De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

8
H E R M E S Lestekst Jaargang 10 - nummer 1 14 Het begin van de 21 ste eeuw wordt deels gekenmerkt door globalisatie. De verhoudingen tussen het noorden en het zuiden van de wereld veranderen grondig. Aandacht voor dit gegeven mag niet ontbreken in het geschiede- nisonderwijs. In de volgende lessenreeks worden drie lessen aangeboden die hieraan tegemoet komen. Een eerste les handelt over de dekolonisatie van Zuid-Amerika, een tweede les gaat dieper in op de casus Haïti. Een derde les verbreedt de problematiek en bestudeert het fenomeen ‘armoede’. De drie lessen sluiten zeer goed aan bij de doelstellingen van het geschiedenisonderwijs. Zowel kennis, vaardig- heden als attitudes komen evenwichtig aan bod. Ook de vakoverschrijdende eindterm ‘burgerzin’ komt nadruk- kelijk aan bod. Belangstelling voor en reflexie over de noord-zuid verhoudingen worden nadrukkelijk uitge- bouwd. Gezien de complexiteit van het onderwerp is enige voorkennis over kolonisatie gewenst. Meestal is die voorken- nis uit het vierde jaar aanwezig. Indien niet, is een korte inleiding gewenst. Zowel voor wat betreft het kennisniveau, het vaardigheidsniveau als het attitudeniveau richten de drie lessen zich tot ASO richtingen. Omdat het dekolonisatieproces centraal staat, komen vooral de leerlingen van het vijf- de jaar hier aan bod. De les over armoede is zo opgevat dat ze ook in andere studiejaren kan gegeven worden (vierdes en vooral zesdes). We merken op dat rond deze lessen ook een interessante diachrone studie kan uitge- bouwd worden met als thema ‘kolonialisme en neo-kolonialisme in de 19 e en 20 e eeuw’. In principe kunnen deze lessen ook gebruikt worden in de sterkere TSO richtingen maar dan zou het niveau wel enigszins aangepast moeten worden. Ook de complexiteit van het onderwerp kan hier problemen opleveren. Misschien kan hier op basis van de uitgebreide URL-lijst (les armoede) meer projectmatig gewerkt worden. De lessen zoals hier aangeboden vormen in elk geval een basispakket dat zijn plaats verdient in het geschiede- nisonderwijs van de derde graad. (Xavier Meuleman) LESTEKST “De dekolonisatie van Latijns-Amerika: Algemeen” Filip Van Tricht Afdeling: ASO Klas: 5G Vak: Geschiedenis Lesonderwerp: De dekolonisatie van Latijns-Amerika. 1. Beginsituatie: De leerlingen kennen uit het 4 de jaar de hoofdlijnen van de Spaans-Portugese kolonisatie van Latijns- Amerika in 16 de -18 de eeuw. 2. Probleemstelling: “Kan reële politieke onafhankelijkheid bestaan zon- der economische autonomie?” 3. Doelstellingen: 1. De lln. kennen de oorzaken van de Latijns-Ameri- kaanse onafhankelijkheidsstrijd en de verklaring voor het succes ervan. 2. De lln. weten wat het begrip ‘Monroe-doctrine’ inhoudt. 3. De lln. kunnen uitleggen hoe politieke onafhanke- lijkheid en economische afhankelijkheid met elkaar in verband staan. 4. De lln. kunnen de actuele politieke afhankelijkheid van sommige Latijns-Amerikaanse landen ten opzichte van de V.S. in economische termen duiden. 4. Didactische werkvormen: voeren van een onderwijsleergesprek kritisch lezen en bevragen van actuele media en van historische bronnen 5. Lesstructuur: 1. Lesfase 1: Inleiding: De koloniale situatie in Latijns-Amerika begin 19 de eeuw. 2. Lesfase 2: Oorzaken voor de onafhankelijkheids- strijd van Latijns-Amerika. 3. Lesfase 3: Verloop van en verklaring voor de suc- cesvolle onafhankelijkheidsstrijd van Latijns Amerika. 4. Lesfase 4: Economische afhankelijkheid versus politieke zelfstandigheid. 5. Lesfase 5: Uitsmijter: De actuele afhankelijkheid van Honduras t.o.v. de V.S.

