De Duitse ‘Energiewende’...De economie groeit, het energieverbruik daalt Ontwikkeling van het...
Transcript of De Duitse ‘Energiewende’...De economie groeit, het energieverbruik daalt Ontwikkeling van het...
De Duitse ‘Energiewende’
De Duitse ‘Energiewende’De transitie van de Duitse energievoorziening
Wij verheugen ons zeer over uw belangstelling voor een van de belangrijkste toekomstprojec-
ten van Duitsland: de ‘Energiewende’.
Voor de energievoorziening van Duitsland hebben wij gekozen voor een fundamentele transi-
tie naar duurzame energie. En we streven ernaar steeds efficiënter met energie om te gaan. Dat
loont economisch en Duitsland levert daarmee een aanmerkelijke bijdrage aan de klimaatbe-
scherming.
De ‘Energiewende’ is ons antwoord op de vraag: hoe kunnen we de energievoorziening veilig,
voordelig en duurzaam inrichten? Het is een unieke kans voor de economische vestigingslo-
catie Duitsland, het moet nieuwe businessopportunity’s genereren, innovaties initiëren en
jobs en groei creëren. Tegelijkertijd willen we hiermee onafhankelijker van olie en gas uit het
buitenland worden en de hoge kwaliteit van leven in ons land veilig stellen.
De Duitse ‘Energiewende’
Geachte bezoeker,
1971De Duitse regering stelt haar eerste milieuprogramma vast.
02 | De Duitse ‘Energiewende’
© iS
tock
/Silv
iaJa
nsen
x©
Pau
l Lan
groc
k
Waarom deze tentoonstelling? De Duitse regering wordt wereldwijd
heel vaak aangesproken op de ‘Energiewende’. De belangstelling is zo
groot dat de term “Energiewende” in vele talen van de wereld al een
vast begrip is geworden. Daar zijn we erg blij mee.
Tegelijkertijd zijn veel mensen verrast welke dimensies het project
‘Energiewende’ heeft en hoeveel aspecten ermee samenhangen. Dat
betekent ook dat het niet iets is dat van de ene dag op de andere gere-
aliseerd is. De energietransitie is een generaties omspannend en com-
plex proces, dat aan veel verschillende eisen tegemoet moet komen.
De noodzakelijke maatregelen moeten zorgvuldig worden overwogen,
zodat de bescherming van het klimaat, noch de welvaart eronder
lijden. Daarom zijn er ook steeds weer fases waarin er slechts sprake
is van een trage voortgang. Vooral deze complexiteit en diversiteit
van de verschillende taken en uitdagingen willen we in deze expositie
zichtbaar maken.
De energietransitie is stevig verankerd in een internationaal kader.
Wij hechten veel waarde aan de intensieve gedachtewisseling met
onze Europese buren als internationale partners en streven naar
grensoverschrijdende samenwerkingsverbanden en oplossingen.
Want om de wereldwijde CO2-uitstoot te verminderen, de verdere
opwarming van de aarde verder te beteugelen en te zorgen voor een
veilige, duurzame en betaalbare energievoorziening hebben we geza-
menlijke oplossingen nodig.
Duitsland neemt met zijn ‘Energiewende’ de verantwoordelijkheid
voor de aarde en de mens serieus. Wij nodigen u uit om onze ‘Energie-
wende’ actief te volgen en mee te doen.
Wij wensen u veel plezier en inspiratie.
1972In het Zuid-Duitse plaatsje Penzberg ontstaat een van de eerste zonneparken van Duitsland
De Duitse ‘Energiewende’ | 03
© d
pa/W
este
nd61
/Wer
ner D
iete
r
Efficiënt gebruik van elektriciteit, warmte en brandstof bespaart geld, verhoogt de energie-
zekerheid en beschermt het klimaat. Duitsland moet een groot deel van zijn energiebronnen
importeren. Van circa 50 procent in de jaren zeventig is het aandeel van de import in de totale
energievraag gestegen tot bijna twee derde. Samen met de ontwikkeling van de hernieuwbare
energieën is energie-efficiëntie daarom de hoeksteen van de ‘Energiewende’.
Het bewustzijn voor een efficiënt energiegebruik is in Duitsland de afgelopen decennia alleen
maar toegenomen. Een belangrijke trigger was de eerste wereldwijde oliecrisis in 1973. Deze
maakte de Duitsers bewust van hun afhankelijkheid van fossiele grondstoffen. Als consequen-
tie daarvan lanceerde de toenmalige Duitse regering een informatiecampagne om energie
te besparen en verordende een maximumsnelheid op de autosnelwegen. Sindsdien zijn er
vele andere wetten aangenomen en maatregelen voor het efficiënter omgaan met energie
met succes geïmplementeerd. Ze onderscheiden zich door drie elementen: gerichte promotie,
gerichte informatie en gericht advies en door bindende regelgeving voor de vermindering van
het energieverbruik.
Energie-efficiëntie
Energie besparen en efficiënter gebruiken
1973De Yom Kippur-oorlog (oktober 1973) veroorzaakt wereldwijd een oliecrisis. Duitsland
schrijft in het hele land vier autovrije zondagen voor om energie te besparen.
04 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/J
örg
Car
sten
sen
© d
pa/W
este
nd61
/Wer
ner D
iete
r
Het beleid is succesvol: de Duitse vraag naar energie is sinds 1990
gedaald, terwijl het bruto binnenlands product duidelijk is gestegen.
Zo komt de Duitse industrie uit met meer dan tien procent minder
energie, maar heeft haar economische productie verdubbeld. Dankzij
de technologische vooruitgang kunnen particuliere huishoudens
en bedrijven efficiënter omgaan met energie. Moderne huishoude-
lijke apparaten verbruiken tot 75 procent minder elektriciteit dan
vergelijkbare apparaten 15 jaar geleden. Bovendien wordt er al energie
bespaard als dagelijkse gewoonten worden veranderd. Tienduizen-
den energieconsultants zijn daarom door het hele land onderweg om
huurders, huiseigenaren of ondernemers via energie-checks te laten
zien welke energiebesparende mogelijkheden er zijn en hen te infor-
meren over de steunprogramma’s van de overheid.
Alle lidstaten van de Europese Unie zijn overeengekomen hun primai-
re energieverbruik uiterlijk 2020 met 20 procent en uiterlijk 2030 met
ten minste 27 procent te verminderen. Duitsland wil zijn energiever-
bruik op lange termijn halveren. Dit maakt deel uit van de verbinte-
nissen in het kader van de klimaatovereenkomst van Parijs.
1975De wet op de energiezekerheid schrijft hogere energiereserves
voor en een maximumsnelheid op de Duitse wegen.
“Het beste kilowattuur is een niet gebruikt kilowattuur”
Angela Merkel, bondskanselier
1990 2017
1 GJ 1 GJ128,80 €
241,29 €
+87%
Energieproductiviteit aanzienlijk toegenomenMet één gigajoule energie wordt zoveel gegenereerd
De Duitse ‚Energiewende‘ | 05
Wat Duitsland wil besparenBesparingsdoelen voor primair energieverbruik ten opzichte van 2008
De economie groeit, het energieverbruik daaltOntwikkeling van het bruto binnenlands product en het verbruik van primaire energie
Bruto binnenlands product in miljard € Ø +1,4 %/jaar sinds 1990
Primair energieverbruik in petajoules Ø -0,3 %/jaar sinds 19902050 2017
gehaald
-50 % -6 %
1990
1.958 14.905
2000
14.7662.355
2010
14.217
2.497
2017
13.525
3.263
Het succes van de energietransitie hangt er ook van af of de energiebehoefte voor verwarming,
koeling van de binnenruimte en warmwaterbereiding in gebouwen afneemt. En de mate waar-
in hernieuwbare energie de resterende vraag dekt. Want de warmtesector neemt meer dan de
helft van het Duitse energieverbruik voor zijn rekening. Bijna twee derde daarvan wordt door
ongeveer 40 miljoen particuliere huishoudens gebruikt voor verwarming en warm water.
Daarom wil de Duitse regering de primaire energievraag naar olie en gas in gebouwen uiter-
lijk 2050 met 80 procent verminderen. Daarvoor moet de energie-efficiëntie van gebouwen
aanzienlijk worden verbeterd en het aandeel van de hernieuwbare energie in verwarming en
Warmte
Lekker warm, hernieuwbaar en efficiënt
1975De Duitse regering lanceert een informatiecampagne over energiebesparing.
Verminderen van de behoefte aan warmte-energieBesparingsdoelen bij de behoefte aan warmte-energie in gebouwen
2.152 petajouleshebben de circa 40 miljoen Duitse huishoudens in 2016 voor verwarmen en warmwater verbruikt
dat komt omgerekend overeen met
50 miljard liter aardolie
de zesvoudige energievraag van de Duitse
luchtvaart per jaar
de energiebehoefte van
Oezbekistan
2050 2016 2020 2017
-80% 14% 12,9%-18,3%
gehaald gehaald
Primaire energiebehoefte in gebouwen
(ten opzichte van 2008)
Aandeel hern. energieën in de warmtevraag
olie
06 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/J
acob
s U
nive
rsit
y Br
emen
© d
pa
koeling groter worden. Uiterlijk 2020 moeten hernieuwbare energieën
14 procent van de warmte- en koelingsvraag dekken. Op deze manier
geeft Duitsland ook uitvoering aan Europese doelstellingen: de hui-
dige EU-gebouwenrichtlijn bepaalt dat vanaf 2021 alle nieuwbouw in
Europa moet bestaan uit energiezuinige huizen, d.w.z. gebouwen met
een zeer laag energieverbruik.
Welk energiebesparingspotentieel gebouwen hebben, onderkende
Duitsland al in een vroeg stadium. Al in 1976 heeft de toenmalige
Duitse regering als gevolg van de oliecrisis de eerste energiebespa-
ringswet en vervolgens de eerste warmte-isolatieverordening aange-
nomen. Deze voorschriften zijn voortdurend verder ontwikkeld en
aangepast aan de technische vooruitgang. Sinds 2009 moeten volgens
de Hernieuwbare-Energiewarmtewet (EEWärmeG) alle nieuwe wo-
ningen een minimaal deel van hun energiebehoefte dekken via her-
nieuwbare energieën. Dit is bijvoorbeeld mogelijk met ondersteuning
van een gas- of olieverwarming via thermische zonne-energie of een
verwarmingssysteem dat uitsluitend gebruik maakt van hernieuwba-
re energieën, zoals een warmtepomp of een pelletverwarming.
Van alle woongebouwen in Duitsland is 70 procent meer dan 35 jaar
oud. Ze dateren dus uit de tijd van vóór de vaststelling van de eerste
warmte-isolatieverordening. Dienovereenkomstig zijn veel gebouwen
onvoldoende geïsoleerd en worden vaak verwarmd met verouderde
ketels en fossiele brandstoffen zoals olie of gas. De verwarmingsener-
giebehoefte van een gemiddeld Duits huishouden bedraagt ongeveer
145 kilowattuur per vierkante meter woonoppervlak per jaar, wat
overeenkomt met ongeveer 14,5 liter aardolie. Zeer efficiënte nieuwe
gebouwen hebben slechts een tiende daarvan nodig. In bestaande
gebouwen kan de primaire energiebehoefte door de energetische
sanering en de overschakeling op hernieuwbare energieën met tot wel
80 procent worden verminderd. Dit vereist een betere isolatie van de
schil van het gebouw, de vernieuwing van gebouwcomponenten, een
modernisering van de verwarming en koeling en geoptimaliseerde
regeltechniek. Alleen al in 2015 is ongeveer 53 miljard euro in ener-
getische renovatie geïnvesteerd. De Duitse regering stimuleert deze
renovaties met laagrentende kredieten en subsidies. Duitse burgers
bespaarden in 2016 door energie-efficiëntiemaatregelen bijna 500 euro
per hoofd van de bevolking en zijn daarmee wereldwijd koploper.
Speciale aandacht wordt besteed aan de vervanging van verouderde
verwarmingssystemen en de omschakeling van fossiele brand-
stoffen naar hernieuwbare energie. Terwijl de Duitsers in 1975 nog
ruim de helft van alle woningen met olie verwarmden, is dat nu nog
slechts iets meer dan een kwart. Van de in 2016 opgeleverde, nieu-
we woningen wordt 60 procent met duurzame energie verwarmd.
Zonthermische systemen, biomassaverwarmingen of warmtepompen
die gebruik maken van omgevingswarmte leveren al ongeveer twaalf
procent van de verwarmingsvraag. Om de vervanging te versnellen,
stimuleert de Duitse regering sinds 2000 de vernieuwing van verwar-
mingssystemen.
