De Lautaret Alpentuin - jardinalpindulautaret.fr · klimaten en van de geologische oorsprong van...

5
De Lautaret Alpentuin Oppervlakte: 2 hectares, waaronder ½ ha aangelegde begroeiing Aantal soorten: Meer dan 2000 soorten afkomstig uit de Alpen en de belangrijkste gebergtes uit de hele wereld Hoogbloeitijd: Tussen 1 juli en 10 augustus De wandeling, eventueel met begegeleiding, duurt ongeveer anderhalf uur Op een hoogte van 2100 m Vast adres: Station alpine Joseph Fourier Université Grenoble 1 - Bât. D BP 53 - 38041 Grenoble cedex 9 France Tel: +33 (0)4 76 51 49 00 - fax: +33 (0)4 76 51 42 79 Zomer adres op de Col de Lautaret: (van juni tot september) Jardin botanique alpin du Lautaret Col du Lautaret - 05480 Villar d’Arène Tel/fax: +33 (0)4 92 24 41 62 http://sajf.ujf-grenoble.fr/ [email protected]

Transcript of De Lautaret Alpentuin - jardinalpindulautaret.fr · klimaten en van de geologische oorsprong van...

De LautaretAlpentuin

Oppervlakte: 2 hectares, waaronder ½ ha aangelegde begroeiing

Aantal soorten: Meer dan 2000 soorten afkomstig uit de Alpen en de belangrijkste gebergtes uit de hele wereld

Hoogbloeitijd: Tussen 1 juli en 10 augustusDe wandeling, eventueel met begegeleiding, duurt ongeveer anderhalf uur

Op een hoogte van 2100 m

Vast adres:Station alpine Joseph Fourier Université Grenoble 1 - Bât. D BP 53 - 38041 Grenoble cedex 9 FranceTel: +33 (0)4 76 51 49 00 - fax: +33 (0)4 76 51 42 79

Zomer adres op de Col de Lautaret: (van juni tot september) Jardin botanique alpin du Lautaret Col du Lautaret - 05480 Villar d’Arène Tel/fax: +33 (0)4 92 24 41 62

http://sajf.ujf-grenoble.fr/[email protected]

Waarom een tuin op de « Col de Lautaret »?

Wat beoogt de Alpentuin

De oorsprong van deze tuin

Hoe komt de tuin aan zijn planten?

De plantengroei zones van de bergen

Deze tuin heeft een unieke geografische ligging; tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Alpen en tussen de voor-Alpen en het hooggebergte. De diversiteit van de verschillende klimaten en van de geologische oorsprong van het land dragen bij aan de grote botanische varieteit van dit gebied; meer dan 1500 natuurlijke planten soorten, een derde van het totale aantal soorten dat in Frankrijk voorkomt. De Col ligt ook aan het begin van het nationale Park “Les Ecrins” en is een van de weinige toegangswegen tot het hooggebergte, hetgeen veel toeristen hier naartoe brengt.

De eerste tuin werd aangelegd in 1899 door de Universiteit van Grenoble met de hulp van meneer Bonnabel die het hotel op de Col beheerde. De eerste tuin lag boven op de Col maar moest verplaatst worden naar zijn tegenwoordige locatie in 1919 om plaats te maken voor de nieuwe “Route du Galibier”. Er werd een Chalet gebouwd met de hulp van de “Touring Club de France” en toen kon Professor Marcel Mirande de planten collectie verplaatsen en een nieuwe tuin aanleggen. De spoorweg maatschappij PLM die een Hotel-Restaurant op de Col bezat (het hotel brande in 1944 af en de ruines hiervan zijn nog te zien bij de ingang van deze tuin) hielp ook bij de aanleg.

