De Democratische Volksrepubliek Korea tussen … over Noord-Korea.pdfDemocratisch Front voor de...

13
39 I JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011 De Democratische Volksrepubliek Korea tussen zelfbehoud en aanpassing André Mommen Noord-Korea en Vietnam De Democratische Volksrepubliek Korea (DVRK) komt regelmatig in het wereld- nieuws als een voorbeeld van een agres- sieve gemilitariseerde staat die niet alleen de stabiliteit in het Verre Oosten bedreigt, maar ook de wereldvrede in gevaar brengt. In snel tempo heeft de DVRK immers het nucleaire wapen ontwikkeld en zich voorzien van ballistische raketten om die atoombommen op de plaats van bestem- ming te brengen. Voorts vecht het commu- nistische regime in Pyongyang regelmatig zeeoorlogjes met de Zuid-Koreaanse buur uit. Van een definitieve vreedzame samen- leving tussen beide staten kan dus geen sprake zijn. Laat staan van een (vreed- zame) hereniging van de twee Korea’s. Daarbij zou het communistische regime ook nog eens de eigen bevolking uithon- geren, de mensenrechten met de voeten treden, concentratiekampen beheren, critici monddood maken, het vrije verkeer van de eigen burgers naar het buitenland onmoge- lijk maken. Zijn er dan geen veranderingen op til? Jawel, want Noord-Korea integreert zich langzaam maar zeker in de zich glo- baliserende wereldeconomie. Hier een kort overzicht. Historische achtergronden De toestand in Korea is niet te begrijpen zonder er de afloop van de Tweede Wereld- oorlog bij te halen. Het Koreaanse schier- eiland was voordien een Japans wingewest dat hoofdzakelijk agrarisch was en waar de industriële ontwikkeling zich had beperkt tot vooral textielfabriekjes. De Japanse ca- pitulatie in augustus 1945 leidde tot de op- deling van Korea in twee bezettingszones beheerd door de Amerikanen in het zuiden en de Sovjets in het noorden en waarbij de 38ste parallel als “grens” diende. De bedoeling was dat Korea nadien een onaf- hankelijke republiek zou worden. Dat was zonder de Koude Oorlog gerekend. In het noorden was tijdens de Tweede Wereld- oorlog het communistische verzet actief geworden. De jonge communistische leider Kim Il Sung, die een opleiding had geno- ten aan de officiersschool in Khabarovsk, nam in 1942 de leiding van een Koreaans bataljon dat later zou uitgroeien tot het Ko- reaanse Volksleger (KVL). Omdat Moskou pas laat, in 1945, in oorlog met Japan trad, gebeurde de nationale bevrijding van Ko- rea door de capitulatie van Japan en niet door een bevrijdingsoorlog. Kim Il Sung arriveerde pas op 10 oktober 1945 in de Koreaanse haven van Wonsan. Hij werd de door Stalin uitverkoren vertrouwensman in de Russische bezettingszone. De populaire nationalistische verzetsheld Cho Mansik 1 en leider van de Democrati- sche Partij werd door Moskou in februari 1946 aan de kant geschoven. Alle leidende posities geraakten in handen van pro-sov- jetfiguren. Dat wilde niet zeggen dat Kim Il Sung een marionet van Stalin was. Kim Il Sung kon immers ook rekenen op steun van Mao Zsedong die in China bezig was aan een onstuitbare opmars. De Amerika- nen hadden inmiddels hun eigen man de christelijke Syngman Rhee met zijn Li- berale Partij in hun bezettingszone aan de macht gebracht. Syngman Rhee wilde de bestaande feodale orde ongemoeid laten. Kim Il Sung koos voor de sociale revolutie door de feodaliteit af te schaffen. De schei- ding tussen de beide Koreaanse bezettings- zones met de 38ste parallel als grens werd echter pas een politiek feit toen in augustus 1948 de Republiek van Korea met Ame- rikaanse steun werd opgericht. De Sovjet Unie reageerde in september 1948 met de uitroeping van de DVRK. Uit beide landen verdwenen hierop de bezettingstroepen. Beide staten claimden voortaan het hele land te vertegenwoordigen en naar hereni- ging te streven. Het KVL van Kim Il Sung kreeg na de af- tocht van het 25ste Sovjet Leger de wapens cadeau. Maar dat impliceerde geenszins dat Stalin naar een gewapende oplossing voor de Koreaanse tweedeling uitkeek. Toen in de lente van 1949 Kim Il Sung bij Stalin op bezoek kwam, kreeg hij van Stalin te horen dat, mochten de Zuid-Koreanen hun grensprovocaties niet stoppen, hij mocht terugslaan. Maar de Sovjet Unie zou dan niet interveniëren, ook niet als het conflict een ongewenste wending zou nemen. Ook geloofde Stalin niet meteen dat het regime van Syngman Rhee op instorten stond en dat de lokale guerrillabewegingen er wel zoveel toekomst hadden als Kim Il Sung beweerde. De afkondiging op 1 oktober 1949 van de Volksrepubliek China speelde Kim Il Sung in de kaart. De Verenigde Staten hadden immers China opgegeven. Waarom zouden ze Zuid-Korea niet laten vallen? Toen Kim Il Sung eind 1949 weer bij Stalin, dit naar aanleiding van diens 70ste verjaardag, op bezoek kwam, vond Stalin de hereniging van Korea alsnog geen prioriteit, want dat was voor de Sovjet Unie niet van vitaal belang. Integendeel zelfs. Stalin vreesde immers een gewapend conflict met Wa- shington. Stalin vreesde eventueel op twee fronten een oorlog te moeten uitvechten. Stalin adviseerde Kim Il Sung naar Chinese steun uit te zien. Soldaten gerekruteerd uit het etnisch Koreaanse Yanbian zouden al- licht welkom zijn. Stalin riep Kim Il Sung eind maart 1950 terug naar Moskou. Kim Il Sung meende nu dat hij tot de aanval op Zuid-Korea kon overgaan. Pak Hon Yong, 2 Tot op heden is Noord- Korea er op eigen kracht niet in geslaagd om uit de economische problemen te geraken.

Transcript of De Democratische Volksrepubliek Korea tussen … over Noord-Korea.pdfDemocratisch Front voor de...

39 I JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011

De Democratische Volksrepubliek Korea tussen zelfbehoud en aanpassing

André Mommen

Noord-Korea en Vietnam

De Democratische Volksrepubliek Korea (DVRK) komt regelmatig in het wereld-nieuws als een voorbeeld van een agres-sieve gemilitariseerde staat die niet alleen de stabiliteit in het Verre Oosten bedreigt, maar ook de wereldvrede in gevaar brengt. In snel tempo heeft de DVRK immers het nucleaire wapen ontwikkeld en zich voorzien van ballistische raketten om die atoombommen op de plaats van bestem-ming te brengen. Voorts vecht het commu-nistische regime in Pyongyang regelmatig zeeoorlogjes met de Zuid-Koreaanse buur uit. Van een definitieve vreedzame samen-leving tussen beide staten kan dus geen sprake zijn. Laat staan van een (vreed-zame) hereniging van de twee Korea’s. Daarbij zou het communistische regime ook nog eens de eigen bevolking uithon-geren, de mensenrechten met de voeten treden, concentratiekampen beheren, critici monddood maken, het vrije verkeer van de eigen burgers naar het buitenland onmoge-lijk maken. Zijn er dan geen veranderingen op til? Jawel, want Noord-Korea integreert zich langzaam maar zeker in de zich glo-baliserende wereldeconomie. Hier een kort overzicht.

Historische achtergronden

De toestand in Korea is niet te begrijpen zonder er de afloop van de Tweede Wereld-oorlog bij te halen. Het Koreaanse schier-eiland was voordien een Japans wingewest dat hoofdzakelijk agrarisch was en waar de industriële ontwikkeling zich had beperkt tot vooral textielfabriekjes. De Japanse ca-pitulatie in augustus 1945 leidde tot de op-deling van Korea in twee bezettingszones beheerd door de Amerikanen in het zuiden en de Sovjets in het noorden en waarbij de 38ste parallel als “grens” diende. De bedoeling was dat Korea nadien een onaf-hankelijke republiek zou worden. Dat was

zonder de Koude Oorlog gerekend. In het noorden was tijdens de Tweede Wereld-oorlog het communistische verzet actief geworden. De jonge communistische leider Kim Il Sung, die een opleiding had geno-ten aan de officiersschool in Khabarovsk, nam in 1942 de leiding van een Koreaans bataljon dat later zou uitgroeien tot het Ko-reaanse Volksleger (KVL). Omdat Moskou pas laat, in 1945, in oorlog met Japan trad, gebeurde de nationale bevrijding van Ko-rea door de capitulatie van Japan en niet door een bevrijdingsoorlog. Kim Il Sung arriveerde pas op 10 oktober 1945 in de Koreaanse haven van Wonsan. Hij werd de door Stalin uitverkoren vertrouwensman in de Russische bezettingszone.

De populaire nationalistische verzetsheld Cho Mansik1 en leider van de Democrati-sche Partij werd door Moskou in februari 1946 aan de kant geschoven. Alle leidende posities geraakten in handen van pro-sov-jetfiguren. Dat wilde niet zeggen dat Kim Il Sung een marionet van Stalin was. Kim Il Sung kon immers ook rekenen op steun van Mao Zsedong die in China bezig was aan een onstuitbare opmars. De Amerika-nen hadden inmiddels hun eigen man de christelijke Syngman Rhee met zijn Li-berale Partij in hun bezettingszone aan de macht gebracht. Syngman Rhee wilde de bestaande feodale orde ongemoeid laten. Kim Il Sung koos voor de sociale revolutie door de feodaliteit af te schaffen. De schei-ding tussen de beide Koreaanse bezettings-zones met de 38ste parallel als grens werd echter pas een politiek feit toen in augustus 1948 de Republiek van Korea met Ame-rikaanse steun werd opgericht. De Sovjet Unie reageerde in september 1948 met de

uitroeping van de DVRK. Uit beide landen verdwenen hierop de bezettingstroepen. Beide staten claimden voortaan het hele land te vertegenwoordigen en naar hereni-ging te streven.