1977Met de warmte-isolatieverordening stelt de Duitse regering voor
het eerst normen voor de energie-efficiëntie van gebouwen vast.
Dit is hoeveel energie er in gebouwen wordt verbruiktAandeel van het totale eindenergieverbruik in Duitsland
Nieuwe gebouwen verbruiken slechts een tiendeJaarlijks verwarmingsverbruik in liters stookolie per vierkante meter woonoppervlak voor verschillende typen gebouwen
36,0 %in gebouwen
28,0 %verwarmen
4,7 %warmwater
2,8 %verlichting
0,4 %airconditio-
ningsystemen 1,5 literpassiefhuis
15–20 literniet gerenoveerde oudbouw
7 liternieuwbouw
5–10 litergerenoveerde oudbouw
vanaf 2016
De Duitse ‚Energiewende‘ | 07
1979 / 1980De oorlog tussen Iran en Irak leidt
wereldwijd tot de tweede oliecrisis.
1984Het bedrijf Enercon ontwikkelt de eerste
moderne serie-windturbine in Duitsland.
“Het begin van het einde van het olietijdperk is gekomen.”
Dieter Zetsche, Daimler AG
© d
pa/P
aul Z
inke
n
08 | De Duitse ‘Energiewende’
Mobiliteit
Rijden op elektriciteitAuto’s zijn het belangrijkste exportproduct van Duitsland, de indus-
trie biedt werk aan meer dan 750.000 mensen en is een van de grootste
werkgevers. Tegelijkertijd behoort de verkeerssector tot de grote ener-
gieverbruikers. Het aandeel ervan in het Duitse eindenergieverbruik
bedraagt ongeveer een derde. De Duitse regering voert daarom haar
inspanningen op om het verbruik terug te dringen.
Eerste resultaten zijn zichtbaar: zo is het aantal jaarlijks in het vracht-
en personenvervoer gereden kilometers van 1990 tot 2017 ongeveer
verdubbeld, maar het verbruik is in dezelfde periode met slechts
negen procent gestegen.
Om nog meer energie te besparen, ontwikkelt Duitsland efficiënte
voertuigtechnologieën en werkt aan de elektrificatie van wegvoer-
tuigen. Vooral personenauto’s, bedrijfswagens voor binnenstedelijk
vrachtverkeer en lokaal openbaar vervoer en motorfietsen moeten
elektrisch aangedreven voertuigen worden. Daarom ondersteunt
de Duitse regering markt- en technologieontwikkeling met tal van
programma’s.
Voertuigen met brandstofcellen gelden als belangrijke aanvulling
op elektrische voertuigen op accu’s. 1,65 miljard euro aan overheids-
subsidies wordt er tot 2019 in waterstof- en brandstofcelprojecten
geïnvesteerd. In enkele grote Duitse steden rijden al hybride water-
stofbussen in het lokale openbaar vervoer.
Naast klimaatvriendelijke aandrijvingen worden nieuwe mobiliteits-
concepten zoals car-, bike- en e-scootersharing steeds belangrijker.
Doordat meerdere personen één voertuig delen, ontlasten ze het
wegverkeer en verminderen de uitstoot. Digitale oplossingen die het
vervoer efficiënter maken en de overstap naar de fiets helpen ook.
Intussen zijn in Duitsland meer dan 2,1 miljoen gebruikers bij 150
aanbieders van carsharing ingeschreven.
Om ervoor te zorgen dat de energietransitie ook in de transportsector
succesvol is, zijn er veranderingen nodig op tal van gebieden van het
dagelijks leven, de politiek en de economie. Dit proces heeft daarom
tijd nodig om het verkeer duurzamer te maken zonder tegelijkertijd de
mobiliteit van de burgers te beperken.
1986In de kerncentrale van Tsjernobyl (Oekraïne) doet zich een ernstig reactorongeluk voor.
Het Duitse ministerie van milieu, natuurbescherming en reactorveiligheid wordt opgericht.
1986De eerste geregistreerde zonne-energieauto
rijdt door Duitsland.
Ontwikkeling van de elektramobiliteit
tot 2022
Doelstellingen en vooruitgang van Duitsland in de verkeerssector
Ontwikkeling van de elektramobiliteit
1 miljoenvoertuigen
Elektrische mobiliteit
2018
44.419 elektrische voertuigen
236.710 hybridevoertuigen
+
Toename van de energie-ef�ciëntieHoeveel energie is er nodig om 100 kilometer te rijden?
100 km
201335,6 megajoule
1990
100 km66,1 megajoule
Duitsland
2018
63,7 miljoen voertuigen zijn in Duitsland geregistreerd
82,8 miljoen mensen wonen
in Duitsland
De Duitse ‚Energiewende‘ | 09
De ontwikkeling van de hernieuwbare energieën is naast de energie-efficiëntie de centrale
pijler van de energietransitie. Wind, zon, waterkracht, biomassa en geothermie zijn inheemse
en klimaatvriendelijke energiebronnen. Ze maken Duitsland minder afhankelijk van fossiele
brandstoffen en leveren een belangrijke bijdrage aan de bescherming van het klimaat.
De meeste vooruitgang is gemaakt bij het gebruik van hernieuwbare energieën in de elek-
triciteitssector: sinds 2014 zijn hernieuwbare energieën de belangrijkste bron in de Duitse
elektriciteitsmix. Ze zijn goed voor meer dan een derde van het Duitse verbruik. Tien jaar
eerder was dat nog maar negen procent. Basis van dit succes is gerichte steun. Deze begon in
1991 met de wet op de teruglevering van elektriciteit (‘Stromeinspeisungsgesetz’) die voor het
eerst een vaste vergoeding en een afnameverplichting oplegde om de markt voor de nieuwe
technologieën open te stellen. In 2000 volgde de Duurzame Energiewet (EEG - ‘Erneuerba-
re-Energien-Gesetz’) met de drie kernelementen: gegarandeerde salderingstarieven voor ver-
schillende technologieën, prioritaire teruglevering aan het net en verdeling van de ontstane
extra kosten via een omslagsysteem over alle elektriciteitsverbruikers.
Hernieuwbare energieën
Elektriciteit uit wind en zon
1987Het eerste Duitse windmolenpark wordt ge-
bouwd. In het windenergiepark ‘Westküste’
produceren 30 turbines elektriciteit.
1990De Duitse overheid lanceert een
1000-daken-programma om fotovol-
taïsche systemen te promoten.
1990Oost- en West-Duitsland zijn
weer herenigd.
3,4%
6,2%
17,0%
33,3%
1990
2000
2010
2017
Hernieuwbare energieën zijn de belangrijkste energiebronnen in de elektriciteitsmixAandeel hernieuwbare energieën in het bruto stroomverbruik
Wind levert de meest duurzame elektriciteitAandeel in de totale productie van hernieuwbare energieën in het jaar 2017
Windenergie
16,3 %
Biomassa
6,9 %
Fotovoltaïsche energie
6,1 %Waterkracht
3,1 %
© a
leo
sola
r AG
/Flo
Hag
ena
Sinds de inwerkingtreding van de Duurzame Energiewet (EEG) zijn de jaarlijkse investeringen
vooral in nieuwe windparken en zonne-energieinstallaties, maar ook in houtgestookte energie-
centrales en biogasinstallaties continu toegenomen. De grote vraag leidde tot de opkomst van
een nieuwe industrietak, met alleen al in Duitsland meer dan 338.000 werkplekken. En die vraag
10 | De Duitse ‘Energiewende’
stimuleerde vervolgens de efficiënte massaproductie van systemen
voor hernieuwbare energie, wat leidde tot een aanmerkelijke daling
van de prijzen van die installaties. Zo kostte in 2014 een zonnemodule
75 procent minder dan vijf jaar eerder. Werd er in 2000 voor een kilo-
wattuur zonne-energie in Duitsland nog omgerekend ca. 50 eurocent
vergoed, momenteel is dat gemiddeld tussen de vier en vijf cent. Zonne-
energie heeft zich in Duitsland ondanks de gematigde zonnestraling in
Midden- Europa ontwikkeld tot een belangrijke bron van elektriciteit.
Fotovoltaïsche installaties leveren vandaag de dag een aandeel van
ongeveer een vijfde in de elektriciteit uit hernieuwbare energieën.
Windenergie is momenteel de belangrijkste bron van elektriciteit
uit hernieuwbare energieën. Elektriciteit van windenergiecentrales
op het land kost gemiddeld nog slechts tussen de 1,9 en 2,5 cent per
kilowattuur.
De uitdaging voor Duitsland is om de verdere ontwikkeling van wind-
en zonne-energie zodanig vorm te geven dat ze betaalbaar blijven en
bijdragen aan de energiezekerheid. Daarom heeft de Duitse regering
haar steun voor hernieuwbare energie in de elektriciteitssector op-
nieuw ingericht. De ontwikkeling concentreert zich op de goedkope
technologieën wind- en zonne-energie. Jaarlijkse ontwikkelingscor-
ridors voor de afzonderlijke technologieën maken het plannen en
aansturen gemakkelijker. Exploitanten van systemen voor hernieuw-
bare energie moeten hun elektriciteit geleidelijk aan op de markt
gaan verkopen, net als alle andere energiecentrales ook. Zo krijgen ze
meer verantwoordelijkheid voor het systeem van energievoorziening.
Sinds 2017 wordt de hoogte van de steun voor alle installaties met een
vermogen van meer dan 750 kW via technologiespecifieke aanbeste-
dingen bepaald. Dit geldt voor ongeveer 80 procent van wat er jaarlijks
bijgebouwd wordt. Wat er bijgebouwd wordt verschilt bovendien van
regio tot regio. Overal waar er knelpunten in het elektriciteitsnet zijn,
zijn de hoeveelheden die worden aanbesteed lager. Met deze maatrege-
len kan het succesverhaal van de hernieuwbare energieën in de elek-
triciteitssector worden vervolgd. Door de daarmee gepaard gaande
kostendalingen draagt de wijziging van de steunregeling er bovendien
toe bij dat de economische voordelen van de energietransitie nog beter
kunnen worden benut.
1990De Intergouvernementele Werkgroep inzake
Klimaatverandering (IPCC) publiceert zijn eerste
evaluatierapport over het wereldklimaat.
1991De wet op de teruglevering van elektriciteit (‘Stromeinspeisungsgesetz’)
verplicht alle Duitse energieleveranciers om elektriciteit uit hernieuwbare
energieën af te nemen, te vergoeden en aan het openbare net te leveren.
Hernieuwbare energieën versterken de energieproductie en de klimaatbeschermingKengetallen voor het jaar 2017
179 miljoen tonCO2-equivalenten vermeden
Komt overeen met meer dan de dubbeleuitstoot van broeikasgassen van Chili in 2015.
1,7 miljoen via de Duurzame Energiewet
gesubsidieerde installaties
217 terrawattuuropgewekte elektriciteit
Komt ongeveer overeen met de totale elektriciteitsproductie in Indonesië.
© d
pa De Duitse ‘Energiewende’ | 11
Nee, want de energietransitie moet er ook voor zorgen dat energie in de toekomst betaalbaar
blijft. Tegelijkertijd schept de energietransitie zelf banen en nieuw economisch potentieel. De
twee pijlers ervan, de ontwikkeling van hernieuwbare energieën en energie-efficiëntie, zijn
bedoeld om de afhankelijkheid van ingevoerde energie te verminderen, de energiezekerheid
te vergroten en rendabele investeringen in Duitsland mogelijk te maken. De ‘Energiewende’
werpt zijn vruchten af.
In het afgelopen decennium is de prijs van ruwe olie sterk gestegen Een gevolg daarvan: terwijl
de burgers aan het einde van de vorige eeuw nog minder dan zes procent van hun totale par-
ticuliere consumptieve uitgaven aan energie moesten besteden, was dit in 2016 al gestegen tot
ongeveer 7,5 procent.
Kosten
„Is de ‘Energiewende’ niet te duur voor de burgers in Duitsland?“
1992De VN-conferentie over milieu en ontwikkeling in Rio
neemt de agenda voor „Duurzame ontwikkeling“ aan.