De Alpentuin heeft, sinds het allereerste begin, drie doelstellingen:- Een presentatie van de diversiteit van de planten van gebergten uit de hele wereld- Laten zien welke plantensoorten er met uitsterving worden bedreigd en hoe de planten en hun habitat (omgeving) te beschermen- Een bijdrage aan onderzoek naar bergplanten en hun ecosysteem. In het Chalet dat aan de tuin grenst, onderzoeken Franse en buitenlandse studenten hoe planten zich aan de extreme condities van de bergen aanpassen en hoe de klimaatwisseling en de landbouw de plantengroei beinvloeden.

Een voorbeeld van zulk onderzoek is te zien in de experimentale zone waar planten geteeld worden onder min of meer gecontroleerde omstandigheden (planten in potten)

Professor J-Paul Lachmann van de Universiteit van Grenoble, die de eerste tuin aanlegde in 1899

De nieuwe Lautaret Alpentuin in het begin van de jaren 20, na zijn verplaatsing naar zijn huidige ligging. U kunt het Chalet zien dat er nog steeds staat evenals het Hotel-Restaurant van de PLM, dat nu een ruine is (archieven van de Lautaret Alpentuin)

De Alpentuin is onderdeel van een internationaal uitwisselings programma van zaden: De tuin staat in contact met ongeveer 300 tuinen in 50 landen. De zaden van meer dan 1800 plantensoorten worden verzameld in het gebied rond de Col en in de tuin. De lijst van die zaden “Index seminum” wordt verstuurd naar de andere tuinen en maakt uitwisseling van zaad mogelijk. Dit soort uitwisseling interesseert vooral de onderzoekers die aan een bepaalde groep planten werken.Zaad wordt ook verkregen door middel van speciale expedities, met name naar de bergen van het Zuidelijk halfrond. Zo wordt de collectie van de tuin steeds groter.De zaden worden eerst tot ontkiemen gebracht in de vallei met de hulp van twee locale tuinders; Joseph Sarreil-Baron en Jean-Louis Latil. De jonge planten worden dan naar de experimentele zone van de tuin overgebracht om aan de hoogte aangepast te worden en de sterkste planten worden dan in de rotstuinen geplant. De planten komen uit de meest uiteenlopende gebergten en zijn dus aagepast aan extreme klimatologische omstandigheden. De condities van onze tuin beantwoorden echter niet altijd aan de specifieke omstandigheden van hun oorspronkelijke omgeving en het lukt dan ook niet altijd, ondanks de zorg van de tuinders, om de planten aan te passen aan de condities van onze tuin.

De vegetatie in de bergen is onderverdeeld in verschillende zones, elk met zijn eigen type van begroeiing. De boven grens van de subalpiene zone geeft de natuurlijke grens (zonder ingrijpen van de mens) van de bossen aan. In de Alpen ligt deze grens op ongeveer 2300 m hoogte. Nog hoger ligt de alpiene zone waar de levensomstandigheden moeilijker zijn omdat de gemiddelde temperatuur lager ligt en de zonnestraling en de wind veel sterker zijn. De grens tussen de subalpiene en de alpiene zones, bepaald door de kou, klimt op met de verhoging van de temperatuur van de aarde, die het voortbestaan van verschillende plantensoorten in gevaar brengt.Met de uitdrukking “Alpen plant” geven we aan dat de plant in de alpiene zone groeit, hetzij in de Alpen of in een ander gebergte. In de volksmond spreekt men ook van een bergplant.

NIVALE zoneMossen en korstmossen

ALPIENE ZoneBergweiden

SUBALPIENE ZoneNaaldboom bossen

MONTANE ZoneGemengde bossen

COLINE zoneLoofbossen

1500 m

2200 m

900 m

2900 m

1700 m

2400 m

1100 m

Noordelijkehelling

Noord

Zuid

3000 m

Zuidelijkehelling

n°55Année 2009, Récolte 2008

Index seminum

Jardin Botanique Alpin du Lautaret(Hautes-Alpes, France)

