De historie van de deerlyke destructie ende ondergank der ... · nieren helpen of raden / ik wii...
Transcript of De historie van de deerlyke destructie ende ondergank der ... · nieren helpen of raden / ik wii...
- - - - -
--- -
-
- -
HISTORIEVan de deerlyke
Deſtructie ende Ondergank
Der Stad
JERUSALEM.Door den Keyzer Veſpaſiaan , met veele en -
verſcheyde Geſchiedeniſſen der Joden.
s
E.
Sº
SZ
-
SZ
E-, .
Z
H
Te A M ST ER DA M.,
By de Erve H. van der PUTTE Boekverkooperophet
Water, in de Lootsman.
e, // . " -
/
-
De deerlyke -
Ondergank der
Vatrent Peertig Jaaren ma
ÄY" dat onſe lieve Leere Jeſus
Äy gekrnpſt waß van den felien
: Joden zoo regeerde Deſpa
* ſiaan de Bogende Piepſer
ban Äamen / van Almangien en van
DLombardpen / ende Waß een geweldig
Leere van Jeruſalem / ende Nan alle de
Jagdſche en Hepdenſche landen.
Deſe Deſpaſiaan Baſte zeergeerne/ en
dede zijn Afgoden groote Eere en reve
rentie" hp was in 3ßnen tepd de alder
grootſte Heer van de Baereid / want
jem alle de Heeren meeſendee tendienſte
moeſten komen als bp 't gebood. En
zphädde eenen Bzoomen Edelenen UBpſe
Deſtructie ende
Stad Jeruſalem.
Hoe den Keyzer Veſpaſiaan al
heel Lazarus werd van der Ziekten,
die hcm onzen Lieven Hcerc toc
gezonden hadde.
E ſiehte was zoo zeer in Deſpaſia
nuß lighaan/ dathp geheel Laſae
ruß wierd/ ende en konde op ztjn Boeten
gaan mog ſtaan/ ende moeſte vam gr00te
Ppnen te 2Bedde itggen. Binnen deſens
tpd dat Deſpaſtaan de biepſer aldug ſiek
te Gedde gelegen wag/zoo kwam bin
nen Wäomen een van ong Weeren TDiſct
pelen geheeten Clement / dewelke dooz
de vzeſe des Ptepſers / ende den fiomep
nennietenbaddederven Pzediken't Dep
Zoone / geheeten Titu / die 3eer mag-lig Evangelium / mog het Chziften Ge
tig wasvan Goede: Wºeſe Citus/dwaal-oove : ºaar hp verſtoute beim op diendeook van den regten UDeg des Chziften-tepde/ ende Pzedikte den Komepnen hed
geloofs / ende aanbad de Afgoderpe ge-MBoozd Godts endehet Beylig Chziſten
jßk Geſpaſiaan zön Bader / want dooz Geloove waarmedebp veel Lieden be
zubtplhepd des TPupvels van der Pellenkeerde. Des kepſers Zeeueſchaal wag
was meeſtendeel den geheelen MBeered
de Afgoden onderdanig. Maar onſe
lieve Leere, die den omnatuurlühen dood
geſtoven is / orn't Menſcheiyke Geſlag
ze van der Eeuwtge dood te derloſſen /
ende heeft aan Beſpaſiaan en 3jn onder
zaten zßn dierbaren Bloede niet willen
verlooren latenf en heeftherneen bzeeſſe
lijke ſiehte toegeſonden/ am henn van de
Afgoderpente trekken. Ban welkerſiek
ten alle zijn Aangeſgte en zijnen Baard
dooz gegeeten engevuld werd/ waarom
hp en zñn Gnderſaten zeer dzoebig waa
ren. Ende 3p dedende beſte Medicpnen
tothem komen / die 3p binden konden
maar hethielpaluiet/ ende de Meeſters
zepden hern dattet niemand helpen en
mogt / dan alleen de gratte der Goden.
ook met de andere Lieden gekomen ter
Sdermoenedes Pepligen Mang Clement
ende aanhoo.de zet dermoenzeer neer
ſtelpk/ ende hp bekeerdegem tot het Pepe
lige Chziſten Geloove/aanroepende Chzi
ſtum met ootmoediger Herten. En hes
&derungen gedaan zßnde/ ging hp totzp
nen Leere den Piepſer Deſpaſiaan/ die hp
te Bedde Vand leggende zeer mißmaakt
van Lighaam. TDe Seneſchaalſende3p
nen Heere zoo deerlyl: mtsmaakt/ werd
hp Deenende mits compasſien en zug
tende. De kiepſer dat ſende / zepde tot
hennaldus: Dzienden WBeendnietmeer/
want onſe Goden mp de ſiekte verleend
hebben en als "then lieden believet/ ſg
zullen 3p nnp weder geſondmaaken. TDoen
*. de ºbeneſchaal : Beer tk otº:ZV 2. Uſ
nie dat u Goden eenige magt hebben /
jari hebbe in u Daders Cempelhoº
renzeggen dat te Seruſalemeen Replig
Pjophee te regeeren plag /,Äjnde Jeſus van Kaſarenen/ ende PP
jede binnenzynieven mentgſchoone Mai
gakel : want hp genaß die beſnet Waa
zen / gelyk gpzjt. TDie Blind Waaren
maakte hp ſende/ de WDove dede PP Poo
ren de Lieke Menſchen unaakte PP ge
zond / de Stomme maakte bP ſpºkº
dej de Teode dedehp verrpſen; Ende bp
enas alle die geene/ die hemmetgoeder
Ä gan riepeU.-
gaaar de Joden benpdenhem 303eerl
om de groote Miraketen die bP dede /
dat 3p hem kirupſten enter dood bag
ten anverdiend ende zonder ſchuld / einde
Pilatus uw Pzovooſt verwees beunter
dood. Endethheb hooren 3eggen/_dat PP
tenderden. Dage Berrees vander Dood/
ende klam daar na ten Beme / -ende ſit
er ſiegterhand zijns Bader: Endek
Ä hoore zeggen /_ die tet geärPgen
onde 7 dat zijnen Lighaan genaakt
hadde die zoude geneſen vanzhnderkwa
ien hoedantg datſe waaren indien GP
goed betrouwen in den Hepigen Pºo
pheet hadde : Daarom dunkt mp leve
genadige Peere / moog dp wat gekrP
gen / dat zünen Pepligen Lighawuege
naaht heeft / gp zoud geneſen van ubºe
groote ſekten. Doen vzaagde belnde
Fiepſer: Alanbad ende geloofde de Pºo
pheet ook aan onſe Goden : Ende de
Seneſchaal antwoozde: Leere / 90e
moog dp dat gevzagen of gepePnſen /
dat de Peplige Pzopheet uwe Boben
aanbidden zoude : want ihheb hooren
zeggen/ dat hp Godt van Remelrpk is/
ende ig in deſe RHeereld gekomen om
het menſchelijke Geſlagt met zünder
dood te verlaſſen: Bok heb ik hooren
3eggendoen hp in deſe Wereld regeerde
hadde hp Twee-en-tſeventig Diſcpu
en die methem gingen / upt den Wel
- - -
»
ken hp der twaalbe koog vooz zšne ze
creetſte / 0nder de welke een was die unen
Judas moemde / ende deſe Judaſ ver
kogthem/endeleverde hemden Sodenam
Dertig Penningen/ 't welk alſo (natu
houdder Schziftuure) geſchieden moefte.
En daar Ila beroudet de voozgenoen.de
Sudag / ende wilde den Joden de TDerrig
Penningen weder gevenhen-lieden zeg
gende dat hp mißdaan hadde. Maar de
Ähoden en wilden de Penuingen niet ont
fangen/ doe wiep de voozgenoemde SU
das de Penningen in den Tempel / ende
Verzing hern zelven upt deſpenalie/ ende
zßn Ziele voer onder bp den TDupvel van
der Wellen. TPaaronn rade ik u Feer Piep
ſer / dat gp tot Jeruſalem zendet / of
nen daar iet Uinden konde Dat deg Hep
ligen Pzopheeten Lighaam gemaakt had
de/ want daar medezou dpgeneſen/ dat
weetik wel. TDaaromzend totdaar/zon
der letten ofanders zuldp niet geneſen.
Hoe de Keyzer Veſpaſiaan zij
nen Seneſchaal tot Jculalcm zand,
om daar te zocken eenig ding dat
Jeſus Lighaam genaakt hadde. -
DÄ de Kepſer Beſpaſiaan deſe
WDoozden verſtaan hadde/zepdelp
tot den Seneſchaal aldus : Iſt alſo ge
igk gP 3egt / 30o en toeſt hier niet an
ger/_naar berepd u ende neemtvan mp
nen bchat zo veel als gp beyoeft / ende
repſt terfond na de Stad van Zeruſa
lenn / onnte verneemen endete beſten of
gp daar iek vinden kond dat den Pept
gen P0pheet genaakt heeft. Endeſ
alfo dat den Pepligen Pzopheet gelievet
mp geſondte mäaken / ik zalzfjn dood
wzeeken / ende geben TPertig Zoden om
eenen Penning / gelßk als hp onn Der
tig Penningen verkogt wag. Ende tk
wil dat gp Pilato mßnen Pzovooſt
zegt / dattet mp zeer mißhaagt dat hp
mp de (Tribupt niet enzendet die hpm
uen Bader plagte zenden/ want bp Ä
T
(nzeben Jaaren niet gegebenen heeft.
Heere / ik ſalu begeerte volbzengen/ bp
de hulpe Chziſtizepde de Seneſchaal. En
de hp ging hem terſtand berepden / end?
vier Gäupterg ende Schild-knegten met
hem / ende uaum des kepſers Goed ſo veel
als hp behoefde/ ende reed over 't Land
tot den Haven geheeten Barletten/ daar
Hp van de Boggers ontfangen werd /
ende van dgar reed bp met zijnen Geſel
ſchap ſo lange over Berg ende TPal / dat
zpte Caberg kwamen. Ende van baar
boerenſe te Schepe tot Ceſareen / ende
reed voot over 't Land tot in de Stad
dam Jeruſalem / ende logeerden in eens
goeden en wpſen Äoden ºup / die men
EIacob ngem.de / ende was Bader van
FDaria Jacobi / die Cßztſtum ſeer be
minden. Ende doe de Seneſchaal en zijn
Geſelſchap daardzte Daagen gewerft
hadden / zepde Jacob tot hen-liedey al
das: mp dunkt dat gp Edel ende WDel
gebooren Liedenzft/ daarom bidde tku
dat gp mp zegget van wat Lande ende
wie gp zijt / ende waarom gp hter
konnt / want mag ik U in eeniger ma
nieren helpen of raden / ik wii gaarne
doen a wat ik mag. Do antwºrten /
de Beneſchaal zßnen Weerd / en Zepde:
Wºeer Beerd / up dunkt dat gp een
eerbaar ende zecreet Manbent/ daarong
zal ik u de zaake te kennen geben daar
h mede belaft ben. WBeet dat ik des
Kepſers vau Komen Seneſchaal ben /
die u Peere is ende ook dennijnen. TDe
welke met een zwaare ſiekte gekweldi/
die men noemt de Taſerpe / woaar afhp
zeer mißmaakt ig in zßn Aangeſigte /
en iß krank alle zijn leden dooz / dat hp.
