de elektricien • de gebruiker - BECKER-Antriebe › fileadmin › user...Het is mogelijk om de...

16
Becker-Antriebe GmbH 35764 Sinn/Germany www.becker-antriebe.com A100 Montage- en gebruiksaanwijzing Sectionaalpoortaandrijvingen Belangrijke informatie voor: de monteur • de elektricien • de gebruiker Aan de betreffende personen doorgeven! De gebruiker dient deze originele gebruiksaanwijzing te bewaren. nl

Transcript of de elektricien • de gebruiker - BECKER-Antriebe › fileadmin › user...Het is mogelijk om de...

  • Becker-Antriebe GmbH35764 Sinn/Germanywww.becker-antriebe.com

    A100

    Montage- en gebruiksaanwijzing SectionaalpoortaandrijvingenBelangrijke informatie voor:

    • de monteur

    • de elektricien

    • de gebruiker

    Aan de betreffende personen doorgeven!

    De gebruiker dient deze originele gebruiksaanwijzing te bewaren.

    nl

  • 2

    Montage- en gebruiksaanwijzing

    InhoudsopgaveInleiding ..................................................................................................................................................................... 2Garantieverlening ........................................................................................................................................................ 2Doelmatig gebruik ....................................................................................................................................................... 2Veiligheidsaanwijzingen ............................................................................................................................................... 3Productoverzicht en afmetingen ................................................................................................................................... 4Montage .................................................................................................................................................................... 4Noodhandbediening ................................................................................................................................................... 5Spanningsomschakeling ............................................................................................................................................. 7Elektrische aansluiting op de besturing en aansluitschema ............................................................................................. 8Controle van de looprichting ........................................................................................................................................ 9Eindposities van de poort instellen ................................................................................................................................ 9Onderhoud ............................................................................................................................................................... 10Technische gegevens .................................................................................................................................................11Inbouwverklaring ...................................................................................................................................................... 12

    Inleiding

    GarantieverleningConstructieve wijzigingen en ondeskundige installatie die in strijd zijn met deze gebruiksaanwijzing en andere instructies on-zerzijds, kunnen leiden tot ernstig lichamelijk letsel van de gebruiker en kunnen een ernstig risico vormen voor diens gezond-heid, zoals kneuzingen. Constructieve wijzigingen mogen derhalve uitsluitend na overleg met ons en met onze toestemming plaatsvinden, waarbij onze instructies en vooral de instructies in de voorliggende montage- en gebruiksaanwijzing beslist in acht moeten worden genomen.Afwijkend gebruik, toepassingen en/of verwerking van de producten die in strijd is met het bedoelde gebruik, is niet toege-staan. De fabrikant van het eindproduct en de installateur dienen erop te letten dat bij gebruik van onze producten aan alle noodza-kelijke wettelijke en officiële voorschriften aandacht wordt besteed en dat deze worden opgevolgd. Dit betreft de fabricage van het eindproduct, de installatie en het advies aan de klant en geldt vooral voor de daarop betrekking hebbende actuele EMC-voorschriften.

    De aandrijving A100 is een kwaliteitsproduct met talrijke goede eigenschappen en voordelen.Volg bij de installatie en de instelling van de motor de instructies in deze montage- en gebruiksaanwijzing op.

