De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Algemeen uitgangspunt 1.3 Iedereen heeft een eigen leerstijl 1.4...

De inhoud van dit thema:

1-1

1.2 Algemeen uitgangspunt

1.3 Iedereen heeft een eigen leerstijl

1.4 Wat heb je aan leerstijlen

Steeds intensiever leren:

1-2

• lezen

• horen

• zien

• lezen, zien en horen

• discussiëren

• persoonlijk ervaren

• uitleggen aan anderen


2-1

2.2 Studieruimte

2.3 Tijd

2.4 Erin komen

2.5 Afdwalende gedachten

2.6 Afwisseling

2.7 Tips voor piekeren

2.8 Je leerstijl

2.9 Nachtrust

2.10 Examenvrees

Afwisseling:

2-2

• neem op tijd pauze

• wissel klussen af

• wissel je manier van leren af


3-1

3.2 Hoe verbeter je je motivatie

3.3 Twee soorten motivatie

Motivatie verbeteren:

3-2

• belemmeringen opruimen

• je motivatie verhogen

Vier manieren om je motivatie te verhogen:

3-3

• je eigen baas zijn

• zelfvertrouwen hebben

• actief leren

• jezelf belonen


4-1

4.2 Het verband tussen dingen die je leert

4.3 Waar is mindmapping handig voor?

4.4 Mindmapping om zelf een werkstuk te maken

4.5 Mindmapping om met een groep een werkstuk

te

maken

4.6 Mindmapping om een tekst te leren


5-1

5.2 Woordenboek gebruiken

5.3 Telefoonboek

5.4 Handleiding lezen

5.5 Pictogrammen lezen

5.6 Zoekmachine op het internet

Zoekmachine gebruiken:

5-2

• wat wil je weten?

• zoekwoorden bedenken

• is dit een antwoord op je vraag?


6-1

6.2 Zijn leesstrategieën moeilijk

6.3 Oriëntatie op de tekst

6.4 Wat weet je al? Wat verwacht je?

6.5 Niet lezen maar doornemen

6.6 De tekst lezen

6.7 Moeilijke alinea’s

Manieren van teksten lezen:

6-2

• zoekend lezen

• globaal lezen

• diepgaand lezen

• kritisch lezen


7-1

7.2 Het geheugen

7.3 Geschikte onderwerpen om van buiten te

leren

7.4 Hoe leer je iets van buiten

7.5 Extra tips

Het geheugen:

7-2

• geheugen van je zintuigen

• kortetermijngeheugen

• langetermijngeheugen

Extra tips bij van buiten leren:

7-3

• zoek overeenkomsten

• maak het leuk


8-1

8.2 Tabellen

8.3 Grafieken

8.4 Waarom tabellen en grafieken

Tabellen:

8-2

• enkelvoudige tabellen

• meervoudige tabellen

• waar kun je tabellen voor gebruiken

Grafieken:

8-3

• lijngrafieken

• staafgrafieken

• taartgrafiek


9-1

9.2 Persoonlijk ontwikkelplan

9.3 Persoonlijk activiteitenplan

9.4 Portfolio

Persoonlijk ontwikkelplan opstellen:

9-2

• informatie verzamelen

• een ontwikkelplan opstellen


10-1

10.2 Wat is plannen

10.3 De lange termijn

10.4 De korte termijn

10.5 Planning uitvoeren

10.6 Planmatig studeren voor tentamens

Kortetermijnplanning:

10-2

• je tijdbesteding

• een planning opzetten

Planning uitvoeren:

10-3

• houd je aan je planning

• van uitstel komt afstel

• muziek

• flexibiliteit


11-1

11.2 Evaluatie gaande je ontwikkeling

11.3 Halfjaarlijkse pas op de plaats

Evaluatie gaande je ontwikkeling:

11-2

• jouw aanpak van het leren

• je kennis en inzicht

• je beroepsvaardigheden

• je persoonlijke leerdoelen

• hoe je kunt evalueren

Evalueren:

11-3

• hoe vaak evalueer je

• hoe noteer je de evaluatie

Reflectiegesprek:

11-4

• wat is het doel van een reflectiegesprek

• hoe bereid je je voor

• reflectieverslag


12-1

12.2 Intervisie

12.3 Functioneringsgesprekken en

beoordelingsgesprekken

12.4 360 graden feedback

12.5 Relatie met het persoonlijk ontwikkelplan

Intervisie:

12-2

• wat is intervisie

• persoonlijke leerdoelen stellen

• geen tijd voor intervisie

360 graden feedback:

12-3

• informatie van je collega’s

• informatie vanuit de leidinggevende

• het gesprek

• 360 graden feedback voor jezelf

• welke onderwerpen komen aan bod

• voordelen van 360 graden feedback


13-1

13.2 De arbeidsmarkt

13.3 Een vacature zoeken

13.4 Een sollicitatiebrief schrijven

13.5 Op sollicitatiegesprek gaan

Onderzoeken van de arbeidsmarkt:

13-2

• welke organisaties zijn er?

