Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie...

23
1 Dienstgebonden informatiebrochure A002 1 Voorwoord Beste nieuwe medewerker, Beste student, Welkom op de dialyseafdeling. Met deze brochure willen we je wegwijs maken. Het is een handleiding over het reilen en zeilen op de dienst, uitleg over pathologie, onderzoeken en behandelingen. We hopen dat je je vlug thuis voelt bij ons. We verzekeren onze goede wil en samenwerking om leerrijke groeimomenten aan te bieden. Vergeet echter onze belangrijkste doelstelling niet: een kwaliteitsvolle, professionele en patiëntgerichte zorg verzekeren aan onze patiënten. Deze brochure kwam tot stand door toedoen van enkele toegewijde medewerkers die het tot hun opdracht nemen jullie op een professionele wijze te begeleiden. We wensen je alvast een leerrijke periode toe waar je met veel voldoening op kan terugblikken. Verpleegkundig team dialyseafdeling Marleen Steeman en Marleen Lievens, onze mentoren Philippe Duym, Hoofdverpleegkundige

Transcript of Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie...

Page 1: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

1

Dienstgebonden informatiebrochure A002

1 Voorwoord

Beste nieuwe medewerker,

Beste student,

Welkom op de dialyseafdeling. Met deze brochure willen we je wegwijs maken. Het is een handleiding over het reilen en zeilen op de dienst, uitleg over pathologie, onderzoeken en behandelingen.

We hopen dat je je vlug thuis voelt bij ons. We verzekeren onze goede wil en samenwerking om leerrijke groeimomenten aan te bieden.

Vergeet echter onze belangrijkste doelstelling niet: een kwaliteitsvolle, professionele en patiëntgerichte zorg verzekeren aan onze patiënten.

Deze brochure kwam tot stand door toedoen van enkele toegewijde medewerkers die het tot hun opdracht nemen jullie op een professionele wijze te begeleiden.

We wensen je alvast een leerrijke periode toe waar je met veel voldoening op kan terugblikken.

Verpleegkundig team dialyseafdeling

Marleen Steeman en Marleen Lievens, onze mentoren

Philippe Duym, Hoofdverpleegkundige

Page 2: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

2

Inhoud 1 VOORWOORD--------------------------------------------------------------------------------------------------- 1

