De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris...

67
Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent Academiejaar 2015-2016 De fiscale notificatie Masterproef van de opleiding ‘Master in het notariaat’ Ingediend door Eva Gerniers (studentennummer: 00906238) Promotor: Prof. Dr. Mark DELANOTE

Transcript of De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris...

Page 1: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

Faculteit Rechtsgeleerdheid Universiteit Gent

Academiejaar 2015-2016

De fiscale notificatie

Masterproef van de opleiding ‘Master in het notariaat’

Ingediend door

Eva Gerniers

(studentennummer: 00906238)

Promotor: Prof. Dr. Mark DELANOTE

Page 2: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

 

Page 3: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  I

VOORWOORD

Deze masterproef is met de steun en hulp van bepaalde personen tot stand gekomen, die ik

graag via deze weg zou willen bedanken.

Vooreerst gaat mij dank gaat uit naar mijn promotor professor Mark Delanote, voor het

aanreiken van dit interessant onderwerp alsook voor het beschikbaar zijn voor eventuele

vragen.

In het bijzonder dank ik mijn vader voor de inhoudelijke duiding en grammaticale controle.

Tot slot gaat mijn speciale dank naar mijn ouders voor de kans die ik heb gekregen om

rechten en notariaat te studeren en voor alle steun die ik de voorbije jaren heb gekregen.

Eva Gerniers    

Page 4: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  II

 

Page 5: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  III

INLEIDING

ONDERZOEKSOBJECT De fiscale notificatie kadert in een specifiek invorderingsmechanisme waarbij op de notaris

een fiscale meldingsplicht rust tegenover de fiscus. In deze masterproef worden twee fiscale

meldingsplichten besproken en tegen over elkaar geplaatst: de fiscale meldingsplicht bij de

overdracht van onroerende goederen en de fiscale meldingsplicht bij erfenissen.

Eenvoudig gezegd is de regeling als volgt: wie geld ontvangt, hetzij van de bank, hetzij van

een koper, hetzij in gevolge een erfenis moet deze gelden eerst aanwenden voor de betaling

van een eventuele openstaande belastingschuld.

De notaris die gelast is met de vervreemding of hypothecaire aanwending van een onroerend

goed zal dit bijgevolg moeten melden aan de fiscus zodat de deze kan nagaan of de persoon in

kwestie nog achterstallige belastingschulden heeft. Indien dit het geval is zal de fiscus dit

signaleren via een fiscale notificatie.

Een soortgelijk systeem werd meer recent ingevoegd wanneer de notaris wordt verzocht een

akte of attest van erfopvolging op te maken. Er zal in dat geval pas een vrijgave van de

sommen zijn indien er geen achterstallige belastingen verschuldigd zijn.

AFBAKENING Dit werkstuk beperkt zich tot de fiscale notificatie waarbij de notaris wordt aangezocht in het

kader van een vervreemding en hypothecaire aanwending van een onroerend goed en in het

kader van een overlijden. Andere notificatieverplichtingen van de notaris zoals fiscale

notificatie bij openbare verkoop van roerende goederen worden hier niet besproken.

Men zal daarnaast merken dat in één adem met de fiscale notificatieverplichtingen ook de

sociale notificatieverplichtingen worden genoemd. De wetgever 1 werkte inderdaad een

gelijkaardig mechanisme uit voor de betere inning van de sociale-zekerheidsbijdragen. In

deze masterproef ligt de focus echter enkel op de fiscale notificatie.

                                                                                                                         

1 In het kader van overlijden: Programmawet van 22 juni 2012, BS 28 juni 2012 In het kader van vervreemding en hypothecaire aanwending: M.b.t. sociale notificatie werknemers: wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders: artikel 41quater; M.b.t. sociale zekerheid zelfstandigen: koninklijk besluit nr. 38 van 27 juli 1967 houdende inrichting van het sociaal statuut der zelfstandigen: artikel 23ter.

Page 6: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  IV

In deel I wordt de notificatieverplichting ten gevolge vervreemding of hypothecaire

aanwending van een onroerend goed besproken en wordt vooral gefocust op de regeling

inzake de directe belastingen (artikelen 433 ev. WIB 1992). Daarnaast wordt in dit deel ook

stilgestaan bij de Vlaamse belastingen en praktische implicaties die de invoering van de

Vlaamse Codex Fiscaliteit heeft gehad op de regeling inzake fiscale notificatie. Voor de

notificatieverplichtingen inzake BTW, gemeente- en provinciale belastingen geldt een quasi

identieke regeling als de directe belastingen, waardoor in de tekst niet meer afzonderlijk

verwezen wordt naar deze artikelen (met betrekking tot de BTW is de relevante regeling terug

te vinden in art. 93ter e.v. WBTW; met betrekking tot de gemeente- en provinciale

belastingen moet men zich richten tot artikel 12, eerste lid van de wet van 24 december 1996

betreffende de vestiging en de invordering van de provincie- en gemeentebelastingen).

In deel II wordt de notificatie van belastingschulden in geval van overlijden besproken. Hier

wordt gefocust op de verschilpunten met de regeling die wordt gehanteerd bij vervreemding

en hypothecaire aanwending. Bij absolute gelijkenis wordt verwezen naar het eerste deel.

De indeling in deel I en II is bewust zeer gelijklopend gehouden, dit om eventuele

gelijkenissen en verschillen in de regeling beter in de verf te zetten. In beide delen vangt

hoofdstuk 1 aan met een beschrijving van het toepassingsgebied van de regeling. Dit zal ons

tonen dat de notaris maar in bepaalde gevallen moet overgaan tot de fiscale verwittiging

Vervolgens maken beide delen een duidelijk onderscheid tussen de verwittiging of

kennisgeving die uitgaat van de notaris en de (fiscale) notificatie die uitgaat van de “bevoegde

ontvanger” of ook wel de fiscus (respectievelijk hoofdstuk 2 en hoofdstuk 3). In het laatste

hoofdstuk worden de gevolgen van iedere regeling onder de loep genomen. Men zal duidelijk

merken dat door de invoering van de VCF heel wat kleine, maar toch cruciale veranderingen

zijn doorgevoerd, die hebben geleid tot nieuwe praktische vragen.

In deel III wordt uiteindelijk stilgestaan bij de aansprakelijkheid van de notaris. Op de notaris

rust in het kader van de fiscale notificatie een specifieke fiscale aansprakelijkheid, die ertoe

kan leiden dat hij gehouden is tot het betalen van de belastingschuld die door de fiscus werd

genotificeerd. Het is voor de notaris dan ook cruciaal om te weten in welke gevallen hij kan

aangesproken worden, wat de omvang van die aansprakelijkheid is en wat de kwalificatie van

deze aansprakelijkheid is (dit om te weten welke verjaringstermijn aan deze aansprakelijkheid

is gekoppeld)

 

Page 7: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  V

RATIO VAN DE REGELING Het procedé van fiscale verwittigingen werd gecreëerd om het voor de Ontvanger

gemakkelijker te maken betaling te verkrijgen van de verschuldigde belastingen; zij moeten

zich niet meer onmiddellijk steunen op de wettelijke hypotheek van de schatkist. Om in dit

laatste geval betaling te verkrijgen moeten de ontvangers immers overgaan tot de uitwinning

van het goed dat zij hypothekeren, terwijl de fiscale notificatie het de ontvangers mogelijk

maakt om beschikbare fondsen ten gevolge van een vervreemding/hypothecaire aanwending

of overlijden, onmiddellijk te innen.2

Alhoewel de ratio van deze regeling op zich duidelijk is, betekent dit niet dat de uitwerking

van de regeling van een leien dakje is gelopen. Naast de algemene opzet van deze masterproef

om de fiscale notificatie bij vervreemding of hypothecaire aanwending te vergelijken met de

fiscale notificatie bij overlijden, zal dus ook stilgestaan worden bij enkele praktische

moeilijkheden, eigen aan de onderscheiden notificatiemechanismen.

 

   

                                                                                                                         

2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 826.

Page 8: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  VI

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD  ....................................................................................................................................................  I  

INLEIDING  .......................................................................................................................................................  III  ONDERZOEKSOBJECT  ........................................................................................................................................................  III  AFBAKENING  ......................................................................................................................................................................  III  RATIO  VAN  DE  REGELING  ...................................................................................................................................................  V  

INHOUDSOPGAVE  .........................................................................................................................................  VI  

DEEL  I.  NOTIFICATIEVERPLICHTING  BIJ  VERVREEMDING  EN  HYPOTHECAIRE  

AANWENDING  ..................................................................................................................................................  1  INLEIDING  .............................................................................................................................................................................  1  HOOFDSTUK  1.  TOEPASSINGSGEBIED  VAN  DE  REGELING  ............................................................................................  2  A.   De  geviseerde  akten  .............................................................................................................................................  2  1.   Kwaliteit  van  de  akte:  authentieke  akten  .................................................................................................................................  2  2.   Voorwerp  van  de  akte:  vervreemding  &  hypothecaire  aanwending  ............................................................................  3  2.1   Vervreemding  ...............................................................................................................................................................................  3  2.2   Hypothecaire  aanwending  ......................................................................................................................................................  5  

3.   Overdracht  uit  kracht  van  wet  .......................................................................................................................................................  8  B.   De  geviseerde  belastingen  ...............................................................................................................................  10  C.   Territoriale  begrenzing  ....................................................................................................................................  11  

HOOFDSTUK  2.  DE  KENNISGEVING  DOOR  DE  NOTARIS  ..............................................................................................  12  A.   Modaliteiten  ..........................................................................................................................................................  12  B.   Bestemmeling(en)  ...............................................................................................................................................  12  C.   Tijdstip  van  de  kennisgeving.  .........................................................................................................................  13  D.  Voorwerp  ....................................................................................................................................................................  14  

HOOFDSTUK  3.  DE  NOTIFICATIE  DOOR  DE  ONTVANGER  ...........................................................................................  15  A.   Voorwerp  ................................................................................................................................................................  15  1.   Belastingschulden  .............................................................................................................................................................................  15  2.   Definitieve  vastlegging  van  de  belastingtoestand  ..............................................................................................................  16  

B.  Procedure  ....................................................................................................................................................................  17  C.  Urgentievereiste  .......................................................................................................................................................  19  

HOOFDSTUK  4.  GEVOLGEN  VAN  DE  NOTIFICATIE  .......................................................................................................  21  A.   Beslag  onder  derden  ..........................................................................................................................................  21  1.   Voorafgaand  verzoek  tot  betaling.  .............................................................................................................................................  21  2.   Beslag  onder  derden  ........................................................................................................................................................................  21  3.   Afgifteverplichting  ............................................................................................................................................................................  22  

B.  Verzet  op  de  prijs  .....................................................................................................................................................  23  

Page 9: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  VII

C.  Wettelijke  hypotheek  .............................................................................................................................................  24  1.   Historiek  ................................................................................................................................................................................................  24  2.   Mogelijkheid  tot  inschrijving  .......................................................................................................................................................  25  

DEEL  II.  NOTIFICATIEVERPLICHTING  BIJ  OVERLIJDEN  ..................................................................  27  INLEIDING  ..........................................................................................................................................................................  27  HOOFDSTUK  1.  TOEPASSINGSGEBIED  ...........................................................................................................................  28  A.   De  geviseerde  akten  ...........................................................................................................................................  28  1.   Akte  of  attest  van  erfopvolging  ...................................................................................................................................................  28  2.   Vervreemding  onroerende  nalatenschapsgoederen  .........................................................................................................  29  

B.   De  geviseerde  belastingen  ...............................................................................................................................  29  C.   Territoriale  begrenzing  ....................................................................................................................................  30  

HOOFDSTUK  2.  DE  KENNISGEVING  DOOR  DE  NOTARIS  ..............................................................................................  33  A.   Modaliteiten  ..........................................................................................................................................................  33  B.   Bestemmeling(en)  ...............................................................................................................................................  33  C.   Tijdstip  van  kennisgeving.  ...............................................................................................................................  34  D.   Voorwerp  ................................................................................................................................................................  35  

HOOFDSTUK  3.  DE  NOTIFICATIE  DOOR  DE  ONTVANGER  ...........................................................................................  37  A.   Voorwerp  ................................................................................................................................................................  37  1.   Belastingschulden  .............................................................................................................................................................................  37  2.   Definitieve  vastlegging  van  de  belastingtoestand  ...............................................................................................................  39  

B.   Procedure  ...............................................................................................................................................................  39  C.   Urgentievereiste  ...................................................................................................................................................  40  

HOOFDSTUK  4.  GEVOLGEN  VAN  DE  NOTIFICATIE  .......................................................................................................  41  A.  Beslag  onder  derden  ..............................................................................................................................................  41  B.  Afgifteverbod  .............................................................................................................................................................  41  C.  Hypotheek  ...................................................................................................................................................................  43  

DEEL  III.  AANSPRAKELIJKHEID  VAN  DE  NOTARIS  ............................................................................  45  HOOFDSTUK  1.  DE  AANSPRAKELIJKHEID  ALS  DERDE-­‐BESLAGENE  .........................................................................  45  HOOFDSTUK  2.  DE  SPECIFIEK  FISCALE  AANSPRAKELIJKHEID  ..................................................................................  45  A.   Bij  vervreemding  of  hypothecaire  aanwending  .....................................................................................  45  B.  Bij  overlijden  ..............................................................................................................................................................  46  C.  Gemeenschappelijke  kenmerken  .......................................................................................................................  46  1.   Van  openbare  orde.  ..........................................................................................................................................................................  46  2.   Persoonlijke  aansprakelijkheid.  ..................................................................................................................................................  46  3.   Beperkte  aansprakelijkheid  ..........................................................................................................................................................  47  3.1   Bij  vervreemding  of  hypothecaire  aanwending  ..........................................................................................................  47  3.2   Bij  overlijden  ..............................................................................................................................................................................  47  

4.   Subsidiaire  aansprakelijkheid  .....................................................................................................................................................  47  5.   Verjaring  ...............................................................................................................................................................................................  48  

Page 10: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  VIII

BESLUIT  ..........................................................................................................................................................  51  

BIBLIOGRAFIE  ..............................................................................................................................................  53  RECHTSPRAAK  ..................................................................................................................................................................  53  RECHTSLEER  .....................................................................................................................................................................  53  ANDERE  ..............................................................................................................................................................................  57  

Page 11: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  1

DEEL I. NOTIFICATIEVERPLICHTING BIJ VERVREEMDING

EN HYPOTHECAIRE AANWENDING

INLEIDING 1. Reeds met de wet van 27 december 1950 werd een mechanisme in de wet ingeschreven dat er in essentie toe strekt de fiscus op de hoogte te brengen van de overdracht of hypothecaire aanwending van een voor hypotheek vatbaar goed. Op die manier kon de fiscus nagaan of de overdracht of hypothecaire aanwending de invordering van de

belastingschuld in het gedrang zou brengen en maatregelen nemen indien dit het geval zou zijn. Vandaag de dag is de regeling (voor wat de directe belastingen betreft) vervat in de artikelen 433 e.v. Wetboek Inkomstenbelasting van 19923 (hierna kortweg: WIB 92) en luidt de regel dat elke notaris die een akte verlijdt die “de vervreemding” of de “hypothecaire aanwending” van een onroerend goed tot voorwerp heeft, een informatieplicht heeft ten aanzien van de fiscus, de zogenaamde “fiscale verwittigingsplicht”.4 2. De invoering bij wet van 27 december 1950 van het bijzonder invorderingsmechanisme bij overdracht en hypothecaire aanwending van voor hypotheek

vatbare goederen, hing vooral samen met de afschaffing van het occult karakter van de wettelijke hypotheek, dat door diezelfde wet van 1950 werd afgeschaft. Deze afschaffing heeft tot gevolg dat de hypothecaire inschrijving die de Schatkist kan nemen tot waarborg van de belastingen, nu geen terugwerkende kracht meer heeft. De wettelijke hypotheek neemt nu rang vanaf haar inschrijving overeenkomstig artikel 426 WIB 19925 (infra randnr. 59). De wetgever heeft echter willen vermijden dat de belastingschuldige zich insolvabel zou maken

door zijn goederen snel te vervreemden of te hypothekeren. Vandaar de verplichting van de instrumenterende notaris om de bevoegde ontvangers voorafgaandelijk in te lichten over elke verrichting door de belastingschuldige die als een verarming kan worden aanzien, zodat deze desgevallend de nodige maatregelen kunnen nemen (zoals het beslag onder derden in handen van de notaris en onmiddellijke inschrijving van de wettelijke hypotheek).6

                                                                                                                         

3 Voor de Vlaamse belastingen: artikel 3.12.1.0.1 VCF 4 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 575; A.VAN DOORSLAER DE TEN RYEN, “De fiscale notificatie in het kader van het onroerend beslag”, Notariaat 2012, afl. 16, 1. 5 Voor de Vlaamse belastingen: artikel 3.10.5.3.2 VCF 6 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 226; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 576; L. WEYTS en A. VERBEKE, Notariële facetten van het contractenrecht, Leuven, Universitaire pers, 2004, 208; L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 71.

Page 12: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  2

HOOFDSTUK 1. TOEPASSINGSGEBIED VAN DE REGELING 3. Zoals gezegd, dienen de berichten door de notaris enkel te worden verstuurd in geval van vervreemding of hypothecaire aanwending van een onroerend goed, schip of vaartuig. In dit hoofdstuk worden de verschillende componenten van deze regeling naderbij bekeken. 4. Volledigheidshalve kan men erop wijzen dat de verplichting tot verwittiging van de fiscus niet uitsluitend geldt voor de notaris. Overeenkomstig art. 439 WIB 19927 zijn deze verplichtingen van toepassing op elke persoon die bevoegd is om authenticiteit te verlenen aan de akten van vervreemding of hypothecaire aanwending van onroerende goederen,

schepen of vaartuigen (dus ook op gouverneurs, burgemeesters, voorzitters en commissarissen van de comités tot aankoop van goederen voor rekening van de staat,…).8 A. DE GEVISEERDE AKTEN 1. KWALITEIT VAN DE AKTE: AUTHENTIEKE AKTEN

5. De verplichting van artikel 433 WIB1992 geldt niet voor alle akten van vervreemding of hypothecaire aanwending van een onroerend goed. Deze verplichting geldt slechts wanneer

de akte in kwestie moet worden overgeschreven op het hypotheekkantoor. Huurcontracten en mede-eigendom buiten beschouwing gelaten, vereist art. 1 Hypotheek Wet de overschrijving in geval (onder levenden) een overdracht, aanwijzing of afstand van onroerende zakelijke rechten plaatsheeft.9 6. Onder het woord “akte” moet bijgevolg enkel de “authentieke akte” worden begrepen. Op de notaris rust geen meldingsplicht indien hij louter deelneemt aan het opmaken van een onderhandse akte, zelfs indien die akte in een onmiddellijke eigendomsoverdracht voorziet.10  

                                                                                                                         

7 Voor de Vlaamse belastingen: Art. 3.12.1.0.7. VCF 8 L. WEYTS, “De fiscale notificatie inzake directe belastingen (art. 324 W.I.B.) en het notariaat”, T.Not. 1977, 168; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 229; L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 76. 9 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 229; J. BYTTEBIER en A.L. VERBEKE, “Onroerende en hypothecaire publiciteit organisatie en tegenwerpelijkheid”, RW 1997, nr 33, 1105; F. DESTERBECK, ‘De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW’, RW 1986-87, 565. 10 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 577; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 229.

