de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van...

48

Transcript of de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van...

Page 1: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

Alle HensAlle Hens Maandblad van de Koninklijke Marinedecember 2007/januari 2008

Maandblad van de Koninklijke Marinedecember 2007/januari 2008

Ongezien naar de oppervlakte‘Uitvoeren mars, alsjeblieft!’

Ongezien naar de oppervlakte‘Uitvoeren mars, alsjeblieft!’

Page 2: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

22

Alle Hens

11

12

14

19

Bright Archer De laatste proeftocht voor de ceremoniële overdracht van Johan de Witt test het operationele gedeelte. NLMARFOR beoefent de commando-faciliteiten tijdens ‘Bright Archer ’07’.

Boeman of bondgenoot?Wanneer ben je een goede leider? Drie leiding-gevenden van de marine geven hun mening.

Explosiegevaar op BonaireEen onbewaakt huisje op Bonaire ligt al jaren vol met een grote lading gevaarlijk dynamiet. Lukt het de Explosieven Opruimingsdienst van de Koninklijke Marine deze lading te vernietigen zonder het eiland van de kaart te vegen?

Terroristen teisteren MarnehuizenTijdens de oefening ‘Black Tulip’ komen anti-terreur eenheden van over de hele wereld samen in het oefendorp Marnehuizen om van elkaar te leren.

‘Knockdown’ karateSergeant TDW Jan de Bruin is niet alleen een fervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. “Jezelf overwinnen is de grootste strijd die je kunt leveren.”

Flitsende vlootcommercialsDe nieuwe vlootcommercials van de Koninklijke

Marine – die onderdeel zijn van de wervingscam-

pagne – laten zien wat ‘samen leven en samen werken’ bij de marine inhoudt.

Beproeving voor Hr.Ms. MaassluisDe eerste operationeel gePAMde mijnenjager doet niet zonder slag of stoot mee aan de Standing Naval Mine Counter Measures Group 1. Hoe over-wint de bemanning de technische problemen en het slechte weer?

SF meets WalrusHet ontzetten van een gekaapt schip is complex en risicovol. Net als een gijzeling aan boord. Behalve wanneer twee speciale eenheden van de KM hun expertise bundelen.

Zoet voor zoutDe Bootcompagnie Texel en het Tweede Mariniersbataljon verruilen tijdens de oefening ‘Riverine Ops’ de Surinaamse jungle en het zoute water voor de rivieren van de Biesbosch.

‘Big boates’ uit het land van ‘Big Ben’Totdat de nieuwe Nederlandse landingsvaartuigen klaar zijn, leent de Koninklijke Marine alvast een paar Engelse om mee te oefenen.

En verder:Zee-egels

Logboek

Mensen & Mutaties

35

41

47

38

4

Colofon:Uitgave:

Alle Hens is een uitgave vande Koninklijke Marine. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend.

Hoofdredacteur:LTZSD 2OC KV V.J.G. Strijbosch

Redacteur:LTZSD 2 KV B. Wijnandts

Stagiair:Z. Hofman

Vormgeving en lithografie: Grafisch ontwerpburo Engelbracht

Druk:OBT B.V., Den Haag

Adreswijzigingen KM-personeel:Doorgeven aan Bureau Administratie of via DCHR

Tel.: 0800-2255733

Mdtn: *06-733

Adreswijzigingen veteranen: Stichting Veteraneninstituut Postbus 1253940 AC Doorn

Tel.: 0343-474150

Adreswijzigingen betalende abonnees:AbonnementenlandPostbus 201910 AA Uitgeestof via www.aboland.nlTel.: 0251-313939Opzegtermijn zes weken.

Redactieadres:(niet voor adreswijzigingen en vragen over verzending)

Alle Hens

Het Nieuwe Diep 5

Het Paleis, kamer 213

MPC 10A / Postbus 10.000

1780 CA Den Helder

Tel.: 0223 657 620 / 657 660

DSN-209-57620 / 57660 E-mail: [email protected]

Internet:www.marine.nl

Kopijdatum:De deadline voor het volgende nummer van Alle Hens valt op 7 januari 2008.

Abonnementsprijs:€ 17,02

(buitenland € 21,55 per jaar)

Aanhaling uit en overname van artikelen uit dit blad is toegestaan met bronvermelding.

ISSN 0024-0389

8

Maandblad van de Koninklijke Marine

CoverKikvorsmannen voeren een tactische benade-ring van het strand uit tijdens de oefening ‘Blue Waves’ vlak voor de kust van Curaçao.(Foto: Peter Bijpost, AVDD)

28

20

22

28

38

4

Inhoud

Page 3: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

3

Afgelopen maand heeft NLMARFOR in de zuidwestelijke wateren rond het Verenigd Koninkrijk in een gezamenlijke oefening van vloot en mariniers verder gestalte gegeven aan de ontwikkeling van onze maritieme expeditionaire capaciteiten. In die oefening ‘Bright Archer 2007’ werd een belangrijke krachtmeting met de geformuleerde ambi-tie geleverd, waarvan de Staatssecretaris van Defensie en ik samen getuige konden zijn. Het was indrukwekkend om te zien hoe het korps en de bemanningen van de LPD’s in intensieve samenwerking hun mogelijkheden en flexibele inzet toonden en beeld en geluid gaven aan de term maritiem-expeditionair vermogen op en vanuit zee. Deze oefening is een belangrijke mijlpaal op ons pad naar een volledige operationeel inzetbare maritieme brigadestaf, die leiding kan geven aan expeditionaire operaties geleid vanaf zee. Dit pad leidt ons naar een hedendaagse marine met capaciteiten die, ook vanuit interkrijgsmach-telijk perspectief, meer dan de moeite waard zijn.

Waardevol en capabelDaarnaast dragen we bij aan meerdere crisisbeheersingsoperaties, zoals ISAF in Afghanistan en de UNIFIL-operatie voor de kust van Libanon. In Afghanistan dragen onze mariniers onder moeilijke omstandighe-den bij aan het verbeteren van de veiligheidssituatie in Uruzgan. Ze opereren samen met hun collega’s van het Korps Commando Troepen, of instrueren en begeleiden de Afghaanse militairen die de regering Karzai in steeds grotere aantallen naar dat gebied stuurt. Zo dragen onze mensen bij aan de langetermijndoelstelling dat de Afghanen zelf voor hun veiligheid kunnen zorgdragen. Bij Libanon bewijst Hr.Ms. De Ruyter dat onze Luchtverdediging- en Commandofregatten zeer waardevolle en capabele platformen zijn, die met hun specifieke radar- en commandosystemen een belangrijke capaciteit vormen voor de VN in het operatiegebied. De Commandant der Strijdkrachten onderzoekt momenteel of er voldoende aanleiding is om de regering te adviseren de Nederlandse bijdrage in dat gebied volgend jaar te vergroten. Als dat het geval wordt, zal ik u zo snel mogelijk op de hoogte stellen. In het bijzonder spreek ik hierbij mijn grote waardering uit voor al onze col-lega’s die langere tijd van huis zijn op uitzending bij één van deze mis-sies of anderszins. Zij leveren als eenheid of als individu, vaak ver van huis, een belangrijke bijdrage aan de vrede en veiligheid wereldwijd.

Niet zonder slag of stootAan het einde van dit turbulente jaar wil ik niet voorbij gaan aan de energie die is gestoken in de verbeteringen van het dagelijks reilen en zeilen van onze organisatie. Veel werk is verzet om onze interne organisatie verder aan te passen, met het oogmerk haar beter te laten functioneren en de samenwerking met de andere defensieonderdelen te verbeteren. Uiteraard verloopt zoiets niet zonder slag of stoot. Ik ken daarom grote prioriteit toe aan maatregelen om onze interne besturing verder te stroomlijnen. Ik heb mijn staf gevraagd om op korte termijn daarvoor voorstellen te ontwikkelen. Ik wil een situatie bereiken waarin we over een paar jaar niet meer terugblikken naar die ‘goede oude tijd’, maar trots zijn op een nieuw ingerichte CZSK-organisatie. Een organisatie die met minder mensen goed in staat is om op professionele wijze eenheden op te werken en gereed te stellen voor ernstmissies. Een onderwerp in relatie tot de reorganisatie waarover veel wordt gespro-ken, betreft de rol en positie van de groepsoudste. Laat ik hier duidelijk stellen dat uw commentaar onze aandacht heeft; immers er zijn zorgen

uitgesproken die ook beslist door de CZSK-leiding worden gedeeld. Een publicatie die ongetwijfeld ook uw aandacht heeft gekregen, betreft het PvdA-rapport ‘In dienst van Nederland, in dienst van de wereld’. Onze minister heeft hier direct op gereageerd en met zijn standpunt heeft hij ons een hart onder de riem willen steken. De minister staat vierkant achter de huidige defensieplannen. Daarmee is de Marinestudie zijn spoorboekje voor onze toekomstige marine.

Beleidsvisie OnderofficierenVorige maand is de Beleidsvisie Onderofficieren gelanceerd. Tijdens de werkconferentie op 17 december is hierover met het lijnmanage-ment van gedachte gewisseld. Dit met het doel u te betrekken bij de uitvoering van de gepresenteerde beleidsplannen. Ten aanzien van de Onderofficier is het van groot belang dat zijn positie herbevestigd wordt, met alle daarbij horende verantwoordelijkheden. Ik sta hier voor de volle honderd procent achter en stimuleer dat ook deze doelstellin-gen op korte termijn ingevuld worden.Een ander punt waar ik aan het einde van dit jaar bij wil stilstaan, is de juridische afwikkeling van de zaak rond Hr. Ms. Tjerk Hiddes. De onder deze noemer aangehaalde gebeurtenissen zijn uiteindelijk aanleiding geweest voor de instelling van de Commissie Staal, waaraan later de nodige maatregelen zijn verbonden. Het onderzoek heeft veel verbeter-punten opgeleverd. De krijgsmacht vormt immers een organisatie waar-in werknemers, man en vrouw, allochtoon en autochtoon, en wat meer zij, in een goede en veilige werkomgeving moeten kunnen werken. Waar fouten worden gemaakt, moet en zal worden opgetreden en gecorrigeerd. Maar als na onderzoek blijkt dat vermeende misstap-pen anders moeten worden bezien, zal ook dit duidelijk kenbaar moeten worden gemaakt. Dat wil ik bij deze doen. In het geval van de Hiddes zijn ernstige misstanden gepubliceerd in de media, die na onderzoek niet konden worden aangetoond. Gelukkig en goed voor de commandant(en) en bemanning(en) van dat schip. Maar daarmee is de kous niet af. Want er zijn wel zaken gepasseerd die het noodzakelijk maakten dat het oordeel van de rechter daarover werd ingeroepen. Laten we er gezamenlijk voor zorgen dat dit niet weer gebeurt en waar mogelijk wordt voorkomen. Want het is aan ons allen om direct op te treden en te corrigeren indien er zich situaties voordoen of dreigen voor te doen, die niet door de beugel kunnen. Voorkomen is immers beter dan genezen: er wordt vaak snel geoordeeld, maar de eventuele rectificatie komt meestal laat en zal nooit iedereen tevreden stellen. Daardoor zijn er in veel gevallen uiteindelijk alleen maar verliezers, zowel de direct betrokkenen als onze eigen organisatie. En dat moeten we voor zijn! Tot slot wil ik me richten tot het thuisfront. Mijn gedach-ten gaan uit naar u, de familieleden en vrienden van hen die weg zijn. Uw steun is van groot belang want zonder dat, is het voor onze collega’s niet mogelijk om goed te presteren. U als thuisfront bent daarom ook voor de marine zeer belangrijk en ik heb groot respect voor de wijze waarop u omgaat met de afwezigheid van uw geliefden! Ik wens u allen, marinepersoneel en thuisfront, bijzonder goede en prettige kerstdagen en een voorspoedig Nieuwjaar. En al onze collega’s in den vreemde wens ik een behouden terugkeer.

De Commandant ZeestrijdkrachtenR.L. Zuiderwijk, luitenant-generaal der mariniers.

In de aanloop naar de feestdagen blik ik terug op het afgelopen jaar. 2007 Is een druk jaar geweest waarin het marinepersoneel veel werk heeft verzet. Operationeel, met bijdragen aan diverse crisisbeheersings-operaties en deelname aan grote oefeningen. Bestuurlijk, door verbetering van de bedrijfsvoering bij het Commando Zeestrijdkrachten.

Terugblik op 2007

Page 4: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

4

Witte kopjes worden door de wind voortgejaagd over korte bruine golven in de baai tussen zuidoost Engeland en Wales. Een lan-dingsvaartuig steekt van het land af. In een dal van de deining is in de verte over de laadklep een massief blok staal waar te nemen in de kleuren van de najaarswolken die laag over de Ierse Zee han-gen. Dit is het Landing Platform Dock Johan de Witt. Samen met zusterschip Hr.Ms. Rotterdam nam zij in de maand november deel aan de oefening ‘Bright Archer’.

Het Landing Platform Dock 2 (LPD) rondde als het ware haar takenboek af met een operationele oefening, voordat het op 30 november ‘bevorderd’ werd tot Harer Majesteits. In een ingewik-keld scenario ontvouwde zich een humanitaire ramp in een gebied dat geteisterd werd door opbloeiend terrorisme en politieke instabi-liteit. Terwijl een internationale zeemacht de smokkel van wapens en ontplooiing van terroristische activiteiten op zee moest tegen-gaan, moesten marinierseenheden in een hoger geweldsspectrum interventies plegen op land. Een gegijzelde familie moest worden bevrijd. Humanitaire hulp aan vluchtelingenkampen was nodig, maar ook het oprollen van radicaliserende groeperingen die zich verscholen hielden in dit soort kampen en op steeds inventievere

wijze aan wapens wisten te komen of aanslagen konden plegen. Dit is een oorlogsscenario waarvoor het stafschip bedoeld kan zijn. Naast het concept van amfibisch transportschip, waarmee marinierseenheden aan land kunnen worden gezet, evacuaties van non-combatant eenheden kunnen worden uitgevoerd, of het trans-port van noodhulp naar getroffen gebieden, heeft de Johan de Witt een belangrijke taak erbij gekregen. Het biedt faciliteiten voor het herbergen van een grote internationale staf, die commando voert op brigadeniveau (10.000 man). Tijdens ‘Bright Archer’ is slechts een deel van de totale stafcapaciteit in gebruik door de voltallige NLMARFOR-staf, aangevuld met ‘augmentees’, toegevoegd perso-neel met specifieke capaciteiten, als laatste onderdeel van de proef-tochtencyclus voor de uiteindelijke oplevering in februari 2008.

Amfibische operatiesHoe groot de kans is dat amfibische capaciteit wordt aangesproken laat de commandant van NLMARFOR (Netherlands Maritime Force) tijdens een presentatie in de conferentiezaal op het B-dek zien. “We hebben vluchtig gezocht naar amfibische operaties na de Tweede Wereldoorlog en dit is wat we zo snel hebben kunnen vinden”, wijst commandeur Pieter Bindt op een lijstje van zo’n twee dozijn

Laatste proeftocht LPD 2 test operationele aspect ‘Ongeëvenaard gebruiksgemak’Een zelfmoordterrorist pleegt een aanslag door zich met een deltavlieger op een militaire post te storten. Er moet meteen gereageerd worden. Gewonden moeten geëvacueerd, de omgeving veiliggesteld, de tegenstander gelokali-seerd en de mogelijke gevolgen voor de komende dagen in kaart worden gebracht. Een ingewikkelde coördinatie die vorm krijgt op de hoogste dekken van het Landing Platform Dock Johan de Witt met een van de grootste varende stafcapaciteiten in de NAVO. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Sjoerd Hilckmann en Femke van Egmond (AVDD)

Page 5: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

5

operaties. Opvallend is dat de meeste operaties van de afgelopen tien jaar zijn. Variërend van kleine hulpverleningsoperaties als de waters-noodramp in Suriname (Falah Watra) tot en met grote operaties als UNMIL en UNMEE voor respectievelijk Liberia en Eritrea.

Complex maar realistischDe operationele beproeving is de laatste stap voordat het schip de garantieperiode in kan gaan. Commandeur Bindt is samen met NLMARFOR gevraagd om het platform te testen, evenals een medische staf. NLMARFOR greep de gelegenheid met beide han-den aan om een ingewikkelde oefening te draaien waarmee de staf zelf ook opgewerkt kon worden. Voor een deel werd deze oefening ‘live’ uitgevoerd met voornamelijk het Eerste Mariniersbataljon, Hr.Ms. Rotterdam en het Very Shallow Water duikteam en op papier met acht andere Nederlandse marineschepen, Tweede Mariniersbataljon en zes NH-90 helikopters, alsook een hoop buitenlandse eenheden. Vanuit het nieuwe schip werden ongeveer vijfduizend militairen aangestuurd in een bijzonder complex, maar realistisch scenario.

“De uitgebreide staffaciliteiten vormen een briljante product-markt combinatie”, beweert commandant Ed Veen. “We zijn marktleider met dit schip.” Het belang van een grote ‘joint’ staf zit hem in het zo laag mogelijk houden van het geweldsspectrum. Door heel gericht en gecoördineerd op te treden, kan voorkomen worden dat een strijd snel escaleert. Het feit dat zoiets op zee wordt gehuisvest, maakt de staf mobieler, minder afhankelijk van een basis in een (onveilig) gebied en kan, als de situatie echt onhoudbaar wordt, een exit-strategie makkelijker maken.

OnderzoeksfaseTijdens de proefvaarten, en waarschijnlijk nog in de rest van zijn levensduur, komen continu zaken naar boven die beter of anders kunnen. Eén daarvan zijn de twee Goalkeepers voor de verdediging, waaraan inmiddels een kleine verbetering heeft plaatsgevonden. “Eerder konden ze onafhankelijk van elkaar hetzelfde doel in trek

nemen”, aldus Veen, “Nu ‘praten’ ze met elkaar, zodat ze weten wat elk doet, en niet op hetzelfde doel gaan schieten.” Maar er zitten ook haken en ogen aan het continu verbeteren. “Op een gegeven moment moeten we ook gaan leveren”, zegt de commandant, “Je loopt het risico dat we continu in een onderzoeksfase blijven han-gen, maar we moeten een keer knopen doorhakken en gaan.”

De projectleider van het LPD, kapitein-ter-zee Paul de Leeuw, is tijdens de operationele evaluatie zeker niet teleurgesteld over de geluiden die hij opvangt. “Ik heb de afgelopen dagen veel tevreden mensen gezien, zowel bij de staf als bij het medische personeel”, zegt hij. Weliswaar moet er nog een hele lijst van verbeterpunten worden aangepakt tijdens het komende garantieonderhoud bij de bouwmees-ter (Koninklijke De Schelde in Vlissingen). Zo gaat de hele bakkerij op de schop, om de ovens naast elkaar te plaatsen, in plaats van onder elkaar. Dit om de rug van de bakker te ontzien, die met volledig geëm-barkeerde troepen zo’n zevenhonderd broden per dag moet bakken. De kombuis op het G-dek blijkt te weinig capaciteit te hebben om efficiënt de extra monden te kunnen voeden, zeker een mariniers-bataljon dat net terug uit het veld is. De davits voor de LCVP’s moeten nog enigszins aangepast worden en er moet meer verlichting komen op het hoge voertuigendek. “Onze missie is om zoveel mogelijk ver-beterpunten te hebben afgewerkt, voor de oplevering aan het CZSK in februari volgend jaar. We hopen dan met een voorsprong te beginnen in plaats van met een achterstand”, zegt De Leeuw.

Zelf gebouwdDe behoefte aan een tweede LPD is gesteld in 2000. De Leeuw was er vanaf het eerste uur bij betrokken. “Het uitgangspunt was Hr.Ms.

Rotterdam, waarin de ‘lessons learned’ van dat schip verwerkt waren. Daarbij moest dit schip commandofaciliteiten krijgen”, aldus De Leeuw omdat er nationaal en internationaal die stafcapa-citeiten schaars, maar zeer nodig zijn. Ondanks enthousiaste reac-ties, stapten andere landen niet financieel in deze faciliteiten. Dat heeft echter niet tegengehouden, dat de Johan de Witt twaalf meter langer werd en een extra dek kreeg om een grote staf te kunnen

“We zijn marktleider met dit schip”

Page 6: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

6

huisvesten. “We hebben goed gekeken naar de bedrijfsvoering van commandostaven op land”, vertelt De Leeuw. Aan de hand van een model waarop iedereen zijn op- en aanmerkingen kon leveren is de huidige Joint Operations Room tot stand gekomen. “Dat iedereen tevreden is over deze opzet aan boord is niet verrassend, omdat ze het zelf zo gebouwd hebben.”

NetwerkenWie de hoogste dekken oploopt via de enorme trappenhuizen die dwars door het hele schip lopen, komt terecht in een smalle gang waarvan de plafonds bestaan uit geleiderails, voor een deel van de 550 kilometer kabel die door het schip loopt. Tegen de scheepshuid zijn verschillende kantoorruimtes opgezet, ruime kamers met basisfaciliteiten als telefoons op elke werkplek en aansluitingen op alle vijf netwerken die binnen een verband gebruikt worden. Veel ruimtes kunnen worden ingedeeld naar behoefte door middel van schuifwanden. Ook alle hutten zijn voorzien van aansluitingen voor de netwerken in operationeel verband. Bij een voltallige staf van vierhonderd man zullen mensen ook op hun hutten gaan wer-ken en kunnen ze toch aangesloten zijn. Verder kan een staf zijn eigen server meenemen en installeren. “Daarmee hebben ze heel snel dezelfde configuratie als thuis”, zegt De Leeuw.

Battle WatchIn het midden op het C-dek is de Joint Operations Room (JOR). Hier wordt alle informatie verzameld, geanalyseerd en verdeeld over de juiste cellen. In de JOR is majoor der mariniers Harold Kloosterman naast de Battle Watch Captain Landing Forces neergestreken om de voortgang van de operaties te bespreken. Kloosterman is bijzonder te spreken over de opzet van de staf-ruimte en is blij dat ook de marine zich zo ver ontwikkeld heeft. Hij is nu in staat om de troepenbeweging op het land vanaf zee te volgen en te coördineren. Van alle kanten komt informatie binnen, die de Battle Watch Captains ordenen en doorspelen naar de ver-schillende cellen in het operatiecentrum. De vergelijking van de JOR met een operatieruimte van NASA is al gemaakt. De voorste wand is voorzien van enorme schermen, waar-op de situatie op zee en op land worden geprojecteerd. De cellen

die bezig zijn met de lopende operaties (current ops) zitten aan sik-kelvormige desks, van waar ze hun informatie kunnen analyseren en doorsturen naar hun achterban in de kantoren. De meest cen-trale rij desks wordt bezet door de ‘Battle Watch Captains’, die alle informatie als eerste binnen krijgen, analyseren en doorzetten.

Live op tv“We kunnen in real-time zien wat er gebeurt. We kunnen het zelfs volgen op televisie”, aldus Kloosterman. “Soms is CNN toch nog eerder met melden van incidenten.” Eén van die incidenten vond eerder op de dag plaats. Een burger overleed bij een aanval, terwijl hij met de coalitietroepen in gesprek was. “Dan moet er meteen een persbericht komen, er moet gekeken wie aansprakelijk was, of en hoe het lichaam geborgen moet worden. Het is leuk om te zien dat dit systeem dan werkt”, zegt Kloosterman. De complexe organisatie staat ook nog eens snel. Een ruime week was de staf onderweg en de mensen raakten snel op elkaar inge-speeld. Zondermeer een positief effect, daar een groot deel van de staf uit ‘augmentees’, bestaat die normaal in een hele andere setting werken. Twee ‘Battle Watch Captains’ beheren de ‘cur-rent ops’. Zij sturen opdrachten naar de eenheden, die op hun beurt hun rapporten terugsturen naar de captains. “De dingen

die niet boven brigadeniveau zijn, kunnen we zelf aansturen”, zegt kapitein der mariniers Bert Odding, verantwoordelijk voor de ‘landing forces’. “Hogere besluiten spelen we door naar het commandoteam.” Vanuit zijn functie als stafofficier operaties bij Marsitcen is hij goed bekend met de taken die hij hier op zee vervult. Zijn tegenhanger voor de ‘amphibious taskforce’ is luitenant-ter-zee 2OC Tamira van der Luit. Het werkt ligt in lijn met haar functie als commando-centrale officier (CCO). Wel heb-ben de captains een grote verantwoordelijkheid. “Hier besefte ik dat ik als CCO veel meer uitvoerend bezig ben, terwijl ik hier op commandoniveau opereer”, zegt Van der Luit. Wat deze functie uitdagend maakt voor de jonge officieren, is dat de captains zelf veel invloed uitoefenen op het verloop van de operatie. “De com-mandeur verwacht niet alleen dat wij de situatie briefen, maar ook dat we met een plan aankomen.”