2 VOORSTELLING VAN DE AFDELING -------------------------------------------------------------------------- 4

3 PATIËNTENPOPULATIE ---------------------------------------------------------------------------------------- 4

3.1 Algemeen ------------------------------------------------------------------------------------------------------ 4

3.2 Risicovolle patiënten of diensten ------------------------------------------------------------------------- 4

3.3 Dienstgebonden boordtabellen --------------------------------------------------------------------------- 5

4 AFDELINGSSPECIFIEKE GEGEVENS ------------------------------------------------------------------------- 5

4.1 Medisch team ------------------------------------------------------------------------------------------------- 5

4.2 Verpleegkundig team --------------------------------------------------------------------------------------- 5

4.3 Zorgondersteuning ------------------------------------------------------------------------------------------ 5

4.4 Samenwerking met andere interne disciplines/disciplines: ---------------------------------------- 6

5 PATHOLOGIE, BEHANDELINGEN EN ONDERZOEKEN ------------------------------------------------------ 6

5.1 Basisbegrippen nefrologie ------------------------------------------------------------------------------- 6

5.1.1 Anatomie van de nieren ------------------------------------------------------------------------------------ 6

5.1.2 Fysiologie van de nieren ----------------------------------------------------------------------------------- 7

5.1.3 Evaluatie van de nierfunctie ------------------------------------------------------------------------------- 7

5.1.4 Meest voorkomende oorzaken van nierinsufficiëntie ----------------------------------------------- 8

5.1.5 Gevolgen van nierinsufficiëntie --------------------------------------------------------------------------- 8

5.1.6 Behandelingsmethodes van nierinsufficiëntie -------------------------------------------------------- 9

5.1.7 Meest gebruikte geneesmiddelen bij hemo- en peritoneale dialyse --------------------------- 14

6 SAMENWERKING MET EXTERNEN ------------------------------------------------------------------------- 14

7 VERPLEEGKUNDIGE DAGINDELING OP DE VERPLEEGEENHEID --------------------------------------- 15

7.1 Shiften -------------------------------------------------------------------------------------------------------- 15

7.2 Vroegdienst: ------------------------------------------------------------------------------------------------- 15

7.3 Laatdienst ---------------------------------------------------------------------------------------------------- 16

8 MEEST VOORKOMENDE VERPLEEGKUNDIGE VERSTREKKINGEN – PROCEDURES------------------ 17

8.1 Basiszorgen ------------------------------------------------------------------------------------------------- 17

8.2 Behandelingen --------------------------------------------------------------------------------------------- 18

8.2.1 Ademhalingsstelsel ---------------------------------------------------------------------------------------- 18

8.2.2 Bloedsomloopstelsel -------------------------------------------------------------------------------------- 18

8.2.3 Spijsverteringsstelsel ------------------------------------------------------------------------------------- 18

8.2.4 Urogenitaal stelsel ----------------------------------------------------------------------------------------- 18

8.2.5 Huid en zintuigen ------------------------------------------------------------------------------------------ 19

8.2.6 Medicamenteuze toedieningen ------------------------------------------------------------------------- 19

8.2.7 Metabolisme ------------------------------------------------------------------------------------------------ 19

8.3 Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose ------ 19

8.4 Assistentie bij medische handelingen----------------------------------------------------------------- 19

8.5 Toevertrouwde geneeskundige handelingen ------------------------------------------------------ 20

8.6 Specifiek voor de VE -------------------------------------------------------------------------------------- 20

8.7 Procedures -------------------------------------------------------------------------------------------------- 20

8.8 Informatiebronnen ----------------------------------------------------------------------------------------- 20

Page 3: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

3

9 OVERLEGSTRUCTUREN ------------------------------------------------------------------------------------- 21

9.1 Verpleegkundig niveau ----------------------------------------------------------------------------------- 21

9.2 Met artsen --------------------------------------------------------------------------------------------------- 21

9.3 Multidisciplinair Overleg (met 3 of meer disciplines - MDO) ------------------------------------- 21

10 AANDACHT VEILIGHEID EN BEPERKEN RISICO’S -------------------------------------------------------- 21

11 STUDENT SPECIFIEKE INFORMATIE ----------------------------------------------------------------------- 21

11.1 Mentoren ----------------------------------------------------------------------------------------------------- 21

11.2 Verwachtingen ten aanzien van studenten? -------------------------------------------------------- 21

11.2.1 Wat wij verwachten van een student ------------------------------------------------------------------ 21

11.2.2 Wat kan een student van ons verwachten ----------------------------------------------------------- 22

11.3 Mentorschap op de afdeling: de 5 krachtlijnen van het mentorschap ------------------------- 22

12 BIJKOMENDE INFORMATIE---------------------------------------------------------------------------------- 22

12.1 Visietekst Nefrologie ------------------------------------------------------------------------------------- 22

12.2 Introductie en begeleiding, feedback en evaluatie ------------------------------------------------- 23

12.2.1 Introductie en begeleiding (zie brochure “op stage in MM”) ------------------------------------- 23

12.2.2 Feedback en evaluatie ----------------------------------------------------------------------------------- 23

Page 4: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

4

2 Voorstelling van de afdeling

Naam van de afdeling: A002

Behorend tot zorgdomein: Chronische en Transmurale Zorg

Aantal bedden:

Voogdijcentrum (highcare afdeling) in AZ Maria Middelares (Niveau 0 A002): 32 dialyseposten

Collectieve Autodialyse = CAD (low-care) op Medisch Centrum Maria Middelares Gentbrugge (1e verdieping): 8 dialyseposten

Collectieve Autodialyse = CAD (low-care) in Sint-Vincentiusziekenhuis Deinze (2e verdieping): 12 dialyseposten

Naam van de hoofdverpleegkundige: Philippe Duym

Naam van de adjunct leidinggevende: Marleen Lievens

Verantwoordelijke opleiding en materiaalbeheer: Marleen Steeman

Contactgegevens afdeling: 09/246.95.50 – 09/246.95.61

Bezoekuren: Uitsluitend op afspraak

Medewerkers sociale dienst: De Laender Sarah, Ellen De Seranno

Nefrologische diëtiste: Mieke Kint

3 Patiëntenpopulatie

3.1 Algemeen

Ambulante patiënten

Gehospitaliseerde patiënten

Volwassenen

3.2 Risicovolle patiënten of diensten

Spoedeisende patiënten

Comateuze patiënten

Canulepatiënten

Dialysepatiënten

Gefixeerde patiënten

Patiënten aan een levensondersteuningsysteem

Patiënten met immunodeficiëntie

Patiënten met een overdraagbare ziekte

Chemopatiënten

Operatiepatiënten

Radiologische patiënten

Kwetsbare patiëntengroepen:

* Zwakke ouderen

* Patiënten met een risico op misbruik en/of verwaarlozing

* Patiënten met een valrisico

Page 5: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

5

3.3 Dienstgebonden boordtabellen

Elke verpleegafdeling beschikt over een dienstgeboden boordtabel waarin men gegevens mbt opname, bezettingsgraad,… voor die afdeling kan terugvinden.

Per kwartaal worden deze gegevens geüpdatet door dienst Beleidsinformatie. De boordtabellen zijn terug te vinden op het intranet van het ziekenhuis.

4 Afdelingsspecifieke gegevens

4.1 Medisch team

Nefrologen:

Dr. M. De Vleeschouwer (medisch diensthoofd)

Dr. P. Bernaert

Dr. H. Hannon

Dr. A. Deman

Dr. M. Schurgers

Dr. De Waele L

Dr. De Wilde M

4.2 Verpleegkundig team

Personeelsbestaffing: conform wettelijk kader (zie ook begrotingscontrole en dienstrooster)

Scholingsgraad:

* Verpleegkunde HBVO

* Verpleegkunde BA

Bijkomende competenties:

* Bijzondere bekwaamheden

- BBK Geriatrie

- BBK Wondzorg

- BBK Psychiatrie

- BBK Diabetes

- BBK Palliatieve

Bijkomende opleidingen:

* BLS (2-jaarlijks)

* Glycemie (2-jaarlijks)

* Brand (2-jaarlijks)

* Isolatiebeleid

* ….

4.3 Zorgondersteuning

In aanvulling op het verpleegkundig team werken wij met een aantal centraal aangestuurde ondersteunende diensten, nl. een team Broodbuffetwagen (BBW) en een team “centraal patiëntenvervoer (CPV).

Het team BBW staat in voor het ontbijt en het avondmaal op de verpleegafdelingen. Ook tijdens het weekend (behalve ’s zaterdag en zondagavond). Aanvullend verzorgen zij ook een aantal logistieke taken op de verpleegafdelingen (bestellingen, bergingen, keuken, ..)

Het team CPV staat in voor het vervoer van patiënten naar radiologie, revalidatie, OK en polikliniek, … Het vervoer tussen verpleegafdelingen gebeurt door de verpleegkundigen van de ontvangende afdeling.

Page 6: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

6

4.4 Samenwerking met andere interne disciplines/disciplines:

Kinesitherapie

Logopedie

Ergotherapie

Diëtiek

Radiologie

Spoed

Operatiekwartier

Labo

Polikliniek

Dienst Patiëntenbegeleiding

* Sociale dienst

* Pastorale dienst

* Oncocoaches

* Dienst Psychologie

5 Pathologie, behandelingen en onderzoeken

Pathologie Behandelingen Onderzoeken

Chronische nierinsuffi ciëntie Acute nierinsuffi ciëntie

Hemodialyse Peritoneale dialyse:

CAPD: continue ambulante peritoneale dialyse

APD: automatische peritoneale dialyse

Plasmaferese

Fistulografie Nierbiopsie Acitespunctie Pleurapunctie Sternumpunctie ECG

PET-test

Bladderscan

CVD meting

Bloedafname

5.1 Basisbegrippen nefrologie

5.1.1 Anatomie van de nieren

Macroscopisch:

De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal en langs beide zijden van de wervelkolom bevinden ter hoogte van T12 - L3. De rechternier ligt iets lager dan de linkernier. Een volwassen nier is ongeveer 7-12 cm lang, 3-5 cm dik en 5-6 cm breed en weegt ongeveer 150 gram. Op de bovenpool van de nier bevindt zich de bijnier. De nier is omgeven met bindweefsel en een vetlaag als bescherming.