Page 13: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  3

2. VOORWERP VAN DE AKTE: VERVREEMDING & HYPOTHECAIRE AANWENDING

2.1 Vervreemding Translatief karakter 7. Het gebruik van de term ‘vervreemding’ gaat het toepassingsgebied nog meer verfijnen. Een vervreemding veronderstelt namelijk een translatieve of overdragende akte. Hierbij gaat een onroerend zakelijk recht van één houder over op een andere houder. Het recht

verhuist van het ene vermogen naar het andere vermogen. Een overdracht, verkoop, schenking, ruil, inbreng in vennootschap,… van (bestaande) zakelijke rechten (eigendomsrecht, erfpachtrecht, opstalrecht, vruchtgebruik,…) door de eigenaar aan een derde zijn voorbeelden van zo’n translatieve rechtshandeling. De verkoop van bijvoorbeeld een vruchtgebruik dient dus eveneens aan de fiscus meegedeeld te worden.11 Volgens bepaalde rechtsleer is er ook een verwittigingsplicht bij een inbreng van een onroerend goed in de huwgemeenschap.12 Declaratief karakter.

8. Uit de verklaringen van de toenmalige minister van Financiën tijdens de parlementaire voorbereiding van de wet van 27 december 1950 volgt dat de notaris geen bericht moet versturen voor akten die zonder twijfel louter declaratief of aanwijzend van aard zijn. Onder

meer de verdeling wordt standaard beschouwd als een declaratieve rechtshandeling (cf. art. 883 BW), net als een akte van bevestiging, een akte van goedkeuring of een afstand van onverdeelde rechten (mits alle deelgenoten bij de verrichting betrokken zijn).13 9. Verdeling. Als aanwijzende akten gelden alle vormen van verdeling, zoals bijvoorbeeld de verdeling van een ab intestato nalatenschap, de verdeling van een testamentaire nalatenschap, de verdeling op grond van een contractuele erfstelling, de verdeling van het vermogen van een vennootschap,…14

                                                                                                                         

11 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 826; J. BYTTEBIER en A.L. VERBEKE, “Onroerende en hypothecaire publiciteit organisatie en tegenwerpelijkheid”, RW 1997, nr 33, 1105; P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 131; L. WEYTS, “De fiscale notificatie inzake directe belastingen (art. 324 W.I.B.) en het notariaat”, T.Not. 1977, 170, nr. 7; D. VANDYCK, “Het declaratief karakter van de verdeling van naderbij bekeken” Notamus 2012, afl. 1, 34. 12 P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 131. 13 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 826; D. VANDYCK, “Het declaratief karakter van de verdeling van naderbij bekeken” Notamus 2012, afl. 1, 35; K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 71. 14 K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 94.

Page 14: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  4

Verdelen wordt in de rechtsleer gedefinieerd als het complex aan rechtshandelingen waardoor

een toestand van onverdeeldheid wordt beëindigd. De verdeling leidt ertoe dat mede-eigendom wordt omgezet in volle eigendom. Men is het er algemeen over eens dat een akte waarbij alle mede-eigenaars optreden en de onverdeeldheid met terugwerkende kracht een einde neemt door toebedeling ten bezwarende titel aan een van de deelgenoten, een verdeling uitmaakt en in overeenstemming met artikel 883 BW een declaratieve werking heeft. 15 10. Afstand. De Belgische rechtsleer is daarnaast ook eensgezind dat - indien alle deelgenoten bij de verrichting betrokken worden - de afstand ten bezwarende titel van

onverdeelde rechten tussen deelgenoten ook een declaratieve werking heeft. Bijvoorbeeld wanneer A zijn 1/3e onverdeeld deel afstaat aan de twee overige deelgenoten B en C. Deze handeling is met de akte van verdeling gelijk te stellen, ook al blijft de onverdeeldheid tussen bepaalde deelgenoten bestaan. Dit kan aanzien worden als een eerste stap in de uiteindelijke (volledige) verdeling.16 Het is hierbij van groot belang dat alle deelgenoten bij deze afstand werden betrokken. Indien een persoon daarentegen afstand doet louter ten voordele van 1 persoon in de onverdeeldheid en de andere deelgenoten worden daar niet bij betrokken, wordt deze handeling door een groot deel van de rechtsleer als eigendomsoverdragend of translatief beschouwd.17 11. Het weze opgemerkt dat de partijen bij een akte van afstand (-verdeling) af kunnen wijken van het declaratieve karakter door te bepalen dat de eigendom pas overgaat op het

ogenblik van ondertekening van de akte. Hierdoor vindt de eigendomsoverdracht pas plaats op een datum na het ontstaan van de onverdeeldheid en werkt zij niet terug tot op het ogenblik van het ontstaan van de onverdeeldheid. Dit heeft als gevolg dat de rechtshandeling haar declaratief karakter verliest.18 Volgens DE WULF is een eenvoudige afwijking aan de retroactiviteit van de eigendomsoverdracht daarentegen niet gelijk te stellen met een algehele verzaking aan de declaratieve werking. De auteur stelt dat enkel een duidelijke expliciete formulering tot

                                                                                                                         

15 R. JANSEN en M.E.STORME, “Zakenrechtelijke perikelen bij de verkoop van een aandeel in mede-eigendom: Molenaers revisited” (noot onder Cass. 22 december 2006), TBBR 2007, 374, nr 5. 375; C. De Wulf, “Notariële verplichtingen en de grens tussen overdragende en declaratieve akten” T.Not 2009, afl 1, 2. 16 C. De Wulf, “Notariële verplichtingen en de grens tussen overdragende en declaratieve akten” T.Not 2009, afl 1, 2; J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 827. 17 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 827; C. De Wulf, “Notariële verplichtingen en de grens tussen overdragende en declaratieve akten” T.Not 2009, afl 1, 10-11. 18 Rb. Mechelen 10 februari 2009, T.Not. 2009, afl. 11, 632, noot C. DE WULF; W. DEFOOR, “Notaris kan ook verplicht worden tot fiscale notificatie bij verlijden van akte van afstand”, Notariaat 2009, 4.

Page 15: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  5

algehele verzaking kan leiden. Deze tegenstrijdige interpretaties zorgen ervoor dat de notaris

iedere akte afzonderlijk zal moeten analyseren om te beoordelen of een fiscale verwittiging verplicht is. Enkel in het geval van een duidelijke, uitdrukkelijke verzaking aan het declaratieve karakter zal de notaris zeker zijn dat hij de fiscale verwittiging achterwege kan laten.19

2.2 Hypothecaire aanwending Algemeen

12. Met hypothecaire aanwending wordt de hypotheekstelling bedoeld. Het zijn de overeenkomsten waarbij ter voldoening van een verbintenis de eigenaar of houder van een

zakelijk recht een hypotheek verleent op een goed dat voor hypotheek vatbaar is. Het gaat hier dus om de akten die een hypothecaire lening of kredietopening tot voorwerp hebben, en de akten van hypotheekstelling.20 Wanneer een persoon een lening of krediet aangaat ter financiering van onroerend goed (een woning, een stuk grond, een appartement, verbouwingswerken,…) en daarvoor een ander onroerend goed in hypotheek geeft, staat het vast dat de notaris moet overgaan tot het doen van de vereiste fiscale verwittigingen. 13. Men kan zich afvragen of de verwittiging door de notaris ook geboden is ingeval de verkrijger van krediet deze hypothecaire lening of kredietopening aangaat om de verkrijging

van het gehypothekeerd goed te financieren. In deze hypothese is er namelijk geen sprake van een verarming voor de belastingplichtige.21 Om dit te kunnen beantwoorden dient de nadruk te worden gelegd op het onderscheid tussen de (notariële) verwittiging die uitgaat van de notaris en de (fiscale) notificatie die uitgaat van de ontvanger. Met betrekking tot de notificatie door de ontvanger was men (in het kader van de directe belastingen) over het algemeen eenstemmig en stelde men resoluut dat de ontvanger zich van notificatie mag en moet onthouden “wanneer een belastingplichtige het onroerend goed dat hij koopt hypothekeert uitsluitend om de koopprijs ervan te betalen”

aangezien het belang van de Schatkist in zo’n geval geen notificatie vereist.22(over de urgentievereiste en het belang van de schatkist wordt dieper ingegaan in deel I, hoofdstuk 3)

                                                                                                                         

19 C. De Wulf, “Notariële verplichtingen en de grens tussen overdragende en declaratieve akten” T.Not 2009, afl 1, 10. 20 F. DESTERBECK, ‘De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW’, RW 1986-87, 566; F. BORGER en H. PEETERS , “Verplichtingen en aansprakelijkheden van de notaris bij de invordering van BTW”, Not.Fisc.M. 1999, 115. 21 L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht, Leuven, Acco, 1995, 65. 22 G. VANDENBERGHE , “Fiscale notificatie bij aankoop met hypothecaire lening?”, Not. Fisc. M. 1993, 280.

Page 16: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  6

Sommigen hebben daaruit begrepen dat de notaris in bovenstaand geval geen verwittiging

moet sturen aangezien er geen verarming plaatsvindt. Zo ook Prof. WEYTS die stelt dat de verwittiging overbodig is, nu de fiscus geen schade kan aantonen. Anderen stellen dat de verwittiging nog steeds vereist is, zelfs al mag de ontvanger niet notificeren. 23 Indien men overgaat tot een grondige lezing van de voorbereidende werken van de wet van 27 december 1950, wordt het duidelijk dat het enkel aan de ontvanger toekomt om te oordelen over de opportuniteit over te gaan tot de notificatie. Het komt bijgevolg niet toe aan de notaris om te oordelen over de opportuniteit om de ontvanger al dan niet te verwittigen, ook niet in

bovenstaand geval. De notaris moet de verwittiging in ieder geval versturen, ook al is hij zelf van mening dat de voorgenomen handeling (aankoop en financiering door middel van een hypothecaire lening) geen verarming met zich meebrengt.24 In het kader van de Vlaamse belastingen zullen we zien dat deze opportuniteitsbeoordeling volledige achterwege wordt gelaten. Zij dient ook niet meer te gebeuren door de fiscus (infra

randnr. 48)

 

                                                                                                                         

23 L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht, Leuven, Acco, 1995, 65; G. VANDENBERGHE , “Fiscale notificatie bij aankoop met hypothecaire lening?”, Not. Fisc. M. 1993, 280. 24 T. DENOTTE & L. MARROYEN, “Fiscale notificaties: een rollenspel!”, Notariaat 2003, afl. 7, 3-4; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 236.

Page 17: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  7

Hypothecair mandaat

14. In het kader van de fiscale verwittigingen door de notaris is het ook essentieel een

onderscheid te maken tussen een hypothecaire inschrijving, die wel onderworpen is aan het fiscaal onderzoek en de hypothecaire volmacht/mandaat, die daar – aanvankelijk althans – van is vrijgesteld.25 15. Een hypothecair mandaat is een authentiek verleden overeenkomst, waarbij de titularis van een onroerend zakelijk recht (vb. eigenaar van een onroerend goed), aan (een lasthebber van26) de kredietinstelling een onherroepelijke volmacht verleent om – ten behoeve van deze kredietinstelling en ten belope van een bepaald bedrag – een hypotheek te vestigen, op diens

verzoek.27 De hypothecaire volmacht is nog geen hypotheek en dit leidt ertoe dat er naar aanleiding van

het verlijden van de hypothecaire volmacht nog geen fiscale verwittigingen moeten worden gestuurd. Enkel wanneer de notaris later belast wordt met het omzetten van de hypothecaire volmacht tot een hypotheek dient de notaris de fiscale verwittiging uit te sturen.28 16. De omzetting van een hypothecaire volmacht tot een hypotheek gebeurt in principe enkel wanneer de bank begint te vrezen voor terugbetaling. In dat stadium is dan ook grote spoed vereist. De bank wil immers de andere schuldeisers voor zijn, zich beveiligen tegen een nakende faling of beletten dat haar schuldenaar zich onvermogend zou maken. Zoals we later

zullen zien heeft de ontvanger een termijn van twaalf werkdagen om over te gaan tot notificatie van eventuele belastingschulden (infra randnr. 40). Banken waren in het verleden dan ook geneigd om de notaris te vragen deze termijn niet na te volgen door hem te beloven dat zij hem zullen ontslaan van aansprakelijkheid. De schuldeiser (bank) die de notaris uitnodigt de termijn van twaalf werkdagen niet na te leven, kan de notaris echter niet ontslaan van aansprakelijkheid aangezien de bank bij deze verrichting van fiscale verwittigingen een

derde is.29

                                                                                                                         

25 P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 131. 26 Indien de hypothecaire volmacht evenwel rechtstreeks aan de kredietinstelling (schuldeiser) wordt gegeven, wordt de akte wel met een echte hypotheekvestiging gelijkgesteld en is verwittigingdoor de notaris vereist. 27 K. BYTTEBIER, Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 635; F. BORGER en H. PEETERS , “Verplichtingen en aansprakelijkheden van de notaris bij de invordering van BTW”, Not.Fisc.M. 1999, 116. 28 L. WEYTS en A. VERBEKE, Notariële facetten van het contractenrecht, Leuven, Universitaire pers, 2004, 209. 29 R. EEMAN, “Hypothecair mandaat. Fiscale notificatie”, T.Not. 1990, 171-172; O. VAN HERSTRAETEN, S. KIERSZENBAUM, T. DUMONT, “W.I.B. 1992 art. 433” in X (ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2009), 7.

Page 18: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  8

Ook de overeenkomst waarbij de bank zich verbindt ten opzichte van de notaris om hem te

vergoeden in geval hij wordt aangesproken door de Staat is onmogelijk. Dergelijke verbintenis vindt haar oorzaak in de schending door de notaris van een bepaling van openbare orde. De verbintenis is bijgevolg ongeoorloofd en niet afdwingbaar.30 17. De notaris die de vereiste verwittigingen niet stuurt (eventueel op aandringen van de bank) begaat een zware fout die kan leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid (infra randnr. 106 e.v.). De notaris zal dit risico dus niet willen nemen. Voor de banken en kredietinstellingen biedt artikel 440 WIB31 echter een oplossing. Zij kunnen namelijk zelf de

notificatie van artikel 433 WIB 1992 doen, dit met akkoord van de schuldenaar. Aangezien dergelijk akkoord meestal standaard zal opgenomen worden in de hypothecaire volmacht vormt deze vereiste geen probleem. De bank levert vervolgens een attest af aan de notaris (dat bevestigt dat zij de verwittiging op zich hebben genomen), waardoor deze ontslagen wordt van zijn verplichting en de bank aansprakelijk wordt in plaats van de notaris. Hierdoor kan de akte die de hypothecaire volmacht omzet in een hypotheek een stuk sneller plaatsvinden.32 3. OVERDRACHT UIT KRACHT VAN WET

18. Als laatste is het ook vereist dat de akte daadwerkelijk de vervreemding of de hypothecaire aanwending tot voorwerp heeft. Hierdoor worden de overgangen uitgesloten die plaatsvinden uit kracht van wet.33 19. Zo is er bijvoorbeeld – in tegenstelling tot wat het geval is bij de gewone inbreng in een vennootschap – in principe geen verwittigingsplicht bij de overgang van onroerende goederen naar aanleiding van een herstructurering van vennootschappen (fusie, splitsing, inbreng van een algemeenheid van goederen en inbreng van een bedrijfstak). De overgang

van het onroerend goed is hier immers het wettelijk gevolg van de toepassing van de regelgeving op de herstructurering van vennootschappen (artikel 670 e.v. W.Venn) en volgt dus uit kracht van wet.34

                                                                                                                         

30 R. EEMAN, “Hypothecair mandaat. Fiscale notificatie”, T.Not. 1990, 173. 31 Voor de Vlaamse belastingen: Art. 3.12.1.0.8. VCF 32 R. EEMAN, “Hypothecair mandaat. Fiscale notificatie”, T.Not. 1990, 174 – 175. 33 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 577. 34 P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 131; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 230 – 231; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 577.

Page 19: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  9

20. Evenwel heeft de minister van Financieren, in antwoord op een parlementaire vraag35,

bepaald dat de verwittigingen zich toch opdringen in herstructureringen waarbij een onroerend goed “overgaat”. De Minister van Financiën koppelde dit aan het feit dat de herstructureringsakte moet worden overgeschreven op het hypotheekkantoor met oog op de tegenstelbaarheid ten aanzien van het overgedragen onroerend goed. Gelet op deze tegenstrijdigheid doet de notaris er goed aan de verwittigingen toch te versturen.36

 

                                                                                                                         

35 Parl. Vr. van Volksvertegenwoordiger Creyf d.d. 4 juni 1998, Bull. Vr. en Antw. Kamer 1997-1998; nr. 140, 19306. 36 P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 131.