Het KVL van Kim Il Sung kreeg na de af-tocht van het 25ste Sovjet Leger de wapens cadeau. Maar dat impliceerde geenszins dat Stalin naar een gewapende oplossing voor de Koreaanse tweedeling uitkeek. Toen in de lente van 1949 Kim Il Sung bij Stalin op bezoek kwam, kreeg hij van Stalin te horen dat, mochten de Zuid-Koreanen hun grensprovocaties niet stoppen, hij mocht terugslaan. Maar de Sovjet Unie zou dan niet interveniëren, ook niet als het conflict een ongewenste wending zou nemen. Ook geloofde Stalin niet meteen dat het regime van Syngman Rhee op instorten stond en dat de lokale guerrillabewegingen er wel zoveel toekomst hadden als Kim Il Sung beweerde.

De afkondiging op 1 oktober 1949 van de Volksrepubliek China speelde Kim Il Sung in de kaart. De Verenigde Staten hadden immers China opgegeven. Waarom zouden ze Zuid-Korea niet laten vallen? Toen Kim Il Sung eind 1949 weer bij Stalin, dit naar aanleiding van diens 70ste verjaardag, op bezoek kwam, vond Stalin de hereniging van Korea alsnog geen prioriteit, want dat was voor de Sovjet Unie niet van vitaal belang. Integendeel zelfs. Stalin vreesde immers een gewapend conflict met Wa-shington. Stalin vreesde eventueel op twee fronten een oorlog te moeten uitvechten. Stalin adviseerde Kim Il Sung naar Chinese steun uit te zien. Soldaten gerekruteerd uit het etnisch Koreaanse Yanbian zouden al-licht welkom zijn. Stalin riep Kim Il Sung eind maart 1950 terug naar Moskou. Kim Il Sung meende nu dat hij tot de aanval op Zuid-Korea kon overgaan. Pak Hon Yong,2

Tot op heden is Noord-Korea er op eigen kracht niet in geslaagd om uit de economische

problemen te geraken.

I 40 VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT

de leider van de Zuid-Koreaanse commu-nistische partij, vertelde Stalin toen dat er in Zuid-Korea ongeveer 200.000 gewapende strijders klaar stonden. Stalin raadde Kim Il Sung echter aan om eerst met Mao te over-leggen, want de Sovjet Unie zou zich in een gewapend conflict onzijdig opstellen. Sta-lin liet nu wel modern wapentuig met mili-taire adviseurs in Noord-Korea ontschepen. Tevens werd Mao voor het blok gezet om Kims oorlogsplannen goed te keuren.

Op 25 juni 1950 trokken Noord-Koreaanse troepen de demarcatielijn over en verover-den de zuidelijke hoofdstad Seoel. Toen al 90 procent van het Zuid-Koreaanse grond-gebied was veroverd, kwamen de Ame-rikanen met de goedkeuring van de Vei-ligheidsraad van de Verenigde Naties in actie. De door Stalin gevreesde uitbreiding van het conflict was een feit. Het Noord-Koreaanse leger ging ten onder. Alleen met massale Chinese hulp kon de Amerikaanse opmars worden gestopt. De oorlog ver-zandde daarna in een stellingenoorlog die zich iets te noorden van de 38ste parallel stabiliseerde.3 Dat werd uiteindelijk de be-standslijn bij het staakt-het-vuren op 27 juli 1953. Er volgde geen vredesverdrag. Van beide zijde werd de “hereniging” van Ko-rea onder eigen vlag beleden.

De gevolgen van de Koreaanse oorlog waren ernstig. In Zuid-Korea was nu een quasi-fascistisch regime onder Synghman Rhee aan de macht. In Noord-Korea werd een communistisch regime naar sovjetmo-del tot stand gebracht. Kim Il Sung gaf de poging om het land onder eigen vlag te herenigen niet op, maar intussen hadden wel veel politieke bondgenoten hem laten vallen en de oversteek naar Zuid-Korea gemaakt.

De Democratische Volksrepubliek Korea

Op 22 juli 1946 werd in Noord-Korea het Democratisch Front voor de Bevrijding van Korea opgericht. De Arbeiderspartij van Korea, de Democratische Partij, de Nieuwe Volkspartij en de Chondoist Chongu Partij waren de stichters.

De Chondoist Chongu Partij was op 5 fe-bruari 1946 opgericht. Deze religieuze partij steunde op de Chondogyo beweging en had onder de Koreaanse boeren veel

aanhang verworven. Deze beweging was ook een nationalistische reactie tegen het geïmporteerde christendom. In december 1946 telde de partij al meer dan 200.000 leden. Dat was meer dan de Arbeiderspar-tij van Kim Il Sung. De Chondoist Chongu Partij steunde in Zuid-Korea ook het re-gime van Synghman Rhee. Ze kon dus doorgaan voor een in wezen reactionaire boerenpartij. De neergang van de partij in het noorden begon toen tijdens de Ko-reaanse Oorlog partijleden de wijk naar het zuiden namen. In 1956 telde de Chondoist Chongu Partij nog maximaal 3.000 leden. De beweging had nog maximaal 50.000 aanhangers. Na zuiveringen bleef er, be-halve het uithangbord, weinig van deze romppartij over. Vandaag leidt Mevrouw Ryu Mi Yong4 deze kleine partij die geen eigen standpunten vertolkt.

De Koreaanse Sociaal-Democratische Par-tij werd op initiatief van Cho Mansik op 3 november 1945 als de Democratische Partij opgericht voor de nationalistische kleine ondernemers en handelaren, maar ook voor de christenen met anti-Japanse en antifeodale sentimenten. De oorlog zorgde voor een conflict. Cho Mansik werd in 1950 terechtgesteld. Zijn partij werd na 1958 door Kim Il Sung steeds meer ont-manteld. In 1980 werd de partijnaam in die van de Koreaanse Sociaal-Democratische Partij veranderd.5

De Nieuwe Volkspartij werd op 16 fe-bruari 1946 door uit China teruggekeerde communisten opgericht. Kim Tu Bong6 was de partijleider. Zijn partij vertolkte gematigde standpunten. Al op 29 juli 1946 hielden de beide communistische partijen een gezamenlijk congres en werd tot de fu-sie besloten. Op een fusiecongres op 28-30 augustus 1946 werd de naam van Arbei-derspartij van Noord-Korea aangenomen.7

De Koreaanse oorlog had het grootste ge-deelte van het land in puin gelegd, twee miljoen doden veroorzaakt,8 grote bevol-kingsgroepen op de vlucht gedreven en daarna ieder perspectief op een vreedzame hereniging onmogelijk gemaakt. Vooral China had met deze oorlog verveeld ge-zeten. Kim Il Sung moest na de wapen-stilstand in 1953 hoogdringend aan de economische wederopbouw werken en vooral zijn bewind verstevigen. Kim Il Sung schakelde daarom zijn naaste rivalen

uit. De Zuid-Koreaanse partijleider Pak Hon Yong werd in 1956 veroordeeld en ongetwijfeld onmiddellijk terechtgesteld. Op hem had Kim Il Sung de schuld voor de faliekant afgelopen oorlog afgeschoven.

Intussen had Kim Il Sung de Juche9 afge-kondigd: de DVRK koos voortaan voor het op eigen kracht ontwikkelen van de economische structuren, wat een zelfstan-dige koers naar het socialisme betekende. De hereniging van het land werd niet af-gezworen, maar had niet langer prioriteit. Een politiek van geforceerde industriali-satie naar stalinistisch model, waarbij de zware industrie de voorrang kreeg, moest ook de militaire opbouw dienen om aan de dreiging uit het zuiden het hoofd te kun-nen bieden. Kim Il Sungs nationalisme betekende ook beroep op het “volk” doen, en niet enkel en alleen op het proletariaat. Kim Il Sung sloot ook niet aan bij de in 1949 in Moskou opgerichte COMECON.

Na de wapenstilstand bleef Synghman Rhee uiteraard in Zuid-Korea aan de macht. Maar toen daarna de stroom van dollars opdroogde, de corruptie grote vormen aannam en de economische groei uitbleef, steeg de onrust. In 1960 moest Synghman Rhee na een studentenopstand ontslag nemen. Om te voorkomen dat het zuiden eventueel zou kiezen voor een fu-sie met het noorden, maakte een militaire staatsgreep onder Park Chung Hee in 1961 een einde aan het pseudo-parlementaire regime. Maar er was meer aan de hand. De nationalistische militairen wilden een versnelde economische groei via de export van industriële producten realiseren. Ook waren nu Japanse investeringen welkom. Voorts zorgde de aanwakkerende oor-log in Vietnam daarna voor extra inkom-sten. Zuid-Korea maakte zich nu dankzij

41 I JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011

De Democratische Volksrepubliek korea tussen zelfbehouD en aanpassing - André Mommen

buitenlandse directe investeringen en op-gelegde lage lonen op voor de industriële revolutie. Zuid-Korea leefde inmiddels vei-lig onder de Amerikaanse atoomparaplu. Daardoor kon het land alle aandacht op de politiek van exportgeleide groei richten. De militairen zorgden vooral voor de binnen-landse arbeidsrust. Zuid-Korea werd al snel een economische grootmacht die op textiel, staal, scheepsbouw en zware chemie was gebaseerd.10

Economische problemen

In Noord-Korea was het omgekeerde aan de orde. Hier werd de industrialisatie uit eigen middelen betaald. Ook ging een steeds groter deel van de opbrengsten naar de militaire uitgaven. Kim Il Sung was im-mers uit het militaire apparaat voortgeko-men. De opkomende tegenstellingen tussen Moskou en Peking liet hij wijselijk over zich heen gaan. Met lede ogen kon Kim Il Sung voorts de economische groei van Zuid-Korea aanzien. Zuid-Korea werd sa-men met Taiwan (het vroegere Formosa), Hong Kong en Singapore een “Aziatische tijger”. De uitdaging lag er dus. Noord-Ko-rea moest nu Zuid-Korea economisch zien bij te benen om eventueel op voet van ge-lijkheid te kunnen onderhandelen over een hypothetische hereniging.

