De 'bezeten' kinderen van benin

68
De ‘bezeten’ kinderen van Benin Annemarie Haverkamp | Bob van Huët

description

Dit boekje is uitgegeven ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van het Liliane Fonds. Journalisten Annemarie Haverkamp en Bob van Huët gingen in het voorjaar van 2015 naar Benin, een van de ruim dertig landen waar het Liliane Fonds ondersteuning biedt aan kinderen met een handicap. Hun reis mondde uit in dit boekje. Doordat alle partijen belangeloos meewerkten en alleen papier en inkt betaald moesten worden, kon 'De bezeten kinderen van Benin' worden gedrukt in een oplage van 15.000 exemplaren. In december 2015 werd het boekje als dank aangeboden aan trouwe donateurs van het Liliane Fonds. De initiatiefnemers hopen dat dit boekje u en anderen zal inspireren. Ze stellen het op prijs als u het na lezing doorgeeft aan vrienden of familie.

Transcript of De 'bezeten' kinderen van benin

Page 1: De 'bezeten' kinderen van benin

De ‘bezeten’kinderenvan BeninAnnemarie Haverkamp | Bob van Huët

Page 2: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 3: De 'bezeten' kinderen van benin

De ‘bezeten’kinderenvan BeninAnnemarie Haverkamp | Bob van Huët

Page 4: De 'bezeten' kinderen van benin

Fotografie Roberto Maldeno

Grafische vormgeving Comma-S ontwerpers

Drukwerk Drukkerij Dekkers van Gerwen

Tekstredactie Lydia van Aert

Uitgever Liliane Fonds

Met dank aan Marije Koeman en Tineke Rutten

© 2015 Annemarie Haverkamp, Bob van Huët

Page 5: De 'bezeten' kinderen van benin

Voorwoord

Gelukkig, mijn kind gaat niet dooddoor Annemarie Haverkamp

Het liefst zou ik nu mijn vingers in mijn oren stoppen. De voodoogodin die op een krukje voor me zit, heeft net gezegd dat ik een ziek kind heb. Hoe weet ze dat? Ik heb het haar niet verteld. Ik krijg er rillingen van. De dierenschedels in haar hut en de brandende kaarsen zijn allesbehalve rustgevend. Kan ik hier weg?

“Je kind gaat niet dood”, weet de godin nadat ze een paar keer met een mondvol sinaasappellimonade gespuugd heeft en mij een stuk noot heeft gegeven (vieze, bittere smaak, maar ik durf niet te weigeren). “Dat heeft het orakel me net doorgegeven.”Toch iets van opluchting. Ik wil er niet aan denken hoe ik hier had gezeten als ze had aangekondigd dat Jobs laatste uur had geslagen.Benin. Ongrijpbaar en soms dus een beetje eng. Voor we aan deze reis begonnen, had ik stellig verkondigd dat ik niets wilde horen over mijn gehandicapte zoon. Bij geen enkele voodoopriester of medicijnvrouw zou ik zijn naam noemen. Uit angst met een vloek of voorspelling naar huis te gaan. Maar ze kennen mijn kind dus al.In het land van de voodoo is het doodnormaal dat burgers een god of godin raadplegen als ze voor een belangrijke keuze staan in hun leven. Het orakel weet raad. Vrijwel alle mooie en lelijke

3

Page 6: De 'bezeten' kinderen van benin

dingen die gebeuren, worden toegeschreven aan geesten en goden. Voor gehandicapte kinderen betekent dit meestal weinig goeds. Ze zijn een straf. Ze zijn een vloek. Ze zijn bezeten. Het is zelfs niet ongebruikelijk dat ze daarom worden gedood.Samen met collega-journalist Bob van Huët ben ik hierheen gekomen. We schrijven krantenartikelen over dit bijzondere West-Afrikaanse land. 2015 was het jaar dat minister Ploumen Benin tijdelijk geen geld gaf voor ontwikkelingssamenwerking vanwege een fraudezaak. Het Liliane Fonds was er wel gewoon. Want gehandicapte kinderen zet je niet even on hold.We laten ons introduceren bij Grégoire, een held omdat hij al twintig jaar verstoten psychiatrisch patiënten van de straat plukt en ze hun waardigheid teruggeeft. We gaan op bezoek bij Jo Holonon, de Matthijs van Nieuwkerk van Benin. Zijn zoon krijgt begeleiding van Sister Act-achtige nonnen die door het Liliane Fonds worden gesteund. De tv-ster zelf regisseert zijn eigen coming-out als ‘vader van’ waar wij bij zijn. “Schaam je niet voor je kind met een afwijking”, zegt hij recht in de camera. “Hij is geen straf van de goden.” Zó belangrijk dat een rolmodel deze boodschap afgeeft!Benin is meer dan voodoo.

4

Page 7: De 'bezeten' kinderen van benin

Introductie

Over Benin, jenever en voodoo

door Bob van Huët

De voodoomajesteit van Benin kijkt plots helemaal niet meer zo aardig. Hij herhaalt wat het orakel net heeft gelezen in een handvol pitten die nog uitgestrooid liggen op een kleed. Daar staat het geschreven, bericht uit de geestenwereld: “Een boom staat langs de rivier. De boom denkt dat hij dat water niet nodig heeft. Maar de rivier kan overstromen en de boom ontwortelen.”

Is dit een dreigement? Nou en of. Want die boom, dat zijn wij, de yovos (blanken) die na enige moeite een audiëntie hebben gekregen met de hoogste voodoo-eminentie. En de rivier herkennen we ook. Die stroomt op ons af, intimiderend breed. Want tegenover ons zetelt niet alleen een religieus leider in vol ornaat; hij is geflankeerd door bedenkelijk kijkende hogepriesters. De rest van de hofhouding deelt het ongenoegen van de goden en de geesten die hier dan wel onzichtbaar zijn, maar niettemin zeer aanwezig. Voor 17 procent van de Beninezen bepaalt wat deze spirituele wereld voorschrijft – keurig op

Maak kennis met de Republiek Benin, een wonderbaarlijk land aan de Afrikaanse westkust. Het is niet alleen de bakermat van het voodoogeloof, maar ook een van de allerarmste naties ter wereld die zowel een – zo goed als – voorbeeldige democratie als een gratis onderwijssysteem draaiende weet te houden.

5

Page 8: De 'bezeten' kinderen van benin

maat gesneden voor gewone stervelingen door priesters, tovenaars en magische genezers – nog altijd het ritme van de dag. De rest van de bevolking is dan formeel christen (grofweg de helft, inclusief protestantse sekten) of moslim (een kwart) maar altijd in een mix met de traditionele godsdienst, had de majesteit ons al verteld. Niemand kan in Benin om voodoo heen. Bomen, dode voorouders, schedels van dieren, ze kunnen allemaal worden geraadpleegd voor het oplossen van gezondheids-, huiselijke en andere problemen.

We zijn in Ouidah, hét spirituele centrum van de voodoo, een uur westelijk van de hoofdstad Cotonou. Ouidah is de stad waar de Pythontempel staat van een slangengod die voorspoed brengt en waar jaarlijks een internationale conferentie over voodoo wordt gehouden. Het is ook de plek waar toeristen onverklaarbare dingen zeggen te hebben gezien – gelovigen in trance die boven de grond zweven – op het door steeds meer reisorganisaties gepromote Voodoo Festival Benin, volgens CNN een van de vijf kleurrijkste spektakels van Afrika.

Ouidah (of Fida, zoals de stad door ónze voorouders ook werd genoemd) was ook de haven van waaruit het inheemse geloof op onder meer Nederlandse slavenschepen naar het Westen reisde en zich vervolgens wortelde in onder meer Haïti, Brazilië en Cuba. De eerste Nederlandse koopman die er aankwam, betaalde de koning een bedrag van duizend gulden voor de vrij-heid hier mensenhandel te drijven. In Ouidah staat de schuur vol fetisjen, amuletten en andere gri gris. En wij zitten er ook, best wat ongemakkelijk, tegenover zijne majesteit, Le Chef Spirituel Suprême Vodoun Majesté Dada Daagbo Hounon Hounan II.

Tegen een muur zit het orakel, met wijd gespreide benen. Binnen handbereik een houten bord, steentjes, pitten, hout-schilfers, een wit poppetje en een fles gin waaruit de man die met de geesten overlegt regelmatig kleine slokjes neemt, om de alcohol vervolgens uit te spugen over zijn attributen. Verleden, heden en toekomst zijn te lezen in hoe pitten of schilfers zijn gevallen. De man met het hippe hoedje blijkt een telg uit een Nigeriaans orakelgeslacht en zichtbaar van grote invloed op de besluitvorming van de voodoomajesteit.

6

Page 9: De 'bezeten' kinderen van benin

Die laatste is dus ontstemd. Hij heeft zijn hele hofhouding, inclusief orakel, laten opdraven voor dit interview. Dat moet extra betaald worden, is eigenlijk de boodschap uit het geestenrijk.

KrokodillenKleine botsing van culturen. Dit was niet de afspraak. Wij van onze kant hadden een eenvoudig gesprek gevraagd, meer niet. Dus zonder ceremoniële toestanden. Bij wijze van uitzondering wilden we wel vijftig euro betalen voor de ontmoeting, plus twee flessen Hollandse jenever, een herinnering aan de eerste handelaren die hier kwamen. De laatste – echt waar – op aanraden van een tussenpersoon gekocht bij een Beninese slijter op de hoek, de hofleverancier voor voodoobijeenkomsten die nu eenmaal veel plengoffers vragen. Want er wordt heel wat gesprenkeld met in Schiedam gestookt vocht. De goden weten wat lekker is. Voor de aanbevelingen van onze fixer om voor deze zeldzame ontmoeting ook een stuk of wat schapen

In Ouidah staat een tempel gewijd aan de heilige python

7

Page 10: De 'bezeten' kinderen van benin

en kippen te kopen en die ceremonieel te slachten om de goden nog gunstiger te stemmen, hebben we in zesvoud bedankt.