Hoeveel een gezin maandelijks voor energie uitgeeftVergelijking van de maandelijkse uitgaven in 2003 en 2016
Brandstoffen
Verwarming en warm water
2003
Koken
Licht en elektriciteit
Ter vergelijking: aandeel in de uitgaven van een particulier huishouden: 9%
Brandstoffen
Verwarming enwarm water
Koken
Licht en elektriciteit
2016
75
24
40
85
66
10
22
78
224 €
176 €
12 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/P
hilip
p D
imit
ri©
dpa
/McP
HO
TO‘s
Het grootste deel van de energierekening van particuliere huishou-
dens in Duitsland gaat op aan die verwarming, warm water, koken en
brandstoffen op basis van geïmporteerde fossiele brandstoffen. Nadat
een daling van de olieprijzen eind 2014 ook voor de Duitsers welkome
prijsdalingen met zich meebracht, stijgen de olieprijzen sinds 2018
weer. Daarmee blijven de kosten onvoorspelbaar. Want de prijs voor
fossiele energiebronnen en de beschikbaarheid ervan blijven afhanke-
lijk van de belangen van de leveranciers.
Het is waar: het project ‘Energiewende’ veroorzaakt ook aanloopkos-
ten. Er moeten miljarden worden geïnvesteerd in de bouw van een
nieuwe energie-infrastructuur en de implementering van efficiency-
maatregelen. Zo heeft de ontwikkeling van de hernieuwbare energie-
en ertoe bijgedragen dat de gemiddelde stroomprijzen van particuliere
huishoudens in Duitsland in de afgelopen jaren zijn gestegen. Betaal-
den de burgers in 2007 gemiddeld nog ongeveer 21 eurocent voor één
kilowattuur, vandaag is dat ongeveer 29 eurocent. Met elk kilowattuur
stroom nemen de burgers deel in de financiering van de ontwikkeling
van hernieuwbare energieën via de zogenaamde duurzame-energie-
opslag. Deze ligt 2019 op 6,4 cent. Wat de burgers uiteindelijk feitelijk
betalen, hangt echter af van de wisselwerking tussen verschillende
prijsfactoren. Zo is de prijs aan de stroombeurs sterk gedaald. Dat is
het gevolg van de toenemende hoeveelheden elektriciteit uit her-
nieuwbare energieën die via de stroombeurzen worden verkocht.
Beide prijselementen opgeteld, duurzame-energieopslag en prijs aan
de stroombeurs, dalen sinds vier jaar. De gemiddelde elektriciteitskos-
ten voor de particuliere huishoudens zijn daarom in dezelfde periode
stabiel gebleven. Met de overschakeling op een veilingsysteem zullen
de kosten voor de ondersteuning van hernieuwbare energieën dalen
en de lasten voor huishoudens verder worden verlicht.
Voor de burgers is het ook belangrijk dat de Duitse economie niet te
zwaar wordt belast. Hoge energiekosten komen tot uiting in de pro-
ductprijzen voor de consument en zijn van invloed op het concurren-
tievermogen van de bedrijven. Om die reden heeft Duitsland bijzonder
energie-intensieve ondernemingen gedeeltelijk vrijgesteld van de
duurzame-energieopslag. Deze verlichting is tegelijkertijd gekoppeld
aan de eis om meer in energie-efficiëntie te investeren.
1994Europa’s eerste elektrische auto in
serieproductie komt op de markt.
1995In Berlijn vindt de eerste wereldklimaatconferentie plaats. De onder-
handelingen over de wereldwijde vermindering van de uitstoot van
broeikasgassen beginnen.
Hoeveel alle Duitse particuliere huishoudens aan energie uitgevenUitgaven voor het jaar 2016 in miljarden euro's
Brandstoffen
Verwarming en warm water
Koken
Licht en elektriciteit
106,4miljarden
euro's
35,7
11,4
19,0
40,3Da komt overeen met 3% van het bruto nationaal inkomen van Duitsland.
De Duitse ‘Energiewende’ | 13
© d
pa/J
ens
Bütt
ner
De energietransitie is een centraal bestanddeel van de kimaatbescherming. Gezamenlijk doel is
om de gevolgen van de klimaatverandering voor mensen, natuur en economie tot een duurzame
maat te beperken. Volgens berekeningen van de Wereldklimaatraad (IPCC) mag de aarde ver-
geleken met het voorindustriële tijdperk met ten hoogste 2 graden Celsius opwarmen. Daarom
mag nog slechts een bepaalde hoeveelheid broeikasgassen in de atmosfeer terechtkomen. Aange-
zien zich reeds 65 procent van deze hoeveelheid al in de atmosfeer bevindt, zijn aanzienlijke we-
reldwijde en nationale inspanningen nodig om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.
Kooldioxide is de belangrijkste veroorzaker van de klimaatverandering. Deze ontstaat voor-
namelijk bij de verbranding van fossiele brandstoffen. Meer dan een derde van alle broeikas-
gassen in Duitsland en wereldwijd wordt uitgestoten door elektriciteitscentrales. De overscha-
keling op klimaatneutrale hulpbronnen zoals hernieuwbare energieën is daarom een centraal
element van de klimaatbescherming.
Klimaatbescherming
Vermindering van broeikasgassen
1996Europa besluit zijn tot dan toe nationaal en in vaste territoria afgebakende elektriciteits- en gasmarkten
open te stellen. De Europese Commissie publiceert de eerste gezamenlijke Europese strategie voor de
ontwikkeling van hernieuwbare energieën.
Klimaatdoelstellingen en vooruitgangGeplande en gerealiseerde reductie van broeikasgassen (ten opzichte van 1990)
Waar de broeikasgassen ontstaanAlle gegevens in miljoenen tonnen CO2-equivalenten 2017
Energiesector
Huishoudens
Verkeer
Nijverheid, handel, dienstverlening
Industrie
Landbouw
Overige
DuitslandEuropa(EU-28)
Doel 2030 Gehaald 2016 Doel 2030 Gehaald 2017
328
905 miljoen ton
91171391937210...
min.
-55% -28% -40% -23%
14 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/L
uftb
ild B
ertr
am©
dpa
/MiS
Door de ondertekening van het Kyoto-protocol heeft Duitsland
zich er al in 1997 toe verplicht tot 2012 zijn broeikasgasemissies met
21 procent ten opzichte van het niveau van 1990 te verminderen.
Sindsdien is er aanzienlijke vooruitgang geboekt. In2017 bedroeg de
bereikte daling al 28%. Om een miljard euro te genereren, veroorza-
ken de bedrijven in Duitsland vandaag de dag nog slechts half zoveel
broeikasgassen als in 1990.
Uiterlijk 2030 wil Duitsland zijn inspanningen aanzienlijk opvoe-
ren en de nationale uitstoot van broeikasgassen met minstens 55
procent reduceren. Uiterlijk 2050 dienen de emissies zelfs met 80 tot
95 procent ten opzichte van 1990 te verminderen. Deze nationale
reductiedoelstellingen zijn ingebed in het Europese en internationale
klimaatbeschermingsbeleid: de staatshoofden en regeringsleiders van
de Europese Unie zijn overeengekomen hun broeikasgasemissies tot
2020 met 20 procent en tot 2030 met ten minste 40 procent te vermin-
deren. 195 landen wereldwijd hebben in december 2015 het Akkoord
van Parijs ondertekend. Met elk hun eigen klimaatbeschermingsdoe-
len willen ze de opwarming van de aarde in de loop van deze eeuw tot
duidelijk onder de 2 graden beperken.
Het centrale Europese instrument voor klimaatbescherming is de
handel in emissierechten, die een vaste bovengrens stelt aan de totale
uitstoot van schadelijke stoffen door alle deelnemers. Deze is bindend
voor alle grote veroorzakers van broeikasgassen en dekt een groot deel
van de CO2-emissies uit de energiesector en industrie. Voor elke ton
broeikasgas moeten de bedrijven beschikken over voldoende certifica-
ten. Als de hoeveelheid niet voldoende is, kunnen ze extra emissiecer-
tificaten bijkopen of investeren in klimaatvriendelijke technologieën.
Zo worden CO2-emissies vermeden waar dit het gunstigst is. Uiterlijk
2030 dient in alle branches waarop de handel in emissierechten van
toepassing is 43 procent minder broeikasgassen te worden uitgestoten
dan in het referentiejaar 2005.
Om Duitsland in staat te stellen zijn nationale reductiedoelstellingen
te halen, heeft de Duitse regering het “Actieprogramma klimaatbe-
scherming 2020” en het “Klimaatbeschermingsplan 2050” aangeno-
men. Het Actieprogramma bevat diverse maatregelen om de ener-
gie-efficiëntie te verhogen en het verkeer, de industrie en de landbouw
klimaatvriendelijker te maken. In het Klimaatbeschermingsplan zijn
voor de verschillende branches als energiesector of industrie CO2-
reductiedoelstellingen voor de lange termijn geformuleerd.
1997Het Kyoto-Protocol inzake de wereldwijde vermindering van broeikasgassen
wordt aangenomen. 191 landen hebben het verdrag sindsdien geratificeerd.
Hoe Duitsland de uitstoot van broeikasgassen heeft verminderdAlle gegevens in miljoenen tonnen CO2-equivalenten
19901.250
19951.121
20001.046
2005994
2010910
2017905
De Duitse ‘Energiewende’ | 15
© iS
tock
/ qu
erbe
et
Het gebruik van kernenergie voor de opwekking van elektriciteit heeft in Duitsland decennia-
lang tot heftige controverses geleid. Voor veel Duitsers is het technologische risico moeilijk in te
schatten en ze vrezen de mogelijke gevolgen van een reactorongeval voor mens, natuur en mili-
eu. Het ongeval in Tsjernobyl in de Oekraïne (1986), waarbij ook delen van Duitsland zijn besmet,
bevestigde deze vrees. In 2000 besloot de Duitse regering het gebruik van kernenergie voor de
opwekking van elektriciteit volledig te staken en voor de energievoorziening over te schakelen
op hernieuwbare energiebronnen. De samen met de exploitanten van de elektriciteitscentrales
gemaakte afspraak voorzag in een beperking van de levensduur van de bestaande installaties en
een verbod op nieuwbouw.
Deze regeling is in 2010 gewijzigd. De centrales die nog in bedrijf zijn, dienden langere looptij-
den te krijgen, om als overbrugging te dienen totdat de hernieuwbare energieën een volledige
vervanging bieden. Na het reactorongeluk in Fukushima, Japan, in maart 2011, heeft de Duitse
regering dit besluit ingetrokken.
Door de hoge risico’s die ermee gepaard gaan, hebben kerncentrales te maken met hoge kosten
voor verzekeringen en beveiligingsmechanismen. Daarom is het ook economisch gezien zinvol
om af te stappen van kernenergie.
Kernenergie
Geleidelijke afschaffing van kernenergie
1998Duitsland neemt een wet aan om zijn elek-
triciteits- en gasmarkten open te stellen.
Fukushima
43 %
Nov
. 200
3
Mei
200
5
Aug
. 201
1
Mei
201
5
Dec
. 201
7
Dec
. 201
9
Dec
. 202
1
Dec
. 202
257 %
Wanneer worden de kerncentrales stilgelegd?Geplande vermindering van de productie van Duitse kerncentrales tot eind 2022
2000 2005 2010 2015 2020
Totale output kerncentrales
2000De Europese Commissie publiceert de eerste gemeenschappelijke
strategie voor hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en klimaatbe-
scherming in Europa.
16 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/U
li D
eck
Het Duitse parlement heeft met grote meerderheid besloten om zo snel
mogelijk een einde te maken aan het gebruik van kernenergie voor de
opwekking van elektriciteit. Verschillende centrales moesten al bij de
inwerkingtreding van de wet stoppen met de productie van elektriciteit
en de resterende centrales zullen uiterlijk eind 2022 geleidelijk worden
afgebouwd. Momenteel leveren in Duitsland nog zeven kerncentrales
elektriciteit. Ze leveren nog ongeveer een achtste van de in Duitsland
opgewekte elektriciteit.
Welke uitdagingen het gebruik van kernenergie met zich meebrengt,
blijkt ook uit de noodzakelijke berging van radioactief afval. Om de
bevolking en het milieu te beschermen, moet dit gedurende zeer lange
tijd veilig gescheiden van de biosfeer worden opgeslagen. Volgens de
deskundigen wordt dit het best bereikt door definitieve berging in diepe
geologische formaties.
Duitsland wil zijn radioactief afval in eigen land opslaan. Maar de
zoektocht naar een geschikte locatie voor een definitieve opslagplaats
verloopt moeizaam. De bevolking in de buurt van potentiële of reeds
verkende locaties reageerde tot nu toe vooral afwijzend.
Daarom slaat Duitsland een nieuwe weg in en betrekt alle geledingen van
de samenleving in een transparante en wetenschappelijk onderbouwde
zoekprocedure. Uiterlijk 2031 moet de locatie voor een definitieve opslag-
plaats zijn gevonden, met name voor de opslag van hoogradioactief afval-
materiaal. Deze locatie moet de best mogelijke veiligheid gedurende een
periode van een miljoen jaar bieden. De definitieve opslagplaats verhoogt
derhalve de kosten van kernenergie nog eens extra.
