De Middeleeuwen (Geheel)

19
1 Het Verhaal Het verhaal speelt zich af in de 14de eeuw in een benedictijnenabdij. Het overlijden van één van de monniken in verdachte omstandigheden doet de gemeenschap beslissen om de hulp in te roepen van een vermaarde monnik William van Baskerville om de zaak op te lossen. Wanneer er meerdere monniken op mysterieuze wijze overlijden gaan vele broeders van de gemeenschap geloven dat de duivel aan het werk is en dat de eerste tekenen van de Apocalyps zich voordoen. William geeft eerder de voorkeur aan de menselijke logica dan aan Bijbelse interpretaties en komt algauw tot de conclusie dat dit het werk is van een moordenaar en vermoedt zelfs een complot. Een aantal mensen (bijvoorbeeld een monnik met een handicap en een ‘heks’) worden veroordeeld tot de brandstapel, terwijl ze eigenlijk niets met de moord te maken hebben. William kan de inquisitie niet tegenspreken, want dat zou beschouwd worden als verraad aan de katholieke kerk en dus als een teken van ketterij. Williams vermoeden van een complot blijkt juist te zijn en alles bleek te maken hebben gehad met een ‘verboden’ boek! Een boek dat verderfelijk zou zijn en waar men tot het uiterste ging om de censuur te behouden, zelfs meervoudige moord. William ontsnapt ternauwernood uit een brandende bibliotheek en de door gevonden waarheid komt nooit aan het licht. DE MIDDELEEUWEN Fragment uit The name of the rose 1 Wanneer kun je dit fragment situeren? In welke periode speelt het zich dus af? 2 Waar speelt het verhaal zich af? 3 Hoe ziet het landschap eruit? 4 Welke kleuren gebruikt de regisseur? 5 Welke kledij dragen de personages? 6 Hoe zien de personages eruit? (focus op uiterlijk) 7 Hoe wordt er spanning opgewekt? 8 Wat is de inquisitie? 9 Welke typische activiteit van monniken komt in dit fragment ter sprake? The name of the Rose (1986) is een film geregisseerd door Jean-Jacques Annaud en gebaseerd op de roman De naam van de roos van Umberto Eco. De film is ook bekend onder zijn Duitstalige titel Der Name der Rose of de Franstalige titel Le nom de la rose. De hoofdrollen worden vertolkt door Christian Slater en Sean Connery. De film werd opgenomen in de authentieke twaalfde-eeuwse abdij Eberbach (Duitsland).

description

Worksheets concerning Dutch literature in the Middle Ages, & Middle Dutch

Transcript of De Middeleeuwen (Geheel)

Page 1: De Middeleeuwen (Geheel)

1

Het Verhaal

Het verhaal speelt zich af in de 14de eeuw in een benedictijnenabdij. Het overlijden van één van de

monniken in verdachte omstandigheden doet de gemeenschap beslissen om de hulp in te roepen van een

vermaarde monnik William van Baskerville om de zaak op te lossen.

Wanneer er meerdere monniken op mysterieuze wijze overlijden gaan vele broeders van de gemeenschap

geloven dat de duivel aan het werk is en dat de eerste tekenen van de Apocalyps zich voordoen. William

geeft eerder de voorkeur aan de menselijke logica dan aan Bijbelse interpretaties en komt algauw tot de

conclusie dat dit het werk is van een moordenaar en vermoedt zelfs een complot. Een aantal mensen

(bijvoorbeeld een monnik met een handicap en een ‘heks’) worden veroordeeld tot de brandstapel, terwijl

ze eigenlijk niets met de moord te maken hebben. William kan de inquisitie niet tegenspreken, want dat

zou beschouwd worden als verraad aan de katholieke kerk en dus als een teken van ketterij.

Williams vermoeden van een complot blijkt juist te zijn en alles bleek te maken hebben gehad met een

‘verboden’ boek! Een boek dat verderfelijk zou zijn en waar men tot het uiterste ging om de censuur te

behouden, zelfs meervoudige moord. William ontsnapt ternauwernood uit een brandende bibliotheek en

de door gevonden waarheid komt nooit aan het licht.

