De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

21
DE BOURGONDISCHE HOOFDSTUK 12 - VERBETERSLEUTEL

description

bn

Transcript of De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

Page 1: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

De Bourgondische Nederlanden

HOOFDSTUK 12 - VERBETERSLEUTEL

Page 2: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

HOE KWAMEN DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN TOT STAND?

OPDRACHTEN

1. Kleur op de onderstaande kaart de verschillende gebiedsuitbreidingen van de Bourgondische hertogen. Gebruik voor elke hertog een andere kleur.

2. De Bourgondische hertogen verwierven zich een grensoverschrijdend rijk. Verklaar.Hun hertogdommen lagen zowel in Frankrijk als in het Duitse rijk.

3. Vul onderstaande tijdlijn van de late middeleeuwen (1350 – 1500) aan. Gebruik een vaste schaal om de halve eeuwen te onderscheiden. Duid de regeerperiode van elk der vijf Bourgondische hertogen met jaartallen op de tijdlijn aan en kleur drie van de vijf perioden in met de

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 2

1

Page 3: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

overeenstemmende kleur die je gebruikt hebt voor het inkleuren van de kaart.

4. De Nederlandse vorstendommen kwamen niet alleen op verschillende tijdstippen, maar ook op verschillende manieren in handen van het Bourgondisch huis: door erving van eigen ouders, door erving van anderen, door huwelijk, aankoop, verovering of schenking. Vul de onderstaande tabel aan. Maak hiervoor gebruik van de stamboom en de geschreven bron.

DE OPBOUW VAN HET BOURGONDISCHE LANDENCOMPLEX

GEBIED

VOOR HET EERST VERWORVEN DOOR

HERTOG

VERWORVEN DOOR MIDDEL VAN

VERWORVEN IN HET JAAR

Artesië Filips de Stoute Huwelijk met Margareta van Male

1384

Bourgondië Filips de Stoute

Brabant

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 3

Page 4: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

Elzas

Franche-Comté

Gelre

Henegouwen

Holland

Limburg

Lotharingen

Luik

Luxemburg

Namen

Picardië

Vlaanderen

Zeeland

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 4

Page 5: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

WAARDOOR WERDEN DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN SOCIAAL EN ECONOMISCH GEKENMERKT?

OPDRACHTEN

A. Hoe verstedelijkt waren de Bourgondische Nederlanden?

1. Wat valt er op als je de Lage Landen bekijkt op de stedenkaart van Europa (bron 1)?

B. Hoe kon een dergelijk verstedelijkt gebied overleven in de middeleeuwen?

2. Lees bron 2.a. Welk probleem stelde zich in het 15de –eeuwse Vlaanderen?

Een deel van de landbouwgronden werd gebruikt als grasland of lag braak. Daardoor kon men niet voorzien in de toenemende vraag naar voedsel.

b. Hoe werd dit probleem opgelost?Er werd geregeld graan aangevoerd uit andere hertogdommen en graafschappen.

3. Bekijk aandachtig bron 4.Welke inkomstbronnen maakten die aankopen mogelijk?Vooral de laken- en linnenproductie bracht geld op.

C. Welke invloed had de verstedelijking op het platteland?

4. Lees bron 5.a. Waarom trachtten de boeren in Vlaanderen, Brabant en Artesië

zoveel mogelijk graan te produceren?Omdat ze zo veel graan in de steden konden verkopen en zo een grote opbrengst konden nastreven

b. Hoe slaagden de boeren erin om meer te produceren dan in de meeste andere streken van Europa?Men hield het vee op stal zodat er stalmest ontstond. Dat gebruikte men om het land vruchtbaar te houden. Zo bleef de grond niet braak liggen, maar kon men steeds gewassen winnen.

5. Bekijk nu aandachtig bron 3.Welke verschuiving in de lakenproductie van de Zuidelijke Nederlanden merk je op?De lakenproductie vindt meer en meer plaats in de kleine steden en zelfs op het platteland.

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 5

2

Page 6: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

6. Bron 7 handelt over de lakennijverheid in een grote stad, Mechelen.a. Uit welke artikels blijkt dat er streng werd toegekeken op de

kwaliteit van het verven?Artikel 1 (betalen van boete indien juiste verf niet wordt gebruikt)Artikel 2Artikel 4Artikel 5 (kalk in de verf mengen is verboden)

b. Waarom zouden ververs deze artikels eventueel willen overtreden?Omdat ze zo misschien een betere verkoopsprijs konden aanbieden indien ze zouden besparen op hun kosten. Zo zouden ze meer winst halen.

c. Welk effect had zo’n reglementering op de prijs van het laken?De prijs van het laken kon niet zo veel schommelen, alles was vastgelegd door regels.