aan nog faan en kan / ende lgt zeer
rank van de boozgen0ernde ſiekte ts
bedde. Ende Men eM kalt daar geen te
medie tegen gebinden / 't welk hennen
zßn Gnderſaten zeer mishagende is / en
de ſiekte meerbert alle TDagen. En ik
hebbe h00ren zeggen / dat hier vooz
tepds in deſer Stad gen RepligPzophees
plagt te Hegeeken / gemganne Jeſu
Chziftuß / dien de Joden t' onregt ter
dood bzogten. WDelke Pzopheet vooz
zijn dood menig ſchoon Mirakel dede /
ende Ook na zßn dood / alſo ik te Ko
men in den Cempel heb hooren Pzedi
ken. TPaarom heb ik mßnen Heer den
Kepfer gezepd / mag hp eenig ding
dat dten Pepligen Pzo
3 Pheed
pheet geniaakt hadde 1 dathy van zün-ſtoud genezen / ende dat wilik bewpſern
der zielten haaſt geneſen zoude. Ende
daaronn heeft hp mp hier gezonden of
k iet daar bankrpgen k01lde / ende dat
fk het tot hem bzagte. Daarom bid
de tk Heer / wild mp hier in eenigſints
Helpen / en op dat gp 't doen wild / gp
zult daar van grooten loon ontfangen van
unßnen Meere den Repſer. Dant 3Ät gp
mp hier in behulpg / bp 3al ueen goot
Bºeer maaken : TPaarom bid ik dat gp
unp hier in helpen wild / want tk en zal
tot mßnen Heer niet keeren vooz de tpd
dat ik iet gevonden hebbe van den Rep
ligen Propheet : ?ier op vzaagde hem
3ßnen MBaart Jacob alouß ; Leerzegt
mp/ believet u: Aanbid de liepſer deſen
Aepligen Pyopheet / en gelooft hp tn
Henn? doenzepdede Semeſchaal: hp Aau
hid de Afgoden/ ende hp gelosft in heu
iieden. Bzisnd zepde Jacob/gp moegt
wel'thupwaard keeren / Wantheten 3p
dat hp gelooft in den Popheet / dieil ik
hebzien pasſien ende Krupſſen / ende die
3ag dat Äoſeph van Artmathea van
dem Krupſſe deede / en begroef in een
nieuw Steen Gzaf / ende daar ua Ver
reesop denderden TPag/ 3o enzalbp daar
deur niet geneſen / Waut ik heln 3ag
ende hoog.de zjnen TDiſcipelen Pzediken
hen-lieden zeggende: Gaat alle de UBae
reld doo? , den Menſchen het Repltge
Euangelium Pzedihen endezeggethen
ieden: Loo wie in Inßnen JRaane ge
looft en gedoopt is/ die zalzondertwÜf
fei het onvergankelßke Wijke mßns Da
der beſten / om daar eeuwiglßk met
mp te verblpben. Baar wee heum die
in mßnen Jàaam nieten gelooft nog
ook gedoopten iß/ Want die zaltenEeu
wigen TDage verdoennt weſen. TDaarom
zegge ik u dat den liepſer nimmermeer
geneſenen Zal / het en 3p dat hp eerſt in
deſen Pepligen Pzopheet geloove / ende
hem Aanbidde.
Waar Wil HP dad dgen/zo zal hpter
---- --
met een exempel vau eender vzouwege
heeten Beronicavan Galileen, die zo zeer
Melaatſch was/wantzp van alle Liedern
verſtooten wag. TDät bzouwkenhad zeer
groot betroubwen/ ende ſterk Geloevens
den Pepligen P20pheet.
En doen de Peplige Pzopheet aan
den kruiſſe hiug quam dit Dzouwkens
onder den Berg daar't Ftrupſſeopftond /
ende Baget Barta ſtoud niede daar bz? /
met eeuen TPiſcipel gemaamt Johannigf.
En dit Bzouwken en dozft bphenliedern
ntet konien / v90z dat ſe de JWBoeder deg
Pzopheeten Tep / Maarzpſtond van begre
en Weende al bitterlük. Ende doen de
WDaget JlMarta dit vzouwken du jam
meripk zag WBeenen ende ſohzepen wenk
ten 5pſe tothaaren 3Pkwann. Doe nann
des Pzopheeten Woeder den THoek / die
het Bzouwken op haar hoofde dzoeg /
ende zp ſpzep.de dien op des Pzoheeten
gebenedpde ARanſchpn. CEnde doen 3p den
TPoek wederon aftoog bleefzpn Aban
ſchpn in den Doek gefigureerd ends ge
pzent ſtaan. Ende de WDaget Maria gaſ
het Bzouwkenhaaren TPoek weder. Ende
zoo haaſt als de deugdelpke bzouwe Be
ronica haren TBoek in haar hand mam /
werd 3p weder gezond al§ of 3p nopt
zteh hadde gebDeeſt / ende deſe TDoeke
heefthet bzouwken nog. TDse 3epde Gap
de Heueſchaal: Beere ik geloove dat gp
waar 3egget / daarom bid tk u dat gp
het Pzouwken zoekt / endelaatſemet mp
vooz den tepſer gaan / want lk h00P.
dat hp aan den Pepligen Pzopheet we
gelovenzal / die men Chzſtus noemde/
ende zün dood wzeeken. Jacob dede 'd
vzouwken Derontcaterſtand zoeken/ende
doen 3p vooz hem kwam/ zepdebPhaal
dat de Kepſer Seneſchaalon haarge
komen wagen datzp methem Ungeſte
gaan/ om 3ßnen Heerte geneſen van der
Laſerpen/ daar hp ſeer ſiek af Waß/ er
dat 3P hRRT TD9ek MethRat "sº
hemdaar medete geneſen. Ende Dero
nica zepde: Ik zal daar geern gaan on
het Ehiſten gelove te verheffen endete
jerbzepden: want th hoope / mag bP
genezen dat hp Chziſten wo;den3almet
l zijn Dnderſaten. De Seneſchaal ver
blpdehem zeer van deſe WBoozden / ende
zepde Deronica - dat 3p Haar berepden
zaude/ om methemna Lä9nenterepfen,
Hoe de Seneſchaal van Pilatus
den Tribuyt eyſchte, die hyd
Keyzer ſchuldig was.
N deze voo?genoemde WBoozden /
zepde de Seneſchaal tot Jacob zij
nen MDeerd / dat hp Pilatum Wel Wilde
ſp;eeken. TDoenÄ Jacob met hem
vooz Salomons Cempel / daar 3p Pla
ug vonden / tot welke de Heneſchaal
pzak aldus : Pflato / ik ben Deſpaſi
aan des Liepſers 2Bode / die u Deeren
de dempue is. Ende hp ontbied u met
mp / dat gp hem de KTribupt Zend die
grhein ſchuldig zßt van agt Jaaren !
ende is zeer grau / dat gpſehern alle
Jaaren niet gefonden en hebt. TPaarom
endfe hem nu / eu ik zal Uwe Pep naa
hennethem. TDoen Pilatuſ deſe WBooz
den verſtond/ die Hemde Seneſchaalzep
he/ wierd hp zeer tooznig en antwooz.de
zem met eenen fellen toede: Äk en ben
iwen Heere niet ſchuldig / mog tk en
eb met hennntette doen: daaron pepnft
1 van hier te konnen / of ihzal u van
zer doen gaaN.
Hoe den Seneſchaal weder na
Romen keerde, endcleyde Veroni
ca methem.
MÄ deze WDoozdem ſchepde de bene
ſchaal van Pilato em dagte We
er ua Gomente keeren/ en mann oozlof
lan Jacob zßnen Baard / ende reps.de
net Beronica tot Acceroen/ en Vandaar
"oerenze te Schepe tot in de Haven
- -
ban Barti/daar den Seneſchaal groote
eere gedaan wierde van de 2Bozgerg van
der &tad. Ende doen 3p daar een wep
nig geruſt hadden regen 3p na Läonnen/
daar 3p 3eer bipdeißk antfangen wierden.
Be Liepſer was 3eer blpde van de Sene
ſchaalg komſte / want hp groot ver
langenbaddºegenbemteſpeeken/ ende
op deſeidetepd dat de Seneſchaal Kwam
hadde de Wiepſer alle 3jn leeren ontbo
den/ om' anderen Baags zynen Loon
Citum deliroon over tegeven / want
hpſe mit der ziekten ntet regeeren en
konde. Ende binnen deſer middeler-tepd
is de Seneſchaal vooz den Wiepſer geha
men / dten Bp 3eer ootmoedeißk groete.
En de Wiepſer vzaagdehem terftönd of
hp net gebenden en hadde dat henn ge
neſen mogtr; Gap de Geneſchaal ant
wooz.de : Leere dankt ende ſooft e
ſum Chziſtum / want ik een Pepſige
Dzoudwegevonden heb/ die eenen TDoek
yeeft daar Jeſus gebenedpde Aanſigt in
gepzent ſtaat / ende dooz Haar Geloove
is 5p geſond gewozdem van de Plazarßen
daar 5pte voozen 3eer krank af was ;
Daarom lieve Leer 2Gid den Almagti
gen Godt / dat PP u gezondhepd verer
neu wil/ende gelooft in bem/ of anders
en meugdp ulunermeer geſond woz
den. Doen antwooz.de den kepſer: fk
geloove wel dat gp waarzegt. Ende
doet mp Chziftuszoo veel eere / dat hp
mp geſondgepd verleene / tk zal #dood zo fellgaenwzeeken/dat noopt dies
gelßk geſien ents / daaromlaat de Dzou
we met de TPoek voozmpkonnen: §eere
antwooz.de de Seneſchaal / mozgen als
alle de Baroenen bp u vergadert Ähet MDirakel aan teien / danzaſ ik de
Bzouwe tot uaten komen / om dat zp
aan Jeſum gelovende wozden dooz Hen
groot Mºirake. Ende dannmoogdpuwen
Soon Citum Piepſer maaken believet u.
JDa deze WBoozden ig den Seneſchaal
in 3jn Merberge gegaan tot de Ä:
zou
B;ouwe Deronica/haar3eggendealdué:
Dzouwe gp zult de Piepſer mo?gen ſtn /
want hp begeert dat gP W003 Penn
konut / daarom bid onſen Lieben Heere
Jeſum dat hp zhn Matrakel aan hemlaat
geſchien/ op dat hp / ende alle 3tjn Polk
Chzſti UBetaannemen mogen: Deronica
berſtaande deſe UB00zden / bad den ge
3ond-maker Jeſum / in deſer Manieren;
G God Almagtige ! Wild U gewaardt
en u Mirakelte toonen aan deſen Ede
enen Machtigen kepſer Deſpaſiaan /
Denn van 3ßnerziekten geſond maaken
de / op dat hp ende al 3ßn Bolk aan u
rnogen geloven / ende in uwen Daam het
WBaaragtige Chziſten geloabeaannennen.
JNadeſe Gebedenzag Beroutca der Stra
1en waard / ende werd ſinte Clement ſien
de / dte uaoz der Beuren paſſeerde/ ende
3p rtep tot hem aldus : 2Gzoeder Che
nent God 3p met u. Ende doen Stnte
Clement deſe WBoozden Hoozde/ verblßde
bphenn/onn dat 3p vall 0nſen Ilieven ?ee
reſpzak in des Seneſchaalshups, ende
ook on dat 3p henn Ulet zijnen Daam
R0ernde / ende Beroutca Zepde Voogt tot
hem : WBgoeder en voeeſt van mßne
WBoozden niet verwonderd/ wantikhoo
pe dat Chziſtus Bet vermeerdert zai
wozden / ende ik weet wel dat gp mp
niet en kend / 't en 3p dat ik u mijnen
JPaam zegge. Zk ben die Bzouwe die
gezondheid verkreegonder het trupſſe
Chziſti / dooz zßn Peplig ILpden en bloet
vergieten. Ende dit t den Boek die
zfn Gebenedde Moeder Maria mp
gaf / daar zßn Gebenedßde Alanſigt in
gepzent ftond. GEn ik ben hier gekomsn
om den liepſer Deſpaſiaan met den
TDoek van 3ßnder Diekte te geneſen.