De centrale staatsplanning van de DVRK had, zoals vroeger in de Sovjet Unie, in-middels de basis weten te leggen van de zware industrie. Maar overinvesteringen leverden problemen op bij het afstemmen van de productie in de diverse sectoren. Tekorten doken op die men slechts ten dele door importen kon afdekken. Daarbij was het verleidelijk om in die omstandig-heden aan de wapenindustrie de voorrang te geven. Voorts bleef de DVRK, hoewel geen formeel lid van de COMECON, toch zwaar afhankelijk van de economische relaties met de Sovjet Unie en de andere socialistische landen. Zowel grondstoffen als machines moesten worden ingevoerd, wat in schril contrast stond met de officieel beleden Juche. Toen in 1989 het socialis-tisch blok uit elkaar viel en eind 1991 de Sovjet Unie officieel ophield te bestaan, geraakte de DVRK in een ernstige econo-mische crisis verwikkeld. Wat moest Kim Il Sung doen in een periode dat de indus-triële productie grotendeels in elkaar klapte en de levensstandaard van de bevolking

daalde? Er was even sprake van het volgen van de Chinese weg door het openen van een vrijhandelszone in Rajin-Sonbong aan de Chinese en Russische grens.11 Intussen daalde in het midden van de jaren 1990 de energieproductie tot onder eenderde van het eerdere niveau. De import van ruwe olie daalde van 4 miljoen ton per jaar tot 560.000 ton. Sindsdien telt steenkool voor meer dan 50 procent van de Noord-Ko-reaanse energievoorziening.

Kim Il Sung stierf in 1994 op het diepte-punt van de economische crisis. Hij werd opgevolgd door zijn zoon Kim Jong Il die zijn machtsbasis eveneens in het Volks-leger had. De Juche-ideologie maakte in 1995 nu officieel plaats voor de Songun-ideologie die het “militaire eerst” in zowel de politiek als in de “economische op-bouw” en in de “ideologie” vooropstelde. De rol van het Volksleger werd hiermede tot essentieel element in de opbouw van het socialisme gepromoveerd. Kim Jong Il verstevigde daarna door een aantal po-litieke en administratieve hervormingen, o.a. door de afschaffing van het Staatspre-sidentschap, zijn greep op het staatsappa-raat. Songun bevestigde het zelfvoorzie-ningsideaal als middel voor de hereniging met Zuid-Korea.

Het militaire taalgebruik van Songun diende ook de bewapeningspolitiek van de DVRK, waardoor Kim Jong Il internatio-naal nooit uit de belangstelling verdween. Het leger moest intussen voorkomen geen implosie van het regime kon gebeuren. De economische hervormingen werden alsnog niet voortgezet. Van economische

hervormingen naar Chinees model12 was daardoor alsnog geen sprake. Songun viel terug op centraal geleide herstructurerin-gen met als zwaartepunt de modernisering van het industriële apparaat door automa-tisering, waarbij vooral de verspillingen en de hoge energiekosten moesten dalen. Intussen bleef de economische groei trager dan in economieën als China en Zuid-Ko-rea (zie Tabel 1).

‘Songun’ in de praktijk

Na de dood van Kim Il Sung was de Noord-Koreaanse regering verplicht de ingestorte economie met eigen middelen terug op de been te helpen. Bouwen op eigen kracht was het enige alternatief om de inmiddels sterk verouderde industriële faciliteiten te-rug op gang te brengen. Drie sleutelsecto-ren kregen hierbij de aandacht: 1) de staal-industrie, 2) de meststoffensector en 3) de textielindustrie. Om deze drie sectoren op volle toeren te kunnen laten draaien was een verbetering in de elektriciteitssector noodzakelijk.13

Staal

De staalindustrie werd consequent gemo-derniseerd door de invoering van het Sam-hwa-proces, waardoor het te hoge percen-tage koolstof in het ijzer werd verminderd door te investeren in elektrische ovens. Maar door een tekort aan schroot kon die vernieuwing niet helemaal worden afge-rond, te meer daar er onvoldoende valuta voorhanden was om de benodigde schroot in te voeren, hoewel de eigen ertsmijnen op volle toeren draaiden. Voorts was er

I 42 VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT

onvoldoende continue aanvoer van elektri-citeit en was er instabiliteit in het procédé, waardoor de output van staal beperkt bleef.

Computergestuurde machines

Computergestuurde machines installeren was een voorwaarde om de productiviteit en de kwaliteit van de industriële productie op te voeren. Een twintigtal bedrijven pro-duceerden nu met automatische machines, zoals de Pyongyang Textile Machinery Factory, de Kanggye General Tractor Plant, de Daean Heavy Machinery Complex, etc. Een flessenhals was dat Noord-Korea veel hoogwaardige onderdelen voor deze ma-chines moest invoeren, iets wat zwaar op de betalingsbalans drukte. Daarbij was ook hier de onregelmatige aanvoer van elektri-citeit een handicap.

Meststoffen

Om aan de agrarische crisis het hoofd te kunnen bieden waren meer en gediversi-fieerde meststoffen noodzakelijk. Wegens alweer een tekort aan elektrische energie lukte het niet om op afdoende wijze deze

tekorten weg te werken. Vandaag is de voedselcrisis nog altijd een probleem. De rijstproductie ligt nog altijd een 1 miljoen ton per jaar onder de binnenlandse be-hoefte. Onlangs vernam men wel dat de Namhung Youth Chemical Complex erin was geslaagd om door middel van kolen-vergassing meststoffen te produceren. Aan “harde” steenkool als antraciet is in Noord-Korea geen gebrek. Die kan als grondstof voor de productie van ammoniak worden gebruikt.

Textiel

Noord-Korea zette in 1961 al in op het produceren van kunstvezels ter vervanging van de katoenvezels. In dat jaar werd het February & Vinalon Complex gebouwd dat evenwel nauwelijks aan produceren op volle capaciteit toekwam. In 1994 werd het complex stilgelegd wegens een tekort aan grondstoffen en aan onderdelen. De productie werd pas in februari 2000, dit na twee jaar van reparaties, hervat. De fabriek werkt nu volledig automatisch. Probleem blijft nog altijd de continue aanvoer van elektriciteit en antraciet. Echter, sinds de

economische ineenstorting in het midden van de jaren 1990 is de steenkoolpro-ductie nog maar de helft van de vroegere capaciteit.

Steenkool

De Noord-Koreaanse economie is in ster-ke mate afhankelijk van steenkool. Die afhankelijkheid is groot daar de gebruikte technologie energieverslindend is. Steen-kool is de basisgrondstof voor de chemi-sche industrie en wordt gebruikt als brand-stof in de thermische centrales. Helaas, maar de productie van steenkool daalde van 32 miljoen ton in 1990 tot slechts 15 miljoen ton in 2007. De opgehaalde steen-kool voorziet in slechts 30 procent van de binnenlandse vraag. Hierdoor kwamen diverse sectoren, zoals de metaalindustrie, in 2005 haast zonder steenkool te zitten. Import van steenkool is nog altijd precair wegens een tekort aan harde valuta.

Elektriciteit

Overschakelen van kolengestookte elektri-citeitscentrales op waterkrachtcentrales is

Tabel 1: Macro-economische gegevens 2000/2008

Jaar BBP in miljarden US$ Groei inkomen in % Bruto Nationaal Inkomen

in miljarden US$Inkomen per hoofd van de

bevolking (in US$)

2000 10,6 1,3 10,6 461

2001 11,0 3,7 11,0 475

2002 10,9 1.2 10,9 467

2003 11,0 1,8 11,0 470

2004 11,1 2,2 11,1 472

2005 13,0 3,8 13,0 548

2006 13,7 -1,1 13,7 577

2007 14,3 -2,3 14,3 600

2008 13,3 3,7 13,3 555

Bron: Macroeconomic Statistics and the DPRK, National Committee on North Korea

43 I JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011

De Democratische Volksrepubliek korea tussen zelfbehouD en aanpassing - André Mommen

problematisch gezien het tekort aan water in de bergrivieren en het bevriezen van de stuwmeren in de winter. Hydro-elektrische centrales leverden in 1995 1,7 miljoen kw en in 2005 nog maar 1,24 kw. De thermi-sche centrales leverden in 1995 0,81 mil-joen kw en begin 2000 nog maar 0,3 mil-joen kw, maar de productie steeg daarna weer tot 0,6 à 0,7 miljoen kw. Moderni-sering van de kolencentrales is hard nodig en overschakeling op olie een optie. Maar dan moet men wel de import van energie-dragers vergroten.