7. Bekijk bron 8.a. Wat gebeurde er met de productieprijs in de Mechelse

lakennijverheid in het beging van de 15de eeuw?De prijs steeg van 2.38 naar 3.36.

b. Welk gevolg had dit voor de verkoopprijs?De verkoopprijs zal ook stijgen.

8. Uit bron 3 blijkt dat een aantal lakenhandelaars aan deze hogere kosten konden ontsnappen. Hoe gebeurde dat? Lees in dat verband ook bron 13.Ze gingen laken op het platteland gaan produceren omdat het daar goedkoper was.

9. Lees bron 11.Met welk actueel probleem kan je het ontstaan van een plattelandsnijverheid in de 15de eeuw vergelijken?Nu nog steeds worden in andere landen zoals China,…goederen geproduceerd omdat de arbeidskosten daar veel lager zijn.

10. Geef nu twee redenen waarom veel mensen op het platteland in de Bourgondische Nederlanden meer met geld in aanraking kwamen dan elders in Europa.- In de Bourgondische Nederlanden werd veel meer uitbesteed aan

het platteland (zoals de lakenproductie). In andere delen van Europa leefde men nog steeds hoofdzakelijk van de opbrengst van de landbouwproducten. Zo kwam men daar minder met geld in contact.

D. Waarom en hoe veranderde de stedelijke textielnijverheid in de Bourgondische Nederlanden?

11. Bekijk de grafiek in bron 6.a. Wat wordt er precies weergegeven?

De jaarlijkse laken- en wolexport uit Engeland tussen 1350 en 1500

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 6

Page 7: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

b. Welk verband kan je leggen tussen de twee curven?De wolexport daalt terwijl de lakenexport stijgt.

c. Welke nijverheid kwam er in de 15de eeuw in Engeland tot volle ontwikkeling?lakennijverheid

12. Bekijk nu de twee tabellen van bron 9.a. Wat veranderde er in de stedelijke textielnijverheid in de

Nederlanden in de tweede helft van de 14de en 15de eeuw?Er werden meer en meer tapijten geproduceerd.

b. Welk verband kan je leggen tussen de verminderde lakenweverij in de Nederlanden en de economische verandering in Engeland?/

E. Waren de mensen in de Bourgondische Nederlanden armer of rijker dan elders in Europa?

13. Lees bron 10.a. Gaat het om een primaire of een secundaire bron?

Primaire bronb. Wat schrijft Phillippe de Commynes over de welstand van de mensen

in de Bourgondische Nederlanden?Hij beschrijft dat de mensen daar veel geld hadden en in luxe leefden.

14. Vergelijk de lonen van bron 14 met elkaar.a. Wat valt er op?

Ambtenaren verdienen veel meer dan gewone arbeiders.b. Zijn de lonen van bron 14b representatief voor alle arbeiders in die

tijd? Motiveer je antwoord.Neen. Hier gaat het enkel om geschoolde arbeiders.

c. Bekijk ook bron 14c. Welke evolutie merk je op gedurende de 15de en 16de eeuw in Brabant?Het aantal gezinnen dat in armoede leeft, stijgt. Vooral in de kleine steden is de armoede het grootst.

15. Over welke mensen schreef Phillipe de Commynes waarschijnlijk? Waarom waren deze mensen niet representatief voor de hele bevolking van de Nederlanden?Hij schreef waarschijnlijk over de rijke burgerij en / of adel. Die maakten maar een klein deel uit van de bevolking.

16. Lees nu bron 13.a. Gaat het om een primaire of een secundaire bron?

Secundaire bron (dateert van 1967)

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 7

Page 8: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

b. Welke van de twee teksten komt het meest overeen met de historische werkelijkheid: de tekst van Philipe de Commynes (kort na 1465) of die van M. Dierickx (in 1967)? Motiveer je antwoord.Normaal gezien zou de tekst van Philippe de Commynes het meeste moeten overeenkomen omdat het in dezelfde tijdsperiode geschreven is. Maar zijn versie is heel subjectief en gaat slechts over een klein deel van de bevolking.De tekst van M. Dierickx geeft dan een beter beeld van die historische werkelijkheid weer.

