De hormonale dans van de moeder - vroedvrouwen.be hormonale dans van de moeder (2015).pdfde...

25
Katrien Nuttin (2015) 1 De hormonale dans van de moeder Endocrinologie van de menstruele cyclus, zwangerschap, geboorte en borstvoeding 1. Het centrale zenuwstelsel dirigeert De coördinatie van talloze fysiologische (overlevings)processen in het menselijk lichaam gebeurt door een tweetal systemen: het autonoom zenuwstelsel en het endocrien systeem. Beide stelsels worden gestuurd vanuit het centraal zenuwstelsel. Het autonoom zenuwstelsel zorgt meestal voor een snelle bijstelling van functies. Het endocriene systeem stuurt via hormonen de trager verlopende processen. Beide systemen werken zo samen tot het handhaven van een evenwicht in ons lichaam. Het zenuwstelsel bestaat uit - Centraal zenuwstelsel o Cerebrale (neo)cortex of rationele hersenen o Primitief brein = limbisch systeem en hersenstam o Ruggenmerg - Perifeer zenuwstelsel = zenuwen die van en naar huid, spieren en organen lopen vanuit centraal zst. (resp. sensibele en motorische zenuwcellen) o Willekeurig zenuwstelsel (stuurt spieren en snelle reflexen) o Autonoom of onwillekeurig zenuwstelsel (stuurt inwendige organen) (ortho)sympathisch zst – actief bij beweging/ vecht- of vluchtreactie Noradrenaline = belangrijkste neurotransmitter Parasympatisch zst – actief bij spijsvertering/ rust en verbondenheid- mechanisme Acetylcholine = belangrijkste neurotransmitter Menstruatie, zwangerschap, geboorte en borstvoeding maken deel uit van de overlevings- mechanismen van de mens. Deze worden gestuurd vanuit het meest instinctieve deel van de hersenen, nl. de hersenstam (bevat o.a. hypothalamus en hypofyse). De Hersenstam staat onder invloed van het limbisch systeem, een ingewikkeld geheel van hersenkernen (oa de amygdala, gyrus cinguli, hippocampus) en zenuwbanen die in verbinding staan met de hypothalamus en het autonoom zenuwstelsel. Het limbisch systeem speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van emoties. Prikkels die via onze zintuigen (sensibele zenuwen) binnenkomen in onze hersenen, worden dus beoordeeld door het limbisch systeem – veilig/onveilig, aangenaam/onaangenaam… afhankelijk van het gevoel zullen bepaalde hormonen worden afgescheiden door de hersenstam en volgen hieruit bepaalde fysiologische reacties. Dit primitieve zenuwstelsel wordt echter beïnvloed door de neocortex of de nieuwe, rationele hersenen. De neocortex controleert de motoriek en laat zintuiglijke waarneming en denken toe. Deze is sterk ontwikkeld bij de mens en elke stimulatie van de neocortex kan de werking van het primitieve brein tegenwerken. Stimulerende factoren zijn: (rationele) taal, heldere lichten, het gevoel geobserveerd te worden, angst, honger, koude... kortom elke vrijzetting van adrenaline. Vb. fight-or-flightreactie – rationele vraag tijdens arbeid, vrijen Onze omgeving en onze gevoelens hebben een grote invloed op onze hormonale regulering en de hieruit vloeiende fysiologische reacties en gedragingen!

Transcript of De hormonale dans van de moeder - vroedvrouwen.be hormonale dans van de moeder (2015).pdfde...

Katrien Nuttin (2015) 1

De hormonale dans van de moeder Endocrinologie van de menstruele cyclus, zwangerschap, geboorte en borstvoeding

1. Het centrale zenuwstelsel dirigeert

De coördinatie van talloze fysiologische (overlevings)processen in het menselijk lichaam gebeurt door

een tweetal systemen: het autonoom zenuwstelsel en het endocrien systeem. Beide stelsels worden

gestuurd vanuit het centraal zenuwstelsel. Het autonoom zenuwstelsel zorgt meestal voor een snelle

bijstelling van functies. Het endocriene systeem stuurt via hormonen de trager verlopende

processen. Beide systemen werken zo samen tot het handhaven van een evenwicht in ons lichaam.

Het zenuwstelsel bestaat uit

- Centraal zenuwstelsel

o Cerebrale (neo)cortex of rationele hersenen

o Primitief brein = limbisch systeem en hersenstam

o Ruggenmerg

- Perifeer zenuwstelsel = zenuwen die van en naar huid, spieren en organen lopen vanuit

centraal zst. (resp. sensibele en motorische zenuwcellen)

o Willekeurig zenuwstelsel (stuurt spieren en snelle reflexen)

o Autonoom of onwillekeurig zenuwstelsel (stuurt inwendige organen)

(ortho)sympathisch zst – actief bij beweging/ vecht- of vluchtreactie

Noradrenaline = belangrijkste neurotransmitter

Parasympatisch zst – actief bij spijsvertering/ rust en verbondenheid-

mechanisme

Acetylcholine = belangrijkste neurotransmitter

Menstruatie, zwangerschap, geboorte en borstvoeding maken deel uit van de overlevings-

mechanismen van de mens. Deze worden gestuurd vanuit het meest instinctieve deel van de

hersenen, nl. de hersenstam (bevat o.a. hypothalamus en hypofyse). De Hersenstam staat onder

invloed van het limbisch systeem, een ingewikkeld geheel van hersenkernen (oa de amygdala, gyrus

cinguli, hippocampus) en zenuwbanen die in verbinding staan met de hypothalamus en het

autonoom zenuwstelsel. Het limbisch systeem speelt een belangrijke rol bij het ontstaan van

emoties. Prikkels die via onze zintuigen (sensibele zenuwen) binnenkomen in onze hersenen, worden

dus beoordeeld door het limbisch systeem – veilig/onveilig, aangenaam/onaangenaam… afhankelijk

van het gevoel zullen bepaalde hormonen worden afgescheiden door de hersenstam en volgen

hieruit bepaalde fysiologische reacties.

Dit primitieve zenuwstelsel wordt echter beïnvloed door de neocortex of de nieuwe, rationele

hersenen. De neocortex controleert de motoriek en laat zintuiglijke waarneming en denken toe. Deze

is sterk ontwikkeld bij de mens en elke stimulatie van de neocortex kan de werking van het

primitieve brein tegenwerken. Stimulerende factoren zijn: (rationele) taal, heldere lichten, het gevoel

geobserveerd te worden, angst, honger, koude... kortom elke vrijzetting van adrenaline.

Vb. fight-or-flightreactie – rationele vraag tijdens arbeid, vrijen

Onze omgeving en onze gevoelens hebben een grote invloed op onze hormonale regulering

en de hieruit vloeiende fysiologische reacties en gedragingen!

Katrien Nuttin (2015) 2

Afhankelijk van hoe ons limbisch systeem reageert op zintuiglijke waarnemingen zal ofwel het

parasympathisch of het orthosympathisch zenuwstelsel aangewakkerd worden. Het sympathische

deel is betrokken bij de ‘fight or flight’ reactie en zorgt voor een hogere bloedtoevoer naar de vitale

delen van het lichaam (dus minder naar baarmoeder) een hogere bloeddruk en hartslag, wijdere

pupillen. Tijdens het vrijen speelt het orthosympatisch zenuwstelsel ook een rol in de ejaculatie. Het

parasympathisch zenuwstelsel daarentegen ondersteunt de spijsvertering en de opslag van

voedingsstoffen, iets wat afneemt bij de fight or flight reactie, maar juist toeneemt in situaties van

rust en verbondenheid. Beide stelsels werken parallel naast elkaar, waarbij er steeds één van de

twee de boventoon speelt. Voor een goede gezondheid moeten beide stelsels in evenwicht zijn.

Afb 4.3, 4.4, 4.5 uit ‘De oxytocine factor’ van Uvnäs-Moberg

Katrien Nuttin (2015) 3

Als we nu kijken naar de concrete regeling van hormonale secreties door de hypothalamus kunnen

we voor de regulatie van oestrogenen, progestagenen, corticosteroïden en schildklierhormoon

grosso modo spreken van een negatief feedbacksysteem. Eens als er voldoende hormoon van het

doelorgaan (bv. oestradiol en progesteron vanuit het ovarium tijdens de folliculaire fase) in het bloed

aanwezig is, geeft dit hormoon een negatieve feedback naar de hypothalamus en hypofyse waardoor

de productie van releasing hormonen (resp. GnRH en FSH) dalen (zie afbeelding lager). Daarnaast

staat de hypothalamus ook onder invloed van de hogere centra (limbisch systeem en neocortex).