Buitenlandse investeringen

Om uit de economische klem te komen werd, vooral onder indruk van het Chinese voorbeeld, al in 1984 een wet op de joint venture bedrijven aangenomen,14 maar het was pas in 1992 dat die wet werd aange-vuld met een eerste wet op de buitenlandse investeringen, een tweede wet op de bui-tenlandse bedrijven en een derde wet op de joint ventures.15

In Rajin-Sonbong werd in 1991 met de hulp van de Verenigde Naties een

vrijhandelszone gesticht om buitenlandse investeringen te lokken. De investeer-ders lieten het echter grotendeels afweten. Hoofdzakelijk door buitenlanders gerunde hotels, restaurants en telecommunicatie-bedrijven werden er actief, terwijl aan de overzijde van de Tumen rivier op Chinees gebied de economische zones wél een suc-ces werden.16 Blijkbaar schortte er iets aan de aantrekkelijkheid van de locatie én aan de door Noord-Korea geboden in-vesteringsvoorwaarden. Inmiddels deed de regering in Pyongyang wel moeite om aan te sluiten bij de regionale economische ontwikkeling.

De DVRK deed inspanningen om beter aansluiting te vinden bij de andere Aziati-sche landen door in juli 2000 te participe-ren in de ASEAN Regional Forum (ARF) in Bangkok en door bilaterale diplomatieke relaties aan te gaan met de Filippijnen, Ca-nada, Groot-Brittannië, Duitsland, enz., al-licht in de hoop dat ook de handelsrelaties konden verbeteren en investeerders zouden opdagen. Nieuwe economische hervormin-gen werden daarom in 2002 afgekondigd. Bedrijven kregen een grotere vrijheid en

subsidies aan staatsbedrijven werden afge-schaft. Arbeiders kregen een prestatieloon. Industriële producten konden via de boe-renmarkten worden verkocht. De Berlijnse automatiseringsfirma KCC bracht Noord-Korea online, westerse consultants ver-schenen in het straatbeeld, pakjesbezorger DHL opende een kantoor in Pyongyang en westerse bureaus brachten toeristen bin-nen. China werd inmiddels de belangrijk-ste handelspartner van de DVRK en ook de belangrijkste buitenlandse investeerder. In 2005 investeerde de Chinese handels-firma Tianjin Digital 650.000 US$ in een joint venture die in Pyongyang fietsen ging produceren.17 Men schatte dat toen onge-veer 150 Chinese bedrijven, vooral in de voedingswarensector en de elektronica, in Noord-Korea actief waren. Buitenlandse kapitaal stroomt ook via de Koreaanse dia-spora in Japan en China binnen.

Ondanks de internationale spanningen kon de DVRK Zuid-Koreaanse investeerders overtuigen om met toestemming van hun eigen regering productie naar Noord-Ko-rea te verplaatsen om zo van de lage lonen te kunnen profiteren.

Tabel 2: Noord-Korea’s industriële herstructureringsinspanningen

Industrie Status Evaluatie

Staalindustrie Ontwikkeling van een methode om zelf ijzer te produceren zonder importen door het perfectioneren van het “Juche ijzer”;Gebruiken van gegranuleerd ijzer, effici-ent gebruik van grondstoffen bij de ijzer-productie verhogen.

Bijdrage aan de expansie van de ijzerproductie;Uitbreiding en duurzaamheid worden bemoeilijkt door electriciteitstekort en het speciale karakter van het “Samhwa ijzer”.

Machine-industrie(automatisering)

Versterken van computergestuurde machines;Verhoging van de efficiëntie door automa-tisering van de industriële productie.

Bijdrage aan de expansie van de industri-ele productie;Beperking voor de verdere expan-sie wegens tekorten aan onderdelen en electriciteitsvoorziening.

Meststoffenindustrie Beperkte productie van meststoffen Verbreding van productengamma is beperkt.

Textielindustrie(vinalon)

Hernemen van de vinalonproductie;Verhogen van de efficiëntie van de vina-lonfabrieken door middel van computer-gestuurde machines.

Bijdrage aan de textielproductie;Moeilijkheden worden verwacht bij de uit-breiding van de productie wegens tekorten aan antraciet en elektriciteit.

Bron: http://www.koreaherald.com/specialreport/Detail.jsp?newsMLId=20100818000677

I 44 VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT

Er werden inmiddels drie bijkomende spe-ciale economische zones opgericht.

De twee centra van privaat-publieke sa-menwerking werden met Hyundai Asan ontwikkeld. Ten eerste is er een toerisme-project in de streek rond de Mount Kum-gang en ten tweede is er de industriële zone in Kaesong. Deze laatste ligt op 10 kilometer van de gedemilitariseerde zone. Productie in het Kaesong Industries Com-plex startte in juni 2003. De eerste produc-ten werden in december 2004 naar Zuid-Korea vervoerd. Hier werkten toen al snel zo een 13.300 Noord-Koreaanse arbeiders voor een gemiddeld loon van 70 US$ per maand in een vijftiental Zuid-Koreaanse fabrieken die allerlei consumptiegoederen, gaande van horloges tot schoeisel, voor de export produceren. Deze industriële zone moest nog worden voorzien van een spoor-weg en een expresweg naar Pyongyang. Ongeveer 117 Zuid-Koreaanse KMO’s die vooral confectie en schoenen produce-ren, zijn er inmiddels al actief. Ze stellen er al meer dan 47.000 Noord-Koreaanse arbeidskrachten tewerk. De meeste uit-gevoerde producten gaan naar de Zuid-Koreaanse markt. Slechts een goede 18 procent gaat naar de buitenlandse markten.

Niet alles werd een succes. Dat was met name het geval met de toeristische zone Mount Kumgang. Die trok in 2000 nog 212.000 toeristen. Dat was het jaar toen

op 13 juni de politieke leiders van de beide Korea’s elkaar een hand gaven. Dat aantal toeristen daalde in 2001 tot slechts 56.680.18 Het project bleek voor de Hyun-dai Groep een verkeerde investering te zijn.

Er is ook nog de speciale autonome regio (SAR) die naar het model van Hong Kong in de noordwestelijke stad Sinuiji aan de Chinese grens werd opgericht en waar vooral Chinese investeerders actief zijn. De bedoeling van deze zone is uiteraard om met goedkope arbeidskrachten extra harde valuta te verdienen.

Het nemen van een aandeel in Noord-Koreaanse staatsbedrijven kan voor bui-tenlandse investeerders lucratief zijn. Zo kocht het Egyptische conglomeraat Oras-com Construction Industries19 zich in 2007 voor 115 miljoen US$ in bij Sangwon Cement20 dat in de buurt van Pyongyang is gevestigd. De voorwaarde was wel dat de cementfabriek moest worden gemoder-niseerd en dat de productiecapaciteit tot 2,5 à 3 miljoen ton per jaar moest worden opgevoerd.21

Het model van de speciale economische zones is bekend en afgekeken van Chi-na’s industriële zones. In 2000, 2005 en 2006 bezocht Kim Jong Il tijdens een reis naar China er een aantal nieuwe industri-ele gebieden en fabrieken van westerse multinationals. De Chinese weg naar de

industrialisatie wilde men in Noord-Korea wel volgen.22 Maar er waren moeilijk-heden. Zo verkozen de meeste westerse multinationals China boven Noord-Korea. De strikte staatscontrole en de gebrekkige voorzieningen in Noord-Korea moeten voor hen een gruwel zijn geweest. Een echte investeringsboom vond daarom niet plaats. Een nauwere samenwerking met China kon uitkomst bieden. Echter, de eco-nomische rol van China in Noord-Korea bleef beperkt. Dat had met een aantal ob-jectieve factoren te maken. Peking gaf na 2000 voorrang aan het zoeken naar mine-rale grondstoffen en energiedragers.23 In-teresse in het uitbesteden van industriële productie elders bestond alsnog niet op de agenda.

Olie- en gaswinning

Exploratie op de zeebodem naar olie en gas voor de Koreaanse kust met de hulp van westerse oliemaatschappijen kan voor Noord-Korea leiden tot een structurele op-lossing voor het energietekort. Die zoek-tocht werd evenwel vanaf den beginne een lange lijdensweg. Reeds in de jaren 1960 dacht men in samenwerking met de Sov-jet Unie aan oliewinning in zee. In 1977 werd met dat doel op de Asia Exploration Consultants (AEC) uit Singapore beroep gedaan en in 1979 op de Joegoslavische oliemaatschappij INAP. Ook dat leverde uiteindelijk niets op. In 1980 werd de Noor-se firma GECO Geophysical, een doch-teronderneming van het Franse Schlum-berger, ingeschakeld. Er werden wat klei-ne olie- en gasvelden in kaart gebracht en daarna werd een olieboorplatform in Sin-gapore gehuurd.24 Er werd verder gezocht met Sovjethulp en met Britse Leeward Pe-troleum. Meridian Oil boorde hierna olie aan. Door de crisis veroorzaakt door het uiteenvallen van de Sovjet Unie besloot Noord-Korea spoed te zetten achter de ex-ploratie van olie- en gasvelden. Na Meri-dian Oil kwam in 1992 Taurus Petroleum AB uit Stockholm in beeld, gevolgd door Beach Petroleum dat een tweede concessie nam. In 1998 ging een derde concessie naar SOCO International uit Londen. Ook op het vasteland van Noord-Korea werd ge-exploreerd, hier door Sovereign Ventures Pt. (SVPL), en wel aan de Tumen rivier in de buurt van het Russische Vladivostok. Het probleem was om van de fase van de exploratie naar de fase van de exploitatie

45 I JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011

De Democratische Volksrepubliek korea tussen zelfbehouD en aanpassing - André Mommen

over te gaan. In 2004 liep het gerucht dat het Britse Aminex, via een joint venture, voor zowel de exploratie als de exploitatie zorg zou dragen, maar de turbulente inter-nationale toestand belette dat al snel. In mei 2010 kwam dan het bericht dat Aminex een tweede akkoord had afgesloten. Samen met Korex (50 procent eigendom van Ami-nex en 50 procent eigendom van Chosun Energy uit Singapore, een lid van de Triton Energy energiegroep) had Aminex met de Noord-Koreaanse staatsmaatschappij Ko-rea Oil Exploration Company (KOEC) de exploratierechten voor de Koreaanse Oost-zee verkregen. Het akkoord verving de eer-dere overeenkomst.25

Een oplossing voor heel wat financiële en technische problemen zou de samenwer-king met zowel de Chinese maatschappij China National Offshore Oil Corporation (CNOOC), als met de Zuid-Koreaanse oliemaatschappij Korean National Oil Cor-poration (KNOC) zijn. Maar de impasse in de relaties met de Verenigde Staten (zie verder) hebben een duurzame samenwer-king alsnog gedwarsboomd. In mei 2000 nodigden SOCO en Taurus, dit in opdracht van de DVRK, het Zuid-Koreaanse con-glomeraat Hyundai en KNOC uit om een aardolie- en gasconsortium voor exploratie in de Gele Zee te vormen. Daarbij zou de Zuid-Koreaanse regering worden gevraagd om de fondsen voor de olie- en gasexplo-ratie te verstrekken. In 2004 stelde KOEC aan KNOC voor om te praten over geza-menlijke exploratie in de Gele Zee. In 2006 werd bekend dat tussen Peking en Pyon-gyang een voorakkoord werd getekend om gezamenlijk in de Gele Zee naar olie te zoeken.26 Chinese hulp zou in deze uiterst welkom zijn daar China voortdurend moest bijspringen om de ergste olietekorten van Noord-Korea op te vangen.