DE MIDDELEEUWEN

Fragment uit The name of the rose

1 Wanneer kun je dit fragment situeren? In welke periode speelt het

zich dus af?

2 Waar speelt het verhaal zich af?

3 Hoe ziet het landschap eruit?

4 Welke kleuren gebruikt de regisseur?

5 Welke kledij dragen de personages?

6 Hoe zien de personages eruit? (focus op uiterlijk)

7 Hoe wordt er spanning opgewekt?

8 Wat is de inquisitie?

9 Welke typische activiteit van monniken komt in dit fragment ter

sprake?

The name of the Rose (1986) is een film geregisseerd door Jean-Jacques Annaud en gebaseerd op de

roman De naam van de roos van Umberto Eco. De film is ook bekend onder zijn Duitstalige titel Der

Name der Rose of de Franstalige titel Le nom de la rose.

De hoofdrollen worden vertolkt door Christian Slater en Sean Connery. De film werd opgenomen in de

authentieke twaalfde-eeuwse abdij Eberbach (Duitsland).

Page 2: De Middeleeuwen (Geheel)

1 Periodisering

• eeuw

• drie periodes:

o

o

o

• middel – eeuwen:

2 Mens en maatschappij 2.1 Het feodaal stelsel

2.2 Standenmaatschappij

• drie standen:

o

o

o

• vierde stand:

Mens en maatschappij

tandenmaatschappij

2

Page 3: De Middeleeuwen (Geheel)

3

geestelijken adel boeren

2.3 Positie van de vrouw

• adellijke vrouw:

o

o

• boerin:

2.4 Het geloof

• Het geloof neemt een centrale plaats in in het leven van iedereen.

• God:

• Clerici hadden het alleenrecht op de Bijbel.

• getallensymboliek:

2

3

1 – 2 – 3

7

10

Page 4: De Middeleeuwen (Geheel)

4

3 Literatuur in de middeleeuwen

3.1 Handschriften, the making of 3.1.1 Perkament Perkament werd zo’n …………… eeuwen geleden uitgevonden. De nieuwe uitvinding bleek

uitstekend schrijfmateriaal, beter dan papyrus. Papyrus had maar één beschrijfbare kant,

perkament twee. Bovendien was perkament veel sterker: bij fouten kon er geschrapt worden

zonder dat er scheuren in kwamen. Perkament had dan ook veel succes in Europa.

Hoe wordt perkament gemaakt?

3.1.2 De kopiist

Vóór de uitvinding van de drukpers werden

boeken een voor een met de hand overge-

schreven door kopiisten. Daarom noemt men

middeleeuwse boeken handschriften of

………………………………. In het Latijn

betekent manus namelijk ……………… en

scribere ……………………………………

Vóór 1200 schreven alleen ……………………… teksten over. Ze deden dat in

………………………………… (schrijfatelier) van hun abdij of klooster.

De perkamentmaker schraapt met

een scherp, bijlvormig mes alle

vlees-, haar- en vetresten van de

opgespannen huid.

Page 5: De Middeleeuwen (Geheel)

5

Perkament schrijfklaar maken:

• katernen maken

• kantlijnen en schrijflijnen

Om te schrijven heeft de kopiist een ganzenveer, zwarte inkt en een scherp mesje nodig.

Met het mesje krabt hij fouten weg en scherpt hij af en toe zijn pen.

→ monnikenwerk:

De kopiist schrijft alleen de gewone tekst van het handschrift over. Voor de titels en de

afbeeldingen laat hij plaats open. Dat werk is voor andere vaklui: de rubricator en de

miniaturist.