Ende ik bidde u dat gp MDozgen met
mp gaan wildomhem het Peplige Chzi
ſten Geloove te Pzediken. Toen ant
wooz.de Sint Clement: Det is de gratie
God dat Wºp hier verzaamt zijn / ende
kzal geerne met u gaan als 't ubelieft/
------- --
nMaar ik bid U dat gp nnp uven Haarn
zeggen wild. Äk heet Beroutca ant
woozde 3p. Ende doe 3p een luttel t'ſa
men geſpzooken hadden / ſchepdenzp
van een tot ' anderen Baags.
Hoe de Seneſchaal ; St. CleIDCIU ende de Vrouwc Vcronica voor
den Keyſer kwamen.
D“ Liepſer en wilde binnen die Tea
gen 3jn Afgoden niet Aanbidden
want bp geen alte grooten geloove meer
in hun DLteden en hadde. Ende des an
derendaags doen alle zijn beeren ende
ÜRovelingen vergaderd Waaken / dede ds
Fiepſer 5Ün Srneſchaal vooz hem ko
men / en Methem käWannen Veronica en
St. Clement / dien3p den TDoek gaf daar
ouſen Lieve Peere gebenedßde Aauſchhn
inne gepzent ſtond. Endoenzp vooz deu
liepſerkWamen / groete 3p henn metgroo
te reverentie ſpzekends tot den Liepſer
alduß: Genadige Leere/ wild ugeweer
dtgen defen Repligen jºante aanhooren/
die een van Clyziſtu Giſcipulen ig : en
ik hoopedat bp u wei geneſenzal/ als bp
zjn ZDermoen gedaanzal hebben. TDoon
dede de tepſer al 3ßn Lieden zwpgen /
om dat 3p alte 3amen 't Sexngen des
Hepligen Bans eint Clement aauhoo
ren zouden. En de Bepltge MBan St.
Clement klon terſtond op eenen hoogen
ſtoel / ende beſtond het WDoozd Godtg
te Pzediken / welk de Piepſer ende aiie
die daar Waaren 3eer geerneh00 den : ers
na den Serrºnoen vielen St. Clement ern
Beronica op hun inpen/ enbaden onſera
Lieven Beer/ dat hp den Piepſer geſond
hepd verleenen wilde / Enna den Gebede
ontdede St. Clement den TPoek 1 en toon
deſe den Stepſer / en dede hem Chziftus
(welker Aalgeſgtedaar in gepzent ſtont )
Alanbidden. Enzoo haaſ algº de Repſer
dat gedaan hadde / 30 werd hp geſond.
Hoc
Hoe Sinte Clement des ande
ren daegs voor den Keyfer Predik
te, en bad dat hy hem wilde laten
Doopen mer zyn Onderſaten.
Es anderen daegs 'g MB0zgeng
Pzedikte St. Clement wederom
vooz den Piepſer en 3yne CDnderſaten /
die heim zeer minneißk audientte verleen
dem Ende na dat 't Sermoen gedaen
was / zoo zepde Clement tot den tepſer
Deſpaſiaen alduß / Heer / madien dat
u Chziſtus gezont gemaekt heeft / zoo
bidde ik u Vztendeliker/ dat gP U inz
nen Paem laet doopen / Want hp zelve
dat TPoopſel geozdineert yeeft. Den tep
ſer gebood alle zßn onderzaten / datſe
hen lietem VPoopen/ endezepde tot Dero
nica aldu : Deronica täben gzotelſkß
in u gegouden / Vandat gp on münent
kotile zoo zeer gearbepdt hebt. Daerorn
begeert van mp alles dat gp hebben wilt
het 3p Caſteeieu of Steden/ ihzal'tuge
ben/ want gp dat tegen mp Weiberdient
Hebt. Deronica antwG0?de de Btepſer al
dus: Heere tk danke u zeer van 't grene
dat gp unp Pyezenteert. Maertk bid u
dat gp 't Clement geeft / 'tgeene dat gp
nnp geben 30tt / de Uiepſer Waß des tevze
den / ein 3epde den Hepligen man Clement
dat hp bangen begeeren30ude wat hern
beliefde. Ende de heplige unan St. Cle
neut antwooz.de / Deere ik en begeere
Van u anders niet / daR dat gp vaſtende
balſtandig in Chziftus gelove blpvetle
ben. TDoen de topſer Deſpaſiaen deze
Wooz.de hoozden/zepdshp weder tot hem
aldus: Dztent Gods ik wil dat gp een
Dader zßt van alle het Chziftenrijk/ en
'k begeer dat gp alle mßm Landen
d003 / ’t Chziften geloove doet Pzediken/
en dooptſe alle die gedoopt wtilen zßn /
naer tk enzal mp niet laten doopen /
U003 dat ik Chyiſtus dootop defelle Jo
dei gewz0ken zal hebben. Ende gelievet
Gnſen Beere Jeſu Cyziſtus datik we
der intnßm Land keere/zo zal ik mp las
ken doopen metalmtjn Dnderſaten dat
beloove tk bp müner tepſerlijke kroome.
Ende ik 3al kogt na Jeruſalem trekken
0m C)ziſtus doot te wzeken.
Hoc de Keyſer Veſpaſiaen St.Clements Pausmackte, 2.
Gºtsdaer namaekte de kepſer St.
Cleruent Paug van Wäomen welke
dede een kerl fttchten ter eeren van
Ät. ºtmon / ende eenen Autaer op
twee Pºlaren ſlaen / op den welken hu
zeer weerdeißk dede ſtellen het Beeidt
Van Derontca/ ende bp dede ook vonten
nahen on de Lieden daer in te doppen.
Eude Sint Clement doopte Deronica /
ende Dede Meitig ſchoon Sermoeu in de
V09?gengelude Kerke. Ma dat dit alle
duß geozdieert Waß / quam de Sene
ſcyael tot Deſpaſiamus/enzepde aldus:
Reer liepſer ap moogt weibljdeen
vzajhwezen? van datuonzelieve Peere
Jeſus gezont gemaekt heeft / dteg moet
PP gelooft ende gebenedyt wezen in der
esuWighept. Baer mu zat ik u verteilen
van de antwoozde / die mp Pilatus u
p?ovooſt gaf/ doen ik hem den Tribupt
epſcpede Van uwent wegen: 9p zag zeer
grammelyk op nnp / endezepde: dat
HP u geeuen Crbupt ſchuldigen was /
ende beef daer lange in de Stad / hp
zoude mp doen dooden/ maer tk was zo
blpde on dat h uwe gezonthept gevon
den hadde/datik tegen hem niet langer
en ſpzak / maer tk dzepgde hem metu
zeggende dat gphen bederven zaude.
Ende daer was een wjs Ioode neveng
bem/ die tot heruzepde: Datdeheplige
Pzopheet geſpzoen hadde dat Jeruſa
em eer lange Gedeſtrueert zoude woz
den/ 3oo 3eer/ dat den eenen ſteen op den
anderen mieten 3oude blpven itggen /
en Datter 300 groote hongerzfjn zoude
dat de là0eder haer Rinteeten zoude van
groote Honger : Ende doen Pilatus den
B v00?
booznoemden Soode deze wooden 300
hoo.de zeggenſwert bp zeerººgºº
em ende dede henn net firaffe ºde
jpaen. Daer bp Heer iepſer moget
gp Pilatus deugt bekennen. -
Hoe de Keyſer zyn Heyr verga
derde, endenaby Jeruſalcm toog
AE tepſer was zeer graum van de
hoveerdige woozden I die Plaus
so den Seneſchael geſpzoohen badde /
ende ontbootterſtont alle 3pn Gnderza"
enomma Jeruzalem te trehken / dº
jelkemet joote Digelantie 5eer weltaegemaekt waren ounte ſºpdº- ende
jenºoomen vergaderde bet getal
van dzie hondert dupzent Wäldders / 30.“
der alle d anderen die geen Fälddersen
waren ende de tepſer dede derſtont der
g dupzent Galepen ende Barhºº be“
reſden in demeike hp ende alleine
denzeplden vooz wint/enmerpoofpoet
over de Zee ende quamau binnen vpf
dagen in de haven van Akers endde
WSözgers gaven de Krad op / behauſen
ijfen goed / ende de kepſer ontfugze
in genaden.
Hoe de Keyſer een Kaſteel be
leyde , dat tuſchen Akers ende Je
ruſalem ttond.
Jade doen 't Hepz binnen de Stad
van Akers zominige dagen geruft
hadde / zootsog hp vooz een ſtek tº
Keel genaemt Ätaphat ende bebºoz.
enen wopſen Jode toe / die men Jaffat
de Jaffa naende. Doen de Hodend
gzoote Hepz zagen/ hadde ºben ſº
pgegeven / maer de liepſeren Wiese
untfangen / ende zoo haeſt alſ ben
*t Zepz geſpzept hadde / viel 5oo 3ware
regen / en waepden 300 3eer da.
jemandt dogſte roeren, TBit taſteel
was zoo zeer ſterk / ende wel vooſe
van Wictualie/ want die Heere eenzubtpl
man was ende waß Zoſephspan ri
-
mathlèngeregtigen Heve 7 ende hadde
et taſtel geerne opgegeven / Maer.de
epſer eu wildeß net op neemen.
Hoe de Keyſer 't Kaſteel won,
endc doode al wat daer binnen was,
uytgenomen Jafat cnde Jolcph zyn
Newe.
E tepſer dede "t Biaſteel beſto3
men en Wonnet ma veel ſtrzºden/ zo
dede bp alle de Zoden doodſlaen /. die
daerbinuen waren./uptgenomen Jaffat
de Jaffa / en Äoſeph van Arimathien/
net mog Meer andere / die in een taver
me onder de Aerde geloopen waren / en«
de leefdeu daer wel dzte dagen zouder
eeten of dzinken.
Ende doe ds Ioden zagen / datſe van
hanger fterven moeſten / flaken 3p d'een
den anderen dood/uptgenoouuen Jaffat
en Äoſeph zijn ?eve die zudhßntet doen
en Wutlden : en doen Jaffat de andere
duß dood zag liggen / zepde hp tot Zºo
ſeph; ih was Heere van defeu kiaſteele/
ende meu reekende mp vooz een wijs
Man / daeron Waert gYoute ſchande
dat ik dug catibelßk mijn lßf verlieſen
zoude / daeroin laet on upt den hole
gaen / eer WP ban h0nger ſterben. Da
deſe woozden gingen Jaffat ende Jo
ſeph vielen op haer knpen / ende Jaffat
zepden tot den liepſer aldus : Heere ik
waſ Heere Val dit taſteel / dat gp hier
gedeſtrueert hebt / ende th heb hoozen
zeggen / dat gp na Jeruſalem trekken
wild / om de dood Chziftite wzeken/ de
Welke nßt gz60te bztent was / en deſe
mßn Reve dede henn van der krupce /
ende Iepdehem in een nieuw ſteenen graf/
daeronn iſt zahe dat gp na de Stadt van
Seruſalem witt/ 3o behoef dp onſenraet
wel / wantde Stadt zeerquaette winnen
is/ daeronn lieve Heer Riepſer weeſt on:
genadig / Wp zullen UWe gekrouwelijk
dienenen ten beſten raden. TDen hep
ſer ontfingſe in genaden ende dede
--
iieden teeeten geben. Ende Kepfer byaeg
de hen lieden doen 3p gegeeten ende ge»
dzonken hadden / of 3p aen Chziſtnm
geloofden / ende antwoozden ja : doen
heeft hpze in 3pnen dienſt genomen/om
Hennteraden alshp des van mode hadde.