Voor laag- en middelradioactief afval beschikt Duitsland al over een
goedgekeurde definitieve opslagplaats. De ingebruikname van de loca-
tie Konrad is gepland voor 2022.
2000De Duurzame Energiewet (EEG) treedt in werking. Het
wordt de beslissende aanjager voor de ontwikkeling
van hernieuwbare energieën in Duitsland.
2000De Duitse regering besluit om kernenergie geleidelijk
af te schaffen; maximale totale bedrijfstijd van een
centrale: 32 operationele jaren.
Waar staan kerncentrales in Duitsland?Ontmantelde installaties en installaties in bedrijf
Hoogste jaarproductie in cijfersPiekwaarde van de jaarlijkse elektriciteitsproductie in terrawattuur
171 TWh 217 TWhGreifswald
Rheinsberg
Brokdorf
1990
1990
Krümmel2011
Stade2003
Unterweser2011
Lingen
Emsland
Grohnde1997
Würgassen1994
Grafenrheinfeld2015
Neckarwestheim 1
Neckarwestheim 2
2011
Philippsburg 1
Philippsburg 2
2011
Isar 12011
Isar 2
Obrigheim2005
Mühlheim-Kärlich2001
Biblis A + B2011
Brunsbüttel2011
2021
2021
2022
Jaar van sluiting
Jaar van de geplande sluiting
Reeds ontmanteldekerncentrales
Kerncentrales inbedrijf
20192022
2022Gundremmingen C
2021
Gundremmingen B 2017
Alle Duitse kerncentrales
2001Alle hernieuwbare energieën
2017
De Duitse ‘Energiewende’ | 17
© d
pa/J
ens
Wol
f
2002De eerste energiebesparingsverordening treedt in werking: deze stelt
eisen aan de totale energieprestatie van nieuwe en bestaande gebouwen.
18 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/J
ens
Bütt
ner
Nee, integendeel. De energietransitie werpt ook vanuit economisch
oogpunt vruchten af: ze vermindert de belasting van het milieu,
de uitstoot van broeikasgassen, bevordert innovatie, verhoogt de
gecreëerde waarde in Duitsland en voorkomt kosten voor de invoer
van energie. Bij de ontwikkeling van de duurzame energieën of bij
de renovatie van gebouwen blijft een groot deel van de omzet lokaal.
De arbeidsintensieve taken zoals installatie en onderhoud worden
immers uitgevoerd door bedrijven uit de regio’s zelf.
Door de ontwikkeling van de hernieuwbare energieën en de inves-
teringen in energie-efficiëntie ontstaan nieuwe beroepsprofielen en
banen in de branches van de toekomst. Zo hebben de verschillende
maatregelen op het gebied van de energie-efficiëntie in industrie en
nijverheid en de renovatie van gebouwen alleen al meer dan 560.000
extra banen opgeleverd. En de investeringen in hernieuwbare energie-
en hebben het aantal werknemers in deze sector in tien jaar tijd meer
dan verdubbeld.
Deze nieuwe banen komen deels in de plaats van banen in industriële
sectoren die sterk worden gedomineerd door fossiele brandstoffen –
vooral in de olie-, gas- en steenkoolwinning en in de elektriciteit-
sproductie. Daarbij komen algemene structurele veranderingen. Zo
versterkt bijvoorbeeld het openen van de energiemarkten in Europa
de concurrentie, en dat vereist dat bedrijven efficiënter gaan werken.
Al deze factoren samen leiden ook tot een aanpassing van de werkge-
legenheid. Het aantal werknemers in bedrijven in de conventionele
energiesector is de afgelopen jaren dan ook afgenomen.
2003Europa besluit tot een bindende handel in
emissierechten voor broeikasgassen.
2004Intussen werken er in Duitsland 160.000 mensen
in de sector van de hernieuwbare energieën.
27,32010
338.600 arbeidsplaatsen
Hoge investeringen in nieuwe installaties van alle hernieuwbare energieënJaarlijkse investeringen in productie-eenheden in Duitsland, in miljarden euro's
Zoveel banen bieden de hernieuwbare energieënArbeidsplaatsen in Duitsland, 2016
4,62000
15,12016
160.200
105.600
45.200
20.300
7.300
windenergie
biomassa
zonne-energie
geothermie
waterkracht
Economie en gecreëerde waarde
“Verliezen door de ‘Energiewende’ niet veel mensen hun baan?”
De Duitse ‚Energiewende‘ | 19
De energietransitie is geen luxe, maar ondersteunt een duurzame en economisch succes-
volle ontwikkeling. Want de energietransitie is een innovatiemotor die groei, welvaart en
werkgelegenheid in veelbelovende sectoren bevordert. Het is dan ook geen wonder dat in-
tussen in principe alle landen in de wereld hun energiesystemen duurzamer willen maken.
De prijzen voor innovatieve hernieuwbare technologieën, zoals wind en zon, zijn de afgelopen
jaren wereldwijd sterk gedaald. Vroegtijdige investeringen in onderzoek en ontwikkeling en de
bevordering van de hernieuwbare energieën bij de marktontsluiting in verschillende geïndus-
trialiseerde landen, Duitsland voorop, hebben hier in belangrijke mate toe bijgedragen.
Dankzij de gedaalde investeringskosten en sowieso lage exploitatiekosten zijn hernieuwbare
energieën in sommige regio’s van de wereld nu al zonder subsidies concurrerend. In Noord- en
Zuid-Amerika leveren windparken en grote zonne-energiecentrales bijvoorbeeld goedkopere
stroom dan nieuwe centrales die op fossiele brandstoffen werken. Landen als China, Brazilië,
Zuid-Afrika of India zijn toonaangevend op het gebied van de ontwikkeling van duurzame
energieën. De verspreiding ervan wordt echter deels belemmerd door het feit dat landen
‘Energiewende’ internationaal
“Mag zijn dat de energietransitie In Duitsland werkt – maar hoe zit het met de economisch zwakkere landen?”
2005De Europese emissiehandel be-
gint. Alle EU-landen doen mee.
Bijna alle landen willen hernieuwbare energieën verder ontwikkelenLanden met beleidsinstrumenten voor hernieuwbare energieën
Meer dan een ondersteuningsmechanisme
Terugleververgoeding/premiebetaling
Minimumquota voor hernieuwbare energieën
Aanbestedingen
Net Metering – elektriciteitsverbruik en teruglevering van kleine, vaak particuliere fotovoltaïsche systemen worden met elkaar verrekend
Financiële prikkels
Geen steunbeleid of geen gegevens
2007De EU neemt een energie- en klimaatpakket voor het jaar
2020 aan met bindende doelstellingen voor de ontwikke-
ling van hernieuwbare energieën, klimaatbescherming en
energie-efficiëntie.
2007Louis Palmer begint een wereldreis met
de “solar taxi”. De auto rijdt uitsluitend op
zonne-energie. De reis duurt 18 maanden.
20 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/e
pa B
usin
ess
Wire
fossiele brandstoffen subsidiëren om de consumentenprijzen laag te
houden. Met ongeveer 325 miljard dollar per jaar zijn deze subsidies
meer dan twee keer zo hoog als de subsidies voor hernieuwbare ener-
gieën. Als deze gelden in plaats daarvan zouden worden gebruikt voor
programma’s ter verbetering van de energie-efficiëntie, dan zouden
daarvoor drie keer zoveel middelen ter beschikking staan.
Als binnenlandse hulpbronnen verminderen hernieuwbare energieën
de afhankelijkheid van energie-importen en van de volatiele markt-
prijzen voor fossiele brandstoffen. Ze kunnen een belangrijke bijdrage
leveren aan het voldoen aan de groeiende vraag naar energie in opko-
mende en ontwikkelingslanden, zonder dat dit leidt tot een toename
van de uitstoot van broeikasgassen of lokale milieuschade.
In regio’s met een slecht ontwikkelde infrastructuur, waar elektriciteit
met dieselgeneratoren duur moet worden opgewekt, zijn de hernieuw-
bare energieën eveneens het goedkopere alternatief. Zonne-energie-
centrales en windmolenparken kunnen in relatief korte tijd worden
geïnstalleerd; ze vereisen veel kortere planningsfasen en bouwtijden
dan kolen- of kerncentrales. Daarmee bieden ze veel mensen über-
haupt pas toegang tot elektrische energie. Ook daarom hebben zeer
veel landen steunprogramma’s voor hernieuwbare energieën opgezet.
Duitsland zet zich wereldwijd in voor een duurzaam, innovatief en be-
taalbaar energiebeleid en deelt zijn ervaringen met de ‘Energiewende’.
Zo is er sprake van een nauwe samenwerking met onze Europese
buren en internationale partners. Duitsland participeert actief in
multilaterale organen en organisaties en onderhoudt een groot aantal
bilaterale energiepartnerschappen met landen als India, China,
Zuid-Afrika, Nigeria of Algerije.
200975 landen hebben het Internationaal Agentschap
voor hernieuwbare energie (IRENA) opgericht.
1 | VS
2 | Brazilië
1 | China
2 | Filipijnen
1 | VS
3 | Denemarken
1 | Groot-Brittannië
2 | VS
1 | China
1 | China
2 | Japan
Biomassa
Waterkracht
Geothermie
Wind offshore
Wind onshore
Fotovoltaïscheenergie
2 | China
3 | VS
3 | Indonesië
2 | Duitsland3 | India
3 | Duitsland
3 | Duitsland
Waar staan wereldwijd de meeste installaties?Capaciteit van de elektriciteitscentrales tot 2017
2008Duitsland introduceert het energielabel voor gebouwen: het geeft informatie over het
energieverbruik en de energetische kwaliteit van gebouwen.
De Hernieuwbare Energiewarmtewet bepaalt voor nieuwbouw dat een bepaald aandeel
hernieuwbare energiebronnen voor de productie van warmte moet worden gebruikt.
De Duitse ‘Energiewende’ | 21
© d
pa
Voor de ‘Energiewende’ is een moderne en competente infrastructuur nodig. Daarom moe-
ten de elektriciteitsleidingen worden uitgebreid en het hele systeem flexibeler worden. Als
de Duitse kerncentrales worden stilgelegd, zullen met name hernieuwbare energieën uit het
Noorden en Oosten van Duitsland de opwekking van elektriciteit voor hun rekening nemen.
Het zuiden van het land kan deze energie gebruiken. Daar moeten kerncentrales worden
vervangen, daar wonen veel mensen en zijn grote industriële bedrijven gevestigd. Nieuwe
elektriciteitssnelwegen met bijzonder efficiënte technologie moeten daarom windenergie uit
Noord- en Oost-Duitsland rechtstreeks naar het zuiden transporteren.
De tweede drijvende kracht achter de netontwikkeling in Duitsland is de Europese binnen-
markt voor energie. Om ervoor te zorgen dat elektriciteit ongehinderd door heel Europa kan
stromen en goedkoper wordt voor de consumenten, heeft Europa een sterke infrastructuur bin-
nen en tussen landen nodig. De Europese transportnetbeheerders dienen daartoe om de twee
jaar een gezamenlijk netontwikkelingsplan in. Alle Duitse plannen zijn daarin opgenomen.
Welke elektriciteitsleidingen Duitsland nodig zijn, wordt bepaald door de verantwoordelijke
netbeheerders in hun eigen procedure, waarin ze 10 tot 20 jaar vooruitkijken. Hun voorstellen
worden onderzocht door een overheidsinstantie, het Duits Netwerkagentschap (‘Bundesnet-
zagentur’), in een meerfasenproces met intensieve inspraak door het publiek. In een dialoog
Elektriciteitsnet
Een intelligent netwerk
2009De Duitse wet op de ontwikkeling van het energienet
(ENLAG) versnelt de goedkeuring van nieuwe ultrahoog-
spanningsleidingen.
Het Duitse elektriciteitsnet is 1,8 miljoen kilometer lang
Waar het elektriciteitsnet wordt ontwikkeldGeplande en nieuwe leidingen in het Duitse ultrahoogspanningsnet
Dat komt overeen met
45 baantjes om de aarde ter hoogte van de evenaar
Nog niet in het vergunningstrajectIn het vergunningstrajectGoedgekeurd of in aanbouwGerealiseerdNetwerkknooppuntOffshore windmolenparkclusterOffshore-aansluitleiding
HANNOVER
HAMBURG
DRESDEN
LEIPZIG
STUTTGART
MÜNCHEN
NÜRNBERG
DÜSSELDORF
KÖLN
FRANKFURT a. M.
BREMEN
BERLIN
DORTMUND
2010De Duitse regering stelt een energieconcept vast met een langetermijn-
strategie voor de energievoorziening van Duitsland tot het jaar 2050.