Maihuenia patagonica (Phil.) Britton & Rose (Santa Cruz, Patagonia, Argentina)

53

29

54

5 55

Bosje

Winkeltje

chaletMirande

pyramide Scott

Bomentuin van de Lautaret (in aanleg)

Informatie bord over de geologie(Galibier)

Bosje

BosjeHeuveltje

Tentoonstelling

Portaal

De LautaretAlpentuin

Bosje

Informatie bord over het hoogveen(in de toekomst)

Informatie bord over de geologie (Meije)

N

S

OE

(niet toegankelijk)

Ingang

28

14

3

5

55

6

78

9

10

101010

10

10

1011

99

121212

12

13

14

14

14

1516

17

18

181616 18

1821

22

222223

3

26

27

24 2528

28

2830

3133

30

34

35

36

3738

39

40

41

42

42

4344

4948

4546

47

51

5151

5151 51

5154

54

17

21

1313

12

53

11

46

51

5451

2

54

2532

Experimentele zone

Meer

Hoogveen (beschermdezone,niet toegangkelijk)

53

5353

53

53

53

41 41

17

Laboratorium-Chalet

1 Alpen distel

2 Atlasgebergte (in aanleg)

3 Bijzondere planten

4 Sierra Nevada

5 Pyreneeën

6 Centraal Massief

7 Cembro-sparren

8 Blauwe alpen distel

9 Siberië

10 Kaukasus

11 Midden-Oosten

12 Centraal-Azië en China

13 Japan

14 Himalaya en Tibet

15 Zuidpoolgewesten

16 Centrale Alpen

17 Karpaten

18 Balkan

21 Apenijnen

22 Noordpool

23 Grassen (Poaceae)

24 Sparrenbos (Abies alba)

25 Corsica

26 Bloemmassief met kwets-bare planten (in aanleg)

27 Caryophyllaceae

28 Zuid-Alpen

29 Tufstenen muur (in aanleg)

30 Steile Alpiene hellingen met losse stenen

31 « Mégaphorbiaie »

32 Moeras

33 Veen

34 Steppe (Stipa)

35 Gele asters

36 Pijnboomaanplanting (Pinus sylvestris)

37 Alpiene weide

38 Dal met erosie door sneeuw

39 Vrouwenmantel en Ganzerik

40 Weide met Zwenkgras

41 Eetbare planten

42 Geneeskundige kruiden

43 Lage Rhodondendron bosjes (R. ferruginea)

44 wilgen

45 Dennenbos (Pinus uncinata)

46 Rotsplanten

47 Subalpiene steenslag

48 Queyras

49 Weide met Trisetum

51 Noord-Amerika

53 Botanische school (in aanleg)

54 Andes gebergte en Patagonië

weermeetstation

(Stippellijn: zones in aanleg)Informatie bord over de rotstuinen

Het beheer van de tuin

Hoe komen de planten de winter door?

Wat betekenen de woorden die gebruikt worden in de rotstuin met geneeskundige en giftige planten?

De rangschikking van de planten in de tuin

Het onderhoud van de tuin

Sinds het begin van de tuin wordt deze beheerd door de Universiteit van Grenoble: Joseph Fourier. De tuin, evenals het Chalet dat aan de tuin grenst en de “Robert Ruffier-Lanche” bomentuin op de universiteits campus vormen het “Joseph Fourier Alpen Station” (UMS 2925) dat financieel gesteund wordt door de universiteit en door de CNRS (Franse Nationale Wetenschaps Organizatie). Een deel van het personeel werkt hier alleen in de zomer (het merendeel van de tuinierschool en universitaire studenten werkt hier vrijwillig, ook de studenten die de rondgang begeleiden). Het permanente personeel werkt als (assistent)professor aan de universiteit of is in technische dienst bij de universiteit of de CNRS. In de winter werkt men aan het rangschikken en verzenden van het zaadgoed, aan het schrijven van wetenschappelijke artikelen, aan het onderhoud van de bomentuin op de campus en geeft men onderwijs aan de universiteit.