Page 20: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  10

B. DE GEVISEERDE BELASTINGEN 21. De fiscale meldingsplicht bestond oorspronkelijk alleen inzake directe belastingen, zoals de personenbelasting, de vennootschapsbelasting en de rechtspersonenbelasting (zie de art. 324 e.v. WIB 1964, thans de art. 433 e.v. WIB 1992). In de loop der jaren werd dit uitgebreid naar de BTW (zie de art. 93ter e.v. W.BTW), naar de gemeente- en provinciebelastingen37 en – voor het Vlaamse38 & Brussels Hoofdstedelijk Gewest39 – naar de onroerende voorheffing.40 22. De Vlaamse overheid heeft de meeste wettelijke bepalingen die betrekking hebben op

de belastingen die de Vlaamse Belastingdienst (Vlabel) int, gebundeld in één codex; de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF). In een eerste fase was de VCF enkel van toepassing voor de onroerende voorheffing, de (jaarlijkse) verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling (BIV), het eurovignet, enz. In een volgend stadium werd de VCF uitgebreid met de regelgeving over successie- en registratierechten, die Vlabel vanaf 1 januari 2015 zelf int.41 In titel 3 van de VCF werden ook de procedureregels met betrekking tot de inning en

invordering van de belastingen gebundeld. De procedurebepalingen werden grondig afgestemd en maximaal gealigneerd met de procedureregels van het WIB 1992. Zo ook de notificatieverplichting uit artikel 433 WIB dat (bijna) integraal werd overgenomen in de VCF onder artikel 3.12.1.0.1 VCF.42 23. Men kan zich bijgevolg de vraag stellen of dit betekent dat de notificatieverplichting waarover artikel 3.12.1.0.1 VCF spreekt toepasselijk is op alle – in titel 2 – opgesomde belastingen in de VCF en niet enkel meer betrekking heeft op de onroerende voorheffing. De notificatie werd inderdaad als algemeen invorderingsmechanisme ingevoerd. Dit betekent dat

de VCF onrechtstreeks voor een verruiming van het toepassingsgebied van de fiscale notificatie heeft gezorgd. De ontvanger zal bijgevolg in het kader van een vervreemding of hypothecaire aanwending niet alleen kunnen notificeren in geval van schulden met betrekking

                                                                                                                         

37 Ingevolge art. 12 van de wet van 24 december 1996 betreffende de vestiging en invordering van de provincie- en gemeentebelastingen, B.S. 31 december 1996 (Waalse en Brussels Hoofdstedelijk gewest) Ingevolge art. 11 van het Decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging en invordering van de provincie- en gemeentebelastingen, B.S. 31 december 1996 (Vlaams gewest) 38 Ingevolge het Vlaams decreet van 9 juni 1998 houdende bepalingen tot wijziging van het Wetboek van Inkomstenbelastingen voor wat betreft de onroerende voorheffing, B.S. 18 juli 1998. 39 Ingevolge de Ordonnantie van 21 december 2012 tot vaststelling van de fiscale procedure in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, B.S. 8 februari 2013. 40 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 826-828. 41 C. VAN GEEL, “Vlaamse Codex Fiscaliteit van kracht op 1 januari 2014”, op Nieuws Jura, 23/12/2013. 42 Ibid.

Page 21: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  11

tot de directe belastingen, de BTW en de provincie- en gemeentebelastingen, maar ook in het

geval er openstaande schulden zijn met betrekking tot de erfbelasting en registratierechten.43 C. TERRITORIALE BEGRENZING 24. Internationaal. Het invorderingsmechanisme uit de artikelen 433 tot 440 WIB 1992 beperkt zich tot de akten die in België verleden worden. Wie echter louter omwille van deze reden de akte (die betrekking heeft op een in België gelegen onroerend goed) in het buitenland laat verlijden, botst op artikel 441 WIB 199244. Dit artikel stelt dat - in het buitenland verleden - akten die betrekking hebben op de overdracht van zakelijke rechten op

in België gelegen onroerende goederen slechts aan derden tegenwerpelijk zijn indien zij in België op het hypotheekkantoor werden overgeschreven of ingeschreven. Deze over- of inschrijving kan echter slechts plaatsvinden bij overlegging van een attest waarin staat dat de eigenaar of vruchtgebruiker geen belastingen verschuldigd is of dat de wettelijke hypotheek die de verschuldigde belastingen waarborgt, werd ingeschreven.45 25. Nationaal. De invorderingsregels met betrekking tot de Vlaamse belastingen (onroerende voorheffing, registratie- en successierechten,…) behoren tot de bevoegdheid van

de Vlaamse decreetgever. Dit heeft tot gevolg dat de werkingssfeer van het invorderingsmechanisme beperkt blijft tot het Vlaamse territorium.46 Dit impliceert echter niet dat de akte zelf moet verleden worden binnen het Vlaamse Gewest. Om te bepalen of een akte al dan niet leidt tot de bevoegdheid van de Vlaamse decreetgever zal moeten gekeken worden naar de – door de Bijzondere Financieringswet ingevoerde47 – lokalisatiecriteria. Zo wordt het successierecht bijvoorbeeld gekoppeld aan de plaats waar de overledene, op het

ogenblik van overlijden, zijn fiscale woonplaats had. Het recht van overgang (registratierecht) is daarentegen verschuldigd in het gewest waar de onroerende goederen gelegen zijn.48

                                                                                                                         

43 M. DELANOTE, “De successierechten in een nieuw Vlaams kleedje: een overzicht van de nieuwe fiscale procedure.” In A. WYLLEMAN (Ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat deel 26, Brugge, die Keure, 2015, 31. 44 Voor de Vlaamse belastingen: Art. 3.12.1.0.8. VCF. 45 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 250 – 251; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 578 – 579. 46 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 578 – 579. 47 Bijzondere wet van 16 januari 1989 betreffende de financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten, BS 17 januari 1989. 48 PEETERS, B. EN SMET, R., “De Vlaamse registratie- en erfbelasting: overzicht van de ontwikkelingen sinds 1 januari 2015”, AFT 2015, afl. 12, 7-8.

Page 22: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  12

HOOFDSTUK 2. DE KENNISGEVING DOOR DE NOTARIS A. MODALITEITEN

26. De kennisgeving door de notaris aan de fiscus moet volgens wettelijk bepaalde modaliteiten gebeuren. De verwittiging gebeurd vandaag de dag in principe voor bijna alle belastingen via het elektronisch loket (e-notariaat). Enkel indien het elektronisch bericht niet kan worden verzonden, dient de ontvanger net zoals voorheen per aangetekende brief verwittigt te worden (in tweevoud). Deze papieren kennisgeving is subsidiair en bijgevolg

enkel mogelijk “wanneer het bericht omwille van overmacht of technische storing” niet op elektronische wijze kan worden verzonden.49

B. BESTEMMELING(EN)

27. De notaris doet de elektronische toezending aan een centrale dienst (bijvoorbeeld de stafdienst ICT van de FOD Financiën). Deze dienst sorteert vervolgens de berichten automatisch en stuurt ze naar de bevoegde kantoren. De elektronische berichtgeving draagt bij tot een vereenvoudigde, vlotte manier van werken.50 Daarnaast wordt de notaris – door de elektronische berichtgeving – ook ontlast van de plicht

zelf de bevoegde ontvangers te moeten opsporen en wordt zo zijn aansprakelijkheid (gedeeltelijk) teruggedrongen. Een notaris die elektronisch verwittigt, verwittigt meteen alle kantoren die moeten verwittigd worden. Hierdoor kan de notaris geen ontvangers ‘vergeten’ te verwittigen, en op dit punt ook geen aansprakelijkheid oplopen.51 28. Indien er toch sprake zou zijn van overmacht of een technische storing dan schrijft artikel 433 WIB 199252 voor dat het bericht moet worden toegezonden aan de ontvanger van de belastingen van het ambtsgebied:

− Waar de eigenaar (of de vruchtgebruiker) van het goed zijn woonplaats (voor

natuurlijke personen) of zijn hoofdinrichting (voor rechtspersonen) heeft

− Waar het onroerend goed in kwestie gelegen is.

                                                                                                                         

49 P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 131; H. PELGROMS,“Fiscale en sociale notificaties: overzichtstabel van de verschillende wetgevingen en de verschillende spelregels”, Notarius 2010, afl. 2, 33. 50 I. VERMANDER, “De elektronische fiscale berichten”, NNK 2009, afl. 2, 49; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 582. 51 P. VAN MELKEBEKE , “Fiscale notificaties: aquiliaanse aansprakelijkheid notaris”, Notariaat 2004, 8; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 582. 52 Voor de Vlaamse belastingen: Art. 3.12.1.0.1 VCF: Aan de verplichtingen op zich werd niets veranderd, behoudens dat – bij een papieren kennisgeving – de verzending met een ter post aangetekende brief met ontvangstmelding in de plaats komt van de met een ter post aangetekende brief.

Page 23: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  13

Eventueel moeten er dus twee verwittigingen worden verstuurd, bijvoorbeeld wanneer de

verkoper niet meer in het goed woont dat verkocht wordt.53 Indien de verkoper of hypotheeksteller daarenboven een BTW-belastingplichtige is, moet ook een kennisgeving worden gezonden aan het hoofd van het BTW-ontvangkantoor waaronder de belastingplichtige ressorteert.54

C. TIJDSTIP VAN DE KENNISGEVING.

29. De kennisgeving door de notaris moet worden verricht vooraleer de akte wordt verleden. Indien de akte echter niet verleden wordt binnen de drie maanden te rekenen vanaf de verzending van het bericht, wordt het bericht als niet bestaande gehouden. De fiscale verwittigingen zijn met andere woorden drie maanden geldig. Indien de akte pas na die

termijn zou worden verleden dan dient de notaris een nieuwe verwittiging te verzenden.55 Normaal gezien doet men de fiscale verwittiging onmiddellijk bij ontvangst van het dossier. Men mag echter niet vergeten dat bij een normale verkoop doorgaans een termijn van vier maanden wordt voorzien voor het verlijden van de notariële akte. Indien op het notariskantoor een compromis wordt opgemaakt wacht men dus best nog even om de fiscale verwittigingen te doen, gezien de (beperkte) geldigheidsduur van drie maanden.56 30. Om de vervaltermijn van drie maanden exact te kunnen bepalen, is het cruciaal om te weten wat de exacte datum van verzending van het bericht is. In de wetgeving57 wordt

uitdrukkelijk bepaald dat indien de verzending gebeurt langs elektronische de datum van verzending dan gelijk is aan de datum van ontvangstmelding meegedeeld door de bevoegde dienst. Indien de verzending daarentegen is gebeurd via een aangetekend schrijven (eventueel met ontvangstmelding), dan wordt de datum van neerlegging per post (of ook wel datum van de poststempel) van de aangetekende brief als datum van verzending aangemerkt. Indien eenzelfde bericht achtereenvolgens wordt verstuurd via elektronische weg respectievelijk bij

                                                                                                                         

53 L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 76. 54 F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 566. 55 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 583; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 228; O. VAN HERSTRAETEN, S. KIERSZENBAUM, T. DUMONT, “W.I.B. 1992 art. 433” in X (ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2010), 7. 56 L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 87. 57 Artikel 433 WIB 1992 en artikel 3.12.1.1.1 VCF; zie ook: Verslag aan de koning bij KB 27 februari 2007 houdende de ontwikkeling van het elektronisch systeem van notificaties tussen de federale overheidsdienst Financiën en sommige ministeriële officieren, openbare ambtenaren en andere personen, B.S. 28 februari 2007.

Page 24: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  14

ter post aangetekende brief heeft men bepaald dat de datum van het “elektronische bericht”

primeert wanneer ze de verzendingsdatum van het “papieren bericht” voorafgaat.58 31. In de parlementaire voorbereiding bij het decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit staat te lezen dat deze interpretatie niet correct is, aangezien de bevoegde dienst van de (Vlaamse) administratie pas een ontvangstmelding zal versturen bij ontvangst van een bericht en niet bij de verzending ervan. Er wordt gesteld dat men onder de datum van het bericht overeenkomstig artikel 434 WIB 92 de datum van verzending van het bericht dient te verstaan.59 In de meest recente versie van de regelgeving wordt echter opnieuw – zoals

voorheen – verwezen naar de datum van ontvangstmelding. D. VOORWERP 32. In de fiscale verwittiging zal de notaris inlichtingen opnemen omtrent de identiteit van de eigenaar of de vruchtgebruiker. Voor natuurlijke personen betekent dit de opname van de (achter)naam, alle voornamen, plaats en datum van geboorte en woonplaats. Voor rechtspersonen is dit de juridische vorm en naam van de rechtspersoon, de datum van oprichting, zetel en naam en hoedanigheid van de vertegenwoordiger.60 33. Daarnaast zal de notaris een grondige beschrijving opnemen van het goed dat vervreemd wordt of met hypotheek bezwaard wordt. Deze beschrijving betreft de aard van het

goed (woonhuis, perceel grond,…), de straat, het nummer, de gemeente en indien mogelijk de kadastrale gegevens.61

                                                                                                                         

58 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 583; H. PELGROMS,“Fiscale en sociale notificaties: overzichtstabel van de verschillende wetgevingen en de verschillende spelregels”, Notarius 2010, afl. 2, 33; O. VAN HERSTRAETEN, S. KIERSZENBAUM, T. DUMONT, “W.I.B. 1992 art. 433” in X (ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2010), 7; H. PELGROMS,“Fiscale en sociale notificaties: overzichtstabel van de verschillende wetgevingen en de verschillende spelregels”, Notarius 2010, afl. 2, 33; I. VERMANDER,“De elektronische fiscale berichten”, NNK 2009, afl. 2, 49. 59 Ontwerp van decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, Parl.St., Vl.Parl. 2013-14, nr. 2210, 64-65. 60 L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 85. 61 Ibid.

Page 25: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  15

HOOFDSTUK 3. DE NOTIFICATIE DOOR DE ONTVANGER A. VOORWERP 34. De fiscus stuurt een ‘notificatie’ waarin staat of er nog belastingschulden openstaan op naam van de overdrager of een ontlener en deelt mee hoeveel die belastingschuld bedraagt. 62

1. BELASTINGSCHULDEN

35. Opeisbaar. Voor wat de directe belastingen betreft, schrijft artikel 434 WIB 1992 voor dat enkel die schulden “die aanleiding kunnen geven tot inschrijving van de wettelijke hypotheek op de goederen welke het voorwerp van de akte zijn”, genotificeerd kunnen worden. Dit betekent dat de schulden waarvoor de wettelijke betalingstermijn nog niet is verlopen en die met andere woorden (nog) niet opeisbaar zijn of vervallen zijn, niet kunnen genotificeerd worden door de Ontvanger. Deze schulden geven namelijk nog geen aanleiding

tot inschrijving van de wettelijke hypotheek.63 36. Zeker en vaststaande schulden. Artikel 434 WIB 1992 maakt met betrekking tot de

directe belastingen geen onderscheid naar gelang de schulden al dan niet zeker en vaststaand zijn. De ontvanger kan bijgevolg alle opeisbare schulden opnemen in zijn bericht, ook deze die niet zeker en vaststaand zijn. Volgens artikel 435 WIB 1992 is de notaris er echter enkel toe gehouden om het genotificeerde bedrag aan de ontvanger over te maken in zoverre de directe belastingen een zeker en vaststaande schuld uitmaakt in de zin van artikel 410 WIB

1992.64 37. Ook met betrekking tot de Vlaamse (registratie en successie)belastingen kan het

“bevoegde personeelslid” bij de notificatie in het kader van vervreemding of hypothecaire aanwending al die schulden notificeren die aanleiding geven tot inschrijving van de wettelijke hypotheek van het Vlaamse Gewest (art. Art. 3.12.1.0.2.VCF). Ten aanzien van de notaris wordt bepaald dat hij enkel die bedragen van de belasting aan de Vlaamse administratie moeten overmaken in zoverre deze belastingen niet betwist worden (zie art. 3.12.1.0.3 VCF) Deze terminologische afwijking ten aanzien van de directe belastingen mag niet zomaar over het hoofd worden gezien. Een schuld is betwist in geval van bezwaar, van een aanvraag tot

ambtshalve ontheffing (teruggaaf erfbelasting) of in geval van een vordering in rechte. Dit

                                                                                                                         

62 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 586. 63 Vgl met de fiscale notificatie na overlijden; M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M 2013, afl. 2, 37. 64 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 32.

Page 26: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  16

leidt tot een verruiming ten aanzien van de gevallen waarin een schuld als niet zeker en

vaststaand aanzien werd. Enkel wanneer er sprake is van duidelijk dilatoire procedures zal er geen sprake zijn van een betwiste schuld en kan men de tenuitvoerlegging voortzetten, waaronder ook de plicht van de notaris tot overmaking van het bedrag van de schuld aan de ontvanger.65

2. DEFINITIEVE VASTLEGGING VAN DE BELASTINGTOESTAND

38. In de administratieve commentaar bij het WIB 1992 stelt men dat de ontvanger, ten

gevolge van het verzenden van een fiscale notificatie aan de notaris, definitief de beslatingstoestand van de vervreemder of ontlener ten opzichte van de verkrijger of van de hypothecaire schuldeiser vastlegt. 66 Dit impliceert dat de schatkist geen andere belastingen meer zal mogen inroepen. Anderzijds blijven de hypothecaire inschrijvingen die reeds genomen zijn door de fiscus vóór de ontvangst van het bericht vanwege de notaris hun volle uitwerking behouden. Ook indien deze belastingen (die door de hypothecaire inschrijvingen

worden gewaarborgd) niet werden opgenomen in de kennisgevingen vanwege de fiscus. 67

39. Het feit dat de Schatkist geen andere belastingen meer zal mogen inroepen beperkt zich uitsluitend tot de mogelijkheid voor de ontvanger (naar aanleiding van de verstuurde notificatie) belastingschulden in te vorderen aan de hand van de gelden, die de notaris naar aanleiding van de (verkoop)akte in handen krijgt. Dit betekent niet dat de niet-genotificeerde belastingen niet (meer) verschuldigd zouden zijn door de belastingschuldige. 68 De niet-vermelding van een fiscale schuld in een - aan de notaris gerichte - notificatie maakt bijgevolg

geen bekentenis uit vanwege de administratie dat de daarin niet-opgenomen bedragen werden betaald.69

 

                                                                                                                         

65 M. DELANOTE, “De successierechten in een nieuw Vlaams kleedje: een overzicht van de nieuwe fisale procedure.” In A. WYLLEMAN (Ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat deel 26, Brugge, die Keure, 2015. 18-19. 66 Com.I.B. 1992, nr 434/43 67 J. VERSTAPPEN, “Actualiteit inzake directe belastingen” in L. WEYTS, E. GOOVAERTS, M. BOES, F. BOUCKAERT, & J. BYTTEBIER, Topics notarieel recht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 98-99; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 237. 68 J. VERSTAPPEN, “Actualiteit inzake directe belastingen” in L. WEYTS, E. GOOVAERTS, M. BOES, F. BOUCKAERT, & J. BYTTEBIER, Topics notarieel recht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 99. 69 Gent 23 mei 2000, Fisc.Act. 2000, afl. 24, 7.