De uiteenlopende ideeën over wat een interview is, hebben geleid tot het misverstand waardoor nu bomen ontworteld zullen worden. Er valt een ijzige stilte in de schuur. Raadsleden consulteren elkaar. De majesteit kijkt alsof hij ons straks aan de krokodillen gaat voeren. De priesteres van de godin van de bliksem die ook aanwezig is, glimlacht gelukkig. Het orakel houdt vast aan wat de goden hem melden. Meer geld moet er komen. Het water van de rivier stijgt…

Geen zorg. Hollanders zijn gelukkig goed in waterbeheersing. En al helemaal in Benin waar Nederland al jaren meehelpt aan goede (drink)watervoorzieningen en een Nederlands bedrijf nu is gevraagd plannen te leveren voor het upgraden van de haven van Cotonou.

Ons verhaal gaat goed aflopen – anders had u dit nooit gelezen. Want eigenlijk loopt best veel goed in Benin, ondanks de droeve status van een van de allerarmste landen ter wereld. 40 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens en 40 procent van de bevolking is jonger dan veertien jaar. De gemiddelde levensverwachting in Benin is 59,3 jaar, waarmee Beninezen korter leven dan de mensen in 165 andere landen. Door de armoede is er een trend van ouders die hun kinderen verkopen aan families in Nigeria, soms voor een paar tientjes.

SlavenkustTIB. This is Benin. Welkom in een bijzonder land – in land- oppervlakte drie keer groter dan Nederland – waarmee wij al 43 jaar door intensieve ontwikkelingshulp zijn verbonden, maar waarvan de meeste Nederlanders heel weinig weten. Dat is raar, want we doen al ruim drie eeuwen zaken, al wil niet iedereen daar nog aan worden herinnerd. Tot 1975 heette Benin nog Dahomey, een illuster Afrikaans koninkrijk waar inlandse vorsten hun rijkdom en macht ontleenden aan lucratieve mensenhandel met Europeanen, Arabieren en andere Afrikaanse stammen. Krijgsgevangenen, veroordeelde misdadigers en

8

Page 11: De 'bezeten' kinderen van benin

soms ook hele dorpen werden geruild tegen wapens en westerse gebruiksgoederen. Niet voor niets staat het gebied in oude atlassen nog aangeduid als Slavenkust.

Over het hedendaagse Benin staat maar zelden iets in de krant. Dat is eigenlijk maar goed ook, want anders dan bij de meeste buurlanden valt er uit Cotonou geen oorlog, staatsgreep, grove mensenrechtenschending of ander onheil te melden. Behalve dan deze zomer, toen we konden lezen dat de Nederlandse subsidie aan ons speerpuntproject ‘Toegang tot schoon drinkwater’ tijdelijk werd gestopt, vanwege de verduistering van vier miljoen euro ontwikkelingsgeld. Om dat inmiddels benoemde én aangepakte probleem maar meteen bij de horens te vatten: de betrokken minister van Water en Energie werd ontslagen, evenals enige topambtenaren die een strafproces riskeren. De Beninese president en premier beloofden dat elke gestolen euro wordt terugbetaald.

In de lokale Beninese media is uitgebreid over deze affaire bericht, veel meer dan bij ons. Met naam en toenaam zijn de verdachten genoemd. Uit veel commentaren sprak waardering voor die Nederlandse minister Ploumen die het lef had een wereldwijd vertakt euvel aan de kaak te stellen waar ook veel Beninezen zich boos over maken: corruptie. Alleen sloot de geschrokken Beninese politiek de rijen. Parlementariërs in Cotonou stemden toen het erop aankwam toch maar liever tegen strafvervolging van de minister. Zijn parlementaire onschendbaarheid werd niet opgeheven. Vlak voor de presi-dentsverkiezingen zit niemand te wachten op een proces dat een minister van de presidentiële meerderheid in een bedenkelijk daglicht stelt.

Minister Ploumen eist trouwens nog steeds dat de graaiende bewindsman voor de rechter komt, maar informeerde de Tweede Kamer onlangs dat de Beninezen haar in de meeste klachten tegemoet waren gekomen en haar ministerie dus doorgaat als verreweg de belangrijkste buitenlandse donor voor waterwerken in Benin. Tussen 2003 en 2014 is 120 miljoen euro geïnvesteerd in een infrastructuur die van levensbelang is voor Benin.

9

Page 12: De 'bezeten' kinderen van benin

Met Nederlandse hulp worden niet alleen waterpunten gebouwd waar zo’n zeven miljoen mensen schoon drinkwater kunnen tappen; er worden ook 2600 openbare toiletten neer-gezet, vooral rond scholen. Verbetering van de hygiëne voor-komt veel gezondheidsproblemen. Dankzij Nederlands water en door in Nederland geschoolde Beninese watermanagers en ingenieurs wordt grond geschikt gemaakt voor het verbouwen van mais, cashewnoten en mango’s. De laatste twee kunnen straks bij Albert Heijn en andere supermarkten in Nederland liggen.

SpoorlijnHet serieus nemen van de fraudezaak geeft aan dat de regering van Benin hecht aan goede banden met Nederland. Andersom is er natuurlijk ook een belang. Zeker nu multinational Bolloré Africa Logistics een concessie heeft gekregen voor de aanleg van een containerhaven in Cotonou. Nog belangrijker: dezelfde Franse groep gaat de nu nog onbetrouwbare spoor-verbindingen naar Niger en Ivoorkust renoveren. Cotonou ligt daardoor straks heel strategisch halverwege een drieduizend kilometer lange lijn die heel West-Afrika een grote economische impuls moet geven. Op dit moment kampt de haven van Cotonou met verouderde kades en door files bijna permanent geblokkeerde toegangswegen. Een nieuw Nederlands master-plan beoogt de weg vrij te maken voor een toename van de jaarlijkse overslag van zeven naar twintig miljoen ton. Er staat dus wel wat te gebeuren in Benin. Of het nou gaat om havens of irrigatie; water is belangrijk in dit land. Ook in die schuur in Ouidah waar de rivier ons tot aan de lippen staat. Hoe komen we hier weg zonder dat de goden ons vervloeken?

Welke god het was zullen we nooit weten, maar plots is er inspiratie. We brengen een wilde gedachte ter sprake die we eerder oppikten bij de lokale baas van de VVV. De majesteit en zijn hofhouding luisteren aandachtig. Ook het orakel spitst de oren. We kunnen wél wat geven!

Om de lokale toeristenindustrie te verrijken met iets bijzonders is een paar jaar geleden geëxperimenteerd met een excursie die het parcours van de oude slavenroute volgt. Vanuit het

10

Page 13: De 'bezeten' kinderen van benin

binnenland liepen de slaven in vier dagen naar de kust om daar te worden verhandeld aan wachtende Europese kapiteins. Een door UNESCO gesteunde Route van de Slaven bestaat al langs de kust, maar met de historische tocht vanuit het binnenland wil het maar niet lukken. Een paar Duitse toeristen hebben de route een keer gelopen, maar daarna is het mooie plan in vergetelheid geraakt. En dat terwijl er toch heel wat te vertellen valt. En te genieten van een nog heel authentieke Afrikaanse cultuur.

Er is knowhow nodig over hoe je gemotiveerde wandelaars naar Benin kunt krijgen, zei de VVV-baas. Mensen die vier dagen willen lopen. Toeristen die komen kijken. Waar doen ze dat nog anno 2015? En dan wordt het orakel opeens duidelijk waarom wij hier zitten: deze yovos komen uit Nijmegen. Nog beter: we hebben beiden als journalist meerdere malen een krant over de Nijmeegse Vierdaagse gecoördineerd. Over het promoten van zo’n evenement weten we wel wat, en misschien is het een idee raad te vragen bij de marsleiding van de Vierdaagse, die tenslotte ook al eens in Israël en China wandelfestijnen organiseerde. Kijken hoe die aankijkt tegen een Afrikaans avontuur. In Benin.

Dada Daagbo Hounon Hounan II is tevreden. Het orakel ziet nieuwe kansen, portemonnees kunnen dicht blijven. Die boom dat zijn wij, de rivier is straks een stroom Nederlandse toeristen. En waarom niet?

Met dank aan Bernard Kakpo Houehounde, journalist in Cotonou

11

Page 14: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 15: De 'bezeten' kinderen van benin

West-AfrikaEerste vraag die je moet beantwoorden is waar het ligt, dat mysterieuze Benin. In West-Afrika, ingeklemd tussen Togo, Burkina Faso, Niger en Nigeria dat vanwege de ontvoering van schoolmeisjes en andere terreur van Boko Haram helaas bijna wekelijks in het nieuws is. Nigeria is ook dat land waar de sympa-thieke Nwanko Kanu vandaan komt, de populaire oud-voetballer van onder meer Ajax die tweemaal een hartoperatie onderging. Hij richtte een stichting op die goed werk doet voor lotgenoten en hij liet een ziekenhuis bouwen voor arme hartpatiëntjes. Kanu is een authentieke Afrikaanse held. Met de mensenrechten is het volgens Amnesty International en Human Right Watch in zowel Nigeria als Togo bedroevend gesteld. Marteling, homohaat, geweld tegen minderheden en opposanten. Als je daarmee de minpuntjes vergelijkt die Benin bij Amnesty en HRW scoort dan worden dat bijna complimenten. Blijft het allesoverheer-sende probleem van de armoede en de zorg voor gehandicapten, waardoor een organisatie als het Liliane Fonds zo nodig blijft. Over het werk van het fonds leest u in andere verhalen in dit boekje.