“De commandeur verwacht dat je met een plan aankomt”

Op bijna elkehut zijn netwerken aangelegd.

De inlichtingencel zit in een geheel af

te sluiten ruimte.

Page 7: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

7

Internationale belangstellingIs het denkbaar dat een internationale staf een Nederlands plat-form uitzoekt om vanaf te opereren? Volgens De Leeuw wel. “Het is dan ook absoluut belangrijk om hier marktleider in te zijn”, zegt hij. Op dit moment is de USS Mount Whitney het enige schip dat dit soort capaciteit biedt. Haar uiterste levensduur van 36 jaar is al overschreden en ze zal binnen afzienbare tijd van de sterkte afge-voerd moeten worden. De NAVO heeft haar belangstelling voor het schip al meerdere malen uitgesproken. Voor NLMARFOR zal de Johan de Witt het voorkeursplatform zijn om vanaf te opereren. “Dit schip is buitengewoon luxe”, constateert commandeur Bindt. “Ook de buitenlanders lopen met ontzag rond aan boord. Het gebruiksgemak is ongeëvenaard in de wereld.” Het seabase-concept lijkt met het nieuwe LPD tot wasdom te komen. In het voorjaar heeft het Duits-Nederlandse Legerkorps gebruik gemaakt van Hr.Ms. De Ruyter om al tijdens de verplaat-sing naar het operatiegebied het commando te kunnen voeren. Ook kan dit op zee worden doorgezet in het gebied zelf. “Als je op land een commandopost inricht wordt dit voor de vijand een statisch doel op zich. Vanaf een schip ben je veel flexibeler. Je hoeft je pas op land te vestigen als er inmiddels een grote voetprint op de wal is gezet”, legt Bindt het voordeel voor een Land Component Command uit. Dat het schip niet louter voor commandovoering is bedoeld, hoeft voor de commandant NLMARFOR niet tot hele moeilijke dilemma’s te leiden. “Als iedereen maar een bed heeft. De ruimte is niet onbeperkt, maar als het nodig is, kunnen we een korte tijd op ‘overload’ gaan.” Door middel van bevoorradingssche-pen, helikopters of desnoods zo nu en dan uit te wijken naar veilige bunkerhavens is het voortzettingsvermogen lang vol te houden. De maximale duur van C2 (Command and Control) voeren vanuit zee zal ongeveer een jaar zijn. In die periode zal de vaste bemanning één keer afgelost moeten worden.

NoodhospitaalEén van die extra functies van het schip is gevestigd op het F-dek, met een directe toegang tot het helikopterdek. De mintgroene vloe-ren geven onmiskenbaar aan wat er zich achter de deuren van deze kamers bevindt. De medische voorzieningen zijn iets uitgebreid ten opzichte van de Rotterdam, maar een hospitaalschip moet dit zeker niet voorstellen. Dat stelt reservist kolonel arts Peter Van Aggelen, die met een team van specialisten de ziekenboeg evalueert. Hoewel het LPD goed ingezet kan worden bij humanitaire rampen is het volgens hem niet de bedoeling dat mensen in arme gebieden, die al lang met allerlei aandoeningen rondlopen, hier behandeld gaan worden. Traumabehandeling is hier het belangrijkste.

FloormanagerHet medische team werkt met een nieuwe functionaris in hun team, de ‘floormanager’. “We hebben dit afgekeken van de Amerikanen in Afghanistan, het werkt heel goed”, aldus Van Aggelen. De ‘floormanager’ houdt het overzicht over de ziekenboeg en bepaalt wie wat moet doen of waar nog hulp nodig is. Op die manier kun-nen de schaarse bedden, instrumenten en personeel zo efficiënt mogelijk worden ingezet. “Je bent dan wel veertien uur aan het opereren, maar we kunnen heel veel doen met de middelen die we hier hebben, als we maar een goede coördinatie hebben”, aldus Van Aggelen. De ziekenboeg van de Johan de Witt is nog niet de ultieme ziekenboeg: “De ervaringen die we hier opdoen, gebruiken we voor het ontwerp van die voor het Joint Logistics Support Ship.”

De Leeuw weet dat amfibische operaties van bijzonder stra-tegisch belang zijn. Zowel Iraqi Freedom als de operatie in Afghanistan begonnen als een amfibische operatie. “Maar dat wordt snel vergeten. De vrijheid van de zee is het begin van een operatie als je nog geen voetprint op de wal hebt.”

Page 8: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

8

Visie op leiderschap binnen de Koninklijke Marine en defensie

‘Niet altijd uitvoeren mars’Wat is leiding geven? Wanneer ben je een goede leider en kun je eigenlijk wel een sociale leider zijn in een militaire organisatie? De net uitgebrachte leiderschapsvisie van de Koninklijke Marine ‘Taakgericht en mens-gericht leiderschap in balans’ doet een poging om de complexe situatie, waarin militairen opereren, te vatten in een aantal gewenste leiderschapskwaliteiten. Maar ook defensiebreed speelt leiderschap een belangrijke rol. De defensiebrede visie op leiderschap – waaraan de leiderschapsvisie KM heeft bijgedragen – is eind novem-ber officieel geïntroduceerd binnen defensie. Drie marinemedewerkers, allen met een leidinggevende functie, geven hun mening over leiderschap binnen de marine.

Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Albert Vermeulen en Cees Baardman

Sergeant-majoor LDV Rob van der Heijde, hoofd sectie cate-ring/accommodatie op Erfprins.

“Teveel leiders durven niet hun kop boven het maaiveld uit te steken”

Ik geef aan acht mensen leiding. Ik stuur mensen aan, coördi-neer en begeleid. Ik zie mezelf als het smeermiddel tussen de staf en het personeel op de werkvloer. Tot mijn spijt moet ik mezelf omschrijven als iemand die voornamelijk vanachter zijn computer leiding geeft. Dat is echt iets van de laatste tijd. Onze leiders worden steeds verder verplaatst van de werkvloer. Op die manier komen ze verder te staan dan van waar het echt gebeurt. Hierdoor wordt het leiding geven meer taakgericht en valt het mensgerichte verder weg. De leiderschapvisie probeert de balans te vinden tussen taakgericht en mensgericht leiderschap. De perfecte balans bestaat volgens mij niet. Je mag de doelstelling niet uit het oog verliezen. Wij moeten vechten in bruin water,

dat is onze hoofdtaak. Dan zit je toch meer bij het taakgerichte. Het mensgerichte manifesteert zich dan meer in het oog en oor houden voor de uitgezonden militair als mens. Een leider moet in ieder geval integer zijn. Dat vind ik een van de belangrijkste din-gen die er is. Maar leiderschap is een momentopname, het is iets dat in jezelf zit. Hoe je leiding geeft, is zoals je bent. Niet teveel kijken naar de schouders, maar luisteren naar wat mensen echt te vertellen hebben. Zo moest ik een keer een presentatie geven en werd mij gevraagd om dat in burgerkleren te doen. Het is toch te zot voor woorden dat ik als burger sneller geloofd wordt dan als sergeant-majoor. Er hangt een poster op mijn kantoor met daarop een aantal pinguïns in een rijtje waarvan de voorste in het water springt. Onderin staat de tekst: ‘Leiding geven betekent letterlijk vaak eerst gaan’. Ik vind dat veel van onze leiders niet eerst zelf durven te gaan, zij durven hun kop niet boven het maaiveld uit te steken, een andere koers te varen of hun fout toe te geven. Ik hang deze poster niet voor niets op in mijn kantoor en vind het belangrijk dat mensen dit zien. Hij zou naar mijn idee zo in de leiderschapsvisie passen.”

Page 9: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

9

Sergeant der mariniers Patrick de Oude, klassencommandant bij de Eerste Vakopleiding van het Mariniers Opleidings Centrum.

“Als de kogels je om de oren vliegen, heb je niets aan een sociaal leider”

“Ik heb elke dag met leiding geven te maken. Ik sta ermee op en ga ermee naar bed. Ik geef direct leiding aan een korporaal der mariniers en samen geven we leiding aan een opleidingsklas van ongeveer 25 jongemannen. De leiderschapsvisie is belangrijk. Als het gaat om leiding geven bestaan er best wat verschillen tussen de vloot en de mariniers. Wat in het document staat, is eigenlijk al wat wij bij het korps deden. Ik denk dat het leider-schap bij de vloot best strakker kan. Het zou ook geen kwaad kunnen om de leiderschapsvisie ook in de EVO kort te behande-len. Wat mij aan het denken heeft gezet uit deze visie is het soci-ale aspect van leiderschap. Voor het korps is dat een heel nieuw onderwerp, dat zijn wij niet gewend. Maar je moet je afvragen of we dat ook willen en überhaupt kunnen. Ik probeer in mijn

huidige functie wel een sociaal leider te zijn, maar aan de andere kant ook weer niet. Ik moet een bepaalde afstand houden. Ze kunnen geen ‘je’ en ‘jij’ tegen de sergeant zeggen. Wij zijn niet hun vriend, maar hun leider. Die wig slaan we er bewust tussen. Maar toen ik operationeel in Irak geplaatst was als groepscom-mandant, vond ik het ook belangrijk om te informeren naar het thuisfront van de mannen en of ze lekker in hun vel zaten. Maar als dan de kogels je om de oren vliegen, heb je niets aan een sociaal leider die vraagt of je iets alsjeblieft wilt doen. Nee, dan is het gewoon drillmatig en gaat het via orders. Het woord ‘alsjeblieft’ komt niet in onze boeken voor. Een goede leider ben je of ben je niet. Ervaring, veel bagage en kunnen verplaatsen in een ander, zijn competenties die een leider moet hebben. Je kunt een geboren leider zijn, maar leiderschap heeft ook erva-ring nodig. Het idee is om nu de kaderleden steeds jonger te maken. Ik vind dat geen goede ontwikkeling. Een korporaal van tweeëntwintig jaar is in onze organisatie al een leider. Maar is hij dat echt? Je moet je durven te ontwikkelen, kritisch zijn en je knop ook op ‘ontvangen’ zetten. We kunnen wel blijven denken in ‘uitvoeren mars’, maar zo werkt het niet altijd. Uiteindelijk gaat het toch om de balans.”

Page 10: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

10

Ben jij een goede leider?Volgens de leiderschapsvisie Koninklijke Marine gelden voor alle medewerkers binnen de marine de volgende competenties: - Samenwerken: ‘stelt zich open voor samenwerking en is bereid

om de eigen belangen naar de achtergrond te schuiven’.- Integriteit: ‘gedraagt zich fatsoenlijk’.- Verantwoordelijkheidsbesef: ‘voor gemaakte afspraken en acties

ter attentie van het eigen werk’. - Leervermogen: ‘inzicht tonen in de eigen sterke en zwakke

punten en werken aan de eigen ontwikkeling. Leren van nieuwe situaties en ervaringen’.

Voor de ‘junior leaders’ komen daar nog de volgende com-petenties bij:- Communicatie: ‘draagt ideeën en informatie begrijpelijk over’.- Durf: ‘toont lef bij het uitvoeren van de eigen werkzaamheden’. - Flexibiliteit: ‘past zich aan bij veranderende omstandigheden’. De drie competenties die daar weer bij komen voor ‘senior leaders’, zijn:- Delegeren: ‘verdeelt uitvoerende werkzaamheden met duide-

lijke instructies’.- Interpersoonlijke sensitiviteit: ‘interesse tonen in mensen’.- Ontwikkeling van medewerkers: ‘vervult een voorbeeldfunctie

en verstrekt basisvakkennis aan collega’s’.

De adequate mixLeidinggeven gaat verder dan het simpelweg opdragen van taken. Een leidinggevende is niet alleen verantwoordelijk voor de opge-dragen taken. Hij of zij is ook verantwoordelijk voor de aan zijn of haar zorg toevertrouwde mensen en middelen. Leiderschap als het richting geven aan gedrag is daarom een weldoordacht, conti-nu proces. Leidinggeven betekent ook: motiveren, coachen en het scheppen van duidelijkheid. Maar vooral betekent leidinggeven het met overtuiging, in houding en gedrag het goede voorbeeld geven. Leidinggeven bij defensie is met name gebaseerd op twee modellen: situationeel leiderschap en inspirerend leiderschap. Situationeel leiderschap is gebaseerd op het uitgangspunt dat leiderschap moet aansluiten bij de betrokkenheid en competentie van de leidingontvangende. Een leidinggevende moet flexibel kunnen inspelen (‘kunnen schakelen’) op de behoeften van ver-schillende medewerkers. Dit komt neer op het vinden van een balans tussen taakgericht en mensgericht leiderschap. Het is van belang om daarbij een adequate mix te hanteren van leiden, coa-chen, steunen en delegeren. Leidinggeven gaat verder dan mana-gen. Het betekent ook het ontwikkelen, voorgaan, vertrouwen geven en inspireren. Inspirerend leiderschap is het vermogen om eigen en andermans potentieel vrij te maken om nieuwe moge-lijkheden te realiseren. Bij dit model staan de toon van de commu-nicatie, de vaardigheid van luisteren en vertrouwen wekken, en de gezamenlijke missie centraal. Vanwege het grote belang van de ontwikkeling van leiderschap binnen de CZSK organisatie wordt een Bureau Teambuilding opgericht dat specifiek belast wordt met de opdracht de ontwikkeling van leiderschap voor het CZSK verder vorm en invulling te geven. Dit Bureau zal medio 2008 van start gaan. Verdere mededelingen omtrent de bemensing en taak-stelling van dit bureau zullen in de komende maanden volgen.(tekst: uit de Defensie Beleidsvisie Leidinggeven)

Matroos 1 ODND Peter van Dongen, Caf-oudste aan boord van Hr.Ms. Amsterdam.

“In de lijn communicerenis soms te omslachtig”

“Ik ben het aanspreekpunt van het cafetaria aan boord. Gebeurt daar wat, dan word ik erop aangekeken. Ik moet mensen erop wijzen als ze iets verkeerds doen of hebben gedaan. Ik wijs ze dan op de regels. Ik ben degene die de groep bij elkaar roept als er bijvoorbeeld zaken gecommuniceerd moeten worden. Ik ben een man van het woord. Ik kom na wat ik zeg. Als het gaat om leiderschapskwaliteiten denk ik dat ik vooral eerlijk en oprecht ben, ik word niet snel boos en probeer eerst achter de waarheid te komen voordat ik een oordeel klaar heb. Ik kan eigenlijk weinig zeggen over het document leiderschapsvisie. Het is wel gecom-municeerd, maar ik denk dat ik er weinig aan heb. Ik weet inmid-dels heel goed wat de rol van Caf-oudste inhoudt en wat er van mij verwacht wordt. Ik vind dat hier aan boord heel goed leiding wordt gegeven. We zijn een heel goed op elkaar ingespeeld team. Wat dat betreft herken ik mij wel in de competentie ‘samenwer-ken’ die ook in de leiderschapsvisie staat. Je doet het met z’n allen. Je kunt het niet alleen. Je kunt niet in je eentje een heel voetbal-elftal dragen, dan win je geen wedstrijd. Dat is aan boord ook zo. Ik denk dat je in de burgermaatschappij eerder je mening kunt geven dan hier. ‘Uitvoeren mars’ is wat dat betreft een bekende kreet. Zo zijn we ook gevormd. Of dat het leiding geven nu mak-kelijker of moeilijker maakt, vind ik lastig te zeggen. Als ik iets van mijn chef krijg opgedragen waarmee ik het niet eens ben, is dat wel lastig. Maar aan de andere kant kan ik iemand uit het Caf weer ter orde roepen als diegene niet naar mij luistert. Soms is in de lijn communiceren te omslachtig. Voordat ik iets als matroos kan overbrengen op een officier, dan moet het eerst langs vier mensen. Waarom zo moeilijk als het veel directer kan.”

Page 11: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

Ruim twintig jaar had het toeristische eiland Bonaire getroffen kunnen worden door een megaramp met dramatische gevolgen. Op nog geen zeshonderd meter afstand van het vliegveld en acht-honderd meter van een opslag met vier miljoen liter kerosine, stond al die jaren een onbeheerd en onbewaakt huisje vol geladen met staven dynamiet. Waarschijnlijk ooit bedoeld om de startbaan van het vliegveld te verlengen, maar nooit in de praktijk gebruikt. Deze zwaar explosieve situatie was de directeur van het vliegveld niet ontgaan en hij schakelde de Eilandenraad in. De keuze om een KM-delegatie van de paarse Explosieven Opruimingsdienst te laten komen, was snel gemaakt. Zij hebben immers al connecties met CZMCARIB op Curaçao en kennen het gebied beter dan hun landmachtcollega’s.

Haast onmogelijk“Toen wij het huisje openden, schrokken we van het tafereel dat we aantroffen”, vertelt De Langen. “We hadden nog nooit spring-stoffen in zo’n slechte staat gezien. Dozen lagen open en bloot op elkaar gestapeld, er zat kristalvorming op de staven en er was zelfs olie uit gedropen.” Samen met zijn EOD-collega, sergeant Vincent Verdwaald, bekeken ze de situatie eerst grondig voordat ze aan het werk gingen. “Onze informatie was ontzettend summier, we wis-ten niet eens om wat voor soort springstof het ging. De eigenaar bleef daar bewust erg vaag over.” Stapje voor stapje begonnen de

mannen aan deze bijzondere klus. “We probeerden eerst informa-tie uit de dozen te halen door deze te verbranden om te kijken of de explosieven tussen het karton waren gedrongen. Dat was gelukkig niet het geval. Toen hebben we voorzichtig geprobeerd de wikkels van de staven af te halen. Het was echt uitproberen.”

PaddestoelwolkDe munitie bleek erg instabiel en vervoer naar een veilige locatie bracht teveel risico’s met zich mee. Daarom besloot het team om de dynamietstaven in nabijheid van het ‘kruithuisje’ op gecontro-leerde wijze tot ontploffing te brengen. De springlocatie lag op circa 110 meter van het huisje en zeshonderd meter van het vlieg-veld. Marinier 1 Koen Groot nam plaats in de verkeerstoren van het

vliegvels Flamingo Airport. “Hierdoor hadden wij continu contact met de verkeersleiding en konden we rekening houden met inko-mend en uitgaand vliegverkeer”, aldus De Langen. Tussen twee containers, volgeladen met puin, vernietigden ze eerst voorzichtig vijf staven tegelijk. Toen bleek dat de munitie redelijk eenvoudig kon worden ontploft, voerden ze dat aantal op tot en met drie dozen per keer. Toch hielden de mannen bij elke ontploffing hun hart vast. “Bij een van de klappen gingen alle autoalarmen op het vliegveld af en was de enorme paddestoelwolk kilometers ver nog te zien.”

“Zonder steun van CZMCARIB, de Kustwacht en de lokale auto-riteiten was het ons niet gelukt”, benadrukt De Langen die niet de hand in eigen boezem wil steken. Het EOD-team wist in vier dagen tijd 1140 kilogram munitie te ruimen. Binnen zes dagen kon het veiligheidsgebied weer vrijgegeven worden. Een haast onmogelijke klus was geklaard. “Als je me hiervoor had verteld dat het mogelijk is meer dan duizend kilogram springstof tussen twee containers beetje bij beetje te laten ontploffen, had ik het niet geloofd. Toch is het ons gelukt.”

Bijzondere bomruiming op BonaireEen explosief kruithuisje

“We hadden nog nooit springstoffen in zo’n slechte staat gezien”

“Ik heb veel rare dingen in mijn carrière meegemaakt, maar zoiets geks heb ik nog nooit gezien.” De verbazing is nog steeds groot bij sergeant-majoor Peter de Langen, chef van het EOD-team, als hij terug-kijkt op de bijzondere ruiming eind oktober op Bonaire. In een klein hutje, op steenworp afstand van vliegveld, strand en bewoonde huizen, stond hij samen met zijn team voor de lastige opgave 4500 staven dynamiet, tezamen goed voor 1140 kilogram springstof, te vernietigen. “Ik heb er twee nachten wakker van gelegen.” Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: DDU

Door jarenlange blootstelling aan hitte en vocht, verkeerde de munitie in zeer slechte conditie en was er zelfs sprake van kristalvorming op de staven.

Page 12: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

In het Groningse oefendorp Marnehuizen is de oefening ‘Black Tulip’, zwart staat voor anti-terrorisme en tulp symboliseert het Nederlandse aspect, in volle gang. Meer dan honderd mannen van speciale interventieteams uit tien verschillende landen, oefenen samen het voorkomen van een terroristische aanslag. Tijdens deze oefenweek is het oefenen van technieken niet het primaire uit-gangspunt maar het uitwisselen van ervaringen des te meer.

Chemische middelenDe eerste kamer in het oefenhuis blijkt na controle ‘schoon!’. Het team, afkomstig uit Nederland en compleet uitgerust met gasmas-kers en luchtflessen, verkent voorzichtig de andere kamers. De ‘verdachte’, die buiten op de grond onder schot ligt, droeg che-mische, biologische, radiologische of nucleaire middelen (CBRN) bij zich en daar is voorzichtigheid bij nodig. Na de Nederlanders laten de Britten zien hoe ze met een CBRN-situatie omgaan en ook de Amerikanen ‘showen’ hun procedure. Om het oefenhuis staan teams van mariniers, politiemannen en andere interventie-teams uit Italië, Ierland, Frankrijk, België, Canada, Australië en

Noorwegen mee te kijken en te overleggen. Want wat doen de Britten anders dan de Nederlanders in zo’n situatie? En welk mate-riaal heeft Amerika? Na elke demonstratie bespreken de groepen de verschillen met elkaar. “Sommige dingen doen wij ook”, vertelt een Duitse politieman van de Special Operation For Federal Police, “maar je komt wel op nieuwe en misschien betere ideeën.” Ook een Belgische inspecteur van de politie noemt de demonstraties leerzaam. “Je krijgt goed te zien hoe je dingen anders op kunt los-sen dan je gewend bent”, vindt hij.

De zwarte tulpAl sinds de jaren tachtig worden er tactieken en technieken met buitenlandse interventieteams uitgewisseld en zijn anti-terreur-groepen bij elkaar op bezoek geweest om in elkaars keuken te kijken. Nu de terrorismedreiging de laatste jaren is toegenomen, is de noodzaak tot structurele uitwisseling groter geworden. De ‘Black Tulip’ is daarom een tweejaarlijks terugkerende uitwisse-ling. “Tijdens de oefenweek komen alle facetten van anti-terreur aan bod, waardoor je goed elkaars tactieken kunt bekijken”, ver-telt persvoorlichter majoor der mariniers Michael Verheul. “Dat stimuleert het wereldwijd eenduidig optreden tegen terrorisme.” De verschillende teams – elk land heeft een team met zes man afgevaardigd – geven niet alleen demonstraties aan elkaar, ze gaan ook voor een eindaanval. Op de laatste dag van de oefenweek wordt er een gecoördineerde interventie op meerdere doelen in het dorp gesimuleerd. Elk team kan op dat moment laten zien welke tactieken en technieken het geleerd heeft en de samenwerking met andere anti-terreurteams nog eens goed oefenen. Want volgens de Duitse politieman ‘is de wereld sinds 9/11 erg veranderd en zijn samenwerkende anti-terreurteams bittere noodzaak’.

Ik moest kloppen…‘Oefenobject. Verboden toegang’, staat op het bordje van het verval-len huis. Na een paar minuten blijkt waarom je beter niet in het huis aanwezig kunt zijn. Een voordeur open doen is namelijk geen gewone opgave voor de interventieteams. “De verdachten kunnen een boobytrap achter de deur hebben waardoor je niet gewoon naar binnen kunt”, verklaart Verheul. Plots staan er mariniers van de Unit Interventie Mariniers (UIM) met bepakking op het dak. Ze gaan ‘urban climbing’ demonstreren, oftewel het van een dak naar beneden lopen om een kamer via een raam binnen te kunnen gaan. Eén van de mannen laat zich zakken aan een touw

Internationale anti-terreureenheden wisselen ervaringen uit ‘The men in black’ van ‘Black Tulip’

“Je staat tegenover iemand die geweld gebruikt en aan dat

touwtje kan trekken”

Onherkenbare mannen lopen in donkere of gecamoufleerde pakken door verlaten straten. Uiterst voor-zichtig en met wapens in de aanslag stappen zij een bouwvallig huis binnen. “Hánden omhoog!”, wordt er gebruld. Als de verdachte onder arrest staat, lijkt het huis veilig. “Schoon!”, roept iemand achterin de kamer. Maar is het al wel veilig? Tekst: Zefanja Hofman/Foto’s: René Ketting (AVDD)

De marinier die als eerste naar binnen gaat moet aangeven of het kozijn ‘schoon’ is.