Bij de regulatie van de overige hypofysehormonen (hypofyse-achterkwab: oxytocine, vasopressine;

hypofysevoorkwab: prolactine, groeihormoon, β-endorfine) komen er nog andere factoren kijken en

is het mysterie nog niet volledig ontrafeld.

Katrien Nuttin (2015) 4

2. Het hormonale orkest

2.1 Oestrogenen en progestagenen 2.1.1 Oestrogenen - vnl. oestradiol (E2) en oestriol (E3) = steroïd hormoon (dringt door celwand heen in celkern) > Graafse follikel, corpus luteum (CL), placenta (neemt functie CL rond 3-4e maand over)

Stimuleert de groei van het endometrium Maakt baarmoederhals zacht en open Bevordert waterretentie: maakt baarmoederhalsslijm vloeibaarder + stimuleert productie

→helder, rekbaar slijm, meer gehydrateerde huid, oedeem, natte vagina + helder vaginaal slijmverlies

Stimuleert de groei en vertakking van borstkliergangen Verzacht mucosa en gewrichten (samen met relaxine) Bevordert de vorming en gevoeligheid van oxytocinereceptoren in myometrium

→ + contracties Bevordert prikkelgeleiding in myometriumcellen (gapjunctions)

→ + gecoördineerde contracties Oestrogeen-overwicht ≈ meer emotioneel open, activiteiten naar buiten gericht, inspiratie

Lage dosis oestrogeen → ─ GnRH, ─ prolactine Hoge dosis oestrogeen → + GnRH, ─ prolactine Stimuleert prostaglandine productie thv decidua Activeert POMC-cellen (pro-opio-melanine corticotroop hormoon-cellen in hypofyse-

voorkwab) van waaruit andere stress-gerelateerde hormonen geproduceerd worden, oa: endorfines ↑ en melanine↑

2.1.2 Progestagenen - vnl. progesteron = steroïd hormoon > corpus luteum (CL), placenta (neemt functie CL rond 3-4e maand over)

Doet endometrium profileren, opslag voedingsstoffen in endometrium Maakt cervixslijm taaier – slijmprop zwsch Sluit baarmoederhals en maakt deze stugger Doet basale lichaamstemperatuur stijgen met min 0,2°C Stimuleert de hypothalamus tot vetopslag en verhoogt eetlust Activeert opiaatproducerende mechanismen in hersenen en thv wervelkolom Stimuleert de groei van borstklierlobben (samen met prolactine) Verslapt en verzacht glad spierweefsel van baarmoeder, darmen, bloedvaten, blaas Progesteron-overwicht ≈ reflectie, intuïtie, naar binnen keren, bezig zijn met wat niet goed

gaat in leven

Hoge dosis progesteron→ ─ GnRH, ─ prolactine Menstruele cyclus: FSH stimuleert follikelgroei – oestrogeenproductie: oestrogeen heeft overgewicht in folliculaire fase. Oestrogeenpiek doet LH en FSH pieken → ovulatie (= ook piek mentale en emotionele creativiteit). Oiv LH wordt corpus luteum gevormd: productie progesteron en oestrogeen: progesteron is dominant in de luteale fase. Na 9-tal dagen daalt LH, indien geen bevruchting (en dus geen HCG), degenereert corpus luteum: menstruatie.

Katrien Nuttin (2015) 5

Zwangerschap: Progesteron heeft het overgewicht gedurende het grootste deel van de zwangerschap: beschermt de zwangerschap, baby wordt niet voortijdig uitgestoten, verinnerlijking bij moeder, helpt bij voorbereiding moederschap. 6 weken vóór geboorte stijgt oestrogeen sterker tov progesteron (+ golven van oxytocine) → energiegolven afwisselend met moeheid (>prog), 10 dagen vóór geboorte weer meer energie (oestr ↑ + oxytocine ↑) Deze verandering in oestrogeen/progesteron verhouding wordt veroorzaakt door de foetus:

1. 4à5 weken vóór geboorte stijgt placentaire CRH productie, er zijn meer kindsbewegingen, foetale bijnier produceert enerzijds meer cortisol: longrijping, toename glycogeen thv lever, stijging intestinale enzymproductie, stimulatie van oxytocine- en prostaglandineproductie in placenta/amnion; anderzijds DHEA ↑: stijging oestrogeen/progesteron ratio vanuit placenta..

2. Oestrogeen stimuleert vorming en groei oxytocinereceptoren → oxytocinereceptoren stimuleren productie prostaglandines (PG) in amnion, placenta →PG bevordert omzetting progesteron naar oestrogeen in placenta… = zichzelf versterkend proces – nog niet volledig bekend!

3. Oestrogenen helpen baby’s immatuur endocrien stelsel groeien. Eens volgroeid maakt de foetus eigen oxytocine aan →indien moeder lichamelijk/psych-emotioneel klaar is en in harmonie met het kind: start arbeid binnen 24u

Arbeid/geboorte Een oestrogenenstijging (tov progesteron) op het einde van de zwangerschap speelt een rol in de start van de arbeid (stimuleert de vorming en gevoeligheid van oxytocinereceptoren in myometrium en de vorming van gapjunctions, bereidt de cervix voor op het openen…) Borstvoeding Na de geboorte dalen oestrogenen en progestagenen sterk, tegen 4de dag na geboorte 10% vd waarde in zwangerschap. Prolactine verhindert de ovariële respons op FSH en zorgt voor het uitblijven van de menstruatie tijdens (een deel van) de borstvoedingsperiode. 2.2 Human Chorion Gonadotrofine (HCG) = glycoproteïne (activeert receptor op celwand) > bevruchte eicel

Houdt corpus luteum in stand (corpus gravidarum) Immunosupressie bij moeder? Werkt als gonadotrofine op testis: productie testosterone – virilisatie bij jongetje Stimuleert placenta tot progesteronproductie Doet DHEA (dehydroepiandrosterone) in foetus omzetten naar oestriol en oestradiol

Zwangerschap HCG is detecteerbaar in maternaal bloed vanaf implantatie (5 à 7 dagen na conceptie) en stijgt exponentieel (verdubbelt om 2 dagen) enkele dagen na conceptie tot piek op 10 weken, waarna snelle daling (op 16 weken concentratie bedraagt 25% van piek), daalt nog verder tot 10% piekwaarde. 3de trimester: HCG stijgt lichtjes maar significant → switch in prog/oestr verhouding ten voordele v oestrogenen

Katrien Nuttin (2015) 6

2.3 Prostaglandines (PG) = vluchtig steroïd hormoon, halfwaardetijd 30’ – snelle deactivatie > gemaakt op plaats waar ze werken (decidua, placenta, vliezen) > interleukines, T-cellen produceren PG bij infectie > in mannelijk zaad Komen vrij als reactie op stretch cervix/ vagina, infectie

Breekt collageenstructuren af (verweking cervix, helpt eisprong) Remmen de werking van progesteron ten voordele van oestrogeen Stimuleren uteruscontracties (verhoging calciumniveau in myometriumcellen)/ gapjunctions

(↑ contractie hart, bronchi, darmen) – oxytocine(receptoren) en stijging oestrogeen/progesteron ratio stimuleren ook PG-productie, zichzelf versterkend effect

Nestdrang Tijdens de arbeid stijgen PG om een piek te bereiken met de geboorte. 2.4 Oxytocine en vasopressine 2.4.1 Oxytocine = polypeptide hormoon van liefde, onthaasting, groei en genezing = neurotransmitter parasympathisch zst – systeem v rust en verbondenheid > hypothalamus (supra-optische en paraventriculaire kernen):

- grote cellen maken oxytocine dat via zenuwvezels naar hypofyseachterkwab om als hormoon in bloedbaan te fungeren

- kleine cellen maken oxytocine dat als neurotransmitter naar andere hersendelen verstuurd wordt (vb nervus vagus, bulbus olfactorius, locus cereleus – noradrenalinenetwerk)

- oxytocine wordt geproduceerd als één grote celstructuur die in kleinere geknipt wordt → geeft ≠ soorten oxytocine met ≠ (overlappende) effecten ↔ synthetisch oxytocine via infuus = slechts één type oxytocine