Transcript of De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

Page 1: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

H E R M E S

Lestekst Jaargang 10 - nummer 114

Het begin van de 21ste eeuw wordt deels gekenmerkt door globalisatie. De verhoudingen tussen het noorden enhet zuiden van de wereld veranderen grondig. Aandacht voor dit gegeven mag niet ontbreken in het geschiede-nisonderwijs.In de volgende lessenreeks worden drie lessen aangeboden die hieraan tegemoet komen. Een eerste les handeltover de dekolonisatie van Zuid-Amerika, een tweede les gaat dieper in op de casus Haïti. Een derde les verbreedtde problematiek en bestudeert het fenomeen ‘armoede’.

De drie lessen sluiten zeer goed aan bij de doelstellingen van het geschiedenisonderwijs. Zowel kennis, vaardig-heden als attitudes komen evenwichtig aan bod. Ook de vakoverschrijdende eindterm ‘burgerzin’ komt nadruk-kelijk aan bod. Belangstelling voor en reflexie over de noord-zuid verhoudingen worden nadrukkelijk uitge-bouwd.

Gezien de complexiteit van het onderwerp is enige voorkennis over kolonisatie gewenst. Meestal is die voorken-nis uit het vierde jaar aanwezig. Indien niet, is een korte inleiding gewenst.

Zowel voor wat betreft het kennisniveau, het vaardigheidsniveau als het attitudeniveau richten de drie lessenzich tot ASO richtingen. Omdat het dekolonisatieproces centraal staat, komen vooral de leerlingen van het vijf-de jaar hier aan bod. De les over armoede is zo opgevat dat ze ook in andere studiejaren kan gegeven worden(vierdes en vooral zesdes). We merken op dat rond deze lessen ook een interessante diachrone studie kan uitge-bouwd worden met als thema ‘kolonialisme en neo-kolonialisme in de 19e en 20e eeuw’.In principe kunnen deze lessen ook gebruikt worden in de sterkere TSO richtingen maar dan zou het niveau welenigszins aangepast moeten worden. Ook de complexiteit van het onderwerp kan hier problemen opleveren.Misschien kan hier op basis van de uitgebreide URL-lijst (les armoede) meer projectmatig gewerkt worden.

De lessen zoals hier aangeboden vormen in elk geval een basispakket dat zijn plaats verdient in het geschiede-nisonderwijs van de derde graad. (Xavier Meuleman)

LESTEKST“De dekolonisatie van Latijns-Amerika: Algemeen”

Filip Van Tricht

Afdeling: ASOKlas: 5GVak: GeschiedenisLesonderwerp: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.

1. Beginsituatie:De leerlingen kennen uit het 4de jaar de hoofdlijnenvan de Spaans-Portugese kolonisatie van Latijns-Amerika in 16de-18de eeuw.

2. Probleemstelling:“Kan reële politieke onafhankelijkheid bestaan zon-der economische autonomie?”

3. Doelstellingen:1. De lln. kennen de oorzaken van de Latijns-Ameri-

kaanse onafhankelijkheidsstrijd en de verklaringvoor het succes ervan.

2. De lln. weten wat het begrip ‘Monroe-doctrine’inhoudt.

3. De lln. kunnen uitleggen hoe politieke onafhanke-lijkheid en economische afhankelijkheid met

elkaar in verband staan.4. De lln. kunnen de actuele politieke afhankelijkheid

van sommige Latijns-Amerikaanse landen tenopzichte van de V.S. in economische termen duiden.

4. Didactische werkvormen:– voeren van een onderwijsleergesprek– kritisch lezen en bevragen van actuele media en

van historische bronnen

5. Lesstructuur:1. Lesfase 1: Inleiding: De koloniale situatie in

Latijns-Amerika begin 19de eeuw.2. Lesfase 2: Oorzaken voor de onafhankelijkheids-

strijd van Latijns-Amerika.3. Lesfase 3: Verloop van en verklaring voor de suc-

cesvolle onafhankelijkheidsstrijd van LatijnsAmerika.