    Doelmatig gebruikDe opsteekaandrijving A100 is uitsluitend bedoeld voor gebruik binnenshuis voor het aandrijven van sectionaalpoorten waarvan het eigen gewicht is gecompenseerd door veren of contragewicht, alsmede voor speciale toepassingen (na vrijgave door de firma Becker-Antriebe GmbH). De opsteekaandrijving mag niet worden gebruikt op plaatsen waar ontploffingsgevaar heerst. Voor gebruik buiten zijn aparte aansluitkabels noodzakelijk resp. bij PVC-aansluitkabels moeten deze in een doorvo-ermantel worden gelegd. Ander of verdergaand gebruik is in strijd met het bedoelde gebruik.Een andere toepassing (bijv. rol- of hefpoorten, hefinrichtingen, schermen, wikkelinstallaties), ander gebruik of wijzigingen zijn om veiligheidsredenen ter bescherming van de gebruiker en van derden niet toegestaan, aangezien deze afbreuk kunnen doen aan de veiligheid van de installatie en er daardoor gevaar bestaat voor personen en goederen. Voor schade die in deze gevallen ontstaat, kan Becker-Antriebe GmbH niet aansprakelijk gesteld worden. Neem bij het gebruik van de installatie of bij reparatie de aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing in acht. Bij ondeskundig handelen kan Becker-Antriebe GmbH niet aansprakelijk gesteld worden voor daardoor veroorzaakte schade.

  • 3

    VeiligheidsaanwijzingenDe volgende veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen dienen voor het afwenden van gevaren en voor het voorkomen van lichamelijke letsels en materiële schade. Bewaar deze gebruiksaanwijzing goed.

    Voorzichtig

    Aanwijzing

    Opgelet

    Duidt op een mogelijke gevaarlijke situatie. Indien ze niet vermeden wordt, kan ze verwondingen tot gevolg hebben.

    Duidt op een mogelijke gevaarlijke situatie. Indien ze niet vermeden wordt, kan het product of iets in zijn omgeving beschadigd worden.

    Duidt op gebruikstips en andere nuttige informatie.

    Belangrijke veiligheidsaanwijzingen.Voorzichtig! Niet naleven kan tot ernstige verwondingen leiden.Neem de veiligheidsaanwijzingen van EN 12453, EN 12445 en BGR 232 in acht.

    • Enkeleenerkendeelektricienmagwerkzaamhedenaandeelektrischeinstallatie,deelektrischeofelektroni-sche installaties en apparaten uitvoeren.

    • Enkeleengeschooldeenerkendevakmanmagdemontageuitvoeren.• Vóórdeeersteingebruiknamemoetdooreenvakmanwordengecontroleerdofdepoortinstallatiecorrectwerd

    uitgevoerd en geen mankementen vertoont.• Schakeldeinstallatievollediguitenscheiddezevanhetstroomnetalseronderhouds-enreinigingswerkzaam-

    hedenwordenuitgevoerdaandeinstallatiezelfofindeonmiddellijkenabijheid.• Degeldendeongevallenpreventievoorschriftenmoetenwordennageleefd.Bijdemontagevandeaandrijving

    moet geschikte beschermende kleding worden gedragen.• Bijdewerkingvanelektrischeofelektronischeinstallatiesenapparatenstaanbepaaldebouwelementenonder

    gevaarlijkeelektrischespanning.Bijnietgekwalificeerdingrijpenofveronachtzamingvandewaarschuwingenkunnenlichamelijkeletselsofmateriëleschadeontstaan.

    • Allegeldendenormenenvoorschriftenvoordeelektrischeinstallatiemoetengerespecteerdworden.• Alleenreserveonderdelen,gereedschappenenextrainrichtingendiedoordefabrikantvandeaandrijvinggo-

    edgekeurd zijn, mogen gebruikt worden.• Doorhetgebruikvannietgoedgekeurdeproductenvanderdenofdoorwijzigingenaaninstallatieentoebeho-

    renwordtdeveiligheidvanuzelfendievanandereningevaargebracht.Daaromishetgebruikvannietgoed-gekeurdeproductenvanderdenofeennietmetonsafgestemdeennietdooronsgoedgekeurdewijzigingniettoegestaan. Voor schade die hierdoor ontstaat, kunnen wij niet aansprakelijk worden gesteld.

