De opstand van 1783-1799 en wat daarna kwam tot 1813 opstand van 1781 V12.pdf · slachtoffers...

35
jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 1/ 35 De revolutie van 1783-1799 en wat daarna kwam tot en met 1813 Hein van Tongeren, November, 2012. 1. Inleiding Het beeld dat heb ik meegekregen van mijn geschiedenislessen op school is dat na het einde van de 80-jarige oorlog in 1648 er in de Noordelijke Nederlanden geen echte opstanden of grote omwentelingen zijn geweest. Er zijn wel kleine staatsgrepen en pogingen om de macht te grijpen geweest. Voorbeelden hiervan zijn: de paleisrevolutie van Maurits waar van Oldenbarnevelt het slachtoffer van werd (1619), de paleisrevolutie van Willem III waarbij de gebroeders de Witt de slachtoffers waren (1672), de omwenteling ten gunste van Willem IV (1747), en de poging van Troelstra tot een machtsgreep (1918). Verder was er de poging van Mussert met zijn NSB in de periode 1933-1940 om via verkiezingen een omwenteling te veroorzaken. Nederland was natuurlijk betrokken bij de opstand in de Zuidelijke Nederlanden (1830), de opstand in Nederlands Indië (1947-1949), heeft de bezettingen doorgemaakt van de Fransen (1794-1813), en de Duitsers (1940-1945). Echter, er is wel degelijk een echte revolutie geweest door de Patriotten in het einde van de 18 e -eeuw. Het beeld dat bij mij leefde van de Patriotten in de ongemakkelijke periode van de Nederlandse geschiedenis 1783-1813, is dat het Nederlanders waren die, beïnvloed waren door de ideeën van de Franse revolutie, om vrijheidsbomen dansten en eigenlijk een soort landverraders waren. Dit bleek bij de inval in 1794/95 waarbij het Franse leger met open armen ontvangen werd door de Patriotten in Nederland en er zelfs Patriotten in het Franse invasieleger opgenomen waren. In dit beeld past niet het standbeeld van de Patriot van Hooff op de Eindhovense markt en het sigarenmerk en restaurant genoemd naar de Patriot Schimmelpenninck. Daendels was een Patriot die met de Franse legers Nederland binnen trok als brigadegeneraal, hij staat echter niet bekend als een verrader. Koning Willem I benoemde hem zelfs in 1815 tot gouverneur-generaal van de Nederlandse bezittingen in Ghana. Verder hebben we aan de Fransen onder andere de huidige maten en gewichten, het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafrecht, de Piramide van Austerlitz, en het liedje ‘Hup Marjanneke Stroop in het Kanneke’ te danken (zie Appendix A voor een verrassende variant van dit liedje). Het beeld van Patriotten die het land hebben verraden * en Fransen hielpen die Nederland onder de knoet brachten verdient bijstelling. Hierover gaat dit verhaal. De inhoud van dit verhaal is voornamelijk gebaseerd op de twee boeken van Rosendaal Refs.1 & 2, twee korte artikelen van zijn hand Refs. 3 & 4 en verder deel III van Geschiedenis van de Nederlandse Stam van Geyl, Ref.5. De biografie van Daendels geschreven door Van ’t Veer, Ref.6, is een andere goed leesbare bron over de periode. Naar Refs.1-6 zal verder niet expliciet gerefereerd worden. Rosendaal verdeelt de Nederlandse Patriotten-revolutie in 3 perioden: i) 1783-1787 * De historicus Geyl was een van de gijzelaars tijdens de 2 e wereldoorlog in Sint- Michielsgestel en heeft daar een voordracht over de Patriotten gehouden. Zijn oordeel was dat de Patriotten democraten waren en vaderlanders. Een de vergelijking met de NSB werd als niet ter zake beoordeeld.

Transcript of De opstand van 1783-1799 en wat daarna kwam tot 1813 opstand van 1781 V12.pdf · slachtoffers...

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 1/ 35

    De revolutie van 1783-1799 en wat daarna kwam tot en met 1813

    Hein van Tongeren, November, 2012. 1. Inleiding Het beeld dat heb ik meegekregen van mijn geschiedenislessen op school is dat na het einde van de 80-jarige oorlog in 1648 er in de Noordelijke Nederlanden geen echte opstanden of grote omwentelingen zijn geweest. Er zijn wel kleine staatsgrepen en pogingen om de macht te grijpen geweest. Voorbeelden hiervan zijn: de paleisrevolutie van Maurits waar van Oldenbarnevelt het slachtoffer van werd (1619), de paleisrevolutie van Willem III waarbij de gebroeders de Witt de slachtoffers waren (1672), de omwenteling ten gunste van Willem IV (1747), en de poging van Troelstra tot een machtsgreep (1918). Verder was er de poging van Mussert met zijn NSB in de periode 1933-1940 om via verkiezingen een omwenteling te veroorzaken. Nederland was natuurlijk betrokken bij de opstand in de Zuidelijke Nederlanden (1830), de opstand in Nederlands Indië (1947-1949), heeft de bezettingen doorgemaakt van de Fransen (1794-1813), en de Duitsers (1940-1945). Echter, er is wel degelijk een echte revolutie geweest door de Patriotten in het einde van de 18e-eeuw. Het beeld dat bij mij leefde van de Patriotten in de ongemakkelijke periode van de Nederlandse geschiedenis 1783-1813, is dat het Nederlanders waren die, beïnvloed waren door de ideeën van de Franse revolutie, om vrijheidsbomen dansten en eigenlijk een soort landverraders waren. Dit bleek bij de inval in 1794/95 waarbij het Franse leger met open armen ontvangen werd door de Patriotten in Nederland en er zelfs Patriotten in het Franse invasieleger opgenomen waren. In dit beeld past niet het standbeeld van de Patriot van Hooff op de Eindhovense markt en het sigarenmerk en restaurant genoemd naar de Patriot Schimmelpenninck. Daendels was een Patriot die met de Franse legers Nederland binnen trok als brigadegeneraal, hij staat echter niet bekend als een verrader. Koning Willem I benoemde hem zelfs in 1815 tot gouverneur-generaal van de Nederlandse bezittingen in Ghana. Verder hebben we aan de Fransen onder andere de huidige maten en gewichten, het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Strafrecht, de Piramide van Austerlitz, en het liedje ‘Hup Marjanneke Stroop in het Kanneke’ te danken (zie Appendix A voor een verrassende variant van dit liedje). Het beeld van Patriotten die het land hebben verraden* en Fransen hielpen die Nederland onder de knoet brachten verdient bijstelling. Hierover gaat dit verhaal. De inhoud van dit verhaal is voornamelijk gebaseerd op de twee boeken van Rosendaal Refs.1 & 2, twee korte artikelen van zijn hand Refs. 3 & 4 en verder deel III van Geschiedenis van de Nederlandse Stam van Geyl, Ref.5. De biografie van Daendels geschreven door Van ’t Veer, Ref.6, is een andere goed leesbare bron over de periode. Naar Refs.1-6 zal verder niet expliciet gerefereerd worden. Rosendaal verdeelt de Nederlandse Patriotten-revolutie in 3 perioden: i) 1783-1787

    * De historicus Geyl was een van de gijzelaars tijdens de 2e wereldoorlog in Sint- Michielsgestel en heeft daar een voordracht over de Patriotten gehouden. Zijn oordeel was dat de Patriotten democraten waren en vaderlanders. Een de vergelijking met de NSB werd als niet ter zake beoordeeld.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 2/ 35

    Revolutie van de Patriotten, ii) 1787-1795 Contrarevolutie, ballingschap, restauratie, en iii) 1795-1799 Bataafse Revolutie. Deze indeling wordt hier gevolgd en uitgebreid met: iv) 1799-1813 Verlies van zelfstandigheid en restauratie. In Appendix B worden de termen stadhouder, pensionaris en landsadvocaat verklaard, begrippen die in de loop van dit verhaal ter sprake komen. 2. Revolutie van de Patriotten 1783-1787 2.1 Proloog De 18e eeuw was voor de Republiek een eeuw van stagnatie. Nederland werd voorbijgestreefd door het grotere Engeland en Frankrijk, op zich niet zo verwonderlijk. De gevestigde oligarchie van de regenten was passief en zelfingenomen, Fig.1 kan als tijdsbeeld dienen. Op het eind van de 18e-eeuw was er het idee van verval in de Nederlanden bij de burgers. De elite investeerde in het

    Fig.1, portret van de zoon van de Amsterdamse burgemeester Bickers. Figuur overgenomen van Ref.7, p.106. buitenland en rentenierde. Er werd gebrek een daadkracht, ondernemerschap, en vaderlandsliefde geconstateerd. In 1780 brak de 4e Engelse oorlog uit (1780-1784), het verloop leidde tot onvrede en frustratie. De directe aanleiding voor de oorlog was de kaping van een Amerikaans schip door een Engels oorlogsschip. Er werden documenten aangetroffen met een handelsovereenkomst (of ontwerpen daar voor) van Amsterdam met de Amerikaanse opstandelingen en afspraken over wapenleveranties. In 1781 kwam het tot een treffen bij de Doggersbank, 7

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 3/ 35

    oorlogsschepen die 70 koopvaders begeleidden op een reis naar de Oostzee troffen 7 Engelse oorlogsschepen die Engelse schepen begeleidden. De strijd bleef onbeslist maar Schout bij Nacht Zoutman werd in Nederland als overwinnaar beschouwd. Echter de Engelsen bleken op zee oppermachtig en vele honderden koopvaarders werden opgebracht naar Engelse† havens. De opperbevelhebber van leger en vloot, stadhouder Willem V, en zijn adviseurs, Bentinck en de Hertog van Braunschweig-Wolfenbüttel (aan het hof bekend als Brunswijk) werden de zondebokken. Alhoewel Zoutman dus nog een beetje van de eer redde verliep de oorlog slecht, de glorietijd van de Republiek was over. In 1781 verschijnt er een anoniem pamflet ‘Aan het Volk van Nederland’ (later bleek dit Joan Van der Capellen tot den Pol te zijn), Fig.2, waarin gesteld wordt dat het

    Fig.2, het anonieme pamflet van Joan van der Capellen tot den Pol en en zijn portret. Figuren overgenomen van Ref.8, p.347 en p.349. politieke systeem niet deugt en corrupt is. De erfstadhouder Willem V wordt in het pamflet verdacht van een complot om een monarchie te stichten en krijgt de schuld van de slecht verlopende oorlog met de Engelsen. Het pamflet, dat in het hele land verspreid werd, bevatte een oproep voor een gekozen volksregering en een oproep aan de burgers om zich te bewapenen naar het voorbeeld van het Amerikaanse