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 8

Page 9: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

HOE HEEFT DE STERKE VERSTEDELIJKING

DE CENTRALISATIEPOLITIEK VAN DE

BOURGONDIËRS BEÏNVLOED?

OPDRACHTEN

A. In hoeverre vormde de centralisatie een bedreiging voor de steden?

1. Lees bron 1.a. Hoeveel jaar voor de Bourgondische periode kwam dit document tot

stand?193 jaar

b. Aan welke voorwaarde was de trouw aan de vorst verbonden?De Gentse inwoners moesten de koning trouw zijn zolang hij rechtvaardig zou regeren.

c. Door wie werden de schepenen (= rechters) aangeduid?De schepenen werden aangesteld door de stad Gent.

d. Wanneer was de stad Gent verplicht tot militaire steun aan de vorst?Ze moesten alleen deelnemen aan militaire expedities op zee.

e. Hoe kon de stad zich verdedigen tegen een eventuele aanval van de vorst?De stad kon zich op eigen houtje verdedigen d.m.v. grachten, wallen,…

2. Lees nu bron 2.Waarom kwamen in de Lage Landen veel van zulke keuren voor gedurende de late middeleeuwen? Er waren veel steden in onze gebieden. De steden wilden grotendeels hun onafhankelijkheid behouden. In een keure werd alles vastgelegd (macht van de vorst / stad,…)

3. Lees bron 4.a. In welke artikels komt de macht van de steden aan bod?

Artikel 3, artikel 4, artikel 5b. Wat wordt er precies gezegd?

Het komt erop neer dat Brabant nog steeds alle macht naar zich toetrekt. Voor bijna alles moet de stad nog toelating geven. De hertogen kunnen niet zomaar zonder de stad beslissen.

c. Welk recht hadden de steden wanneer de hertog zich niet hield aan de Blijde Inkomst?Dan moesten ze geen verantwoording meer afleggen aan de hertog. Ze moesten hem ook niet meer gehoorzamen.

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 9

3

Page 10: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

d. In welk artikel van de Gentse keure vind je dit principe ook min of meer terug?Artikel 1

e. Hoeveel jaar voor de Bourgondische periode werd de Blijde Inkomst opgesteld?28 jaar

f. Met welk document elders in Europa vertoont deze tekst een grote gelijkenis?Magna Charta te Engeland (zie hoofdstuk 11: opkomst van de nationale staten)

4. Bekijk en lees bron 3.a. Leg uit wat Filips de Goede wilde bereiken met de oprichting van de

Grote Raad.De Grote Raad was een soort rechtbank waar vonnissen van lagere rechtbanken konden worden vernietigd. Zo kon de hertog nog steeds zijn macht op dat gebied uitoefenen.

b. Op welke wijze werd de stedelijke zelfstandigheid door de Grote Raad aan banden gelegd?Beslissingen genomen door de steden, werden in de Grote Raad nog eens herbekeken en eventueel aangepast.

c. Leg uit waarom de Grote Raad indruiste tegen de geest van de Gentse keure en de Blijde Inkomst.De steden moesten voortaan voor bijna alles verantwoording afleggen aan de Grote Raad. In de andere overeenkomsten (keure + Blijde Inkomst) was dat net het tegenovergestelde.

B. Waarom waren de Bourgondische hertogen afhankelijk van de steden?

5. Bekijk aandachtig bron 5.- Welke centrale instellingen stonden tegenover elkaar?

Je had aan de ene kant de Staten-Generaal en aan de andere kant had je de aanhangers van de hertog nl. De kanselier, de hofraad, de Grote Raad.

- Waarom konden de Staten-Generaal niet op eigen houtje beslissen?Ze vertegenwoordigden alleen de Provinciale staten.

- Van wie waren de Staten-Provinciaal afhankelijk?De hertog.

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 10

Page 11: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

- Waarom kon de hertog niet zomaar op eigen initiatief directe belastingen innen?Er bestond in die tijd (15de eeuw) geen vaste regeling i.v.m. directe belastingen. Als de hertog geld nodig had, moest hij zich richten tot de Staten-Generaal en een bede vragen.