    • Deindetechnischegegevensaangegevengrenswaardenmogennietwordenoverschreden.• Alsdeaandrijvingopeenhoogtevanminderdan2,50mwordtgemonteerd,moetdeaandrijvingwordenvoor-

    zienvaneenafdekking.Deredenhiervoorisdataanrakingvandemotorkanleidentotverbrandingen.• Ermoetvoorwordengezorgddatzichtussenaandrijvingenbrandbarematerialenvoldoendeveiligheidsafs-

    tand bevindt.• Bijgeopendeveiligheidsschakelaarsmoetdegebruiktebesturingdeaandrijvinguitschakelen: • bijA100zijndatdeveiligheidsschakelaarsS1F,S2F,S3F,S4F• Depoortvleugelsmoetenmiddelsvasteaanslagenzijnbeveiligdtegenabusievelijkverlatenvandegeleidingen.• Depoortinstallatiemoetwordenbeveiligdtegenomlaagvallen.

    • Bijaandrijvingenvoortoepassingbijeensectionaalpoortofeenindirectaangedrevenpoortinstallatie,moetdoordeopdrachtgever(terplaatse)wordengezorgdvooreengeschikteinrichtingofvoorziening(externevanginrichting,afrolbeveiliging)dieopveiligewijzeverhindertdatdevleugelsofdepoortomlaagvalt,wan-neerdedraagmiddelen(bijv.kabelsofkettingen)dienstweigeren.

    • BijaandrijvingenmetLichteKetting-LKofHandkruk-HKmoeteropwordengeletdatbijveerbreukofweige-ren van de gewichtcompensatie het op de aandrijving werkende moment geringer is dan het in de technische gegevens aangegeven statische houdmoment.

    Als dit niet het geval is, dan moet bij gebruik van deze aandrijvingen het omlaag vallen van de poort worden verhinderddoormontagevaneenveerbreukbeveiligingofvalbeveiliging.

  • 4

    Montage- en gebruiksaanwijzing

    Aandrijvingenmethandkruk-HK

    Gatpatroon

    AandrijvingenmetLichteKetting-LK

    Productoverzichtenafmetingen

    VoorzichtigTijdensdemontagevandeaandrijvingmoettoegangtotdegevarenzonewordenverhinderd,bijv.dooraf-zetting.Deaandrijvingmoetopeenconsoleofdraaimomentsteun,overeenkomstighetvermogenvandeaandrijving,met voldoende stevige trillingsdemping (bij indirect aangedreven poortinstallaties niet met trillingsdemping), vakkundig worden gemonteerd.Bij direct aangedreven poortinstallaties dient men de motor met 4 M8 (8.8) schroeven en trillingsgedempt te monteren.Bij indirect aangedreven poortinstallaties dient men de motor aan beide zijden met 4 M8 (8.8) schroeven en niettrillingsgedempttemonteren.Demaximaleafstandtussendemotorentandwielmagnietmeerals50mm zijn.Hetaantrekmomentvandebevestigingsschroevendientbijeenschroefdieptevan10mmminimaal20Nmtezijn, maar mag zeker niet meer zijn als 25 Nm.Indienhieropnietwordtgelet,kanhetproductofietsinzijnomgevingbeschadigdworden.Bijdezeaandrij-vingen mag alleen de meegeleverde inlegspie worden gebruikt. Nadat de aandrijving is bevestigd, moet de inlegspie met de meegeleverde schroeven worden geborgd tegen verschuiven.

    Montage

    6,35 JS9 M 8 (10 tief)

    27,6

    Ø 25,4

    Ø 8

    5

    Alle afmetingen in mm.

  • 5

    Het gebruik van de noodhandbediening is alleen voorzien voor de ingebruikname van de aandrijving, onderhoudswerkzaam-heden en een noodbediening voor openen en sluiten van de poort bij kortstondige stroomuitval. De noodhandbediening is uitsluitend bestemd voor handmatige bediening.