Hoe den Keyſer ende Titus zyne
Zoone van den Kaſteele reysden,
ende hoe zy de Stad van Jeruſalem
belyden.
A deſe Geſchiedeniſſe repsden de
kepſer ende Titus 3pne Soone
met deu geheelen Pepg Booz de Stad
van Jeruſalem / ende belepdenze zeer /
ſterkeipk. TDoe begoft te gemarken
dat onſe Lieven Heere op den Palm
dag aldnuß al weenende 3epde : Baert
u kemmelßk wat u geſchieden zal / gp
zoudt weenen / want gp en Weet noch
uurenoch td / dat gp beleegertsuitW04
S. O- i,
- EſSº S. . . <E
- bº-kW-- - Sº -
- M-SF S
- - I YB-S)
- -
-
- -
den / den eenen ſteen 3a op den ande
ren niet blpven. Ende de Doeder zak
baer kiut eeten van gebzek der ſppze.
Ptatus en haddenden Liepſerop dientßd
ntet verwagt / en hieltgzoote Feeſte bin
nen Jeruſalem / tot welke Feeſte Zero
des Sonne Archilaus gekomen wag/ en
was een gYoot Conink van Galileen /
ende mog veel andere Joden die alle ren
Feeſte gekommen waren enzoo haeſtalszp
binnen Jeruſalem quamen / werdet zoo
bpfteren weder / datniemant vanhunal
ke upt de Stadendozfte gaenom nahupg
te repzen. Ende doe Pilatus / ende an
der Joden/ alſo gzoten hepzvooz de Stad
Zagen liggen / bparen 3p verandert ends
beſchaemt. De Coning Archilauß mer
hende dat Pilatus zeer bedzoeft was /
ſpzak tot henn aldus. En weeſt niet ver
vaert / Want hierzfjn veel ſtoute Kidder:
fn deſe Stadt en deſe Stadt iszooſterle
dat menze niet wimmen en mag / en wp na bp de muren / doen 3p mepnden upt
hebben pzovianden genoeg / daeronn ente repzen / dat niemand van hen lieden
weeſt miet vervaert/ maer katen vop ons zo ſout en was dat hp upt der Poozten
gaen waepenen / ende trekken tegen hen hadden dervengaen/maer3p keerde alle
lieden upt. Veſen raed dochte Pilatus weder ter Stad waert in / en ſaoten
goedt / ende wapende hem met akzpnde Poozten wel vaſt toe / ende Pilatus
Bolk. Maer des Repſers Bepz waszoo "g dat eeniegelßkſtenen dz0eg OP ds
2. mU
/
muren van der Stad 7 om des tepſers
lieden daer mede te wederſtaen / 's Welk
alſo gedaen wert. Doengingen Platus
en de Coning Archtlauß net, dertig
dupzent gewaapende mannen op de mu
xen ende Pilatus hadde eenen Witten
ſtok in zün hand. TBoenvzaegde de iTP
ſer zpnen Seneſchael / weit Pilatuſ
was. TPe Semeſchael antwooz.de / die
den witten ſtok in 5pn hant heeft / dat
Pilatus. TPoenrisp de Hiepſer Beſpa
ſiaeu tot Pilatusaldus: Be Edele lee
re mpn Dader Auguſtuß Cezar gaf U
Jeruſalem te bewaren. Ende machten
uPzovooſt / om das gp zßn Landen
hier omtrent getrouwelijk bewaeren
ende wel regeeren zoud. Baer doen gp
wiſ dat hp doot wag. / en bekent gP
de deugt niet / die hp u gedaen Hadde :
MDant gp nnp noopt 3pn Cribupt ge
3ouden hebt die gphem alle are pleget
rezenden / ende doe ik 'er mynen Sene
- ſchael om zont / woud gp Pem ſchoffie
xen / ends ontboot mp Dat gp Vall Map
niette leenen hielt / ende dat ik Lom
bardpen en Halmangien Wel bewaer.de/
gp zoudt Jeruzalem wel bewaeren :
THaerom wil ik dat gp de Poogten
vooz nnp op doet/ om mpnen wil nieru
te doen / ende net allen den gelteil / die
daer binnen 3pn. Ende Pilatus ant
wooz.de/dat hp herrl beraden 30ude uet
3pnen Baroenen. -
Hoe Pilatus en de Joden raed
hielden in Salomons Tempel.
DÄ ging Pilatus ende de Baroe
nen in Salomons Cempel ſpade/
- ende de Contng Archilaus zepde tot
den Baroenen aldus: En weeſt van den
tepſer niet vervaert / want hier 5ßn al
zo veel goede Äldders in der Stadt alſſer
in "t vierendeel van de WBeexelt 3ßn/-en
de het Waer g00te 30ttermpe 0180p te
geben in des Kepſers handen om 3ßn
Folie met onste döen. Wegen ſpäh- -
- - - -
2 Gazrabaß/ Pilatus/ Seneſchael alduſ
De Coning Archilaus Ä WakT
Hept / Want het Repr en mag utet tan
ger booz de Stad blpven/ endedat bp ge
Dzek Van Water / want 5p geen nader
Waier en Hadden dan het TSupveg-bad/
daerde twee Dteden Kodona en Go
nora ber3onken / ende het is een half
dagVaert Van hier. Daerom radelkt
Uldat gPont3egt Pilatus de Coning
Archlau en d'ander Baroeuenhieden
deſe raet vooz goet ende van weerden
ende Pilatus ging metten anderen op
deuuren / ende riep totten Kepſer ai
dus Reer ºepſer/ keert weder' hupg
ºaert ende bewaertu Tanden/ ikzaide
Stad an Jeruſalem wei bewärentegen
u / ende legen alle mijn vpamden / däer
º. Pfnu Vanpter tekonnen / ergp
ende alle Polk bedzogen wözt. Fe
epfer deſe woozden van Pilatus ver
ſtaende/ antwooz.de aldus; en vermaent
nP Vangeen wech repzen / maer geeft
mp de Stadt op 7 ofík zaiſe metfoºtſie
krPgen/ eer tk van hierſchepden za/Ten
de doen u alle tezannenkwader doof ſter
ven. Shen 3alude Stadnietovergeven/
ſpzah Pilatus / daerom keert weder na
u land/ of tk 3al met udaen'tgenedat
g? met WP doen wilt, Met deſe lietenſe
alle bepd de ſp?ake / ende de Piepſer
ging in 3ſn Leite ende verteiden Titus
zynen Zºne de woozden / die tuſſen P
latus en heln geſchiet waren / van wel
ke woozden Litus zeer blpde was en
zep.de : . Gebenedſſt 3p God Alunagtig
dat de Valſche Verzader geen genade en
begeert. Ende tk bidde uzeer lieve Leer
Bader /_dat gp zünder niet meer gena
digen 35t / daubp Jeſu Chztſto gena
dtg was. Ende met dien dat Titus
enzymen Dader aldus tezamenſpzaken/
qualmendaertwee Palſcenters enzepden
totten kepſer aldus : Genadig Seere /
Wp en Welen Watte doen met uwepeer
den/ ende met den anderen beeſten/ want
3p.
zp bp navandozſte ſterben/en wpoinbengeen nader water dan's Pupvels
iviere / daer de twee Steden dodoma
ende Genozra verſonken 3pn / 't Weik
een half dagvaert Van hier ig / en daer
onnen mag 't Hepr Atet langer gedue
en. TDeepſer wert ſeer bedzoeft van
deſe tpdinge ende vzaegde den raet van
Jaffät de Jaffa / ende aen Joſeph van
Srijnathien/dewelke Pen 3epdel al
dus: eere gp hebt vee Pſſenen Buf
fes / doet'er een dee villen ende get
bleeſch ſouteu / dan doet devellen rep
nigen en ſchoon maeken / ende doetſe
d'een aen d'auder napen; en da doetſeint dal van Joſappat ſpzepden / en
doet uwen Sonntmiers 't Water Halen
upt des Teupvelsätuiere/ ende doethet
ii't dal gieten op de voozgenoemde vel
ien ende het ſal in der aerde uietmogen
ſinken, want'tdoo develen mieten ſal
mogen: TBit dochte de Liepſer goeden
raerte ztjn 1 ende dede weiten dupſent
Gſſen Koepen ende buffels blen/ ende
het vleeſch zouten/ ende de Wellen repnt
gen ende aen mapen / ende dedenſe in 'e
vooygensende da ſpzepden / ende 3epde
tot affat ende Joſeph / beſo?gt onder
u bepde dat ment water bale / want
ik u daer Iaſt af gebe. Doen Deede
Jaffat ende Joſeph tweedupſent dom
miers berepden / die al den dag water
haelden upi's TDupvels iviere / ende
özachtentinhet dal van Joſaphat totdattet dalalvol was ende’t Water bleef
zo goet als tumenigen Fontepn / want
It onſen Heere ſoo belief.de.
Hoe Pilatus de Koning Archi
laus, endede andere Riddershen ver
wonderden, doen zy't Dalvan Jo
ſaphat vol waterszagen.
EÄ doe Pilatus / de Coning Ar
chilaus 7 en die van Seruſalem het
voozgenoemde Gal vol waters ſagen /
verwonderdezp bundes / ende werden
-
kerkerte verloſſen konnt /
bervaert. Doen beroudet Pilato dat hp
de Stad ntet overgegebeuhadde, Tee
Coniug Archilauß ende 2Bazrabas/ die
hem geraden hadde de Stadt ntet over
te geben / ſpZaken tot henn aldus. bºeer
Pilato waerom verſladp u desſeer al
bleve den Wiepſer nog ſeven jaren vooy de
Stad hp en Magſe onsntstaf winnen /
want 3p veelteſterk is / ende Äacob deſs
woozden Horende / ſepde tot Pilatum /
Deere wp en mogende Stad ntet langer
houden tegen den Kepſer / maer ik ſal
u goeden raet geben wildp nnp gelooven
Wat raet ſoude hetzpn / vgaegde Pila
tus / Leere dat gp de Stad den Piepſer
over geeft eude ik weet wel dat hp on
ſer genadig weſen ſal. TPoe antwooz.de
hem Pilatus ſeggende. Gp zpt verla
ten/ want gponſe UBet verlochent hebt/
daerorn 3pta WP ſchuldig / ende allen
uwen raet altoos te verſmaden / want
waer de Kepſer de Htad magtig / gp
zoud de WBet der Chziftenen aennemen /
dat hebdp wel beweeſen / want gp hem
Deronica de valſche Dzouwe geſonden
hebt/ ende dat ſalikopuwzeken. Ende
Pilatus dede henn terftont vangen / en
in eenen diepe kelder ſetten / die omder
't gzoot Paleps ſtont. TPoen Jacob in
der gevankeniſſe Was / aenriep hp oot
moedelßhen onſen lieben Heere / bidden
de dat hp heru daer Van verloſen wilden.