- oxytocinecellen werken gecoördineerd samen = uniek, hypofyse geeft oxytocine-impulsen (piek-productie: 90 sec interval) ↔ synthetisch oxytocine via infuus: vaak onnatuurlijk snel interval

> gesynthetiseerd in decidua thv oxytocinereceptoren in baarmoeder en cervix (ook in hart, bloedvaten, eierstokken, testes) – tot nu toe één receptor bekend

> foetus Komt vrij oiv : stretch cervix, onderste 1/3 v vagina, perineum, stimulatie clitoris, tepel Aanraking, zoenen, prettige sociale situaties

Betere eetlust, vertering en opslag voedingsstoffen Stimuleert plassen, ademhaling, circulatie Geeft dorst (cfr. vlak voor persen, tijdens BV) Stimuleert groei (≈ zwangerschap, foetus/baby) en genezing (≈herstel pp) Geeft emoties van verbondenheid, liefde, vlinders in buik Maakt loom - onthaast Stimuleert eisprong, transport eicel door eileiders, productie + transport zaadcellen Doet calcium vrijzetten in myocyten→ spieractiviteit ↑: baarmoedercontracties

Katrien Nuttin (2015) 7

(menstruatie, orgasme, Braxton-Hicks, (voor)weeën, foetus-ejection, veiligheidsbol pp), spiercellen rond lactaterende cellen (toeschietreflex)

Sfincter open Verplaatsing warmte naar belangrijke zones vooraan lichaam Nestdrang, moederlijke zorg (samen met prolactine)

Stimuleert productie prolactine, groeihormoon, CRH Oxytocinereceptoren stimuleren PG-productie

Oxytocine beïnvloedt de activiteit van andere receptoren en neurotransmitters in andere grote systemen = verregaande effecten, o.a.

1. Kortstondige stimulatie CRH-productie – ACTH↑ (ook ↑β-endorfines)– cortisol ↑ BD↑, HF↑ ─ energie nodig om te bevallen

2. Lange termijn: stressreductie (natuurlijk veiligheidssysteem: pas na periode van alertheid is het veilig genoeg om achterover te leunen en te ontspannen) Rust, minder angst Hogere pijngrens Lager cortisolgehalte BD↓, HF↓ Hoe dit precies werkt, moet nog verder onderzocht worden

Oxytocine stimuleert tot op bepaalde hoogte eigen productie door oxytocinereceptoren op oxytocineproducerende cellen ≈ oxytocinelawine

Afb. 7.1 uit ‘De oxytocine factor’ van Uvnäs-Moberg

Katrien Nuttin (2015) 8

Oxytocineproductie wordt Gestimuleerd door Hormoon

- Oestrogenen (+oxytocinereceptoren) Neurotransmitters

- Glutamaat (stimulerend effect op hersengebieden van stemming, leren en geheugen)

- Cholecystokinine (rol in spijsvertering, amygdala = centrum v emoties en geheugen)

- Vaso-actieve intestinale peptide (VIP) - Serotonine (=regulator dopamine-

systeem, rol bij zelfvertrouwen, slaap, emoties, seksuele activiteit, eetlust, verwerking pijnprikkels)

- Dopamine (aansturen v beweging, concentratie, beloningssysteem)

- Noradrenaline (netwerk vanuit locus cereleus, alertheid en agressie) activeert of blokkeert oxytocine – afh v situatie/veiligheid (productie in pieken of constant v NA)

Externe stimuli: - Massage, aanraking, eten (=inwendige

aanraking) - Zuigen - Huid-huid, oog-oog-contact

Geremd door: Hormoon

- Testosteron Neurotransmitter

- GABA (tegenpool glutamaat, creëert kalmte en rust)

- Opiaten: encefaline, β-endorfine (indien zeer hoge concentratie), dynorfine

- (nor)adrenaline

Menstruele cyclus - vrijen Oxytocine komt vrij in prettige sociale situaties en bij prikkeling van de voortplantingsorganen, bereikt een piek bij orgasme. Oestrogenen (piek rond ovulatie) maken oa de baarmoeder gevoeliger voor oxytocine (meer receptoren). Zwangerschap Tegen het einde van het 3de zwangerschapstrimester stijgt de maternale oxytocinespiegel oiv endorfines (regelt vrijgave dopamine en gaba, > onderzoek bij ratten). Bovendien is het lichaam gevoeliger voor oxytocine owv toegenomen receptoren oiv oestrogenen stijging. => voorweeën, nestdrang Arbeid/geboorte Oxytocine wordt pulsatiel vrijgezet: begin arbeid om 3-5’, einde arbeid om 90’’. Oxytocine stijgt pas sterk op het einde van de arbeid (daarvoor vooral toename oxytocinereceptoren) en zorgt samen met een piek in noradrenaline voor het foetaal ejectiereflex. Oxytocine bereikt een absolute piek bij de geboorte van de placenta, deze houdt zo’n 60’ aan. De baby bereikt zijn oxytocinepiek zo’n 30’ na de geboorte, deze houdt een viertal dagen aan. Deze oxytocinepiek bij de geboorte is zo groot dat de kernen in de hypothalamus oxytocine lekken naar omgevende hersendelen. De hersenen worden als het ware gesopt in oxytocine. Uit onderzoek van Uvnäs-Moberg leek dit te zorgen voor lange termijneffecten (blijvend lagere bloeddruk, lager cortisolgehalte, hogere pijndrempel, hoger gehalte van spijsverteringshormonen, verminderde kans op cardiovasculaire problemen en type 2 diabetes).

Katrien Nuttin (2015)

9

Een gelijkaardig scenario treedt op bij de oxytocinepieken tijdens borstvoeding en orgasme. Regelmatige oxytocinepieken lijken een gunstig lange termijn effect te hebben. Borstvoeding Tijdens de borstvoeding schieten oxytocinewaarden in het bloed 1’ na tepelstimulatie de hoogte in (90sec interval), om 6’ na stop tepelstimulatie terug te keren naar basiswaarde. Oxytocine zorgt voor de toeschietreflex en boost prolactinevrijzetting in de hypofyse. 2.4.2 Vasopressine = antidiuretisch hormoon (ADH), polypeptide, zusje van oxytocine > hypothalamus

- Via neurohypofyse afgegeven aan bloedbaan - Neurotransmitter voor sympatisch zst ─ fight or flight (geeft moed door individuele ratten

agressief en onverschrokken te maken) Komt vrij bij uitdroging, dorst, misselijkheid/ braken, daling bloedvolume (bv bij bloeding)

Zorgt voor vochtbehoud (meer zout in bloed): urineprod↓, BD↑ Perifere vasoconstrictie: BD↑ Beschermt tegen uitputting: doet CRH↑in hypothalamus → ACTH↑ in hypofyse → cortisol↑

in bijnier Nota (Uvnäs-Moberg): Oestrogeen + oxytocine Testosteron ─ oxytocine + vasopressine

Speelt rol bij reactie op onveilige situatie: Vrouwen (oxytocine) – tend and be friend Mannen (vasopressine) – fight or flight

2.5 β-endorfine = polypeptide, hormoon van binding, euforie, plezier, creativiteit, leer en bescherming = neurotransmitter voor parasympathisch zst en immuunsysteem > adenohypofyse (POMC-cellen) oiv CRH in hypothalamus > parasymp zst en sommige immuunregulerende cellen > foetale hypofyse, placenta, vliezen Komt vrij bij gezellige situaties, massage… (cfr oxytocine), activatie parasymp systeem

langdurige inspanning, elke vorm van “groeiende pijn”, geeft moe maar goed gevoel in warm water gaan eten van suikers, vetten, chilipepers en chocolade

Werkt op zelfde receptoren als morfine (al is hun chemische bouw erg verschillend)

endorfine-roes helpt afsluiten van omgeving (rechterhersenhelft w gestimuleerd) onderdrukt immuunsysteem vergeetachtigheid gebroken slaap, uren wakker blijven liggen , levendige dromen ontspannend: BD↓, stress-reducerend: cortisol↓ helpt bij omgaan met pijn: pijndrempel ↑, pijnsensatie ↓

Katrien Nuttin (2015)

10

geeft euforie, blijdschap, gevoel van algemeen welzijn bevordert intimiteit en hechting, groeps-/sociaal gedrag

stimuleert prolactine productie (boost borstvoeding tijdens arbeid en pp) regelt vrijgave dopamine (neurotransmitter in beloningssyteem) en gaba (remmende

neurotransmitter van glutamaat, creëert kalmte en rust) ! te hoog endorfinegehalte