De Robert Ruffier-Lanche bomentuin dankt zijn naam aan de Hoofd van de Cultuur van de Alpentuin die de bomentuin in 1966 begonnen is

Arnica montana L. (Wolverlei)Delen die gebruikt worden: gedroogde bladeren, bloemen en wortels Eigenschappen (alleen op de huid aan te brengen): Wondheling, vermindert slijm productie en bevordert transpiratie

Aconitum napellus L. (Blauwe Monnikskap)De meest giftige plant van EuropaEigenschappen: Pijnstiller, verlaagt de bloeddruk, leidt tot verlamming van de ademhalings- en hartspieren

Analgésique : pijnstillerAntianémique : herstelt het normale gehalte rode bloedlichaampjesAntimitotique : Verhindert celdelingAntiseptique : Voorkomt infecties door microben uit te roeienAntispasmodique : Voorkomt ongewilde spiertrekkingenApéritif : bevat bittere stoffen die de eetlust opwekkenAstringent : vermindert afscheiding door de slijmvliezen en trekt het weefsel samenBéchique : Verzacht hoest en keelirritatiesBradycardisant : Vermindert de hartslagCardiotonique : Vermindert, verstevigt en regelt de hartslagCarminatif : Weert darmgassenCholalogue : Weert galafscheidingCholérétique : Stimuleert galafscheidingDépuratif : Bloedzuiverend.Détersif : Zuivert wonden en zwerenDigestif : Helpt de spijsvertering.Diurétique : Bevordert urineafscheidingEmétique : Braakmiddel

Alle planten blijven in de grond. In normale winters worden ze beschermd tegen de kou door een pak sneeuw van enkele meters dik. Daarentegen, in koude maar droge winters, zoals in de winter van 2001-02 met temperaturen beneden de -25ºC en weinig sneeuw, overleven sommige planten het niet omdat ze bevriezen.

Als de planten eenmaal netjes op hun plaats staan, begint het echte werk pas. De bloemperken staan onder enorme druk van de locale planten die er ook willen groeien. Het Hoofd van de Cultuur, samen met zijn personeel en de vrijwilligers moeten constant die locale planten weg halen. Bovendien, omdat hier de lucht heel droog is en de zonnestraling heel intens, moet de tuin iedere dag bewaterd worden, vooral voor de planten die normaal op vochtige plaatsen voorkomen.

De meer dan 2000 planten in de tuin zijn gerangschikt in thematische rotstuinen (zie de plattegrond p. 4-5). De geëmailleerde bordjes (afbeelding 1) geven aan hoe de planten gerangschikt staan volgens:

- Hun geografische oorsprong (de verschillende gebergtes in de wereld) bijvoorbeeld de Alpen, de Apenijnen, de Kaukasus, de Himalaya, de Andes en Patagonië, de vlakten van Siberië, de Noordpool gebieden.

- Hun leefomstandigheden (bijvoorbeeld voor de Alpen flora, gepresenteerd in het hoger gelegen deel van de tuin): Weiden, steenslagen, vochtig millieu (afbeelding 2) rotsen enz.

- Hun eigenschappen: Geneeskundige (afbeelding 3) en of giftige planten, eetbare planten.

- Hun taxonomie: Caryophyllacées (Anjer achtigen), potentilles (Ganzerikken) enz.