6. Lees bron 6.a. Wat had de hertog nodig om de macht van de steden aan banden te

leggen?Hij had eigenlijk het systeem van indirecte belastingen nodig, zoals het betalen van belasting op verbruiksgoederen. Zo hadden de steden geen controle meer over de inkomsten van de schatkist.

b. Welk voordeel hadden indirecte belastingen voor de vorst?Zie vraag a.

c. Waarom is Filips de Goede er niet in geslaagd indirecte belastingen in te voeren?De steden weigerden om indirecte belastingen in te voeren. Zo konden ze hem immers niet meer controleren.

d. Van wie bleef de hertog dus financieel afhankelijk?Hij bleef nog steeds financieel afhankelijk van de steden.

C. Hoe reageerden de Bourgondische hertogen op de stedelijke macht?

7. Lees bron 7.Waarom is de door Despars beschreven reactie van Filips de Goede op de Gentse nederlaag nogal vreemd? Welke verklaring geeft Despars? Welke mogelijke verklaring kan je er zelf nog aan toevoegen?Filips de Goede had gewonnen: hij had meer macht verkregen. Toch vond hij dat hij verloren had: het waren immers zijn mensen, zijn volk die daar gesneuveld was.

8. Bekijk een lees aandachtig bron 8.- Op welke manier probeerde Filips de Goede de macht van de

steden nog te bestrijden?Hij vernederde de stad door de magistraten voor hem te laten knielen, blootsvoets, blootshoofds en in ondergoed. Alle gildenvlaggen moesten ook aan hem overgedragen worden. Zo maakte hij duidelijk dat hij het voortaan voor het zeggen had.

- Waarom kan je zeggen dat Filips de Goede toch met de nodige tact te werk ging?Hij ‘schonk’ de stad toch nog enkele nieuwe privileges om de steun van de stad opnieuw te verkrijgen.

9. Lees bron 11.Welk verschil merk je tussen Filips de Goede en Karel de Stoute in hun houding tegenover de stedelijke privileges?Karel de Stoute vindt dat de stedelijke privileges niets voorstellen. Uiteindelijk bezit hij alle macht (<-> Filips de Goede).

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 11

Page 12: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

10. Karel de Stoute had een totaal andere visie op het vorstelijk gezag dan de steden. Leg het verschil tussen deze twee opvattingen uit met behulp van bron 1, bron 4 en bron 12.Visie op het vorstelijk gezag volgens de steden:

- de vorst moest voor bijna iedere beslissing toestemming vragen aan de steden (bron 1 + 4)

Visie op het vorstelijk gezag volgens Karel de Stoute:- hij had de totale macht: de steden moesten hem gehoorzamen,

niet omgekeerd (bron 12)

11. Bekijk bron 9.a. Welk verschil merk je tussen de regeerperiode van Filips de Goede

en die van Karel de Stoute?Onder het bewind van Karel de Stoute werden er veel meer beden toegestaan aan de vorst (bede = financiële steun). Daaruit blijkt dat de macht van Karel de Stoute als vorst veel groter was dan die van Filips de Goede.

12. Bekijk het 19de-eeuwse portret van Karel de Stoute.Vergelijk het portret met dat van Karel de Stoute in de stamboom. Waarom heeft men later Karel de Stoute zo afgebeeld?Omdat Karel de Stoute uiteindelijk ervoor zorgde dat de vorstelijke macht meer en meer werd uitgebreid. Hij werd daarom later afgebeeld als een machtige vorst (<-> portret stamboom).

13. Lees nu bron 13.a. Uit welke artikels blijkt dat de steden hun zelfstandigheid

terugkregen?Artikel 1, 2

b. Verduidelijk met drie concrete voorbeelden dat het Groot Privilege verscheidene voorrechten van de Blijde Inkomst uitbreidde tot heel de Nederlanden.- als de hertogin zich niet aan de afspraken houdt, zijn al haar

onderdanen geen gehoorzaamheid meer verschuldigd (B.I.: 1 hertogdom)

- alle steden kunnen nu hun rechtspraak regelen via hun privileges en keuren

- de hertogin moet voor het voeren van oorlog toestemming vragen aan de Staten-Generaal (afgevaardigden van alle staten) (B.I.= toelating aan 1).

c. Welke omstandigheden verplichtten Maria van Bourgondië tot het verlenen van het Groot Privilege?

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 12

Page 13: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

De steden waren enorm ontevreden over het bewind van haar vader, Karel de Stoute. Om opstanden te vermijden, ondertekende ze het Groot Privilege. In ruil daarvoor verkreeg ze militaire en financiële steun.