→ oxytocine ↓ misselijkheid (BD↓)

jeuk passief gedrag

Menstruele cyclus/vrijen In de folliculaire fase van de menstruele cyclus stijgt het endorfinegehalte oiv het stijgend oestrogeen. Tijdens het vrijen is er ook een toename van de endorfine-afgifte (focus op eigen lichaam, trance) en bereikt deze een piek bij het orgasme, waarna de vrouw zich ontspannen voelt, minder last van pijntjes, zin in intimiteit… Zwangerschap Lichte endorfinestijging tijdens zwangerschap (= fysieke belasting lichaam) Vanaf 38w sterke stijging endorfine

> oestrogeen↑ →POMC activatie in hypothalamus →endorfine productie in hypofyse > CRH↑

Arbeid/geboorte In het begin van de arbeid onderdrukken noradrenaline en ACTH de endorfineproductie. Als de moeder relatief vrij is van angst, stijgen de endorfines als reactie op de groeiende weeënintensiteit Op het moment van de geboorte bereiken endorfines een piek, deze zorgt samen met oxytocine en prolactine voor een ideale sfeer voor het eerste contact met het kind na de geboorte. Het kind maakt zelf ook endorfines aan + krijgt endorfines van placentaire en maternale productie (placentaire waarden bij geboorte zelfs hoger als maternaal endorfine). Endorfines blijven nog 1à3 dagen nazinderen bij de moeder. Borstvoeding 20’ na start borstvoeding piekt endorfine bij moeder, zit ook in moedermelk. 2.6 Catecholamines = verzamelnaam voor adrenaline en noradrenaline, peptide, stresshormonen, hormonen van kracht en inprinting > bijniermerg (in stamcellen van orthosympaticus) > neurotransmitter thv hersenen (locus cereleus = netwerk v noradrenaline) + orthosymp zst Komt vrij bij stress, zowel fysiek als psychisch → werken in op α (1,2) en β (1,2,3) adrenerge receptoren

α: vaten en interne organen → meestal + bm-contractie > noradrenaline ≈ fysieke stress β: hart, hersenen, longen → meestal ─ bm-contractie > adrenaline ≈ psychische stress pancreas, vetweefsel

! werken kort en krachtig: snelle afbraak

Katrien Nuttin (2015)

11

Fight-or-flight reactie ─ bij onveilige situatie in arbeid - HF↑, snelle oppervlakkige AH - Vasoconstrictie: BD↑, doorbloeding baarmoeder/ placenta↓ ten voordele van

hersenen, hart, spieren - Verslapping gladde spieren: bmcontracties↓, spijsvertering ↓ - Pupillen dilateren, alertheid zintuigen ↑ - Transpiratie, dorst

Foetus ejection reflex ─ einde arbeid (=veiliger, terug alert voor omgeving) - Cfr fight-or-flight reactie, behalve: hoge pieken noradrenaline triggeren vanuit locus

cereleus oxytocine (ook endorfine en prolactine) en zorgen voor veilige vlotte geboorte door krachtige contracties + alerte mama klaar voor ontmoeting

- Vaak voorafgegaan door verbale expressie van opwinding, woede of (doods)angst →gaat snel over indien vertrouwen vanuit omgeving !géén intellectuele respons

- Andere signalen: droge mond/ dorst, meer rechtopstaande houding, knijpen, terug alerter

Interactie met andere hormonen Constante productie catecholamines: ─ oxytocine, ─ endrofine, ─ prolactine Catecholamineproductie in pieken: + oxytocine, + endorfine, + prolactine

Catecholamines beschermen baby Intra-uterien (noradrenaline geschikter voor overleving foetus)

- Onderdrukt productie en stimuleert absorptie longvloeistof, + surfactantproductie - bescherming hersenen tegen hypoglycemie (glucose en vrije vetzuren in bloed↑) - bescherming hypoxie (doorbloeding hersenen, hart, bijnier, placenta↑)

Kristische overgang extra-uterien leven (meer adrenaline): - onderdrukt productie en stimuleert absorptie longvloeistof, opent bronchi en alveolen - ondersteunt verandering foetale circulatie - stimuleert warmteproductie (bruin vet thv schouderbladen en bijnieren) - bescherming hypoglycemie - maakt alert, tonus↑ → breastcrawl, hechting moeder-kind

Menstruele cyclus/ zwangerschap Catecholaminewaarden wisselen erg (snel afgebroken) en zijn afhankelijk van omstandigheden. Bij chronische stress, langdurig hoge catecholaminewaarden: verkleint conceptiekans, verhoogt risico IUGR in zwangerschap… Arbeid en geboorte Arbeid = hard fysiek werk: maternale catecholamines (vnl. noradrenaline) stijgen tijdens de arbeid, om een piek te bereiken bij de geboorte (foetus-ejection reflex). Na de geboorte dalen de maternale catecholamines sterk (binnen 3’ à 21’ terug op basisniveau), vaak reageren moeders hierop door te bibberen/ ont-laden, kunnen koud krijgen. Door de moeder warm te houden en het contact met pasgeborene niet te storen, blijven adrenalinewaarden laag en kan oxytocine haar werk doen ─ anders risico pp bloeding! De baby is gemaakt om om te gaan met de stress van arbeid en geboorte. Foetale catecholamines stijgen vóór en tijdens arbeid tgv druk op het hoofd en minder zuurstoftoevoer tijdens contracties, en bereiken een piek bij de geboorte. Deze catecholamines beschermen het kind tijdens arbeid en bij de kritische overgang naar het extra-uteriene leven. Ze zorgen ervoor dat de alerte baby liefdevolle gevoelens losmaakt bij zijn ouders en zijn weg naar de borst zoekt (=instinctief overlevingsmechanisme). Catecholaminewaarden bij de pasgeborene dalen na 30’, tegen 24u na geboorte terug ‘normaal’

Katrien Nuttin (2015)

12

niveau (cave onderzoek bij gestresste baby’s), snellere daling indien huid-huid-contact!

2.7 Cortisol = corticosteroïde > cholesterol, > bijnierschors > ACTH in hypofyse > CRH in hypothalamus en placenta, endometrium en vliezen Komt vrij oiv stress (lich & psych)

1. (nor)adrenaline maakt lichaam alert en krachtig voor fight-or-flight reactie 2. cortisol zorgt dat verlies aan energie gecompenseerd wordt, beschermt tegen uitputting

mindert glucoseverbruik in cellen regelt glucogenese onderdrukt ontstekingsverschijnselen (doet lymfocyten dalen, remt fagocytose) zorgt voor aanpassing lichaam aan chronische stress (bij tekort aan privacy, vertrouwen,

motivatie, steun) foetaal cortisol bevordert longrijping en omzetting progesteron → oestrogeen in placenta

cortisol stimuleert de productie van adrenaline en noradrenaline foetaal cortisol verhoogt placentair CRH (positief feedbackmechanisme) foetaal cortisol doet de synthese van oxytocine en PG stijgen thv placenta

CRH stimuleert foetale bijnier tot productie cortisol en oestrogeenprecursor DHEAS

(dehydroepiandrosterone sulfaat) CRH stimuleert amnioncellen tot productie PG CRH doet oxytocinereceptoren↑ (oxytocine doet placentair CRH↑) CRH doet endorfines vrijkomen (via POMC-cellen)

Zwangerschap – geboorte – postpartum De initiële cortisolstijging vergemakkelijkt de innesteling van de zygote. Placentair CRH stijgt in het derde trimester en is ongevoelig voor een negatief terugkoppelingssysteem (zoals de maternale hypothalamus-hypofyse-bijnier-as). Tussen 30 en 32 weken stijgt de foetale cortisolproductie → stimuleert de productie van surfactant bevordert de longmaturiteit en bereidt de moeder voor op de geboorte. Arbeid (=stress) doet CRH, ACTH en cortisol stijgen in moeder en kind: cortisol beschermt tegen uitputting, CRH doet endorfines vrij komen… Binnen de twee dagen na de geboorte daalt maternaal cortisol terug naar basiswaarde. 2.8 Prolactine = peptide, moederhormoon, hormoon van bescherming > hypofysevoorkwab > prolactine-RH in hypothalamus > foetus, baarmoeder Komt vrij bij tepelstimulatie

! Vorming prolactinereceptoren op melkproducerende cellen = enkel eerste week na geboorte (vanaf D9 lactogenese II) → Belang voeden op vraag!