    † Het NRC kwam een paar jaar terug met een bloemlezing uit brieven van en aan zeelui die waren buitgemaakt en bewaard gebleven in Engeland.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 4/ 35

    volk‡. In Ref.9, p.541-565 wordt het pamflet uitgebreider besproken en de betekenis van Van der Capellen voor Nederland behandeld. Er ging wat veranderen, regenten zagen de bui hangen en sloten zich aan bij de anti-Orangisten die zich Patriotten§ noemden. Het leger was een beroepsleger met veel vreemdelingen. Veel officieren waren benoemd door de stadhouder die het opperbevel voerde. De angst bij de Patriotten was dat het leger het persoonlijke belang van de stadhouder diende en niet het algemeen belang. Vandaar dat, met toestemming van de regenten, gewapende vrijkorpsen werden opgericht waarin Orangisten geweerd konden worden. Dit was niet mogelijk in de al bestaande schutterijen omdat, volgens de wet, alle burgers van de stad hiertoe behoorden. De invloed van stadhouder op de verkiezing van de regenten werd beperkt, hij mocht nog wel kiezen maar de invloed op de samenstelling van de lijst was verdwenen. Alkmaar ging nog verder en schoof de aanbeveling van de stadhouder terzijde en stopte later zelfs met het sturen van voordrachten. Er kwamen eisen voor een democratische verkiezing van regenten, in 1785 werd die verkiezing daadwerkelijk gehouden in Utrecht. Van der Capellen en Patriotse Amsterdamse kooplui probeerden geldleningen aan de Amerikanen geplaatst te krijgen. De relatie met Frankrijk, dat de opstand in Amerika steunde met geld maar ook met militaire steun, verbeterde (de vijand van mijn vijand is mijn vriend). In 1783 kwam er een echte landelijke organisatie van Patriotse regenten. Op een feestelijk diner** in Amsterdam werd de kern van het Patriotse programma vastgelegd (herstel van de vrijheid in de Republiek, eerbetoon aan Oldebarnevelt, vrije zee, verbintenis met Amerika, en het overwinnen van de dwingelandij). De groep zou later vaker bijeenkomen om hun acties te coördineren. Volgens Rosendaal werden de vlaggen gehesen op de schepen op het IJ en vreugdeschoten afgevuurd als eerbetoon. Hij beschouwt dit als de start van de Nederlandse revolutie 2.2 De Revolutie In 1784 was er een rel met Hertog van Braunschweig-Wolfenbüttel de adviseur van Willem V toen hij nog minderjarig was. De hertog was veldmaarschalk in het leger, mede verantwoordelijk voor de rampzalige situatie, en zou slecht gereageerd hebben op de dreiging van Josef II van Oostenrijk (hierover hieronder meer). De situatie werd voor hem onhoudbaar toen de geheime Acte van Consulentschap†† ‡ De Amerikaanse staten in opstand begonnen in Boston met de Tea Party van 1773, werden staatrechtelijk erkend door de Republiek in 1782. Dit zal wel gestimuleerd zijn door de oorlog met Engeland. In 1783 wonnen de Amerikanen formeel hun vrijheidsoorlog door de erkenning van Engeland. § Patriot is een algemene term voor een vaderlandslievend persoon maar in de periode 1783-1813 had de naam een bijzondere betekenis. Een Orangist is hier iemand die de stadhouder Willem V van het huis van Oranje steunde. Om deze betekenissen aan te geven worden Patriot en Orangist in de text met hoofdletters geschreven. ** Een diner gelegenheid van eerherstel van Van der Capelle die weer toegelaten was tot de Ridderschap van Overijssel. Hij was uit de Ridderschap verwijderd vanwege zijn stellingname aangaande de drostendiensten, de gedwongen arbeid van landarbeiders voor de Drost. †† De vraag is waarom de afspraak zo formeel gesloten is en wat er zo erg aan was.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 5/ 35

    uitlekte: de Hertog zou de Prins blijven adviseren na zijn meerderjarigheid. Dit was in strijd met de afspraak, hij zou zich dienen te beperken tot militaire zaken. Zijn positie werd onhoudbaar, hij legde eind 1784 zijn functies neer en vertrok naar Duitsland. Willem V, Fig.3, verloor zijn belangrijkste adviseur en vriend. De val was een opsteker voor de Patriotten in hun strijd tegen corruptie en vriendjespolitiek.

    Fig. 3, erfstadhouder Willem V. Figuur overgenomen van Ref.8, p.352. Na de vrede met de Engelsen kwam er eind 1784 een nieuwe dreiging voor de Republiek door de Oostenrijkse keizer Josef II. Na een incident bij fort Lillo (beschieting van een schip van de Zuidelijke Nederlanden dat de blokkade testte van de Westerschelde) stelde de keizer een aantal eisen. De belangrijkste eis was het openstellen van de Westerschelde voor scheepvaart vanuit Antwerpen. De keizer stuurde 40.000 man troepen om de eisen kracht bij te zetten naar zijn Zuidelijke Nederlanden. Er werd een beroep gedaan op het Frankrijk van Lodewijk XVI voor bemiddeling, het leger van de Republiek werd uitgebreid, en er kwam een soort mobilisatie. Door loting zou 1 op de 3 inwoners van het land buiten de steden, de steden hadden al schutterijen en vrijkorpsen, zich in de wapening moeten oefenen in een burgerkorps. Enerzijds was er verzet met rellen, de wapening werd gezien als een ondermijning van de positie van de stadhouder. Er was lokaal ook een ‘burger blijf bij je leest’ stemming en waarschijnlijk ook verzet tegen het tijdsbeslag van de oefeningen. Anderzijds was er op andere plaatsen enthousiasme voor de paramilitaire burgerkorpsen. Met de burgerkorpsen en vrijkorpsen kregen de

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 6/ 35

    Patriotten een partijkader. Deze korpsen werden door de Patriotten gezien als middel om politieke voornemens te steunen en te handhaven. Er kwamen provinciale vergaderingen van vrijkorpsen uit de steden en de burgerkorpsen in het land. Nationale bijeenkomsten waren lastig te organiseren vanwege de afstanden en de verschillende gewestelijke opvattingen. Pro-oranje manifestaties werden beschouwd als verstoringen van de publieke orde. In Rotterdam leidde dit tot een incident waarbij geschoten werd, door de in het nauw gebrachte burgercompagnie, met doden en gewonden. Ook in andere plaatsen waren incidenten en rellen. Figuur 4 toont de uitgebeelde scheldnamen voor Orangisten en Patriotten.

    Fig. 4, de scheldnamen voor de Orangisten, ‘Ezels’, en de Patriotten, ‘Kezen’. Figuren overgenomen van Ref.7, p.107. Er ontstond een competentiestrijd over de patrouilles op straat in Den Haag. De stadhouder‡‡ was opperbevelhebber van het leger echter de staten van Holland stelden dat het dagelijks bestuur, de Gecommitteerde Raden, het bevel voerden in Den Haag. Zelfs koning Frederik de Grote van Pruisen, de oom van de vrouw van Willem V, ging zich er mee bemoeien. Allerlei symbolen van de stadhouder werden verwijderd. De stadhouderspoort werd toegankelijk voor de leden van de staten. Dit leidde tot een rel in 1786 waarbij de Dortse vertegenwoordiger in de Staten van Holland vergezeld van de raadspensionares, Cornelis (Kees) de Gijselaar§§, bijna gelyncht werden door Orangisten. Toen in 1784 bij een inspectie van troepen op het Binnenhof rellen uitbraken tussen Orangisten en Patriotten vertrok Willem V boos uit den Haag en nam uiteindelijk zijn intrek in het Valkhof in Nijmegen.

    ‡‡ De gewestelijke staten zijn soeverein en hebben de wetgevende macht, De stadhouder is de uitvoerende macht. §§ De geuzennaam ‘Kezen’ voor Patriotten komt van dit incident.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 7/ 35

    De aanhang van de Patriotten bestond voornamelijk uit burgers uit de middenstand. Democratie betekende veelal stemrecht voor het deel van de bevolking dat enige ‘gegoedheid’ bezat. Patriotten hechtten aan de traditionele rechten van de provincies wat hun zaak niet ten goede kwam. Het gewone volk was veelal Orangistisch. Van de provincies was het dominerende Holland en Overijssel Patriottisch terwijl Zeeland en Gelderland Orangistisch waren. Gezanten van Frankrijk, Engeland, en Pruisen bemoeiden zich openlijk met de interne aangelegenheden van de Republiek. Aanvankelijk steunden de aristocraten de Patriotten om de macht en invloed van de prins terug te dringen, Van der Capellen was hier een voorbeeld van. Echter toen de Patriotten aan hun positie begon te tornen begon de toenadering tot de Orangisten. Dit leidde er toe dat in sommige gewesten de Patriotten de meerderheid in de Staten verloren. In Friesland leidde dit tot beperkingen zoals beperking van de vrijheid van meningsuiting. Het werd voor de Patriotten duidelijk dat acties voor democratie, gegarandeerd door de bewapende burgers, gecoördineerd moesten worden. De Staten van Gelderland, met een oranjegezinde meerderheid, deden een formeel verzoek aan de stadhouder in 1786 om een garnizoen naar Hattem en Elburg te sturen. Daar hadden democratisch besturen de plaats ingenomen van de oude stadsbesturen. Vanuit Nijmegen dirigeerde hij troepen naar Elburg en Hattem Ingrijpen van de Staten van Gelderland was ook ingegeven doordat Harderwijk en

    Fig.5, beschieting van Hattem door troepen van Willem V. Figuur overgenomen uit Ref,8, p.350. Doetinchem het voorbeeld van Hattem en Elburg dreigden te volgen.Ter verdediging kwamen honderden Patriotten te hulp. Hattem werd beschoten door de troepen van Willem V, bezet, en geplunderd, Fig.5. Een deel van de inwoners van Elburg vluchtten. Er kwam geen treffen met de Patriotten, aanvoerder Daendels en zijn vrijkorpsen vluchtten. De Staten van Holland boden bescherming en geldelijke steun aan de vluchtelingen en schorsten de stadhouder in zijn functie van kapitein-generaal. Troepen die door Holland werden betaald moesten terug naar Holland onder een nieuwe bevelhebber met als argument om een burgeroorlog te vermijden. In Holland denderde de omwenteling door met Patriotse machtgrepen in Amsterdam en Rotterdam. In de stad Utrecht namen Patriotten het bestuur over. De Staten van Utrecht verplaatsten zich naar Amersfoort en gaven opdracht aan een regiment om op te trekken naar de stad Utrecht. Echter het Utrechtse vrijkorps bracht de troepen tot staan in Vreeswijk, zuidelijk van de stad Utrecht. De kern van de opstand bestond

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 8/ 35

    in 1787 uit Holland, Overijssel en de stad Utrecht. Gewapende burgers van Overijssel overrompelden de Ommerschans bij Zwolle en kwamen zo aan zware wapens. Ook Overijssel had de stadhouder geschorst in zijn functie van kapitein-generaal. 2.3 Voorzichtige contrarevolutie en Goejanverwellesluis In April 1787 was er in een oproer in Amsterdam van de timmerlui van de werven, de ‘bijltjes’***. Ze hielden een maand stand tegen de Patriotten op de eilanden van de werven. Er vallen doden bij het heroveren van de werven, Fig.6. In Gelderland had de contrarevolutie wel succes, de Patriotse minderheid werd uitgeschakeld en in Arnhem kwam het tot een confrontatie waarbij met kanonnen en geweren geschoten werd. Na de Pattriotische nederlaag volgden plunderingen. Plunderingen van Patriotse huizen deden zich ook voor in Zaltbommel en Tiel. De contrarevolutie leidde tot radicalisering in Holland.