Een Chinees mega-investeringspro-ject

Tot op heden is Noord-Korea er op eigen kracht niet in geslaagd om uit de economi-sche problemen te geraken. De schattingen over het Bruto Binnenlands Product (BBP) variëren. De Amerikaanse regering schat het BBP per hoofd van de bevolking op niet meer dan 1.800 US$, wat overeenkomt met het BBP van Zimbabwe. De jaarlijkse uit-voer bedraagt ongeveer 4 miljard US$. De exportwaarde per hoofd van de bevolking

bedraagt rond de 60 US$, hetgeen 1 pro-cent van het Zuid-Koreaanse is. Behalve visproducten, delfstoffen en cement is de Noord-Koreaanse economie eerder een hutsepot van diverse industrieën die voor de export produceren. Daaronder vallen bijvoorbeeld ook de animatiestudio’s waar-van vooral Europese firma’s gebruikma-ken, of de wapenindustrie die bijvoorbeeld raketten leverde aan Iran. China is na de ineenstorting van de COMECON bij verre de belangrijkste handelspartner geworden. Ongeveer 150 Chinese firma’s zijn hierbij betrokken.

De oplossing voor de Noord-Koreaanse economische stagnatie moet ongetwij-feld uit China komen.27 Om de exporten te kunnen uitbreiden moet China meer in Noord-Korea investeren en moeten de in-frastructuren (spoorwegen, bruggen en we-gen, havens) drastisch worden verbeterd. Begin 2010 werd met Rusland een akkoord bereikt voor het verhuren van een haven-pier in Rajin-Sonbong en van een tweede aan China. Voor beide landen is deze ijs-vrije haven van strategische betekenis. Om dat alles te realiseren heeft de Noord-Ko-reaanse regering inmiddels al Taepung In-ternational Investment Group28 opgericht. Deze organisatie is de investeringsarm om buitenlands kapitaal aan te trekken voor de begin 2010 opgerichte State Development Bank die havens, spoorwegen, de lichte industrie en de landbouw moet ontwikke-len. Dat betekent ook het opgeven van de strategie van zelfvoorziening. In december 2009 werd een munthervorming doorge-voerd. Begin mei 2010 bracht Kim Jong Il al weer een bezoek aan Peking om niet alleen onmiddellijke financiële hulp (on-geveer 60 miljoen US$) te vragen, maar allicht ook om verder te praten over een door China beloofde steun van 10 miljard US$ voor infrastructurele projecten. Deze laatste steun komt neer op ongeveer 70 pro-cent van het Noord-Koreaanse BBP. Deze fondsen moeten via de blijkbaar met dat doel opgerichte State Development Bank worden besteed en vooral de ontwikkeling van de streek rond de Tumen rivier29 en de speciale economische zone van Rajin-Son-bong ten goede komen.30

De beslissing om 10 miljard US$31 in Noord-Korea te investeren was aanvanke-lijk genomen toen Wang Jiarui (directeur buitenland van het Centraal Comité van de

CPC) begin februari 2010 in Pyongyang was. De Taepung International Investment Group zou in die periode al met twee be-langrijke Chinese banken en meerdere in-ternationale bedrijven tot een akkoord zijngekomen. Het akkoord werd in maart 2010 officieel ondertekend. Men kan zich afvra-gen wat het effect ervan zal zijn. De bilate-rale handel tussen Noord-Korea en China is inmiddels al flink toegenomen en bereikte in de eerste helft van 2010 volgens Chinese bronnen 1,3 miljard US$.32 De komende Chinese investeringen in infrastructuren betreffen vooral de ontwikkeling van de havenpier van Rajin, het repareren van de brug over de Tumen rivier en het wegen-netwerk rond de bijzondere economische zone en het mogelijk scheppen van speci-ale investeringszones op de twee eilanden Wihwa en Bidan in de Yalu rivier.33 Dit zou passen in het Noord-Koreaanse plan om in totaal twaalf van deze zones op te richten. In elk geval werd eind 2010 be-kend dat zes inter-Koreaanse industriële parken naar het model van Kaesong In-dustrial Complex zullen worden gebouwd voor een totale kostprijs van 43,09 miljard won, waarvan de regering 39,02 miljard won voor haar rekening zou nemen. Daar-naast zou ook fase 2 en 3 van de verdere uitbouw van Kaesong ter hand worden ge-nomen, evenals die van industriële parken bij Rajin-Sonbong, Sinuiju, Haeju, Nampo en Wonsan. Rajin-Sonbong en Sinuiju zijn allebei “Free Economic Trade Zones” en als speciale administratieve zones ver-schaffen ze grote industrieterreinen voor het aantrekken van buitenlandse investeer-ders. Op de tweede inter-Koreaanse top in oktober 2007 was al overeengekomen dat Haeju zou worden ontwikkeld. Inmid-dels wordt een industrieel complex voor de lichte industrie in Nampo (Westkust) en een voor zware industrie en chemie in Wonsan gebouwd. De bouw van spoorwe-gen en autowegen is een ander probleem. Dat probleem moet samen met de verdere ontwikkeling van de industriële zones in 2021 zijn opgelost.34

Voorts wil de Noord-Koreaanse regering het ontwikkelen van high-tech industrie concentreren in en rond de hoofdstad Pyon-gyang, geneesmiddelen en eetbare vetten in Nampo, lichte industrie en katoenspinne-rijen in Sinuiju, scheepwerven in Wonsan, steenkool en chemische productie in Ham-heung, metaalraffinaderijen in Kimchaek,

I 46 VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT

Tabel 3: De belangrijkste handelspartners van Noord-Korea in % van de totale handel (export en import)

Rang Land 1990 Land 2000 Land 2008

1 China 22,8 China 15,2 China 32,5

2 Japan 20,5 Japan 13,0 Zuid-Korea 22,7

3 Hong Kong 6,4 Zuid-Korea 12,2 Algerije 7,3

4 Iran 6,2 Brazilië 7,2 Venezuela 4,1

5 Duitsland 5,3 Thailand 6,3 Brazilië 3,5

6 Tunesië 4,4 India 5,0 India 2,6

7 Australië 4,3 Congo 4,9 Rusland 2,1

8 Indonesië 3,7 Hong Kong 3,2 Saudi Arabië 1,9

9 Turkije 2,5 Costa Rica 3,0 Congo 1,9

10 Singapore 2,0 Algerije 2,7 Zuid-Afrika 1,9 Bron: Hyung-Gon Jeong en Hokyung Bang, An Analysis of North Korea´s Principal Trade Relations, Parijs en Brussel: IFRI Center for Asia Studies, juli 2010, blz. 11.

Tabel 4: De belangrijkse handelspartners van Noord-Korea in % (export)

Rang Land 1990 Land 2000 Land 2008

1 Japan 29,0 Japan 20,5 Zuid-Korea 31,1

2 China 12,6 Zuid-Korea 13,7 China 23,1

3 Tunesië 9,6 Brazilië 11,9 Venezuela 10,5

4 Turkije 6,0 Costa Rica 9,0 Brazilië 4,2

5 Duitsland 5,4 Bangladesh 5,3 Libanon 3,1

6 Indonesië 5,1 Spanje 4,8 Griekenland 2,6

7 Mexico 2,8 Saudi Arabië 4,6 India 2,4

8 Hong Kong 2,8 Hong Kong 3,5 Saudi Arabië 2,2

9 Thailand 2,7 China 3,0 Myanmar 1,8

10 Maleisië 2,0 Libanon 2,1 Turkije 1,6 Bron: idem, blz. 12.

47 I JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011

De Democratische Volksrepubliek korea tussen zelfbehouD en aanpassing - André Mommen

petrochemie in Raeon, zware industrie in Chongjin.35 Deze plannen, die aansluiten bij het moderniseringsproces van zowel de bestaande productiefaciliteiten (zie hoger) als van de overschakeling op nieuwe en meer hoogwaardige industriële produc-ten, passen in een poging om aansluiting te zoeken bij het productiepatroon dat zich in de meeste Aziatische landen al heeft gemanifesteerd.