22 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/S
tefa
n Sa
uer
wordt afgewogen welke oplossing het best aansluit bij de behoeften
van de mensen, het milieu en de economie.
Ook het distributienetwerk moet geschikt worden gemaakt voor de
energietransitie. Oorspronkelijk was het alleen bedoeld voor de fijne
distributie van de elektriciteit naar de verbruikers. Het werkte als
een eenrichtingsweg. Vandaag de dag leveren bijna alle zonne-ener-
giecentrales en veel windmolens hun elektriciteit ook terug aan het
distributienet. Wat ter plaatse niet nodig is, stroomt in de tegenover-
gestelde richting. Bovendien schommelt de opwekking van elektri-
citeit uit hernieuwbare energieën als gevolg van de weersomstandig-
heden. Zonne-energiesystemen wekken veel elektriciteit op als de
zon schijnt, en hun opbrengst daalt snel wanneer het bewolkt is. Om
ervoor te zorgen dat de distributienetwerken ook bij discontinuïteit
van de productie stabiel blijven, moeten ze verder worden ontwikkeld
tot intelligente netwerken. In zo’n ‘Smart Grid’ communiceren alle
actoren met elkaar: van de opwekking via het transport, de opslag
en de distributie tot en met de eindgebruiker. Op die manier kunnen
stroomopwekking en stroomverbruik beter op elkaar worden afge-
stemd en op korte termijn worden aangepast.
2010Het Duitse Energieagentschap publiceert een studie over de nood-
zakelijke ontwikkeling van het elektriciteitsnet voor een aandeel van
ongeveer 40% hernieuwbare energie in Duitsland.
“De ‘Energiewende’ is Duitslands ‘Man to the moon’-project.”
Frank-Walter Steinmeier, Bondspresident
Transmissienetwerk, distributienetwerk
Regeling en communicatie
Hoe een 'Smart Grid' werktVereenvoudigde weergave van actoren, infrastructuur en communicatiekanalen
ElektriciteitsproductieConventionele en hernieuwbare energieën
OpslagBatterijen, opslag
Slimme meter
VerbruikersParticulier, industrie, handel Doorvoer
Naar buurlanden van de
HandelsplatformEnergieleveringen, -diensten, -handel
MobiliteitAuto, openbaar vervoer
2010De EU neemt een gebouwenrichtlijn aan. Vanaf 2021 dienen alle
nieuwe bouwwerken bijna-energieneutrale gebouwen te zijn.
De Duitse ‘Energiewende’ | 23
© d
pa/e
urol
uftb
ild.d
e/H
ans
Blos
sey
De Duitsers kunnen erop vertrouwen dat ook in de toekomst de levering van elektriciteit
betrouwbaar zal zijn. De Duitse energievoorziening behoort tot de beste ter wereld. In de 8.760
uren die een jaar telt, bedraagt de gemiddelde stroomuitval slechts 12,8 minuten. Deze waarde
is de afgelopen jaren zelfs verbeterd, ondanks het toenemende aandeel van wind- en zon-
ne-energie.
Stroomuitval is zelden te wijten aan schommelingen in de energieproductie. Meestal komt
de oorzaak van buitenaf of wordt door menselijke fouten veroorzaakt. Dat was ook het geval
bij de laatste grotere black-out in delen van Duitsland op 4 november 2006. Oorzaak van de
urenlange stroomuitval was de opzettelijke afsluiting van een leiding. Dat leidde tot een over-
belasting van andere leidingen en tot een kettingreactie in het Europese elektriciteitsnet. Sinds
deze gebeurtenis zijn de veiligheidsmechanismen in Duitsland en de Europese buurlanden nog
verder verbeterd.
Om knelpunten te voorkomen, heeft Duitsland bijvoorbeeld een vaste reserve van extra ener-
giecentrales aangelegd. Ze zijn vooral in de wintermaanden belangrijk. Want in deze tijd van
het jaar is het verbruik bijzonder hoog en de Duitse windmolens produceren de meeste stroom.
Mochten de elektriciteitsnetten te zwaar worden belast, omdat er veel elektriciteit van noord
naar zuid stroomt, dan moeten in het zuiden de reservecentrales bijspringen.
Energiezekerheid
“Met zoveel wind- en zonne- energie kan de continuïteit van de stroomvoorziening toch niet meer verzekerd zijn?”
Stroomonderbrekingen zijn in Duitsland heel zeldzaamGemiddelde uitvalduur van de elektriciteitsvoorziening in minuten, 2013
Luxemburg
Denemarken
Duitsland (2016)
Zwitserland
Duitsland (2013)
Nederland
Frankrijk
Zweden
Polen
Malta
10,0
11,3
12,8
15,0
15,3
23,0
68,1
70,8
254,9
360,0
2011In het Japanse Fukushima doet zich een ernstig ongeval voor in een centrale.
Duitsland besluit tot versnelde afschaffing van kernenergie voor de opwekking van
elektriciteit tot 2022. Acht oude installaties worden onmiddellijk uitgeschakeld.
2011De Europese Commissie publiceert de “Energy Roadmap
2050” met een langetermijnstrategie voor klimaatbe-
scherming en energievoorziening in Europa.
24 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/M
orav
ic Ja
kub
Er zijn nu al uren dat hernieuwbare energieën een aandeel van meer
dan 60 procent in de Duitse elektriciteitsvoorziening leveren. Deze
waarden zullen in de komende jaren verder toenemen. Daarbij vullen
de verschillende hernieuwbare energieën elkaar aan. Uit modelproe-
ven is gebleken dat de productie van de verschillende installaties
kan worden gecombineerd en dat ze dan samen veel betrouwbaarder
elektriciteit leveren. In fasen van “donkerluwte”, d.w.z. wanneer de zon
niet schijnt én er geen wind staat, springen er flexibele conventionele
energiecentrales bij. Met name gasgestookte centrales zijn daarvoor
geschikt, maar ook pompaccumulatiecentrales en bio-energiecentrales
kunnen snel stroom leveren. Op demiddellange tot lange termijn moe-
ten dergelijke periodes ook door opslagfaciliteiten worden overbrugd.
Een belangrijke rol spelen de stroomverbruikers zelf. Ze kunnen
worden gestimuleerd om vooral elektriciteit te verbruiken als er veel
beschikbaar is, bijvoorbeeld in perioden met harde wind. Grootver-
bruikers zoals fabrieken of koelhuizen kunnen zo het totale systeem
merkbaar ontlasten.
De belangrijke taak is het opnieuw organiseren van de elektriciteits-
markt. Duitsland is daartoe een hervormingsproces gestart en heeft
eerste stappen geïmplementeerd. Een belangrijk kenmerk is flexibiliteit.
Alle spelers op de elektriciteitsmarkt moeten zo goed mogelijk reageren
op de fluctuerende stroomopwekking van wind en zon. Tegelijkertijd
hebben de netwerken behoefte aan concurrentie tussen de verschillen-
de compensatiemogelijkheden, om de totale kosten laag te houden.
Last but not least leiden de convergentie van de voorheen gescheiden
regionale elektriciteitsmarkten in Europa en de grensoverschrijdende
netontwikkeling tot meer stabiliteit en flexibiliteit ook in Duitsland.
2012Het Kyoto-protocol wordt tijdens de klimaatcon-
ferentie van Doha verlengd tot 2020.
2013Duitsland neemt het eerste nationale netontwikkelingsplan
met betrekking tot de vereiste uitbreiding van het elektrici-
teitstransportnet aan.
Elek
tric
iteits
prod
uctie
en
stro
omve
rbru
ik
Januari �17 Februari �17 Maart �17 April �17 Mei �17 Juni �17 Juli �17 Augustus �17 September �17 Oktober �17 November �17 December �17 Januari �18
0 GW
20 GW
40 GW
60 GW
80 GW
100 GW
Hoe de productie van de hernieuwbare energieën schommeltElektriciteitsproductie van alle energiebronnen en stroomverbruik in Duitsland in de loop van 2017
Zonne-energieolar Wind onshore Wind offshore BiomassaWaterkracht StroomverbruikConventionele elektriciteitscentrales
De Duitse ‘Energiewende’ | 25
© d
pa/e
urol
uftb
ild.d
e/H
ans
Blos
sey
In 2050 moet 80 procent van de stroom uit hernieuwbare energieën komen, voor het grootste
deel uit windenergie- en zonne-energie-installaties. Als dan in Duitsland plotseling de zon
niet schijnt én er geen wind staat, is er een energiesysteem nodig dat zich snel en flexibel kan
aanpassen aan dergelijke situaties. Een mogelijkheid zijn energieopslagsystemen. In tijden met
veel wind en zon kunnen ze elektriciteit opnemen. Die geven ze al naargelang de behoefte ook
in periodes van windstilte, duisternis en een bedekte hemel weer af.
Er zijn tal van opslagoplossingen: kortetermijn-opslagsystemen zoals accu’s, condensatoren of
vliegwielaccumulatoren kunnen binnen een dag meerdere malen elektrische energie opne-
men en afgeven. Ze bieden echter slechts een beperkte capaciteit.
Om elektriciteit over een langere periode op te slaan, worden in Duitsland vooral pompaccu-
mulatiecentrales gebruikt. Momenteel is ongeveer negen gigawatt pompaccumulatievermogen
aangesloten op het Duitse net, daarbij staat een deel van de installaties in Luxemburg en Oos-
tenrijk. Daarmee heeft Duitsland de grootste capaciteiten in de Europese Unie, maar kan deze
slechts in beperkte mate uitbreiden. Daarom wordt er intensief samengewerkt met landen die
over grote opslagvolumes beschikken. Dat zijn vooral Oostenrijk, Zwitserland en Noorwegen.
Opslag
Energie op voorraad
100.000 batterijopslagsystemen in bedrijf 9,2 GW vermogen in bedrijf, 4,5 GW in aanbouw
Bovenste bassin
Motor/generator
Pompturbine Onderste bassin
Eigen verbruik:direct gebruik van
zonne-energie of batterij
TransformatorFotovoltaïsch systeem
Batterijopslagsysteem
Teruglevering aan het net van overtollige stroom
1.
Energie opslaan(overtollige) stroom drijft de turbine aan, water wordt in het bovenste bassin gepompt
1.
Opgeslagen energie afgevenWater stroomt naar beneden, drijft de turbine aan, de turbine produceert elektriciteit en levert deze aan het net
2.
2.
De opslag in eigen huis: batterijenCombinatie van fotovoltaïsch systeem en batterij voor eigen verbruik en teruglevering
Natuurlijke reservoirs gebruiken: pompaccumulatieOpbouw van een pompaccumulatiesysteem
2014Duitsland hervormt de Duurzame Energiewet.
Deze bevat voor het eerst jaarlijkse ontwikkelings-
doelstellingen en versnelt de marktintegratie.
2013‘s werelds eerste Power-to-Gas-installatie
op industriële schaal wordt in Duitsland in
gebruik genomen.
2013De eerste volledig nieuw ontwikkelde
auto met puur elektrische aandrijving
wordt in serieproductie in Duitsland
geproduceerd.
26 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/H
anni
bal H
ansc
hke
Een ander alternatief om energiereserves langdurig op te slaan, zijn
drukluchtopslagsystemen. Daarbij wordt met overtollige energie lucht
in ondergrondse opslagfaciliteiten zoals zoutkoepels geperst. Indien
nodig drijft de samengeperste lucht dan een generator aan en gene-
reert zo opnieuw elektriciteit.
Nog veelbelovender als concept voor de opslag op lange termijn lijkt
Power-to-Gas te zijn. Daarbij wordt elektriciteit uit hernieuwba-
re energieën door middel van elektrolyse omgezet in waterstof of
synthetisch aardgas. De voordelen: waterstof of aardgas kan worden
opgeslagen, direct worden gebruikt of aan het aardgasnet worden
geleverd. Ze zijn gemakkelijk te transporteren en flexibel in het
gebruik. Elektriciteitscentrales kunnen ze desgewenst weer omzetten
in elektriciteit en warmte, eindverbruikers kunnen erop koken, ermee
verwarmen er een voertuig op laten lopen.
De Duitse regering zet daarom vaart achter onderzoek en ontwikke-
ling, om de kosten van energieopslag te verlagen. Sinds 2011 is er het
stimuleringsinitiatief “Speicher” (opslag). Daarnaast stimuleert de
Duitse regering sinds 2013 kleine, decentrale opslagmogelijkheden
in combinatie met fotovoltaïsche systemen. Een nieuw toepassings-
gebied voor batterijen is de snelle compensatie van relatief kleine
onevenwichtigheden in het elektriciteitsnet. Daarmee kunnen ook
elektrische auto’s die op een bepaald moment niet in gebruik zijn
een bijdrage leveren aan de stabiliteit van de stroomvoorziening. De
marktintroductie van dergelijke batterijsystemen is bedoeld om on-
derzoek en innovatie te stimuleren en de kosten te verlagen.