Aan de zijde van de nier die naar de wervelkolom is gericht, bevindt zich een indeuking, de hilus genaamd. Ter hoogte van de hilus komt de nierarterie de nier binnen en verlaat de niervene de nier. Ook het nierbekken, of pyelum, met de ureter verlaat de nier aan de hilus.

De nier is opgebouwd uit de schors (cortex), ongeveer 1,5 cm dik, en het merg (medulla). In de schors bevinden zich de nefronen, de functionele eenheden van de nier. Een nefron bestaat uit kapsel van Bowman, de proximale tubulus, de lis van Henle en de distale tubulus.

Deze laatste mondt uit in een verzamelbuis die de urine afvoert.

Page 7: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

7

Microscopisch:

In de medulla onderscheidt men de piramiden. De punten van de piramiden wijzen naar de hilus. Ze worden papillen genoemd. Op elke papil monden drie tot zes mergpiramiden uit. Onder de papillen

bevinden zich de nierkelken waar de urine uit de verzamelbuizen in wordt opgevangen en vervolgens via het pyelum naar de ureter tot in de blaas wordt gevoerd.

5.1.2 Fysiologie van de nieren

De nieren hebben meerdere functies:

De nieren scheiden het overtollige vocht uit.

De nieren scheiden afvalstoffen uit.

De nieren houden de samenstelling van de lichaamsvochten in evenwicht:

* Zuur-base evenwicht

* Elektrolytenconcentratie.

De nieren produceren hormonen:

* Erytropoëtine (stimuleert de productie van rode bloedcellen in het beenmerg).

* Renine (verzekeren evenwicht water, zout en bloeddruk).

De nieren activeren vitamine D:

* Vitamine D (regelen van calcium in organisme, opname van calcium uit voeding en binding in het bot mogelijk maken).

5.1.3 Evaluatie van de nierfunctie

De nierfunctie kan bepaald worden aan de hand van een bloedonderzoek en 24 uurs urineonderzoek:

Bepaling serumcreatinine (normaalwaarde man: 0.8-1.3 mg/dl, vrouw: 0.6-1.0 mg/dl).

Creatinineklaring (normaalwaarde man: 95 - 145 ml/min, vrouw: 75 - 115 ml/min).

24u urine verzameling (start na uitplassen in toilet t.e.m. 24 u later uitplassen in reservoir -> elke fout bij het verzamelen = fout bij de berekening!).

De daling van de nierfunctie kan ingedeeld worden volgens verschillende stadia:

* Stadium 3a: 60ml/’ < eGFR ≥ 45 ml/’ en/ of proteïnurie.

* Stadium 3b: 45ml/’ < eGFR ≥ 30 ml/’ met of zonder proteïnurie.

* Stadium 4 : 30ml/’ < eGFR ≥ 15 ml/’ met of zonder proteïnurie.

* Stadium 5 : eGFR ≤ 15 ml/’ met of zonder proteïnurie.

Vanaf stadium 3a komt de patiënt in aanmerking voor predialyse begeleiding, die georganiseerd wordt door de dienst nefrologie.

Vanaf stadium 5 is een nierfunctie vervangende therapie aangewezen.

Om de juiste oorzaak van de nierinsufficiëntie te bepalen zijn verschillende onderzoeken noodzakelijk, waaronder een nierbiopsie.

Page 8: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

8

5.1.4 Meest voorkomende oorzaken van nierinsufficiëntie

Acuut nierfalen:

Bij acute nierinsufficiëntie zijn de nieren plotseling niet meer voldoende in

staat de afvalstoffen uit het lichaam te verwijderen. Dit kan verschillende oorzaken hebben:

Te weinig aanvoer van bloed bv. na grote bloeding of door een lage bloeddruk (shock).

Infectie of auto-immuunziekte.

Afvoerprobleem van de urine bv. nierstenen, tumoren of prostaathypertrofie.

Soms herstellen de nieren zich weer na acute nierinsufficiëntie, maar het kan ook voorkomen dat de schade blijvend is en dan spreken we van chronisch nierfalen.

Chronisch nierfalen:

Bij chronisch nierfalen werken de nieren onvoldoende en is er geen uitzicht op herstel. Dit kan het gevolg zijn van acuut nierfalen maar ook van:

Glomerulonefritis: infectie van de nierfilters, door aanslepende ontstekingsziekten (bv. reuma) of geneesmiddelen.

Pyelonefritis: herhaalde bacteriële infectie van de nier met littekenvorming in de nieren.

Diabetes: suikerziekte tast de kleine bloedvaten aan, ook van de nieren.

Hypertensie: langdurige hoge bloeddruk kan de bloedvaten van de nier beschadigen.

Erfelijke nierziekten: bv. polycystische nieren, dit is een erfelijke ziekte waarbij in de nier een groot aantal cysten (= holten omgrensd met een dunne wand en gevuld met vocht) ontstaan.

Vaataandoeningen: vernauwingen van de nierslagaders.

Auto-immuunziekten: ziekte waarbij antistoffen tegen het eigen lichaamsweefsel gemaakt worden

Andere nierziekten: veroorzaakt door het nemen van teveel pijnstillers of andere schadelijke stoffen.

5.1.5 Gevolgen van nierinsufficiëntie

Opstapeling van vocht

* Ter hoogte van de onderste ledematen

* Ter hoogte van de longen, wat kan resulteren in kortademigheid

Opstapeling van afvalstoffen (uremie) met als gevolg:

* Dermatologisch: jeuk, gepigmenteerde huid

* Gastro-intestinaal: anorexie, misselijkheid, braken, slechte smaak, slechtruikende adem, gastritis, ulcera

* Neurologisch: sufheid, polyneuropathie, concentratiestoornissen, depressie

* Cardiovasculair: hypertensie, hart- en vaatlijden

Gestoorde elektrolyten- en zuurbase huishouding:

* metabole acidose, hyperkaliëmie, hypocalcemie, hypercalcemie en hyperfosfatemie

Gestoorde hormoonproductie

* Minder erythropoëtine, waardoor bloedarmoede

* Gestoorde renine- angiotensine productie

Gestoorde vitamine D activatie met als gevolg botontkalking

Endocrinologische en immunologische stoornissen

Page 9: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

9

5.1.6 Behandelingsmethodes van nierinsufficiëntie

Dialyse is een proces waarbij 2 vloeistoffen met daarin opgeloste stoffen, gescheiden worden door een semi-permeabel membraan, en hierdoor een wisselwerking op elkaar uitoefenen.

