De Lorentzkracht
description
Transcript of De Lorentzkracht
De LorentzkrachtDe Lorentzkracht
Prof. H. A. Lorentz (1853 - 1928)Prof. H. A. Lorentz (1853 - 1928)
Het kompas.Het kompas.
• De pijlpunt is een magnDe pijlpunt is een magn.. noordpool noordpool:: N N
ZZ
NN
• De De staart staart is is eeneen magnmagn.. zuidpool zuidpool:: Z Z
wikipedia
Magnetische Magnetische pool wandelt pool wandelt
over de over de aardeaarde
Het kompas.Het kompas.
• De De N N van van het khet kompas ompas wijst naar de wijst naar de N PN P van de van de aarde.aarde.
NN
ZZ
Z PZ P
N PN P
• OOp de p de NPNP van de aarde van de aarde zitzit
dus een magnetische dus een magnetische ZP!ZP!
NNZZ
• Tegengestelde polenTegengestelde polen trekken elkaar aan . . .trekken elkaar aan . . .
NN ZZ
• Er werken 4 krachten op de kompasnaald.Er werken 4 krachten op de kompasnaald.
Het magnetisch veld van een permanenteHet magnetisch veld van een permanente magneet.magneet.
• Deze krachten kun je samenstellen tot twee (groene) Deze krachten kun je samenstellen tot twee (groene) krachten.krachten.
Beide Beide groene groene
krachten krachten samen samen
vormen Fvormen Fmm..
Als de Als de kompas naald kompas naald niet vast zat niet vast zat zou hij gaan zou hij gaan verplaatstenverplaatsten
N Z
Het magnetisch veld van een permanenteHet magnetisch veld van een permanente magneet.magneet.
• Magnetische veldlijnen Magnetische veldlijnen lopen lopen buitenbuiten de de
magneet vanmagneet van N naar Z. N naar Z.
• Magnetische veldlijnen Magnetische veldlijnen lopen lopen bbinneninnen de de
magneet vanmagneet van ZZ naar naar NN..
Magnetische veldlijnen van een permanenteMagnetische veldlijnen van een permanente magneet.magneet.
IJzerdeeltjes IJzerdeeltjes worden worden
magnetisch magnetisch o.i.v. de o.i.v. de
permanente permanente magneet.magneet.
Dat heet: Dat heet: magnetische magnetische
influentieinfluentie
Elk ijzerdeeltje Elk ijzerdeeltje wordt een wordt een
“kompasnaaldj“kompasnaaldje”e”
Magnetische veldlijnen van een permanenteMagnetische veldlijnen van een permanente magneet.magneet.
NZ
Magnetische veldlijnen van een permanenteMagnetische veldlijnen van een permanente magneet.magneet.
Onder aan de Onder aan de schijfmagneet schijfmagneet
zit een . . . zit een . . . pool.pool.
Magnetische veldlijnen van een permanenteMagnetische veldlijnen van een permanente magneet.magneet.
N Z N Z
Magnetische veldlijnen van een permanenteMagnetische veldlijnen van een permanente magneet.magneet.
NZ N Z
Magnetische veldlijnen van een permanenteMagnetische veldlijnen van een permanente magneet.magneet.
N Z NZ
Magnetische veldlijnen van een permanenteMagnetische veldlijnen van een permanente magneet.magneet.
N
Z
Het Het B-B-veld vanveld van een stroomspoeleen stroomspoel::
• Je Je vingers in de richting van Ivingers in de richting van I
• Je duim wijst dJe duim wijst dan de veldlijnen aan.an de veldlijnen aan.
• Gebruik je rechter vuist.Gebruik je rechter vuist.
NNZZ
BBBBII
II
Het Het B-B-veld vanveld van een stroomspoeleen stroomspoel..
• Bepaal de richting van de veldlijnen in de spoel:Bepaal de richting van de veldlijnen in de spoel:
NNZZ
II
BB
Het Het B-B-veld vanveld van een stroomspoeleen stroomspoel..