    OpgeletVoordat de noodhandbediening wordt gebruikt, moet de poortinstallatie worden losgekoppeld van het stroomnet.Denoodhandbediening(HK)magalleenbijstilstaandemotormetbehulpvanhandkrukenalleendoordeservicemonteurofgeïnstrueerdpersoneelwordengebruikt.De noodhandbediening is niet bestemd voor langer gebruik (bijv. van ingebruikname van de aandrijving tot de permanente stroomvoorziening).Bij poorten met gewichtcompensatie moet deze zodanig worden ingesteld dat de poort in elke stand voll-edig gecompenseerd is. Een slechte compensatie verhoogt de handkrachten en verkort de levensduur van het noodhandbedieningsmechanisme.

    AanwijzingDe poort mag niet over de eindposities heen worden bewogen, omdat anders een veiligheidsschakelaar (S1F/S2F) wordt bereikt. Een elektrische bediening van de poortinstallatie is dan pas weer mogelijk,wanneerm.b.v.denoodhandbedieningwordt“weggereden”vandeveiligheidsschakelaar(S1F/S2F).

    Voor de noodhandbediening zijn 2 verschillende systemen beschikbaar:• Handkruk – HK• Lichte Ketting – LK

    AanwijzingVoordedesbetreffendenoodhandbedieningmoeteendienovereenkomstiginformatiebordje(conformEN60335-2-103) permanent in de nabijheid van zijn bedieningselement worden aangebracht. Hieropstaat beschreven hoe deze moet worden bediend.Voorbeeldenvoorditinformatiebordjevindtuopinternetopwww.becker-antriebe.com.

    Inlegspie voor 1" buisas Inlegspie voor 1" massieve as

    Noodhandbediening

    Na de montage van de sectionaalpoort en gewichtcompensatie volgens de voorschriften moet de poort in elke stand gecompen-seerd zijn. De correcte gewichtcompensatie wordt door openen en sluiten van de poort met de hand gecontroleerd.Bij de montage van de aandrijving moet erop worden gelet dat de aandrijving wordt beschermd tegen verontreiniging (bijv. boors-tof).Voordat de sectionaalpoortaandrijving op de poortbuis wordt gestoken, moet deze in het bereik van de aandrijving worden ingevet.

  • 6

    Montage- en gebruiksaanwijzing

    Handkruk–HKVerwijder eerst het afsluitdeksel. Voor noodhandbediening wordt de hand-kruk op de motorbuis gestoken. Onder lichte druk (1) en door voorzichtig draaien (2) moet eerst de handkruk op de motorbuis vastklikken, zodat een correcte bediening van de noodhand-bediening door de handkruk mogelijk is.De poort kan daarna met de handkruk door draaien onder lichte druk worden geopend of gesloten.Om de elektrische bediening van de poortinstallatie tijdens de noodhandbe-diening te verhinderen, wordt de veiligheidsschakelaar S3F geopend doordat de handkruk erop wordt gestoken.

    VoorzichtigNa de bediening moet de handkruk weer helemaal worden verwijderd, anders kunnen lichamelijk letsel en materiëleschade het gevolg zijn.

    OpgeletNadatdehandkrukerafisgetrokken,moethetafsluitdekselweer worden aangebracht zodat de beschermklasse van de aandrijvingbehoudenblijft.

    LichteKetting–LKAanwijzingAandrijvingenmetLichteKetting(LK)kunnenhorizontaalenmeteenextrakettingomkeerinrichtingverticaalwordenge-monteerd.

    Montagevankettingwielmetgeïntegreerdekettingbeveiliging.Steek het kettingwiel met geïntegreerde kettingbeveiliging erop, waarbij de zijde met sticker naar de aandrijving wijst.Monteer de kettingbeveiliging met onderlegring, veerring en schroef.

    KettinginbrengenDraai de kettingbeveiliging met de openingen naar boven.Pak een uiteinde van de ketting en steek deze in de linkeropening van de ket-tingbeveiliging (1). Let erop dat de ketting correct in de geleiding zit. Daarna draait u de kettingbeveiliging (2) naar rechts tot u in de andere opening het uiteinde van de ketting kunt pakken.