Schrijven, een marteling Petrus, de abt van abdij Santo Domingo in het Spaanse Silos, beschreef het in 1109 zo: De arbeid van het schrijven is de verpozing van de lezer. De ene ledigt het lichaam, de andere verrijkt de geest. Wie niets afweet van schrijven, acht onze arbeid niet. Als u het zelf probeert, zult u ervaren hoe zwaar zo’n werk wel is. Onze ogen worden er ziek van, onze rug gebogen, de borstkas en de buik worden samengedrukt, de nieren functioneren niet meer. Kortom, schrijven is voor heel ons lichaam een beproeving. Daarom, beste lezer, draai de bladen langzaam om en zet uw vingers niet op de letters. Want zoals de hagel de vruchten van de aarde schaadt, zo is de onvoorzichtige en slordige lezer een bedreiging voor schrift en boek.

Page 6: De Middeleeuwen (Geheel)

6

3.1.3 De rubricator

• taak:

• reden:

• doel:

• etymologie:

3.1.4 De miniaturist

• taak:

• materiaal:

• van rondreizend kunstenaar tot beroepsminiaturist in de stad

Page 7: De Middeleeuwen (Geheel)

7

MINIATUREN

• etymologie:

minium:

• synoniem:

• soorten:

o initialen:

gehistorieerde initiaal

o randversieringen:

o illustraties:

3.1.5 De boekbinder

Page 8: De Middeleeuwen (Geheel)

8

3.2 De driehoek waarbinnen literatuur functioneert

3.2.1 De tekst

Vaak gaan middeleeuwse teksten terug op een of ander historisch feit. Dat kun je zien door

ze met elkaar te vergelijken.

Lees onderstaande inleidingen, de eerste op Karel ende Elegast, de tweede op het

dierenepos Van den Vos Reynaerde en de derde op Ferguut.

Wat kan je uit bovenstaande tekstfragmenten afleiden in verband met de vorm van middeleeuwse teksten?

Wat kan je besluiten uit de zin ‘Vraye historie ende al waer maghic u tellen, hoerter naer’?

Fraeye historie ende al waer

Mach ic v tellen hoort naer

Het was op enen auontstont

Dat karel slapen begonde

5 Tengelem op den rijn

Dlant was alle gader sijn.

Hi was keyser ende coninc mede.

Hoort hier wonder ende waerhede

Wat den coninc daer gheuel

10 Dat weten noch die menige wel

Tenghelem al daer hi lach

Ende waende op den anderen dach

Crone draghen ende houden hof

Karel ende Elegast

Het was in eenen tsinxen daghe

Dat beede bosch ende haghe

Met groenen loveren waren bevaen.

Nobel, die coninc, hadde ghedaen

45 Sijn hof crayeren over al

Dat hi waende, hadde hijs gheval,

Houden ten wel groeten love.

Doe quamen tes sconinx hove

Alle die diere, groet ende cleene,

Van den Vos Reynaerde

Die Coninc Artuerre hadde hof

Behouden, daer hi groten lof

Eens sinxendages hadde ontfaen

Ter borch die hiet Caradigaen

Ferguut

Page 9: De Middeleeuwen (Geheel)

9

3.2.2 De auteur

• vóór 1200:

• opkomst van de steden:

• meestal anoniem, omdat:

o

o

• Schrijven in opdracht. Reden?

3.2.3 Het publiek

Voor ons is literatuur een vrijetijdsbesteding. Wat dat betreft

is er nog niet zoveel veranderd sinds de middeleeuwen.

Maar vrije tijd is in de middeleeuwen anders verdeeld dan

nu. Literatuur is een zaak van de intellectuele elite, de

maatschappelijke toplaag. Het spreekt vanzelf dat dit niet

alleen de mecenas, maar vanzelf ook de auteurs leverde.

Auteurs die zelf een verhaal wilden schrijven, konden dat doorgaans niet betalen. Ook zij waren afhankelijk van rijke edellieden die hen opdracht gaven voor een bepaald verhaal. Zo'n opdrachtgever wordt wel een mecenas genoemd en het principe van gesponsorde kunst heet mecenaat. Van Chrétien de Troyes, de 'vader' van de Arthurroman, weten we dat hij een aantal van zijn teksten op bestelling schreef.