• Bepaal de richting van de veldlijnen in de spoel:Bepaal de richting van de veldlijnen in de spoel:
NN ZZ
II
BB
• Je Je duim moet I aanwijzen.duim moet I aanwijzen.
•Het Het B-B-veld van een rechte veld van een rechte ddraadraad• Maak een Maak een rechterrechter vuist vuist..
II
BBBB
II
• De vingers geven de veldlijnen aan.De vingers geven de veldlijnen aan.
•Voor en achteraanzicht van een pijl:Voor en achteraanzicht van een pijl:
• ZijaanzichtZijaanzicht::
• Vooraanzicht :Vooraanzicht :
• Achteraanzicht :Achteraanzicht :
Het Het B-B-veld van een rechte stroomdraadveld van een rechte stroomdraad
• Maak een Maak een rechterrechter vuist vuist, , je duim er uit je duim er uit.
• Wijs met je duim inWijs met je duim in dede richtingrichting
van devan de stroomsterkte (stroomsterkte (II))
• Je gekromde vingersJe gekromde vingers
geven de richtinggeven de richting van van dede
veldlijnen aan (veldlijnen aan (BB).).
• De veldlijnen zijn cirkelvormig en lopenDe veldlijnen zijn cirkelvormig en lopen
linksomlinksom (tegen de wi (tegen de wijzers van jzers van eeneen klok in) klok in)
II
BB
• De stroom De stroom II komt naar je toe komt naar je toe ( ) ( )
Het Het B-B-veld van een rechte stroomdraadveld van een rechte stroomdraad
• Teken de veldlijnen van de draad:Teken de veldlijnen van de draad:
BB
IIII
BB
BBFFLL
II
BBII
DeDe lorentzkracht op een stroomdraad lorentzkracht op een stroomdraadin een magnetische veldin een magnetische veld
• Vang veldlijnen Vang veldlijnen op op in je in je linkerlinker hand handpalmpalm..
FFLL
• Je Je vingers vingers moeten I aanwijzenmoeten I aanwijzen
• Je duim wijst dan de lorentzkracht FJe duim wijst dan de lorentzkracht FL L aan.aan.
• Bepaal de richting van de Lorentz-kracht:Bepaal de richting van de Lorentz-kracht:
DeDe lorentzkracht op een stroomdraad in een lorentzkracht op een stroomdraad in een magnetische veldmagnetische veld..
FFLL II
BB
• Bepaal de richting van de Lorentz-kracht:Bepaal de richting van de Lorentz-kracht:
DeDe lorentzkracht op een stroomdraad lorentzkracht op een stroomdraadin een magnetische veldin een magnetische veld..
BB
II
NNZZ
• Bepaal de richting van de Lorentz-kracht:Bepaal de richting van de Lorentz-kracht:
DeDe lorentzkracht op een stroomdraad lorentzkracht op een stroomdraadin een magnetische veldin een magnetische veld..
FFLL
II BB
• FFLL = lorentzkracht = lorentzkracht (N)(N)
De grootte van de lorentzkracht op een De grootte van de lorentzkracht op een stroomdraadstroomdraad i in een magnetisch veldn een magnetisch veld
FL = B.I.l (BINAS tabel 35.5)
II
ll BB
• N.B.: N.B.: De richting van De richting van FFLL is is::
• I = stroomsterkte I = stroomsterkte (A)(A)
• B = magnetische inductie B = magnetische inductie (T)(T)
• ll = = lengte van de stroomdraad lengte van de stroomdraad inin het B-veld het B-veld
Bij de draad houd je een magneet van 0,50 T Bij de draad houd je een magneet van 0,50 T met breedte BC = 2,0 cm.met breedte BC = 2,0 cm.
Rekenvoorbeeld.Rekenvoorbeeld.