Vodoun Majesté Dada Daagbo Hounon Hounan II

Page 16: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 17: De 'bezeten' kinderen van benin

DemocratieIn 1960 werd het land onafhankelijk van Frankrijk. De eerste jaren na de onafhankelijkheid verliepen chaotisch en gewelddadig, zoals destijds bijna overal op het Afrikaanse continent waar allerlei marxistische experimenten plaatshadden. Maar al een paar decennia blijkt Benin nu ondanks de schrijnende armoede een stabiele democratie. Er zijn 150 politieke partijen en volgens het journalisten-collectief Reporters sans Frontières staat Benin in het linkerrijtje als het gaat om persvrijheid. Bijna een vijfde van de nationale begroting gaat naar het onderwijs dat voor leerlingen goeddeels gratis is, tot en met de universiteit. Het verklaart waarom Benin zo aan-trekkelijk is voor Afrikaanse studenten. Vanwege de dramatisch lage lonen ziet het land veel goed geschoolde jongeren vertrekken. Velen gaan naar andere Afrikaanse landen en met name Nigeria, slechts enkelen wagen de overtocht naar Europa.

Lac Nokoue, nabij Cotonou

Page 18: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 19: De 'bezeten' kinderen van benin

MigratieEuropeanen vergeten wel eens dat de grote migratiestromen van Afrikanen op het eigen continent blijven, zo zegt de Beninese premier Lionel Zinzou. Benin heeft zelf tien miljoen inwoners, maar 800.000 Beninezen wonen in Ivoorkust, evenveel in Ghana, meer dan een miljoen Beninezen wonen in Nigeria. Het Franstalige Benin ontvangt zelf een massieve stroom studenten uit omringende Engelstalige Afrikaanse landen waar betaald moet worden voor hoger onderwijs. Miljoenen Afrikanen zijn in beweging naar Afrikaanse landen, los van de tragiek van vluchtelingenstromen door oorlog. Volgens Zinzou denkt Europa ten onrechte dat alleen armoedzaaiers migreren. “Degenen die vertrekken, zijn de ondernemende jongeren, degenen met ambities. Behept met dezelfde dromen als de Europeanen die naar Amerika of Canada emigreerden. Onze jongeren vergissen zich. Er is meer werkloosheid voor afgestudeerden in Europa dan in Afrika. Wij moeten ze daarom hier houden en hier hun kansen scheppen voor een toekomst.”

La porte du non-retour.

Herdenkingsmonument slavenhandel

Page 20: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 21: De 'bezeten' kinderen van benin

VerkiezingenDe in Frankrijk geschoolde Lionel Zinzou wordt genoemd als mogelijke kandidaat voor de presidentsverkiezingen van 2016. Komend voorjaar maakt de zittende president Yayi Boni na twee mandaten keurig plaats voor een nieuwe man. Een derde termijn komt er dus niet. Dat gaat wel eens anders in Afrika, waar presidenten niet zelden de grondwet wijzigen om zich vast te klampen aan de macht of om een dynastie te vestigen. Benin geldt ook hier als democratisch voorbeeld. Op het moment van schrijven van deze tekst hebben de kandidaten zich nog niet formeel geregistreerd, maar naar verwachting zal het gaan tussen Pascal Irénée Koupaki (econoom en oud-premier van de zittende president), Patrice Talon (zakenman die terugkeert uit balling-schap), Sébastien Adjavon (zakenman) en Abdoulaye Bio Tchané (oud-minister van Financiën). Alle vier beloven ze betere tijden op economisch en sociaal gebied. Wat dat betreft geen verschil met Nederlandse verkiezingen, dus.

Bromfietsen domineren het verkeer in Cotonou

Page 22: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 23: De 'bezeten' kinderen van benin

Interview

Tv-ster komt uit de kast: ‘Ik heb een gehandicapte zoon’

door Annemarie Haverkamp

Onder de brandende zon staat op een zaterdagmiddag in april een zwarte man te zingen in zijn mobiele telefoon. Hij heeft zijn brommer langs de kant van de drukke weg gezet, met zijn teenslippers tikt hij de maat in het rode zand. De man is danser bij het nationale ballet, maar nu zingt hij een kinderliedje in het Fon, de lokale taal van zuidoostelijk Benin en het westen van Nigeria. Aan de andere kant van de lijn luisteren drie Nederlanders, twee Beninese nonnen, een gehandicapte en een cameraman mee. De telefoon die voor ze op tafel ligt is van de bijzondere hoofdpersoon van dit verhaal: Jo Holonon, de Matthijs van Nieuwkerk én de Jack Spijkerman – verenigd in één persoon – van Benin.

Jo Holonon is zijn artiestennaam en betekent iets als ‘domme Jo’. Een grapje dat het publiek aanspreekt, want dom is hun lievelingspresentator allerminst. Joseph Hountovo – zijn echte naam – werkte zich op van automonteur tot

De Matthijs van Nieuwkerk van Benin heeft een gehandicapte zoon. En daar schaamt hij zich niets voor. Of wel? Hoe een interview met een Nederlandse journalist leidt tot de coming-out van de razend populaire presentator Joseph Hountovo (48) op nationale televisie.

21

Page 24: De 'bezeten' kinderen van benin

nationale tv-persoonlijkheid. Zijn carrière begon met de overrompelingstactiek waarmee hij later voor de camera zo veel succes zou hebben. Op een dag meldde hij zich gewoon, bij de studio van Canal 3 Benin. “Ik wil hier een baan”, zei hij. De interesse van een van de producers was gewekt, omdat de brutale man in kwestie de lokale Afrikaanse taal perfect beheerste. Sterker, hij wierp zich op als een verdediger van die taal, die vooral gereserveerd is voor analfabeten en armen. Precies wat de omroep nodig had. Een groot deel van de bevolking spreekt slecht Frans en kan daarom beter bereikt worden in het Fon, zegt de producer die hem aannam en nu een van de directeuren is van de commerciële omroep. Ze vroeg Jo proefopnames te maken. Hij slaagde glansrijk. De automonteur met kraaloogjes en een opgepoetste halfkale kop bleek getalenteerd en komisch. Nu, tien jaar later, rijdt hij in een geblindeerde wagen door miljoenenstad Cotonou. Uitstappen zou niet verstandig zijn, het zou de hopeloze files in de straten alleen maar erger maken. Jo Holonon wordt door iedereen herkend. De vrouw die hem ontdekte, vertelt dat hij niet alleen razend populair is onder gewone kijkers, maar dat ook de politiek met hem wegloopt. “Deze man is een vriend van alle ministers van Benin. Zoeken we een politicus voor een van onze programma’s, dan tovert hij het nummer zo uit zijn telefoon.”Jo (48) heeft op dit moment twee veelbekeken programma’s. Allereerst een soort Bananasplit, een humoristisch programma waarin we zien hoe hij bij de drogist schoenen probeert te kopen of een kerk binnengaat en vraagt of bezoekers de preek mooi vonden. Veel nietsvermoedende mensen op straat zijn al in de maling genomen door Jo Holonon. Daarnaast is hij de gangmaker van een politiek getinte talkshow. Beninese bewindslieden zweten peentjes als ze de gevatte presentator van repliek moeten dienen in de volkstaal, het Fon. Het is een taal die met name hoger opgeleiden vaak nog nauwelijks of slecht spreken. Zie hier het geheim van het succes: gewone Beninezen lachen zich een breuk als ze aan Franse universiteiten opgeleide

“Deze man is een vriend van alle ministers van Benin.” -Baas van Jo

22

Page 25: De 'bezeten' kinderen van benin

ministers horen schutteren in de taal die zij van huis uit meekregen. En Jo speelt daarmee. Deelt complimentjes uit aan gezagsdragers als die de taal van de burgers beheersen. Het is die Kopspijkers-achtige talkshow waarin de bekende presentator deze zaterdagmiddag een opmerkelijke beken-tenis zal doen. Een heel persoonlijke. Recht in de camera zal hij het hele land vertellen dat hij, de grote ster, de man van de grappen, een gehandicapte zoon heeft. Een big deal in Benin, waar kinderen met een beperking veelal worden beschouwd als een vloek of een straf uit de actieve goden-wereld. Maar zover zijn we nog niet. Het kinderliedje uit het begin van dit verhaal moet ook nog even wachten. Eerst gaan we terug in de tijd.

Linkshandig kindJoseph Hountovo is 27 jaar als hij trouwt met Hedwige. Hij is dan nog net zo onbekend als de duizenden andere mannen die in Cotonou de kost verdienen met het repareren van auto’s. In de West-Afrikaanse stad aan zee betrekt hij met Hedwige een klein appartement.Het duurt zeven jaar voor de eerste baby zich aandient. Zoon Jean-Baptiste heeft het zwaar tijdens de bevalling in het ziekenhuis en moet gereanimeerd worden. Zodra hij stabiel is, gaat het kersverse gezin naar huis. Maar Jean-Baptiste ontwikkelt zich traag. Zijn ouders zien dat hij zijn rechterhand veel minder beweegt dan zijn linker. Een linkshandig kind, denken ze in eerste instantie. Ongeruster worden ze als hij niet op zijn voeten blijkt te kunnen staan. Hij gebruikt zijn hielen om zijn evenwicht te bewaren wanneer zijn vader hem rechtop probeert te zetten. Als Jean-Baptiste bijna een jaar is, krijgt hij malaria. Hij moet naar het ziekenhuis en voor het eerst wordt hij gezien door een goede kinderarts. Die onderzoekt de baby grondig en komt tot de conclusie dat de eerstgeborene van Jo en Hedwige microcefalie heeft, een kleine schedel. Jean-Baptiste is lichamelijk en verstandelijk gehandicapt.

