naar de lessen uit

spoorwegongevallen, hotelbranden en industriële ongelukken, Haagse Drukkerij

en Uitgeversmaatschapij, Den Haag, 1992

Duin, M.J. van; Rampen in Nederland, in E.R. Muller, U. Rosenthal, I. Helsloot, E.R.G. van

Dijkman, Crisis: Studies over crisis en crisisbeheersing, Kluwer, Deventer, 2009

Leergang MCDM 2005-2007; Nafase: de ramp na de ramp, Roos & Roos, Arnhem

Lochem, P.J.P.M. van; Van brandweerzorg naar rampenbestrijding: ontwikkeling van het

brandweerbestel van 1940-2006, in I. Helsloot, E.R. Muller en J.D. Berghuijs,

Brandweer, Studies over organisatie, functioneren en omgeving, Kluwer,

Deventer, 2007

Quarantelli, E.L; Emergent behaviors and groups in the crisis time of disasters,

University of Delaware, Disaster Research Center, 1995

Ruff, O.J.; De rol van de kerk bij een ramp, Kerkinactie, Utrecht, 2006

Sijm, T.J.; De rol van de kerk na een ramp, Narratio, Gorinchem, 2007

Slot, W.F. et al; Risico´s: besluitvorming over veiligheid en milieu. Heerlen, Open

Universiteit, 1998

Stallings, R.A.; The Structural Patterns of Four Types of Organizations in Disaster, in

Quarantelli, E.L.: Disasters: Theory and Research, Beverly Hills, California, 1978

Vries, Jouke, de & Lubben, Sebastiaan, van der; Paars II en de revolte van Fortuyn,

Uitgeverij Van Gennep, Amsterdam, 2005

Wildavsky, A.B; Searching for Safety, Social Philosofy and Policy Centre, 1988

Artikelen, notities en rapporten Klein Goldewijk, Berma; Religies, nieuwe oorlogen en passies, Ds. Pierson College, Den

Bosch, 2005

Drabek, T.E. en McEntire, S.A.; ‘Emergent phenomena’ and the sociology of disasters:

lessons, trends and opportunities from research literature, Disaster Prevention

and Management, 12(2), 2003

Van Rijksheer naar crisispartner; De toekomst van de crisispartner bij regionale

crisisbeheersing, Capgemini N.V., Utrecht, 2006

Beleidsplan Crisisbeheersing 2004-2007, Ministerie van BZK, Den Haag, 2004

Handreiking opzet Informatie- en Adviescentrum (IAC) na rampen, VNG, Den Haag, 2004

Duin, M.J. van en Zannoni, M.; Leidraad Nafase, COT instituut voor Veiligheids- en

Crisismanagement, Provincie Zeeland, 2005

Starmans, I. en Oberije, N.; Burgerparticipatie bij rampen en zware ongevallen,

NIFV/NIBRA, Arnhem, 2006

Leidraad Maatramp / versie 1.3, Ministerie van BZK, Den Haag, 2000

Page 51: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

49

Acta der Generale Synode van de Gereformeerde kerken in Nederland te Amsterdam,

Boekdrukkerij van J.H. Kok N.V. Kampen, 1936

A.J.R.H. Wijnen, Rampenspirit: de verankering van het levensbeschouwelijk element,

Nieuwsbrief Crisisbeheersing, maart 2006

Tweede kamer, vergaderjaar 2008-2009, 30 821, nr. 9

Rampenspirit: gestructureerd improviseren, Stichting Impact, Amsterdam

Leren leven van de verwondering, Libertas, Bunnik, 2005

Groeien met de riemen die je hebt, generale synode PKN, Utrecht, 2006

De veiligheidsregio, Brochure Ministerie van BZK, Den Haag, 2009

Ley, H. de; Secularisme en Religie, Cursusmateriaal Universiteit Gent, 2007

Websites

http://nl.wikipedia.org

http://www.kerkinactie.nl

http://www.pkn.nl

http://www.Veiligheidsregiomwb.nl

http://www.rvk.dse.nl

http://www.brandweerbaarn.nl

http://dspace.udel.edu:8080/dspace/

http://www.refdag.nl

http://www.kerkrecht.nl

http://www.flwi.ugent.be/cie/RUG/deley33.htm

Wetgeving en regelgeving

Brandweerwet 1985

Wet Veiligheidsregio´s (Concepttekst)

Wet rampen en zware ongevallen

Wet geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen

Politiewet 1993

Kerkorde en ordinanties van de Protestantse Kerk inclusief overgangsbepalingen,

2004

Interviews

Dhr. J.D. Alssema, Burgemeester van Staphorst, 25 juni 2009

Dhr. ir. M.M.F. Dewachter MPM. Adjunct-CGS, Programmamanager doorontwikkeling

Veiligheidsregio Midden- en West Brabant, 26 juni 2009

Dhr. G.J.P. Verhoeven MPM. Commandant Concern Brandweertaken, Brandweer

Midden- en West-Brabant, 06 juli 2009

Dhr. dr. F.A. Petter, Burgemeester van Woudrichem, 09 juli 2009

Dhr. J. Franken, Beleidsmedewerker, Diensten Organisatie PKN, 20 juli 2009 en 05

oktober 2009

Dhr. ds. E. Overeem, Adjunct directeur, Diensten Organisatie PKN, 11 februari 2009 en

08 september 2009.