De komende jaren zal de vraag naar elektriciteitsopslagsystemen, met
name voor de inbouw in elektrische voertuigen, toenemen. Voordeli-
ge systeemkosten voor alle opslagtechnologieën in het elektriciteits-
net zijn pas op lange termijn bij zeer hoge aandelen van hernieuwbare
energieën te verwachten. Op korte tot middellange termijn is het
goedkoper om in te zetten op andere maatregelen, zoals het uitbreiden
van de elektriciteitsnetten of de gerichte sturing van de productie en
het verbruik voor een efficiënt energiegebruik.
Methanisatie
Elektriciteit omzetten naar gasWerkingsprincipe van elektrolyse en methanisatie en mogelijke toepassingen
Elektrolyse
Overtollige productie uit hernieuwbare energieën
Aardgasnet Gashouder
Industrieel gebruik Elektriciteitsproductie Warmtelevering
H2 (waterstof)
H2 (waterstof)
CH4 (methaan)H2 (waterstof)
Mobiliteit
15 pilotprojecten in bedrijf, zes in aanbouw en in voorbereiding
2014De EU stelt energie- en klimaatdoelen voor het jaar 2030 vast:
vermindering van broeikasgassen met 40 procent, aandeel
hernieuwbare energieën van ten minste 27 procent en ver-
mindering van het energieverbruik met ten minste 27 procent.
2014Duitsland neemt het Nationaal Actieplan Energie-efficiëntie aan en
lanceert het “Actieplan Klimaatbescherming 2020”. Met een aandeel van
27,4 procent in het elektriciteitsverbruik zijn de hernieuwbare energieën
voor het eerst de belangrijkste energiebron in Duitsland.
De Duitse ‘Energiewende’ | 27
© P
aul L
angr
ock
De energietransitie kan alleen succesvol zijn als deze mede wordt gedragen door de bevolking.
En dat hangt in grote mate af van de vraag of energie betaalbaar blijft voor de particuliere
consumenten. De burgers kunnen echter ook rechtstreeks profiteren van de energietransitie.
Zo laten velen zich adviseren waar ze thuis de meeste energie kunnen besparen.
Wanneer ze een oud verwarmingssysteem vervangen of hun huis renoveren, maken ze
daarvoor gebruik van laagrentende leningen en overheidssubsidies. Als ze een nieuw ap-
partement willen huren, krijgen ze automatisch informatie over het energieverbruik en de
bijbehorende kosten. En als ze een nieuwe wasmachine, een computer of een lamp willen
kopen, zien ze op een etiket hoe energiezuinig het product is.
Burgers en ‘Energiewende’
“En wat hebben de burgers aan de energietransitie?”
2015De Wereldklimaatconferentie komt bijeen in Parijs. 195 landen
besluiten de opwarming van de aarde te beperken tot maximaal
2 graden.
2016Op 4 november treedt het akkoord van Parijs in werking. Duits-
land gooit het steunbeleid voor hernieuwbare energieën om:
Vanaf 2017 zijn er aanbestedingen voor alle technologieën.
Hoeveel installaties zijn er in handen van de burgers?Aandelen geïnstalleerd vermogen van hernieuwbare energieën voor de elektriciteitsopwekking naar eigenaarsgroepen
42 %Burgers
(individuele eigenaren, burgerenergiebedrijven, burgerparticipaties)
41 %Investeerders
(institutionele en strategische beleggers)
16 %Elektriciteitsbedrijven
28 | De Duitse ‘Energiewende’
© d
pa/W
este
nd61
/Tom
Cha
nce
© d
pa/B
odo
Mar
ks
Ook in de traditionele energiesector zijn de burgers actief. Elektriciteit
en warmte worden niet langer meer alleen maar geproduceerd door
kleine of grote elektriciteitsbedrijven, maar door de burgers zelf. Deze
bezitten zonne-energie-installaties, nemen deel in windparken of ex-
ploiteren biogasinstallaties. Van de meer dan 1,5 miljoen fotovoltaïsche
systemen in Duitsland zijn er veel op de daken van eengezinswoningen
geïnstalleerd. Burgers nemen financieel deel in ongeveer de helft van
alle windenergie-installaties in Duitsland. In het geval van bio-energie
wordt bijna de helft van alle investeringen gedaan door boeren.
Wie niet de mogelijkheid heeft om zelf een installatie voor hernieuwbare
energie te bouwen of deze alleen te financieren, kan de handen ineen-
slaan met anderen. Zo zijn er ongeveer 850 energiecoöperaties met meer
dan 180.000 leden die gezamenlijk investeren in energietransitie-projec-
ten. Burgers kunnen al deelnemen met bedragen vanaf 100 euro.
Daarnaast kunnen burgers op verschillende manieren inspraak heb-
ben bij de concrete uitvoering van de energietransitie. Ze kunnen hun
bezwaren en wensen kenbaar maken als er in hun streek bijvoorbeeld
een nieuw windpark wordt gepland. Bijzonder intensief betrokken zijn
ze bij de geplande stroomtracé’s die grote hoeveelheden elektriciteit
dwars door heel Duitsland moeten transporteren. Daarbij hebben de
burgers al bij het bepalen van de vereiste netuitbreiding inspraak en
kunnen hun standpunt kenbaar maken. Ook alle verdere plannings-
fasen tot en met de beslissing over het concrete verloop van het tracé
vinden plaats met inspraak van het publiek. Bovendien worden de
burgers al vóór de start van de formele procedures door het Duitse
Netwerkagentschap (‘Bundesnetzagentur’) en de netbeheerders uit-
voerig geïnformeerd over de tracéprojecten.
Aangevuld worden deze activiteiten door het initiatief “burgerdialoog
elektriciteitsnet”. Dit is met burgerkantoren en dialoogaanbiedingen
direct present in de regio’s, waarin uitbreidingsprojecten zijn gepland en
biedt permanente aanspreekpunten voor alle kwesties in verband met de
netontwikkeling. Deze vroegtijdige gedachtewisseling maakt het mogelijk
energieprojecten beter uit te voeren en het draagvlak ervan te vergroten.
2018De Raad en het Parlement van de Europese Unie bereiken overeenstemming
over een verordening voor een administratief systeem ter ondersteuning van
de ontwikkeling en het gebruik van hernieuwbare energieën in de EU.
Hoe kunnen burgers thuis pro�teren van de energietransitie?Selectie van mogelijkheden voor energie-ef�ciëntie en gebruik van hernieuwbare energieën aan de hand van het voorbeeld van een eengezinswoning uit de jaren zeventig
-80 % energieLED-verlichting in plaats van gloeilampen
-13 % energieDakisolatie
60–70 % van het eigen verbruik (elektriciteit)Zonne-energie-installatie met batterij-opslagsysteem
-22 % energieGevelisolatie
-5 % energieIsolatie keldervloer
100 % van het eigen verbruik (warmte)Warmtepomp voor verwarming en warm water
-15 % energieModernisering van de verwarmingsinstallatie
-10 % energieDriedubbele beglazing
De Duitse ‘Energiewende’ | 29
dpa/
Mar
c O
llivi
er
Aanbesteding
Sinds 2017 worden de subsidietarieven voor
nieuwe windparkprojecten of grote fotovolta-
ische installaties via aanbestedingen vast-
gesteld. Daarbij worden meerdere projecten
tegelijkertijd aanbesteed en potentiële geïn-
teresseerden brengen voor de verschillende
projecten een bod uit ter hoogte van de aan-
vangsvergoeding. In plaats van een wettelijk
vastgelegde vergoeding wordt zo een eerlijke
marktprijs voor elektriciteit uit hernieuwbare
energieën vastgesteld. Om de gang van zaken
te testen en te optimaliseren, waren er in 2015
al drie aanbestedingsrondes voor grote fotovol-
taïsche projecten.
Batterij
Batterijen zijn chemische opslagmiddelen
voor elektrische ladingen. Wanneer er een
stroomcircuit op wordt aangesloten, ontladen
ze en vloeit er stroom. Oplaadbare batterij-
en zoals die in elektrische auto’s en mobiele
telefoons worden toegepast, heten accumu-
latoren of kortweg accu. Ook in combinatie
met hernieuwbare energieën, bijvoorbeeld bij
fotovoltaïsche installaties, worden oplaadbare
batterijen gebruikt. Hier heten ze dan batte-
rij-opslagsysteem. Batterijen kunnen slechts
een door hun capaciteit (gemeten in ampè-
re-uren – Ah) beperkte hoeveelheid elektrische
lading opnemen.
Bijna-energieneutraal huis
Met bijna-energieneutrale huizen worden
bouwwerken bedoeld die bijzonder weinig
energie verbruiken. In de Europese Unie moe-
ten alle nieuwe gebouwen vanaf 2021 aan een
gelijknamige standaard voldoen. Voor openba-
re instellingen geldt de richtlijn al vanaf 2019.
In Duitsland mag de primaire energiebehoefte
Woordenlijstvan dergelijke huizen per jaar niet meer dan
40 kWh per vierkante meter bedragen.
Brandstofcel
Brandstofcellen zijn kleine energiecentrales
die chemische energie omzetten in elektrische
energie en op deze manier stroom opwekken.
Ze worden bijvoorbeeld gebruikt om een
elektrisch voertuig aan te drijven of in regio’s
zonder elektriciteitsnet toegepast. Vaak zijn als
grondstof alleen waterstof en zuurstof nodig.
Bij deze vorm van energiewinning ontstaan
geen klimaatschadelijke gassen, maar alleen
waterdamp. De waterstof die nodig is voor
de opwekking van elektriciteit kan worden
geproduceerd met elektriciteit uit hernieuwba-
re energieën (zie Power-to-Gas). Maar er zijn
ook brandstofcellen die andere grondstoffen
gebruiken, zoals methanol.
Broeikasgassen
Broeikasgassen veranderen de atmosfeer op
zo’n manier dat de zonnestralen die door het
aardoppervlak worden gereflecteerd niet terug
de ruimte in stralen, maar opnieuw worden
gereflecteerd in de atmosfeer en terug worden
geworpen naar de aarde. Op deze manier leve-
ren ze een belangrijke bijdrage aan de opwar-
ming van de aarde. Dit effect is vergelijkbaar
met het principe van een broeikas, de aarde
warmt op. Het bekendste broeikasgas is kool-
dioxide, dat voornamelijk wordt geproduceerd
door de verbranding van fossiele brandstoffen
zoals olie, gas en steenkool. Andere broeikas-
gassen zijn bijvoorbeeld methaan en chloorflu-
orkoolwaterstoffen (CFK’s).
Bruto elektriciteitsverbruik
Om het bruto elektriciteitsverbruik van een
land te bepalen, wordt de in dat land opge-
wekte elektriciteit opgeteld bij de invoer van
elektriciteit uit het buitenland. Op dit bedrag
wordt de hoeveelheid uitgevoerde elektriciteit
in mindering gebracht.
In het land opgewekte elektriciteit
+ geïmporteerde elektriciteit
- geëxporteerde elektriciteit
----------------------------------------------
= bruto elektriciteitsverbruik
Carsharing
Bij autodelen delen meerdere gebruikers een
voertuig. In de regel worden ze daarvoor klant
van een bedrijf dat eigenaar is van de voertui-
gen. Als ze een auto nodig hebben, kunnen ze
die huren. In tegenstelling tot de traditionele
autoverhuur is bij autodelen ook een zeer
kortstondig gebruik mogelijk en een boeking
van bijvoorbeeld 30 minuten. Veel gemeenten
hebben geprivilegieerde parkeerplaatsen voor
autodelen ingericht. Ook kunnen ze busstroken
vrijgeven voor autodelen.
CO2-equivalent
Het CO2-equivalent is een vergelijkend cijfer
voor de effecten van een chemische verbinding
op het broeikaseffect, meestal over een periode
van 100 jaar bekeken. Daarbij wordt kooldi-
oxide (CO2) op één gesteld. Als een stof een
CO2-equivalent van 25 heeft, dan is de uitstoot
van één kilogram van dit materiaal 25 keer zo
schadelijk als de uitstoot van één kilogram
(CO2). Belangrijk: het CO2-equivalent zegt niets
30 | De Duitse ‘Energiewende’
over de werkelijke bijdrage van een verbinding
aan de klimaatverandering.