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 13

Page 14: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

WAAROM EN HOE WAREN DE LAGE LANDEN IN DE 15DE EEUW TOONAANGEVEND OP CULTUREEL GEBIED?

OPDRACHTEN

A. Waarom vertegenwoordigden de Vlaamse Primitieven een nieuwe schilderkunst?

1. Bekijk de twee schilderijen van bron 1 en bron 2.a. In welke eeuw werden ze geschilderd?

In de 15de eeuw.b. Met hoeveel jaar verschil werden ze gemaakt?

25 jaar.c. Wat kan je hieruit veronderstellen over de stijl waarin de twee

schilderijen zijn gemaakt?Bron 1 zal wel een invloed gehad hebben op de schilderkunst van de kunstenaar uit bron 2.

d. Welke is de meest opvallende overeenkomst als we het onderwerp van de twee schilderijen bekijken?Vrouw met kind.

e. Wat is het meest opvallende verschil in de weergave? Let hierbij op:- de perspectief, d.w.z. de manier waarop voorwerpen, figuren,

enz. zich van een bepaald punt uit aan het oog vertonen; is iets goed volgens de perspectief geschilderd, dan zit er diepte in het schilderij, terwijl ‘zonder perspectief’ betekent dat er geen diepte is;

- de aandacht voor omgeving, achtergrond en landschap;- de aandacht voor een anatomisch juiste weergave van de

figuren;- de aandacht voor details.In bron 2 is er perspectief aanwezig, de omgeving en achtergrond zijn ook belangrijk. Er is meer oog voor detail (bv. Versieringen op kledij).

f. Waaraan merk je dat Jan van Eyck op dit schilderij bestaande mensen heeft geportretteerd? Hoe zou je dat kunnen controleren?Hij heeft hen levensecht voorgesteld. Ieder gelaatstrek is geschilderd. Je zou kunnen nagaan of die mensen wel degelijk in dezelfde periode hebben geleefd.

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 14

4

Page 15: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

g. Wie was kanselier Rolin? Raadpleeg voor deze en volgende vraag het internet.Nicolas Rolin (1376–1462) is een belangrijke persoon in de politiek van het Hertogdom Bourgondië en Frankrijk gedurende de 15e eeuw. Hij was kanselier van Filips de Goede, hertog van Bourgondië. (bron: Wikipedia)

h. Wie was de opdrachtgever van dit schilderij?Kanselier Rolin.

2. Welke overeenkomsten vertonen de meeste schilderijen van de Vlaamse Primitieven (bronnen 3, 4, 5, 6, 8, 9) met bron 2?Let weer op het gebruik van perspectief, de aandacht voor omgeving, achtergrond en landschap, hoe de personages zijn weergegeven, welke details er op de schilderijen te zien zijn.Er is perspectief aanwezig.De omgeving, achtergrond en landschap zijn belangrijk en worden gedetailleerd weergegeven.Er is symmetrie aanwezig. Je kan duidelijk het centrale punt in het schilderij bepalen.De schilderijen zijn gedetailleerd (plooien in kledij, gelaatstrekken personages,…)

B. Waarom waren er zoveel schilders actief in Vlaanderen en Brabant?

3. Bekijk aandachtig bron 7.a. Welke drie gewesten leverden de grootste inkomsten aan de hertog?

Holland-Zeeland, Brabant-Limburg en Vlaanderenb. Wat kan je daaruit afleiden in verband met de welvaart van deze

gewesten?De welvaart van deze gewesten was tamelijk hoog want ze konden het meeste voorzien in de beden van de vorst.

4. Bekijk bron 4. Lees daarna bron 10 en bron 12.Hoe kan je de aanwezigheid van Arnolfini in Brugge verklaren?Arnolfini was een koopmansfamilie. In die tijd was Brugge de perfecte plek om handel te drijven. Daarom vestigden ze zich in Brugge.

5. Lees bron 11.a. Wie vooral bestelde schilderijen bij Jan van Eyck?

Het waren vooral de Bourgondische hertogen die bij hem bestelden.b. Waarom was de 15de eeuw een overgangsperiode op artistiek

gebied?Voor deze periode had je de late gotiek als kunststroming. Na deze periode is de renaissance als kunststroming opgetreden. Deze waren

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 15

Page 16: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

twee verschillende kunststromingen. De Vlaamse Primitieven hadden kenmerken van beide kunststromingen, vandaar dat het als een overgangsperiode werd aanzien.