Mevr. J. Hogewoning, Stafmedewerker PSHOR en Evenementen, GHOR Midden- en

West-Brabant, 23 juli 2009

Mevr. drs. O.G.R.M. Meulenberg, Senior Beleidsadviseur, GHOR Midden- en West-

Brabant, 23 juli 2009

Dhr. drs. D. Penninkhof MMO. Predikant Protestantse Kerk Tilburg e.o., Voorzitter

Raad van Kerken Tilburg en Goirle, 04 september 2009

Page 52: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

50

Mevr. drs. A.A. de Vos, Gemeenteadviseur regio Zuidoost, Diensten Organisatie PKN, 04

september 2009

Dhr. S.T.P. Drost, Gemeenteadviseur West Brabant, Diensten Organisatie PKN, 07

september 2009

Mevr. mr. P.S.J.M. Daalmans, Hoofd Sturingsondersteuning, Politie Midden- en West-

Brabant, 08 oktober 2009

Page 53: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

51

8. Afkortingen en Bijlagen

Afkortingen

ACV Algemene Classicale Vergadering

BB Bescherming Bevolking

BZK Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

DRC Disaster Research Center

GHOR Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen

GMK Gemeenschappelijke Meldkamer

GRIP Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijdingsprocedure

GVOR Geestelijke Verzorging bij grootschalige Ongevallen en Rampen

IAC Informatie en Adviescentrum

MCDM Master of Crisis and Disaster Management

MWB Midden- en West-Brabant

PKN Protestantse Kerk in Nederland

PLD Protestants Landelijk Dienstencentrum

PSHOR Psychosociale Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen

Page 54: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

52

Processen rampenplan Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Processen

1 Alarmering

2 Bron- en effectbestrijding

3 Voorlichting en informatie

4 Waarschuwen van bevolking

5 Ontruimen en evacueren

6 Afzetten en afschermen

7 Verkeer regelen

8 Handhaving rechtsorde

9 Ontsmetten van mens en dier

10 Ontsmetten van voertuigen en infrastructuur

11 Milieu en inzamelen besmette waren

12 Openbare gezondheidszorg bij ongevallen en

rampen (OGOR)

13 Geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en

rampen (somatisch)

14 Opvang en verzorging en voorzien in primaire

levensbehoefte

15 Registreren van slachtoffers

16 Identificeren van overleden slachtoffers

17 Uitvaartverzorging

18 Waarnemen en meten

19 Begidsen

20 Toegankelijk maken en begaanbaar maken,

opruimen

21 Verzorging en logistiek rampbestrijdingspotentieel

22 Nazorg

23 Strafrechtelijk onderzoek

24 Psychosociale hulpverlening bij ongevallen en

rampen (PSHOR)

25 Schade

26 Verbindingen

27 Deelplannen (geen specifiek procesnummer)

* Ondersteuning, Verslaglegging

28 Bijlagen:

- Rol Openbaar Ministerie

- Bestrijding Hoogwater

Kleuren legenda

Brandweer

Politie

GHOR

Gemeente

Deelplannen

Page 55: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

- De PKN in het veiligheidsdomein -

53

Page 56: DE PKN IN HET VEILIGHEIDSDOMEIN - IFV · 2016-04-08 · - de pkn in het veiligheidsdomein - 1 inhoudsopgave voorwoord 2 1. inleiding en probleemstelling 3 2. theoretisch kader 5 §

Deze scriptie doet verslag van hoe de Protestantse Kerk in Nederland (PKN) haar rol

als risicoregulator kan vervullen. Hiervoor wordt onderzoek gedaan naar de vraag:

In hoeverre is het wenselijk en mogelijk om de Protestantse Kerk in Nederland

aan te laten sluiten bij de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant?

In het theoretisch kader wordt vooral stil gestaan bij de oude en de nieuwe typologie

van Dynes en Quarantelly. Zij onderscheiden aan de hand van twee variabelen vier

typen organisaties. Er wordt vanuit gegaan dat organisaties werken vanuit enerzijds

een bestaande of aangepaste structuur en anderzijds reguliere of niet-reguliere taken.

Begrippen als veerkracht en anticipatie worden uitgewerkt en tot slot, wordt stil

gestaan bij de netwerktheorie om te verwoorden hoe aansluiting tussen meerdere

partijen vorm kan krijgen.

Beide organisaties worden beschreven. De Protestants Kerk, vanuit de huidige situatie

daar zij ontstaan is in 2004. De Veiligheidsregio MWB wordt met name beschreven in

de tijdslijn. Zij is ten tijde van schrijven bestuurlijk een regio, maar ambtelijk nog niet.

Een uitdieping van de rol die beide organisaties hebben, sluit de omgevingsverkenning

af. De Protestantse Kerk haalt haar rol met name impliciet vanuit haar positie in de

maatschappij, terwijl de Veiligheidsregio MWB hier een wettelijk kader voor heeft.

Er zijn vele onderzoeken geweest waarin verwezen wordt naar de rol van de kerken bij

rampen en crises. Het Rijk heeft hier expliciet om verzocht. Ook vanuit de kerken heeft

inhoudelijk onderzoek plaats gevonden naar deze rol. Zij vervult in de dagelijkse

praktijk veel taken, waar tevens tijdens rampen en crises vraag om is. Het is nu een

kwestie van borging in de crisisbeheersingsplannen.

De scriptie sluit af met conclusies een aanbevelingen. Een belangrijke conclusie is dat

aansluiting van beide organisaties gewenst is. Het past echter niet in de huidige

structuur van de Protestantse Kerk om direct aansluiting te organiseren met de

Veiligheidsregio MWB. Dat zal vanuit de gemeenten moeten komen. Van belang is dat

aansluiting niet ten koste mag gaan van de identiteit en structuur van de Protestantse

Kerk. Het is daarom noodzakelijk dat de Protestantse Kerk zich bewust is van haar

taak, hier een visie op heeft, dit borgt in haar beleidsplannen en vanuit haar bestaande

structuur aansluiting tot stand laat komen.

Wilbert Kleijer

Tilburg, 2009