Page 13: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

13

dat op het dak bevestigd is en loopt als een Spiderman langzaam horizontaal tegen de muur naar beneden, waarna zijn teamleden al snel volgen. Dan pakt iemand een stok waaraan explosieven gevestigd zijn. Deze wordt tegen het raam gehouden en met een druk op de knop volgt er een ontploffing. Glasscherven vliegen in het rond, maar alleen naar buiten. De mannen van de UIM willen namelijk zo weinig mogelijk schade en glas in het huis om even-tuele onschuldige gijzelaars te beschermen. Als de mariniers naar binnen willen door het kapotte raam, roept de eerste “schoon!”, dit keer om aan te geven dat er geen scherpe scherven meer in het kozijn zitten. Binnenkomen is nu niet moeilijk meer en ze pakken snel de verdachte op. De mariniers laten zien dat ze niet alleen door een raam naar binnen kunnen, ook drukken ze de sponningen van een deur uit het verband met een soort krik, zagen de deur open met een ket-tingzaag en kunnen – als laatste mogelijkheid – zelfs een complete zijmuur van een huis opblazen. Naast deze operationele demon-straties geven verschillende teams ook theoretische presentaties. Zo laten de Britten zien hoe zij de aanslagen op Londen hebben verwerkt en vertellen de Belgen over het oplossen van een gijze-lingsdrama in Brussel. Ieder land heeft een ‘specialisatie’ in een bepaald soort dreiging, enkel en alleen omdat er meer ervaring mee is. Verschillende deelnemers aan de oefening hebben dan ook oog in oog gestaan met een terrorist. De Duitse politieman vertelt nuchter dat zoiets hem niet al teveel raakt. “Als ik in de ogen van de terrorist kijk, voel ik niets. Hem stoppen, desnoods met een geweerschot, is gewoon mijn werk.” Ook Verheul vertelt

dat de leden van de interventieteams fysiek en mentaal sterk in hun schoenen moeten staan. “Je staat tegenover iemand die geweld gebruikt en aan dat touwtje kan trekken”, verklaart Verheul. “De mindset van een crimineel is namelijk heel anders dan die van een terrorist die bereid is zichzelf op te blazen en zo veel mogelijk slachtoffers wil maken”, voegt hij toe.

Bijna alle oefenhuisjes worden gebruikt voor verschillende demo’s. Niet alleen spectaculaire trucs worden getoond, ook munitie wordt met elkaar vergeleken. Lopend door het dorp, met zelfs een nepsupermarkt en een café, klinkt er opeens een luide knal. Het lijkt ‘gewoon’ een demonstratie van hoe je een deur op moet blazen. Of…?

Vier soortenspeciale eenhedenVierentwintig uur per dag en zeven dagen per week paraat staan, dat doet de Dienst Speciale Interventies (DSI). Deze ‘overkoepelende dienst’ bij het Korps Landelijke Politiediensten is in juli 2006 opgericht om een optimale aanpak van het hedendaagse terrorisme te bereiken. Onder verantwoordelijk-heid van de DSI kunnen drie soorten speciale eenheden wor-den ingezet. De Unit Interventie (UI), wat voorheen bekend stond als bijzondere bijstandseenheid, is gespecialiseerd in kleinschalige high-risk operaties en is samengesteld uit per-soneel van defensie en politie. In grootschalige of complexe acties, waarin de capaciteit van de UI niet voldoende is, komt de Unit Interventie Mariniers (UIM) in beeld en als er bij een gecompliceerde operatie lange afstandsprecisievuur nodig is, zijn de scherpschutters van de Unit Expertise & Operationele Ondersteuning (UE&OO) gereed om ingezet te worden.

Een ruimte gevuld met chemischelading moet voorzichtig betreden worden.

“Handen omhoog!” Slechts een seconde later ligt de verdachte op de grond.

Page 14: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

14

Het doel van de sportzaal, is duidelijk door de lange ramen te zien. Dit is een dojo: matten op de grond, aan de muur Japanse haiku’s (poëtische spreuken), een altaar, met daaronder een set zwaarden. Binnen staat een potige man in wit pak te bellen. Hij besluit zijn gesprek met ‘osu’, een Japanse groet. Ook als hij de dojo weer bin-nenstapt met twee koffie in zijn handen, zegt hij: “Osu”, ditmaal gericht aan de oprichter van deze karatestijl Mas Oyama, wiens foto aan de rechterkant van het huisaltaar hangt, de plaats van de overle-den meesters. Kyokushin gaat dieper dan het gevecht in de ring.

Eerlijke stijlVoor De Bruin begon het ergens rond 1966. Hij deed aan judo in Sliedrecht en tijdens een demonstratie zag hij de grote Europese meester Jon Bluming dakpannen en planken doorslaan. Het kleine jongetje vroeg zijn vader wat deze spectaculaire show inhield. “Dat is nou karate”, zei zijn vader. “Dat wilde ik ook.” Zoals Anton Geesink het judo heeft geïmporteerd in Nederland, geldt ex-marinier Bluming

als de belangrijkste vertegenwoordiger voor karate in West-Europa. Niet alleen omdat de spoeling in scholen dun was, kwam De Bruin bij het kyokushin terecht. “Het is de eerlijkste stijl. Bij andere stij-len wordt meer ruzie gemaakt buiten de mat dan erop”, beweert de ‘shihan’ of leraar. Daar scoort men op techniek, wat tot veel discus-sie leidt bij de jurering. Kyokushin is de hardste vorm van karate. Kyokushin hanteert het zogenaamde ‘knockdown’ principe. “Degene die aan het einde van de partij overeind staat, wint. Degene die verliest, heeft opgegeven, of ligt op de grond”, verklaart De Bruin de regels.

ZenboeddhismeOndanks dit harde, maar eenvoudige scoresysteem, is kyokushin geen uitlaatklep voor agressie. De Bruin was als klein jongetje altijd al aangetrokken tot de oosterse mystiek in de sport. “Ik heb ook wel een tijdje op voetbal gezeten, maar dat was het niet.” Wat zich daar op de zaterdagmiddag meldt bij de EHBO-posten, dat heeft volgens De Bruin meer te maken met agressie. Kyokushin, ‘de weg naar de

Kyokushin gaat dieper dan het gevecht in de ring

“Dat is nou karate”“Als je hier alleen komt om lekker een partijtje te rossen, kun je direct weggaan”, zegt de ‘allervriende-lijkste’ sergeant TDW Jan de Bruin, sportinstructeur op de Braam Houckgeestkazerne in Doorn. Ruim veertig jaar is hij actief in de ‘budo’. Onlangs is van zijn hand en dat van zijn beste budokameraad Ruud Muller het eerste volledige Nederlandstalige boek met alle basisbewegingen in kyokushinkarate verschenen. Tekst: Barry Wijnandts/Foto’s: Jan de Bruin

Page 15: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

15

ultieme waarheid’, past in de zenboeddhistische filosofie, waarbij gestreefd wordt naar onthechting van het ‘zelf’. Alleen door los te laten van alle angsten en verlangens kan men de werkelijkheid zien, zoals die is. Binnen de zen speelt meditatie een belangrijke rol. Zo kan ook karate een vorm van meditatie zijn, waardoor na jarenlange training het lichaam zonder tussenkomst van het bewustzijn de tech-nieken perfect beheerst. “Het was Oyama’s droom dat alle egoïstische reflexen zouden opbranden in het vuur van de volgehouden karate-training”, staat te lezen in De Bruins en Mullers kihon- of basisboek. Hoe ver dat gaat: “Ik krijg wel eens van mijn vrouw te horen dat ik weer sta te schoppen als ik met iemand aan het bellen ben. Dat heb ik niet eens meer in de gaten”, biecht De Bruin op.

Gebroken nekVolgens de karateleraar is karate vooral een gevecht tegen jezelf. De karateka moet zijn angst overwinnen om klappen te krijgen. Of klappen uit te delen, iets waar De Bruin zelf overheen moest stap-pen. “Jezelf overwinnen is de grootste strijd die je kunt leveren”,

zegt de shihan. Als levend voorbeeld roemt hij een van zijn stu-denten, die bij een val op zijn werk zijn nek brak. “De man had de bruine band en zou mijn assistent worden op de sportschool.” De Bruin trof hem echter aan als een dweil. Toch wist zijn vriend zich weer terug te werken. “Hij heeft het karate vanaf de blauwe band weer opgepakt en heeft inmiddels de bruine.” De Bruin legt uit hoe Kyokushin hem heeft leren ontspannen en helpen revalideren, hoe tegenstrijdig dit ook lijkt. “Dus als iemand in de les klaagt over een pijntje, dan roep ik Kees naar voren en vraag ik of hij zijn verhaal wil vertellen. Dan zit iedereen vol ongeloof te kijken.”

NalatenschapDe Bruin is vaak naar Tokyo geweest, de bakermat van het Kyokushinkai. Daar staat de dojo van Masutatsu Oyama, maar tot De Bruins grote verdriet, in uitzonderlijk slechte staat. Toen de grote meester nog in leven was, heeft De Bruin een enkele keer een training bij Oyama gevolgd. “Je staat gewoon in de rij te wachten op jouw beurt, en dan is het zo voorbij”, vertelt hij alsof het een soort audiëntie bij de Dalai Lama was. In 1994 overlijdt de van origine Koreaanse grondlegger van het Kyokushinkai. Zijn nalatenschap valt in verkeerde handen en de dojo staat jarenlang te vervallen, terwijl de kostbaarheden en herinneringen waarmee de oefenruimte was aangekleed, verloren zijn geraakt. “Alles was leeg-gestolen. Bluming en ik hebben er om staan te janken”, zegt De Bruin. De dojo is uiteindelijk in handen gekomen van de dochter van Oyama en haar man. Samen met enkele prominenten binnen het karate wordt gekeken naar een oplossing om dit sportieve erf-goed weer in ere te herstellen. “We zijn erg blij dat we met de groep van Kuristina Oyama samenwerken om het erfgoed van Oyama te bewaken en in stand te houden”, zegt de Bruin. Het opzoeken van de wortels van de sport heeft voor De Bruin een grote betekenis. “Het is fantastisch om weer in Japan te landen, de lucht op te snuiven. Vooral in zo’n dojo, die lucht is zo uniek.” De

Bruin vergelijkt het met de lucht aan boord van een schip: “Die is ook nergens anders te vinden.” Volgend jaar hoopt De Bruin zijn oudste dochter mee te nemen naar het land van de rijzende zon. Ook zijn jongste dochter doet niet onverdienstelijk mee in de sport.

Wat strengerDuidelijke regels, lichamelijke en geestelijke volharding, teamspirit, respect tonen en verdienen; de training voor karate komt in veel opzichten overeen met de fysieke training van de mariniers. “Het is hier alleen wat strenger”, beweert hij. Wie respect heeft voor de regels is welkom om mee te trainen. Behalve in kyokushin geeft De Bruin ook les in militaire zelfverdediging, aikido, jiu jitsu en in het verleden ook judo. “Er zitten hele goede vechters bij”, zegt hij met grote trots over het korps. Ondanks zijn zeer prettige relatie met de mariniers heeft hij bewust zijn blauwe pak aangehouden. “Ik ben wel een vlootbaal in hart en nieren.” Over een klein jaar gaat De Bruin met functioneel leeftijdsontslag, “maar”, voegt hij toe, “dit witte pak tegelijk uitgooien met het blauwe, is voor mij ondenkbaar.”

Dan rijdt een rode Jaguar voor de dojo langs. Even later stapt een grote grijze man binnen. De mannen begroeten elkaar: “Osu.” De Bruin overlegt kort met de man over de organisatie van het wereldkampioenschap Kyokushin in Emmen, waarbij enkele mariniers op spectaculaire wijze de dag zullen openen. Ook was Kuristina Oyama als eregast uitgenodigd. De man, in het bezit van 33 dangraden in vijf oosterse vechtsporten en één van de twee mensen op aarde die in Kyokushin dezelfde graad is toegekend als Mas Oyama, is niemand minder dan Jon Bluming zelf.

Volgend jaar zal ‘shihan’ Jan de Bruin zijn marinecarrière beëin-digen als hij met functioneel leeftijdsontslag gaat. Hij nodigt alle (oud-) en actief dienende karateka uit aan wie hij les heeft gegeven voor een bijeenkomst en om training aan te geven.

Kyokushin kihonboekOok op Curaçao gaf De Bruin karate, samen met majoor der mariniers Klaas Wit. Deze laatste had samen met de Bruin een handleiding geschreven, maar niet alle basishandelingen stonden er in. Zo ontstond het idee om een uitgebreider boek te schrijven. “Ruud (Muller, red.) en ik zijn ongeveer een jaar bezig geweest om alle standen, bewegingen en combinaties daarvan te verzamelen en op te schrijven”, zegt De Bruin. De eis van het bestuur van het Internationaal Budokai Kan (IBK) was namelijk dat het boek echt volledig zou zijn. Voor de shihans was het vooral belangrijk om het boek betaalbaar te houden, zodat iedereen ervan kan profiteren. ‘Kyokushin kihonboek; basisbewegingen voor alle kyokushin karateka’ is verkrijgbaar via de boekhandel of www.kyokushin.nl. ISBN: 987-90-811-8731-2. Prijs: ca. € 20,-.

Page 16: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

16

Zo civiel mogelijk, zo militair als noodzakelijk

Draagvlak bij de bevolking wordt steeds meer het ‘sleutelwoord’ als het gaat om het winnen van een oorlog. Vredesmissies gaan daarom steeds verder dan gevechtshandelingen en ordehandhaving. Zaken als wederopbouw en ontwikkelingssamenwerking winnen terrein en hebben een directe invloed op het slagen van een operatie.

De oorlog winnen met

(Foto:

Sjoe

rd Hil

ckman

n, AV

DD)

Draagvlak bij de bevolking wordt steeds meer het ‘sleutelwoord’ als het gaat om het winnen van een oorlog. Vredesmissies gaan daarom steeds verder dan gevechtshandelingen en ordehandhaving. Zaken als wederopbouw en ontwikkelingssamenwerking winnen terrein en hebben een directe invloed op het slagen van een operatie.

Page 17: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

17

Overleg met lokale bestuurders, opzetten van ontwikkelingsprojec-ten, bescherming van cultureel erfgoed en opereren als liaison tus-sen de militaire organisatie en niet-gouvernementele organisaties als het Rode Kruis of Artsen Zonder Grenzen. Voorbeelden van het werkterrein van de Civil Military Cooperation (CIMIC)-militair. CIMIC werkt twee kanten op. De strijdkrachten kunnen een gron-dige situatieschets van het operatiegebied krijgen door de steun van de bevolking waarvan het vertouwen gewonnen is. Door de bevol-king aan de goede kant te krijgen, wordt het territorium van de tegenstander verkleind. Anderzijds kunnen de coalitietroepen de bevolking een veilige omgeving bieden, waarin de eerste stappen tot wederopbouw gemaakt kunnen worden. ‘Zo civiel mogelijk, zo militair als noodzakelijk’ is het motto van CIMIC. De Koninklijke

Marine levert haar bijdrage aan CIMIC met twee functionarissen in het Marsitcen en zal in de loop van 2008 meerdere paarse functies in 1 CIMIC Bataljon van het 101 Gevechtssteunbataljon van het Commando Landstrijdkrachten gaan vullen.

Hoe veelzijdig CIMIC is, valt te lezen in de volgende verslagen van enkele KM-militairen die eens in ander ‘vaarwater’ wilden opereren.

‘CIMIC hulp houdt niet in dat men wat geld geeft en klaar’Tekst: sergeant-majoor LDV Hans

Ik ben vanuit een logistieke achtergrond bij de CIMIC afdeling beland. Ik wilde graag nieuwe en andere militaire vaardigheden bijleren zoals kaart-kompas, radiobediening of patrouilles lopen. In 2005 heb ik een ‘human intelligence’ opleiding gevolgd met aansluitend een uitzending van vier en een halve maand naar Pol E Khomri in het noorden van Afghanistan. Dit beviel zo goed dat ik hiermee door wilde gaan. In februari ben ik bij de Sector Security Reform (SSR) gekomen waarbij ik een uitzending naar Afrika voor ogen had. Het werd Uruzgan. CIMIC is een belangrijke ‘tool’ om in een gebied meer en snellere acceptatie van de plaatselijke bevolking te krijgen met betrekking tot onze militaire aanwezigheid. Veel mensen in Afghanistan kunnen niet lezen en schrijven. Daarom is het makkelijker om door middel van gesprekken een en ander uit te leggen. Mensen die zo arm zijn dat ze maandelijks niet of nauwelijks rond komen, denken vaak vanuit hun eigen problematiek. CIMIC hulp houdt niet in dat men wat geld geeft en klaar. Deze mensen leren zichzelf helpen. Wij willen dit bereiken door projecten te realiseren die in ruime mate de bevolking ondersteunen. We gaan niet zelf bouwen, maar we laten dit door lokale aannemers of dorpelingen uitvoeren. Dit gebeurt volgens Afghaanse bouwmethoden en met Afghaanse mate-rialen. Als zij dit zelf doen, heeft dit een aantal voordelen. Projecten die door Afghanen gebouwd zijn, worden niet of nauwelijks vernietigd of beschadigd. Door henzelf te laten bouwen, worden de lokale mensen meer bij het project betrok-ken. Dat levert werkgelegenheid op. Het geld dat hiermee gemoeid gaat, belandt direct in de lokale economie. Hierbij hopen we op een positieve stimulans in de directe omgeving van het project. Wij willen de Afghaanse overheid steunen en begeleiden. Goed management door de overheid is van groot belang voor de bevol-king. In dit gebied spelen veel tribale problemen die via Shura’s (bijeenkomsten) worden opgelost. Vaak wordt gevraagd of iemand van ons erbij wil zitten om sturing aan het gesprek te geven. We gaan met patrouilles mee en voeren veel gesprekken met de bevol-king waarin we uitleggen waarom we er zijn en wat we komen doen. Al met al is CIMIC een zeer gevarieerd ‘beroep’. Op dit moment zit ik in een gebied waar het op veel plekken nog onrustig is. Dit door een grote aanwezigheid van Taliban strijders in het gebied en het ontbreken van de lokale bevolking die gevlucht zijn voor de Taliban. Er ligt dus nog steeds een zeer grote en gevarieerde taak in het verschiet.wederopbouwVoor meer informatie over functies bij 1 CIMIC Bataljon kunt u contact opnemen met:N9 (CIMIC bij Marsitcen): luitenant-kolonel der mariniers Peter Wilmsen, telnr.: 0223 658 250 of eerste luitenant der mariniers Karel Budde, telnr.: 0223 658 249. Voor reservis-ten Functioneel Specialisten: majoor Alex Donswijk, telnr.: 055 357 12 11, mobnr.:06 514 073 74.

“We gaan niet zelf bouwen, maar we laten dit door lokale aannemers of dorpelingen uitvoeren.”

Page 18: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

Ook voor reservisten“Defensie heeft zijn reservisten keihard nodig”, aldus generaal-majoor Lex Oostendorp (landmacht) bij de infodag voor het nieuw opgerichte CIMIC bataljon op 26 oktober. Hij laat geen gelegenheid voorbij gaan om te hameren op het belang van reservisten. Welk bedrijf kan relatief eenvoudig beschikken over zo uiteenlopende kennis en kunde, verenigd in zijn alumni (oud-dienstplichtigen, oud-BBT’ers en oud-OT’ers)? De reser-vecomponent van defensie is goud waard. Zeker in het huidige tijdsbestek, waarin specialistische kennis een waardevolle bij-drage kan leveren aan actuele missies. Het beleid is aangepast, de mogelijkheden zijn verruimd (oproepbaar tot zestig jaar) en de werving draait op volle toeren. De situaties waarin waarde kan wor-den toegevoegd nemen eerder toe, dan af (SSR, CIMIC, 3D etc). De hogere legerleiding staat positief ten opzichte van inzet van Functioneel Specialisten. Nu de Functioneel Specialist uit de KM gelederen zelf nog. Waar zit die? Wie kent hem of haar? En wat zou hem/haar moeten verleiden om zich (weer) bekend te maken? Je vaardigheden en expertise in willen zetten, onder bijzondere omstandigheden, ter versterking van de impact van Nederlands optreden, in een kameraadschappelijke omgeving, waarbij je een steentje bijdraagt aan een betere wereld. Als je dit ziet zitten, neem dan contact op. Zie daarvoor het kader op pagina 17.

Veelzijdige CIMIC-erin Chora Tekst: LTZA 2OC Bianca

Vanuit de functie als pelotonscommandant bij het Logistieke Bataljon werd ik door P&O extern voor de periode maart tot en met september 2007 aangewezen voor een uitzending met de landmacht naar Uruzgan. Mijn functie was CIMIC-commandant van één van de drie aanwezige missieteams. Hoewel voor som-migen de functie van ‘een CIMIC-er’ onbekend is, is het gebied waarin wij met ons team deze functie hebben uitgeoefend inmiddels berucht en beroemd: Chora.De Task Force bestond uit twee elementen: een kinetisch ele-ment (de Battlegroup/ SF-ers, etc.) en een non-kinetisch element (het Provinciaal Reconstructie Team, PRT). Het PRT bestond uit een staf met drie missieteams waarbij ieder missieteam verant-woordelijk was voor een deel van het operatiegebied. Samen met drie andere ‘paarse’ collega’s werd ons team verantwoordelijk gesteld voor de wederopbouw van Chora. Daartoe hebben we bij-voorbeeld vaak met stamleiders en politiefunctionarissen, maar ook met lokale ‘contractors’ moeten spreken om (onderlinge) samenwerking te creëren, eventueel ondersteund met midde-len voor de verdediging en opbouw van Chora. Daarbij werden ook projecten uitgevoerd, gebaseerd op de vijf speerpunten van de Afghaanse overheid: veiligheid, gezondheidszorg, educatie, irrigatie en infrastructuur. Dit om zo van onderaf binnen de bevolking vertrouwen te creëren in de eigen overheid, die op den duur hier zelf in moet kunnen voorzien.Naarmate de uitzending duurde, nam de druk van de Taliban op het gebied toe. Eind juni resulteerden de spanningen toch in de ‘Slag om Chora’. De druk van de tegenstanders op de splitsing binnen de stammen en het verstoren van de wederopbouw zorg-den ervoor dat de contacten juist steeds beter en dieper werden. De lokale bevolking moest kiezen en koos gelukkig voor ons. In samenwerking met de Battlegroup wonnen ze de slag en behiel-den ze Chora. Zelfs tijdens de gevechten ging de wederopbouw gewoon door. Een geweldig goede boodschap richting de lokalen en wellicht heeft het geholpen om meer Afghanen te overtuigen zich tegen de Taliban te keren. Ook projectmatig hebben we goed kunnen ‘scoren’. Zo heb-ben we politieposten in stand kunnen houden en een concreet veiligheidsplan ontworpen, het lokale ziekenhuis kunnen voor-zien van medicijnen, de schoolaccommo-datie kunnen uitbou-wen, de infrastructuur van de bazaar kunnen verbeteren en bijvoor-beeld waterkrachtcen-trales kunnen bouwen ter bevordering van de economie. Met de hulp van CIMIC hebben de Afghanen de eerste bouwstenen kunnen neerleggen. Ze hebben een beetje vertrouwen kunnen krijgen in een betere toekomst, waar-in ze dit uiteindelijk zelf moeten kunnen en mogen doen.