Een nierfunctievervangende therapie is gebaseerd op de principes van diffusie, convectie en osmose, vaak gecombineerd met ultrafiltratie(= onttrekken van vocht).

Hemodialyse:

Hemodialyse is het zuiveren en corrigeren van het bloed en het verwijderen van het overtollige lichaamsvocht door middel van een kunstnier. Hemodialyse kan zowel uitgevoerd worden in een ziekenhuissetting als thuis onder begeleiding van het dialyseteam.

Bloedcircuit:

Het bloed wordt via de bloedpomp van het dialysetoestel door de kunstnier gepompt.

Kunstnier:

De kunstnier bestaat uit een bundel holle vezels. De wand van elke vezel is een semi-permeabel membraan.

In de holle vezels stroomt het bloed van de patiënt met afvalstoffen. Tussen de holle vezels stroomt een spoelvloeistof ( het dialysaat) zonder afvalstoffen.

De afvalstoffen verplaatsen zich uit het bloed door het semi-permeabel membraan naar het dialysaatgedeelte volgens de basisprincipes van diffusie en convectie. Het gezuiverde bloed keert dan terug naar de patiënt.

Het teveel aan lichaamsvocht wordt verwijderd volgens het basisprincipe van ultrafiltratie.

Page 10: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

10

Toegangswegen tot de bloedbaan:

Om voldoende bloed door de kunstnier te laten vloeien is er een goede toegangsweg nodig tot de bloedbaan.

Hiervoor zijn 2 mogelijkheden, namelijk de AV fistel en/of de dialysekatheter.

AV fistel

De arterio-veneuze fistel of AV fistel is een onderhuids verbinding tussen een arterie (slagader) en een vene (ader), die door middel van een kleine heelkundige ingreep wordt gemaakt. De AV fistel is na plaatsing nog niet onmiddellijk bruikbaar. Hij moet nog wat aanrijpen(= ontwikkelen), d.w.z. dat de gebruikte vene breder wordt en een stevige wand ontwikkelt. Meestal is de AV fistel bruikbaar na 4 tot 6 weken. Wanneer de fistel goed ontwikkelt kan je een ruis horen d.m.v. een stethoscoop en een tril voelen door de huid.

Indien de bloedvaten van de patiënt niet geschikt zijn om een AV fistel aan te leggen, kan de vaatchirurg beslissen om een kunstbloedvat te gebruiken (= graft). Dit is een kunststof vaatent dat op een vene en een arterie gehecht wordt, zodat op die manier een verbinding wordt gemaakt tussen beide bloedvaten. Meestal gebeurt de plaatsing in de voorarm in de vorm van een lus.

Om de dialysebehandeling te starten wordt de ontwikkelde vene, of de graft aangeprikt met 1 of 2 dialysenaalden.

Page 11: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

11

Na de dialysebehandeling worden de dialysenaalden verwijderd en worden de aanprikplaatsen ontsmet en afgedekt met een steriel verband.

Dialysekatheter:

Een dialysekatheter is een kunststof buisje dat in een groot bloedvat wordt geplaatst.

Deze katheter kan als tijdelijke toegangsweg tot de bloedbaan geplaatst worden bv. in afwachting dat een arterio-veneuze fistel bruikbaar is of als permanente (= blijvende) toegangsweg indien geen AV fistel kan geplaatst worden.

De permanente dialysekatheter heeft een onderhuidse cuff of ballonnetje om het vastgroeien te bevorderen en opstijgende infectie te voorkomen. De eerste weken na het plaatsen is de permanente katheter aan de huid vastgehecht met hechtingsdraad. Op die manier kan de katheter niet bewegen, en krijgt de cuff de kans om vast te groeien.

De arts bepaalt welke soort dialysekatheter het meest geschikt is en de beste resultaten zal geven.

De tijdelijke dialysekatheter wordt onder lokale verdoving geplaatst door de nefroloog. Dit gebeurt meestal ter hoogte van de veneuze halsbloedvaten of bloedvaten onder het sleutelbeen, dan spreekt men respectievelijk over een jugularis- of een subclaviakatheter. Ook de bloedvaten in de liesplooi kunnen hiervoor gebruikt worden, dit noemt men een femoraliskatheter.

Het plaatsen van een tijdelijke dialysekatheter gebeurt meestal op de hemodialyseafdeling zelf, terwijl het plaatsen van een permanente dialysekatheter zowel op de hemodialyseafdeling zelf als op de afdeling radiologie of op het operatiekwartier kan gebeuren.

Een permanente dialysekatheter wordt zowel onder locale verdoving met lichte sedatie als onder algemene verdoving geplaatst door de nefroloog of de vaatchirurg.

Peritoneale dialyse:

Peritoneale dialyse is een nierfunctievervangende therapie waarbij gebruik gemaakt wordt van het buikvlies of peritoneum. Dit is een vlies dat de buikorganen en de buikholte bekleedt. Het buikvlies is enorm goed doorbloed en is semi-permeabel waardoor het gebruikt kan worden als dialysemembraan.

Om het buikvies als dialysemembraan te kunnen gebruiken, is een toegangsweg naar het peritoneum en de peritoneale holte nodig. Daarom wordt een katheter door de huid ingeplant.

Peritoneale dialysekatheter (PD katheter):

Page 12: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

12

Onder algemene of lokale verdoving wordt door de chirurg een insnede in de buikwand en de buikspieren gemaakt. De katheter wordt opgeschoven in de peritoneale holte.

Eén deel komt inwendig in de buikholte ter hoogte van de Douglasholte (voorzien van kleine gaatjes en een open uiteinde).

Eén deel van de katheter bevindt zich tussen de onderhuid en het buikvlies en is op deze plaatsen voorzien van twee ankerplaatsen (= cuffs), die op termijn ingroeien.