Ende onlangš na dat hp zßn Gebedge
ſpzoken hadde / ſo0 quann een Engel tot
hem / daer hp in den kerkerlag/ waeraf.
Jacob ſeer vervaert was / nuits der
gzoote klaerhept / die Pp in den donke
ren kerker ſag konnen. En de CEngel
ſpzak tot hem alduß ? Jacob en weeſ.
mtet vervaert/ Wantik een Engel Godgs
ben / die u dooz zßne geboden upt den
Want gp tº
betrouwen in heru geſet hebt / ende hebt
hem met goeder herten aengeroepen /
Doen viel Jacob op 36n knpen / ende
dankte onſe lieveu Heere Jeſum Chzi
253 ſtum
ſtlin/ ende de Engel ſpzak tot hem an
derwerf/ eudezepde Jacob: 0ntſaet U/
ende verloſt u van deze ketenen. Tacob
antwooz.de : mpnhanden ende voeren
3pm zoo vaſt gebonden / dat ikzeniet
entbinden ez kam. Ende 300 Haeſt als
hp dat geſpzoken hadde / bzakendekete
nen / ende vielen van 5pu Handen ende
boetenter Aerden : TD0e mam Heim dell
Engel bp de hand en lepdehem upt den
herker : endezepde: Bertrekt in des
Hepſers Lepz/ dat niemant van de Jo
den gewaeren werde / daer na ſchepde
den Engel van hem/ ende doen hem des
Piepſers TDienaers in de Cente 3agen /
mepndenzp dattet eenig Derſpteder had
de geweeſt/ ende 3p vingen hem.
Hoe de Seneſchael Jacob zyn
Weerdt kende, end: hem de Keyſcr
te kennen gaf. * ,
A Sap de Seneſchael Jacob ge
vangen zag kamen / wert hp hem
kennende / ende itep kothen ende huſte
um / endezepde totten Kepſer / Feere
et hier mpnen WGeert van Jeruſalem /
die mp ter liefden van u de goede vzou
we Berantca wpšde die ugenezenheeft
doaz de gzatte Gods. De kepſer ver
blpde henn van Zacobus homſte / ende
hp ontfing hem feeftelpk / ende vzaeg
de hoe hp daer quann / ende hoe hp upt
Ä geraekt Waß / Woant hp
adde hoozen zeggen dat hem Pilatus
Ä doen vangeln. TP0en vertelde
acoh den tepſer waerom Pilatus
Ä gewangen hadde. Doen de ktepſer
at verſtaen hadde hieldt hp hem im zp
nen Kaedt met Saffet ende Joſeph / en
geboodt dat men heln alle het Hepr dooz
Teverentig dedg.
Hoc de Keyſer raedhieldmetzy
nen Baroenen ,,en wilde dat Jacob
de Voorprakc docn zoude.
Dzts daer na wilde de tepſer raes.
houden netzpnen Baroeuen ende
dede Citus 3puen Sone vooz hem ko
unen / ende ging unet henn ende mes
Äffat Jaffa / met Joſeph van Ari
mathien en Iacob / ende met nog der
tig Baroeneu / die van 3pnen ſecreetſten
raden waren endezepdo tot hen lieden
aldus: Gp Heeren / tk hebuw htes
vergadert / Op dat gp up raedt geben
zoudt / Wat Wp Unet deze Stadt doen
zullen / eude alder eerſt begeer ik dat
ong Iacob 3egge h6e 't in der Stadt
ſtaet doe 3ePde Iacob aldus : Maßn
Heeren ik Zal U de Waerbept zeggen :
WBeet dat binnen Jeruzalem zeerluttel
victualte ts / ende daer is veei MDolks
binnen / daeroin Mogen zp de Stadt
ntet langer tegen houden ende doeu
gp vooz de Stadt quam / hielden 3p
een Feeſt / dte 3P alle Saer gewoonlhin
houden / tot Welke Feeſte het meeſten
Ä der Äoden quannen; enſint enig 'er
niemant upt ter Ädtad gegaen / Mans
nog Bzouwen/ Maer daer3pn zommige
plaetzen daer 3P Wel upt der Stad vlte
den zouden / daeronn zoudeik raeden
diepe Gzachten te doen graben om de
Stadt/ op dat on ntemanten ontloope
uptter ſtadt 3onder conzent/ dit dochte
den kepzer ende 3pnen Baroenen goe
den raedt te wezen; ende de Piepſer dede
terſtant alle 't Wepzontbieden datze alle
tot hem qnamen die graben kenden :
Ende daer qualmen voel vpf dupzent.
TDoen geboodt den kepſer hen lieden
diepe Gzachten rondton deſtadt ban
Jeruzalem te graben / ende beval Äa
cob / Haffat / en Joſeph / datze den
werk lieden wpzen waerze de Gyachten
gzaven zouden / ende doenzepden 3p
totten kepſer: Heer kepſer de Werk
lieden moeten Bolk hebben dieze be
ſchernen voo? die van de Stad al 3p
werken / ende de biepſer gaf hen lieden
terſtont dertig dupzent "ºbºg:Uſer
ſchilden / dieſe bewaerden vooz t Ge
ſchut van der Stadt.
Hoe Pilatus cn dic van binnen
haer verwonderden , om des wille
dat zy de Grachten zagen maken.
Zlatus de Coning Archilang / en
P de die van binnen / ſiende datſe zoo
ſterkelßk belegert waren / dat men de
Stad begroef / Werdenſe zeer bedzukt.
Gnde de Coning -Archilaus zepde tot
Pilatus / 't waer beter dat mein Joze
phum raedt Waegde / Want bp eenzeer
wßß Capitepu is / ende Pilatus dede
gem terſtont Vooz Henkonnen/ endezep
de tot “ozephuß aldu: Wat raet geeft
gp onste doen tegen den liepſer/ dteons
belegert heeft ? Ende Sozephus ant
wooz.de : Deere / Wp en konnen daer
niet beel tegen d0en / maer ik zoude
u raden / dat Wºp on mo?gen alle teza
men wapenden/en dat Wp gingen tegen
hen iie0en ten gpgange der Sonnen
Wamt 3p het ſchün der Sonnen regt in
hun oogen hebben / en werden daer af
verblint / dan mogen wpſe lichteißh
berflaen / ende verdºpven van onſe
Stadt. TDeſe raed dachte Pilatus eude
den Coming Archlaugaetende pzofij
teljk tezhn / en geboden 's Avonds
dat alle Mannen / s anderen daegi al
Gewapent vooz Salomons Cempel
quanen vooz den Sonnen opgank/ om
legen die ban buptents Degten/ 't weik
alzoo gedaen Werdt. TDeß anderen
Daegs 's Boygens waren alle de Fild
Ders/ ende het ander gemepume bolk ver
gadert boo? Salomong STempel / ende
waren 3eer wel gewapentom te Beg
ten : 't Getal van dien wag 2oooo
äidder/ ende 69ooº Archier. Pila
tus geboad een tegelijken Arehter on
der 3}nen Capitepnte gaen. Ende de
Coming Archilausende Pilatus ge
eP.deN de AOOQo Witdder. Ende dger- -
ua gingen 3p in eene ſchoone ozdinantie
up der Stadt / 't welk een van de
Kepſers WPachters gewaar wertend
reed terfont in de Tenten / ende vond
alle dat Bolk ſlapende / want de Sonne
noch net op en was: Boen liephp to
den liepſer endezep.de Beer upt de
Stadt kamen veel Hidders en Arcierº0m u te bebechten.
Hoc de Keyſer zyn Volk dede
Wapenen »ende van der Stryd die
daei zeer wreedelyk geviel.
D“ kepſer dede zön Soon Titum /
Haffat / Joſeph ende Jacob tot
benomen / ende beval benieden dat
3P.'t Repº terſtont deden wapenenende
alſoo. gewapent tot henn dedekonnen/
ºh alſo geſchiede. Tee Widdersen
Archierdithoorende / verbipden hen
de/ ende wapende henzeer meerſtelijk
ende gingen terſtont to de Piepſer / "die
ot beneden ſpzak aldus: tºp zulien
ot ſºrpdt hebben tegen die van Ie
ruſalem / daerom ſtelt u im ozdinante /
t weh sº erfont deden / ende doen zu
gere waren ging de Kepſer vooz | en
de alſº gingen 3p na Pilatus ep/
ende quanUenaen op onntrent Tertie tßd/
eerfe negal uptter Stad waren. Ende
die Batalien vergaderden terſtont on
deren / ende ſloegen zeer vzeeſeißkop
malander / dooz ſaende harnaſchende
ſchilden / bekende die gavierende
Nºeerden/ aſoo datter van Pilatus lie
den doot bleben 3ooo 3onder der id
der ende Archiers. Ende de ktepſer
verloor 8öo Waer die van Jeruſalem
hadden demeeſte ſchade j anſe
liebe Leere dezpne altpd wel beſchermt.
Ende deſe Batalien duurde “j
Koen toe 3onderophouden
Hoe de Batalien van een ſcheyden, ende van den tweedenende ders.
den Strydt. - -
Dgen
L -
DÄ 3p aldus wzeedelijken onder
linge gevogten hadden / ſchepden
depde Batalien van een. En doenzp eeu
kuttel geruft hadden / vergaderden 3p
weder als te voren / vegtende ſeer ange
nadeljken: alg doe van Ptlatus lieden
verſagen wierden ende doot bleven/ dzte
dupſent / en van des Kepſers volk on
trent acht hondert. En deſe ſtrßd bleef
Duerende tot dat de Sonne onder was.
Ende onſe lieben Beere dede op dienttjd
eeu ſchoon mirakel. WPant doe bepde de
hepr-legers van een nuepndete ſchepden/
mits de donkerhept deſ nachts dooz
den ondergank der Sonnen / ſo ſtont de
Sonne wederom terftont op Upt den
CDrienten alſ oftſe eerſte opgeftaen hadde
in den mozgenſtondt / ſoo dat tuſſchen
den ondergank en opgank der Sonnen
geenen nachten was. De Piepſer ende
Zßu Lieden dit ſchoon mirakei ſiende /
verblpden hen des en keerden terſtomt
weder na de Watalien der Toden. TDeſe
Batalie duerde totter noei / en daer bleef
van Pilatus volk dupſendt een-jon
dert en vßftig. Ende van des Etepſers
volk twee hondert en-bhftig / en bepde
de partßen waren ſoo verhit in 't vech
- -
ten / dat 3p terſtont weder verheven/en
ſtreden ſeer vzonnelßk tegen malkander
tot dat de Sonne ondergink. En daer
bleben van de Hoden verſagen dupfent
twee hondert en vßftig. Doen man
Pilatus en zijn Hepz de vlucht / en de
Läomepnen volgdenſe tot aen de Poogts
van der Stadt. En daer werden de So
denſeer geturbeert / want op de muerrn
ſtont een MDan / die met upder ſtemmt
riep: komt Deſpaſiaen / konnt binnen
Jeruſalem / ende 3p mepnden dattet de
Hepligen Pzopheet geweeſt hadde.
Hoe Pilatus, ende de Koning
Archilaus , van hunnen verliefen
leer bedroeft waren.
DÄ Pilatus enden Coning Ar
chilaus binnen Jeruſalem qua
men / warenſeſeer bedzoeft van hunnen
verlieſe. Ende Mäonnepnen reden in hun
Cente ende ſtelden hen te ruften/ Want
zp vermoept waren van den gloten ar
bepd / die zp in den ſtrpdgedaenhadden/
en 3p hadden ookgzootenhonger / Want
3p in twee dagen niet gegeten ein hadden.