Wat de handelsrelaties betreft merkt men dat China en Zuid-Korea de belangrijkste partners zijn en dat Japan, als gevolg van de internationale spanningen en de sanc-ties van de Verenigde Naties, is weggeval-len. In de plaats zijn gekomen een reeks van kleinere handelspartners, veelal uit de ontwikkelingseconomieën. Venezuela en Algerije (zie tabellen 3, 4 en 5) horen daar niet toevallig bij en de laatste jaren waren er ook (geslaagde) toenaderingspo-gingen tot het Brazilië van President Lula. De DVRK opende in 2004 een ambassade in Brasilia en in 2006 werd een bilateraal handelsverdrag ondertekend.36 Brazilië heeft, net als Noord-Korea, uitgesproken nucleaire ambities en steunt daarin ook Iran, die andere door de “internationale

gemeenschap” verstotene terroristische staat.

Ondanks alle internationale spanningen en toegenomen conflicten zijn de econo-mische betrekkingen tussen Noord- en Zuid-Korea niet onderbroken. Dat mag opmerkelijk heten. Blijkens gegevens over het eerste halfjaar van 2010 bedroeg de wederzijdse handel tussen de twee Ko-rea’s 980 miljoen US$, wat een toename met 51,3 procent (650 miljoen US$) met het jaar voordien was. Ter vergelijking: de wederzijdse handel met China nam in die periode met slechts 16,4 procent toe tot 1.280 miljoen US$. De reden hiervoor moet men zoeken in het relatieve succes van het Kaesong Industrial Complex dat in een jaar tijd 96 procent meer produceerde.

Vooral textiel en consumentelektronica staan na grondstoffen boven aan de lijst van de handelsgoederen. Noord-Korea im-porteert vooral grondstoffen uit Zuid-Ko-rea voor de textielindustrie (36 procent van de Zuid-Koreaanse export).37 Maar na het incident met het tot zinken brengen van de Zuid-Koreaanse oorlogsbodem Cheonan in maart 2010 legde Zuid-Korea sancties

op. Zuid-Koreaanse firma’s vreesden nu voor de veiligheid van hun investeringen. Hierdoor daalde weer de inter-Koreaanse handel.

Wat is gebleven, dat zijn de grote oneven-wichten op de Noord-Koreaanse handels-balans. Noord-Korea importeert veel meer dan het exporteert. Het land probeert dat deficit o.a. op te vangen door (illegale) wa-penverkoop (b.v. raketten). Noord-Korea produceert en exporteert de laatste jaren steeds meer elektronica, maar moet daar-om ook steeds meer machines importeren, plus voedingswaren wegens de problemen met de voedselproductie (schaarste op de korte termijn), hetgeen een snelle indus-triële omschakeling frustreert. Deze om-schakeling is echter reëel, want de diver-sificatie in de handel vertaalt zich in een verandering in de samenstelling van de import en de export, waarbij China steeds meer industriële producten afneemt (zie Tabel 6).

Militaire spanningen

In september 2010 keerde Kim Jong Il naar Peking terug, ditmaal ook om te

Tabel 5: De belangrijkste handelspartners van Noord-Korea in % (import)

Rang Land 1990 Land 2000 Land 2008

1 China 30,0 China 20,9 China 38,1

2 Japan 14,6 Zuid-Korea 11,5 Zuid-Korea 17,7

3 Iran 9,6 Japan 9,5 Algerije 11,0

4 Hong Kong 8,9 Thailand 8,5 Congo 3,1

5 Australië 7,4 Congo 7,2 Brazilië 3,1

6 Duitsland 5,2 India 6,7 Rusland 3,1

7 Singapore 2,9 Brazilië 5,1 Zuid-Afrika 3,0

8 Indonesië 2,8 Algerije 3,8 India 2,7

9 Tsjechoslowakije 1,9 Qatar 3,1 Singapore 2,6

10 Australië 1,8 Hong Kong 3,0 Saudi Arabië 1,8

Bron: idem, blz. 12.

I 48 VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT

praten over de politieke en militaire sta-biliteit in de regio. Vooral de oplopende spanningen tussen Noord- en Zuid-Korea enerzijds en Noord-Korea en de Verenigde Staten anderzijds hadden al tot groot on-genoegen in Peking geleid. Die spannin-gen gelden vooral de door Noord-Korea ontwikkelde kernwapens en ballistische raketten en zouden aldus de Verenigde Staten niet alleen de stabiliteit in de regio, maar in de hele wereld bedreigen, zeker in-dien Noord-Korea mocht doorgaan met het bewapenen van Iran. Een en ander is ech-ter ook terug te voeren tot de door Presi-dent George W. Bush onmiddellijk na zijn aantreden gelanceerde campagne tegen de “as van het kwaad” en zijn oorlog in Af-ghanistan en Irak, waarbij Noord-Korea gezien werd als een “ruige staat” die tot de orde moest worden geroepen. Hiermede stopte Bush de door zijn voorganger Bill Clinton ondernomen pogingen om de me-ningsverschillen via onderhandelingen uit te praten. Ten slotte werd in Zuid-Korea een rechtse regering aan de macht ge-bracht die de politiek van toenadering met het Noord-Koreaanse regime minder goed gezind was, ook al ging dat in tegen de be-langen van het eigen bedrijfsleven.

Nadat in 1971 de eerste gesprekken via het Rode Kruis over de hereniging van Ko-reaanse families waren gevoerd, werden al snel een coördinatiecomité opgericht dat een vreedzame hereniging van beide sta-ten moest voorbereiden.38 Die gesprekken werden gestopt toen de Zuid-Koreaanse President Park Chung Hee aankondigde

het lidmaatschap van de Verenigde Na-ties te willen aanvragen, waarna ook de DVRK het lidmaatschap aanvroeg en ver-kreeg. Gesprekken over praktische zaken, zoals over het gezamenlijk organiseren van de Olympische Spelen in 1988, haal-den geen praktisch vervolg. Daarna gingen wel onderhandelingen tussen de premiers van beide deelstaten in Seoel van start. De implosie van het wereldcommunisme vormde de achtergrond van deze onder-handelingen. De wankelende Sovjet Unie erkende in 1990 Zuid-Korea.39 China zou al snel volgen.

Op 13 december 1991 werd tussen Noord- en Zuid-Korea een basisverdrag onderte-kend over verzoening, non-agressie, uit-wisseling en samenwerking gevolgd door een verklaring over de denuclearisering van het schiereiland. Het verdrag verbood het testen, produceren, ontvangen, bezit-ten, opslaan, ontplooien of gebruiken van kernwapens of het beschikken over een uraniumverrijkingsinstallatie.40

In januari 1993 weigerde Pyongyang in-spectie door het IAEA van twee verdachte nucleaire installaties. In maart 1993 trok de DVRK zich eveneens terug uit het Nu-clear Non-Proliferation Treaty (NPT).41 Daarna voerden de Verenigde Staten ge-durende twee jaren directe besprekingen waaruit een aantal akkoorden over nucle-aire zaken voortvloeiden, inclusief in 1994 een “Agreed Framework”. In februari 1998 kwam de Zuid-Koreaanse President Kim Dae Jung met zijn Sunshine Policy

ten aanzien van Pyongyang op de prop-pen. Dit was de aanzet voor het samenroe-pen van de eerste inter-Koreaanse top in Pyongyang op 13-15 juni 2000. De nieuwe Zuid-Koreaanse President Roh Moo Hyun zette dat beleid verder, maar liet de bena-ming Sunshine Policy vallen. Het resultaat was dat de inter-Koreaanse handel aanzien-lijk toenam (zie Tabel 3). Op 2-4 oktober 2007 werd een tweede inter-Koreaanse top-ontmoeting in Pyongyang gehouden. Maar met het aantreden van de rechtse president Lee Myung Bak in februari 2008 ondergin-gen de inter-Koreaanse betrekkingen een verkilling. Dat belette niet dat er intussen onder druk van het Zuid-Koreaanse zaken-leven wel over economische thema’s werd gesproken.

De door Noord-Korea doorgezette nucle-aire strategie ondermijnde onderhand wel het in oktober 1994 afgesloten “Agreed Framework” voor het kernwapenvrij ma-ken van het Koreaanse schiereiland. Het internationaal consortium Korean Penin-sula Energy Development Organisation (KEDO), hier de financier en leverancier van lichtwaterreactoren (LWR’s), besliste om de Noord-Koreaanse grafietreactoren door LWR’s te vervangen. In 1999 kreeg Washington toegang tot de ondergrondse nucleaire installaties in Kumchang-ni om ze te inspecteren. Daarna werd het alarm afgeblazen. Er was dus niets aan de hand. De DVRK kondigde in 1999 een eenzijdig moratorium op het testen van ballistische raketten af. Dat gegeven werd in juni en daarna in oktober 2000 nog eens bevestigd.

Tabel 6: De structuur van het productieproces in de handel van Noord-Korea met China

Export (in %) Import (in %)

1991 2006 1992 2006

Eindproducten Consumptiegoederen 11,4 27,0 13,9 25,1

Kapitaalgoederen 0,8 0,5 4,8 9,5

Intermediaire goederen Halfafgewerkte producten 57,5 16,1 21,6 34,7

Onderdelen 1,2 0,2 2,9 5,4

Primaire goederen 28,9 52,8 55,4 23,9 Bron: H. G. Jeong en H. Bang, a.w., blz. 21

49 I JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011

De Democratische Volksrepubliek korea tussen zelfbehouD en aanpassing - André Mommen

Met het aantreden van president George W. Bush in januari 2001 veranderde alles snel. Bush eiste al gauw gesprekken over de Noord-Koreaanse conventionele bewa-pening, de wapenexport, de mensenrech-ten en andere humanitaire issues te voeren. In oktober 2002 werd Noord-Korea be-schuldigd van het verrijken van uranium. Noord-Korea stelde hiertoe het recht te hebben.42 Maar Washington eiste dat men dit project zou stopzetten als voorwaarde om tot een fundamenteel nieuwe relatie te komen. Daarna beëindigde de KEDO onder Amerikaanse druk het verschepen van zware aardolie naar Noord-Korea. In 2002-2003 wees de DVRK de inspecteurs van het Internationale Atoomagentschap uit en beëindigde de bevriezing van het bestaande plutoniumverrijkingsprogram-ma. Pyongyang kondigde aan zich tegen de Amerikaanse dreiging te willen bewa-penen door een nucleaire afschrikkings-macht op te bouwen. Op 1 december 2003 besloot de KEDO om de werkzaamheden aan de LWR te stoppen.