Eén deel komt uit het lichaam en hiermee wordt de verbinding gemaakt met de PD vloeistof. Het uitwendige deel wordt met een verband bevestigd op het lichaam.

Peritoneale dialyse vloeistof (PD vloeistof):

Bij de PD behandeling gebruikt men een systeem van steriele vloeistofzakken met verschillende volumes en concentraties aan glucose. Deze vloeistof is vergelijkbaar met het dialysaat in de hemodialyse.

Een lijnenset verbindt de zakken met de PD katheter en laat zo toe om de PD vloeistof via de PD katheter in en uit de buikholte te brengen. Dit noemt men een PD wisseling.

De basisprincipes van diffusie en osmose zijn hier ook van toepassing. Het volume van de PD vloeistof helpt bij het ontrekken van afvalstoffen (diffusie). De concentratie aan glucose in de PD vloeistof is belangrijk bij de ultrafiltratie van het overtollig vocht (ultrafiltratie).

Verloop PD wisseling:

Een PD behandeling start met het op steriele wijze aankoppelen van de PD vloeistof aan de PD katheter van de patiënt.

Vervolgens worden er 3 stappen doorlopen:

Uitloop:

De PD vloeistof aanwezig in de buikholte laat men uitlopen via de PD katheter in de lege zak van het PD systeem. Deze vloeistof is verzadigd aan afvalstoffen en het bevat overtollig vocht van de patiënt.

Inloop:

Bij de inloop laat men de volle zak met PD vloeistof via de PD katheter in de buik van de patiënt lopen. Dan wordt het PD systeem afgekoppeld.

Verblijftijd:

Dit is de tijd dat de PD vloeistof in de buik van de patiënt verblijft. In deze tijd gebeurt het onttrekken van de afvalstoffen en het aanzuigen van overtollig vocht uit het bloed van de patiënt.

Soorten PD:

CAPD:

Dit is een continue ambulante peritoneale dialyse, handmatig uitgevoerd.

Continue: dit wil zeggen dat er steeds PD vloeistof in de buik aanwezig is.

Ambulant: de behandeling gebeurt thuis (hetzij door de patiënt of zijn familie, hetzij door de thuisverpleegkundige).

Bij CAPD worden meestal drie tot vijf wisselingen per dag uitgevoerd. De behandeling duurt per keer ongeveer 30 minuten.

APD:

Dit is een automatische peritoneale dialyse, de behandeling wordt dan uitgevoerd door middel van een geprogrammeerd toestel gedurende 6 à 8 uur. De behandeling gebeurt terwijl de patiënt slaapt, het toestel voert dan de wisselingen uit.

Page 13: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

13

Transplantatie:

Bij een niertransplantatie wordt een gezonde nier van een donor bij een nierinsufficiënte patiënt ingepland. De donornier kan afkomstig zijn van iemand die hersendood is (= kadavernier), of van een levend (verwant) persoon (levende donatie van broer, zus, ouder, kind, echtgenoot of echtgenote).

Bij diabetespatiënten wordt er soms gelijktijdig een transplantatie van nier en pancreas uitgevoerd.

Om in aanmerking te komen voor transplantatie moet de ontvanger aan een aantal voorwaarden voldoen:

Patiënt moet een algemeen klinisch onderzoek ondergaan met evaluatie van de fysische, psychische en sociale toestand. Een aantal bijkomende prétransplant onderzoeken zijn hierbij noodzakelijk:

* Onderzoeken van hart, ingewanden, bloedvaten, urinewegen, longen, ogen, tanden, huid, zenuwen en botten.

* Bepaalde problemen vereisen soms vooraf een medische behandeling bv. een kransslagaderoverbrugging, het wegnemen van een zieke nier of prostaatoperatie.

Er moet ook een zekere overeenkomst zijn van het weefseltype tussen de donor en de ontvanger. Dit wordt op regelmatige basis door bloedanalyses vooraf bepaald.

Indien de patiënt in aanmerking komt voor transplantatie komt hij op de wachtlijst van Eurotransplant.

België, Nederland , Luxemburg, Duitsland, Oostenrijk en Slovenië maken deel uit van deze organisatie. Hier worden alle gegevens uit het bloedonderzoek gecentraliseerd bewaard en wordt de opvolging en toewijzing van donororganen ( hart, nier, lever, long en pancreas) gecoördineerd.

In afwachting van een mogelijke niertransplantatie, zal bij de patiënt eventueel met hemodialyse of peritoneale dialyse gestart worden.

De wachttijd op de transplantlijst kan variëren van enkele maanden tot drie à vier jaar, door een tekort aan donororganen.

Als een donornier beschikbaar is, wordt de behandelende nefroloog van de transplantkandidaat geraadpleegd of de patient zich in goede algemene conditie bevindt om getransplanteerd te worden.

Page 14: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

14

Dan pas wordt de patient opgeroepen en doorverwezen naar het transplantatiecentrum. Een laatste bloedanalyse met cross-match (= controle of de donornier op het vlak van weefseltypering,… past bij de ontvanger) geeft uitsluitsel over het doorgaan van de transplantatie. Deze test duurt ongeveer 4 uur.

Na de transplantatie krijgt de patiënt levenslang medicatie tegen afstoting van de donornier. De patiënt wordt verder opgevolgd door het transplantatiecentrum en de behandelende nefroloog.

5.1.7 Meest gebruikte geneesmiddelen bij hemo- en peritoneale dialyse

Erythropoëtine: Neorecormon®, Aranesp®, Mircera®, Eprex®

Erythropoëtine wordt door de gezonde nier geproduceerd en zorgt voor de aanmaak van bloedcellen.

Bij zieke nieren gebeurt dit minder of helemaal niet. Dit wordt verholpen door op regelmatige basis erythropoëtine toe te dienen aan de dialyse.

Ijzer: Injectafer®

Erythropoëtine is maar werkzaam als er voldoende ijzer in het lichaam aanwezig is. Daarom wordt dit toegediend via het dialysetoestel.

Vitamines:

* Vitamine B wordt vaak gegeven ter bescherming van de zenuwtakken (deze ontsteken vaak door de afvalstoffen).