    Fig.6, Patriotten vallen de werven aan die bezet zijn door de 'bijltjes'. Figuur overgenomen van Ref.8, p.356. In Holland organiseerde graaf Bentinck van Rhoon een serie sociëteiten en een petitionnement voor het herstel van de stadhouder in zijn oude waardigheden. Rosendaal suggereert dat op het Valkhof, waar de stadhouder sinds 1786 verbleef, een contrarevolutie werd gepland. De daadkrachtige Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van de aarzelende Willem V, zou het startsein moeten geven. Zij ging op weg van Nijmegen naar Den Haag, waar zij bemiddeling aan de Staten-Generaal zou aanbieden ter voorkoming van een burgeroorlog. In feite werd verwacht dat de Orangisten in actie zouden komen bij haar verschijnen in Den Haag. Tijdens de reis werd Wilhelmina en haar gevolg opgevangen aan de Vlist, tussen Schoonhoven en Haastrecht, door gewapende Patriotten, Ref.10. Het gezelschap wordt opgebracht naar een huis nabij Goejanverwellesluis en na een oponthoud teruggestuurd, Fig.7. Meddens-van Borselen, Ref.11, betoogt dat de aanhouding van Wilhelmina uitgelokt is. In Holland was de situatie na Goejanverwellesluis dat vliegende legertjes een rol speelden bij stedelijke omwentelingen zodat Holland stevig in handen was van de Patriotten. De situatie was verder: Overijssel Patriots, Stad Utrecht Patriots en de

    *** De uitdrukking ‘Bijltjesdag’ is in WO II opgekomen voor de dag waarop de Nederlanders wraak zouden nemen op de collaborateurs en NSB’ers.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 9/ 35

    rest van de provincie was Orangist, Groningen stad Patriots en Ommelanden Orangist, Zeeland en Gelderland Orangist, Friesland verdeeld, Drenthe en generaliteitslanden neutraal.

    Fig.7, boven een beeld van de korte internering van Wihelmina in een boerderij in de buurt van de Goejanverwellesluis en onder de sluis zoals die er nu uitziet. De figuur boven is overgenomen van Ref.12, deel 9, p.147 en de figuur onder van Ref,8, p.355. 3. Contrarevolutie, ballingschap 1787-1795 3.1 Pruisen grijpt in Voor de Orangisten was het zaak hulp te halen in het buitenland. Het reguliere leger was gehalveerd door de actie van Holland om de door haar betaalde troepen te onttrekken aan het bevel van de stadhouder. Het voorwendsel voor ingrijpen door de Pruisen was de belediging van de aanhouding en terugsturen van Wilhelmina in Juni 1787. In September 1787 was er een eis van genoegdoening die geweigerd werd en gevolgd door een militair ingrijpen door haar ‘grote broer’ Frederik Willem II de koning

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 10/ 35

    van Pruisen††† met 20.000man. In October is de zaak bekeken en zijn de Patriotten verslagen, Fig.7 toont de Pruisische intocht in Amsterdam dat nauwelijks verzet bood. In 1785 had Frankrijk al een alliantie gesloten met de Republiek waarbij

    Fig.7, Intocht van de Pruisen in Amsterdam. Figuur overgenomen van Ref.12, deel 9, p.147 hulp zou worden geboden indien de Republiek van buiten zou worden aangevallen. Bovendien had de Franse koning te kennen gegeven dat de Patriotten op steun en protectie konden rekenen. De Staten van Holland hadden bij de dreigende inval van Pruisen gevraagd om hulp in de vorm van bemiddeling en later bij de inval om militaire steun. De Fransen trokken een leger samen in Noord-Frankrijk. Engeland, dat de Pruisen steunde, mobiliseerde ook troepen Er was onenigheid in de Franse regering. De verwachting in Frankrijk was dat de Engelsen zouden ingrijpen bij Franse hulp en een oorlog met Pruisen was niet opportuun. De Franse besluiteloosheid loste het probleem voor de Fransen op: de gevraagde militaire steun werd ingetrokken door de Staten van Holland die door het Pruisische ingrijpen nu Orangistisch waren. De gevraagde hulp van de Patriotten aan Frankrijk kwam er dan ook niet‡‡‡ en aan de revolutie van de Patriotten kwam voorlopig tot een einde. Een deel van de Patriotten vluchtten naar België en Frankrijk. Overleg tussen Frankrijk en Engeland eind 1787 over het Pruisische ingrijpen wendde een oorlog af. De Pruisische koning eiste een hoog bedrag voor de interventie. Hiermee werd de bouw van de ‘Tor des Friedens’ in Berlijn betaald: de Brandenburger Tor. Na de omwenteling werd er op grote schaal geplunderd met soms molestatie. Gewestelijke en locale overheden werden gezuiverd. De anarchie duurde een half jaar. Soldaten van het Patriottisch leger werden geïnterneerd in de Pruisische garnizoensstad Wesel aan de Rijn. Na de ‘volksrechtspraak’ begonnen de officiële

    ††† In 1786 was koning Frederik de Grote van Pruisen opgevolgd door zijn neef Frederik Willem II. ‡‡‡ Het uitblijven van hulp werd door de Fransen wel beschouwd als een ereschuld, de Patriotse vluchtelingen profiteerden daar later van.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 11/ 35

    vervolgingen. Bentinck komt aan het hoofd van een commissie voor wetverzetting. Er kwamen ingrijpende zettingen uit ambten. De elite van Holland werd zo vervreemd van de stadhouder. Ook ambtenaren werden gezuiverd. Er waren ook op grote schaal amnestieregelingen, soms met betalingen,verbanningen, zelfs geselingen. De burgemeester van Bolsward werd onderworpen aan een symbolische executie met het zwaard gevolgd door 20jaar verbanning. Samengevat: duizenden huizen geplunderd, vele duizenden vluchtelingen (een waarschijnlijk overdreven schatting is 40.000), en honderden processen tegen Patriotten. De revolutie beweging leefde ondergronds voort. Het leeuwendeel van de vluchtelingen ging naar verloop van tijd terug naar de Republiek, de rest ging voornamelijk naar naar de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk. Aanvankelijk waren de vluchtelingen welkom in de Zuidelijke Nederlanden. De verwachting van de keizer Josef II was dat de rijke Patriotten de economie zouden stimuleren maar dit bleek tegen te vallen. De vluchtelingen mengden zich in de politiek wat niet in dank werd afgenomen door hetzij de Oostenrijkers, hetzij de opstandige bewegingen in de Zuidelijke Nederlanden. Uiteindelijk belandden de meeste gevluchte patriotten in Frankrijk. 3.2 Patriotten in Frankrijk Ook Frankrijk verwachtte economische voordelen van de opvang van Patriotten. Koning Lodewijk XVI drong aan op asiel voor de vluchtende patriotten, hij had ook wat recht te zetten in verband met uitgebleven steun bij de inval van Pruisen. Zo kregen duizenden§§§ onderdak en financiële ondersteuning in Frankrijk in 1787. Er ontstond ook beleid vanaf begin 1788. St Omer was een van de plaatsen waar vluchtelingen werden opgevangen, hier in een kazerne. Veel vluchtelingen, al dan niet met hun gezin, werden geldelijk ondersteund overigens met grote verschillen. De maatschappelijke status speelde een grote rol. Er is een hoop gekrakeel tussen de vluchtelingen onderling geweest. Er ontstonden drie groepen: i) kolonisten, zij die zich min of meer wilden vestigen omdat zij op korte termijn geen terugkeer verwachtten met als voorman Valckenaer, ii) zij die herstel van de Patriotse zaak op korte termijn wilden blijven nastreven met Van Beyma als voorman, en iii) een groep die zich wilden verzoenen met de Orangisten. De Patriotten van de Van Beyma groep, inmiddels omgedoopt tot Bataven, bleven lobbyen voor een Frans ingrijpen zowel bij het Franse hof als bij radicale burgers. Op initiatief van de Van Beyma groep werd een Comité Revolutionair der Bataven opgericht in 1792 dat met de officiële en geldelijke steun van Frankrijk de revolutie in de Republiek wilde voorbereiden. De Bataven verwierven een plaats in het revolutionaire mileu van de Franse revolutie van 1789. Op initiatief van waarschijnlijk Daendels werd een Bataafs legioen**** opgericht door koning Lodewijk XVI. De officiële naam was echter Légion Franche Etrangère om de Engelsen niet te

    §§§ Rosendaal noemt een getal van 5000 in Frankrijk, voornamelijk jonge mannen. De rijkere vluchtelingen bleven in Brussel. **** Het legioen was van gemengde samenstelling: het aantal Bataven is niet groter geweest dan een driehonderd van de beoogde 2800man. Overigens bestond het vooral uit Zwitsers (die dienst hadden gedaan bij het koninklijke paleis de Tuilerieën) en Zuid-Nederlanders (Luikenaars en Brabanders). Onder de officieren echter trof men verscheidene Nederlanders aan zoals Chassé, De Winter, en natuurlijk Daendels.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 12/ 35

    provoceren die zich garant hadden gesteld tegen buitenlands ingrijpen in de nu Orangistische Nederlandse republiek. Aan de uniformen van het legioen werd aandacht geschonken zoals blijkt uit Fig.8.

    Fig.8, uniformen van het Légion Franche Etrangère. Links boven: jager te voet en infantrist, links onder: kanonnier en jager te paard, rechts: muzikant en pontonnier. Figuren overgenomen uit Ref.2, p.338 en 339. De Franse monarchie viel eind 1792 en de nieuwe machthebbers met revolutionair elan bleken steun te willen verlenen aan revolutionaire groepen buiten Frankrijk. In Januari 1793 werd door het Comité Revolutionair der Bataven op grote schaal een pamflet ‘Aan het volk van Nederland’ verspreid, de naam refereerde naar het pamflet van Van der Capellen in 1781. De Franse republiek was in oorlog met Pruisen en Oostenrijk en beschikte over een groot leger na een volksmobilisatie. Kort na de onthoofding van ‘burger Louis Capet’ in 1793 wordt door de Fransen de oorlog verklaard aan de koning van Engeland en de Nederlandse stadhouder. Het Comité Revolutionair der Bataven heeft zich met een blauwdruk voorbereid op een machtsovername in de Nederlanden. Alle mannelijk burgers van 18jaar en ouder zouden stemrecht krijgen om voor iedere plaats een bestuur te kiezen en een Nationale Vergadering. Er zou een ‘Garde National’ komen in iedere plaats en de Franse troepen zouden betaald dienen te worden. Het Franse leger, met het geïntegreerde ‘Bataafse Legioen’, trekt door de Oostenrijkse Nederlanden op naar de grote rivieren. Hier loopt de opmars vast op de

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 13/ 35

    inundaties van de waterlinie. De Franse opperbevelhebber Dumouriez†††† liep zelfs over naar de vijand. Oostenrijk zette een tegenaanval in, het Franse leger in Brabant dreigde geïsoleerd te worden en trok zich chaotisch terug op de Franse grens na een nederlaag bij Terwinden in Maart 1793 . Daendels onderzocht de mogelijkheid van een revolutie van binnenuit. Van Irhoven van Dam, een Amsterdams advocaat, achtte dit een onmogelijke zaak en betoogde: ‘De Hollandse Patriot, verneemende dat zijne verlossers in aantogt en nabij onze grenzen zijn, trekt rimpels in zijn voorhoofd, zugt, steekt een pijp tabak aan en gaat dezelfde vreedzaam in zijn agterkamer uitrooken’. De val van Robespierre bood nieuwe kansen, Nederlandse vluchtelingen beloofden veel geld aan de failliete Franse Republiek voor een bevrijding van de Republiek van de stadhouder Willem V. In 1794 drong de Franse generaal Jourdan de Oostenrijkers tot over de Rijn, Keulen, Bonn, en Koblenz worden bezet. Pichegru (in de volksmond ‘Pietje Kru’) bezette Staats Brabant en veroverde Den Bosch. Daendels was nu brigadegeneraal in het Franse leger. Weer stuitten de legers op de rivieren en de waterlinie. Alles beneden de Maas en Merwede werd beschouwd als veroverd gebied komt onder Frans bestuur. In de Zuidelijke Nederlanden werden de Oostenrijkers werden definitief verslagen in 1794 en het gebied inclusief Luik‡‡‡‡ werden ingelijfd bij Frankrijk. De elite verfranste en er ontstond de eerste moderne industrie in Luik en de Bourinage. Voor de lagere klassen was de Franse bezetting uiteindelijk een ramp. Ook de kerk was een slachtoffer, kloosterorden werden opgeheven en de bezittingen verkocht. Priesters die een loyaliteitsverklaring niet wilden tekenen werden vervolgd. Er kwam dienstplicht voor Belgen. In de Noordelijke Nederlanden zou de Franse bezetting milder uitpakken. Zie verder Ref.13, p.67-78. 4. De Bataafse Omwenteling 1795-1799

    Fig.9, Franse troepen trekken over de bevroren rivieren. Figuur overgenomen van Ref.3, p.465.