Washington eiste nu bilaterale onderhande-lingen van Noord-Korea, maar onder druk van China werden in april 2003 bespre-kingen tussen de DVRK, China, Rusland, de KOR, de Verenigde Staten en Japan gestart over het eventueel stoppen van het Noord-Koreaanse nucleaire programma

en het tekenen van een non-agressiepact tussen Pyongyang en Washington, dit in ruil voor een hulpprogramma en het nor-maliseren van de betrekkingen. Volgden een tweede, een derde en een vierde onder-handelingsronde in 2004. In februari 2005 verklaarde de DVRK niet meer mee te wil-len werken aan het overleg, want het land beschikte nu over kernwapens. Pyongyang verklaarde zich ook niet meer door het moratorium over de ballistische raketten gebonden te voelen. Toch werd er in juli-september 2005 weer verder onderhandeld, waarna de zes onderhandelingspartners unaniem overeenkwamen om het schier-eiland met vreedzame middelen kernwa-penvrij te maken. De DVRK onderschreef het besluit om de kernwapens op te geven, terug te keren naar het NPT en controleurs van het Internationale Atoomagentschap toe te laten. Een vijfde onderhandelings-ronde startte in november 2005, maar Noord-Korea brak die af onder verwijzing naar de vijandige politiek van de Verenigde Staten. Dat gebeurde na het bevriezen van de Noord-Koreaanse bankrekeningen bij de Banco Delta Asia (BDA) in Macao on-der verwijzing naar criminele witwassing. In juli 2006 lanceerde de DVRK zeven bal-listische raketten. De Veiligheidsraad van de VN nam daarop unaniem resolutie nr. 1695 aan waarin van de DVRK werd geëist om het raketprogramma stil te leggen. Aan

andere landen werd opgedragen dat Noord-Koreaanse raketprogramma niet met leve-ranties te steunen of wapenonderdelen in de DVRK aan te kopen. De DVRK ver-wierp onmiddellijk deze resolutie.

Op 9 oktober 2006 meldde Noord-Korea een succesvolle kernwapenproef. De Vei-ligheidsraad reageerde unaniem met reso-lutie nr. 1718 waarin de DVRK sancties ten aanzien van bepaalde luxegoederen, technologie en onderdelen voor wapens en raketten werden opgelegd. Daarna volgde de zesde ronde van de onderhandelingen tussen de zes landen na een bilaterale be-spreking tussen de Verenigde Staten en de DVRK in Berlijn. Een partieel akkoord werd bereikt in februari 2007. Daarin be-loofde Pyongyang de nucleaire fabriek van Yongbyon te verzegelen en de inspecteurs van het Internationale Atoomagentschap terug te roepen. De vijf andere onderhande-lingspartners beloofden een noodhulppro-gramma voor de levering van zware aard-olie te financieren. Speciale werkgroepen van de zes gingen aan het werk om een aan-tal problemen te monitoren, zoals het kern-wapenvrij maken van Korea, de normalisa-tie van de betrekkingen tussen de DVRK en de Verenigde Staten en de DVRK en Japan, samenwerking op energiegebied en de veiligheid in de regio. Onderstaats-secretaris Christopher Hill kwam in juni

I 50 VLAAMS MARXISTISCH TIJDSCHRIFT

2007 naar Pyongyang. In juli 2007 gin-gen de nucleaire installaties te Yongbyon dicht, evenals de reactor te Taechon. Het personeel van het Internationale Atoom-agentschap kwam inderdaad terug. Zuid-Korea startte in augustus 2007 met de le-vering van zware aardolie. Experts uit de Verenigde Staten, China en Rusland kwa-men de installaties van Yongbyon daarop onderzoeken en overleggen hoe men ze onschadelijk kon maken.

In oktober 2007 werden “Second-Phase Actions for the Implementation of the Joint Statement” vastgelegd, waardoor de DVRK akkoord ging met het onder Ame-rikaans toezicht onklaar maken van de be-staande nucleaire faciliteiten volgens de eerder afgesloten akkoorden. Dat betrof de Yongbyon faciliteiten met de vijf me-gawatt experimentele reactor, het radio-chemisch lab en de Fresh Fuel Fabrication Plant. De DVRK verklaarde geen handel te drijven in splijtstof, noch in nucleaire technologie. In ruil waarvoor Noord-Ko-rea aardolieleveranties zou krijgen. De DVRK begon daarna met het onklaar ma-ken van de faciliteiten in Yongbon. Ook de koeltoren werd in juni 2008 voor het oog van de internationale media ontman-teld. President George W. Bush schortte daarna de toepassing van de Trading With the Enemy Act (TWEA) op. In oktober 2008 kwam een Amerikaans team voor controle naar Noord-Korea. De resultaten van de inspectie werden in december 2008 door de zes besproken, maar er werd geen overeenstemming bereikt. Op 5 april 2009 lanceerde Noord-Korea een raket over de Japanse Zee, hetgeen in overtreding was met resolutie nr. 1718 van de Veiligheids-raad. Daarop trok de DVRK zich terug uit de zespartijenbesprekingen en wees de controleurs van het Internationaal Atoom-agentschap en de technische experts van de Verenigde Staten uit. Een maand la-ter kwam het bericht dat Noord-Korea een tweede kernproef had gewaagd. Op 12 juni 2009 besloot de Veiligheidsraad unaniem resolutie nr. 1874 aan te nemen waarbij alle wapenexporten van en naar de DVRK werden verboden (met uitzon-dering van lichte wapens). Beroep op de lidstaten werd gedaan om geen financiële steun meer te verlenen aan Noord-Korea mocht dat kunnen dienen om de verboden activiteiten te financieren. De Verenigde Staten zonden een diplomatieke missie

naar China, Zuid-Korea, Rusland, Japan, Singapore, Maleisië, Thailand, de Ver-enigde Arabische Emiraten en Egypte om de sancties volledig te doen uitvoeren. In juli 2009 vuurde de DVRK opnieuw korte-afstandsraketten af in de Japanse Zee. Dat werd in oktober 2009 herhaald.

Maar met het aantreden van de rechtse president Lee Myung Bak in februari 2008

ondergingen de inter-Koreaanse betrekkingen een verkilling. Dat

belette niet dat er intussen onder druk van het Zuid-Koreaanse

zakenleven wel over economische thema’s werd gesproken.

De onderhandelingen over het kernwapen-vrij maken van het Koreaanse schiereiland waren nu volledig vastgelopen. Noord-Ko-rea weigerde terug te keren naar de onder-handelingstafel met de zes.

Inmiddels waren nieuwe incidenten aan de orde van de dag. De DVRK bracht de Zuid-Koreaanse oorlogsbodem Cheonan op 26 maart 2010 met een torpedo tot zin-ken, hetgeen door de DVRK werd ontkend. De Veiligheidsraad veroordeelde unaniem deze oorlogsdaad.43 Op 23 november 2010 beschoot Noord-Koreaanse artillerie het eiland Yonyeong dat voor de Noord-Ko-reaanse kust ligt en waarvan het bezit door Noord-Korea door Pyongyang sinds 1953 bij het afsluiten van de wapenstilstand wordt betwist.44 Het eiland dat een grote Zuid-Koreaanse basis met 4.400 soldaten heeft, zou, blijkens getoonde televisiebeel-den en commentaren in de westerse media, te lijden hebben onder ernstige vernielin-gen als gevolg van deze beschietingen, wat tot enige ophef en scherpe westerse veroor-delingen aanleiding gaf. Of er ook militaire doelen werden geraakt is onbekend en of de verwoeste woningen die van hulpper-soneel van de militaire basis waren, even-eens. Dit incident is niet het eerste. In juni 1999 kwam het tot een kleine zeeoorlog in de buurt van het eiland Yeonpyeong. In juni 2002 herhaalde zich dat. In november 2009 werd er een kleine zeeoorlog in de buurt van het eiland Daecheong uitgevoch-ten. Het tot zinken brengen van de Cheonan in de buurt van het eiland Baengnyeong in maart 2010 was dus slechts een zoveelste incident. Maar ditmaal werden er de grote media bijgehaald.

Besluit

Het communistische regime in Pyongyang was bang dat een hereniging zich volgens het Duitse model zou voltrekken en koos daarna voor een verdere militaire opbouw, waarbij het leger steeds meer greep kreeg op de economische politiek. Onder Kim Jong Il bleef de macht stevig in handen van het Volksleger. Onder zijn beoogde opvol-ger Kim Jong Un zal dat al niet anders zijn. Men mag echter het voortbestaan van de twee Koreaanse deelstaten uit de tijd van de Koude Oorlog als een anomalie beschou-wen. Dat ze nooit onder één vlag werden herenigd, zoals dat gebeurde met Vietnam en Duitsland, mag merkwaardig heten. Toch stond de hereniging van de beide Ko-rea’s altijd op beider agenda. Aanvankelijk wilde de ene Koreaanse staat de andere niet erkennen, maar dat probleem loste zich als vanzelf op toen zowel de Sovjet Unie als China Zuid-Korea erkenden. De DVRK heeft na de val van het communisme in Oost-Europa al snel de economische be-trekkingen met Zuid-Korea aangehaald. Maar behalve tijdens een periode van dooi na 1998, was er van enige vooruitgang naar een vreedzame hereniging geen sprake.