* Vitamine C zorgt voor een betere ijzeropname

* Vitamine D beschermt tegen botontkalking

* Foliumzuur beschermt tegen arteriosclerose en is onmisbaar bij de aanmaak van rode bloedcellen

Vaccinaties : Hepatitis B, Griep, Pneumococcen, Tetanus,Fendrix

Fosforbinders: Renagel®, Fosrenol®, Renvela®, Phoslo®, ….

Bij zieke nieren is de calcium-fosfor huishouding gestoord. Fosforbinders zijn vaak noodzakelijk als aanvulling op de dialysebehandeling en het dieet om de fosfor binnen aanvaardbare grenzen te houden. Het fosfor uit de maaltijd wordt gebonden aan deze fosforbinders en verlaat via de darm het lichaam zonder opgenomen te worden in het bloed.

Kaliumbinders: Calcium-Kayexalaat, Sorbisterit®.

Bij zieke nieren is de kalium huishouding gestoord. Kaliumbinders zijn vaak noodzakelijk als aanvulling op de dialysebehandeling en het diet om de kalium binnen aanvaardbare grenzen te houden. Het kalium uit de hoofdmaaltijd wordt gebonden aan deze kaliumbinders en verlaat via de darm het lichaam zonder opgenomen te worden in het bloed.

6 Samenwerking met externen

Rust-en verzorgingstehuizen (RVT)

Woon-en zorgcentra (WZC)

Revalidatiecentra

Ziekenhuizen (Zorgprogramma gebonden)

Huisartsen

Thuiszorg

Scholen

Vervoerdiensten

Page 15: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

15

7 Verpleegkundige dagindeling op de verpleegeenheid

7.1 Shiften

We werken volgens twee shiften:

Vroegdienst : 6u30 tot 15u

Laatdienst: 11u tot 19u30

7.2 Vroegdienst:

6u30 Hulp bieden bij het aansluiten van patiënten: patientenidentificatie, wegen van

patiënten

Installeren van patiënten in bed of zetel voor de dialysebehandeling

Opnemen van patiënten parameters: bloeddruk, pols, temperatuur en ademhaling en inbrengen in kunstnierprogramma in synops

Inbrengen van technische parameters in het dialysetoestel en in het kunstnierprogramma

Bepalen van de zorgvraag

Zorg aan de vasculaire toegangsweg: hulp bij aansluiten van patiënt

8u00-10u30 Hulp bieden tijdens het verdere verloop van de dialysebehandeling

Klaarmaken en opdienen van ontbijt.

Opnemen van technische - , patiëntparameters en observaties en inbrengen in

kunstnierprogramma

Klaarmaken van medicatie (onder toezicht) bv. Heparine, antibiotica, ….

Uitvoeren van wondzorg & katheterzorg (onder toezicht).

Eventueel bijwonen van algemene en/of specifieke dialysetechnieken.

Opdienen van soep IN

Bijwonen van patiëntenbespreking & teamoverleg

10u45 Materiaal klaarmaken om patiënten af te sluiten na hun dialysebehandeling

11u00 Hulp bieden bij het afsluiten van patiënten:

Inbrengen van technische en patiëntparameters in het kunstnierprogramma.

Tamponeren van de AV-fistel of graft.

Bloedlijnen afbreken, dialysetoestel desinfecteren en afwassen

Dialysetoestel klaarmaken voor de volgende dialysebehandeling (onder toezicht).

Dialysebedden en zetels afwassen en opmaken

12u30 Middagpauze

13u00 Hulp bieden bij het aansluiten van patiënten: patientenidentificatie, wegen van

Patiënten

Installeren van patiënten in bed of zetel voor de dialysebehandeling.

Page 16: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

16

Opnemen van patiënten parameters: bloeddruk, pols, temperatuur en ademhaling en inbrengen in kunstnierprogramma in synops

Inbrengen van technische parameters in het dialysetoestel en in het kunstnierprogramma

Bepalen van de zorgvraag

Zorg aan de vasculaire toegangsweg: hulp bij aansluiten van patiënt

13u30-14u30 Hulp bieden tijdens het verdere verloop van de dialysebehandeling.

Klaarmaken en opdienen van tussendoortje

Opnemen van technische - , patiëntparameters en observaties en inbrengen in kunstnierprogramma

Klaarmaken van medicatie (onder toezicht) bv. Heparine, antibiotica, ….

Uitvoeren van wondzorg & katheterzorg (onder toezicht)

Eventueel bijwonen van algemene en/of specifieke dialysetechnieken.

14u45 Invullen en bespreking feedback

15u00 Einde van de stagedag

7.3 Laatdienst

11u00 Hulp bieden bij het afsluiten van patiënten:

Inbrengen van technische en patiëntparameters in het kunstnierprogramma

Tamponeren van de AV-fistel of graft

Bloedlijnen afbreken, dialysetoestel desinfecteren en afwassen

Dialysetoestel klaarmaken voor de volgende dialysebehandeling (onder toezicht)

Dialysebedden en zetels afwassen en opmaken

11u45 Middagpauze

12u15 Hulp bieden bij het afsluiten van patiënten:

Inbrengen van technische en patiëntparameters in het kunstnierprogramma

Tamponeren van de AV fistel of graft

Bloedlijnen afbreken, dialysetoestel desinfecteren en afwassen

Dialysetoestel klaarmaken voor de volgende dialysebehandeling (onder toezicht)

Dialysebedden en zetels afwassen en opmaken

13u00 Hulp bieden bij het aansluiten van patiënten: patientenidentificatie, wegen van

patiënten

Installeren van patiënten in bed of zetel voor de dialysebehandeling

Opnemen van patiëntenparameters: bloeddruk, pols, temperatuur en ademhaling en inbrengen in kunstnierprogramma in synops

Inbrengen van technische parameters in het dialysetoestel en in het kunstnierprogramma.

Page 17: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

17

Bepalen van de zorgvraag

Zorg aan de vasculaire toegangsweg: hulp bij aansluiten van patiënt

13u30-16u45 Hulp bieden tijdens het verdere verloop van de dialysebehandeling

Klaarmaken en opdienen van tussendoortje

Opnemen van technische - , patiëntparameters en observaties en inbrengen in kunstnierprogramma

Klaarmaken van medicatie (onder toezicht) bv. Heparine, antibiotica, ….