Condensatoren
Condensatoren kunnen stroom gedurende
korte tijd opslaan. Een condensator bestaat
uit twee componenten, bijvoorbeeld metalen
kogels of platen. De ene component is positief
geladen, de andere negatief. Als beide met
elkaar worden verbonden, vloeit er stroom tot
de ladingen in evenwicht zijn.
Donkerluwte
Fasen waarin windkracht- en fotovoltaïsche
installaties geen elektriciteit kunnen leveren,
worden wel ‘donkerluwte’ genoemd. Een
extreem geval zouden windstille, bewolkte
nachten bij nieuwe maan zijn. In dergelijke
fasen moeten andere energiebronnen of moet
eerder opgeslagen energie bijspringen om aan
de vraag naar elektriciteit te voldoen.
Drukluchtopslag
Bij een drukluchtopslag wordt elektrische ener-
gie gebruikt om lucht onder druk op te slaan in
een ondergronds grottensysteem. De samen-
geperste lucht kan indien nodig via een turbine
worden afgelaten en daarbij elektriciteit
opwekken. Tot nu toe wordt deze technologie
nauwelijks gebruikt. Ze geldt echter als een op-
tie om overtollige elektriciteit uit hernieuwbare
energieën op te slaan. Als veilige formaties voor
de reservoirs gelden uitgeholde, luchtdichte
zoutkoepels. Bij de installatie ervan moeten
een aantal geologische uitdagingen worden
overwonnen. Want mocht het systeem achteraf
onstabiel blijken te zijn, dan zijn er geen mo-
gelijkheden om het alsnog te stabiliseren. Ook
mag de spanningstoestand van het omringende
gesteente niet worden verstoord.
Duurzame-energietoeslag/omslagsysteem
Alle elektriciteitsverbruikers in Duitsland
financieren de extra kosten voor elektriciteit
uit hernieuwbare energieën overeenkomstig
de Duurzame Energiewet (EEG) via een toeslag
die over de stroomprijs wordt geheven. De
hoogte van de toeslag resulteert uit het verschil
tussen de vergoedingen die aan de exploitanten
worden betaald en de inkomsten uit de verkoop
van de elektriciteit op de energiebeurs. Bedrij-
ven met een zeer hoge elektriciteitsbehoefte
hoeven niet de volledige toeslag te betalen.
Eindenergieverbruik
Onder eindenergie wordt het deel van de ener-
gie verstaan dat daadwerkelijk bij de verbruiker
aankomt. Factoren als leidingverliezen of ver-
liezen als gevolg van het rendement van ener-
giecentrales zijn in dit cijfer buiten beschou-
wing gelaten. Ontstaan er bij de verbruiker zelf
daarentegen verliezen, bijvoorbeeld door de
warmteontwikkeling van een netvoeding, dan
worden deze wel tot het eindenergieverbruik
gerekend.
Elektriciteitsnet – Ultrahoogspanningsnet –
Distributienet
Het elektriciteitsnet is de transportroute voor
elektrische stroom. In Duitsland en in veel an-
dere landen bestaat het elektriciteitsnet uit vier
soorten trajecten die met verschillende span-
ningsniveaus werken: ultrahoge spanning (220
of 380 kV), hoogspanning (60 kV tot 220 kV),
middenspanning (6 tot 60 kV) en laagspanning
(230 of 400 V). Het laagspanningsnet bedient
zowel afnemers als particuliere huishoudens.
Ultrahoogspanningsnetten werken op onge-
veer de duizendvoudige spanning, ze trans-
porteren grote hoeveelheden elektriciteit over
lange afstanden. Met hoogspanning wordt de
stroom verder gedistribueerd naar de netwer-
ken met middelhoge of lage spanning. Mid-
denspanningsnetten verdelen de elektriciteit
verder, maar leveren ook aan grote afnemers
zoals de industrie en ziekenhuizen. Particuliere
huishoudens betrekken hun elektriciteit uit het
laagspanningsnet.
Emissiehandel
CO2-emissies hebben in Europa een markt-
waarde. De energiesector en grote delen van de
industrie moeten voor elke ton broeikasgassen
die ze uitstoten certificaten hebben. Als ze er
te weinig hebben, moeten ze deze op gespe-
cialiseerde beurzen inkopen. Besparen ze op
emissies, dan kunnen ze overtollige certificaten
verkopen. Aangezien de totale hoeveelheid be-
schikbare certificaten van jaar tot jaar afneemt,
worden bedrijven gestimuleerd om te investe-
ren in energiebesparende maatregelen of om
andere, minder klimaatschadelijke energieën te
gebruiken.
Energie-efficiëntie
De energie-efficiëntie geeft aan hoe hoog het
voordeel is afhankelijk van de gebruikte energie
of hoeveel energie iemand moet gebruiken om
een bepaald voordeel te behalen. Hoe hoger
de energie-efficiëntie, des te minder energie er
nodig is om het voordeel te behalen. Een ge-
De Duitse ‚Energiewende‘ | 31
bouw met een hoge energie-efficiëntie vereist
bijvoorbeeld minder energie voor verwarming
of koeling dan een identiek gebouw met een
lage energie-efficiëntie. Industriële productie
en verkeer zijn andere sectoren waarin ener-
gie-efficiëntie steeds belangrijker wordt. Voor
bedrijven zijn energie-efficiëntiemaatregelen
interessant als ze daarmee meer geld besparen
dan de implementatie heeft gekost. Ook
particuliere consumenten kunnen bijdragen
aan het besparen van energie door bijzonder
energie-efficiënte apparaten te gebruiken. In
veel landen worden koelkasten, televisies, was-
machines, etc. voorzien van een verbruikslabel,
waarmee u snel kunt zien hoe energiezuinig
het apparaat is.
Energiecoöperaties
Coöperaties zoals we die vandaag de dag in
Duitsland kennen, zijn een inmiddels gekend
concept uit de 19e eeuw. Friedrich Wilhelm
Raiffeisen en Hermann Schulze-Delitzsch
richtten tegelijkertijd de eerste Duitse coö-
peraties op. Meerdere personen met dezelfde
economische belangen bundelen hun krachten
en krijgen zo meer marktmacht, bijvoorbeeld
in de vorm van een inkoopcoöperatie. Deze
bijzondere ondernemingsvorm is in Duits-
land in een aparte wet geregeld. Coöperaties
bestaan al lang in de energiesector. Aan het
begin van de elektrificatie in Duitsland waren
met name de plattelandsgebieden niet in staat
om gelijke tred te houden met de grote steden
en richtten energiecoöperaties op om zichzelf
van elektriciteit te voorzien. Sommige van
deze energiecoöperaties bestaan vandaag de
dag nog steeds. In het kader van de energie-
transitie beleefde het coöperatieve model een
renaissance. De meerderheid van de betrokke-
nen zijn particulieren die bijvoorbeeld de bouw
van zonne-energieinstallatie of windmolens
financieren.
Energieproductiviteit
De energieproductiviteit geeft aan welke ma-
cro-economische waarde (deel van het bruto
binnenlands product) er per gebruikte ener-
gie-eenheid wordt gegenereerd. Gerelateerd
aan een nationale economie wordt de primaire
energie als basis voor de berekening gebruikt.
Europese binnenmarkt
De lidstaten van de Europese Unie vormen een
binnenmarkt. Deze binnenmarkt garandeert
het vrije verkeer van goederen, diensten, kapi-
taal en in beperktere mate ook van personen
over de nationale grenzen heen. Over goederen
en diensten worden bijvoorbeeld bij het over-
schrijden van de grens geen douanerechten
of andere belastingen geheven. Ook elektri-
citeit, gas en olie stromen van het ene land
naar het andere. De bestaande infrastructuur
van elektriciteits- en gasleidingen is echter
tot nu toe nog niet voldoende om een goed
functionerende Europese binnenmarkt voor
energie te waarborgen. Ook is er nog steeds
behoefte aan een uniforme, grensoverschrij-
dende regelgeving. Beide moeten de komende
jaren echter worden bereikt, om te zorgen voor
evenwichtige elektriciteitsprijzen in de EU en
de energiezekerheid te vergroten.
Hernieuwbare energieën
Tot de hernieuwbare energieën behoren wind-
energie, zonne-energie (fotovoltaïsche energie,
thermische zonne-energie), geothermische
energie, biomassa, waterkracht en oceaanener-
gie. Bij waterkracht wordt er deels onderscheid
gemaakt: de kleine waterkracht wordt in veel
statistieken tot de hernieuwbare energieën
gerekend, grote waterkrachtcentrales vanaf
een geïnstalleerd vermogen van 50 megawatt
of meer worden veelal niet meegerekend.
In tegenstelling tot conventionele energie-
bronnen zoals steenkool, olie, gas en kern-
energie verbruiken hernieuwbare energieën
bij de opwekking van elektriciteit geen eindige
grondstoffen. Biomassa is een uitzondering.
Deze wordt alleen als klimaatneutraal be-
schouwd als er niet meer grondstoffen worden
verwerkt dan er in dezelfde periode weer
bijgroeien.
Geothermie is steeds weer onderwerp van
kritiek. De geologische ingrepen kunnen onder
andere aardbevingen veroorzaken of ertoe
leiden dat de grond zo ver omhoog komt dat
gebouwen erboven onbewoonbaar worden.
Kyoto-protocol
In 1997 hebben de lidstaten van het Raam-
verdrag van de Verenigde Naties inzake
klimaatverandering (UNFCCC) in Kyoto (Japan)
overeenstemming bereikt over streefwaarden
voor de vermindering van broeikasgasemissies
tot het jaar 2012. Referentiejaar is de stand
in 1990. Meer dan 190 staten hebben het
verdrag geratificeerd. Op de VN-conferentie
over klimaatverandering in Doha is een tweede
verbintenisperiode tot 2020 overeengekomen.
Het Kyoto-protocol is een voorloper van het
klimaatakkoord van Parijs van december 2015,
waarin de inmiddels 196 UNFCCC-staten zijn
overeengekomen de opwarming van de aarde te
beperken tot minder dan twee graden Celsius.
Ontwikkelingscorridor
Ontwikkelingscorridors zorgen ervoor dat
de uitbreiding van hernieuwbare energieën
voorspelbaarder is, de integratie in het elek-
triciteitsnet succesvoller is en de extra kosten
voor de consument beheersbaar blijven. Voor
elke hernieuwbare-energietechnologie is in
de Duurzame Energiewet een aparte doelcor-
ridor gedefinieerd. Als de nieuw geïnstalleer-
de capaciteit in het ene jaar de bovengrens
overschrijdt, gelden in het volgende jaar lagere
subsidiepercentages. Als er minder wordt
gebouwd dan volgens de corridor gewenst is,
32 | De Duitse ‘Energiewende’
zal de verlaging van de subsidietarieven lager
uitvallen of deze wordt helemaal geschrapt.
Pelletverwarming
Houtpellets zijn kleine bolletjes of staafjes van
geperste houtsnippers of zaagsel. Ze worden in
speciale kachels opgestookt. Omdat ze gecom-
primeerd zijn, hebben ze een hoge energiedicht-
heid, maar hebben minder opslagruimte nodig
dan bijvoorbeeld brandhout. Houtpelletver-
warmingssystemen zijn klimaatneutraal, omdat
bij de verbranding slechts zoveel kooldioxide
vrijkomt als eerder in de plant is gebonden.
Pompaccumulatoren
Pompaccumulatoren of pompaccumulatiecen-
trales zijn een beproefde technologie voor de
opslag van energie. Daarbij wordt overtollige
elektriciteit uit het net gebruikt om water in
een hoger reservoir te pompen. Als er extra
elektriciteit nodig is, stroomt het water terug
en wordt er een turbine aangedreven die elek-
triciteit opwekt.
Power-to-Gas (elektrolyse, methanisatie)
Power-to-Gas is een technologie, waarmee
overtollige elektrische energie op lange termijn
kan worden opgeslagen. In een tweefasen-
proces wordt met de elektriciteit een gas
geproduceerd, dat in gashouders kan worden
opgeslagen en via het gasnetwerk kan worden
gedistribueerd. In de eerste fase wordt de
stroom gebruikt om door middel van elektroly-
se water in zuurstof en waterstof te splitsen.
De geproduceerde waterstof kan in beperkte
hoeveelheden rechtstreeks aan het gasnet
worden geleverd of in een tweede stap (me-
thanisatie) in een ander gas worden omgezet.
Bij de methanisatie worden uit waterstof met
toevoeging van kooldioxide methaan en water
gevormd. Methaan is het hoofdbestanddeel
van aardgas en kan probleemloos aan het
gasnet worden geleverd.