Page 27: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  17

B. PROCEDURE

40. Afleveringstermijn. De ontvanger dient de notificatie te doen vóór het verstrijken van de twaalfde werkdag volgend op de datum van de verzending van de kennisgeving.70 Een zaterdag moet beschouwd worden als een werkdag, enkel zon- en feestdagen tellen bijgevolg niet als werkdag. Het KFBN71 besliste daartoe op basis van de overweging dat de uitsluiting van een zaterdag als werkdag geen algemene draagwijdte heeft in fiscale zaken en niet van toepassing is voor wat de termijnen van de artikelen 433 e.v. WIB betreft.72 De dies a quo, zijnde de dag van ontvangstmelding of de dag waarop de notaris zijn verwittiging op de post doet, is niet in deze periode begrepen. De dies ad quem, de laatste werkdag, is wel in de termijn begrepen.73 41. De wet vermeldt niet uitdrukkelijk dat de termijn van twaalf werkdagen steeds moet

verstreken zijn alvorens het verlijden van de notariële akte. Echter, aangezien de administratie van oordeel is dat zij een antwoord (per aangetekend schrijven) nog op de twaalfde werkdag op de post mag neerleggen, valt aan te raden dat de voorgenomen notariële akte niet de twaalfde werkdag wordt verleden maar dat de notaris meer dan twaalf werkdagen wacht. Zelfs indien de ontvanger vóór de twaalfde werkdag na de verzending van het bericht door de notaris meedeelt dat de persoon in kwestie geen achterstallige belastingschulden heeft (nihil-

bericht), valt aan te raden dat de notaris toch de akte nog niet onmiddellijk verlijdt aangezien er nog een tweede notificatie zou kunnen worden opgestuurd door de ontvanger binnen de wettelijke termijn.74 42. Notificatie binnen termijn. Een notificatie geldt als een bewarend beslag onder derden in handen van de notaris op de bedragen die hij krachtens de akte onder zich houdt voor rekening van de belastingplichtige (hierop wordt dieper ingegaan in deel I, hoofdstuk 4). Belangrijk om te vermelden is dat de notificatie van de fiscus niet als gevolg heeft dat de

                                                                                                                         

70 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 449. 71 De Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. 72 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 449; E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 195; L. WEYTS, “De fiscale notificatie inzake directe belastingen (art. 324 W.I.B.) en het notariaat”, T.Not. 1977, 172. 73 P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 132; O. VAN HERSTRAETEN, S. KIERSZENBAUM, T. DUMONT, “W.I.B. 1992 art. 433” in X (ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2010), 7; F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 567. 74 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 228; L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 86.

Page 28: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  18

notaris de voorgenomen akte niet meer mag verlijden. Vereist is wel dat de notaris de

genotificeerde belastingschulden inhoudt op de bedragen die hij krachtens de akte voor rekening en ten bate van de belastingschuldige (verkoper, ontlener,…) onder zich houdt.75 Indien de notaris krachtens de akte geen bedragen in handen krijgt (vb. ten gevolge van een schenking, ruiling, kredietopening of wanneer de verkoopprijs slechts later betaalbaar is) of indien deze bedragen onvoldoende zijn om de genotificeerde belastingschulden te voldoen dan mag hij de akte ook nog steeds verlijden, maar dient hij binnen de 24 uur na het verlijden van de akte een tweede bericht te verzenden aan de ontvangers. Deze bijkomende

informatieplicht laat de hen toe een inschrijving van de wettelijke hypotheek te nemen die de inschrijving of overschrijving van de akte primeert. In de praktijk zal de notaris in deze laatste hypothese de akte evenwel niet verlijden.76 43. Geen notificatie. Een gebrek aan reactie heeft vergaande gevolgen. Indien de

ontvanger stilzit en niet antwoordt op het bericht dat hem verstuurd werd door de notaris, is het onroerend goed in kwestie volledig, maar tijdelijk, gezuiverd betreffende de niet-genotificeerde belastingen. Voor deze specifieke belastingen kan de ontvanger bijgevolg geen inschrijving nemen van zijn wettelijke hypotheek gedurende een termijn van drie maanden (de geldigheidstermijn van het bericht).77 44. Notificatie buiten de termijn. Wanneer de ontvanger een laattijdige notificatie verstuurt, zal deze notificatie geen derdenbeslag in handen van de notaris met zich

meebrengen. Zij laat evenmin aan de ontvanger toe om een hypothecaire inschrijving te nemen die de overschrijving of de inschrijving van de voorgenomen akte primeert (voor een verdere bespreking zie randnr. 50).78

                                                                                                                         

75 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 826. 76 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 826; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 232; E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 196; L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 91. 77 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 242; O. VAN HERSTRAETEN, S. KIERSZENBAUM, T. DUMONT, “W.I.B. 1992 art. 433” in X (ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2010), 7. 78 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 244.

Page 29: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  19

Wel staat vast dat de notaris de ontvanger op de hoogte moet brengen van het feit dat de

notificatie buiten termijn werd verzonden zodat hij zich eventueel kan wenden tot het gemeenrechtelijk beslag onder derden.79 C. URGENTIEVEREISTE

45. Het verzenden van de notificatie mag in principe geen automatisme zijn. Voor de directe belastingen is de notificatie krachtens artikel 434 WIB 1992 enkel toegelaten indien “het belang van de schatkist dit vereist”. Een louter algemeen belang volstaat echter niet. In zijn antwoord op een parlementaire vraag verduidelijkt de Minister van Financiën dat de ontvangers enkel hun toevlucht mogen nemen tot deze maatregel wanneer de invordering van de belastingen in gevaar komt. 80 Deze vereiste van ‘gevaar voor de invordering’ vormt de uiting van de urgentievereiste die

algemeen vereist wordt bij het leggen van een bewarend beslag en toont de sterke gelijkenis met het gemeen beslagrecht.81 46. De ontvanger of de gemachtigde ambtenaar mag dus in beginsel niet optreden indien hij overtuigd is dat de akte geen nadelige invloed heeft op de invordering van de fiscale vordering. Zo komt de invordering van de belastingen – in principe – niet in gevaar wanneer algemeen bekend is dat de belastingplichtige goederen bezit waarvan de waarde gevoelig hoger ligt dan het bedrag van de verschuldigde belastingen, of wanneer de belastingplichtige

zijn belastingen gewoonlijk binnen een redelijke termijn betaalt. Ook in het hoger besproken geval (supra randnr. 13) waar een schuldenaar een onroerend goed aankoopt en het hypothekeert enkel om de koopprijs ervan te betalen, is er geen gevaar voor de schatkist.82 Wanneer echter blijkt dat de situatie van de belastingschuldige in zo’n geval reeds ernstig

                                                                                                                         

79 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 587. 80 Com. IB 1992, nr. 434/6; J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 826; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 236; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 588; E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 194. 81 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 588-589; E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 194. 82 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 236; G. VANDENBERGHE , “Fiscale notificatie bij aankoop met hypothecaire lening?”, Not. Fisc. M. 1993, 279; O. VAN HERSTRAETEN, S. KIERSZENBAUM, T. DUMONT, “W.I.B. 1992 art. 434” in X (ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2009), 3; L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 92.

Page 30: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  20

bezwaard is op de dag van de aankoop, zal de ontvanger wel terecht zijn rechten kunnen laten

gelden.83 47. Men ziet echter dikwijls dat de ontvanger ook notificeert voor belachelijk kleine bedragen. Het feit dat men enkel mag notificeren wanneer de ‘schatkist’ in gevaar is,

beantwoordt bijgevolg niet meer aan de realiteit.84 48. Daar waar de wetgever voor de directe belastingen uitdrukkelijk heeft bepaald dat het belang van de schatkist in gevaar moet zijn, zien we dat deze bepaling niet werd overgenomen in de VCF. Dit wordt in de parlementaire stukken verantwoord door het feit dat de notificatie aan de notaris vandaag de dag een volautomatisch proces is geworden; de openstaande schulden worden standaard genotificeerd aan de notaris. Er is met andere woorden niet langer een evaluatie vereist over het al dan niet in gedrang zijn van de rechten van de schatkist,

aangezien dit reeds vaststaat door het feit dat in de regel enkel vervallen schulden (waarvan de reguliere betaaltermijn reeds voorbij is) worden genotificeerd. In die gevallen is het logisch dat het belang van de schatkist (“het gewest”) in gevaar is.85

                                                                                                                         

83 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 589; Luik 5 februari 1993, Not. Fisc. M. 1993, 275, noot G. VANDENBERGHE. 84 L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 92. 85 Ontwerp van decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, Parl.St., Vl.Parl. 2013-14, nr. 2210, 64.  

Page 31: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  21

HOOFDSTUK 4. GEVOLGEN VAN DE NOTIFICATIE A. BESLAG ONDER DERDEN

1. VOORAFGAAND VERZOEK TOT BETALING. 49. Indien de akte verleden is, geldt de notificatie als beslag onder derden. Voorafgaand aan het verlijden van de akte, moet de notificatie echter nog niet worden opgevat als beslag onder derden, maar als een “aanmaning tot betaling”. Bij ontvangst van een notificatie zal de

notaris in de praktijk de verkopers, schenkers, kredietnemers,… verzoeken de belastingen vóór het verlijden van de akte rechtstreeks aan de bevoegde diensten te betalen. Desnoods zal de notaris de akte uitstellen, dit alles om te vermijden dat op de eigendom in kwestie een hypotheek zou worden genomen lastens de verkoper/kredietnemer in het voordeel van de fiscus.86

2. BESLAG ONDER DERDEN 50. Wanneer de akte toch wordt verleden, geldt de kennisgeving als een bewarend beslag onder derden in handen van de notaris. Het beslag wordt gelegd op de bedragen en waarden die de notaris krachtens de verkoop of leningsakte onder zich houdt voor rekening of ten bate van de belastingschuldige.87 51. Zoals gezegd verhindert de notificatie het verlijden van de akte niet, maar legt het aan de notaris een verbod op om deze bedragen uit handen te geven. De notificatie moet bijgevolg beschouwd worden als een vereenvoudigd derdenbeslag, waarbij een voorafgaande

rechterlijke machtiging niet vereist is en die kan worden ingesteld bij een ter post aangetekende brief.88

52. Hoewel dit beslag niet onderworpen is aan de pleegvormen van het Gerechtelijk Wetboek, moet men aannemen dat de basisbeginselen inzake bewarend beslag vervat in het Gerechtelijk Wetboek wel van toepassing zijn (artikel 1413 e.v. Ger.W.) en moet daar zoveel

mogelijk aansluiting bij gezocht worden. Zo heeft de kennisgeving niet tot gevolg dat de sommen en waarden definitief aan de schatkist toebehoren. Net zoals bij een gewoon beslag

                                                                                                                         

86 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 590-591; L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 89 – 91. 87 O. VAN HERSTRAETEN, S. KIERSZENBAUM, T. DUMONT, “W.I.B. 1992 art. 435” in X (ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2009), 5; E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 195; L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 88. 88 E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 195.

Page 32: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  22

geldt hier ook dat de in beslag genomen activa niet (onmiddellijk) uit het vermogen van de

beslagene verdwijnen en definitief aan de schatkist zijn toebedeeld.89 53. Een notificatie buiten de termijn van 12 dagen kan niet als geldige kennisgeving beschouwd worden. Dit is een buitengerechtelijk verzet, waar de notaris evenwel geen rekening mee moet houden. De notaris moet wel op zijn hoede zijn: niet antwoorden zou kunnen worden geïnterpreteerd als een aanvaarding van het buitengerechtelijk verzet. Het staat bijgevolg vast dat op de notaris een informatieverplichting rust, die hem verplicht de ontvanger van zijn laattijdigheid te verwittigen, zodat deze zijn toevlucht kan nemen tot een

gemeenrechtelijk beslag onder derden.90

3. AFGIFTEVERPLICHTING 54. De notaris is ertoe gehouden “de bedragen en waarden die hij voor rekening of ten bate van de belastingplichtige onder zich houdt, uiterlijk de achtste werkdag die volgt op het verlijden van de akte, aan de ontvangers door te storten (…)”. In dit stadium verdwijnen de sommen en waarden dus wel uit het vermogen van de beslagene en vindt er bijgevolg een omzetting plaats van een bewarend beslag in een uitvoerend derdenbeslag. Indien de

belastingschuldige zich na het verlijden van de akte verzet tegen de notificatie en de uitbetaling van de in beslag genomen fondsen, mag de notaris deze gelden toch niet vrijgeven. De fondsen blijven in dat geval geblokkeerd totdat een rechterlijke beslissing wordt getroffen of het geschil minnelijk wordt beslecht.91

 

                                                                                                                         

89 F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 569; E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 197 – 198; D. MICHIELS, “De fiscus en de rangregeling”, RW 2006-07, afl. 43, 1762; zie ook: Cass. 4 mei 2000, RW 2000-2001, 1134. 90 E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 196; R. JANSEN en A. MICHIELSENS, Notarieel Executierecht, Mortsel, Intersentia, 2010, 48; K. BROECKX, “Derdenbeslag: de plichten van de notaris als derde-beslagene.” Rechtskroniek Voor Het Notariaat  : Deel 4., Brugge, Die Keure, 2004, 34. 91 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 593; O. VAN HERSTRAETEN, S. KIERSZENBAUM, T. DUMONT, “W.I.B. 1992 art. 435” in X (ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2009), 6.

Page 33: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  23

B. VERZET OP DE PRIJS 55. Zoals gezegd, worden de fiscale verwittigingen verstuurd naar aanleiding van die verrichtingen die als een verarming van de belastingplichtige kunnen worden aanzien. Het is duidelijk dat ook gerechtelijke verkopen, zoals verkopen op uitvoerend beslag en verkopen na faillissement een verarming inhouden van de belastingplichtige. Bijgevolg heeft de notaris die gelast wordt met een openbare verkoop na onroerend beslag (en de opmaak van de bijhorende rangregeling) sowieso de plicht om de bevoegde ontvangers te verwittigen volgens de

bovenvermelde procedure van de fiscale notificaties.92 56. De vraag rees of de notaris met de fiscale kennisgevingen rekening moest houden bij de opmaak van zijn rangregeling.

In een opmerkelijk cassatiearrest uit 2006 stelt het Hof dat de notaris bij de opmaak van zijn rangregeling een onderscheid moet maken tussen twee categorieën van schuldeisers93: (1) De schuldeisers die volgens het hof94 in toepassing van het gerechtelijk wetboek eerst opgenomen moeten worden:

a) De gerechtskosten (art. 17 en 19, 1° hyp. W.) samen met de buitengewone kosten van

vervolging, wanneer de beslagrechter in die zin beschikt heeft (art. 1597 Ger. W.); b) Het voorrecht van de verzekeraar (art. 60 wet landverzekeringsovereenkomst); c) De schuldeisers die een hypotheek, een bewarend beslag, een voorafgaand bevel tot

betaling of een uitvoerend beslag op onroerend goed hebben laten inschrijven of overschrijven, mits de desbetreffende publiciteit gebeurde vóór de overschrijving van het proces-verbaal waaruit blijkt dat de door de notaris gedane toewijzing definitief is

(art. 1577 tot 1579, 1582, 1584 en 1639 Ger. W.); d) De schuldeisers die, in het bezit van een uitvoerbare titel, verzet doen tegen de prijs

overeenkomstig artikel 1642 Ger. W.; e) De schuldeisers van wie het bestaan blijkt uit de enkele raadpleging van de berichten

opgemaakt met toepassing van artikel 1390 tot 1390quater Ger. W. (art. 1644 lid 2 Ger. W.);

(2) De schuldeisers die een verhaal kunnen uitoefenen op het saldo van de prijs, na betaling van de schuldeisers vermeld onder punt (1).

                                                                                                                         

92 A., VAN DOORSLAER DE TEN RYEN, “De fiscale notificatie in het kader van het onroerend beslag”, Notariaat 2012, afl. 16, 1. 93 C. ENGELS, “Een rangregeling in de rangregeling”, Not.Fisc.M. 2007, afl. 4, 102; C. ENGELS, “WIB, WBTW, RSZ en rangregeling” in X (ed.), Van alle markten. Liber amicorum Eddy Wymeersch, Antwerpen, Intersentia, 2008, 430; D. MICHIELS, “De fiscus en de rangregeling”, RW 2006-07, afl. 43, 1762 – 1763. 94 Cass. (1e k.) AR F.05.0050.N, 17 november 2006, RW 2006-07, afl. 43, 1758 – 1759.

Page 34: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  24

Hierbij oordeelde het Hof dat de fiscale notificatie zoals geregeld in artikel 433 e.v. W.I.B.

1992 niet kan worden gelijkgesteld met een verzet tegen de prijs in de zin van artikel 1642 Ger. W.95 Aangezien de notaris bij de opmaak van zijn rangregeling daarenboven slechts rekening moet houden met een derdenbeslag indien het is opgenomen in de beslagberichten voor het proces-verbaal van rangregeling, leidde dit ertoe dat de fiscus werd gedwongen om alsnog zijn wettelijke hypotheek te laten inschrijven om mee te kunnen delen in de rangregeling.96 57. In 2007 en 2008 werd de wet echter aangepast, waardoor de fiscale notificaties nu ook

gelden als “verzet op de prijs” in de zin van artikel 1642 GerW. Deze gelijkschakeling is vooral van belang wanneer de Schatkist nog geen wettelijke hypotheek heeft laten inschrijven vóór de overschrijving van het proces-verbaal van definitieve toewijzing of van de akte van verkoop uit de hand van het onroerend goed. Sinds de wetswijziging dient de notaris bij zijn rangregeling nu ook rekening te houden met de genotificeerde schuldvorderingen zonder dat deze schuldeisers een wettelijk hypotheek moeten inschrijven.97

C. WETTELIJKE HYPOTHEEK

1. HISTORIEK

58. In ons systeem van onroerende en hypothecaire publiciteit geldt vandaag het basisprincipe dat rechten (zoals een hypothecaire inschrijving) in de regel slechts kunnen worden tegengeworpen aan derden vanaf het ogenblik dat deze rechten zijn bekendgemaakt in de registers van het hypotheekkantoor. Voor 1950 kende men echter het systeem van een occulte hypotheek die gedurende een periode van achttien maanden na de verkoop of

hypotheekstelling aan derden tegenwerpelijk was zonder inschrijving en die tot op het einde van die termijn van achttien maanden kon worden ingeschreven op het hypotheekkantoor zonder rangverlies ten gevolge van haar retroactieve werking tot op de datum van het verkoop/hypotheekstelling.98 59. In 1949 en 1950 werd in de besprekingen in Kamer en Senaat bij herhaling de nadruk gelegd op uitzonderlijk en anti-economisch karakter van de occulte hypotheek. De regering

                                                                                                                         

95 C. ENGELS, “Een rangregeling in de rangregeling”, Not.Fisc.M. 2007, afl. 4, 97 96 R. JANSEN en A. MICHIELSENS, Notarieel Executierecht, Mortsel, Intersentia, 2010, 219 – 220; M. STORME en L. DE KEYSER, Notarieel executierecht, Acco, 2014, 169. 97 R. JANSEN en A. MICHIELSENS, Notarieel Executierecht, Mortsel, Intersentia, 2010, 220; M. STORME en L. DE KEYSER, Notarieel executierecht, Acco, 2014, 169; C. ENGELS, “WIB, WBTW, RSZ en rangregeling” in X (ed.), Van alle markten. Liber amicorum Eddy Wymeersch, Antwerpen, Intersentia, 2008, 435; C. ENGELS, “WIB, WBTW, RSZ en rangregeling” in X (ed.), Van alle markten. Liber amicorum Eddy Wymeersch, Antwerpen, Intersentia, 2008, 436. 98 J. BYTTEBIER en A.L. VERBEKE, “Onroerende en hypothecaire publiciteit organisatie en tegenwerpelijkheid”, RW 1997, nr 33, 1114.