Doet borstklierlobben groeien (samen met progesteron), doet tepel groeien Stimuleert melksecretie

Opmerking [KN1]: Verena Schmid (artikel Physiological systems of adaptation and endogenous resources)

Katrien Nuttin (2015)

13

Stimuleert eetlust bij moeder Helpt moeder bij aanpassing aan nieuwe levensstijl:

- Rol in hechting M-K, moedergevoel/instinct (samen met oxytocine) - Geeft veranderingen in slaapcyclus: meer REM-slaap; samen slapen enkel veilig bij BV - Onderdrukt vruchtbaarheid (verhindert ovariële respons op FSH, wsl. door binding op

FSH-receptorcellen) Stimuleert surfactant productie, helpt baby bij aanpassing anaeroob → aeroob metabolisme Bij de baby stimuleert prolactine de oligodendrocytes (type van hersencellen) → aanmaak

myeline → bescherming zenuwen →signalen w sneller doorgegeven, bevordert intelligentie De prolactineproductie wordt Gestimuleerd door

- GnRH - Vasopressine - β-endorfine - Oxytocine - Noradrenalinepiek

Geremd door - Dopamine - HPL - Oestrogeen - Hoog progesteron

Zwangerschap Vanaf de 8ste zwangerschapsweek begint prolactine te stijgen. Rond 5de zwschmaand stijgt prolactine tot 200 µg/ml, maar melksecretie wordt (grotendeels) onderdrukt door progesteron en HPL. Arbeid/geboorte Tijdens de arbeid stijgt prolactine verder (oiv endorfine, oxytocine, noradrenaline) en bereikt piek (400 µg/ml) bij de geboorte. Door het wegvallen van progesteron, oestrogenen en HPL bij de geboorte van de placenta, komt de melkproductie op gang. Borstvoeding Bij elke borstvoeding komt er een prolactinepiek vrij. De afgifte is het hoogst tijdens nachtvoedingen. Op 10 dagen na de geboorte bedragen maternale prolactinewaarden 90 µg/ml, deze dalen verder tot 40 µg/ml op 6 maanden, maar blijven verhoogd gedurende de hele lactatieperiode. Indien geen BV: snelle daling prolactine, na 7 dagen 20µg/ml = niveau van vóór zwsch

Katrien Nuttin (2015)

14

3. Valse noten

Bovenbeschreven hormonen werken in een dynamisch evenwicht met elkaar. Dit dynamisch samenspel van hormonen is erg complex: wanneer de werking van één hormoon verstoord wordt, raakt het hormonaal evenwicht uit balans en werkt deze verstoring ook door op de andere betrokken hormonen. Eén valse noot kan het hele orkest uit balans brengen. 3.1 Omgeving De hormonen die instaan voor de overlevingsmechanismen – en dus ook de voortplanting – worden geregeld vanuit het primitief brein (limbisch systeem en hersenstam). Dit primitieve zenuwstelsel wordt echter beïnvloed door de neocortex of de nieuwe, rationele hersenen. Prikkels vanuit de omgeving worden via sensibele zenuwen naar de neocortex geleid. Elke stimulatie van de neocortex kan de werking van het primitieve brein tegenwerken. Stimulerende factoren zijn: (rationele) taal, heldere lichten, het gevoel geobserveerd te worden, angst, honger, koude, psychische stress... kortom elke vrijzetting van adrenaline.

Zwangere/ kraamvrouw moet kunnen reageren op signalen van lichaam (vb. rusten bij vermoeidheid) => evenwicht para- en orthosymp zst !ondersteuning en begrip vanuit omgeving!

“een kind zou geboren moeten worden op de plek waar het verwekt zou kunnen worden” Verstoorde geboorte “maakt interventie nodig” => fysiologische reactie niet begrepen

3.2 Pijnstilling/epidurale verdoving Baringspijn = deel van fysiologie

Houdt de baring normaal Oxytocinereceptoren stimuleren PG-productie => PG versterken weeën => cervix ontsluit => pijnprikkel => β-endorfines en catecholamines ↑ => prolactine en oxytocine ↑ = cascade van hormonen, zichzelf versterkend effect waarvan pijn essentieel onderdeel is! Bij verdere indaling van baby in geboortekanaal: stimulatie stretchreceptoren van oxytocine in onderste deel vagina, perineum => oxytocinelawine (cfr Ferguson reflex) + noradrenaline piek => plotse irrationele angst, kort en van voorbijgaande aard => foetus ejection reflex =reeks onwillekeurige, oncontroleerbare sterke contracties + reflexmatige contractie van willekeurige spieren, samen met ontspannen, open bekkenbodem => snelle en veilige geboorte baby => barende zit vol energie (verticale houding, iets vastgrijpen), diepe grommende geluiden op top van contractie, is alert en vol moederliefde (oxytocine + prolactine)

Zorgt voor veilige hechting moeder-kind Hormonen van moeder (oxytocine, prolactine, endorfine en catecholamines) gaan door placenta naar baby (ook eigen productie) + extra stoot adrenaline door passage baringskanaal => Moeder en kind zijn in extase (vol liefdeshormoon) en alert = uniek moment dat nooit meer terugkomt! ‘sensitieve periode’ is bepalend voor de hechting, borstvoeding, neurologische geboorte als moeder en daarbij adaptatie aan nieuwe rol imprinting bij baby => lange termijneffecten: diepe fundamentele hechting met de moeder (=moeder van alle latere relaties), stress- en copingsmechanismen en normaal sociaal gedrag

Katrien Nuttin (2015)

15

Boost borstvoeding Druk op cervix (en bijhorende pijn) doet endorfines en nordadrenaline stijgen. Deze hormonen stimuleren samen met een stijgend oxytocinegehalte prolactine tot een piekproductie bij de geboorte van het kind.

Gevolgen van pijnstilling

Tijdens de baring: o Verhindert de aanmaak endorfines => baby krijgt minder endorfines o Verdooft de afferente zenuwen thv stretch receptoren => geen ferguson reflex en

verstoring van foetaal ejectiereflex o Verhoogt de kans op bijstimulatie (3x), met inhibitie van endogeen oxytocine,

catecholamines o Verhoogt de kans op kunstverlossing (3x)

Tijdens het postpartum: o Moeilijkere overgang intra- naar extra-uterien voor baby (catecholamines ↓) o Moeder angstiger en minder sociaal interactief o BV komt trager op gang (minder prolactine) o Vertraagde moeder-kindbinding (baby minder actief en moeder minder sensitief) o Minder defensief (‘als een leeuwin’) tov baby

Mbt medicatie bij de baby: o Medicatie is vetoplosbaar en wordt vnl terug gevonden in de hersenen van de

baby (bloed-hersenbarriere heeft bij een baby een grotere permeabiliteit). o Medicatie blijft 5x de halfwaardetijd in het lichaam van de baby alvorens volledig te

verdwijnen. o Pediatrische halfwaardetijden:

Ropivacaïne = Naropin: 4h Bupivacaïne = Marcaine: 8h Fentanyl: 18h Sufenta = opoïd: + 180h

Opm: Vraag om pijnstilling is vaak tgv angst

- oa door media en cultuur een irrationele angst, ver weg van ‘rationele’ fysiologie van de baring

- kracht van verwachting is meer bepalend dan de pijnprikkel zelf ⇒ Belang van goede begeleiding tijdens de zwangerschap!

3.3 Infuus

Tijdens de baring: o Dosering van synthetisch oxytocine is veel hoger dan natuurlijke oxytocine + geven

vaak te korte intervallen (<90 sec) om effectief te zijn o Synthetisch oxytocine werkt natuurlijke oxytocine tegen, cfr verzadigde receptoren o Synthetisch oxytocine passeert bloed-hersenbarrière amper( cfr 1‰ bij IV; 30-40 ‰ bij

neusspray door snelle passage via vomero nasale orgaan maar korte werking), kan niet als liefdeshormoon fungeren

o Verhoogt de kans op pijnstilling en kunstverlossing

Katrien Nuttin (2015)

16

Tijdens het postpartum: o Minder angstig en socialer (was niet verwacht) o Bij BV duidelijk minder endogene oxytocineproductie Reden? Nog in onderzoek; mogelijk overstimulatie van fergusonreflex waardoor toch indirect positief gevolg op endogene productie (als neurotransmitter)?