‘Een vreemdegewaarwording’Tekst: sergeant-majoor LDGB Roel

Ik was alweer enige jaren op de Nederlands-Belgische Operationele School werkzaam en moest uitkijken naar een nieuwe plaatsing. Omdat ik graag wilde weten wat voor mij de mogelijkheden waren, ben ik mij op allerlei fronten gaan oriënteren. Tijdens die oriëntatieronde kwam ik verschillende keren de term CIMIC tegen. Ik was direct nieuwsgierig naar het bestaan en de achter-grond hiervan. Na verschillende uitvoerige gesprekken ben ik primair in het Security Sector Reform (SSR) team geplaatst om van daaruit het CIMIC opleidingstraject te gaan volgen. Vanaf 17 augustus zien mijn werkzaamheden bij de KM er compleet anders uit. De opleiding is echt krijgsmachtbreed. Na 27 jaar blauw te hebben gedragen, heb ik nu alleen nog maar groen aan. In het begin was dit een vreemde gewaarwording. Het hele CIMIC-traject is een geheel nieuwe ervaring voor mij. De opleiding is leerzaam, uitdagend maar ook erg intensief. Zij is ook heel compleet en bestaat uit verschillende onderdelen, zoals: Engels spreken en Engels rap-porteren, schieten, radiocommunicatie, mediabewustzijn, onder-handelen, teambuilding en werken met tolken. Eigenlijk is dit maar een kleine greep uit het aanbod. Ik heb in ieder geval wel het vertrouwen dat ik samen met mijn team voldoende word voorbereid voor onze uitzending naar Afghanistan in maart 2008.

LTZA 2OC Bianca

Page 19: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

19

Samen leven en samen werken is de boodschap van de reclame-campagne ‘De marine vergroot je wereld’ die medio 2005 van start ging. Velen zullen zich nog wel de eerste commercials herin-neren met daarin de vijf hoofdrolspelers die voornamelijk de sfeer bij de KM in beeld brachten. Na anderhalf jaar is het tijd voor nieuwe spots waarbij het accent is verschoven naar samen werken. Bevielen de oude dan niet? “Juist wel”, zegt luitenant-ter-zee 1 Bas van den Akker, hoofd van de afdeling arbeidsmarktcommunicatie. “Ze hebben hun waarde bewezen, maar de doelgroep verandert. In de oude commercials werden de belangrijke taken van de marine minder benadrukt. Het was voor een groot deel ontspanning. Dat was toen de beste keuze, maar we willen nu meer antwoord geven

op de vraag wat werken bij de marine precies inhoudt. De werksfeer staat echter nog steeds centraal.”

SpanningAl vanaf september is de tweede nieuwe commercial voor mariniers op televisie te zien, die volgens majoor der mariniers Bas de Wit, hoofd bureau werving, al succesvol kan worden genoemd. “Uit reacties op bij-voorbeeld internetforums blijkt dat deze goed bevalt bij de doelgroep.” De nieuwe filmpjes zien er flitsend uit: snelle, stoere beelden met weinig tekst en veel beweging. De Wit is vooral te spreken over de trans-formatie van ontspanning naar inspanning en onge-keerd: “De mimiek, houding, stemintonatie van de hoofdrolspelers en het vertraagde beeld, maken het prachtig filmpjes.”

WervingEen week lang fungeerde Hr.Ms. Tromp als een soort drijvende filmstudio. Van den Akker is dan ook erg tevreden over de medewerking van de staf en de bemanning. “Het leuke is dat enkelen van hen ook in beeld te zien zijn.” Vanaf december zul-len de nieuwe spots op zenders, die speciaal gese-lecteerd zijn voor de doelgroep, te zien zijn. Dat verklaart wellicht mede de kritiek van veel marine-medewerkers dat ze de commercials weinig zien. “Bovendien zijn de tijden waarop ze uitgezonden worden, ook speciaal op de doelgroep afgestemd”, stipt Van den Akker aan. Hoe belangrijk zijn deze commercials voor de werving die de laatste tijd behoorlijk achterloopt? “Enorm”, reageert De Wit. “Maar net zo belang-

rijk zijn de positieve berichten over de KM van familie en vrienden”, voegt hij toe. “Ruim de helft van de jongelui die contact zoekt met de marine, door bijvoorbeeld infodagen te bezoeken, is posi-tief beïnvloed door bekenden.”

Meer contactmomenten in de vorm van info-dagen, meer aandacht aan instroomopleidin-gen en het verzorgen van meer gastlessen op scholen, zijn volgens De Wit en Van den Akker enkele van de actiepunten om de wer-vingsachterstand aan te pakken. “We zijn ook geïnteresseerd in amateurfilmpjes die bijvoorbeeld aan boord worden gemaakt. Deze kunnen een zeer positief effect hebben zodra die door ons bijvoorbeeld op de populaire site YouTube geplaatst worden”, aldus Van den Akker. Dus, voor wie de nieuwe Mark, Timo of Pauline wil worden, ligt de ‘way to fame’ nu open.

Verschuiving naar samen werken

Nieuwe commercials KMTerwijl Hr.Ms. Tromp patrouilleert door de Middellandse Zee, staat matroos Mark in de kombuis de maaltijd voor de bemanning voor te bereiden. Als er gevechtswacht op post wordt gepraaid, slaat de stemming meteen om. Mark maakt zich gereed terwijl ook op het gezicht van luitenant-ter-zee Pauline, die op de brug staat, de spanning is af te lezen. In de commandocentrale is iedereen alert en het gevaar wordt afgewend. De bemanning kan hierna rustig bijkomen op een terras tijdens het havenbezoek aan Venetië. Het is het scenario van een van de twee nieuwste vlootcommercials van de Koninklijke Marine, die vanaf december op televisie te zien zijn. Tekst: Vanessa Strijbosch

Enthousiaste sprekers gezochtDe afdeling Personeelsvoorziening Koninklijke Marine (PVKM) is verantwoordelijk voor het werven en aanstellen van perso-neel. Regelmatig wordt PVKM gevraagd of het is toegestaan voorlichting te houden op de oude school of bijvoorbeeld op de sportvereniging. Dat is zeker toegestaan; de KM is er gebaat bij dat haar mogelijkheden als werkgever bekend zijn bij iedereen. PVKM juicht het dan ook toe dat marinemedewerkers als een soort ‘ambassadeur’ van de KM optreden. Daarom ondersteunt PVKM dat initiatief niet alleen met advies maar ook met voorlichtingsmateriaal. Als u graag wat wilt vertellen over uw werk en/of gevolgde opleiding bij de KM, neem dan contact op met Ton van Corven, telnr.: 020-5202672 of via e-mail: [email protected].

De hoofdrolspelers.De opnameset in Venetië.(Foto's: Peter van Bastelaar, AVDD)

Page 20: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

Eerste PAM-schepen operationeel in de SNMCMG1Maassluis en Primula in NAVO-eskaderHet ‘Project Aanpassing Mijnenjachtcapaciteit’ is de operationele fase ingegaan sinds Hr.Ms. Maassluis en BNS Primula als eerste gecupte mijnenjagers deelnemen aan de Standing NATO Mine Countermeasures Group 1. Techniek en weer zaten nogal eens tegen, maar de sluipmoordenaars van de zee hebben er een geduchte tegenstander bij.

Tekstbewerking: Barry Wijnandts/Foto’s: Ruud Mol (AVDD)

Page 21: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

“Een Italiaanse Manta-mijn springt er nu op zes- of zevenhonderd meter wel uit”, zegt luitenant-ter-zee 2 Ben Turfboer, mijnenjacht-officier op Hr.Ms. Maassluis. De Manta is met de Rokan de meest dankbare mijn om te vinden, vanwege hun vorm die sonarstralen afbuigen in plaats van reflecteren, omdat ze klein zijn en zich goed weten in te graven in modderige zeebodems. De bodemomstandighe-den blijven evengoed hun invloed houden op de kans dat een zeemijn gedetecteerd wordt, maar vergeleken met de oude detectie- en clas-sificatiebeeldkasten van de eerste generatie Tripartite mijnenjagers is er veel verbeterd.

VertragingNa een lange onderhoudsperiode vertrekt Hr.Ms. Maassluis als eerste van de Nederlandse ‘gePAMde’ mijnenjagers in augustus richting Estland om zich bij het permanente NAVO-eskader te voegen. De groep schepen van de Standing NATO Mine Countermeasure Group 1 (SNMCMG 1) bestaat verder uit BNS Godetia (het stafschip), FGS Datteln, HMS Middleton, ORP Czajka (tot en met 12 okto-ber), HNoMS Karmøy (vanaf 12 oktober) en LNS Suduvis. Ook de Belgische mijnenjager BNS Primula, die in het verband meevaart, is gemoderniseerd.

De Maassluis kampt vanaf het begin van haar deelname met technische problemen in het machinepark, wat de gehele reis als een rode draad door de missie zou blijven lopen. Met enige vertraging, kan het schip zich pas tijdens de laatste dagen voegen bij de operatie ‘Historic Ordnance Disposal Estonia 07’. Tijdens deze mijnenruimcampagne wordt na ongeveer twaalf uur jagen de eerste mijn gevonden. Helaas kan deze mijn niet met de inzet van het nieuwe mijnvernietigingswapen ‘Seafox’ tot ontploffing worden gebracht vanwege het slechte zicht. De Duitse zware GD-grondmijn die gevonden is, wordt in plaats daarvan ‘gewoon’ opgeruimd met behulp van duikers. De eerste plof wordt met gejuich ontvangen.

Mijnenvrij verklaardVoordat koers wordt gezet naar Klaipeda in Litouwen worden er 28 mijnen vernietigd, waarvan vier door de bemanning van de Maassluis. Acht restanten van verankerde mijnen worden gevon-den, de mijnstoelen waarop de bol met lading vastgezet is geweest. In Litouwen vinden de operaties ‘Open Spirit’ en ‘OPLIT’ plaats waarbij het ruimen van historische explosieven in een zelfde slag doorgaat, echter niet voor Hr.Ms. Maassluis, die door technische mankementen naar binnen moest. Daarna volgen oefeningen in Zeebrugge, onder andere de operatie ‘Bell Bottoms’ en worden er mijnen en explosieven gezocht in de historische wateren voor de kust van Normandië. Gezien de geschiedenis van dat gebied – de landingskusten werden gebruikt in de Tweede Wereldoorlog – was de kans groot dat er explosieven gevonden zouden worden. De Maassluis slaagde er ook in om het opgedragen gebied explosieven-vrij te maken, ondanks de aanhoudende storingen in de voortstu-wing. Naast het opruimen van mijnen heeft de bemanning van de mijnenjager ook aan andere oefeningen meegedaan. In de fjorden van Noorwegen zijn precisienavigatie-oefeningen gehouden en er zullen nog oefeningen worden gehouden met Noorse en Duitse eenheden.

PechvogelsTijdens de trip ondervindt de bemanning behoorlijk wat problemen. De geplande aankomstdatum bij het verband van tien augustus moest al verschoven worden vanwege technische problemen. Dit veroorzaakt vertraging, die niet bij één keer zou blijven. De eerste technische problemen zorgen ervoor dat er een ongeplande tussen-stop in Kiel wordt gehouden voor twee dagen. Als dan het lokalise-ren en opruimen van mijnen en explosieven in Litouwse wateren aan de beurt is, kan de bemanning maar twee dagen de mijnenjacht uitvoeren omdat er weer technische problemen zijn. Een paar dagen later wordt Aberdeen (Schotland) aangedaan. Dit blijft de ongewilde verblijfplaats voor ongeveer tien dagen. Deze keer zijn technische problemen niet de reden, maar een zware noordwesterstorm die de oversteek naar Noorwegen dwarsboomde. Een havenbezoek aan Haugesund ging daardoor niet door.

De resultaten zijn met de nieuwe techniek sterk verbeterd, maar het heeft ook zijn keerzijde. “We zien meer contacten, die allemaal onderzocht moeten worden. Daardoor duurt het jagen langer”, aldus Turfboer. Ook is er nu één operator die zowel detecteert als classificeert, wat de zoekslagen nog tijdrovender maakt. De precisie is wel toegenomen: “We kunnen nu contacten exact inmeten, waar we vroeger een gok maakten naar de afmetingen. Daarmee kun je een heleboel contacten sneller uitsluiten.”

Een Manta-mijn springt er op zeshonderd meter uit

Het nieuwe mijnvernietigingswapen, de ‘Seafox’, wordt middels een netje uit het water gehaald. Het ziet er ouderwets uit, maar het werkt wel.

Page 22: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

22

Hr.Ms. Walrus en Amfibisch Verkenningspeloton bundelen expertiseOnder dekking van duisternisAan dek van het gegijzelde Nederlandse koopvaardijschip Poema heerst een sinistere stilte, wanneer gemaskerde kikvorsmannen onder de dekking van duisternis zwemmend langszij komen en ongehoord met touwladdertjes van staaldraad aan boord klauteren. Dan weerklinken er enkele korte bevelen en volgt een razendsnelle overrompeling van de kapers, die enkele minuten later ‘dood’ of levend op het dek liggen. Even snel en onzichtbaar als de mannen verschenen, verdwijnen ze weer in het holst van de nacht. Ditmaal met drie bevrijde bemanningsleden in hun midden. Tekst: Karen Gelijns/Foto’s: Peter Bijpost (AVDD)

Page 23: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

De afgelopen jaren steken maritiem terrorisme en moderne pirate-rij steeds vaker de kop op. Ofwel gedreven door ideologische motie-ven, zoals bij de aanslag op het Amerikaanse marineschip USS Cole in Jemen in oktober 2000 of ingegeven door commerciële beweegredenen, zoals bij de kaping van de Koreaanse vissersboot Dong Won op de Indische Oceaan in april 2006. Een gijzeling die Hr.Ms. De Zeven Provinciën tevergeefs probeerde te verijdelen. Alleen in 2007 kent zeeroverij volgens het Internationaal Maritiem Bureau (IMB) al weer een stijging van veertien procent ten opzichte van vorig jaar. Zo vonden in de eerste negen maanden van dit jaar 198 gevallen van piraterij plaats, werden vijftien schepen gekaapt, 172 bemanningsleden in gijzeling genomen, 62 bemanningsleden ontvoerd en drie zeelieden gedood. Het ontzetten van een gijzeling aan boord is uiterst complex en risicovol. Het ongezien benaderen van een gekaapt schip klinkt haast onmogelijk. Behalve wanneer twee speciale eenheden van de Koninklijke Marine hun expertise bundelen. Dit bleek afgelopen maand eens te meer tijdens de oefening ‘Blue Waves’, toen het Amfibisch Verkenningspeloton en Hr.Ms. Walrus onder de kust van Curaçao hun unieke krachten verenigden.

KrachtDe wortels van het Amfibisch Verkenningspeloton liggen in 1959, toen in Frankrijk de eerste kikvorsman van het Korps Mariniers werd opgeleid. Na formatie van de eerste ‘Vaste Kikkerploeg’ in 1963, ontwikkelde de eenheid zich door de jaren heen tot het Amfibische Verkenningspeloton (AMFVERKPEL). Getraind in het uitvoeren van chirurgische offensieve acties, spe-ciale ‘covert’ verkenningen op strategische doelen, het heimelijk observeren van bijvoorbeeld oorlogsmisdadigers, ‘Initial Entry Operations’ en ‘special reconnaissance’, ligt de grootste kracht van de kikvorsmannen echter in maritiem counterterrorisme. Van het enteren van een gekaapt cruiseschip tot het beëindigen van een gijzelingsactie op een booreiland.

“Overal ter wereld – van de Noordzee, Irak, tot Afghanistan – moe-ten wij ons werk kunnen uitvoeren”, vertelt de commandant van het Amfibisch Verkenningspeloton, kapitein der mariniers Roland. Om een locatie te bereiken, maakt het peloton gebruik van elk beschikbaar inzetmiddel. Van een ‘militaire vrije val’ of parachu-tesprong vanuit een vliegtuig; een fastrobe vanuit een helikopter; een kajak, opblaasbare bootjes of ‘long range insertion crafts’ voor over water; tot een free-escape vanuit een sub. “En dat maakt ons uniek”, onderstreept de pelotonscommandant.

Geruisloos en onzichtbaarHet slagen van een operatie van het Amfibisch Verkenningspeloton begint vaak met het ongezien benaderen van een object. En hoe kan dat beter dan gebruik te maken van het ultieme ‘heimelijke’ wapen: de onderzeeboot. Geruisloos en onzichtbaar kan een onderzeeër de kust of doelobject benaderen. Ook in vijandelijke gebieden die voor andere (maritieme) eenheden gesloten zijn. “Het doel van de samen-werking is dan ook het beoefenen, stroomlijnen en uitbreiden van

Het slagen van een operatie begint vaak met het ongezien

benaderen van een object

Eerst brachten de mannen hun duikvaardigheden weer op niveau.

Tactische benadering van het strand.

Het Amfibisch Verkenningspeloton beoefende ook ´beaching drills´, kust-navigatie, invaren met kleine vaartuigen en vuurgevechten op het strand.

Page 24: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

24

de procedures die bestaan om speciale eenheden met volledige uit-rusting, over grote afstand te verplaatsen en vervolgens onopgemerkt af te zetten bij de locatie waar zij hun operatie uitvoeren”, vertelt de commandant van Hr.Ms. Walrus, luitenant-ter-zee 1 Pim Hol. Terwijl de Walrus zich met ‘dry-drills’ en ‘duiker in nood’ proce-dures hierop voorbereidde, brachten de kikvorsmannen eerst hun duikvaardigheden weer op peil. “Geen overbodige luxe”, vindt de pelotonscommandant. “Zeker niet na maandenlange inzet in Afghanistan, waar het werk mijlenver verwijderd lag van operaties op of onder water.” Na vele duikuren met de nadruk op kompas-duiken, verkenningen, teamduiken en onderwater communicatie, waren de ‘basics’ weer op het vereiste hoge niveau en kon de samenwerking beginnen.

Gezonde spanningWanneer de duikschoenen worden aangesnoerd, de reddingsves-ten omgehangen en de wapens bevestigd, neemt de spanning in de boegbuiskamer van de Walrus hand over hand toe. De adrenaline begint te stromen, als sergeant der mariniers Marcel zonder duik-set plaats neemt in de ‘Single Escape Tower’ (SET). Langzaam vult de toren zich met water. Nog eenmaal neemt hij een diepe teug zuurstof van de ingebouwde slang en dan gaat het luik open. Als een vis zo vrij, stijgt hij naar de oppervlakte. “Een bijzondere ervaring”, omschrijft deze ‘oude’ rot in het vak zijn eerste onderzeebootontsnapping. Keer op keer liep hij de trai-ning door uitzendingen mis. “Je kent de procedures stap voor stap en hebt het talloze malen ‘droog’ beoefend in de trainingscentra. Maar dat valt niet te vergelijken met het échte werk.” Niet alleen de kikvorsmannen voelen een gezonde spanning, maar ook de navigatieofficier van de Walrus, luitenant-ter-zee 2OC Michiel van Dongen. “Tijdens het afzetten van de mariniers,

De ‘Single Escape Tower’ van binnenuit gezien.

De ‘Single Escape Tower’ van buitenaf gezien.

Via het luik komen de kikvorsmannen weer terug aan boord.

Page 25: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

moet de boot volledig stil in het water liggen. Dit maakt haar een speelbal van de sterk variërende stroom”, legt hij uit. “Verder biedt het zeer steile bodemverloop rondom het eiland vrijwel geen waarschuwingstijd indien de boot in té ondiep water komt.” Het continu controleren en vergelijken van de verschillende naviga-tiesystemen, plus het voorspellen van de optimale positie, vergen uiterste concentratie.

BaanbrekendZowel de onderzeeboot als de mariniers zijn erg kwetsbaar tijdens de sluisprocedure, die gemiddeld vijftien minuten per persoon duurt. Om de tijd in ‘gevaarlijk’ gebied te minimaliseren, beoe-fenden de eenheden ook alternatieve manieren. Zo verlieten de kikvorsmannen tijdens één oefening op grotere afstand van de kust al de onderzeeboot, om vervolgens plaats te nemen in het kuipje van het sail. Met alle mannen in het kuipje, voer de Walrus naar het drop-off point, alwaar ze zo richting hun operatiegebied konden zwemmen.De meest baanbrekende, alternatieve methode bleek echter het gebruik van de ‘Dual Escape Tower’ (DET) die zich achter in de machinekamer bevindt. “Nooit eerder heeft een onderzeebootcom-mandant het aangedurfd om dit ontsnappingsluik te gebruiken voor exit en re-entry van het amfibisch verkenningspeloton”, aldus kikvorsman Marcel. In goede samenwerking – en op vele punten met oplossingsgericht denken – bedachten beide eenheden een passende procedure. En met groot succes. “De tijdswinst die werd behaald was indrukwekkend en kan in sommige situaties van onschatbare waarde zijn.”Voor de chefs Onderwaterbedrijf van de Walrus bracht het gebruik van de DET een uitdaging van 1.300 liter water met zich mee. “Tijdens de escapes moet de boot op een constante diepte van zestien meter liggen”, aldus sergeant-majoor Willem Hersbach, chef Technische Dienst Elektrotechniek. “Omdat wij tijdens de procedures geen vaart of roeren kunnen gebruiken om de boot op diepte te houden, moeten we het doen met de trim- en lenspomp.” Elke keer als de SET wordt gevuld met zeewater, levert dit een trimverstoring van zevenhonderd liter op. “Tel hier voor de DET maar zeshonderd liter bij! Een hele uitdaging om de boot op diepte te houden.

GewaagdOok het beoefenen van ‘rendez-vous’ en ‘re-entry’ bracht de nodige uitdagingen met zich mee. Zowel een groepje zwemmende mari-niers, als de mast van een onderzeeboot is in het holst van de nacht vrijwel onzichtbaar. “Je hoort en ziet de boot niet”, vertelt marinier Jonne. “Zelfs op klaarlichte dag waren we de Walrus af en toe op tien meter afstand gewoon kwijt. Dat is best spooky.” Om elkaar toch te kunnen vinden, maken de mariniers gebruik van een appa-raatje dat een signaal afgeeft. Zodra de kikvorsmannen een ont-moetingspunt bereiken, zetten zij deze geluidsbron aan en vaart de Walrus – met gebruik van de sonar – naar de juiste positie. “Naast de standaard ‘re-entry’ procedure, waarbij de mannen via de toren weer aan boord gaan, hebben we ook de zogenoemde ‘float-on’ beoefend”, vertelt pelotonscommandant Roland. “Hierbij

“Zelfs op klaarlichte dag waren we de Walrus af en toe gewoon

kwijt. Dat is best spooky”

Even snel en onzichtbaar als de mannen verschenen,verdwijnen ze weer in het holst van de nacht

Er klinken enkele korte bevelen en de kapers worden overrompeld.

De tango´s liggen ´dood´ of levend op het dek,terwijl de sierra´s worden bevrijd.

Page 26: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

26

haken de kikvorsmannen hun rubberboot vast aan de onderzee-boot. Deze komt vervolgens naar de oppervlakte, waardoor de rubberboot midden op het achterdek staat.” Een vrij gewaagde procedure, omdat de mariniers in een volgeladen boot aan de onderzeeër vast zitten. Gaat het mis, dan slaan ze meestal om. “En dat gebeurde tijdens de eerste poging”, aldus de pelotonscom-mandant. “De voorste lijn zat niet goed vast. De boot zakte scheef en sloeg om.”

Voorsprong van verrassingDuizenden sterren fonkelen boven de Caracasbaai die, naast het flauwe schijnsel van de wassende maan, in duisternis is gehuld. Aan de kade ligt het gegijzelde koopvaardijschip Poema. Een enkele gijzelaar loopt gewapend over dek en schijnt van tijd tot tijd met zijn zaklantaarn in de duisternis. Niewt vermoedend dat op een kleine vijfhonderd meter afstand, twaalf kikvorsmannen vanuit een onderzeeboot geruisloos aan de oppervlakte komen. Voorzien van de laatste informatie, verkregen via de periscoop, weten de mannen precies hoe en waar ze het gekaapte schip moe-ten benaderen. Door de voorsprong van verrassing overrompelen ze de kapers – in jargon met tango’s aangeduid – binnen enkele minuten en worden de sierra’s (gegijzelden) in veiligheid gebracht. Met een paar codewoorden wordt het moederschip ingeseind dat de situatie meester is.

De onderzeeboot komt bovenwater en twee rubberboten varen direct uit om de kikvorsmannen en gegijzelden op te pikken. Nog geen tien minuten later sluit het toegangsluik op het midden-schip zich weer, weerklinkt de order ‘drie claxons’ en verdwijnt de Walrus onzichtbaar en onvindbaar, diep onder de zeespiegel. “Het geeft een geweldig gevoel als het lukt om de kikvorsman-nen, zonder dat ze gezien worden, praktisch op de drempel van een gekaapt schip af te zetten”, besluit de navigatieofficier de uiterst succesvolle oefening.

Voorzien van de laatste informatieweten de mannen precies hoe en waar ze het gekaapte schip moeten benaderen.