FFLL = B.I. = B.I.ll
•Door draad AD van 10 cm lengte loopt 3,0 A.Door draad AD van 10 cm lengte loopt 3,0 A.
•Bereken de lorentzkracht Bereken de lorentzkracht op de draad.op de draad.
AA DD
Opl.:Opl.:
= = 0,50 . 3,0 . 0,0200,50 . 3,0 . 0,020
= = 0,030 N0,030 NCCBB
L = AB = de L = AB = de lengte van de lengte van de draad in het draad in het magnetisch magnetisch
veldveld
De lorentzkracht op een bewegende lading in De lorentzkracht op een bewegende lading in eeneen magnetisch veldmagnetisch veld
•Als Als er electronen naar rechts lopen dan loopt de er electronen naar rechts lopen dan loopt de stroom I . . . . . .stroom I . . . . . . naar naar linkslinks..
II ee vv
BewegendBewegend electron electron in een magnetisch veldin een magnetisch veld..
• De richting van De richting van FFLL is is . . . . . .
•Teken weer Teken weer I, B en FI, B en FLL..
•De baan is een cirkel.De baan is een cirkel.
BB
omlaag. omlaag.
•Het electron beweegt omhoog dus I is . . .Het electron beweegt omhoog dus I is . . .
naar rechts.naar rechts.
FFLL
vv
II
m = massa in kgm = massa in kgv = snelheid in m/sv = snelheid in m/sr = straal in mr = straal in mB= magnB= magn.. ind inductieuctie in T in Tesla (T) esla (T) q = q = lading in C (Coulomb)lading in C (Coulomb)
Bewegende lading beschrijft een cirkelbaan in Bewegende lading beschrijft een cirkelbaan in een magnetisch veldeen magnetisch veld
• FFmpzmpz = mv = mv22/r/r (BINAS tabel 35.2)(BINAS tabel 35.2)
• FFL L = B.q.v = B.q.v (BINAS tabel 35.6)(BINAS tabel 35.6)
• Fmpz = FFmpz = FLL
mvmv22/r = B.q.v/r = B.q.vvv
II FFL = L =
FFmpzmpz
BB
BB
Bron: wikipedia
Deeltje in aardmagnetisch veldDeeltje in aardmagnetisch veld
V(+)V(+)
vv////
vv┴┴II
FFLL
BB
Ng: Ng: Geografische Geografische
noordpoolnoordpoolNm: Nm:
Magnetische Magnetische noordpoolnoordpool
AtmosfeerAtmosfeer
Deeltjes Deeltjes komen komen
atmosfeer atmosfeer binnen: binnen:
NoorderlichtNoorderlicht
Magnetische polen wandelen!
NoorderlichtNoorderlicht
NN
ZZ
AABB
NN
ZZ
AABB
NN
ZZ
AA
BB
Elektromotor met commutatorElektromotor met commutator
spoel: spoel: slechts slechts
één één winding is winding is getekend)getekend)
asas
Commutator:Commutator:▪ ▪ twee koolborstels,twee koolborstels,▪ ▪ twee halve messing schijventwee halve messing schijven▪▪ isolatie er tussen.isolatie er tussen.
koolborstels
Bepaal richting I, Bepaal richting I, BB en en FFLL..
vooraanzicht
vooraanzichtvooraanzich
t
koolborstelskoolborstels
KKCCKK CC
--++
Toepassing 7a. De elektromotor.Toepassing 7a. De elektromotor.
• De stroomDe stroom II loopt van de loopt van de +pool via koolborstel K en de +pool via koolborstel K en de collectorcollector C C rechtsom door de rechtsom door de spoel.spoel.
• De spoel bevindt zich in een De spoel bevindt zich in een homogeen magnetisch veldhomogeen magnetisch veld BB..
BB
BB
• Bepaal richting FBepaal richting FLL op rechter zijde. op rechter zijde.