4. Lesfase 4: Economische afhankelijkheid versuspolitieke zelfstandigheid.

5. Lesfase 5: Uitsmijter: De actuele afhankelijkheidvan Honduras t.o.v. de V.S.

Page 2: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

H E R M E S

Jaargang 10 - nummer 1 Lestekst15

6. Aangewende media:– Historische kaarten.– Historische en actuele documenten.

7. Gebruikte literatuur ter voorbereiding van de les:

VOGEL (H.), Geschiedenis van Latijns-Amerika, HetSpectrum, Utrecht, 2002.

8. Bordschema:

DEKOLONISATIE LATIJNS-AMERIKA:Belangrijke termen Wat voorafgaat:en namen: 1. Oorzaken:

– politieke frustraties bij de creolen 1. Koloniale machten nationalisme – inspiratie: revolutionaire/liberale/nationalistische in L-A:

ideeën (< V.S., Frankrijk) * Spanje * Portugal liberalisme

2. Aanleiding: overname Spanje en Portugal door * Engeland,Frankrijk,Monroe-doctrine Napoleon in 1808 => creolen nemen de facto V.P., e.a.

de macht in handenneokolonialisme 2. Maatschappelijke

3. Verloop onafhankelijkheidsstrijd: groepen in koloniaal gunboat diplomacy – succesvolle campagnes Simon Bolivar (Noorden) L-A:

en San Martin (Zuiden) * peninsularesSimon Bolivar – oprichting van statenfederaties naar voorbeeld * creolen

V.S. * gente de colorJosé de San Martin – impact Monroe-doctrine (V.S.), gesteund

door Groot-Brittannië– inrichting van ‘beperkte democratie’: alleen

creolen vertegenwoordigd; gente de color:geen rechten

4. Na de onafhankelijkheid:– buitenlandse infiltratie van economieën L-A– impliceert: politieke afhankelijkheid t.o.v.

de vroegere kolonisatoren en de V.S.

5. Casus Honduras:– United Fruit Company (< V.S.): domineert

economie– => voorbeeld van actueel V.S.-neokolialisme

t.o.v. Latijns-Amerikaanse staat– echter: greep UFC / V.S. niet langer absoluut

DRAAIBOEK

1. Lesfase 1: Inleiding:

* Voorstelling van lesthema voor de komende twee lessen: de dekolonisatie van Latijns-Amerika:– 1ste les: Dekolonisatie van Latijns-Amerika in het algemeen.– 2de les: Casus Haïti (land dat de laatste tijd wel vaker in het nieuws was)

* Voorstelling van probleemstelling: “Kan politieke onafhankelijkheid echt bestaan zonder economischeonafhankelijkheid?”

* Recapitulatie van koloniale situatie in Latijns-Amerika (16de-begin 19de eeuw):

Page 3: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

H E R M E S

Lestekst Jaargang 10 - nummer 116

– Wie waren de belangrijkste kolonisatoren van Latijns-Amerika? (Wie heeft Amerika ontdekt? / Welkewaren de belangrijke Europese machten in de 16de-18de eeuw? / …)

=> Geopolitieke verdeling van Latijns-Amerika (Zuid, Midden en Caraïben) (=> gebruiken van historische kaart)

=> Spanje: belangrijkste koloniale macht in Latijns-Amerika:– volledig Midden-Amerika en grote stukken van Zuid-Amerika verdeeld in vier ‘onder-

koninkrijken’: Nieuw Spanje, Nieuw Granada, Peru, La Plata.=> Portugal: bezitten wat vandaag ongeveer Brazilië is.=> Engeland, Frankrijk, Verenigde Provinciën, e.a.: bezitten enkele eilanden in de Caraïbische Zeeof elders (soms tot op de dag van vandaag: Frankrijk: Martinique, Engeland: Falklands/Malvinas)

– Wat waren de verschillende maatschappelijke groepen, sociale klassen in die kolonies? Wie had de poli-tieke macht in handen? Wie niet?