Toen president George W. Bush in 2001 aan het bewind kwam was het al snel ge-daan met de door president Bill Clinton ingezette toenaderingspolitiek. Kim Il Jong werd door Bush wel tot onderhandelingen gedwongen, maar hij wist zich telkens aan de door Washington beoogde ontmanteling van het Noord-Koreaanse militaire appa-raat te onttrekken.

Inmiddels zoekt Noord-Korea haast wan-hopig aansluiting met de economische ontwikkeling in de regio. Pyongyang doet hierbij steeds meer beroep op het Chinese industrialisatiemodel om buitenlandse in-vesteerders te lokken. Die investeerders zijn enerzijds Chinese bedrijven die zich vooral aan de noordgrens in speciaal eco-nomische zones met China vestigen, en an-derzijds Zuid-Koreaanse bedrijven die zich ten noorden van de militaire bestandslijn in speciale economische zones zouden con-centreren. Zo hoopt men de economische groei een nieuwe impuls te geven, hetgeen zich reeds in een sterke toename van de buitenlandse handel heeft vertaald.

51 I JAARGANG 45 NUMMER 1 I LENTE 2011

De Democratische Volksrepubliek korea tussen zelfbehouD en aanpassing - André Mommen

De groeiende economische invloed van China en Zuid-Korea doet de vraag rijzen of Noord-Korea de met de mond beleden politiek van zelfstandige economische zelf-ontwikkeling nog moet uitdragen. De wer-kelijkheid is immers anders.

Inmiddels poogt Washington met veel machtsvertoon in de regio aanwezig te blij-ven. Maar dat kan ook een teken van tanen-de Amerikaanse macht zijn. Het is daarom wachten op het moment dat China zich ook als de werkelijk grote speler in het Verre Oosten wil manifesteren. Heeft men in Pe-king al een scenario voor de hereniging van de beide Korea’s uitgewerkt?

Noten:1 Cho Mansik (1883-1950) kwam uit de metho-

distische kerk van Korea, was lid geweest van de

YMCA en was een representant van de lokale in-

dustrie. Na de Japanse capitulatie werd hij minis-

ter van Financiën voor de volksregering.(augus-

tus 1945). Hij werd na de terugkeer van Kim Il

Sung naar Korea covoorzitter van het Voorlopig

Volkscomité. In 1950 werd hij ter dood veroor-

deeld en terechtgesteld.2 Pak Hon Yong (1900-1956) behoorde in 1925

tot de stichters van de Communistische Partij

van Korea. Voordien was hij al organisator van

de Comintern geweest. In 1948 werd hij minis-

ter van Buitenlandse Zaken en Vice-Premier. Op

3 augustus 1953 werd hij gearresteerd, ter dood

veroordeeld en in 1956 geëxecuteerd.3 Over de aanloop naar de Koreaanse oorlog en

de rol van Kim Il Sung, zie Sergei N. Goncha-

rov, John W. Lewis and Xue Litai, Uncertain

Partners. Stalin, Mao, and the Korean War,

Stanford: Stanford University Press, 1993, blz.

130-202.4 Ryu Mi Yong (geb. in 1921) verliet met haar

man Choe Deok Sin (1914-1989) in 1986 Zuid-

Korea voor Noord-Korea. Generaal Choe Deok

Sin was na de militaire coup tegen Synghman

Rhee in 1961 minister van Buitenlandse Zaken

en daarna was hij ambassadeur van Zuid-Korea

in Bonn. 5 De huidige voorzitter van het centraal comité

is Kim Yeong Ho.6 Kim Tu Bong (1886-1957) werd voorzitter van

de Arbeiderspartij van Noord-Korea en hij werd

het eerste staatshoofd (voorzitter van het presi-

dium van de Opperste Volksvergadering) van

Noord-Korea (1948-1957).7 Door de fusie ontstond een partij met 170.000

leden, van wie er 134.000 van de Communisti-

sche Partij afkomstig waren en 35.000 van de

Nieuwe Volkspartij.

8 In 2006 werd een Waarheidscommissie in

Zuid-Korea opgericht en die bracht in 2008

aan het licht dat in 1950 duizenden linkse sym-

pathisanten door het Zuid-Koreaanse leger on-

der het oog van Amerikaanse militairen waren

omgebracht.9 Juche betekent zelfvoorziening. De idee zou

voor het eerst in 1955 door Kim Il Sung in een

toespraak zijn gebruikt.10 Stephan Haggard, Pathways From the Peri-

phery. The Politics of Growth in the Newly In-

dustrializing Countries, Ithaca en Londen: Cor-

nell University Press, 1990: blz. 51-75.11 The Korea Herald, 15 maart 2010.12 Hyekyung Cho, Chinas langer Marsch in den

Kapitalismus, Münster: Westfälisches Dampf-

boot, 2005; Giovanni Arrighi, Adam Smith in

Beijing. Lineages of the Twenty-First Century,

Londen en New York: Verso, 2007.13 The Korea Herald, 18 augustus 2010.1 4 h t t p : / / l i b r a r y . f i n d l a w . c o m / 1 9 9 9 9 /

Jun/1/13178.html 15www.nationsencyclopedia.com/.../Korea-

Democratic-People-s-Republic-of- DPRK-FO-

REIGN-INVESTMENT.html16 http://news.bbc.co.uk/2/hi/business/3558283.

stm 1 7 h t t p : / / w w w . c o m / t i m e / m a g a i n z e /

article/0,9171,1663635,00hetml 18 De Mount Keumgang werd in juli 2008 stilge-

legd. Kaesong Tours stopte in november van dat

jaar. Korea Tourism Association verloor sinds-

dien 10,5 miljard won aan winsten, terwijl de

private partner Hyundai Asan en partners 465,2

miljard won verloren. Wegens het wegvallen

van het toerisme verloren restaurants en andere

uitspanningen in de zuidoostelijke grensstad

Kosong (Kangwon provincie) 72,5 miljard won

aan grensoverschrijdend toeristisch verkeer,

waardoor de toeristische industrie in DVRK 500

miljard won aan inkomen derfde.

http://ifes.kyungnam.ac.kr/eng/m05/s10/con-

tent.asp?nkbriefNO=391&GoP=1 19 Een bouw- en engineeringfirma die ook een

media- en meststoffenpoot heeft en die o.a. ook

in Antwerpen actief is in het parkeerbeheer.

http://companydatabase.org/c/cement-hydraulic/

cement-manufacturers/million-tons/building-ce-

ment/related-materials-cement/cement-division/

steel-cement/cement-ready/national-cement/

specialty-cement/orascom-construction-indus-

tries.html 20 Eigendom van de staatsfirma Pyongyang

Myongdang Trading Corp.21http://www.wilsoncenter.org/topics/pubs/

may_5.pdf 22http://english.chosun.com/site/data/html_

dir/2010/05/06/2010050601410.html

23 André Mommen, “China’s Hunger for Oil”,

in Journal of Developing Societies, jg. 23, nr. 4,

2007, blz. 435-466.24 Keun Wook Paik, “North Korea and seabed

Petroleum”, Royal Institute of International Af-

fairs, research paper. http://www.wilsoncenter.

org/topics/docs/Keun_Wook_Paik.pdf 25http: / /www.energy-pedia.com/art icle.

aspx?articleid=140453

http://www.france24.com/en/20100603-london-

firm-signs-nkorea-oil-exploration-deal 26http://www.globalsecurity.org/wmd/library/

news/china/2006/china-060606-voa01.htm 27 Scott Snyder, China´s Rise and the Two

Korea´s. Politics, Economics, Security, Boulder:

Lynne Rieder, 2009.28 Taepung startte al in 2006 als een vehikel

waarmee de Noord-Koreaanse militairen geld)

in harde valuta’ wilden verdienen buiten de

overheidsbegroting om.29http://www.eastasiaforum.org/2010/11/23/

signs-of-hope-along-the-tumen-river/ 30http://www.eastasiaforum.org/2010/03/12/

north-koreas-renewed-push-for-foreign-invest-

ment-at-rajin-sonbong/ 3 1 h t t p : / / m i s s i l e d e f e n s e . w o r d p r e s s .

com/2010/02/15/china-plans-10-billion-invest-

ment-in-north-korea/ 32 Tania Branigan, “China launches major push

to invest in North Korea”, in The Guardian, 7

november 2010.33http://english.chosun.com/site/data/html_

dir/2010/03/20/2010032000234.html 34 http://ifes.kyungnam.ac.kr/eng/m05/s10/con-

tent.asp?nkbriefNO=395&GoP=1 35 http://www.asiaone.com/News/Latest+News/

Asia/Story/A1Story20100304-202397.html 36 Asian Times, 3 juni 2010.37 http://ifes.kyungnam.ac.kr/eng/m05/s10/con-

tent.asp?nkbriefNO=388&GoP=1 38 In 1987 waren beide landen tot de Biological

Weapons Convention toegetreden.39 China erkende Zuid-Korea in 1992.40 http://www.state.gov/r/pa/ei/bgn/2792.htm 41 Dit kwam de DVRK op sancties van de Ver-

enigde Naties te staan na een resolutie van de

Veiligheidsraad (nr. 825). De resolutie riep op

tot het naleven van het NPT.42 In april kondigde de DVRK aan dat het ura-

nium verrijkte om een LWR op te starten.43 Dat incident belette niet dat in juni 2010 de

Noord-Zuid Top gewoon doorging. De handels-

betrekkingen werden wel onderbroken, maar

niet die met het Kaesong Industrial Complex. 44 Dat geldt ook voor andere eilanden, zoals

Baengnyeong en Daecheong, die nog veel verder

voor de Noord-Koreaanse kust liggen.