Primaire energie/primair energieverbruik
De primaire energie is de som van uit ener-
giebronnen als steenkool, olie, zon of wind
beschikbare energie. Bij de omzetting naar de
eindenergie (zie Eindenergie) treden meer of
minder hoge verliezen op, afhankelijk van de
oorspronkelijke energiebron, bijvoorbeeld bij
de opwekking en het transport van elektrici-
teit. Daarom is het primaire energieverbruik
altijd hoger dan het eindenergieverbruik.
Radioactief afval
Radioactief afval ontstaat onder andere wan-
neer kernenergie wordt gebruikt om elektrici-
teit op te wekken. Daarbij worden radioactieve
materialen in splijtstofstaven opgesplitst
in andere materialen. Deze kunnen op een
bepaald moment niet meer verder worden
gebruikt, maar zijn desondanks nog steeds
radioactief. In het begin zijn dit isotopen van
de elementen uranium, plutonium, neptunium,
jodium, cesium, strontium, americium, kobalt
en andere. In de loop van de tijd ontstaan er bij
het doorlopen van de vervalsreeksen nog meer
radioactieve stoffen. Dit afval moet gedurende
een lange periode veilig worden opgeslagen
om schade aan mens en natuur te voorkomen.
Hoogradioactief afval moet minstens een
miljoen jaar veilig worden opgeslagen. Middel-
radioactief afval vereist minder, laagradioactief
afval nauwelijks beschermende maatregelen.
Maar ook deze moeten langdurig en veilig
worden opgeslagen.
Renovatie van gebouwen
Bij een energetische renovatie van gebouwen
worden zwakke plekken, waar meer energie
verloren gaat dan volgens de huidige stand van
de techniek nodig is, geëlimineerd. Mogelijke
verbeteringsmaatregelen zijn bijvoorbeeld de
isolatie van muren en daken of nieuwe, warm-
te-isolerende ramen. Een volgende stap is de
modernisering van de verwarmingsinstallatie.
Reserve-elektriciteitscentrale
Reserve-elektriciteitscentrales springen bij als
er zich plotselinge knelpunten in de stroom-
voorziening voordoen. Omdat ze snel moeten
kunnen worden opgestart en stilgelegd, zijn
hiervoor vooral gasgestookte elektriciteitscen-
trales geschikt.
Smart Grid
Een Smart Grid is een elektriciteitssysteem,
waarin alle componenten met elkaar com-
municeren, van de producent via leidingen en
opslagsystemen tot en met de consument. Dit
wordt via geautomatiseerde, digitale gegevens-
overdracht gewaarborgd. De snelle communi-
catie helpt om knelpunten en overproductie
van elektriciteit te voorkomen en de energie-
voorziening aan te passen aan de behoeften
van alle betrokken partijen. Met name de
onregelmatige teruglevering van elektriciteit
uit hernieuwbare energieën vereist dergelijke
oplossingen. Tegelijkertijd maken Smart Grids
het mogelijk om via flexibele elektriciteitsprijs-
modellen de vraag te sturen.
De Duitse ‚Energiewende‘ | 33
Teruglevertarief
De Duurzame Energiewet garandeert de
exploitanten van wind- of zonne-energiecen-
trales gedurende een bepaalde periode een
minimumvergoeding voor de geproduceerde
elektriciteit. Bepalend voor de hoogte van de
vergoeding is het jaar van inbedrijfstelling. De
vergoeding daalt van jaar tot jaar, aangezien
door de technische vooruitgang en de bredere
toepassing van de technologieën de inves-
teringskosten steeds verder kunnen worden
verlaagd. In Duitsland zal in de komende jaren
de aanbestedingsprocedure (zie Aanbesteding)
in de plaats komen van de huidige vaste terug-
levertarieven.
Vliegwielaccumulatoren
Vliegwielaccumulatoren kunnen kortstondig
overtollige elektriciteit uit het net opnemen.
De elektrische energie wordt daarbij mecha-
nisch opgeslagen. Een elektromotor drijft een
vliegwiel aan. De elektrische energie wordt
omgezet in rotatie-energie. Om deze terug
te winnen, drijft het wiel indien nodig een
elektromotor aan. Net als accu’s en batterijen
zijn vliegwielen ook geschikt voor een modulai-
re opbouw. Het technische basisprincipe is al
sinds de Middeleeuwen bekend, zij het destijds
nog niet in combinatie met elektrische stroom.
Vliegwielen zijn in het bijzonder geschikt om
een kortstondige piekproductie op te nemen,
om deze snel weer terug te leveren aan het net.
Warmtepomp
Warmtepompen absorberen thermische ener-
gie uit de omgeving, bijvoorbeeld uit diepere
bodemlagen. Deze warmte wordt gebruikt om
warm water te produceren of om het gebouw
te verwarmen. De daarvoor benodigde elektri-
citeit kan worden opgewekt met hernieuwbare
energieën. Op hetzelfde principe gebaseerd is
de koelkast, die weliswaar binnenin koelt, maar
naar buiten toe warmte afgeeft.
34 | De Duitse ‘Energiewende’
Lijst van bronnenAG Energiebilanzen e.V. (2017):
Energieverbrauch in Deutschland im Jahr 2016.
Agora Energiewende (2017): Agorameter –
Stromerzeugung und Stromverbrauch.
Auswärtiges Amt (2015): Rede von Frank-
Walter Steinmeier zur Eröffnung des Berlin
Energy Transition Dialogue 2015.
BMWi und BMBF: Energiespeicher –
Forschung für die Energiewende.
Bundesamt für Strahlenschutz (2016):
Kernkraftwerke in Deutschland:
Meldepflichtige Ereignisse seit Inbetriebnahme.
Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz,
Bau und Reaktorsicherheit (2015):
Atomenergie – Strahlenschutz.
Bundesministerium für Umwelt, Naturschutz
und nukleare Sicherheit (2018): Klimaschutz
in Zahlen.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2014): Die Energie der Zukunft.
Erster Fortschrittsbericht zur Energiewende.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2014): Zweiter Monitoring-Bericht
„Energie der Zukunft“.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2015): Die Energie der Zukunft.
Fünfter Monitoringbericht zur Energiewende.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2015): Eckpunkte Energieeffizienz.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2015): Erneuerbare Energien
in Zahlen. Nationale und Internationale
Entwicklung im Jahr 2014.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2015): EU-Energieeffizienz-Richtlinie.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2016): Bruttobeschäftigung durch
erneuerbare Energien in Deutschland und
verringerte fossile Brennstoffimporte durch
erneuerbare Energien und Energieffizienz.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2016): Energiedaten: Gesamtausgabe.
Stand November 2016.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2016): Erneuerbare Energien auf
einen Blick.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2017): Energieeffizienz zahlt sich für
deutsche Haushalte aus.
Bundesministerium für Wirtschaft und
Energie (2018): Energie der Zukunft – Sechster
Monitoringbericht zur Energiewende.
Bundesnetzagentur (2015): EEG-Fördersätze
für PV-Anlagen. Degressions- und Vergütungs-
sätze Oktober bis Dezember 2015.
Bundesnetzagentur (2017): EEG in Zahlen.
Bundesnetzagentur; Bundeskartellamt (2016):
Monitoringbericht 2016.
Bundesregierung (2015): Die Automobil-
industrie: eine Schlüsselindustrie unseres
Landes.
Bundesverband CarSharing (2018):
Aktuelle Zahlen und Daten zum CarSharing in
Deutschland.
Bundesverband der Energie- und Wasser-
wirtschaft (2014): Stromnetzlänge entspricht
45facher Erdumrundung.
Bundesverband der Energie- und Wasserwirt-
schaft e.V. (2016): BDEW zum Strompreis der
Haushalte. Strompreisanalyse Mai 2016.
Council of European Energy Regulators (2015):
CEER Benchmarking Report 5.2 on the
Continuity of Electricity Supply – Data update.
BSW-Solar (2018): Meilenstein der Energie -
wende: 100.000ster Solarstromspeicher
installiert.
Deutsche Energie Agentur GmbH (2012):
Der dena-Gebäudereport 2012. Statistiken
und Analysen zur Energieeffizienz im
Gebäudebestand.
Deutsche Energie Agentur GmbH (2018):
Der dena-Gebäudereport 2018. Statistiken
und Analysen zur Energieeffizienz im
Gebäudebestand.
Deutsche Energie-Agentur (2013): Power to
Gas. Eine innovative Systemlösung auf dem Weg
zur Marktreife.
Deutsche Energie-Agentur (2015):
Pilotprojekte im Überblick.
Deutscher Bundestag (2011): Novelle des
Atomenergiegesetzes 2011.
DGRV – Deutscher Genossenschafts- und
Raiffeisenverband e.V. (2014): Energie-
genossenschaften. Ergebnisse der Umfrage
des DGRV und seiner Mitgliedsverbände.
EnBW (2015): Pumpspeicherkraftwerk Forbach
– So funktioniert ein Pumpspeicherkraftwerk.
Energy Information Administration (2018):
International Energy Statistics.
entsoe (2014): 10-year Network Development
Plan 2014.
European Environment Agency (2016):
Annual Euro pean Union greenhouse gas
inventory 1990-2014.
Filzek, D., Göbel, T., Hofmann, L. et al. (2014):
Kombikraftwerk 2 Abschlussbericht.
GWS (2013) Gesamtwirtschaftliche Effekte
energie- und klimapolitischer Maßnahmen der
Jahre 1995 bis 2012.
Heinrich-Böll-Stiftung (2018):
Energieatlas 2018.
IEA (2016): World Energy Outlook 2016
Summary, November 2016.
Intergovernmental Panel on Climate Change
(2014): Climate Change 2014. Synthesis Report.
International Renewable Energy Agency
(2015): Renewable Power Generation Costs
in 2014.
IRENA (2015): Renewable power generation
cost in 2014.
KfW (2015): Energieeffizient bauen und
sanieren. KfW-Infografik.
Kraftfahrt-Bundesamt (2018): Fahrzeug-
bestand in Deutschland.
Merkel, A. (2015): Rede von Bundeskanzlerin
Merkel zum Neujahrsempfang des Bundes-
verbands Erneuerbare Energie e.V. (BEE) am
14. Januar 2015.
Ratgeber Geld sparen (2015):
Kühlschrank A+++ Ratgeber und Vergleich.
Stand November 2015.
REN21 (2017): Renewables 2017. Global Status
Report. 2017.
Statistische Ämter des Bundes und der Länder
(2014): Gebiet und Bevölkerung – Haushalte.
Statistisches Bundesamt (2017):
Bevölkerungsstand.
Statistisches Bundesamt (2018):
Bruttoinlandsprodukt 2017 für Deutschland.
Statistisches Bundesamt (2015): Preise.
Erzeugerpreise gewerblicher Produkte (Inland-
sabsatz) Preise für leichtes Heizöl, schweres
Heizöl, Motorenbenzin und Dieselkraftstoff.
Lange Reihen.
Statistisches Bundesamt (2015): Umsätze
in der Energie-, Wasser- und Entsorgungs-
wirtschaft 2013 um 1,6% gesunken.
Statistisches Bundesamt: Umweltökonomische
Gesamtrechnungen, Werte für 2015 unter
https://www.destatis.de/
trend:reseach Institut für Trend- und
Marktforschung, Leuphana Universität
Lüneburg (2013): Definition und Marktanalyse
von Bürgerenergie in Deutschland.
Umweltbundesamt (2015): Emissionsberich-
terstattung Treibhausgase Emissionsentwick-
lung 1990-2013 – Treibhausgase.
Umweltbundesamt (2015): Nationale Trend-
tabellen für die deutsche Berichterstattung
atmosphärischer Emissionen 1990-2013.
Umweltbundesamt (2015): Presseinfo
14/2015: UBA-Emissionsdaten 2014 zeigen
Trendwende beim Klimaschutz.
Umweltbundesamt (2016): Treibhausgas-
Emissionen in Deutschland.
Umweltbundesamt (2016): UBA-Emissions-
daten für 2015 zeigen Notwendigkeit für
konsequente Umsetzung des Aktions-
programms Klimaschutz 2020.
Umweltbundesamt/Arbeitsgemeinschaft
Energiebilanzen (2018):
Indikator Energieverbrauch.
Zetsche, D. (2009): Rede auf dem World
Mobility Forum in Stuttgart, Januar 2009.
36 | De Duitse ‘Energiewende’
Colofon
Auswärtiges AmtWerderscher Markt 110117 BerlinTel.: +49 30 1817-0www.diplo.de
Redactie/opmaakEdelman.ergo GmbH, Berlin Diamond media GmbH, Neunkirchen-Seelscheid
© d
pa/C
atri
nus
Van
Der
Vee
n