    †††† Het verraad van Doumouriez kwam na grote meningsverschillen met de vertegenwoordigers van het bewind in Parijs hoe de oorlog gevoerd moest worden en de bezette gebieden moesten worden behandeld. Na weigeringen de aanwijzingen op te volgen kwam een bevel zich in Parijs te verantwoorden. Doumouriez volgde dat bevel niet op. ‡‡‡‡ Het Prins-bisdom Luik was tot 1795 een zelfstandige staat met veel versnipperde enclaves.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 14/ 35

    De strenge winter van 1794-1795 komt de Frans-Bataafse legers te hulp, Fig.9. Blunders in de verdediging, slechte communicatie tussen de Orangisten, Hessen en Engelsen verzwakken de verdediging Het Nederlandse leger bood nauwelijks weerstand, Engelse hulptroepen onder York trokken plunderend en zonder strijd naar Duitsland. Patriotten en katholieken verwelkomden de Fransen. Daendels weet de revolutionairen in Nederland te activeren tot een bescheiden tweede front. Het draagvlak voor het Oranjehuis was onvoldoende en Nederland wordt zonder veel bloedvergieten bezet. Willem V vlucht naar Engeland in Januari 1795, Fig.10.

    Fig.10, vlucht van Willem V vanaf het strand van Scheveningen. Figuur overgenomen van Ref.8. Revolutionaire Comités nemen het bestuur over en voorlopige representanten van de gewesten worden gekozen voor de Staten-Generaal. Al begin 1795 worden de Rechten van de Mens en van de Burger voor alle gewesten bindend verklaard. De uitgangspunten zijn: vrijheid, gelijkheid, vrijheid van meningsuiting, garantie van eigendom. Dit betekent dus vrijheid van godsdienst maar pas in Augustus 1796 werd de scheiding tussen kerk en staat formeel afgekondigd. Met de Franse troepen trokken de Representanten van de Franse regering mee die geacht werden de politieke aspecten van de oorlog te behartigen. In de Republiek werden hun uitspraken serieus genomen en als toezeggingen geïnterpreteerd. Echter er bleken wel de nodige verschillen van mening te zijn met Parijs dat uiteindelijk natuurlijk wel de doorslag gaf. In de Zuidelijke Nederlanden waren de Representanten berucht vanwege hun roofpartijen en corruptie. In de Republiek bleef de roof van de Franse Representanten, Fig.11, voornamelijk beperkt tot de bezittingen van de de stadhouder waaraan de oorlog was verklaard. In Mei 1795 werd met het Traktaat van Den Haag de Bataafse Republiek§§§§ erkend door Frankrijk. De eerste jaren traden de Fransen terughoudend op zodat de Patriotten hun gang konden gaan met een Nederlandse revolutie. Al te radicale veranderingen werden door de Fransen niet gesteund, de Fransen waren geïnteresseerd in Nederlands kapitaal (een vlucht van kapitaal en goederen per schip is een optie van een zeevarende natie). Echter Staats-Vlaanderen, Venlo en Maastricht werden Frans, maar het aanvankelijk §§§§ De naam Bataafse Republiek is gekozen naar analogie van de mythische Bataafse opstand tegen de Romeinen.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 15/ 35

    Fig.11, een Franse Representant. De figuur is overgenomen van Ref.5, p.279. geclaimde Staats-Brabant bleef Nederlands. Ook Vlissingen werd Frans zodat de opening van de Westerschelde gegarandeerd was. Inmiddels waren Drenthe en Noord Brabant toegelaten tot de Staten Generaal. De beloofde miljoenen, zo’n 100 miljoen, werden uitbetaald aan de Fransen en de ook kosten van de Franse troepen werd betaald door de Bataafse Republiek. Begin 1795 werd, op initiatief van Holland, de Statenvergadering, de Ridderschap, en de funkties van stadhouder en raadspensionaris afgeschaft. De Staten-Generaal bestond in Maart 1795 al uit Patriotse vertegenwoordigers en besliste dat de Raad van State vervangen wordt door een Comité tot Algemene Zaken van het Bondgenootschap te Lande dat onder andere als taak krijgt om een plan te ontwerpen voor het bijeenroepen van een Nationale Vergadering. Volgens het uiteindelijk vastgestelde plan zou een volkstelling worden gehouden, per 500 stemmers werden een kiezer en plaatsvervanger gekozen. Zij kozen per 15.000 inwoners één volks-vertegenwoordiger, dit kwam neer op ongeveer 130 vertegenwoordigers voor een bevolking van 2miljoen. Van stemming werden gevangenen, mensen onder curatele vanwege wangedrag of verkwisting, door de rechter aangemerkten als eerloos, en armen die leefden van de armenzorg uitgesloten. Verder werd geëist dat het beginsel van de volkssoevereiniteit zou moeten worden onderschreven en dat de regering berustte op de macht van het volk. De stemmers dienden 20jaar of ouder te zijn, vrouwen mochten niet stemmen. De opening vond plaats in Maart 1796 in de balzaal van het Binnenhof die voor iedereen toegankelijk was (de inmiddels oude zaal van de latere 2e kamer), Fig.12. De belangrijkste taak is het ontwerpen van een grondwet, hiervoor werd een commissie ingesteld. De tegenstellingen tussen de voorstanders van een federale en een unitaire staatvorm kwamen al snel aan het licht. Er zijn 3 niet strak georganiseerde facties:

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 16/ 35

    democraten (revolutionair en unitarist) , aristocraten (federalisten met een regenten- achtergrond, zonder Oranje), en moderaten (geneigd tot verzoening en compromissen). Het eindrapport over de grondwet van de sterk verdeelde commissie was doordrongen van de federale gedachte. Niettemin werd het rapport als uitgangspunt voor debat geaccepteerd. Echter de in de discussies wisten de democraten te bereiken dat de Republiek ondeelbaar was als basis voor de constitutie. In Mei 1797 was het debat afgerond maar het resultaat dat van compromissen aan elkaar hing was alleen voor de moderaten bevredigend. Eerst werden nieuwe verkiezingen gehouden omdat het mandaat van de vergadering afliep en kort daarop het referendum over de grondwet. Het voorstel over de grondwet werd met 80% van de 137.000 stemmers verworpen*****.

    Fig. 12, de Nationale Vergadering in 1796 in de voormalige balzaal van het stadhouderlijke hof. Figuur overgenomen uit Ref.12,deel 11 ,p.166. De Nationale Vergadering kwam in September 1797 weer bijeen, de tegenstellingen in de vergadering bleken niet te overbruggen. Frankrijk wilde snel een grondwet omdat aan haar noordgrens een stabiele Bataafse Republiek gewenst werd. Na een staatsgreep in Frankrijk, gesteund door het leger, vond een zuivering plaats en de revolutionaire democraten kregen de overhand in de Franse ***** De bevolking was ongeveer 2miljoen, de betekent dus ongeveer 1miljoen mannen. Stel dat ⅔ van de mannen aan de leeftijdseisen voldeed, de opkomst was dan 23% (geen rekening houdend met uitsluitingen van kiezers).

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 17/ 35

    volksvertegenwoordiging. Het Directoire (de Franse uitvoerende macht) werd omgekocht door Bataafse democraten (onder andere met jenever en linnen) om hen te steunen. De nieuw benoemde Franse gezant kreeg als opdracht een radicale grondwet te bevorderen. Ook de commandant van het Franse leger werd vervangen. In Frankrijk werd een concept voor de grondwet van Bataafse Republiek opgesteld met als basis de Franse grondwet en Nederlandse ideeën. De democraten organiseerden een coup In Januari 1798. Van de 126 leden van de Nationale Vergadering werden 28 leden weggezuiverd. De resterende groep werd hartelijk begroet door de bevelhebber Daendels en de Franse legercommandant in de wachtkamer van de vergaderzaal. In de vergadering werden de leden gedwongen om onder andere het federalisme af te zweren, 11 leden weigerden en werden weggezuiverd. Dit bleek te helpen en in Maart 1798††††† werd de nieuwe grondwet geaccepteerd. In een referendum op April 1798 werd de grondwet aangenomen met 154.000 voor en 11.600 tegen. De opkomst was ongeveer 40% van de stemgerechtigden, dit levert een totaal aantal stemgerechtigden van ongeveer 415.000 mannen. Indien van de 1miljoen mannen er ⅔ aan de leeftijdseis voldeed dan had maar ongeveer 60% van die mannen stemrecht. In Mei werd de grondwet gepresenteerd. Omdat de nieuwe democratische leden van het Uitvoerende Bewind zich niet aan de eigen grondwet hielden werd na zes weken in Juni weer een staatsgreep uitgevoerd door de moderaten. Echter de grondwet bleef intact. Daendels, nu opperbevelbebber van het leger, steunde de staatsgreep militair, Fig.13.

    Fig.13, de staatsgreep van Daendels, arrestatie van een lid van het uitvoerend bewind . Figuur overgenomen van Ref.12, deel 11, p.172. Engeland opende eind Augustus 1799 een noordelijk front tegen Frankrijk, in Noord-Holland landde een Engels-Russisch leger. Dit was tevens conform een oude belofte

    ††††† Volgens Von der Dunk, Ref.14, was de grondwet van 1798 moderner dan die van Thorbecke in 1848. .