• Bepaal richting FBepaal richting FLL op linker zijde. op linker zijde.
• De spoel draait in de aangegeven richting:De spoel draait in de aangegeven richting:
II
II
FFLL
FFLL
koolborstels
asas
spoespoell
Isolatie Isolatie (blauw)(blauw)
Koolborstels KKoolborstels KCollector CCollector C
-+
• De stroomDe stroom II loopt van de +pool via koolborstel en loopt van de +pool via koolborstel en de collector door de spoel.de collector door de spoel.
FFLL
BB
FFLL
BB
Toepassing 7b. De elektromotor.Toepassing 7b. De elektromotor.
• Op de voor- en achterkant werkt geen lorentzkracht.Op de voor- en achterkant werkt geen lorentzkracht.
• De spoel bevindt zich in een magnetisch veldDe spoel bevindt zich in een magnetisch veld BB..
• Bepaal richting FBepaal richting FL L op op
linker zijde.linker zijde.
• De spoel draait De spoel draait linksom.linksom.
II
II
• Bepaal richting FBepaal richting FLL op op
de rechter zijde.de rechter zijde.
Toepassing 7c. De elektromotorToepassing 7c. De elektromotor
FFLL
FFLL
-+
II II
-+
• In de linker figuur is de linker collectorhelft + en loopt I in In de linker figuur is de linker collectorhelft + en loopt I in de linker spoeldraad van je af.de linker spoeldraad van je af.
• In de middelste figuur is de spoel bijna 1/4 slag gedraaidIn de middelste figuur is de spoel bijna 1/4 slag gedraaid.
• In de rechter figuur zijn + en - van de collector verwisseld. In de rechter figuur zijn + en - van de collector verwisseld. De richting van I verandert en daardoor de richting van FDe richting van I verandert en daardoor de richting van FLL..
FFLL
FFLL
-+
+-
II
II
-+
+
-
II FFLL
FFLL
II
Bij deze motor vind je 14 draaispoelenBij deze motor vind je 14 draaispoelen
Alleen door de spoel die evenwijdig aan de veldlijnen Alleen door de spoel die evenwijdig aan de veldlijnen staat loopt een stroom.staat loopt een stroom.
Het moment van FHet moment van FLL is dan steeds groot (M = F.r) . . . is dan steeds groot (M = F.r) . . .
want r is dan groot.want r is dan groot.
rrarm r arm r
is bijna is bijna 00
arm r is de arm r is de afstand van afstand van werklijn tot werklijn tot draaipunt.draaipunt.
++ -
NN
NN NN
NN
ZZ
Vooraanzicht met magneet en Vooraanzicht met magneet en spoelspoel
Toepassing 8. De luidspreker.Toepassing 8. De luidspreker.• Een luidspreker bestaat uit een stroomspoel en een Een luidspreker bestaat uit een stroomspoel en een
ringvormige magneet.ringvormige magneet.
• In de spleet tussen noord- en zuidpool bevindt zich een In de spleet tussen noord- en zuidpool bevindt zich een stroomspoel waar een lorentzkracht op werkt.stroomspoel waar een lorentzkracht op werkt.
II
NN
NN
ZZ
-++
CC
Magneet, spoel en conus CMagneet, spoel en conus C
BB
Bepaal Bepaal FFLL in dit in dit punt!punt!
BB
Bepaal Bepaal FFLL in dit in dit punt!punt!
II II
II FFLL
FFLL
• Bij Bij wisselwisselstroom wisselt stroom wisselt FFLL steeds van richting.steeds van richting.
Toepassing 9a. De beeldbuis van een T.V.Toepassing 9a. De beeldbuis van een T.V.• De gloeidraad G wordt verhit door de 6 V spanningsbron.De gloeidraad G wordt verhit door de 6 V spanningsbron.
• De vrij gemaakte elektronen e gaan versneld van de De vrij gemaakte elektronen e gaan versneld van de kathode K naar de anode A.kathode K naar de anode A.