Moeder Hedwige is vreselijk verdrietig als het nieuws tot haar doordringt. In het benedenhuis waar ze sinds een paar jaar alleen met haar kinderen woont, haalt ze herinneringen

23

Page 26: De 'bezeten' kinderen van benin

op: “Het deed me veel pijn. Ik vond het moei-lijk om andere kinderen van zijn leeftijd te zien. Die van ons kon niets. Mijn man huilde in het begin. We hadden grote zorgen. Er is in Benin geen gemeente of overheid die hulp biedt aan gezinnen met een gehandicapt kind.”De familie Hountovo komt uiteindelijk in contact met de zusters van de congregatie van de Petites Servantes des Pauvres. In Calawi, een paar kilometer van Cotonou, runnen zij een revalidatiecentrum dat alleen bereikbaar is via een stoffige zandweg vol kuilen. Tien maanden verblijft Hedwige met haar zoon in het centrum. Ze leert hoe ze haar kind eten kan geven, met hem kan spelen en hem kan helpen met zijn ontwikkeling. “Ik heb me nooit voor hem geschaamd.”Na een paar jaar wordt ze opnieuw zwanger. De baby die ter wereld komt, is ‘niet goed’ en overlijdt tot haar ontsteltenis binnen enkele dagen. Als Jean-Baptiste vier jaar is, krijgt hij een zusje: Marissa. Tot grote opluchting van vader en moeder is het meisje helemaal gezond. Het laatste kind, Princess, wordt geboren in 2010. Vader Jo is dan al ‘ontdekt’ en werkt hard aan zijn tv-carrière.Niet lang na de komst van de kleine prinses verrast hij zijn vrouw Hedwige met de boodschap dat hij een tweede vrouw heeft. Ze is een stuk jonger (“rond de dertig”) en Hedwige ontploft. Vanaf dat moment – nu een paar jaar geleden – verloopt de communicatie tussen de twee echtelieden moeizaam. Jo gaat samenwonen met zijn tweede vrouw. Maar er volgt geen echtscheiding.Hedwige: “Jo woont ook in Cotonou. Ik wilde dat de kinderen bij mij bleven. Als moeder begrijp ik Jean-Baptiste sneller. Het is beter dat hij bij mij is. De opvoeding doe ik vrijwel alleen.”

Elke ochtend brengt Hedwige eerst haar twee meisjes naar school. Jean-Baptiste blijft dan alleen thuis. Hij wacht in een van de grote leren stoelen en weet hoe de afstands- bediening van de tv werkt. Daarna brengt Hedwige haar grote zoon naar zijn school – hij fietst naast haar op een aangepaste fiets. Zijn alle kinderen onder dak, dan gaat ze naar haar werk op het secretariaat van de universiteit. Daar maakt ze kopieën. Jo draagt bij in de kosten voor het

“Ik vond het moeilijk om andere kinderen van zijn leeftijd te zien. Die van ons kon niets.” -Vrouw van Jo

24

Page 27: De 'bezeten' kinderen van benin

Tv-ster Jo Holonon (Joseph Hountovo)

Page 28: De 'bezeten' kinderen van benin

levensonderhoud van zijn gezin, “maar alleen als Hedwige geen ruzie maakt”, zal hij later zeggen.Het eenvoudige huis van Hedwige ligt met zo’n tien andere woningen aan een binnenplaatsje achter een hek. Het telt een woonkamer en een slaapkamer. In het tweepersoonsbed slapen de twee meisjes, op een matras ernaast ligt zij met de oudste. “Hij slaapt nooit voor ik thuis ben”, vertelt ze. Dochter Marissa is inmiddels tien en helpt haar met de verzorging van Jean-Baptiste. Wast Hedwige hem op een krukje in een kale ruimte achter de slaapkamer (geen stromend water, ze sjouwen met emmers), dan assisteert zij. Jean-Baptiste kan niet lopen of staan. Praten doet hij evenmin – al kent hij één woord: ‘avion’; dat zegt hij als er een vliegtuig over komt. Met gebaren kan hij aangeven wanneer hij ‘kaka’ of ‘pipi’ moet. Jean-Baptiste luistert graag naar West-Afrikaanse muziek, rolt met een bal en lacht veel. Tijdens mijn bezoek aan de familie zit hij stralend en in een prachtige op maat gemaakte Beninese outfit in een brede fauteuil. Zijn zus wijkt niet van zijn zijde. Ze houdt haar armen stevig om hem heen geslagen, terwijl ze met dezelfde grote ogen de wereld in kijkt als hij. Het jongste meisje, Princess, valt in haar roze prinsessenjurk op de bank in slaap. Als ik vraag of Jo op tv wel eens over zijn gehandicapte zoon praat, schudt Hedwige resoluut haar hoofd. “Hij praat vooral over zichzelf.”

HekserijDie ontkenning van de moeder van Jean-Baptiste is opmer-kelijk. Ter voorbereiding van de reis naar Benin, belde ik met Jo. Aan de telefoon – de verbinding was hopeloos – vertelde hij hoe belangrijk het was dat mensen open waren over hun gehandicapte kinderen. Dat ze zich niet moesten laten leiden door schaamte. Als Bekende Beninees kende hij zijn verantwoordelijkheid en sprak hij geregeld voor de camera over zijn ‘lot’. Hij had niets te verbergen. Zei hij.In Benin is het niet ongebruikelijk dat mensen zwijgen over hun gehandicapte kind. Het land ligt ingeklemd tussen Togo, Burkina Faso, Niger en Nigeria en staat bekend als de bakermat van de voodoo. Bijgeloof is er net zo alledaags als

26

Page 29: De 'bezeten' kinderen van benin

een tropische bui. Wie zich wil voorbereiden op de toekomst, raadpleegt een van de vele goden die gewoon tussen de burgers leven. Ceremonies met kippen, schelpen, kaarsen, dans en zang zijn op elke dag van de week in de dorpen te vinden. Het grootste deel van de ruim tien miljoen zielen die de bevolking telt, gelooft in het orakel en hekserij. Een kind met een beperking wordt veelal gezien als een straf van de goden, een vloek. Voorbeeld van extreem bijgeloof: krijgt een kind met epilepsie een aanval, dan wordt een stok in de grond gestoken op de plek waar dat gebeurde. Iemand trekt een cirkel met een straal van drie meter om de stok heen. Die plek is vanaf dat moment behekst en moet vermeden worden.Gehandicapte kinderen worden dan ook vaak verborgen gehouden. Ze leven in schuurtjes of in donkere hoekjes van een hut. Het komt ook voor dat de familie ze direct na de geboorte doodmaakt. Weg met die vloek. Weg met die last. Want ook het geld en de kennis voor de verzorging van een ‘vreemd’ kind ontbreken vaak.De zusters van de Petites Servantes des Pauvres doen er veel aan om gezinnen uit te leggen dat gehandicapte kinderen niet behekst zijn, maar de pech hebben met een medisch verklaarbare fysieke of mentale afwijking te zijn geboren. Ze krijgen steun van het Liliane Fonds. Behalve de kinderen, helpen ze daarmee de ouders.

“Ik heb mijn gehandicapte zoon nooit ver-stopt”, antwoordt Joseph Hountovo als ik hem op vrijdag na het bezoek aan zijn vrouw en

kinderen – hij was daar niet bij – vraag of hij zijn zoon durfde te tonen aan de buitenwereld. “Verstoppen zou fout zijn. Het is een menselijk wezen.”Jo ontvangt me in de bloedhete tv-studio van Canal 3 in het centrum van de stad. Hij ziet eruit als een ster. Draagt een traditioneel Beninees pak in felle kleuren: geel, groen, oranje. Puntschoenen, handgemaakt van hetzelfde textiel. Om zijn pols bungelt een groot horloge.“Jean-Baptiste nam ik vroeger altijd in een draagzak mee naar de kerk en naar het café. Hij houdt van de mensen en van de muziek.”

“Ik heb mijn gehandicapte zoon nooit verstopt.” - Jo

27

Page 30: De 'bezeten' kinderen van benin

Jean-Baptiste Hountovo en zus Marissa

Page 31: De 'bezeten' kinderen van benin

Nee, zijn zoon is niet behekst, zegt Jo. Zijn zoon is hem gegeven door God, en dus is het goed. Jo is een overtuigd christen. Het geloof heeft hem geholpen Jean-Baptiste te accepteren zoals hij is. “Ik heb er weinig verdriet van gehad, omdat ik weet dat God dit niet had laten gebeuren als hij er geen bedoeling mee had gehad. Daar moet je op vertrouwen.”Nadat hij tig keer zijn mobiele telefoon heeft opgenomen en uitgedrukt, vraagt hij of hij me de studio zal laten zien. In het Mediapark van Benin demonstreert Jo waar hij zijn programma’s presenteert. De studio doet denken aan een opslagruimte voor decorstukken. Maar de op elkaar gepropte talkshowstoelen, nieuwstafels-met-logo en achter-gronden in verschillende kleuren worden elke dag gebruikt. Jo gaat in het krappe decor staan dat zijn praatprogramma markeert. De camera legt vast hoe hij zich laat interviewen door de Nederlandse collega met haar gevolg. Zijn silhouet steekt scherp af tegen de frisgroene achtergrond die verwijst naar de vlag van Benin.Door een benauwde gang gaat hij vervolgens voor naar een kamer waar grommende computers de temperatuur nog verder opstuwen. Hier monteert hij zijn uitzendingen. De vertalingen – van Fon naar Frans en andersom – nemen veel tijd in beslag, vertelt hij. Jo zit vaak tot diep in de nacht te werken. Liefst doet hij alles zelf.

Tijdens de rondleiding toont Jo zich een humorist. “Annemarie en ik zijn allebei journalist en we delen eveneens het genoegen een gehandicapt kind te hebben”, zo stelt hij me joviaal voor aan een tv-collega.

In een tweede studio van Canal 3 ontmoeten we de ontdekker van Jo. Ze zegt zeer geïnteresseerd te zijn in de thematiek van gehandicapte kinderen en zou er graag een uitzending over maken. Het is nog altijd een taboe in Benin, vertelt ze. De charmante vrouw neemt alle tijd voor het bezoek.“Wist je dat Jo een gehandicapte zoon heeft?” vraag ik.“Hij vertelde het me pas twee weken geleden.”Dit is het moment waarop de presentator ongemakkelijk op de knopjes van zijn telefoon drukt en een afstand laat ontstaan tussen zichzelf en zijn gast. Als een kleine jongen die net

“Annemarie en ik zijn allebei journalist en we delen eveneens het genoegen een gehandicapt kind te hebben.” - Jo

29

Page 32: De 'bezeten' kinderen van benin

Jo Holonon presenteert het nieuws in de lokale taal Fon

betrapt is op het pikken van een koekje, schuifelt hij heen en weer achter zijn baas.