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 18/ 35

    aan de Prins van Oranje. Het schamele restant‡‡‡‡‡ van de Bataafse vloot viel in handen van de Engelse vloot doordat de matrozen aan het muiten sloegen bij het zien van de oranjevlaggen op de Engelse schepen. Aanvankelijk verliep de invasie voorspoedig, het Bataafse leger onder Daendels trok zich voornamelijk terug en gaf Den Helder prijs met delen van Noord-Holland. De erfprins kwam zelfs aan wal en probeerde een contrarevolutie te ontketenen. Dit leidde tot niets. Uiteindelijk werd de invasiemacht vernietigend verslagen bij Castricum. Een Franse generaal had inmiddels het opperbevel overgenomen van een met Fransen versterkte Frans-Bataafse strijdmacht. De Republiek was zwak gebleken tijdens de invasie. De Bataafse Republiek was in naam onafhankelijk maar werd gaandeweg gedomineerd door de Franse Republiek. Vooral na 1799 toen Napoleon consul werd

    Fig.14, landing van een Engels-Russisch leger in Noord-Holland. Figuur overgenomen uit Ref.12, deel 11, p.175. met een staatsgreep in November 1799, werd de druk op de Bataafse Republiek opgevoerd om een Frans gezind beleid te voeren. Dus de Bataafse revolutie heeft slechts 3jaar geduurd. Het kwam tot een verzoening tussen Orangisten en de gematigde Patriotten van de Bataafse republiek. Dit werd in 1801 gesanctioneerd door de Prins van Oranje in de zogeheten brief van Oraniënstein. 5. Verlies van zelfstandigheid en restauratie 1799-1813 In September vond met de steun van Franse troepen in September 1801 een derde staatsgreep plaats waarna een nieuwe behoudende constitutie werd

    ‡‡‡‡‡ Al in October 1797 had de Bataafse vloot een dramatische nederlaag geleden bij Camperduin.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 19/ 35

    ingevoerd. In 1805 werd de grondwet weer veranderd in verband met een sterk eenhoofdig bestuur van raadspensionaris Schimmelpenninck. De oude titel raadspensionaris werd gehanteerd als een aanduiding voor president. Het bestuur van Schimmelpenninck voldeed niet en Napoleon§§§§§ benoemde zijn broer tot koning van Nederland in 1806 met de opdracht het Continentaal Stelsel uit te voeren. Dit handelsembargo was een gevolg van de Engelse overwinning op de Franse vloot bij Trafalgar waardoor Engelse vloot oppermachtig werd. Sinds 1568 (Filips II) had Nederland weer een koning en weer een katholieke. Strikt genomen is Lodewijk Napoleon de eerste koning van het Nederland met de min of meer huidige grenzen.

    Fig.15, Schimmelpenninck in ambtskostuum van raadspensionaris, links, en Lodewijk Napoleon, rechts. Figuren overgenomen van Ref.12, deel 11, p.178 en 183. Holland werd een van de diaree van nieuwe koninkrijken zoals: Saksen, Beieren, Württemberg, Spanje, Napels, en Westfalen. Lodewijk Napoleon koos Amsterdam als zetel, met wat druk werd hem het stadhuis aangeboden als paleis. In 1808 verhuisde hij. Zijn vrouw, de koningin, waarmee hij een slechte relatie had laat zich nauwelijks zien in Nederland. Lodewijk Napoleon heeft zich gaandeweg geïdentificeerd met Nederland. Hij deed zijn best om Nederlands te leren: ‘Ik ben konijn van Olland’. Lodewijk Napoleon was geen imposante man, hij had een lidteken boven zijn oog, een verlamde rechterhand, een kreupele loop ten gevolge van een ongeluk, en later bleek dat hij ook nog aan syfilis leed. Hij maakte zich populair onder meer bij de kruitramp in Leiden en overstromingen, waar hij zandzakken zou hebben gevuld. Hij greep niet in tegen

    §§§§§ Napoleon was op zijn 24e al generaal, onderdrukte een royalistische opstand in Parijs in 1795 en werd beroemd door een veldtocht in Italië. Hij pleegde een staatsgreep in 1799 (hij was toen 30jaar).

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 20/ 35

    blokkadebrekers, maar keek weg. Tot in 1809 was er nog handel met Engeland, ongeveer 10% van de Nederlandse export (via Noord Duitsland of door smokkel). Lodewijk Napoleon was pronkzuchtig maar stimuleerde wetenschap en kunsten. Al met al een wat omstreden maar toch populaire koning, echter zijn broer was niet tevreden over zijn optreden. In 1810 hield hij de eer aan zichzelf en deed afstand ten behoeve van zijn 5jarig zoontje en vluchtte naar Bohemen. Napoleon lijfde de republiek in bij Frankrijk. Na 1810 zakte de handel met Engeland in door het nu beter nageleefde Continentaal Stelsel.

    Fig.16, intocht van keizer Napoleon in Amsterdam in 1811. Figuur overgenomen van Ref.12, deel 12, p.186. Nadat Napoleon verslagen is in Leipzig in 1813 trokken geallieerden Nederland binnen. In 1813 bood Lodewijk Napoleon zelfs opnieuw zijn diensten aan. Door het driemanschap Van Hogendorp, Van Duyn van Maasdam, en Van Limburg Stirum werd een Algemeen Bestuur ingesteld in naam van de prins en meldden de Franse autoriteiten dat de bezetting ten einde was. Dit alerte ingrijpen van vooral van Van Hogendorp, voorkwam mogelijke claims van Pruisen en Rusland in een bestuurlijk vacuum. Zij vestigden een militair gezag, hielden de zaak draaiend en inden zelfs belastingen. Het driemanschap zocht contact met de erfprins in Engeland en boden hem aan om als ’souverein vorst’ terug te komen. Een ontwerp grondwet was al eerder gemaakt door Van Hogendorp, de verdiensten van deze politicus worden beschreven in Ref.9, p.593-618. Willem Frederik, zoon van Willem V en erfprins, had een besmette reputatie, Ref.7, p.113. Hij diende in 1795 (23jaar oud) als kapitein generaal en maakte bij het Staatse leger, dat wegsmolt onder de Franse opmars, geen goede indruk. Hij stimuleerde in 1799 de inval in Noord-Holland, dit werd een fiasco omdat de bevolking niet reageerde. In 1801 probeerde hij een schadevergoedingseis gehonoreerd te krijgen van de Republiek. Vanuit Berlijn probeerde hij verzet tegen de Patriotten te ontketenen, dit mislukte. Hij wilde daarna een deal met Napoleon die bereid was 5 miljoen gulden te betalen voor zijn rechten op de Republiek . Dit werd weer niks omdat hij weigerde toe te treden tot de Rijnbond****** met zijn Duitse bezittingen. Dit ****** Een confederatie van Duitse staten die ondergeschikt was aan Napoleon.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 21/ 35

    koste hem zijn erfgoederen die Napoleon hem afnam††††††. Zo werd hij weer een tegenstrever van Napoleon. Twee Engelse fregatten arriveerden op 30 November voor Scheveningen en de erfprins Willem Frederik werd in stijl aan land gezet om een uur of vijf in de middag door een barkas geroeid door Engelse matrozen met korte grijze pruiken en hoge hoeden, Ref.16, p.60-71. Daarna ging de reis naar Den Haag. Het beeld dat een soort volksfeest uitbrak is waarschijnlijk onzin, het was donker (er was geen volle maan) en langs de route was nauwelijks verlichting. De prins trad voorzichtig en

    Fig.17, Napoleontische rijk van 1812, de pijl wijst naar het geconfisqueerde Nassau . Figuur overgenomen van Ref.15, p.186 schuchter op. Uiteindelijk bleek de verklaring dat de prins als soeverein vorst der Nederlanden zou optreden met een constitutie, acceptabel in brede kringen. De

    †††††† In een artikel in het NRC van 25 April, 2013, p.16 wordt de toewijzing door Napoleon in 1802 van het bisdom Fulda aan de Oranjes genoemd ter compensatie van het verlies van de Republiek.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 22/ 35

    constitutie kwam er in 1814 maar dan wel voor België èn Nederland en Willem werd Koning Willem I, de tweede koning van Nederland na de 80-jarige oorlog.

    Fig.18, de landing van Willem Frederik in Scheveningen. Figuur overgenomen van Ref.8, p.360.

    Fig.19.,Koning Willem I. Figuur overgenomen van Ref. 7, p.114.. 6. Conclusie Rosendaal doet in zijn boeken Refs. 1 en 2 moeite om de typische Nederlandse aspecten van de revolutie naar voren te halen. Hij stelt dat de Bataafse revolutie was geïnspireerd door een niet dogmatisch Christendom en gebaseerd op de Nederlandse Verlichting. Het optreden van de revolutionairen was mild. In de Franse

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 23/ 35

    revolutie echter hoorde de dominante katholieke kerk bij de oude orde en het optreden van de revolutionairen was extreem. Mij lijkt dat Rosendaal het eigen Nederlandse karakter overdrijft. Er is van een echte Nederlandse revolutie sprake in de periode 1781-1784. Aansprekende nieuwe ideeën met wervende leiders waren er echter niet. Van der Capellen kwam in de buurt maar uit bijvoorbeeld zijn pamflet ‘Aan het Volk van Nederland’ bleek geen toekomstvisie. Na de inval in 1794/1795 lieten de Fransen de Nederlandse politiek een paar jaar met rust, maar die politiek werd wel sterk beïnvloed door Franse ideeën. De ‘hulp’ van de Fransen aan de Patriotten was aangemoedigd door de rijkdom van Nederland, zij vermeden onrust onder de bevolking en extreme maatregelen om een kapitaalvlucht te vermijden. De Franse bemoeienis nam toe tot er na 1799 geen sprake meer is van een zelfstandig Nederland. Van Hogendorp is voor mij in de periode 1781-1813 de zich ontwikkelende staatman die evolueert van een Orangist tot een liberaal die op tijd in actie kwam in 1813. Hij had toen zijn ideeën voor de toekomst van Nederland op een rijtje compleet met een ontwerpgrondwet. Al met al is de hier beschreven periode, 1783-1813, geen stuk Nederlandse historie om met trots op terug te kijken. De oude Republiek was aanvankelijk verdeeld tot op het bot. De veranderingen werden ingeleid door Van der Capellen en de eerste Patriotten. De Patriotten konden uiteindelijk hun revolutie uitvoeren binnen de grenzen die door de Fransen bepaald werden. Nadat de Fransen in 1813 verslagen waren stond Van Hogendorp klaar om het nieuwe Nederland, dat sterk was beïnvloed door de Fransen, te stabiliseren. Referenties 1) J. Rosendaal, ‘De Nederlandse Revolutie. Vrijheid, Volk en Vaderland,1783-1799’, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2005. 2) J.G.M.M. Rosendaal, ‘Bataven ! Nederlandse Vluchtelingen in Frankrijk 1787-1795’, Uitgeverij Vantilt, Nijmegen, 2003. 3) J. Rosendaal, ‘Zaltbommel: de Waal. De ‘Franse Winter’ van 1795’, in M. Prak, ed., ‘Plaatsen van Herinnering, Nederland in de Zeventiende en Achttiende Eeuw’, p.461-471, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2006. 4) J. Rosendaal, ‘Den Haag: Binnenhof. Nederlands Eerste Grondwet, 1798’, in M. Prak, ed., ‘Plaatsen van Herinnering, Nederland in de Zeventiende en Achttiende Eeuw’, p.485-494, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2006. 5) P. Geyl, ‘Geschiedenis van de Nederlandse Stam. Deel III (1751-1798)’, Wereld-Bibliotheek N.V., Amsterdam-Antwerpen, 1959. 6) P. van ’t Veer, ‘Daendels, Maarschalk van Holland’, W. de Haan, Zeist, 1963. 7) G. Graddesz Hellinga, ‘Geschiedenis van Nederland. De Canon van Ons Vaderlands Verleden’, Uitgeversmaatschappij Walburg Pers, Zutphen, 2007.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 24/ 35

    8) P. Brood, R. Kok, J. Krom, G. Mak, E. Somers, B. Speet en R. van Stipriaan, ‘Beslissende Momenten Uit de Vaderlandse Geschiedenis. De 25 Dagen Van Nederland’, Waanders Uitgevers, Zwolle, 2005. 9) J. & A. Romein, ‘Erflaters van Onze Beschaving. Nederlandse Gestalten Uit Zes Eeuwen’, Querido’s Uitgeverij B.V., Amsterdam, 1979. 10) S.Klein, ‘Hekendorp: de Goejanverwellesluis. Hollands Drama aan de IJssel’, in M. Prak, ed., ‘Plaatsen van Herinnering, Nederland in de Zeventiende en Achttiende Eeuw’,p.449-459, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2006. 11) A.Meddens-van Borselen,’De aanhouding van Wilhelmina van Pruisen door de Commissie van Defensie te Woerden in 1787’. Internetpublicatie als Appendix C toegevoegd. 12) ‘De Algemene Geschiedenis der Nederlanden’, 15 delen, Fibula-Van Dishoek, Haarlem 1980. 13) E.H. Kossman, ‘De Lage Landen 1780/1980. Twee Eeuwen Nederland en België, Deel I , 1780-1914’, Elsevier, Amsterdam/Brussel, 1986. 14) T. von der Dunk, ‘Amsterdam: Paleis op de Dam’, p.22-35, in J. Bank en M. Mathijsen, eds., ‘Plaatsen van Herinnering, Nederland in de Negentiende Eeuw’, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2006. 15) K. Santon & L. MacKay, ‘Grote Atlas van de Wereldgeschiedenis’, vertaling uit het Engels, Parragon Books Ltd., Bath, 2006. 16) J. van Zanten, ‘Het Strand van Scheveningen. De Aankomst van Koning Willem I op 30 November’, p.60-71 in, J. Bank en M. Mathijsen, eds., ‘Plaatsen van Herinnering, Nederland in de Negentiende Eeuw’, Uitgeverij Bert Bakker, Amsterdam, 2006.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 25/ 35

    Appendix A

    A1)

    Geschiedenis: Wat onze kinderen zingen woensdag 19 maart 2008 14:18

    Internetpublicatie van Elsevier Weekblad.: elsevier.nl.