    KettinguiteindenverbindenVoordat de kettinguiteinden met het kettingslot worden verbonden, moet erop worden gelet dat de ketting niet met verdraaide schakels wordt gemonteerd.Het kettingslot moet zorgvuldig bij elkaar worden gebogen.

  • 7

    BedieningAanwijzingOm herhaaldelijk in- en uitklinken van het noodhandbedie-ningsmechanisme te vermijden, moet de ketting tijdens be-diening strak worden gehouden.

    Door verticaal aan de dienovereenkomstige zijde van de ketting te trekken kan de poort met de hand worden geopend of gesloten. Om de elektrische bediening van de poortinstallatie tijdens de noodhandbediening te verhin-deren, wordt door het trekken aan de ketting de veiligheidsschakelaar S3F geopend. Na de bediening moet erop worden gelet dat de ketting weer “vrij” hangt, zodat de veiligheidsschakelaar S3F wordt vrijgegeven en zodoende elektrische bediening mogelijk maakt.

    SpanningsomschakelingVoorzichtigVoordat met de spanningsomschakeling wordt begonnen, moet de aandrijving veilig worden losgekop-peld van het stroomnet.

    Het is mogelijk om de aandrijvingen op een 3~ 400 V ( -sterschakeling) of 3~ 230 V ( -driehoekschakeling) stroomnet te gebruiken. De aandrijvingen zijn in de fabriek voorzien voor gebruik op een 3~ 400 V stroomnet.Voor gebruik op het 3~ 230 V stroomnet moet de aandrijving worden omgeschakeld van -sterschakeling naar -driehoekschake-ling:1. Verwijder de sticker “3 x 230 V”2. Steek de 6-polige stekker om van naar

    Motorstekker3~ 400V

    3~ 230V

  • 8

    Montage- en gebruiksaanwijzing

    VoorzichtigDe elektrische aansluiting mag uitsluitend worden uitgevoerd door een gespecialiseerde elektrotechni-cus! Neem de gegevens bij de gebruikte besturing en de geldende EN-normen in acht! Bij alle aansluit-werkzaamheden moet de poortinstallatie veilig worden losgekoppeld van het stroomnet door de netstek-keruittetrekken/dehoofdschakelaaruitteschakelen!Letopdetechnischegegevensvandeaandrij-ving. De in de technische gegevens aangegeven grenswaarden mogen niet worden overschreden. Met namedeafzekeringvandepoortinstallatiedoordeopdrachtgever(terplaatse)moetovereenkomstigdetechnische gegevens worden uitgevoerd!Bij het aansluiten van de aardingsdraad moet erop worden gelet dat door ongewenst uittrekken van de kabelhetcontactvandeaardingsdraadalslaatstewordtonderbroken,bijv.doordezwarteafzonderlijkedradenvandeaansluitkabeltebundelentoteenlusenvasttezettenmeteenkabelbandje.Deafzonderlijkedradenmogenbijgeslotenbehuizingsdekseldetandwielenresp.nokkenvandeeind-schakelaar niet raken.Monteer vervolgens de aansluitkabel zodanig dat deze de aandrijving niet raakt.

    Elektrische aansluiting op de besturing en aansluitschema

    S1F - veiligheidsschakelaar OPEN – geelS2F - veiligheidsschakelaar DICHT – geelS3F - veiligheidsschakelaar HK/LKS4F - thermoschakelaar

    S5 - bedrijfseindschakelaar OPEN – grijsS6 - bedrijfseindschakelaar DICHT – zwartS7 - functie-eindschakelaar – oranjeS8 - functie-eindschakelaar – groen

    Om de aandrijving op de besturing aan te sluiten gebruikt u uitsluitend origineel door de fabrikant goedgekeurde 12-aderige of 18-aderige motorkabels. De motorkabel is steekbaar. Om ervoor te zorgen dat de trekontlasting en de beschermklasse gewaarborgd zijn, mag de schroefverbinding niet worden losgemaakt. Om de 18-aderige motorkabel erop te steken moet de 10-polige brugstekker in de aandrijving worden verwijderd. De stekkers zijn beveiligd tegen het verwisselen van de polen en klikken hoorbaar vast. De groengele aardingsdraad moet op de gemarkeerde kabelschoen worden gestoken. Let erop dat deze goed vastklikt.