Page 10: De Middeleeuwen (Geheel)

10

Drie kringen speelden een belangrijke rol in het literaire leven van de middeleeuwen.

1) Het hof

ONTSTAAN

Vanaf ongeveer ………………werden in Europa talloze …………………………. gedicht. Het

waren romans vóór en over de ridderstand. Op rijm, want dat lag beter in het gehoor. En in

de volkstaal, want veel ridders verstonden geen Latijn. De mode van de ridderroman begon

in …………………………….., met de vijf Arthurromans van Chrétien de Troyes. Veel

Nederlandse romans zijn dan ook vertalingen uit het Frans.

INHOUD EN DOEL

Ridderliteratuur was een bron van …………………………………: aan de middeleeuwse

hoven genoot men van lange en spannende verhalen over moed, trouw en liefde en eer.

Maar ze had ook een …………………………………..: de lotgevallen van de romanfiguren

dienden tot voorbeeld van de edelen die naar zulke verhalen luisterden. Als Elegast in het

beroemde verhaal Karel ende Elegast zijn onbeschofte tegenstander uit het zadel heeft

gestoten, laat hij hem - zoals het een ridder betaamt - eerst weer in het zadel klimmen

alvorens op leven en dood verder te vechten.

Page 11: De Middeleeuwen (Geheel)

11

THEMATISCHE INDELING

Frankische roman of Karelroman

Brits-Keltische roman of Arthurroman

klassieke ridderroman Oosterse ridderroman

centrale figuur

stof

1) 2)

voorbeelden 1) → “Het Roelandslied” 2) → “Karel ende Elegast” 3) → “Renout van Montalbaen”

1) “Ferguut” 2) “Walewein”

1) “Eneasroman” 1) “Trojeroman”

“Floris ende Blancefloer”

Page 12: De Middeleeuwen (Geheel)

12

2) Het klooster

De literatuur geschreven voor en over het klooster kunnen we opsplitsen in een viertal

soorten:

• bewerkingen van ……………………………………..

voorbeeld: “Vanden Levene Ons Heere”

• beschrijvingen van het leven van een ……………………………

voorbeeld: Het Leven van Sinte Brandaen

• mystiek

De mysticus concentreert zich op God en beleeft a.h.w. een lijfelijke ervaring met God,

men hoort stemmen en krijgt visioenen.

bekende mystici:

• ……………………………………..

voorbeeld: Beatrijslegende

3) De stad

• Vanaf de …………………eeuw: stad ontplooit zich als literair centrum.

• burgers ………………………………………………………………………..

• Rond 1400: stichting van de eerste ………………………………………. door stedelijke

machthebbers.

Doel: didactisch, opvoedkundig, namelijk kennis vergroten

Hadewijch Ruusbroec

Page 13: De Middeleeuwen (Geheel)

13

Literatuur over de standen heen

1) het lied

o

o

2) dierdichten

dieren

voorbeelden

• “Esopet”:

• “Van den vos Reynaerde”

Page 14: De Middeleeuwen (Geheel)

14

3.3 De taal Het Nederlands dat we vandaag spreken, verschilt sterk van de taal die men gebruikte in de

middeleeuwen.

De geschiedenis van het Nederlands kunnen we als volgt opdelen:

3.3.1 Het Oudnederlands

Het minneversje Hebban olla vogala werd door een

……………………………………. omstreeks …………………

neergeschreven omdat hij een nieuwe pen moest

uitproberen (= …………………………………………………..).

De Engelse geleerde Kenneth Sisam die het in Oxford in

…………………….. ontdekte, kon de tekst ontcijferen omdat

de monnik er ook een

…………………………………………… bijschreef voor zijn

medekloosterlingen. (abent omnes volucres nidos inceptos

nisi ego et tu expectamus nu(nc))

Wat zou de monnik ertoe geïnspireerd kunnen hebben dit gedichtje te kiezen?