Selfmade man“De omstandigheden waren er niet naar het haar eerder te vertellen”, verontschuldigt hij zich even later. Door het chaotische verkeer van Cotonou hebben we ons verplaatst naar een restaurant voor de lunch. In het eethuis waar de Afrikaanse wind lauw door de opengewerkte muren waait, praat hij er vlug overheen. Hij vertelt dat het heel bijzonder is dat de producer een uitzending over gehandicapte kinderen ziet zitten. Hij zal erover nadenken. Wel veel werk, hoor… Maar die show komt er. Vast. Snel wendt hij zich tot de ober die een koud biertje voor hem neerzet. Nee nee, niet koud! Slecht voor zijn stem. Drank moet voor Jo ongekoeld zijn. Als de ober even later met een lauw flesje terugkomt, maakt Jo een act van het openen van het biertje. Er klinkt een luide knal in het restaurant, het dopje schiet richting plafond en alle ogen zijn op hem gericht. Nu is de presentator in zijn element. Het ongemak glijdt van hem af.Hoe zit het nou met die tweede vrouw?

30

Page 33: De 'bezeten' kinderen van benin

“Dat mag in Benin. Je mag je vrouw al verlaten als ze geen kinderen baart. Met Hedwige duurde het zeven jaar. Mijn familie zei: ‘ga toch en zoek een ander’, maar ik heb het toen niet gedaan.”Er waren ergernissen thuis, vertelt Jo. Die stonden los van zijn gehandicapte zoon. Zijn vrouw houdt van mensen over de vloer, hij niet. Hij leeft zijn leven graag op zijn eigen manier, zonder dat anderen zich ermee bemoeien.Daarom ging hij uiteindelijk weg bij zijn gezin. Nu woont hij bij zijn tweede vrouw, die Jean-Baptiste beschouwt “als haar eigen kind”.De katholieke kerk staat niet achter zijn polygamie. Maar ach, de West-Afrikaanse cultuur en het geloof botsen wel vaker, zegt Jo. Ook daar trekt hij zich niets van aan. Hij is een koppig man. Laat zijn gezicht zien in de parochie en staat als predikant nog steeds met regelmaat op de kansel. Niemand die hem tegenhoudt.

Zijn grootste zorg is de gezondheid van Jean-Baptiste. Elk jaar aan het eind van de zomer wordt de jongen geveld door malaria, als ze niet oppassen. Hij krijgt dan preventief anti-biotica. “Het welzijn van Jean-Baptiste is het allerbelangrijkst. Als hij maar gelukkig en vrolijk kan zijn, als hij zich maar kan blijven ontwikkelen.”Om zijn toekomst veilig te stellen – op een dag zullen de ouders er niet meer zijn –, heeft vader Jo een school opgericht. Die moet geld in het laatje brengen, waarmee Jean-Baptiste onderhouden kan worden. Jo hoopt dat zijn oudste dochter haar gehandicapte broer later in huis neemt. Als haar man dat tenminste goed vindt. Op de overheid rekent hij niet.

“Er is in dit land nauwelijks beleid voor mensen met een handicap. De zorg voor hen is schraal. De minister zou eens moeten beginnen met in kaart brengen waar mensen die hulp nodig hebben zich bevinden.”Jo is een selfmade man. Veel diploma’s heeft

hij niet – na de lagere school ging hij direct aan het werk. Zijn brutaliteit bracht hem waar hij nu is. De geboorte van zijn oudste die zo veel zorg nodig heeft, heeft hem nooit geremd, vertelt Jo aan de lange tafel. Jean-Baptiste levert hem tegenwoordig zelfs af en toe een voordeeltje op. Zien

“Er is in dit land nauwelijks beleid voor mensen met een handicap. De zorg voor hen is schraal.” - Jo

31

Page 34: De 'bezeten' kinderen van benin

Beninezen hem open en bloot in een restaurant zitten met zijn gehandicapte zoon, dan kan het gebeuren dat ze spon-taan de rekening betalen. In het land van de voodoo wordt Jo bewonderd om zijn durf.

Tv-uitzendingDe volgende dag, zaterdag, zal ik Jo opnieuw treffen. Het is warm en drukkend. Over het kleverige asfalt rijd ik met mijn collega-journalist uit Nederland naar het afgesproken restaurant. Op elk kruispunt leuren jonge mannen met zonnebrillen, petten of rugkrabbers. In de schaduw van de bomen zitten verkopers van koelkasten, ventilatoren, bedden, fitnessapparaten, regenpakken en bladblazers. Een man bedelt tussen de auto’s. Hij heeft zijn lamme benen onder zich gevouwen en verplaatst zich zittend op een aftands skateboard.Het restaurant is leeg. Geen Jo. Ook geen andere gasten. Twee zusters en hun gehandicapte medewerker voegen zich bij ons voor de ontmoeting met de presentator. Jo heeft beloofd dat hij komt met een cameraman. Vrijdag hoorde hij de Nederlandse medewerkster van het Liliane Fonds een kinderliedje zingen in het Fon – ze woonde een tijdje in Benin –, en als Fon-activist wil hij dat laten horen in zijn tv-show. Als tegenprestatie zal hij haar de ruimte geven iets te vertellen over het werk van het Liliane Fonds in Benin.Een half uur later dan afgesproken duikt hij op. Alleen. Zijn gasten laat hij zien dat zijn tablet prachtige opnames maakt. Vragend kijken we elkaar aan. Gaat hij met zijn mini-computer een item opnemen?Maar als Jo net een bord kip voor zijn neus heeft dat hij deelt met een van de zusters, is daar de cameraman die zwijgend zijn statief uitklapt naast een lange, lege tafel. Jo staat op en begint met stoelen te schuiven. Dan pas maakt hij duidelijk wat de bedoeling is: we gaan een uitzending maken over gehandicapte kinderen. Hier. Nu. En iedereen doet mee. De zuster zal uitgebreid aan het woord komen over haar werk en ik vertel over mijn zoon Job. Het kinder-liedje komt daarna.Jo is geconcentreerd en wat nerveus. Als hij iedereen naar de juiste plek aan tafel heeft gedirigeerd en de vragen heeft

32

Page 35: De 'bezeten' kinderen van benin

doorgesproken met zijn gasten, begint de camera te draaien. En dan doet hij het. De grote ster wendt zich rechtstreeks tot zijn volk en vertelt dat hij, Jo Holonon, een gehandicapte zoon heeft. En dat hij zich daar niet voor schaamt.Kippenvel bij de toehoorders aan tafel. Dit is een publieke-lijke coming-out. De naam Jean-Baptiste valt vaak. Wat de presentator letterlijk zegt, kunnen we niet verstaan. Het is Fon. Alleen de korte passages in het Frans zijn te volgen. Maar de boodschap is overduidelijk: weg met het taboe op gehandicapten. Jo is van het ene op het andere moment ambassadeur geworden van een grote groep vervloekten in zijn land.Hij bedankt de zusters voor de geweldige zorg die ze zijn eerstgeborene altijd hebben geboden. De zusters maken op hun beurt gretig (en langdurig) gebruik van de mogelijkheid om te benadrukken hoe belangrijk het is dat kinderen met een beperking hulp krijgen. Dat ouders zich moeten melden, dat hun kinderen recht hebben op onderwijs. Ik houd het kort. “Nee, een gehandicapt kind hebben is niet leuk. Maar ook niet het einde van de wereld en al helemaal geen vloek. Mijn eigen gehandicapte zoon Job heeft de diagnose ‘chromosoomafwijking’. Ofwel: pech.”De show kan wel wat luchtigheid gebruiken. Jo vraagt of de zangeres-voor-een-dag het kinderliedje helemaal kent. Nee? Hij ook niet. Kunnen ze iemand bellen?“Een vriend die hier in Cotonou woont”, suggereert ze. “Hij heeft mij het liedje geleerd.”De tv-presentator belt de vriend in kwestie, die zich – zo zal hij na afloop vertellen – in eerste instantie kapot schrikt dat hij zomaar in de uitzending van de grote Jo Holonon zit. Maar hij doet wat hem gevraagd wordt. Zo kan het gebeuren dat onder de brandende zon, op een zaterdagmiddag in april een zwarte man staat te zingen in zijn mobiele telefoon. Hij heeft zijn brommer langs de kant van de drukke weg gezet, met zijn teenslippers tikt hij de maat in het rode zand.

33

Page 36: De 'bezeten' kinderen van benin

( Nederland: 16,9 miljoen inwoners )

10,4

INWONERS

miljoen

34

Page 37: De 'bezeten' kinderen van benin

Bangladesh

Myanmar

Sri Lanka

Nepal

India

Filippijnen

Vietnam

Indonesië

Ghana

Ivoor-kust

To

Burkina Faso

Mali Niger

Tsjaad

Kameroen

Nigeria

Congo

Ethiopië

OegandaKenia

Burundi

Zambia

Zimbabwe

Argentinië

Bolivia

Brazilië

Colombia

Peru

Nicaragua Cambodja

Guatemala

Benin

go

kaart_2014 zww bewerkt.pdf 1 23-11-15 14:55

BENIN

35

Page 38: De 'bezeten' kinderen van benin

( Nederland: 81,2 jaar )

59,3

LEVENSVERWACHTING

jaar

36

Page 39: De 'bezeten' kinderen van benin

( Nederland: 42,3 jaar )

17,7jaar

GEMIDDELDE LEEFTIJD BEVOLKING

37

Page 40: De 'bezeten' kinderen van benin

16.666

INWONERS PER ARTS( Nederland: 250 inwoners )

38

Page 41: De 'bezeten' kinderen van benin

16.666

39

Page 42: De 'bezeten' kinderen van benin

2270*

KRIJGEN HULP VAN HET LILIANE FONDS IN BENIN

kinderen* peildatum 19 november 2015

40

Page 43: De 'bezeten' kinderen van benin

2270* 93.585*

kinderen

kinderen

KRIJGEN HULP VANHET LILIANE FONDS WERELDWIJD

* jaarverslag 2014

41

Page 44: De 'bezeten' kinderen van benin

Grégoire Ahongbonon

Page 45: De 'bezeten' kinderen van benin

Reportage

Grégoire, bevrijder van de bezetenen

door Annemarie Haverkamp

Julien Adjaï kijkt op uit het kasboek. Bezoekers. Hij legt zijn pen naast de rekenmachine en staat op. Handen schudden. Verlegen blik naar beneden. Vier jaar geleden lag hij nog geketend in een hutje achter het huis van zijn ouders. Ja, knikt hij, dat was zo. Hij was een ‘fou’, een gek. Onhandelbaar en een gevaar voor zichzelf.Toen kwam er een onbekende man met een ijzerschaar die zichzelf Grégoire noemde. “Ik neem uw jongen mee”, zei hij stellig tegen de ouders van Julien. “Ik geef hem medicijnen. Hij is niet behekst, hij is ziek.”