Page 27: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

27

“Het Flexibel Personeelssysteem (FPS) heeft een valse start gemaakt”, begint C-ZSK, luitenant-generaal der mariniers, Rob Zuiderwijk de informatiesessie voor lijnmanagers op vrijdag 9 november. “Het is ten onrechte uitgedragen als een ‘up or out’ systeem, terwijl het juist bedoeld is om werknemers als individu te versterken. We moeten het gaan zien als ‘up or in’. Ik ben van mening dat FPS nodig is in de huidige organisatie.” De Commandant Zeestrijdkrachten legde direct de vinger op de ‘zere plek’, want in de walegang en wandel-gangen van de marine werd de negatief klinkende term ‘up or out’ vaak genoemd. De militair zou rond zijn 35ste over het hek worden gegooid, was een van de verhalen die de ronde deed. Dat zou slaan op het driefasen systeem van het FPS waarin na de tweede fase een doorstoombesluit moet worden genomen voor militairen tussen de leeftijd van 28 en 36 jaar.

Kansen of bedreigingGeen ‘Zwaard van Damocles’ maar een flexibel systeem dat kansen biedt, is de bood-schap van Hoofddirecteur Personeel, (HDP) luitenant-generaal Hans Leijh. Toch

zegt de generaal begrip te hebben voor de onrust die er leefde. “De toonzetting van ‘up or out’ werd als bedreigend ervaren. Afgeschilderd tegen de achtergronden van destijds – de reorgani-satie, het ophogen van de ontslagleeftijd en geen arbeidsvoorwaar-denakkoord – realiseer ik me dat het cynisme en de onrust over weer een nieuw personeelssysteem, terecht zijn geweest. Maar dat gevoel en dat beeld wil ik nu wegnemen.” De HDP benadrukt dat er in het nieuwe jaar ‘helemaal niets hoeft te veranderen’: “Het dreigingsbeeld dat er op 2 januari 2008 een hele nieuwe wereld voor defensie is, is totaal niet terecht. Het systeem van FPS wordt gefaseerd ingevoerd en gebaseerd op het huidige systeem. De organisatie van nu is de nulorganisatie zoals die op 1 januari 2008 van start gaat.”

Kritisch“Ik ben bang dat ik straks mijn mensen moet gaan uitleggen dat ze kunnen vertrekken. Lekkere timing is dat met de huidige arbeids-marktkrapte”, klinkt er door de zaal in de Witte Raaf. Wie deze heftige opmerking maakt, is even onduidelijk. Vragende blikken gaan door de zaal. Dan komen er opeens twee militairen de zaal ingelopen. Het zijn acteurs die speciaal voor deze informatiesessie zijn ingehuurd om hun kritische blik te werpen op FPS. “Betekent FPS dan dat ik nu sneller adjudant kan worden? En hoe moet ik nu

mijn mensen binden?”, zijn vragen die ze later nog stellen tijdens de sessie. Inmiddels is de projectleider FPS, kapitein-ter-zee Hugo Ammerlaan aan het woord. Hij geeft ook aan dat het een uitdaging wordt om de militair zonder BBT contract te boeien en te bin-den – want in het nieuwe systeem vervallen de BBT en BOT contracten.

Toch zijn ‘boeien en bin-den’ wel de termen die vaak worden genoemd tijdens de informatiesessie op 9 november. “We moeten ons niet richten op ‘oud en weg’

maar op binden, boeien en behoud en gelijke kansen voor ieder-een. Dan kunnen we tot een organisatie komen die gevuld is en alles aankan”, besluit projectleider Ammerlaan.

Boeien en binden

Geen ‘Zwaard van Damocles’ maar een flexibel systeem dat kansen biedt

Ben ik nu opeens in dienst van de krijgsmacht in plaats van de marine? Die gedachte zullen veel marinemede-werkers hebben als zij in januari 2008 de brief lezen waarin staat dat zij op een andere manier zijn aangesteld, namelijk als defensiemedewerker. Het Flexibel Personeelssysteem is dan van start gegaan. Een nieuw perso-neelssysteem, dat al veel stof deed opwaaien op de werkvloer, maar dat volgens de initiatiefnemers gezien moet worden als een systeem van ‘kansen in plaats van bedreigingen’. Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto: Ruud Mol (AVDD)

Nieuw personeelssysteem FPS

Iedere defensiemedewerker heeft in de week van maandag 12 november een brochure met begeleidende brief ontvan-gen op het huisadres. Daarin wordt duidelijk uitgelegd wat het nieuwe personeelssysteem inhoudt en wat het voor de medewerkers betekent. Meer informatie is te vinden op het Defensie Intranet: Startpagina personeel - Actuele thema’s: Flexibel Personeel Systeem.

Loopbaanbegeleiding is een van de uitgangspunten van FPS.

Page 28: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

Mariniers die al een keer een jungletraining hebben gehad, zijn – al dan niet summier – wel bekend met het verplaatsen en manoeuvre-ren met bootjes in een rivier. Toch is een rivierdelta voor de meeste mariniers binnen het korps nog een onbekend terrein. En dat terwijl de operaties van de laatste tien tot vijftien jaar hebben bewezen dat de inzet steeds meer in waterrijke gebieden nodig is. Denk aan del-tagebieden in Afrika en de Straat van Malakka waar piraten actief zijn. Die ontwikkeling is ook de commandanten van het Tweede Mariniersbataljon en het Amfibisch Ondersteuningsbataljon niet ontgaan en zij willen daarom vanaf nu jaarlijks inzetten op de oefe-ning ‘Riverine Ops’, die afgelopen november in het natuurgebied Biesbosch, werd gehouden.

Specialisatie“We kunnen veel meer met onze landingsvaartuigen dan vanaf Hr.Ms.Rotterdam naar het strand varen en weer terug”, benadrukt majoor der mariniers Harro de Vries, de S3 van het Tweede Mariniersbataljon. Hij geeft drie redenen waarom de mariniers naar de Biesbosch zijn gekomen, waarvan de eerste – de voorbereiding op inzet in waterrijke gebieden – voor de hand ligt. Hij noemt ook de ontwikkeling van het trainingspakket ‘opereren in riviergebieden’. “We staan nu aan de basis, het moet nog ontwikkeld worden. We zien dit als specialisatie, maar het moet wel een specialisatie zijn die we goed kunnen uitvoe-ren. Daarvoor hebben we een compleet lespakket nodig. Dit pakken we vanaf nu samen met het Amfibisch Ondersteuningsbataljon (AMFOSTBAT) op.” Optreden in het kader van civiel militaire samen-werking is volgens de S3 ook geen onbelangrijke reden voor ‘Riverine Ops’: “Het is goed dat mensen kunnen zien dat de marine ook land-inwaarts kan opereren. Een watersnoodramp zoals die in 1995 kan zo weer gebeuren. Op dat soort momenten moeten we als krijgsmacht adequate hulp kunnen bieden.”

Gepast trainenHet is niet bepaald alledaags dat de Biesbosch het toneel is voor schietende en varende mariniers. Dit soort taferelen in een natuur-gebied zouden de nodige fronsende wenkbrauwen als resultaat kun-nen hebben. De klachten bleven grotendeels achterwege, want ‘er werd op zeer gepaste wijze getraind’, volgens De Vries. Het bataljon werkte nauw samen met Staatsbosbeheer, de boswachter, en het Centrum voor Training Waterrijk Gebied (geleid door het Korps Commando Troepen). Bovendien werd er alleen aan de zuidgrens van de Biesbosch, in een afgelegen gebied met weinig tot geen bebouwing, met oefenmunitie geschoten. Tijdens de eerste training, bezochten de mariniers het Biesboschmuseum, waar zij niet alleen informatie over het natuurgebied kregen, maar ook geïnformeerd werden over de heftige gevechten die hebben plaatsgevonden tijdens de Tweede Wereldoorlog. “Het feit dat we hier kunnen oefenen is uniek”, vindt

Opereren in deltagebieden moet specialisatie wordenMariniers in Nederlandse jungleEen buizerd houdt al cirkelend in de lucht een struikgewas in de gaten, terwijl even verderop twee zwanen een klein paringsdansje doen langs de rivierkant en ondertussen vaart er een koopvaardijschip voorbij. Een typisch Biesbosch tafereel dat zo door een schilder vastgelegd zou kunnen worden. Maar het idyllische plaatje krijgt een heel andere toon als er opeens een Landing Craft Vehicle Personnel, gevolgd door zes gemotoriseerde rubberbootjes, de bocht om komen varen. Het zijn de mariniers van het Tweede Mariniersbataljon, samen met de Bootcompagnie Texel, die voor het eerst in deze opzet in een Nederlands deltagebied oefenen. Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Cees Baardman

Voor verkenningen en infiltratie werden peddelboten ingezet.

Foto: Ruud Mol (AVDD)

In formatie varen op een rivier is lastiger dan op open water. Door de vele bochten kunnen de boten elkaar snel kwijtraken.Instijgen vanuit de LCVP in de rubber bootjes.

Page 29: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

29

De Vries. “De vegetatie is vergelijkbaar met de jungle, maar dan wat dichterbij huis. We hebben nu de gelegenheid om het opereren in dit gebied goed onder de knie te krijgen.”

Als een vis in het waterHet is even wennen aan het bijzondere plaatje: twee grote mari-niersvaartuigen, een Landing Craft Vehicle Personnel (LCVP) en een Landing Craft Utility (LCU), varend langs dorpjes als Geertuidenberg, Drimmelen en Lage Zwaluwe door rivier De Amer. Tijdens de oefe-ning blijken deze vaartuigen, plus de Landing Craft Rubber Motorized

(LCRM’s) en de LCR’s (peddelboten) zich niet alleen als een vis in zout maar nu ook in zoet water te voelen. “De LCU en LCVP hebben een geringe diepgang en kunnen vrijwel overal komen. We gebruiken ze als uitvalsbasis (‘Fast Operation Base’, FOB, red.), als commandopost en kunnen zelfs als medische basis worden ingezet”, licht opvolgend commandant beveiligingspeloton, korporaal der mariniers Dirk de Bruin, toe. Hij coördineerde en observeerde de trial van dinsdag 6 november: het in formatie varen en de contact drills (direct contact met de vijand). “De vijand wordt vandaag aangepakt”, legt hij bondig uit. Kort daarna wordt duidelijk wat hij met ‘aanpakken’ bedoelt: de LCVP treedt op als een vuurbasis en houdt de kant onder vuur terwijl de mari-niers vanuit de LCVP instijgen in de rubberboten. Ergens tussen het riet verschuilt zich de vijand. Het is nu zaak om de mariniers veilig op de kant te zetten. Het lukt en binnen ‘no time’ liggen de boten alweer in een tactische formatie om de LCVP vooruit te kunnen beveiligen.

Proportioneel geweldDe oefening ‘Riverine Ops’ kenmerkt zich door drie fasen: de eerste stap is om de mariniers bekend te maken met het veilig werken met de verschillende vaartuigen; dan wordt er geoefend met drills en tactische

vaardigheden, zoals het verplaatsen en in formatie varen; in de laatste fase, moeten alle geleerde zaken samen komen. De pelotonscomman-danten zijn dan vrij te beslissen welke middelen ze op welke wijze inzetten. Eerste luitenant der mariniers Wijnand Overvelde bedacht het scenario voor de oefening. Smokkel en berovingen van koopvaar-dijschepen teisteren de Biesbosch. Het leger wordt ingezet. Overvelde verwerkte ook een tactische uitdaging in het scenario.“Niet alles wat we tegenkomen, is vijand. Daarom is gepast proportioneel geweld noodzakelijk. Ze moeten continu de afweging maken of ze wel of geen geweld toepassen.” Op een rivier gelden andere regels dan op zee.

Verplaatsingen, formaties en reageren op contacten, vereisen in een delta andere vaardigheden. De S3 legt uit: “Nu hebben we geen groot drijvend platform zoals een fregat achter ons liggen die de boel in de gaten houdt. Hier kan vanuit elke hoek op ons geschoten worden. Als wij ons hier van a naar b verplaatsen kan in elke struik, langs elke bocht of tussen het riet een vijandshaard zitten.”

“Kijk, dat baggerschip is de boel al aan baggeren voor volgend jaar zodat ook de Johan de Witt en de Rotterdam mee kunnen doen”, grapt majoor De Vries als er tijdens de oefening een baggerschip voorbij vaart. Toch is dat idee zo gek nog niet, vindt De Vries, want afhankelijk van het dreigingsniveau zouden de Landing Platform Docks al tot voor de Moerdijkbrug kunnen komen. Het Tweede Mariniersbataljon heeft wel al ambitieuze plannen voor volgend jaar. “We willen de oefening gaan uitbreiden met helicapaciteit en close air support. Dit kan zodra we de randen van de Biesbosch gaan inpassen in de oefening. Helicopteractiviteiten boven of in de Biesbosch zijn namelijk niet toegestaan. We gaan dit verder uitbouwen. De grens tussen zout en zoet water bestaat dan voor ons niet meer.”

“We kunnen veel meer dan naar het strand varen en terug”

Page 30: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

30

Afstoten van M-fregattenAl eerder waren twee M-fregatten aan Chili verkocht. In het kader van de Marinestudie worden nog eens vier M-fregatten afgestoten; twee aan België en twee aan Portugal. Aangezien Nederland twee M-fregatten behoudt, beschikt het Belgisch-Nederlands samen-werkingsverband over vier M-fregatten. De Admiraliteitsraad en de medezeggenschap van de af te stoten M-fregatten hebben met het voorlopig reorganisatieplan (VRP) ‘afstoten M-fregatten’ ingestemd. Ook de Commandant der Strijdkrachten (CDS) heeft zijn instemming gegeven. De behandeling door de BCKM staat op stapel. Om tijdig te kunnen voorzien in opvang van het personeel, is met de overdracht van het eerste M-fregat (Hr.Ms. Doorman) aan België op 31 maart de transitieorganisatie van start gegaan. Deze transitieorganisatie wil onder andere de overgang van vlootarbeids-plaatsen (afkomstig van de M-fregatten) naar enerzijds nieuwe ‘blauwe’ capaciteiten (zoals de patrouilleschepen en het JSS) en anderzijds de versterking van de ‘groene’ component van het CZSK (zoals het versterken van de Mariniersbataljons) ondersteunen en beheersbaar laten verlopen.

Versterken van beide mariniersbataljonsBegin 2007 heeft het CZSK aan de CDS voorgesteld om 2MARNSBAT versneld te versterken en medio 2008 Full Operational Capable (FOC) te stellen. De geschatte doorlooptijd om een bataljon het volledige opwerk- en trainingsprogramma te laten doorlopen, bedraagt circa één jaar. Om opwerken mogelijk te maken was in het voorlopig reorganisatieplan de eerste ‘klap-datum’ (dat wil zeggen de overgang van de oude naar de nieuwe organisatie) naar een vernieuwd en versterkt 2MARNSBAT voor-zien in augustus 2007. De medezeggenschap (BGMC ‘Versterken Mariniersbataljons’) adviseerde positief nadat PC-ZSK heeft toegezegd om voor 1 juli 2008 op de VBHKAZ interim legering-accommodatie te realiseren voor minimaal zestig personen. Ook de CDS stemde in met het voorlopig reorganisatieplan, waarbij de huidige bataljons met 125 arbeidsplaatsen worden versterkt. De omvang van een versterkt mariniersbataljon komt daarmee op 657 arbeidsplaatsen. De politieke besluitvorming zorgde echter voor vertraging en de activering van het versterkte 2MARNSBAT werd doorgeschoven naar 29 oktober dit jaar. Wél werd het voorbereidende werk voor de implementatie alvast opgestart. De Tweede Kamer heeft uiteindelijk op 1 november ingestemd met de Kamerbrief (en daarmee behoeftestelling) ‘Kwantitatieve ver-sterking Mariniersbataljons’. Op 8 november keurde de BCKM het reorganisatieplan en is afgesproken gebruik te maken van een begeleidingscommissie die het personeelsvullingsplan gaat toetsen. Op basis van deze ontwikkelingen is de planning om de implementatie van het versterkte 2MARNSBAT per 10 december 2007 door te voeren.

Structureren en versterkenvan het Mariniers OpleidingscentrumDe Admiraliteitsraad heeft besloten het Mariniers Opleidings Centrum (MOC) beter te structureren en te versterken. Inmiddels hebben zowel de medezeggenschap van het MOC, als de CDS, als de BCKM ingestemd met het voorlopig reorganisatieplan. Het voorbereidende werk (zoals vacature stellen) is opgestart en wordt nog getoetst door een begeleidingscommissie waarin ook de bon-den zijn vertegenwoordigd. Indien deze toets positief uitpakt, zal de versterkte organisatie van het MOC op 1 december worden geac-tiveerd. Vooruitlopend hierop zijn dertien arbeidsplaatsen vanaf september tijdelijk opgezet om te kunnen starten met vergrote klassen voor de eerste vakopleiding (EVO). Uiteindelijk zal het MOC met circa 36 arbeidsplaatsen worden uitgebreid.

Integreren van GEVSTBAT en AMFOSTBATIn het kader van de gereedstelling van de ‘NATO Response Force 12’ (NRF 12), voorzien in de eerste helft van 2009, zal het CZSK de rol gaan vervullen van ‘Amphibious Core Nation’. Ook (delen van)

Marinestudie reorganisatiesAlle Hens informeerde u de afgelopen maanden regelmatig over de status en voortgang van de Marinestudie. Het pakket aan maatregelen waarmee het maritiem-expeditionair vermogen van het Commando Zeestrijdkrachten vanaf 2012 versterkt moet zijn. Deze eindsituatie wordt bereikt langs zeven hoofdaandachtsgebieden en omvat acht verschillende reorganisatie-trajecten. Dit artikel biedt een blik in de ‘reorganisatiekeuken’ van de Marinestudie en beantwoordt vragen als ‘Wat is de stand van zaken?’ en ‘In welk stadium bevinden de verschillende reorganisaties zich momenteel?’ Tekst: Projectgroep Implementatie Marinestudie/Foto: archief

Naar verwachting wordt eind 2007het contract voor de OPV’s ondertekend.

Page 31: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

31

zetten doorhet nieuw te formeren Amfibisch Gevechtssteunbataljon is (zijn) hiervoor ingepland. Hiertoe dient het nieuwe bataljon in de tweede helft van 2008 gereed te zijn om aan het hiervoor benodigde oefen/opwerkprogramma deel te kunnen nemen. Het Amfibisch Gevechtssteunbataljon zal naar verwachting in de loop van 2010 worden gehuisvest op Buitenveld te Den Helder. Tot die tijd zal dit bataljon deels (exclusief de beide bootcompagnieën) worden ondergebracht in interim accommodatie op de Nieuwe Haven. De BGMC ‘Integreren GEVSTBAT en AMFOSTBAT’ heeft haar posi-tieve advies verbonden aan één voorwaarde: tijdige en kwalitatieve

interim accommodatie vóór de start van de implementatie. De CDS heeft inmiddels ingestemd met het voorlopig reorganisatieplan en op 6 december zal de BCKM dit plan behandelen. Om een zorgvuldige implementatie mogelijk te maken is de ‘klapdatum’ doorgeschoven naar 10 maart 2008. De oprichting van zowel het Amfibisch Gevechtssteunbataljon als het Opleidingscentrum Amfibisch maken gebruik van de formatie en het personeel uit het huidige AMFOSTBAT. Door deze formatieve en personele afhan-kelijkheid is het noodzaak dat de beide reorganisaties gelijktijdig worden geïmplementeerd.

Ontvlechten van opleidingscentrum Amfibisch uit AMFOSTBATHet Voorlopig Reorganisatie Plan (VRP) waarmee het Opleidingscentrum Amfibisch wordt ontvlochten uit het AMFOSTBAT heeft de goedkeuring van zowel het CZSK als de medezeggenschap op Texel. De CDS en de BCKM hebben nog niet met het voorlopig reorganisatieplan ingestemd. Door de directe relatie met het VRP ‘Integreren GEVSTBAT en AMFOSTBAT’

is de ‘klapdatum’ voor het Opleidingscentrum Amfibisch ook doorgeschoven naar 10 maart 2008. De opleidingskalender 2008 houdt rekening met de extra instructiecapaciteit die als gevolg van de reorganisatie beschikbaar komt. Elke vertraging leidt tot onvol-doende capaciteit en daarmee tot uitval van geplande cursussen.

Reorganiseren van het Logistiek BataljonHet (concept) voorlopig reorganisatievoorstel om te komen tot een Amfibisch Logistiek Bataljon en een Facilitair Steunpunt te Doorn is op 11 september goedgekeurd door de Admiraliteitsraad. In de loop van oktober zijn de bijbehorende functiebeschrijvingen opgesteld en geïndiceerd en is het concept VRP voor advies aan de medezeggenschap van het LOGBAT aangeboden. Hierna wordt het voorlopig reorganisatieplan ter instemming aan de CDS en de bonden aangeboden. De implementatie van dit reorganisatietraject wordt niet eerder verwacht dan per april 2008.

Herinrichten staf Marine Training CommandHet voorlopig reorganisatieplan is in oktober onderwerp geweest van een kwaliteitscontrole. Deze controle was positief en het document zal met een beperkt aantal aanpassingen nog dit jaar aan de Admiraliteitsraad ter besluitvorming worden aangeboden en vervolgens ter advisering aan de medezeggenschap. Ook hier geldt dat de implementatie niet eerder verwacht wordt dan in het voorjaar van 2008.

Reorganiseren van de walorganisatieOmdat het patrouilleschip is bedoeld voor kustwachttaken en mari-tieme veiligheidstaken in het lage deel van het geweldspectrum, kan met een relatief eenvoudig schip met een bemanning van ongeveer vijftig arbeidsplaatsen worden volstaan. De bemanning van de patrouilleschepen is daarmee te klein om zelf het gehele takenpakket aan boord te kunnen uitvoeren. Hierdoor ontstaat behoefte aan een ondersteuningsploeg aan de wal. Het starten van een reorganisatie om deze walorganisatie te realiseren kan pas plaatsvinden nadat duidelijk is hoe de bedrijfsvoering aan boord van de patrouilleschepen wordt opgezet. Het moet inzichtelijk zijn welke taken aan boord worden uitgevoerd en welke taken en acti-viteiten bij de walorganisatie moeten worden belegd. Op basis van de huidige inzichten zal het beleidsvoornemen in februari 2009 worden opgeleverd.

AfrondingHet Plan van Aanpak ‘Implementatie Marinestudie’ ging ervan uit dat de reorganisatievoorstellen voor eind 2007 tot besluitvorming zouden zijn gebracht en dat de bewaking en het beheer van het integrale plan en daarmee de resterende implementaties ‘in de lijn’ belegd konden worden. Om de besluitvorming van de reste-rende reorganisatievoorstellen correct te kunnen begeleiden tot het stadium van een definitief reorganisatieplan, zal naar verwach-ting de projectgroep ‘Implementatie Marinestudie’ tot het tweede kwartaal 2008 haar werkzaamheden voortzetten. Tot die tijd wordt gestreefd om in Alle Hens regelmatig over de status en voortgang van de Marinestudie te berichten.

Meer weten?Kijk op de intranetpagina ‘Implementatie Marinestudie’.

Page 32: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

32

De Lange Afstands Verkenningscompagnie opereerde van april tot augustus 2007 in de provincie Uruzgan. Hun inzet mag met recht een groot succes worden genoemd: tijdens de slag om Chora wisten ze de vijand naar zich toe te trekken en konden zo de andere eenheden ontlasten; ze raakten verwikkeld in totaal veertien grote vuurgevechten, en wisten – een week na de fatale bomaan-slag in juni, waarbij de Nederlandse militair Timo Smeehuizen omkwam – de bomfabrikant op te pakken. “Bijna niemand weet het, maar we zijn zwaar aan het vechten geweest en hebben flink wat kogels moeten ontwijken”, kijkt de pelotonscommandant van het Mountain Leader Verkenningspeloton terug. Hij maakte met zijn eenheid deel uit van de Special Forces Task Group (SFTG) 4, die onder het commando viel van de Task Force Uruzgan (TFU). Hij omschrijft hun inzet als ‘een vreemde missie binnen de TFU’. Normaal gesproken worden de Special Forces ondergebracht in de Special Operations Component Command in Kabul, maar de

SFTG 4 viel daar nu niet onder. De Task Group Uruzgan kon daar niet rouwig om zijn, want het leverde de commandant een groot voordeel op: hij beschikte over een eigen SF-eenheid die hij kon inzetten zoals hij dat zelf wilde.