Uitvoeren van wondzorg & katheterzorg (onder toezicht)

Eventueel bijwonen van algemene en/of specifieke dialysetechnieken

Opdienen van tussendoortje IN

Bijwonen van patiëntenbespreking & teamoverleg

16u45-17u00 Materiaal klaarmaken om patiënten af te sluiten na hun dialysebehandeling

17u00 Hulp bieden bij het afsluiten van patiënten:

Inbrengen van technische en patiëntparameters in het kunstnierprogramma

Tamponeren van de AV-fistel of graft

Bloedlijnen afbreken, dialysetoestel desinfecteren en afwassen

Dialysetoestel klaarmaken voor de volgende dialysebehandeling (onder toezicht)

Dialysebedden en zetels afwassen en opmaken

18u30 Opruimen van de dialyseafdeling

Administratie

Nazorg aan dialyseapparatuur & waterbehandeling

19u15 Invullen en bespreking feedback

19u30 Einde stagedag

8 Meest voorkomende verpleegkundige verstrekkingen – procedures

8.1 Basiszorgen

Mobiliteit:

Hulp bieden om mobiliteit te bevorderen en/of te behouden

Installatie en toezicht bij het gebruik van de bed/zetelfiets

Hygiëne:

Toezicht en ondersteuning van lichaamsverzorging

MRSA-screening

Voetcontrole

Fysische beveiliging

Page 18: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

18

Infectiepreventie

Decubituspreventie

Valpreventie

Fixatiebeleid

Hulp bij uitscheiding

8.2 Behandelingen

8.2.1 Ademhalingsstelsel

Luchtwegenaspiratie

Aërosoltherapie en zuurstoftherapie

Canulezorg/ canulewissel

Meten van ademhalingsfrequentie en zuurstofsaturatie

8.2.2 Bloedsomloopstelsel

Meten van bloeddruk, polsslag

Aanleggen van monitoring bij patiënten en interpretatie hiervan

Tamponeren van AV fistel/ graft

Plaatsen van perifere veneuze katheters

Hulp bij plaatsen van centraal veneuze katheters

Voorbereiding, toediening van en toezicht op intraveneuze perfusies en transfusies, eventueel met technische hulpmiddelen.

Gebruik van en toezicht op toestellen voor extracorporele circulatie

Verwijderen van perifere en centraal veneuze katheters

Perifere bloedafname

Bloedafname via centrale katheter, AV fistel of graft

8.2.3 Spijsverteringsstelsel

Enterale vocht- en voedingstoediening

Parenterale voeding

Verzorgen van stoma’s en Pegsondes

8.2.4 Urogenitaal stelsel

Geven van blaasspoelingen en blaasinstillaties

Plaatsen van een blaassonde

Verzorgen van suprapubische katheters

Gebruik van de bladderscan

Steriele afname voor kweek

Page 19: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

19

8.2.5 Huid en zintuigen

Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op:

* Aseptische en antiseptische wondverzorging

* Verzorging van stoma, wonden met wieken en drains

Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op verwijderen van cutaan hechtingsmateriaal, cutane wieken of drains en katheters

8.2.6 Medicamenteuze toedieningen

Voorbereiding en toediening van medicatie via de volgende toegangswegen:

* Oraal (inbegrepen inhalatie)

* Subcutaan

* Intramusculair

* Intraveneus

* Intraperitoneaal

8.2.7 Metabolisme

Voorbereiding, uitvoering van en toezicht op technieken van:

* Hemodialyse

* Hemodiafiltratie

* SLEDD (slow-dialyse)

* Plasmaferese

* Peritoneale dialyse (CAPD/ APD)

In evenwicht houden van de vochtbalans:

* Wegen van patiënt met sta- zitbalans, weegbed of tillift met weegunit

8.3 Verpleegkundige activiteiten die verband houden met het stellen van de diagnose

Meting van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels

Registratie van ECG, CVD en gebruik hartmonitoring

Staalafname en collectie van secreties en excreties

Bloedafname

* Door veneuze of capillaire punctie, via AV fistel/ graft of extracorporeel circuit.

* Via aanwezige centrale katheter.

8.4 Assistentie bij medische handelingen

Assistentie bij het uitvoeren van een pleurapunctie

Assistentie bij het uitvoeren van een ascitespunctie

Assistentie bij het uitvoeren van een beenmergpunctie

Assistentie bij het plaatsen van een centrale katheter voor infuustherapie

Assistentie bij het plaatsen van een tijdelijke dialysekatheter

Assistentie bij het verwijderen van een ondergetunnelde dialysekatheter

Assistentie bij wisselen van dialysekatheter

Assistentie bij plaatsen van een peritonaele dialysekatheter

Page 20: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

20

8.5 Toevertrouwde geneeskundige handelingen

Beoordeling van de parameters behorende tot de verschillende biologische functiestelsels (vitale parameters (RR, P, T°), ECG, fysische parameters).

Kwalitatief en semi kwantitatief onderzoek van urine en vol bloed, lichaamsvochten en excreties door middel van eenvoudige technieken waarvoor geen specifieke opleiding vereist is, in aanwezigheid van de patiënt en onder controle van een erkend laboratorium voor klinische biologie (bv. Glucosemeting met Accu-check®).

8.6 Specifiek voor de VE

Bedienen van dialysetoestel

Patiënten aansluiten en afsluiten aan dialysetoestel via dialysekatheter of via AV fistel/graft

Assistentie bij het plaatsen van een peritoneale dialysekatheter

Verzorging van dialysekatheter

Verwijderen van tijdelijke dialysekatheter

Uitvoeren van testen en controles i.v.m. efficiënte werking van peritoneale dialyse ( PET-test)

Verzorging van de PD katheter

Observatie van AVfistel

8.7 Procedures

Er zijn heel wat verpleegkundige procedures uitgewerkt om de uniformiteit en kwaliteit van zorg te

garanderen. Je vindt deze terug op coMMpas onder de rubriek “verpleegkundig-paramedisch

departement\ procedures”.

8.8 Informatiebronnen

Brochures

* Wat als de nieren niet meer werken?

* Dialysekatheter: dagelijkse zorg.