Daar ging Julien, 25 jaar oud, in de auto bij Grégoire. Vier uur rijden naar Bohicon, een centrum voor mensen met psychiatrische problemen in het zuiden van Benin. Daar werd hij gewassen en kreeg hij schone kleren, net als alle andere nieuwe patiënten. En nu, vier jaar later, is hem de kas van het fonkelnieuwe gezondheidscentrum Saint-Camille-de-Lellis toevertrouwd. Het geld beheren is zijn baan.

Psychiatrisch patiënten worden in Benin gezien als bezeten. Als honden liggen ze aan de ketting. Grégoire Ahongbonon (62) knipt deze ‘gekken’ los. Hij wast ze, kleedt ze en geeft ze medicijnen.

43

Page 46: De 'bezeten' kinderen van benin

“Als ik mijn medicijnen slik, gaat het goed met me”, vertelt hij. De eerste keer dat hij zijn ouders bezocht, ging Grégoire mee. “Mama omhelsde me.”

In twintig jaar tijd knipte Grégoire Ahongbonon (62) talloze geesteszieke Afrikanen los van kettingen. Vaak lagen ze als honden achter het huis. Naast een bak voer en geketend aan een boomstam, zodat ze niet konden weglopen. Het is voorgekomen dat Grégoire patiënten met boom en al in zijn 4x4 takelde, omdat het ledemaattechnisch te gevaarlijk was ze ter plekke los te zagen. Andere psychiatrisch patiënten plukte hij van straat, waar ze soms naakt rondzwierven. Verstoten, want wie gek is in Benin, is bezeten. Natuurgenezers – Benin is de bakermat van de voodoo – schrijven de gekte toe aan kwade geesten. Bij een idioot kun je maar beter uit de buurt blijven.

Grégoire schudt zijn hoofd. Het bijgeloof is zo hardnekkig. Hij strijdt op zijn manier. “Ik heb die maraboes (medicijnmannen, AH) en tovenaars nooit zieken van de straat zien halen. Wij doen dat wel. Iemand die stemmen hoort in zijn hoofd, geef ik

“Toen ik begon kreeg ik het advies de patiënten niet met mes en vork te laten eten; ze zouden elkaar te lijf gaan met het bestek. Ik doe dit werk nu twintig jaar en heb nog nooit gewelddadige incidenten met ze gehad.”

Julien Adjaï

44

Page 47: De 'bezeten' kinderen van benin

“Jullie zijn geen duivels. Geen gekken of criminelen.”

medicijnen.” Van het nieuwe gezondheidscentrum in Avrakou – “we doen hier geboortes en verlenen andere zorg, zo verdienen we geld waar we medicijnen van bekostigen” – rijdt hij zijn bezoek naar het psychiatrisch opvangcentrum in Bohicon. Hier kwam kassier Julien vier jaar geleden ook terecht. Oorspronkelijk in 2004 ingericht voor tachtig patiënten, huisvesten de open gebouwen nu tweehonderd Beninezen. De kapel – het centrum is christelijk – doet dienst als eetzaal en in de eetzaal slapen patiënten. Op matjes, kriskras door elkaar. “Ik weiger niemand”, aldus Grégoire. Nog deze week haalden zijn mensen patiënten op. De meest voorkomende ziektebeelden zijn psychose, schizofrenie en epilepsie. Ja, ook epilepsie. Zelfs achtergelaten kinderen plukt hij van de straat. Niemand in Benin die begrijpt dat epilepsie niets met ‘gekte’ te maken heeft.

De charismatische man met het postuur van een bokser wordt in Bohicon als een held onthaald. De patiënten tikken hem op de schouder, buigen het hoofd als hij ze de hand schudt. Grégoire deelt complimenten uit. Enkele mannen tonen hun enkels. Kijk, de sporen van de ketenen staan nog altijd in hun vlees. Een kaalgeschoren vrouw die woest danst op de muziek van een djembé wordt door medebewoners tot kalmte gemaand. Ze bedekken haar blote onderlijf met haar lange gekleurde rok en duwen haar met zachte dwang op een bankje. Dat is het idee in St. Camille: patiënten letten op elkaar. En wie genezen is, maakt kans in dienst te komen van het centrum. “Ik hoor vaak reacties als ‘die mensen zijn toch gevaarlijk’”, verzucht Grégoire. “Toen ik begon kreeg ik het advies de patiënten niet met mes en vork te laten eten, ze zouden elkaar te lijf gaan met het bestek. Ik doe dit werk nu twintig jaar en heb nog nooit gewelddadige incidenten met ze gehad.”

In het opvangcentrum werken drie psychiaters, vier verpleegkundigen, een aantal vrijwilligers en één arts.

Grégoire spreekt een groep patiënten toe in de kapel annex eetzaal. “Jullie zijn geen duivels. Geen gekken of criminelen. Vertel dat aan iedereen die je tegenkomt! Gedraag

45

Page 48: De 'bezeten' kinderen van benin

je, zodat je de mensen geen kans geeft je slecht te behande-len. Neem je medicijnen, die zijn je eerste levensbehoefte.”Veel zieken die hij overeind heeft geholpen, vallen terug. Vaak is dat het gevolg van medicatie die niet wordt geslikt. Het beleid van St. Camille is patiënten – zodra het goed met ze gaat – terug te laten keren naar hun familie. Ouders, broer en zussen maken een belangrijk deel uit van het re-integratieproces. “We hebben uitgezocht waarom het terugvalpercentage zo hoog was: blijkt dat de mensen geen geld hadden voor transport naar het centrum waar ze de medicijnen konden ophalen.” Nu is er een samenwerking met zusterordes in Benin, die verspreid over het hele land vestigingen hebben. De dependances worden door St. Camille gebruikt als medicijn-afhaalpunt. “De terugval neemt af. Mensen kunnen de draad van hun leven weer oppakken.”

BandenreparateurGrégoire Ahongbonon studeerde geen medicijnen, maar is bandenreparateur van beroep. In 1971 belandde de boerenzoon in Bouaké, de tweede stad van Ivoorkust, om het bandenvak te leren. Een jaar later begon hij zijn eigen bedrijf. Hij maakte zich niet populair bij collega’s omdat hij onder de prijs werkte. Maar hij had succes en breidde zijn bedrijf uit met taxi’s. Totdat de inkomsten terugliepen en de taxichauffeurs veel brokken maakten met hoge kosten aan zijn wagens tot gevolg. “Dat heeft me geruïneerd. Ik heb zelfs in de gevangenis gezeten omdat ik mijn schulden niet kon afbetalen.” Hij gleed af. Vrienden lieten het afweten of brachten hem naar maraboes, die de goden – tegen forse betaling – vroegen om voorspoed voor Grégoire. “Ik heb mijn vrouw en kinderen een tijd verwaarloosd. Kennissen probeerden me bij allerlei sektes binnen te halen. Ik wilde niet, ik was gedoopt.”

Uiteindelijk werd hij zo depressief dat hij zelfmoord wilde plegen. De pillen lagen klaar. Maar iets dreef hem naar de kerk. Daar deed hij zijn verhaal en een Franse missionaris stuurde hem op pelgrimstocht naar Jeruzalem. Het was 1981. Eenmaal terug in Ivoorkust, keek hij op een andere manier naar de wereld. De ‘kleine bandenreparateur van

“Ik heb mijn vrouw en kinderen een tijd verwaarloosd.”

46

Page 49: De 'bezeten' kinderen van benin

Grégoire onderweg

weleer’, zoals hij zichzelf graag noemt, ontdekte dat hij een missie had.

Grégoire richtte een gebedsgroep op en begon met het bezoeken van zieken. Behalve naar ziekenhuizen, ging hij naar gevangenissen. Gedetineerden stonden als beesten op stal, zag hij, zonder de minste sanitaire voorzieningen. Niet veel later kwam hij oog in oog te staan met een groep geestes- zieken op een geïsoleerde ziekenzaal. Het beeld staat nog altijd op zijn netvlies: ze zaten in hun eigen uitwerpselen, ontdaan van elke menselijke waardigheid. “Deze patiënten waren verstoten door iedereen. Samen met mijn vrouw heb ik ze gewassen. We hebben een behandeling voor ze betaald, voor voedsel en medicijnen gezorgd. Langzaamaan bleken de meesten te kunnen functioneren. Sommigen waren niet meer te redden. Zij konden tenminste sterven als mens.”

De stichting St. Camille, vernoemd naar de beschermheilige van zieken en ziekenverzorgers, richtte Grégoire op in 1990.

47

Page 50: De 'bezeten' kinderen van benin

“Vroeger zag ik ze niet, de verwarde mensen in de straten”, vertelt hij als hij door het rode zand van Bohicon loopt. Het ‘kostuum van de gek’ noemen West-Afrikanen de naaktheid waarmee zwervers bedelend door het verkeer schuifelen of languit op straat liggen.