=> De lln. bekijken een slide die de sociale groepen in koloniaal Latijns-Amerika weergeeft (=> slide metschema sociale verhoudingen) en antwoorden:

– Peninsulares: ‘de mensen van het (Iberische) schiereiland’ = Spanjaarden uit het thuisland: zij staanaan het hoofd van het bestuur in de kolonies, zij oefenen in naam van de Spaanse / Portugese koning demacht uit.

– Creolen: mensen van Spaanse afkomst geboren in de kolonies: zij vormen een subelite (van rijke han-delaars en grootgrondbezitters), maar zijn uitgesloten van de hogere functies in de bestuurlijke en bij-voorbeeld ook kerkelijke hiërarchie.

– ‘Castas’ of ‘gente de color’:– Indianen (oorspronkelijke bevolking) – Zwarten (ingevoerd als slaven) – ‘gemengdbloedigen’:

=> zij vormen de lagere maatschappelijke lagen: kleine handwerklieden, kleine boeren, land-loze landarbeiders, slaven, enz.; zij hebben geen enkele inspraak in het bestuur.

=> Samengevat: socio-politieke situatie = sterk gelaagde maatschappij met beperkte rol voor lokaleSpanjaarden/Indianen/enz.

2. Lesfase 2: Oorzaken van de onafhankelijkheidsstrijd van Latijns-Amerika:

Nu we de hoofdlijnen van de Europese kolonisatie van Latijns-Amerika even hernomen hebben, gaan we opzoek naar de oorzaken van de Latijns-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd. We onderscheiden hierbij de die-perliggende oorzaken en de directe aanleiding.

* Dieperliggende motieven of oorzaken:

We lezen samen een fragment uit de toespraak van Simon Bolivar voor het congres van Angostura,1819 (Simon Bolivar was de leider van de onafhankelijkheidsstrijd in noordelijk Latijns-Amerika):

=> Welke oorzaken voor de Latijns-Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd vinden we in deze tekst terug?

=> Tot welke sociale klasse behoorde Simon Bolivar?– de Creolen

=> Hoe beoordeelde hij zijn maatschappelijke positie?– Negatief:

– moeilijke tussenpositie tussen de Spanjaarden en de autochtonen

Page 4: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

H E R M E S

Jaargang 10 - nummer 1 Lestekst17

– geen enkele politieke macht => onlangs werd de beperkte macht die de Creolen hadden zelfs nog ingeperkt door deoverheid

=> Wat heeft Bolivar geïnspireerd bij zijn onafhankelijkheidsdenken?– Het voorbeeld van Noord-Amerika, de Verenigde Staten, onafhankelijk geworden door de revolutie

van 1776 tegen de Britse kolonisator

=> Welke revolutie zou Bolivar nog kunnen geïnspireerd hebben?– De Franse revolutie van 1789

=> Welke ideeën stonden daarin centraal?– idee van volkssouvereiniteit, parlementair regime (vs. absolutisme)– idee van ‘vrijheid, gelijkheid, broederlijkheid’

=> ideeën die behoren tot de ideologische stroming van het liberalisme

=> Steunt Bolivar al die ideeën?– wel: de idee van volksouvereiniteit, politieke macht in eigen handen nemen

=> die gedachte om de onafhankelijkheid van het eigen grondgebied en de souvereiniteit vanhet eigen volk uit te roepen = vorm van nationalisme

– niet: de ideeën van vrijheid en gelijkheid: hij is pro-slavernij en voor een erfelijke senaat (hoewel hij ook wel bereid is een verkozen kamer van volksvertegenwoordigers te erkennen)

Samengevat:=> De Creolen zijn een economische elite, maar voelen zich politiek onmondig en zij ambiëren bijge-volg een groter aandeel in het bestuur (opkomst nationalisme).=> Dat is al wel langer zo, maar nu: invloed doet zich gelden van revoluties in het buitenland en dedaarmee samenhangende nieuwe politieke ideeën (liberalisme)

=> Hierdoor ontstaat een revolutionair klimaat in Latijns-Amerika

* Directe motieven of aanleiding:

– Externe gebeurtenis in de Europese moederlanden: 1808: Napoleon dwingt de Spaanse koning Karel IV enkroonprins Ferdinand VII tot afstand van hun troonsrechten en plaatst zijn eigen broer Jozef op Spaanse troon;gelijkaardige gebeurtenissen in Portugal.