Pilatus en wilde naer diendach nie
meer upt der Stad gaen / VAU es",
ruſalem niet meeruptenhºamen beºa
jÄaffat/ Jacoben ºſºpdººgºÄdjvoimaaken / 't welk 3P terſtand
deden alſoo dat'er niemandupt de &dtad
gaan uog konnenen ºg 13Äs
epſers conſent. Ende GagtenÄren
3o Boeten diepel e. D0eten bzeed.
Ende doen dte van Jeruſalem 3agen /
dat'er niemandupt de Stad gaanen nog“
dan alleen bp des kepſer conſen/
werdenſe zeer dzoevig en riepen tot Pi
atus aidus: Feere gp Waard 3eerº
ißk beraden/ dat gp den bzepſer de Stad
net over engaaft / Want WP ben nu
jet joliedenen mogen. Endoen IP
Ätus dit geroep hooz.de/ºerd Pºg
j bedjoeft 7 enzepde tot den kantig
Ärchtlaus entgt den Faden wºaar Ju
envjmetde Doodenbipºndeo.de
jnepnen af geſagen hebben. Ende
zpantwoozden: Leere, ºººººº
groot Szafnasken ende werpenſe Daar
in want hievenſe bp der Stadllggen /
wp zouden ſterven van den ſtank : doen
beval 't Pilatus te doe.
Hje veel binnen Jeruſalem van
rootenhonger ſtorven» endc vande
rouwe, die haar Kindat van groo
ten honger, van het welkezy Pilatus
een vierendeel gafom te ceten.
En luttel tepd hier na was binnen
E Jeruſalem zogrooten Pierenpºvan
Zºpßſe dat een Appelvºo3evenºpa
jerkogt werd/ende Lieden aten alle
de Beeſten dieſe gekrpgen konden Loll
den tatten / Kotten ende Kaupſen/ ja
datmog meer is / 3paten Menſchen
dzek/ endedaar was groot gewten/ ende
geroep in de Sètad van gebzeken / want
daar veel Lieden van honger ſtozben/ ja
alle Dagen welhanderdeu3eftig teumtn
ſten / ende men weryſe in groote Gzag
ten bupten der Stab / Pilatus dit
merkende / dede HP TOepen dat een
pgelßh de Fººpjſe d' een den anderen na
me die kondeu / "t welk zp deden / wand
deu Bader natme den Witnde / 't Find deun
iPader Ofte de Roeder / zolange alſſer
Spßſe in de Stad was. Ende doen de
Spjſe al gegeeten Was / ſtoyvenſe mes
groote hopen V8N1 hanger. Binnen de
Stad van Jeruſalern woande op die tyds
een UBeduwe / die eenen jonge Soone
hadde/ ende3pethadde geen Spüſe/ alſo
datſezeerflaauWWaß/ sude bpkanß dood
Van gro0ten H0Uger / 30 lam 3p gaax
kind ende Bierendeeldet / ende bzted het
een Bterendeel aan eeu Spit/ onn alſo te
seten. Pilatus ende den ioning Archi
lauß gingen op den 3elben TPagal kou
tende b00zbp der Vo0znoemder Dzou
wen Äupg. Ende Pilatuſ werd den -
reuk rupkeude / -ende zepde tot zßne
TDienaars : Gaat ende beſiet waar luen
deſen reuk bzaad / want lk hebbe luſt
te eeten: De tnegten gingen Voo; der
vooznoender WGeduwen Pupg / ende
klopte vooz de TPeure / ende men dede
terſtoud open / TPe Dienaarg traden in
hup§ende groeken de Bouwe endezep
den tothaaralduß: JMßn leeren Pilatuſ
ontbledu/ dat gp heum van uwen trooſt
zendet / die gp Gebzaden hebt. Ende de
Dzouwe antwo0zde: Dat wil ik geerne
dgen / ende zp gaf de liriegten het eene
quartier van Haaren btinde. Ende doe de
Knegten 't tindzogevierendeeldzagen /
wierden 3p 30 vervaard ende verſchztkt /
datſe bpkang in onluagt Vielen / elide
riepen met vervaarder Herten tot Pila
eu / ende doen Pilatus hun alduſ
hooz.de r0epen/ vzaagde hp hen Lieden:
Woe komdp zo vervaard / en bzengdº
nnp geenen trooſt ? Peere ſpzaken 3P º
Wezouwe heeft paar kindgevierendeel
ende zendet u een Dierendeel / om dt
gp 't na uwen wille zoud doen bzadel
TBoen Pilatus dat zag / wierd hp Gökt
zeer vervaard/ ende ging in 3hn Palepº
van grooten dzukte bedde leggen / eude
N nº in dzte TDagen miet op. H
OH
Hoe Pilatus al miſtrooſtig op
ſtond, ende hield mct Archiiaus de
Koning - ende met zijne Baroencn
raad, cnde hoc zy dcn Keyzerſpraa
ken,vanhuningenadcaan teacemen,
ende hoe den Koning Archilaushcm
zelven ombragt.
EDemu Pilatus dzie Dagen tebedde
D gelegen hadde/ftoud bp op als mis
rooſtig/ ende ging in Salomon KLern
pel me Archiiaus den laning / eude
Fedeal zßu Baroenen to hen konnen
endezepde tot heu-lieden: MDºn Peeren/
ken weet geenen raad tegen den liepſer
die ons geheel verderft ende verhongert /
ende in de Stadig een gr00 0Ugevalge
ſchied/ wanteen Moeder heefthaar kind
gegeeten van grooten Holger / daarom
Fouds ik raden dat wp de Städover ga
ven / ende wil hp mp dooden / dak mag
hp doen/ wantik heb liever dat ik ſter
be, danallshet Bolk van Donger beder
ve/ wanthier alle TDagenwel Bzie-hon
derd Liedsºn vall honger ſterben.
TDoen ging Pilatus en deu ioning
Archiiau / en oco äldderguet Henn
ende wilde tegen Ben Liepſer Deſpaſtaat
ſpzeeken. Den Kepfer en Citus zünen
Eaone kwannen net ooc äldderß te
gen Pilatus fpzeeken. Eude Pilatus
ſp?akaldus tot Defpaſaan den ägonn
ſcßen kiepſer: Leere ik bid U. dat gp
mp ende nuijn Bolk in genaden antfan
get/dget met de Fatad uwen UBille. De
Teepfer zepde: SIk wilde biad ende alle
"; Boltot mßnen wil hebben 30nder
maud in genaden tº outfangen. Coen
pde den toning Archtaus tot, den
, epſer alduß : Ik ben toning ero
... Loone die zoning van Gafleen
wag/ ende doen hp ſtlerf/ werde ik ko
ming gekroond van den zelve lande. Ik
bidde u mp in genade te srtſaal / Walt
Naßn Bader nogik noopt mißdaanen
Pebben / - uog wp engaven ook noopt
Ende Tijn Dader ende deuwe waren
grogte Dzteilden. KToenzepde endevzaag
de de äePfar aldus : Sßt gp Päontng
iSexodus Doone / dte Bier-dupzend
dzte-Honderd-ende-t'5eſtig. Pinderkung
dede dooden / zondersendge ontfermher
tighed ? 303altkuweg ontfermen/ geiſh
u Dader de Mitnberkens ontfermde/ doen
hp3e met grooten nßd dooden dede /
Want gP Uwe Baders boošhepd be
kopen 3ult/ ſpaard mp Chztſtus van der
dood. TDe Koning Archtlauß werd van
deſe Boozden met toornontſeeken/ ende
trad van 5ßn Paard/ antwapende bem/
trak 3ijn Eweerd uptdeſchepde/enzepde
tot de Piepſer aidug: GBp nog geeu van
uWe ätddersen zal hun beroennen vau
mßner dood / mog 3jn Dweerd in myu
bloed verwen. JDa deze UBoozdeuzettehp
deu Punt Val 36nen Zweerde tegen 3hn
herte/ en den gegte tegen d'Aarde/ende
doozftak Pem 3elveu / ende viel over de
Muuren in de Gzagte dood.
Hoe Pilatus die van Jeruſalem de
antwoorden van den Keyzer zeyde,
ende hen radc hun ſchat te eeten.
DÄ ilatus em die van Äerufa
lem dat ſtuk van den Honing za
get / Wäären 3p 3ker dzoeve / einkter
den weder in de Stad / ende verteiden
de Boger de antwooz.de die zp Tieden
van die van bupten gehad hadden/ ende
hoe den toniug Archtlau heum zelben
dood geſtohlen hadde. TDoen de Bozgers
dat hoozdet / verſcheurden 3phun iſed
rel van den Lßve en trokken't Wapzupt
baren Doofde eide3pkretenzo vervaar
ßk / dat menſe tot in dr kepfers Bºepz
hoo.de: ' Ander-daagsdede Pfſatugal
't Bolk voo Hem komen / en zepde tot
hen-ieden aldus : Gp Peeren / gp ztee
wel dat wp de Stad niet langer Haudens
nogen / want wp geen ſpizfe en hebben
en zouden ſterben van grooten honger:
Red On Chziſtuß ter dood te bzeUgen.
Baarom Weet tk geen beteren raad
DAFR
dan dat wp alle tezanzet on Soud/ztl
beren Geſteenken/in Metaaten WDoztterg
wel ſtoten mogenen Eeten'tonu hetleven
te houden alſo lange als wp mogen / en
oo on dat de Repſorte minp?ofijtsban
der Stad hebbe / als bpſe gewonnen
heeft. Deſen raad dogtehen-liedengoed/
en een pgelpk ging tº ºupwaard/en
ſtanipte zjn Goud/ 3ilber ende koſtelhke
Geſternten/ ende deden 't geißk Pilatus
ben-lieden geraden Hadde. Ende leefden
alſo 1.2 TDagen / datſe nieten aten dan
Goud/zilver eu Gefteenten. Endedie veel
Schats hadden/ deelden den geenendies
luttel hadden. TDoen nu die van Jeruſa
lem hum Goud ende Ziiver gegeeten had
den gelijk gp gehogzd hebt : 30 gingen
zp tot Pſlatus endezepden aldus: Heere
vop hröbenalonſe &chatgegeeten gelßk
Wp ong geraaden hebt / Wat zullen wp
neer doen; TPoenzepde Pilatuß totyem
MLiedenal WBeenende : Gp Peeren / gp
gebt mp Gouverneur en Liegent van u
en van der Stad genlaakt / Inaar tk en
kan uniet langer regeeren. Daarom bid
ke fk u alte zannen/ hebbe ik u tet miß
daan ofte nnislepd/dat gp Mphetberge
ben wild. TPoen die van Jeruſalem Pl
atus zo deerßk om Bergiffeniſſe hooz
den bidden/ wierdenſe alte zäamen UBee
mende / ende riepeR met lupder ſtemmen
tothem aldus: Deerelaatongte Jaamen
ong betrouwen in de Goden ſtellen / en
geven de Stad ende onszelven den tep
fer over / want het is beter dat ong de
äomepnen verſlaan / ende dooden / dan
wp van Bonger ſterben. Ende bp a
vomtuurenzal hp onſer getadig weſen.
Hoe die van Jeruſalem Titum
omgenadebaden, ende vandes Key
zers woorden.