3.3.2 Het Middelnederlands

1) Situering

Wanneer: vanaf de tweede helft van de dertiende eeuw beschikken we over verhalen in de

volkstaal. De taal uit de periode tussen 1150 en 1550 noemen we het Middelnederlands.

Driehonderd jaar is wel een lange periode tijd, vandaar dat de taal uit de teksten uit 1300 zal

verschillen met die uit 1500.

Waar: Het werd gesproken in het huidige ……………………………………………………… en

het – toen nog – Nederlandstalige stuk van ………………………………..

2 Benaming

In die tijd was de term Nederlands nog onbekend. In tegenstelling tot de taal van de

geestelijkheid, het ……………………….., sprak men Diets. Diet = ……………….. en Diets

betekent: …………………………………….

Doorgaans delen we de geschiedenis van het Nederlands als volgt op:

� van ca. 800 tot ca. 1150 →

� van ca. 1150 tot ca. 1550 →

� van ca. 1550 tot heden →

Page 15: De Middeleeuwen (Geheel)

15

Bovendien was er nog helemaal geen sprake van een ………………………... Het

Middelnederlands bestond uit verschillende dialecten. In Brugge schreef men Brugs, in Gent

Gents enz.

Het Middelnederlands is een verzamelterm voor de verschillende dialecten die

gesproken werden tussen 1150 en 1550.

3 Waarom teksten in de volkstaal?

De groei van de ………………….. speelde hier een belangrijke rol.

� Met de ……………………………. ontstond er een publiek met tijd en geld dat wilde leren

lezen en schrijven. Vandaar dat verhalen en liederen in het Diets werden opgeschreven

en niet langer in het Latijn.

� Ook was het zo dat …………………………….. uit die tijd ook voor ambtelijke teksten

(i.v.m. de rechtspraak bijvoorbeeld) het Diets gingen gebruiken. Latijn was immers een

vreemde taal voor hen.

4 Kenmerken 4.1 Spelling

� Tegenwoordig hebben we een officiële spelling met als bedoeling dat iedereen op

dezelfde manier schrijft. In de middeleeuwen schreef iedereen zoals het hem uitkwam. Er

was dus geen vaste spelling. Het gevolg was dat een woord op verschillende manieren

kon gespeld worden.

Enkele voorbeelden: oghen, ogen (ogen)

Zoek hiervan een voorbeeld in de teksten:

� Daar kwam bij dat men in het dialect schreef: verschillende klanken werden dus op

verschillende manieren opgeschreven.

Bijvoorbeeld: winbrawen, wintbrauwen (wenkbrauwen)

paert, peert (peert)

Een voorbeeld uit de teksten luidt:

� In de middeleeuwen las men niet in stilte, maar half hardop. Daarom schreef men de

letters ook vaak zoals men ze uitsprak. Het vorige voorbeeld, ‘paard’, werd met een t

geschreven omwille van die reden. De beste manier om het Middelnederlands te lezen is

mompelend.

Doordat men eerder klanken dan woorden neerschreef, gebeurde het ook vaak dat men

woorden die samen uitgesproken werden, ook aaneenschreef.

We spreken dan van enclisis of proclisis.

Page 16: De Middeleeuwen (Geheel)

16

Enclisis betekent dat …………………………………………………………...…………

bv. moetic (moet ik)

Zoek een aantal voorbeelden:

Proclisis wil zeggen: …………………………………………………………...…………

bv. therte (het hart)

Vind je hiervan een voorbeeld terug?

� Belangrijk om te weten ten slotte is dat ons alfabet ontleend werd aan het Romeinse

schrift. Het probleem was dat het Nederlands meer klanken kende dan het Latijn, zodat

men letters tekort kwam.

o Zo kende het Latijn geen letter ‘v’. Hoe loste men dat probleem op?

o Ook de ‘w’ kende men lange tijd niet. Als je weet hoe men deze letter in het

Engels noemt, dan weet je ook hoe men de klank oorspronkelijk schreef.

o De letter ‘j’ kwam eveneens niet voor in het Latijn. Zoek in de teksten op hoe

men dat oploste.