=> In vele Spaanse steden ontstaan noodregeringen die loyaal blijven aan de Spaanse vorst Ferdinanden een guerilla tegen de Franse voeren.

=> Hetzelfde gebeurt in de kolonies (waar de Fransen geen voet aan de grond krijgen, onder meer omdatze niet opgewassen zijn tegen de almachtige Britse marine): de creoolse elite weigert de nieuweNapoleontische/Franse vorst te erkennen en vormt zelfstandige stadsbesturen die formeel loyaal blijvenaan Ferdinand.

=> Wanneer naderhand (in de jaren na 1814) de Spaanse/Portugese vorst het centralistische regimesteunend op de peninsulares wenst te herstellen - zonder rekening te houden met de ambities en ver-worvenheden van de creoolse elite (sterker nog: pogingen om hun macht nog verder in te beperken, cf.inperking van hun macht over de eigen slaven) - gaan de Creolen over tot de onafhankelijkheidsstrijd.

3. Lesfase 3: Verloop van de onafhankelijkheidsstrijd van Latijns-Amerika:

=> Twee grote revolutionaire bewegingen (periode 1815-1824):

=> Vanuit het Noorden:Simon Bolivar bevrijdt Venezuela tot Peru

Page 5: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

H E R M E S

Lestekst Jaargang 10 - nummer 118

=> Vanuit het Zuiden:San Martin bevrijdt vanuit La Plata Argentinië tot Peru

=> kaart van hun campagnes (Sesam-atlas, p. 52)=> illustratie met de portretten van Bolivar en José de San Martin

=> In het verlengde hiervan wordt kort daarna ook de rest van Latijns-Amerika onafhankelijk, op enke-le kleinere steunpunten en territoria na die nog langere tijd, soms tot vandaag in handen vanWesteuropese mogendheden blijven

=> kaarten inzake de onafhankelijkheid van Latijns-Amerika (1. situatie in 1830; 2. metexacte onafhankelijkheidsdata)

(1. Sesam-atlas, p. 52; of: Van In, p. 45; 2. copie)

[- Wat leert een vergelijking van beide kaarten?– Idee van statenfederaties naar het voorbeeld van de Verenigde Staten faalt: Mexico, de

Verenigde provincies van Centraal Amerika, Argentinië en Gran Colombia vallen alle-maal uit elkaar in kleinere staatjes.

– De staatsindeling verloopt grotendeels volgens de lijnen van de vroegere bestuurlijke indeling.]

=> Belangrijke externe/internationale factor in het succes van de Latijns-Amerikaanse onafhankelijkheids-strijd:

We lezen de formulering van de Monroe-doctrine in 1823:

=> Wat is de centrale stelling van president Monroe?

– De V.S.A. zullen niet lijdzaam toezien als de Europese ex-kolonisatoren zouden proberen hun vroegere kolonies te heroveren.

– De V.S.A. steunen voluit de nieuw verworven onafhankelijkheid van de Latijns-Amerikaanse staten.

=> De V.S.A. hebben op dat moment nog niet de macht om die Monroe-doctrine waar te maken, maar zehebben een bondgenoot die hen hierbij steunt - Wie (ook vandaag nog een bondgenoot)?

– Het Britse rijk, de sterkste zeemogendheid op dat moment:=> Want: haalt daaruit economisch voordeel voor z’n eigen handelsimperium door het verliesvan z’n Iberische concurrenten; immers vroeger in koloniale tijd: geen vrijhandel mogelijkmet Latijns-Amerika, nu: wel en de Britten nemen daar het leeuwendeel van in.