• welke organisaties passen bij jou?

Welke organisatie past bij jou?

13-3

• grote of kleine organisatie

• organisatiecultuur

• levensbeschouwing van de organisatie

• doelgroep van de organisatie

Een vacature zoeken:

13-4

• via het Centrum voor Werk en Inkomen, het CWI

• via uitzendbureaus

• via personeeladvertenties

• via het internet


14-1

14.2 Vaardigheden en houding bij een leven

lang leren

14.3 Manieren om een leven lang te leren

Houding en vaardigheden bij een leven lang

leren:

14-2

• nieuwsgierigheid

• je leerdoel bepalen

• initiatief nemen

Nieuwsgierigheid naar:

14-3

• je eigen functioneren

• je werkplek

• ontwikkelingen in je beroep

Manieren om een leven lang te leren:

14-4

• vakdocumentatie

• vakbondsbijeenkomsten

• bijscholing en specialisatie

Bronnen vakdocumentatie:

14-5

• vakliteratuur

• bibliotheken

• internet


15-1

15.2 Begrippen en uitgangspunten

15.3 Van voorstel tot besluit

15.4 Politieke functies

15.5 De gemeentelijke overheid

15.6 De provinciale overheid

15.7 De landelijke overheid

15.8 De Europese overheid

Stappen bij politieke besluitvorming:

15-2

• signalering van problemen

• analyse van het probleem en oplossingen bedenken

• bespreken, beoordelen en verbeterpunten aandragen

• besluit

• uitvoering van het besluit

Gemeentelijk niveau:

15-3

• zaken die binnen de gemeente geregeld worden

• besluitvorming

• financiën

De provinciale overheid:

15-4

• zaken die provinciaal geregeld worden

• besluitvorming

• financiën

De landelijke overheid:

15-5

• zaken die landelijk geregeld worden

• besluitvorming

• financiën

Europa:

15-6

• lidstaten

• zaken die Europees geregeld worden

• bestuursorganen en besluitvorming in Europa

• financiën

• de betekenis van Europa in je leven

Bestuursorganen in de EU:

15-7

• de Europese Raad

• de Europese Commissie

• Raad van de Europese Unie

• het Europees Parlement

• het Europese Hof van Justitie

• de Europese Monetaire Unie


16-1

16.2 Verkiezingen

16.3 Parlementaire democratie

16.4 Politieke partijen

16.5 Rechtsstaat en dictatuur

Verkiezingen:

16-2

• verkiezingsprogramma

• de meerderheid

• overleg

• regeerakkoord en coalitie

• oppositie

Parlementaire democratie in Nederland:

16-3

• het parlement

• de regering

• het staatshoofd

Politieke partijen:

16-4

• uitgangspunten van de drie grootste partijen

• links en rechts

Rechtsstaat en dictatuur:

16-5

• een Grondwet en rechtsgelijkheid voor alle burgers

• een gekozen parlement

• scheiding van machten

• Wet openbaarheid van bestuur


17-1

17.2 Vrijwilligerswerk

17.3 Lid worden van een politieke partij

17.3 Lid worden van een vakbond

17.4 Handtekeningenactie

17.5 Deelnemen aan de verkiezingen

Vrijwilligerswerk:

17-2

• werken met kinderen

• werken met jongeren

• werken met volwassenen

• werken met ouderen

• diversen

• vergoedingen

• aandachtspunten

Lid worden van een politieke partij:

17-3

• plaatselijke afdelingen

• jongerenafdelingen

• aandachtspunten

Lid worden van een vakbond:

17-4

• waarom is dit invloed uitoefenen?