Special Forces leveren bijdrage aan Task Force Urzugan

De anonieme strijdersHet is inmiddels een ‘understatement’ dat er in Afghanistan naast opbouwoperaties ook wordt gevochten. De beelden van de slag om Chora staan nog op het netvlies gebrand en deze historische overwinning van de Nederlandse militairen op de Taliban zal naar alle waarschijnlijkheid de geschiedenisboeken in gaan. Maar dat aan die heftige gevechten ook Nederlandse mariniers deelnamen, is zelfs binnen de marine niet bij iedereen bekend. Toch leverden de Special Forces van het Korps Mariniers een wezenlijke bijdrage aan de Task Force Uruzgan.

Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: archief pelotonscommandant

De SFTG maakte in totaal veertien heftige

vuurgevechten mee.

Page 33: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

33

van UruzganBeter uitgerustMaar waarom worden SF-mariniers ingezet in een niet specifiek Special Operations gerichte Task Group? De pelotonscomman-dant geeft toe dat zeventig procent van hun werkzaamheden ook gewoon gedaan kon worden door een infanteriebataljon van de mariniers. “Maar dertig procent zijn SF-werkzaamheden geweest”,

geeft hij ook aan. “Een van de redenen waarom ze graag wilden dat er SF-eenheden zaten, is dat wij opdrachten op een ‘chirurgische’ manier kunnen uitvoeren. Met name bij het oppakken van belang-rijke leiders, kunnen wij beter te werk gaan zonder al teveel schade aan onszelf en aan anderen aan te richten. Een infanterie eenheid wordt getraind om een huis binnen te gaan en het compleet te zuiveren. Wij handelen anders: als wij weten dat daar een belang-rijke leider zit, kunnen we hem met onze speciale procedures en wapensystemen levend oppakken zonder andere slachtoffers te maken.” Een andere reden volgens hem is dat de SF-mariniers over het algemeen beter uitgerust zijn met waarnemingsmiddelen en wapensystemen. “Hierdoor zullen we niet snel verrast worden en kunnen we flexibel inspelen op situaties. Onze getraindheid en ons materiaal is van een hoger niveau dan van de gemiddelde infanterie.” Maar de belangrijkste reden manifesteert zich volgens

de pelotonscommandant in de term ‘force multiplier’, officieel gedefinieerd als een ‘middel dat ervoor kan zorgen dat de verster-king in een gebied exponentieel kan toenemen’. “De bataljonscom-mandant van de infanterie had nu een eenheid met veel kwaliteit en ervaring die hij niet alleen chirurgisch in kon zetten, maar ook – in geval van maximaal geweld – rustig los kon laten in het veld.”

Groot succesDe Special Forces zijn vaak omgeven door geheimzinnigheid. Niemand weet eigenlijk echt wat deze anonieme strijders doen. Toch wil de pelotonscommandant over de operaties van de SFTG 4 wel een tipje van de sluier oplichten. Immers, een van hun SF-gerelateerde successen in Uruzgan heeft ook het nieuws gehaald. Toen in juni de Nederlandse militair Timo Smeehuizen om het leven kwam door een bermbom, werd het SF-team direct ingezet om de daders op te pakken. Dat lukte, en nog in een rap tempo ook. Nog geen week na de aanslag wisten ze de Afghaanse bommaker op te pakken. “Dat was echt ‘serious business’”, zegt de pelotonscommandant alsof hij het opnieuw beleeft. “We hadden genoeg puzzelstukjes verzameld waaruit we konden concluderen dat deze man iets vijandelijks wilde ondernemen. Volgens de ‘rules of engagement’ waaronder wij vielen, mochten we dan actie ondernemen. Het werd nog even spannend toen de man op ons af kwam lopen. Op dat moment weet je niet of hij een bom bij zich

Een boertje of Taliban strijder?De pelotonscommandant spreekt over een soort ‘guerilla oorlog’ als hij het heeft over de missie in Afghanistan. We hebben nu te maken met een vijand die het echt op ons heeft gemunt. Het is niet alleen maar een stam die ontevreden is en vervolgens een bom legt. Het is echt een grote organisatie die gesponsord wordt. De zogenaamde ‘blue en red forces’ die in de vele oefeningen elke keer terugkwamen, zien we nu in het echt. We zeggen altijd ‘train as you fight, maar het is nu ‘fight as you train’. Ook noemt hij de term ‘irreguliere vijand’: een vijand die je niet meer herkent aan zijn uniform en niet bij een militaire eenheid hoort. “Het ene moment zie je een boertje zijn tuin harken, het andere moment staat hij met een wapen tegenover je. Het kan zelfs zijn dat je een gesprek voert met iemand die je vijf minuten later probeert dood te schieten. Daarom moeten wij ervoor zorgen dat we de ‘hearts and minds’ van de bevolking blijven winnen. Alleen zij kennen het verschil tussen een boertje en een Taliban strijder.”

“Er is een hoop over de slag om Chora bekend gemaakt, maar nooit dat wij daar ook in het veld aan het vechten waren”

Page 34: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

draagt.” De mariniers wisten de bommaker levend op te pakken en zo belangrijke informatie af te leveren waardoor de bommenfa-briek opgedoekt kon worden.

De slag om Chora‘De vijand in Chora aan jullie binden en uitschakelen’, luidde de opdracht voor de mariniers op het moment dat praktisch niemand in Nederland nog van Chora had gehoord. Ze besloten Chora te voet vanaf de buitenkant te naderen en vielen een aantal huizen binnen. De mariniers begaven zich in de aanvoerroute van de Taliban naar Chora. Doordat zij daar zaten, werden de Taliban strij-ders bang dat hun aanvoerlijn afgesloten zou worden. Zo wisten ze de strijders naar zich toe te trekken en konden ze andere eenheden – die op dat moment zwaar onder vuur lagen – ontlasten. “Er is een hoop over de slag om Chora bekend gemaakt, maar nooit dat wij daar ook in het veld aan het vechten waren. We zijn zwaar aan het vechten geweest, maar daar is onze club ook voor gemaakt. Wat dat betreft hebben we heel veel geluk gehad. Er zijn bij ons geen gewonden of doden gevallen.” Toch heeft dat in sommige gevallen weinig gescheeld, geeft hij later aan: “We moesten de kogels let-terlijk uit onze voertuigen en kijkers halen.”

Knop omzettenSpecial Forces zijn uitermate professioneel getrainde troepen, maar ook geen mannen van staal. Hoe ga je als pelotonscommandant om met de hoge mate van stress? “Het continue gevaar van bommen levert een stress op die je niet zomaar wegneemt. Beschouw het als een schip dat door een mijnenveld vaart. Het klinkt gek, maar in een vuurgevecht is die stress stukken minder. Dan kun je heel direct met datgene bezig zijn wat je geleerd is te doen en bij wijze van spreken uit het tekstboekje handelen. Dat is een ander gevoel dan dat je je bij verplaatsingen telkens moet afvragen of die klap een keer komt.” Tijdens hun periode hebben ze in totaal zes bommen vroegtijdig kunnen onderscheppen, wat wel aangeeft hoe hoog de dreiging gedurende die maanden was. Maar ook de heftige vuurgevechten maakten indruk op de pelotonscommandant. “Ik moest het teken geven om het vuurgevecht te initiëren. Ik ben degene die tegen de boordschutter zei dat hij gericht moest gaan schieten. Vervolgens realiseerde ik me dan dat het waarschijnlijk allemaal raak is geweest. Ik moest continu die overweging maken, alle puzzelstukjes moesten kloppen voordat ik het bevel gaf om te gaan schieten. Voor mij was die knop omzetten moeilijker dan voor de mannen. Toch zijn we ervoor opgeleid om dan heel analytisch te kunnen beredeneren. We zijn mentaal sterk getraind, speciaal geselecteerd op stabiliteit en kunnen een eigen oordeel vormen over wat goed en fout is.”

‘Greenzone’SFTG 4 voerde veel operaties uit in de ‘greenzone’, het gebied rond de rivieren waar de meeste bebouwing is en waar de bebossing erg dicht is. Vooral in de zomerperiode konden de ‘Opposing Military Forces’ zich in de ‘greenzone’ te verstoppen. Het resultaat was een guerrilla-achtige strijd. “Om ze effectief te bestrijden moesten we de ‘greenzone’ in en hebben we veel verdachte locaties onderzocht. Maar het grote succes bleef uit, omdat er niet genoeg ISAF eenhe-den of Afghaanse veiligheidstroepen in het gebied waren om het succes uit te buiten.” In totaal verbleven de mariniers drie van de vijf maanden in het veld. De pelotonscommandant omschrijft zijn eenheid als de ‘voelsprieten’ voor de Task Group Uruzgan. “Waar reguliere een-heden ophouden, gingen wij verder. We konden verder vooruit kijken en hebben er deels voor gezorgd dat de inktvlek uit kon breiden.”

Hoe werkt een SF-eenheid?Special Forces werken altijd in teams, maar sinds de laat-ste paar jaar is het gebruikelijk dat er meerdere eenheden aan de taakeenheid worden toegevoegd. Het manoeuvre-element was meestal opgebouwd uit SF teams, aangevuld met andere verkennende eenheden. Als ondersteuning gingen er standaard genie-elementen mee, dit was door de bomdreiging een pure noodzaak. Naast de genie had-den de mariniers ook nog de beschikking over diverse vuursteunmiddelen. Daarvoor had de SFTG een FOO (Forward Operation Officer) en een FAC’er (Forward Air Controler) bij zich. In bijna alle veertien gevallen van de directe vuurgevechten is het luchtwapen ingezet: Apaches, A10’s, F16’s en F18’s moesten meerdere malen te hulp schieten.

Op het nippertje. De mariniers moesten de kogels uit hun voertuigen plukken.

De Special Forces waren niet alleen maar aan het vechten, ook verleenden ze medische hulp.

Page 35: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

35

Zoals het klokje thuis tikt...Fantastisch, maar een sprookje. Dat was de reactie van velen toen begin maart de proefkamer op de verschil-lende kazernes werd getoond. “Het zal er toch niet van komen”, reageerden enkelen destijds cynisch. En nog steeds kunnen veel medewerkers het niet geloven dat de legeringgebouwen echt opgeknapt, opnieuw ingericht en op norm worden gebracht, blijkt uit de enquête, gehouden onder de bezoekers van de proefka-mer. Toch staat deze Zee-egel uit het Actieprogramma ‘Op Koers’ op het punt om gerealiseerd te worden. Op Marinekazerne Amsterdam wordt er al druk gesleuteld aan de 108 kamers die nog voor de kerstdagen dit jaar opgeleverd worden. Tekst: Vanessa Strijbosch/Foto’s: Ruud Mol (AVDD)

Tijdelijke huisvestingHet zal de marinemedewerker, werkzaam op de Nieuwe Haven, niet zijn ontgaan: opeens stonden er op het veldje achter de Operationele School zes rijen woonunits van twee etages. Het is de tijdelijke accommodatie waarin de bewoners uit de ‘Meeuwen’ voor de duur van maximaal een jaar gehuisvest worden. “Ze moeten het zeker niet voelen alsof ze gedumpt worden in een afgetrapt tweede-hands wisselstation”, vindt kapitein-luitenant-ter-zee Jaap van der Wal, hoofd stafbureau Vastgoed, die nauw betrokken is geweest bij de keuze voor deze accommodatie. De units, waarin maximaal acht mensen komen te wonen, bestaan elk uit vier slaapkamers, een gemeenschappelijke woonkamer, een keuken en – afhankelijk van het aantal personen (vier of acht) – een of twee sanitaire ruimtes. “De woonunits zijn gebaseerd op gezinnen, dus voor militairen moeten deze zeker volstaan. Het is een keurige legering voor tijdelijke huisvesting. Bovendien een gezelliger manier van accom-moderen dan in de bestaande karige legering.”

WisselstationIn afwachting op het nieuwe Albatros carré, dat gebouwd gaat worden naast ‘De Admiraliteit’ op de Nieuwe Haven, hebben 475 medewerkers nu hun tijdelijke kantoor elders, waaronder bijvoor-beeld in de voor legering bestemde Mantelmeeuw. “Alles behalve van ideaal”, vindt Van der Wal. Het oude gemeentehuis van Haaksbergen bleek een mooie tijdelijke oplossing. Van der Wal: “Het kan ook gezien worden als een soort wisselstation voor 160 personen en heeft precies dezelfde uitstraling als een studenten-accommodatie, maar dan als kantoor ingericht.”

De definitieve kamer“Een goede combinatie van slapen, wonen, studeren en recreëren”, vindt kapitein-luitenant-ter-zee Jaap van der Wal. “Het wordt een ruimte die voldoet aan de wensen en eisen van deze tijd. Het moet een kamer worden waar mensen trots op kunnen zijn.” Het klinkt mooi, maar hoe gaat de kamer er definitief uitzien?De inrichting van de kamer, voor maximaal twee personen, is als volgt: 2 kajuitbedden inclusief matrassen en dek-bedden; 2 PSU kasten, in kleur aangepast; wandpanelen met verlichting en opberg-mogelijkheden; 2 bureaus met afsluitbare opbergmoge-lijkheden; 1 LCD-televisie en DVD-speler; 1 koelkast; kof-fiezetapparaat en waterkoker; 2 wekkerradio’s met cd-speler; draadloos internet; de toilet en douche zijn in de sanitaire ruimte gescheiden.

In Amsterdam wordt er al druk geklust aan de kamers die vanaf december opgeleverd worden. (foto: Niels Hengst, AVDD)

Page 36: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

36

De luisterende oren van“We hebben een thermometerfunctie”

Van Steeg is sinds juni hoofd van het regiokantoor Noordwest van het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk, dat tot 2004 bekend stond als de Maatschappelijke Dienst Defensie. Van Steeg heeft 25 jaar ‘vliegend’ bij de Marine Luchtvaartdienst gewerkt met zijn laatste functie als Hoofd Personeelszaken op het voormalige Marine Vliegkamp Valkenburg. Hij besloot bedrijfsmaatschappelijk werker te worden toen Valkenburg werd opgeheven en hij het wer-ken met personeel nog niet wilde missen. Daarvoor moest hij wel op 49-jarige leeftijd een HBO-opleiding doen. De opleiding duurt normaal vier jaar, maar voor Van Steeg werd de opleiding verkort tot twee jaar, wat tot gevolg had dat hij tijdens het studeren direct aan de slag moest als bedrijfsmaatschappelijk werker. “Ik kreeg een functie in Utrecht als bedrijfsmaatschappelijk werker en moest door een praktijkbegeleider echt aan het handje worden meegenomen voordat ik zelf hulpverleningsgesprekken kon gaan voeren”, aldus Van Steeg over zijn studietijd. Nu hij zelf leidinggevende is, stuurt hij zeventien werknemers aan, waarvan twaalf maatschappelijk werkers.

Ups en downsAls bedrijfsmaatschappelijk werker maakte Van Steeg bijzondere momenten mee. Zo kwam er iemand bij hem die onder een uit-zending probeerde uit te komen. “We zijn in gesprek gegaan en ik heb hem zelf zijn problemen laten relativeren. Als zo iemand dan na een paar sessies vertelt dat hij toch gemotiveerd op uitzending wil gaan, dan heeft dat gesprek iets wezenlijks bijgedragen aan de operationele inzet van de militair. En daar haal je voldoening uit, je kunt echt iets betekenen voor mensen”, vertelt hij enthousiast. Na enkele gesprekken met de hulpverleners zijn de meeste mensen al

aardig op weg geholpen, maar de meeste bedrijfsmaatschappelijk werkers nemen na enkele maanden telefonisch contact op om te peilen hoe het gaat. Sommige gevallen zijn ook voor de doorgewinterde bedrijfsmaat-schappelijk werker nog behoorlijk moeilijk. Van Steeg vertelt over de keer dat hij een familie moest inlichten dat hun dierbare gewond was geraakt in een uitzendgebied. “Dat is, samen met moeten ver-tellen dat iemand is overleden, een van de heftigste scenario’s die je kunt bedenken. Daarom krijgen we ook een meerdaagse training in het brengen van slecht nieuws. Het belangrijkste daarbij is om

De filosoof Leo Apostel zei ooit: “Problemen ontdekken is even belangrijk als problemen oplossen.” En dat is precies wat luitenant-ter-zee 1 Jan van Steeg met zijn team van bedrijfsmaatschappelijk werkers doet op het regiokantoor Noordwest van het Dienstencentrum Bedrijfsmaatschappelijk Werk (DC BMW): mensen ondersteunen bij het oplossen van hun problemen. Tekst: Zefanja Hofman/Foto’s: Ruud Mol (AVDD)

Van Steeg: “Ik moest echt aan het handje meegenomen worden met een praktijkbegeleider.”

Page 37: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

37

defensiede nodige afstand te nemen. Wij spreken hier altijd van ‘professio-neel omgaan’ met deze situaties”, licht Van Steeg toe.

Zelfs midden in de nachtHet DC BMW is er vooral om te zorgen dat personeel kan blijven functioneren op de werkvloer. “In die gedachte is het dan ook belangrijk dat leidinggevenden goed op hun personeel letten. Een leidinggevende kan opmerken dat een medewerker niet lekker in zijn vel zit en hem op de hulp van het centrum wijzen”, legt Van Steeg uit. “Daarnaast geven we ook workshops en trainingen aan leidinggevenden over ‘hoe om te gaan met…’, zodat de leidinggeven-den weten hoe ze mensen met problemen kunnen ondersteunen.”

De medewerker zelf kan ook aankloppen bij het regiokantoor, is het niet via het reguliere telefoonnummer dan wel via de speciale hulpverleningslijn die vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week te bereiken is. “Als er mensen midden in de nacht willen bellen omdat ze in een ongemakkelijke situatie zitten, kan dat gewoon”, vindt Van Steeg. En wat gebeurt er dan? “Er worden enkele hulpverleningsgesprekken gehouden met die persoon, verspreid over een aantal weken. Omdat de hulpverlening die wij bieden kortdurend is, zijn deze gesprekken niet therapeutisch van aard. Het belangrijkste doel van deze gesprekken is de medewerker een genuanceerd en gerelativeerd beeld van zijn probleem voor-houden. We ondersteunen de persoon in omgaan met een situatie die als belastend kan worden ervaren en leren hem om beter met deze situatie om te gaan”, vertelt Van Steeg.

Dat de drempel om aan te kloppen bij het DC BMW voor sommige medewerkers hoog is, begrijpt Van Steeg wel. Maar toch vindt hij dat mensen niet moeten weglopen voor hun problemen. Hij redeneert: “Hoe eerder je duidelijkheid hebt over je problemen, hoe makkelijker je het op kunt lossen, hoe sneller je weer normaal kunt functioneren.”

De zorg voor, tijdensen na een uitzendingEen van de taken van het DC BMW is het begeleiden van militairen op een uitzending. Voor een uitzending plaatsvindt geeft het centrum voorlichting aan militairen en hun thuis-front. Het thuisfront kan namelijk ook ondersteuning vragen, want als er moeilijkheden met het thuisfront zijn terwijl een militair op uitzending is, zal dit de gemoedsrust van de mili-tair verstoren. Daarom gaan bedrijfsmaatschappelijk werkers soms op huisbezoek bij het thuisfront. Van Steeg benadrukt: “We doen er alles aan om de militair gerust te stellen, zodat hij operationeel kan blijven.”Na een uitzending is er ook de nodige aandacht voor de gemoedstoestand van de medewerkers. Het DC BMW verzorgt sinds tien jaar de adaptatie en terugkeergesprekken voor mili-tairen die op uitzending zijn geweest. “Mensen maken in een gebied als Libanon of Irak de meest vervelende dingen mee en daar kunnen ze later behoorlijk last van krijgen als ze zich-zelf niet in de gaten houden. Daarom is het zorgprogramma, waaronder het adaptatieprogramma, in het leven geroepen. Ze kunnen even ‘adapteren’ op Kreta: op adem komen en zich voorbereiden op het naar huis gaan. Als ze eenmaal thuis zijn, dan krijgen ze na tien of twaalf weken nog een terugkeerge-sprek met als hoofdvraag ‘hoe gaat het nu met je?’. We hebben dus echt een thermometerfunctie”, verklaart Van Steeg. “Wij denken om de zorg voor, tijdens en na de uitzending.”

“Een van de heftigstescenario’s is iemand vertellen dat een dierbare is overleden”

Page 38: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

38

In de koude ochtend van 24 oktober staan verschillende mariniers en medewerkers, van onder andere het CZSK, het Marinebedrijf en Defensie Materieel Organisatie op steiger 63 in Den Helder geduldig te wachten op de proefvaarten die komen gaan. In het water liggen twee van de vier Engelse LCVP’s die de marine gaat lenen totdat de twaalf nieuwe landingsvaartuigen in 2011 klaar zijn. De boten worden grondig geïnspecteerd voordat ze deze dag gaan testvaren. Eén van de bestuurders legt uit: “We checken of alles aanwezig is en of alles het doet. En tijdens het varen kijken we natuurlijk of de boot zich goed gedraagt.” Niet hetzelfde schuitjeDit waren niet de enige testen voordat de Engelse boten zijn overgedragen aan de marine. “De bemanning van de Johan de Witt heeft al geoefend met zogeheten ‘davittrials’ en er zijn ook al eerdere ‘seatrials’ uitgevoerd”, vertelt Hoofd Facilitair Steunpunt Texel, majoor der mariniers Aad van Gils. Hoewel de marine al

sinds de jaren tachtig met eigen LCVP’s vaart, moet er evengoed veel geoefend worden met de nieuwere Engelse boten. Volgens Bert de Boer, medewerker van het Marinebedrijf, lijken de Engelse vaartuigen wel op de oude Nederlandse boten, maar zijn er techni-sche verschillen. Zo is de voortstuwing anders – waterjets in plaats van een schroef – en is de boot voorzien van andere apparatuur. “We kijken goed naar de verschillen, zodat we de boten op een correcte manier kunnen onderhouden tijdens de bruikleenperiode. Dat is een tegenprestatie, oftewel een voorwaarde van de Engelsen om de LCVP’s te mogen lenen.”

Misschien nog mankementenDe nieuwe LCVP’s zijn nodig omdat de oudere typen, de Mark II en III, niet in de davits van het nieuwe Landing Platform Dock Johan de Witt passen en verouderd zijn. “Omdat de nieuwe boten lichter en minder kwetsbaar zijn dan de ‘oude’, kunnen ze aan boord worden gehesen. Dit komt de snelheid van het debarkeren

Mariniers testen geleende Engelse landingsvaartuigenKijken of ze zich goed gedragen“He is the man who won the war for us”, zei generaal Dwight Eisenhower over Andrew Higgins, de man die de eerste Landing Crafts Vehicle Personnel (LCVP) ontwierp. Het Commando Zeestrijdkrachten zal vanaf 2011 ‘the war’ winnen met twaalf nieuwe LCVP’s, die nu in de maak zijn. Tot die tijd heeft de marine een andere oplossing gevonden. Tekst: Zefanja Hofman

Het tijdelijke gebruik van de Engelse landingsvaartuigen

is niet alleen om de davits te vullen, maar ook om

kinderziektes te ontdekken

Foto: Archief AVDD

Page 39: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

39

Van oud naar nieuwMark IIIWaterverplaatsing: 29 ton (Full load)Afmetingen: 16,9m x 4,72m x 4mDiepgang: 0,84mSnelheid kts: 16 Bemanning: 33 personenBelading: 8 tonBewapening: mitrailleur Browning 0.50 (12,7 mm)Communicatie (nimcis): - tactical (HF-VHF-UHF) - non-tactical (Marifoon)Voortstuwing: schroefas

Mark V A&B (Engelse LCVP):Waterverplaatsing: 24,9 ton (Full load)Afmetingen: 15,6m x 4,27m x 4mDiepgang: 0,66mSnelheid kts: 16Bemanning: 35 personenBelading: 8,2 tonVoortstuwing: waterjet

Mark V C (nieuwe LCVP):Waterverplaatsing: 27,9 ton (Full load)Afmetingen: 16m x 4,27m x 4mDiepgang: 0,70mSnelheid kts: 16Bemanning: 20 personenBelading: 8,2 tonBewapening: - rookgranaatwerper - GPMS MAG 7.63mmCommunicatie (nimcis): - non-tactical - portable - GMDSSVoortstuwing: waterjet

Van sloep tot ‘Higgins boat’Het Korps Mariniers heeft altijd kleine vaartuigen nodig gehad om aan land te komen. Voor 1940 gebruikten de mari-niers sloepen die ze zelf naar de wal roeiden. In de Tweede Wereldoorlog verschenen de eerste Landing Crafts, zoals de Landing Craft Assault (LCA) en de Landing Craft Tank, met de bekende klep aan de voorkant die het op het strand zetten van troepen en hun munitie makkelijker maakten. De ‘Higgins Boat’, de bijnaam van de eerste LCVP’s, werd ook in de Tweede Wereldoorlog gebouwd en is ontworpen door Andrew Higgins. In Nederland gebruikt het korps sinds de jaren tachtig LCVP’s, daarvoor werd er vooral met LCA’s gevaren. Verschillende typen van de ‘Higgins Boat’, die in Nederland werden en worden gebruikt, zijn de Mark I, de Mark II en de Mark III. Naast deze landingsvaartuigen maakt de marine ook gebruik van Landing Craft Utility, een lan-dingsvaartuig dat vooral gebruikt wordt om ‘groot’ materieel te vervoeren vanaf een schip.

en embarkeren ten goede”, vertelt commandant van het Korps Mariniers, brigade-generaal der mariniers Rob Verkerk tijdens de kiellegging van het nieuwste type LCVP (de Mark V) op 28 september.Het tijdelijke gebruik van de Engelse landingsvaartuigen is niet alleen om de davits te vullen, maar ook om kinderziektes te ont-dekken. “Het is de ideale manier om dit nieuwere type boot uit te proberen”, vertelt eerste bestuurder, sergeant der mariniers Ruud Schut. “Op deze manier kunnen we de ervaringen die we opdoen de komende tijd, doorvoeren tijdens het bouwen van de nieuwe LCVP’s, zodat die nóg beter en sneller worden.”