A. dgſe WDooden gingen Pilatus
en die van Jeruſalem bupten der
Stad/ binnen de Ezagten die de Fionnep
neu daar gemaakt Hadden. Ende Pi
latus ſpzak aldu tot Citus / die ober
de anderzepde van de Szagten metztjne
Kidders was : Heer kepſer / wp bid
den u ootmaedeljken / dat gp oug in
uWer genaden ontfangen wild. STitung
ontbood de WBoozden zßner Bader De
ſpaſiaan mettwee Adders. Ende zohaaſt
als de Liepfer defe tjdinge hooz.de / dede
hp al 3ßn Bolk UBapenen / ende reedº
Metten gebeeien Bepz na de Szagten
daar KLttuß Gnde Pilatus met die van
Jeruſalem zijnder verwagten / den eens
aber de eenzde van der Gzagten/ ende
de ander over de andere zepde: EndeSTi
tus zepde ztjnen Bader: Heer Bader hier
t Pilatus die u Jeruſalem over geben
Wil / indien gp 3tjng / ende zijn Gilber
Zaken genadig Woeſen Wild. TB0en ant
wooz.de de Kepſer zijnen Loon Citig
methooger ſtemmen dat het Pilatuſ
Hoogde / 't is nu te laat gebeden/ ik en
zal züns niet meer ontfermendau hp
ober Zeſus ontforruhertig waſ / die
bp ter Dood verweeg / wiens TDoodik
over bem / ende over alle zijn Dolk wzee
ken 3al. Pilatus en die van Jeruſalem
waren van der antwooz.de zeer dzoeve /
ende riepen met deſperater hertentotten
tepſer aldus / Heere neerut de Stad
met alle de Lieden die daar in zün/
en Doet "er uwen WBille mede.
Hoe de Romeynen de Stad van
Jeruſalcm in naamen, en vingen alle
dc Lieden. *
Gen dede de kepſer de Gzagten
vullen / en zand Citum / Jaffat
en Zacob / met 15.ooo Pätdderſ in de
Stad/ ende zo haaſ als 5p binnen waren
floten 3p de Poozten welvafttoe/datter
uiernand upt loopen en zeude. Daar na
bingen 3p alle Äoden en de Jodinnen/
ende bondenſe aan een wel vaſt / ende
bandenſe bp getal GTwee-on-tzeventig
dupſenden Se-honderd Wangen 19zou
Wen / ende doeuſe wel vaſt gebonden
C2 WKagº
waaren dedenſe de Poozten open . . ende
jden epſer met den Lieden binnen
onnen / die rondom de Stad gewºghadden dat'er niemand upten ep. En
doenzy binnen waaren redenſe ººo? Äda
ſomons STempel 1 ende dankte ºſen
Sieven Heere van hunder Bºtoren.
FÄrnaruſiede 3p zommige Daagen
ende dedenhem zelvente gemak.
Höe de Jooden verkogt werden,
ende hoe de Romeynen Goudin hun
Lichaam zogten, ende de StadJeru
ſalem geheeſ verdeſtruccrd werd.
Hade doen de biepſer 3ag dat Dp 300
E veel Joden gewangen hield / ende
dat bp daärzhmen WPille mede doen nog
tej zözepdeyptot zßn Baroenen: Mºhn
seerennadenſaal dät on yºſuºcº
orie verleend heeft/ zo willk 5Ün TDood
op de Soden voyeeken / ende verkopenſe
Töertigon eenen Penning / gelük 3P
eſusoaoz de TPertig Penningen kogen.
# de tepſer ozdineerdsterſtond DPf
tien äldders dieſe verkegten. Ende hp
dede alle de Stad dooz roepel / dat alle
aan die Joden koopen wilde/datſe tot
je ÄidderFºkwannen / die den liepſer
daar tae geſet hadde / ende msn 30uder
Dertig om eenen Penning geben / orn
zjmen wille daar niedete doen. Ende zo
Äaſt als dit upt geroepen wa/Kvam
Haareen Kidder vooz den kiepſer / ende
zepde dat hp een kudde. Joden hedben
Folde / en men gaffer hem terſtand 3o
ann een Penning. De äldder lepdeſe
inzfjn zerberg / ende daar ſtah hp'ereen
dwärsöoozzßnen Pupd/dat HP dood ter
PLarden viel. Ende doen de äldder 3ßn
Lvueerd upt der Soden bupk trok / en
liep 'er niet een dzuppe Bloed upt zßn
3Lighaan / maar daar liep DZilver ende
Goud upt. De Fidderditztende verwan
derdehem ende greep terſtand eenen ander
“Jode heln zeggende aldus : ik voil dat
ap nnp zeggen zukt wat dit bedied / dat
- -
deſe Jodebloed uptſozte/gelpkof’t Sil
ber en Goud Waare. Peerantwgozde de
Äode / geltebet U NUpnš genadigte we
zen / ik 3al u de Waarhepd zeggen: Ih
beloobe U zepde de Fäidder / dat gp mtes
ſterven en 3Ult/ 3egget mp de waarhepd.
Pilatus dedeons onſen Schatteten om
dat de liepſer ende 3ßm Nteden niet Bäpk
5ßnen30uden / al hadden 3p de Stad ge
wonnen / ende Wop en hadden in Cwee
en-twintig TPagen anders ntet gegeeien
dan Zilver en Goud. TDoen de äldderg
deſe WBoozdem gehoozd hadde / geboodhp
zßnen tnegten / datſede andere Äoden
't h00ft af ſlaan 30uden. Ende daar na
dede HP Pun-lieden den bupk opſnpden /
eude't Gouden Silver daar upt-trekken/
en dede de Blighanen op der ſtraten wer
pen. En deen de ander Lionuepnen dat
wiſten / Wilde een pgelph TPertig kopen
om zönen Wille daar nede te doen. Pt
latu gaf die Wall Seruſalem kwannen
raad / doen bp heti-lieden riedhun CBoud
ende Silver te eeten / want daar werden
t' Zevettig-dupſend-vier-honderd ende
bpftig gedood / ende den Gupk op ge
ſneden / on 't Goud en Zilver daarupt
te trekken. Ende als de Kepſer zag dat
de Ioden bpna alle verkogt waaren /
vzaagdebp de Wäldders hoe veel datzper
nogpadden; ?p antwoozden/ wp heb
ben 'er mog negenwerf TDertig. TBoen
verbood hp den Wäldders dat zy die niet
en Berk2gten / Wlant hpſe houden wilde.
Als nu de Hoden aldus Gedeſrueerden
de gedood waren / zo dede den Piepſer
zun Lighaam in de Beſten van die Stad
werpen / ende de MBuuren van der Stad
op hun/30 dat den eenen Steenop den an
deren niet en bleef / hp dede ook alle de
Lupzen af bzteken die binnen Jeruſa
lem ſtouden uptgenomen Shalomon
Cempel / ende den Cooren Sion.
TDoe was vervuld 't WBoozd dat onze
Diebe Heer op den Palmdag met WDee
Rende GDogen ſpzak. Enna dat#L
Deſtructie aldus gedaan was / gelijk
gp gehoozd hebt zolepden Jaffat-ĺ
Äph “ende Jacob 1 den Wiepſer Cusreten MGaroeuen op den Berg daar
Jeſus gekrupſt was / ende boºtºot
Flie Plaatſendaar hp gepaſſeerd hadde.
Hoé de Romeynen uyt Jeruſalem
ſcheyden, ende hoc de Keyſer dric
werf Dertig Joden mct Schepen in
de Zee dede voercn.
At aldus gedaan zjnde / wilde de
tepſerna ſäomen repſen/ ende Pi
iatus metten anderen Jaden diedaarge
Hleven waaren wel daſthouden 30 dede
menze tot Akers lepden embe boenze
ot Älters waaren/dede den hepſer die
Schepengereedmaaken/ennelli Schip
dede hp dzie-werf TPertig Hoden zetten
jdereenige Spöze endedeze met andere Schepen in de Zeelepden ende daar
ieten zpſe varen daar 't Godt beliefde,
HAaaronze lieve Leere en lietſe daarnlet
verdzinken / want hp wilde datſe in der
WOaareld bleven ter Gedagteniſſe van 3fn
Tpden. Het een Schip Lande in Herº
bönen het anderte Bourdeaux / euhet
derde in Engeland. Ende ma deſedin
gen dede de Piepſer zijn Schepen berepº
Fen/ endevaozzien van Spijze en TPZank/
ew van al dat hem beh0efds /_en daar
ging hp t' Schepe Unet 3ſne PLieden en
zepſden ſo nterſtelßkdatſete Landen arri
beerden inde Havente Barletten / daar
de Piepſervanzhn Liedenſeereerißkont
fangen werden van de Bozgers / ende
ban daar repsden 3p na Honnen.
Hoe de Paus St. Clement de
Keyſer Veſpaſiaante Romeneerlykin
haalde, endedehem met Titum, Jaf
fat, Joſeph , Jacob en meer andere
Ridders Öoopen, ende Afgoden van
Romen af werpen.
EÄ doen de deplige Ban St. Cle
ment verhooz.de dat de Riepſer Be
ſpaſiaan bp der Stad wag/ ging hp Hem
tegemoete met'er Geeſtelßkhepd de Liep
ſer ſende hem met der Pzoceßſien kouern
trad bp van den Paarde / omhesden en
huſten zeer vziendelijk / deß gelüken dede
ook de jonge Kepſer Citus. En binnen
Tonnen werden gro0te Feeften gehou-
den / on den Liepſer en zßn Bolk die
Chziſtus dood gewzoken hadden. Baar
na ging den Paustotten Piepſer/ enzep
dehemaldus: Peere / madiendat U Chzi
flug tegen uwe Bpande Bictorieverleend
heeft/ 3o bid iku/dat gp uwe Geloften
nwpten wild / want beloften iß ſchuld. De
Mitepſer vzaag.de / wat heb ik u belooft !
Heere zepde Sinte Clement / dat gp u
zoud doen TDopen. Doenzepdede kepſer
dat boil ik geerne doen ter eeren Ch?lſti
als "tu belieft. Bet deſe UBoozden ſchepde
St. Clement van den Piepſer/ dankende
onſe Lieven Heere / en berepde de Bon
te / en gebenedßbeſe / en op den derden
Dag daarma Gooptehp den tepſerzon
der zjner Jºaari te Veranderen. GPaar
na TDoopte hp KCitum den tepſers Lone /
Gap de Seneſchaal / Joſeph ban Ari
mathien/ acob eu Jaffat met Aile den
anderen Kidder en Baroenen. Ende
daen "tgemepn Bolk ſag dat alle de Peeren
en Edelieden hun lieten TPoopen / rie
pen 3p tot St. Clement: Heplige Bader
TDoopt ong ook: en leerd on de UBet der
Chziſtenen. En doen St. Clement ſag
dat alle het Volk Gedoopt wilde weſen/
wag hp ſeer blßde / ende dede de Bonte
weder vullen / ende Gebensdßdeſe/ ende
ſepde tot hen-lieden aldug : Gp Beeren
gaat alhier in den JPaame des Baderg/
de Laom/ en de Bºepligen Geeſtg/en
gp ſult alle gedoopt weſen1 dat dedenzp
al-te-maalſeer geerne / ſo dat binnen
Kamen niemanden bleef ofhp werd Ge
doopt. En de Kepſer dede alle de Afgo
den bzeken. TPaar ma gaf hp zijne Ber
togen/ Gzaben / Widders ende hetander
gemepn Volk / dat methem te Jeruſa
C3 len?
icY geweef hadde oozloft hupgte rep
zen. Ende doenſeinhun Landenkwannen
sedenſe al hun Gnderdaanen Boopen.