* Arterio-veneuze fistel: dagelijkse zorg.

Klinisch pad predialyse

Patiëntendossier Synops

Nefrobibliotheek.

* Boeken, tijdschriften en eindwerken met betrekking tot nefrologie steeds, ter inzage, aanwezig in het bureel van de nefrologen

CoMMpas.

* Directe link naar ORPADT (De Organisatie van het Paramedisch personeel der Dialyse- en Transplantatiecentra) www.orpadt.be

Page 21: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

21

9 Overlegstructuren

9.1 Verpleegkundig niveau

Patiëntenbespreking.

Bijscholing (min. 2x per jaar): intern en extern.

Individuele functioneringsgesprekken.

Beoordelingsgesprekken.

Teamoverleg.

Dienstoverdracht (patiënten planning): 2x per dag.

Evaluatiegesprekken voor medewerkers eigen aan de afdeling

* Starter: 3 – 6 en 12 maanden

* > 1 jaar op de afdeling: jaarlijks

9.2 Met artsen

Dagelijkse artsenronde

Elektronisch patiëntendossier

6-maandelijks overleg hoofdverpleegkundige /medisch diensthoofd

9.3 Multidisciplinair Overleg (met 3 of meer disciplines - MDO)

Nefroloog

Verpleegkundige

Sociaal medewerker

Diëtiste

10 Aandacht veiligheid en beperken risico’s

11 Student specifieke informatie

11.1 Mentoren

Marleen Lievens

Marleen Steeman

11.2 Verwachtingen ten aanzien van studenten?

11.2.1 Wat wij verwachten van een student

Haalbare en aangepaste leerdoelstellingen.

Vriendelijkheid, stiptheid, inzet, initiatief nemen, motivatie en enthousiasme.

Inzicht krijgen in de pathologie (tegen einde 1e stageweek) en de werking van onze afdeling.

Observeren en rapporteren.

Respect voor privacy en beroepsgeheim.

Samenwerking met het team.

Medewerking aan een goede sfeer op de afdeling.

Bied dagelijks zelf je feedbackformulier aan en noteer de naam van de verpleegkundige waarmee je hebt samengewerkt. Noteer eveneens dat je feedback aangeboden hebt.

Page 22: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

22

Bij ziekte: steeds de afdeling verwittigen (tel.: 09/246 95 50 – 09/246 95 61)

Het invullen van een studentenenquête via PC op het einde van de stage (vóór de eindevaluatie).

11.2.2 Wat kan een student van ons verwachten

Vriendelijke en behulpzame verpleegkundigen

Ingevulde feedbackbladen

Mogelijkheid tot gebruik van informatiebronnen in onderlinge afspraak met de hoofdverpleegkundige

Bijwonen van onderzoeken, behandelingen en specifieke dialysetechnieken in onderlinge afspraak met de hoofdverpleegkundige

Tussentijdse feedback en een eindevaluatie

Bijwonen van patiëntenoverdrachten en – besprekingen

Bijwonen van relevante bijscholingen

Goede multidisciplinaire samenwerking

Kennismaking met hemodialyse bij acute nierinsufficiëntie

Kennismaking met de CAD afdelingen op campus MCMM en/ of Sint-Vincentiusziekenhuis in Deinze

11.3 Mentorschap op de afdeling: de 5 krachtlijnen van het mentorschap

Binnen het verpleegkundig-paramedisch departement heeft de Werkgroep “Mentorschap Beleidslijnen” een visie over “mentorschap” uitgeschreven.

Deze visie kan worden samengevat in 5 krachtlijnen.

De mentor is een aanspreekpunt, contactpersoon voor de student op de eenheid;

Iedere verpleegkundige wordt beschouwd te kunnen functioneren als begeleidende verpleegkundige voor de student verpleegkunde;

De taak van de hoofdverpleegkundige in studentenbegeleiding wordt beperkt tot het uit werken van een organisatorisch kader;

De student is verantwoordelijk voor zijn eigen leerproces, de verpleegeenheid is medeverantwoordelijk voor het creëren van een boeiende leeromgeving;

De stagebegeleider en het opleidingsinstituut participeren daadwerkelijk in het mentorschapproject.

De volledig uitgewerkte visietekst kan je terugvinden op intranet.

12 Bijkomende informatie

12.1 Visietekst Nefrologie

De afdeling wenst, binnen een brede geografische regio, een multidisciplinaire aanpak van de nefrologische patiënt uit te bouwen. We streven continu naar een optimale samenwerking met de huisartsen en andere medewerkers binnen het ganse domein van de nefrologie.

In het kader van het zorgtraject nefrologie omvat dit preventie nierlijden, diagnostiek, vroegtijdige pre-dialysebegeleiding. Wij bieden de meest aangewezen individuele behandelingsmodaliteit aan onder multidisciplinaire begeleiding tijdens de nierfunctievervangende therapie. In de fase naar het levenseinde toe wordt de patiënt palliatief ondersteund.

Page 23: Dienstgebonden informatiebrochure A002 - Maria …...5.1 Basisbegrippen nefrologie 5.1.1 Anatomie van de nieren Macroscopisch: De nieren zijn boonvormige organen die zich retroperitoneaal

23

12.2 Introductie en begeleiding, feedback en evaluatie

12.2.1 Introductie en begeleiding (zie brochure “op stage in MM”)

Introductie bij de aanvang van de stageperiode door de hoofdverpleegkundige. Info betreffende:

De algemene werking van de afdeling

De kleedkamer

De studentenbadge

De Accu-check® login

De stage-uren

Attest medisch onderzoek

Specifieke aandachtspunten

Bespreking van de leerdoelstellingen en opdrachten

Stagebegeleiding door mentoren

Dagelijkse begeleiding door vooraf aangeduide verpleegkundigen

Kennismaking met de afdeling en het team

12.2.2 Feedback en evaluatie

Dagelijkse feedback door begeleidende verpleegkundige.

Tussentijdse feedback op vooraf afgesproken tijdstip met hoofdverpleegkundige, adjunct-hoofdverpleegkundige, mentor en stagebegeleider van de school.

Eindevaluatie op vooraf afgesproken tijdstip met hoofdverpleegkundige, adjunct-hoofdverpleegkundige mentor en stagebegeleider van de school.