De ogenParagraaf 5

Gezichtszintuig

• De gezichtszintuigcellen bevinden zich in de ogen.

De oogkassen

• De ogen zijn kwetsbare organen en worden goed beschermd door de oogkassen.

oogkassen

De oogspieren

• De oogspieren zorgen ervoor dat de ogen kunnen draaien in de oogkassen.

Wenkbrauwen en wimpers

• Wenkbrauwen zorgen ervoor dat zweet niet in de ogen loopt maar erlangs.

• Wimpers beschermen de ogen tegen vuiltjes en tegen te fel licht.

Oogleden

• De oogleden beschermen de ogen tegen vuiltjes.

• De oogleden verspreiden traanvocht over de ogen.

Traanklieren en traanvocht

• Traanvocht wordt geproduceerd door de traanklieren die boven de ogen liggen.

• Traanvocht beschermt de ogen tegen uitdroging en spoelt de ogen schoon.

• Traanvocht wordt door de oogleden over de ogen verspreid.

• Traanvocht wordt afgevoerd door via de traanbuizen, waarna het in de neusholte terechtkomt.

wenkbrauw

traanklier

traanbuis

ooglid

wimper

harde oogvlies

pupil

iris

De uitwendige bouw van het oog.

Wand van de oogbol

• De buitenste wand van de oogbol bestaat uit drie lagen:

- harde oogvlies (en hoornvlies)

- vaatvlies (en iris)

- netvlies

harde oogvlies

vaatvlies

netvlies

hoornvlies

iris

De wand van de oogbol bestaat uit drie lagen.

Harde oogvlies en hoornvlies

• De buitenste laag van de wand van de oogbol noemen we het harde oogvlies.

• Het harde oogvlies is wit van kleur.

• Over de pupil en iris is de buitenste laag van de oogbol doorzichtig.

• Het doorzichtige deel van de buitenste laag van de oogbol noemen we het hoornvlies.

Vaatvlies en iris

• De middelste laag van de oogwand is het vaatvlies.

• Aan de voorzijde van de oogbol gaat het vaatvlies over in de iris (ook wel regenboogvlies genoemd).

• Het vaatvlies bevat veel bloedvaten.

• Het vaatvlies zorgt voor voeding van een groot deel van het oog.

Het regenboogvlies (de iris) komt in allerlei kleuren voor.

Netvlies en gele vlek

• De binnenste laag van de oogwand wordt het netvlies genoemd.

• Het netvlies bevat de gezichtszintuigcellen.

• Midden in het netvlies ligt de gele vlek.

• De gele vlek bevat meer zintuigcellen dan de andere delen van het netvlies.

• Met de gele vlek zie je het scherpst.

gele vlek

blinde vlek

In deze doorsnede van de oogbol zijn de gele vlek en de blinde vlek duidelijk zichtbaar.

Oogzenuw en blinde vlek

• Impulsen reizen van de zintuigcellen naar de hersenen via de oogzenuw.

• De plaats waar de oogzenuw het netvlies verlaat ligt de blinde vlek in het netvlies.

• In de blinde vlek liggen geen zintuigcellen.

• Met dit deel van het netvlies wordt niets waargenomen.

oogzenuw

Glasachtig lichaam

• Het oog wordt voor het grootste deel gevuld door het glasachtig lichaam.

• Het glasachtig lichaam is een doorzichtige geleiachtige massa.

• Het glasachtig lichaam houdt het netvlies op zijn plaats.

Het glasachtig lichaam uit het oog van een rund.

Lens

• De lens ligt direct achter de iris.

• De lens zorgt ervoor dat je scherp kunt zien (door boller en platter te worden).

• De lens draait het beeld om.

Het beeld valt dus omgekeerd op het netvlies.

Door de werking van de lens valt het beeld omgekeerd en verkleind op het netvlies.

Pupil en pupilreflex

• De pupil regelt de hoeveelheid licht die het oog binnenkomt.

• Wanneer kringspieren in de iris zich aanspannen wordt de pupil kleiner.

• Wanneer de straalsgewijs lopende spieren zich samentrekken wordt de pupil groter.

• De pupilreflex beschermt de ogen tegen te fel licht.

WEINIG LICHT VEEL LICHT

De straalsgewijs lopende spieren zijn

aangespannen.

De kringspieren zijn aangespannen.

De pupilreflex beschermt de ogen tegen te fel licht.