=> Bestuurlijk/Politiek karakter van de nieuwe Latijns-Amerikaanse staten:

=> Wat dacht Bolivar daarover? (cf. toespraak van Simon Bolivar)

=> Slechts heel beperkte vorm van democratie: wel een verkozen kamer van volksvertegenwoordi-gers, maar de eigenlijke macht bij een erfelijke senaat (bestaande uit leden van de elite)

=> Republieken met slechts een heel relatieve vorm van democratie=> Geen veralgemeende sociale revolutie, de bestaande Creoolse elite komt aan de macht i.p.v. de vroe-gere peninsulares; voor de Indiaanse, zwarte of gemengdbloedige bevolking verandert er weinig of niets(=> regelmatige opstanden die hard worden neergeslagen)

4. Lesfase 4: Economische afhankelijkheid en de politieke consequenties daarvan:

Nu we de weg naar politieke onafhankelijkheid van Latijns-Amerika bekeken hebben, gaan we eens kijken hoehet zat met de economische ontwikkeling in die landen na de onafhankelijkheid.

Page 6: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

H E R M E S

Jaargang 10 - nummer 1 Lestekst19

We bekijken een tabel over de buitenlandse investeringen in Latijns-Amerika in de 19de eeuw.

=> Waren die buitenlandse investeringen belangrijk?– Ja!

=> Wat is het gevolg daarvan?– Dat een groot deel van het economische leven onder buitenlandse invloed komt te staan.

We lezen enkele tekstfragmenten over de buitenlandse infiltratie van de Latijns-Amerikaanse eco-nomieën (en cultuur) en de gevolgen daarvan.

=> Wat was het gevolg van de economische afhankelijkheid van Latijns-Amerika voor hun politieke auto-nomie?

– Die politieke onafhankelijkheid werd er heel relatief door: de Europese machten en de V.S.A.komen zich moeien in interne aangelegenheden wanneer ze daar de behoefte toe voelen/om hun belangen te verdedigen.

=> Hoe gaan die buitenlandse machten hierbij te werk?– Via gunboat diplomacy => via militaire middelen dwingen ze economisch-financieel zwakker

staande staten tot de gewenste toegevingen.

Samengevat: De grote invloed die de V.S.A. en de vroegere Europese kolonisatoren op die manier verwervende nieuwe Latijns-Amerikaanse staten duiden we aan met de term neokolonialisme: er wordt geen directepolitieke macht meer uitgeoefend over die landen, maar via economische weg wordt wel grote invloed in deinterne aangelegenheden van die landen verworven. Echte politieke onafhankelijkheid zonder economischeonafhankelijkheid is bijgevolg niet mogelijk.

5. Lesfase 5: Doorwerking tot op vandaag van de besproken problematiek: de casus Honduras

We lezen een aantal teksten over de geschiedenis van Honduras en over de actuele deelname van datland aan de oorlog in Irak.

=> Hoe breng je deze teksten met elkaar in verband? Denk aan wat we net hebben gezien over Latijns-Amerika in het algemeen.

– Honduras is een onafhankelijk land in Centraal-Amerika, dat in economisch opzicht echter gedomineerd wordt - sinds lang - door de United Fruit Company uit de V.S.A.

– Die multinational - met de steun van de V.S.A. - heeft door zijn economische macht grote invloed verworven in de interne politiek van Honduras, wat veelal niet in het voordeel van de lokale bevolking was (cf. Pablo Neruda’s gedicht).

– Een gevolg van de sterke V.S.A.-invloed in het land bekomen langs economische weg: een klein en arm land als Honduras, gelegen ver van het Midden-Oosten, neemt toch deel aan de oorlog in Irak en gedraagt zich zo als vazalstaat van de V.S.A.

– De V.S.A. voeren dus een neokolonialistische politiek tegenover Honduras.– Het laatste artikel (over terugtrekking troepen Honduras) toont echter dat de macht van de

V.S.A. vandaag niet langer absoluut is in Honduras.

=> Een heel aantal Latijns-Amerikaanse landen zijn nog steeds niet aan het einde van hun lang wegnaar reële onafhankelijkheid omwille van de ook vandaag tot op zekere hoogte nog steeds neokolonialis-tische politiek van de V.S.A. en van ook Europese landen.