Proberen ‘in te slingeren’ tijdens de proefvaart op 24 oktober heeft geen zin, daarvoor slingert de boot al te hard. Het zeewater klapt tegen de boot als de bestuurder sneller gaat varen. De blik-ken lijken wat bezorgd als er een grote pluim witte rook van de boot komt, maar er blijkt niets aan de hand. De boten zijn goed-gekeurd om voorlopig dienst te doen als ‘oefen’ LCVP’s, totdat de eigen klaar zijn. “Maar die worden natuurlijk wel mooier!”, roept de eerste bestuurder boven het geronk van de motoren uit.

Foto: Archief AVDD

Foto: redactie Alle Hens

Foto: Artist impression

Page 40: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

40

De ‘Staal-maatregelen’ die defensiebreed worden uitgerold, geschie-den onder leiding en verantwoordelijkheid van de plaatsvervangend CDS, luitenant-generaal Bertholee. Hij is belast met de uitvoering en implementatie van de maatregelen die zijn getroffen naar aanleiding van de bevindingen van de Commissie Staal. Generaal Bertholee heeft een kernteam geformeerd dat hem bijstaat om de inrichting van het project te bepalen, de doelstellingen te formu-leren en vervolgens toe te zien op de correcte uitvoering. Zo zijn vier deelgebieden geïdentificeerd: maatregelen en activiteiten die te maken hebben met de gedragscode; de sociale aspecten van leider-schap en een cluster Management en Organisatie, dat zich onder andere richt op infrastructuur en regelgeving. Het vierde deelge-bied, de diverse Personeelsmaatregelen (gender, diversiteit, het opzetten van een integriteitsorganisatie), wordt uitgevoerd onder leiding van de Hoofddirecteur Personeel. Voor ieder deelgebied is een projectleider aangesteld. Zo is de projectleider ‘Leiderschap’, de VOKIM, Commandeur Tegelberg. Iedere projectleider geeft leiding aan een werkverband bestaande uit contactpersonen uit de verschil-lende defensieonderdelen. Voor het CZSK heeft LNTKOLMARNS Peter Buitenhuis, commandant SMVBO, zitting in het werkverband leiderschap. Via overste Buitenhuis kunnen wij in dat defensiepro-ject meedenken en onze stem laten horen. Het spreekt voor zich dat de afstemming van het werk van de verschillende projectleiders en CZSK-contactpersonen belangrijk is omdat anders een kans bestaat op dubbel werk, onnodige belasting van onze mensen.

Defensiebreed is er een Stuurgroep waarin de commandanten van de Operationele Commando's (OPCO’s) zitting hebben en meekij-ken met het werk van de PCDS. Dit is als het ware de directie. Onder deze ‘directie’ hangt een Regiegroep. In de Regiegroep zitten de centrale regievoerders van de OPCO’s. De Regiegroep is belangrijk, hier worden de noten gekraakt, worden de belangen gewogen en wordt uiteindelijk ook de koek verdeeld. Dit klinkt allemaal redelijk ingewikkeld, en dat is het ook! Maar met een eigen regievoerder als centrale spin in het CZSK-web hebben we mogelijke afstemmings-problemen zo goed mogelijk ondervangen. De regievoerder over Op Koers is kapitein-ter-zee Pieter Heijboer. Hij heeft namens mij de centrale regie over Op Koers en zitting in de Regiegroep. Kolonel Heijboer wordt daarbij ondersteund door de Afdeling bestuurson-dersteuning. LTZ 2OC Remon Roelofs is belast met het bijhouden van de Monitor en het verzamelen van managementinformatie zodat wij kunnen sturen op resultaat. Die managementinformatie, zoals de Monitor Op Koers, maar ook de visiedocumenten zijn te vinden op het intranet. Sla ze er eens op na.

ResultaatDie centrale regie en het er boven op blijven zitten loont: er zijn concrete resultaten. U weet dat iedere legeringskamer wordt voor-

zien van toegang tot draadloos internet. Voor ons heel belangrijk is dat ook internet in het mobiele domein wordt ook gerealiseerd. Dat betekent dat u in principe ook aan boord toegang heeft tot het Worldwide Web, zolang de operationele (en ook technische) omstan-digheden dat toestaan. Prettig voor ons is dat we de kosten hiervoor kunnen neerleggen bij de Bestuurstaf. Dat wil zeggen: de internet-voorzieningen op de legering wordt betaald uit de speciale ‘Staal-voorziening’. Een ander mooi resultaat is het Commandantenfonds. Dit hebben we ingesteld in juli van dit jaar. Waarbij we voor de gehele marine ongeveer 750.000 euro op jaarbasis uittrekken om commandanten in staat te stellen die activiteiten te ondernemen die een concreet en constructief effect hebben op het stimuleren van gewenst gedrag binnen hun eenheid. De resultaten zijn dermate bemoedigend dat wij de P-CDS ervan hebben weten te overtuigen deze voorziening voor de komende jaren te bestendigen. Dank daar-voor aan onze commandanten.

De Commissie Staal heeft ons geleerd waar wij in onze bedrijfsvoe-ring tekort zijn geschoten. ‘Staal’ geeft aan hoe wij ons bedrijf en onze bedrijfsvoering kunnen verbeteren. Dat is een kans, een kans om er sterker en gezonder uit te komen. Vorige keer heb ik u gemeld dat we in beweging zijn, dat er langzaam maar zeker veranderingen waarneembaar zijn. Ik kan dan maar één ding zeggen: vasthouden, doorzetten en blijven bewegen. Succes de komende tijd!

Schout-bij-nacht Wim Nagtegaal PC-ZSK

Met regie naar resultaat Dat de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het Actieprogramma Op Koers een lijnverantwoor-delijkheid is, is u waarschijnlijk bekend. Minder bekend is dat wij het ook zinvol hebben geacht om de centrale regie over het programma in één paar handen te leggen. Door de regie binnen het CZSK over dit zo belangrijke programma centraal te houden, kunnen we waar nodig, het proces aanjagen, activiteiten op elkaar afstemmen en waar mogelijk ook combineren. In deze column geef ik u een kijkje in de keuken over die regie en de manier waarop het CZSK ‘Op Koers’ afstemt met de maatregelen en activiteiten die door de Bestuurstaf worden aangestuurd.

SBN Nagtegaal in overleg metde regievoerder KTZ Heijboer.

Page 41: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

41

Als Russische poppetjes, Matroesjka’s, die je in elkaar kunt schuiven, dokte een kleine Johan de Witt in een grote Johan de Witt op woensdag 31 oktober. Directeur Henk Stapel van het Nationaal Reddingmuseum Dorus Rijkers presen-teerde op deze manier een exemplaar van het boek ‘Een saluut van 26 schoten’ aan commandant KTZ Ed Veen. Dat deed hij door met de reddingboot Johan de Witt uit 1941 haar grote naamgenoot en jongste schip van de Koninklijke Marine binnen te varen. In het boek, dat werd samengesteld door verschillende auteurs

ter gelegenheid van het afscheid van een docent aan het Koninklijk Instituut voor de Marine in 2005, heeft Stapel een hoofd-stuk gewijd aan Johan de Witt. Vanaf 1941 tot 1960 heeft de stalen motorstrandred-dingboot actieve dienst gedaan bij onder andere de stations Schiermonnikoog en Scheveningen van de Noord en Zuid-Hollandsche Reddingmaatschappij. De reddingboot heeft dertig reddingtochten uitgevoerd en negentien personen veilig aan wal gebracht. In 1998 is zij van de sloop gered en maakt sinds 2006 deel uit van de vloot van het Nationaal Reddingmuseum.

SMJR Theo Schouten heeft de gesp ISAF uitgereikt gekregen van Vice-Admiral Soar (CofM FLEETS). Deze gesp hoort bij de herinneringsmedaille ‘Vredesoperaties’ en is aan Schouten toegekend voor zijn werk als Senior NCO Moral Welfare op het ISAF X hoofdkwartier in Kabul. Eerder ontving hij een herinneringsme-daille voor zijn deelname aan operatie ‘Enduring Freedom’ en een gesp EUFOR voor zijn werkzaamheden in Bosnië. SMJR Schouten is momenteel werkzaam als gasturbine-inspecteur bij het Engelse Ministerie van Defensie in Bristol, waar op 5 november de gesp werd uitgereikt.

Hr.Ms. Van Galen zal vanaf januari 2008 zes maanden worden ingezet als stations-schip in het Caraïbische Gebied. Het schip zal daar het huidige stationsschip Hr.Ms. Van Nes aflossen. Op 17 september vond in Den Helder de commando-overdracht van Hr.Ms. Van Galen plaats. In het bijzijn van COMNLSEATRAIN, KTZ Ronald Blok, droeg KLTZ Rob Jurriansen het com-mando over aan KLTZ Wilko van Zanten. Diezelfde dag vertrok het schip voor zes weken naar zee om deel te nemen aan de najaarsreis ‘Ancient Archer ‘07’. Deze reis werd uitgevoerd samen met Hr.Ms. Tromp en Hr.Ms. Zuiderkruis, onder leiding van COMNLMARFOR.

KTZ Rini Verschelling heeft een Portugese onderscheiding ontvangen bij de Portugese ambassade in Den Haag. Verschelling was van juni ’05 tot augustus ’07 de pro-jectleider bij Dienst Materieel Organisatie, van het project ‘Afstoting Zeesystemen’. Hij begeleidde de verkoop van sommige mijnenjagers en S-, L- en M-fregatten aan Letland, Griekenland, Chili en België. Ook trof hij de voorbereidingen voor de verkoop van Hr.Ms. Van Nes en Hr.Ms. Van Galen aan Portugal. De onderschei-ding vond op 13 november plaats in het bijzijn van de huidige projectleider KTZT Martin Wouters en de projectmanagers en begeleiders KLTZE Rob Meijs, KLTZE Kees Mommers, LTZA 2OC Karst Hut en LTZ1 Paul van den Berg.

PROJECTLEIDER‘AFSTOTING’ BELOOND

KPL Anouk Bult en Ilona Faas-De Bruijne over-handigden namens de ziekenboeg het bedrag aan adjunct-directeur Els Alders van ‘Kas Broeder Pius’.De ziekenboeg van marinebasis Parera heeft op 7 november een donatie van 2500,- Antilliaanse guldens ingeza-meld en gedoneerd aan het internaat ‘Kas Broeder Pius’. Dit internaat is een opvanghuis voor zwangere tienermeis-jes en tienermoeders die in een kritieke sociaal psychische situatie verkeren. Het ingezamelde geld is afkomstig van het ‘goede doelen’ potje, waaraan elke niet-reguliere patiënt bij een bezoek aan de ziekenboeg een kleine bijdrage doneert.

ZIEKENBOEG STEUNT TIENERMOEDERS

JOHAN DE WITT IN JOHAN DE WITT

HR.MS. VAN GALENON TOUR

GESP VOOR WERKENIN KABUL

In het teken van de oprichting van het Defensie Helikopter Commando, dat per 1 januari 2008 officieel van start gaat, bezocht de Commandant der Strijdkrachten, generaal Dick Berlijn, vrijdag 2 november de Groep Maritieme Helikopters. Hij werd ontvangen door de P-CZSK, SBN Wim Nagtegaal en de com-mandant van MARHELI, KTZ Carl van Haastert. Generaal Berlijn sprak tijdens het bezoek met meerdere personeelsle-den over hun toekomst en over de toe-komst van Marine Vliegkamp De Kooy.

TOEKOMST DE KOOY

Page 42: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

42

Het komt niet vaak voor dat een onder-zeeboot Curaçao aandoet. maar op maan-dag 22 november kon iedereen zien hoe Hr.Ms. Walrus de haven van Curaçao binnenliep. De onderzeeboot is bezig met een deployment voor opleiding en training van personeel, zoals inzet van

de gesleepte sonarinstallatie. Voor deze tests en trainingsmissies zijn diepe wate-ren nodig. Daarnaast werd nog geoefend met elementen van de amfibische sectie van het Korps Mariniers en andere een-heden van de marine in het Caraïbische Gebied.

De voorzitter en de fractievoorzitters van de Tweede Kamer der Staten-Generaal bezoch-ten op 29 oktober de Koninklijke Marine en de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba. Daar lieten de bewindslieden zich uitgebreid informeren over de taken en werkwijzen van Kustwacht en mari-ne. De CZMCARIB, CDR Peter Lenselink, tevens commandant Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba, ontving het gezelschap op de marinebasis Parera. Na een uitgebreide briefing over de ope-ratiewijzen van de marine en Kustwacht, volgde een rondleiding door het ‘Rescue and Coordination Center’ (RCC). Hierna volgde een rondvaart aan boord van de kust-

wachtcutter Jaguar. Tijdens deze vaartocht gaven de super-RHIB’s, een Go-Fast, de kustwachthelikopter AS-355 en het nieuwe maritieme patrouillevliegtuig DASH-8 een demonstratie.

40 jaar geleden…Volgend jaar oktober wordt er een reünie gehouden voor de personen die veertig jaar geleden op de Van Ghent Kazerne in Rotterdam zaten. De klassen 157 en 158 zijn welkom op de reünie. Opgeven kan via e-mail: [email protected].

BNMO-reünie De BNMO afdeling Utrecht houdt op 19 december een reünie in de offcas in Soesterberg.Voor meer informatie kunt u P. Gillissen bellen op telnr.: 033 475 08 33.

SchoenendoosOp zaterdag 26 april wordt een reünie voor de mariniers van Nederlands Nieuw Guinea ‘Schoenendoos 50/53’ gehouden in het Veteranen Restaurant in Doorn. Geïnteresseerden kunnen contact opne-men met K.J. Smit, telnr.: 0343 412 250/ 516 564, of B. Bresser-Van Doorn, telnr.: 0343 452 916.

Hr.Ms. Amsterdam 1959 - 1961Vierde reünie Hr.Ms. Amsterdam (NNG, periode ‘59 - ’61). Deze reünie wordt gehouden in de Marinekazerne Amster-dam op 19 maart 2008. Inlichtingen bij: W.A. Smits, telnr.: 0316 373 113, e-mail: [email protected].

Nog niet de laatsteWoensdag 2 april 2008 is weer de jaarlijk-se reünie voor ‘Nieuw Guinea’ oud-mili-tairen van de landingsvaartuigen Hr.Ms. L 9607-9608-9609 in de Marinekazerne te Amsterdam. Jan van Asch, die de reü-nie regelt, heeft vorig jaar gezegd geen reünies meer te zullen organiseren, maar gaat er toch mee door. De aanvang is tussen 10.00 en 11.00 uur. Om ongeveer 13.00 uur is er een nasi maaltijd. Als u met de trein komt, dan kunt met bus 42 (Centraal Station – KNSM Eiland) naar de kazerne komen. Vergeet niet uw vrij-vervoer aan te vragen bij het Veteranen Instituut. Als u met eigen vervoer komt, geef dat dan even door. De kentekens moe-ten worden doorgegeven. De kosten zijn €10,- per persoon die u kunt overmaken op gironummer 2506024. Jan van Asch., Willemstraat 12, 5503 JN Veldhoven. Ook te bereiken via telnr.: 040 253 20 02 en [email protected].

REÜNIES

De website van de Netherlands Ex-Servicemen & Women’s Association is uit de lucht. De site werd al steeds kleiner, maar een technische storing na een zware onweersbui heeft de site uiteindelijk de das om gedaan. Verleden jaar werd NESWA webmaster en ‘nestor’ Jan Giezen nog geëerd met een prijs voor zijn inspanningen richting veteranen tijdens een bijeenkomst van het Veteranenplatform. De

medewerking van instanties en veteranen bij het verder helpen van andere veteranen op verschillend gebied heeft de afgelopen veertien jaar veel erkenning gevonden. Bij het verdwij-nen van de oudste serie veteranen blijkt ook dat de toen zo nodige assistentie nu niet meer direct vereist is. Mogelijk zal het prikbord van Joop Romkema op www.veteranen-online.nl er nog een extra taak bij krijgen.

NESWA-SITE UIT DE LUCHT

BON DÍA HR.MS. WALRUS

HOOG BEZOEK OP PARERA

De fractievoorzitters op de kustwachtcutter Jaguar (Foto: Peter Bijpost, AVDD)

HEEFT U EEN ADRESWIJZIGING? STUUR DEZE A.U.B. NIET NAAR

DE REDACTIE MAAR KIJK HIERVOOR IN HET COLOFON

Page 43: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

43

DE DEADLINE VOOR HET AANLEVERENVAN ARTIKELEN VOOR HET

VOLGENDE NUMMER VAN ALLE HENS IS MAANDAG 7 JANUARI 2008

Op 6 november heeft Mathijs Honig van de Fietsacademie de eerste diploma’s Mountainbike-instructeur niveau 4 uit-gereikt aan AOOMARNALG Wisman, SMJRMARNALG Van Batenburg en SGTMARNALG Bremmer. De opleiding niveau 4 vond plaats in de Pyreneeën. De opleiding bestond uit diverse discipli-nes waaronder: eigen vaardigheden, tech-nische kennis, begeleiden van groepen en het maken van opleidingsprogramma’s. Tevens werd het diploma MTB-instructeur niveau 3 uitgereikt aan SMJRMARNALG Van Britsem. Met deze opleiding is de sectie Fysieke Training en Sport van het Mariniers Opleidingscentrum in staat om interne opleidingen te begeleiden en diverse groepen binnen het CZSK te trainen. Het

diploma is erkend door de Nederlandse toerbond.

Voor het eerst waren wervingsvoorlichters en adelborsten van de Koninklijke Marine aanwezig op de NLDA Oriëntatiedagen in Breda om scholieren en studenten te informeren over een baan als officier bij de marine. Zo’n 1500 scholieren en stu-denten brachten op 2 en 3 november een bezoek aan de NLDA Oriëntatiedagen in Breda, een initiatief van de Nederlandse Defensie Academie. Op het Kasteel van Breda werden onder meer gevechtssi-mulaties, sportdemonstraties en mini-colleges gegeven. Ook hielden cadetten en instructeurs demonstraties exercitie, wapenlessen, militaire zelfverdediging en abseilen. Verspreid over het terrein waren informatiepunten van de land-macht, luchtmacht, marechaussee en marine ingericht, waar de deelnemers zich konden oriënteren op een studie aan de NLDA of op een officiersfunctie bij defensie.

EERSTE KEER OP ORIËNTATIEDAGEN

Voor het eerst sinds jaren heeft het team van het Marine Etablissement Amsterdam (MEA) het marinekampioenschap veld-voetbal gewonnen. In een toernooi met acht teams bleek het team uit Amsterdam het sterkste te zijn. Het team van het MEA, bestaande uit spelers van bijna alle KM’ers geplaatst in Amsterdam (FSP, PVKM, Paresto, MBK en NIMCIS), heeft via winst met 2-0 op het team van Johan de Witt, winst met 2-0 op de Van Braam Houckgeestkazerne en 0-0 tegen Marine Vliegkamp De Kooy de halve finale gewon-nen met 3-0 van de Van Ghentkazerne. De finale tegen de Joost Dourleinkazerne werd uiteindelijk met penalty’s beslist. Het kampioenschap werd op 10 oktober gehouden.

V.l.n.r. SGTMARNALG Bremmer, Honig, AOOMARNALG Wisman, SMJRMARNALG Van Batenburg en SMJRMARNALG Van Britsem.

VETERANEN KRIJGEN EIGEN WETStaatssecretaris Van der Knaap van Defensie is vanaf oktober bezig met een Kaderwet Veteranen. De Bond van Nederlandse Militaire Oorlogs- en dienstslachtoffers (BNMO) is voorstander van deze Kaderwet. “De BNMO is in 1945 opgericht om er voor te zorgen dat de overheid haar verantwoor-delijkheid neemt voor getroffen oud-mili-tairen. Met een veteranenwet wordt glas-helder welke rechten veteranen, oorlogs- en

dienstslachtoffers hebben en welke plichten het Ministerie van Defensie tegenover hen heeft”, aldus waarnemend algemeen voor-zitter Erwin Hermans van de BNMO. De Kaderwet Veteranen moet voldoen aan hel-dere criteria en moet zorgen voor een goede administratie en dossiervorming, een goede voorbereiding op uitzendingen en adequate nazorg voor veteranen en dienstslachtoffers en hun verwanten.

MARINIERS MET FIETSDIPLOMA

BALLETJE TRAPPEN

VETERANEN BREDAGaat de Landelijke Veteranendag ook gevierd worden in Breda? Als het aan de Stichting Veteranen Breda ligt wel. Op 26 oktober is deze stichting opgericht met als doel om de jaarlijkse Veteranendag ook in Breda te organiseren. “Het

is de bedoeling om Breda wakker te schudden en voldoende gelden te bemachtigen, om jaar-lijks een veteranendag te kunnen organiseren. Alle lagere scholen in Breda zijn benaderd om via het Veteranen Instituut, het verhaal van

een veteraan te kunnen aanhoren”, aldus pen-ningmeester Jef Maanders. Het bestuur bestaat voorlopig uit voorzitter P. de Laat, secretaris C. Baars en penningmeester J. Maanders. E-mail: [email protected].

In de vroege ochtend van zondag 11 november heeft Hr.Ms. Van Nes, varend voor de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba in samenwerking met de Franse autoriteiten, een Go-Fast, aan-gehouden met negen illegalen aan boord. De Go-Fast met verdachten en illegalen zijn overgedragen aan de Franse poli-tie. De Lynx helikopter van Hr.Ms. Van Nes, ontdekte tijdens een patrouille een Go-Fast die richting Sint Maarten voer. De helikopter bleef boven het verdachte vaartuig vliegen en de Van Nes zette de achtervolging in. Hierop werd de RHIB van de Van Nes met het Kustwacht boar-dingteam gelanceerd. Na een korte ach-tervolging langs de kust werd de Go-Fast tot stoppen gebracht.

HR.MS. VAN NESHOUDT ILLEGALEN AAN

Page 44: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

44

De Admiraliteitsraad van het CZSK heeft wederom besloten dit jaar een kerstpak-ket te verstrekken. De pakketten worden verstrekt aan:- alle werknemers die per 1 december

2007 werkzaam zijn binnen het CZSK;- militairen die in de periode van 1 juli

tot en met 30 november 2007 de dienst met LOM, FPU of UBM hebben ver-laten;

- nabestaanden van in 2007 overleden militairen en burgers;

- reservisten die in 2007 zijn ingezet;- vrijwilligers van de musea, traditieka-

mers, de diverse hobbyclubs, de thuis-frontcomités;

- stagiaires.

Binnen het Caraïbische Gebied en in Groot-Brittannië is voor het daar geplaats-te personeel separaat een kerstpakket verworven. Personeel van het CZSK, geplaatst in het buitenland, zal een gel-delijke vergoeding ontvangen. Het KM kerstpakket wordt naar het huis-adres van de medewerker gezonden, zoals vermeld in Peoplesoft op 30 november 2007. Verzending van het kerstpakket vindt plaats op 14 en 15 december 2007. Mocht u onverhoopt op 17 december 2007 nog geen kerstpakket ontvangen hebben, dan kunt u tot en met 29 februari 2008 contact opne-men met Bureau Bijzondere Personele Zorg telnr.: 0223 657 581 /657 462.