Page 35: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  25

ging ermee akkoord om de terugwerkende karakter van de inschrijving van de occulte

hypotheek af te schaffen, op voorwaarde dat de ontvanger tijdig zou worden verwittigd van elke akte of verrichting waardoor de belastingschuldenaar zich ontdoet van zijn goederen of deze bezwaart met hypotheek ten bate van derden.99

2. MOGELIJKHEID TOT INSCHRIJVING

60. Indien er geen voldoende gelden zijn om de schuld te betalen en de partijen opteren toch om de akte te laten verlijden, loopt men het risico dat de ontvanger inschrijving van de

wettelijke hypotheek neemt. In dit geval zal de overdracht niet vrij en onbelast kunnen doorgaan en zal ook aan de bank in wiens voordeel de hypotheek wordt genomen niet langer de gewenste rang kunnen worden gegarandeerd. 100 De inschrijving van de wettelijke hypotheek zal namelijk – indien zij binnen de acht werkdagen na het verlijden van de akte wordt genomen – ten opzichte van de verkrijger of van de hypothecaire schuldeiser voorrang hebben op de inschrijving of de overschrijving van de akte.101 Op dit vlak behoudt de

wettelijke hypotheek dus nog een beperkt occult karakter in de zin dat de ontvanger kan voorbijgaan aan de hypothecaire in- of overschrijving van de akte en dit dus niet tegen de staat kan worden ingeroepen.102 61. De notaris heeft de mogelijkheid om voorafgaandelijk de betrokken ontvanger te contacteren en om met hem een akkoord te verkrijgen zodat er niet wordt overgegaan tot hypothecaire inschrijving. Bij afwezigheid van zo’n akkoord van de ontvanger dient de notaris de partijen te informeren over de gevolgen van de inschrijving van een wettelijke

hypotheek. Indien alle partijen ondanks alles toch met de akte willen doorgaan, zal de notaris overgaan tot het verlijden ervan. Indien de akte daarentegen toch niet wordt verleden dient de notaris de betrokken ontvanger(s) hiervan op de hoogte dient te brengen.103

 

                                                                                                                         

99 J. BYTTEBIER en A.L. VERBEKE, “Onroerende en hypothecaire publiciteit organisatie en tegenwerpelijkheid”, RW 1997, nr 33, 1114. 100 P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 132. 101 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 233; E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 196. 102 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 594; E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 196; F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 569. 103 P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 132.

Page 36: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  26

 

Page 37: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  27

DEEL II. NOTIFICATIEVERPLICHTING BIJ OVERLIJDEN

INLEIDING 62. Begin 2012 nam de Belgische wetgever door middel van twee Programmawetten104 enkele maatregelen “voor een betere inning” van de belastingen. Naar analogie met de regeling die bestaat voor de vervreemding en hypothecaire aanwenging van onroerende goederen, werkte de wetgever hiermee een sui-generis regeling uit voor het openvallen van

nalatenschappen (zie artikelen 154 – 164 Programmawet I van 29 maart 2012).105 De regeling houdt in dat tegoeden van een overledene slechts kunnen worden vrijgegeven als

alle belastingschulden van zowel de overledene als de erfgenamen betaald zijn. De notaris mag pas een attest of akte van erfopvolging afleveren als de fiscus hem bevestigd heeft dat er geen schulden meer zijn.106 Indien er wel schulden zijn zal daarvan melding worden gemaakt in de akte of het attest van erfopvolging en zullen deze schulden vereffend mogen worden door middel van de tegoeden die worden vastgehouden door de houder van de nalatenschapsfondsen (bijvoorbeeld de bank).107 63. De regeling is gebaseerd op het principe dat de schuldenaar van tegoeden van een

overledene ten gevolge van artikel 1240bis BW bevrijdend kan betalen aan of op instructie van de personen aangewezen in een attest of akte van erfopvolging. De federale regering heeft deze procedure aangegrepen om gemakkelijker financiële middelen in te zamelen door vooreerst beroep te doen op de notaris of ontvanger van successierechten wanneer deze worden aangezocht voor de opmaak van een attest/akte van erfopvolging en door daarnaast gebruik te maken van de mogelijkheid tot bevrijdende betaling door de bank aan de fiscus.108 64. Het nieuwe invorderingsmechanisme trad in werking op 1 juli 2012. Reeds snel na de inwerkingtreding werden enkele praktische pijnpunten vastgesteld. De wetgever heeft

bijgevolg de regeling bijgestuurd door middel van de wet van 13 december 2012 houdende

                                                                                                                         

104 Programmawet van 29 februari 2012 en Programmawet van 22 juni 2012, BS 28 juni 2012. 105 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.NOT. 2013, afl. 9, 434; D. MICHIELS, “Fiscale & sociale kennisgevingen na overlijden”, TEP 2013, 15. 106 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 4. 107 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.NOT. 2013, afl. 9, 434. 108 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.NOT. 2013, afl. 9, 434; C. BUYSSE, “Notificatie na overlijden: levensverzekeringen (soms) buiten schot”, Fiscoloog 2012, afl. 1306, 1.

Page 38: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  28

fiscale en financiële bepalingen.109 Daarnaast is ook een lijst gepubliceerd met Frequently

asked questions (FAQ)110 waarbij gepoogd werd om een antwoord te bieden op de meest prangende vragen.111

HOOFDSTUK 1. TOEPASSINGSGEBIED A. DE GEVISEERDE AKTEN

1. AKTE OF ATTEST VAN ERFOPVOLGING

65. Een akte of attest van erfopvolging is een document dat de erfgerechtigden (wettelijke erfgenamen, algemene legatarissen en de begunstigde van een contractuele erfstelling) vermeldt en nodig is voor de deblokkering van een bankrekening van een overledene.112 66. Wanneer een dierbare overlijdt hebben belanghebbenden ten gevolge van artikel 1240bis BW keuze tussen twee wettelijke actoren voor de opmaak van een attest of de akte van erfopvolging. Enerzijds kunnen ze opteren voor een attest van erfopvolging, opgemaakt door de Ontvanger van Successierechten van het kantoor waar ook de aangifte van nalatenschap moet worden ingediend. Anderzijds kunnen ze opteren voor een akte of attest

van erfopvolging, opgemaakt door de notaris.113 67. In een aantal gevallen heeft men bovenstaande keuze echter niet. Men kan zich met andere woorden niet wenden tot de Ontvanger der Successierechten (zie art. 1240bis, § 3 BW)

en de belanghebbenden moeten zich verplicht wenden tot de notaris. Dit is vooreerst het geval wanneer de nalatenschap niet uitsluitend wordt geregeld volgens de wettelijke erfopvolging voorzien in het Burgerlijk Wetboek. Dit wil zeggen dat de ontvanger niet bevoegd is indien de erflater een testament of om het even welke andere laatste wilsbeschikking heeft opgemaakt. De notaris is ook exclusief bevoegd indien de erflater een huwelijkscontract of een akte van wijziging van het vermogensstelsel heeft laten opmaken en wanneer er “onbekwame”

                                                                                                                         

109 Wet 13 december 2012 houdende fiscale en financiële bepalingen, BS 20 december 2012, 4e ed., Parl. St. Kamer 2012-13, nr. 53-2458. 110 ‘FAQ Akte/Attest van erfopvolging, http://www.minfin.fgov.be/portail2/downloads/current/FAQ-attest-erfopvolging-certificat-heredite.pdf 111 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 5; M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M 2013, afl. 2, 31; D. MICHIELS, “Fiscale & sociale kennisgevingen na overlijden”, TEP 2013, 16. 112 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 436. 113 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 22.

Page 39: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  29

erfopvolgers zijn (minderjarige erfgenamen, onbekwaam-verklaarden …). De bevoegdheid

van de ontvanger is met andere woorden beperkt tot de minder complexe nalatenschappen.114 De notaris kan zowel een akte als een attest van erfopvolging opmaken. Een akte van erfopvolging is een notariële akte waarin de vermeldingen uitsluitend uitgaan van de notaris. Een attest van erfopvolging is geen notariële akte, maar een onderhandse akte, opgesteld op het briefpapier van de notaris, gedateerd en voorzien van de handtekening en stempel van de notaris. In beide gevallen zal de notaris op basis van de door hem uitgevoerde opzoekingen en

aan hem verstrekte inlichtingen aanduiden wie tot de nalatenschap komt.115

2. VERVREEMDING ONROERENDE NALATENSCHAPSGOEDEREN

68. Wanneer de notaris ten gevolge van het overlijden eveneens gelast is met de vervreemding van onroerende goederen die afhangen van de nalatenschap, mag hij zich niet beperkten tot de fiscale verwittigingen verzonden naar aanleiding van het opmaken van een akte/attest van erfopvolging. De specifieke verwittigingen in het kader van een vervreemding

of hypothecaire aanwending van onroerende goederen (volgend uit artikel 433 WIB 1992 en andere wetsbepalingen) moeten ook worden nageleefd. Dit zal vooral een invloed hebben op de wijze waarop de berichten moeten worden ingevuld (het specifiek onroerend goed moet worden beschreven) en op de rechtsgevolgen die uit de notificatie voortvloeien.116 B. DE GEVISEERDE BELASTINGEN 69. De wetgever heeft de fiscale notificatie bij overlijden ingevoerd door middel van één enkele uniforme bepaling die van toepassing is op de diverse belastingvormen (in het

bijzonder de inkomstenbelastingen, BTW, de (federale) registratie- en successierechten). Dit in tegenstelling tot wat het geval is bij fiscale meldingsplicht met betrekking vervreemding of hypothecaire aanwending van onroerende goederen, waar de regeling met betrekking tot de fiscale notificatie verspreid is over diverse wetboeken (Het Wetboek Inkomstenbelastingen, het Wetboek BTW,…)117 70. Van deze uniformiteit is ten dele afgeweken door het VCF dat een eigen artikel invoert (art. 3.12.1.0.16 VCF) dat specifiek betrekking heeft op de notificatieverplichting bij

overlijden voor wat de Vlaamse registratierechten en successierechten betreft. De bestaande                                                                                                                          

114 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 22; E. GOOSSENS, “De materieelrechtelijke implicaties van de Europese Erfrechtverordening”, TEP 2015, afl. 3, 302. 115 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 23. 116 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 437. 117 M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M 2013, afl. 2, 31; M. DELANOTE , “[Programmawet] Fiscus kan gemakkelijker invorderen”, Fisc.Act. 2012, afl. 6, 9.

Page 40: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  30

artikelen uit de Programmawet zijn aan de Vlaamse toestand aangepast. Zo vonden een aantal

legistieke aanpassingen plaats (de term “ontvanger” wordt niet gebruikt in de VCF, men heeft het steevast over “het bevoegde personeelslid”) en werd specifiek voorzien in de mogelijkheid van elektronische kennisgeving (art. 3.12.1.0.17. VCF).118 Vermeldenswaardig is dat voor de inwerkingtreding van deze notificatieverplichting in hoofde van de notaris nog een besluit van de Vlaamse Regering dient te worden gestemd.119 C. TERRITORIALE BEGRENZING 71. Er bestaat discussie over de vraag of de verplichtingen inzake fiscale notificatie ook gelden wanneer er sprake is van een ‘internationale nalatenschap’, bijvoorbeeld wanneer de nalatenschap van een overledene is openvallen in het buitenland, maar waar deze persoon

over een bankrekening beschikte in een Belgische bank. De vraag stelt zich dan of in dat geval een buitenlands attest of een buitenlandse akte van erfopvolging kan worden voorgelegd, zonder rekening te houden met de verplichte verzendingen naar de bevoegde ontvangers. De vraag die men zich in dit geval moet stellen is hoe artikel 1240bis BW moet worden gekwalificeerd in het kader van het internationaal privaatrecht. Hierover zijn de

meningen uiteenlopend. 120 72. De Belgische Federatie van de Financiële Sector (FEBELFIN) gaat uit van een

kwalificatie als ‘erfrecht’. Men moet met andere woorden bepalen wat het toepasselijke (erf)recht is, wat de les successionis is. Om dit te bepalen wordt vandaag de dag (voor overlijdens op of na 17 augustus 2015) gekeken naar de Europese erfrechtverordening121. Net zoals wat voordien de regel was, wordt hierbij aangeknoopt met het recht van de laatste gewone verblijfplaats van de erflater (dit zowel ten aanzien van de roerende als de onroerende goederen).122

                                                                                                                         

118 J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, “[Rechten van successie en van overgang bij overlijden - Inning en vordering in het Vlaamse Gewest] Verplichtingen van derden” in J. DECUYPER, en J. RUYSSEVELDT, Successierechten 2015, Mechelen, Kluwer, 1894-1899. 119 K. VAN BOXSTAEL, “[Vlaamse Codex Fiscaliteit] De “nieuwe” Vlaamse erfbelasting: aandachtpunten voor het notariaat”, Notariaat 2015, afl. 2, 7. 120 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 39. 121 Verordening (EU) nr. 650/2012 van het Europees parlement en de Raad (4 juli 2012) betreffende de bevoegdheid, het toepasselijke recht, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen en de aanvaarding en de tenuitvoerlegging van authentieke akten op het gebied van erfopvolging, alsmede betreffende de instelling van een Europese erfrechtverklaring Merk op : bij een overlijden van vóór deze datum dient gekeken te worden naar de verwijzingsregels opgenomen in het Belgisch Wetboek Internationaal Privaatrecht (WIPR) of het oude internationaal privaatrecht (indien het overlijden dateert van vóór 1 oktober 2004). 122 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 40; V. DE BACKER en H. JACOBS, “Is een actualisering van het WIPR aangewezen? Capita selecta inzake familierecht en erfrecht” T.Fam. 2015, afl. 2-3, 98-102.

Page 41: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  31

Indien de laatste gewone verblijfplaats van de erflater in het buitenland gevestigd was, moet

er volgens deze visie voor het opmaken van de akte of het attest van erfopvolging enkel rekening moeten gehouden worden met de specifieke bepalingen in het buitenlands recht. Op nalatenschappen die in het buitenland zijn opengevallen, is artikel 1240bis BW bijgevolg niet van toepassing en moeten er dan ook geen berichten worden verzonden naar de bevoegde ontvangers. De Belgische banken kunnen de gelden bijgevolg vrijgeven op basis van dit buitenlands attest of deze buitenlandse akte.123 73. Het Consultatiecentrum van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat

(KFBN) ging er daarentegen van uit dat het attest of de akte van erfopvolging moet aanzien worden als een modaliteit van het ‘beheer en de overgang’ van een nalatenschap. Krachtens het (oude) artikel 82 § 1, 2e lid WIPR wordt het ‘beheer en de overgang’ beheerst door het recht van de staat op wiens grondgebied het goed zich bevindt (lex rei sitae)124 In deze visie kan de vrijgave van de gelden van een bankrekening dan ook enkel worden gerealiseerd wanneer een akte of attest van erfopvolging wordt voorgelegd conform de Belgische procedure, namelijk na het zenden van de vereiste berichten naar de bevoegde ontvangers. Een buitenlandse akte waarvoor geen bericht werd verzonden zou niet kunnen

leiden tot het vrijgeven van de gelden van een bankrekening of effectenportefeuille bij een Belgische bank.125 Vandaag wordt in Erfrechtverordening echter geen onderscheid meer gemaakt tussen enerzijds de erfopvolging en anderzijds de afwikkeling van de nalatenschap (‘het beheer en de overgang’)126 Het Consultatiecentrum zal – mijns inziens – zijn standpunt moeten bijstellen, nu de Erfrechtverordening duidelijk kiest voor eenheid en zowel de vermogensovergang als

                                                                                                                         

123 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 40; P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 437; D. MICHIELS, “Fiscale & sociale kennisgevingen na overlijden”, TEP 2013, 28; V. DE BACKER en H. JACOBS, “Is een actualisering van het WIPR aangewezen? Capita selecta inzake familierecht en erfrecht” T.Fam. 2015, afl. 2-3, 102. 124 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 41; P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 437; V. DE BACKER en H. JACOBS, “Is een actualisering van het WIPR aangewezen? Capita selecta inzake familierecht en erfrecht” T.Fam. 2015, afl. 2-3, 102 – 103. 125 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 41; P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 437. 126 E. GOOSSENS en A.-L. VERBEKE, “De Europese erfrechtverordening”, in G. VAN CALSTER (et al.), Internationaal Privaatrecht, Brugge, Die Keure, 2012, 123.

Page 42: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  32

de vereffening en de verdeling van de nalatenschap beide aan het recht van de laatste gewone

verblijfplaats van de erflater onderworpen zijn.127 74. Dit kwalificatieprobleem stelt zich vooral in hoofde van de bank en diens verplichting om de gelden al dan niet vrij te geven en minder ten aanzien van de notaris. Moest de notaris

toch gevorderd worden om een akte of een attest van erfopvolging te verlijden, bijvoorbeeld omdat een Belgische bank zou oordelen dat de buitenlandse akte van erfopvolging niet volstaat of omdat er geen buitenlandse akte van erfopvolging werd opgemaakt, dan zal hij deze akte opmaken conform de nieuwe wettelijke bepalingen (en bijgevolg ook de vereiste kennisgevingen verrichten)128 75. Omgekeerd kan zich ook de situatie voordoen waarbij een nalatenschap in België is opengevallen, maar deze nalatenschap buitenlandse goederen betreft. In zo’n geval zal de

notaris sowieso een attest of akte van erfopvolging opmaken volgens de nieuwe wettelijke bepalingen; wat een buitenlandse bank daar verder mee doet, is haar verantwoordelijkheid.129

                                                                                                                         

127 J.G. KNOT, Internationale Boedelafwikkeling: over het toepasselijke recht op de afwikkeling van nalatenschappen, Deventer, Kluwer, 2008, 214. 128 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 41. 129 D. MICHIELS, “Fiscale & sociale kennisgevingen na overlijden”, TEP 2013, 28.