  • 9

    • Leg de afzonderlijke kabels van de motorkabel rechts van de middenkoepel van de behuizing conform de afbeelding.• Leg de randaardedraad (gr/ge) onder de zwarte motorkabels.• Bevestig de motorkabel met het meegeleverde kabelbandje aan de interne motorkabels.

    Controle van de looprichtingDe draairichting van de aandrijving is afhankelijk van de aansluiting van de 3 fasen van het net op de besturing en moet eerst worden gecontroleerd. Ga als volgt te werk:• Breng de poort met behulp van de noodhandbediening in half geopende stand.• Steek de netstekker van de besturing in het stopcontact of schakel de hoofdschakelaar van de besturing in.• Overtuig u ervan dat de besturing zich in dodemansbedrijf bevindt.• Controleer met de toetsen OP en NEER van de besturing of de looprichting van de poort overeenstemt met de dienover-

    eenkomstig ingedrukte toetsen.Wanneer de looprichting van de poort niet met de toetscommando’s overeenkomt, verander dan de draairichting, zoals be-schreven in de montage- en gebruiksaanwijzing van de besturing. Controleer vervolgens opnieuw de looprichting.

    Eindposities van de poort instellenDe aandrijving is standaard uitgerust met 6 nokkeneindschakelaars. Alle schakelnokken hebben voor snel verstellen 12 arrê-teerstanden. Overtuig u ervan dat de besturing zich in dodemansbedrijf bevindt.Ga voor het instellen van de eindschakelaars als volgt te werk:1. Draai alle 6 schakelnokken uit het bewegingsgebied van de poort.2. Laat de poort met de NEER-toets van de besturing tot kort voor de onderste eindpositie lopen.3. Draai de zwarte schakelnok S6 “DICHT” zolang tot u de fijninstelschroef gemakkelijk kunt bereiken. Stel nu de nok hand-

    matig met de fijninstelschroef (sleuf) zodanig in dat deze schakelt. Laat de poort een stuk omhoog en weer omlaag lopen tot de eindschakelaar de poort stopt. Corrigeer evt. de instelling dienovereenkomstig.

    4. Laat nu de poort tot kort voor de bovenste eindpositie lopen.5. Stel nu de grijze schakelnok S5 “OPEN” op dezelfde manier als onder punt 3 in.6. Stel nu de gele veiligheidsschakelnokken S1F “OP” en S2F “NEER” naijlend t.o.v. de beide bedrijfseindschakelaars S5

    “OPEN” en S6 “DICHT” in.7. De beide functieschakelnokken S7 (oranje) en S8 (groen) kunnen indien nodig dienovereenkomstig worden ingesteld.8. De eindschakelaars zijn nu ingesteld. Controleer de ingestelde eindposities met een testloop.

    AanwijzingAlsdeoranjefunctieschakelnokS7wordtgebruiktalsvooreindschakelaarvoorfunctie-uitschakelingvandesluitkantbeveiligingvandepoort,danmagdezemaximaal5cmbovendegrondschakelen;EN12453en EN12445.

    Plaats het behuizingsdeksel van de eindschakelaar weer. Let er hierbij op dat de afdichting en de afdichtingsgroef schoon zijn en dat het deksel correct is aangebracht. Draai de schroef zorgvuldig vast.

  • 10

    Montage- en gebruiksaanwijzing

    OpgeletDe poortinstallatie moet regelmatig door een vakman worden gecontroleerd om te verzekeren dat deze zichineenveiligestaatbevindt.Depoortfabrikantlegtdefrequentievanonderhoudencontrole,over-eenkomstigdespecifiekenationalevoorschriftenendegebruiksfrequentie,vast.