3.4 Gedirigeerd persen Bij gedirigeerd persen moet een vrouw nadenken => activatie van de neocortex, inactivatie van het primitief brein 3.5 Sectio

Verschil in primaire of secundaire sectio (wel of geen oxytocine)

Geen foetaal ejectiereflex, dus minder transformatie van hersenen

Gevolgen tijdens postpartum: o BV: amper oxytocine afgifte na 2 dagen o Angstiger en minder sociale adaptatie

Katrien Nuttin (2015)

17

4. De vroedvrouw, de zaalwachter

Zwangerschap, geboorte en borstvoeding vormen mijlpalen in het leven. Deze ervaringen raken vrouwen, baby’s, vaders en families en hebben belangrijke en langdurige effecten op de maatschappij. Vroedvrouwen zijn specialisten in de fysiologie, zij dienen deze levensbepalende processen te beschermen en ondersteunen. De pillars of health in de verloskunde (Verena Schmid):

1. Een goede werking van het endocriene systeem →tools: observatie, actief luisteren, aanraken, relaxatie

2. Een goede wisselwerking tussen ortho- en para-sympatisch zenuwstelsel →tools: ondersteuning en empowering

3. Een goede dynamische communicatie in het foeto-placentair systeem →tools: voeding, relatie (moeder-kind en vader-moeder-binding)

4. Sociologische adaptatie →tools: informed choice, probleemoplossend vermogen stimuleren

5. Emotionele adaptatie 4.1 Zwangerschap “Pillars of health” in prenatale consultatie verwerken Klinische tekens van goed foeto-placentair systeem

o Baarmoederhoogte: + 1 cm per week vanaf week 20 o Voldoende vruchtwater (+- 1l ): cfr oestrogeenwerking o Foetale bewegingen: regelmatig en levendig o Hartactie van de foetus: variabiliteit, beat to beat variatie o Samentrekkingen van de baarmoeder: onregelmatig en niet pijnlijk in eerste 2 trim cfr

progesteron / ritmische en toenemende contr. in 3e trim cfr oestrogenen/oxytocine o Cx zacht en open in 3e trim: cfr oestrogenen o Lage diastolische RR/ laag HB gehalte: cfr hemodilutie/progesteron

In laatste trim lichte stijging van diast. RR cfr ↓ hemodilutie, meer vocht in de weefsels oiv oestrogenen, oxytocine + invloed van ADH (zoals oxytocine afgescheiden thv neurohypofyse)

o Gespannen borsten: Progesteron → ↑melkklierlobben // oestrogenen → ↑melkliergangen o Vocht vasthouden: cfr oestrogenen o het ritme van emotionele schommelingen volgt elkaar sneller op de laatste dagen voor de

arbeid, en vlak ervoor een vredige tijd: terug tot rust komen, ‘nog wel enkele weken verder kunnen’ (hormonale wisselingwerking)

Stimulatie van parasympatisch zst in ‘het drukke westen’ Linkerhersenhelft ↓, Rechterhersenhelft ↑ = zetel v intuïtief, emotioneel, allesomvattend denken

o Bewegen, sport, yoga, meditatie o Aanraking, massage (polarisatiemassage)

Ortho- en parasympathisch werken in balans met elkaar, vb. inademen + orthosymp zst (HF↑), uitademen + parasymp zst (HF↓), ontspanning

Katrien Nuttin (2015)

18

Zwangerschap heeft hetzelfde ritmische verloop als de 3 fases van de arbeid en geboorte: - 1ste zwsch trimester: de moeder leert innerlijk een plaats te maken voor haar

groeiende baby ~ 1ste (latente) fase van arbeid: de moeder bereidt zich voor om zich open te stellen voor de geboorte van haar kind

- 2de zwsch trimester ~ 2de (actieve) fase van arbeid: gaan beiden over het zich openstellen/ openen voor het kind, de cervix openen

- 3de zwsch trimester ~3de fase van de arbeid (persen): draaien beiden om het leren loslaten van de baby, de baby geboren laten worden

Verena Schmid stelt dat als een vrouw tijdens de zwangerschap openstaat voor deze ritme, ze ook in staat zal zijn om te bevallen. Dit betekent niet noodzakelijk dat indien de vrouw een moeilijk eerste trimester heeft gehad ze ook problemen zal ervaren in de eerste of latente fase van de arbeid, maar dit eerste trimester kan haar doen inzien hoe belangrijk het is om de zwangerschap op een bewuste manier te beleven. Deze fases herhalen herhalen zich terug na de geboorte (zie lager). 4.2 Arbeid en geboorte Klinische tekens van goede foeto-placentaire communicatie:

o Latente fase: diarree (=bm prikkelt darmen), weeën (oestr+oxytocine), actief/ alert/ zenuwachtig (catecholamines)

o Actieve fase: vrouw keert in zichzelf (endorfines), instinctieve houdingen, ritmisch/elliptisch draaien met bekken, boeren/hikken/braken en koude-warmtewisselingen (catecholamine shot bij trapje hoger weeënintensiteit), vrouw wil dikwijls alleen zijn, gaat naar een andere kamer, badkamer of op toilet

o Transitie: plotse uitbarsting van opwinding, woede, (doods)angst “dit houd ik niet meer uit!”, “ik wil een epidurale!”, “laat dit stoppen!” van voorbijgaande aard (noradrenaline=NA); dorst (NA), verticalere houding (NA), iets willen vastgrijpen (NA), boeren/hikken/braken (NA), SBV, tekenen

o Uitdrijvingsfase: gulzige dorst (NA), eerst drukgevoel ≠ persdrang, instinctief naar grond toe ‘zakken’, diep grommend oergeluid bij contractie, foetus ejection reflex (NA+oxytocine), SBV

o Placentaire fase: (korte) rustperiode vooraleer moeder kind bij zich neemt, euforie (endorfine), liefde (oxytocine, prolactine), 1ste contact M-K huid/huid (O-E-P-NA), vlotte geboorte placenta + gecontraheerde bm (oxytocine), breastcrawl (O-E-P-NA)

“First do no harm!” ─ Kloosterman Storingen kunnen zijn:

- Rationele taal -> beperk verbale communicatie tot een minimum – volg intuïtie - Observeren: door persoon, vaginaal OZ, monitor/doptone, video/fototoestel… - Fysieke omgeving: helder licht, koude, weinig privacy, storende geluiden - Onveilig gevoel over plaats van bevalling, angsten, honger - Opgelet met aanraking/ massage, stoort soms de focus van de vrouw

Massage vanuit gevoel ‘ik moet iets doen’ of reactie op behoefte vrouw? Vraag naar ondersteuning vaak bij elke overgang tijdens de arbeid, metafoor van Lieve Huybrechts: stroomversnelling wanneer je met je bootje een rivier afvaart. Tussenin is het vredig en moet je wel wat werken, maar kan je tot rust komen, tijdens de overgangen (stroomversnellingen) moet je hard werken en heb je steun en bemoediging nodig, daarna kom je weer in rustiger vaarwater terecht.