� In navolging van de Latijnse traditie werd dikwijls …………. voor k geschreven:

Een aantal voorbeelden uit de teksten luiden:

� Ten slotte kende het Latijn geen onderscheid tussen lange en korte klinkers. Dit

probleem werd opgelost door………………………………………………………

Bewijs!

2 Uitspraak

In het Middelnederlands werden sommige klanken anders uitgesproken -en dikwijls ook

anders geschreven- dan tegenwoordig. De ‘ij’ klonk als ‘ie’. ‘Hij’ werd dus uitgesproken als

‘hie’; de ‘ui’ als een ‘uu’. ‘Kruid’ klonk dus als ‘kruud’. In het West-Vlaams is dat nog zo. Ons

dialect is, van alle dialecten, het meest verwant met het Nederlands uit de middeleeuwen.

Zoek ook hier eens een aantal voorbeelden.

3 Woordenschat

Het spreekt vanzelf dat onze woordenschat sinds 1500 flink is veranderd.

� Er zijn natuurlijk heel wat woorden bijgekomen voor zaken die in de middeleeuwen nog

niet bestonden, zoals: …………………………………………………………….…

� Heel wat woorden zijn uit onze hedendaagse taal verdwenen. Kijk in de twee teksten

voor enkele voorbeelden:

Page 17: De Middeleeuwen (Geheel)

17

Andere woorden ondergingen een betekeniswijziging.

‘Wijf’ bv. betekende vroeger ‘vrouw’ en had geen negatieve bijklank. (Denk maar aan het

Engelse woord ‘wife’.) Of ‘minister’ was een dienaar.

Zijn er voorbeelden in de teksten?

� Heel wat woorden lijken op het Engels, Frans of Duits. ‘(h)orse’ lijkt op

……………………………………………., ‘stonde’ op ………………………………. Heb je

daar een verklaring voor?

� Toch is een grote groep woorden onveranderd gebleven, zoals: vader, kind, broer, arm,

koe, hand ….

4 Grammatica

� Het Middelnederlands kende het gebruik van naamvallen, net zoals het Duits. De functie

van een substantief bepaalde welke uitgang dat naamwoord krijgt. Men kende vier

naamvallen:

o nominatief:

o accusatief:

o genitief:

o datief:

In het moderne Nederlands werden naamvallen vervangen door voorzetsels en/of een

vaste plaats in de zin.

De teksten bevatten een aantal heel duidelijke voorbeelden. Zoek ze.

� Voor de tweede persoon enkelvoud gebruikte men een ander voornaamwoord:

-in het enkelvoud:

-in het meervoud ‘ghi’, de voorloper van het woord ‘gij’ in het Verkavelingsvlaams.

� Een bijvoeglijk naamwoord staat in het huidige Nederlands altijd voor het zelfstandig

naamwoord.

o In het Middelnederlands kwam het bn vaak na het substantief, bv ‘Over al die

velde groene’.

o Soms komt één bn ervoor, één erna: ‘desen roden ridder fel’.

� Hoe maakte men in de middeleeuwen een zin negatief?

Zoek een voorbeeld in de tweede tekst:

� Ten slotte maakte men zinsconstructies die we tegenwoordig in een schrijfopdracht

zouden afkeuren. Zoek twee voorbeelden uit de eerste tekst.

Page 18: De Middeleeuwen (Geheel)

18

Tekst 1:

Omme aexter oeghen te doene verdwinen. Nemt witten donderbaer ende brecten in sticken ende lecht vp daexteroghe ende bint daer vp. Dit doet .iij. of vier daghen, dan salse hute pulen. Dan neemt een been van den kerkoue ende nopt daexteroghe mede ende secht .iij. werf: nu biddic onsen heere iesus kerst dat deze aexteroghe also seere dwinen moete als tvleschs van desen doden beene verdweenen es. In den name svaders ende tsoens ende schelichs geest. In gods namen. Amen. Dan dracht weder vp tkerkhof dbeen.