• aandachtspunten

Handtekeningenacties:

17-5

• verschillende manieren

• aandachtspunten

Deelnemen aan de verkiezingen:

17-6

• kandidatenlijst

• aandachtspunten


18-1

18.2 Collectieve arbeidsovereenkomst

18.3 Individuele arbeidsovereenkomst

Onderwerpen voor een CAO:

18-2

• salaris en toeslagen

• opbouw salaris door de jaren heen

• arbeidsduur en ploegendiensten

• vakantie en bijzondere vrije dagen

• kinderopvang

Individuele arbeidsovereenkomst:

18-3

• moet voldoen aan de Gal-formule

• arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd

• arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd

• verplichtingen aan beide zijden


19-1

19.2 Informatieplicht

19.3 Adviesrecht

19.4 Instemmingsrecht

19.5 Initiatiefrecht

19.6 Recht op halfjaarlijks overleg

19.7 Verkiezingen

19.8 Statuten

Informatieplicht gaat over:

19-2

• ongevraagde informatie

• gevraagde informatie

• geheimhoudingsplicht


20-1

20.2 Wat zegt de Arbowet

20.3 Werkklimaat

20.4 Plichten van de werknemer

Wat zegt de Arbowet:

20-2

• iedere organisatie heeft haar eigen risico’s

• de wet geeft de kaders aan

• de wet stelt de doelen vast

De organisatie moet:

20-3

• een risico-inventarisatie opstellen

• een arbocoördinator aanstellen

• een bedrijfshulpverlener aanstellen

• taken verdelen

• knelpunten bij de bron aanpakken

Wat heeft invloed op het werkklimaat:

20-4

• werkdruk

• gedragsregels

• welzijn


21-1

21.2 Werknemersorganisaties: vakbonden

21.2 Werkgeversorganisaties

Vakbonden:

21-2

• verdeling naar sector

• wat doen vakbonden?

Het werk van de vakbonden:

21-3

• overleg met de werkgeversorganisaties

• individuele hulp

• scholing, training en informatie

Werkgeversorganisaties:

21-4

• geen verdeling naar sector

• wat doen werkgeversorganisaties


22-1

22.2 Professionaliteit

22.3 De beroepshouding

22.4 Uiterlijke verzorging

22.5 Procedures en afspraken

Professionaliteit is:

22-2

• betaald werk

• een beroepsopleiding

• werken volgens beroepsprofiel of beroepscode

• werken vanuit een beroepshouding

De beroepshouding:

22-3

• inlevingsvermogen

• respect of fatsoen

• echtheid

• evenwicht

• nadenken over wat jou drijft

Respect:

22-4

• persoonlijke kenmerken

• persoonlijke keuzen

Aandachtspunten bij echtheid:

22-5

• eigen gevoelens zeggen niets over de ander

• wees duidelijk in het aangeven van grenzen

Uiterlijke verzorging:

22-6

• gezond en fit zijn

• verzorgde kleding dragen

• hygiëne

Hygiëne als onderdeel van je beroepshouding:

22-7

• schone handen

• schone kleding

• schone haren

Procedures en afspraken:

22-8

• op tijd komen

• kwaliteitseisen van de organisatie

• werkhouding

• regels over veiligheid en milieu

• omgaan met cliënten en externe contacten

• coöperatief en flexibel maar tot op zeker hoogte


23-1

23.2 Waar kun je een organisatiecultuur aan

herkennen

23.3 Stijl van leidinggeven

23.4 Sterke en zwakke organisatieculturen

Je kunt een organisatiecultuur herkennen aan:

23-2

• doel van de organisatie

• besluitvorming

• reactie op veranderingen

• samenhang

• krijg je goede leiding

• gericht op prestatie

• ontwikkeling van personeel

• organisaties verschillen

Vier stijlen van leidinggeven:

23-3

• de touwtjes in handen willen houden

• inspraak geven

• geen leiding geven

• flexibel leiding geven

Waar kun je aan zien of een organisatie sterk

of zwak is?