“Net als iedereen negeerde ik ze.” Tot zijn geloof hem ertoe dreef achter hen aan te gaan. Hij wilde weten waar ze sliepen, die ‘naakten’. Legde de eerste contacten, raakte in gesprek. Hij kocht een koelkast. Elke nacht ging hij langs om fris en schoon drinkwater te brengen. Ten slotte haalde hij de geesteszieken over met hem mee te gaan, om uit te rusten. Via via kreeg hij een schuur tot zijn beschikking, die hij inrichtte als opvangcentrum. De stichting professio-naliseerde. Vanuit Ivoorkust verlegde hij zijn werk naar Benin en er zijn nu ook initiatieven in Togo, Burkina Faso en Ghana. De stichting draait op giften. Canada sponsort hem, maar ook het Nederlandse Liliane Fonds. Stukken grond voor een opvangcentrum krijgt hij aangeboden en in Bohicon betaalt de overheid tegenwoordig de elektriciteits-

“Vroeger zag ik ze niet, de verwarde mensen in de straten. Net als iedereen negeerde ik ze.”

Patiënten in Bohicon

48

Page 51: De 'bezeten' kinderen van benin

rekening. Grégoire rijdt soms honderden kilometers over slechte wegen als hij heeft gehoord dat ergens een gek aan een ketting ligt.

De barmhartige Samaritaan heeft niet alleen maar fans. Kritiek is er ook. Hoezo kan iemand die niet psychiatrisch onderlegd is dit werk doen? Hoe weet hij welke medicijnen hij moet voorschrijven? Grégoire ligt er niet wakker van. “In Benin zijn twaalf psychiaters, in Frankrijk 14.000. Alles is beter dan mensen aan hun lot overlaten en naakt laten wroeten in het afval van de stad. Of ze ten prooi laten vallen aan sektes en zogenaamde natuurgenezers. Ik heb zo veel ervaring dat ik weet hoe ik mensen moet helpen.” Via het netwerk dat hij in al die jaren opbouwde, komen regelmatig psychiaters uit Frankrijk en Canada langs om bij te springen.

Grégoire is – ondanks zijn verzoenende glimlach – geen doetje, beaamt hij. De manier waarop hij gezinnen over-rompelt en geketende familieleden meeneemt, is niet altijd even subtiel. Toch loopt het nooit uit op ruzie en krijgt de breedgeschouderde christen altijd zijn zin. “Sommige ouders willen hun zieke kind niet aan mij meegeven omdat ze bang zijn dat ik een rekening stuur. Als ik ze overtuig dat dat niet het geval is, zijn ze meestal opgelucht. Ze weten zelf ook niet wat ze met hun kind aan moeten.” Onder elke boom in Benin zit een exorcist, zegt Grégoire. Hoe verder je naar het noorden reist, hoe sterker het bijgeloof. Families laten zich duizenden francs aftroggelen door tovenaars, zonder dat zich wonderbaarlijke genezingen voordoen.

‘De zwarte Basaglia’De Wereldgezondheidsorganisatie gaf Grégoire al twee keer een onderscheiding voor zijn pionierswerk in West-Afrika. De voormalige bandenhandelaar reist de wereld over om lezingen te geven. Hij werd ontvangen door bisschoppen en ministers. In augustus was hij nog in Italië, waar hij ‘de zwarte Basaglia’ werd genoemd, een verwijzing naar de beroemde en ook niet onomstreden Italiaanse psychiater Franco Basaglia die onder meer pleitte voor het afschaffen van inrichtingen, omdat niemand geholpen was met uitsluiting.

49

Page 52: De 'bezeten' kinderen van benin

Gesloten instellingen, dwangbuizen, mensen die aan bomen zijn vastgemaakt. Of het nou in Afrika of Europa gebeurt, het ‘mensonwaardige principe’ is hetzelfde, namelijk uitsluiting en isolement, zo vindt Grégoire. Hij redeneert vanuit de vraag: hoe zou ik zelf behandeld willen worden? Het antwoord: met respect. Onderdeel van zijn beproefde recept is werken.

Voor de ingang van het centrum in Bohicon staan een paar patiënten achter kraampjes. Ze verkopen mutsen of sieraden. Zelfgemaakt. “In St. Camille leren ze hoe ze straks, als ze weer thuis zijn, hun eigen bedrijf kunnen runnen”, zegt Grégoire. Op een kwartiertje rijden van het opvangcentrum, over zandwegen vol plassen en kuilen, is een sociale werk-plaats. Het keurig aangeharkte terrein herbergt een naai-atelier, een weefwerkplaats en een bakkerij. Er werken zestig mensen.Raymond Madou (35) is chef van de bakkerij. Op een houten tafel kneden acht mannen deeg. De rollen gooien ze met een zwiep op een bakplaat. Madou is zelf ex-patiënt. Zijn ouders wisten zich geen raad, vertelt hij. “Ze hebben zelfs een gebedsgenezer uit Ghana laten komen.” Madou liep soms tientallen kilometers achter elkaar zonder het te weten. Zag slangen die hem wilden doden. Een naam voor zijn ziekte heeft hij niet. Hij weet alleen dat het zwaar was. De politie en zijn ouders brachten hem in 2007 naar Grégoire. “Ik had een vriend verwond.”

Nu maakt hij het goed. Hij is getrouwd en heeft drie kinderen. ‘Bevrijd’, noemt hij zichzelf. Grégoire slaat hem op de schouders. Lacht een bulderlach. De houding ten opzichte van geesteszieken begint langzaam te veranderen in zijn land, merkt hij. “Vroeger werden verwarde mensen op straat geslagen, nu worden ze door brandweer of politie opgepakt en naar ons gebracht.” Zijn focus richt zich lang-zaam op Togo. Hij bezocht er een centrum waar meer dan tweehonderd psychiatrisch patiënten in zon en regen aan kettingen bij

“Vroeger werden verwarde mensen op straat geslagen, nu worden ze door brandweer of politie opgepakt en naar ons gebracht.”

50

Page 53: De 'bezeten' kinderen van benin

elkaar zitten – óók kinderen met epilepsie. Zonder enige vorm van therapie. Grégoire wil helpen. “Zo lang er één mens geketend is op deze wereld, ligt de hele mensheid aan de ketting.”

Scholing van patiënten

51

Page 54: De 'bezeten' kinderen van benin

4 Al meer dan tien jaar ligt Issa, geketend aan zijn boomstam, in de hut.

3 Grégoire stelt zich voor. De man heet Issa Tapsoba.

2 De hut staat afgezonderd van het dorp. Voer staat in bakken buiten.

Zo gaat Grégoire te werkOver Grégoire is in 2012 een documentaire gemaakt: Les enchaînés. In de film is onder meer te zien hoe hij een ‘gek’ bevrijdt in Burkina Faso.

documentaire Les enchaînés

1 Grégoire rijdt naar Burkina Faso omdat hij heeft gehoord dat daar een man ligt, vastgeketend aan een boom.

52

Page 55: De 'bezeten' kinderen van benin

7 Gelaten laat Issa zich wegvoeren. Volgens zijn dorpsgenoten was hij ‘druk en gewelddadig’. Vandaar de eenzame opsluiting.

6 Ter plekke loszagen is te gevaarlijk (voor de enkel van Issa), dus besluit Grégoire Issa met stam en al mee te nemen in de auto. Hij brengt hem naar een opvangcentrum in Benin.

5 Tweehonderd kilo weegt de stam. Meerdere mannen zijn nodig om man en boom uit de hut te tillen.

De film is te zien op www.lilianefonds.nl/benin

53

Page 56: De 'bezeten' kinderen van benin

Achtergrond

Psychisch zieken dubbel benadeeld

door Annemarie Haverkamp

“Erg moeilijk”, noemt sociaal geograaf Ton Dietz de situatie van psychisch zieken in Benin. Dietz is hoogleraar Ontwikkeling in Afrika aan de Universiteit Leiden en directeur van het Afrika Studiecentrum. Hij deed met zijn collega’s al diverse malen onderzoek naar armoede in Afrika (zie www.padev.nl). “Mensen met een mentale beperking behoren meestal tot de allerarmsten”, zegt hij. De families van deze patiënten mogen zich helaas ook tot deze groep rekenen. Het probleem is dat de ultra-armen van twee kanten benadeeld worden. Ten eerste bereiken projecten van ngo’s om armoede te bestrijden hen vaak niet. Ten tweede is uit recent onderzoek gebleken dat ze zich niet laten bereiken.“Dat laatste is schokkend”, vertelt hij. “Deze mensen die leven aan de absolute onderkant van de samenleving, sluiten zichzelf genadeloos uit van alles waar ze beter van kunnen worden.” Gehandicapten worden in de voodoo-maatschappij gezien als behekst of als een gevaar voor de samenleving. Gevolg: de families schamen zich en trekken zich terug.

Psychisch zieken behoren in Benin tot de ‘allerarmsten’. Ze hebben geen netwerk en vallen buiten de hulpprogramma’s van ngo’s, blijkt uit recent onderzoek van het Afrika Studiecentrum in Leiden. Zorgwekkend.

54

Page 57: De 'bezeten' kinderen van benin

Daarnaast hebben ze het idee dat de hulp er niet voor hen is en zijn ze vaak 24 uur per dag bezig met overleven.“Uit het onderzoek dat we net hebben afgerond in Benin voor The Hunger Project, een internationale organisatie ter bestrijding van honger, blijkt dat initiatieven die armoede tegen moeten gaan, wel degelijk werken. Behalve voor 20 tot 30 procent van de doelgroep: dat zijn die allerarmsten.” Door de psychische problemen en sociale isolatie, glijden die mensen alleen maar verder af. Ngo’s zijn volgens Dietz al zo druk met het middensegment, dat ze het weinige geld dat er is liever aan die categorie besteden. Bovendien: de uitzichtloze onderkant helpen, is helemaal niet léúk, want geeft weinig bevrediging. “Het gaat om patiënten die je in Nederland zou opnemen in een inrichting.”