6. Bekijk opnieuw bronnen 5, 6, 8 en 9.a. Welke schilders worden nog vermeld bij deze schilderijen?

Hans Memling, Quinten Metsys, Petrus Christus, Dirk Boutsc. Van welke plaatsen waren ze afkomstig? Raadpleeg hiervoor het

internet.Brugge, Antwerpen en Leuven

c. Om welke twee redenen is de benaming ‘Vlaamse Primitieven’ misleidend?

- ze waren niet allemaal afkomstig van het graafschap Vlaanderen (bv. Antwerpen en Leuven behoorden tot andere hertogdommen)- ze werkten zeker niet primitief. Ze werkten reeds met perspectief, veel oog voor details,…

C. Hoe komen de mentaliteit en de leefwereld van de rijke burgers in de schilderijen van de Vlaamse Primitieven tot uiting?

7. Bekijk de schilderijen van de Vlaamse Primitieven nog eens.In welke twee groepen kan je deze schilderijen qua onderwerp indelen?Religieuze en wereldlijke (rijke burgerij, adel) onderwerpen

8. Vergelijk de wandschilderingen (bron 16 en bron 17) met de schilderijen van de Vlaamse Primitieven?Hoe merk je dat de belangstelling voor mens en wereld bij de Vlaamse Primitieven ook in godsdienstige schilderijen meer tot uiting kwam?Er werden ook wereldlijke elementen in opgenomen. In de oudere kunstwerken worden de personages echt nog als heiligen voorgesteld, met alle nodige attributen. Bij de Vlaamse Primitieven valt dat weg en wordt het meer werelds (bv landschap wordt ook belangrijk, andere attributen,…)

9. Wie bestelde doorgaans de oudere kunstwerken en wie de werken van de Vlaamse Primitieven?De oudere kunstwerken = vooral de kerkDe Vlaamse Primitieven = hertogen en vorsten om hun macht te tonen

10. Je kan de leefwereld van de rijke burgers duidelijk herkennen in veel schilderijen van de Vlaamse Primitieven. Duid de elementen aan die op die rijkdom wijzen en beschrijf wat je ziet.Mooie woning, veel goud en zilver, mooie gewaden

D. Welke andere vormen van cultuur kwamen ook tot bloei in de steden van de Bourgondische Nederlanden?

11. Lees bron 13.Een boek was in de middeleeuwen een statussymbool. Leg uit.

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 16

Page 17: De Bourgondische Nederlanden - Verbetersleutel

Een mooi boek kostte al snel evenveel als een klein huis. Als je een boek kon permitteren, was dat een symbool dat je veel geld had.

12. Bekijk bron 6. De vrouw van de geldwisselaar leest een boek. Waarom, denk je, waren dergelijke mensen geletterd?Ze moesten een soort van contracten kunnen opstellen en lezen (wisselbrief).

13. In de grote handels- en textielstad Gent werkten de ‘Gezellen van de Rong’. Het was een ambacht van kopiisten die tegen betaling teksten overschreven. Verklaar waarom ze in een stad als Gent voldoende werk hadden.Gent werd beschouwd als de grootste stad van de Bourgondische Nederlanden.

14. Kostbare boeken bevatten ook miniaturen. Op de kaart (bron 14) staan de verluchterswerkplaatsen in het graafschap Vlaanderen in 1400.a. Hoeveel werkplaatsen waren er in Vlaanderen?

6b. Waarom hadden de belangrijkste steden een verluchterswerkplaats?

In zulke werkplaatsen werden boeken voorzien van miniaturen (eerste letter van een pagina, hoofdstuk werd groter geschreven en versierd). In grote steden leefden heel wat rijkere mensen, die zich dus boeken konden permitteren. Daardoor was het belangrijk dat iedere grote stad zo een werkplaats had.

15. Bron 15 is een miniatuur. Een kroniekschrijver biedt hertog Filips de Goede een boek aan. Waarom was de hertog geïnteresseerd in boeken?Een boek was een statussymbool. Door aan het volk te tonen dat hij boeken kon kopen, toonde hij eigenlijk zijn macht en zijn rijkdom.

HOOFDSTUK 12: DE BOURGONDISCHE NEDERLANDEN

VERBETERSLEUTEL 17