Page 7: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

H E R M E S

Lestekst Jaargang 10 - nummer 120

MEDIA

1. Kaart koloniaal Latijns-Amerika (copies / slide)

2. Schema sociale klassen (slide)

3. Tekst Bolivar (copies)

4. Tekst Monroe (copies)

5. Portretten Bolivar en San Martin (slide)

6. Kaart onafhankelijk L-A in 1830 (copies / slide)

7. Kaart onafhankelijk L-A met data (copies / slide)

8. Grafiek + tekstfragmenten over economisch L-A algemeen (copies)

9. Bronnen over Honduras vandaag (copies)

SIMON BOLIVAR, Toespraak tot het Congres vanAngostura in 1819 (waarop Bolivar wordt benoemdtot president van de onafhankelijke republiek vanVenezuela):

Wij zijn geen Europeanen en wij zijn geen Indianen. Wijzijn een soort tussen de autochtonen en de Spanjaarden.Als Amerikanen door geboorte en Europeanen bij wetzien wij ons verwikkeld in een dubbel conflict: webetwisten de inboorlingen hun bezitsrechten, en tegelijkvechten we om ons te handhaven in het land dat ons hetleven schonk tegen de invallers. Onze positie is dus bij-zonder en gecompliceerd. Maar er is meer. Onze rol isaltijd al strikt passief geweest en we hebben nooit poli-tieke rechten toegekend gekregen. Vandaag is onzezoektocht naar vrijheid is echter moeilijker dan ooit terealiseren, omdat ons nu ook het recht ontzegd is ominons eigen huis een actieve macht uit te oefenen overonze slaven, waardoor we in een staat beland zijn dieerger is dan slavernij. […]Zoals de Noord-Amerikanen hebben we de nationalevertegenwoordiging opgedeeld in twee kamers: dekamer van afgevaardigden en de senaat. De eerste is opeen wijze manier samengesteld en daar zijn eigenlijkgeen wijzigingen nodig. Wat de senaat echter betreft,zou het in mijn opinie beter zijn als die via erfopvolgingzou zijn samengesteld in plaats van via verkiezingen.[…] De creatie van een erfelijke senaat zou geen aan-tasting zijn van de politieke gelijkheid. Ik vraag niet deinstelling van een adellijke klasse. Wat ik voorstel is eenambt dat grote kennis vraagt, veel voorbereiding en demogelijkheden om die kennis te verwerven. Niet allesmag overgelaten worden aan het toeval en de uitslagvan verkiezingen. Het volk wordt immers makkelijkmisleid. De erfelijke senaat zou bovendien ook dienenals een tegengewicht tegen de regering en het volk. Alseen neutrale macht zal het de rivaliteit tussen die beidepolen in de hand houden.

DE “MONROE DOCTRINE” (zoals uitgesproken doorpresident van de V.S.A. Monroe tijdens zijn jaarlijksetoespraak tot het Congres, 2 december 1823):

In de oorlogen van de Europese machten onder elkaarhebben wij nooit deelgenomen en het ligt in onze bedoe-ling om dit in de toekomst te doen. Alleen wanneer onzerechten aangetast worden en ernstig bedreigd worden,nemen we maatregelen voor onze verdediging. Bij degebeurtenissen in deze hemisfeer zijn we echter noodza-kelijkerwijs meer onmiddellijk betrokken, omwille vanzaken die overduidelijk zijn voor elke verlichte en onpar-tijdige observator. Het politieke systeem van de Europesemachten is geheel anders dan dat van Amerika en aan deverdediging van ons eigen systeem is de gehele natie ergtoegewijd […]. Daarom, en ook omwille van de bestaandevriendschappelijke relaties met Europa, zijn we het ons-zelf verplicht om te verklaren dat we elke Europesepoging om hun systeem over te plaatsen naar om heteven welk deel van deze hemisfeer zullen beschouwen alseen gevaar voor onze vrede en veiligheid. Inzake debestaande kolonies van de Europese machten zijn wenooit tussengekomen en dat zullen we in de toekomst ookniet doen. Wat betreft de regeringen echter die hun onaf-hankelijkheid hebben verklaard en deze gehandhaafdhebben, en waarvan we de onafhankelijkheid erkendhebben op basis van rechtvaardige principes, zullen weelke poging van een Europese macht om die regeringente onderdrukken of controleren, zien als de manifestatievan een onvriendelijke houding tegenover de VerenigdeStaten. […] Het is onmogelijk dat de Europese machtenhun politieke systeem zouden uitbreiden naar gelijk welkdeel van de Amerikaanse continenten zonder onze vredeen ons geluk in gevaar te brengen. Ook kan niemandgeloven dat onze zuidelijke broeders dit systeem zoudenaannemen op eigen initiatief. Het is bijgevolg evenzeeronmogelijk dat we een (Europese) tussenkomst in dezezin met onverschilligheid zouden aanzien.