Hoe de Keyzer de Senatoris van
Romen dede vergaderen, om Pilatus
ter dcodte verwyzen, ende van de
Zententie die zy over hem gaven.
SÄ TPagen daar na gingen de
ÄD Piepſer en Citus de Pau verma
ntngehoeren en doen 3p devermaninge
ende den dienſt Godt geho0zd hadden/
nimgenſe cp 't Paleis / en de Piepſer ont
hood de Senatooz tot hem. Eude doen
zp gekannen waaren/ gebood hp hen-lte
en dat 3p Pilatus Sufficeeren zoudenna
sßn verdienſten. Boen gingen de Hena
tooys hen-lieden daar op beraden. Ende
alſſe lange vaßle zonderlingenläaadgehou
den Hadden kwaruenſe weder totten liep
ſer endezepden alduſ: Beere wp kennen
dat Pilatus wel een Beede Dood ver
diend heeft maar u Leere Bader Augu
ſtus Cezar Sufficeerde zo wie tegende
äepſer misdede/ moeſtetn de &tad van
3Bienen gejuſticeerd wozdenten waar een
ingeſeten Bozger van der Stad van Wäo
men/en Pilatus isvanbupten / daarom
tnoethpte Bienen gejuſtieerd wozden/ erl
de datin der nlauteren hier na bolgende /
te weeten/ dat de Jugevan Bienen eenen
plaar zal doen maaken/ dzie Bademen
ooge / ende op den Pplaar eenpzeren
Saarde/ en binden Pilatus al naaktaan
de Goede / eu beſtrßken heru met Honig
en ſunout en dat nen bobenzfn Roofd
ſchºpve aldus : Teit is Pilatus die Se
fus ter Dood verwees zonder verdiene
ſten ſende die zßnen geregten Heer den
tepfer lochende 7 en dat menhem met
ten Aanzigtter Sonne waardsſtelde/ende
als hp daar van Certie-tßdtotter/Be
per-tñd geſtaanheeft zal nuenhemdeen
Goz-afſnßden ende daar na weder in de
erahms zetten/en henn welte Eeten
ente TBzinken geven/ op dathp de Pßne
22 Baagen verdzaagen mag gelhk hp /
ende die van Jeruſalem 22 TBagen van
hunnen ſchat leefden/ endatmen d'Goz
aan den Pplaathauge. Des anderdaage
za hp weder opden Pplaargeſetwozden
gelijk als b00zen / ais hP welgegeetenen
gedzanken Heeft/ danza menhsrud' an
der Go? af ſujden / enhangenſe bp een.
CBp den dsrdendazal men hewn de eene
Iºand ofhouwen. Desvierden Daagszal
men hemde andere Handafhouwen Op
den vßfden Dagzalmen hern eenen Wilern
Pleeſch uptzfnen pbeſnßden van den
Halſe totten billen. Den zeden TPagzal
nen hern mog eenen Fifen uptſnijden als
voozen. Den zevenſten Dagzalmenhem
eenen ſätem uptſnijden rondom zynen
hals den achten ºagzannenhemeenen ſätenu uptſnßden agter / en vooz on
zßn Raiddelgaande. TDen megenſten TPag
zal men henn den Lool van zßnen eenen
Doetſnßden. Den ttenden Tag zalmen
hem 3ßn eene Ädchouder bzeken. TPenelf
ſten TDagd'ander Schouder. Deutwaalf
ſtem Dag zal nen Henn den anderen Zoo
van 3ünen Poet ſnßdeu. Den dereienden
Dagzai menhemden eenen AkWM afhau
wen. Den veerttenden TPagzalmen hend
den Baart af trekken. TDen vßftienden
Dag zai menhem den eenen Poetafhou
wen. TBezeſtiende TDagzalmenhern den
anderen Doet af houwen. TDezeventken
de Teag zal men hem teene Been bee
ken. TDen agtienden TDag zal men herI
*t ander Seen byeeken. TDe negentiende
Dagzal men hemde Conge upt trekken.
TPentwintigſten TDagzai nen hem alle
zün Meden bzeken. Den ern-en-twintig
ſen TPagzainenherm Gnthoofden / ende
vergaderen alle de Fetukken / eneggenſe
op den Pplaar. Den twee-en-wintig
ſtem TPagzal nen de Zºtukken Derban
denen werpen de Aſſche in den Kone.
Hoe
d
Hoe den Keyzer Pilatus metten
Ridderste Vienenvoeren, cn die van
Vienen den Pylaar hceten maaken.
ºde doen de Hepſer dit Gozdee aº
E Pilatus hoozde geben / ſchzeef HP
erſönd een bzief aan de Meeren van 1Ble
jhoe zp Pilatus Juſticeeren zauden
engaf den 5zief de Hidders/ die Pilatus
ende den Bzief tot Bieneu in der Juſ“
cieren ºanden voerden., De Beeren ºn
fingende Kidders zeer blpdelßh ende 3P
ofſteerden den Bzief die den Wiepſer g
zanden hadde / ende doe 3P des Fiepſers
Zszief geleſenhadden dedeze Pº iu
eeniendiepen Putzetten tot dº de
gemaakt was. Ende de äldders/ de
Hiatus daar bzagten / zyden ºaſe
dajr bpven wilden tot dat Pilatus ge
juſticeerd was 1 MBaaraf de Heerenende
Bozgers van Bienen bpde waaren.
Hoe de Duyvel Pilatus weg
voerde met Ziel en Lijf » met den
Tooren daar hy in gewangen lag.
EÄ doe de Pplaar gemaakt Waß /
deden de Heeren Pilato upt den Put
trekken / on hem des anderen TPaags
te Juſticeeren. Ende doenzphem upt den
Put getogeu padden / was hp 3eer mis
maakt van Aangezigte / dat bpbeter een
TDupvel ſcheente wezen dan een Ben
ſche/zo vzeeſljk zaghp. TDoe deden hem
de Bºeeren in een Coorenzetten / die op
de W5zuggevan Bienenftend/ nevens den
Äone. Endedezen (Coorendoaß dzie Zol
ders hooge. In den onderften Zolder
Wierden MDany Van UBapenengezet in den
kujeeden Bolder Wierd Pilatuß gezet/ kn
in den derdem Solder wierden ook MDanß
Van WBapenengezet die Pilatus bewaar
den. Ende 's anderen Daags ox rent
ILectie-tßd/ gingen de Juſticeeren Pfla
tus halen onn hern op den Pplaar teſtel
Ppaar
Waarden/daſehem Afözägen/ eM dden
heunde Bagters mepilden vanden SLoozin
te lepden./kwamendaar wonderlßk veel
Dupvels in den Cooren ende rondomdet
Loorengeologen enderlepeu zeer vzees
ſelßk: TDe Man is ons/ de Man is onß.
Ende de KL00ren beefde zo zeer / dat de
Beeren en de Wagters daar upt liepen
van groote verveeröhepd/ ende de Coo
ren met Pilato/ ende met de THupvels viel
terſtondiude Wäone. De Beeren/ Bozgers
en Kidder / die Pilatus gebzagt had
den/ sagen 3o veel TDupveig in't MBater
daarden KC00ren geballen was/datze hunn
alle VerVoerden: Ende Op eenen (Cßd daar
nawildende Leeren Weeken/ ofde Cooren
diep in 't WPater gezanken was / ende3p
zepden tot de Bigſcherg: Gp moet met
eenen Schepe vaareR daar den Looren
tugevallen iſ / ende 1neten met eender
Roozden of3p 3eer diepegezonäenig. Tºe
Disſcßerg en Wilden Oltnier daen - gut
dat haar het UPater 3eer vervaarijadzaat
de/ daar de Cooren ingevallen wag.
Maar 3p namen Bierhouderd Dade
men Wooz.de/en bonden't een epnde ban
der koode aan 't Scheepken / ende aan
d“andereepndreen Connevoi Blothoutg/
ende hielden 't ePnde netter SConnen in
hun Banden en leten 't Scheepken dyp
ven / regt daar den Tc aren ingebalien
was / en't Scheepken viel terſtand mes
de Koozdein't Water zowerrealst los
waß. Doen wiexpen de Bißſchers d’an
der epndernetter (Tonne oak in't Water/
en hetzs?h alte 3amen. Tibus zonk Pf
latuſ / h dagr na zag men napt niet
vantemVander GCoozue van de Schepe/
van der Mºtoozden/ nogook van der GTon
nen daar’t vlothouttn was. En't Wa
ter dzaap noghedeadaagsdaarde (Cog
rentnviel / enden PplaRrdgar Pilatus op
Gejuſticeerd zoude geweeft hebben bieef
te Bienenal gemaaht ſtaande. Tee TDup
vt dede dat orn dat hp geen berouw
len/Tende geboodeu de lieden die hem be- krpgenen zoud: van zÄn Misdaaden
WAP
M.
-
want hadde hp berouw gekregen / 30
haddenze hein verlooren. Ende doedlt
aldus geſchied was / keerden de Kld
ders die Pilatus gebzagt hadden ma
Konzen / ende vertelden. Den biepſer en
den Senatorißhoe 't met Pilatuß ver
gaan Waß.
Hoe lange dat Jeruſalem geſtaan heeft, eer 't van den Keyzer
Veſpaſianus aldus jammerlijk Ge
deſtrueerd werd.
Eruſalem werd alduß geb001Ulen OP
den agtſten dag van Spelmaand /
daar nuonzer Bzouwen-dag JRativt
tatis op g / ende hier omder was Jeru
falen nog vterwerf gewonnen. WPantna
dat de Zooden Zeruſalem geſtigt hadden/
Ban Debuchodonoz07 TDeſtructle / 30
wonnet Aſoluß de Rºtoning van Egpp
Rçn. Ende daar ma Anttochuß Epipha
nug. Daar na kwain Pompejuß van
fonen / ende womnet ook. WPaar na
Ferodus met het Bepp van Homer
Maar aldereexſt 30 wonne Aebuchc
donozoz den koning ban Babplonte
ende Deſtrueerdet /doen 't geſtaan he*
de BCCC. en r. Äaaren biß. Daan
den / ende Vj. TDagen. Welchtzedek dſ.
Godes Pzteſter wag/dte fitgte eerſ I -
ruſalem / Unaar den Canantten dzeeven
hern daar upt. Hier ua kwann een to
ming die Leoblußheet / eude vermaakte
dit Jeruſalem da der Hodenpzinetpaalſte
Zdtad waß / ende nadlen datze leobing
ſttgte over 49o Äaaren / zo EReſtrueer
deze Jºebuchod0n03er. Ende ban Pleo
bluß kepden / tot datze Beſpaſiaan ende
Cituß netten Wäomepnen alternaal had
den Berdeſtrueert / waaren geleden dup
zend ende Cwee-en-t'zeventig garen.
Ende Jeruſalem hadde doengefaan 3o72
Äaaren. TDuš werd Zeruſalem Gedeſtru
eert oun 't groot Bloed datdaarin geſto3r
was van de Peplige Pzopheeten / wan"
daar mede Hadden 3p 't Wei verdiend,
Hier eyndigt de Hiſtorie van de deerlyke Deſtruct
ende Ondergank der Stad Jeruſalem.
-
2
---
T--–===
–--
-
-
-
--
--
-
-
---
-
--
-
--
-
-
-
-
--
–-
-
-
-
--
A--,
--
-
-
-
-
-
-
-
--
-
-
s
r-
-
-
--
-V
-/V.
-
-
-,
---
-
-
--
-
-
---
-
-
-
-
-
-«
---
-
".
--