Katrien Nuttin (2015)

19

Bij (veel) storingen geraken sommige moeders toch terug in balans. Andere vrouwen blijven uit balans en krijgen complicaties (vb. niet vorderende arbeid, foetale stress…). Vanuit een medisch-technisch model wordt hierop met technische ingrepen gereageerd → vaak cascade van interventies. Vanuit fysiologisch model worden (zolang moeder en kind in goede conditie) stoorzenders opgespoord en ‘behandeld’ en wordt het parasympatisch zst gestimuleerd, neocortex geïnactiveerd ten voordele van primitief brein → zelfgenezend vermogen Ongestoorde geboorte ≠ geboorte zonder steun ≠ pijnloze geboorte Pijn is deel van geboorteproces waar vrouw vanuit eigen kracht en instinct mee kan omgaan ≠ gemakkelijke geboorte Persoonlijke/ culturele invloeden = wèl optimaal functioneren van geboortehormonen 4.3 Na geboorte Tekens van een goede (hormonale) afstemming tss moeder en kind Moeder

o Stevig samengetrokken bm, normaal kraamverlies (oxytocine=O)

o Kan eerste dagen na geboorte goed overweg met ongemakken (endorfines=E)

o Stuwing D3,4 (prolactine=P), toeschietreflex, lekkende borsten (O)

o Loom, ontspannen gevoel tijdens borstvoeding (O, E)

o Meer eetlust (O,P), meer dorst (O)

o Neemt zorgende rol op zich (O,P), beschermt kind ‘leeuwin’ (O,P, catecholamines)

o Reageert liefdevol op (huilen van) het kind, herkent signalen baby (O,P)

o Slaapt veilig samen met baby, meer REM-slaap (P)

o Droge vagina/ een weinig witverlies na kraamverlies (prolactine onderdrukt oestr & prog)

o Eerste dagen na bevalling op wolken/ veel energie (O,E en cortisol > bevalling), babyblues

(zwangerschaps- en geboortehormonen zijn uitgewerkt, nieuw evenwicht wordt gezocht)

Kind

o Alerte baby vlak na geboorte, op zoek naar borst (catecholamines=CA)

o Baby vraagt frequent om voeding (CA), coördineert zoekactie naar en drinken aan borst

(CA,O)

o Baby maakt behoeften duidelijk via lichaamstaal en huilen (CA)

o Komt tot rust op de huid van moeder/ vader (O,E)

o Maakt meconium in eerste 24u, stoelgangverandering naar geel tegen D5

o Plasluiers nemen dag na dag toe, tot 6 natte luiers op 1 week na geboorte

o Rozige huidskleur, licht geel ten vroegste na 24u (en baby die zich vaak meld voor voeding)

o Baby valt max 10% af en is terug op/over geboortegewicht twee weken na geboorte

Katrien Nuttin (2015)

20

Ritmisch verloop Verena Schmid beschrijft hoe bepaalde fases zich steeds herhalen gedurende de cyclus van zwangerschap, geboorte en jong ouderschap. Vergelijkend met de ritmes in ‘4.1 zwangerschap’ beschreven stelt ze dat na de geboorte de baby zich aanpast aan de moeder en aan het buitenbaarmoederlijk leven, en de moeder past zich aan aan de baby en het moederschap (fase 1 – wennen aan/aanvaarden). Daarna volgen 3 tot 6 maanden van harmonie/ symbiose, (fase 2 – de mamababy-eenheid, open voor elkaar). En uiteindelijk zijn er 6 tot 9 maanden waarin de baby zich meer op de buitenwereld richt en een individu wil zijn (fase 3 – loslaten). 4.3.1 Ononderbroken huid-huid-contact = basis voor goede start borstvoeding = natuurlijke leefomgeving baby = “healing” bij gestoorde geboorte Bij huid-op-huid contact na de geboorte kruipt het kind als het ware naar de borst - breastcrawl. Hierbij duwt de baby met zijn handjes pulsatief op de borst. Via dit huidcontact komt er oxytocine vrij (zowel in bloed als oxytocine als neurotransmitter → werkt als hechtingshormoon) Directe gevolgen tijdens postpartum:

o Temperatuur van moeders borst en voeten van baby stijgen o AH en hartslag van de baby zijn stabieler o Cortisolspiegel is lager o Afweersysteem functioneert beter o Baby’s huilen minder en slapen beter

(= oxytocine reacties) Gevolgen op langere termijn: adequaat kunnen omgaan met stress:

o De eerste 12 maanden is het stresssysteem van een zuigeling zeer gevoelig. Dit komt doordat de neocortex nog onderontwikkeld is en het gedrag dus vooral gecontroleerd wordt vanuit het lagere brein.

o Amygdala (centrum van geheugen en emoties) geeft signaal van potentieel gevaar (herinnering!) => sympathisch zst wordt geactiveerd => cortisol stijgt => stress Indien adequate reactie van ouders door oa aanraking => oxytocine wordt vrijgegeven => parasympatisch zst wordt geactiveerd => lichaam terug in balans ! 1ste 2 levensmaanden pp = kritisch voor rijping amygdala → belang van kwaliteitsvolle zintuiglijke beleving van moeder(melk), huid-huid-contact, geur, zien, horen

⇒ Huid-op-huid van enorm helend belang bij epidurale, syntocinon of sectio (zeker in de ‘early

sensitive period’ = 1 u na bevalling) Ook na deze sensitieve periode blijft huid-op-huid van vitaal belang voor de verdere ontwikkeling, zowel voor de gezonde à terme boreling, als zeker voor de zieke prematuur

Hormonaal: doet o.a. oxytocine vrijkomen (zie hoger) Verstoring van het oxytocinesysteem rond de geboorte ≈ tekort in vermogen om zichzelf en anderen lief te hebben – uit zich in agressie en geweld, zelfmoord, anorexia... – Michel Odent

Neurologisch: bevordert vorming synapsen (verbinding hersencellen) → + maturatie hersenen en dus + functioneren heel lichaam/geest Brein in ontwikkeling + vroege stress/scheiding => neuropsychiatrische kwetsbaarheid (dissociatieve identiteitsaandoening, depressie, personaliteitsaandoening, middelenmisbruik, post traumatisch stress aandoening) – Nils Bergman

Katrien Nuttin (2015)

21

Genetisch: inprinting celgeheugen → bepaalt genexpressie Vb. zorgende moeder → gezond kind/volwassene → maakt zorgende ouder

Weinig zorgende moeder → ongezond kind/volwassene → maakt weinig zorgende ouder => ouders bewust maken van belang huid-op-huid contact/ dragen/ samen slapen stimuleren! 4.3.2 Borstvoeding Borstvoeding = gezonde voeding voor kind

o Unieke samenstelling op elke leeftijd (ook prematuur), op elk moment van de dag/nacht, zelfs tijdens de voeding verandert samenstelling => BV ≠ moedermelk uit fles

o Colostrum smeert darmpjes tegen indringers van buitenaf, rijping spijverteringssysteem o Bevat antistoffen en bevordert groei van thymus (productie T-lymfocyten), helpt bij verdere

ontwikkeling immuniteitssysteem o Bevordert de hersenontwikkeling (zie lager) o Kinderen die geen borstvoeding krijgen, zijn vaker en langer ziek, hebben meer risico op

infecties van luchtwegen, maagdarmstelsel; op lange termijn meer risico op diabetes type 1 en 2, zwaarlijvigheid, allergieën, wiegendood, borstkanker (bij meisjes op latere leeftijd), jeugdreuma, ziekte van Hodgkin…

Borstvoeding = gezond endocrien proces voor moeder

o Involutie baarmoeder (oxytocine) o Bevordert emotionele band met kind (oxytocine, prolactine) o Neurologische veranderingen (zie lager) o Moeders die geen borstvoeding geven, hebben meer risico op borstkanker, eierstokkanker,

diabetes type 2, postnatale depressie Borstvoeding = binding moeder-kind Borstvoeding = neurologische aanpassing aan moederschap

o Prolactine bevordert moederinstinct (samen met oxytocine), maakt moeder waakzaam voor signalen kind, zelfs tijdens slaap (meer REM-slaap), onderdrukt vruchtbaarheid = verzekert zorg voor het jonge, kwetsbare kind

o Oxytocine onderdrukt het cingulate gyrus (deel van hersenen, start onder corpus callosum) → angstreductie en meer kracht om als beschermer van de baby op te treden, geeft gevoelens van liefde (samen met prolactine: moederliefde)

o Cholecystokinine (komt vrij bij zuigen baby) geeft in de amygdala (hersendeel met primaire rol in geheugen en emoties) een gevoel van emotionele tevredenheid en welbevinden

Borstvoeding = breinbedrading kind

o Prolactine stimuleert oligodendrocytes (type van hersencellen) → myeline aanmaak → bescherming zenuwen → vlotte zenuwverbinding/ doorgeven signalen = hogere intelligentie

o Oxytocine geeft gevoelens van liefde, stimuleert zenuwbanen in hersenen welke de baby meer ontvankelijk maakt: pasgeborene opent ogen, zoekt moeder = begin hechting M-K = moeder van alle relaties = basis voor héle ontwikkeling

o Cholecystokinine (komt vrij bij zuigen) helpt zelfregulerend systeem van spijsvertering + kalmeert amygdala

Borstvoeding = …

= fysiologisch gevolg van zwangerschap en geboorte, biedt de grootste kans op een veilige en gezonde ontwikkeling van moeder en kind op àlle vlak

Katrien Nuttin (2015)