    Marjanneke en de Bataafse Republiek Hop Marjanneke Hop Marjanneke, stroop in het kanneke, Laat de poppetjes dansen. Eerst was

    hier de prins (pruis) in het land, En nu die kale Fransen.

    In 1794, vijf jaar na de Franse revolutie, verjagen Nederlandse patriotten met hulp van Franse troepen het orangistische bewind onder stadhouder Willem V (1748-1806). In 1795 neemt hij de benen naar Engeland en roepen de patriotten de Bataafse Republiek uit. Hiernaar verwijst

    Hop Marjanneke . Marjanneke zou komen van Marianne, symbool voor Frankrijk, en de prins was de prins van Oranje: Willem V.

    In plaats van ‘prins’ wordt ook weleens ‘pruis’ gezongen. Ook dat is te verklaren: de koning van Pruisen was de zwager van Willem V. In 1787 had Willem met hulp van een Pruisisch leger de patriotten verjaagd. Met ‘kale Fransen’ werden de Franse troepen bedoeld die de

    Bataafse Republiek opnieuw moest uitrusten – als vergoeding voor de Franse hulp. Neerlandica Heleen van den Bos liet in haar scriptie zien dat bij sommige varianten het versje

    geen politieke, maar sociale satire is op de brave huisman: ‘hij roert de pap/hij wiegt ‘t kind/en laat zijn vrouwtje dansen’

    A2)

    Gastenboek voor de subdomeinen kinderliedjes, volksliedjes en songteksten van de website In de Overtuin

    'op Mari'anneke str'op in't han(d)eke l'aat 'e pop'etjes dan'se'! Eerst was er de Pruu's in 't land en nu die k'ale Franse.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 26/ 35

    APPENDIX B, Stadhouders, pensionarissen, en landsadvocaten. Onder Philips II was een stadhouder de vertegenwoordiger van de koning. Ieder van de gewesten kon een aparte stadhouder hebben maar combinaties kwamen voor. Bijvoorbeeld: Willem van Oranje was benoemd als stadhouder voor Holland, Zeeland en Utrecht. In de Republiek werden stadhouders in de praktijk door de gewesten benoemd en eventueel bevestigd door de Staten-Generaal. De stadhouder had een stem in de benoeming van stadsbesturen en trad op als legeraanvoerder. De gewesten konden ook zonder stadhouder functioneren. Naarmate de opstand vorderde gaven de gewesten de voorkeur aan dezelfde persoon, de prins van Oranje. Er zijn constant spanningen geweest tussen de soevereine gewesten en de prins die er van werd verwacht naar soeverein (alleen heersend) gezag te streven. Bij het overlijden van Willem II gaven verschillende gewesten de voorkeur aan het zonder een stadhouder te doen. Echter in 1672 toen de Republiek van alle kanten werd aangevallen herstelden de Staten het stadhouderschap. Na de kinderloze dood van Willem III hadden de gewesten Holland, Zeeland, Utrecht, en Overijssel geen stadhouder. Een oorlog met Frankrijk in 1747 was aanleiding het stadhouderschap te herstellen. De Friese stadhouder Willem IV werd erfstadhouder van alle gewesten. Na zijn dood volgende de minderjarige zoon Willem V hem op. Huwelijken met koninklijke families in Engeland en Pruisen en door uitgebreide hofhoudingen verraadden ambities om als vorsten te regeren. Door Willem III en Willem IV zijn regeringsreglementen afgedwongen met onder vergaande invloed van de stadhouder omtrent de benoeming van regenten. Een pensionaris was een juridisch raadsman van een stad en afgevaardigde naar de Statenvergadering. Hij was een permanent ambtenaar en kon dus grote invloed hebben bij de wisseling van het bestuur. Oldenbarnevelt was pensionaris van Rotterdam en werd landsadvocaat van Holland en trad dus op voor Holland en gezien de positie van Holland meestal ook voor de gehele Republiek.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 27/ 35

    APPENDIX C, Internetpublicatie van A. Meddens-van Borselen

    De aanhouding van Wilhelmina van Pruisen door de Commissie van Defensie te Woerden in 1787.

    "Ik zal dit in uwe ogen doen druipen"

    Inleiding

    De politieke tegenstelling tussen Oranjegezinden en patriotten in de Republiek leidde in 1787 tot een burgeroorlog. Terwijl de Oranjegezinden in de provincies Gelderland en Utrecht in de meerderheid waren, hadden de patriotten in het gewest Holland en de stad Utrecht de overhand. De patriotten richtten in juni 1787 een speciale commissie op om Holland in staat van verdediging te brengen. In dit artikel zullen de ideeën en de samenstelling van beide groeperingen niet aan de orde komen, maar zal de geschiedenis van de Hollandse Commissie van Defensie te Woerden en de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen door deze Commissie centraal staan.(1)

    De oprichting van de Commissie

    In de tweede helft van de jaren tachtig van de achttiende eeuw maakten de patriotten zich meester van het bestuur in de provincie Holland. Zij probeerden de macht van Willem V te verzwakken door hem een aantal belangrijke functies te ontnemen. Zo verloor hij in 1785 naar aanleiding van het Oranjeoproer in 's-Gravenhage het commando over het garnizoen aldaar. De prins reageerde hierop door met zijn gezin Den Haag te verlaten en zich met hen in Nijmegen te vestigen. Een jaar later werd hem door de Staten van Holland de functie van kapitein-generaal ontnomen naar aanleiding van de aanval van de Oranjegezinde troepen op de Gelderse stadjes Hattem en Elbrug.

    In mei 1787 vond een gebeurtenis plaats in de provincie Utrecht, die voor de Hollandse patriotten aanleiding was om een speciale defensiecommissie op te richten. In opdracht van de Staten van Utrecht voerde het leger van generaal F.A. van Efferen in mei 1787 een aanval uit op de plaatsen Vreeswijk, Harmelen en Maarsen met de bedoeling de stad Utrecht van haar bondgenoot Holland te isoleren door de wegen naar Amsterdam en Den Haag te bezetten.(2) Deze aanval mislukte doordat de troepen van de stad Utrecht met steun van Hollandse soldaten erin slaagden de invallers te verjagen en had tot gevolg dat de vroedschap van Utrecht op 7 juni 1787 kolonel Frederik rijngraaf van Salm aanstelde tot generaal en bevelhebber van de troepen van de stad.(3) De Amsterdamse afgevaardigden in de vergadering van de Staten van Holland stelden voor om een commissie van defensie op te richten, die de provincie Holland en de stad Utrecht moest verdedigen tegen de in de provincies Utrecht en Gelderland gelegerde troepen van de stadhouder Willem V.(4) Op 12 juni 1787 nam de patriottische meerderheid in de Statenvergadering van

    http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_1_#N_1_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_2_#N_2_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_3_#N_3_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_4_#N_4_

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 28/ 35

    Holland het voorstel voor het oprichten van een commissie van defensie aan. In deze commissie werden benoemd: Daniël J. Canter Camerlingh (1754-1816),(5) lid van de vroedschap van Haarlem en hoofd van het vrijcorps aldaar, Franciscus G. Blok (1749-1812), lid van de vroedschap van Leiden,(6) Martinus van Toulon (1736-1818), burgemeester en lid van de vroedschap van Gouda,(7) Cornelis van Foreest (1756-1825), lid van de vroedschap van Alkmaar (8) en Jan de Witt (1755-1809), lid van de vroedschap van Amsterdam.(9) Hendrik Costerus, zoon van de burgemeester van Woerden werd tot secretaris benoemd. De Commissie koos als standplaats Woerden uit en verbleef in het kasteel aldaar.

    De troepen die door de provincie Holland betaald moesten worden, waren sinds 1786 in Woerden gelegerd. Zij stonden onder het bevel van de generaal-majoor A.van Rijssel.(10) Tevens werd in dat jaar op initiatief van de stadspensionarissen C.de Gijselaar uit Dordrecht, E. van Berckel uit Amsterdam en A. Zeebergh uit Haarlem getracht om uit de stedelijke vrijcorpsen een behoorlijk leger samen te stellen, dat aan de oost- en zuidgrens van Holland zou moeten worden gelegerd.(11)

    De werkzaamheden van de Commissie

    De taak van de Commissie was niet eenvoudig. Het leger was sterk verwaarloosd en veel militairen waren gedeserteerd.(12) Franciscus Blok, zoals gezegd lid van de Commissie, schreef dat de Commissie ter verdediging van de provincie slechts over 5500 man beschikte en dat de troepen half bewapend en "ongedresseerd" waren.(13) Om het tekort aan troepen op te vangen liet de Commissie een aantal inundaties voorbereiden, waaronder die in de Alblasserwaard en de omgeving rond Gorinchem en het gebied tussen Muiden en Naarden.(14) In augustus 1787 stelde de Amsterdamse patriot Balthasar Elias Abbema, lid van het Defensiewezen van de stad Amsterdam: "Het is buiten twijfel dat onze magt niet bestant is tegen die van de Prins, wanneer die door eenige duizenden buitenlandsche troupen ondersteund zoude worden. Dus hangt de zaak enkel hier van af, dat wij ons door het water beveiligen. Deze lijn van verdediging is precies dezelve als die in het jaar 1629, toen Prins Frederik Hendrik 's-Hertogenbosch beleggende, tegen de Spaanschen".(15) In aller ijl wierf de Commissie troepen voor de bestaande compagnieën en werden nieuwe regimenten opgericht. Voor de verdediging op de rivieren stelde zij de Rotterdamse makelaar Nicolaas Montauban van Zwijndrecht aan tot commissaris, die in opdracht van de Commissie schepen aankocht en deze tot oorlogsschepen liet ombouwen.(16) Tevens fungeerde hij als intermediair tussen de commandanten van de oorlogsschepen en de Commissie te Woerden.(17) De schepen lagen op de rivieren voor de plaatsen IJsselmonde, Hellevoetsluis, Dordrecht, Vianen, het slot Loevestein en in de Zuiderzee. Voorts trad de Commissie op tegen Oranjegezinden die oranje bloemen (goudsbloemen) en linten droegen en trachtte de leden van vrijcorpsen tegen aanvallen van leden van Oranjesociëteiten te beschermen. Aanvoerders van Oranjeoproeren werden gearresteerd en voor het gerecht gebracht.(18)

    http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_5_#N_5_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_6_#N_6_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_7_#N_7_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_8_#N_8_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_9_#N_9_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_10_#N_10_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_11_#N_11_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_12_#N_12_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_13_#N_13_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_14_#N_14_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_15_#N_15_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_16_#N_16_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_17_#N_17_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_18_#N_18_