23-4

• trots

• prestaties

• communicatie

• leiderschap

• collegialiteit


24-1

24.2 Wat is een consument

24.3 Kiezen wordt ingewikkelder

24.4 Ondersteuning voor de consument

24.5 Consumentenrecht

24.6 Klachtenprocedure

Punten om op te letten bij het kiezen van

producten en diensten:

24-2

• prijs-kwaliteitverhouding

• gebruikersgemak

• gevolgen voor milieu en gezondheid

• gevolgen voor je eigen leven

• kiezen met je geweten

Ondersteuning voor de consument:

24-3

• Consumentenbond

• televisieprogramma’s

Consumentenrecht:

24-4

• ruilen is geen recht

• deugdelijkheid

• aansprakelijkheid

• onderzoeksplicht

• informatieplicht

Klachten:

24-5

• teruggaan naar de winkel

• de geschillencommissie


25-1

25.2 Bestedingsruimte

25.3 Budgetteren

25.4 Reclame

25.5 Geld tekort

Budgetteren:

25-2

• wat komt binnen, wat gaat eruit

• zo nodig aanpassingen bedenken

• het uiterste halen uit je eigen situatie

Reclame:

25-3

• reclame heeft invloed op iedereen

• pas vooral op voor ‘objectieve’ informatie

Schulden en schuldhulpverlening:

25-4

• schulden opbouwen

• schuldhulpverlening

Schulden opbouwen:

25-5

• lenen

• kopen op afbetaling

• ondersteuning zoeken

Schuldhulpverlening:

25-6

• zelf de schulden afbetalen

• BKR-registratie


26-1

26.2 Kenmerken van de openbare ruimte

26.3 Wat je beter niet kunt doen

26.4 Wat je wel kunt doen

Kenmerken van de openbare ruimte:

26-2

• soorten openbare ruimten

• iedere openbare ruimte heeft eigen

gedragsregels

• leefbaarheid

Niet doen in de openbare ruimte:

26-3

• vooroordelen

• te grote assertiviteit

• overlast geven

• tips om risico’s te voorkomen

Wel doen in de openbare ruimte:

26-4

• ruzies voorkomen en bijleggen

• je actief opstellen

• realistisch zijn

• tips om de openbare ruimte leefbaarder te

maken

Ruzies voorkomen en bijleggen:

26-5

• erken de boosheid van de ander en blijf kalm

• zoek naar een tussenoplossing

• eindig positief

• informeer buren van tevoren

Je actief opstellen:

26-6

• activiteiten

• zorg voor anderen

• communicatie


27-1

27.2 De Grondwet

27.3 Vrijheid van meningsuiting voor jou

De wetten:

27-2

• artikel 1 van de Grondwet: gelijkheid

• artikel 7 van de Grondwet: vrijheid van

meningsuiting

• de twee artikelen botsen met elkaar

Vrijheid van meningsuiting voor jou:

27-3

• jij bepaalt wat goed is om te doen

• beseffen wat je wilt

• houd je doel in de gaten

• je eigen belang dienen

• gebruiksaanwijzing voor je vrijheid van meningsuiting


28-1

28.2 Hindoeïsme

28.3 Jodendom

28.4 Christendom

28.5 Islam

28.6 Overeenkomsten

28.7 Humanisme

Hindoeïsme:

28-2

• is de oudste godsdienst

• is een godsdienst en een indeling van de

samenleving

• staat open voor andere invloeden

• kent veel goden

• gelooft in reïncarnatie

Jodendom:

28-3

• is de oudste godsdienst die in één god gelooft

• geeft praktische regels voor het leven

Praktische voorschriften:

28-4

• tien geboden

• gezinsmoraal

• spijswetten

• synagoge

• opname in het jodendom

Christendom:

28-5

• ontstaan binnen het jodendom

• een paar kenmerken

• katholieken en protestanten

Kenmerken van het christendom:

28-6

• de drie-eenheid

• de kruisdood

• geboren uit de maagd Maria

• de ziel is onsterfelijk

• de bijbel

• de tien geboden

Islam:

28-7

• gesticht door Mohammed

• de vijf zuilen

• een paar andere kenmerken

• soennieten en sji'ieten

De vijf zuilen van de islam en de jihad:

28-8

• de geloofsbelijdenis

• gebed

• liefdadigheid

• vasten

• de bedevaart

• de jihad

Humanisme:

28-9

• geen God of scheppend principe

• de menselijke waardigheid

• verlossing in dit leven


29-1

29.2 Wat is cultuur

29.3 Wat is socialisatie

29.4 Cultuurverschillen

29.5 Omgaan met cultuurverschillen

Cultuur:

29-2

alle waarden en normen die mensen aan elkaar

doorgeven

Socialisatie:

29-3

• socialisatie thuis en op school

• latere socialisatie

Latere socialisatie:

29-4

• soortgenoten

• massamedia

• bijzondere situaties

Cultuurverschillen:

29-5

• hoe zien de regels eruit

• op welke gebieden zie je verschillen

Gebieden waarop je de verschillen goed kunt

zien:

29-6

• wie is het belangrijkst voor je

• gastvrijheid

• dichtbij of wat verderaf

• eer, eerlijkheid en vertrouwen

• overzicht


30-1

30.2 Voeding

30.3 Nachtrust

30.4 Hygiëne

Gezonde voeding:

30-2

• is gevarieerd

• is niet te veel

• bevat weinig verzadigd vet

• bevat veel groente, fruit en brood

• is veilig

• snacks

• voedingssupplementen

Gevolgen van te dik zijn:

30-3

• last van je gewrichten

• te weinig lichaamsbeweging

• chronische ziekten

Nachtrust:

30-4

• wat doet slaap?

• hoeveel slaap heb je nodig?

• wat kun je doen als je niet kunt slapen?

Hygiëne:

30-5

• infectieziekten

• besmettelijke ziekten

• tips voor hygiënisch gedrag

Hygiënisch gedrag:

30-6

• lichamelijke hygiëne

• seksuele hygiëne

• hygiëne in huis en op school


31-1

31.2 Waarom sport en beweging

31.3 Soorten sport

31.4 Doelgroepen

Positieve gevolgen van sport en beweging:

31-2

• voor jezelf

• voor de organisatie of instelling

• voor de samenleving

Effect op de samenleving:

31-3

• ontwikkeling van sportiviteit

• ontwikkeling van respect

• saamhorigheid

• lagere zorgkosten

Soorten sport:

31-4

• georganiseerd of ongeorganiseerd

• funsport

• fitness

• tips om veilig te sporten

Sport voor specifieke doelgroepen:

31-5

• allochtonen

• mensen met een beperking

Aandachtspunten voor sport voor allochtonen:

31-6

• aparte ruimtes voor vrouwen

• toestemming van ouders of echtgenoot

• onder schooltijd

• tijdsbeleving en afspraken

• regels van fatsoen

• winnen en verliezen


32-1

32.2 Roken

32.3 Alcohol

32.4 Cannabis

32.5 XTC

32.6 Speed

32.7 Gokken

Roken:

32-2

• de effecten

• de risico's

• aandachtspunten

Risico’s van roken:

32-3

• snel verslavend

• infectieziekten

• schade aan de bloedvaten

• meeroken

Alcohol:

32-4

• de effecten

• de risico's

• aandachtspunten

Effecten van alcohol:

32-5

• loskomen

• zelfoverschatting

• controle van de spieren verdwijnt

• kater

De risico’s van alcohol:

32-6

• verslaving

• schade aan de lever en de hersenen

• kans op ongelukken

• sociale problemen

Cannabis:

32-7

• de effecten

• de risico's

• aandachtspunten

De risico’s van cannabis:

32-8

• je problemen ‘weg blowen’

• psychische stoornissen

• dezelfde gevaren als bij roken

• algemene gevaren

XTC:

32-9

• de effecten

• de risico's

• aandachtspunten

Risico’s van XTC:

32-10

• geestelijke afhankelijkheid

• oververhitting

Speed:

32-11

• de effecten

• de risico's

• aandachtspunten

Gokken:

32-12

• de effecten

• de risico's

• aandachtspunten


33-1

33.2 Wat is assertiviteit

33.3 Zelfvertrouwen

33.4 Wanneer heb je assertiviteit nodig

33.5 Waarom heb je assertiviteit nodig

33.6 Gedrag van andere mensen herkennen

33.7 Assertief zijn in stapjes

3 situaties:

33-2

• win-verliessituatie

• verlies-winsituatie

• win-winsituatie

Zelfvertrouwen en assertiviteit:

33-3

• een niet-realistische kijk op jezelf

• een realistische kijk op jezelf

• omgaan met mislukkingen

• assertief zijn is makkelijker met zelfvertrouwen

Situaties waarin je assertief kunt zijn:

33-4

• als je een afwijkende mening hebt

• als je iets niet begrijpt

• als je kritiek wilt geven of ontvangen

De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Algemeen uitgangspunt 1.3 Iedereen heeft een eigen leerstijl 1.4...

Documents

Transcript of De inhoud van dit thema: 1-1 1.2 Algemeen uitgangspunt 1.3 Iedereen heeft een eigen leerstijl 1.4...