Vertaling Om eksterogen te doen verdwijnen: neem huislook en breek hem in stukken en leg hem op de eksteroog en bind hem erop. Doe dit drie of vier dagen, dan zal ze uitpuilen. Neem dan een bot van het kerkhof en raak er de eksteroog mee aan en zeg driemaal: “Nu bid ik Onze Heer Jezus Christus dat deze eksteroog net zo snel verdwijnt als het vlees van dit dood bot verdwenen is. In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. In Gods naam. Amen.” Draag dan het bot terug naar het kerkhof.

Tekst 2: Floris ende Blancefloer Het verhaal

Het christenmeisje Blancefloer en de moslim-koningszoon Floris groeien van jongs af aan samen op aan het Spaanse hof. Als de koning, Floris’ vader, hoort van hun heimelijke liefde wil hij het meisje uit de weg ruimen. De koningin stelt een list voor: Floris gaat uit logeren en ondertussen zal Blancefloer door kooplieden worden meegenomen naar verre streken. Een schitterend graf moet Floris doen geloven dat zijn geliefde dood is. Floris ontdekt het bedrog en besluit Blancefloer te gaan zoeken. In Babylon aangekomen, weet Floris

uiteindelijk langs de wachters te komen en verstopt in een bloemenmand binnen te dringen in de toren waar Blancefloer wordt vastgehouden door de emir. Wanneer de emir Floris bij Blancefloer in bed betrapt, wil hij hem doden. Het komt echter tot een rechtszitting, waar de sterke liefde tussen de twee jonge mensen de aanwezigen roert: Floris en Blancefloer mogen blijven leven. Wanneer het bericht komt dat Floris’ ouders zijn overleden, keert het jonge paar naar Spanje terug. Beiden worden daar gekroond en Floris laat zichzelf en heel zijn volk dopen. Ze krijgen een dochter, Berte met de grote voeten, die op haar beurt de moeder zal zijn van Karel de Grote.

Page 19: De Middeleeuwen (Geheel)

19

Fragment waarin Floris, staande bij het graf van Blancefloer, een eind aan zijn leven wil

maken (vs. 1205-1226).

Doe rechte hem Floris van den grave, Niet verre bleef hi staende daer ave; Tenen griffie voedersele hi vinc Daer ene guldine griffie in hinc, Die hem hadde gegeven Blancefloer Op minne, doe hi van haer voer. Alse Floris die griffie uut trac, Hi hiltse vor hem ende sprac: ‘Dese griffie, Blancefloer, daeddi maken Ende gaefse mi bi derre saken, Als icse dan saghe, dat si woude Dat ic haers gedinken soude. Nu leget mijn troest an di allene, Du salt mi lossen uten wene, Daer ic in ben, ende nemen mi dat leven, Al ne waerstu mi niet daer toe gegeven. Haest, dats wesen sal, dat doe.’ Metten woerde droech hise hem toe Ende wildse te sire herten steken inne. Dit sach sijn moeder, die conincinne, Ende liep te hem waert ende prant Haestelike die greffie uut sire hant.

Floris stond op van het graf en bleef niet ver van daar stilstaan. Hij pakte een griffelkoker, met daarin een gouden schrijfstift, die Blancefloer hem als teken van haar liefde had gegeven toen hij van haar wegging. Hij trok de griffel uit de koker, hield hem voor zich en sprak: ‘Blancefloer, deze griffel heb je laten maken en aan mij gegeven, omdat je wilde dat ik aan je zou denken als ik hem zag. Nu ben jij, griffel, mijn enige toevlucht, jij moet me verlossen uit mijn ellende en me doden, ook al ben je me niet voor dat doel gegeven. Vooruit! Doe wat er gedaan moet worden.’ En met die woorden richtte hij de griffel op zijn borst en maakte aanstalten om hem in zijn hart te steken. Zijn moeder, de koningin, zag dat, rende naar naar hem toe en griste de griffel uit zijn hand.