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 29/ 35

    De aanhouding van Wilhelmina van Pruisen

    De aanhangers van Oranje wilden zich niet bij de situatie neerleggen. Zij vonden dat de stadhouder het zich niet langer kon permitteren in Gelderland te blijven. James Harris, de Engelse gezant, en Gijsbert Karel van Hogendorp, beiden raadslieden van Willem V, bereidden daarom de terugreis van de stadhouder naar Den Haag voor en hoopten hiermee zijn machtsherstel te bespoedigen. Willem V was echter niet bereid te gaan tenzij de Staten van Holland hem daartoe zouden uitnodigen.(19) Zijn echtgenote prinses Wilhelmina besloot toen om zelf naar Den Haag te gaan. Zij schreef later in een brief aan de raadpensionaris Pieter van Bleiswijk, dat het doel van haar reis was om mee te werken aan het herstel van de rust en vrede teneinde een burgeroorlog te voorkomen.(20) De reis werd goed voorbereid. Op 28 juni 1787 ging prinses Wilhelmina via Nijmegen, Tiel, Nieuwpoort en Schoonhoven op weg naar de vroegere residentie.(21)

    Cornelis de Lange van Wijngaarden, schepen en lid van de vroedschap van Gouda en commandant van het vrijcorps van Gouda, was inmiddels door twee leden van dit genootschap op de hoogte gesteld van de voorgenomen reis van de Prinses. Vlak voor het schrijven van dit artikel verkreeg het Rijksarchief in Zuid-Holland een aanvulling op het archief van De Lange van Wijngaarden. In deze aanvulling op het archief bevindt zich een handgeschreven document getiteld "Anecdotes historiques et politiques" waarmee nu -bij mijn weten voor het eerst- kan worden aangetoond dat de patriotten op de hoogte waren gebracht van de komst van de prinses. In de "Anecdotes" schreef De Lange hierover dat enkele leden van de Oranjesociëteit te Haastrecht, die ingelicht waren over de reis, hun mond voorbijgepraat hadden: ... "mais la commission des états pour la défense de Hollande et la ville d' Utrecht... ce n'est pas elle qui a découvert ni moi meme l'entreprise du voyage de la princesse. Ce sont les Orangistes Anson et Muscaput, bourgeois de Haastrecht, qui l'ont dévolé par imprudence a quelques citoyens patriotes".(22) Op verzoek van de Commissie van Defensie ging De Lange van Wijngaarden met zijn manschappen naar de Goejanverwellesluis, aangezien deze door desertie van troepen onbewaakt was. Hij schreef later: "Si j'avais refusé il est très possible que la Princesse aurait fait son chemin sans obstacle puisque'un autre officier qui aurait en la meme audace n'aurait peut etre pas été bien informé, de ce qui se passait."(23)

    Voor de komst van de prinses waarschuwden enkele leden van het vrijcorps hem, dat er in Haastrecht vijftien paarden waren besteld. Dit aantal kon alleen voor een buitenlandse vorst of voor de stadhouder of zijn familie bestemd zijn. Het vrijcorps van Gouda kreeg de opdracht om naar Bonrepas te gaan en daar deze personen aan te houden en hun identiteit te achterhalen. Zo gebeurde het dat Wilhelmina met haar gevolg aan het riviertje de Vlist tussen Schoonhoven en Haastrecht werd aangehouden. Zij werd naar de vlakbij de Goejanverwellesluis gelegen boerderij van Adriaan Leeuwenhoek gebracht, waar De Lange van Wijngaarden, als commandant van het vrijcorps van Gouda, ingekwartierd was. Inmiddels was ook de Commissie van Defensie te Woerden ingelicht. In afwachting van de komst van de Commissie van Defensie bewaakte Daniël van Genderen met getrokken sabel het gezelschap .(24) Tijdens het eten en drinken ging deze Van Genderen bij het gezelschap aan tafel zitten. "Hij kende de vormen zo weinig, dat hij zich bij de Prinses neerzette; een vergrijp dat zij hem van harte vergaf, wel ziende dat het geen kwade kerel was".(25)

    http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_19_#N_19_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_20_#N_20_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_21_#N_21_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_22_#N_22_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_23_#N_23_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_24_#N_24_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_25_#N_25_

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 30/ 35

    's-Avonds arriveerde de Commissie van Defensie. Zij weigerde de Prinses doorgang te verlenen zonder goedkeuring van de Staten van Holland en stelde haar voor om de nacht op het kasteel van Woerden door te brengen. De Prinses besloot om de beslissing in Schoonhoven af te wachten, waarheen zij door twee leden van de Commissie werd begeleid. Bij het verlaten van de boerderij zei zij in het voorbijgaan tegen het commissielid Daniël Canter Camerlingh " Ik zal dit in uwe ogen doen druipen", waarop zij als antwoord kreeg: "daar zijt gij niet in staat toe mevrouw".(26) De volgende dag keerde zij naar Nijmegen terug en schreef haar broer, Frederik Willem II, koning van Pruisen, om hem over deze gebeurtenissen in te lichten.

    De patriotten bleven op hun hoede en hielden er rekening mee, dat Wilhelmina nog eens een poging zou wagen om naar de voormalige residentie te reizen. Op 6 september 1787 meldde Daniël van Genderen vanuit Goejanverwellesluis, dat er een gerucht ging, dat de Prinses wederom in aantocht was. Zij zou dit maal bij Nieuwpoort voor een lijkkoets paarden besteld hebben en meende men, "onder het voorwendsel eener afgestorvenen naar Delft te brengen, eene doortogt zoude trachten te baanen".(27)

    Het document "Anecdotes historiques et politiques" van de Lange van Wijngaarden werpt mijns inziens een nieuw licht op de reis en de aanhouding van Wilhelmina van Pruisen. Zoals gezegd schreef Cornelis de Lange dat men door onvoorzichtigheid van twee Oranjeaanhangers, van wie hij de namen kende, op de hoogte was gesteld van de reis van de prinses. Het is zeer aannemelijk dat zij met opzet deze informatie lieten uitlekken. Door bestelling van vijftien verse paarden bij Haastrecht gaven de Oranjegezinden tevens aan waar Wilhelmina de grens van Holland zou oversteken. Alleen een buitenlandse vorst of de stadhouder gebruikte zo'n groot aantal paarden. Zo zorgde de Oranjepartij dat de komst van de prinses niet onopgemerkt bleef.

    Indien een incident met de patriotten was uitgebleven dan was zij naar 's-Gravenhage doorgereisd in de hoop dat zij door haar komst een opstand van de aanhangers van Oranje tegen het patriottenbewind kon provoceren. Na haar aanhouding vond de prinses het ook niet noodzakelijk de beslissing van de Staten van Holland af te wachten en keerde de volgende dag naar Nijmegen terug. Zij had met de aanhouding door de patriotten haar doel bereikt. Door het incident bij de Goejanverwellesluis kon haar broer in Pruisen haar niet langer zijn hulp weigeren.

    De komst van de Pruisen

    Frederik Willem II, koning van Pruisen, beschouwde de aanhouding van zijn zuster als een belediging en eiste genoegdoening van de Staten van Holland. De Pruisische gezant F.W.von Thulemeier overhandigde op 9 september een ultimatum van zijn koning aan de Hollandse raadpensionaris Pieter van Bleiswijk.(28) Op 13 september trok een leger van 20.000 Pruisische soldaten onder aanvoering van K.W.F. hertog van Brunswijk (een neef van Lodewijk van Brunswijk "de dikke hertog") de Republiek binnen. Het rukte met drie colonnes tegelijk op en zij bereikte op 15 september reeds de eerste belangrijke vesting Vianen, die echter ontruimd bleek. Alleen vanaf het water ondervond men enige tegenstand van de patriotten. Op de rivier lag het fregatschip "De Waakzaamheid", dat door de Commissie van Defensie voor de verdediging van Vianen was aangekocht. Door de lage waterstand lag het vast,

    http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_26_#N_26_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_27_#N_27_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_28_#N_28_

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 31/ 35

    zodat het slechts onder één hoek op de naderende Pruisische troepen kon vuren. Om diezelfde reden was de inundatie daar eveneens mislukt.(29) Ook in Vreeswijk en Leerdam ondervonden de Pruisen weinig of geen tegenstand van de patriotten.

    De verdediging door de patriotten

    De voorbereidingen voor de verdediging door de Commissie van Defensie waren half september nog niet gereed. Veel inundaties waren nog niet uitgevoerd.

    De rijngraaf Frederik van Salm deelde de Commissie mee, dat hij niet in staat was om de stad Utrecht te verdedigen. Daarom gaf de Commissie hem op 14 september het bevel om in uiterste nood de stad te verlaten en zijn troepen naar Holland terug te trekken. In de nacht van 15 op 16 september besloot hij reeds, met achterlating van munitie en geschut, om met zijn manschappen de stad te verlaten en naar Amsterdam te vluchten. Later schreef F.G.Blok dat de rijngraaf het bevel van de Commissie had gebruikt tot voorwendsel om de stad te verlaten. Door het vroegtijdig vertrek en de achterlating van munitie en geschut hadden de inwoners van Utrecht, die de munitie en geschut hadden bekostigd, veel schade geleden. De Pruisen konden zonder slag of stoot de stad binnentrekken. Volgens F.G. Blok, had de terugkeer van de stadhouder geenszins van die ontruiming afgehangen, maar was deze er alleen enige dagen door vervroegd.(30)

    In de rest van het gewest Holland ging het met de verdediging niet veel beter. Kolonel A.Ph. van der Capellen, commandant te Gorinchem, meldde op 16 september aan de Commissie dat de situatie aldaar ellendig was, aangezien er niet een soldaat was, die een kanon kon bedienen.(31) Vlak voor de komst van de Pruisische troepen deed zich een incident voor op het oorlogsschip "De Spion", dat voor Loevestein lag. De commandant, Witte van Dam, werd door de luitenant-ter-zee, H.W. Smith, overgehaald om naar de stadhouder over te lopen en het schip naar de Gelderse wateren te varen. De tweede luitenant-ter-zee, P. van Aardenburg, wist dit echter op het laatste moment te voorkomen. De overlopers werden gearresteerd. Toen de Pruisen een week later dit gebied veroverden, werden Witte van Dam en H.W. Smit bevrijd en als helden geëerd. P. van Aardenburg werd gearresteerd en verbannen.(32)