22

Vroedvrouwen dienen borstvoeding te promoten en ondersteunen. Sensibilisatie begint best al vóór de zwangerschap, tijdens de puberteit, in de kleuterklas. Borstvoedingsbegeleiding volgens 10 stappen BFHI

Katrien Nuttin (2015)

23

5. Toekomstmuziek?!

Onverstoorde zwangerschap en geboorte vertegenwoordigen een vloeiende hormonale orkestratie en bieden de gemakkelijkste overgang voor elke vrouw: fysiologisch, psychologisch en emotioneel van zwangerschap en geboorte naar moederschap en lactatie. Ook verhoogt deze onverstoorde hormonale orkestratie de veiligheid van het kind, niet alleen tijdens arbeid en bevalling, maar ook in de kritische overgang van intra- naar extra-uterien leven. Een fysiek/mentaal/emotioneel gezond verlopen zwangerschap garandeert de grootste kans op een fysiologische bevalling. Bij een onverstoorde geboorte kunnen de geboortehormonen vrouwen in extase brengen zodat ze het moederschap bewust en getransformeerd ingaan. Dit geeft niet alleen een goed gevoel; de postpartale hormonen die de hersenen van moeder èn kind overgieten, katalyseren ook diepe neurologische veranderingen in de hersenen. Deze veranderingen geven de moeder persoonlijke innerlijke kracht, fysieke sterkte en een intuïtief aanvoelen van de noden van de baby. Bovendien bereiden de geboortehormonen moeder en kind voor op de aangename wederzijdse afhankelijkheid, die de zorg en bescherming van de moeder garandeert en dus de gezonde ontwikkeling van haar kind verzekert. De moeder zal intuïtief op de behoeften van haar baby ingaan, wat het vertrouwen van het kind in de wereld en later in zichzelf bevordert, hij krijgt de boodschap ‘ik ben welkom, ik mag er zijn’. Zo ontwikkelt het kind tot een fysiek, psychisch en emotioneel gezonde volwassene. Vlak na een ongestoorde geboorte baden moeder en kind zich in een unieke piek van hormonen (oxytocine, endorfine, prolactine, catecholamines) die optimale omstandigheden creëert waarin de verdere moeder-kindband, borstvoeding,… tot stand kan komen. Dit wordt ook wel de ‘sensitieve periode’ genoemd, een hormonale piek die nooit meer op dit niveau terugkeert. Het (ongestoorde) contact tussen moeder en kind is bepalend voor de hechting, borstvoeding, neurologische geboorte als moeder… De baby print deze eerste uren na de geboorte in zijn celgeheugen in. Hoe de baby zich vlak na de geboorte voelt (veilig bij moeder, onveilig bij scheiding) is van invloed op zijn latere leven: diepe fundamentele hechting met de moeder (=moeder van alle latere relaties), stress- en copingsmechanismen, normaal sociaal gedrag. Niet enkel de eerste uren na de geboorte zijn van belang voor de ontwikkeling van het kind. Continue bereikbaarheid van de moeder (huid-op-huid, dragen, samen slapen) blijft volgens dr. Nils Bergman belangrijk de eerste 6 maanden na de geboorte. En ook na deze periode blijft het adequaat ingaan op de behoeften van een kind van onvoorstelbaar belang voor diens ontwikkeling en gezondheid, ook als toekomstige ouder. Deze liefdevolle, intuïtieve zorg maakt namelijk dat de baby genetisch voorgeprogrammeerd wordt om later op dezelfde manier zorg te dragen voor zijn eigen kinderen. Vice versa geldt ook dat kinderen die weinig reactie op hun behoeften kregen in hun eerste levensjaren, later dit gedrag als ouder ook verderzetten. De gezondheid van een populatie zegt veel over manier waarop er in een samenleving omgegaan wordt met moeders en baby’s, stelt Nils Bergman. Vroedvrouwen mogen getuige zijn van de meest bijzondere, krachtige, intieme processen in het leven van een vrouw/koppel/gezin. Zij zijn de persoon bij uitstek om mensen bewust te maken van hun eigen kracht en kunnen, hun instinct, en dat ze hierop mogen vertrouwen, in het belang van hun eigen gezondheid en die van hun kinderen.

Katrien Nuttin (2015)

24

Bronvermelding Niet storen, bevallende vrouw, Greet Raeymaekers en Kristel Verreycken, Karel de Grote Hogeschool,

Vorming 2012 Oxytocine, the inner guide to motherhood, Kerstin Uvnas Moberg, voordracht 27 oktober 2010, Gent De oxytocine factor, benut het hormoon van onthaasting , genezing en verbondenheid, Kerstin Uvnas

Moberg, ISBN 9789072219213 Gentle birth, gentle mothering, A Doctor’s Guide to Natural Childbirth and Gentle Early Parenting

choices, Sarah J. Buckley, ISBN 9781587613227 About fysiology in pregnancy and childbirth, Verena Schmid Birth pain, explaining sensations, exploring possibilities, a guide for midwives, Verena Schmid, ISBN

9781906619145 Holistic Midwifery: A comprehensive Textbook for Midwifes in Homebirth Practice, Vol I, Care during

pregnancy, Anne Frye, ISBN 189114555X Holistic Midwifery: A comprehensive Textbook for Midwifes in Homebirth Practice,Vol II, Care during

labour and birth, Anne Frye, ISBN 1891145606 Mayes’ Midwifery, a textbook for midwives, B R Sweet ea, ISBN 0702017574 The scientification of love, Michel Odent, ISBN 1853434760 Birth: countdown to optimal, Sylvie Donna, ISBN 9781906619190 Midwifery best practice 2, Sara Wickham, ISBN 0-7506-8805-X Anatomie en fysiologie van de mens, L-L Kirchmann, ISBN 9789035224315 Natuurlijk en zeker, Natuurlijke geboorteregeling, een leidraad, NFP-Vlaanderen/ NFP-Nederland,

ISBN 9072572297 Vrouwenlichaam, vrouwenwijsheid, Christiane Northrup, ISBN 978-90-6963-871-3 Baren, Benedicte Vansina, ISBN 978-90-8575-037-6 Veilig Bevallen, Beatrijs Smulders en Mariël Croon, ISBN 9021529912 Empowering Women, Andrea Robertson, ISBN 0646168363 Genieten van je bevalling, Elizabeth Davis en Debra Pascali-Bonaro, ISBN 9789069639475 Birth models that work, Robbie Davis-Floyd ea, ISBN 978-0-520-25891-4 Birthing from within, Pam England and Rob Horowitz, ISBN 978-0965987301 Perinatal neuroscience and skin-to-skin contact, Dr. Nils Bergman, voordracht, 4 december 2012,

Brussel Breastfeeding and human lactation, Jan Riordan en Karen Wambach, ISBN 9780763754327 Vroedkunde. Normale baring en kraambed, Annick Bogaerts, Lisette Geerdens en Francine Gooris, derde licht gewijzigde druk, 2012. BUCKLEY, S. J., ‘Undisturbed birth: Nature’s hormonal blueprint for safety, ease and ecstasy’, MIDIRS Midwifery Digest, jaargang 14 (2004a), juni, 2, p 203 – 209. BUCKLEY, S. J., ‘What disturbs birth?’, MIDIRS Midwifery Digest, jaargang 14 (2004b), september, 3, p 353 – 359. CLUETT, E., ‘The onset of labour 1: A review of the physiology’, The Practising Midwife, jaargang 3 (2000a), juni, 6, p 16 – 19. CLUETT, E., ‘The onset of labour 2: Implications for practice’, The Practising Midwife, jaargang 3 (2000b), juli/ augustus, 7, p 16 – 19. GINESI, L., NIESCIEROWICZ, R., ‘Neuroendocrinology and birth 1: Stress’, British Journal of Midwifery, jaargang 6 (1998a), oktober, 10, p 659 – 663. GINESI, L., NIESCIEROWICZ, R., ‘Neuroendocrinology and birth 2: The role of oxytocin’, British Journal of Midwifery, jaargang 6 (1998b), december, 12, p 791 – 796. REYNS, M., ‘Huid-ophuidcontact – belangrijk voor moeder en kind’, Tijdschrift voor vroedvrouwen, jaargang 18 (2012), november-december, 6, p 381 – 385. TRITTEN, J., ‘A keen eye: an interview with Verena Schmid’, Midwifery Today, 2002,

Katrien Nuttin (2015)

25

http://www.midwiferytoday.com/articles/verena.asp.