Page 43: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  33

HOOFDSTUK 2. DE KENNISGEVING DOOR DE NOTARIS A. MODALITEITEN 76. De kennisgeving moet wederom volgens bepaalde modaliteiten gebeuren. Net zoals de eerder besproken meldingsplicht bij verkoop/vervreemding van onroerende goederen gebeurt de kennisgeving principieel elektronisch. Ook hier is de papieren verzending (via aangetekende brief) slechts toegestaan in geval van overmacht of technische storing.130 B. BESTEMMELING(EN) 77. Inzake de directe belastingen bepaalt artikel 2 van het uitvoeringsbesluit van de

programmawet131 dat de stafdienst ICT van de Federale Overheidsdienst Financiën zal instaan voor de ontvangst van de (elektronische) berichten en voor het afleveren van de ontvangstmeldingen. Enige onduidelijkheid betrof de situatie waarin een (uitzonderlijke) papieren verzending moet plaatsvinden. In dat geval preciseert het uitvoeringsbesluit in artikel 3 aan welke ambtenaren het bericht moet worden verzonden. Kort samengevat stelt het uitvoeringsbesluit dat deze melding moet gebeuren aan de “Administrateur Rechtszekerheid”; de ambtenaren bevoegd

voor de invordering van de directe belastingen lastens de overledene en de rechtverkrijgenden; de ambtenaren bevoegd voor de invordering van de BTW lastens de overledene en/of de rechtverkrijgenden (indien zij Btw-plichtige of lid van een BTW-eenheid zijn).132 Hier worden dus tot wel zes verschillende ambtenaren opgesomd, waardoor de vraag rees of aan elk van die ambtenaren een bericht moest worden gezonden.133 Volgens de Raad van State valt het echter sterk te betwijfelen of dit wel overeenstemt met de wil van de wetgever. Men grijpt hiervoor terug naar de bewoording van artikel 157 § 1, lid 1 Programmawet. Dit artikel stelt dat een bericht elektronisch moet worden gestuurd aan “de

dienst” die het KB aanwijst en, bij overmacht of technische storting, aan “de door de Koning aangewezen ambtenaar”. Door het gebruik van het enkelvoud in de wettekst mag men ervan uitgaan dat de wetgever een mededelingsplicht heeft beoogd aan één dienst of één ambtenaar.

                                                                                                                         

130 M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M. 2013, afl. 2, 34. 131 KB van 16 juli 2012 houdende de uitvoering van de artikelen 157 tot 163 van de programmawet (I) van 29 maart 2012, BS 20 juli 2012. 132 C. BUYSSE, “Notificatie na overlijden: levensverzekeringen (soms) buiten schot”, Fiscoloog 2012, afl. 1306, 1. 133 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 5.

Page 44: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  34

Het komt vervolgens aan deze dienst of ambtenaar toe om het bericht te bezorgen aan de

betrokken invorderingsambtenaren en aan de “Administrateur Rechtszekerheid”.134 C. TIJDSTIP VAN KENNISGEVING. 78. Ook hier dient de kennisgeving te gebeuren vóór de akte of het attest van erfopvolging

wordt opgesteld en zal het bericht voor niet bestaande worden gehouden indien de akte of het attest uiteindelijk niet wordt opgesteld binnen de drie maanden te rekenen vanaf de verzending door de notaris.135 Hier wordt het belang van het onderscheid tussen een attest of een akte van erfopvolging duidelijk. Indien na het verstrijken van de termijn van drie maanden een bijkomend attest van erfopvolging zou gevraagd worden, moet de notaris een nieuw fiscaal bericht verzenden. Daarentegen kan men steeds een nieuwe uitgifte van een (authentieke) akte van erfopvolging

vragen. Ook buiten de termijn van drie maanden kan er dus een nieuwe uitgifte worden afgeleverd zonder dat hiervoor nieuwe fiscale berichten moeten worden verzonden.136 79. Net zoals bij de meldingsplicht bij vervreemding/hypothecaire aanwending van een onroerend goed verschilt de datum van verzending naar gelang de verzending elektronisch dan wel via aangetekende brief gebeurd. Indien de verzending gebeurt langs elektronische

weg is de datum van verzending gelijk aan de datum waarop de ontvangstmelding wordt meegedeeld door de bevoegde dienst. Indien de verzending gebeurt via een aangetekende brief wordt ook hier aangenomen dat men rekening houdt met de datum van neerlegging ter post van de aangetekende brief.137

 

                                                                                                                         

134 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 5; M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M. 2013, afl. 2, 34. 135 M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M. 2013, afl. 2, 34. 136 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 30. 137 M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M. 2013, afl. 2, 35.

Page 45: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  35

D. VOORWERP 80. Er moet een kennisgeving worden verstuurd op naam van de overledene, zijn wettelijke erfgenamen en legatarissen waarvan de identiteit vermeld staat in de akte of het attest van erfopvolging en de begunstigden van een door de overledenen gemaakte contractuele erfstelling.138 81. Uit de wetteksten blijkt niet of het enkel gaat om de algemene legatarissen of ook om de legatarissen ten algemene titel en de bijzondere legatarissen. Wat wel vaststaat is dat de notaris in zijn bericht zelf geen onderscheid meer moet maken tussen de algemene

legatarissen, legatarissen onder algemene titel of bijzondere legatarissen.139 Men moet echter een duidelijk onderscheid maken tussen het bericht van de notaris en de akte

of het attest van rechtsopvolging. De rechtsleer is het erover eens dat een legataris ten algemene titel en een bijzondere legataris in principe niet moet worden vermeld in de akte of het attest. Dit is van groot belang aangezien er enkel fiscale (en sociale) berichten moeten worden verzonden ten aanzien van de legatarissen die in de akte of het attest van erfopvolging zijn opgenomen.140 Zij verantwoorden dit als volgt: de legatarissen ten algemene titel en de bijzondere legatarissen hebben geen bezitsrecht. Zij treden met andere woorden niet van rechtswege in

het bezit van de goederen, rechten en rechtsvorderingen van de overledene. Zij moeten steeds de afgifte van hun legaat vragen aan de wettelijke erfgenamen en de algemene legatarissen (art. 1011 en 1014 BW). Zij hebben bijgevolg geen rechtstreekse aanspraak tegenover de bankinstelling en worden in principe niet vermeld in het attest of de akte van erfopvolging.141 Enkel indien deze legatarissen onder algemene titel en bijzondere legatarissen toch vermeld worden in de akte of het attest van erfopvolging, zal men de berichten ook op hun naam het bericht moeten versturen. Dit zal bijvoorbeeld het geval zijn indien er geen wettelijke

erfgenamen of algemene legatarissen zijn die de saisine hebben (er werd bijvoorbeeld een testament opgesteld waarbij de wettelijke erfgenamen werden onterfd, zonder aanstelling van

                                                                                                                         

138 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.NOT. 2013, afl. 9, 443. 139 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.NOT. 2013, afl. 9, 444; M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M. 2013, afl. 2, 32. 140 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 26; D. MICHIELS, “Fiscale & sociale kennisgevingen na overlijden”, TEP 2013, 19. 141 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 24 - 27; D. MICHIELS, “Fiscale & sociale kennisgevingen na overlijden”, TEP 2013, 19-20.

Page 46: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  36

een algemene legataris). In dat geval moeten zij toch in de akte of het attest worden

vermeld.142 82. De identiteit van de overledene, de wettelijke erfgenamen en de legatarissen moet

precies vermeld worden in het bericht. Voor de natuurlijke personen heeft dit betrekking op zijn naam, voornaam en in voorkomend geval, het nationaals nummer of het nummer in het Bis-Register van de betrokkene, of, bij gebrek aan dat nummer, de datum van hun geboorte. Voor rechtspersonen, een trust, een fiduciaire of soortgelijke rechtsvorm is de maatschappelijke benaming, de zetel en, in voorkomend geval, het ondernemingsnummer vereist.143 Naast de identiteit zal de notaris in zijn bericht ook de wettelijke devolutie en een lijst van de betrokken sommen, effecten en waarden opnemen.144 83. In het initiële ontwerp van de Programmawet was opgenomen dat een kennisgeving

pas verplicht was als het totaalbedrag van de effecten, sommen of waarden minsten €10.000 bedroeg. Met die minimumdrempel wou men vermijden dat de notaris een overvloed aan kennisgevingen zou moeten verrichten. In de definitieve versie van de Programmawet is deze drempel echter weggelaten. Zelfs de kleinste nalatenschap moet de notaris (of de ontvanger der successierechten) dus melden. Een schuld van 0,10€ zou in theorie dus voldoende zijn om de deblokkering van de goederen uit de nalatenschap tegen te houden.145  

                                                                                                                         

142 D. MICHIELS, “Fiscale & sociale kennisgevingen na overlijden”, TEP 2013, 19; H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 27. 143 M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M. 2013, afl. 2, 33. 144 M. DELANOTE , “[Programmawet] Fiscus kan gemakkelijker invorderen”, Fisc.Act. 2012, afl. 6, 9. 145 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 447; M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 9.

Page 47: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  37

HOOFDSTUK 3. DE NOTIFICATIE DOOR DE ONTVANGER A. VOORWERP

1. BELASTINGSCHULDEN

84. De fiscus stuurt een ‘notificatie’ waarin staat of er nog belastingschulden openstaan op naam van de overledene of een andere persoon die in het bericht is vermeld en deelt mee

hoeveel die belastingschuld per persoon bedraagt.146 85. Opeisbare schulden? In de oorspronkelijke wettekst stond expliciet dat enkel belastingen die aanleiding kunnen geven tot derdenbeslag of inschrijving van de wettelijke hypotheek van de Schatkist, in de kennisgeving kunnen worden opgenomen. Deze bepaling maakte direct duidelijk dat de Ontvanger enkel schulden kon notificeren waarvan de betalingstermijn reeds verstreken was of die met andere woorden opeisbaar zijn. Deze

bepaling werd echter door de Wet houdende fiscale en financiële bepalingen147 geschrapt, omwille van het feit dat men niet de indruk wou wekken dat de notificatie door de Ontvanger geldt als derdenbeslag. Door het schrappen van deze bepaling wou men alle verwarring en discussie daaromtrent vermijden. Aangezien men echter bezwaarlijk kan verwachten van de erfgenamen dat zij gedwongen worden om reeds niet-opeisbare schulden te betalen, zou de wetgever er goed aan doen om expliciet te bepalen dat de (directe) belastingschulden

‘opeisbaar’ moeten zijn.148

De wetgever heeft dit bij het opstellen van de VCF wel in het achterhoofd gehouden en bepaalde expliciet dat de (Vlaamse) belastingschulden pas meegedeeld mogen worden vanaf de vervaldag ervan. 149 Opmerkelijk is dat de wetgever daarenboven bepaalt dat ook belastingen waarvoor de betalingstermijn nog niet is verstreken kunnen worden opgenomen in de kennisgeving aan de notaris. Dit kan echter enkel ingeval de rechten van het Vlaamse

Gewest in gevaar verkeren.150

                                                                                                                         

146 X., “Nieuwe notificatieprocedure voor openstaande belastingschulden bij overlijden”,Notariaat 2012, afl.8, 7. 147  Wet houdende fiscale en financiële bepalingen van 13 december 2012, BS 20 december 2012. 148 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 8; M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M 2013, afl. 2, 37. 149 Artikel 3.12.1.0.17 VCF, in fine.   150 Ontwerp van decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, Parl.St., Vl.Parl. 2014-2015, Stuk 114, 47.

Page 48: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  38

86. Zeker en vaststaande schulden. Het staat daarnaast vast dat de belastingen een zekere

en vaststaande schuld moeten uitmaken. De wetgever heeft in artikel 158, 1e en 2e lid Programmawet (I) 29 maart 2012 zelf aangegeven wat hij daaronder verstaat151:

− Inzake successie- en registratierechten betrof het de schulden (en hun bijbehoren) die

aanleiding hebben gegeven tot een dwangschrift bedoeld in artikel 1421 van het W.Succ. of in artikel 220 van het W.Reg en waarvan de uitvoering niet werd gestuit door een vordering in rechte als bedoeld in artikel 221 van het W.Reg.;

− Inzake directe belastingen gaat het om de zekere en vaststaande schulden in de zin van

artikel 410 van het WIB 1992;

− De BTW en bijbehoren die aanleiding hebben gegeven tot een dwangbevel bedoeld in

artikel 85 van het Btw-Wetboek en waarvan de uitvoering niet werd gestuit door een vordering in rechte zoals bepaald in artikel 89 van het BTW-Wetboek.

Voor wat Vlaamse successie- en registratierechten betreft is de vroegere procedure van

betalingsberichten en dwangbevelen echter vervangen door systeem van inkohiering. Het - door de Vlaamse belastingdienst uitvoerbaar verklaarde - kohier vormt de inningstitel voor de belasting, dit in tegenstelling tot de procedure voor de federale ontvanger die pas een titel kon creëren voor de verschuldigde belasting door een dwangbevel uit te vaardigen.152 Deze wijziging heeft er voor gezorgd dat de notificatie ook het voorlopig niet verschuldigde gedeelte van de belasting in het kader van een betwisting kan bevatten (dit in tegenstelling tot

wat het geval is bij de directe belastingen waar ten gevolge van artikel 158 enkel de zekere en vaststaande schulden mogen worden opgenomen). Om vrijgave te verkrijgen van de geblokkeerde tegoeden moeten echter enkel de onbetwiste bestaande schulden betaald worden. 153

87. Dit laatste sluit aan bij de regeling inzake vervreemding of hypothecaire aanwending. Hier wordt bepaald dat de fiscus al die schulden kan notificeren die aanleiding geven tot inschrijving van de wettelijke hypotheek. (zie art. 434 WIB 1992 of ook art. Art. 3.12.1.0.2.VCF). Hieronder vallen ook de niet–zekere en vaststaande of betwiste

                                                                                                                         

151 X., “Nieuwe notificatieprocedure voor openstaande belastingschulden bij overlijden”, Notariaat 2012, afl. 8, 8; H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 31. 152 B. PEETERS en R. SMET, “De Vlaamse registratie- en erfbelasting: overzicht van de ontwikkelingen sinds 1 januari 2015”, AFT 2015, afl. 12, 13; K. VAN BOXSTAEL, “[Vlaamse Codex Fiscaliteit] De “nieuwe” Vlaamse erfbelasting: aandachtpunten voor het notariaat”, Notariaat 2015, afl. 2, 3; M. DELANOTE, “De successierechten in een nieuw Vlaams kleedje: een overzicht van de nieuwe fiscale procedure.” In A. WYLLEMAN (Ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat deel 26, Brugge, die Keure, 2015, 8. 153 Ontwerp van decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, Parl.St., Vl.Parl. 2014-2015, Stuk 114, 48.

Page 49: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  39

belastingschulden. De notaris zal daarentegen enkel die bedragen van de belasting aan de

fiscus moeten overmaken in zoverre deze belastingen zeker en vaststaand zijn of niet betwist worden (infra randnr. 36 e.v.) 88. Hoe de Ontvanger deze schulden omschrijft is zeer belangrijk, zoals we later zullen zien bepalen deze schulden de omvang van de aansprakelijkheid van de notaris en bepaalt hun aan- of afwezigheid of de schuldenaar van de tegoeden van de overledene deze geldig kan vrijgeven.154

2. DEFINITIEVE VASTLEGGING VAN DE BELASTINGTOESTAND

89. Ook hier houdt de niet-vermelding van een fiscale schuld in een notificatie geen bekentenis in van de administratie dat de alle belastingschulden betaald zijn. Wederom wordt door de kennisgeving de belastingtoestand definitief vastgelegd. (infra randnr. 38)155

B. PROCEDURE 90. Afleveringstermijn. De notificatie door de ontvanger moet ook gebeuren binnen een

termijn van twaalf werkdagen volgend op de datum van verzending.156 (Aangezien de

regeling bijna volledig gelijklopend is met de gekende notificatie bij

vervreemding/hypothecaire aanwending wordt voor een uitgebreidere bespreking verwezen

naar randnr. 40 e.v.) 91. Notificatie binnen termijn. De notaris zal melding moeten maken van de notificatie in

het attest van erfopvolging of aan de voet van het afschrift van de akte van erfopvolging.157 92. Notificatie buiten de termijn. Indien de notificatie buiten de termijn van twaalf

werkdagen werd verzonden dient de notaris hier geen rekening mee te houden. Ook hier is het

toch aan de notaris om de ontvanger op de hoogte te brengen van deze laattijdigheid, zodat hij

daarmee rekening kan houden en zodat hij eventueel andere invorderingsmaatregelen kan

nemen.158

                                                                                                                         

154 C. BUYSSE, “Notificatie na overlijden: levensverzekeringen (soms) buiten schot”, Fiscoloog 2012, 2. 155 M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M. 2013, afl. 2, 38. 156 C. BUYSSE, “Notificatie na overlijden: levensverzekeringen (soms) buiten schot”, Fiscoloog 2012, afl. 1306, 1. 157 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 27. 158 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 449.

Page 50: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  40

93. In tegenstelling tot de notificatie bij vervreemding/hypothecaire aanwending zullen we

zien dat de notificatie hier niet geldt als derdenbeslag of verzet op de prijs. Bijgevolg zal ze in

geval van laattijdigheid ook niet gelden als buitengerechtelijk verzet. C. URGENTIEVEREISTE 94. Ten aanzien van de directe belastingen is een van de opvallendste verschillen met het notificatiemechanisme bij vervreemding of hypothecaire aanwending dat de wetgever niet langer vereist dat het “belang van de schatkist” de notificatie moet rechtvaardigen. Op die

manier wordt duidelijk gemaakt dat het hier niet zozeer om een bewarende maatregel gaat maar eerder om een eenvoudige fiscale afrekening naar aanleiding van het overlijden.159 Een bepaalde mate van urgentie is met andere woorden niet vereist, de schatkist moet niet in

gevaar zijn wanneer de Ontvanger beslist om te notificeren. Zelfs voor de kleinste nalatenschappen kan de Ontvanger een kennisgeving sturen. Dit wordt duidelijk vorm gegeven door het weglaten van een minimumdrempel die de kennisgeving door de notaris in bepaalde mate zou beperken. Ook met het weglaten van de vereiste dat de schuld aanleiding moet geven tot een derdenbeslag of inschrijving van de wettelijke hypotheek heeft de wetgever elke mogelijke verwijzing naar hoogdringendheid willen schrappen.160

95. De urgentievereiste is in het kader van notificatie bij overlijden echter niet helemaal verdwenen; zij heeft recent zijn intrede gedaan samen met de invoering van de VCF. Daarin wordt bepaald dat de fiscus ook de (Vlaamse) belastingen waarvoor de betalingstermijn nog niet is verstreken kan opnemen in zijn bericht aan de notaris indien de rechten van het

Vlaamse Gewest in gevaar verkeren.161

                                                                                                                         

159 M. DELANOTE, “Fiscus kan vlotter invorderen”, Fisc.Act. 2012, afl. 15, 6. 160 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 9; P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 448. 161 Ontwerp van decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, Parl.St., Vl.Parl. 2014-2015, Stuk 114, 47.