1 2 3

Emménagogue : Verbetert menstruatiesEmollient : Maakt ontstoken weefsel zachterExpectorant : HoestmiddelFébrifuge : KoortswerendGalactagogue : Verbetert melkafscheidingHémostatique : BloedstollendHypnotique : SlaapmiddelHypoglycémiant : Vermindert het suikergehalte in het bloedHypotenseur : Verlaagt de bloeddrukNarcotique : Ontketent diepe slaapRésolutif : Verwijdert ontstekingen in het weefselRévulsif : Bevordert kunstmatige huid- en slijmvliesirritatieSédatif : Kalmeert pijn en regelt zenuwactivitetenSternutatoire : Bevordert niezen.Stomachique : Bevordert de spijsverteringSudorifique : Bevordert transpiratieFératogène : Bevordert misvorming van de foetusVulnéraire : Heelt en geneest wonden

Enkele recente ontwikkelingen in de tuin :

Een groots project: De Alpen Galerij

- Een foto archief op internet (www.flickr.com/photos /stationalpinejosephfourier/): met meer dan 16.000 fotos die de gecultiveerde planten in de tuin laten zien alsmede de wilde planten in de Alpen en de andere gebergtes en de resultaten van het onderzoek dat in de Alpentuin verricht wordt.

- Een residentie voor tekenaars van planten, verbonden aan het initiatief om een openbare collectie van uitzonderlijke botanische tekeningen te vormen die het verband tussen kunst en wetenschap laat zien. De eerste drie-jaarlijkse catalogus is uitgegeven in 2009 en kan verkregen worden aan de ingang van de tuin (afbeelding 1, tekeningen van Juan Luis Castillo en Philippe Danton)

- Werk aan de uitbreiding van de tuin (steenslag uit de Apenijnen, tufstenen muur om rotsplanten te cultiveren – afbeelding 2 – rotsen uit de Andes en Patagonië enz.) en toekomstige uitbreidingen en veranderingen in de presentatie van de verschillende ecologische standplaatsen en een uitbreiding van de zones die toegankelijk zijn voor gehandicapte mensen- De aanleg van een botanische school in de vorm van een serie rotstuinen met themas zoals de aanpassing van bergplanten aan hun omgeving, hun vermenigvuldiging, hun oorsprong enz

- Opening voor het publiek van het Lautaret Alpenbos (afbeelding 3). Dit bos dat boven de tuin gelegen is, werd in 1974 gepland door twee nationale bosbouw organizaties (het ONF en de CEMAGREF) om de groei van naaldbomen te meten aan de bovengrens van hun normale verspreidings gebied. Dit bos wordt nu gereed gemaakt voor wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van het broeikas effect en voor toegang voor het publiek met de aanleg van een pad met informatie borden

- Een project om de Flora van de Lautaret te schrijven. Dit geillustreerde boek moet de 1500 soorten beschrijven die in de omgeving van de Col voorkomen (de cantons van “La Grave” en “Monêtier-les-Bains”)

- Een samenwerking in het internationale Phyloalp project dat, door verzamelen en genetische analyses, een beschrijving moet geven van alle planten die in de Alpen voorkomen (meer dan 3000 soorten).

Vanwege de plaats die het millieu tegenwoordig inneemt, wordt het steeds belangrijker om op het terrein onderzoek te doen met de beste meettechnieken. De Lautaret Alpentuin staat internationaal bekent om het biologische onderzoek dat hier al meer dan 100 jaar gedaan wordt en om het feit dat de tuin wetenschap en tourisme samen probeert te brengen. Vanwege dit succes moeten er uitbreidingen gemaakt worden omdat er niet genoeg plaats is voor het onderzoek en het ontvangen van gasten. Het doel van dit project is de constructie van een nieuw gebouw op de plaats van de ruïne van het PLM Hotel-Restaurant (links, op het hoogte punt van zijn glorie in 1935). Dit gebouw moet plaatsgeven aan het onderzoek, het onderwijs en aan de onvangst voor bezoekers.

Concept en uitvoering: S Aubert & Ph Danton (Derde uitgave – 2010) - Fotos: S. Aubert en de archieven van de Lautaret AlpentuinVertaling: Rob Ruigrok en Anja Kieboom - Uitgave: Station alpine Joseph Fourier. Met dank aan R Bligny, R Douzet en Ch Perrier

321