    Gewichtcompensatie:De gewichtcompensatie of de veerspanning moet worden gecontroleerd. De sectionaalpoort moet in elke stand volledig ge-compenseerd zijn. Neem de gebruiksaanwijzing van de poort in acht.

    Voordeaandrijvingmoetendevolgendecontroleswordenuitgevoerd:

    1.Bevestigingen:Er moet worden gecontroleerd of alle bevestigingsschroeven, inclusief de schroeven voor bevestiging van de draaimoments-teun, in correcte staat verkeren en goed vast zitten.

    2.Veiligheidsschakelaars:Er moet worden gecontroleerd of de veiligheidsschakelaars S1F, S2F en S3F correct functioneren en een juist uitschakelpunt hebben. Neem hiervoor goed nota van de bijbehorende montage- en gebruiksaanwijzing van de poortbesturing. De veilig-heidsschakelaars moeten conform het aansluitschema op doorgang worden gecontroleerd.

    Bij S1F / OPEN Laat de poort naar de bovenste eindpositie lopen. Laat deze met de noodhandbediening verder naar boven lopen, tot het punt waarop geen beschadiging optreedt. De veiligheidsschakelaar S1F moet conform het aansluitschema worden gecontroleerd. Er mag geen doorgang aanwezig zijn.

    Bij S2F / DICHT Laat de poort naar de onderste eindpositie lopen. Laat deze met de noodhandbediening verder naar beneden lopen, tot de draagmiddelen (bijv. kabels en kettingen) voor ophanging van de poortsecties helemaal ontlast. Er moet op worden gelet dat de kabels niet van de kabeltrommel vallen. De veiligheidsschakelaar S2F moet conform het aansluitschema worden gecon-troleerd. Er mag geen doorgang aanwezig zijn.

    Bij S3F Voordat de veiligheidsschakelaar S3F wordt gecontroleerd, moet de poortinstallatie worden losgekoppeld van het stroomnet.Steek de Handkruk (HK) op de motorbuis en draai deze ten minste één slag en houd deze positie vast of trek aan de Lichte Ketting (LK) en houd deze op spanning.De veiligheidsschakelaar S3F moet conform het aansluitschema worden gecontroleerd. Er mag geen doorgang aanwezig zijn.

    3.Reductie:De reductie is duurzaam gesmeerd en onderhoudsvrij.

    4. Tandriem1. Controleer de tandriem op voldoende voorspanning.2. Voer een visuele controle van de tandriem uit, waarbij u de poort de gehele verplaatsingsweg laat lopen. De tandriem mag

    geen tekenen van splitsing en poreusheid vertonen.

    Onderhoud

    Tandriem

  • 11

    Technische wijzigingen voorbehouden

    Technische gegevens

    *) bij de versie LK is het gewicht ca. 0,5 kg hoger.Bij aandrijvingen met dezelfde constructie of speciale aandrijvingen zijn afwijkingen mogelijk.Geldig zijn altijd de gegevens op het typeplaatje.

    Type Eenheid A100Aandrijfmoment T Nm 100Aandrijftoerental n min-1 25Diameter holle buis mm 25,4Bedrijfsspanning U V 3~ 230/400Frequentie f Hz 50Nominale stroom I A 4,6 / 2,6Vermogensfactor cos j 0,71Isolatieklasse HThermoschakelaar °C 170Gebruiksmodus S3 % 40Beschermklasse IP 54Eindschakelaarbereik omwentelingen 13Statisch houdmoment Nm 450Afzekering door de opdrachtgever (ter plaatse) 3x 10 A T

    Toegestane omgevingstemperatuur bij gebruik °C -20 tot +40

    Gewicht *) (ca.) kg 10

  • 12

    Montage- en gebruiksaanwijzing

    Inbouwverklaring

  • 13

  • 14

    Montage- en gebruiksaanwijzing

  • 15

  • 2349

    300

    012

    0c

    0

    8/12