Page 8: De dekolonisatie van Latijns-Amerika.pdf

H E R M E S

Jaargang 10 - nummer 1 Lestekst21

Jacques Leclerc, “Aménagement linguistique dans lemonde: Honduras”, Centre international de rechercheen aménagement linguistique de l’Université Laval(ville de Québec)(www.tlfq.ulaval.ca/axl/amsudant/honduras.htm):

Au début du XXe siècle, le Honduras devint une «répu-blique bananière» soumise aux constantes interven-tions des États-Unis qui défendaient des entreprisescomme la United Fruit Company. Dès 1910, ces richescompagnies américaines avaient fini par acquérir80 % de la surface cultivable du pays. C’est à cetteépoque qu’est apparue l’expression «république debananes» qu’on appliqua de façon caricaturale auHonduras, parce que le pays a pratiquement apparte-nu à la United Fruit durant un siècle. Un diction pop-ulaire s’est formé: «Une mule coûte plus cher qu’undéputé.» Les Américains étaient réputés pour exigerde gros prix aux pauvres Honduriens.

Pablo Neruda (1904-1973), “La United Fruit Co.” (1950):

When the trumpet sounded everything was prepared on earth,and Jehovah gave the world to Coca-Cola Inc., Anaconda,Ford Motors, and other corporations.

The United Fruit Company reserved for itself the most juicy piece, the central coast of my world,the delicate waist of America.It rebaptized these countries Banana Republics,and over the sleeping dead,over the unquiet heroes who won greatness,liberty, and banners […]it abolished free will,gave out imperial crowns,encouraged envy, attracted the dictatorship of flies

With the bloodthirsty flies came the Fruit Company,amassed coffee and fruit in ships which put to sea like overloaded trays with the treasures from our sunken lands.

Meanwhile the Indians fall into the sugared depths of the harbors and are buried in the morning mists;a corpse rolls, a thing without name, a discardednumber,a bunch of rotten fruit thrown on the garbage heap.

Ricardo Maduro, president van Honduras, 18 maart2003:

“The Government of Honduras supports theGovernment of the United States of America’s waragainst terrorism and calls on the Government ofIraq, in order to avoid further suffering by the Iraqipeople, to accept the demands proposed by the UnitedStates of America.”

“Honduras to end Iraq troop commitment” (ABC NewsOnline, 17 maart 2004):

Honduras has no plans to prolong its troops’ Iraq tourbeyond the scheduled return in July, PresidentRicardo Maduro said Tuesday. “For now, there is noplan to seek an extension,” Maduro told reporters,“that means they will return in July.” The CentralAmerican country has 370 troops in Iraq underSpanish command. Mr Maduro said, however, hiscommitment to the United States to stay until Julyhas nothing to do with any decision on Spain’s part towithdraws its soldiers beforehand. Honduras deploy-ed troops to Iraq in August and January, followingrequests from Washington, and posted reinforcementsin February. “The people of Honduras, the governmentand the Congress,” could, however, change the dead-line, Maduro added, “for now, that is not the case,” hesaid.

SOCIALE KLASSEN IN KOLONIAAL (SPAANS)LATIJNS-AMERIKA:

Peninsulares– Spanjaarden uit het moederland– vormen de economische elite– hebben de politieke macht in handen

Creolen– Spanjaarden geboren in de kolonies– vormen mee de economische elite (grootgrondbezit,

handel)– bezitten slechts beperkte inspraak in het bestuur

‘Castas’ of ‘Gente de color’– indianen, zwarten, ‘gemengdbloedigen’– vormen de lagere sociaal-economische lagen (kleine

boeren, landarbeiders, handwerkslieden, slaven,enz.)

– bezitten geen enkele politieke macht