Voor verstandelijk gehandicapte kinderen is er meestal nog wel ondersteuning, bijvoorbeeld van instanties als het Liliane Fonds. “Maar worden ze een jaar of twintig, dan valt vaak ook dat netwerk weg”, weet Dietz. De toekomst biedt voor hen niet meer dan een zwervend bestaan.Voorbeelden uit Bangladesh (BRAC) en Ethiopië (Hope) laten zien dat het niet onmogelijk is de allerarmsten ook te laten profiteren van ngo-initiatieven. Maar het vereist volgens Dietz volharding, een beleid van bewust benaderen van deze aller-armsten en een aanpak die aansluit bij hun dagelijkse behoeften. “Emanciperend en zonder betutteling.” Dit vraagt een lange adem en veel geduld.

De opvang van psychiatrisch zieken in Bohicon

55

Page 58: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 59: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 60: De 'bezeten' kinderen van benin

Column

Florence en de Hollandse krokodildoor Bob van Huët Ze heeft de krokodil gezien en zet de achtervolging in. Eerst op handen en voeten, dan wankel op beentjes die als breekbare staken uit haar feloranje bermuda steken. Zo beweegt een gazelle die comateus en half kreupel ter wereld kwam. Haar vader ging er meteen vandoor. Teleurgesteld en gekrenkt. Auto-plantigrade, zo luidde de eerste diagnose. Het betekende dat zijn kind invalide was en zonder hulp of stok zou omvallen. Bokken horen dat niet graag. Bokken hebben hun trots, bokken maken alleen de mooiste kalfjes en bokken willen zeker niet gezien worden naast brekebenen. Daar lok je geen hindes mee. Bovendien brengt het ongeluk, zo’n kind – de hele savanne weet dat. Exit papa.

Met onregelmatige, soms zijwaartse stappen, zie ik het meisje naderen. Op zwarte lakschoentjes, schuddend en gierend van opwinding. In haar wijde overhemd zit Afrikaanse vrolijkheid geweven: bruin afgelijnde puzzelstukmotieven op een gele ondergrond tussen blauwe stippellijnen. Het staat prachtig, maar dat doet er nu niet toe want de krokodil gromt en eist alle aandacht op. Vlug, vlug. De andere kinderen hebben het ook gezien. “Florence! Florence!”, moedigen de nonnen haar aan. Ze kennen de kracht van dit levenslustige meisje dat als baby vele injecties kreeg en wiens moeder, oom en grootouders

58

Page 61: De 'bezeten' kinderen van benin

elke dag voor haar baden. Geld voor behandeling was er niet. Oma verkoopt etenswaren langs de weg. Eigenlijk was ze opgegeven. Dit kind verbeet de pijn en bleef zó vrolijk. Florence, een naam als een glimlach. De lokale priester nam haar trieste verhaal mee op bedevaart.

En zie, een klein wonder geschiedde: Florence Sèna Hounnou (10) kan zich steeds beter zelfstandig voortbewegen. Korte stukjes nog, maar stap voor stap gaat ze vooruit. Dankzij het revalidatieprogramma van de Soeurs Oblates Catéchistes Petites Servantes de Pauvres (OCPSP). De nonnen klappen als ze nadert, maken ondertussen zelf ook danspasjes op schelle muziek die uit een mobieltje schalt. Heupen wiegen onder habijten, zwarte vingers draaien discogebaartjes in de lucht. Even lijkt de cast van Sister Act geland in het verre achterland van Benin. Speciaal voor Florence. En God swingt mee.

De zusters runnen met steun van het Liliane Fonds een ngo genaamd ‘Service de Soeurs pour la Promotion Humaine’. Een zusterdienst ter bevordering van de menselijkheid. Ze hebben ons nog wat te leren. Hoe goed zouden wij zo’n instelling van menselijkheid kunnen gebruiken in een land waar gastvrijheid en mededogen sinds kort betrekkelijk lijken.

Dansende zusters

59

Page 62: De 'bezeten' kinderen van benin

Florence tolt, maar houdt evenwicht. De krokodil is nu binnen handbereik. Het monster bijt al wild om zich heen. De andere kinderen die haar natuurlijk allang voorbij waren gerend, kijken bezorgd of er geen tandafdrukken in hun armpjes staan. Gillend slaan ze op de vlucht om meteen om te keren voor een volgende hap. Florence aarzelt. Durft ze haar hand in de open-gesperde bek te steken? Te laat. De kaken hebben haar gegrepen. Tranen van plezier, want deze groene krokodil is van katoen.

Het alles verscheurende monster zit aan de hand van oud-collega en schrijfster Annemarie Haverkamp. Samen werken we aan een ambitieus project over beroemde ouders met gehandicapte kinderen, wereldwijd. Een schrijver, een acteur, een prins en een Nobelprijswinnaar heeft ze al gesproken. Bekende mensen die net zo schrokken als de vader van Florence, maar de zorg voor hun kind wel op zich namen. Ze konden zich ook de kosten daarvan permitteren.

In Benin bezoeken we de lokale Matthijs van Nieuwkerk, vader van een gehandicapte zoon. En nu we er toch zijn, kijken we welk geweldig werk het Liliane Fonds hier verricht. Met landencoördinator Marije Koeman zijn we naar dit revalidatiecentrum in Abomey-Calavi gereisd. Onder het langgerekte land. Hier worden kinderen, maar ook volwassenen, begeleid. Met protheses, fysiotherapie, diagnose en screening. De nonnen doen dit alles tegen een gereduceerd tarief, en hun diensten zijn van goede kwaliteit. Vaak zijn ze beter geschoold dan het zorgpersoneel in de publieke centra, zo weet Marije. Na wat ik al had gezien in de hoofdstad Cotonou en in andere

Florence en Annemarie

60

Page 63: De 'bezeten' kinderen van benin

centra, moet ik dat geloven. Ik bewonder de soeurs om hun inzet, hun lef, hun bevlogenheid, hun liefde, hun vrolijkheid, hun optimisme, hun veelzijdigheid en hun menselijkheid. Hier dansen ze met een kreupel meisje achter het revalidatie-centrum, onder de warme tropenzon. Voor mij een herinnering zolang ik leef.

En ja, Kroko verdient ook credits. Zonder hem waren dit bijzondere moment en deze column er niet gekomen. Hij heeft een lange reis gemaakt. Ik had het katoenen poppenkast-beest in mijn koffer gestopt omdat hij toch maar lag te slapen, op zolder in een mand knuffels. Terug naar Afrika leek wel passend. Naar Benin waar ze immers ook krokodillen hebben, die echter helaas – hoorde ik later – langzaamaan worden vergiftigd door de vele pesticiden die over de enorme katoen-plantages in het zuiden worden gesproeid. Om meer katoen te oogsten en misschien ook de lappen stof te fabriceren waarvan dan weer speelgoedkrokodillen worden gemaakt. De wereld is gecompliceerd.

Florence stuitert van opwinding. Ze heeft het monster in de hand en gaat nu zelf op de hapsnaptour. “Wrahhhh”, roept ze, om het nog spannender te maken. De kinderen rennen om haar heen. “Florence! Florence!” Krokodillentemmer Florence. Heldin Florence. Middelpunt Florence. Even is ze alles. Na een kwartier wint de vermoeidheid het van de adrenaline. Florence is op, haar benen zijn zwak, ze hangt aan het habijt van een van de zusters. Buiten adem maar met een glimlach die boekdelen spreekt. Wat een avontuur was dat!

Florence Sèna Hounnou

61

Page 64: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 65: De 'bezeten' kinderen van benin

Over de auteurs

Annemarie Haverkamp (1975) schrijft al ruim tien jaar columns over haar meervoudig gehandicapte zoon Job. Ze publiceerde verschil-lende boeken, waaronder de non-fictieroman

Dolgelukkig zijn wij. Annemarie is hoofdredacteur van universiteitsblad Vox in Nijmegen en freelancejournalist voor onder meer NRC. Met het Liliane Fonds reisde ze eerder naar Brazilië en de Filippijnen. (www.annemariehaverkamp.nl)

Bob van Huët (1959) is buitenlandredacteur bij het AD. Daarvoor werkte hij als chef van de buitenlandredactie bij De Persdienst (DPD). Bob woonde de helft van zijn werkzame leven als

correspondent in Parijs en Londen en reist de wereld over om bijzondere verhalen op te tekenen.

Naar aanleiding van het 35-jarig bestaan van het Liliane Fonds werd de grafische vormgeving van dit boekje geheel belangeloos verzorgd door Comma-S ontwerpers. Dit ontwerpbureau draagt al ruim 26 jaar bij aan de visuele identiteit van het Liliane Fonds. www.comma-s.nl

63

Page 66: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 67: De 'bezeten' kinderen van benin
Page 68: De 'bezeten' kinderen van benin

Dit boekje is uitgegeven ter gelegenheid van het 35-jarig bestaan van het Liliane Fonds. Journalisten Annemarie Haverkamp en Bob van Huët gingen in het voorjaar van 2015 naar Benin, een van de ruim dertig landen waar het Liliane Fonds ondersteuning biedt aan kinderen met een handicap. Hun reis mondde uit in dit boekje. Doordat alle partijen belangeloos meewerkten en alleen papier en inkt betaald moesten worden, kon De ‘bezeten’ kinde-ren van Benin worden gedrukt in een oplage van 15.000 exemplaren. In december 2015 werd het boekje als dank aangeboden aan trouwe donateurs van het Liliane Fonds.

De initiatiefnemers hopen dat dit boekje u en anderen zal inspireren. Ze stellen het op prijs als u het na lezing doorgeeft aan vrienden of familie.

Alvast hartelijk dank!

Meer weten over de activiteiten van het Liliane Fonds? Bezoek dan www.lilianefonds.nl