    Toen Daniël Canter Camerlingh en Martinus van Toulon, op 17 september in Woerden arriveerden van een reis uit Rotterdam, waar ze de manschappen op de oorlogsschepen de eed van trouw hadden afgenomen, bleken Jan de Witt, Cornelis van Foreest en Franciscus Blok, de andere leden van de Commissie, de dag daarvoor al naar Amsterdam te zijn gevlucht. Later schreef Van Toulon in zijn korte autobiografie dat zij Woerden heimelijk "als particuliere reizigers" hadden moeten verlaten, aangezien het volk vanwege de evacuatie van Utrecht, zeer ontevreden over de Commissie was.(33) Zij voegden zich bij de andere leden van de Commissie in Amsterdam. Daar bood Jan de Witt in zijn woning de Commissieleden een maaltijd aan "waarop zij elkanderen aandoenlijk bedanken voor de zoo goede harmonie, vriendschap, hulp en adsistentie onderling betoond en nemen van elkanderen niet zonder 't storten van tranen afscheid, onder toewensching van de goddelijke bewaring en bijstand in deze zoo netelige en critique omstandigheden".

    http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_29_#N_29_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_30_#N_30_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_31_#N_31_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_32_#N_32_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_33_#N_33_

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 32/ 35

    Intussen leidde de ontevredenheid over de Commissie en andere patriotten tot uitbarstingen; onder andere werden op 17 september in Gouda het huis van Martinus van Toulon op de Turfmarkt en het huis van De Lange van Wijngaarden op de Haven geplunderd en vernield. In het huis van Martinus van Toulon werd de wijnvoorraad door de plunderaars duchtig aangesproken. Van het huis van Daniël van Genderen op de Tiendeweg te Gouda werden de ruiten ingegooid.(34)

    De terugkeer van Willem V naar 's-Gravenhage

    Op 18 september herstelden de Staten van Holland Willem V in zijn functies van kapitein-generaal en commandant van het garnizoen te 's-Gravenhage. Twee dagen later keerde hij op hun verzoek terug naar Den Haag en werd de Commissie van Defensie ontslagen. In verband daarmee kreeg zij de opdracht een verantwoording van de werkzaamheden te schrijven.(35) Tevens werden de leden van de Commissie en De Lange van Wijngaarden te zamen met tien andere patriotten op verzoek van prinses Wilhelmina voor "althoos" uit hun ambten ontzet.(36) Dit "althoos" bleek van korte duur te zijn. Na de inval van de Fransen in 1795 voelde Willem V zich genoodzaakt om met zijn gezin naar Engeland te vluchten en keerden de leden en de andere patriotten die in 1787 uit hun ambt waren gezet, terug naar de Republiek, om nieuwe bestuursfuncties te vervullen.

    De patriotten vluchten het land uit

    De rijngraaf van Salm werd op 20 september voor het laatst gezien op de Overtoom bij Amsterdam. In december 1788 werd hij wegens desertie bij verstek door het Hof van Holland veroordeeld en uit de provincie Holland verbannen.(37) Waarschijnlijk is hij naar Frankrijk uitgeweken. Jan de Witt emigreerde eind september 1787 naar Frankrijk en keerde met de komst van de Fransen in 1795 terug in Holland, om weer een ambt in het stadsbestuur van Amsterdam te vervullen.(38) Franciscus G.Blok vluchtte in dezelfde tijd uit Holland. Hij verbleef korte tijd in Brabant om zich daarna tijdelijk in Antwerpen te vestigen.(39) In 1788 keerde hij terug in Leiden waar hij een advocatenpraktijk uitoefende,en hij in 1798 tot baljuw werd benoemd.(40) Martinus van Toulon en Daniël Canter Camerlingh durfden eind 1787 niet naar hun woonplaats terug te keren en waren ondergedoken in Amsterdam. In november 1787 gelastte het stadsbestuur hen de stad binnen 48 uur te verlaten. Van Toulon week uit naar Haarlem om vervolgens in december van dat jaar terug te keren in zijn huis te Gouda. Aangezien hij in zijn tuin werd uitgescholden en met stenen en dakpannen werd bekogeld, keerde hij in januari 1788 opnieuw "op bedekte wijze" terug naar Haarlem. In maart vertoonde hij zich weer in zijn woonplaats op straat en in de kerk. In mei 1788 vluchtten Canter Camerlingh, Van Foreest en Van Toulon incognito alsnog naar Brussel, aangezien zij door het Hof van Holland gedagvaard werden. In Brussel ontmoetten zij vele andere uitgeweken patriotten. Pas in september 1788 keerde Van Toulon definitief in zijn woonplaats terug, nadat zijn vrouw hem had bericht dat men wat gunstiger over de Commissie begon te denken "en mogelijk het verzoek van de procureur-generaal van het Hof van Holland tegen dezelve wel aan de spijker zou blijven hangen".(41) Martinus van Toulon oefende zijn ambt van ontvanger van de convooien en licenten van de Admiraliteit op de Maze tot 1811 uit.

    http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_34_#N_34_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_35_#N_35_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_36_#N_36_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_37_#N_37_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_38_#N_38_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_39_#N_39_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_40_#N_40_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_41_#N_41_

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 33/ 35

    Daniël Canter Camerlingh werd in 1795 lid van de municipaliteit en werd later tot schout van Haarlem benoemd.(42) Ook Cornelis van Foreest bekleedde na de revolutie in 1795 tot aan zijn dood in 1825 verschillende bestuursfuncties.(43)

    De eindverantwoording van de Commissie Zoals reeds werd vermeld had de Commissie in 1787 van de Staten van Holland de opdracht gekregen om een rapport samen te stellen, waarin zij verantwoording voor hun werkzaamheden moesten afleggen. In oktober 1787 kwam de financiële verantwoording gereed.(44) Met de bestuursverandering in 1795 verviel de verplichting om het verslag af te ronden. Toch meenden de leden van de voormalige Commissie dat zij zich in een uitgebreid verslag moesten verdedigen. Zij voltooiden dit 'Omstandig Verslag', waarin zij de gebeurtenissen van 1787 verwerkten, echter pas in 1803.(45) Referenties 1. A.Meddens-van Borselen, Inventaris van het archief van de Commissie van Defensie te Woerden, 1787 (inleiding) ('s-Gravenhage 1984)

    2. H.T. Colenbrander, De patriottentijd, hoofdzakelijk naar buitenlandse bescheiden III ('s-Gravenhage 1899) 188-189.

    3. A. van Hulzen, Utrecht in de patriottentijd (Zaltbommel 1966) 232-273.

    4. Rijksarchief in Zuid-Holland (RAZH) Archief Commissie van Defensie, nr.12.

    5. P.C. Molhuijsen en P.J. Blok, Nieuw Nederlands Biografisch Woordenboek VII (NNBW) (Leiden 1911) 269.

    6. P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad III De Republiek ('s Gravenhage 1916) 142, 342-375.

    7. NNBW V, (Leiden 1921) 957.

    8. NNBW I, (Leiden 1911) 877.

    9. J.E. Elias, De vroedschap van Amsterdam 578-1795 II (Amsterdam 1947) 985.

    10. R. Fruin en H.T. Colenbrander, Geschiedenis der Staatsinstellingen in Nederland tot den val der Republiek ('s-Gravenhage 1980) 353.

    11. P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad , De Republiek III ('s-Gravenhage 1916) 365.

    12. J.S. Bartstra, Vlootherstel en legeraugmentatie 1770-1780 (Assen 1952) 1-196.

    13. brief van F.G.Blok in: P.Ph.J. Quint Ondaatje, Bijdrage tot de geschiedenis van de omwenteling van 1787 (Duinkerken 1791) 19 .

    14. RAZH, Commissie van Defensie, nrs. 302-317.

    http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_42_#N_42_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_43_#N_43_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_44_#N_44_http://www.euronet.nl/users/temagm/wpruisen/wpruisen.html#N_45_#N_45_

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 34/ 35

    15. Algemeen Rijksarchief (ARA), Tweede afdeling, archief Dumont Pigalle, nr. 92.

    16. W.F. Lichtenauer, "Parallelle levens in de nieuwe geschiedenis. Twee Rotterdamse makelaars als amateurs in politiek en krijgskunde: de twee achterneven N. Montauban van Zwijndrecht en L.Zwijndrecht" Rotterdamse jaarboekje (1956) 91-164.

    17. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nrs. 210-247.

    18. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nrs. 209, 201 en 208.

    19. C.H.E. de Wit, De Nederlandse revolutie van de achttiende eeuw 1780-1787, oligarchie en proletariaat (Oirsbeek 1974) 99.

    20. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden nrs. 280 en 452-455.

    21. H.T. Colenbrander, De Patriottentijd III 220-227.

    22. RAZH, De Lange van Wijngaarden "Anecdotes historiques et poltiques" nr. 51 f.4v.

    23. RAZH, De Lange van Wijngaarden: in "Anecdotes historiques et politiques" nr.51 f5.

    24. RAZH, Commissie van Defensie te woerden nrs. 183 en 284-285.

    25. H.T. Colenbrander III De Patriottentijd III 226.

    26. ARA, Tweede afdeling, Toulon van der Koog nr.168 Levensbeschrijving van Martinus van Toulon, lid van de Commissie van Defensie te Woerden.

    27. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nr. 184.

    28. RAZH, Staten van Holland na 1572, nr.1169.

    29. P.Kroeger, "Zuid-Holland en de Pruisische inval", Tijdschrift Zuid-Holland 7 (1961) 1-23 en RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nr.238.

    30. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nr.6 en P.Ph.J.Quint Ondaatje, Bijdrage tot de geschiedenis der omwenteling van 1787 (Duinkerken 1791) 12-39 o.a. brief van F.G.Blok, voormalig lid van de Commissie van Defensie te Woerden, dd 21 december 1787 geschreven vanuit Antwerpen.

    31. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nr.320.

    32. W.F. Lichtenauer, "Parallelle levens in de nieuwe geschiedenis. Twee Rotterdamse makelaars als amateurs in politiek en krijgskunde: de twee achterneven N. Montauban van Zwijndrecht en L.Zwijndrecht" Rotterdamse jaarboekje (1956) 91-164.

  • jubileumdocument 1963 – 2013 titel: De revolutie van 1783-1799 blz. 35/ 35

    33. ARA, Tweede afdeling, Toulon van der Koog, nr. 168.

    34. J.Smit, Een regentendagboek uit de 18de eeuw Bijdrage oudheidkundige kring Die Goude 10 (1957), 822-823.

    35. H.T Colenbrander, De Patriottentijd III 269-272.

    36. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nrs. 249-250.

    37. RAZH, Hof van Holland, nr. 5539-6.

    38. J.E. Elias, De vroedschap van Amsterdam 1578-1795 II 985.

    39. ARA, Tweede afdeling, Toulon van der Koog, nr. 168.

    40. P.J. Blok, Geschiedenis eener Hollandsche stad III 345-378 en IV 39 en 76.

    41. ARA, Tweede afdeling , Toulon van der Koog, nr. 168.

    42. NNBW VII, 269.

    43. NNBW I 877.

    44. RAZH, Commissie van Defensie te Woerden, nr. 254.

    45. Het verslag bevindt zich in het Rijksarchief in Zuid-Holland in het archief van de Commissie van Defensie te Woerden, nr.280.

    Appendix AA1)Geschiedenis: Wat onze kinderen zingenInleidingDe oprichting van de CommissieDe werkzaamheden van de CommissieDe aanhouding van Wilhelmina van PruisenDe komst van de PruisenDe verdediging door de patriottenDe terugkeer van Willem V naar 's-GravenhageDe patriotten vluchten het land uitDe eindverantwoording van de Commissie