Page 51: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  41

HOOFDSTUK 4. GEVOLGEN VAN DE NOTIFICATIE A. BESLAG ONDER DERDEN 97. Zoals we eerder zagen geldt de kennisgeving van de Ontvanger bij vervreemding/hypothecaire aanwending van een onroerend goed als beslag onder derden in handen van de notaris op de bedragen en waarden die hij ten gevolge van de akte onder zich

houdt (infra randnr. 50). 98. De fiscale notificatie vanwege de ontvanger geldt daarentegen niet als beslag onder

derden. Op het ogenblik van het opstellen van het attest of de akte van erfopvolging heeft de notaris immers (in principe) nog geen gelden op zijn kantoorrekening staan, in tegenstelling tot wat het geval is bij het voorgaande notificatiemechanisme.162 99. Indien men wel een derdenbeslag zou koppelen aan de notificatie zou dit ook tot heel wat problemen kunnen leiden bij de vereffening van de nalatenschap, aangezien zo’n derdenbeslag leidt tot de onbeschikbaarheid van de totaliteit van de schuldvordering.163 B. AFGIFTEVERBOD

100. Blokkering. De notificatie geeft aanleiding tot een verbod tot vrijgave van de tegoeden

van de overledene. De fondsen worden bijgevolg geblokkeerd bij de houder van de fondsen (wat in de meeste gevallen de bank zal zijn). De blokkering leidt niet tot een afgifte van de fondsen in handen van de fiscus. De fiscus kan eventueel wel derdenbeslag leggen in handen van diegene die de fondsen onder zich houdt.164 In principe kunnen de fondsen pas worden vrijgegeven wanneer alle genotifieerde schulden betaald zijn. Het is daarnaast (theoretisch gezien) ook mogelijk de genotifieerde schulden te betalen met de tegoeden van de nalatenschap. In de praktijk wordt echter duidelijk dat deze tweede mogelijkheid niet altijd zo eenvoudig kan worden toegepast. Het komt voor dat –

indien de belastingschuldige erfgenaam zijn deel in het tegoed van de spaarrekening wil laten storten naar de belastingontvanger – de financiële instelling daarvoor een handlichting eist van de Ontvanger. Voor deze handlichting is het echter vereist dat de belastingschuldige

                                                                                                                         

162 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 34; CAEYMAEX, P., VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.NOT. 2013, afl. 9, 450. 163 CAEYMAEX, P., VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.NOT. 2013, afl. 9, 450. 164 M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M 2013, afl. 2, 40;

Page 52: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  42

erfgenaam zijn schuld vooraf vereffend, wat hij in de eerste plaats al niet kon. Ondertussen

wachten ook de andere erfgenamen op hun geld.165 101. Individuele attesten? Wanneer er belastingschulden blijken te zijn, worden alle fondsen geblokkeerd, ook in hoofde van de erfgenamen die geen fiscale (of sociale) schulden hebben.166 Tot op de dag van vandaag kunnen geen individuele attesten worden afgeleverd aan de erfgenamen die wel reeds hun belastingschulden betaalden. De wet biedt wel de mogelijkheid aan de individuele erfgenaam om vrijgave te vragen van de hem toekomende tegoeden, op voorwaarde dat hij zijn aandeel in de fiscale schuld van de nalatenschap heeft voldaan. Ook op dit vlak treden in praktijk moeilijkheden op; zo is het mogelijk dat de financiële instelling

aanbrengt dat zij geen zicht hebben op het totale vermogen van de overledene en de verdeling van de tegoeden in globo en dat zij bijgevolg het aandeel van elke erfgenaam niet kunnen bepalen.167 102. Uitzondering op het afgifteverbod. Alhoewel dit niet (meer) uitdrukkelijk in de wet is opgenomen, kan de overlevende echtgenoot nog steeds een bedrag van €5.000 opnemen, zonder attest. Dit wordt uitdrukkelijk in de FAQ bevestigd.168 Daarnaast wordt in de FAQ (meer bepaald in FAQ nr. 3) ook aangegeven dat het mogelijk is om bepaalde ‘gewone schulden’ te betalen voordat de tegoeden worden gedeblokkeerd. Het betreft de bevoorrechte schulden bedoeld in artikel 19, lid 1, 2° en 3° van de Hypotheekwet

en de courante kosten met betrekking tot de laatste woonplaats van de overledene (zoals de facturen voor water, elektriciteit, gas, stookolie, brandverzekering, huur,…).169  

                                                                                                                         

165 H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 35; M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M 2013, afl. 2, 40; J. DECUYPER, “Vrijmaking van banktegoeden na overlijden van de rekeninghouder. Problemen nog altijd niet opgelost”, Notariaat 2014, afl. 1, 6. 166 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 11. 167 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 11; J. DECUYPER, “Vrijmaking van banktegoeden na overlijden van de rekeninghouder. Problemen nog altijd niet opgelost”, Notariaat 2014, afl. 1, 6. 168 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 11 – 12; H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 43. 169 M. DELANOTE, “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 11 – 12; H. PELGROMS, “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 42; P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 432-464.

Page 53: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  43

C. WETTELIJKE HYPOTHEEK 103. Specifiek inzake de invordering van successierechten kan de fiscus nog steeds beschikken over het voordeel van de ‘occulte hypotheek’. Gelet op de specifieke kenmerken van de erfbelasting, werd het namelijk aangewezen geacht "de zekerheid, geboden door deze bijzondere wettelijke hypotheek, te behouden".170 Gedurende een periode van 18 maanden, te rekenen vanaf het overlijden, beschikt de (Vlaams) overheid bijgevolg over de mogelijkheid om een hypothecaire inschrijving te nemen die steeds rang zal nemen op datum van

overlijden.171 Met betrekking tot de andere belastingschulden (of inzake de successierechten, wanneer de termijn van 18 maanden is overschreden) kan nog steeds de inschrijving van de wettelijke hypotheek gevorderd worden, maar deze zal slechts rang nemen vanaf de dag van de inschrijving.172

 

                                                                                                                         

170 MvT bij het Ontwerp van decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, Parl. St. Vl. Parl. 2014-2015, stuk 114-1, p. 43 171 J. BYTTEBIER en A.L. VERBEKE, “Onroerende en hypothecaire publiciteit organisatie en tegenwerpelijkheid”, R.W. 1997, nr 33, 1114; J. DECUYPER en RUYSSEVELDT, “[Rechten van successie en van overgang bij overlijden - Inning en vordering in het Vlaamse Gewest] Invordering” in J. DECUYPER en J. RUYSSEVELDT, J., Successierechten 2015, Mechelen, Kluwer, 1888; M. DELANOTE, “De successierechten in een nieuw Vlaams kleedje: een overzicht van de nieuwe fisale procedure.” In A. WYLLEMAN (Ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat deel 26, Brugge, die Keure, 2015, 28-29. 172 Voor de directe belastingen: Art. 426 WIB 1992 Voor de Vlaamse belastingen: Art. 3.10.5.3.2. VCF

Page 54: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  44

 

Page 55: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  45

DEEL III. AANSPRAKELIJKHEID VAN DE NOTARIS

HOOFDSTUK 1. DE AANSPRAKELIJKHEID ALS DERDE-BESLAGENE 104. Zoals meermaals herhaald geldt de notificatie in het kader van een vervreemding of hypothecaire aanwending als (vereenvoudigd) beslag onder derden in handen van de notaris. Vanaf de notificatie kan de notaris niet meer bevrijdend betalen aan de vervreemder of hypotheeksteller. De notaris kan bijgevolg aansprakelijkheid oplopen indien hij na een

notificatie toch de sommen of waarden onderworpen aan het beslag onder derden aan de belastingschuldige uitbetaalt. 173 105. De sanctie is in principe dat de derde-beslagene als gewoon schuldenaar kan worden verklaard voor de oorzaken van het beslag.174 Deze aansprakelijkheid wordt echter beperkt door een specifieke wettelijke bepaling (artikel 437 WIB 1992) tot de waarde van het vervreemde goed of het bedrag van de hypothecaire inschrijving.175

HOOFDSTUK 2. DE SPECIFIEK FISCALE AANSPRAKELIJKHEID A. BIJ VERVREEMDING OF HYPOTHECAIRE AANWENDING 106. De notaris kan in het kader van de fiscale notificatie ook een specifieke fiscale aansprakelijkheid oplopen. Deze aansprakelijkheid ten aanzien van de schatkist komt in het gedrang in een aantal onderscheiden gevallen. In een eerste geval kan de notaris aansprakelijk worden gesteld wanneer hij nalaat de bevoegde ontvangers van belastingen in kennis te stellen van de ter verlijden akte van vervreemding of hypotheekvestiging. Een tweede geval

heeft betrekking op het feit dat de notaris diezelfde ontvangers niet of niet tijdig op de hoogte brengt van het feit dat er geen of onvoldoende gelden beschikbaar zijn om alle belastingschulden te voldoen (de notaris laat met andere woorden na om een tweede kennisgeving te doen).176

                                                                                                                         

173 E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 197; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 245 – 249; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 584; F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 573. 174 Artikel 1451 Ger.W. 175 E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 197; F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 573. Voor de Vlaamse belastingen: Art. 3.12.1.0.5 VCF 176 E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 197; J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 245 – 249; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 584.

Page 56: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  46

107. Naast de aansprakelijkheid ten aanzien van de Schatkist, kan de notaris ook

aansprakelijkheid oplopen ten aanzien van zijn cliënten. Dit is het geval wanneer de notaris een (eerste) bericht verstuurt, terwijl hij daartoe wettelijke niet verplicht was. Indien de ontvanger vervolgens bepaalde belastingschulden notificeert en de akte om die reden niet kan worden verleden, is het mogelijk dat de notaris door zijn cliënten zal worden aangesproken.177 B. BIJ OVERLIJDEN 108. De notaris is (persoonlijk) aansprakelijk indien hij de ontvanger niet informeert dat hij

gelast is met de redactie van een akte of attest van erfopvolging. Daarnaast is ook aansprakelijk indien hij een attest van erfopvolging of een uitgifte van een akte van erfopvolging aflevert waarin onjuiste vermeldingen staan.178 C. GEMEENSCHAPPELIJKE KENMERKEN

1. VAN OPENBARE ORDE. 109. De aansprakelijkheid van de notaris is van openbare orde. Dit betekent dat de partijen hem niet van zijn aansprakelijkheid kunnen ontslaan.179

2. PERSOONLIJKE AANSPRAKELIJKHEID. 110. De notaris die zijn verplichtingen inzake de fiscale notificaties niet nakomt is

persoonlijk aansprakelijk. De fiscale kennisgeving betreft namelijk een eigen verplichting van de notaris en staat bijgevolg los van de eigenlijke belastingschuld van belastingplichtige (verkoper, ontlener, overledene, erfgenamen,…).180 Dit impliceert echter niet dat de notaris, die de wettelijke verplichtingen in verband met de fiscale notificaties niet naleeft persoonlijk belastingplichtige wordt. De aansprakelijkheid van de notaris kan met andere woorden niet gelijk worden gesteld met de derdeaansprakelijkheid voor andermans belastingschuld. In een

arrest van 13 maart 2000 bevestigde het Hof dat (inzake directe belastingen) de belastingschuldigen zich bijgevolg niet kunnen beroepen op de niet-naleving door de notaris

                                                                                                                         

177 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 249; J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR 2008, 827. 178 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 461; M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M 2013, afl. 2, 35. 179 Bij overlijden: P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 460. Bij vervreemding/hypothecaire aanwending: J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 245; H. CASMAN, “Aansprakelijkheid van de notaris bij fiscale notificatie”, T.F.R. 2016, afl. 495, 132; P. CAEYMAEX, S. CLAEYS, N. DE VUSSER, P. VAN DE VANNET, I. VANTOMME, “Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 131. 180 Bij overlijden: P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 460. Bij vervreemding/hypothecaire aanwending: J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 245.

Page 57: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  47

van de verplichtingen inzake fiscale notificatie om hun eigen belastingschuld niet te voldoen.

De aansprakelijkheid van de notaris ligt immers alleen vast tegenover de Schatkist.181

3. BEPERKTE AANSPRAKELIJKHEID 3.1 Bij vervreemding of hypothecaire aanwending

111. De (specifieke fiscale) aansprakelijkheid wordt wettelijk beperkt in de zin dat zij de

waarde van het vervreemde goed of het bedrag van de hypothecaire inschrijving (na aftrek van de sommen en waarden waarop in zijn handen beslag onder derden werd gelegd) niet te boven gaat.182

3.2 Bij overlijden

112. Indien de notaris niet overgaat tot de vereiste kennisgevingen, is zijn persoonlijke aansprakelijkheid beperkt tot de waarde van de gehele nalatenschap voor wat betreft de schulden van de overledene. Wanneer het echter om schulden van de rechtverkrijgenden gaat dan is de aansprakelijkheid van de notaris beperkt tot de tegoeden die toekomen aan die rechtverkrijgenden.183 113. Indien de notaris wel een bericht stuurde aan de bevoegde ontvanger maar er onjuiste vermeldingen in het attest of de akte van erfopvolging staan, is de aansprakelijkheid beperkt

tot het bedrag dat als gevolg van die onjuistheden niet kon worden ingevorderd.184

4. SUBSIDIAIRE AANSPRAKELIJKHEID 114. Het feit dat het om een ‘gemeenrechtelijke persoonlijke aansprakelijkheid’ van de

notaris gaat, betekent ook dat het bestuur het bewijs dient te leveren van fout, schade en oorzakelijk verband. De Belgische staat moet bijgevolg aantonen dat zij door de niet-naleving van de formaliteiten schade heeft geleden. Indien zij de belastingschulden echter langs een andere weg op de belastingschuldigen hebben kunnen verhalen, loopt de notaris geen

                                                                                                                         

181 Brussel 13 maart 2000, T.Not. 2000, 532, noot F. BOUCKAERT; J. VERSTAPPEN, “Actualiteit inzake directe belastingen” in L. WEYTS, E. GOOVAERTS, M. BOES, F. BOUCKAERT & J. BYTTEBIER, Topics notarieel recht, Leuven, Universitaire pers, 2002, 100-101; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 584; E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 197. 182 M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 584; F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 575. Voor de federale (directe) belastingen: artikel 437 WIB 1992 Voor de Vlaamse belastingen: artikel 3.12.1.0.5 VCF 183 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 462. 184 P. CAEYMAEX, I. VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 462.

Page 58: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  48

aansprakelijkheid op. Er wordt bijgevolg duidelijk de nadruk gelegd op het

‘schadevergoeding karakter’ van de aansprakelijkheid van de notaris.185 De notaris dient met andere woorden niet te betalen indien zijn schuldenaar kan betalen. Van de Belgische staat mag dan ook verwacht worden dat zij een redelijke ijver aan de dag leggen om eerst de belastingschuldige aan te spreken. De notaris geniet in zeker zin het voorrecht van uitwinning, zoals bij een borg. Wanneer hij dit voorrecht inroept, is het aan de overheid om te bewijzen dat er geen mogelijk meer bestaat tot invordering van de eigenlijke belastingschuldige, en dit sedert het ogenblik van de vergissing of nalatigheid van de

notaris.186 De situatie van de notaris is echter niet helemaal hetzelfde als die van een borg. Het is

namelijk niet zo dat de verjaring van de belastingschuld aan de zijde van de belastingschuldige tot het gevolg heeft dat de rechtsvordering tegen de notaris ook verjaard is. Het is voldoende dat het invorderingsrecht van de schatkist niet verjaard was voordat de notaris het specifieke verzuim beging. De verjaring van de belastingschuld zal echter wel aanzien kunnen worden als een grond die leidt tot (gehele of gedeeltelijke) herleiding van de vergoedbare schade.187 5. VERJARING 115. Ook de aansprakelijkheidsvordering van de Schatkist tegen de notaris is onderworpen aan een bevrijdende verjaring. 116. Vóór de invoering van artikel 2276quinquies BW was het onduidelijk onder welke verjaringstermijn de aansprakelijkheidsvordering ten aanzien van notarissen viel. Onder

andere DESTERBECK, BORGER & PEETERS gingen uit van de gemeenrechtelijke dertigjarige verjaringstermijn, gesteund op het burgerlijk of aquiliaans karakter van de fiscale aansprakelijkheid.188 Niet iedereen kon zich echter vinden in deze verjaringstermijn. Zo werd

                                                                                                                         

185 E. DIRIX, “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.), Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 197; W. DEFOOR, “Kan de notaris aansprakelijk zijn voor de betaling van de fiscale schulden van zijn cliënt?”, Notariaat 2012, afl. 2, 3; M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M 2013, afl. 2, 35; P.VAN MELKEBEKE , “Fiscale notificaties: aquiliaanse aansprakelijkheid notaris”, Notariaat 2004, 7. 186 J. VERSTAPPEN, De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 247; L. WEYTS, Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 94. 187 F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 565; M. DELANOTE, Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel, Brugge, Business & Economics, 2010, 585; M. DELANOTE, “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M 2013, afl. 2, 36. 188 F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 576; F. BORGER en H. PEETERS , “Verplichtingen en aansprakelijkheden van de notaris bij de invordering van BTW”, Not.Fisc.M. 1999, 119.

Page 59: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  49

door VAN HOUTTE gesteld dat de verjaringstermijn slechts vijf jaar bedroeg, steunend op de

specifieke verjaringstermijn inzake belastingen.189 117. Artikel 2276quinquies BW verwijst vandaag voor de beroepsaansprakelijkheid van de notaris uitdrukkelijk naar de gemeenrechtelijke verjaringstermijnen (artikel 2262bis, § 1 BW). Daarmee is echter nog niet alle verdeeldheid van de baan. De verjaringstermijn (en zijn vertrekpunt) verschillen namelijk naargelang het gaat om een contractuele, buitencontractuele (aquiliaanse) of strafrechtelijke aansprakelijkheid gaat.190 In een recent arrest van het Hof van Beroep te Antwerpen 191 werd uitspraak gedaan over de discussie of de persoonlijke

aansprakelijkheid van de notaris een contractuele dan wel een buitencontractuele aansprakelijkheid betreft. Het verschil is van belang aangezien de verjaringstermijn bij contractuele aansprakelijkheid tien jaar betreft, terwijl bij buitencontractuele aansprakelijkheid, de verjaringstermijn terug wordt gebracht op vijf jaar.192

118. In dit arrest verwijst het bestuur (in casu de stad Antwerpen) naar een arrest van het

Grondwettelijk Hof193 waarin geoordeeld werd dat er altijd wel sprake is van contractuele aansprakelijkheid, zowel wanneer de notaris een authentificatie-opdracht vervult, als wanneer hij als raadsman van zijn partijen/cliënten optreedt. Hieruit put de stad Antwerpen het argument dat hun vordering onderworpen is aan de tienjarige-verjaringstermijn. Het Hof van Cassatie volgt de redenering van het Grondwettelijk Hof en stelt dat het inderdaad zo is dat het voor de beoordeling van de fout van de notaris irrelevant is of hij een

contractuele dan wel een wettelijke verplichting had tegenover zijn cliënt; als hij binnen een contractuele relatie handelt, kan er alleen sprake zijn van een contractuele aansprakelijkheid.194 Men kan daar echter niet uit afleiden dat elke fout van de notaris altijd tot contractuele aansprakelijkheid leidt. Het sleutelwoord in voorgaande redenering is ‘cliënt’ en de contractuele relatie die de notaris met zijn cliënten heeft. Er is echter geen sprake van een contractuele aansprakelijkheid als de wet de notaris verplichtingen oplegt die de belangen van

de overheid (en niet de belangen van de particuliere cliënt) dienen, wat het geval is bij de

                                                                                                                         

189 F. DESTERBECK, “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW 1986-87, 576 (voetnoot 65); F. BORGER en H. PEETERS , “Verplichtingen en aansprakelijkheden van de notaris bij de invordering van BTW”, Not.Fisc.M. 1999, 119 (voetnoot 66); J. VAN HOUTTE, Beginselen van het Belgisch Belastingrecht - Deel 2, Gent, Story-Scientia, 1966, 609. 190 P. VAN DEN EYNDE, De Vernieuwde Notariswet, Gent, Larcier, 2005, 266 – 267. 191 Antwerpen, 1 juni 2016, T.F.R. 2016, 127 – 132, noot H. CASMAN 192 H. CASMAN, “Aansprakelijkheid van de notaris bij fiscale notificatie”, T.F.R. 2016, afl. 495, 132. 193 GwH 13 december 2012, nr. 150/2012, Not.Fisc.M. 2014, afl. 2, 37, noot H. CASMAN 194 H. CASMAN, “Aansprakelijkheid van de notaris bij fiscale notificatie”, T.F.R. 2016, afl. 495, 132.