• De kathode K wordt heet. Er treedt thermische emissie op.De kathode K wordt heet. Er treedt thermische emissie op.
• De elektronen schieten door de holle anode en gaan met De elektronen schieten door de holle anode en gaan met constante snelheid naar de voorkant van de beeldbuis S.constante snelheid naar de voorkant van de beeldbuis S.
KK
GG6 V6 V
AA
18 kV
SSeeee
Thermische Thermische emissie: Door de emissie: Door de
hoge hoge temperatuur temperatuur
trillen de trillen de elektronen zo elektronen zo
snel dat ze uit de snel dat ze uit de kathode schietenkathode schieten
Aan de Aan de binnenkant van binnenkant van de beeldbuis zit de beeldbuis zit
een stof die een stof die oplicht als er oplicht als er elektronen elektronen
tegen botsen.tegen botsen.
BB
Toepassing 9b. De beeldbuis van een T.V.Toepassing 9b. De beeldbuis van een T.V.
• De elektronen beschrijven een cirkelbaan met middelpunt MDe elektronen beschrijven een cirkelbaan met middelpunt M..
• Het magnetisch veldHet magnetisch veld BB is afkomstig van twee spoelen.is afkomstig van twee spoelen.
• Elektronen e bewegen naar rechts Elektronen e bewegen naar rechts dus Idus I
• De lorentzkrachtDe lorentzkracht F FLL is is
ee
ee
• Buiten het magnetisch veld Buiten het magnetisch veld gaan elektronen in een rechte gaan elektronen in een rechte lijn naar het scherm S.lijn naar het scherm S.
FFLL
SS
MM
II
is naar links gericht.is naar links gericht.
omlaag gericht.omlaag gericht.
e SSBB
Toepassing 9c. De beeldbuis van een T.V.Toepassing 9c. De beeldbuis van een T.V.• De stroom doorDe stroom door de spoelen is niet constant. B verandert. de spoelen is niet constant. B verandert.
• In werkelijkheid is er ook een vertikaal magnetisch veld In werkelijkheid is er ook een vertikaal magnetisch veld waardoor de bundel tegelijkertijd van links naar rechts wordt waardoor de bundel tegelijkertijd van links naar rechts wordt afgebogen.afgebogen.
• De bundel wordt eerst omlaag afgebogen en daarna omhoog.De bundel wordt eerst omlaag afgebogen en daarna omhoog.
CC
DD
Het beeldscherm van een T.V.Het beeldscherm van een T.V.• De bundel gaat 25 keerDe bundel gaat 25 keer per s van C naar D. per s van C naar D.
• Vanaf Vanaf DD gaat de bundel weer gaat de bundel weer nnaar aar CC
• Er zijn 625 beeldlijnenEr zijn 625 beeldlijnen..
• EEén keerén keer
• EnEn 625 625 • Per sec 25 keer Per sec 25 keer op/neer dus 625.25 op/neer dus 625.25 = 15625 keer heen = 15625 keer heen
en weer!en weer!
Het beeldscherm van een T.V.Het beeldscherm van een T.V.vertikale afbuiging: f = 25 Hz
-1,5
-1
-0,5
0
0,5
1
1,5
0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100
t in ms
I
horizontale afbuiging: f = 25*625=15625Hz
-1,5
-1
-0,5
0
0,5
1
1,5
0 0,1 0,2 0,3 0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9 1
t in ms
I
versnelspanning in kV
0
10
20
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
t in ms
U in
kVGeen Geen
versnelspanning,versnelspanning, geen geen
elektronenbundel,elektronenbundel,scherm is “zwart”scherm is “zwart”
Wel een Wel een versnelspanning,versnelspanning,
wel een wel een elektronenbundel,elektronenbundel,
stukje beeldlijn is “wit”stukje beeldlijn is “wit”