Het hoofd van bureau Ontwikkeling en Ontspanning, LTZA 2OC Kees Jansen, heeft twee kano’s met toebehoren geschon-ken aan ‘Fysieke training & sport’ in het Marine Etablissement Amsterdam (MEA). De commandant van het MEA, KTZ ir. Max van Binsbergen, heeft deze op 18 oktober in ontvangst genomen. Dienst Ontwikkeling Sport & Ontspanning (OS&O) waar bureau Ontwikkeling en Ontspanning een onder-deel van is, levert op deze manier een posi-tieve bijdrage aan de sportstimulering, de aanvulling op de aanwezige voorzieningen en de uitbreiding van de outdoor mogelijk-heden in Amsterdam.

Altijd als eens willen skiën? Dat komt mooi uit want ook in 2008 zal het bureau Lichamelijke Opvoeding en Sport (BULO/S) van de Dienst OS&O de alom bekende Naval Skitour organiseren. De Naval Skitour is een zeer compleet verzorgde skivakantie in de Oostenrijkse bergen. De pistes in en rond Kaprun zullen het decor vormen tijdens deze sportieve manier van vakantie vieren. De Naval Skitour biedt u onder andere: de reis naar Oostenrijk, een prima hotelac-commodatie op basis van half pension, skipassen voor het gehele gebied, skilessen op verschillende niveaus en gratis gebruik van ski’s. De skitour staat gepland in week 12 van 2008. Nadere details omtrent prijs en vertrektijden zullen zo spoedig mogelijk bekend worden gesteld.Voor meer informatie kunt u contact opne-men met Ton van Baarlen, coördinator BULO/S, telnr.: 0223 654 394.

NIEUWE KANO’S

NAVAL SKITOUR 2008

KERSTPAKKET

Met ingang van 15 oktober zijn de emblemen (en ook de borsthangers en pinnen) van de Defensie Materieel Organisatie voor alle medewerkers, met uitzondering van burger-personeel, beschikbaar. De ontwikkeling van deze emblemen vergroot de zichtbaarheid van de DMO-medewerkers binnen en bui-ten de defensieorganisatie. Alle militairen,

werkzaam zijn bij DMO, dienen een DMO-indelingsembleem en/of onderdeelsembleem te dragen volgens de geldende voorschriften van hun krijgsmachtdeel. Uitzondering hier-op zijn de onderdeelsemblemen die gedra-gen worden door militairen werkzaam bij de DMO-bedrijven. Deze emblemen blijven vooralsnog ongewijzigd.

DMO-EMBLEMEN

ACTIEF STATIONSSCHIPIn de nacht van zondag 28 op maandag 29 oktober bood Hr.Ms. Van Nes hulp aan een Amerikaans zeiljacht. Dit jacht van 110 voet lag al enige tijd met motorpech te drijven circa 25 mijl ten westen van St. Maarten. In november heeft de Van Nes actief gezocht naar een vermiste duiker nabij Saba. In het

weekend van 3 en 4 november heeft het schip ook een kort bezoek aan Sint Maarten gebracht. Tijdens dit bezoek werden de banden tussen de Koninklijke Marine en de Holland Amerika Lijn aangehaald. Binnenkort zal de Van Nes ook Saba en Statia bezoeken.

Door onbekende oorzaak zijn de plunjeba-len van een naar Afghanistan uitgezonden collega nog steeds niet aangekomen. Hij zit daarom al vier weken te wachten op zijn kleding. Zijn collega’s van de afdeling Bedrijfsvoering hebben besloten daar iets aan te doen en hebben hem een kleding-pakket gestuurd, zodat hij tenminste niet in zijn hemd blijft staan.

NIET IN Z'N HEMD

Page 45: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

45

DE DIEPTE IN Voor het elfde jaar heeft het Nederlandse marine diepduikteam deelgenomen aan de internationale duikoefening Deep Divex, die van 14 tot 26 november in de fjorden van Tromsø werd gehouden. In totaal waren er elf deelnemende landen, waaronder de ‘core’ landen Noorwegen, België, Nederland en Canada. Voor Estland, Finland, Zweden, Litouwen en Letland was het de eerste keer dat zij actief diepduikend deelnamen aan de oefening. Ook Amerika is geïnteresseerd geraakt in het optreden van diepduikteams. Dit jaar stuurde Amerika een waarnemer met als opdracht de mogelijke deelname van een US diepduikteam te onderzoe-ken. De doelstelling van de oefening ‘het multinationaal expeditionair optreden in een koudweer omgeving tot een diepte van 81 meter’ wordt steeds belangrijker. Een groeiend aantal landen krijgt name-lijk te maken met diep duikopdrachten. Omdat moderne mijnen in veel diepere wateren geplaatst kunnen worden, is het

belangrijk om duiken tot dieptes van 81 meter, of mogelijk nog dieper, regelmatig te beoefenen. Daarnaast is het operationele takenpakket uitgebreid met bijvoorbeeld onderzeeboot-reddingsoperaties.

Naast ruimen van historische en moderne conventionele wapens was er dit jaar ruime aandacht voor het duiken vanaf verschillen-de plaforms zoals een Noorse mijnenjager, een ondersteuningsvaartuig uitgerust als duikvaartuig, en een hydrograaf. De laatste had een Remote Operated Vehicle (ROV) aan boord waarmee de verrichtingen van de duikers aan de oppervlakte konden worden gevolgd. Naast ‘seabased’ is er ook ‘shore-based’ geopereerd. In verschillende Mine Counter Measure (MCM) scenario’s zijn alle voorkomende aspecten van het diepdui-ken aan bod gekomen. Maar ook in een ‘sub sunk’ situatie, waarbij een onderzeeboot gezonken is, zijn er inspecties uitgevoerd en levensreddende opdrachten uitgevoerd.

Hr.Ms. De Zeven Provinciën heeft een nieuwe commandant. Op maandag 29 oktober droeg KTZ Maarten Stenvert het commando over aan KTZ Ruud Ramaekers. De scheidende comman-dant blikte terug op een intensieve tijd van opwerken van het eerste LCF onder leiding van COMSEATRAIN en FOST. Aansluitend heeft het schip gediend als stafschip van CTF 150 in het kader van de operatie Enduring Freedom in de Arabische Golf. Hij dankte de beman-ning voor hun inzet en toewijding tijdens zijn commando. Na een onderhoudspe-riode van ruim een jaar zal de De Zeven Provinciën in het eerste halfjaar van 2008 weer tot inzetgereed opgewerkt worden en mogelijk in de tweede helft van vol-gend jaar worden ingezet voor UNIFIL nabij Libanon.

Geen hoogtevrees voor de mariniers van de UIM (Unit Interventie Mariniers). Op vrij-dag 26 oktober vond de eerste certificaatuit-reiking plaats van de pilot opleiding Werken op Hoogte level 2. De wetgeving met betrek-king tot werken op hoogte is ruim een jaar geleden gewijzigd. Door deze wijziging was zowel politie als defensie genoodzaakt het werken op hoogte en de opleidingen hiertoe aan te passen. De Politieacademie heeft samen met vertegenwoordigers van de verschillende doelgroepen, waaronder de

UIM, de opleiding vernieuwd. Inmiddels zijn er drie opleidingen ontwikkeld. De eerste groep, die is opgeleid volgens het nieuwe opleidingsstelsel, zijn mariniers van de UIM. De opleiding is verzorgd door docenten van de Politieacademie en de UIM. De samenwerking is uitstekend verlo-pen en krijgt zeker nog een vervolg. Dit jaar zal nog een aantal pilot opleidingen voor teamleden (level 1) starten en vanaf volgend jaar start de academie officieel met deze opleidingen.

COMMANDO-OVERDRACHT

WERKEN OP HOOGTE

Begin november werd door KTZ Peter de Boer de ingelijste bolletjestrui overhan-digd aan de winnaar van de 53e Tour de Lasalle, LTZ1 Bob Klein, in het bijzijn van SMJRMARNALG Jan Clermonts, LTZA 1 Peter Karssen en Ton van Baarlen. De wielerwedstrijd wordt verreden in ploegen van acht man. Dit jaar waren er achttien ploegen vertegenwoordigd om te strijden om de ereplaatsen. De marine nam deel met een ploeg bestaande uit vier mariniers en vier man van de vloot, die ook op de fiets in een prima wer-kende combinatie resulteerden.

Bent u al wielrenner op dit niveau of heeft u interesse (of de ambitie), neem eens contact op met, SMJRMARNALG Clermonts of de Dienst OS&O, Bureau LO/S, tel *06-209-54393/ 54394.

53e TOUR DE LASALLE

TIP VOOR DE REDACTIE?MAIL ‘M NAAR:

[email protected]

Page 46: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

46

Inschrijven voor de nationale kampioenschappen (NMK) en open kampioenschappen (OK) kan via intranet: www.cism.nl. Behalve voor het Futsal, daar speelt een geselecteerd team. Inschrijven voor marinekampioenschap (MK) via Bureau Lichamelijke Opvoeding en Sport (BULOS) van de DOSO en via het inschrijfformulier dat is te vinden op de website: Home - Koninklijke Marine - Service - Welzijn - Service - Sport. Voor meer informatie over deze sport-evenementen kunt u terecht bij de plaatselijke sportinstructeurs, BULOS en bovenstaande website. Voor deelname aan militaire sportevenementen en civiele sportevenementen kan men gebruik maken van de sporttenues van de Koninklijke Marine. Deze zijn op bruikleen-bon te verkrijgen bij BULOS, telnr.: 0223 654 393/654 394.

22 t/m 24 januari MK Futsal Den Helder/Doorn27 + 28 februari MK Volleybal Den Helder5 maart MK Basketbal Den Helder12 maart NMK Futsal Den Helder18 maart NMK Schermen Van Hornekazerne26 maart OK Indoor klimmen KLu (klimhal)

In aanwezigheid van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Willem-Alexander is woensdagavond 7 november de eerste admiraalslezing gehouden. Dat gebeur-de in de Nieuwe Kerk aan de Dam in Amsterdam en vormde tevens de afsluiting van het Michiel de Ruyterjaar, waarmee de viering van de 400ste geboortedag van deze zeeheld werd herdacht. De Koninklijke Marine trad op als gastheer en C-ZSK luitenant-generaal der mariniers Rob Zuiderwijk kon melden dat de admiraalsle-zing in het vervolg om het jaar zal worden gehouden. Het spits werd woensdagavond afgebeten door de Britse historicus Paul Kennedy van Yale University (USA). Hij eerde De Ruyter als misschien wel de groot-ste zeelheld uit de geschiedenis. “Buiten kijf staat dat hij betrokken is geweest bij het grootste aantal en meest gewaagde zeeslagen.” Kennedy waarschuwde dat de West-Europese landen hun marine niet mogen decimeren. “China deed dat zes eeuwen terug ook en daarom konden lan-den als Spanje, Engeland en Nederland de rol van zeevarende natie overnemen. Nu zien we India, Japan en Korea hun vloot oppervlakteschepen uitbreiden. We moe-ten oppassen niet dezelfde fout te maken als China destijds.”

SPORTKALENDER

PRINS WILLEM-ALEXANDERBEZOEKT EERSTE

ADMIRAALSLEZINGDe klimtoren, de touwbaan, de klein kaliber-wapens. Dan aan boord van een fregat, een onderzeeboot in, en een les in tactische situa-ties. Dit is een kleine greep uit de bezigheden die de leerlingen van de opleiding Vrede & Veiligheid doen tijdens de vier oriëntatieda-gen, gehouden in de week van 12 november. 1037 Leerlingen, die direct na het VMBO bij defensie wilden werken maar nog net te jong waren en dus kozen voor de opleiding Vrede & Veiligheid, zijn verdeeld over drie groepen en leren, gekleed in KL-tenue, van alles over werken bij de vloot en het Korps Mariniers in Den Helder en Doorn. De voornaamste reden van deze opleiding en dus deze ori-entatiedagen is de ‘militairen in spé’ laten zien wat werken bij de Koninklijke Marine of de Koninklijke Landmacht precies inhoudt. Dat de opleiding succesvol is, blijkt uit de cijfers. “In 1999 zijn we begonnen met een school en een klasje. Op dit moment doen er 28 scholen mee en dus ruim duizend leerlingen, verdeeld over drie klassen”, ver-telt coördinator Instroom Opleidingen LTZE 2OC Natascha Hummel. “Van die ruim duizend leerlingen komt ongeveer éénderde stagelopen bij de marine. Daarvan solliciteert weer zeventig procent voor een vaste baan.”

De meeste leerlingen solliciteren na de oplei-ding Vrede & Veiligheid vooral bij het Korps Mariniers en bij de operationele dienst aan boord van een schip. De vier oriëntatiedagen waren dit jaar voor het eerst op deze manier georganiseerd. “Voorheen hadden we kleine-re groepen en werden alle bezigheden over tien weken uitgesmeerd”, legt Hummel uit. “Maar op deze manier kunnen we alles in één week laten zien.” Volgens Hummel zijn sommige leerlingen na de oriëntatiedagen zo onder de indruk van de vloot en het Korps Mariniers, dat ze hun eerste keuze wijzigen van de landmacht in de marine. (foto's Ruud Mol, AVDD)

MILITAIREN IN SPÉ

Page 47: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

47Deze lijst wordt maandelijks aangeleverd door het DienstenCentrum IV-beheer en komt voort uit PeopleSoft. Voor eventuele vragen en correcties

dient u zich in eerste instantie te wenden tot DCHR: *06 733/0800 22 55 733.

Bevorderingen:BRIGGENMARNS Drs. P.A.

Grootendorst,

KTZ O.G.H. van Lent,

KLTZ J. den Arend,

KLTZSD R.K. Middel,

KLTZ G.B.H. Stienissen,

LTZ 1 P.M. van Dam,

LTZE 1 C. van der Gaag,

LTZA 1 Drs. E. Harrewijn,

LTZAR 1 R.F. Seijsener,

LTZ 1 B.F. van der Tuin,

KAPTMARNS A.A.A. Keim,

LTZT 2OC Ing. E. Oosterbroek,

KAPTMARNS Ing. G.C. van

Oosterhout,

LTZT 2OC Ir. J.M. Postma,

LTZE 2OC J. Sneep,

LTZT 2OC L.H. Veldsema,

LTZT 2OC C.M.A. van der Ven,

ELNTMARNS E.J.P. van Alphen,

ELNTMARNS K.D. Budde,

LTZA 2 A.J. Damsma,

LTZA 2 D. Evers,

LTZA 2 C.N. Hellendoorn,

LTZA 2 P.E.C. Jansen,

LTZA 2 L.B. Langendoen,

ELNTMARNS K. van der Linden,

LTZ 2 M. Loenen,

LTZ 2 H. Speets,

LTZA 2 R.W.P.M. Timmermans,

LTZ 2 J. Veldhuis,

LTZE 2 J.H. van der Vlies,

LTZA 2 R.C. Zuiderwijk.

Dienstverlaters:KLTZAR G. Nobel,

LTZE 1 D.J. Scholtens,

LTZA 2OC L.A. van den Berg,

LTZA 2OC R. van den Bersselaar,

LTZ 2OC W. Lublink,

LTZT 2OC Ing. B.R. Stade,

LTZ 2OC Ing. J.F. Visser,

KAPTMARNS E.R. van der Woude.

Bevorderingen:AOOTDW T.I. Bais,

AOOMARNALG P.A.M. van het

Bolscher,

AOOMARNALG H.G. Bos,

AOOTDE J.G. Dekker,

AOOMARNALG M. de Jong,

AOOTDE R.S. Looij,

AOOMARNALG M.G.J. Mesters,

AOOTDE H.J. Nicolaije,

AOOMARNALG B. Schoofs,

AOOMARNALG P.M.J. de Valk,

AOOMARNALG R.F. Wilde,

AOOLDGD H. Woppenkamp,

AOOMARNALG R. Woutering,

SMJRWDW E. van Brummelen,

SMJRTDW D.J. van Doorn,

SMJRWDE G. Engelbracht,

SMJRODOPS F.C. van Gessel,

SMJRTDE T. de Graaf,

SMJRBDWKA E.L.J. Jorissen,

SMJRTDW J.P.H. Kanen,

SMJRWDE A.L. van der Klaauw,

SMJRODND P.P.J.A.M. van de Loo,

SMJRMARNALG A. Looper,

SMJRMARNALG R.H. Philippo,

SMJRLDGD H.J. Ravensburg,

SMJRMARNALG D.

Schoonderwaldt,

SMJRMARNALG W. Sleurink,

SMJRLDA E.R. Smits,

SMJRLDV J.H. Wardenaar,

SMJRODVB A. Westmaas,

SGTODVB W.L.J. Arzoni,

SGTMARNALG H.L. Barelds,

SGTTDW C. Breen,

SGTBDMZKT F. Burghgraef,

SGTLDA D.A.J. Casula,

SGTMARNALG J. Cohen,

SGTODVB J.H.M. van Daelen,

SGTMARNALG R.J.W. Ekkel,

SGTLDV R. Elzinga,

SGTMARNALG C.P.W. Folmer,

SGTTDW F van Ginkel,

SGTLDA D.C.M. de Groot,

SGTMARNALG M.J.L. Haren,

SGTMARNALG M. van Hees,

SGTODOPS F.M. Hendriks,

SGTMARNALG D. Hoftijzer,

SGTMARNVB P. Kardienaal,

SGTMARNVB R. Karsten,

SGTMARNALG M.M.P. Kentie,

SGTMARNALG M.A.H. van

Kessel,

SGTLDGD L.N. Marijnusse,

SGTMARNALG A.J.P. Meurs,

SGTMARNALG M.J.P. de Mooij,

SGTMARNALG E. Ooms,

SGTMARNALG E. Oosterbaan,

SGTMARNVB M.G. Otten,

SGTMARNALG M. Rougoor,

SGTODND E. Schiphof,

SGTWDE G.J.D. Streeder,

SGTWDS E.Y. Tolsma,

SGTODOPS D.B.T. Vuijk,

SGTMARNALG R. Wacker,

SGTODOPS M. van der Weide-

Kuhlmann,

SGTMARNALG J.A.C. Wijker,

SGTLDV R.A.J. Willems.

Dienstverlaters:AOOMARNALG F.M.P.J. van den

Broek,

AOOWD P. Casteleijn,

AOOLDA A.C.M.A. van der Kraats,

AOOLDV A.W. Soesan,

AOOWD W.A. Ziengs,

SMJRLDA M.J. Bastemeijer,

SMJRMARNALG A.J.J. van Beek,

SMJRTDW E. Kooi,

SMJRODVB W.J. Lina,

SMJRMARNALG L.W. van

Roosmalen,

SMJRLDA A.H.M. Sewalt,

SMJRTDW A.D. Zijlstra,

SGTTDW B. Gerritsen,

SGTLDV R.J. van der Lek,

SGTLDGB C.J. Raps,

SGTLDV C.M.C. van Wissem,

KPLMARNALG K.J.M. op de Beke,

KPLTDE L.J. Bolier,

KPLTDW E.A. Bosma,

KPLODND D. Brok,

KPLLDV M. Heemskerk,

KPLMARNALG J. Jansen,

KPLTDE F.L.C. Ladru,

KPLLDGD M.C. Langerak,

KPLLDA H.U. Macbean,

KPLTDV M.B.J. Steenge,

KPLTDW J.D. Vogelaar,

KPLODOPS S.N. Westmaas,

KPLTDW J. Wiersma.

Bevorderingen:MATR 1 WDS M. Colijn,

MATR 1 LDGB D.W. Franse,

MATR 1 BDWSR F.A.J. Lenders,

MATR 1 WDS E. Lubbers,

MATR 1 LDV L.M.A. Provilij,

MATR 1 LDV E.J.W. Zandjans.

Dienstverlaters:MATR 1 ODND A.H.M. van den

Akker,

MARN 1 ALG M.W. van Berge,

MATR 1 ODOPS S. Boer,

MATR 1 TDW E. Brinks,

MATR 1 ODVB R.F.M. van Dijk,

MARN 1 ALG P.C.G.

Duivenvoorden,

MATR 1 LDV B. Elbers,

MARN 1 ALG C.J. van der Ent,

MATR 1 LDV M. Gerrits,

MARN 1 ALG R.J. Groeneweg,

MARN 1 ALG C. Hage,

MARN 1 ALG B. Koning,

MATR 1 LDV G.P. Kremers,

MATR 1 LDGD I.A. Lanser,

MATR 1 BDVGVL A. Lenoir,

MATR 1 ODND W. van Maurik,

MATR 1 ODND S.J.J. Michels,

MATR 1 LDV J.A.C. Neutkens,

MATR 1 TDW D. Pannekeet,

MARN 1 ALG M.F. Pollé,

MARN 1 ALG B.A.J. de Rooij,

MARN 1 ALG R. van der Sar,

MARN 1 ALG B.W.P. Thoonen,

MATR 1 OD P. Tielemans,

MARN 1 ALG T. Timmerman,

MARN 1 ALG T. Timmers,

MATR 1 OD M. Vermeulen,

MATR 1 TDW A.J.M.A. Vervuren,

MATR 1 LDV D. Verweij,

MATR 1 TDW K.J.M. Visschers,

MATR 1 ODVB T.K. de Vries,

MATR 2 LDV W.A. van den Berg,

MATR 2 TD A. van Haarlem,

MATR 2 OD C. den Hollander,

MARN 3 ALG I. Ardesch,

MARN 3 ALG Y.R. van Arkel,

MARN 3 ALG J.B. van Bijsteren,

MARN 3 ALG J.M.P. Blaak,

MARN 3 ALG B. van den Boer,

MARN 3 ALG B.J. van Borselen,

MARN 3 ALG B.M.J. Bos,

MATR 3 LDV L. Castelijns,

MARN 3 ALG M.G.J. Dames,

MARN 3 ALG M.M. Frohn,

MARN 3 ALG R. van Haarlem,

MARN 3 ALG T. van Haarlem,

MARN 3 ALG S. Homburg,

MARN 3 ALG L. van der Kamp,

MARN 3 ALG A. Klein,

MATR 3 TD J.K. Kooijman,

MATR 3 OD N.L.G.B.A. Leenders,

MARN 3 ALG M.C. Lindhout,

MARN 3 ALG J.L. Meijer,

MARN 3 ALG F.J. Mijnten,

MARN 3 ALG D. Mulder,

MARN 3 ALG C.J. van Oijen,

MATR 3 OD A.A. Prinsen,

MARN 3 ALG S.M. Rijnsburger,

MARN 3 ALG P. Tasiopoulos,

MARN 3 ALG F. Uiterdijk,

MARN 3 ALG B.A. Weeren,

MARN 3 ALG R. van Wel,

MARN 3 ALG C.A. van Willigen.

Bevorderingen:Ing. H.W.M. Vorselaars, 11

S.E.J. Groothuis, 9

L.A. Hitz, 8

Paardekooper, 8

M.W.G. Uhl, 8

B.A.T. Vergeer, 8

R. Oost, 7

M. Stoffels, 6.

Dienstverlaters:Prof. Dr. Ir. R. Delver,

K.E. Zwart,

W. Kalkman,

Drs. Ing. R van Os,

Ing. C.L. Scheepe,

O.J. Bloem,

B. Geradts,

J.G. Minnaar,

I.T. van der Waall,

P.A. Bode,

S.B. Sittrop,

Ing. J.F.M. Bos,

J. de Jong,

J.C. Glijnis-Romar,

N.M. Hindriks,

W. Kroon,

S. Tijsen.

ONDEROFFICIEREN

OFFICIEREN

BURGERS

MANSCHAPPEN

Page 48: de oppervlakte - Ministerie van Defensie · PDF filefervent beoefenaar van de hardste vorm van karate, Kyokushin, hij schreef er ook een boek over. ... de familieleden en vrienden

Brandoefeningen midden op zee. Klinkt vreemd, maar we

doen ze elke week. Mocht er een echte fi k uitbreken, dan

doen we allemaal ons ding. Afkoelen is net zo belangrijk

. Dat doen we ’s avonds op het helidek. Na een

geslaagde drill is het dus tijd om te chillen met z’n allen.

Wil je meedoen? Kijk op dan werkenbijdemarine.nl

Help me als je

MBO techniek hebt!