Page 60: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  50

fiscale notificaties. Er wordt in dit geval geen contractuele band met de overheid gecreëerd,

en er kan dus geen sprake zijn van een contractuele aansprakelijkheid bij miskenning van die wettelijke verplichtingen. De vordering op grond van deze buitencontractuele aansprakelijkheid is bijgevolg een rechtsvordering die verloopt na 5 jaar (artikel 2262bis, § 1, 2e lid WIB). De verjaringstermijn loopt vanaf de dag volgend op de dag waarop de benadeelde kennis kreeg van de schade. 195

 

                                                                                                                         

195 H. CASMAN, “Aansprakelijkheid van de notaris bij fiscale notificatie”, TFR 2016, afl. 495, 132 – 133.

Page 61: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  51

BESLUIT 119. De opzet van deze masterproef was vooral om de fiscale notificatie in geval van vervreemding of hypothecaire aanwending en de fiscale notificatie in geval van overlijden

tegenover elkaar te plaatsen. Alhoewel beide notificatiemechanismen zeer gelijkend zijn op het vlak van de procedure van verwittiging door de notaris en de notificatie door de fiscus, zijn er toch een aantal cruciale verschillen te onderscheiden op het vlak van de gevolgen. Zo leidt de notificatie in het kader van een overlijden niet tot een bewarend beslag in handen van de notaris of tot verzet op de prijs. Dit is ook logisch aangezien de notaris in het geval van een

overlijden (nog) geen gelden in handen zal hebben, in tegenstelling tot wat het geval is bij de vervreemding of hypothecaire aanwending. Op die manier wordt ook duidelijk dat de notificatie bij overlijden niet zozeer een bewarende maatregel betreft maar eerder te kwalificeren is als een eenvoudige fiscale afrekening naar aanleiding van het overlijden. Het uiteindelijke resultaat is in beide regelingen wel dat de fondsen die gepaard gaan met de akte worden geblokkeerd (ofwel bij de notaris zelf in geval van vervreemding/hypothecaire

aanwending ofwel bij de bank in geval van een overlijden). Dit wordt echter op een verschillende manier bereikt. 120. De invoering van de Vlaamse Codex Fiscaliteit (VCF) heeft heel wat praktische

implicaties gehad. Zo konden we vaststellen dat de opname van het invorderingsmechanisme in de VCF een verruiming betekent ten aanzien van het aantal belastingen waarvoor de fiscus kan notificeren in geval van vervreemding of hypothecaire aanwending. De fiscale notificatie werd namelijk ingevoerd als algemeen invorderings-mechanisme van toepassing op alle – in de VCF – opgenomen belastingen. Dit heeft tot gevolg dat de (Vlaamse) overheid nu ook kan notificeren voor de (Vlaamse) registratie- en successierechten. Daarnaast konden we de

opmerkelijk vaststelling doen dat de zinsnede die de overheid verplichtte om in het kader van vervreemding/hypothecaire aanwending enkel te notificeren wanneer het belang van de Schatkist in gevaar was, is weggelaten in de VCF. De achterliggende redenering hiervan is dat, aangezien enkel reeds vervallen schulden worden genotificeerd, het belang van de schatkist in die gevallen sowieso in het gedrang is. De uitdrukkelijke vereiste is bijgevolg uit de wetgeving gehaald en sluit daardoor – mijn inziens – ook beter aan bij de praktijk, waarbij

de notificatie zelfs wordt verstuurd bij zeer kleine openstaande belastingschulden. 121. Tot op de dag van vandaag wordt nog steeds aandacht geschonken aan de aansprakelijkheid van de notaris. In het kader van de fiscale notificatie rust – naast een

eventuele aansprakelijkheid als derde-beslagene – een specifieke aansprakelijkheid op de notaris. De notaris kan in de eerste plaats natuurlijk aansprakelijkheid oplopen wanneer hij

Page 62: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  52

nalaat om de fiscale verwittigingen te doen. Daarnaast loopt de notaris ook een risico tot

aansprakelijkheid indien hij nalaat om een tweede kennisgeving te doen (in het kader van vervreemding of hypothecaire aanwending) of wanneer hij een attest van erfopvolging of een uitgifte van een akte van erfopvolging aflevert waarin onjuiste vermeldingen staan (in het kader van een overlijden). Cruciaal is dat de notaris in die gevallen wel persoonlijk aansprakelijk wordt voor de eigenlijke belastingschuld van de belastingplichtige, maar dat dit niet betekent dat de notaris zelf persoonlijk belastingplichtige wordt. Daarenboven wordt de

omvang van zijn aansprakelijkheid beperkt en loopt de notaris geen aansprakelijkheid op indien de overheid de belastingschulden langs een andere weg op de belastingschuldigen hebben kunnen verhalen (subsidiaire aansprakelijkheid). Recent werd nogmaals bevestigd dat deze specifieke fiscale aansprakelijkheid een buitencontractuele aansprakelijkheid is. Dit kan men afleiden uit het feit dat de fiscale verwittiging volgt uit een wettelijke verplichting, die louter in het belang van de overheid is opgelegd (waarmee geen contractuele relatie wordt

gecreëerd). De vordering op grond van deze buitencontractuele aansprakelijkheid is bijgevolg een rechtsvordering die verloopt na 5 jaar (artikel 2262bis, § 1, 2e lid WIB).

Page 63: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  53

BIBLIOGRAFIE RECHTSPRAAK

− Antwerpen 1 juni 2016, TFR 2016, 127 – 132, noot CASMAN, H.

− Brussel 13 maart 2000, T.Not. 2000, 532 – 543, noot BOUCKAERT, F.

− Cass. 4 mei 2000, RW 2000-2001, 1134 – 1135.

− Cass. 17 november 2006, RW 2006-2007, afl. 43, 1758 – 1759.

− Gent 23 mei 2000, Fisc.Act. 2000, afl. 24, 7.

− Gent 10 februari 2005, RW 2006-2007, 230 – 232.

− GwH 13 december 2012, Not.Fisc.M. 2014, afl. 2, 37 – 40, noot CASMAN, H.

− Luik 5 februari 1993, Not. Fisc. M. 1993, 275, noot VANDENBERGHE, G.

− Rb. Mechelen 10 februari 2009, T.Not. 2009, afl. 11, 627 – 632, noot DE WULF, C.

RECHTSLEER − BORGER F. en PEETERS, H., “Verplichtingen en aansprakelijkheden van de notaris bij de

invordering van BTW”, Not.Fisc.M. 1999, 112 – 120.

− BROECKX, K., “Derdenbeslag: de plichten van de notaris als derde-beslagene”

Rechtskroniek Voor Het Notariaat: Deel 4., Brugge, Die Keure, 2004, 29 – 49.

− BUYSSE, C., “Notificatie na overlijden: levensverzekeringen (soms) buiten schot”,

Fiscoloog 2012, afl. 1306, 1 – 5.

− BYTTEBIER, J. en VERBEKE, A.L., “Onroerende en hypothecaire publiciteit organisatie en

tegenwerpelijkheid”, RW 1997, nr. 33, 1099 – 1127.

− BYTTEBIER, K., Voorrechten en hypotheken in hoofdlijnen, Antwerpen, Maklu, 2005, 787

p.

− CAEYMAEX, P., CLAEYS, S., DE VUSSER, N., VAN DE VANNET, P. en VANTOMME, I.,

“Leidraad inzake formaliteiten bij overdracht van vastgoed over de drie gewesten. De

notariële tabel van Mendeljev” Not.Fisc.M. 2013, afl. 5, 126 – 153.

− CAEYMAEX, P., VANTOMME, I. en VAN MELKEBEKE, P., “Fiscale en sociale notificaties bij

overlijden. Dood en belastingen: twee zekerheden komen samen”, T.Not. 2013, afl. 9, 432

– 465.

− CASMAN, H., “Aansprakelijkheid van de notaris bij fiscale notificatie”, T.F.R. 2016, afl.

495, 132 – 134.

− DE BACKER, V. en JACOBS, H., “Is een actualisering van het WIPR aangewezen? Capita

selecta inzake familierecht en erfrecht” T.Fam. 2015, afl. 2 – 3, 98 – 104.

Page 64: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  54

− DECUYPER, J. en RUYSSEVELDT, J., “[Rechten van successie en van overgang bij

overlijden - Inning en vordering in het Vlaamse Gewest] Invordering” in DECUYPER, J. en

RUYSSEVELDT, J., Successierechten 2015, Mechelen, Kluwer, 1870 – 1894.

− DECUYPER, J. en RUYSSEVELDT, J., “[Rechten van successie en van overgang bij

overlijden - Inning en vordering in het Vlaamse Gewest] Verplichtingen van derden” in

DECUYPER, J. en RUYSSEVELDT, J., Successierechten 2015, Mechelen, Kluwer, 1894 –

1899.

− DECUYPER, J., “Vrijmaking van banktegoeden na overlijden van de rekeninghouder.

Problemen nog altijd niet opgelost”, Notariaat 2014, afl. 1, 6 – 8.

− DE WULF, C., “Notariële verplichtingen en de grens tussen overdragende en declaratieve

akten” T.Not 2009, afl. 1, 2 – 17.

− DEFOOR, W., “Kan de notaris aansprakelijk zijn voor de betaling van de fiscale schulden

van zijn cliënt?”, Notariaat 2012, afl. 2, 1-5.

− DEFOOR, W., “Notaris kan ook verplicht worden tot fiscale notificatie bij verlijden van

akte van afstand”, Notariaat 2009, 1 – 4.

− DELANOTE, M., “[Invordering] Notificatieplicht bij overlijden: de weg naar de hel is

geplaveid met goede voornemens”, Fisc.Act. 2013, afl. 2, 4 – 12.

− DELANOTE, M., “[Programmawet] Fiscus kan gemakkelijker invorderen”, Fisc.Act. 2012,

afl. 6, 7 – 10.

− DELANOTE, M. “De successierechten in een nieuw Vlaams kleedje: een overzicht van de

nieuwe fiscale procedure.” In WYLLEMAN, A. (Ed.), Rechtskroniek voor het Notariaat

deel 26, Brugge, die Keure, 2015. 37– 82.

− DELANOTE, M., “Fiscus kan vlotter invorderen”, Fisc.Act. 2012, afl. 15, 5 – 6.

− DELANOTE, M., “Notificatieverplichtingen bij overlijden”, Not.Fisc.M. 2013, afl. 2, 30 –

41.

− DELANOTE, M., Schuld en Executie: een onderzoek naar de reikwijdte van de fiscale titel,

Brugge, Business & Economics, 2010, 785 p.

− DENOTTE, T. en MARROYEN, L., “Fiscale notificaties: een rollenspel!”, Notariaat 2003,

afl. 7, 1 – 5.

− DESTERBECK, F., “De notaris en de invordering van directe belastingen en BTW”, RW

1986-87, 561 – 576.

− DIRIX, E., “Het vereenvoudigd fiscaal derdenbeslag” in E. DIRIX en P. TAELMAN (eds.),

Fiscaal executierecht, Antwerpen, Intersentia, 2003, 181 – 203.

Page 65: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  55

− EEMAN, R., “Hypothecair mandaat. Fiscale notificatie”, T.Not. 1990, 171 – 175.

− ENGELS, C., “Een rangregeling in de rangregeling”, Not.Fisc.M. 2007, afl. 4, 97 – 103.

− ENGELS, C., “WIB, WBTW, RSZ en rangregeling” in X (ed.), Van alle markten. Liber

amicorum Eddy Wymeersch, Antwerpen, Intersentia, 2008, 429 – 445.

− GOOSSENS, E. en VERBEKE, A.-L., “De Europese erfrechtverordening”, in VAN CALSTER,

G. (et al.), Internationaal Privaatrecht, Brugge, Die Keure, 2012, 105 – 135.

− GOOSSENS, E., “De materieelrechtelijke implicaties van de Europese Erfrecht-

verordening”, TEP 2015, afl. 3, 288 – 307.

− JANSEN R. en MICHIELSENS A., Notarieel Executierecht, Mortsel, Intersentia, 2010, 317 p.

− JANSEN R. en STORME M.E., “Zakenrechtelijke perikelen bij de verkoop van een aandeel

in mede-eigendom: Molenaers revisited” (noot onder Cass. 22 december 2006), TBBR

2007, 373 – 388.

− KNOT, J.G., Internationale Boedelafwikkeling: over het toepasselijke recht op de

afwikkeling van nalatenschappen, Deventer, Kluwer, 2008, 259 p.

− MICHIELS, D., “De fiscus en de rangregeling”, RW 2006-07, afl. 43, 1759 – 1764.

− MICHIELS, D. “Fiscale & sociale kennisgevingen na overlijden”, TEP 2013, 15 – 32.

− PEETERS, B. en SMET, R., “De Vlaamse registratie- en erfbelasting: overzicht van de

ontwikkelingen sinds 1 januari 2015”, AFT 2015, afl. 12, 4 – 51.

− PELGROMS, H., “Fiscale en sociale notificaties bij akte of attest van erfopvolging: enkele

aandachtspunten en concrete vragen”, TEP 2013, afl. 2, 21 – 44.

− PELGROMS, H., “Fiscale en sociale notificaties: overzichtstabel van de verschillende

wetgevingen en de verschillende spelregels”, Notarius 2010, afl. 2, 33 – 36.

− STORME M. en DE KEYSER, L., Notarieel executierecht, Acco, 2014, 280 p.

− VAN BOXSTAEL, K., “[Vlaamse Codex Fiscaliteit] De “nieuwe” Vlaamse erfbelasting:

aandachtpunten voor het notariaat”, Notariaat 2015, afl. 2, 1 – 9.

− VAN DEN EYNDE, P., De Vernieuwde Notariswet, Gent, Larcier, 2005, 849 p.

− VAN DOORSLAER DE TEN RYEN, A., “De fiscale notificatie in het kader van het onroerend

beslag”, Notariaat 2012, afl. 16, 1 – 4.

− VAN HERSTRAETEN O., KIERSZENBAUM, S., DUMONT, T., “W.I.B. 1992 art. 433” in X

(ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2010), 1 – 8.

Page 66: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  56

− VAN HERSTRAETEN O., KIERSZENBAUM, S., DUMONT, T., “W.I.B. 1992 art. 434” in X

(ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2010), 1 – 6.

− VAN HERSTRAETEN O., KIERSZENBAUM, S., DUMONT, T., “W.I.B. 1992 art. 435” in X

(ed.), Voorrechten en hypotheken. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van

rechtspraak en rechtsleer, Antwerpen, Kluwer, 1997 (2010), 1 – 9.

− VAN HOUTTE, J., Beginselen van het Belgisch Belastingrecht - Deel 2, Gent, Story-

Scientia, 1966, 609.

− VAN MELKEBEKE, P. “Fiscale notificaties: aquiliaanse aansprakelijkheid notaris”,

Notariaat 2004, 6 – 8.

− VANDENBERGHE, G., “Fiscale notificatie bij aankoop met hypothecaire lening?”, Not.

Fisc. M. 1993, 279 – 284.

− VANDYCK, D., “Het declaratief karakter van de verdeling van naderbij bekeken” Notamus

2012, afl. 1, 34 – 39.

− VERMANDER, I., “De elektronische fiscale berichten”, NNK 2009, afl. 2, 48 – 50.

− VERSTAPPEN, J., “Actualiteit inzake directe belastingen” in WEYTS, L., GOOVAERTS, E.,

BOES, M., BOUCKAERT, F., & BYTTEBIER, J., Topics Notarieel Recht, Leuven,

Universitaire pers, 2002, 95 – 118.

− VERSTAPPEN, J., “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van

afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder Antwerpen 19 juni 2007), TFR

2008, 826 – 828.

− VERSTAPPEN, J., De fiscale rol van de notaris: agent van de fiscus versus raadsman van

zijn cliënten, Gent, Larcier, 2007, 730 p.

− WEYTS, L. en VERBEKE, A., Notariële facetten van het contractenrecht, Leuven,

Universitaire pers, 2004, 332 p.

− WEYTS, L., “De fiscale notificatie inzake directe belastingen (art. 324 W.I.B.) en het

notariaat”, T.Not. 1977, 161 – 177.

− WEYTS, L. Notarieel Fiscaal Recht, Leuven, Acco, 1995, 98 p.

− WEYTS, L., Notarieel Fiscaal Recht. 1: De registratie van notariële akten en hun

gevolgen op fiscaal vlak, 5e voll. herw. uitg. Mechelen, Kluwer, 2011, 622 p.

− X., “Belastingschulden bij overlijden”, NJW 2012, nr. 267, 537.

− X., “Nieuwe notificatieprocedure voor openstaande belastingschulden bij overlijden”,

Notariaat 2012, afl. 8, 7 – 8.

Page 67: De fiscale notificatie LAATSTE VERSIE...2 J. VERSTAPPEN, “Fiscale verwittigingen door de notaris en actio pauliana in geval van afstand van onverdeelde gerechtigdheden”(noot onder

  57

ANDERE − Decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december 2013, B.S. 13

januari 2015.

− FAQ (Frequently Asked Questions): Akte/Attest van erfopvolging,

http://www.minfin.fgov.be/portail2/downloads/current/FAQ-attest-erfopvolging-

certificat-heredite.pdf

− Ontwerp van decreet houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit, Parl.St., Vl.Parl. 2013-

2014, nr. 2210.

− Ontwerp van decreet tot wijziging van de Vlaamse Codex Fiscaliteit van 13 december

2013, Parl.St., Vl.Parl. 2014-2015, nr. 114.

− Verslag aan de koning bij KB 27 februari 2007 houdende de ontwikkeling van het

elektronisch systeem van notificaties tussen de federale overheidsdienst Financiën en

sommige ministeriële officieren, openbare ambtenaren en andere personen, B.S. 28

februari 2007.